“Waarlijk, de dienaar bidt een gebed waarover niets anders wordt geschreven dan een tiende, negende, achtste, zevende, zesde, vijfde, vierde, derde of de helft ervan.” Abu Daawuud en An-Nasaa’ie met een goede sanad (overleveringsketen): Hadieth Sahieh, verzameld door Ibn al-Mubaarak in az-Zuhd (10/21/1-2)
DOOR UM SADJAAD
In de Naam van Allaah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle Alle lof en dank is aan Allaah, de Heer van de hemelen en de aarde en alles wat bestaat. De Heer van het universum, Die de beste beloning geeft aan degenen die Hem vrezen en groot verlies aan de overtreders. We prijzen Hem en smeken Hem om Zijn hulp en vergeving. We zoeken toevlucht bij Hem tegen het slechte in onszelf en het slechte in onze daden. Degene die door Allaah is geleid kan door niemand misleid worden en degene die misleid is door Allaah kan door niemand geleid worden. Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden, behalve Allaah Alleen. Verder getuig ik dat Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallamZijn ware Profeet en Boodschapper is, de leider van de Boodschappers en leidraad van de gelovigen. Wij plaatsen al het vertrouwen in Allaah Alleen, Allaah is voldoende voor ons en Hij is de beste Helper. Er is geen kracht om het slechte te weerstaan behalve via Allaah, noch enige kracht om goed te doen behalve via Hem Alleen. Moge Allaah Zijn vrede en zegeningen aan de laatste Profeet Muhammad schenken en aan zijn nobele en pure familie en aan al zijn nobele metgezellen en degenen die zijn voetstappen volgen tot aan de Dag des Oordeels. Allaah, de Verhevene zegt in soerah Ali-‘Imraan 3: 102: 1
“O jullie die geloven, vrees Allaah vol ware godsvrees voor Hem, en sterf niet anders dan als moslims.”
En in soerah An-Nisaa’ 4: 1: “O mensen, vrees jullie Heer Die jullie uit een enkele ziel schiep. En Die daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voort komen. En vrees Allaah in Wiens naam jullie elkaar (om hulp) vragen. En onderhoud de familiebanden. Voorwaar, Allaah is de Waker over jullie.”
“O jullie die geloven! Vrees Allaah en spreek (altijd) de waarheid. Hij zal jullie aansporen tot het verrichten van goede daden en jullie zonden vergeven. En wie Allaah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt; waarlijk, die heeft een geweldige triomf behaald.” Soerah Al-Ahzaab 33: 70-71.
De meest waarachtige spraak is die van Allaahs Boek (de Qur’aan) en de beste leiding is die van Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-. Het ergste kwaad bestaat uit toevoegingen en iedere toevoeging (in religie) is een bid’ah en iedere bid’ah is een misleiding en iedere misleiding en iedere vorm van misleiding is in het vuur.
Onze missie: zuivering en welgemanierdheid Het juiste islamitische geloof en de juiste islamitische daden dienen van Allaahs Boek en de soennah van Zijn Boodschapper af te stammen en dienen geleid te worden door de kennis en het begrip van de sahaabah. (de metgezellen van de Profeet) Dit is het duidelijke pad van leiding dat Allaah voor de mensen heeft geschetst en dat leidt naar hun onmiddellijke en fundamentele succes en geluk. Helaas zijn de meeste moslims in verschillende mate van dit prachtige pad weg gegaan. Dus dient ieder serieus werk om de islaam weer onder de moslims tot leven te brengen twee elementen te bevatten: 1) Zuivering: het proces om dit pad van belemmeringen en onduidelijkheden te zuiveren en mensen er naar toe te leiden. 2) Welgemanierdheid: het regelmatige, aanhoudende proces van mensen leren hoe op dit pad te leven en eraan trouw te blijven en zich aan haar bevelen te houden. Deze twee elementen waren centraal in de Profeets
2
missie. In soerah Ad-Djumu’ah 62: 2 staat:
“Hij is Degene Die bij degenen die ongeletterd zijn een Boodschapper uit hun midden zond, die hun Zijn verzen voordroeg, en die hen reinigde, en die hun het Boek en de Wijsheid onderwees, terwijl zij daarvoor in duidelijke dwaling verkeerden.”
Hierdoor realiseren we ons de noodzaak om aan het Nederlands sprekende publiek verantwoorde schrijfwerken aan te bieden die het begrip van de islaam verbeteren. Het presenteren hiervan omvat twee aspecten: 1) Gezuiverde islamitische leerstellingen. 2) Praktische leidraad om ze toe te passen. Waarlijk, dit is de missie die we aannemen en dit boek is een nederige stap in die richting.
1) Zuivering Zuivering (of ‘tasfiyah’) is vereist met betrekking tot onze bronnen van islamitische kennis, ons geloof en onze praktijken. a. Het zuiveren van onze bronnen van kennis Overleveringen die vals aan de Profeet of zijn metgezellen zijn toegeschreven mogen niet als bronnen van kennis of basis voor daden worden gebruikt. In feite behoren dit soort overleveringen tot de voornaamste oorzaken van het afwijken van de ware islaam. Daarom is het zuiveren van onze kennis van de zwakke en bedachte overleveringen een essentiele taak die volledig in onze studie en ons onderwijs moet worden opgenomen. Rasuulullaah islamitische kennis te zuiveren toen hij zei:
prees degenen die er naar streven om de
“Deze kennis zal door de betrouwbare individuen van iedere generatie worden gedragen. Zij zullen er de wijzigingen van de extremisten, de leugens van de leugenaren en de verkeerde interpretaties van de arrogante uit weg halen.” Al-Baihaaqie, Ibn ‘Adiyy en anderen, overgeleverd door Abu Hurairah, Ibn Mas’ud en andere metgezellen. Hasan verklaard door shaikh al-Albaanie. (Mishkaat ul-masaabih nr. 239)
b. Ons geloof zuiveren Het geloof van vele moslims is besmet met de misverstanden die van filosofische argumenten komen en onislamitische meningen. Daarom vraagt het nodige zuiveringsproces het zuiveren van ons geloof zodat het alleen gebaseerd is op betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah en schoon is van iedere vorm van shirk (iets of iemand naast Allaah plaatsen). Zo was het geloof van de sahaabah welke Allaah heeft geprezen in soerah Al-Baqarah 2: 137: “Als zij dan geloven in het gelijke van waarin jullie geloven, dan volgen zij waarlijk de leiding.” 3
c. Onze daden zuiveren Veel moslims mengen hun religieuze praktijken en daden van aanbidding met bid’ahs (toevoegingen) die niet door Allaah of Zijn Boodschapper zijn goed gekeurd. Daarom is er een enorme inspanning nodig om de daden van aanbidding van de moslims zo te zuiveren dat ze zich aanpassen met betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah, met het begrip en het praktiseren van de sahaabah en het verwerpen van bid’ahs. Dit is het enige acceptabele pad van leiding, zoals Allaah in soerah An-Nisaa’ 4: 115 zegt: “En wie de Boodschapper tegenwerkt nadat de leiding hem duidelijk is geworden en een andere weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich afgekeerd had en Wij zullen hem in de Hel binnen leiden. En dat is de slechtste bestemming!”
2) Welgemanierdheid Welgemanierdheid (of ‘tarbiyyah’) is om ons geloof en onze daden op zuivere kennis te vestigen. Tarbiyyah gaat hand in hand met zuiveren.
a. Ware volgelingen van de eerste drie generaties metgezellen worden. De bovenstaande discussie over het zuiveren van ons geloof en onze daden, dient te worden uitgebreid met het opvoeden van onszelf en onze gemeenschap volgens de zuivere leringen, waarbij we ernaar dienen te streven om ware volgelingen te worden van onze grote salaf; de sahaabah. In soerah At-Tawbah 9: 100 zegt Allaah: “En de allereerste (moslims) van de muhaadjiroen (emigranten vanuit Madinah) en de Ansaar (bewoners van Madinah die de muhaadjiroen hielpen) en degenen die hen volgden in goede daden: Allaah heeft welbehagen met hen en zij hebben welbehagen met Hem. Hij heeft voor hen Tuinen (in het Paradijs) bereid waar onder door de rivieren stromen, zij zijn daarin eeuwig levenden. Dat is de geweldige overwinning.”
De sahaabah waren de vrome mensen die door Allaah werden gekozen om Zijn Profeet te vergezellen. Dus zij verlieten de valse religie van hun voorvaders en vereenzelvigden zichzelf met de Profeet, leerden direct van hem en vestigden met hem de eerste en beste islamitische gemeenschap en droegen zijn leerstellingen nauwkeurig en volledig over aan andere mensen. Wanneer de moslims de sahaabah tot hun ware rolmodellen maken, zullen zij geneigd zijn om de waarheid onpartijdig te gaan zoeken en niet langer eigenwijs vast te houden aan vooringenomen sektes en wetscholen.
b. Het uitnodigen naar de zuivere religie
4
Een essentieel deel van het proces van welgemanierdheid is alle mensen -zowel moslims als nietmoslims- uit te nodigen naar de pure en onvervalste religie. Dit dient te gebeuren door goede voorbeelden te laten zien, onszelf met goede manieren te bekleden en waardevolle, effectieve en vriendelijke benaderingen te bewerkstellingen, welke van belang zijn vanwege de boodschap die we dragen. Allaah zegt in soerah Ali-‘Imraan 3: 104: “En laat er uit jullie een groep voort komen die uitnodigt tot het goede en oproept tot deugdelijkheid en (die) het verwerpelijke verbiedt, en zij zijn degenen die welslagend zijn.”
Hierbij helpen is een plicht voor iedere moslim volgens zijn/haar beste vermogen, zoals Allaah in soerah Al-Maa’idah 5: 2 beveelt: “Ondersteun elkaar bij het goede (‘al birr’) en taqwaa’ en help elkaar niet in zonde en overtreding.”
Dit is de enige weg om Allaahs acceptatie te verkrijgen en geluk en succes te bereiken. Allaah zegt in soerah Al-‘Asr 103: 1-3: “Bij de tijd. Voorwaar, de mens lijdt zeker verlies. Behalve degenen die geloven en goede daden verrichten en elkaar aansporen tot de Waarheid en elkaar aansporen tot geduld.”
En dit is de manier om te midden van de gelovigen een ware en eerlijke compassie te vestigen die een sterke, verenigende oorzaak ten grondslag heeft. Allaah zegt in soerah Ali-‘Imraan 3: 103: “En houdt jullie allen stevig vast aan het touw (de godsdienst) van Allaah en wees niet verdeeld.”
c. De islamitische oplossing presenteren Uitnodigen naar de waarheid houdt het vinden van realistische islamitische oplossingen voor veelomvattende problemen in. Er is geen twijfel dat Allaahs leiding de enige allesomvattende weg is voor het oplossen van problemen van de mensen zowel op individueel als maatschappelijk niveau. Allaah zegt in soerah Al-Maa’idah 5: 49: “En oordeel (O Muhammad en volg niet hun begeerten.”
) onder hen met wat Allaah neer gezonden heeft,
Waarlijk, we zoeken Allaahs leiding en hulp en we smeken Hem om ons in staat te laten zijn om onszelf en onze gemeenschappen te zuiveren en op te voeden op een manier die Hem het meest tevreden stelt. Aamien.
5
Inleiding: De moslims zijn het gebed als iets onbelangrijks gaan behandelen. Velen bidden niet, of bidden de gebeden niet op tijd of hebben nooit de moeite genomen om zich te verdiepen in hoe het gebed correct volgens de soennah van de Profeet gebeden dient te worden. Aandacht en nederigheid in gebeden zijn verdwenen en harten zijn afwezig en donker geworden en deze toestand van de mensen is wijd verspreid en wereldwijd te herkennen. Ieder van ons dient aan zichzelf toe te geven dat hij zijn gebeden verwaarloost en niet voortdurend op de juiste manier verricht. Niemand van ons kan zeggen dat hij iedere keer al zijn gebeden op een hoog niveau, vol nederigheid en concentratie verricht en dat hij tevreden is over zichzelf. Heel vaak bidden wij met een automatisme waarbij onze lichamen bewegen en onze lippen spreken, maar onze harten en gedachten ergens anders zijn. Wij hebben hier niet voortdurend controle over, zoals Anas
heeft overgeleverd, dat de Profeet
heeft gezegd:
“Toen Allaah Aadam vormde in het Paradijs, liet Hij hem daar blijven zolang Hij wou. Iblies begon om hem heen te draaien om te zien hoe hij was. Toen Iblies zag dat hij hol was van binnen, wist hij dat de nieuwe schepping geschapen was met de bedoeling dat hij geen controle over zichzelf zou hebben.” Sahieh Muslim 4/ 2016. Nr. 2611
Wij dienen erbij stil te staan dat degenen die Allaah verwerpen en Hem weigeren te gedenken en te aanbidden shayaatien als metgezellen krijgen aangesteld, zoals we lezen in soerah Az-Zoekhroef 43: 36: “En wie zich afkeert van het gedenken van Ar-Rahmaan, wijzen Wij shaytaan aan als zijn ‘qarien’ (onafscheidelijke zielsverwant).”
De meesten van ons zijn druk met van alles en nog wat en besteden weinig tijd aan het aanbidden van Allaah. Wat is er mis met ons dat wij rust en succes in zaken zoeken die ons weg laten keren van onze geliefde Heer? In soerah Faathir 35: 5 staat: “O mensen, voorwaar, de belofte van Allaah is waar. Laat daarom het wereldse leven jullie niet verleiden en laat de verleider (shaytaan) jullie niet van de vergeving van Allaah weghouden.”
Ibraahiem ibn Aadam, ath-Thawrie,
een geleerde uit de derde eeuw, een docent en een metgezel van Sufyan
werd eens door iemand gevraagd over de woorden van Allaah:
“En jullie Heer zei: “Roept Mij aan, Ik zal jullie (gebeden) verhoren.”(40:60) De persoon in kwestie zei: “We smeken maar we worden niet verhoord.”
6
Aldus zei Ibraahiem tegen hem: “Je kent Allaah, toch gehoorzaam je Hem niet. Je reciteert de Qur’aan, toch handel je er niet naar. Je kent shaytaan, toch ga je met hem akkoord. Je zegt dat je houdt van Muhammad, toch laat je zijn soennah in de steek. Je verkondigt je liefde voor het paradijs, toch handel je niet om het te verkrijgen. Je verkondigt dat je de hel vreest, toch weerhoud je jezelf niet van het verrichten van zonden. Je zegt: “Inderdaad, de dood is waar”, toch bereid je jezelf niet voor. Je brengt de fouten van anderen naar voren, toch kijk je niet naar je eigen fouten. Je eet van datgene waarmee Allaah je voorzien heeft, toch bedank je Hem niet. Je begraaft je doden, toch leer je er geen les van.” (Uit: ‘Khushuu’ fi salaat’ van ibn Radjab al-Hanbalie (rahimahullaah)
Laat ons liever behoren tot degenen die in soerah An-Nur 24: 37 worden benoemd: “Mannen die noch door handel, noch door verkoop van de dhikrullaah worden afgeleid, noch van het verrichten van de salaah, noch van het geven van de zakaah. Zij vrezen een Dag waarop harten en ogen zullen sidderen.”
Abu Hurairah
heeft verhaald dat de Boodschapper van Allaah
zei:
“Wees vlug met het verrichten van goede daden (voordat je wordt overweldigd) door een onrust die zal zijn als een deel van de donkere nacht. Een man zal een gelovige zijn in de ochtend en in de avond een ongelovige worden, of hij zal een gelovige zijn in de avond en in de ochtend een ongelovige worden en hij zal zijn geloof voor werelds goeds verkopen.” Muslim
Abu Dharr
heeft overgeleverd dat de Profeet
zei:
“Allaah, de Verhevene en Glorierijke zei: “O Mijn dienaren, het zijn niets anders dan jullie daden die Ik voor jullie bereken en vervolgens voor jullie vergoed. Dus laat degene die goeds vindt (in het Hiernamaals) Allaah loven en laat degene die iets anders dan dat niemand anders dan zichzelf beschuldigen.” Deel van een hadieth verzameld door Muslim
“Degene die een goede daad verricht; het is voor zichzelf.” Soerah Al-Djaathiyah 45: 15
Hoeveel moeite doen we om zoveel mogelijk goede daden te verrichten voordat de dag komt waarop 7
“…een man zal weg vluchten van zijn broeder en van zijn moeder en zijn vader en van zijn vrouw en zijn kinderen. Iedere man zal die Dag genoeg hebben dat hem zorgeloos tegenover anderen zal maken.” Soerah ‘Abasa 80: 34-37
Adie bin Haatim
heeft verhaald dat de Boodschapper van Allaah
zei:
“Ieder van jullie zal tot zijn Heer spreken zonder tolk tussen hun. Hij zal naar zijn rechter kant kijken en alleen de daden zien die hij vroeger had verricht. Hij zal naar zijn linker kant kijken en alleen de daden zien die hij vroeger had verricht en hij zal voor zich kijken en niets anders dan Vuur zien voor zijn gezicht. Dus bescherm jullie zelf tegen het Vuur, zelfs door een halve dadelvrucht weg te geven (als sadaqah).” Al-Bukhaarie en Muslim
Het (correcte) gebed weerhoudt van slechte daden Er zijn geheimen in het gebed verborgen, zowel voor het lichaam als voor de geest, zowel voor het individu als voor de samenleving. Als alle moslims het gebed zouden verrichten zoals de Profeet het ons onderwezen heeft en zoals Allaah het voor Zijn dienaren bedoeld heeft, dan zouden vele slechte daden en zonden worden opgegeven en dan zou er vrede ontstaan. In soerah Al-‘Ankaboet 29: 45 staat immers: “Verricht het gebed, want voorwaar, het gebed weerhoudt van de schandelijke daad en het verwerpelijke.”
Shaikh Muhammad Djamaal ud-Dien al-Qaasimie heeft over het gebed dat tegen het schandelijke en verwerpelijke beschermt gezegd: “Het ware gebed in de Ogen van Allaah en het gebed dat een beloning verdient, is het gebed waarin de gelovige door vrees voor Allaah en verlangen om berouw te tonen wordt aangewakkerd, want Allaah zegt: “Allaah aanvaardt slechts het offer van degenen die vervuld zijn van vrome vrees voor Allaah.” (soerah Al-Maa’idah 5: 27) Hij moet nederig geconcentreerd zijn met zijn hart en zijn zintuigen en als hij het gebed zodoende verricht heeft, moet hij ervoor waken dat hij geen zonden verricht die het gebed teniet doen. Dat is het gebed dat beschermt tegen schandelijke en verwerpelijke daden.” Mahaasin at-tafsier
De geleerden zijn het er over eens dat deze bescherming ontstaat door het effect van het regelmatig verrichten van het gebed dat verricht wordt met khushuu’ vanuit de ziel. Dit effect wordt duidelijk in de vrees voor Allaah en het gevoel zowel in het geheim als in het alleen zijn door Hem te worden
8
waargenomen. Dit ‘zichzelf waarnemen’ is dwingender bij de gelovige dan het waargenomen worden door de mensen van buitenaf. De Boodschapper van Allaah
was gewend te zeggen:
“Mijn Heer! Zorg dat we U genoeg vrezen om te verhinderen dat we U ongehoorzaam zijn.” At-Tirmidhie. Hasan verklaard door shaikh al-Albaanie in Sahieh Sunan At-Tirmidhie
Wat denk je van een moslim die nederig en geconcentreerd en vol overgave in zijn gebed is. Die de Qur’aan met liefde en aandacht reciteert, zijn stem trilt, zijn oog traant, hij dankt en prijst Allaah en smeekt Hem om Zijn vergeving en Zijn liefde en rahmah, hij smeekt hem om leiding en om hem vrome daden te laten verrichten, zal hij zich schamen om zonden te gaan verrichten als dit alles vol overgave gebeurde? Wat kan hij doen in de tijd tussen de vijf gebeden als hij echt met aandacht en nederigheid bidt? Het feit dat zoveel moslims bidden maar ook zoveel zonden begaan toont aan dat hun gebed zonder khushuu’ (nederigheid, concentratie) is. Hun gebed verandert hun gedrag niet omdat het een lichamelijk gebed is zonder de aanwezigheid van het hart! Wij kunnen alleen hopen dat onze gebeden ons zullen weerhouden van schaamteloze en onrechtvaardige zaken en dat wij beloningen en zegeningen ervoor zullen ontvangen als wij het gebed qua smeekbeden, ‘adhkaar’ (herdenkingen), bewegingen, manieren en hoofdzaken volgens de gedetailleerde beschrijving van de Profeet verrichten. Hoe meer de dienaar erop toeziet dat zijn gebed volmaakt is, door met zorg zijn wudhuu’ te verrichten, door het tijdstip van het gebed te respecteren, door de zuilen (‘arkaan’) en de verplichtingen (‘waadjibaat’) ervan te verrichten, hoe meer zijn hart gezuiverd wordt, zijn iemaan versterkt en zijn verlangen om het goede te doen vermeerdert en zijn verlangen om het slechte te doen vermindert. Onze harten dienen aanwezig te zijn tegenover Allaah, vol van liefde, hoop en vrees, zodat het lichaam nederig en geconcentreerd en rustig is en zodat de ziel zich kan verheffen. We dienen na te denken over elke daad en elke dhikr van het gebed en de verhevenheid van Allaah te herdenken en Hem te vereren alsof wij voor Hem staan. Als wij ons realiseren dat het grootste in de schepping Zijn Troon is, waarin de zeven hemelen en zeven aarden kunnen worden geplaatst, dan kunnen wij inzien hoe groots Allaah is en waarom wij zeggen: “Allaahu Akbar.” Wellicht zal ons dit kleiner en meer nederig maken en ons helpen geen arrogantie te hebben. Het correcte gebed bestaat uit onderwerping van hart en ziel en goed gedrag tegenover Allaah en jezelf en Zijn schepping en al zijn schepselen. Deze nederigheid weerhoudt de dienaar ervan om onrecht te verrichten en trots en arrogant te zijn. De ware moslim doet niemand onrecht aan, omdat hij zich aan de woorden van de Profeet
houdt:
“De ware moslim is degene van wie de moslims niets te vrezen hebben, noch van zijn tong, noch van zijn hand. De ware gelovige is degene van wie de mensen niets te vrezen hebben, noch voor hun leven, noch voor hun bezittingen.” At-Tirmidhie (nr. 2627) en An-Nasaa’ie (nr. 4998) Sahieh verklaard door shaikh al-Albaanie in Sahieh Sunan At-Tirmidhie
We begrijpen nu dat het gebed niet is voorgeschreven omdat Allaah onze aanbidding nodig heeft, maar omdat wij (mens en djinn) dit nodig hebben om onszelf te beschermen tegen ‘al fahshaa’ 9
en ‘al munkar’; al het slechte en verwerpelijke. Abu Dharr al-Ghifarie Profeet
heeft overgeleverd dat de
heeft gezegd dat Allaah (in een ‘hadieth-qudsie’) heeft gezegd:
“O Mijn dienaren! Als de eerste van jullie en de laatste van jullie, de mens onder jullie en de djinn onder jullie, zo vroom zouden zijn als het meest vrome hart van welke man ook onder jullie, dan zou dat Mijn Koninkrijk niet in het minst vergroten. O Mijn dienaren! Als de eerste van jullie en de laatste van jullie, de mens onder jullie en de djinn onder jullie, zo slecht zou zijn als het meest slechte hart van welke man ook onder jullie, dan zou dat Mijn Koninkrijk niet in het minst verkleinen. O Mijn dienaren! Als de eerste van jullie en de laatste van jullie, de mens onder jullie en de djinn onder jullie, op zouden staan op een plaats en Mij om iets verzoeken, en als ik iedereen zou geven wat hij verzocht, dat zou niet in het minst verminderen wat Ik heb, net zo min als de naald de zee vermindert als hij erin geworpen wordt.” Deel van een hadieth van Muslim, At-Tirmidhie en Ibn Maadjah
Hoeveel moslims hebben begrepen dat dit het doel van het gebed is? Het gebed is een recht dat Allaah op Zijn dienaren heeft. De Qur’aan staat vol met verzen die ons opdragen om Hem te aanbidden en niemand anders behalve Hem. Allaah heeft in soerah Adh-Dhaariyaat 51: 56 gezegd: “Ik heb de djinn en de mensheid slechts geschapen om Mij te aanbidden.”
En in soerah Al-Baqarah 2: 21 staat: “O mensheid! Aanbid jullie Heer…”
Ibn Taymiyyah heeft over dit vers gezegd: “’Ibaadah (aanbidding) is een algemene term die alles omvat waar Allaah van houdt en tevreden mee is, zowel in uitspraken als daden (zowel) de zichtbare en verborgen.”
En deze aanbidding telt totdat wij sterven, zoals in soerah Al-Hidjr 15: 99 staat: “En aanbid jouw Heer (O Muhammad) totdat al yaqeen (de dood) tot jou komt.”
In soerah An-Nur 24: 21 zegt Allaah: “En als het niet van de gunst van Allaah en Zijn rahmah voor jullie was, dan zou nooit iemand van jullie gezuiverd zijn van zonden.”
10
Wij dienen ons te realiseren dat het gebed en het wachten op het gezamenlijke gebed en de rituele wassing die eraan vooraf gaat en iedere stap naar de moskee om in de djamaa’ah te bidden ons zuivert van onze zonden. We zullen de bewijzen hiervan benoemen.
Het gebed veegt zonden en slechte daden schoon Ieder van ons is een zondaar en als wij geen moslims waren, dan zouden wij geen idee hebben hoe wij ons van al deze zonden zouden kunnen bevrijden. Maar het is de islaam die ons de kans geeft om zonder zonden te sterven, subhaanAllaah, en er is geen enkele andere levenswijze die deze gunst aan de mens en de djinn schenkt. Abu Ayyoeb zeggen:
heeft overgeleverd dat de Profeet
gewend was te
“Waarlijk, ieder gebed verwijdert de zonden die ervoor komen.” Ahmad met een hasan isnaad
Iedere buiging die wij in het gebed verrichten veegt onze zonden schoon, zoals de Profeet
zei:
“Wanneer een dienaar staat om te bidden, worden al zijn zonden gebracht en op zijn hoofd en schouders geplaatst. Elke keer wanneer hij buigt of knielt, vallen ze van hem af.” Al-Baihaaqie in as-Sunan al-Kubra 3/10, zie ook: Sahiehul-Djaamie’
Abu Hurairah
heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah
heeft gezegd:
“De vijf dagelijkse gebeden en het djumu’ah (vrijdag)gebed tot aan het djumu’ahgebed, zijn een boetedoening voor wat ertussen is, zolang iemand niet schuldig is aan grote zonden.” Muslim 1/151. Nr. 448 van de Engelse vertaling
‘Abdullaah ibn Mas’ud
heeft overgeleverd dat Allaah’s Boodschapper
heeft gezegd:
“Jullie vallen in vernietiging (door veel zonden te begaan), jullie vallen in vernietiging, dan wanneer jullie het ochtend (‘subh’) gebed bidden, wassen jullie dat weg. Dan vallen jullie in vernietiging, jullie vallen in vernietiging, dan wanneer jullie het dohr gebed bidden, wassen jullie dat weg. Dan vallen jullie in vernietiging, jullie vallen in vernietiging, dan wanneer jullie het asr gebed bidden, wassen jullie dat weg. Dan vallen jullie in vernietiging, jullie vallen in vernietiging, dan wanneer jullie het maghreb gebed bidden, wassen jullie dat weg. Dan vallen jullie in vernietiging, jullie vallen in vernietiging, dan wanneer jullie het maghreb gebed bidden, wassen jullie dat weg. Dan vallen jullie in vernietiging, jullie vallen in vernietiging, dan wanneer jullie het ishaa’ gebed bidden, wassen jullie dat weg. Dan slapen jullie, dus niets is tegen jullie opgeschreven tot jullie wakker worden.” At-Tabaraanie in As-Saghier 11
En de Profeet
heeft gezegd:
“Als de iemaam ‘aamien’ zegt, zeg het dan ook, want wanneer jouw ‘aamien’ samenvalt met de ‘aamien’ van de engelen zullen je voorgaande zonden worden vergeven.” Sahieh Al-Bukhaarie nr. 747
En hetzelfde geldt voor het zeggen van ‘Rabbannaa wa laka ‘l hamd’ nadat de iemaam ‘Sami’a llaahu liman hamidah’ heeft gezegd. Rifaa’ah ibn Raafie az-Zirqie
zei bovendien hierover:
“Op een dag waren we achter de Profeet aan het bidden. Toen hij zijn hoofd ophief zei hij: “Sami’a ‘llaahu liman hamidah”, en een man achter hem zei: “Rabbanaa wa laka l’hamdu, hamdan kathiran tayyiban mubaarakan fih.” Toen hij klaar was, zei hij: “Wie is degene die sprak? Ik zag meer dan dertig engelen zich haasten om het als eerste op te schrijven.” Sahieh Al-Bukhaarie, Al Fath, 2/284
Abu ‘Uthmaan heeft overgeleverd dat hij en Salmaan samen onder een boom waren. Salmaan nam een gedroogde tak van de boom en schudde het totdat de bladeren eraf vielen. Toen zei hij: “O Abu ‘Uthmaan, zul je mij niet vragen waarom ik dit deed?” Ik zei: “En waarom deed je dat?” Hij zei: “Allaah’s Boodschapper deed hetzelfde met mij terwijl ik met hem onder een boom was. Hij nam een gedroogde tak van de boom en schudde het totdat haar bladeren eraf vielen en zei vervolgens: “O Salmaan! Zul je mij niet vragen waarom ik dit deed?” Ik zei: “En waarom deed u dat?” Hij zei: “Wanneer de moslim wudhuu’ maakt en het goed doet, vervolgens bidt hij de vijf dagelijkse gebeden, dan vallen zijn zonden weg zoals al deze bladeren weg vallen, en hij zei: “En verricht gebeden perfect aan de twee einden van de dag en in sommige uren van de nacht. Waarlijk, goede daden verwijderen slechte daden. Dat is een herinnering voor degenen die herinneren.” (soerah Hoed 11: 114) Ahmad, An-Nasaa’ie en At-Tabaraanie
Abu Hurairah
heeft gezegd:
“Er waren twee mannen van Baliyy, van de (stam van) Qudaa’ah die islaam accepteerden en met Allaah’s Boodschapper
waren. Toen werd een van hen martelaar en de ander stierf een jaar
later. Dus Talhah ibn ‘Ubaydillaah zei: “Ik zag degene die later was (in een droom) en hij was het Paradijs eerder binnen getreden dan de martelaar, dus ik was daar verbaasd over. Dus ik noemde dat bij de Boodschapper van Allaah, Allaah
verteld, dus de Boodschapper van Allaah 12
of het werd aan de Boodschapper van zei:
“Vastte hij niet Ramadaan na hem en bad hij niet (zesduizend (meer) rak’ahs en die en die soennahgebeden?” Ahmad met een hasan isnaad
Zet jezelf weer recht door je gebeden weer recht te zetten Het gebed is als een gunst aan ons geopenbaard en ons op gedragen. Al ben je gestopt met bidden, al bad je niet meer op tijd, keer terug in berouw tot jouw Heer. Denk niet dat je verloren bent en dat het geen zin meer heeft. Wanhoop niet aan de rahmah en vergeving van Allaah, denk aan de hadieth die Ahmad en al-Haakim hebben overgeleverd: “Voorwaar, shaytaan zei: “Bij Uw glorie en majesteit, ik zal nooit ophouden met het misleiden van Uw dienaren zolang hun zielen nog in hun lichamen verblijven.” En de Heer zei: “Bij Mijn glorie en majesteit, Ik zal nooit ophouden met vergeving schenken, zolang zij om Mijn vergeving vragen.” Sahieh al-Djaamie’ as-Saghier 2/ 72
Het is voor niemand te laat, wat je ook gedaan hebt en waar je je ook op dit moment in bevindt, want Allaah zegt in soerah Az-Zoemar 39: 53: “Zeg: “O mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf, wanhoopt niet aan de Genade van Allaah. Voorwaar Allaah vergeeft alle zonden. Voorwaar, Hij is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige.”
‘Abdullaah ibn ‘Umar
heeft overgeleverd dat de Profeet
zei:
“Voor degene die het gebed verricht, zal het een licht zijn, een bewijs en een verlossing op de Dag der Opstanding. Voor degene die het niet onderhouden heeft, is er geen licht, geen bewijs, geen oplossing en op de Dag der Opstanding is hij als Qaarun, Fir’awn, Haman en ‘Ubayy ibnu Khalaf.” Overgeleverd door Ahmad, At-Tabaraanie en Ibn Hibbaan
O moslims, o jongeren zorg dat je geen een gebed mis loopt want Nawfal ibn Mu’aawiyah overgeleverd dat de Profeet
heeft gezegd:
“Degene die het gebed mist, het is alsof hij zijn familie heeft verloren en zijn rijkdom.” Ibn Hibbaan in zijn Sahieh en het verschijnt in Sahieh ut-Targheeb nr. 576
13
heeft
Hoe zou het voelen als je je geliefde zoon zou verliezen? Hoe zou het voelen als je je ouders zou verliezen, je vrouw of je echtgenoot? Hoe zou jouw verdriet zijn als je je familie en al je bezittingen kwijt zou raken? Wij dienen ons te realiseren dat het gebed het eerste is waar Allaah ons op de Dag der Opstanding over zal ondervragen. Anas
heeft overgeleverd dat de Profeet
heeft gezegd:
“De eerste zaak waar een persoon op wordt afgerekend op de Dag der Opstanding is het gebed. Dus als dat in orde is, zullen de rest van zijn daden in orde zijn. Maar als het defect is dan zullen de rest van zijn daden defect zijn.” At-Tabaraanie in al-Awsat en Ad-Diyaa. Zie: Sahiehul-Djaamie’ nr. 2570
Wij hebben nog de kans om onszelf recht te zetten. Wij hebben nog de kans om ons in berouw terug te keren naar onze Heer. Wat zou de dode van deze wereld wensen wanneer hij terug mocht keren? Zijn bezittingen, goud, geld, zijn familieleden? Abu Hurairah graf kwam en zei:
zei dat de Profeet
langs een
“Wie is de bewoner van dit graf?” Zij zeiden: “Die en die.” Hij zei: “Twee rak’aah zouden geliefder voor hem zijn dan de rest van de wereld.” At-Tabaraanie in al-Awsat met een hasan isnaad
Thawbaan
heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah
zei:
“Blijf op het rechte pad, waar jullie niet volledig toe in staat zullen zijn (behalve met Allaah’s hulp) en weet dat de beste van jullie daden het gebed is en niemand geeft zorg en aandacht aan de wudhuu’ behalve een gelovige.” Al-Haakim met een Sahieh isnaad tot de standaard van Al-Bukhaarie en Muslim. Zie: Sahiehut-Targheeb nr. 375
Verricht vanaf nu je gebeden op tijd, ook op je werk en ook op school want dat is een voorwaarde. Allaah geeft degene die op tijd bidt en die de wudhuu’ en de buigingen correct verricht zijn vergeving beloofd, dit blijkt uit de hadieth waarin de Profeet
heeft gezegd:
“Er zijn vijf gebeden die Allaah, Machtig en Verheven, verplicht heeft gemaakt; degene die de wudhuu’ hiervoor goed verricht, de gebeden op hun juiste tijdstip verricht, volledig is in de buigingen en in nederigheid, diegene heeft de garantie van Allaah dat Hij hem zal vergeven. Maar degene die dit niet doet heeft geen garantie van Allaah; als Hij wil zal Hij hem vergeven of als Hij wil zal Hij hem straffen.” Abu Daawuud, Maalik, Nasaa’ie en Ibn Hibbaan. Sahieh verklaard door meerdere iemaams
Ziyaad, de vrome aanbidder die de bevrijde slaaf was van Ibn ‘Abbaas, had de gewoonte om in de masdjid van Madinah te verblijven, dus op een dag hoorde men hem zichzelf berispen: 14
“Waar wil je heen gaan? Naar een plek die beter is dan deze masdjid? Wil je het huis zien van die en die persoon?” Omdat de masaadjid de huizen van Allaah zijn, schreef Hij het toe aan de eer van Zijn Naam en vanwege de verbondenheid van degenen die van Allaah houden. Hoe kunnen wij het gebed achterwege laten, terwijl Allaah trots op ons is als wij onze verplichte gebeden verrichten en over ons opschept bij de engelen, zoals is overgeleverd in de Musnad en de Sunan van Ibn Maadjah van Abdullaah Ibn Amr “Ik bad maghreb met Rasuulullaah
die zei:
en sommigen vertrokken en sommigen bleven.
Dus Rasuulullaah kwam haastig, hunkerend naar brood en zijn knieen waren zichtbaar. Hij zei: “Ik heb goede tijdingen voor jullie allemaal! Jullie Heer heeft waarlijk een deur van de deuren van de hemelen geopend, opscheppend over jullie allemaal tegenover de engelen. Hij zegt: “Kijk naar mijn dienaren, zij hebben zojuist een verplicht gebed beëindigd en zij wachten op de volgende.” Overgeleverd door Ibn Maadjah (801) en Ahmad (2/186). Shaikh Ahmad Shaakir zei in zijn commentaar op de Musnad dat de hadieth Sahieh is. (11/31)
De voorwaarden zijn de wudhuu’ juist verrichten en de rukuu’ en de sudjuud juist verrichten, maar hoeveel mensen verrichten dit niet verkeerd en hoe weinig steun is er onder de moslims? ‘Uqba bin ‘Aamir al-Djuhanie
heeft overgeleverd dat de Profeet
heeft gezegd:
“Er is geen persoon die met zorg zijn rituele wassing verricht en die twee rak’aah verricht waarbij hij innerlijk en uiterlijk geconcentreerd is, zonder dat hem het Paradijs wordt toegekend.” Abu Daawuud (nr. 906) en An-Nasaa’ie (1/ 95). Sahieh verklaard door shaikh al-Albaanie. Zie: Sahieh Sunan Abi Daawuud
Geliefde moslims, het lichaam van de mens ontvangt dagelijks een grote hoeveelheid aan elektromagnetische stralingen van de elektrische apparatuur die wij dagelijks gebruiken (computer, mobiel, radio, tv. etc.). Dit veroorzaakt vaak onverklaarbare hoofdpijnen, stress, oververmoeidheid, luiheid, en overige klachten in verschillende delen van je lichaam. Een van de Westerse onderzoekers, (zelf géén moslim) heeft als conclusie van een diepgaand onderzoek het volgende verklaard: “De mens kan van die elektromagnetische lading, die ongezond is voor het lichaam, alleen afkomen door zijn voorhoofd meerdere keren per dag met de grond in aanraking te brengen. De aarde heeft namelijk een ontladende werking. Daarom gebruiken de bouwkundigen een elektrische draad die de donderinslagen en andere elektrische schokken en golven naar de grond afleidt.”
Wat houdt ons nog tegen? Denken wij dat Allaah het gebed zonder wijsheid en diepere betekenis aan ons heeft voorgeschreven? De moslims hebben het djumu’ah gebed verlaten, de salaat ul-djamaa’ah en zelfs het gebed dat iemand alleen met zichzelf in zijn huis verricht! 15
Weten wij niet dat onze gebeden in het register van vrome daden in de zevende hemel worden geschreven indien zij het vereiste niveau bereiken en ons tegen houden om slechte dingen te doen? “Gebed gevolg door gebed met geen ijdel gepraat ertussen wordt in de ‘Illiyyoen opgeschreven.” Abu Daawuud, Engelse vertaling 1/338, nr. 1283, zie: Sahiehul-Djaamie’ nr. 3731
Er zijn vele moslims die weigeren de salaah en de wudhuu’ opnieuw te leren nadat zij het hun leven lang vanuit hun traditie hebben verricht zonder zich af te vragen of zij dit wel echt volgens de soennah doen. Zij zeggen dat de mensen met kennis de moslims moeten opdragen te bidden maar hen niet dienen te onderwijzen hoe men dient te bidden. Dit is hetzelfde als een generaal met een leger die zijn soldaten opdraagt om te vechten zonder ze te leren hoe zij hun wapens dienen te gebruiken en zichzelf moeten beschermen. Zien wij niet in dat het corrigeren van de ummah begint bij het corrigeren van de geloofsleer (volgens de Qur’aan en de soennah en de uitleg van de eerste drie generatie metgezellen) en het corrigeren van de wudhuu’ en het gebed?
Degene die vanuit luiheid niet bidt, maar gelooft dat het gebed verplicht is, is geen kaafir Het is niet toegestaan om degenen die het gebed verwaarloost een ongelovige (‘kaafir’) te noemen. Iemaam Ahmad ibn Hanbal heeft in zijn raadgeving aan zijn leerling, de iemaam, de geleerde Musaddad ibn Musarhad gezegd: “Niets kan een moslim buiten de islaam doen treden, behalve het feit andere goden deelgenoot van Allaah, de Verhevene te maken, of een van de verplichtingen die Allaah heeft opgelegd om te verrichten te verwerpen, door zijn verplichte karakter te verloochenen. Als deze moslim echter deze verplichting uit gemakzucht en luiheid verlaat, zal zijn lot afhangen van de wil van Allaah. Ofwel beslist Hij om hem te straffen, ofwel om hem te vergeven.” Zie: ‘Tabaqaat al-Hanaabila’ 1/ 343
In soerah An-Nisaa’ 4: 48 staat: “Voorwaar, Allaah vergeeft niet dat aan Hem deelgenoten worden toegekend, maar Hij vergeeft daarnaast alles, aan wie Hij wil.”
Iemaam Muhammad ibn ‘Abd al-Wahhaab heeft gezegd in ‘Ad-Durar as-Saniyya’ (1/ 70): “De vijf pilaren van islaam zijn samengesteld uit een pilaar; namelijk de twee geloofsgetuigenissen en de vier pijlers. Voor wat deze laatste betreft, al wie hun verplichte karakter erkent, maar ze verlaat uit luiheid is nog altijd een moslim.”
Hudhayfah ibn al-Yamaan
heeft overgeleverd dat de Profeet 16
heeft gezegd:
“(De voorschriften van) de islaam zullen vergeten worden zoals de motieven van een versleten kledingstuk verdwijnen, totdat er niet meer geweten wordt wat de vasten, het gebed, bedevaart en de armenbelasting zijn. In een enkele nacht zullen verzen van het Boek van Allaah verdwijnen totdat er geen enkel meer van overblijft. Slechts enkele mensen zullen dus nog overblijven; oude mannen en oude vrouwen, die zullen zeggen: “Tijdens hun leven zeiden onze ouders: “Laa ilaaha illaa’llaah” en wij zeiden het dus zoals zij.” Ibn Maadjah (4049), Al-Haakim (4/ 473). Sahieh verklaard door Al-Haakim, Adh-Dhahabie en Al-Busirie heeft het eveneens Sahieh verklaard in ‘Misbaah az-Zudjaadja’ en al-Haafidh (Ibn Haadjar) beschouwt de isnaad als sterk in Fathul-Baarie’ (13/ 16)
Shaikh al-Albaanie zij in zijn werk ‘Silsilat al-Ahaadieth As-Sahiehah’ (1/ 175-176) als commentaar op deze hadieth sahieh: “In deze hadieth bevindt zich een van de belangrijkste rechtswetenschappelijke lessen, namelijk dat de getuigenis “Er is geen godheid aanbidding waardig behalve Allaah” degene die ze uitspreekt redt van het eeuwig verblijf in de hel op Dag van de Opstanding, zelfs als geen enkele van de andere pilaren van de islaam heeft verricht, zoals het gebed en andere. Het is algemeen bekend dat de geleerden van mening hebben verschild over de status van degene die het gebed in het bijzonder verlaat, hoewel hij overtuigd is van de verplichting ervan. Zo meent de meerderheid van de geleerden dat hij desondanks niet ongelovig wordt, maar wel een daad van verdorvenheid heeft begaan. Ahmad van zijn kant (zoals sommigen het van hem overleveren) is van mening dat deze persoon ongelovig wordt en dat hij het verdient om tot de dood veroordeeld te worden, niet als toepassing van een wettelijke straf, maar omdat hij van het geloof is afgevallen (door het gebed te verlaten). Aan de andere kant is er authentiek overgeleverd van de metgezellen dat zij geen enkel verlaten daad als ongeloof beschouwden, uitgezonderd het gebed. Dit is overgeleverd door At-Tirmidhie en Al-Haakim. Zie: ‘Sahieh at-Targhieb’ (1/ 367). Ik meen van mijn kant dat de meest correcte mening die van de meerderheid van de geleerden is. Wat de mening van de Metgezellen betreft, is er geen duidelijke aanwijzing dat hun woorden wijzen op het ongeloof dat tot de eeuwige hel leidt en niet kan worden vergeven door Allaah. Hoe zou het zo kunnen zijn, terwijl Hudhayfah ibn al-Yamaan (die een van de voornaamste Metgezellen is) antwoordt tegen Silah ibn Zufar, die gefaald heeft om van de hadieth te begrijpen wat Ahmad ervan begrepen heeft, namelijk: “Wat voor zin zal het voor hen hebben om van de Eenheid van Allaah te getuigen als ze niet weten wat het gebed is?” in die verwoording, nadat hij zich van hem afgewend heeft: “O Silhah! Dat zal hen redden van de hel” tot drie drie keer toe?” Dat is dus een heldere uitspraak van Hudhayfah die aantoont dat wie het gebed verlaat (en hetzelfde geldt voor de andere pijlers van de islaam) geen ongelovige is. Hij is dus een moslim, die gered zal worden van het eeuwige verblijf in de hel op de Dag der Opstanding.” Shaikh al-Albaanie. ‘Het verlaten van het gebed.’
Op tijd bidden Het niet op tijd bidden of het ‘inhalen’ van de gebeden is niet toegestaan, want er staat duidelijk in soerah An-Nisaa’ 4: 103: 17
“Waarlijk, het gebed is aan de gelovigen op vastgestelde tijden opgedragen.”
En ‘Abdullaah ibn Mas’ud
heeft overgeleverd:
“Ik vroeg de Profeet welke daad het meest geliefd bij Allaah is. Hij antwoordde: “Gebed in haar tijd.” Sahieh Al-Bukhaarie 1/300. Nr. 505 van de Engelse vertaling
De Boodschapper van Allaah heeft overgeleverd in een hadieth verhaald door Abu Hurairah dat Allaah, de Verhevene heeft gezegd: “Ik zal oorlog verklaren aan degene die vijandschap toont aan een vrome aanbidder van Mij. En de meest geliefde zaak waarmee Mijn dienaar dichterbij Mij komt is dat wat Ik hem heb opgedragen. En Mijn dienaar komt dichter bij Mij door het verrichten van nawaafil (gebeden of extra daden die verricht worden naast dat wat verplicht is) totdat Ik van hem houd.” Deel van een hadieth uit Sahieh Al-Bukhaarie
En Mus’ab ibn Sa’d
zei:
“Ik zei tegen mijn vader: “O mijn vader! Zie je Zijn uitspraak (in soerah Al-Maa’uun 107: 5): “Degenen die achteloos zijn over hun gebeden.” (“Alladhiena hoem ‘an salaatihiem saahoen”) Wie van ons is nooit afgeleid? Wie van ons heeft zijn aandacht nooit ergens anders?” Hij zei: “Dat is niet wat het betekent. Het is eerder achteloos met de tijden zijn. Iemand wordt achteloos tot het moment dat hij de tijd ervan mist.” Overgeleverd door Abu Ya’laa met een hasan isnaad, zie: Sahieh ut-Targheeb nr. 575
Abu Dharr
heeft overgeleverd:
“De Boodschaper van Allaah stootte mij tegen mijn dijbeen aan en zei: “Wat zou je doen als je in een tijd leefde waarin de mensen hun gebeden zouden uitstellen tot buiten de aangegeven tijd?” Abu Dharr zei: “Wat raadt u mij aan te doen?” Hij zei: “Verricht het gebed op de voorgeschreven tijd, ga dan door met je eigen werkzaamheden, als de ‘iqaamah wordt uitgesproken, bid dan met de anderen in djamaa’ah (in de groep).” Sahieh Muslim
Het is Allaah’s recht dat wij Hem aanbidden en door Hem te aanbidden zal hij ons steunen. Ibn ‘Abbaas
zei: “Op een dag reed ik achter de Profeet
18
toen hij zei:
“O jongen! Ik zal jou over bepaalde zaken instructies geven. Heb zorg voor de bevelen van Allaah, dan zal Hij je behouden. Bescherm Zijn rechten; Hij zal altijd met jou zijn.” Deel van een hadieth verzameld door At-Tirmidhie
En in een andere overlevering: “Bescherm de bevelen van Allaah; je zult Hem voor je vinden. Herdenk Hem in voorspoed en Hij zal jou herdenken in tegenspoed.”
En vanwege deze gehoorzaamheid aan Allaah zal er altijd een uitkomst komen: “En degene die Allaah vreest en zijn plicht tegenover Hem onderhoudt, Hij zal voor hem een uitweg maken (uit iedere moeilijkheid). En Hij zal hem schenken vanuit (bronnen) die hij nooit kon voorstellen…” Soerah At-Talaaq 65: 2-3
“O jullie die geloven, als jullie Allaah vrezen, zal Hij jullie Furqaan schenken (een vermogen om onderscheid te kunnen maken tussen het goede en slechte), en jullie slechte daden uitwissen en jullie vergeven. En Allaah is de Bezitter van de Geweldige Gunst.” Soerah Al-Anfaal 8: 29
In dit vers zegt Allaah “Yaa ayuhaal ladhiena aamanuu in tattaqu’llaah” waarbij het laatste woord op taqwaa’ wijst en taqwaa’ wordt omschreven als ‘leven in gehoorzaamheid (aan Allaah) en wegblijven van ongehoorzaamheid.
Het steunen en onderwijzen van ‘degene die slecht bidt’ Wij dienen iedere moslims die het gebed verlaten heeft of niet kent, te steunen en aan te moedigen en te onderwijzen want dat deed de Profeet “De Boodschapper van Allaah
ook. Abu Hurairah
heeft overgeleverd:
kwam een moskee binnen en iemand volgde hem.
De man verrichtte het gebed en ging vervolgens naar de Profeet groette hem; hij beantwoordde zijn groet en zei (tegen hem): “Keer terug om te bidden! Want je hebt niet gebeden.” De man ging terug en bad op dezelfde manier als daarvoor en kwam de Profeet opnieuw begroeten, die zei: “Keer terug om te bidden, want je hebt niet gebeden.” Maar toen hij hem een derde keer dezelfde opmerking gaf zwoer de man: “Bij Degene Die u met de Waarheid heeft gezonden, ik kan slechts op deze manier bidden. Leer het mij alstublieft.” De Boodschapper van Allaah 19
zei hem toen:
“Als je jezelf klaar maakt om te bidden, verricht dan eerst je rituele wassing en zorg ervoor dat je met zorg de lichaamsdelen met water wast. Richt je vervolgens naar de qiblah en verricht de takbier. Reciteer dan datgene van de Qur’aan wat je gemakkelijk kunt reciteren en buig daarna, totdat je in evenwicht bent in de rukuu’. Kom dan in de rechte positie terug totdat je helemaal recht staat en neem een pauze in acht. Kniel vervolgens totdat je stabiel bent in die houding. Kom daarna recht totdat je rustig neerzit, kniel vervolgens opnieuw totdat je stabiel bent in die houding. Het is op die manier dat je gedurende het hele gebed te werk moet gaan.” Sahieh Al-Bukhaarie nr. 757
De literatuur over hadieth en fiqh spreekt over ‘degene die slecht bad’ waarbij naar deze hadieth van Abu Hurairah wordt verwezen. De Profeet lette altijd op of de mensen wel correct baden, waarom zien we dit niet terug in de ummah? De moslims in deze tijd helpen elkaar niet de salaah volgens de soennah te verrichten, zij onderwijzen elkaar niet, noch verbeteren zij elkaar. De Profeet zag een man bidden die zijn rukuu’ niet behoorlijk afmaakte en die vluchtig zijn sudjuud deed, dus zei hij: “Als deze man in deze staat zou sterven, dan zou hij in een ander geloof sterven dan dat van Muhammad; hij verricht geen volledige rukuu’ en het gepik in zijn sudjuud is als een hongerig persoon die een of twee dadels eet, waar hij helemaal niets aan heeft.” Abu Ya’laa in zijn nMusnad (340/3491/1), Aadjoerie in al-Arba’ien, Baihaaqie, Tabaraanie 91/192/1, Diya’ in al-Muntaqaa (276/1), Ibn ‘Asaakir (2/ 226/2, 414/1, 8/14/1, 76/2) met een hasan isnaad en Ibn Khuzaimah verklaarde het Sahieh (1/82/1) Ibn Battah heeft een ondersteunende mursal overlevering voor het eerste deel van de hadieth, zonder toevoeging in al-Ibaanah (5/43/1)
Op een keer was de Profeet
aan het bidden, toen hij uit zijn ooghoek een man zag die zijn
ruggengraat niet recht maakte in rukuu’ en sudjuud. Toen hij klaar was zei hij: “O verzameling van moslims! Voorwaar, het gebed is niet geldig van degene die zijn ruggengraat niet vestigt in rukuu’ en sudjuud.” Ibn Abi Shaibah (1/89/1), Ibn Maadjah en Ahmad, met een Sahieh isnaad
De Boodschapper van Allaah
zei:
“De ergste dief van de mensen is degene die van zijn gebed steelt.” Men zei: “O Rasuulullaah, hoe steelt hij van zijn gebed?” Hij zei: “Hij maakt zijn rukuu’ en zijn sudjuud niet af.” Ibn Abi Shaibah (1/89/2), Tabaraanie en Haakim, die het Sahieh verklaarde en Dhahabie was het er mee eens
20
Voor hoeveel moslims geldt dit? SubhaanAllaah, hebben wij geen zorg voor de ummah van Rasuulullaah?
Hoe bezorgd was onze Profeet
altijd over het gebed van de moslims!
Een paar dagen voordat de Profeet overleed, werd hij zo ziek, dat hij de druk van de ziekte niet te boven kon komen of naar buiten kon gaan om de moskee binnen te gaan. ‘Ubaydullaah ibn ‘Abdullaah “Ik bezocht ‘Aa’ishah
heeft overgeleverd:
en zei tegen haar: “Wil je mij niet informeren over de ziekte van de
Boodschapper van Allaah?” dus zei hij:
Ze zei: “Inderdaad, ja. Het werd zwaar voor de Profeet,
“Hebben de mensen gebeden?” Wij zeiden: “Nee, en zij wachten op jou, O Boodschapper van Allaah!” Hij zei: “Doe wat water voor mij in de waspot.” We deden dat en hij waste zich en wilde opstaan, maar viel flauw. Toen hij weer bijkwam, vroeg hij opnieuw: “Hebben de mensen gebeden?” Wij zeiden: “Nee, en zij wachten op jou, O Boodschapper van Allaah!” Deel van een hadieth uit Sahieh Al-Bukhaarie, 1/ 99. Engelse vertaling: 1/228. Nr. 832
‘Alie
zei:
“De laatste woorden van de Profeet waren: “Het gebed, het gebed en vrees Allaah met betrekking tot wat jullie rechter handen bezitten.” Abu Daawuud. Engelse vertaling: 3/1425. Nr. 5137 en Ibn Maadjah en het is in Sahieh ul Djaamie’ nr. 4492
Vier keer viel de Profeet flauw en iedere keer als hij bij kwam vroeg hij direct of de mensen gebeden hadden. Toen hij zich iets beter voelde bad hij met de djamaa’ah (de groep) mee, hij ging naar hen, leunend op twee van zijn metgezellen toe om samen met hen te bidden. Dit toont het belang van het gebed en het bidden in de djamaa’ah aan. Als hij hier zoveel belang aan hechtte terwijl hij ziek was en stervende, hoe zit het dan met ons die wellicht gezond zijn en fit? Hoe zit het met jullie, o moslimjongeren die waarde dienen te geven aan jullie tijd en gezondheid! Hoe zit het met degenen die te lui zijn om te bidden en die zo veel zonden begaan dat zij zich schamen om voor Allaah te gaan staan. Hebben zij dan niet begrepen waar het gebed toe dient? O moslims denk eraan dat Allaah in de Qur’aan zegt dat de Profeet
een voorbeeld voor ons is:
“Voorzeker, de Boodschapper van Allaah is voor jullie een goed voorbeeld, voor wie op (de beloning) van Allaah en het Hiernamaals hoopt, en voor wie Allaah veelvuldig gedenkt.” (Soerah Al-Ahzaab 33: 21)
Maar de meeste mensen hebben de Profeet niet echt als voorbeeld genomen. Zij hebben afstand genomen van zijn woorden en handelingen terwijl zij aan de andere kant beweren 21
van hem te houden en tot de zuivere aanbidders te behoren. Toen Rasuulullaah eens te horen kreeg dat sommige mensen bepaalde zaken die hij bevolen had niet verrichtten, zei hij: “Wat is er aan de hand met de mensen dat zij iets niet doen wat ik wel doe. Wallaahi, ik heb de beste kennis over Allaah te midden van hen en ik heb de meeste taqwaa’.” Sahieh Muslim en Sahieh Al-Bukhaarie
Waar is het corrigeren dan van ‘degene die slecht bidt?’
Zo veel mogelijk volgens de manier van de Profeet
bidden
Shaikh al-Albaanie heeft gezegd: “Toen ik het boek “At-Targheeb wat-Tarheeb”van Haafiz al-Mundhiri uit had en het aan onze broeders onderwees, werd het voor ons allemaal duidelijk dat de belangrijke positie van het gebed, en de beloning ervoor en de genade en het respect dat diegenen wacht die het op de juiste manier verrichten, af hangt van hoe dicht het bij de manier van de Profeet Dat is wat er bedoeld wordt met de hadieth waarin hij
is.
gezegd heeft:
“Waarlijk, de dienaar bidt een gebed waarover niets anders wordt geschreven dan een tiende, negende, achtste, zevende, zesde, vijfde, vierde, derde of de helft ervan.” Abu Daawuud en Nasaa’ie met een goede sanad (overleveringsketen): Hadieth Sahieh, verzameld door Ibn al-Mubaarak in az-Zuhd (10/21/1-2)
En shaikh al-Albaanie gaat dan verder: “Daarom wees ik de broeders erop dat het voor ons niet mogelijk is de salaat te verrichten op de manier waarop dat hoort, of zelfs maar in de buurt ervan te komen, tenzij we de beschrijving van de profeet zijn gebed precies weten, inclusief de basis ervan, de manieren, houdingen, du’aas en herinneringen (adhkaar), en dan moeite doen om die kennis met zorg in praktijk te brengen, want dan zouden we kunnen hopen dat onze gebeden ons weghouden van schaamtevolle en verkeerde daden en dat de beloning en de zegeningen die in de overleveringen genoemd worden voor ons zullen worden neer geschreven.”
Maar weinig mensen bidden zo nauwkeurig het gebed zoals dat echt hoort, omdat zij zichzelf beperken tot een bepaalde wetschool; zelfs vele geleerden. Maar zoals iedereen die de pure soennah volgt weet, zijn er in iedere madhab soennahs die in andere madhabs niet gevonden worden, sterker nog; er zijn zelfs in iedere madhab uitspraken en daden die niet waarheidsgetrouw terug te brengen zijn naar de Profeet
22
Het gebed is een van de belangrijkste dingen die de Profeet aan zijn ummah heeft uitgelegd, zowel mondeling als in praktijk; zelfs biddend op de preekstoel; staande en buigende en naar sudjuud gaande en daarna zei hij tegen zijn metgezellen: “Ik heb dit gedaan zodat jullie me zullen volgen en mijn gebed leren.” Bukhaarie en Muslim
Het moet duidelijk zijn dat niets wanneer dan ook en van wie dan ook ooit beter kan zijn dan wat de Profeet
ons heeft gegeven. Ibn Kathir heeft gezegd:
“Zij volgen niet de rechte religie die Allaah voor jullie heeft bepaald, zij volgen eerder dat wat de shayaatien te midden van de djinns en de mensen voor hen bepalen.”
Het gebed is een middel om dicht bij de Profeet Rabie’ah ibn Ka’b
te komen in het Paradijs
zei:
“Ik bracht de nacht met de Boodschapper van Allaah door en bracht hem water voor wudhuu’ en wat hij maar nodig had. Dus zei hij tegen mij: “Vraag mij.” Ik zei: “Ik vraag alleen om uw gezelschap in het Paradijs.” Hij zei: “Wens jij om iets anders te vragen?” Ik zei: “Dat is het.” Hij zei: “Steun mij dan wat betreft jouw ziel door veel sudjuud te verrichten.” Sahieh Muslim 1/256. Nr. 990 van de Engelse vertaling
Thawbaan
zei: “Ik hoorde Rasuulullaah
zeggen:
“Verricht vaker salaah, want iedere sudjuud die je verricht voor Allaah zal jouw positie een graad verhogen en een van je zonden verminderen.” Muslim
Abu Hurairah
heeft overgeleverd dat de Profeet
zei:
“Het gebed is het beste van wat er is voorgeschreven, dus degene die in staat is om een groot deel ervan te verrichten laat hem dat doen.” At-Tabaraanie in al-Awsat. Shaikh al-Albaanie zei: “Het heeft steunende overleveringen die het versterken, omdat het is overgeleverd door at-Tayaalisie, Ahmad en al-Haakim via de keten van Abu Dharr.”
23
Abu Hurairah
heeft ook overgeleverd dat de Profeet
zei:
“Geen man verblijft in de masdjid voor de salaah zonder dat Allaah zo vreugdevol met hem is als de familie is wanneer iemand die weg was terug komt.” Overgeleverd door At-Taylasie (2334), Ahmad (2/328), Ibn Khuzaymah (1503), Ibn Hibbaan (309), Al-Haakim (1/213). Al-Albaanie zei dat de hadieth sahieh is (Sahieh Ibn Maadjah: 652)
En Abu Hurairah
heeft overgeleverd dat de Profeet
zei:
“De engelen bidden voor ieder van jullie zolang hij op zijn gebedsplek is en zijn wudhuu’ niet verbreekt. Zij zeggen: “O Allaah, vergeef hem, heb rahmah voor hem, zolang hij op de salaah wacht. Niets houdt hem tegen om naar zijn familie terug te keren behalve de salaah.” Al-Bukhaarie (2/142) en Muslim (1/459)
Nederigheid en concentratie in het gebed en de beloning daarvoor Veel mensen hebben geen nederigheid noch concentratie in hun gebed omdat het hart tot iets anders dan Allaah is gericht en met andere zaken verbonden is dan Allaah. Wanneer iemand de hele dag bezig is met onzinnige zaken en geen spirituele voeding tot zich neemt, zal het hart ook in het gebed bezig zijn met datgene waar het de hele dag al mee bezig was. ‘Uthmaan ibn Abi Uways heeft gezegd: “Er werd mij verteld dat de Boodschapper van Allaah een gebed leidde waarin hij de Qur’aan met hoorbare stem reciteerde waarna hij de gelovigen vroeg: “Heb ik iets weggelaten van de soerah die ik gereciteerd heb?” De gelovigen zeiden: We weten het niet.” Ubayy bin Ka’b “Ja, u bent bepaalde verzen vergeten.” De Boodschapper van Allaah
zei toen:
zei:
“Wat hebben sommige personen toch in hun hoofd? Het Boek van Allaah wordt zovaak voor hen gereciteerd en als er een vers wordt weggelaten, merken zij het zelfs niet! Het is op die manier dat de grootsheid van Allaah uit het hart van de kinderen van Israel verdwenen is; ze waren met hun lichaam aanwezig, maar niet met hun hart. Allaah aanvaardt een daad van een dienaar enkel als die persoon zich zowel met zijn lichaam als met zijn hart met deze daad verbindt.” Madjma’ az-zawaa’id 2/ 69
Wanneer het hart met andere zaken dan Allaah bezig is volgt vervolgens de blik die weg gaat kijken en hoeveel mensen doen dit in hun salaah! Abu Dharr van Allaah
heeft gezegd:
24
heeft overgeleverd dat de Boodschapper
“Allaah blijft naar Zijn dienaar gericht die aan het bidden is, zolang diegene niet weg kijkt. Zodra hij zijn gezicht afwendt, wendt Allaah Zich van hem af.” Abu Daawuud (nr. 909)
Al-Hasan al-Basrie
heeft gezegd:
“Als je een gebed wil verrichten uit onderworpenheid aan Allaah en met de bedoeling om nederig voor Hem te zijn, verricht dan het gebed zoals Allaah het jou bevolen heeft. Zorg ervoor dat niets jou afleidt van het gebed en wend je niet af. Je mag je aandacht niet op iets anders dan Allaah vestigen, terwijl Hij naar jou kijkt. Als je aan Allaah vraagt om jou het Paradijs te schenken en om jou te beschermen tegen het vuur, doe dit dan niet met een hart dat onverschillig en niet aandachtig is.” Al-Fawaa’id, Ibn al-Qayyim, p. 347
Hoe verkrijg je ‘al-khushuu’? Qataadah heeft gezegd: “Khushuu’ bevindt zich in het hart. Het houdt vrees in en het neerslaan van de blik in het gebed.”
Iemaam Ash-Shawkaanie heeft in zijn boek ‘Fath al-Qadir’ gezegd: “Sommigen hebben khushuu’ ondergebracht bij de daden van het hart, zoals vrees en ontzag voor Allaah en anderen hebben het bij de daden van het lichaam ondergebracht, zoals het in acht nemen van rust en geen overbodige bewegingen maken in het gebed.” Fath al-Qadir, van Muhammad bin ‘Ali Ash-Shawkaanie 1/ 470
Ibn al-Qayyim (rahimahullaah) heeft gezegd: “Khushuu’ van het ware geloof is wanneer het hart bewust en nederig is ten opzichte van de grootsheid en glorie van Allaah en wanneer het hart gevuld is met ontzag, vrees en schaamte, zodat het hart volkomen nederig is voor Allaah en als het ware gebroken met vrees en schaamte, liefde en erkenning van de zegeningen van Allaah en zijn eigen zonden. Khushuu’ van het hart wordt zonder twijfel gevolgd door khushuu’ van het lichaam. Wat betreft khushuu’ van hypocrisie, dit is iets dat met grote show wordt gedaan, zonder dat er khushuu’ in het hart is. De persoon die werkelijk khushuu’ voor Allaah voelt, is iemand die niet langer liefde voor zijn lusten voelt. Zijn hart is puur en gevuld met het licht van de grootsheid van Allaah. Zijn eigen zelfzuchtige begeerten zijn gestorven vanwege de vrees en het ontzag die zijn hart hebben gevuld tot het over stroomt zodat zijn lichamelijke functies gekalmeerd worden. Zijn hart is veredeld en heeft zijn rust gevonden bij het gedenken van Allaah en er komt kalmte van zijn Heer op hem neer.”
25
Khushuu’ heeft met nederigheid te maken ‘at-tawaadu’ genoemd. Dit wordt bereikt door kennis over Allaah; Zijn Namen en Eigenschappen, je verdiepen in de Qur’aan en de soennah. In soerah Faatir 35: 28 staat: “Onder al Zijn dienaren zijn het slechts degenen die kennis hebben die Allaah vrezen.”
Als wij ons de waarde van bidden met khushuu’ zouden realiseren dan zouden wij hier voortdurend naar streven. ‘Amr bin ‘Absa as-Sulamie
heeft overgeleverd dat de Profeet
zei:
“Als de gelovige begint te bidden, Allaah dankt, Hem looft, Hem verheerlijkt zoals het hoort en zijn hart aan zijn Heer wijdt, dan ontdoet hij zich van zijn zonden en wordt opnieuw zo zuiver als op de dag dat zijn moeder hem ter wereld bracht.” Sahieh Muslim nr. 8320
‘Uqbah bin ‘Aamir al-Djuhanie
heeft overgeleverd dat de Profeet
heeft gezegd:
“Er is geen persoon die met zorg zijn rituele wassing verricht en die twee rak’ah verricht waarbij hij innerlijk en uiterlijk geconcentreerd is, zonder dat hem het Paradijs wordt toegekend.” Abu Daawuud (nr. 906) en An-Nasaa’ie (1/ 95). Sahieh verklaard door shaikh al-Albaanie, zie: Sahieh Sunan Abi Daawuud
Degene die het gebed met nederigheid en volledige concentratie bidt, zal zich verlicht voelen wanneer hij zijn gebed beëindigt, alsof zijn last van hem is weg genomen. Hij zal zich op zijn gemak en verfrist voelen, zodat hij zou willen dat hij niet gestopt was met bidden, omdat het een zodanig geweldige bron van vreugde en steun voor hem is in zijn dagelijkse leven. Hij zal zichzelf in een gevangenis voelen totdat hij weer gaat bidden; hij zal gemak en verlichting in zijn gebed vinden, in plaats van het gevoel er snel van af te willen zijn. Zij die van het gebed houden zeggen: “Wij bidden en vinden gemak in het gebed”, net zoals hun leider, voorbeeld en Profeet
zei:
“O Bilaal, laat ons gemak in het gebed vinden.” Hij zei niet: “Laat ons het snel doen zodat we ervan af zijn.”
Als het hart van khushuu’ getuigt, dan getuigen het gehoor, het zicht, het hoofd en alle organen van nederigheid. De Profeet
zei in zijn rukuu’:
“O Allaah, voor U buig ik in gebed en in U geloof ik en aan U heb ik mij over gegeven. Voor U is mijn gehoor, mijn gezichtsvermogen, mijn verstand, mijn botten, mijn zenuwen en wat mijn voeten dragen, nederig en gebogen.” Sahieh Muslim 1/534, Abu Daawuud, An-Nasaa’ie en At-Tirmidhie 26
(in het Arabisch zeg je deze du’aa als volgt: “Allaahoemma laka raka’tu, wa bika aamantu, wa laka aslamtu khasha’a laka samie’, wa basarie, wa moekhie, wa ‘adhzmie, wa ‘asabie, wa maa staqalla bihi qadamie.”)
De Profeet
zei ook in zijn du’aa:
“Allaahoemma innie a’udhu bika min qalbin laa yakhsha.” (“O Allaah, ik zoek toevlucht bij U tegen een hart zonder khushuu’.” ) At-Tirmidhie, 5/485, nr. 3482; Sahieh Sunan at-Tirmidhie, 2769
Ibn Mas’ud
heeft gezegd:
“Degene die de Qur’aan in zijn hart draagt dient bekend te zijn met zijn nachtgebed als de mensen slapen en dient bekend te zijn met het vasten van zijn dag als de mensen overdag eten en met zijn bedroefdheid als de mensen blij zijn en met zijn gehuil als de mensen in gelach uitbarsten en met zijn stilte als de mensen luidruchtig zijn en met zijn khushuu’ als de mensen zich met andere dingen bezig houden.”
De Profeet
heeft gezegd:
“Het gebed wordt verricht, twee rak’aat per twee rak’aat, waarbij de tashahhud wordt verricht na elke twee rak’aat en het houdt in dat de gelovige zijn best doet om khushuu’ in zichzelf te doen ontstaan (‘takhashshu’), om te getuigen van nederigheid (‘tadarru’), en om zich (tegenover Allaah) behoeftig op te stellen (‘tamaskun’).” At-Tirmidhie (nr. 385)
Het woord ‘takhashshu’ betekent dat degene die geen khushuu’ heeft zijn best moet doen om dit in zichzelf op te wekken en dat hij degenen die khushuu’ hebben moet proberen na te doen. Het is zoals Rasuulullaah
zei:
“Reciteer de Qur’aan en huil; als jullie er niet toe in slagen om te huilen, doe dan jullie best om dat wel te doen.” At-Tabaraanie en Al-Baihaaqie
In een hadieth uit Sahieh Muslim die overgeleverd is door Ibn ‘Abbaas al-Khattaab
gezegd:
27
heeft ‘Umar ibn
“Ik zag Abu Bakr en Rasuulullaah
huilend samen zittend. Ik zei:
“O Rasuulullaah, laat mij over iets weten dat jou en jouw metgezel laat huilen. Als het iets is dat mij aan het huilen zal maken, zal ik huilen en als het me niet aan het huilen maakt, zal ik mijzelf forceren te huilen vanwege jullie twee.”
Kun je je zoiets voorstellen in onze tijd? Wij voeren uren lang nutteloze gesprekken, trekken elkaar meer naar beneden dan dat we onze iemaan versterken, en huilen zelden om al-aakhirah. Vele metgezellen die tot de eerste drie generaties behoorden kregen wanneer zij waarschuwingen in bijeenkomsten gehoord hadden een gevoel van rust en waardigheid en sommigen van hen konden geen voedsel eten daarna, terwijl anderen in praktijk brachten wat ze gehoord hadden. Het aandachten luisteren naar de Qur’aan en haar betekenis overdenken evenals het lezen en bestuderen van boeken met betrouwbare kennis helpt de shaytaan weg te drijven, de iemaan te versterken, het hart te verzachten en vergemakkelijkt daarom het huilen. Er is overgeleverd dat een man bij Hassan, de kleinzoon van de Profeet
kwam klagen over de
hardheid van zijn hart, dus zei hij: "Breng het dichterbij de herinnering van Allaah."
En hij
zei ook:
“De bijeenkomsten van dhikrullaah geven leven aan kennis en brengen khushuu’ in het hart. Het dode hart wordt tot leven gebracht door de herinnering aan Allaah zoals dode aarde tot leven wordt gebracht met regen.”
Abu Umaamah
heeft overgeleverd dat Rasuulullaah
zei:
“Er is niets meer geliefd bij Allaah, de Meest Verhevene dan de twee druppels: een traandruppel die gehuild wordt vanwege vrees voor Allaah, de Meest Verhevene en een bloed druppel die vergoten wordt voor de Zaak van Allaah de Meest Verhevene.” (deel van een hadieth) Verzameld door At-Tirmidhie; Hadieth hasan. Zie: Al-Mishkaat en Sahieh At-Targhieb
Het huilen van ‘Umar
kon tot in de laatste gebedsrijen worden gehoord, zoals blijkt uit een
overlevering van ‘Abdullaah ibn Shaddaad
die zei:
“Ik hoorde het snuiven van ‘Umar vanuit de laatste rijen, terwijl hij het vers van de Qur’aan reciteerde: “Ik klaag alleen over mijn verdriet en leed bij Allaah.” Soerah Yuusuf 12: 86/ Sahieh Al-Bukhaarie 28
Anas
heeft overgeleverd dat Rasuulullaah
heeft gezegd:
“Drie soorten mensen zullen de zoetheid van iemaan proeven: Degene die meer van Allaah en Zijn Boodschapper houdt dan van wie dan ook. Degene die een ander lief heeft omwille van Allaah. En degene die het haat om naar ongeloof te keren zoals hij het haat om in het vuur te komen. En huilen behoort tot deze zoetheid van iemaan.” Al-Bukhaarie en Muslim
In soerah Al-Israa’ 17: 109 staat: “En zij vallen knielend op hun gezichten neer, huilend, en dat doet hun khushuu’ enkel toenemen.”
En in soerah Al-Hadied 57: 16 lezen we: “Is het voor degenen die geloven nog geen tijd dat hun harten zich met nederigheid vullen voor het gedenken van Allaah en tegenover de Waarheid die Hij geopenbaard heeft?”
Wij dienen er alles aan te doen om ‘khushuu’ te verkrijgen, wat vaak beschreven wordt om een reactie van de zintuigen te beschrijven: In soerah Thaa-Haa 20: 108 staat: “En stemmen zullen zacht klinken-khasha’at- tegenover Ar-Rahmaan, zodat je niets dan gefluister hoort.”
En in soerah Al-Ghaashiyah 88: 2 staat: “Gezichten zullen op Die Dag neergeslagen-khaashiyah- zijn.”
En in soerah An-Naazi’aat 79: 9 staat: “En de blikken neergeslagen-absaaruhaa khaashi’a-
Heel veel moslims bidden zonder khushuu’ te hebben. Zij verrichten hun gebeden zo snel en onachtzaam dat het lijkt alsof zij als vogels de grond pikken wanneer zij buigen en alsof zij als vossen om zich heen kijken. Khushuu’ is heel belangrijk, maar het is iets dat je heel gemakkelijk verliest en iets dat je zelden ziet, vooral in onze tijd, welke het einde der tijden is. Aangezien khushuu’ als eerste van de aarde zal verdwijnen en wij in de laatste der tijden leven, zijn de woorden van Hudhayfah op ons van toepassing:
29
“Het eerste dat jullie van jullie religie zullen kwijtraken, is khushuu’ en het laatste dat jullie van jullie religie zullen kwijtraken, is het gebed. Er zijn mensen die het gebed verrichten en in hen zit er geen goedheid. Er zal een tijd komen waarbij je de moskee binnen gaat en je vindt niemand die khushuu’ heeft.” Al-Madaaridj, 1/521
En soortgelijk zei de Profeet: “Het eerste dat zal worden opgeheven (weggenomen) van deze ummah, zal khushuu’ zijn, totdat je niemand meer ziet die khushuu’ heeft.” Al-Haydhamie zei in al-Madjmaa', 2/136: het is overgeleverd door at-Tabaraanie in al-Kabier en de isnaad is hasan. Zie ook Sahieh at-Targhieb, nr. 543. Hij zei dat het Sahieh is
Je realiseren dat je voor Allaah staat en dat Hij naar je kijkt Als het goed is raakt het hart van de moslim die in gebed staat gevuld met het besef dat hij voor Allaah staat, Die naar hem kijkt en zijn innerlijk en uiterlijk kent en zijn daden zelfs al voordat hij ze verricht. En dit heeft ongetwijfeld inpakt op zijn ziel en het effect hiervan blijft na het gebed bestaan en als het begint af te nemen komt het volgende gebed er al weer aan! We dienen ons ervan bewust te zijn dat Allaah de daden die Zijn dienaar voor Zijn zaak verricht volledig ziet en dat Hij weet dat hij deze moeilijkheden voor Zijn zaak draagt. Want degene die zeker is dat Allaah hem observeert terwijl hij geduldig is met een daad die in gehoorzaamheid is aan Allaah, heeft de beste manier om verlichting te vinden in die moeilijkheid gevonden. Zoals Hij, de Meest Hoge aangaf toen Hij in soerah At-Thoer 52: 48 zijn Profeet
bevolen heeft:
“Dus wacht geduldig op de beslissing van jouw Heer, want waarlijk, jij bent onder Zijn Ogen.”
En Zijn uitspraak in soerah Thaa-Haa 20: 46 tegenover Musaa’ en Haaroen: “Vrees niet! Waarlijk, Ik ben met jullie beide, horend en ziend.”
In de bekende hadieth van de engel Djibriel die de Boodschapper van Allaah vroeg wat ‘ihsaan’ inhoudt, antwoordde de Profeet: “Aanbid Hem alsof je Hem kan zien, want al kun je Hem niet ziet; waarlijk Hij ziet jou.” Deel van een lange hadieth van Djibriel verzameld door Al-Bukhaarie (1/114) en Muslim (1/39)
Of in een andere hadieth:
30
“Bid het gebed van degene die vaarwel zegt, alsof je Hem (Allaah) kan zien. Want al zie je Hem niet, Hij ziet jou zeker wel.” Hasan, zie: Sahiehul-Djaamie’ nr. 3670
Mudjaahid (rahimahullaah) zei: “Wanneer een van hen opstond om te bidden, was hij te angstig voor zijn Heer om tijdens zijn gebed zijn ogen ergens naar toe te bewegen, of opzij te draaien of onrustig met kiezelsteentjes of met iets anders te spelen of aan wereldse zaken, tenzij hij het vergat.” Ta’dhzeem Qadr as-Salaat 1/ 188
Men dient ervan bewust te zijn dat men voor Allaah staat en als men dat echt beseft, dan zal men met tranen zich vasthouden aan deze concentratie. SubhaanAllaah, wij realiseren ons niet meer dat wij echt de kans krijgen om in dialoog te staan met onze Schepper. Alie ibn Abu Talib werd geel en zo zenuwachtig als hij zich voorbereidde voor het gebed, tijdens zijn wassing, dat de metgezellen hem vroegen: “Wat is er met jou aan de hand?” Hij zei: “Bij Allaah, de tijd van amaanah (zorg, beheer, vertrouwen) is gekomen, welke Allaah aan de hemelen en de aarde en de bergen aanbood, maar zij weigerden het te dragen en waren er bang voor, maar ik droeg het.”
De Boodschapper van Allaah
heeft gezegd:
“Wanneer iemand van jullie staat te bidden, is hij in conversatie met zijn Heer, dus laat hem aandacht schenken hoe hij tot Hem spreekt.” Al-Haakim, al-Mustadrak, 1/236; Sahieh al-Djaamie', 1538
Abu Hurairah heeft overgeleverd dat de Profeet (in een ‘hadieth-qudsie’) zegt:
heeft gezegd dat Allaah
“Ik ben volgens de gedachten van Mijn dienaar over Mij; en Ik ben met hem, wanneer hij Mij herdenkt. Als hij Mij in zijn hart herdenkt, herdenk Ik hem ook in Mijn hart. Als hij Mij in een groep herdenkt, herdenk Ik hem in een betere groep (engelen).” Deel van een hadieth uit Sahiehain
Hij
zei ook:
31
“Allaah de Verhevene zei: “Ik heb het gebed tussen Mijzelf en Mijn dienaar gedeeld in twee delen en Mijn dienaar zal krijgen wat hij gevraagd heeft.” Als de dienaar zegt: “Alle lof is voor Allaah, de Heer der werelden” dan zegt Allaah: “Mijn dienaar heeft Mij geprezen.” Wanneer de dienaar zegt: “De Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle” dan zegt Allaah: “Mijn dienaar heeft Mij Verheven.” Als de dienaar zegt: “Heerser op de Dag des Oordeels” dan zegt Allaah: “Mijn dienaar heeft Mij verheerlijkt.” Wanneer de dienaar zegt: “U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp” dan zegt Allaah: “Dit is tussen Mij en Mijn dienaar en Mijn dienaar zal krijgen wat hij gevraagd heeft.” Wanneer de dienaar zegt: “Leid ons op het rechte Pad, het Pad van degenen aan wie U gunsten hebt geschonken, niet van degenen op wie de toorn rust en niet dat van de dwalenden” dan zegt Allaah: “Dit alles is voor Mijn dienaar en Mijn dienaar zal krijgen wat hij gevraagd heeft.” Sahieh Muslim, Kitaab as-salaah, Baab wudjuub qiraa’at al-Faatihah fi koelli rak’ah
Als wij bij deze geweldige hadieth stilstaan dan realiseren wij ons dat Allaah ons gebed beantwoordt, dat wij een dialoog met Hem voeren wanneer wij de salaah verrichten en dat Allaah ons schenkt wat wij Hem vragen. Als wij ons werkelijk realiseren wat dit inhoudt, trekken wij dan nog onze kleding goed in het gebed, friemelen we dan nog aan onze hidjaab, bekijken we dan nog steeds de patronen en decoraties van het tapijt? Hoe zou iemand zich gedragen als hij tegenover een grote, belangrijke leider zou staan? De Profeet
heeft gezegd:
“Als een van jullie aan het bidden is, laat hem dan niet voor zich spugen want Allaah is voor hem wanneer hij bidt.” Sahieh Al-Bukhaarie nr. 397
En hij
zei:
“Wanneer een van jullie gaat bidden, dient hij niet voor zich te spugen, want zolang hij op zijn gebedsplaats is, is hij aan het spreken tegen Allaah en hij moet niet naar rechts spugen, want er is een engel aan zijn rechterkant. Hij moet naar links spugen of onder zijn voeten en het begraven. Sahieh Al-Bukhaarie, Al Fath nr. 416, 1/512 (Vroeger waren de moskeeën van zand, vandaar deze ahaadieth; tegenwoordig hebben ze meestal tapijten)
In soerah An-Nisaa’ 4: 108 lezen we: “Zij proberen zich voor de mensen te verbergen, maar zij kunnen zich niet voor Allaah verbergen. En Hij is bij hen als zij in het verborgene met woorden complotten smeden die Hij afkeurt. En Allaah omvat hun daden.”
Rustig en niet onnodig bewegen tijdens het gebed 32
Men dient tijdens het gebed geen onnodige bewegingen te verrichten. De Profeet
zei:
“Veeg de grond niet terwijl je aan het bidden bent, maar als je het moet doen, doe het dan maar een keer.” Abu Daawuud, nr. 946, Sahiehul-Djaamie’ nr. 7452
De Profeet
knielde in water en modder, de sporen ervan waren op zijn voorhoofd,
maar hij veegde het er niet af. Hij
zei:
“Het gebed is een bezigheid op zichzelf.” Sahieh Al-Bukhaarie, Fathul-Baarie’ 3/ 72
Ibn Abie Shaybah
heeft gezegd dat Abu ad-Dardaa’
zei:
“Zelfs al zou ik in het bezit van de wereld zijn, dan nog zou ik de kiezelsteentjes niet van mijn voorhoofd vegen.”
Iyaadh
zei:
“De Selef hielden er niet van om over hun voorhoofd te vegen voordat zij klaar waren met bidden.” Al-Fath 3/79
Men mag wel ‘noodzakelijke’ bewegingen maken tijdens het gebed, zoals het optillen van een kind dat anders huilt, of het tegen houden van iemand die voor je gebed wil langs lopen. De Profeet duwde zelfs een schaap terug dat tussen hem en de muur (‘sutrah’) waar hij bij bad voorbij wou lopen. Hij had ook de gewoonte om een wuivend gebaar te maken naar hen die hem groetten terwijl hij in gebed stond. Er is ook een hadieth waarin de Profeet een shaytaan van onder de djinns greep die hem in zijn gebed probeerde te verleiden. Dit alles laat zien dat hij zijn gebeden met zijn ogen dicht verrichtte en dat wij dit voorbeeld dienen te volgen.
De vrome metgezellen van de Profeet
als voorbeeld nemen
De sahaabah (metgezellen van de Profeet) begrepen de waarde van het gebed en hun harten en lichamen gaven zich met volledige nederigheid en aandacht over en hun gedrag en manieren waren goed. Zij bereikten eer en leiderschap. Ibn Radjab heeft in zijn boek ‘Khushuu’ in het gebed’ (p. 24) over de khushuu’ van de vrome voorgangers gezegd:
33
“Ah, als je zou zien hoe nederig zij zijn in hun gebed! Als een van hen recht staat op de plaats waar hij zal bidden en vervolgens zijn gebed verricht met de recitatie van de woorden van zijn Heer, gedenkt hij de Dag der Opstanding, waarop de mensen uit hun graven zullen opstaan om te verschijnen voor de Heer der werelden. Hij bereikt dan een staat van vrees, gemengd met stomme verbazing.”
Bewust zijn van de grootsheid van Degene die jou bevolen heeft om de wudhuu’ te verrichten, bewust zijn van Zijn Grootsheid, eraan denken om voor Hem te staan en een persoonlijke communicatie met Hem te hebben in de salaah helpen allemaal om de moeilijkheden die de dienaar ervaart bij het verrichten van wudhuu’ met koud water of iets anders dan dat terwijl hij Allaah’s tevredenheid zoekt. Het kan zijn dat iemand geen enkele moeilijkheid ervaart bij het verrichten van wudhuu’ met koud water, zoals sommigen van hen hebben gezegd: “Via kennis wordt aanbidding gemakkelijk gemaakt voor degenen die het ten uitvoer brengen.”
Wanneer ‘Alie Ibn al-Husayn wudhuu’ ging maken werd hij geel, dus werd er tegen hem gezegd: “Wat gebeurt er met jou wanneer je wilt beginnen met wudhuu’?” Dus zei hij: “Weten jullie voor Wie ik kom te staan?”
Mansur ibn Zadan huilde totdat gesnik kon worden gehoord wanneer hij wudhuu’ verrichtte. Dus werd er tegen hem gezegd: “Wat is jouw zaak (wat is er met jou gebeurd)?” Hij antwoordde: “Wat is groter dan mijn zaak, ik wil staan voor Degene Die noch slaapt, noch sluimert; misschien zal Hij tevreden met mij worden.”
Als Ata As-Sulaymie zijn wudhuu’ beëindigde, trilde en huilde hij overvloedig, dus werd hem gevraagd wat de reden hiervan was en hij zei: “Ik wil vooruit stappen naar iets dat inderdaad groot is; ik wil voor Allaah staan…”
De dood gedenken tijdens het bidden De Boodschapper van Allaah droeg de moslims op om de dood in het gebed te gedenken omdat dat zijn gebed zal perfectioneren want de dood brengt vrees teweeg in de zielen en iemands daden worden ermee beëindigd. Niemand van ons weet hoe en waar hij zal eindigen. Het denken aan de dood brengt vrees en hoop teweeg. Het is het gebed van iemand die vaarwel zegt tegen zijn familie, zijn ouders, zijn broers; degenen van wie hij allemaal houdt; de hele wereld… Wanneer hij “Allaahu Akbar” zegt verklaart hij dat Allaah groter is dan al het andere en verklaart hij de onbeduidendheid van deze wereld. De Profeet Anas
aan: 34
raadde ons in een hadieth overgeleverd door
“Gedenk de dood in jullie gebeden, want als iemand de dood in zijn gebed gedenkt, dan zal hij waarschijnlijk goed bidden. Bid het gebed van een man die niet denkt dat hij een ander gebed ernaast zal bidden en pas op voor iedere zaak die een excuus vraagt.” Ad-Dailaamie in Musnad ul-Firdaus, hasan verklaard door shaikh al-Albaanie in Sahiehul-Djaamie’ nr. 862
En de Profeet
adviseerde Abu Ayyoeb:
“Als je opstaat om te bidden, bid een afscheidsgebed.” Ahmad, 5/412, Sahiehul-Djaamie’, nr. 742
Bidden met een ‘sutrah’ (afscheiding) voor je De ‘sutrah’ is de afscheiding (pilaar, muur, stok, stoel, tas etc.) die je voor je dient te hebben tijdens het gebed en die dient als een symbolische barrière tussen degene die bidt en de andere mensen die niet voor hem door mogen lopen. Het is verplicht om te bidden met een sutrah voor je, er is geen verschil of dat in een moskee is of ergens anders, en of de moskee klein of groot is, vanwege de algemene betekenis van de hadieth van de Profeet: “Bid niet behalve tegenover een sutrah, en laat niemand voor je door lopen, en als hij erop staat, bevecht hem dan, want hij heeft een metgezel (qarien) bij zich” – dat wil zeggen shaytaan. Ibn Khuzaimah in zijn Sahieh (1/93/1) met een Sahieh isnaad
Soms “zocht hij Bukhaarie
de pilaar die in de moskee was om achter te bidden.”
“Wanneer hij op een open plek bad, waar niets was wat hij als sutrah kon gebruiken, plantte hij een speer in de grond voor zich en bad er naar toe met de mensen achter zich.” Bukhaarie, Muslim en Ibn Maadjah
Eens “bad hij richting een boom.” An-Nasaa’ie en Ahmad met een Sahieh isnaad
En soms “bad hij richting het bed waar ‘Aa’ishah op lag (onder haar kleed).” Bukhaarie, Muslim en Abu Ya’laa (3/ 1107)
35
De Profeet
was gewend te zeggen:
“Iemands gebed wordt afgesneden (is vergeefs) wanneer er niets voor hem is zoals het uiteinde van een zadel door een volwassen vrouw (vanaf menstruatie), een ezel of een zwarte hond.” Abu Dharr zei: “Ik zei: “O Rasuulullaah, waarom eerder de zwarte hond dan de rode?” Hij zei: “De zwarte hond is een shaytaan.” Muslim, Abu Daawuud en Ibn Khuzaimah (1/95/2)
De Profeet
heeft gezegd:
“Wanneer een van jullie bidt, laat hem voor een sutrah bidden en laat hem er dicht bij zijn.” Abu Daawuud, nr. 695, 1/446, Sahieh al-Djaamie’ nr. 651
En: “Wanneer iemand van jullie voor een sutrah bidt, laat hem er dicht bij zijn, zodat de shaytaan zijn gebed niet kan verstoren.” Abu Daawuud, nr. 695, 1/446, Sahieh ad-Djaamie’, nr. 650
An-Nawaawie (rahimahullaah) zei: “De wijsheid in het gebruiken van een sutrah is om de blik te verlagen en niet daarachter te kijken en om te voorkomen dat er iemand voor je langs loopt en om shaytaan te verhinderen om voor je langs te gaan om zodoende je gebed ongeldig te maken.” Sharh Sahieh Muslim, 4/216
Toevlucht bij Allaah zoeken tegen shaytaan Om nederigheid in het gebed te verkrijgen dienen wij bescherming tegen de shaytaan te zoeken bij Allaah want hij zal er alles aan doen om ons gebed te verstoren. Abu Hurairah
heeft overgeleverd dat de Profeet
heeft gezegd:
“Wanneer de Adhaan wordt verricht, vlucht shaytaan terwijl hij winden laat zodat hij de Adhaan niet hoort. Als de Adhaan voorbij is komt hij terug. Wanneer de ‘iqaamah vervolgens plaats vindt vlucht hij weer. Wanneer de ‘iqaamah is verricht, komt hij weer terug om in te fluisteren in het hart van de persoon. Hij zegt dan: “Denk hier aan en denk daar aan.” Hij laat hem zaken herinneren waar hij van tevoren niet aan dacht. Hij gaat net zo lang door totdat een persoon niet meer weet hoeveel (rakaa’at) hij heeft gebeden.” Sahieh Muslim, 4/ 91 kitaab as-salaah, Sahieh Al-Bukhaarie 2/ 84, Ad-Daarimie 1/ 273 en Maalik 1/ 69
36
Er is een speciale shaytaan (van onder de djinn) die ‘Khinzab’ heet die de taak heeft om moslims tijdens het gebed af te leiden. ‘Uthmaan ibn Abi l-‘Aas “O Boodschapper van Allaah!
zei:
De duivel komt tussen mij en mijn gebed en brengt mij in de war
in mijn recitatie!” Dus de Boodschapper van Allaah zei: “Dat is een duivel die Khinzab wordt genoemd, dus wanneer je hem bespeurt, zoek toevlucht bij Allaah tegen hem en spuug drie keer licht aan je linker kant.” Hij zei: “Dus toen ik dat deed liet Allaah hem van mij weg gaan.” Muslim en Ahmad
De shaytaan laat iemand vergeten. Wanneer iemand niet meer weet waar hij in zijn gebed gebleven is, hoeft hij het gebed niet opnieuw te verrichten. Hij hoeft slechts twee keer sudjuud te doen na het gebed. Dit wordt ‘sudjuud-us-sahw’ genoemd. Sudjuud-us-sahw heeft drie oorzaken; toevoeging, vermindering of twijfel. ‘Abdullaah ibn Mas’ud
heeft overgeleverd in de Sahiehain
dat de Profeet het dohr gebed met vijf rak’aah had gebeden. Men vroeg hem: “Is er iets toegevoegd aan de salaah?” Hij vroeg: “Hoezo?” Zij zeiden: “U hebt vijf gebeden.” Vervolgens verrichtte hij twee keer sudjuud nadat hij de tasliem had gedaan.” En in een andere versie: “Toen draaide hij zijn voeten, richtte zich naar de qiblah, verrichtte twee sudjuuds en sloot vervolgens af met de salaam.” Al-Djamaa’ah; Al-Bukhaarie, Muslim, Abu Daawuud, At-Tirmidhie, An-Nasaa’ie en Ibn Maadjah
Abu Sa’eed al-Khudrie
heeft overgeleverd dat de Profeet
heeft gezegd:
“Als iemand van jullie twijfelt over zijn salaah en niet weet of hij nu drie of vier (rak’aah) heeft gebeden, dient hij de twijfel weg te werpen en voort te bouwen op dat waar hij zeker van is. Vervolgens verricht hij twee sudjuuds voor de tasliem. Als hij dan vijf rak’aah zou hebben gebeden, dan maken deze twee sudjuuds er een even aantal van en als hij toch vier rak’aah zou hebben gebeden, dan zijn deze (twee sudjuuds) een vernedering voor shaytaan.” Sahieh Muslim
‘Abdullaah ibn Mas’ud
heeft overgeleverd dat de Profeet
heeft gezegd:
“Als iemand van jullie twijfelt in zijn salaah, laat hij zich dan inspannen om te achterhalen wat correct is. Vervolgens kan hij hierop (zijn salaah) completeren. Daarna dient hij salaam te verrichten, gevolgd door twee sudjuuds (-us-sahw).” Sahieh Al-Bukhaarie
De shaytaan is onze vijand en één van de aspecten van zijn vijandschap is zijn fluisteren van insinuerende gedachten (‘waswaas’) in het gebed van de gelovige om zijn concentratie weg te 37
nemen en hem te verwarren in zijn gebed. De shaytaan “verricht aanvallen op hem met zijn strijdkrachten en voetvolk” staat in soerah Al-Israa 17: 64. Hij laat ons afdwalen of stoppen met bidden of de gebeden niet op tijd verrichten. Waswaas is een probleem dat iedereen overkomt. Het is onvermijdelijk, dus moet men standvastig zijn en geduldig en volharden met de dhikr en het gebed en niet opgeven. Zijn volhouden zal hem beschermen tegen de plannen van shaytaan. Elke keer als de dienaar zijn gedachten naar Allaah wil wenden, komen andere ideeën gluiperig in zijn gedachten. De shaytaan ligt als een rover te wachten om deze reden werd er tegen een van de Selef gezegd: “De joden en de christenen zeggen dat zij geen last hebben van het probleem van waswaas.” Hij zei: “Zij spreken de waarheid, want wat moet de shaytaan doen met een huis dat al verwoest is?” Madjma’ al-Fataawa, 22/608
In soerah An-Naas 114: 1-6 lezen we: “Zeg: “Ik zoek mijn toevlucht bij de Heer van de mensheid, de Koning van de mensheid, de God van de mensheid, tegen de kwade influisteringen van de (duivelse) rondsluipende fluisteraar, die de harten van de mens met boze influisteringen bestookt. (Duivelse fluisteraars niet alleen) van onder de djinn (maar ook van onder) de mensen.”
De shaytaan is dus zelfs tijdens de salaah in staat om de mens af te leiden. We vinden dit ook terug in de hadieth van ‘Abdullaah ibn ‘Abbaas
die heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah
heeft gezegd: “De shaytaan komt tot iemand onder jullie tijdens zijn salaah en blaast in zijn achterste, waardoor hij zich verbeeldt dat hij uitgescheiden heeft, terwijl hij niet uitgescheiden heeft. Als men dit ondervindt, laat hem niet (uit zijn salaah) treden, totdat hij een geluid hoort of een geur ruikt.” Iemaam al-Bazzaar en de originele hadieth bevindt zich in de Sahiehain en is overgeleverd door ‘Abdullaah ibn Zayd en bij iemaam Muslim is het overgeleverd door Abu Hurairah
In een andere hadieth zei de Profeet
over het weg kijken tijdens het bidden:
“Het is een deel dat de shaytaan van het gebed van de dienaar steelt.” Sahieh Al-Bukhaarie nr. 751
De Boodschapper van Allaah
zei:
38
“Als één van jullie de drang voelt om te gapen tijdens het gebed, laat hem dit onderdrukken zo veel als hij kan, uit vrees dat de shaytaan binnen gaat.” Overgeleverd door Muslim, 4/2293
Wij dienen de shayaatien geen kans te geven om onze gebeden te verstoren, daarom dienen wij dicht tegen elkaar aan te bidden: Ibn ‘Umar
heeft overgeleverd dat Rasuulullaah
zei:
“Maak jullie rijen recht; want waarlijk de engelen bidden in rijen. Doe jullie schouders tegen elkaar, maak tussen ruimtes dicht, houd jullie handen tegen die van jullie broeders en laat geen enkele open plaats voor shaytaan. Degene die een lijn dichtmaakt, Allaah steunt hem, en degene die een lijn breekt, Allaah snijdt hem af.” Ahmad, Abu Daawuud, an-Nasaa’ie en anderen. Zie: Sahieh al-Djaamie’ nr: 1187
Rasuulullaah
zei:
“En maak de gaten dicht, want waarlijk shaytaan komt in de gaten tussen jullie zoals het kleine lammetje doet.” Ahmad, At-Tabaraanie en anderen
En: “Maak jullie lijnen recht en hecht.” Al-Bukhaarie, Muslim en anderen
An-Nu’maan bin Bashir
zei:
“Dus zag ik een man zijn schouder tegen zijn metgezel zijn schouder doen en zijn voet tegen zijn voet en zijn enkel tegen zijn enkel.” Sahieh Al-Bukhaarie
Abu Uthmaan an-Nahdie
zei:
“Ik was met degenen wiens voeten werden rechtgezet door ‘Umar Ibn al-Khattaab om de lijn voor het gebed te vormen.” Verzameld door Ibn Abu Shaybah in al-Musannaf
Ibn Hazm
zei:
“Wiens voeten werden geslagen.” Al-Muhallaa.nr. 415 39
Suwayd bin Ghafalah
zei:
“Bilaal maakte onze schouders recht en sloeg op onze voeten om de rijen recht te maken.” Ibn Haadjar in Matalib al-‘Aaliyah
‘Umar
heeft overgeleverd:
“...dat hij mannen stuurde om de rijen recht te maken, wanneer ze terug kwamen zei hij de takbier.” Maalik en anderen
De Qur’aan mooi en langzaam reciteren en er diep over na denken ‘Uthmaan ibn ‘Affaan
heeft gezegd:
“Als jullie harten echt zuiver waren, zouden jullie nooit verzadigd zijn van de woorden van Allaah.” Zie: Khushuu’ in het gebed van Ibn Radjab, p. 12
Deze woorden laten ons zien dat wij met Qur’aanrecitatie en het diep nadenken over wat wij lezen onze harten kunnen genezen. Hoe velen hebben de Qur’aan niet achterwege gelaten? Weken, maanden, jaren, zelf hun leven lang? Heeft Allaah niet gezegd in soerah Al-Israa’ 17: 82: “En Wij zenden dat van de Qur’aan neer wat genezing en rahmah voor de gelovigen is, maar het vermeerdert voor de onrechtvaardigen slechts hun verlies.”
De Boodschapper van Allaah
zei:
“O mijn Heer, voorwaar, mijn volk heeft deze Qur’aan achtergelaten.” (Soerah Al-Foerqaan 25: 30)
Wij hebben het Boek van Allaah verlaten. Wij hebben het uit onze harten verdreven, terwijl wij geen een letter van de Qur’aan in ons leven in de praktijk brengen. Velen doen de best om de letters ervan goed uit te spreken, maar vergeten aan de andere kant zijn geboden na te komen en zijn verboden na te laten. Iemand leest een aayah dat hem gebiedt om gehoorzaam te zijn: “O jullie die geloven, gehoorzaamt Allaah en gehoorzaamt de Boodschapper.” (Soerah Muhammad 47: 33) En hij denkt er niet aan dit ook voor hem geldt. Vrouwen lezen: “O Profeet, zeg tot jouw echtgenotes en tot jouw dochters en tot de vrouwen van de gelovigen dat zij hun overkleden (djilbaab) over zich heen laten hangen.” (Soerah Al-Ahzaab 33: 59) maar zij vindt niet dat dit op haar slaat.
40
Wij dienen de verzen die wij lezen en reciteren te overpeinzen en de betekenis ervan te onderzoeken (in de tafsier (uitleg)boeken). Ibn Djarier
zei:
“Ik ben verbaasd over mensen die de Qur’aan lezen en niet weten wat het betekent. Hoe kunnen zij genieten van het lezen?” Muqaddimat tafsier at-Tabarie door Mahmoed Shaakir, 1/10
In soerah Saad 38: 29 staat duidelijk dat de Qur’aan geopenbaard is om over na te denken: “(Dit is) een gezegend Boek dat Wij aan jou hebben neer gezonden opdat zij zijn verzen zullen overpeinzen en opdat de bezitters van verstand er lering uit trekken.”
Een man van Qays die bekend stond als Abu ‘Abdullaah zei: “We verbleven een nacht met al-Hasan en hij stond op om het nachtgebed te verrichten. Hij bad en stopte tot vlak voor zonsopgang niet met het herhalen van aayah 34 uit soerah Ibraahiem (14): “En als jullie de gunsten van Allaah willen opsommen, dan kunnen jullie ze niet tellen.” In de ochtend zeiden wij: “O Abu Sa’eed, u reciteerde de hele nacht niets anders dan deze ene aayah.” Hij zei: “Ik probeer er leringen uit te trekken. Elk lichaamsdeel dat ik ophef of neerzet is een gunst van Allaah. Voorwaar, de gunsten van Allaah zijn oneindig.” Al-Tidzkaar li-l Qurtubie p. 125
Voordat wij de Qur’aan gaan reciteren en dus ook voordat wij gaan bidden, dienen wij onze monden met de siwaak te reinigen. De Profeet
zei:
“Reinig jullie monden voor (het reciteren van) de Qur’aan.” Al-Bazzaar. Kashf al-Astaar, 1/242. Shaikh al-Albaanie zei: “De isnaad is djayyied.” Zie: As-Sahiehah, 1213
Het is soennah om na elke aayah te pauzeren. De recitatie van de Profeet was duidelijk en langzaam. Dit helpt om de Qur’aan te overdenken en nederig te worden. Een andere manier die hiertoe kan bijdragen is het mooi maken van je stem tijdens de recitatie. De Profeet te zeggen:
was gewend
“Er zal (op de Dag des Oordeels) tegen degene die de Qur’aan reciteert worden gezegd: “Reciteer en stijg op; reciteer langzaam en ritmisch zoals je gewend was te doen in de vorige wereld; jouw plaats zal bij de laatste aayah zijn die je reciteert.” Abu Daawuud en Tirmidhie, die het Sahieh verklaarden
41
Men dient naar de recitatie van de iemaam te luisteren wanneer men achter hem bidt en voor zichzelf te reciteren wanneer hij zacht in zichzelf bidt. De Profeet
heeft gezegd:
“Jullie spreken allemaal tot jullie Heer, dus stoor elkaar niet en verhef je stem niet boven die van de ander tijdens het reciteren (of hij zei: “in het gebed”).” Abu Daawuud 2/83, Sahieh Al-Djaamie’ nr. 752
En in een andere hadieth zei hij: “Wedijver niet met elkaar in het verheffen van jullie stemmen bij het reciteren van de Qur’aan.” Ahmad 2/36, Sahieh al-Djaamie’ 1951
En het reciteren dient met een mooie stem te gebeuren: “Verfraai de Qur’aan met jullie stemmen (want een mooie stem laat de Qur’aan in schoonheid toenemen).” Bukhaarie, Abu Daawuud, Daarimie, Haakim en Tammaam al-Raazi met twee Sahieh isnaads
En: “Waarlijk, degene die een van de fijnste stemmen voor het reciteren van de Qur’aan heeft van onder de mensen is degene waarvan jullie denken dat hij Allaah vreest wanneer jullie hem horen reciteren.” Een hadieth Sahieh overgeleverd door Ibn al-Mubarak, Daarimie, Ibn Nasr, Tabaraanie, Abu Nu’aim en Diyaa’
Kijken naar de plek van sudjuud en kijken naar de wijsvinger Khushuu’ is een verplichting in het gebed, daarom uitte de Profeet naar degene toe die tijdens het bidden omhoog keken:
ernstige waarschuwingen
“Wat scheelt er met sommigen, dat ze hun blik naar de hemel richten tijdens het gebed? Laat hen ermee ophouden, want anders zal hun zicht worden weggenomen!” Sahieh Muslim (nr. 428). Hadieth overgeleverd door Djaabir bin Samurah
‘Aa’ishah heeft overgeleverd dat de Profeet gewend was om met zijn hoofd schuin naar voren te bidden en zijn blik naar beneden, kijkend naar de grond. (Al-Haakim, 1/479, Sahieh verklaard door shaikh al-Albaanie in Sefat as-salaah, p. 89)
42
“Hij boog zijn hoofd tijdens het bidden en fixeerde zijn blik richting de grond.” Baihaaqie en Haakim, die het Sahieh verklaarden
Men staat vanuit nederigheid met zijn rechterhand op zijn linkerhand op de borsthoogte geplaatst. Iemaam Ahmad zei hierover: “Het is nederigheid voor de Almachtige.” Al-khushuu’ fi-l salaat door Ibn Radjab, p. 21 De Profeet
zei:
“Wij profeten zijn bevolen om tijdens het gebed de rechterhand op de linkerhand te plaatsen.” At-Tabaraanie in al-Mu’djam al-Kabier, nr. 11485. Hadieth Sahieh
“Hij verbood drie dingen: pikken als een kip, neerliggen als een hond en rond kijken als een vos.” Ahmad en Abu Ya’laa
Als een persoon met de ‘tashahhoed’ bezig is dient hij naar zijn vinger te kijken die hij richting de qiblah (en niet richting de grond!) heen en weer beweegt. “Hij strekte zijn linker handpalm op zijn linker knie, balde alle vingers van zijn rechterhand, wees met de vinger aangrenzend aan de duim richting de qiblah en richtte zijn blik erop (op de vinger).” Muslim, Abu ‘Awaanah en Ibn Khuzaimah
Humaidie (13/1) en Abu Ya’laa (275/2) voegden hier met een Sahieh isnaad op gezag van ‘Umar aan toe: “En dit is het neerschieten van de duivel; niemand zal vergeten als hij dit doet” en Humaidie hief zijn vinger op.
Zorgen dat er zo min mogelijk afleiding is tijdens het bidden Om aandachtig te kunnen bidden dienen we zo weinig mogelijk zaken die ons kunnen afleiden om ons heen te hebben. ‘Aa’ishah heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah het gebed verrichtte terwijl hij een khamies (bovenkleding) droeg met bedrukte tekens. Hij keek naar zijn tekens en toen hij het gebed beëindigde, zei hij: “Neem mijn khamies naar Abu Djahm ibn Hudhayfah, want het heeft nu juist mijn aandacht afgeleid van mijn gebed, en breng mij de anbadjaanieyyah (een effen dik kledingstuk) van Abu Djahm bin Hudaifah bin Ghanim die tot de Banu Adi bin Ka’b behoorde.” 43
Sahieh Al-Bukhaarie
Anas
zei:
“’Aa’ishah had een versierd, kleurrijk gordijn welke zij gebruikte om de kant van haar huis te bedekken. De Profeet zei tegen haar: “Haal het van me weg omdat de versieringen me afleiden tijdens het gebed.” Sahieh Al-Bukhaarie, Fathul-Baarie’ 10/391
Niet bidden als je voelt dat je naar de wc moet of als eten voor je is neergezet De Profeet
zei:
“Bid niet als er eten bereid is.” Sahieh Muslim, nr. 560
De Profeet
zei:
“Als een van jullie naar het toilet moet en het gebed is begonnen, moet hij eerst naar het toilet.” Abu Daawuud, nr.88, Sahieh ad-Djaamie’, nr. 299
En: “Er is geen gebed als er eten is bereid of als iemand de behoefte onderdrukt om afvalproducten te verwijderen.” Sahieh Muslim, nr. 560
Soennah gebeden verrichten De Profeet is ons voorbeeld en we dienen zijn soennah te praktiseren. Wij dienen de vrijwillige en soennah-gebeden veel waarde te geven want zijn niet alleen belangrijk om eventuele tekortkomingen (door bijvoorbeeld geen khushuu’ te hebben) in de verplichte gebeden aan te vullen, maar geven ons ook veel beloning. De Profeet
zei:
“Het eerste waar de dienaar op de Dag des Oordeels afrekening over moet afleggen is zijn gebed. Dus als hij het heeft afgemaakt dan wordt het als compleet voor hem opgeschreven. Maar als hij het niet heeft af gemaakt, dan zal Allaah tegen Zijn engelen zeggen: “Hebben jullie enige vrijwillige gebeden voor Mijn dienaar gevonden, zodat hij zijn verplichte gebeden hiermee kan afmaken?” Vervolgens zal de zakaah en de rest van de daden op dezelfde manier worden behandeld.” 44
Ahmad, Abu Daawuud, Engelse vertaling 1/221-222, nr. 863 en 865, Ibn Maadjah en Al-Haakim van Tamiem ad-Daarie en het is hasan, zie: Sahiehul-Djaamie’ nr. 2571
Als extra bron van beloning, maar voor elke dag dat men twaalf vrijwillige rak’aat bidt, bouwt Allaah voor hem een huis in het Paradijs. Umm Habiebah, verhaalde dat zij de Boodschapper van Allaah
zij was één van de vrouwen van de Profeet,
hoorde zeggen:
“Als een moslimdienaar elke dag twaalf vrijwillige rak’aah oprecht voor de Zaak van Allaah bidt, zal Allaah voor hem een huis in Djannah bouwen.” Of: “...wordt er voor hem een huis in het Paradijs gebouwd.” Sahieh Muslim, nr. 728
De overlevering die verhaald is door At-Tirmidhie en An-Nasaa’ie legt deze rak’aah uit: “Vier rak’aah voor dohr en twee rak’aah na dohr, twee rak’aah na maghreb, twee rak’aah na ‘ishaa’ en twee rak’aah voor fadjr.” Sahieh, An-Nasaa’ie 3/262, At-Tirmidhie nr. 415 en Al-Haakim 1/311 die het Sahieh verklaarde
Toen sommige van de vrome voorgangers deze hadieth hoorden had het een blijvend effect op hun levens. Umm Habiebah
zei:
“Ik liet deze rak’aah nooit na sinds ik dit hoorde van de Boodschapper van Allaah.”
‘Anbasah
zei:
“Ik liet deze rak’aah nooit na sinds ik dit (deze hadieth) hoorde van Umm Habiebah.”
‘Amr ibn Aws
zei:
“Ik liet deze rak’aah nooit na sinds ik dit (deze hadieth) van ‘Anbasah hoorde.”
An-Nu’maan ibn Saalim
zei:
“Ik liet deze rak’aah nooit na sinds ik dit (deze hadieth) hoorde van ‘Amr ibn Aws.”
45
Moge Allaah ons de kracht geven om hun voorbeeld te volgen, aamien. Het ‘asr-gebed heeft geen fundamenteel aanbevolen vrijwillig gebed). Maar het is mustahab (aanbevolen) dat men vier rak’aah bidt vóór het ‘asr-gebed. De vier rak’aah hebben minder beloning dan de soennan al-rawaatib, zoals dat hierboven beschreven is, en zijn ook minder belangrijk dat ze elke keer worden verricht. Over deze vier rak’aah zei de Profeet: “Moge Allaah rahmah hebben met degene die vier rak’aat bidt vóór het ‘asr-gebed.” At-Tirmidhie nr. 395, en hij verklaarde het een hasan en gharieb hadieth. Shaikh al-Albaanie classificeerde de hadieth als hasan in Sahiehul-Djaamie’, nr. 3493 Alle voorgenoemde 4-rak’aah vrijwillige gebeden dienen volgens iemaam ash-Shafi’ie en iemaam Ahmad per twee rak’aah verricht te worden. Overige voordelen van de soennah-gebeden zijn o.a.:
Abu Hurairah
zei:
“Mijn khaliel (vriend: d.w.z. de Profeet) adviseerde mij om drie dingen in acht te nemen en ik zal ze niet achterwege laten tot ik sterf: Om te vasten (sawm) drie dagen elke (maan)maand; om het duhaa-gebed te verrichten; om het witr-gebed te verrichten vóór het slapen.” Al-Bukhaarie en Muslim
‘Aa’ishah
verhaalde dat de Profeet
gezegd heeft:
“De twee rak’aah vóór het ochtend (fadjr) gebed zijn beter dan de wereld en al wat het bevat.” Muslim
‘Aa’ishah verhaalde dat de Profeet nooit zo regelmatig en strikt was in het verrichten van enige nawaafil dan de twee rak’aah (soennah vóór) het ochtend (fadjr) gebed. Al-Bukhaarie en Muslim
Umm Habibah
verhaalde dat de Profeet
gezegd heeft:
“Een ieder die de handeling naleeft van het verrichten van vier rak’aah vóór het dhohr-gebed en vier rak’aah erna, Allaah zal hem beschermen tegen het Vuur van de Hel.” Abu Daawuud en At-Tirmidhie
Men dient de witr als de laatste salaah (gebed) te maken (‘s nachts). ‘Abdullaah ibn ‘Umar
verhaalde dat de Profeet
46
in de Sahiehain gezegd heeft:
“Maak witr ’s nachts als je laatste salaah (gebed).”
Als iemand een moskee binnengaat, dient hij twee rak’aah (‘tahiyyaat al-masdjid’) te verrichten voordat hij gaat zitten. Abu Qataadah heeft:
verhaalde dat de Profeet
in de Sahiehain gezegd
“Als iemand van jullie een moskee binnengaat, dient hij twee rak’aah te verrichten voordat hij gaat zitten.”
Gezamenlijk bidden Abu Daawuud en Ahmad hebben overgeleverd dat Abi Ad-Dardaa
heeft gezegd dat Rasuulullaah
zei: “Er is geen boom in een stad waar vandaan de Adhaan wordt geroepen, zonder dat de shaytaan hen overvalt als er geen gezamenlijke gebeden worden verricht. Jullie moeten vasthouden aan de djamaa’ah, want de wolf pakt de afgedwaalde.” Hadieth Sahieh
Weet, o moslim, dat shaytaan vele manieren heeft om jou van de salaah en het vragen aan jouw Heer weg te houden. De eerste stap is het bidden in djamaa’ah ontkennen, vervolgens de adhkaar los laten, en vervolgens zelfs helemaal het gebed loslaten. Hoe kan iemand zichzelf toestaan de beloning van zevenentwintig keer meer waarde in de djamaa’ah te verliezen, en in plaats daarvan een genoeg te vinden? Heeft diegene een positie bereikt dat hij niet langer hasanaat van Allaah nodig heeft? Denk hierover na; sta shaytaan niet toe dat je wordt als diegenen die hij al overwonnen heeft, die alleen soms bidden en die met tegenzin bidden. Pas op dat hij je niet naar zijn kant trekt! Heb je niet ervaren dat ‘sakinah’ (innerlijke vrede en rust) niet thuis wordt gevonden maar in de moskeeën? En weet je niet, als jij tot diegenen behoort die zeggen: “Ik blijf liever thuis, want ze roddelen daar” dat Rasuulullaah heeft gezegd dat “geduld hebben met dingen die je moeilijk vindt in de djamaa’ah beter voor je is dan wat makkelijk is alleen?” (overgeleverd door ‘Abdullaah ibn Mas’ud
)
Onze Heer, Verheven en Gezegend is Hij zegt in soerah An-Nisaa’ 4: 102: “En als jij bij hen bent (O Muhammad) en de salaah met hen verricht, laat dan een groep van hen met jou (in de salaah) staan, terwijl zij hun wapens dragen en als zij zich in de sadjdah neerbuigen, laat zij dan achter jullie zijn. En laat dan een andere groep komen die de salaah nog niet verricht heeft en laat hen de salaah met jou verrichten.”
47
In dit vers is een bevel om salaah te verrichten en dit bevel wordt een tweede keer herhaald: “en laat die andere groep…” Hier is een bewijs dat de salaat-al-djamaa’ah voor iedereen verplicht is, want de plicht was niet voor de tweede groep weggenomen omdat het al door de eerste groep volbracht was. Allaah heeft salaat-al-djamaa’ah in een toestand van oorlog en angst bevolen, als het alleen soennah was zou het beter geweest zijn de salaat-al-djamaa’ah in die toestand te laten, maar omdat Allaah het bevolen heeft en verplichtingen zoals het volgen van de iemaam, wordt ook de tweede groep gevraagd om achter de iemaam te bidden. dus is dit een duidelijk bewijs dat salaat-al-djamaa’ah verplicht is. Allaah zegt in soerah Al-Baqarah 2: 43: “En onderhoudt de salaah en geeft de zakaat en buigt tezamen met hen die buigen.”
Het bewijs hierin is dat Hij ons bevolen heeft om te buigen, en dit is een bevel om te bidden omdat buigen een onderdeel daarvan is! De woorden “met hen die buigen” zijn een bevel om te buigen met hen die buigen en dat wordt niet volbracht, behalve via salaat-al-djamaa’ah. Dit laat dus zien dat salaat-al-djamaa’ah verplicht is, want de betekenis van dit vers is de djamaa’ah. Ibn Mas’ud, Abu Musaa Al-Ash’arie, ‘Alie bin Abi Taalib, Abu Hurairah, ‘Aa’ishah en Ibn ‘Abbaas hebben overgeleverd: “Degene die de oproep tot het gebed hoort en hem niet beantwoordt, er is geen salaat voor hem, tenzij hij een geldig excuus heeft.”
Ibn Al-Qayyim zei nadat hij de ‘athaar’ (overleveringen van de metgezellen van de Profeet) had laten zien: “Dit zijn beweringen van de sahaabah zoals je ze vindt; betrouwbaar en wel bekend. En er is niet een bekende bewering van een van de metgezellen die het tegenovergestelde beweert. Ieder van deze bewijzen is al genoeg op zichzelf, des te meer wanneer ze elkaar bevestigen!”
Dit zijn de beweringen van de mensen met kennis: Al-Baghawie schreef in ‘Sharh As-Sunnah’ (3/349): “Meer dan een van de metgezellen waren van mening dat wie de Adhaan hoort en hem niet beantwoordt, geen salaah heeft.”
‘Ataa’ bin Rabaah
zei:
“Er is geen excuus voor iemand die door Allaah is geschapen in een stad of op het land om niet deel te nemen wanneer hij de Adhaan hoort.”
48
Al-Hasan al-Basrie
zei:
“Als zijn moeder hem vanuit medelijden verbiedt om salaat-ul-‘ishaa in djamaa’ah te bidden, moet hij haar niet gehoorzamen.”
Al-Awzaa’ie
zei:
“Er is geen gehoorzaamheid aan de vader in het laten van het vrijdags gebed of de dagelijkse gebeden in djamaa’ah, onafhankelijk van of iemand de Adhaan hoort of niet.”
Tot degenen die gezegd hebben dat het verplicht is behoren ook Ibn Khuzaymah, ash-Shaafi’ie, Al-Bukhaarie, Ibn Hibbaan, Abu Daawuud, Ahl Adh-Dhaahir, Al-Hanaabila, Ishaaq, van Ahl al-Hadieth en sommige van de metgezellen van Ash-Shaafi’ie.
de meesten
Nu weet jij; moge Allaah jou genadig zijn, de bewijzen wat betreft de verplichting van salaat al-djamaa’ah en de uitspraken van as-salaf as-saalih (de vrome voorgangers) van onze ‘ummah. Wat nog overblijft voor jou om te weten is dat het gebed van degene die alleen bidt correct is, maar dat diegene de ‘ithm’ (de zonde) draagt van het laten van de djamaa’ah. Wat betreft het accepteren of verwerpen van de salaah, is dit aan de Schepper, en niemand kan zeggen dat het gebed van de een wel geaccepteerd is en die van dat het gebed van de een wel geaccepteerd is en die van de ander niet.
De voortreffelijkheid van het lopen naar het gezamenlijke gebed in de moskee De genoemde daden vegen meestal zonden schoon, hoe dan ook kunnen zij iemands niveau verheffen zoals staat in de hadieth van Abu Hurairah, waarin Rasuulullaah
verzameld door Muslim,
zei:
“Mag ik jullie leiden naar datgene waar Allaah zonden mee wist en rangen mee verhoogt?” Zij zeiden: “Natuurlijk, O Rasuulullaah.” Hij zei: “Wudhuu’ op de juiste manier verrichten in moeilijke omstandigheden, vaak naar de masaadjid lopen, en wachten op het volgende gebed na de salaah. Want waarlijk, dat is de ribaat, waarlijk dat is de ribaat.” (ribaat= het bewaken van de grenzen van een islamitische staat.) Muslim 1/219
Zoals is overgeleverd in de Sahiehain van Abu Hurairah
heeft Rasuulullaah
gezegd:
“De salaah van een man in djamaa’ah overtreft zijn salaah thuis alleen of op zijn werk vijfentwintig keer. Dat is omdat hij wudhuu’ heeft gemaakt en hij deed dit op de juiste manier en vervolgens 49
ging hij naar de moskee voor geen andere reden dan de salaah. Hij neemt geen stap zonder dat hij een niveau omhoog is gegaan en er een zonde vergeven is vanwege dit. Wanneer hij bidt sturen de engelen voortdurend gebeden naar hem zolang hij in de salaah is: “O Allaah, schenk Uw zegeningen aan hem, O Allaah heb rahmah met hem.” Niemand van jullie wacht op de salaah zonder dat hij in de salaah is.” Al-Bukhaarie (2/131) en Muslim (1/459)
Muslim heeft overgeleverd in zijn Sahieh van Abu Hurairah
dat Rasuulullaah
zei:
“Wat degene die zichzelf in zijn huis reinigt betreft, en die vervolgens naar de masdjid loopt om een van Allaahs verplichtingen te vervullen; zijn twee (linker en rechter) voetstappen vegen met de een een zonde uit en met de ander wordt hij in rang verheven.” Muslim (1462)
Zowel Al-Bukhaarie en Muslim hebben overgeleverd van Abu Hurairah
dat de Profeet
zei:
“Iedere voetstap die richting de salaah wordt gezet is sadaqah.” Al-Bukhaarie (6/80) en Muslim (2/699)
Het is overgeleverd in de Musnad en de Sahieh van Ibn Hibbaan van Uqbah Ibn A’mir Profeet
dat de
zei:
“Wanneer een man zichzelf reinigt en met de tijd van de salaah naar de moskee gaat, schrijven zijn twee engelen tien goede daden op voor iedere stap die hij richting de moskee maakt.” Verzameld door Ibn Khuzaymah (1492), At-Tabaraanie (18/301), Al-Haakim (1/211) en Al-Baihaaqie (3/63). Deze hadieth is overgeleverd door Amr ibn Haarith van Abu Ashaanah van Uqbah en Ad-Dhahabie zei in Al-Muhadhab (3/35): “De isnaad is Sahieh.”
Het is ook overgeleverd in beide boeken van hen (Musnad iemaam Ahmad en de Sahieh van Ibn Hibbaan) van ‘Abdullaah Ibn Amr
die zei dat de Profeet
zei:
“Degene die naar de moskee gaat die de salaat al-djamaa’ah gaat; voor ieder van zijn stappen wordt met de ene stap een zonde uitgewist en met de andere wordt een goede daad opgeschreven, zowel bij het gaan als bij het terug komen.” Overgeleverd door Ibn Hibbaan (419) en Ahmad (5/268) en shaikh al-Albaanie zei dat de isnaad hasan is (Sahieh at-Targhieb: 299)
50
Het is overgeleverd in de Sunan van Abu Daawuud van Abu Umaamah zei:
die zei dat de Profeet
“Degene die zijn huis in een staat van wudhuu’ verlaat voor het verplichte gebed, zal de zegeningen krijgen van degene die hadj heeft verricht; degene die in een staat van ihraam is.” Overgeleverd door Ahmad (5/268), Abu Daawuud (558), At-Tabaraanie (8/207), Al-Baihaaqie (3/63), Al-Baghawie in Sharh as-sunnah (2/357), en shaikh al-Albaanie zei dat de hadieth hasan is (Sahieh Abu Daawuud: 522)
Abu Umaamah
heeft ook overgeleverd dat een man van de Ansaar zei dat de Profeet
zei:
“Degene die wudhuu’ verricht en de wudhuu’ juist verricht en vervolgens naar de salaah gaat heft zijn rechtervoet niet op zonder dat Allaah een goede daad voor hem opschrijft, noch heft hij zijn linkervoet op zonder dat Hij een zonde uitwist. Of hij nu dichtbij is of ver weg, wanneer hij bij de moskee aankomt en in djamaa’ah bidt zal hij vergeven zijn.” Abu Daawuud (56) en Al-Baihaaqie (3/29). Al-Albaanie zei dat de hadieth sahieh is. (Sahieh Abu Daawuud: 527)
De beloning voor in het donker naar de salaah toe lopen is heel groot: volledig licht in de donkerte die de Dag des Oordeels zal bedekken, zoals is overgeleverd in de Sunan van Abu Daawuud en At-Tirmidhie van de hadieth van Buraidah
die zei dat de Profeet
zei:
“Geef blijde tijdingen aan degenen die in de donkerte naar de masdjid toe lopen, dat zij volledig licht zullen hebben op de Dag des Oordeels.” Abu Daawuud (561), At-Tirmidhie (223), Ibn Khuzaymah (1498), Ibn Maajah (780) en Ibn Hibbaan (422). Al-Albaanie zei dat de hadieth sahieh is (Sahieh Abu Daawuud: 525)
Salmaan al-Faarsie
zei:
“Wudhuu’ wist de wonden van de kleine zonden schoon, lopen naar de moskee wist meer dan dat en de salaah zelfs nog meer dan dat.” Verzameld door Muhammad Ibn Nasr Al-Mawrazi.
De voortreffelijkheid van het nachtgebed en het effect op de toename van iemaan Als de moslim aandachtig soerah Al-Muzammil (73) overdenkt dan zal hij een van de grootste lessen erin aantreffen, want Allaah beval Zijn Boodschapper Muhammad het nacht gebed te verrichten toen hij in een heel moeilijke situatie was waarin hij steun en hulp nodig had. In vers 1 en 2 lezen wij: “O jij die in dekens gewikkeld bent! Sta om de hele nacht te bidden, op een beetje na.” 51
Het nachtgebed was eerst een verplichting voor de Profeet lezen in een lange hadieth overgeleverd door Zuraarah zei:
en zijn metgezellen, zoals we kunnen in Sahieh Muslim, waarin ‘Aa’ishah
“Reciteer jij (Sa’d ibn Hishaam) niet: “O jij die in dekens gewikkeld bent!” Ik zei: “Inderdaad, ja.” Ze zei: “Allaah, de Machtige en Majestueuze, maakte het nachtgebed aan het begin van deze soerah verplicht. Dus de Profeet en zijn metgezellen verrichtten het gedurende een jaar en Allaah hield het einde ervan twaalf maanden lang in de hemelen, totdat Allaah het einde van de soerah neer zond toen de verplichting werd vergemakkelijkt en het nacht gebed een vrijwillig gebed werd nadat het een verplichting was geweest.” Sahieh Muslim, Engelse vertaling 1/358-361, nr. 1623
Abu Hurairah
heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah
zei:
“Het beste vasten na Ramadaan is in Allaahs maand van Muharram en het beste gebed na het verplichte gebed is het nacht gebed (‘salaatul-layl’).” Muslim, Abu Daawuud, At-Tirmidhie, An-Nasaa’ie en Ibn Khuzaimah
Abu ‘Umaamah al-Baahilie
heeft overgeleverd dat de Profeet
zei:
“Verricht het nachtgebed, want het was de gewoonte van de vromen voor jullie en brengt iemand dicht bij Allaah, de meest Verhevene en is een boetedoening van zonden en het voorkomt slechte daden.” Ahmad, At-Tabaraanie en anderen, zie: Sahiehul-Djaamie’ nr. 3958
Er moeten wel verborgen voordelen in het gebed aanwezig zijn. Het maakt de harten standvastig met de waarheid en versterkt hen. Het is het geheim van succes. Het laat iemand afstand nemen van zonden en slechte daden en laat de iemaan toenemen. Abu Hurairah Boodschapper van Allaah
heeft overgeleverd dat de
heeft gezegd:
“Shaytaan bindt drie knopen (het wordt letterlijk bedoeld en is een vorm van magie die op de persoon wordt uitgeoefend om hem tegen te houden om op te staan om te gaan bidden) aan de achterkant van het hoofd van ieder van jullie wanneer hij slaapt, iedere knoop afzegelend met: “De nacht is lang, dus blijf slapen.” Wanneer iemand van jullie dan ontwaakt en Allaah, de Verhevene herdenkt, wordt een knoop ontdaan. Wanneer iemand wudhuu’ maakt wordt een knoop ontdaan en wanneer iemand bidt zijn alle knopen ontdaan waardoor hij vol energie en met een goed humeur ontwaakt. Maar als niet dan ontwaakt hij humeurig en is lui.” Sahieh Al-Bukhaarie, Engelse vertaling 2/134, nr. 243 en Muslim, Engelse vertaling 1/376/nr. 1702
52
Djaabir
heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah
zei:
“Er is geen man of vrouw zonder dat er op hun hoofd een touw is dat geknoopt wordt wanneer zij ’s nachts slapen. Dus als diegene wakker wordt en Allaah herinnert wordt een knoop los gemaakt. Als diegene wudhuu’ maakt en bidt worden alle knopen los gemaakt en ontwaakt diegene licht en goed gehumeurd, terwijl hij goeds heeft verkregen.” Ibn Khuzaimah in zijn Sahieh
Het nachtgebed ontknoopt dus de knopen met de magische toverformules. Het nachtgebed is het beste gebed na de verplichte gebeden. Het verwijdert iemands zonden en men ontvangt wat men aan Allaah vraagt, zoals blijkt uit de hadieth die ‘Uqbah ibn ‘Aamir waarin de Profeet
heeft overgeleverd,
heeft gezegd dat Allaah heeft gezegd:
“Kijk naar deze dienaar van Mij die tegen zichzelf strijdt en mij smeekt. Wat deze dienaar van Mij vraagt, dat is dan van hem.” Ahmad en Ibn Hibbaan in zijn Sahieh
De beloning voor het nachtgebed is onbeschrijfelijk en hier zijn vele overleveringen over. Dat het nachtgebed toedraagt aan het versterken van khushuu’ kan ieder zich waarschijnlijk wel voorstellen.
De connectie tussen gebed en wereldse zaken “Wie zijn grote zorg het Hiernamaals is. Allaah zal zijn toestand goed maken, en zal de rijkdom voor hem in zijn hart geven en het wereldse zal gedwongen naar hem komen. En wie zijn grote zorg het wereldse is, Allaah zal zijn toestand verstrooien en hem armoede duidelijk voor zijn ogen laten zien en hij zal van het wereldse niets krijgen behalve wat Allaah voor hem bepaald heeft.” Sahiehul-Djaamie’
Sa’d
heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah
heeft gezegd:
“Waarlijk, Allaah steunt deze ummah vanwege haar zwakkeren, door hun du’aa, hun gebed en hun zuiverheid van intentie.” An-Nasaa’ie en anderen en het staat in Al-Bukhaarie en andere plaatsen zonder het noemen van ‘zuiverheid van intentie.’ Zie: Sahieh ut-Targheeb nr. 5
53
Het correcte gebed dat met aandacht en nederigheid is, is een van de belangrijkste redenen tot succes en overwinning van deze ummah. Allaah heeft aan degenen die khushuu’ hebben het Paradijs beloofd, zoals we kunnen lezen in soerah Al-Mu’minuun 23: 1-2: “Waarlijk, de gelovigen slagen; (‘aflaha’) degenen die nederig zijn in hun gebed, die nutteloos gepraat vermijden, die de zakaat betalen, en die hun kuisheid beschermen”
Dit komt omdat succes (‘falaah’) een voortreffelijke doelstelling is. De mu’addhin zegt niet zonder reden vijf keer per dag: “Hayya ‘ala-l-falaah” (‘kom tot het succes’). In soerah Al-Ahzaab 33: 35 staat: “En de mannen die khushuu’ hebben en de vrouwen die khushuu’ hebben (‘al khaashi’iena wal khaashi’aat’) ….Allaah heeft voor hen vergeving en een geweldige beloning (‘adjran ‘adhiema’) bereid.”
In soerah Al-Baqarah 2: 45 staat: “En vraag Allaah om hulp door middel van geduld en het gebed. En voorwaar, dat is zwaar, behalve voor de khaashi’ien.”
Abu Hurairah
heeft overgeleverd dat de Profeet
zei:
“Wanneer iemand van jullie zijn huis gaat verlaten laat hem twee rak’aah verrichten, zij zullen jou tegenhouden om naar slechtheid te gaan en wanneer jullie jullie huizen binnen treden verricht dan twee rak’aah, zij zullen jullie beschermen om iets slechts binnen te gaan.” Al-Bazzaar en al-Baihaaqie in Shu’ahul-Eemaan, zie: Sahiehul-Djaamie’ nr. 518
Abu Hurairah
heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah
zei:
“Als de mensen wisten wat (voor beloning) er is in de Adhaan en de eerste rij, en zij zouden geen manier vinden om het te krijgen behalve door er lootjes voor te trekken, dan zouden zij dat doen. En als zij wisten wat (voor beloning) er was in vroeg naar het gebed komen, dan zouden zij er met elkaar om wedijveren. En als zij wisten wat (voor beloning) er was in het ‘atamah- (ishaa) gebed en het (subh)-fadjr gebed was dan zouden zij er zelfs naar toe komen kruipen.” Al-Bukhaarie, Engelse vertaling 1/353, nr. 624 en Muslim 1/239, 877 en anderen
Gebruikte literatuur: -
‘The prayer. Its effect in increasing eemaan & purifying the soul.’ Husayn al-‘Awaayishah. - ‘The dispute of the highest angels.’ Al-Hafidh Ibn Rajab Al-Hanbali. 54
-
‘A description of the regular sunnah prayers.’ By shaykh Muhammad ‘Umar Bazmool. - ‘Een beschrijving van de salaah van de Profeet.’ Shaikh al-Albaanie.
Moge Allaah ons leiden om Hem te aanbidden en Hem op een nederige manier te aanbidden vol overgave, aamien. Moge dit schrijfwerk vele lezers geïnspireerd hebben om terug te keren naar de salaah en om hun gebed te perfectioneren. Ik vraag Allaah, de Meest Vrijgevige, Heer van de Machtige Troon, dat Hij deze daad oprecht voor Zijn Gezicht (alleen) maakt en voor het steunen van Zijn Dien. En ik vraag Hem om het op mijn weegschaal bij goede daden te plaatsen en dat Hij het laat behoren tot iets waar ik baat bij zal hebben nadat mijn daden zijn afgesneden, wanneer mijn vastgestelde tijd gekomen is, aamien. “En niet om voor een gunst door iemand beloond te worden, maar om het welbehagen van zijn Heer, de Verhevene te zoeken.” Soerah Al-Lail 92: 19-20.
Soebh’aanak Allaahoemma wa bieh’amdiek, Ash-hadoe allaa illaaha illaa ant, Astaghfiroeka wa atoeboe alaik.
55
56