De schoenen van Onstijn. Inspiratieblad! Nieuwe dichtvormen, speciaal geschreven voor “De schoenen van Onstijn”, de lesbrief over tolerantie en verdraagzaamheid, geschreven door Jelte van der Kooi. www.jeltevanderkooi.nl Hij bedacht deze dichtvormen. Gebruik ze, werk er mee en bedenk nieuwe vormen. Dit inspiratieblad hoort bij het boek en de lesbrief “de Schoenen van Onstijn.” Meer informatie: http://www.jeltevanderkooi.nl/de-schoenen-van-onstijn-inschrijven/ https://www.facebook.com/schoenenbos Doelen. Ik maak gedichten. Ik weet wat gedichten zijn. Ik weet wat poëzie is. Ik laat aan iedereen zien wat ik heb geleerd. Ik betrek mijn ouders en alle dorpsbewoners bij het project. Ik laat aan de hele wereld zien hoe belangrijk het is om stil te staan bij wie je bent en wat je kunt. Ik laat zien wat ik kan. 1. dit gedicht is een “werkwoord” gedicht. Je bedenkt een werkwoord en daar schrijf je een gedicht mee. Ik loop… ik loop langs mezelf ik loop met mezelf ik loop in cirkels ik loop achteruit ik loop tegen de spiegel omdat ik mezelf een keer tegen wil komen of de zon… de zon schijnt fel de zon schijnt rustig de zon schijnt glimmend omdat hij ziet dat ik geniet 2. dit gedicht is een “10-er”. Het bestaat uit tien regels. Elke regel heeft steeds een woord meer dan de vorige regel. Op school schreven we ELFJES en dit is een variatie op het elfje Zon zon schijnt fel de hele dag het is heel warm de zon staat heel hoog de hele lucht is helemaal blauw
het lijkt net of de zon lacht of de zon alleen maar naar mij lacht en dan word ik alleen maar blijer en blijer als ik op bed ga, staar ik naar de maan
3. dit gedicht is een “IK” gedicht. Je begint met IK en denkt diep na. Een ik gedicht gaat echt over jezelf, over wat je voelt en denkt. Over wat je beleeft en meemaakt. Een ik gedicht is moeilijk, juist omdat het over jezelf gaat. ik ben alleen in de tuin, ik schommel, ik glij en ik draai. hoog, snel en blij ik ben alleen in de tuin ik ben een vogel hoog, snel en blij ik hoor de andere vogels fluiten hoog, snel en blij ik hoor m’n schommel piepen hij gaat hoog, snel en is blij
4. dit gedicht is een “wat vertel je me…” gedicht een gedicht waarbij voorwerpen je wat proberen te zeggen. Jij bedenkt en beschrijft wat het ‘ding’ tegen je zegt. Zo bedenk je wat drie dingen zeggen en laat je ze samen iets beleven. Voorbeeld: zon, water en lucht. wat vertel je me zon als je me toelacht wat vertel je me water als je zo golft wat vertel je me lucht als je zo vergeelt ik luister tot de zon uit de lucht in het water zakt en nog ver daarna. 5. dit gedicht is een “als…” gedicht een gedicht met een soort van voorwaarde.
Als ik… (1) Als ik schommel zo hoog als ik kan ga ik naar de lucht mijn handen hoog Als ik mijn ogen dicht doe is het net alsof ik vlieg als ik mijn ogen open moet ik kijken waar ik ben als ik heel hoog schommel dan wapperen mijn haren en gaan ze voor mijn ogen Als ik schommel dan vlieg ik even weg Als ik… (2) als ik met papa in een stoeltje van de glijbaan cross dan gaan we heel hard we botsten in de bocht tegen het metaal van de baan dat maakt een hard geluid ierghhh ik vind het heel leuk dit samen met papa te doen
6. dit gedicht is een “kom maar…” gedicht Een gedicht waarin je een ander ergens voor uitnodigt Kom maar (1) kom maar eten in mijn huis ik heb er een kraan en een fornuis daarop maak ik champignonnensoep vol champignons en kruiden en gehaktballetjes, wel zeven of wel acht het smaakt verrukkelijk had je dat wel gedacht? kom maar spelen in dit huis mijn bijna echte hond doet ook mee hij blaft en eet en zit loopt en hij is ook nog lekker zacht hij is een goede vriend had je dat wel gedacht?
kom maar wonen in mijn huis wel moet je regenbooglaarzen aan en als je zelf niets mee hebt gebracht dan heb ik voor jou nog wel een paar had je dat wel gedacht? Kom maar (2) kom maar binnen in mijn hok kakelt de kip de hele dag dan laat ik je even zien waar ik mijn eieren leggen mag kom maar binnen in mijn hok dan laat ik je mijn eten zien dat scharrel ik overal op en heb ik pret voor tien kom maar binnen in mijn hok dan fladderen we in het rond we vliegen door de lucht en landen dan weer op de grond kom maar binnen in mijn hok dat is gezellig, vind je niet? dan kakelen we samen en tokken het hoogste lied.
7. dit gedicht is een “zelfstandig naamwoord” gedicht Een gedicht over een mens, dier of ding De boom de boom om me heen kijkt naar mij ik wil graag klimmen zo hoog als ik kan tot aan de lucht de boom om me heen voelt knobbelig en hard is zo warm als de zon ik wil graag klimmen maar het lukt me niet tenminste nog niet vandaag misschien lukt het me morgen en als dat niet lukt dan wordt het overmorgen de boom om me heen kijkt naar mij
ik wil graag klimmen zo hoog als ik kan tot aan de lucht
8. Dit gedicht is een “onzin-zin-gedicht” een gedicht waarbij voorwerpen doen wat ze zijn: de wesp wespt, de winkel winkelt en mijn teen teent. toch? de molen molent de wieken wieken het gras grast het water watert en ik? ik ikt ik weet niet wat het is maar als ik ikt dan molenen molens dan wieken wieken en wateren wateren toch? 9. dit gedicht is een “mijn… ik” gedicht Bij een ikgedicht gaat het er om dat ik het heft in handen neem en wat doe aan de besluiteloosheid Voorbeeld. mijn kano wacht op mij ook al is hij boos heel lang ligt hij daar al omdat ik niet met hem weg ging mijn kano wacht op mij en ik… ik pak zijn roeispaan zwaai naar mijn moeder stap vlug in en vaar weg