Diaconaat
De dag van...
Ecuador
In zendingswerk staat het brengen van het Woord centraal. Maar ook het werk van barmhartigheid is belangrijk. Dat is diaconaat.
Waarmee is de werkdag van de directeur van het kerkelijk bureau gevuld? Maak kennis met J.N. Nwagu en zijn Nederlandse collega B.W. Drost.
Aanschuiven bij catechisatie in Portoviejo.
ZENDINGSBLAD VAN DE GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Dominees op de zendingsvelden
JAARGANG 61 • NR. 345 • JANUARI 2015
VAN DE REDACTIE
Nieuw en toch oud
E
Door ds. J.M.D. de Heer
en nieuw jaar. Een nieuwe Paulus. Een nieuwe werk ruimte voor het zendings bureau in een gerenoveerd kantoor. Dat heeft voor hec tiek gezorgd! Met volle inzet van de redactie en het bureau –waarvoor hartelijk dank– verschijnt dan nu het eerste nummer van ons blad in een nieuwe opzet. En dat terwijl de zending niet uit is op vernieuwingen. Immers, het gaat om de oude opdracht om het Evangelie te verkondigen aan alle volken. Die boodschap is oud, omdat ze voortkomt uit Gods eeuwig welbehagen. Die boodschap is ook al tijd nieuw. Als Gods Geest het Evange lie toepast in het verslagen hart, wordt het oude Woord nieuw. ‘Mijn ziel zou nieuwe kracht ontvangen’, zo zingt de dichter daarvan. We zijn intussen blij een nieuwe Paulus te kunnen presenteren. Daar aan is een stevig proces voorafgegaan met veel denken en nog eens uitden ken. Wat willen we met Paulus? Hoe bereiken we dit doel het beste? Al deze vragen zijn doorgenomen met de nieuwe uitgever, BladenMakers. Een compliment is wel op zijn plaats hoe de
2
NIEUW!
ZGG JUNIOR KINDERKRANT
Je vindt ’m precies in het midden .
medewerkers onze doelen en randvoor waarden hebben opgepikt en verwerkt. In het vorige nummer van Paulus is daar het een en ander over uitgelegd. Een paar veranderingen vallen op. De meditatie bijvoorbeeld staat niet meer op pagina twee. De praktijk leert dat de attentiewaarde van de meditatie groter wordt als hij verderop in het blad staat. Een eerste pagina dient meer als kennismaking dan als inhoudelijke bezinning. En juist die inhoudelijke bezinning is en blijft voor Paulus be langrijk. Als redactie hopen we ook dat onze lezers de grotere aandacht voor kin deren oppakken. We zouden het mooi vinden als kinderen van jongs af aan betrokken raken bij het zendingswerk. Eenvoudige middelen kunnen een zen dingsvuur in het hart doen branden. Natuurlijk is het voor de redactie best een beetje spannend hoe de nieu we Paulus wordt ontvangen. Als u een klacht hebt over de leesbaarheid, meld het dan. Vragen over het zendingswerk zijn ook welkom, de redactie wil die graag in Paulus beantwoorden. Het is ons hartelijke uitzien dat het zendingswerk ook in het nieuwe jaar zijn voortgang zal hebben. De Heere gedenke en sterke daartoe alle zen dingswerkers. Verschillende (aanstaan de) vacatures konden worden vervuld. Andere, langdurige lege plaatsen wach ten, ja roepen om vervulling. Want de oogst is groot.
P A U L U S
J A N U A R I
2 0 1 5
IN DEZE PAULUS
10 Leren van de Nigeriaanse kerk Na vijftig jaar zendingswerk is er veel veranderd in Nigeria. De eerste werker was een evangelist die het Woord van de Heere mocht brengen. De (voor dit moment) laatste werker is een consultant die de zusterkerk ondersteunde bij het functioneren van het kerkelijk bureau. Ook dat is zendingswerk. In gesprek met zendingsechtpaar Dick en Marja Korpel op pagina 24.
‘Wat vindt de kerk, hermano?’ Het woord catechisatie klinkt nogal rooms in Ecuador. Mensen moeten er ook erg aan wennen, zo merkt evangelist Van Olst. En dat terwijl dit onderwijs zo belangrijk is. Inmiddels wordt er heel wat afgestudeerd op de zendingsposten. Dat blijkt wel uit gesprekken aan de catechisatietafel.
Iedereen kent wel de begrippen diaconaat en diaconie. Hoe krijgen deze vorm op het zendingsveld?
Aanschuiven bij catechisatie in Portoviejo op pagina 28.
Evelien Smit verdiepte zich in de beleidsnotitie Zending en Diaconaat.
De dag van...
EN VERDER
Ze bekleden dezelfde functie, maar de omstandigheden zijn sterk verschillend. Maak kennis met de heren B.W. Drost en J.N. Nwagu. Beiden zijn directeur van het kerkelijk bureau. De één in Nederland, de ander in Nigeria. Hoe dienen zij de kerk? Wat zijn de overeenkom sten en verschillen in hun takenpakket?
4 In zicht 6 Komen en gaan 7 Onder de aandacht / In het land 8 Van het thuisfront: Vogelhuisjes van Eddy 16 Reisverslag 17 Meditatie 18 Project Uitgelicht 23 Historie 27 Column: Moeders met missie 30 Acht dominees op de velden 36 Financieel 37 ZGG-webwinkel 38 Lezers schrijven 39 Colofon 40 Column: Op de achterkant
U leest het op pagina 34.
J A A R G A N G
6 1
•
N R .
3 4 5
3
IN ZICHT
Onderkomen van Roma (zigeuners) net buiten Tirana.
Het wonen in Albanië is niet te vergelijken met Nederland. Het landschap is anders, maar ook de manier van bouwen. Heel veel huizen zijn nog niet afgebouwd. Foto’s en tekst zendingswerkers Albanië Bewerking Jacoline van den Dool
De huizen worden gebouwd van het geld dat de mensen beschikbaar hebben en als er geen geld meer is, stopt de bouw. Zodra er weer geld is, gaat de bouw verder. De mensen zien het ook meer als belegging voor de toekomst. Zeker in de grote steden zie je nog veel woonblokken uit de communistische tijd: grauwe gebouwen die slecht onderhouden zijn. Die gebouwen proberen ze tegenwoordig wat op te vrolijken met kleuren. In de buitenwijken en gebieden zie je veel vrijstaande huizen. Dit zijn vaak grote en ruime huizen waar soms drie generaties bij elkaar wonen. De tuinen rondom de huizen zijn hier meer praktisch: de grond wordt gebruikt voor het verbouwen van groenten en voor fruitbomen.
Hoewel de benedenverdieping nog niet klaar is, woont men er al.
4
Een blik over een gedeelte van Tepelenë.
De bouw van een huis gaat er hier wel anders aan toe dan in Nederland.
P A U L U S
J A N U A R I
2 0 1 5
De woningen tegen een berg bij Dhërmi.
ntrum ing in het ce eel bebouw V gbouw. is oude hoo van Durrës
Er kan altijd nog een verdieping op in de toekomst, dus laat men het betonijzer staan.
Voor de hele familie is ruimte onder één dak.
Een huisje zonder enige luxe; afgelegen, de mensen zijn er op zichzelf aangewezen.
J A A R G A N G
6 1
•
N R .
3 4 5
5
KOMEN EN GAAN
Albanië Terug na verlof Nellie en Ineke Keijzer (15 maart 2015)
Ecuador Verlof Familie Seppenwoolde (21 februari t/m 7 mei 2015) Familie Elenbaas (23 februari t/m 11 mei 2015)
FAMILIE NOORDHOEK UITGEZONDEN VOOR MAF Wie: Corné en Marieke Noordhoek Naar: Papoea Nieuw Guinea Werk: Piloot voor MAF
Na een lange tijd van voorbereiding zijn Corné en Marieke Noordhoek uit Bodegraven, met hun vier kinderen, op 20 november 2014 uitgezonden voor MAF. Het gezin wordt voor een gedeelte financi eel ondersteund vanuit het projectenfonds van ZGG. Begin december vertrokken ze naar Papoea Nieuw Guinea. Dat is een land dat grenst aan de Indonesische provincie Papoea waar onze zusterkerk actief is. Na een inwerkperiode zal Corné als piloot aan het werk gaan. We wensen hen veel sterkte en Gods zegen over hun werk.
Al langere tijd staan er vacatures open, vooral in Guinee en Ecuador. Hoe komt het dat het zo moeilijk is om voor deze open plaatsen evangelisten te benoemen? De opdracht is duidelijk: ‘Gaat dan henen, onderwijst al de volken…’ Stelt de opdracht ons niet schuldig? Weegt voor ons de nood van onbereikte mensen nog wel? Heeft het een plaats in ons gebed? Ook al weten wij niet hoe de weg verder zal gaan, toch staat vast dat God door alles heen de eer en de heerlijkheid zal ontvangen. Hij zál Zijn kerk vergaderen, ook van de einden van de aarde.
6
P A U L U S
J A N U A R I
2 0 1 5
ONDER DE AANDACHT
IN HET LAND
ZENDINGSDIENSTEN
Op de hoogte blijven van de zending?
De komende tijd wordt een aantal zendingsdiensten gehouden. De diensten vangen aan om 19.30 uur.
16 april 2015 Aagtekerke door ds. B.J. van Boven
Via ons zendingsblad Paulus houden we u op de hoogte van het werk op de velden en van het thuisfront. Vaak is er tussen het verschijnen van Paulus ook veel nieuws te melden. Dit doen we op onze website www.zgg.nl. Wilt u tussentijds ook op de hoogte blijven? Meldt u dan aan voor de e-mailnieuwsbrief via onze website.
20 mei 2015 Oud-Beijerland door ds. J.M.D. de Heer
22 juli 2015 Rhenen door ds. G.J.N. Moens
ACTIVITEITEN EN BIJEENKOMSTEN
Psalmzangavond met bovenstem Zaterdag 31 januari 2015 Aanvang: 19.30 uur Adres: Rehobothkerk, ds. G.H. Kerstenstraat 2, Tholen Orgel: Bram Bout en Peter Wildeman, inleiding op de psalmen: ds. S. Maljaars en ds. P.D. den Haan. Appelwoord: J.W. van Toor. Toegang vrij, collecte voor ZGG.
Zing jij mee? Op zaterdag 31 januari 2015 wordt in de Rehobothkerk in Tholen (ds. G.H. Kerstenstraat 2) een kinderzangmiddag gehouden. Ben jij tussen de 6 en 15 jaar oud? Je bent vanaf 13.00 uur welkom. Om 15.00 uur zijn ook je ouders, opa en oma, broers en zussen welkom om mee te zingen. Tijdens de middag wordt ook een zendingsverhaal verteld.
Meditatieve muziek- en zangavond
Kom je ook? Geef dan je naam en met hoeveel mensen je komt door via e-mailadres
[email protected].
Zaterdag 7 februari 2015 Aanvang: 19.30 uur Adres: Julianakerk, Mauritsweg 286, Dordrecht Toegang vrij, collecte voor ZGG.
Na de kinderzangmiddag wordt ’s avonds in deze kerk een psalmzangavond met bovenstem gehouden. Kijk voor informatie op: www.zgg.nl/activiteiten.
Kijk voor actuele informatie over bovenstaande en andere activiteiten en bijeenkomsten op www.zgg.nl/activiteiten.
J A A R G A N G
6 1
•
N R .
3 4 5
7
VAN HET THUISFRONT
Vogelhuisjes van Eddy Eddy Bronkhorst uit Uddel bouwt en verkoopt mooie vogelhuisjes en nestkastjes. Dat blijkt een lucratieve inkomstenbron voor zending en gehandicaptenzorg.
Cadeautip
Door Jan van Leeuwen
E
en klein bordje staat er langs de Harderwijkerweg 82 in Uddel: Vogelhuisjesfabriek Eddy. Nadat de luid blaffende hond ons begroet heeft, worden we in de gezellige huiskamer van fa milie Bronkhorst uitgenodigd. De licht verstandelijk gehandicapte Eddy komt even later binnen, net terug van z’n werk. Na een kopje koffie nodigt Eddy ons uit in zijn fabriek en showroom. Hij licht toe: ‘Henk Fraanje zaagt voor mij het hout op maat. Daarna timmer ik de vogelhuisjes in elkaar.’ De kwali teit van de huisjes wordt gewaarborgd door Henk of Eddy’s vader. ‘Alleen als
8
een huisje goed in elkaar zit gaat deze de verkoop in,’ licht vader Bronk horst toe. De helft van de opbrengst is bestemd voor ZGG en de andere helft voor Adullam. Vorig jaar leverde de verkoop een flink bedrag op voor de zending. Bent u in de buurt van Uddel, dan bent u tussen 16.30 en 18.00 uur van harte welkom om een vogelhuisje te kopen. Op deze manier draagt u een steentje bij aan het zendingswerk. Voor informatie of een afspraak belt u naar familie Bronkhorst, telefoon 0577-401520.
P A U L U S
J A N U A R I
2 0 1 5
Minder postzegels?
Merkt u ook dat u minder postzegels ku aantal jaar ge nt sparen dan leden? Wij in een ie der geval wel we ook een an . Daarom lan dere manier va ce ren n sparen voor van lege cartri ZGG: het spar dges, toners en en oude (werken telefoons. De de) mobiele cartridges en toners levere ze van de beke n alleen geld nde merken* op als zijn en niet al gevuld zijn. N een keer opn eem voor de ieuw spaarmogelijk de plaatselijk heden contact e zendingsco op met mmissie. Nat langsbrengen uurlijk kunt bij het zendin u ze ook gsbureau. De koffie staat kl aar! O
verigens levere n postz zending. Gaat u egels nog wél geld op voor de vooral door met sparen!
* denk aan or iginele cartri dges en toners van H P, Canon, Brot he r, Epson, Samsu ng en Lexmar k
rs Bestel de inzamelsticke op op www.zgg.nl/websh ’) en help mee!
Zendingswinkeltje Stolwijk verhuisd Familie T.J. de Heer van het zendingswinkeltje Stolwijk is verhuisd. Voor de zending verkopen zij nog steeds preken- en vertelcd’s. Voor informatie of het aanvragen van een catalogus neemt u contact op met T.J. de Heer, Vliegersvelderlaan 49, 3771 VA Barneveld. Telefoon 0342-701348 of e-mail tjdeheer@ solcon.nl.
We ontvingen postzegels van de zendingscommissies uit Den Helder, Emmeloord, Hoofddorp, Nieuw-Beijerland, Rijssen en Zoetermeer. In totaal was dit 100 kg.
Goudse zendingsmarkt zoekt Airmiles
Guldens blijven welkom!
aantal Airmiles dat u wilt geven. Daarna bevestigt u de overboeking. DE-punten stuurt u naar ZGG, Postbus 232, 3440 AE Woerden. De markt wordt gehouden vanaf 9.00 uur op het terrein van het Driestar College te Gouda, Ronsseplein 1. V oor meer informatie kijkt u op www.zendingsmarkt-gouda.nl.
J A A R G A N G
Zoekt u een cadeautje, onderkleding, kaarten, boeken of speelgoed? Neem dan eens een kijkje bij een van de zendingswinkels bij u in de buurt. Kijk voor de adressen op www.zgg.nl/zendingswinkels en steun met uw aankoop het zendingswerk!
Postzegels
(onder het kopje ‘Diversen
Op zaterdag 11 april 2015 orga niseert de zendingscommissie van Gouda de dertigste zendingsmarkt, een begrip in de regio. Om een breed aanbod van artikelen te hebben, is de commissie op zoek naar Airmiles en Douwe Egberts punten. Hebt u Airmiles of DE-punten? Doneer ze dan nu aan de Goudse commissie. U doneert als volgt: Log in op de website van Airmiles en kies onder mijn Airmiles voor overboeken. Vul vervolgens kaartnummer 100786936 in en het
Zendingswinkels van ZGG
6 1
•
N R .
3 4 5
Nog steeds worden Nederlandse guldenbiljetten en VVV Cadeaubonnen ingestuurd! Stuurde u iets in? Hartelijk dank! Hebt u ook nog Nederlandse gulden biljetten, munten of VVV Cadeaubonnen liggen? Steun daarmee het zendingswerk en stuur ze zonder postzegel naar ZGG, Antwoordnummer 2176, 3440 VB Woerden. Op verzoek geven we een giftverklaring van de (tegen)waarde.
9
B E L E I D : D I AC O N A AT
Iedereen kent wel de begrippen diaconaat en diaconie. Hoe krijgen deze vorm op het zendingsveld? Door Evelien Smit
10
P A U L U S
J A N U A R I
2 0 1 5
Diaconaat De dienst van bijbelse barmhartigheid op het zendingsveld
J A A R G A N G
6 1
•
N R .
3 4 5
11
B E L E I D : D I AC O N A AT
ZGG JUNIOR ZGG JUNIOR
NOTITIE Het onderwerp van dit artikel is door het deputaatschap doordacht en vastgelegd in de beleidsnotitie Zending en Diaconaat. De hoofdlijn van deze notitie is weergegeven in dit artikel.
Jullie weten dat een zendeling naar een ver land gaat om de mensen te vertellen uit de Bijbel. Veel mensen zijn arm. De Heere wil dat we van hen houden en hen helpen. Daarom worden ze bijvoorbeeld geholpen om te leren lezen en schrijven. Dat is belangrijk. Zo kunnen ze zelf de Bijbel lezen. En als je kunt lezen kun je ook vaak beter werk krijgen. Dan verdienen ze dus meer en kunnen zij weer mensen helpen die armer zijn.
D
e term diaconaat is de samenvatting van alles wat met de dienst van bijbelse barmhartigheid te maken heeft. Het be treft dus al het werk waarin de christe lijke gemeente zorgend en dienend bezig is. Daarom is er verschil in diaconaat en algemeen ontwikkelingswerk. Zelfs verschilt diaconaat van het werk dat door (chris telijke) stichtingen en verenigingen wordt gedaan. Kernwoorden die met diaconaat te maken hebben zijn liefde, barmhartigheid en gerechtigheid. Liefde omdat de christen zich geroepen weet om steun en hulp te bieden aan hen die geen helper hebben. Barmhartigheid noemen we ook wel de gestalte van de liefde. Het gaat niet om bewogenheid zonder meer, maar om concrete daden. Gerechtigheid heeft te maken met het opkomen voor de arme en de behoeftige. De rechtvaardige ontfermt zich over de arme en doet hem recht.
Er is niet allereerst geld nodig, maar een mens
12
Grondhouding Deze kernwoorden wijzen naar de grondhouding van de christelijke gemeente. Ware barmhartigheid, liefde en gerechtigheid komen niet uit het hart van een natuurlijk mens voort. De natuurlijke mens is gericht op zichzelf. Het zijn vruchten die in Christus volmaakt zijn vervuld. Persoonlijke wedergeboorte is nodig om deze gaven uit te delen. Zowel in het Oude als Nieuwe Testament wordt opgeroepen tot deze gestalte: ‘Is het niet, dat gij de hongerige uw brood meedeelt, en de arme verdreve ne in huis brengt?’ (Jes. 58: 7a). Hoe indringend is de boodschap van de Heere Jezus in Mattheüs 25 waar tot de rechtvaardigen wordt gezegd: ‘Ik ben krank geweest en gij hebt Mij bezocht, Ik was in de gevan
P A U L U S
J A N U A R I
2 0 1 5
genis en gij zijt tot Mij gekomen.’ Maar tot degenen aan Zijn linkerhand wordt gezegd: ‘Ik ben dorstig geweest en gij hebt Mij niet te drinken gegeven, Ik was een vreem deling en gij hebt Mij niet geherbergd.’ Daarom is de vraag hoe we omgaan met diaconaat zo belangrijk
Rijstchristenen In de praktijk staan zendingswerkers vaak voor dilemma’s. De nood van hen onder wie wordt gewerkt, is vaak groot en de mogelijkheden om te helpen zijn beperkt. Dat leidt tot de vraag in hoeverre zendingswerkers helpen moeten en kun nen, wie ze moeten helpen en op welke manier. Het is niet mogelijk om alle noden en tekorten waarmee men wordt gecon fronteerd weg te nemen. Hoe maakt de werker dan afwegingen? Soms merkt de zendingswerker dat mensen alleen betrokken zijn vanwege de ondersteuning die ze ontvangen. Er is dan geen honger naar het Woord, maar alleen honger naar brood of naar rijst. Daarom wordt in dat verband dan ook wel de term ‘rijstchristenen’ gebruikt. We moeten hier bij wel voorzichtig zijn met ons oordeel. Soms is de letterlijke honger erg groot. Dat moet ons bescheiden maken en zeker niet veroordelend.
Ongelijkheid De ervaring van werkers is dat zolang de zending veel materiële hulp biedt, de
diaconale houding en het daadwerkelijk hulpbetoon van de zendingsgemeen ten vaak niet van de grond komt. Het bijbelse gemeentediaconaat krijgt dan dus geen ruimte om zich te ontwikke len. Sterker nog, bestaande plaatselijke structuren om ondersteuning aan armen te bieden worden verbroken. Dat is een zeer ongewenste ontwikkeling. In vergelijking met de mensen onder wie wordt gewerkt, zijn zendingswer kers rijk te noemen. Al is het maar omdat zij de mogelijkheid hebben naar het (rijke) Westen terug te keren. De ongelijkheid is enorm. Geld maakt machtig, dat is een gevaar waarvoor de zendingswerker beducht moet zijn. Rijkdom kan, begrijpelijk, de begeerte bij de bevolking opwekken om ook rijk te worden. Dat leidt tot afhankelijkheid van de zendingswerker.
Soberheid Om deze risico’s zoveel mogelijk te vermijden, is het belangrijk dat een zendingswerker eenvoudig en sober leeft. Maar wat in Nederland als sober geldt, is in veel landen een leven in overvloed. Het is niet mogelijk een algemeen geldende lijn voor te schrij ven. Altijd zullen er keuzes gemaakt moeten worden in de plaatselijke situatie. Biddend, luisterend naar het Woord, gewetensvol en kijkend naar de plaatselijke omstandigheden en behoeften in een bepaalde situatie. Het doel moet altijd zijn dat er geen sprake is van een belemmering in het zendingswerk, maar dat de levensstijl mee mag werken tot bevordering van het Evangelie. Ook bij de opleiding van zendingswerkers is dat een belangrijk onderwerp.
Diaconaat is een voluit kerkelijke dienst en vraagt om onderwijs uit het Woord.
HISTORISCHE ONTWIKKELING In het verleden gingen zending en diaconaat vaak gelijk op. De landbouwkundige, de verpleegkundige en de alfabetiseringswerker werkten zij aan zij met de uitgezonden evangelisten. Tegenwoordig is deze relatie minder vanzelfsprekend, omdat het werk van de landbouwkundige en verpleegkundige veelal door lokale mensen wordt verricht. Er was soms weinig aandacht voor het feit dat de jonge zendingsgemeenten zelf diaconaal dienden te zijn. De zending zorgde immers wel voor geld en overige ondersteuning? Dit heeft ertoe geleid dat tegenwoordig veel kritischer wordt gekeken naar de uitvoerende kant van het zendingswerk. Ook is er een nadrukkelijker scheiding tussen woordverkondiging en diaconaat. Dit hangt wel af van de situatie op het veld. In de gebieden waar nog geen kerk is, bijvoorbeeld in Guinee, is de situatie anders dan waar zendingsgemeenten zijn ontstaan, zoals in Ecuador of Albanië. Daar leren leden van de zendingsgemeenten zelf om diaconaat een plaats te geven in het gemeente-zijn.
Christenen hebben de roeping in deze gebroken wereld iets van gerechtigheid te laten zien J A A R G A N G
6 1
•
N R .
3 4 5
13
B E L E I D : D I AC O N A AT
Vier lijnen in het diaconaat Bij het nadenken over diaconaat zijn vier uitgangspunten belangrijk. Laten we ze kort bezien.
1
Diaconaat is altijd nauw verbonden aan de Woordverkondiging. De daad is daarbij onder steunend. Paulus schrijft: ‘Het geloof is door het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods.’ De Heere wil de verkondiging zo zegenen dat men sen tot geloof komen. Dat zal vruchten afwerpen. Er zal een gemeente komen die oog heeft voor kwetsbaren in de samenleving, die zieken en armen troost en bijstaat in materiële nood. Zon dag 32 van de Heidelbergse Catechismus spreekt over het winnen van onze naasten voor Christus door onze godzalige wandel. Daarom kunnen we diaconaat in de zending ook niet wegdenken.
4
2
Diaconaat is dienen. Paulus houdt in de brief aan de Filippenzen de dienstknechtsgestalte van Christus als een voorbeeld aan de gemeente voor (Fil. 2: 5-7). In Handelingen wordt geschreven over de eerste christengemeente die één hart en één ziel was, waarin niemand zei dat iets wat hij had van hem was, waarin niemand gebrek had, en waar aan iedereen werd uitgedeeld wat nodig was (Hand. 4: 35).
3
Het derde uitgangspunt is dat diaconaat een voluit kerkelijke dienst is. Diaconaal bezig zijn vraagt om onderwijs uit het Woord. Wat wordt ons geleerd over het naar elkaar omzien, het op de hoogte zijn van de noden van mensen in de omgeving en het zoeken naar middelen om hierin iets te betekenen? Diakenen verzamelen en bewaren de midde len, en hebben de opdracht om die uit te delen met onderscheidings
vermogen en voorzichtigheid. Daarbij spreken ze troostrijke redenen uit het Woord. Ook daaruit blijkt dat de daad het Woord mag ondersteunen.
Ten slotte bezien we diaconaat in het licht van het Koninkrijk van God. In het Oude Testament lezen we op verschillende plaatsen de oproep tot het doen van gerechtigheid. Wanneer het volk de armen en behoeftigen aan hun lot overlaat, verwekt het Gods toorn over hen. Bij een volk waar de Heere Koning is, hoort vrede en welzijn te heersen. Dit wees heen naar de Vredevorst Die nog komen moest. Christenen hebben de roeping in deze gebroken wereld iets van die gerechtigheid te laten zien in hun woorden, maar zeker ook in hun daden. Als het goed is, maakt hen dat tegelijkertijd ook verlangend naar ‘nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont’ (2 Petr. 3: 13).
Zaterdagmorgen hadden we ook een kerkdienst. Het was first fruit, waarop iedereen de eerstelingen van de oogst brengt. Vorig jaar was het vanwege de overstromingen een zielig hoopje eten voor in de kerk, maar nu een geweldige berg. Er zijn nog steeds mensen die niet veel te eten hebben, maar de kerk heeft nu weer wat om uit te delen. Het was prachtig om de stralende gezichten te zien. Mensen zijn echt blij en laten dat ook zien.” (Rondzendbrief Alie Buijert, Nigeria, september 2013)
14
P A U L U S
J A N U A R I
2 0 1 5
Soorten diaconaat ZGG maakt onderscheid tussen verschillende soorten diaconaat. Onderscheiden worden: gemeentediaconaat, projectdiaconaat en institutioneel diaconaat. Hiernaast worden deze kernwoorden nader toegelicht.
Gemeentediaconaat
In het proces van het ontstaan van een gemeente richt de zending zich aller eerst op het gemeentediaconaat. Het gaat daarbij niet om het ‘grote geld’ van de zending, maar juist om het veelal ‘weinige geld’ dat uit de gemeente zelf opkomt. Het wordt gebruikt voor ma teriële hulp zoals de zorg voor elkaar, het dragen van elkaars lasten. Er is niet in de eerste plaats geld nodig, maar een gezicht, een mens die naar zijn mede mens omziet. ZGG wil diaconale initiatieven zoals armoede- en werkloosheidsbestrijding waarin vaak grote bedragen omgaan, bewust scheiden van het gemeentedia conaat zoals dat een plaats heeft in de plaatselijke gemeente. Het diaconaat in zendingsgemeenten moet binnen de gemeente gericht zijn op de groei van diaconaal besef in de gemeente zelf, en moet haalbaar zijn in die plaatselijke omstandigheden. De eigen verant woordelijkheid en de middelen die de gemeente zelf kan opbrengen moeten het uitgangspunt zijn. In een pioniersfase in gesloten gebieden lopen Woord en daad meer door elkaar heen, waarbij het onderscheid moeilij ker te maken is. Maar zodra gemeenten ontstaan, zal het diaconaat in de eerste plaats gedragen moeten worden door de plaatselijke kerk. Ook dan houdt ZGG wel de mogelijkheid open om werkers voor bijvoorbeeld gezondheidszorg uit te zenden om dit werk te ondersteunen.
Projectdiaconaat
In sommige situaties is het niet mo gelijk om het diaconaat binnen een (zendings)gemeente een plaats te geven. Dan ziet ZGG het als haar plicht om het zendingswerk te ondersteunen met projectdiaconaat. Een project voorziet in
J A A R G A N G
6 1
•
N R .
3 4 5
een bepaalde nood en kan laten zien dat de boodschap van het Woord gemeend is: dat er ook oog is voor de nood van de naaste. Het moet herkend worden als een daad van liefde, barmhartig heid en gerechtigheid die het Woord ondersteunt. Niet de gever, maar de boodschap moet daarom centraal staan. De eigen verantwoordelijkheid van de deelnemers wordt daarbij niet vergeten. Ze dragen bij in de kosten of helpen mee met bepaalde taken die aan het project verbonden zijn. Zo voelen zij zich mede verantwoordelijk.
Institutioneel diaconaat
Het zal duidelijk zijn dat ZGG onmo gelijk aan langdurige ontwikkeling van een gebied kan doen. Dat is meer de taak van de overheid of van ontwikke lingshulporganisaties. Als de zending toch van mening is dat grootschalige hulp dringend nodig is, wordt overlegd met diaconale organisaties, bij voorkeur met het deputaatschap voor Bijzonde re Noden. Te grote verstrengeling van belangen van de zending en een andere organisatie moet daarbij voorkomen worden. Zendingswerk moet niet ver troebeld worden door onduidelijkheid over de rol van de zendingswerker. De kerk is een ander lichaam dan een stichting en zeker hier speelt het grote gevaar dat men zich bekeert tot de kerk om maar geholpen te worden. Alfa betiseringswerk en onderwijs hebben in dit verband wel een eigen karakter. Dat werk biedt veel mogelijkheden om de doelgroep bekend te maken met het Woord en is daardoor nadrukkelijker aan het kerkenwerk verbonden dan het op het eerste gezicht lijkt. Omzien naar elkaar. Dat is het wezen van het diaco naat. Al is de gave maar een beker koud water (Matt. 10: 42).
15
REISVERSLAG
Op bezoek bij Gereja Jemaat Reformasi di Papua
Lastige boodschap We waren enkele dagen in Indonesië en er was genoeg te bespreken. Een zelfstandige zusterkerk moet steeds onafhankelijker worden van de Nederlandse financiële steun. Door P. Eikelboom
O
ns laatste bezoek aan zusterkerk GJRP (Papoea) had een ander karakter dan voorheen. Deze keer zijn we op reis gegaan met de opdracht om over twee thema’s te spreken. In de eerste plaats over de wens van het deputaatschap om de relatie te hernieuwen. In de tweede plaats om veranderingen voor te stellen in de financiële steun die aan de kerk wordt ver leend.
Correspondentieband Al langere tijd wordt nagedacht over mogelijk heden tot verdieping van de correspondentieband. Omdat de afstand groot is, komt het te weinig tot een inhoudelijk gesprek over onderwerpen die ons als kerken bezighouden. We hebben tijdens ons be zoek gevraagd aan de kerk om samen na te denken over die onderwerpen. Om het te laten komen tot een uitwisseling denken we bijvoorbeeld aan het organiseren van een conferentie waarin de bezoe kende delegatie van een zusterkerk ambtsdragers van onze gemeenten rond een thema ontmoet. Deze ontmoetingen worden om de paar jaar afwis selend op Papoea en in Nederland georganiseerd. Hetzelfde willen we met de kerk in Nigeria doen. We hopen dat deze ontmoetingen geestelijke ver bondenheid en herkenning geven.
Financiën Het andere thema betreft de financiën. In de
16
P A U L U S
afgelopen jaren is er vaak met de GJRP gesproken over de besteding van geld. Nu kwam er een on derwerp bij, namelijk dat we onze steun geleide lijk willen gaan verminderen. Daar is veel voor te zeggen. Geld maakt gelijkwaardige reacties vrijwel onmogelijk. Ook komen er lokaal langzamerhand meer middelen beschikbaar. De GJRP wil boven dien zelf bepalen hoe zij haar middelen aanwendt. Daar horen wij geen partij bij te zijn. Daarom vermindert ZGG stapsgewijze de financiële steun en zal deze in de loop van de tijd steeds verder verschuiven van de speerpunten die ZGG belang rijk vindt naar doelen die de kerk binnen goede afspraken zelf bepaalt.
Nigeria Het verminderen van steun ligt moeilijk. Ook in Nigeria, waar over hetzelfde thema is gespro ken, is dat zo. Er zijn heel wat vragen gesteld en bezwaren genoemd. Wij westerlingen kunnen die niet altijd goed taxeren. Daarom was het waarde vol dat de zendingswerkers D. Kroneman (Papoea) en D.K. Korpel (Nigeria) bij beide bezoeken betrok ken waren. De constructieve en openhartige houding van beide kerken heeft bij ons een positieve indruk nagelaten. Hoewel het voor problemen plaatst, is gelijkwaardigheid voor hen een groot goed. Wij zien ernaar uit volgend jaar verder met elkaar te spreken. Het is goed om als broeders van hetzelfde huis samen op te trekken.
J A N U A R I
2 0 1 5
Wij wester lingen kunnen de bezwaren niet altijd goed taxeren
M E D I TAT I E – D S . A . A . B R U G G E , E D E
‘Ziet onder de heidenen, en aanschouwt, en verwondert u, verwon dert u, want Ik werk een werk in ulieder dagen, hetwelk gij niet geloven zult, als het verteld zal worden. Want ziet, Ik verwek de Chaldeeën, een bitter en snel volk, trekkende door de breedten der aarde, om erfelijk te bezitten woningen die de zijne niet zijn.’ Habakuk 1: 5, 6
De heidenen als roede
In 2015 staan we stil bij het bijbelboek Habakuk aan de hand van de thema’s: n De heidenen als roede n Leven door het geloof n Vervuld door Gods heerlijkheid n Een zwijgende aarde n Bede om ontferming
D
e Koning van de Kerk heeft gesproken: ‘In de wereld zult gij verdrukking hebben’ (Joh. 16: 33a). Hij spreekt over wat de Zijnen zal wedervaren. Die verdrukking is er ook vandaag. Die tegenstand is begonnen na de zondeval. De tekst neemt ons mee naar de 7e eeuw voor Christus. Na de slag bij Karchemis is Egypte verslagen en Babel oppermachtig geworden. Dit zal gevolgen hebben. Jeruzalem zal vallen en het volk van Juda in ballingschap worden weggevoerd. Habakuk vraagt in de verzen 2 tot 4 waarom toch het onrecht zegeviert en men God veracht. Het krenkt hem in zijn hart dat de Heere dit vergeten van Hem laat voortbestaan. Diep in zijn hart weet hij dat het goed is de Heere te vrezen. Hij weet ook van de leegheid van een leven buiten God. In de verzen 5 tot 11 zet de profeet uiteen dat de Heere Juda’s zonden zal straffen en daarvoor de Chaldeeën zal gebruiken.
Ballingschap
Maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen
Het volk is druk met hun dagelijks leven, hun eigen idee waaruit gods dienst bestaat. Maar het heeft geen besef dat hun denken en doen helemaal is vermolmd door een godsdienst die in het geheel niet meer naar God kan verwijzen. De tijdgeest doet zijn werk, men is niet meer weerbaar. Vertrou wen wordt gesteld op hun visie op het wereldgebeuren, maar ondertussen ontbreekt een afhankelijk leven aan de troon der genade. In vers 5 spreekt Habakuk dat men het pas zal geloven als men het ziet. De legers van Nebukadnezar zullen Juda onder de voet lopen. Ze zullen Jeruzalem belegeren en voorafgaand aan de val van de hoofdstad al velen in bal lingschap wegvoeren. Maar het zwaarste zal zijn dat uiteindelijk met Psalm 79 waar zal worden: ‘Getrouwe God, de heid’nen zijn geko men; Zij hebben stout Uw erfland ingenomen; Jeruzalem, de tempel, Uw altaren, ’t Ligt al verwoest door die geweldenaren. Uw knechten zijn geveld door hun verwoed geweld.’
Verdrukking De Koning van de Kerk heeft meer gesproken dan: ‘In de wereld zult gij verdrukking hebben.’ Hij bemoedigt Zijn kinderen: ‘Maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen.’ Daarom zal de ballingschap en alle leed dat ermee samenhangt niet het laatste woord hebben. Dit leed is het gevolg van het tergen en verachten van de Heere. Niet mensen en om standigheden, maar de Heere regeert. Hij stuurt naar het door Hem bestemde doel. Naar Gods welbehagen, om het rantsoen van Christus, zal Zijn werk doorgaan. En dat tot aan het uiterste der aarde.
J A A R G A N G
6 1
•
N R .
3 4 5
17
PROJECT UITGELICHT
07 rk 4.1 nië we lba gd A u , e J J O enë /mnd PR pel p T Te A ,00 W 50 eer te 2 R A € k n L WA e g9 EE no rver EV O e H s e r T EC
18
1
Tienerwerk in Tepelenë
I
n Tepelenë komt elke dinsdag en vrijdagmiddag een groep tieners bij elkaar. Zij krijgen lessen uit de Bijbel en doen met elkaar ver schillende (spel)activiteiten. Hieraan zijn natuurlijk kosten verbonden. Bijvoorbeeld voor het vervaardigen van lesmateriaal, knutselwerkjes en consumpties. Ook wordt er elk jaar een uitstapje georganiseerd waar
P A U L U S
J A N U A R I
2 0 1 5
bij, zo mogelijk, contacten worden gelegd met andere christenjongeren in Albanië. Daarnaast brengt de werving van tieners voor de club en activiteiten kosten met zich mee.
ZGG heeft nog veel meer projecten! Nieuwsgierig? Kijk op www.zgg.nl/projecten
JUNIORK AT E R N VA N PAU L U S
ZGG Junior
Kinderkrant h f FgGgGgGgGgGgGgGgGgGH r?
Wie maakt de mooiste voorkant voor de volgende kee Kijk op pagina 4 en doe
mee
Thema
laat zie je Op deze p die bijna n a . de Moorm l worden za t p o gedo in? ze e d j ji Kleur
Water
Water is kostba ar. Op het zendingsveld ze ker. Ontdek wat zending en wat er met elkaar te maken hebben .
Hoe is dat op het zendingsveld? Als je thuis de kraan open doet, komt er helder stromend water uit. Dat kun je zo drinken. Misschien vind je het heel normaal. Toch is dit in veel landen niet gewoon. We nemen een kijkje in Ecuador en Oost-Azië
WATER OP HET ZENDINGSVELD wie WangFu (8 jaar) waar Oost-Azië bijzonderheid Sinds 2011
wie Familie Knapen waar Ecuador bijzonder Water zit in een
put onder grond
‘Zendingswerker kan heel blij zijn met het kostbare water’
D
e familie Knapen heeft in Ecuador een put onder de grond. Daar zit vaak een voorraad leidingwater in. Maar helaas is de put vaak leeg. Dit komt dan omdat de pompen van het water leidingbedrijf in de stad niet
werken. Bij voorbeeld om dat ze kapot zijn of er geen stroom is. En als ze dan water heb ben, moeten ze het eerst filteren (schoonma ken) voor dat ze het kunnen drinken. Zo kan een zendingswerker heel blij zijn met het kostbare water dat door een leiding stroomt. Ook kan een flinke regenbui er voor zorgen dat de hele tuin in een paar minuten onder water staat. Gelukkig schijnt daarna weer snel de zon.
H
‘Er is geen één fles water meer te koop. Wat nu?
et is vijf uur: WangFu rent uit school, door de nauwe Aziatische straatjes naar het kleine winkeltje van moeder. Wat heeft hij een dorst! Snel zal hij wat gekookt water uit de thermoskan in moeders beker en in die van zichzelf schenken. Hij loopt naar de hoek van het winkeltje. Onder de kassa pakt hij de thermosfles van de grond. Hé, wat is hij licht vandaag, er zit helemaal geen water in. Mama, waar is het gekookte water? Hij kijkt op. Hij ziet aan de grote rimpel boven moeders
kleine ogen dat ze bezorgd is. ‘WangFu, we kunnen vandaag geen water drinken. Er zit een gifstof in het stadswater. De overheid heeft gezegd dat we het niet meer kunnen drinken.’ Wat nu? Daar hoort hij vaders stem al: ‘WangFu, grote jongen, kun je me even helpen? We gaan snel met de bakfiets naar de supermarkt. Misschien verkopen ze nog water.’ Als ze in de supermarkt komen kijkt WangFu starend naar de lege schappen. Er is geen één fles water meer te koop. Wat nu?
Dit zijn de pompenmakers va n Garama. Vier vrien den met een eigen be drijfje. Wil je weten hoe dit bedrijfje is ontsta an? Bekijk dan de foto ’s op deze bladzijde en lees wat erbij staat.
1. Deze waterput had geen deksel. Op een dag ze
ZGG-zendingsland in het kort
viel er een klein kind in. Gelukkig verdronk niet. De eigenaar besloot wel dat er iets moest gebeuren. ‘We moeten een muurtje om de put bouwen met een deksel erop’, zei hij. ‘Dan vallen een er geen kinderen meer in.’ ‘Je kunt er ook nog de Bert elist evang stelde wen,’ touwpomp opbou is het Wit voor. ‘Dan krijg je heel schoon water en waterputten ook niet meer zo zwaar!’
2. De eigenaar van
de put ging pr at met z’n vriend en en. Ze bouwden een model van Lego en be ke het van alle ka ken nten. Ze bespraken ook wat het zou kosten en wat het zou opleve ren.
uit de rste water heel n 4. Toen hetmee ee , was ieder ar, ka el pomp kwa r o o v ben het k in blij. ‘We heb fl echt!’ Wie hij doet het water er schoon lit 35 n pen. m o draait, ka p en t naar bov per minuu
EEN VEILIGE WATERPOMP in Guinee
3. Na een maand besloot de eigenaar om samen met drie vrienden een touwpomp te bouwen op zijn waterput. Samen met Bert berekenden ze wat ze aan spullen nodig hadden. Daarna gingen ze knutselen. Het was niet mak kelijk voor de vier vrienden, maar al werkend leerden zij waarom schoon water zo belangrijk is. Ook leerden ze een touwpomp bouwen.
5. Vooral vrouwen en kinderen zijn blij met de touwpomp. Want het is hun taak om water te putten. Met deze touwpomp gaat dat sneller en makkelijker dan met een emmer aan een touw. En bovendien is het water vee l schoner.
Het weer in Guinee
In Guinee heb je twee verschillende seizoenen. Je hebt een droge tijd en een regentijd. In de regentijd zie je overal mensen op het land aan het werk. Vooral voor het verbouwen van rijst is water nodig. Rijst is het belangrijkste voedsel voor de mensen in Guinee. Tijdens de rijstbouw moet men er steeds voor zorgen dat er een laag van ongeveer tien centimeter op het land staat. Soms komt de regen heel laat of juist heel vroeg. Dit kan grote gevolgen hebben voor de oogst.
Wi l je meer informatie? Kijk eens op onze website www.zggjunior.nl en zoek op Guinee
Uit de Bijbel
J
ezus vraagt haar of Hij wat water kan krijgen om te drinken. Maar nee zeg, een Joodse man is toch een vijand! Hoe kan Hij haar dan om water vragen…? Maar hoor, dan zegt Jezus vriendelijk: ‘Als u wist Wie Ik ben, zou u Mij om levend water vragen, want dat kan Ik u geven. En dan zou u nooit meer dorst krijgen!’
Door J. van Dam
LEVEND WATER
Heel alleen zit de Heere Jezus bij een waterput in Samaria. Maar al gauw ziet Hij een Samaritaanse vrouw aankomen met een kruik. Zij komt water putten. Zou ze ook een beetje water voor de Heere Jezus willen putten?
Deze Man weet alles! Hij is vast een profeet. O, nu ziet zij hoe zondig zij is, hoe diep ongelukkig en verloren zij is door haar eigen schuld! Zou deze Man haar ook kunnen vertellen hoe zij gered kan worden? Ja hoor, want Hij zegt haar dat Hij Zelf de Messias is. De Zaligmaker. Hij is gekomen om ook haar te redden en gelukkig te maken. O, wat een liefdevolle Zaligmaker!
O, dat wil ze wel, maar ze begrijpt het toch nog niet goed. Daarom laat Jezus merken dat Hij alles van haar weet. Haar leven is heel zondig. Ze leeft met een vreemde man alsof ze getrouwd zijn. En dat heeft ze al met vijf andere mannen gedaan… Ze schrikt.
Nu weet zij wat het levende water is, dat Hij haar geeft. Een poosje geleden was de zonde, die zij liefhad nog koning in haar hart. Nu haat ze de zonde. Nu is Jezus Koning in haar hart. Voor altijd!
De opgaven van de puzzel pasten niet meer op de pagina! Ga naar www.zggjunior.nl/puzzel voor de opgaven. Klaar? Je vindt op de website ook de goede oplossing. Succes!
Om over na te denken: VRAAG 1 ‘… dan zou u nooit meer dorst krijgen’, zegt de Heere. Wat wil de Heere hiermee zeggen?
VRAAG 2 Noem eens één of meer psalmen, waarin het over dorst gaat.
DOE MEE!
PUZZEL
O
A
T
G
N
I
L
R
E
M
A
K
L
W
A
T
E
R
G
O
L
V
E
N
W
L
V
N
O
S
I
P
N
E
G
IJ
A
S
S
P
R
I
N
G
A
D
E
R
T
U
A
J
D
A
B
O
A
D
O
E
Ontwerp de voorkant van de volgende kinderkrant!
R
T
N
A
G
I
E
F
R
N
K
O
Het thema van die kinderkrant zal zijn: Vervoer. In de verschillende landen waar de zendingswerkers werken, worden verschillende vervoermiddelen gebruikt. In de volgende kinderkrant zullen we daar meer over lezen. Nu missen we alleen nog een voorkant. En jullie kunnen ons daarbij helpen!
V
E
E
R
T
I
G
L
O
O
S
B
Wat moet je doen?
A
P
R
T
T
E
M
E
J
T
E
O
T
T
E
T
H
S
R
S
O
T
Z
T
E R W R S T B I D N O H
E R P D E O E P E O O H N W O A T O U E U E M R N E K K E B Z T G T E N
Oplossing: ……………………………………..……………………………………..……………………………………………………
Teken, knip of plak een mooi vervoermiddel. Scan deze in of maak hier een mooie foto van. Stuur dit voor 30 januari op door te mailen naar:
[email protected]. Of via de post naar: Postbus 232, 3440 AE Woerden. Vermeld hierbij je naam, leeftijd en woonplaats.
Heel veel teken- en knutselplezier!
HISTORIE
In deze serie belicht ds. J.M.D. de Heer pioniers uit de zendingsgeschiedenis en gaat hij op zoek naar de lessen voor het zendingswerk van vandaag. Deze keer: Gregorius (ca. 239-325)
Dertien jaar in een diepe put Bartholomeüs en Thaddeüs waren de eersten. Dat zeggen de Armeense christenen tot op de dag van vandaag. Deze twee apostelen brachten het Evangelie van Christus’ sterven en opstanding in de Romeinse provincie Armenia. Maar de naam van Gregorius (van ongeveer 239 tot 325) wordt ook met ere genoemd. Dertien jaar zat hij om het geloof gevangen. Maar het Woord is niet gebonden. Door ds. J.M.D. de Heer
O
ver het leven van Gregorius doen verha len de ronde die meer op legendes lijken. Duidelijk is dat hij zijn Evangeliepredi king begon in een tijd dat christenen in Armenië werden vervolgd door de Ro meinse keizer. De koning van de provincie Armenia, Tiridates, was een trouw volge ling van de Romeinse keizer, zodat het christelijk geloof ondergronds ging. Toch voelde Gregorius een sterke drang om in zijn vaderland het Evangelie te verspreiden. Gregorius kreeg zelfs een functie aan het hof, maar toen werd ook ontdekt dat hij niet wilde meedoen met de verering van de heidense godin Anahit. Daarop volgde een langdurige gevangenschap in een diepe put. Opnieuw zijn de feiten omgeven door verhalen. Zo zou Gregorius de dertien jaar in de put hebben over leefd door de hulp van een vrouw die hem elke dag water en brood gaf. Aan het einde van deze periode werd koning Tiridates krankzin nig, doordat hij zich bedrogen voelde door de Romeinse keizer. Toen dacht men aan Gregorius. Hij predikte het Woord tot de koning, die zijn verstand weer terugkreeg. Daarmee komen we weer bij een feit dat vaststaat. In het jaar 301 liet de koning zich dopen en verklaarde hij het christendom tot staatsgodsdienst van Armenië. De tijd van vervolging was nu
J A A R G A N G
6 1
voorbij. Gregorius kreeg alle ruimte om het Evan gelie te prediken. Dat deed hij met grote ijver. Vele duizenden Armeniërs werden gedoopt in de grote rivieren van het land. Met grote beslistheid wiste het volk de sporen van het heidendom uit. Gregori us beschikte ook over organisatiekracht. Veel werk verrichte hij tot opbouw van de Armeense Aposto lische Kerk, waarvan hij zelf het hoofd (patriarch) werd. Gregorius vond het belangrijk dat het werk in de kerk in de landstaal gebeurde, zodat het echt een kerk van het volk zou zijn.
Vervolging Ook stimuleerde de patriarch het zendingswerk onder buurvolken. Toen Gregorius in 318 als hoofd van de kerk terugtrad, droeg hij het zendingswerk over aan een kleinzoon. Helaas werd deze ver moord terwijl hij preekte in een naburige provincie. Gregorius stierf, de geschiedenis ging voort. De Armeense kerk kreeg een wat geïsoleerde positie binnen het christendom, doordat het de besluiten van het conci lie van Chalcedon (451) niet aanvaardde. Door de verschrikkelijke vervolging van het begin van de twintigste eeuw werden Armeense christenen verstrooid over de hele wereld. De website van de hedendaagse Armeense kerk vertelt echter meer over het lijden van de martelaren dan over het lijden en sterven van de Middelaar. Dat is een pijn lijk gemis. Maar, als het Woord er nog is, is er ook het onderwijs over de Borg. Want dat Woord is niet gebonden.
•
N R .
3 4 5
23
IN GESPREK
Nigeria Reformed Church moet zelfstandig keuzes kunnen maken
Leren van de Nigeriaanse kerk
Dick Korpel en zijn vrouw Marja werden zes jaar geleden uitgezonden naar Nigeria. Nu zijn zij als laatste lange termijn zendingswerkers bij de NRC weer terug in Nederland. We gaan in gesprek met dit zendingsechtpaar. 24
P A U L U S
J A N U A R I
2 0 1 5
Z
Door Arco van Doleweerd
es jaar geleden had Dick Korpel nog een goedbetaalde baan. ‘Inhoudelijk had ik erg leuk werk. Toch gingen wij onszelf vragen stellen. Het voldeed niet, er moest meer zijn dan werken en promotie maken met als eindresultaat een goed pensioen en een mooi huis.’ Biddend om Gods leiding gingen Dick en zijn vrouw Marja op zoek. Een zoektocht die ein digde bij zendingswerk in Nigeria. Dick werd als consultant uitgezonden om de zelfstandi ge zusterkerk, de Nigeria Reformed Church (NRC), in Nigeria te adviseren. ‘Dat werkte tot op zekere hoogte goed. De kerk kon mijn hulp inroepen als men dit nodig vond en ik bemoei de me zo min mogelijk met zaken waar de kerk geen advies over vroeg. Dat was wel eens moeilijk, vooral als je iets zag gebeuren dat in je eigen ogen beter kon. Daarnaast was ik ouder ling in een van de gemeenten, waardoor ik ook op andere terreinen werkzaam kon zijn.’ De inhoudelijke kant van het werk in Nigeria was ongeveer hetzelfde als het werk van Dick in Nederland. Hij adviseerde de kerk bijvoorbeeld op het gebied van financiën en management. Ook het opereren als consultant was geen grote verandering. De cultuur was wél totaal anders: ‘In Nigeria kennen ze bijvoorbeeld niet echt zoiets als een privéruimte. Iedereen kan zo maar bij je langs komen en verwacht dat je beschikbaar bent. Dat vraagt om zelfverloochening, want soms heb je even geen zin in contact en wil je samen zijn.’ Dick en Marja kozen er daarom bewust voor om een privégedeelte in hun huis in te richten. ‘Zo hadden we toch een eigen plekje.’
Brokken maken In 1974 begint het zendingswerk in Nigeria. In 2014 gaan Dick en Marja als laatste lange termijn zendingswerkers terug naar Nederland. ‘Ondanks dat ik weet dat de NRC deze visie niet deelt, is naar mijn mening nu de tijd rijp dat alle blanken weg zijn’, vindt Dick. ‘De kerk staat voor een aantal uitdagingen die zo met de lokale cultuur en gewoonten verweven zijn dat wij als buitenstaanders onvoldoende ingewijd zijn om adviezen te geven. Ondanks al je goede bedoelingen, zou je brokken kunnen maken en
dat moet worden voorkomen. Zolang er blanken zijn, bestaat het gevaar dat de oplossing wordt gezocht in een richting die voor de kerk in Nederland accep tabel is. Maar de NRC moet de gele genheid krijgen om onafhankelijk met oplossingen te komen.’
Culturele tradities Het zendingsechtpaar is tot de con clusie gekomen dat waar het christen dom ook komt, er altijd keuzes moeten worden gemaakt die tegen de heersen de cultuur in gaan. Dick vertelt: ‘Als individualistische Nederlanders kunnen we ons niet voorstellen hoe moeilijk het voor een Nigeriaan is om buiten de groep te vallen en niet bij het geheel van de maatschappij te horen.’ Echter, van christenen in Nederland wordt hetzelfde gevraagd volgens Marja. ‘Ook wij zijn ons dat niet altijd bewust, vooral waar het ons geld en goed betreft.’ Dick vult aan: ‘Geen enkele kerk is perfect. Paulus schrijft in zijn brieven veel over proble men in de jonge gemeenten die waren ontstaan. Op dezelfde manier zijn er ook problemen in Nigeria.’ Volgens Marja worstelt de kerk onder andere met cultu rele tradities. ‘Ergens speelt bijgeloof nog altijd een rol in het denken en handelen van sommige christenen. Neem een be grafenis. Als men zich niet houdt aan de culturele regels is men bang om zelf niet op de juiste manier begraven te worden. De traditie schreef voor dat de doden in of bij hun eigen huis begraven moeten worden, op hun eigen stuk grond. Als dit niet gebeurt, zouden de doden niet kun nen rusten. Dit is een angst die nog een rol van betekenis speelt. Alleen genade kan die vrees wegnemen.’
Vraagstukken
ZGG JUNIOR Jarenlang hebben Neder landse zendelingen gewerkt in Nigeria. Een land in Afrika. De Heere heeft het zendingswerk gezegend. Er ontstonden gemeenten die samen een kerkverband vormen. Net als in Nederland. Deze kerk is al een tijd zelfstandig. Dat betekent dat ze zelf beslissingen neemt. Daarom kwamen ook de laatste zendelingen terug naar Nederland.
Ik begrijp ten diepste hun cultuur niet, hoe graag ik het zou willen
Het is belangrijk dat de kerk de vraagstukken die zich voordoen, durven benoemen. Dick en Marja hebben de indruk dat de leden van de kerk zich er soms een beetje ongemakkelijk bij
J A A R G A N G
6 1
•
N R .
3 4 5
25
Leggen wij de moeilijkheden van onze kerk ook voor aan onze broeders in Nigeria?
ACHTERGROND Dick Korpel was van maart 2009 tot augustus 2014 consultant voor de Nigeria Reformed Church (NRC). Hij deed zijn werk vanuit Oswanka, Nigeria. De NRC is geïnstitueerd in 1988 vanuit het zendingswerk van ZGG en is sindsdien een zusterkerk van de Gereformeerde Gemeenten. De NRC heeft twintig gemeenten, ruim tachtig evangelisatieposten en een eigen theologische opleiding.
voelen en daarom deze vraagstukken laten rusten. Voor de langere termijn is dit geen oplossing. Zo nu en dan bracht Dick dit ter sprake. ‘Soms riep dit weer stand op. Ik proefde dan iets als: ‘Dit is onze cultuur, wij lossen het dus op onze manier op. Bemoei je er niet mee.’ Ze moeten daar inderdaad zelf een weg in vinden. Ik begrijp ten diepste hun cul tuur niet, hoe graag ik het zou willen.’ Om deze weg te vinden en als kerk te zeggen waar je voor staat, heb je sterke leiders nodig. Gelukkig zijn die er. ‘Zo werd er in een dorp besloten dat het hele dorp mee moest om te gaan offeren omdat er ongewoon veel mensen over leden. De plaatselijke NRC-gemeente besloot onder leiding van de kerkenraad niet mee te doen en dus tegen het dorp in te gaan. Voor Nigeriaanse begrippen was dit een grote stap. Het is moed gevend om dat te zien.’ Dick en Marja hebben vertrouwen in degenen die de kerk voorgaan en leiden. ‘We hopen dat de kerk op deze manier verder groeit naar een kerk die gegrond is in de Bijbel als het Woord van God.’
Moederkerk Tussen de kerk in Nederland en in Nigeria blijft er volgens Dick en Marja in veel opzichten nog een afhanke lijkheidsrelatie. Dat geldt in financieel opzicht, maar ook in de wisselwerking
26
P A U L U S
J A N U A R I
tussen beide kerkverbanden. ‘De NRC mag onze kerk natuurlijk van alles vragen. Sterker nog, dat willen we graag. Maar, leggen wij de moeilijkheden van onze kerk ook voor aan onze broeders in Nigeria?’ De vraag komt dan op, hoe we als moederkerk aan een gelijkwaar dige relatie met de kerk in Nigeria kunnen werken. Dick: ‘Een gelijkwaardige relatie is als je beiden kwetsbaar durft te zijn. Ik weet niet of wij dat kunnen. Maar als moeder moet je je volwassen dochter ook vertrouwen gunnen.’ Het ligt volgens Dick en Marja niet aan de intentie van de broeders.. ‘Die is er zeker!’
De leiding van de Heere Een verblijf in het buitenland leert je veel over jezelf en je eigen cultuur. Marja: ‘Ook in Nederland hebben wij onze tradities. Ook hier laten we ons daardoor leiden. Het is goed om steeds weer te reflecteren op je eigen denken en handelen. Niet om alles overboord te gooien maar om goed te begrijpen waarom wij iets belangrijk vinden’. Dick vult aan. ‘We hebben ook gezien dat ieder mens ten diepste hetzelf de is. Overal is het hart onrustig, tot het rust vindt bij God.’ Het zendingsbestaan van het echtpaar Korpel is nog niet afgelopen. ‘We gaan ons komend jaar voorbereiden om als theologisch toerus ter in Ecuador te werken.’ Zij hebben hierin de leiding van de Heere ervaren. Dick vond steeds meer voldoening in het lesgeven aan de Bijbelschool van de NRC en de theologische toerusting van gemeenteleden. ‘We wisten dat we bijna weer terug naar Nederland zouden gaan. We dachten na over de volgende stap en legden dit bij de Heere neer. Een van de mede werkers uit Ecuador merkte op dat de positie van theologisch toeruster beschikbaar zou komen. Dick besteedde niet veel aandacht aan die opmerking tot hij een paar weken later een advertentie in Paulus zag staan. ‘We zien duide lijk dat we hier stapje voor stapje naartoe zijn gegroeid. De Heere heeft onze weg zo geleid dat na Nigeria het werk in Ecuador wacht.’
2 0 1 5
MOEDERS MET MISSIE
In iedere Paulus vertelt een moeder op het zendingsveld over een van haar ervaringen.
Vriendschap door taalstudie Door Ineke de Niet, Guinee
Dankbaar ben ik voor het gevoel dat ze me geven: je mag delen in ons leven. Maar mogen ze dat ook in mijn leven?
H
oe combineer je het leren van de lokale taal met de zorg voor je man, kinderen en het huishouden? Het is een wekelijkse uitda ging. Met twee handenbinders om me heen, een groot huis en een grote tuin, werkers die aangestuurd moeten worden en een warm klimaat blijft er niet veel energie en zin over voor serieuze taallessen en studie. Maar hoe lukt het me dan toch om de lokale taal goed te leren? Ik probeer dat door te investeren in vriendschap met mijn taalhulp en mijn buurvrouw die leeftijdsgenoten van mij zijn. Ze zijn allebei ook moeder. Op maandagavond als de kinderen op bed liggen, ga ik gewapend met een zaklamp naar mijn buurvrouw toe om gewoon gezellig te praten. Op dinsdagochtend neemt Peter de zorg voor de kinderen over en komt mijn taalhulp naar me toe voor een les. Samen praten we over allerlei onder werpen naar aanleiding van boekjes, plaatjes of foto’s. Mijn taalhulp vindt het mooi om de Kijk- en Luisterbijbel door te kijken en wil alle verhalen horen. Op woensdagmiddag gaan onze kinderen spelen bij familie De Wit en ga ik bij mijn taalhulp op bezoek. Dan help ik haar met haar werkzaamheden, bijvoorbeeld met koken. Ook ga ik soms mee om met haar op het land te werken: rijst verplanten op een rijstveld of helpen met de pindaoogst. Dat zijn momenten waar ik van ge niet. Gewoon meehelpen, onder de mensen zijn en ondertussen elke keer iets beter de taal leren spreken. Op zo’n manier kost de taalstudie niet veel energie, maar levert het juist energie op. En het leert me veel van de lokale cultuur. Toch is de vriendschap ook spannend en brengt het vragen met zich mee. Wat verwachten vrienden hier van elkaar? In hoeverre zorgen ze voor elkaar? De verschillen tussen mij en de Guineeërs zijn groot, ook op materieel gebied. Dankbaar ben ik voor het gevoel dat ze me geven: je mag delen in ons leven. Maar mogen ze dat ook in mijn leven?
J A A R G A N G
6 1
•
N R .
3 4 5
27
C AT EC H I S AT I E I N EC UA D O R
Aanschuiven bij catechisatie in Portoviejo
‘Wat vindt de kerk, Het woord catechisatie klinkt nogal rooms in Ecuador. Mensen moeten er ook erg aan wennen, zo merkt evangelist Van Olst. En dat terwijl dit onderwijs zo belangrijk is. Inmiddels wordt er heel wat afgestudeerd op de zendingsposten. Dat blijkt wel uit gesprekken aan de catechisatietafel. Door Peter van Olst
Ik heb gezegd dat ik nu bij de Heere Jezus hoor!
A
an tafel bij de nieuwelingen catechisatie gaat het over de hel en de hemel. ‘Ik geloof dat als je erg je best doet en zo ongeveer een goed leven leidt, dat God je dan misschien wel toelaat’, probeert een jonge vrouw. ‘Daar zou ik maar niet op rekenen,’ krijgt ze te horen. ‘Voor de heilige God is ongeveer écht niet goed genoeg.’ Ze slaakt een zucht en kijkt naar haar buurvrouw. Die doet ook een duit in het zakje. ‘Dat kun je toch ook niet weten? Je zult moeten afwachten of je naar de hemel gaat of niet.’
Spijkers in de rijst De nieuwelingencatechisatie is een soort basiscursus christelijk geloof. Er komen mensen die met enige regelmaat in de kerk komen en er meer over willen weten. Deze avond is er weer reden genoeg tot gesprek. Het gaat over zonde en genade en over de grond van de schuldvergeving. Dat zijn niet de goede werken, het is ook niet een mooie
28
P A U L U S
J A N U A R I
belijdenis, maar alleen het offer van Jezus Christus aan het kruis! Over het geloof gaat het, het ware geloof. Maar de oude baas Enrique en zijn jonge vriend Bolivar hebben het alweer over iets anders. Enrique heeft de duende gezien, een nare dwerggeest. Bolivar herkent het onmiddellijk. Zijn eigen ouders hebben op het platteland drie keer moeten verhuizen vanwege pesterijen van de duende, vertelt hij. De duende gooide spullen kapot, maakte rare geluiden en één keer stop te hij zelfs spijkers in de gekookte rijst. ‘Wat deed ú toen u de duende zag, don Enrique?’ vraagt Bolivar. ‘Ik heb gezegd dat ik nu bij de Heere Jezus hoor’. ‘En?’ ‘Weg was ‘ie!’ Met stijgende belangstelling horen de andere nieuwelingen het aan. ‘Wat vindt de kerk eigenlijk van de duende, hermano?’ luidt dan de onvermijdelijke vraag. En voort gaat het gesprek. Tot het laat is; tijd om naar huis te gaan. ‘Morgen is het zondag mensen. Niet vergeten in de kerk te komen, hoor. Het ge loof is uit het gehoor en het gehoor door het gepredikte Woord.’ Hopelijk komen ze!
2 0 1 5
hermano?’
Offic iële t aal Spaa ns Relig ie Hoof Room dsta d s-kat Quito holie k Oppe (1,8 rvlak miljo te en in 256.3 w) 69 k 2 Rege m (Ned rings erlan vorm Repu d: 41.5 bliek 00 k 2 m) Staa Inwo tsho ners ofd e rege n 15,4 rings 5 mi leide Pres ljoen r iden t Rafa Zend el Co ingsw rrea erk Guay aqui l, Mac hala , Port oviejo en Quev edo
PORTOVIEJO
Groot verlangen Een andere keer gaat het aan de tafel van de belijdeniscatechisatie over de doop. Na de vier jongeren van vo rig jaar is de groep die lid wil worden van de gemeente nu weer heel anders samengesteld. De oudste vrouw is al in de zeventig en komt al jaren in de kerk. Net als haar dochter, die einde lijk de stap durfde te zetten, ook al werkt haar echtgenoot haar regelma tig tegen om de kerk te bezoeken. Verder is er nog een echtpaar met een groot verlangen om de Heere te dienen. De acht kinderen van dit echtpaar zijn niet gedoopt. De roomse kerk verloor al lang geleden hun be langstelling. In de charismatische kerk waarbij ze enige tijd betrokken waren, was voor de kinderdoop geen ruimte. Dus als zij belijdenis zullen gaan doen, zal ook een aantal van hen gedoopt worden. Deze kinderen zullen ook begeleiding krijgen.
Kadervorming De nieuwe belijdende leden kunnen blijven studeren. Sinds juni dit jaar zijn we met een groep van zo´n veertien man begonnen aan een theologiestudie via Reformatorisch Instituut Crete Mints (vergelijkbaar met de CGO-studie). Per module wordt één vak gegeven en komt er aan het begin een docent een hele zaterdag lesge ven. Daarna komt de groep wekelijks bij elkaar om huiswerk te bespreken. Aan het eind van de cursus volgt er een examen. Er kan op verschillende niveaus worden gestudeerd. De begeleiding van deze studenten vraagt wel de nodige aandacht en is ook onderdeel van Peters theologie studie. Het is fijn dat er mensen zijn die zich verder willen verdiepen in de Bijbel, in de theologie en in de reformatorische leer. Zo kan er kader worden gevormd dat leiding gaat geven aan de gemeente.
J A A R G A N G
6 1
•
N R .
3 4 5
In Portoviejo wordt aan verschillende groepen catechisatie gegeven: de nieuwelingencatechisatie, voor mensen die regelmatig in de diensten komen en meer willen weten, catechisatie aan kinderen van de leden en belijdeniscatechisatie. Ook studeren sommigen verder aan een theologische opleiding.
PETER EN SOFIEKE Peter en Sofieke van Olst wonen met hun kinderen sinds 2005 in Ecuador. Als evangelist geeft Peter leiding aan de jonge gemeente van Portoviejo. Familie van Olst komt in 2016 terug naar Nederland.
29
ZENDINGSPREDIKANTEN
Uitzenden van predikanten is belangrijk voor voortgang zendingswerk
Acht dominees op de velden
De eerste zendingswerker van onze zending was predikant. En wie zich verdiept in de zendingsgeschiedenis komt heel wat zendingspredikanten tegen. Waarom zijn zendingspredikanten nodig? Kunnen andere werkers die taken niet uitvoeren? Door Just van Toor
30
P A U L U S
J A N U A R I
2 0 1 5
W
at is de bijbelse grond voor uitzending?
De Heere Jezus gaf de zendingsopdracht aan de apostelen. De apostelen waren di rect door Hem gekozen, geroepen en gezonden. Naast deze kring dienden al snel evangelisten die het Evangelie verkondigden, sacramenten bedienden en gemeenten stichtten. We kunnen natuurlijk deze beginsituatie van de kerk niet direct doortrekken naar onze tijd. De generale synode heeft de vraag beantwoord of zendingswer kers die als kerkenwerker of evange list zijn uitgezonden een ambtelijke status zouden moeten hebben. De
conclusie was dat de uitgezonden evangelisten onder ambtelijke verantwoordelijkheid van het deputaatschap vallen. Dat geeft hun dus door de uitzending vanuit hun gemeente de kerkelijke volmacht voor hun functioneren. Slechts in uitzonderingen waarin de noodzaak helder is aangetoond, kan ambtelijke volmacht verkre gen worden door bevestiging in een ambt in de zendende gemeente. Intussen is het zo dat het werk op de zendingsvelden roept om zendings predikanten die met ambtelijke volmacht Gods Woord verkondigen en de sacramenten bedie nen. Tegelijkertijd leert de praktijk van alle eeu wen dat zogenoemde helpers een belangrijke rol spelen in de voortgang van het zendingswerk.
Wanneer een zendingspredikant? Zendingspredikanten kunnen in elke fase van het zendingswerk actief zijn. De opdracht van
J A A R G A N G
6 1
•
N R .
3 4 5
ZGG JUNIOR Je weet wel wat het belangrijkste werk van een dominee is: preken. Ook bezoekt een dominee mensen in de gemeente. Dat doet een predikant op het zendingsveld ook. Maar weet je waar ze op het zendingsveld nog meer voor nodig zijn? Om mannen les te geven die zelf dominee mogen worden!
31
ZENDINGSPREDIKANTEN
Paulus was het Evangelie te verkondigen waar de Naam van Christus niet eerder was genoemd (Rom. 15: 20). Maar we lezen ook dat hij na het aanstellen van ouderlingen later weer terugkwam in de jonge gemeenten. In verschillende situ aties is een zendingspredikant echt noodzakelijk. Naast de kerntaken van prediking en gemeenteopbouw is er behoefte aan regelmatige sacramentsbediening in zendingsgemeen ten. Soms zijn er predikanten van andere kerkverbanden die bij sacramentsbediening kunnen helpen, maar het heeft de voorkeur als dit werk kan worden verricht door een eigen predikant. Er is nog een taak op het zendingsveld die vraagt om uitvoering door een zendingspredikant. Dat is de oplei ding van inheemse broeders tot predikant. Dit sluit overigens niet uit dat ook anderen betrokken kunnen zijn bij de predi kantenopleiding.
Wie wordt beroepen? Het deputaatschap overlegt met het zendingsteam over het uitbrengen van een beroep, de inhoud van de functie en de plaats waar de predikant zich zal vestigen. Vaak heeft het team ook een gesprek met ambtsdragers en leden van de zen dingsgemeente waarvoor het beroep wordt uitgebracht. Het is belangrijk dat het beroep ook onder hen leeft en dat er gebed voor is.
Het deputaatschap stelt, voordat een persoon wordt verkozen om te beroepen, eerst een functiebeschrijving vast. Daarin staat wat de taak van de zendingspredikant zal zijn, welke opleiding en eigenschappen belangrijk zijn om goed te kunnen functi oneren en wat de geschatte periode van de uitzending is. Op twee manieren kan iemand gekozen worden. Het kan zijn dat een persoon zich meldt bij het curatorium met het verlangen te worden opgeleid tot zendingspredikant. Het zendingsdeputaatschap is in zo’n geval betrokken bij de toelating. In dit geval weegt het deputaatschap af welk veld en welke taak het beste past bij de kandidaat. De andere mogelijkheid is dat het depu taatschap een beroep uitbrengt op een kandidaat of predikant. In dit geval gaat het deputaatschap aan de hand van de ver eisten na welke personen beroepen kunnen worden. De deputaten werken dan met een zogenoemde groslijst.
Hoe wordt er beroepen? Het deputaatschap kan zelf geen predikan ten beroepen. Dat is voorbehouden aan een plaatselijke gemeente. Daarom vraagt het deputaatschap aan een gemeente om een persoon te beroepen als zendingspredikant. Het besluit om een beroep uit te brengen moet namelijk altijd een kerkenraadsbesluit zijn. In de praktijk is dit bij voorkeur een gemeente waarin een zendingsdeputaat als predikant dient omdat de lijnen tussen de kerkenraad en deputaatschap dan kort zijn. Het deputaatschap informeert de kerken raad tijdig over het verzoek om een beroep uit te brengen. Het biedt de kerkenraad de gelegenheid om beslissingen te nemen over de procedure die men wil volgen. Wil men de leden hierbij betrekken? Hoe informeert de kerkenraad de gemeente? Krijgt het een plek in de voorbede van de gemeente? De kerkenraad krijgt vanuit het zen dingsbureau een conceptberoepsbrief toegestuurd, die gebruikt wordt bij het opstellen van de definitieve beroepsbrief. Het is belangrijk dat de kerkenraad op de hoogte is van de gevolgen van het beroe pen van een zendingspredikant. ZGG heeft deze zaken vastgelegd in een notitie die de betrokken kerkenraad ontvangt. In grote lijnen komt het erop neer dat de zending
ACHTERGROND Sinds de eerste uitzending in 1962 zijn in totaal acht zendingspredikanten uitgezonden. Vier dienden op Papoea, namelijk ds. G. Kuijt, ds. C.G. Vreugdenhil, ds. G.J. Baan en ds. J. IJsselstein. Twee dienden in Nigeria, namelijk ds. C. Sonnevelt en ds. G. Clements. Twee in Zuid-Afrika. Dat waren ds. L. Huisman en ds. J. Driessen. Daarnaast heeft ds. A. Elshout meerdere keren enkele maanden ondersteuning geboden aan het team in Nigeria. In 1991 is hij in Izi overleden. Hun taak was vooral om dienstbaar te zijn aan theologische toerusting of gemeenteopbouw. In dit artikel worden enkele vragen beantwoord die te maken hebben met het beroepen en uitzenden van een zendingspredikant.
32
P A U L U S
J A N U A R I
2 0 1 5
verantwoordelijk is voor huisvesting en de betaling van het traktement. Ook houdt het zendingsdeputaatschap toezicht op het functioneren van de betrokkene. De termijn waarin over een beroep beslist moet worden, is zes weken. Dat is dus dubbel zo lang als gebruikelijk is bij het uitbrengen van een beroep. ZGG beseft dat een beroep voor een zendingsveld een ingrijpende zaak is en gunt de beroepen predikant of kandidaat daarom een ruime bedenktijd. Ook kunnen er thema’s zijn die de beroepene graag bespreekt met het deputaatschap.
Hoe is de verhouding tussen ZGG en kerkenraad? De positie van de betrokken persoon, de zendende gemeente en ZGG is best ingewikkeld. Een zendingspredikant ont leent zijn ambtelijke bevoegdheid aan een gemeente die hem tot de zendingsdienst afvaardigt. De beroepsbrief en de brief van aannemen zijn bepalend voor de kerk rechtelijke verhouding tussen predikant en kerkenraad. Tegelijkertijd hebben de
zendingspredikant en ZGG ook een relatie waarin zij nauw samenwerken. Daarom worden de verhoudingen schriftelijk vastgelegd. Het belangrijkste doel is dat de komst van Gods Koninkrijk wordt bevorderd, tot Zijn eer en ter goede ondersteuning van de uitgezondene. Een onderdeel hiervan is dat bij ver keerd functioneren er ook op een kerkelijk zuivere manier toezicht mogelijk is. Daarom staat in de overeenkomst dat de zendingspredikant door de zendende gemeente ter beschikking gesteld wordt aan de zending. De predikant zal zich bij de beoefening van zijn bediening op het zendings veld richten naar het door de zending vastgestelde beleid.
ZGG beseft dat een beroep voor een zendingsveld een ingrijpende zaak is
Tegelijk probeert ZGG ervoor te zorgen dat de relatie tussen de predikant en de zendende gemeente geen papieren relatie is. Het is goed dat de predikant na uitzending aandacht besteedt aan het onderhouden van het contact met ker kenraad en gemeente. Dit kan door rondzendbrieven, het toesturen van preken die geschikt zijn voor de leesdiensten of het voorgaan, het verzorgen van een gemeenteavond en het bijwonen van een (deel van een) kerkenraadsvergadering tijdens het verlof. Het beroepingswerk moet zo vorm krij gen dat alle betrokkenen zich ook daadwerkelijk betrokken voelen en samen uitzien naar de leiding van de Koning van de Kerk Die tot de ene dienstknecht zegt: ‘Ga’ en hij gaat en tot de ander ‘Kom’ en hij komt.
J A A R G A N G
6 1
•
N R .
3 4 5
33
DE DAG VAN
Een maandag op Ze bekleden dezelfde functie, maar de omstandigheden zijn sterk verschillend. Beiden zijn directeur van het kerkelijk bureau. De één in Nederland, de ander in Nigeria.
6.30 uur – Ik overdenk de dag die voor me ligt. Er is veel werk te doen, maar ik zie ernaar uit om er weer aan te beginnen. Het is een voorrecht te mogen werken op het erf van de kerk. 8.00 uur – Op kantoor aangeko men, begroet ik mijn collega’s en begin met het doornemen van binnengeko men mail. Gemeente A vraagt informa tie over de ANBI-regeling. Ouderling B zoekt een nieuw ledenadministratie pakket en vraagt advies. Gemeente C gaat renoveren en wil actuele informa tie over het afsluiten van een lening bij het Kerkelijk Grootboek. En er ligt een verzoek van zendingsvoorlichter Van Toor om voor zendingsblad ‘Pau lus’ een dag uit mijn arbeidsleven te beschrijven. Mijn collega in Nigeria zal hetzelfde doen. Ik stem toe. Dan over leg ik met de systeembeheerder over de lopende ICT-projecten. De voortgang verloopt voorspoedig. Enkele facturen worden geaccordeerd en kunnen door de administratie worden betaald.
deze te verzorgen. Mooi, zo’n moment van bezinning met je collega’s. We staan in deze dankdagweek stil bij 1 Thessalonicenzen 5, en dan vooral bij vers 18: ‘Dankt God in alles’. Gode dankbaar zijn in voor- en tegenspoed, daar is genade voor nodig.
namelijk grondig gerenoveerd. En dat vergt heel wat overleg. Plannen, tekeningen, begrotingen, ze passeren allemaal de vergadertafel. Ook vindt afstemming plaats met de aannemer. De middag is al een eind gevorderd als de vergadering is afgelopen.
9:30 uur – Terug op mijn werkplek
14:30 uur – Wanneer ik weer ach ter mijn bureau zit, toont mijn mailbox 24 nieuwe berichten. Voorlopig nog ge noeg te doen. Ik bel nog enkele mensen terug, stem wat werkzaamheden af met de medewerkers van het bureau. Om 17.00 uur vertrek ik naar huis.
neem ik de post door die de directiese cretaresse op mijn bureau heeft gelegd. Sommige stukken behoeven slechts
Wanneer ik weer achter mijn bureau zit, toont mijn mailbox 24 nieuwe berichten
een vluchtige blik. Andere vragen meer bestudering en vergen een vervolgactie. Ik plan die acties in mijn agenda in.
13:00 uur – Mijn digitale agenda 9:00 uur – Tijd voor de weekope ning. Het is vandaag mijn beurt om
geeft een signaal: ‘vergadering bouw commissie’. Het kantoorpand wordt
34
P A U L U S
J A N U A R I
2 0 1 5
22:00 uur – Als ik ’s avonds mijn huiselijke plichten heb vervuld, lees ik een preek van ds. M. Heerschap over Johannes 10: 9: ‘Ik ben de Deur’. Mijn gedachten gaan naar mijn collega in Nigeria. We werken in verschillende omstandigheden en culturen, maar toch beiden op het erf van de kerk. Wat is het echter nodig dat we niet slechts werken voor de kerk, maar zelf uit genade een levend lidmaat van de Kerk mogen zijn.
het kerkelijk bureau Maak kennis met de heren B.W. Drost en J.N. Nwagu.
8:00 uur – We beginnen de dag doorgaans met een dagopening. Deze wordt bij toerbeurt geleid door de collega’s van het kerkelijk bureau. We hebben een leesrooster waarmee we in drie jaar de hele Bijbel lezen. Na deze opening wordt door de collega’s het werk van de dag besproken. De volgende taak is het starten van de generatoren om met de computers aan de slag te kunnen. Er is namelijk geen elektriciteitsnet omdat het kerkelijk bureau in een heel afgelegen gebied gevestigd is.
9:00 uur – Als dat klaar is, ontvang ik verschillende bezoekers en bespreek diverse zaken met hen. Dit kunnen voorzitters van deputaatschappen zijn, of medewerkers van deze deputaat schappen. Ze komen voor financieel advies, de betaling van salarissen of juist het achterblijven ervan, het goed keuren van begrotingen en dergelijke.
13:00 uur – Daarna bezoek ik onze collega’s die bij de administratie betrokken zijn en zie toe op een goede uitvoering van hun taken. Dat geldt
niet alleen voor de medewerkers op het kerkelijk bureau, maar ook voor onze medewerkers bij het gezondheidswerk (Rural Health Services) en de middelba re school (Johannes Calvijn Secondary School) waarvoor het kerkelijk bureau de administratie verzorgt. Wanneer
De volgende taak is het starten van de generatoren om met de computers aan de slag te kunnen
dit afgerond is en we verbeterpunten benoemd hebben, spreken we af hoe de betrokken collega’s dit gaan uitvoeren.
Ook bidden we om Zijn zegen voor de dag van morgen.
18:00 uur – Omdat ik evangelist ben met als standplaats Oswonwe, ben ik ook betrokken bij wekelijkse acti viteiten daar. De activiteiten bestaan onder meer uit het geven van catechi satie, het leiden van de wekelijkse gebedsbijeenkomst op woensdagavond en het voorgaan op zondagen.
19:30 uur – Als ik deze dingen afgerond heb, bezoek ik enkele leden van de gemeente, waaronder zieken. Dit werk heeft de naam vaak moeilijk te zijn. Maar vanwege de vreugde die ik ervaar in het catechiseren, de bij eenkomsten en het bezoeken van leden en zieken, dien ik hier toch ook met blijdschap.
16:30 uur – Na het afleggen van deze bezoeken kom ik terug naar het kerkelijk bureau om het werk voor die dag af te ronden met het personeel. Voor we het kantoor sluiten, danken we samen de Heere voor Zijn bescher ming en ondersteuning op deze dag.
J A A R G A N G
6 1
•
N R .
3 4 5
35
FINANCIEEL
Doorgeven Inkomsten uit de gemeenten Gemeenten in classis Goes 37.958 Gemeenten in classis Middelburg 24.050 Gemeenten in classis Tholen 16.074 Gemeenten in classis Dordrecht 16.355 Gemeenten in classis Ridderkerk 23.350 Gemeenten in classis Rotterdam 6.441 Gemeenten in classis Amsterdam 38.589 Gemeenten in classis Gouda 28.908 Gemeenten in classis Utrecht 25.075 Gemeenten in classis Barneveld 44.881 Gemeenten in classis Kampen 31.279 Gemeenten in classis Rijssen 63.155 Gemeente in Zuid-Afrika 300 Gemeente onbekend/diversen 4.386 360.801
Overige inkomsten Postzegels en diversen 581 Oud papier 275.993 Goed & Gebruikt, Goes 30.000 Ramsjburg, Middelburg 34.085 Oude metalen, regio Zuid-Beveland 40.000 380.659 Totale inkomsten periode
741.460
Verantwoording ZGG vindt het belangrijk dat duidelijk is hoe de gemeenten het zendingswerk financieel ondersteunen. Op deze pagina kan dat slechts in hoofdlijnen. Op www. zgg.nl/verantwoording worden de hiergenoemde totalen gespecificeerd naar gemeenten of andere herkomst, zoals oud papier. Uw plaatselijke zendingscommissie of het zendingsbureau kan u desgewenst de specificatie van uw gemeente verstrekken. Ontvangsten worden anoniem in onze administratie vastgelegd.
Ook in 2015 doen we weer een beroep op u om het zendingswerk te steunen met uw gaven. We doen dat met vrijmoedigheid. Hieronder vindt u twee citaten die aangeven waarop die vrijmoedigheid is gebaseerd. Door A. Elshout
W
aarom zou God ook in onze dagen niet in een weg van wonderen de zen ding van middelen kunnen voorzien? Hij heeft toch ook Zijn knecht Elia door middel van de raven en Zijn discipel Petrus door de stater in de bek van de vis voor zien? Gods gewone weg is dat Hij christenen van middelen voorziet en van hen verwacht dat zij van hun inkomsten vrijwillig en dank baar het nodige doorgeven opdat ‘al de einden der aarde het heil onzes Gods zullen zien (Jes. 52: 10). Daarom maakt de zending haar behoeften kenbaar. Daarom vraagt de zending om ondersteuning, ook financieel en wordt u allen gevraagd om deel te nemen. (Uit een brochure van Die Deutsche Missions Gemeinschaft)
(van George Müller, vader van de weeskinderen in Bristol, Engeland (1805-1898)
www.zgg.nl/verantwoording
36
A
l vijftig jaar lang houd ik vast aan het bijbelse principe van het geven. Ik begon hiermee toen ik naar verhouding nog maar weinig weg te geven had. Naarmate ik gaf, vertrouwde de Heere mij steeds meer toe en door Zijn genade mocht ik die zegenin gen op mijn beurt ook weer doorge ven. Velen lopen rijke zegeningen mis, omdat ze geen afstand willen doen van datgene wat de Heere aan hen als rentmeesters heeft toever trouwd. Het gaat er om dat wij met ons gehele hart, maar ook uit principe en met systeem en regelmaat geven, ieder naar de mate waarin de Heere ons zegent en niet alleen dan, wanneer ons van tijd tot tijd, waar dan ook vandaan, een impuls van barmhartigheid treft. Om het even of ons één Pond, duizend Pond of tienduizend Pond is toevertrouwd, wij geven een deel daarvan weer door.
P A U L U S
J A N U A R I
2 0 1 5
ZGG WEB-WINKEL
Steun de zending! De ZGG-webshop is de laatste maanden uitgebreid met interessante boeken. Voor kinderen zijn er ook mooie vertelcd’s. Bestellen in de webshop is een mooie manier om de zending te steunen!
Zendeling onder de Papoea’s Boek voor kinderen, jongeren en ouderen. Over het leven van de eerste zendeling namens de Gereformeerde Gemeenten: ds. G. Kuijt.
Met Paulus op reis De complete geschiedenis van Paulus in woord en beeld. Voor kinderen vanaf 12 jaar. € ,95
19
14,95
Sleutelhanger uit Guinee
2 Vertelcd’s • De zendingsreizen van Paulus • Jozef € ,90
€
Leuke slipper als sleutelhanger. Origineel uit Guinee. Te bestellen per 4 stuks. € ,50
14
3
Kijk voor deze en no g veel meer artikelen op www.zg g.nl/webshop J A A R G A N G
6 1
•
N R .
3 4 5
37
LEZERS SCHRIJVEN
E-learning Nalaten aan de zending
Waarom doet de zending niet meer met e-learning in plaats van het uitzenden van mensen?
Veel mensen denken tijdens hun leven na over wat er gebeurt met hun geld en bezittingen na hun overlijden. U kunt in een testament vastleggen wie u als erfgenaam aanstelt voor (een gedeelte van) de nalatenschap. U kunt ook een goed doel aanwijzen. Maar hoe werkt dat precies? U kunt ervoor kiezen om in uw testament (een uiterste wilsbeschikking) op te laten nemen dat u ZGG als erfgenaam aanwijst voor (een gedeelte van) uw nalatenschap. In de afgelopen jaren heeft ZGG steeds een deel van haar inkomsten op deze wijze verkregen. Ook daar uit blijkt zendingsliefde. In uw testament neemt u dan de volgende zin op: ‘Ik benoem tot mijn erfge naam de Stichting voor de Zending der Gereformeer de Gemeenten, gevestigd te Woerden.’ Wanneer u ZGG als (mede-) erfgenaam aanwijst, zal ZGG dit deel van de nalatenschap altijd beneficiair aanvaarden. Dit wil zeggen dat ZGG de nalatenschap alleen aanvaardt voor zover het toegewezen erfdeel positief is.
Legateren Een andere vorm van geven is het legateren van een bedrag aan ZGG voor na uw overlijden. Dat is dan van tevoren vastgesteld in uw testament. In de meeste gevallen wordt in het testament opgenomen dat het legaat binnen drie maanden na overlijden uitgekeerd dient te worden. In het testament dient u de officiële naam van ZGG op te nemen: Stichting voor de Zending der Gereformeerde Ge meenten, gevestigd te Woerden. ZGG hoeft over ontvan gen nalatenschappen en legaten geen successierechten af te dragen aan de belastingdienst. Als u over dit onderwerp nadenkt en vragen heeft, adviseert en informeert ZGG u hier graag over. U kunt mij benaderen via e-mail
[email protected] of per telefoon op 0348-489950. Met uw informatie wordt vanzelfsprekend vertrouwelijk omgegaan.
Hartelijk dank voor uw vraag. ZGG verdiept zich blijvend in (technologische) toepassingen die passen bij het karakter en de doelstellingen van de organisatie. Een van deze mogelijkheden is e-learning, waarbij studiemateriaal beschikbaar wordt gesteld aan personen die worden begeleid door bijvoorbeeld de theologisch toeruster ter plaatse. Op deze manier kan op een eenvoudige en vaak ook goedkopere manier worden voorzien in de vraag naar gereformeerd onderwijs. Voor het aanbieden van modules via e-learning moet aan verschillende criteria worden voldaan. Het spreekt voor zich dat de aanwezigheid en kennis van computers en internet een belangrijke voorwaarde is. In Albanië heeft ZGG ervaring opgedaan met het aanbieden van studiemateriaal via e-learning. Verschillende personen hebben in de afgelopen jaren op deze manier modules afgerond en een certificaat behaald. Een van de ervaringen tot nu toe is de nood zaak van goede, persoonlijke begeleiding van de studenten die gebruik maken van e-learning. Dit middel maakt de aanwezigheid van zendingswer kers dus niet overbodig, maar benadrukt juist het belang daarvan. De bestudeerde stof vereist mo menten van reflectie en bezinning onder leiding van een toeruster ter plaatse. Maar e-learning is lang niet overal toepasbaar. Denk aan een land als Guinee waar mensen geen of nauwelijks toegang hebben tot internet. Persoonlijke contact is van het grootste belang bij het zendingswerk. Een computer kan hoogstens een ondersteunend middel zijn, maar nooit een vervanging hiervan. Jan-Kees Kooijman Missioloog & Toeruster
A. Elshout Coördinator Financiën, Personeel en Organisatie
38
P A U L U S
J A N U A R I
2 0 1 5
COLOFON
? t e h je d n i v e o H (Laat even weten!) Hoi!leesFit!jn Bdijatdejewooatk ladengere verhalen in
Paulus is een periodieke uitgave van Zending Gereformeerde Gemeenten
r Paulus schrijvers kort waa de n le el rt ve s lu deze Pau e verhalen vinden? ez d jij n u K . at ga het over wd wat je van u ie n be k oo ijk rl u We zijn natu t. Laat het ons d n vi t n ra k er d in K de ZGG Junior gjunior.nl. weten via info@zg
Verspreiding vindt plaats via de zendingscommissies van de plaatselijke gemeenten en beperkt via postverzending. Oplage: 35.700 exemplaren. Verschijnt vijf keer per jaar. ISSN: 0167-2428. Kostenindicatie per jaargang € 5,00 en bij postbezorging € 7,00. Voor alle data geldt D.V. © 2015 Zending Gereformeerde Gemeenten
Redactie Hoofdredacteur: ds. J.M.D. de Heer Eindredacteur: J.W. van Toor Redactiesecretaris: J. van Leeuwen Redactieleden: J.C. van den DoolJobse, E. de Jongste-Ruit, J.E. Smit, J.M. van der Veer, L.J. de Visser.
Verantwoording inkomsten
Ontwerp en realisatie BladenMakers, www.bladenmakers.nl
Postadres redactie
Het valt mij op dat de inkomsten verantwoording niet meer per plaats gepubliceerd wordt. Wat is daarvan de reden?
Postbus 232, 3440 AE Woerden
Bezoekadres ZGG Houttuinlaan 7, 3447 GM Woerden T 0348-489950 I www.zgg.nl E
[email protected]
Uitgave op cd-rom
Sinds maart 2014 wordt de verantwoording alleen per classis weerge geven en ook niet meer op de achterkant van Paulus gepubliceerd. In plaats van losse cijfer bieden we u op de pagina financiën (pagina 36) wat meer achtergrondinformatie bij onze inkomsten. Onderaan vindt u een overzicht per classis. Zo kunnen we u in weinig ruimte infor meren welk bedrag aan inkomsten uit de gemeenten komt. Ook de overige inkomsten vindt u in dat overzicht terug. Daarnaast worden de cijfers vaak inzichtelijk gemaakt met een diagram of grafiek.
Dit tijdschrift wordt ten behoeve van iedereen die niet op de gebruikelijke manier kan lezen uitgegeven op cd-rom. Informatie en opgave: CBB, Postbus 131, 3850 AC Ermelo T 0341-565499.
Giften Bank: NL44 INGB 0000 39 76 07 of NL63 RABO 0322 4013 13 ten name van Zending Gereformeerde Gemeenten, onder vermelding van woonplaats. Voor betalingen uit het buitenland is de BIC-code: RABONL2U. ZGG is een ANBI-instelling en valt onder de groepsbeschikking van de Gereformeerde Gemeenten (RSIN: 820967257). Giften zijn dus aftrekbaar van het belastbaar inkomen. Meer informatie: www.zgg.nl/anbi.
Mist u het overzicht per gemeente? Dat kunnen we ons voorstellen, want vele jaren vond u die in Paulus. Internet biedt echter nieuwe mogelijkheden. Daarom vindt u dit overzicht tegenwoordig op www. zgg.nl/verantwoording. Iedere maand wordt dit overzicht ververst. Zowel bij de plaatselijke zendingscommissie als bij het zendingsbu reau kunt u een specificatie opvragen. Zo blijft uw gift te traceren.
Testamentaire beschikkingen en periodieke schenkingen
Door deze manier van verantwoording op zowel de website als in Paulus voorzien we u van meer achtergrondinformatie over onze in komsten en de besteding van de gelden door ZGG. We hopen u daar mee van dienst te zijn. Hartelijk bedankt voor uw blijvende steun!
Testamentaire beschikkingen ten behoeve van ZGG dienen als volgt te luiden: Stichting voor de Zending der Gereformeerde Gemeenten te Woerden, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 41172.951.
Jan van Leeuwen Medewerker voorlichting en administratie
Meer informatie: www.zgg.nl/nalaten. Een periodieke schenking kunt u eenvoudig zelf regelen via www.zgg.nl/schenken.
www.zgg.nl/verantwoording
J A A R G A N G
6 1
•
N R .
3 4 5
39
O P D E A C H T E R K A N T – W E R K E R U I T O O S T-A Z I Ë
Nieuwe rok
Een taal leer je niet alleen met een woordenboek en een cultuur niet door wat te zoeken op internet. Juist het samenleven met de plaatselijke bevolking is daarbij erg belangrijk. Een werker vertelt over dit leerproces. Het gaat met vallen en opstaan.
E
xact op de afgesproken tijd staat ze voor de deur. ‘Je moet niet je favoriete schoenen aandoen, hoor!’ Op mijn vraag waarom niet, ant woordt ze dat de grond veel te vies is. Ik trek de schoenen aan die ik vandaag het beste bij m’n kleding vind passen. Als we naar beneden lopen, is de eerste vraag: ‘Heb je het niet koud?’ Nee, ik heb het niet koud. Ik ben al heel snel afgestapt van het dragen van dunne panty’s en draag vandaag een dikke maillot, maar kan de vraag niet ontlopen. We stappen in de auto, die ze als welgestelde middenklasser kan betalen, en rijden naar de kledingmarkt. Onderweg vertel ik blij over het rustige parkje wat ik onlangs heb ontdekt en waar ik binnenkort een wandeling wil maken. ‘Dat moet je niet doen,’ antwoordt ze resoluut, ‘veel te gevaarlijk, er zijn daar nauwelijks mensen!’ Dat leek mij nou juist zo aantrekkelijk…
Non-verbale signalen Op de markt wordt me verteld dat ik mijn tas op mijn buik moet dragen. ‘En waar heb je je telefoon? Die moet in je jaszak, en je hand erop!’ Samen lopen we door de smalle gangetjes die vol liggen met karton en plastic - ‘voorzichtig, voorzich tig!’- op zoek naar een nieuwe rok. De indirecte manier van communiceren in
P A U L U S
J A N U A R I
2 0 1 5
deze cultuur zorgt er blijkbaar voor dat men zorgvuldig let op non-verbale signalen. Ik hoef maar te zeggen ‘hé, dat ziet er grappig uit!’ of ik word het winkeltje ingestuurd. Een volgende winkel word ik onmiddel lijk weer uit gedirigeerd: ‘Deze zijn veel te kort!’ Uiteindelijk, twee rokken rijker ko men we bij een schoenenwinkel aan. Ik leg mijn twee tassen met rok op een stoel – de vloer is immers vies – en pas wat schoe nen. Helaas, de goede maat zit er niet bij. Verder maar weer. Na een half uur klinkt een verschrikte uitroep: ‘Waar heb je je tassen gelaten?!’ Op een holletje terug naar de schoenenwinkel. Helaas, de verkoper zegt van niets te weten en uit zijn gebaren maak ik op dat hij vindt dat ik beter mijn verstand moet gebruiken. Gelijk heeft hij. Ze had me zo gewaarschuwd voor alle gevaren en nu dit. Ze voelt zich bijzonder ongemakkelijk: ‘Daarom houd ik dus niet van mijn land!’ Ik put mij uit in veront schuldigingen en blijf herhalen dat dit toch werkelijk mijn fout was. Op de terugweg in de auto vraagt ze nog: ‘Hoeveel zijn die rokken in euro’s waard?’ Een middagje winkelen met de buurvrouw: het levert weer boeiende culturele erva ringen op. Onmisbaar om het land écht te leren kennen.