Endocrinologie en chirurgie i. Diabetes
ii. Schildklier en bijschildklier iii. Bijnier
I.
Diabetes en Chirurgie
Mimi Giri Dienst Endocrinologie
BS > 200 mg/dl Glycemie : nl. : nuchter < 5.5 mmol/l
Renale drempel voor glucosurie (normal GFR)
(<1.0g/l = <100 mg/dl) bij diabetici : –
nuchter 4.4 –6.1 mmol/l (0.8 -1 g/l = 80 - 110 mg/dl)
– postprandiaal : 5.5 -7.7 mmol/l
Verminderde WBC functie Chemotaxis Fagocytose
(1 -1.4 g/l = 100 -140 mg/dl) Verminderde wond genezing
Microvasculair Complicaties Oorzaak :
Autonome neuropathie : 1
- glycosylatie - polyolen (sorbitol,…) - (genetische predispositie) - rode bloedcellen
aantasting van microvasculaire structuur
thrombose
cardiocirculatoir : orthostatische hypotensie, rusttachycardie, ritmestoornissen mictie pupilreactiviteit gastro-intestinaal : gastroparese, diarree vasomotorisch, zweten
Gevolgen : - retinopathie
in 20 - 50 % van de patiënten aanwezig silentieus myocardlijden/afwezigheid van claudicatio
- nefropathie (microalbuminurie proteinurie
N I) bloeddrukcontrole : ACE inhibitors
- neuropathie :
- symmetrische polyneuropathie - mono- , multi- neuritis - aantasting van autonoom zenuwstelsel
Autonome neuropathie : 2
Macrovasculair Complicaties
Evaluatie van de cardiocirculatoire weerslag :
Parasympathicus – rechtop zitten lokt nl. een bifasisch antwoord uit :
10 sec. polsfrequentietoename 20 sec. opnieuw vertragen maar op hogere frequentie dan initieel
Oorzaak :
-
diabeticus : geen versnelling of trage geleidelijke toename. – diep inademen geeft een sterk wisselende hartfrequentie (traag bij diepe inspiratie, sneller bij uitademen)
diabeticus : praktisch geen verschil tussen diep in- en uitademen. – Valsalva : nl. vertragen bij persen
Orthosympaticus – orthostatische hypotensie : systolisch › 30 mmHg
- hyperglycemie : glycosylatie
Gevolgen :
coagulatiestoornissen hypertensie lipoproteïnen stoornissen insulineresistentie, hyperinsulinisme
- coronair lijden onderste ledematen - CVA -
GEVOLGEN Effect van Heelkunde op bloedglucose
epitheliale heling Insuline nodig
– – – –
• Infectiegevaar : hier is het vooral de hoge glycemie die de
Glucagon Cortisol Catecholamines GH
verdediging vermindert. Moet < 2,5 g/L
» Heelkunde, Algemene narcose, postoperatief stress/sepsis/etc.
BG ↓:
Dus, perioperatief BG moeilijk te voorspellen!
• Respiratoire complicaties : - reactie op hypoxie en hypercapnie vermindert
» Verminderd calorie inname tijdens & na heelkunde
GEVOLGEN
Perioperatief 2
Cardiocirculatoir : ¾ Silentieus infarct. Diastolische dysfunctie: vulling kritiek ¾ Fibrillatie. ¾ Labiele bloeddruk.
- reactiviteit van de luchtwegen vermindert - mechanische deterioratie
Streefdoelen van perioperatoir aanpak van DM
¾ Medicamenteuze ondersteuning is minder effectief bij hoge glycemie. •
diepe heling
BG ↑:
» Contra-regulatoir hormonen geactiveerd
Wondheling :
Perioperatief 1
Neurologisch : ¾ Gevolgen van hersenhypoperfusie erger als glycemie > 2 g/L. ¾ Perifeer :
• Drukgevoeligheid. • Acute hyperglycemie kan onderliggend sensibel lijden plots duidelijk maken.
“hypoglycemie en uitgesproken hyperglycemie vermijden” Target BS: 126 – 200 mg/dl Hypoglycemie vermijden » Aritmiën en andere cardiale incidenten uitgelokt » Aanleiding tot convulsie, focale of cognitieve defecten periop Moeilijk te identificeren wegens sedatie peri-op en post -op Uitgesproken hyperglycemie vermijden (BG > 200 mg/dl) Vermijd DKA, HOHC
DIABETISCHE KETOACIDOSE (DKA) Biochemische Kenmerken
Hyperglycemie
– Bloed suiker > 300 mg/dL
Ketonemie – Serum ketonen positieve
Hyperglycemie
Acidose – pH < 7.30 – HCO3- < 15 mEq/L
DKA Ketonemie
Acidose
HHNC: Verschillen met DKA z z
Patiënten gewoonlijk ouder- typisch 60 of meer Majeure pathophysiologische verschillen z z
z z
z
Diagnosis of HHNC
langer niet gecompenseerd osmotisch diurese grotere volume depletie
Acidemie (pH > 7.3) en ketose zijn milde Hogere mortaliteits z vaak 30-50% z In het eerste plaats tgv onderliggende vasculair of infectieuze event Komt voor bij Type 2 diabetici, vaak mild of miskend
Hyperglycemia Outspoken dehydration Mental status changes Absence of ketoacidosis May have concurrent anion gap acidosis (lactic acidosis)
Diagnostische criteria voor DKA en HHS
Glucose Art pH HCO3U ketones Pl Ketones Eosm AG Sensorium
Mild >250 7.25–7.30 15–18 Pos. Pos. Vary >10 Alert
DKA Mod >250 7.00–7.24 10–15 Pos. Pos. Vary >12 Alert/ drowsy
. Severe >250 <7.00 <10 Pos. Pos. Vary >12 Stupor/ coma
HHS >600 >7.30 >15 Sm. Sm. >320 <12 Stupor/ Coma
Modified from ADA position statement DIABETES CARE, VOLUME 24, NUMBER 1, JANUARY 2001
Preoperatief Uitwerking ATCD/KO/Labo:
» Glycemisch controle: laatste HbA1c, SMBG: Nuchter, 3u » Medicatie: OAD, Insuline » DM Complicaties:
Nephropathie: Creatinine, K, HCO3, Crcl, enz. Autonoom Neuropathie Macrovascular (IHL): DM laag-intermediare risk factor voor perioperatief cardiac event op alle Indices
» Hypoglycemie: frequentie/timing, awareness, ernst
Chirurgie: » » » »
Wanneer NPO? Timing en duur van chirurgie Major of Minor procedure Type v anesthesie (Locaal, Epidurale, Algemeen)
Hartchirurgie
Uitgebreide micro- en macrovasculaire pathologie.
Bij hypothermie : efficiëntie van insuline daalt sterk.
Cardiovasculair actieve medicatie werkt sterk verstorend op glucosemetabolisme en insulinesecretie en -efficiëntie.
NOOT : Insuline-bolus te vermijden bij autonome neuropathie en indien de glycemie moeilijk te controleren valt (zoek naar oorzaken vb. infectie, …)
Gevaar voor cerebrale accidenten: glycemie houden tussen 5.5 - 6.6 mmol/l. (100 - 120 mg/dl = 1 - 1.2 g/l)
Insuline : continue aanvoer IV. (1 à 2 E/uur)
Glucose-aanvoer titreren.
Iono, glycemie, lactaat.
Summary: Periop DM Management
Neurochirurgie
DM Patient
Glycemie tussen 100-120 mg/dl houden.
On Insulin
Diet/OHA
Minor Surgery
Hold OHA
Preop BS > 200 mg/dl Major Surgery
½ AM insulin as NPH S.C.
IV insulin G5% IV
(Goal: BS 126-200 mg/dl)
Benefit of Perioperative Insulin
DIGAMI
Leuven Study
– Reduce perioperative cardiac event risk? – Reduce sepsis – Reduce SICU associated morbidity & mortality – Reduce MICU assciated morbidity but not mortality
Benefits of Glycemic Control Improved leukocyte function
Improved immunoglobulin complement fixation
Improved nutrient delivery
Reduced infection risk
Improved response of endotheliumdependent vasodilation
Increased blood flow to wounds
Normalization of coagulation
Less intravascular volume changes
Normalize GFR
Improved wound healing
Improved oxygen delivery
Less electrolyte shifts
Normal skin fibroblast proliferation
Less thrombotic complications
↓ free fatty acids and cardiotoxicity
Increased growth factor production
Potential Effects Of Insulin Therapy
Reported Benefits of Insulin Therapy Acute and Chronic Anti-inflammatory effect
– – – – – –
Reduction of hyperglycemia Delivery of glucose substrate
– Applicable to Glucose-Insulin-Potassium (GIK) infusions
Reduced CRP Reduced ROS generation in monocytes Reduced monocyte chemoattractant protein-1 (MCP-1) Reduced NFκB activation Induction of eNOS and increased NO Inhibition of growth response gene-1 (Egr-1)
Anti-fibrinolytic effect
– Reduced PAI-1 levels – Reduced fibrinogen
Direct effects of insulin
Increased neutrophil counts and phagocytic activity
Melidonis A. et al. Clinical Cardiology 23:160, 2000 Rask-Madsen C et al. Diabetes 50:2611, 2001 Dandona P et al. JCEM 86:3257, 2001
Threshold blood glucose in mg/dL for starting IV insulin infusion
AACE Consensus Development Conference On Inpatient Diabetes and Metabolic Control
December 14-15th, 2003 Attended by about 100 stakeholders Two days of presentations Presented a Position Statement at a press conference in DC on 12/16/2003
Co-sponsors: AADE ADA AHA ASA (anesthesiologists) SCCM (critical care) STS (thoracic surgery) Endocrine Society SHM (hospitalists) Participating Organiz.
Peri-operative care: Surgical ICU care: Non-surgical illness: Pregnancy
*
> 140 > 110 - 140 * > 140 - 180 * * > 100
Van den Berghe’s study supports 110; Finney’s study supports 145
* * If drip indication is failure of SQ therapy, use 180 ; if indication is specific condition ( DM 1/ NPO, MI, etc ), use 140
Glycemic Targets in Hospitalized Patients
Intensive care unit – 80-110 mg/dl
Special Considerations
– Mech of Hyperglycemia is multifactorial
Medical/surgical floors – 110 mg/dL (6.1 mmol/L) preprandial – 180 mg/dL (10.0 mmo/L) maximal glucose
Glucocorticoid Therapy
– – – –
Pregnancy – 70 – 100 mg/dl
Values above 180 mg/dL (10 mmol/L) are an indication to monitor glucose levels more frequently to determine the direction of any glucose trend and the need for more intensive intervention. Achieving these targets may require consultation with an endocrinologist or diabetes specialist.
» Incr. hepatic gluconeogenesis » Inhibit glucose uptake in adipose » Alteration of receptor and post-receptor fxn
Leads to ketoacidosis High postprandial hyperglycemia Minimal elevation of fasting glucose May need to add or increase insulin
American Association of Clinical Endocrinologists. Available at: http://www.aace.com/pub/ICC/inpatientStatement.php. Accessed March 17, 2004.
Hypothyroid II. Schildklier, bijschildklier en Chirurgie
Slow replacement better than rapid with levothyroxine due to risk of adrenal insufficiency and angina Myxedema- Hydocortisone as well as LT4 because stress response decreased.
Hyperthyroid
Reschedule if elective Iodine – Inhibits thyroid hormone production, decreases vascularity Steroid – stress response Propanolol – B blocker Antithyroid –
– PTU blocks thyroid hormone production and inhibits conversion of T4-T3 – Methamazole
Medical control of thyrotoxic crisis • Propylthiouracil 300 mg p.o. every 6 h. • Iodine 5 drops saturated solution of potassium iodide PO every 6–8 h or sodium iodide 500 mg i.v. Q12H. • Propranolol 1–2 mg i.v. as needed to keep pulse less than 100. • Hydrocortisone 100 mg i.v. Q8H. • For congestive heart failure, digitalis and diuretics are given and propranolol omitted.
Hypocalcemia Thyroid/parathyroid surgery Ca levels Q12 hrs(8mg/dL) until stable Signs/Symptoms – Chvostek’s, Trousseau’s, hyperreflexia, numbness/tingling in extremities/circumoral. Laryngeal stridor, overt tetany – emergencies Calcium/ Vitamin D
Parathyroid Secondaire hyperparathyroidism als complicatie van bariartrische chirurgie type Scopinaro tgv Vit D deficientie Moeilijk te compenseren wegens malabsorptie Minder probleem bij R en Y Gastric Bypass
Adrenal insufficiency Suppressed hypothalmic/pituitary/adrenal axis Stress during surgery – hypotension due to loss of vascular tone More than 5mg/day prednisone x 3 weeks in past year Currently on steroids, adrenal insuff., Cushings
III. Bijnier en Chirurgie
Replacement hydrocortisone sodium succinate for adrenal-suppressed patients Minor surgical procedures usual daily cortisone dose additional 100 mg i.m. before surgery Major surgical procedures 100 mg i.v. or i.m. on call to operating room 100 mg i.v. on induction 100 mg i.v. q8h postoperatively 50 mg i.v. q8h on second postoperative day Taper to maintenance over 3–5 days Maintain 200–400 mg daily if ongoing stresses or complications i.v., intravenous, i.m., intramuscularly; q8h, every 8 hours.
Dank u voor uw aandacht.