roze
Dit is mijn verhaal Als Cal het zou vertellen liep het vast een beetje anders. Ook al zijn we tweelingbroers. Maar ja, ik vertel het. En dus is het mijn verhaal. Het verhaal van Gus. Het begint goed. Samen met Cal gooi ik ons buurmeisje tegen de muur. Ze stapt op onze uitgestoken armen, wij slingeren haar omhoog en dan smijten we haar naar achter. En ze blijft nog hangen ook! (Wacht even, zo meteen leg ik dit uit.) Het is meivakantie. Onze vader moet optreden tijdens een muziekfestival. Op het eiland Schelland. Dat hoorde Frits, de man van onze oma. Frits houdt van trakteren, en dus zei hij tegen ons: ‘Zullen we er met de hele familie naartoe gaan? Kijken hoe jullie vader een popster wordt? Dan nemen we meteen zo’n huisje in vakantiepark Plezanta. Een paar dagen weg. Ik betaal.’ Wij vroegen meteen of Levineke, ons buurmeisje en onze beste vriendin, mee mocht. ‘Als het van haar ouders mag, vind ik het best,’ zei Frits. Toen wilde ons kleine zusje Magali natuurlijk ook haar vriendinnetje mee. Faja. En weer zei Frits: ‘Als het van haar ouders mag, vind ik het best.’ Alle vaders zeiden ja en alle moeders zeiden ja. En dus gingen papa, mama, oma, Frits en wij met z’n allen in twee auto’s op de boot naar Schelland. Alleen Lampje, onze babykat, bleef thuis. Die houdt niet zo van papa’s muziek – als hij niest begint ze al te mauwen.
18
Opmaak Leesboek F1.indd 18
01-12-10 10:35
De vakantiehuisjes in Park Plezanta zagen er luxe uit. Dikke bedden, dikke handdoeken en een megagrote flatscreentelevisie. ‘Het is echt mooi. Mooier dan ik had verwacht toen we vanochtend aankwamen,’ zei oma. Ze trok de koelkast open en ze zocht de knopjes van de nep open haard. En onze moeder zei: ‘Frits, is dit niet een beetje te gek?’ ‘Och,’ zei Frits. ‘Ik hou van trakteren.’ Terwijl hij het zei tjoepte zijn snor even omhoog. Wij renden naar buiten. De kleintjes gingen bij de pony’s kijken, op het middenterrein. Die hadden ze al vanuit het huisje zien staan. Levineke en Cal en ik wilden meteen naar het zwembad. Dat was nog dicht, en de speelwei ernaast ook. Maar er stond een man die de speeltoestellen schoonspoot. Dat was Seth, de baas. We gingen hallo zeggen, want we hoopten dat we toch naar binnen konden. Levineke lachte en zwaaide haar haren los, en meteen mochten we de nieuwste attractie van de speelwei uitproberen: het klittenbandkussen. ‘Omdat jullie bij Frits horen,’ zei de baas. ‘Ik ken hem nog van vroeger.’ Ja, onze week in Park Plezanta begint dus goed. We hebben zo’n springkussen nog nooit gezien. Je kunt er gewoon op springen, maar je moet een pak aan. Overal op het pak zit klittenband. De achterwand van het springkussen is ook van klittenband. En dus kun je jezelf tegen die muur aankwakken. Want je blijft hangen! Klittenband tegen klittenband! Je blijft hangen tot je zwaar wordt. Daarna scheur je los. Kgggggg.
19
Opmaak Leesboek F1.indd 19
01-12-10 10:35
We zijn een halfuurtje bezig. We gooien onszelf tegen de wand. We gooien elkaar tegen de wand. En de vakantie begint dus goed. Maar dan gebeurt het. Cal en ik hebben net een tweelingsprong gedaan en we bungelen ergens helemaal bovenaan tegen de muur. Opeens komt er een jongen aan met spieren. Met een T-shirt en met lang zwart haar. Zo’n jongen van veertien, met een lachje en alles. ‘Heikóóó!’ roept Seth naar hem, onder het schoonspuiten door. ‘Heikóóó! Draai de kraan even dicht!’ Heiko? Heet die jongen zo? Wat een kakkernaam. Maar die Heiko draait de kraan dus dicht en komt naar het springkussen geslenterd. Op Levineke af. Hij kijkt pats recht in haar ogen en zegt: ‘Heej.’ Wat denk je? Ze zegt ‘Heej’ terug. Lachend. En precies op dat moment storten Cal en ik onhoudbaar naar beneden. Kgggggg. Als we daarna ons huisje binnenkomen, springen we een halve meter de lucht in, want wie zit daar op de bank? Fouad Fast Forward! De snelste rapper van het land, de rijpste en de lijpste! We kennen hem want onze vader kent hem, en we wisten helemaal niet dat hij hier zou zijn! ‘Joho,’ zegt Fouad, ‘de juniors!’ Hij bedoelt ons, en we doen de respectgroet met hem en hij trekt ons helemaal tegen zich aan.
20
Opmaak Leesboek F1.indd 20
01-12-10 10:35
‘Mannen,’ zegt hij, ‘jullie zijn gegroeid.’ ‘Hoor mij,’ zegt hij er meteen achteraan, ‘ik lijk mijn eigen oma wel. Sorry dat het zo lang geleden is dat ik jullie gezien heb. Waarom gaan jullie niet vaker met je vader mee?’ ‘Ja!’ roepen wij. ‘Dat mag nooit! Dat we er nu zijn komt alleen maar door Frits!’ We kijken de kamer rond. Waar is Frits eigenlijk? ‘Wandelen,’ zegt oma. Echt? In zijn eentje? Wat raar. We willen ernaar vragen, maar dan zien we nóg een beroemdheid zitten. We herkennen hem meteen: de neef van Fouad. Hij heeft laatst ook een cd gemaakt, en die hebben wij natuurlijk. MC Zepi! ‘Zepi!’ roepen we. ‘We kennen jouw cd! Zullen we een stukje doen?’ En dan doen we een refreintje en Zepi beweegt mee met z’n mond. Als we klaar zijn krijgen we van Zepi ook de respectgroet, en Fouad FF roept: ‘Hoe zit het met jullie eigen carrière?’ ‘Eh…’ doen wij, maar mama zegt: ‘Het trouwnummer!’ O ja, dat hadden we voor een schoolproject gemaakt. ‘Laat maar horen,’ zegt papa, ‘Ik ken het ook nog niet.’ Dus dan doen we het maar. Even goed staan. Aftellen. Gaat-ie.
21
Opmaak Leesboek F1.indd 21
01-12-10 10:35
‘Wie wil er met ons trouwen? Wie wil met ons een huwelijk? O, wat zijn wij gruwelijk. Single is verschrikkelijk O, wat zijn wij kickelijk!’ Zepi en Fouad lachen en ze slaan op onze schouders. Ze pakken ons vast en dragen ons bijna de kamer door voor een ererondje. ‘Ho,’ lacht mama, ‘laat die jongens even met hun benen op de grond, ik kan ze nu al bijna niet aan.’ ‘Maar ze zijn geniaal!’ roept Zepi. ‘Ze zijn gruwelijk geniaal!’ ‘Ja ja,’ zegt papa tegen Fouad en Zepi, ‘maar volgens mij moeten jullie gaan soundchecken. Het festival begint al over een uur. Ik loop wel even mee, dan weet ik het ook al vast voor dinsdag.’ ‘Moet jij dinsdag?’ giechelt Fouad. ‘Dinsdag is kneusjesdag.’ Papa haalt uit, maar Fouad gooit hem achterover op de bank. Mama en oma kijken er met grote ogen naar. Wij eigenlijk ook, want we wisten niet dat Fouad en papa zulke goeie vrienden waren. Onze vader is het laatste halfjaar nogal beroemd geworden, en dus komt hij Fouad en Zepi steeds vaker tegen. Bij optredens en zo. ‘Oké!’ roept mama boven het geworstel uit, ‘de grote jongens gaan nu soundchecken en de kleine jongens gaan de meisjes halen. Zijn die nog steeds bij de pony’s? En is Levineke daar ook?’ De kleine jongens. Daarmee bedoelt ze ons. Pff. Door die beroemdheid van papa is hij wel steeds minder thuis en dus moeten wij veel meer doen dan vroeger!
22 Edward van de Vendel
Opmaak Leesboek F1.indd 22
01-12-10 10:35
Hiphop en rap Hiphop is uitgevonden in Amerika, in de jaren zeventig van de vorige eeuw. In Amerika worden de woorden rap en hiphop door elkaar gebruikt. Je zou kunnen zeggen dat rap de muziek zelf is, en dat hiphop niet alleen op de muziek slaat, maar ook op de stijl die erbij hoort: de hiphopdans, graffiti, de wijde broeken en baseballpetten. Hiphop wordt gemaakt door zwarte jongens en een enkel zwart meisje. In Amerika hebben zwarte mensen het vaak moeilijker dan blanken. Ze hebben minder geld en wonen in minder fijne huizen die ook nog eens in een getto staan. Een getto is een buurt waar veel arme mensen bij elkaar wonen. In die getto’s gebeuren veel nare dingen. Er wordt ingebroken, mensen schieten op elkaar en er wordt gehandeld in drugs. Veel Amerikanen wisten vroeger niet hoe gevaarlijk het is om in een getto te wonen. Dankzij hiphop weten ze er inmiddels iets meer over.
krijgt, heeft gewonnen. Meestal bedenken ze de raps ter plekke. En waar moet je het dan over hebben? Nou, over jezelf: dat jij goed bent en de ander stom is. ‘Ik ben beter dan al die anderen. Klap voor mij!’ rappen ze dan op een grappige manier. Ze scheppen op over zichzelf en beledigen de ander. Dat noemen ze ‘dissen’ (straat-Engels voor disrespect = beledigen).
Rappers hebben het niet alleen over de toestand in de getto’s, ze hebben het ook graag over zichzelf. Dat komt doordat veel hiphoppers ooit zijn begonnen door mee te doen met ‘rap-battles’. Bij zo’n wedstrijd mogen de rappers om de beurt een paar minuten rappen. Wie het meeste applaus
23
Opmaak Leesboek F1.indd 23
01-12-10 10:35
Dat kan dus behoorlijk uit de hand lopen. De grootste rapsterren – Eminem, Jay-Z, Nas en Ja Rule – stoppen scheldwoorden in hun teksten. Ze schelden niet alleen op hun moeder of hun ex-vriendin, maar ook op elkaar. Eerst schold Nas in een liedje tegen Jay-Z. Daarna maakte Jay-Z een scheldliedje tegen
Nas. En Nas weer tegen Jay-Z en ga maar door. Dat kan jaren duren. Nadat hiphop in Amerika was uitgevonden duurde het niet lang of overal ter wereld werd gerapt. Dat komt doordat hiphop redelijk makkelijk te maken is. Je hoeft niet te kunnen zingen en je hebt er niet zoveel muzikanten bij nodig. Het enige wat je goed moet kunnen, is teksten bedenken die je snel en ritmisch uitspreekt. Def P, de voorman van Osdorp Posse, besloot als eerste om in het Nederlands te rappen. En hij had het over dingen die hij zelf in Osdorp meemaakte. Over je vervelen, het gluren van de buurvrouw, of over de tram. Def P kan niet alleen rijmen en grappige dingen bedenken, hij kan ook razendsnel improviseren. Dat heet ‘freestylen’. Bij optredens mogen mensen uit het publiek een woord roepen, dan maakt Def P er ter plekke een rijm over. De kunst is om de woorden ritmisch in elkaar over te laten lopen. Ze noemen dat ‘flow’, oftewel vloeien. Def P weet dat hij dat kan. Zoals hij zelf ooit rapte: ‘Ik ben de goeie in het vloeien.’ Nadat Osdorp Posse deze eigen Nederhop had bedacht, ging bijna iedere rapper over op het Nederlands. Ga maar na, alle bekende Nederlandse rappers kun je zo verstaan: Extince, Brainpower, Moordgasten, Lange Frans en Baas B.
24 Hester Carvalho
Opmaak Leesboek F1.indd 24
01-12-10 10:35