Voorbeeld Coachmap Inleiding Dit is een voorbeeld van een map, die een coach kan gebruiken om zijn spelers te begeleiden. Dit voorbeeld is gebaseerd op voetbal, maar kan vanzelfsprekend omgezet worden naar willekeurig elke sport. Verder dienen de hoofdstukken aangepast te worden aan de uitgangspunten, op het gebied van begeleiding, van de eigen vereniging.
Inhoudsopgave Coachmap Voetbal Voorwoord Eigenaar Coachmap Belangrijke Adressen Spelersgegevens Telefoonketting Team Vervoerschema Wat is het specifieke van jeugdvoetbal? Wanneer ben ik een goede coach? Richtlijnen voor het coachen van een jeugdteam Enkele afspraken tussen coach en spelers Coachen op de wedstrijddag Wat je moet weten over het wedstrijdformulier Tactische aanwijzingen voor het coachen Sportief spelen en coachen scoort altijd! Ouders en voetbal Eerste Hulp Bij Sport Ongevallen Formulier wedstrijdevaluatie Observatieformulier ontwikkeling jeugdlid Notities
In deze coachmap wordt de voetballer/voetbalster, de trainer/trainster en de coach aangeduid met het (nog) algemeen gangbare: de aanduiding in mannelijke vorm. Vanzelfsprekend is het niet de bedoeling voetbalsters, begeleidsters en trainsters uit te sluiten. Integendeel! Het voortdurend verwijzen naar twee geslachten maakt de tekst echter minder leesbaar. Vandaar dat we deze keuze hebben gemaakt.
Voorwoord Het gebruik van de coachmap De coachmap die hier voor je ligt is een praktisch houvast die je kan ondersteunen in je activiteiten als coach. Naast praktische informatie over de spelers uit je team en handige adressen die je nu gebundeld hebt, staan de meest belangrijke punten van jeugdgericht werken in deze coachmap. Ook is de coachmap bedoeld om alle coaches te voorzien van een pakket basisinformatie dat hulp kan bieden om een goede coach te zijn. Deze coachmap geeft je veel informatie op papier. De belangrijkste taak die je als coach hebt is het begeleiden van het team waar dat nodig is. Daarbij is enthousiasme, plezier en kunnen omgaan met jeugd heel belangrijk. Ook horen het regelen van organisatorische zaken voor je team tot je taak. Vergeet nooit: Als jeugdleider heb je een voorbeeldfunctie! Ouders/verzorgers geven hun zoon/dochter aan de jeugdleider mee met het volste vertrouwen dat ze in goede handen zijn. Dit houdt in dat de jeugdleider zich steeds moet realiseren wat wel en wat niet kan. Dit heeft alles te maken met waarden en normen die de vereniging, jijzelf en de sport tolereert. De begeleiding en training zal gericht moeten zijn op fair play. Het stimuleren van fair play gaat verder dan alleen het bestrijden van spelverruwing. Het betreft ook de omgang met trainers, coaches, medespelers, tegenstanders, scheidsrechters, publiek etc. De jeugd zal moeten leren zich correct en sportief te gedragen in en buiten het veld. Dit hoort ook in de jeugdopleiding. Jij als coach kan daaraan een bijdrage leveren. Om je een beetje op weg te helpen in je functioneren als coach hebben we deze coachmap samengesteld. De coachmap bevat erg veel informatie die je zeker niet allemaal uit je hoofd hoeft te weten. De map is losbladig samengesteld zodat je jaarlijks het deel met informatie over je team kan vervangen en nieuwe informatie kan toevoegen. Gebruik de map als naslagwerk en lees er af en toe eens in als je tegen bepaalde situaties aanloopt. Natuurlijk kun je met vragen ook altijd terecht bij de jeugdcommissie.
Eigenaar Coachmap
Naam: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon overdag: Telefoon 's-avonds: Registratienummer KNVB:
Belangrijke Adressen Alarmnummer ambulance, brandweer, politie
Thuisaccommodatie / Kantine: Adres: Postcode: Telefoonnummer:
1. Functie: Naam: Adres: Postcode/woonplaats: Telefoon: 2. Functie: Naam: Adres: Postcode/woonplaats: Telefoon:
3. Functie: Naam: Adres: Postcode/woonplaats: Telefoon:
1-1-2
4. Functie: Naam: Adres: Postcode/woonplaats: Telefoon: 5. Functie: Naam: Adres: Postcode/woonplaats: Telefoon: 6. Functie: Naam: Adres: Postcode/woonplaats: Telefoon: 7. Functie: Naam: Adres: Postcode/woonplaats: Telefoon: Arts Naam: Adres: Telefoon: Arts Naam: Adres: Telefoon: Arts Naam: Adres: Telefoon:
Spelersgegevens Seizoen ..... - .....
Naam: Registratienummer: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: School Blessureverleden
Blessure dit seizoen:
(datum)
Naam: Registratienummer: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: School Blessureverleden
Blessure dit seizoen: Naam: Registratienummer: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: School Blessureverleden
(datum)
Blessure dit seizoen:
(datum)
Naam: Registratienummer: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: School Blessureverleden
Blessure dit seizoen:
(datum)
Naam: Registratienummer: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: School Blessureverleden
Blessure dit seizoen: Naam: Registratienummer: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: School Blessureverleden
(datum)
Blessure dit seizoen:
(datum)
Naam: Registratienummer: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: School Blessureverleden
Blessure dit seizoen:
(datum)
Naam: Registratienummer: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: School Blessureverleden
Blessure dit seizoen: Naam: Registratienummer: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: School Blessureverleden
(datum)
Blessure dit seizoen:
(datum)
Naam: Registratienummer: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: School Blessureverleden
Blessure dit seizoen:
(datum)
Naam: Registratienummer: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: School Blessureverleden
Blessure dit seizoen: Naam: Registratienummer: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: School Blessureverleden
(datum)
Blessure dit seizoen:
(datum)
Naam: Registratienummer: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: School Blessureverleden
Blessure dit seizoen:
(datum)
Naam: Registratienummer: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: School Blessureverleden
Blessure dit seizoen:
(datum)
Telefoonketting Team
........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ...................... coach
........................ ........................ ........................ ........................ ........................ ........................
........................ ........................ ........................
De coach belt de eerste 2 spelers, vervolgens belt iedereen 2 spelers, volgens bovenstaande lijst. Is iemand niet te bereiken, dan bel je degene(n) die door die persoon gebeld zouden worden. Deze lijst invullen, incl. tel. nrs., kopiëren en uitdelen aan de (ouders van) spelers.
Vervoerschema datum 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
wedstrijd
vervoer
Wat is het specifieke van jeugdvoetbal? Als leider van een jeugdteam heb je twee taken - organisatorische zaken - de jeugd begeleiden bij het spelen van het voetbalspel. Deze tweede taak is niet voor iedereen even gemakkelijk, zeker als je zelf geen voetbal gespeeld hebt. Om vanaf de jongste jeugd het voetbalspel te spelen volgens de regels en spelbeleving van de senioren is zeer slecht voor de vorming en ontwikkeling van de jeugdspeler. Het is belangrijk voor de coach van een jeugdteam om met een opleidingsbril naar jeugdvoetbal te leren kijken. Eerst een korte toelichting op het verschil tussen jeugd- en seniorenvoetbal. * fysieke verschillen Een jeugdige speler beschikt niet over de kracht van een senior. Een jeugdlid heeft een enorme bewegingsdrang en lijkt soms onvermoeibaar. De tactiek bij het spel moet hierop inspelen, het moet veel mogelijkheden tot bewegen bieden. * psychische verschillen Een jeugdspeler kan minder goed vooruit denken. Hij heeft ook nog weinig ervaring om situaties te herkennen. Die ervaring moet de jeugdspeler opdoen, met vallen en opstaan. Door veel te spelen, zal het kind leren. Een jeugdspeler heeft ook nog minder het gevoel om samen tot een sportresultaat te komen. Hij zal in de ogen van een volwassene soms egoïstisch ogen in zijn spel. 11 tegen 11 spelen past niet bij het wereldbeeld van de jongste jeugd. * mentale verschillen Let op, mentale eigenschappen als leergierigheid en winnersmentaliteit worden al jong gevormd. Een sportieve geest is bepalend voor de hele verdere ontwikkeling. Hier zijn de verschillen dus niet groot. * talent Een aantal eigenschappen als spelinzicht, een goede motoriek en snelheid zijn aangeboren en kunnen we aanduiden als talent. Andere eigenschappen zoals techniek, kracht en tactiek worden door training verder ontwikkeld. Het directe resultaat is vaak de drijfveer voor begeleiders en ouders. terwijl je bij een jeugdteam vooral moet kijken naar de ontwikkeling van vaardigheden en spelvreugde over langere periodes. Vergelijk het spel van je team en de individuele prestaties aan het begin van het seizoen met die aan het einde van het seizoen. Om dit goed bij te kunnen houden hebben we achterin de coachmap een observatieformulier gedaan waarop je het niveau van je spelers op een aantal momenten in het seizoen kan aangeven. Opleiding staat in het jeugdvoetbal centraal Direct resultaat is secundair Het is heel belangrijk om jeugdleden voortdurend sportieve uitdagingen te bieden. Dit kan het noodzakelijk maken om tijdens het seizoen teamsamenstellingen aan te passen. Bij de jeugd gaat soms de ontwikkeling van het individu daarom voor het teambelang. Wij begrijpen dat het voor de coach en de rest van het team niet altijd makkelijk is als er een goede jeugdspeler naar een hoger team gezet wordt. Met bovenstaande uitleg gaan wij ervan uit dat onze coaches begrijpen dat het voor de speler beter is en dat je als coach dit ook duidelijk maakt aan de rest van je team. Dit kan veel onduidelijkheid voorkomen.
Wanneer ben ik een goede coach? Veel mensen denken dat iemand die zelf heeft gevoetbald ook direct geschikt is om als coach op te treden. Dat hoeft dus niet zo te zijn. Je bent een goede coach voor de voetballende jeugd als: - je niet alleen verstand van voetbal maar ook van jeugd hebt. Houd rekening met de lichamelijke ontwikkeling van je spelers om in te kunnen schatten waartoe ze in staat zijn. - je rekening houdt met verschillen in persoonlijkheid van je spelers. Wat goed is voor het ene jeugdlid is niet automatisch goed voor het andere jeugdlid. - je alle teamleden accepteert zoals ze zijn. - je rekening houdt met verschillen in sociale, economische en etnische achtergrond. Een goede coach geeft evenveel aandacht en instructies aan alle leden van de groep en geeft iedereen het gevoel erbij te horen. - je niet alleen oog hebt voor het winnen van de wedstrijd. Een lange termijn doelstelling als het begeleiden van onze jeugd bij hun lichamelijke, psychologische en sociale ontwikkeling is belangrijker dan winnen. - je leert jonge sporters van succes te genieten, maar ook teleurstellingen te verwerken. - je de jeugd normen en waarden bijbrengt en daarin zelf het goede voorbeeld geeft. Al eerder is gezegd dat je als coach een belangrijke voorbeeldfunctie voor het teamspelers hebt. Houdt daarom in ieder geval rekening met de volgende afspraken: - gedraag je als 'een heer in het verkeer’, rij veilig en nooit te hard - gebruik geen alcohol als je moet rijden - gebruik geen alcohol voor en tijdens de wedstrijd - rook niet in de kleedkamer en tijdens de wedstrijd - toon belangstelling bij verjaardagen, ziektes, blessures - zorg ervoor op de hoogte te zijn van de verschillende afspraken welke te vinden zijn in infoboekje van de vereniging - zie erop toe dat de jeugdspelers en jijzelf deze afspraken nakomen - een jeugdleider kan, mag, moet ook corrigerend optreden in het clubhuis, kleedkamers en op de velden - probeer het contact met de ouders te stimuleren, bijvoorbeeld via ouderavonden, een huisbezoek of rond de wedstrijden en trainingen.
Richtlijnen voor het coachen van een jeugdteam Risico's Aan sport zitten risico's. Ieder jeugdlid doet mee aan activiteiten voor eigen risico, maar als vereniging mogen we niet nalatig zijn om de risico's te beperken. Er zijn risico's bij: wedstrijd: Stimuleer blessurepreventie zoals in hoofdstuk 'EHBSO' is beschreven. Stimuleer het dragen van beschermende middelen. vervoer: In de auto voorin en achterin de gordels aan. Niet meer dan drie kinderen op de achterbank. De bestuurders, ook jij als coach moeten een inzittendenverzekering hebben. Volg de verkeersregels diefstal: Neem kostbaarheden in bewaring, maar liever, laat ze thuis. Doe kleedkamers waar mogelijk op slot, of neem dure kleding mee naar de wisselbank. Ballen zijn ook erg populair, laat ze niet tijdens de wedstrijd rond slingeren.
Enkele afspraken tussen coach en spelers
Het is goed om aan het begin van het seizoen een aantal afspraken met je spelers te maken. Dit schept voor beide partijen helderheid. De spelers weten waar ze aan toe zijn. Voor jou als coach geeft het ook duidelijkheid en kun je je spelers erop aanspreken als zij bepaalde afspraken niet nakomen. Hieronder vind je een aantal afspraken die je met je team zou kunnen maken. Bevorderen van de zelfstandigheid Het is goed om alle spelers bij de organisatie voor, tijdens of na de wedstrijd te betrekken. Geef ze om beurten een taak, bv. reserveshirts wassen of een wedstrijdverslag maken. Op die manier krijgt iedere speler op zijn beurt een stukje verantwoordelijkheid. De aanvoerder Ieder team heeft een aanvoerder. Je kunt hiervoor aan het begin van het seizoen één persoon aanwijzen of om beurten wordt er iemand aangewezen die aanvoerder is voor een wedstrijd. De bedoeling is dat hij dan de scheidsrechter en de aanvoerder van de tegenpartij begroet en deze na afloop van de wedstrijd, onafhankelijk van de uitslag, ook weer bedankt. Het verzorgen van het wedstrijdformulier is ook één van de taken van de aanvoerder. Na afloop van de wedstrijd wordt de uitslag gecontroleerd en het formulier getekend. Als coach ben je verantwoordelijk voor het wedstrijdformulier dus houdt in de gaten of de aanvoerder deze taak goed volbrengt. Afspraken bij verhindering Maak met je spelers een afspraak over afzeggen om te voorkomen dat je op het laatste moment nog naar vervanging moet gaan zoeken of dat je met te weinig spelers op pad moet. Als een speler een keer moet afzeggen, dan moet hij dit tijdig doen: - bij de trainer vóór de training - bij de coach vóór de wedstrijd, uiterlijk op de donderdag- of trainingsavond, maar liefst zo vroeg mogelijk. Jij kunt vervolgens in overleg met de coach van een lager spelend team een vervanger regelen. Ben je als coach verhinderd op een wedstrijddag zorg dan zelf voor vervanging. Je kunt bv. een coach van een ander team of een ouder bellen. Lukt het niet neem dan contact op met de jeugdcommissie. Afspraken over vervoer naar uitwedstrijden Geef aan je teamleden aan dat je ervan uit gaat dat hun ouders, als dat gevraagd wordt, bereid zijn om te rijden. Als het mogelijk is kun je op de fiets gaan, geef dat vooraf duidelijk aan zodat iedereen met de fiets komt. Verzameltijdstip Uitwedstrijd, 10 minuten voor de vertrektijd. Thuiswedstrijd, 45 minuten voor aanvang van de wedstrijd, zodat er genoeg tijd is voor het omkleden en een goede warming-up. Trainingen Vertel je spelers dat trainingen altijd doorgaan, tenzij de spelers van de trainer of coach anders horen.
Kleding en veiligheid Sieraden kunnen de spelers het beste thuislaten, want die mogen ze niet dragen tijdens de wedstrijd. Oorbellen liefst uitdoen en anders moeten ze afgeplakt worden. Hygiëne Het is een heel goede gewoonte om na de wedstrijd en training lekker te douchen. Behalve voor de goede sporthygiëne spoelen de emoties onder de douche meestal lekker weg zodat iedereen verfrist de kantine binnenstapt. Stimuleer het douchen al bij de jongste jeugd dan geeft het ook geen problemen als de jeugd ouder wordt. Blijf zelf tijdens het douchen in (de buurt van) de kleedkamer, je weet dan zeker dat het geen groot waterballet wordt. Laat de jeugd voor het douchen slippers, handdoek en zeep meenemen. Aandacht bij ziekte of blessure Bij ziekte of blessure van een speler kun je met je team afspreken wat er gedaan wordt: - coach en aanvoerder bellen de speler op - een kaartje met het team sturen - de speler eventueel ophalen om naar de wedstrijd te komen kijken. Nevenactiviteiten Naast voetballen is het leuk om soms, eventueel samen met andere teams, een activiteit te organiseren, bijv. met z'n allen gaan kijken bij een wedstrijd van het eerste team, een Sinterklaasfeest, iets drinken na de wedstrijd, etc. Betrek de spelers zoveel mogelijk bij het maken van de ideeën en bij de organisatie van de activiteit. Geef aan dat het de bedoeling is dat alle spelers uit het team meedoen.
Coachen op de wedstrijddag Probeer je als coach voor, tijdens en na de wedstrijd bij alles wat je je team vertelt in te leven in de wensen en behoeften van de jeugdleden en probeer hen zoveel mogelijk te betrekken bij jouw beslissingen. Luisteren naar de jeugd is van groot belang voor een goede communicatie met je team. Zij hebben al op zeer jonge leeftijd leuke ideeën, probeer die als coach boven tafel te krijgen.
Coachen voor de wedstrijd Bij uitwedstrijden meld je bij aankomst dat het team is aangekomen en informeer je even welke kleedkamer je team gebruiken kan. Daarna zie je erop toe dat de spelers zich omkleden, niet te vroeg want dan gaan ze zich vervelen. Verzamel alle waardevolle spullen in een tas die meegaat naar het veld. Betrek de ouders, die voor het vervoer gezorgd hebben, bij het teamgebeuren. Informeren zal door hen zeer op prijs gesteld worden en leidt tot grotere betrokkenheid. Hou de teambespreking op een rustige plaats en ruim voor aanvang van de wedstrijd. Zet bij een praatje je spelers bij elkaar op de bank. Je hebt dan oogcontact met degene tegen wie je praat. Laat nooit kinderen achter je rug zitten. Laat geen mensen tijdens je praatje veters strikken, haren kammen etc. De bespreking moet kort, helder en motiverend zijn. Geef de hoofdlijnen aan, maak de opstelling bekend, maak afspraken met de spelers en neem enkele specifieke situaties door. Bouw je praatje als volgt op: - we spelen vandaag tegen .... - we gaan vandaag verdedigend de aanvallers van de tegenpartij vroeg storen - bij ons eigen doel niet te dicht bij de keeper verdedigen - aanvallen via de zijkanten Probeer een prettige sfeer te scheppen zodat iedereen zin heeft in de wedstrijd. Schilder ook de tegenpartij positief af. Neem drinkwater mee voor tijdens de wedstrijd, de spelers moeten wat kunnen drinken omdat er bij het spelen veel getranspireerd wordt. Laat de jeugd voor de wedstrijd een warming-up doen, dit wordt op de training aangeleerd. We doen de warming-up als groep en niet als individualisten. Het is niet alleen om de spieren los te maken maar ook als gezamenlijke voorbereiding op de wedstrijd die ze daarna samen gaan spelen. Voor de oudere jeugdteams bestaat de warming-up uit loopoefeningen, bewegings- en rekoefeningen en daarna, alleen op het veld, bal- en schietoefeningen. Helaas is het niet altijd mogelijk om overal een goede warming up te doen maar met een beetje improviseren en wat goede wil lukt dat vrijwel overal. Voor de jongere jeugd is het leuk om inleidende spelletjes te doen. Voorbeelden hiervan zijn elders in de coachmap opgenomen. Probeer zelf sturing te geven aan de warming-up. Begin met wat loopvormen gevolgd door samenspelen.
Coachen tijdens de wedstrijd Moedig de spelers op de juiste momenten positief en stimulerend aan, indien nodig haal je een speler naar de kant voor een korte opmerking of om hem weer lichamelijk, maar ook geestelijk tot rust te brengen. Als coach bepaal je welke speler op welke plaats speelt. Je geeft dat aan voor de wedstrijd en in de rust en als een speler na het wisselen weer het veld in gaat.
Wisselspelers blijven op de wisselbank en volgen het spel, hier kunnen ze veel van leren. Geef ze bv. de opdracht de spelwijze van de tegenpartij te analyseren. Gebruik hiervoor het evaluatieformulier achterin de coachmap. Neem vanaf de kant waar wat er goed en fout gaat in relatie tot de gemaakte afspraken en het spel van de tegenstanders zodat je dat in de rust door kan geven. Jaag spelers niet op, belangrijk is dat ze zelf oplossingen leren vinden. In het hoofdstuk 'Sportief spelen en coachen scoort altijd!' is een aantal Fair-play regels opgenomen om de sfeer en sportiviteit tijdens de wedstrijd te bewaken. Corrigeer spelers die zich niet aan deze regels houden. Bewaak ook het commentaar van de spelers vanaf de bank. Zij mogen op de bank geen negatief commentaar leveren op hun teamgenoten. Positief gedrag mag en geeft vertrouwen. Als iemand de bal verliest weet hij dat zelf wel en hoeft hij daar niet van iedereen commentaar op te hebben. Onthoud je als coach van commentaar op de scheidsrechter. Hou ook in de gaten dat je team geen commentaar levert op de leiding. Denk maar zo dat het voor hen ook een sportmiddag is en dat ze hun best doen. Zeker bij de jeugd is het vaak jeugd van de eigen vereniging die aan het fluiten is. De vereniging heeft al moeite genoeg om voldoende vrijwilligers te vinden om alle taken te vervullen. Probeer scheidsrechters daarom positief te benaderen en bespreek bv. na de wedstrijd het verloop van het spel en geef eventueel tips voor het fluiten voor een volgende wedstrijd. Meer tips over coachen tijdens de wedstrijd zijn te vinden in het hoofdstuk 'tactische aanwijzingen voor het coachen'.
Coachen in de rust Zoek een rustig plaatsje op, uit de buurt van ouders etc. Het doel van voetballen bij ............ is om tot verbetering van het individuele spelniveau en het samenspel te komen en tot verhoging van de spelvreugde, hou dit in je achterhoofd als je je praatje houdt. Zorg er in ieder geval voor dat iedereen tijdens de rust wat kan drinken. In de rust moet je ervoor zorgen dat de ploeg bij elkaar blijft en niet even bij een vriendje of vriendinnetje gaat kletsen. Als je dan met z'n allen bij elkaar zit kun je wat dingen doornemen over de eerste helft. Laat ze eerst tot rust komen en laat ze ook kort hun zegje doen. Geef zowel complimenten als opbouwende kritiek waar dat nodig is. De eerste helft is gespeeld. Kijk niet teveel terug, maar kijk vooruit. Geef hoogstens 2 tot 3 aanwijzingen, de rest vergeten ze toch, want gezegd betekent niet gehoord, gehoord betekent niet begrepen, begrepen betekent niet mee eens, mee eens betekent niet uitgevoerd!
Coachen na de wedstrijd Bedank altijd, onafhankelijk van winst of verlies, de scheidsrechter en de coach van de tegenstander. Je bent immers een positief voorbeeld voor het team in sportief gedrag naar tegenstander en scheidsrechters, ook door het aangeven van de juiste normen en waarden. Net als in de rust moet je ervoor zorgen dat het team ook na de wedstrijd bij elkaar blijft. Zoek hen na het tekenen van het wedstrijdformulier snel op in de kleedkamer. Jongeren kunnen na afloop van een spannende wedstrijd erg emotioneel zijn. Na een verloren wedstrijd hoor je in de kleedkamer dat de tegenpartij gemeen en de scheidsrechter partijdig was. Bovendien wordt er ook in het eigen team wel eens een zondebok gezocht. Ook na een gewonnen wedstrijd is niet alle jeugd blij, zelf doelpunten maken vinden zij erg belangrijk. Jeugd moet leren hun emoties te verwerken. Een praatje na de wedstrijd waarbij je probeert op een positieve manier de wedstrijd te bespreken kan daarbij helpen. Evalueer voor jezelf de wedstrijd; wat ging er goed, wat ging er fout? Schrijf dit ook op in je coachmap, zodat je na verloop van tijd kan zien of er vooruitgang in zit en waar nog aan gewerkt moet worden. Evalueer met de aanvoerder of een groepje spelers van het team de wedstrijd op het daarvoor ontwikkelde wedstrijdevaluatie-formulier die je in deze coachmap kunt vinden. De spelers gaan dan nadenken over het verloop van de wedstrijd en leren een wedstrijd te evalueren. Ze krijgen een stukje verantwoordelijkheid wat ze vaak leuk vinden. Het schrijven van een stukje voor in het clubblad kun je hieraan vastkoppelen. Rond met elkaar de sportochtend/-middag af in een gezamenlijke en plezierige sfeer door, na het douchen, samen iets te drinken. Dit hoeft niet op kosten van de coach.
Wat je moet weten over het wedstrijdformulier
Tactische aanwijzingen voor het coachen Kritiek geven Het is eenvoudig om een opmerking te maken tegen jeugdspelers die fouten maken. Maar vergeet niet dat juist de jeugdspeler hiervoor extra gevoelig is. Velen zitten in een moeilijke leeftijdsfase en kunnen niet goed overweg met kritiek. Vaak laten deze spelers hun hoofd hangen als hen (voor iedereen duidelijk hoorbaar) verbaal te kennen is gegeven dat ze 'weer een stommiteit' hebben begaan. Vergeet niet, dat voetbal een onderdeel is van een leerproces, een proces waarin het maken van fouten gewoon nog mag. Als coach moet je dit goed in je achterhoofd houden. Dit vraagt om een bepaalde instelling nl. het op een positieve wijze vertellen dat iets op een andere manier gedaan moet worden. Een speler weet vaak zelf al dat hij een fout maakt, een terechtwijzing in het openbaar kan hem faalangst bezorgen. Daarom is het veel beter om, als er een fout wordt gemaakt, de jeugd bv. op de volgende manier toe te spreken: Jammer, volgende keer beter OK, oppakken/herstellen en opnieuw proberen Geeft niet, straks lukt het je wel, je kunt het! enz. Deze uitspraken hebben veel meer effect dan het negatieve 'afkraken/uitkafferen' van spelers, hoe goed bedoeld ook. In de rust, na de wedstrijd en tijdens de trainingen kan er altijd nog verder met de speler over gesproken worden. Het effect dat we met deze 'positieve terechtwijzingen' bereiken, is dat: de speler zelf wel weet dat hij iets fout heeft gedaan hij merkt dat ook de coach dit gezien heeft hem dit door de coach niet publiekelijk kwalijk wordt genomen de coach nog steeds vertrouwen in hem heeft. Als een jeugdspeler dit door krijgt, zal hij voor zijn leider en voor zijn team alles over hebben. Hij wordt immers niet publiekelijk gestraft voor het maken van fouten! Misdragingen / wangedrag van spelers Als spelers zich misdragen c.q. wangedrag ten toon spreiden, moet je als leider direct optreden. Beledigingen e.d. jegens scheidsrechter, leiders, tegenstanders en medespelers dienen direct aangepakt te worden d.m.v. onmiddellijke uitsluiting van de wedstrijd, ook al moet je dan verder met 1 speler minder, ongeacht de belangen die er op het spel staan. Ook bij gevallen die 'goed voor rood zijn', maar niet door de scheidsrechter zijn geconstateerd, dien je als leider je verantwoording te nemen. We denken hierbij aan duwen in de rug. Dergelijke voorvallen altijd direct aan de jeugdcommissie melden! Individueel belang - teambelang Een jeugdleider is verkeerd bezig als hij ten koste van bijv. een kampioenschap een jeugdspeler tijdens het seizoen niet laat overgaan naar een hoger elftal. De jeugdopleiding is bedoeld om jeugdspelers op te leiden, zich te laten ontplooien en te laten genieten van hun hobby. In dit kader gaat het individuele belang boven het teambelang. Aanwijzingen voor coachen We willen hier nu een aantal aanwijzingen geven die je kunt gebruiken tijdens je praatje voor de wedstrijd, in de rust en na de wedstrijd. De aanwijzingen zijn ingedeeld op leeftijdscategorie. Aanwijzingen voor D-jeugd gelden natuurlijk ook voor de B-jeugd, het omgekeerde is niet waar omdat de aanwijzingen dan vaak te moeilijk zijn. Jeugdteams moeten niet voetballen als kleine volwassenen, dat gaat ten koste van de spelvreugde.
Sportief spelen en coachen scoort altijd! Bij ............ zijn naast de actieve sporters talloze vrijwilligers actief om de zaak draaiende te houden. Jij als coach bent één van die vrijwilligers. Aan het begeleiden van een jeugdteam zitten eigenlijk drie totaal verschillende kanten: het regelen van organisatorische zaken (wedstrijdformulier, vervoer, enz.) het coachen van het team voor, tijdens en na de wedstrijd het scheppen/zorgen voor het behoud van een goede sfeer in het team. Vooral als het gaat om het coachen van een team tijdens de wedstrijd denken veel mensen dat ze daar eigenlijk te weinig kennis van het voetbalspel voor hebben. Het allerbelangrijkste van goed coachen van een jeugdteam is positief en enthousiast zijn naar het team. Tijdens de wedstrijd gaat het er in de eerste plaats om de jeugd te motiveren en te stimuleren; een wedstrijd moet een feest zijn! Plezier in het spel en het spelen met vriendjes en vriendinnetjes zijn belangrijke motieven voor onze jeugdleden om te blijven. Aarzel niet om je vanaf de bank in stimulerende zin te laten horen. De techniek en tactiek van het voetbalspel leren de spelers en speelsters op de training. Tijdens een wedstrijd heb je de taak als coach om bij te sturen. Door regelmatig de trainingen te bezoeken en met de trainer te praten, weet je als coach wat de mogelijkheden van de jeugd is en dat maakt het natuurlijk gemakkelijker om richting te geven tijdens een wedstrijd. Fair Play Iedereen die aan sport doet, of heeft gedaan, kent de term 'Fair Play'. Fair Play geeft aan dat jij als coach met je spelers een aantal afspraken maakt om handbal zo aantrekkelijk en plezierig mogelijk te houden. Het is eigenlijk een gedragscode voor de manier, waarop voetballers, trainers, begeleiders, scheidsrechters, ouders, supporters en andere betrokkenen met elkaar moeten omgaan. Door bewust met die onderlinge afspraken en regels om te gaan, kunnen we voetbal ook in de toekomst eerlijk en aantrekkelijk houden. Dat is het streven van ............, en we gaan ervan uit dat onze coaches daar ook aan meewerken. Als coach heb je een grote invloed op je spelers. Die invloed is niet alleen mede bepalend voor de verdere sportcarrière van de spelers bij ............, maar ook voor hun gedrag in en buiten het veld. Onsportief gedrag Naast veel positieve aspecten heeft voetbal toch de naam een harde sport te zijn. Spelverruwing, blessures, discriminatie en verbaal/fysiek geweld komen in het voetbalspel nogal eens voor. Met andere woorden: onsportief optreden. Bij een toenemend aantal wedstrijden gaat het behoorlijk mis. Als gevolg hiervan worden er steeds meer gele en rode kaarten gegeven. Daardoor krijgen de scheidsrechters het steeds zwaarder te verduren. Met het logisch gevolg dat zij het niet meer zien zitten en stoppen met fluiten. De voetbalsport wordt daardoor op termijn in haar voortbestaan bedreigd. Bovendien gaat de kwaliteit van het voetbal erdoor achteruit. Er dient daarom bij voetbal sprake te zijn van een positieve mentaliteitsverandering. Het tonen van respect voor anderen en het leren dragen van verantwoordelijkheid zijn daarbij hoofdzaak. Bij ............ vinden we dit een belangrijk punt waaraan wij aandacht willen besteden. Als coach zie jij het beste wat er tijdens het spel met en door jouw team gebeurt. Probeer bovengenoemde vormen van onsportief optreden te signaleren en bespreekbaar te maken in je team. Is het steeds eenzelfde persoon die zich onsportief gedraagt dan zou je hem apart kunnen nemen om erover te praten. Misschien heeft hij er wel een duidelijke reden voor of doet hij het onbewust. Bespreekbaar maken van onsportief handelen lost vaak al veel op. Lukt het je niet in je eentje neem dan contact op met de jeugdcommissie. Zij weten wel iemand die je kan helpen.
Jong geleerd is oud gedaan.... Voetbalbegeleiders zijn intensief bezig met hun team. Niet alleen tijdens trainingen, maar ook gedurende oefen- en competitiewedstrijden. Naast allerlei technische aspecten, heb je als coach ook een belangrijke rol met betrekking tot Fair Play. Dit begint met het tonen van respect voor elkaar en voor de tegenstander. Dit gedrag aanleren begint bij de jeugd! Natuurlijk proberen trainers en coaches met hun team een zo goed mogelijk resultaat te behalen. Winnen is nu eenmaal leuker dan verliezen. Maar hoever moeten we hierin gaan? Wil je ten koste van alles winnen, of worden er grenzen gesteld? Wij verwachten van onze leiding dat zij voor het laatste kiezen. Het bevorderen van Fair Play is een kwestie van lange adem. Echter, ook hier geldt: 'Jong geleerd, is oud gedaan'. De grenzen die je stelt zijn persoonlijk. De ene persoon kan dit hebben, de ander iets meer of minder. Zorg er in ieder geval voor dat je consequent handelt. Dus voor iedere speler gelden dezelfde regels om ruzie in het team te voorkomen. Het is belangrijk dat je zelf goed weet wat je van je teamgenoten accepteert en wat niet. Wat doe je bijvoorbeeld als iemand vloekt of scheldt naar de tegenstander? Wat doe je bij een gele kaart, laat je iemand doorspelen of laat je hem even afkoelen op de bank? Wat doe je als je ziet dat een speler ruw speelt terwijl de scheidsrechter het niet heeft opgemerkt, haal je hem naar de kant? Bedenk vooraf wat er kan gebeuren zodat je direct en op de juiste manier kunt handelen.
Fair Play is altijd de winnaar als je: • de sport en de sporters respecteert, • alle sporters gelijkwaardig behandelt, • geen verbaal of fysiek geweld gebruikt bij het sporten.
Scheidsrechters Het plezier in het spel moet altijd voorop blijven staan, bij zowel senioren als bij de jeugd! Daarom behoort voor jou en jouw spelers sportief gedrag de gewoonste zaak van de wereld te zijn. Dit uit zich onder meer door het accepteren van beslissingen van de scheidsrechter. Scheidsrechters maken fouten; arbitrage is en blijft mensenwerk. Scheidsrechters zijn geen computers! Dat geldt echter ook voor de spelers, die jij onder je hoede hebt. Je kunt handballers trainen, totdat ze er bij wijze van spreken bij neervallen. Je kunt ze volproppen met tactische opdrachten; toch worden er gedurende de wedstrijd veel fouten gemaakt. Dat is niet erg, want fouten horen bij het sporten. Maar mag de scheidsrechter dan af en toe ook een fout maken, zonder daar met verbaal geweld op te worden afgerekend? Probeer dit iedere wedstrijd in je achterhoofd te houden. Als coach ben je het voorbeeld van je teamgenoten. Geef naar hen duidelijk aan dat de scheidsrechter ook fouten kan maken. Laat de fout van de scheidsrechter een positieve impuls voor het team zijn om het nog iets beter te gaan doen i.p.v. een negatieve reactie. Als coach heb je hier een grote bijdrage aan. Een scheidsrechter die veel kritiek krijgt zal onzeker gaan fluiten en de wedstrijd kan daardoor ontaarden. Gedraag je dus ook nooit negatief naar de wedstrijdleiding en bedank hen altijd na afloop van de wedstrijd. Kwaliteitsverbetering Als coach bespreek je voor de wedstrijd een realistisch doel met je team. Het doel 'winnen' is wat te simpel en voor jeugdteams in opleiding weinig zinvol. Betere doelen zijn: - probeer snel de bal af te pakken - gebruik de zijkanten bij het aanvallen Stel het doel in de rust eventueel bij of stel een nieuw doel. Wat te zeggen tegen een team dat in de rust met 6-0 achterstaat? Een voorbeeld: 'Laten we in de tweede helft proberen één maal te scoren'. Geef ze een pluim als dat gelukt is.
Aandacht voor pestgedrag Kinderen kunnen elkaar het leven behoorlijk zuur maken, bv. met het vullen van schoenen met water, het schelden of door het achterna zitten van elkaar. Er wordt op school maar ook in de sportvereniging regelmatig pestgedrag getoond. Als coach merk je in je team wellicht ook wel eens dat ze elkaar pesten. Het is ontzettend belangrijk dat pestgedrag wordt gesignaleerd. Er zijn diverse vormen van pesten. We maken een onderverdeling in drie soorten: lichamelijk, geestelijk en seksueel pesten. Bij lichamelijk pesten gaat het vooral om schoppen, slaan en spugen. Geestelijk pesten kenmerkt zich door het geven van bijnamen of door terreur die soms zover gaat dat er geld wordt afgeperst. Bij pesten gaat het om het bepalen van de eigen identiteit (wie mag ik zijn?) en de strijd om de macht (hierbij komen rollen als leiders, clowns en geïsoleerden naar boven). ............ neemt het pesten op de vereniging erg serieus. Probeer ook als coach signalen van pestgedrag niet uit de weg te gaan. We hebben het niet alleen over ernstige knokpartijen maar juist minder ruw pestgedrag zoals schelden of niet bij 'het groepje' mogen horen kan veel pijn doen. Weet je niet wat je moet doen maar zie je wel dat er binnen je team wordt gepest dan kun je dit melden bij de jeugdcommissie. Bedenk altijd dat melden van kinderen die pesten geen klikken is! Het is juist goed voor ze dat er aandacht aan besteed wordt. Er kunnen gesprekken plaatsvinden met het kind dat wordt gepest en ook met het (groepje) kind(eren) dat pest. Die gesprekken kun je zelf voeren maar er kan ook iemand van de jeugdcommissie bij komen om je te helpen. In veel gevallen weten de pestende kinderen niet wat zij aanrichten bij het kind dat gepest wordt, daarom is het goed om erover te praten. Vervelende incidenten Gebeuren er tijdens een wedstrijd onregelmatigheden, door publiek of coaches van de tegenstander meld dit dan bij de jeugdcommissie of het bestuur. Zij kunnen dan contact opnemen met het bestuur van de betreffende vereniging of de KNVB.
Ouders en voetbal ............ en de ouders/verzorgers van de jeugd hebben veel met elkaar gemeen. Beiden streven bijvoorbeeld naar de optimale ontwikkeling van lichaam en geest en beiden stimuleren een optimale beleving van 'hun' kind bij de beoefening van hun hobby. Zowel voor de vereniging als voor ouders/verzorgers, is hier een belangrijke rol weggelegd! Vaak denken ouders dat ze met het betalen van contributie als het ware een afkoopsom betalen die hen ontheft van actieve deelname aan de jeugdbegeleiding of andere taken die binnen de vereniging gedaan moeten worden. Wij zouden ouders/verzorgers graag zien als 'prosument', d.w.z. je neemt/ontvangt iets en geeft iets. De vereniging (producent) biedt allerlei faciliteiten voor een optimale jeugdbegeleiding en de ouders (consumenten) maken hiervan gebruik. Als 'prosument' doen de ouders beiden: ze laten hun zoon/dochter hun hobby beoefenen binnen de mogelijkheden die de club biedt, en zelf leveren ze een bijdrage door de jeugdopleiding/begeleiding zo goed mogelijk te laten functioneren. ............ moet er veel aan doen om ouders/verzorgers als vrijwilliger bij de vereniging te betrekken, zowel voor de teambegeleiding als ook voor het begeleiden van activiteiten. Als coach kom je veel in aanraking met ouders van je spelers. Probeer dit onderwerp daarom eens met hen te bespreken. Geef indrukken door (b.v. als iemand interesse toont) aan de jeugdcommissie. Zij hebben een grotere afstand tot de ouders. De rol van de ouder Het leidt geen twijfel dat met name de ouders een zeer voorname rol spelen bij de sportbeleving van hun zoon/dochter. Als deze voelen dat de ouders volledig achter hun sportbeoefening staan en ze worden ook nog eens gestimuleerd dan zullen ze meer plezier aan hun hobby beleven. Deelname aan trainingen Deelname aan trainingen is de basis om voetbal als sport beter te leren beheersen en het voorkomt blessures. Een goed getraind lichaam kan immers meer hebben dan een minder goed of niet getraind lichaam. Sport is heel rechtvaardig, zonder inspanning in de vorm van regelmatig trainen, ook geen sportief resultaat. Daarbij geeft het ook nog de broodnodige ontspanning die jongeren nodig hebben om optimaal voor school of werk te kunnen functioneren. Probeer ouders in te laten zien dat zij hierin een belangrijke taak hebben. Voetbal en school/huiswerk ............ vindt school en huiswerk heel belangrijk. Zelfs belangrijker dan voetballen! Maar een combinatie moet heel goed mogelijk zijn. Door een goede planning zijn veel problemen te voorkomen. De ervaring leert dat er van tijd tot tijd ruimte moet zijn voor lichaamsbeweging en ontspanning. Ouders kunnen hierin een belangrijke rol vervullen door samen met hun zoon/dochter te zoeken naar een zo goed mogelijke planning, waardoor het huiswerk en de hobby uitstekend kunnen samengaan. Van de vereniging mag enige ondersteuning verwacht worden. Signaleer je knelpunten, geef dit door aan de trainer. Als het gaat om werk, dan vinden wij dat het jeugdlid daar zelf een keuze in moet maken. Kiest hij voor een baan waar hij ook op zaterdag of op trainingsavonden moet werken dan zal hij niet op het hoogste niveau kunnen voetballen. Waarden en normen In de coachmap is aandacht besteed aan fair-play en waarden en normen in de sport. ............ verwacht positief gedrag van de spelers op en om het voetbalveld. Jongere jeugd-
spelers zullen de steun van thuis nodig hebben om e.e.a. goed uit te voeren. De ouders kunnen met name bij de voorbereidingen de jeugd leren om te gaan met hun verantwoordelijkheden. Kunnen bepaalde kinderen in je team niet omgaan met de gewenste gedragsregels, bespreek dit dan met hun ouders. Bijwonen van wedstrijden Het is geen geheim dat de jeugd het leuk vindt als hun ouders/verzorgers langs de lijn staan. Ze 'voelen' als het ware dat ze bij hun hobby worden gesteund, dat hun ouders er achter staan. Het is niet leuk als een jeugdspeler(tje) ziet dat er van andere teamgenootjes altijd ouders zijn en hij zelf altijd zonder deze 'steun' moet spelen. Probeer de ouders bij de sport van hun kind te betrekken en nodig ze eens uit om te komen kijken naar een wedstrijd als zij dat niet uit zichzelf doen. Het gedrag langs de lijn Ouders dienen zich bewust te zijn dat zij ook langs een voetbalveld een voorbeeldfunctie hebben. Het uitschelden van scheidsrechter, leiders, trainers en spelers wordt bij ............ niet geaccepteerd! Probeer ouders altijd positief te laten reageren, ook naar hun eigen zoon of dochter. Of jeugd nu veel of weinig talent heeft, ze doen hun uiterste best. Ze zitten midden in een leerproces, d.w.z. het maken van fouten mag gewoon! Het is daarom veel belangrijker ze op een positieve manier te steunen als ze een fout maken. 'Jammer, volgende keer beter, je kunt het' klinkt heel wat beter dan ......'waarom doe je het alweer verkeerd', enz. 'Prosument' Probeer ouders te stimuleren om naast het consumeren op de vereniging ook te produceren, dus iets voor de vereniging te doen. Geef ouders informatie over begeleiding bij jeugdactiviteiten binnen de vereniging. Dit kunnen structurele functies zijn, maar ook ondersteunende taken bij allerlei incidentele activiteiten. Probeer ze bij de vele activiteiten die bij de voetbal gedaan moeten worden te betrekken. Immers, vele handen maken licht werk en de jeugd van ............ is erbij gebaat!
Eerste Hulp Bij Sport Ongevallen Blessurepreventie Niets is vervelender voor sporters dan tijdens hun favoriete sport op de bank toe te moeten kijken omdat zij een blessure hebben opgelopen. Bij voetbal komen regelmatig blessures aan m.n. enkels en knieën voor. Goed materiaal zoals kleding en scheenbeschermers is heel belangrijk. De beschermers spelen een preventieve rol bij acute blessures van enkel en scheenbeen. Met goede schoenen ontzie je de enkel-, knie- en heupgewrichten en rugwervels. Een goede voetbalschoen voldoet aan de volgende eigenschappen: bescherming bieden, steun geven en een stevige grip geven. Naast het zorg dragen voor goed materiaal, zoals schoenen en beschermers is de voorbereiding op de wedstrijd heel belangrijk om blessures zoveel mogelijk te voorkomen. Stimuleer daarom ook een goede warming-up met rekoefeningen. Met een warming-up worden de spelers voorbereid op de lichamelijke inspanningen zowel fysiek als mentaal. Bij de jongste jeugd is het rekken van spieren nog niet zo van belang omdat de botten nog moeten groeien en de spieren hierop vooruit lopen. Toch is het goed om ook met deze jonge kinderen in een vroeg stadium alvast te wennen aan een warming-up en rekoefeningen. Om de warming-up voor de wedstrijd tot een automatisme te maken kun je ervoor zorgen dat de spelers de onderdelen herkennen evenals de volgorde. De opwarming kun je variëren in oefeningen, de onderdelen van het lichaam komen in een vaste volgorde terug. De spelers weten daardoor na enige tijd wat ze moeten doen en hoeven niet te wachten op het sein van de coach, probeer ze wel te stimuleren. Een warming-up is pas nuttig als je er de tijd voor neemt. De warming-up duurt 15 tot 30 minuten. De zwaarte en complexiteit van de oefeningen nemen in de loop van de warming-up toe. Leg het accent op de spiergroepen die in de wedstrijd intensief worden gebruikt zoals schoudergordel, armspieren en beenspieren. In het hoofdstuk 'coachen op de wedstrijddag' zijn een aantal voorbeelden voor warming-up oefeningen gegeven. Op de volgende pagina’s vind je een aantal oefeningen die je je team kan laten uitvoeren. Na afloop van het sporten kun je je spelers oefeningen laten doen om voor een geleidelijke overgang naar ontspanning te zorgen. Een goede cooling-down voorkomt spierpijn en zorgt voor sneller en beter herstel van de spieren. Een goede cooling-down bestaat afwisselend uit rekken en bewegen, duurt in totaal minimaal 10 minuten, begint en eindigt met een rustig loop- of dribbelpasje en spiergroepen die tijdens de wedstrijd extra belast zijn krijgen extra aandacht. Na 2 á 3 minuten uitlopen volg je de oefeningen die hieronder zijn afgebeeld. Besteedt daarbij extra aandacht aan spieren die stijf en vermoeid aanvoelen. Bij koud weer of een koude zaal is het verstandig om warme kleding aan te trekken om snelle afkoeling te voorkomen. EHBSO Doet er zich ondanks de goede voorbereiding toch een blessure voor dan is het van belang om de geblesseerde sporter op de juiste manier te helpen. Wordt er in het begin stadium goed gehandeld dan kan dat de blessuretijd aanzienlijk verkorten. Het is belangrijk dat je als coach de ernst van een blessure kan inschatten en de juiste behandeling kan toepassen. Hoe herken je nu dat een blessure ernstig is en dat je zo snel mogelijk contact op moet nemen met een arts? - de pijn verdwijnt niet na het verlenen van eerste hulp - er is sprake van een duidelijke vorm- en standsafwijking - de sporter is niet in staat het geblesseerde lichaamsdeel te belasten - de sporter krijgt niet meer zijn normale functie terug
- de teamgenoten en/of omstanders maken melding van een krakend geluid of een knappend gevoel bij het ontstaan van de blessure - het geblesseerde gewricht gaat direct opzwellen na een verstuiking. Soms zijn er natuurlijk twijfels, dan is het belangrijk om te kijken naar het functieherstel van het gekwetste lichaamsdeel. Kan een speler direct weer lopen en doet het geen pijn dan kan hij het weer proberen. Houd hem wel in de gaten en kijk of het echt geen pijn doet. Soms is het nodig dat we de jeugdspeler tegen zichzelf in bescherming nemen. Een geblesseerde speler mag niet (verder) spelen, hoe belangrijk de wedstrijd ook is. Als coach van de jeugd dienen we ons te realiseren wat voor gevolgen het voor onze jeugdleden kan hebben als zij met een blessure gaan handballen. De blessure kan chronisch worden en zelfs zo ernstig dat ze moeten stoppen met handballen. Dit moeten we in alle gevallen zien te voorkomen. Gedreven jeugdige sporters willen ook vaak blessures verzwijgen. Observeer daarom je team goed, hoe lopen ze er bij. Meldt blessures ook aan de trainer. Meest voorkomende voetbalblessures Kneuzing en verstuiking Een kneuzing kan ontstaan wanneer iemand zich flink stoot of valt. De huid zelf wordt niet beschadigd, maar wel het onderhuids weefsel of de daaronder gelegen spieren. Als gevolg daarvan ontstaat pijn en enige tijd later vaak ook een zwelling of blauwe verkleuring. Bij twijfel over de aanwezigheid van een botbreuk (pijn, zwelling en het lichaamsdeel niet kunnen bewegen) een arts waarschuwen. Als een gewricht omzwikt, bij voetbal is dit vaak de enkel, kunnen banden rondom het gewricht uitrekken of zelfs scheuren. Dit noemen we een verstuiking/verzwikking. Bij een verstuiking kunnen bloedvaatjes in het kapsel rondom het gewricht kapot gaan. Hierdoor zal bij een verstuiking vaak een zwelling "'n ei aan de buitenzijde van de enkel" en verkleuring te zien zijn. Behandeling De bloeding moet beperkt worden. Daarvoor is een ezelsbruggetje uitgevonden: ICE-regel! - ICE = koelen - Immobilistatie: rust - Compressie: druk - Elevatie: hoog leggen *
* * * *
Koel met water, ijs(blokjes) of coldpack (altijd een doek tussen huid en koelmateriaal) 15-20 minuten. Herhaal dit in de loop van de dag nog twee keer. Houd de pijn aan, blijf dan koelen, dit vermindert de pijn Geef het getroffen lichaamsdeel rust, loop er zo weinig mogelijk op Geef steun in de vorm van een drukverband Leg het getroffen lichaamsdeel hoog, hoger dan de positie van het hart. Ook slapen kan met het been omhoog Is er direct veel pijn die blijft aanhouden en als staan op de enkel na een uur nog niet mogelijk is, of bij een abnormale stand van de enkel ga dan direct naar de EHBO van het ziekenhuis voor röntgenfoto's.
De enkelverstuiking is het meest voorkomende sportletsel. Leg bij een enkelverstuiking een drukverband aan met synthetische watten en een ideaalwindsel. Rol de synthetische watten vanaf de tenen naar de kuit, waarbij ook de hiel volledig bedekt wordt. Met het ideaalwindsel begin je ook bij de tenen en rol je omhoog. Aan de uiteinden steekt een stukje watten uit. Herstel Bij een lichte verzwikking is het al weer snel mogelijk om met tape te handballen. In de ernstigere gevallen kan het twee tot zes weken duren voordat er weer gevoetbald kan worden. Als coach ben je geen arts. Je mag dan ook geen tape aanleggen om het geblesseerde lichaamsdeel zodat de speler weer snel aan de wedstrijd mee kan doen. Een sportverzorger, een fysiotherapeut of een arts zijn hiervoor bevoegd. Als niet-gediplomeerde maak je de blessure eerder erger dan beter. Let op dat een geblesseerde speler niet te snel weer meedoet. Het beste is om eerst te beginnen met trainen. Als dit zonder pijn verloopt dan kan hij weer meedoen aan de wedstrijd. Als coach moet je in de gaten houden dat de geblesseerde speler niet te snel weer aan de wedstrijd meedoet. Iedereen wil zo snel mogelijk weer meespelen maar begin je te snel dan kan het langdurige problemen geven.
Meniscusletsel De meniscus is een soort schokdemper in de knie. In iedere knie zit een binnen- en een buitenmeniscus en deze bestaat uit kraakbeen. De meniscus is halve maan-vormig en bevindt zich tussen het boven- en onderbeen (zie figuur). Doordat het vrij zacht materiaal is, kan het klappen opvangen zoals bij springen en hardlopen. Ook zorgt de meniscus voor een goede sturing van de beweging in de knie en geeft stabiliteit. Oorzaak Een letsel van de meniscus wordt bij handballers meestal veroorzaakt door een forse draaibeweging of doordat je door je knie gaat. Daarbij raakt de meniscus ingeklemd tussen het bot van het onder- en bovenbeen en kan er een scheur optreden. Verschijnselen Bij een letsel van de meniscus voel je plotseling hevig pijn in je knie. Afhankelijk van welke meniscus gescheurd is voel je dit aan de binnen- of aan de buitenzijde. Door sporten is meestal niet meer mogelijk. Doordat er vaak ook een bloeding bij ontstaat wordt de knie direct dik, maar dit kan ook pas na 24 uur optreden. Diagnose Iedere knie die na een verdraaiing dik wordt moet onderzocht worden door een arts. Deze kan bij het lichamelijk onderzoek aanwijzingen vinden die op een meniscusletsel wijzen. Een kapotte meniscus wordt definitief vastgesteld door middel van een kijkoperatie. Hierbij wordt er onder verdoving door middel van een dun kijkbuisje in de knie gekeken. Ook is het mogelijk aanwijzingen voor een letsel aan te tonen door middel van zogenaamde röntgencontrastfoto's. Dan wordt er een vloeistof in de knie gespoten waarna röntgenfoto's gemaakt worden. Dit is nodig om de meniscus af te kunnen beelden. Op gewone röntgenfoto's is die niet te zien, omdat alleen de harde botten afgebeeld worden. Tegenwoordig bestaan er ook nog andere mogelijkheden om een letsel aan te tonen. Dit onderzoek heet MRI. Voor alle genoemde onderzoeken bestaat er tegenwoordig een wachttijd zodat je meestal niet direct geholpen kan worden.
Behandeling Als het scheurtje in de meniscus aan de buitenrand zit, dan kan de meniscus met rust weer spontaan genezen omdat daar nog voldoende doorbloeding is. Met fysiotherapie en oefentherapie is dan binnen 4-6 weken volledig herstel mogelijk. Meestal moet een kapotte meniscus geopereerd worden. Het gescheurde stukje wordt dan tijdens de kijkoperatie verwijderd. Het is beter om zoveel mogelijk van de meniscus te laten zitten. Het deel dat verwijderd wordt groeit namelijk niet meer aan. Zonder meniscus is de schokdemping in de knie minder en ook is de knie minder stabiel. Hierdoor loop je een grotere kans op slijtage in het kniegewricht. Meestal ontstaat dit pas na vele jaren. Het is daarom belangrijk een meniscusletsel serieus te behandelen. Zowel met als zonder operatie is het voor handballers dan ook verstandig om na een operatie te zorgen voor een goede revalidatie bij een fysiotherapeut. Hierbij moet veel aandacht aan spierversterking en coördinatie geschonken worden. De bovenbeenspieren moeten de knie nu extra ondersteunen. Dit heeft tijd nodig en het duurt na een operatie zeker 6 tot 8 weken, voordat je weer wedstrijden kan spelen. Algemene blessures Na deze specifieke handbalblessures bespreken we nog een aantal algemene blessures die in de sport vaak voorkomen. Het kan niet vaak genoeg herhaald worden: hoe beter de hulp direct na het oplopen van een blessure, hoe beter/sneller het herstel. Blaar Een blaar kan op drie manieren ontstaan: - door verbranding - door bevriezing - door voortdurende druk of wrijving (sporten) Behandeling - Ontsmet de blaar vooraf met Betadine jodium - Prik de blaar door met een blarenprikker of steriele naald (even in de vlam houden, niet zwart laten worden). Prik de blaar op twee plaatsen aan de rand door - Druk het vocht eruit met een steriel gaasje - Doe Betadine jodium (zalf) op de blaar en dek hem af met een pleister NB: - Alleen blaren die zijn ontstaan door druk of wrijving mogen indien nodig worden doorgeprikt - In verband met infectiegevaar de blaar alleen dan doorprikken, wanneer de drukpijn te erg wordt. - Een dichte blaar dakpansgewijs afplakken met reepjes kleefpleister - Een bloedblaar niet doorprikken. Bij erge pijn als gevolg van de onderhuidse druk de blaar door een arts laten behandelen. Bloedneus Een bloedneus lijkt vaak ernstiger dan het is. Bij één situatie moet je als coach op je hoede zijn. Wanneer een bloedneus ontstaat door aanraking met een hard voorwerp (bv. een bal of een arm), kan de neus gebroken zijn. Laat in dit geval de arts controleren. Een spontane bloedneus is vaak redelijk eenvoudig te stoppen. Behandeling - Laat de speler zitten met het hoofd voorover gebogen - Knijp de neusvleugels op het neustussenschot dicht - Houdt dit 5 á 10 minuten vol - Herhaal dit eventueel als de bloeding nog niet gestelpt is - Raadpleeg een arts als de bloeding na 15 á 20 minuten nog niet is gestopt
Botbreuk of ontwrichting De volgende verschijnselen kunnen duiden op een breuk of een ontwrichting: - pijn - onvermogen het getroffen lichaamsdeel te gebruiken - zwelling - soms: - een abnormale stand van het lichaamsdeel - een abnormale beweeglijkheid - een uitwendige wond Er bestaan twee soorten botbreuken: open en gesloten. Bij een open botbreuk is er een wond in de buurt van de breukplaats, terwijl bij een gesloten breuk de huid niet beschadigd is. Het verschil tussen een botbreuk en een ontwrichting is voor een 'leek' niet altijd te signaleren. Een ontwrichting wil zeggen dat er een bot uit de kom is geschoten, bv. schouder of vinger uit de kom. Behandeling Bij een gesloten of open botbreuk: Houd het getroffen lichaamsdeel onbeweeglijk Geef steun en rust. Laat de geblesseerde het getroffen lichaamsdeel zelf ondersteunen zodat hij het minste pijn heeft. Eventueel kun je bij onderarm, pols of hand een mitella gebruiken. Bij elleboog, bovenarm, sleutelbeen of schouderblad kan een brede das aangelegd worden. Bij een breuk van been of heup moet de geblesseerde op een brancard naar een veilige, rustige plaats vervoerd worden en wachten op de ambulance. Zorg voor deskundige hulp. Als de breuk zich aan enkel, arm en/of schouder bevindt kan het slachtoffer zelf naar het ziekenhuis vervoerd worden. Bij een open botbreuk, wanneer de wond zichtbaar is en vrij van kleding Houd het getroffen lichaamsdeel onbeweeglijk Leg bij ernstige bloeding een snelverband aan Laat het slachtoffer zelf steun geven aan het getroffen lichaamsdeel. Zorg voor deskundige hulp Bij een ontwrichting Probeer nooit zelf om het bot weer op de goede plaats te zetten. Zenuwen kunnen bekneld raken wat ernstige gevolgen kan hebben. Geef de geblesseerde steun en breng hem naar het ziekenhuis of bel direct een ambulance. Schaafwond Wanneer schaafwonden niet goed worden schoongemaakt, is de kans groot dat er vuil achterblijft. De wond kan dan gaan ontsteken. Schaafwonden kunnen ook ontstaan door wrijving met kleding. Een gevoelige huid is niet gebaat bij katoenen kleding die nat wordt door transpiratie. Schaafwonden hebben overeenkomsten met brandwonden. Bij beiden is de opperhuid verdwenen. Op het sportveld ontstaan brandwonden vaak door een glijdende val op een stroef of ongelijk oppervlak (kunstgras of verhard veld). Lichte brandwonden als gevolg van een glijdende val zijn te herkennen aan een schaafwond met zwarte randen. Behandeling Was de wond schoon met water en zeep, zo nodig met een borsteltje Dep de wond droog met een steriel gaasje of schone doek Laat Betadine op de wond druppelen Verbind, indien mogelijk, de wond niet, maar laat hem drogen aan de lucht om het genezingsproces te bevorderen.
-
-
Als de schaafwond erg groot/diep is en blijft bloeden of als de wond mogelijk in contact komt met kleding, kun je de wond afdekken met een steriel gaasje (liefst een vet gaasje). Het gedeelte dat op de wond komt zo min mogelijk aanraken in verband met infectiekans. Het gaasje rondom vastplakken met kleefpleister Houd bij een schaafwond altijd rekening met tetanusbesmetting!
Diepe wond Een diepe wond moet goed gereinigd worden. Hierdoor voorkom je dat vuil in de wond achterblijft en de wond gaat ontsteken. Een ontsteking vertraagt het genezingsproces. Behandeling Laat de wond doorbloeden, zodat het vuil eruit spoelt Reinig de wond met water en zeep, zo nodig met een borsteltje Dep de huid rondom de wond droog met een steriel gaasje of schone doek Geen desinfecterende middelen gebruiken Haal de wondranden met duim en wijsvinger naar elkaar toe en plak een zwaluwstaartje dwars op de wond Dek het zwaluwstaartje af met een steriel gaasje. Het gedeelte dat op de wond komt zo min mogelijk aanraken, in verban met infectiekans. Het gaasje rondom vastplakken met kleefpleister. Ga met een diepe wond altijd naar een arts, als de wondranden wijken moet de wond gehecht worden. Hersenschudding Een hersenschudding kan ontstaan door een val op het hoofd of door een flinke slag/stoot tegen het hoofd. Bij een lichte hersenschudding is het slachtoffer suf. Veelal klaagt hij over hoofdpijn en duizeligheid en in enkele gevallen is hij misselijk en moet braken. Behandeling Koel de aangedane plek met ijs, een coldpack (altijd een doek tussen huid en koelmateriaal) of met een natte doek Laat het slachtoffer rustig zitten of liggen tot de duizelingen verdwijnen Houd het slachtoffer de eerste 24 uur goed in de gaten. Geef aan ouders door dat ze hem om de paar uur goed wakker maken Blijft de hoofdpijn of treden er ander verschijnselen op (bv. pupilvergroting in één van beide ogen), schakel dan zo snel mogelijk een arts in. Vaak gaat een hersenschudding gepaard met een hoofdwond. Kijk voor de behandeling van de hoofdwond bij de verwonding 'diepe wond'. Tand eruit Door een val of harde slag kunnen tanden afbreken of zelfs geheel uit de kaak vallen. Door snel en adequaat te handelen kan de schade soms beperkt blijven. Behandeling - Probeer de tanden en/of stukjes van tanden zo goed en zo snel mogelijk bij elkaar te zoeken - Stop de gevonden tand(delen) in een glas melk (zo wordt het eiwit niet aangetast). Wanneer geen melk voorhanden is kunnen tanddelen in de mond, onder de tong of in de wang vervoerd worden. Hiermee behouden de tanden de lichaamstemperatuur en wordt de kans op infectie verminderd. Bovendien zorgt speeksel ervoor dat de tandwortel niet wordt aangetast. - Ga zo snel mogelijk naar een tandarts. Deze kan de tand(delen) in veel gevallen nog terugplaatsen.
Kramp Kramp is een veel voorkomend verschijnsel. Het duidt op oververmoeidheid van de spier die het teveel aan afvalstoffen niet voldoende kan afvoeren. Kramp komt vaak voor in de kuitspier. Behandeling - Laat de persoon ontspannen zitten of liggen - Pas de SAR-methode toe: Schudden, Antagonist, Rekken Schudden: Probeer de verkramping door middel van schudden van het getroffen lichaamsdeel eruit te krijgen Antagonist aanspannen: Als schudden niet helpt laat je het slachtoffer de tegenoverliggende spier aanspannen. bv. bij spierkramp in de kuit, been strekken en de scheenbeenspier aanspannen, d.w.z. 'trek je tenen naar je toe' Rekken: Rek heel voorzichtig de spier door de voet langzaam in de richting van het gezicht te drukken, gedurende 5 á 10 sec. Even loslaten en de handeling zonodig herhalen. Wordt het rekken te fel uitgevoerd dan kunnen er spierscheurtjes in de kuitspier ontstaan. Een ander voorbeeld van spierkramp is kramp onder de voet. In dit geval moeten de tenen zoveel mogelijk richting scheenbeen worden gebracht. Bij kramp aan de achterkant van het bovenbeen, moet de romp zoveel mogelijk richting het gestrekte been worden gebracht. Spierkramp is te voorkomen door vooraf een uitgebreide warming-up te doen met de bijbehorende rek-oefeningen. Voor ongevallen waarbij eerste hulp noodzakelijk is zijn er drie verbanddozen op ons sportcomplex aanwezig te weten: - achter de bar in de grote kantine - in de EHBO-kamer van de sporthal, sleutel bij veld/zaaldienst - in het ballenhok. Als je iets gebruikt hebt geef dit dan door aan de verantwoordelijke persoon medische zaken, zodat de kist weer aangevuld wordt. Voor veel blessures (verstuiking, verrekking, spierscheuring) geldt als eerste advies koelen. Laat koud water iets boven de zere plek stromen. Er zijn ook 'ijsklontjes' te vinden in de vriezer van de grote kantine. IJsklontjes mag je nooit direct op de huid leggen, doe er een handdoek tussen. Als je twijfelt over foto's in het ziekenhuis, raadpleeg dan eerst de dienstdoende arts. Deze staat vermeld in het Quintusblad of raadpleeg een EHBO'er, de telefoonnummers van deze mensen staan vermeld op de verbandkisten. Vaak is op de dag dat de blessure ontstaat, door de zwelling, de ernst van de blessure niet vast te stellen. Geef de geblesseerde speler het advies om wanneer de pijn aanhoudt, de volgende dag een arts te bellen. Laat het geblesseerde lichaamsdeel zoveel mogelijk rust geven en leg het hoog. Na herstel van de blessure is het belangrijk dat de speler eerst begint met trainen voordat hij weer een wedstrijd speelt. Let daarop als coach! Het is aardig als een speler met een (ernstige) blessure af en toe gebeld wordt door één van de medespelers en door de coach.
Formulier Wedstrijdevaluatie Score A - Erg goed B - Goed C- Redelijk D- Matig E- Slecht tegenstander
aanvoerder
datum
ruststand
tijd
eindstand
plaats
Tegenpartij Wat was hun verdedigingsvorm?
vul een score in óf zet een cirkel om je keuze
Hoe was hun verdediging? Op welke positie speelde hun beste speler/speelster? Hoe was hun samenspel?
Goed / Matig / Slecht
Speelden ze veel op de counter
Ja / Soms / Nee
Waar vandaan scoorden ze vaak Sterke punten van hun keeper?
hoge ballen / lage ballen / uitgooien /uittrap
Zwakke punten van hun keeper?
hoge ballen / lage ballen / uitgooien /uittrap
Hoe was hun aanaval? Eigen team gemaakte afspraken vooraf
-
Hoe hebben we de afspraken uitgevoerd? Hoe was ons aanvalsspel? Hoe speelde onze verdediging? Wie vond jij onze beste 2 spelers/speelsters?
-
Algemeen Hoe was de scheidsrechter?
Goed / Matig / Slecht
Hoe was het veld?
Goed / Glad / Hard / Slecht
Hoe was de bal?
Goed / Hard / Zacht
Hoe was de kleed- en doucheruimte?
Schoon / Rommelig / Vies
Welke helft was beter?
1e helft / 2 helft
Omschrijf in 3 regels deze wedstrijd.
Observatieformulier ontwikkeling jeugdlid Team: Opgesteld door: Datum: Naam
Score: +2 +1 0 -1 -2
zeer goed goed gemiddeld matig niet goed
schieten motoriek
inzicht
snelheid
sociaal gedrag
motivatie
leren
NOTITIES