Geachte heer Von den Hoff, Met deze brief adviseert de Klachtencommissie Wet beëdigde tolken en vertalers (hierna: de commissie) u over een klacht die is ingediend tegen dhr. (-), vertaler Nederlands ? Arabisch (standaard) (Rbtv-nr (-)). Ver l oop van depr ocedur e Op maandag 28 februari 2011 (ontvangen op 3 maart 2011) heeft mw. (-) (hierna: klaagster) bij het Bureau Wet beëdigde tolken en vertalers (hierna: Bureau Wbtv) een klacht ingediend over vertaalwerkzaamheden van voornoemde dhr. (-) (hierna: beklaagde). Bij brief van 14 april 2011 zijn klaagster en beklaagde door de commissie op de hoogte gesteld van de ontvangst van de klacht. Zij zijn door de commissie uitgenodigd om in het kader van een hoorzitting op 6 mei 2011 een toelichting te geven op de klacht. Beklaagde heeft aangegeven gebruik te willen maken van het recht om te worden gehoord. Klaagster heeft niet gereageerd op de uitnodiging van de commissie. Door beklaagde is voorafgaand aan de hoorzitting een verweerschrift ingediend, gedateerd 22 april 2011 (ontvangen op 27 april 2011). De commissie heeft bij de voorbereiding van de zitting op grond van art. 10 van het Reglement Klachtencommissie Wbtv ambtshalve besloten mw. (-), medewerkster van de Arbeidsmarkt en Sociale Zaken te ’s-Hertogenbosch, alsmede de ex-man van mw. (-), dhr. (-), te benaderen teneinde hen als getuigen tijdens de hoorzitting te horen of hen voorafgaand aan de hoorzitting schriftelijk vragen te kunnen stellen. Het is de commissie echter niet gelukt contact te leggen met genoemde personen. Naar aanleiding van de ingediende klacht heeft de commissie voorts, en eveneens op grond van art. 10 van haar reglement, ambtshalve besloten om de brontekst te laten vertalen door een andere beëdigd vertaler en de vertaling waarover is geklaagd tezamen met de brontekst ter inhoudelijke beoordeling voor te leggen aan deze deskundige. Op 19 april 2011 is aan mw. drs. (-), beëdigd vertaler Nederlands ? Arabisch (standaard) daartoe een opdracht verstrekt. Mw. drs. (-) heeft met twee schrijven d.d. 20 respectievelijk 21 april 2011 aan deze opdracht voldaan. Van de beëdigde vertaling van mw. drs. (-) en haar op schrift gestelde bevindingen zijn afschriften aan partijen toegezonden. De klacht is op 6 mei 2011 behandeld door een kamer van de commissie, die als volgt is samengesteld: dhr. mr. R.G.A. Beaujean dhr. mr. R.T.J. van Dartel mw. drs. N. Groenendijk-Feenstra
voorzitter, lid, lid.
De commissie heeft zich bij de behandeling van de klacht doen bijstaan door dhr. J.J.L. Link, secretaris van de commissie, en mw. M.Y.H. Regenboog, notulist. Het verslag van de hoorzitting is als bijlage bij dit advies gevoegd.
De commissie heeft kennisgenomen van de stukken van het klachtdossier en van hetgeen door beklaagde tijdens de hoorzitting naar voren is gebracht. De commissie overweegt naar aanleiding daarvan als volgt. Degr onden voordekl acht De klacht is naar het oordeel van de commissie als volgt samen te vatten: a.
beklaagde heeft zonder toestemming van klaagster en/of zonder enig contact met klaagster een verklaring onder eed in de Arabische taal opgesteld. In deze verklaring staat dat klaagster van haar voormalig echtgenoot contant alimentatie voor haar twee kinderen heeft ontvangen, hetgeen niet overeenstemt met de werkelijkheid;
b.
beklaagde heeft bij het Marokkaanse consulaat geholpen de door hem opgestelde verklaring uit naam van klaagster te laten legaliseren en haar handtekening te vervalsen;
c.
beklaagde heeft bij het vervaardigen van een beëdigde vertaling in het Nederlands van de onder eed uit naam van klaagster opgestelde Arabisch verklaring passages aan die vertaling toegevoegd en anders verwoord dan in de brontekst.
Kl acht onder deela Beklaagde heeft bij gelegenheid van de hoorzitting aangegeven dat hij in opdracht van de toenmalig echtgenoot van klaagster, dhr. (-), aan de hand van een digitaal model een conceptverklaring in de Arabische taal heeft opgesteld. Daarin wordt aangeduid dat klaagster over de periode 2008 en 2009 voor haar twee minderjarige kinderen alimentatie van haar exechtgenoot heeft ontvangen. Deze verklaring was volgens beklaagde noodzakelijk om een in gang gezette echtscheidingsprocedure naar Marokkaans recht te kunnen voltooien. Beklaagde legt zich naast vertaalwerkzaamheden ook toe op de redactie van bezwaarschriften en machtigingen in het Arabisch. Daarnaast geeft hij advies over Marokkaanse juridische aangelegenheden. Vanuit die hoedanigheid was hij dhr. (-) behulpzaam bij zijn echtscheidingsprocedure. Beklaagde geeft aan dat hij de conceptverklaring aan dhr. (-) heeft verstrekt, zodat hij deze ten behoeve van de echtscheidingsprocedure door klaagster kon laten ondertekenen. Klaagster geeft in haar klaagschrift aan dat het document zonder haar toestemming en/of enig contact tussen haar en beklaagde is opgesteld en dat dit document onwaarheden bevat. Dat zij van haar ex-echtgenoot alimentatie voor haar twee kinderen contant heeft ontvangen, is volgens klaagster niet waar. Beklaagde heeft bij gelegenheid van de hoorzitting aangegeven voor het opstellen van het document geen toestemming van klaagster nodig te hebben, omdat de opdracht daartoe was verstrekt door dhr. (-). Kl acht onder deelb Klaagster geeft in haar klaagschrift aan dat beklaagde bij het Marokkaanse consulaat heeft geholpen de door hem – uit haar naam – opgestelde verklaring te laten legaliseren en de handtekening van klaagster te vervalsen. Deze verklaring en de vertaling daarvan zijn volgens klaagster bedoeld om haar bijstandsuitkering te blokkeren, welk gevolg daarna ook daadwerkelijk is ingetreden. Beklaagde weerspreekt dat hij de handtekening van klaagster heeft vervalst. Hij heeft enkel op verzoek van dhr. (-) een document in de Arabisch taal opgesteld en dit document – zonder handtekening – aan laatstgenoemde verstrekt, zodat hij dit door klaagster zelf kon laten ondertekenen. Kl acht onder deelc Volgens beklaagde heeft zijn opdrachtgever, dhr. (-), hem gevraagd om van het door hem in het Arabisch opgestelde document – te weten de verklaring dat klaagster over de jaren 2008 en
-2-
2009 voor haar minderjarige kinderen alimentatie heeft ontvangen – een beëdigde vertaling in het Nederlands te vervaardigen. Beklaagde heeft aan deze opdracht gevolg gegeven. De Nederlandse vertaling door beklaagde van de verklaring onder eed stemt volgens klaagster niet overeen met de Arabische brontekst. Beklaagde zou in de vertaling diverse onderdelen aan de verklaring hebben toegevoegd. Zo is in de vertaling opgenomen dat de alimentatie door dhr. (-) cont antis betaald, terwijl het woord “contant” niet voor komt in de Arabische brontekst. In de Nederlandse vertaling worden bovendien personalia van de ouders van klaagster vermeld, terwijl deze gegevens evenmin in het origineel zijn opgenomen. Daarnaast zijn de zinnen van de verklaring in de Nederlandse vertaling in de derde persoon geformuleerd, terwijl de brontekst vanuit de “ik-vorm” is geschreven. Mw. drs. M.J. (-), beëdigd vertaler Nederlands ? Arabisch (standaard), merkt onder meer op: “ Mi j n al gemene i ndr uk van de Neder l andse ver t al i ng vanui thetAr abi sch metde t i t el “ Ver kl ar i ng ondereed”i sdatde Neder l andse f or mul er i ng zwak en somsondui del i j ki s. Bovendi eni sdet ekstni etvol l edi gver t aal d.Hetl i j ktal sofervaneenander ebr ont eksti s ver t aal d,ofdatdi teensoor tsamenvat t i ngmoetzi j n. Hetbevr eemdtmi jookdaterzakenzi j nt oegevoegddi eni eti ndebr ont ekstst aan,zoal s de namen van de ouder svan de bet r okkene en hetf ei tdatde al i ment at i e cont act( de commi ssi ebegr i j pt :cont ant )i sbet aal d. ” Beklaagde heeft aangegeven dat de vertaling van de Arabische verklaring bedoeld was om te kunnen inbrengen in een eventuele Nederlandse juridische procedure tegen dhr. (-) met betrekking tot zijn alimentatieverplichtingen jegens klaagster. In reactie op het klaagschrift en de bevindingen van mw. drs. (-) heeft beklaagde aangegeven de Arabische brontekst correct te hebben vertaald. Hij heeft niets uit de originele verklaring weggelaten, maar ook niet alles letterlijk overgenomen. Hij heeft gemeend te kunnen volstaan met het vertalen van de kern van de verklaring, waaronder relevante gegevens als nummers, namen en data. Volgens beklaagde is deze werkwijze gebruikelijk bij de beëdigde vertaling van dit type documenten: “het is geen literatuur”. Beklaagde is van mening dat de kern van de boodschap kort en krachtig moet worden overgebracht in de andere taal en niet de letterlijke tekst. Voor zover er in de vertaling informatie uit de brontekst is weggevallen, is deze niet relevant. Beklaagde erkent enkele onvolkomenheden in de originele Arabische verklaring te hebben hersteld in de Nederlandse vertaling. De namen van de ouders van klaagster stonden bijvoorbeeld niet in de originele tekst. Nadat beklaagde de identiteitspapieren van klaagster had gecontroleerd, besloot hij deze gegevens op te nemen in de vertaling. Datzelfde geldt voor de toevoeging van het woord “contant”. Hij geeft aan dat het beter was geweest als hij in overleg met zijn opdrachtgever eerst in de brontekst de verbeteringen en aanvullingen had aangebracht alvorens deze te vertalen. Beklaagde heeft bij gelegenheid van de hoorzitting aangegeven dat er zowel van de kant van dhr. (-) als van de kant van de familie van klaagster grote druk op hem is uitgeoefend om de documenten snel gereed te hebben en dat hem ook meermalen is gevraagd de teksten aan te passen. Onder die druk heeft hij besloten de aanpassingen uitsluitend in de beëdigde vertaling aan te brengen. Beoordel i ng van dekl acht Kl acht onder deela De commissie beschouwt dit klachtonderdeel als ongegr ond. Beklaagde heeft erkend het brondocument in opdracht van dhr. (-) – en zonder toestemming van klaagster – te hebben opgesteld. De commissie is echter van oordeel dat in beginsel niets zich ertegen verzet dat een beëdigd vertaler vanuit een andere hoedanigheid in opdracht van een ander een document opstelt. Daarbij wordt echter wel opgemerkt dat een beëdigd vertaler ervoor moet waken dat hij – wanneer hij niet uitsluitend de redactie van een tekst voor zijn rekening neemt, maar daarvan ook een beëdigde vertaling vervaardigt - risico’s van belangenverstrengeling zoveel mogelijk vermijdt. Kl acht onder deelb De commissie beschouwt dit klachtonderdeel als ongegr ond. Beklaagde heeft het klachtonderdeel stellig weersproken. Het had op de weg van klaagster gelegen om de
-3-
aannemelijkheid daarvan te onderbouwen. Nu die onderbouwing in het klaagschrift ontbreekt, klaagster niet heeft gereageerd op de brieven van de commissie, zij evenmin is verschenen op de hoorzitting en ook overigens voor de commissie onbereikbaar is gebleken, heeft de commissie zich niet nader door haar kunnen laten voorlichten. Uit de beschikbare stukken en het verhandelde ter hoorzitting is niet aannemelijk geworden dat de handtekening van klaagster door beklaagde is vervalst en vervolgens door tussenkomst van beklaagde door het Marokkaanse consulaat is gelegaliseerd. Kl acht onder deelc De commissie beschouwt dit klachtonderdeel als gegr ond. I nl ei dendeopmer ki ngen De commissie stelt voorop dat er (nog) geen wettelijke voorschriften zijn die voorschrijven hoe een beëdigde vertaling er uit moet zien. Toch is er een aantal regels waaraan de beëdigd vertaler zich houdt als zijnde bestpr act i ces. Deze zijn onder meer vastgelegd in de Richtlijn voor beëdigde vertalingen 1996 van het Nederlands Genootschap van Tolken en Vertalers (NGTV). Om te beginnen moet de beëdigd vertaler het origineel van de te vertalen tekst inzien. Daarnaast wordt de opmaak van de brontekst in de beëdigde vertaling zoveel mogelijk behouden. Bovendien wordt in beginsel de brontekst geheel vertaald; er mag niets worden weggelaten of toegevoegd, behoudens de mogelijkheid om zogenaamde analytische oftewel ontledende vertalingen af te geven van als zodanig aangeduide, zelfstandige onderdelen van de tekst. Ook als er fouten in de brontekst zitten, zoals verkeerd gespelde namen, moet de vertaler deze fouten in de vertaling aanduiden, bijvoorbeeld in een voetnoot of met de aanduiding “(lees: )”. Het is raadzaam de juiste vertaling toe te voegen. Als bijvoorbeeld in een Russische tekst staat “Roterdam” is het raadzaam in de vertaling op te nemen “Roterdam (lees: Rotterdam)”. Voor eigennamen, geschreven in andere alfabetten, gelden zogenaamde ISOnormen die een zekere translitteratie voorschrijven, maar het kan ook dienstig zijn de eigennaam te schrijven, zoals die bijvoorbeeld in het paspoort staat. Voor het beschrijven van elementen die niet te vertalen zijn, zoals een handtekening of een stempel, worden veelal rechthoekige haken gebruikt, bijvoorbeeld: “[handtekening]” of “[stempel met opschrift]”. Het gebruik van een stempel is niet wettelijk verplicht, maar in de praktijk wordt de beëdigde vertaling altijd voorzien van een stempelafdruk van de beëdigd vertaler. Aan het document wordt een verklaring (eedsformule) toegevoegd waarin de vertaler verklaart dat de vertaalde tekst een getrouwe vertaling is van de brontaal in de doeltaal. Bijvoorbeeld: “ I k,XXX,wonendet eXXX,XXX,beëdi gdal sver t al ervoordeXXX t aaldoorder echt bank van XXX, i ngeschr even i n het Regi st er beëdi gde t ol ken en ver t al er s( Rbt v) onder nummerXXX,ver kl aarhi er bi jdatdi tdocumenteenwoor dget r ouweennauwkeur i geXXX ( t aal )ver t al i ngi svandeoor spr onkel i j ket ekstwaar vani khetor i gi neelhebgezi en. ” Voorts dienen de bladzijden van de oorspronkelijke tekst (of een eventueel door de beëdigd vertaler gewaarmerkte kopie daarvan) en de vertaling zodanig aan elkaar vastgehecht te zijn dat het moeilijk is de stukken te scheiden. Doorgaans worden de documenten geperforeerd en voorzien van een metalen ringetje. Met een speciale tang wordt dit metalen oog vervolgens vast aangedrukt. Hierdoor kunnen de pagina's moeilijk van elkaar losgemaakt worden zonder ze te beschadigen. Een beëdigde vertaling kan alleen gemaild of gefaxt worden ter informatie. Om effect te sorteren, is altijd het origineel nodig. Debeoor del i ngvanhetkl acht onder deel Het klachtonderdeel vindt steun in de vertaling van de brontekst door mw. drs. (-) en in haar bevindingen, inhoudende dat de brontekst niet volledig door beklaagde is vertaald, dat sprake lijkt van een samenvatting van die brontekst en dat aan de vertaling zaken zijn toegevoegd, die niet in de brontekst staan vermeld. De commissie neemt deze conclusies over en maakt deze tot de hare.
-4-
Beklaagde heeft ter hoorzitting erkend zowel de tekst van de verklaring (de brontekst) als de vertaling daarvan te hebben opgemaakt. Ook heeft hij erkend aan die vertaling gegevens te hebben toegevoegd alsmede irrelevante gegevens uit de brontekst daarin te hebben weggelaten. Beklaagde heeft gegevens aan de vertaling toegevoegd, omdat hij tot de conclusie kwam dat de brontekst onvolkomenheden bevatte. Bij het toevoegen van gegevens heeft beklaagde niet gehandeld overeenkomstig de hiervoor beschreven bestpr act i cesvoor beëdigd vertalers, die een bepaalde modus voorschrijven voor het aanbrengen van correcties. Voor derden is aan de hand van de door beklaagde vervaardigde beëdigde vertaling daardoor niet kenbaar dat de (toegevoegde) gegevens in de brontekst ontbreken. Het had op de weg van beklaagde gelegen – die immers vanuit zijn hoedanigheid van juridisch adviseur óók de brontekst heeft opgemaakt – de correcties eerst in overleg met zijn opdrachtgever in de brontekst aan te brengen en deze waar nodig aan te vullen. Vervolgens zou beklaagde van die gecorrigeerde brontekst – na ondertekening door klaagster – een beëdigde vertaling kunnen vervaardigen. Beklaagde heeft naar eigen zeggen gegevens in de beëdigde vertaling weggelaten omdat het volgens hem bij de vertaling van verklaringen onder eed, als de onderhavige, gebruikelijk is te volstaan met het vertalen van de kern van de inhoud van de brontekst. Die stellingname mist – gelet op de hiervoor beschreven best pr act i ces die uitgaan van een zo getrouw mogelijke weergave - feitelijke grondslag. De commissie hecht er in dit verband waarde aan te benadrukken dat voor zover in art. 4.3.1 van de Gedragscode voor tolken en vertalers in het kader van de Wbtv (Stcrt. 2009, nr. 15358, hierna: de Gedragscode)1 tot uitdrukking is gebracht dat bij het vertalen (in algemene zin) op uitdrukkelijk verzoek van de opdrachtgever kan worden afgeweken van de inhoudelijke getrouwheid aan de brontekst en het gebruik van het juiste taalregister door de opstellers van de Gedragscode niet kan zijn bedoeld dat bij het vervaardigen van een beëdi gdevertaling als in het onderhavige geval – waarbij de vertaling is opgesteld ten behoeve van een mogelijke juridische procedure – van het vereiste van een getrouwe weergave van de brontekst kan worden afgeweken. Nu beklaagde zelf heeft aangegeven dat de beëdigde vertaling mogelijk zou worden ingebracht in een Nederlandse juridische procedure met betrekking tot de alimentatieverplichtingen van zijn opdrachtgever, dhr. (-), had hij zich bewust moeten zijn van het belang om de brontekst zodanig te vertalen, in overeenstemming met de eisen die aan een beëdigde vertaling mogen worden gesteld, dat die vertaling kan dienen als een vervanging van het origineel. Dat houdt in dat de brontekst zo letterlijk en volledig mogelijk moet worden vertaald en dat daaraan – behoudens de hiervoor beschreven correctiemogelijkheden – geen gegevens worden toegevoegd. Door bij het vervaardigen van de beëdigde vertaling onvoldoende getrouw te blijven aan de brontekst, door in weerwil van de bestpr act i cesvoor beëdigd vertalers in die vertaling correcties in en aanvullingen op de brontekst aan te brengen en daarbij zijn hoedanigheid als belangenbehartiger van zijn opdrachtgever te hebben vermengd met zijn rol als beëdigd vertaler, heeft beklaagde de grenzen overschreden van hetgeen binnen het vakgebied van de beëdigde vertaler betamelijk is. Door aldus te handelen heeft beklaagde het vertrouwen dat derden mogen stellen in de getrouwheid en volledigheid van een beëdigde vertaling beschaamd. De commissie verwijst in dit verband naar de artikelen 1.2 en 4.3.1 van de Gedragscode.2 Voor zover beklaagde heeft aangegeven dat hij onder grote druk heeft moeten handelen, wijst de commissie op de eigen verantwoordelijkheid van beklaagde. Uit de artikelen 1.3 en 4.1 van voornoemde Gedragscode3 volgt dat de beëdigd vertaler ervoor dient te zorgen dat zijn vrijheid, onafhankelijkheid en onpartijdigheid bij de uitoefening van zijn beroep niet in gevaar kan komen en dat hij een opdracht dient te weigeren wanneer hij zich ervan bewust is dat hij de opdracht niet naar behoren zal kunnen verrichten wegens werkomstandigheden en de bedongen afleveringstermijn.
1 2 3
Zie de bijlage bij dit advies. Zie de bijlage bij dit advies. Zie de bijlage bij dit advies.
-5-
Advi es De commissie adviseert het Bureau Wbtv om klachtonderdeel c gegr ond te verklaren en de klachtonderdelen a en b ongegrond. De commissie heeft ernstige twijfels met betrekking tot de vakbekwaamheid van beklaagde en voornamelijk omtrent diens taakopvatting als beëdigd vertaler. Hoewel doorhaling van beklaagdes inschrijving in het Rbtv, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, op zichzelf op zijn plaats zou zijn, acht de commissie die doorhaling op dit moment een te zware sanctie. De commissie adviseert het Bureau Wbtv daarom te volstaan met een waarschuwing. Daarbij heeft zij meegewogen dat haar geen eerdere klachten over beklaagde bekend zijn en dat beklaagde bij gelegenheid van de hoorzitting heeft aangegeven zijn vertaalwerkzaamheden af te bouwen en zich omstreeks juli 2011 te zullen laten uitschrijven uit het Rbtv. Mocht blijken dat beklaagde desondanks in het Rbtv ingeschreven blijft, dan adviseert de commissie het Bureau Wbtv om van beklaagde te verlangen dat hij met goed gevolg een vakgerichte cursus volgt, die niet alleen ziet op taalvaardigheid, maar (met name) ook op andere aspecten van vakbekwaamheid, waaronder de taakopvatting van de beëdigd vertaler. Totsl ot Klaagster en beklaagde zullen van de commissie een afschrift van dit advies ontvangen. De commissie stelt het op prijs te zijner tijd te vernemen op welke wijze de klacht door het Bureau Wbtv is, dan wel wordt, afgehandeld. Wij vertrouwen erop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd. Voor eventuele nadere informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat van de commissie, bereikbaar onder bovengenoemd telefoonnummer en e-mailadres. Hoogachtend, de Klachtencommissie Wbtv
J.J.L. Link secretaris
mr. R.G.A. Beaujean voorzitter
-6-
Bi j l agebi jhetadvi esvan deKl acht encommi ssi eW bt v(kl acht nr .092010) Toepassel i j kear t i kel enui tdeGedr agscodevoort ol kenenver t al er si nhetkadervandeWbt v ( St cr t .2009,nr .15358) 1. 2.Kwal i t ei t Tolken en vertalers streven ernaar, in het besef van hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van hun werk, steeds naar vermogen de beste kwaliteit en een optimale dienstverlening te leveren. Zij verrichten nimmer opzettelijk een onjuiste vertolking of vertaling. Zij zijn volledig aanspreekbaar op de kwaliteit van hun werk. Eventuele beperkingen van hun aansprakelijkheid jegens opdrachtgevers voor de gevolgen van geleverde prestaties worden uitsluitend schriftelijk vastgelegd. 1. 3.Onpar t i j di ghei d en onaf hankel i j khei d Tolken en vertalers zorgen ervoor dat hun vrijheid, onafhankelijkheid en onpartijdigheid bij de uitoefening van hun beroep niet in gevaar kunnen komen. In de uitoefening van hun beroep onthouden zij zich van het tot uitdrukking brengen van een persoonlijke mening. Voor hun diensten ontvangen zij uitsluitend de met hun opdrachtgever overeengekomen beloning. 4. 1 Opdr acht aanvaar di ng Het staat tolken en vertalers vrij een opdracht al dan niet te aanvaarden, behoudens wettelijke verplichtingen. Zij weigeren echter altijd een opdracht indien zich zwaarwegende redenen hiertoe voordoen, waaronder in ieder geval begrepen is wanneer er risico bestaat van belangenverstrengeling, indien zij het vermoeden hebben dat hun werk zal worden gebruikt voor onwettige en/of oneerlijke doeleinden of indien zij zich ervan bewust zijn dat zij de opdracht niet naar behoren zullen kunnen verrichten, wegens onvoldoende kennis en/of bekwaamheid, werkomstandigheden en/of bedongen afleveringstermijn, dan wel wegens gewetensbezwaren omtrent het onderwerp van de te vertolken situatie of te vertalen tekst. In geval van weigering van een opdracht stelt de tolk of vertaler de opdrachtgever hiervan onverwijld in kennis. 4. 3. 1 Ver t al en Vertalers streven er steeds naar aan de hoogste kwaliteitsnormen te voldoen, met name wat betreft de inhoudelijke getrouwheid aan de brontekst en het gebruik van het juiste taalregister, behalve bij uitdrukkelijk verzoek van de opdrachtgever om daarvan af te wijken. Vertalers overleggen met de opdrachtgever over de te volgen procedure bij ernstige fouten en/of dubbelzinnigheden in de brontekst voor zover zij dit noodzakelijk achten voor het op verantwoorde wijze uitoefenen van hun beroep. Indien de opdrachtgever als tussenpersoon optreedt, treedt de vertaler niet in contact met de cliënt van de opdrachtgever dan met diens toestemming. Vertalers onthouden zich van iedere vorm van plagiaat.
-7-