FF: NI05_24 Taalvariatie (wintersemester 2015) Sofie Royeaerd Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Arna Nováka 1 602 00 Brno CZ
[email protected]
DOEL EN INHOUD Het Nederlands kan worden beschouwd als een pluricentrische taal. We kunnen een NederlandsNederlandse, Belgisch-Nederlandse en Surinaams-Nederlandse variëteit van de standaardtaal onderscheiden, die niet alleen verschillen vertonen op talig gebied maar ook op vlak van het gebruiksdomein. In dit vak gaan wij op die verschillen in. We richten ons meer bepaald op de eerste twee variëteiten én onderwerpen ook de Nederlands-Nederlandse en Belgisch-Nederlandse informele omgangstaal aan een onderzoek. Veel aandacht gaat uit naar deze laatste variëteit, die ook wel tussentaal genoemd wordt. We staan stil bij taalbeleid én taalpraktijk en gaan in op kwesties als verstaanbaarheid en taalattitude. Op basis van recente publicaties en eigen gevalsstudies wordt een beeld geschetst van de taalverhoudingen en -verschillen. Deze cursus is bedoeld voor gevorderde masterstudenten Nederlands (C1-niveau). Doel is om hen bewust te maken van (regionale, situationele en sociale) taalvariatie in het Nederlands. Ze maken kennis met bestaand onderzoek en analyseren authentiek materiaal. Daardoor raken zij ook meer vertrouwd met de onderzochte variëteiten. Ze leren bovendien zelf onderzoeksvragen formuleren en zetten als eindopdracht een klein onderzoekje op.
VEREISTEN
Aanwezigheid (max. twee absenties) en medewerking Wekelijkse lectuur van één opgegeven artikel Presentatie over artikel en opzet onderzoek Paper met onderzoeksverslag
VERPLICHTE LITERATUUR Deze artikelen zijn beschikbaar via het Informatiesysteem (zie “verplichte artikelen”): ABSILLIS, JASPERS & HOOF 2012. Kevin Absillis, Jürgen Jaspers & Sarah Van Hoof, "Inleiding". In: Absillis, Kevin, Jürgen Jaspers & Sarah Van Hoof (red.), De manke usurpator. Over Verkavelingsvlaams. Gent, 2012, 3-35. BOONEN & HARMES 2012. Ute K. Boonen & Ingeborg Harmes, "Welk Nederlands voor Duitstaligen? Nederlandse taalverwerving en Nederlandse taalkunde vanuit Duits perspectief". In: Absillis, Kevin, Jürgen Jaspers & Sarah Van Hoof (red.), De manke usurpator. Over Verkavelingsvlaams. Gent, 2012, 349-370. DECKER 2014. Benny De Decker, "De dualiteit van Vlaamse tienerchattaal: tussen internationale en lokale chatcultuur". In: Over taal 53 (4), 2014. Geraadpleegd via http://www.overtaal.be/varia/Taalwerk_De%20Decker.pdf HOOF 2012. Sarah Van Hoof, "‘Dat verwerpelijke Vloms klappen’. Substandaardisering in fictie op de openbare omroep in de jaren 80 en vandaag". In: Absillis, Kevin, Jürgen Jaspers & Sarah Van Hoof (red.), De manke usurpator. Over Verkavelingsvlaams. Gent, 2012, 261-303.
MARTIN 2010. Willy Martin, "Belgisch-Nederlands en Nederlands-Nederlands: bien étonnés de se trouver ensemble?" In: Els Hendrickx e.a. (red.), Liever meer of juist minder? Over normen en variatie in taal. Gent, 2010, 111-130. SCHRYVER 2015. Johan De Schryver, "Hoe Vlaams is het Standaardnederlands van taalprofessionelen". In: Over taal (54) 1, 2015, 6-9. Geraadpleegd via: http://www.overtaal.be/varia/TaalwerkDeSchryver.pdf VANDEKERCKHOVE, HOUWER & REMAEL 2007. Reinhild Vandekerckhove, Annick De Houwer & Aline Remael. "Intralinguale ondertiteling op de Vlaamse televisie: een spiegel voor de taalverhoudingen in Vlaanderen?" In: Dominiek Sandra e.a. (red.), Tussen taal, spelling en onderwijs: essays bij het emeritaat van Frans Daems. Gent, 2007, 71-83. Geraadpleegd via http://www.cnts.ua.ac.be/papers/2007/ttso07.pdf WACHTER & HEEREN 2010. Lieve De Wachter en Jordi Heeren. "Taalvariatie in enkele 'Nederlandse' en 'Vlaams gesproken' animatiefilms". In: Els Hendrickx e.a. (red.), Liever meer of juist minder? Over normen en variatie in taal. Gent, 2010, 147-161.
FACULTATIEVE LITERATUUR Een aanrader is de volgende website: Dutch ++. Variatie in het Nederlands. Zie: https://dutchplusplus.ned.univie.ac.at/ Deze artikelen zijn beschikbaar via het Informatiesysteem (zie “facultatieve artikelen”): ABSILLIS 2010A. Kevin Absillis, "Dromen van culturele eenwording". In: Knack, 8 september 2010, 30-34. Geraadpleegd via https://demankeusurpator.wordpress.com/allegekhei/ ABSILLIS 2010B. Kevin Absillis, "‘Op al onze schrijvers kleeft de erfzonde’. Een korte geschiedenis van het Vlaamse stigma". In: Knack Extra, 20 oktober 2010. Geraadpleegd via https://demankeusurpator.wordpress.com/allegekhei/ COSTER 2015. Saskia De Coster, "Neem een ander woord, om de lieve vrede". In: NRC Handelsblad, 26 augustus 2015. Geraadpleegd via http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2015/augustus/26/neem-een-ander-woord-om-delieve-vrede-1529467 GRONDELAERS & HOUT 2011. Stefan Grondelaers en Roeland van Hout, "The standard language situation in the low countries: top-down and bottom-up variations on a diaglossic theme". In: Journal of Germanic Linguistics 23, 2011, 199-243. Geraadpleegd via http://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/94745/94745.pdf HENDRICKX 1998. Ruud Hendrickx, Het taalcharter – met toelichting. 1998. Geraadpleegd via http://www.vrt.be/taal/taalcharter HORST 2008. Joop van der Horst, Het einde van de standaardtaal. Een wisseling van Europese taalcultuur. Amsterdam, 2008. IMPE 2010. Leen Impe, Mutual intelligibility of national and regional varieties of Dutch in the Low Countries, KU Leuven, 2010. Ongepubliceerd proefschrift. Geraadpleegd via https://wwwling.arts.kuleuven.be/qlvl/iprints/Impe_2010final_Mutual_Intelligibility_Dutch. pdf JASPERS & HOOF 2009. Jürgen Jaspers & Sarah Van Hoof, "Fix your language. Taalgebruik in fictie". In: rekto:verso, 2009. Geraadpleegd via https://demankeusurpator.wordpress.com/allegekhei/ JASPERS 2001. Jürgen Jaspers, "Het Vlaamse stigma. Over tussentaal en normativiteit". In: Taal tongval 53 (2), 2001, 129-153. Geraadpleegd via https://demankeusurpator.wordpress.com/allegekhei/ JASPERS 2002. Jürgen Jaspers, "De VRT-Taalpolitiek: een bedenkelijk signaal". In: Over taal 41 (3), 2002, 51-57. Geraadpleegd via https://demankeusurpator.wordpress.com/allegekhei/
JASPERS 2005. Jürgen Jaspers, "Algemeen Nederlands en gelijke kansen". In: Over taal 44 (1), 2005, 6-11. Geraadpleegd via https://demankeusurpator.wordpress.com/allegekhei/ JASPERS 2010. Jürgen Jaspers, "Weg met de taalkundigen?". In: Streven 77 (1), 2010, 36-47. Geraadpleegd via https://demankeusurpator.wordpress.com/allegekhei/ KOOLSTRA, PEETERS & SPINHOF 2001. Kees Koolstra, Allerd Peeters & Herman Spinhof, "Argumenten voor en tegen ondertitelen en nasynchroniseren van televieprogramma's". In: Tijdschrift voor Taalbeheersing 23 (2), 2001, 83-105. Geraadpleegd via http://nl.aup.nl/wosmedia/1017/taalbeh_2001_nr2.pdf REID 1992. Helene J.B. Reid, "Ondertitelvertaling, of Maar ze vertalen niet wat er gezegd wordt!". In: Th. Hermans, Th.A.J.M. Janssen, P.G.M. de Kleijn (red.), / Helene J.B. Reid. In: Handelingen elfde Colloquium Neerlandicum, Woubrugge, 1992, 165-171. Geraadpleegd via http://www.dbnl.org/tekst/_han001199101_01/_han001199101_01_0014.php Deze boeken zijn beschikbaar op kantoor: ABSILLIS E.A. 2012. Kevin Absillis, Jürgen Jaspers & Sarah Van Hoof (red.), De manke usurpator. Over Verkavelingsvlaams. Gent, 2012. CALUWE E.A. 2002. Johan De Caluwe e.a. (red.), Taalvariatie en taalbeleid. Bijdragen aan het taalbeleid in Nederland en Vlaanderen. Antwerpen/Apeldoorn, 2002. HÜNING E.A. 2012. Matthias Hüning, Ulrike Vogel en Olivier Moliner (ed.), Standard languages and multilingualism in European history. Amsterdam/Philadelphia, 2012. HOOF 2015. Sarah Van Hoof, Feiten en fictie. Een sociolinguïstische analyse van het taalgebruik in fictiereeksen op de Vlaamse openbare omroep (1977-2012). Gent, 2015. HORST 2008. Joop van der Horst, Het einde van de standaardtaal. Een wisseling van Europese taalcultuur. Amsterdam, 2008. JANSSENS & MARYNISSEN 2005. Guy Janssens & Ann Marynissen, Het Nederlands vroeger en nu, Leuven/Voorburg, 2005. VRIES, WILLEMYNS & BURGER 1995. Jan W. de Vries, Roland Willemyns en Peter Burger, Het verhaal van een taal. Negen eeuwen Nederlands. Amsterdam, 1995. WILLEMYNS & DANIËLS 2003. Roland Willemyns & Wim Daniëls (red.), Het verhaal van het Vlaams. De geschiedenis van het Nederlands in de Zuidelijke Nederlanden. Antwerpen/Utrecht, 2003. Deze artikelen zijn beschikbaar op kantoor: BEHEYDT 2011. Ludo Beheydt. "Kleur en verstaanbaarheid". In: Neerlandia 115 (4), 2011, 32-34. CAJOT 2010. José Cajot, "Van het Nederlands weg? De omgangstaal in Vlaanderen". In: Ons Erfdeel 53, 2010, 14-25. HENDRICKX 2011A. Ruud Hendrickx. "Nederlands in het Nederlands ondertitelen." In: Neerlandia 115 (1), 2011, 32-33. HENDRICKX 2011B. Ruud Hendrickx. "Taaladvisering bij de openbare omroep." In: Neerlandia 115 (4), 2011, 40-41. HOOF & JASPERS 2012. Sarah Van Hoof & Jürgen Jaspers, "Hyperstandaardisering". In: TNTL 126 (2), 2012, 97-125. SLEMBROUCK & HERREWEGHE 2004. Stefaan Slembrouck & Mieke Van Herreweghe, "Teletekstondertiteling en tussentaal. De pragmatiek van het alledaagse": In: Johan De Caluwe e.a. (red.), Taeldeman, man van de taal, schatbewaarder van de taal. Gent, 2004, 853-876. VANDEKERCKOVE E.A. 2006. Vandekerckhove e.a., "Intralinguale ondertiteling van Nederlandstalige televisieprogramma’s in Vlaanderen: linguïstische en extra-linguïstische determinanten". In: T. Koole, J. Nortier en B. Taihu [red.], Artikelen van de Vijfde sociolinguïstische conferentie, 2006.
VERLOOP COLLEGES HW = huiswerk (voorbereiden tegen het eerstvolgende college) HW: invullen enquête College 1 (29.09) Vragenlijst & inleiding HW: Martin 2010 College 2 (06.10) De Nederlands-Nederlandse versus de Belgisch-Nederlandse standaardtaal Lexicale verschillen Taalbeleid (labels in woordenboeken; correctiepraktijken uitgeverijen) HW: Schryver 2015 College 3 (13.10) De Nederlands-Nederlandse versus de Belgisch-Nederlandse standaardtaal Morfosyntactische verschillen en uitspraakverschillen Taalbeleid (online taaladvisering) HW: Absillis, Jaspers & Hoof 2012 College 4 (20.10) De Belgisch-Nederlandse informele omgangstaal Taalbeleid en –attitude ten aanzien van tussentaal Taalbeleid versus taalpraktijk (tussentaal op school) HW: Hoof 2012 College 5 (27.10) De Belgisch-Nederlandse informele omgangstaal Taalbeleid versus taalpraktijk (bij de openbare omroep) Tussentaal in Vlaamse films HW: Vandekerckhove, Houwer & Remael 2007 (+ onderwerp onderzoek bepalen) College 6 (03.11) Verstaanbaarheid verschillende variëteiten van het Nederlands Intralinguale ondertiteling HW: Wachter & Heeren 2010 (+ literatuurlijst samenstellen) College 7 (10.11) De Nederlands-Nederlandse versus de Belgisch-Nederlandse informele omgangstaal Taalvariatie in animatiefilms HW: Decker 2014
College 8 (24.11) Chattaal: tussen schrijf- en spreektaal De Vlaamse tienerchattaal HW: Boonen en Harmes 2012 College 9 (01.12) Verstaanbaarheid verschillende variëteiten van het Nederlands Welke variëteit als norm in het NVT-onderwijs? HW: voorbereiden presentatie College 10 (08.12) en 11 (15.12) Presentaties studenten
EINDOPDRACHT Vooraf Als eindopdracht voer je zelf een onderzoekje uit. Het onderwerp bepaal je in samenspraak met je docent. Je kunt aansluiten bij één van de thema’s die werden behandeld tijdens de colleges, bijvoorbeeld het taalgebruik in Nederlandse en Vlaamse films, de ondertitelpraktijk van deze films, het taalgebruik in Nederlandse en Vlaamse journaals, (tiener)chattaal, online taaladvisering, etc. Het is de bedoeling dat je je toespitst op een specifieker thema (zie hieronder) en daarbinnen een bepaalde vraagstelling formuleert. Onderwerp kiezen Hieronder volgt een lijst van mogelijke thema’s. Je kunt ook zelf een onderwerp voorstellen! Aanspreekvormen in Nederlandse en Vlaamse films Koosnaampjes in Nederlandse en Vlaamse films Vloekwoorden in Nederlandse en Vlaamse films Het ondertitelen van straattaal in Nederlandse films Het ondertitelen van tussentaal in Vlaamse films Omgangstaal in Nederlandse remakes van Vlaamse films (en andersom) Zinslengte in Nederlandse en Vlaamse journaals Het gebruik van afkortingen in chattaal Labels in online taaladviezen … Literatuur verzamelen De volgende stap is dat je op zoek gaat naar literatuur over het onderwerp. Je de literatuurlijsten hierboven gebruiken en via BNTL artikelen/boeken opsporen. De bedoeling is dat je in totaal ongeveer 5 artikelen/hoofdstukken (ca. 100 pagina’s) rond jouw thema leest. Niet alle artikelen hoeven over jouw specifieke onderwerp te gaan; ze kunnen ook handelen over de taalvariëteit die je onder de loep neemt.
Onderzoeksopzet formuleren en presentatie geven Vervolgens denk je na over hoe je het onderzoekje precies gaat aanpakken. Wat is je vraagstelling en hoe ga je te werk? Welk corpus kies je en/of welke fragmenten selecteer je ter analyse? Het is de bedoeling dat je hierover een presentatie geeft. Eerst vertel je aan je medestudenten welk onderzoek je hebt gekozen en waarom. Je kiest één interessant artikel/hoofdstuk uit je lijst en vat dit samen. Vervolgens leg je uit wat je vraagstelling is en hoe je te werk wilt gaan. Je vertelt dus iets over de opzet van je onderzoek. Het onderzoek zelf heb je dus nog niet uitgevoerd! Na afloop van de presentatie krijg je van je medestudenten en docent feedback. Het doel van de presentatie is tweeledig. Dankzij de bespreking van het artikel komen je medestudenten iets meer te weten over het door jou gekozen onderwerp en onderzoeksveld. Daarnaast kunnen we van gedachten wisselen over de aanpak van je onderzoek. Met de feedback in het achterhoofd kan je vervolgens de opzet van je onderzoek uitwerken en verfijnen. De presentatie duurt 10 tot 15 minuten en bestaat zoals gezegd uit de volgende onderdelen: 1. Een korte voorstelling van jouw onderwerp 2. Een bespreking van één interessante publicatie over jouw thema 3. Een uiteenzetting over jouw onderzoeksopzet (vraagstelling en werkwijze) 4. Een discussie (feedback) na afloop Onderzoek uitvoeren en paper schrijven Dan komt het er uiteraard op aan je onderzoek uit te voeren. Van dit onderzoek doe je ten slotte verslag in een paper. In de inleiding formuleer je je vraagstelling. Vervolgens zet je je werkwijze uiteen. Tot slot vat je je resultaten samen. De paper (minstens 3 A4’tjes of 1500 woorden) beantwoordt aan alle talige en formele eisen die voor andere werkstukken en scripties gelden. Je zorgt dus bijvoorbeeld voor bronvermelding en een literatuurlijst. Eind januari geef je de eerste versie van je paper af. Op basis van de feedback van je docent lever je vervolgens een tweede versie in. Tijdens het hele onderzoeksproces kan je uiteraard ook bij je docent terecht. Dat kan tijdens haar spreekuur of volgens afspraak. Deadlines
Keuze onderwerp: laten weten tijdens college 6 Literatuurlijst met ca. 5 artikelen/hoofdstukken over je onderwerp: afgeven tijdens college 7 Presentatie: tijdens college 10 en 11 Paper eerste versie: 26 januari 2016 Paper tweede versie: 9 februari 2016