Dit boekje is gemaakt door:
Bor heeft tekeningen gemaakt van zijn Eiland en hierover verteld.
De Waterstraler is op het Eiland voor als er brand is. Door de twee hendels gaat het water harder stralen, zodat het vuur sneller dooft. Hij staat op een versteviging. Er zit een antenne op, daardoor kun je hem sturen. Er is er maar één op het Eiland. Je kunt hem naar de plek van het vuur rijden, maar de wielen die zie je niet. Door de stekels bovenop kan hij veeeel verder schieten, waterstralen. Maar soms kan hij niet ver genoeg om het vuur te doven, dus daarom staat hij op wielen, dan kan ik hem naar het vuur rijden.
Ieor is een ezel en een hele lieve knuffel. Hij bestuurt op het Eiland deze machine, de Verwegmagneet. Dat rode rechts is de magneet die van heeeel ver weg ijzeren dingen naar zich toe kan trekken. De machine staat op een versteviging anders blijft hij niet staan, want door het ijzer wordt het heel zwaar. Deze machine gebruik ik heel vaak als mijn ijzer op is en ik het heel erg nodig heb. Ik heb heel veel grotten op mijn Eiland en daar zit mega veel ijzer in, maar die grotten zijn heel ver weg. Daarom gebruik ik altijd deze magneet om dat eruit te halen. Door deze magneet komt het vanzelf naar mij toe. Met het ijzer ga ik bouwen wat ik wil bouwen, want bijna alles is van ijzer. De Verwegmagneet zelf is ook van ijzer. Van deze machine heb ik er twee op mijn Eiland. Die andere machine bestuurt Hik. Daar waar het geel is in de tekening is de plek waar hij het ijzer in bewaart. Het bijzondere daaraan is, dat dat heeeeel diep is, maar dat zou je echt niet denken. Ik heb heel vaak ijzer nodig en dan bewaar ik dat soms ook wel hierin. Als ik het nodig heb spring ik er gewoon in. Ik heb er een ladder ingezet waardoor ik er weer uit kan. Ieor vindt het heel leuk om de machine te besturen.
Roos bestuurt een robot. Roos is een knuffelkonijntje en een Eilandvriendinnetje, want het is een meisje. Dit is een Bewapende Robot. Het groen in het midden is de lava die hij uitspuwt en het gele rechts is een donderstraal, die heeft hij aan zich. De rode strepen zijn zijn ogen. Deze robot moet de tegenstanders aanvallen. In het gele links bewaart hij wapens. Er komen veel tegenstanders op mijn Eiland, want die willen al mijn machines stelen en ook de dingen waarop staat hoe ik ze moest maken. Dus daarom heb ik heel veel wapen dingen. Soms komen er ook Aliëns. Roos staat op een stoeltje want anders kan ze er niet bij. Deze robot is beveiligd met een krachtschild, dat zit om de hele robot en ook om roos. Hierdoor kunnen ze niet worden aangevallen. Dat rode is de hendel waardoor je hem kunt besturen. Dat witte onder is gewoon een gat, daar komen al die Aliëns op af en daar gaan ze allemaal in zitten en dan zitten ze gevangen. Het gele rechts van de ogen is de oplading van de donderlaser.
Dit is de Grijpvernietigaar. Kiki bestuurt deze machine. Kiki is een hamster, een Eilandvriendje en een knuffel. Deze machine kan heel ver weg dingen grijpen en dan kan hij het naar zich toe trekken en dan kan hij het vernietigen. Hij ruimt het Eiland een beetje op. Heel vaak zitten er spullen bij om nieuwe machines te maken, hij sorteert het ook. Kiki bestuurt de machine, hij laat hem vooruit gaan, opzij gaan, achteruit gaan en naar de anderkant opzij. Dat doet Kiki allemaal. Als je de machine ziet zie je allemaal rode bakjes en daar sorteert hij het in. Hij kan alles los en kapot maken, maar hij vernietigt geen machine spullen, die sorteert hij in de bakjes en dan kan ik het weer gebruiken. Voor nieuwe machines.
De Benzinemachine maakt alle soorten benzine. Al het afval komt daar in te zitten, waar je het rode kruis ziet. Dan gaat het helemaal naar het blauw met rood gestreepte, dat is eigenlijk een soort boor en die boort al het afval kapot. Als het afval kapot is geboord dan komt het waar de zwarte kruizen staan en daar wordt het benzine. Want we willen niet dat het afval afval blijft, dus dan maken we er gewoon benzine van. Zo handig! Het stroomt door de rode slang naar het linkse bruine en daar wordt het een bepaalde soort benzine. Door het gele stuk wordt het wat dunner en dan kan het door de groene buisjes. En die hebben allemaal een bepaalde opslag voor een bepaalde machine en dan zoeken ze die. Die zoeken zelf hun weg. Die blauwe knoppen met rode streepjes hebben ze niet voor de mooie kleur gemaakt, daarmee kan je hem uit of aan zetten. Maar je moet er eerst aan draaien om hem in te drukken. Je draait, houdt hem gedraaid en dan in drukken. Want anders krijg je hem niet open, dan schiet hij weer terug. Dat is heel handig voor de boeven, want die gaan ze dan allemaal in de verkeerde buizen laten leiden. Dus daarom heb ik die zo gek gemaakt, die boeven snappen dat helemaal niet. De buizen bij de twee rode stippen zijn eigenlijk geen buizen. Als er iets fouts gebeurt komen deze twee en slaan al dat verkeerde weg en dan gaat het alarm. Die rode dingen maken het alarm. Dat is echt een kabaal! Dat rode bovenaan zit aan het plafond vast en daar door kan de benzine komen. Deze machine wordt niet bestuurt, alleen ik zet 'm aan en uit.
Boega is een aapje en een vriendje van mij, die ook soms op mijn Eiland komt. En ik knuffel hem soms. Hij staat in het gras bij de Drielingschieter. De drie strepen zijn de schietstralen. Hij schiet lasers. Ik train hem voor de gevechten. Als hij aan het trainen is schiet hij op richtborden, dat zijn er drie. En als alle lasers goed komen en helemaal in het midden, dat is meestal wel, dan wordt het moeilijker. Deze machine is best wel nieuw, dus daarom moet ik hem nog trainen. Ik moet hem op een hoger level krijgen. Door dat goud krijgt hij drie gouden lasers en die drie gouden lasers splitsen weer in drieen, dus dat is wel handig. Dan heb ik extra. In dat zilveren bewaar ik alle laservullings, dat is opslag. Je denkt dat dat maar een heel klein opslagje is, maar als je daar in gaat, er is een hele diepe ladder, dan is die ruimte die daar beneden is echt heel groot. Dat verwacht je echt helemaal niet. Dat is een reuze ondergrondse opslag. Door dat donker rode blijven de lasers dicht bij elkaar. Dat is handig, want als alle vijanden er zijn, behalve de koning van die vijanden, dan moeten we deze inzetten. Nu traint ie eigenlijk heel veel. Dat hele grote groene zit aan de grond vast en dat is ook versteviging. Maar dat groene is eigenlijk ook heel donker gras en dat kan soms grasontploffingen maken. Dan gaan die grasjes los en dan gaan ze aan en dan ontploffen ze. Maar dat is alleen als er heel dichtbij vijanden zijn. Dat is echt handig hè? Anders pakken ze die machine. Dat gras wat eronder zit lijkt gewoon gras, maar dat is helemaal geen gewoon gras. Dat is eigenlijk ijzergras en ik heb het heel erg op gewoon gras laten lijken. Het is heel scherp maar dat denkt niemand, daardoor zit het heel stevig vast. Dat blauwe is gewoon mijn opslag voor het gras. Boega bestuurt de machine, die zit erin. Hij kan erin zitten en hem aan zetten en dan kan hij een heleboel daar binnen. Daar kan je de lasers afvuren en de opslag vullen. De vijanden komen meestal uit de lucht, want die willen graag in de machine zijn en daarboven is de ingang. Dan vallen ze meestal op die stekel, want die stekel is heel groot. En die stekel kan verschuiven, dus als ze op de deur belanden, schuift Boega de stekel op de deur en dan kan hij hem niet openen. Dat is toch slim bedacht?! En ik heb het allemaal zelf gemaakt op mijn Eiland.
Hik is de tweelingbroer van Tjik, ze lijken heel erg op elkaar. Het zijn konijnen en ze zijn heel lief. Hij staat op het Huis op de Tent. Want dit is een huis op een tent. Het is niet een gewoon huis op een tent, want dat gele zit er wel aan vast, maar dat is een laser en die komt altijd op de koning af. De koning van de vijanden. Verder schiet hij nooit ergens op, hij is speciaal gemaakt om op de koning te schieten. In dat huis dat op die tent staat, daar zit een bureau en daar werk ik meestal aan. Daar maak ik altijd de voorbeelden van de machines, want dan kan ik niet vergeten hoe ze eruit zien. Ik werk daar echt heel hard. In die tent ligt al mijn gereedschap en bouwspullen. In het huis zit een trap naar de tent, dan pak ik mijn spullen en dan ga ik op de werkbank en dan ga ik het daar maken. En dan zet ik hem waar ik hem neer wil zetten en dan zet ik hem heel goed vast. Heel vaak buigt er een paal van de machine bij het vast timmeren. Dan sla ik hem per ongeluk krom en dan sla ik maar even aan de andere kant en dan ga ik weer verder. Ik ben echt een hele goede ontwerper. Het kan wel gebeuren dat een machine het niet doet, maar dat heb ik nog nooit gehad. Hik bewaakt het. Hik gaat er meestal in zitten om wat nieuwe wapens voor hem te maken, want hij is de bewaker van het huis. Hij helpt mij ook heel vaak met ontwerpen en bouwen.
Dit is de Verplaats‐Tijdmachine. Deze machine kan je naar een andere tijd sturen. Hij kan terug en vooruit in de tijd. Maar hij kan ook nog iets anders dan dat, het is ook een verplaatser. Alle normale tijdmachines kunnen dat niet, want hij kan je ook heel snel naar een andere plek brengen. Dat duurt dan heel onlang in plaats van met de auto of met het vliegtuig of met de trein of met de bus of met een ander voertuig te gaan. Als het een hele stomme dag is, dan kan je gewoon terug in de tijd spoelen naar een kei leuke dag. Dan kan je altijd naar een andere dag spoelen en heb je altijd leuke dagen. Het kan problemen geven, want als je per ongeluk naar de tijd van de Dino's gaat dan komen er wel problemen. Ik heb het maar één keer gedaan. Gelukkig had ik maar even een harnas van mezelf aan gedaan, want anders had ik wel veel pijn als ik terug kwam op mijn Eiland. De tijdmachine gaat met je mee zodat je ook weer terug kan gaan naar de gewone tijd. Ik blijf nooit in een andere tijd. Ik sta bij de Tijdmachine, want ik ben de enige die 'm aan kan zetten. Het lichte groen zijn twee ramen, want het is wel fijn als je dan nog naar buiten kan kijken. Je kan de deur open doen en dan kan je er in. Het is een soort klapdeur, die kan je zo omhoog open klappen.
Dit is een Krimp‐ en Groeistraler. Hij kan iemand krimpen en laten groeien, ook dingen. Je moet dan de zwarte hendel naar beneden doen en dan komt er een straal uit. En hier, in het midden, daar kan je op typen welke straal je wilt. Tussenin staat een tafel in dezelfde kleur als de ondergrond, die zie je niet en die is onbreekbaar, daar kan je op staan. Ik gebruik de machine voor als ik naar een heel klein huisje moet en er niet in pas, dan gebruik ik de krimpstraal. De machine meet hoe groot je ècht bent en zorgt er daarna voor dat je weer zo groot wordt als je eerst was. Die groeistraal is voor als ik wat groter moet zijn. Als ik iets moet pakken waar ik een ladder voor had en die ben ik kwijt en ik kan hem niet meer vinden, dan gebruik ik die groeistraal, zodat ik er wel bij kan. En daarna word ik weer normaal. Als je groter wordt omdat je gewoon groeit, dan gaat die machine op die grootheid staan. Dat weet die machine precies, die kan dat allemaal precies meten. Maar als je bent gekrompen moet je altijd eerst weer normaal worden en dan kan je weer groter worden. Anders raakt de machine in de war en dan meet hij die normaalheid op en dan is hij je echte maat vergeten en dat is niet handig. Dan klopt dat niet meer. Het rode aan de onderkant is extra versteviging. Ik heb ook een machine die hier kei erg op lijkt, die kan het weer goed maken als de machine andere normaalheden heeft opgenomen, wat eigenlijk niet je echte normaalheden zijn. Dat kan die andere machine weer terughalen. Maar die staat niet in het boek want dan haal ik ze door elkaar en dan denk ik dat de ene de ander zijn krachten heeft.
Deze machine is de Tweelinggifstraler. Dat is de enige straal die hij kan. De buis waardoor het gif komt, waardoor hij spuit, heeft geen andere keus, daar moet dit wel doorheen gaan, want anders is er teveel. Dus het gif kan alleen maar in twee stralen spuiten. Ik sta erbij. Heel vaak komen er Aliëns die niet tegen gif kunnen. En meestal komen er twee tegelijk op af. Ze laten er altijd twee tegelijk naar beneden vallen zodat ze kunnen aanvallen. En het enige wapen waar ze niet tegen kunnen is iets wat met gif heeft te maken of gif is. Het moet door gif zijn gebouwd of gif kunnen weg spuwen. Verder is er geen ander wapen daarvoor. Meestal komen ze heel snel achter elkaar en daarom hebben we het zo gemaakt dat ze al door één druppeltje neer gaan, want anders hebben we niet genoeg. Aliëns zijn heel vervelend. Ze kunnen heel snel vernietigen en ze vernietigen alles, ze willen alleen maar slopen, slopen, slopen. Ze kunnen niks anders! Dit gif is zo sterk. Ik heb iets speciaals waardoor de Aliëns hulpjes worden. Ze helpen me met bouwen, en die maken het heel snel. Als ik even geen tijd heb dan kunnen zij het voor me doen. Als ik twee dingen moet doen maar ik heb dezelfde tijd ervoor nodig dan pak ik die hulp‐Aliëns even. Op dat rode zitten een heleboel knoppen. Eentje is aan en de andere knoppen zijn voor het gif, want hij kan heel veel soorten gif spuiten. Heel soms doet zo'n hulpje het, dan gaat hij eerst naar het rode vakje en zet hem op de hulpjes‐ gif‐stand en dan maakt hij er allemaal hulpjes van. Dat vinden ze echt allemaal leuk. Aliëns zijn het sterkst tegen mij en ze vallen ook heel vaak aan.
Dit is Tjik. Deze machine heet de Grijpgooier. Het heeft maar een ding waar hij mee kan aanvallen, hij gooit heel soms een paar mannetjes naar de hemel. Dat komt omdat hij ook veel andere dingen kan doen. Deze Grijpgooier kan helemaal een rondje om het eiland maken en dan weer terug daaraan vast maken. Hij kan met die grijper een mannetje grijpen, dan maakt hij er een rondje omheen en dan grijpt hij zich weer vast en uiteindelijk gaan er allemaal Aliëns aan hangen. En met die Aliëns slaat hij andere Aliëns. Zo schiet hij de Aliëns terug tegen het Aliëneiland. Daar kom ik heel onvaak. Ik kom er alleen als ik een Aliëneiland wil veroveren. Er is een trap om er in te komen, want anders kun je de machine niet besturen. Door de rode punt met blauwe strepen kan hij heel goed in de grond boren, hij kan dan die blauwe haken aan elkaar maken en die kan hij in de grond zetten. En dan kan hij helemaal een ondergrondse gang maken. Heel handig, want die maak ik heel vaak. En die gangen zijn geheim, daar doe ik dan een heleboel takken op en daar weer bladeren op en dan zand erover. Die gang leidt me naar het Huis op de Tent. En daar ben je veilig. Zo kan je heel goed vluchten, want ik moet soms vluchten. Tjik zorgt voor de besturing en voor de gangen, maar ik geef hem wel de opdrachten om het te doen. Soms is hij moe en dan gaat hij op een stoeltje uitrusten. Het groen zijn grasstekels. Stekels waar je heel snel van denkt dat het gras is. Sommige Aliëns, dat zijn Ingrediënt‐Aliëns, die hebben heel vaak gras nodig en dan pakken ze dat gras hier vandaan. Ze pakken dan al die stekels vast en dan gaan die stekels in hun handen zitten en dan kunnen ze het niet meer pakken.
Hik werkt ook bij de postbode. Hij heeft hier allemaal post liggen en als hij iemand tegen komt die hij heel goed kent, dan schiet hij de post naar hem. Hij kan drie posten tegelijk weg bezorgen. Er is ook een vlieger en die kan hij weglaten en dan geeft hij vier posten die van dezelfde iemand zijn. Hij laat die achter en dan komt hij hier terug. De drie stralen zjn vuisten, die schieten de post weg. Die gaan dan keihard vooruit en dan gaat de post naar de goede iemand. Er wordt best wel veel post geschreven. Zoveel post dat er onder de poten een kluis is, die kluis is kei groot. Daar kan je inspringen en een bommetje maken op een springkussen. Dat is toch leuk! En daaronder zit dan een heleboel post en daar zitten ook machines en die sorteren het en sturen de post naar boven, naar Hik.
Dit is de Raceautomaker. Ieor de ezel staat bovenop. Deze machine kan niet iets speciaals, dit is echt een maak‐machine. Hij maakt auto's, raceauto's. Ik ga vaak naar een plek die ver weg is en dan ga ik even met de raceauto van mij. De Tijdmachine gebruik ik voor plekken veeeel verder weg. De machine maakt er drie per dag. Ik zet de auto's op het plankje en dan stapt Ieor erop en dan stampt hij het ding naar beneden. Die auto gaat dan naar boven en dan gaat de auto naar die iemand die hem wil. En die krijgt dan een raceautootje, want die heeft hem bestelt. Als de auto gebracht is, dan krijgt Ieor het geld en dan krijg ik het geld terug. Dat geld bewaar ik daar in het rode vakje, dat is mega stevig en mega groot. Daaronder staat een zwembad en dat is best wel diep. Het geld zit in kluizen naast het zwembad. Ieor maakt de spullen voor de auto's en hij zorgt ervoor dat ze worden verkocht en dat ze worden bezorgd. Hij bestuurt alle machines op een andere tijd.
Dit is de Dierenverzorger. Ik heb poezen, honden en konijntjes. Ze zitten in die vakken. Ik ga op dat groene plankje staan en dan kan ik zien hoe het ermee gaat. Ik geef ze eten, ik geef ze speelgoed en ik aai ze. Ze gaan ook wel eens buiten spelen. Onder, bij het blauw, zitten de dieren en dat rood is de Vuur‐ en Vlamversteviging. Dat is Anti‐ Aliën, dan kunnen de Aliëns niet de diertjes stelen. Ik vind het gezellig en leuk dat de dieren er zijn en ze hebben nut. Ze houden de ratten uit mijn buurt en ze eten vervelende plantjes op, die niet giftig zijn maar wel heel vervelend. Dat doen vooral de konijnen, konijnen eten zo'n beetje alles, die kunnen zelfs wel een vingertje op. Het is niet zo dat ik hier op een bepaalde tijd ben. Ik kan wel echt alle soorten dierentaal en ik heb daar iets neer gezet waardoor ik kan luisteren naar wat ze willen. Want als ze zeggen dat ze eten willen dan ga ik even eten voor ze halen en dan willen ze misschien daarna spelen en dan haal ik het speelgoed voor ze.
Ieor staat op de Uitkijktoren. Hij houdt de uitkijk. De toren is groter dan je denkt, ik heb alleen maar even het topje getekend anders had ik een groter blaadje nodig. Je kunt er ook in en daar binnen gaat hij, als hij even een heel klein beetje moe is, in bed liggen. Dat is eigenlijk zijn huis. Hij kijkt of er iemand aankomt en dan zegt hij dat even tegen mij. Hij kan nog niet echt mijn taal, hij zegt het nog wel in ezeltaal. Ik versta dat wel. Hij zegt het gewoon met zijn telefoon. Soms komen er tegenstanders en dan zegt hij het ook met zijn telefoon tegen mij. Dan kan ik meteen actie nemen. Er is ook een dag en dan komen alle tegenstanders bij elkaar en dan gaan ze vechten tegen mij. Maar ik win. En steeds bedenken ze dan een ander plan. Maar ik win heel vaak, want ik ben kei goed. Dat komt omdat ik echt alles heel snel kan maken. En ik gebruik ook vaak guns, Blasters en zo'n Minigun. Het geel met groene is een liftje naar beneden.