Directoraat Generaal
Rijksluchtvaartdienst
Geluidsisolatieproject Schiphol Beleidsuitgangspunten en praktijkregels 1993
20 januari 1993
Directoraat Generaal
Rijksluchtvaartdienst
Geluidsisolatieproject Schiphol Beleidsuitgangspunten en praktijkregels 1993
20 januari 1993
1
Algemeen
4
Ontwerpcntena en algemene spelregels 2.1 Berekeningsgrondslagen 2.2 Geluidwering 2.3 Aanbouw, uitbouw, verbouw, nieuwbouw 2.4 Isoleerbaarheid 2.5 Wijze van uitvoeren 2.6 Wensvoorzieningen 2.7 Deelname
6 6 6 7 10 10 11 11
Geluidgevoeligheid van ruimten 3.1 Definities uit het Bouwbesluit 3.2 Algemeen 3.3 Woonkamers en eetkamers 3.4 Slaapkamers 3.5 Keukens 3.6 Open keuken 3.7 Serre 3.8 Overige ruimten
14 14 14 15 16 16 17 17 18
De akoestische voorzieningen 4.1 Voorzieningen aan de gevels 4.1.1 Kozijnvoorzieningen en beglazing 4.1.2 Buitendeuren 4.1.3 Schuifdeuren 4.2 Voorzieningen aan daken, vloeren en plafonds 4.2.1 Dakvoorzieningen 4.2.2 Vloeren en plafonds 4.2.3 Dakramen en dakkapellen 4.3 Afwerkingen 4.3.1 Algemeen 4.3.2 Accessoires 4.3.3 Betimmeringen 4.3.4 Plafondafwerking 4.3.5 Behangwerk 4.3.6 Schilderwerk 4.3.7 Esthetische aanpassingen
19 19 19 22 23 24 24 26 27 28 29 30 30 31 32 32 33
Rijksluchtvaartdienst
5
Overige voorzieningen 5.1 Ventilatievoonrieningen 5.2 Verbrandingstoestellen 5.2.1 Open c.v.-toestellen 5.2.2 Lokale verwarmingstoestellen (open type) 5.2.3 Geisers en gasgestookte boilers 5.2.4 Gesloten-verbrandingstoestellen
34 34 35 36 37 38 38
6
Eigen bijdragen 6.1 Ernstige bouwkundige gebreken 6.2 Verplichte eigen bijdrage 6.3 Vrijwillige eigen bijdrage 6.4 Subsidiabele maatregelen
39 39 39 40 40
7
Procedures 7.1 Van het bouwkundig-akoestisch onderzoek tot en met het ondertekenen van het Besluit 7.2 Klachtenafhandeling 7.3 Garantietermijnen
42 42 43 43
Bijlage 1:
"matjes" voor zitten-koken-eten en slapen uit de Woontechnische minimum-eisen
Bijlage 2:
Beslissingsboom binnendakse/buitendakse isolatie en overzicht toelaatbare ruimteverkleining
Bijlage 3:
Voorwaarden tot het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen, bijlage 3 ehorendende bij het Besluit inzake het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen.
Rijksluchtvaartdienst
4
1
Algemeen Het door de Rijksluchtvaartdienst gehanteerde beleid inzake het geluidsisolatieproject Schiphol is gebaseerd op de volgende regelgeving: - Luchtvaartwet (1958, gew.1978); - Besluit Geluidsbelasting Grote Luchtvaartterreinen (BGGL, 1981 en gewijzigd in april 1988); - Besluit Geluidsgevoelige Ruimten van een woning (BGR,1981); - Regeling Geluidwerende Voorzieningen (RGV,1983); - Structuurschema Burgerluchtvaartterreinen. Daarnaast wordt bij de uitvoering van het geluidsisolatieproject Schiphol rekening gehouden met: - het Bouwbesluit met ingang van 1 oktober 1992; - de Voorschriften voor Aardgasinstallaties GAVO 1987 (NEN 1078 en aanvulling NEN 1078); De GAVO is sinds 1 oktober 1992 opgenomen in het Bouwbesluit, art 32 (Nieuwbouw) en art 94 (Bestaande Bouw) en de daarin aangegeven norm NEN 2757. - Uitgangspunten voor woontechnische minimum-eisen bij woningverbetering, 1977. - Gerechtelijke uitspraak inzake de isolatie van 4 woningen te Zwanenburg d.d. 28 maart 1991; • Voorwaarden tot het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen (Bijlage 3 behorende bij het Besluit inzake het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen). Vanaf de start van het geluidsisolatieproject in 1984 zijn gaandeweg door de Stuurgroep Geluidsisolatieproject Schiphol (GIPS) beleids-uitgangspunten geformuleerd voor gebruik in de praktijk. De laatste keer dat deze praktijkregels zijn vastgesteld was op 21 april 1988. Deze Beleidsuitgangspunten en Praktijkregels zijn in nauw overleg met de Stuurgroep Geluidsisolatie Schiphol opgesteld. In de Stuurgroep hebben zitting het Directoraat Generaal Rijksluchtvaartdienst, het Ministerie van Volkshuisvesting en
Rijksluchtvaartdienst
5
Ruimtelijke Ordening, de gemeenten Amstelveen, Haarlemmermeer en Aalsmeer en de Stichting Geluidsisolatie Schiphol. In het navolgende worden de beleidsuitgangspunten en de daaruit voortvloeiende praktijkregels niet alleen aangepast aan de nieuwste regelgeving, maar ook uitgebreid met zo gedetailleerd mogelijke omschrijvingen. Deze handleiding is geschreven om beleidsmakers, projectleiders, ontwerpers en bewonersbegeleiders een zo helder en duidelijk mogelijk inzicht te geven in het te hanteren beleid en de consequenties daarvan in de praktijk. Andersom kunnen en zullen ervaringen uit de praktijk ook in de toekomst verwerkt worden in deze handleiding. Ten behoeve van de bewoners wordt op korte termijn een aparte infomap uitgebracht.
Rijksluchtvaartdienst
40
45
50
2.3 Aanbouw, uitbouw, verbouw, nieuwbouw Onder "bouwen" wordt verstaan "het plaatsen, het geheel of de gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats". Ieder bouwen aan een bouwwerk dient te voldoen aan het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit maakt onderscheid in: a. vergunningsvrije bouwwerken b. meldingsplichtige bouwwerken c. vergunningsplichtige bouwwerken. ad a. Vergunningsvrije bouwwerken kunnen zijn: Het aanbrengen van veranderingen van niet ingrijpende aard aan een bouwwerk, met dien verstande dat die veranderingen geen betrekking hebben op de draagconstructie van het bouwwerk, geen uitbreiding van het bebouwde oppervlak plaatsvindt en het bestaande, niet wederrechtelijke gebruik wordt gehandhaafd. Als veranderingen van niet-ingrijpende aard kunnen bijvoorbeeld worden aangemerkt een dakraam,een koekoek, het plaatsen of verwijderen van een niet-dragende binnenwand en het vervangen van kozijnen door kozijnen die, bijvoorbeeld wat vorm en samenstelling betreft, slechts in geringe mate afwijken van de kozijnen die worden vervangen. Het bouwen van een vergunningsvrij bouwwerk dient te geschieden overeenkomstig de van belang zijnde voorschriften van het Bouwbesluit. Wanneer achteraf blijkt dat het bouwwerk is gebouwd in strijd met die voorschriften - bijvoorbeeld de
Rijksluchtvaartdienst
65 Ke
9
Het bouwen van een meldingsplichtig bouwwerk dient te geschieden overeenkomstig de van belang zijnde voorschriften van het Bouwbesluit. De gemeente zal meldingsplichtige bouwwerken doen vergezellen van het advies deze akoestisch te isoleren overeenkomstig art. 22 van het Bouwbesluit. ad c Vergunningsplichtige bouwwerken. Alle bouwwerken die niet zijn aan te merken als een vergunningsvrij of meldingsplichtig bouwwerk zijn vergunningsplichtige bouwwerken, dat wil zeggen bouwwerken voor het bouwen waarvan eerst bouwvergunning moet zijn verkregen. Voor het verkrijgen van die bouwvergunning zal een schriftelijke aanvraag bij burgemeester en wethouders moeten worden ingediend. De gemeente zal vergunningsplichtige bouwwerken doen vergezellen van het advies om deze akoestisch te isoleren.
Bron:
"Inwerking treding nieuwe bouwregelgeving, juridische aspecten". Ministerie van VROM 1992.
Rijksluchtvaartdienst
10
2.4 Isoleerbaarheid Volgens de Regeling Geluidwerende Voorzieningen (RGV, 1983) dienen woningen met een geluidbelasting hoger dan 40 Ke en lager dan 65 Ke te worden geisoleerd op rijkskosten. Uitzonderingen worden gemaakt voor woningen: a.die al aan de geluidweringseis voldoen; b.die binnen vijfjaar worden onteigend; c. die onbewoonbaar zijn of zullen worden verklaard; d.die moeten worden aangepast op basis van een desbetreffende aanschrijving van burgemeester en wethouders; e. waarvoor B en W de vergunning tot bewoning niet hebben afgegeven; f. waarvan de staat van onderhoud of de bouwkundige constructie het aanbrengen van doeltreffende geluidwerende voorzieningen in de weg staat; g.die niet geschikt of bestemd zijn voor permanente bewoning alsmede woonschepen en woonwagens; h.waarvoor geen schriftelijke toestemming tot isolatie is verleend door eigenaar en/of bewoner. Aan de onder f. genoemde uitzondering wordt de volgende praktische invulling gegeven: De isolatiekosten van een woning mogen in principe niet hoger zijn dan de herbouwwaarde van die woning. De methodiek en criteria voor de toetsing van de isolatiekosten in relatie tot de herbouwkosten middels de zogenaamde isoleerbaarheidscurve of iso-curve worden beschreven in het rapport Isoleerbaarheidscnteria woningisolatie luchtvaartlawaai (Heidemij Adviesbureau BV, juli 1988).
2.5 Wijze van uitvoeren - Er wordt een projectmatige aanpak gehanteerd. - Het totale pakket van de in een woning aan te brengen voorzieningen wordt sober en doelmatig uitgevoerd.
Rijksluchtvaartdienst
11
- Tijdens uitvoering van de werkzaamheden blijven de bewoners in principe in de woning wonen. - Uit controlemetingen die steekproefsgewijs worden uitgevoerd, moet blijken dat de aangebrachte voorzieningen effectief zijn met betrekking tot de geluidsisolatieopbrengst. - Reeds in de ontwerpfase wordt gestreefd naar kostenbesparing door standaardisering van voorzieningen, met name voor wat betreft kozijnvoorzieningen en beglazing. Hierdoor wordt het aantal keuzemogelijkheden tussen overigens gelijkwaardige voorzieningen beperkt.
2.6 Wensvoorziemngen In het ontwerp worden geen wensvoorziemngen van de eigenaar meegenomen. Een uitzondering wordt gemaakt voor aanpassingen welke een directe relatie hebben met de aan te brengen geluidwerende voorzieningen. Als voorbeeld kan genoemd worden het uitbreiden van een dakkapel in een geluidgevoelige ruimte. De extra advieskosten (akoestisch advies, bouwkundig ontwerp en tekenwerk) worden bij de eigenaar in rekening gebracht, evenals de meerkosten van de aan te brengen voorzieningen. Zie ook de procedure zoals omschreven in hoofdstuk 4.2.1 en hoofdstuk 6, eigen bijdragen. Wanneer voor wensvoorzieningen een gemeentelijke goedkeuring of vergunning nodig is, wordt deze door de eigenaar verzorgd. Ook leges of andere kosten, nodig voor het verkrijgen van een bouwvergunning, zijn voor rekening van de eigenaar.
2.7 Deelname Alleen woningen die binnen de 40 Ke saneringscontour gelegen zijn, zijn opgenomen in het geluidsisolatieproject Schiphol.
Rijksluchtvaartdienst
12
De volgorde waarin woningen worden aangepakt wordt ingegeven door overwegingen van kostenefficiëntie en wordt vastgesteld na overleg met de gemeenten. Aan de eigenaren en bewoners van deze woningen wordt formeel om een verklaring van deelname aan het bouwkundig-akoestisch onderzoek gevraagd. Het staat de eigenaar of bewoner vrij om af te zien van deelname. Dit kan vanaf het allereerste begin, maar ook op ieder ander door de eigenaar of bewoner gewenst tijdstip tot uiterlijk drie weken na de aanbiedingsdatum van het besluit met het definitief ontwerp. Voor details wordt verwezen naar de voor het geluidsisolatieproject overeengekomen procedures. Zie hoofdstuk 7. Indien een woning eerder op verzoek van de eigenaar niet is opgenomen in het project en de eigenaar geeft later via de Rijksluchtvaartdienst te kennen alsnog mee te willen doen (spijtoptant), wordt berekend wat de extra kosten zijn van het apart voorbereiden en in uitvoering nemen van de betreffende woning. Voorwaarde voor deelname in dit geval is het door de eigenaar betalen van de berekende meerkosten, met een minimum van / 1.000,--. Het tijdstip van in uitvoering nemen van zo'n woning wordt door het project bepaald op basis van capaciteits- en kostenoverwegingen. Indien een woning verhuurd is en de huurder wenst niet deel te nemen aan het geluidsisolatieproject (en de eigenaar wel), dan is het de taak van de eigenaar om hierover overeenstemming met zijn huurder te verkrijgen. Hetzelfde geldt als de huurder wel wenst deel te nemen, maar de eigenaar niet. De woning wordt in voorbereiding genomen, zodra zowel de bewoner als de eigenaar toestemming hebben gegeven, c.q. het Besluit hebben ondertekend. Wanneer het overleg tussen eigenaar en huurder zo lang duurt dat de woning niet meer meegenomen kan worden in de vooraf bekend gemaakte voorbereidings- en uitvoeringsplanning van het deelgebied waarin de betreffende woning is gelegen, dan wordt de hierboven beschreven regeling voor spijtoptanten van kracht.
Rijksluchtvaartdienst
14
Geluidgevoeligheid van ruimten Art.l van het BGR.1981 luidt: "Als geluidgevoelige ruimte van een woning wordt aangemerkt: een ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon-of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd".
3.1 Definities uit bet Bouwbesluit Verblijfsgebied:
Verblijfsruimte: Geluidgevoelig vertrek: Verkeersruimte:
besloten ruimte, bestaande uit een of meer met elkaar in verbinding staande, op dezelfde bouwlaag gelegen verblijfsruimten en andere afzonderlijke ruimten, anders dan een toilet- of badruimte, technische ruimte of gemeenschappelijke verkeersruimte; besloten ruimte, bestemd voor het verblijven van mensen; een bijzondere verblijfsruimte; ruimte van een bouwwerk, bestemd voor het bereiken van een andere, van het bouwwerk deel uitmakende ruimte.
3.2 Algemeen Algemene eisen waaraan conform Art. 100, lid 2 en 3 van het Bouwbesluit een geluidgevoelig vertrek moet voldoen, zijn: - Boven de vloeroppervlakte van een geluidgevoelige ruimte moet een hoogte van ten minste 2,1 m aanwezig zijn. - Een geluidgevoelige ruimte moet vanaf de toegang van de woning bereikbaar zijn zonder dat een toiletruimte, badruimte of bergruimte behoeft te worden betreden. Voor de bepaling van de geluidgevoeligheid wordt de navolgende beslissingsboom gebruikt.
Rijksluchtvaartdienst
15
ja
is de ruimte bestemd als woon-, eet-, of slaapkamer
nee \/
is de ruimte kennelijk in ja - gebruik als woon-, eet, of nee slaapkamer M
ja
s
V.
v.
voldoet de ruimte aan bouwtechnische 1) en woontechnische 2) minimum eisen nee 1) Bouwbesluit 2) Uitgangspunten enz.
niet geluid gevoelig
geluidgevoelig
y>
e'
De bouwtechnische eisen betreffen daglichttoetreding (overeenkomstig NEN 2057), bereikbaarheid, ventilatie, veiligheid, oppervlakte, hoogte, geluidwering van separatiewanden. E.e.a. volgens de eisen uit het Bouwbesluit De woontechnische eisen betreffen plaatsbaarheid van de standaardattributen met inachtneming van de noodzakelijke vrije ruimte (zie bijlage 1: "matjes"), stof- en winddichtheid van het dakbeschot, aanwezigheid van verlichting, inrichting (b.v.vloerbedekking).
3.3 Woonkamers en eetkamers Woonkamers en eetkamers zijn altijd geluidgevoelig, mits de attributen volgens bijlage 1 plaatsbaar zijn.
Rijksluchtvaartdienst
16
3.4 Slaapkamers - Alle vertrekken, welke volgens het oorspronkelijk ontwerp en bouwvergunning bestemd zijn als slaapkamer zijn geluidgevoelig, tenzij een vaste inrichting is aangebracht ten behoeve van een ander gebruik (bijv. wijziging in badkamer). - Vertrekken die niet als slaapkamer ontworpen zijn, doch later als zodanig zijn aangepast, ingericht en kennelijk in gebmik genomen, zijn geluidgevoelig indien een bouwvergunning is verkregen of indien de ruimte voldoet aan alle relevante eisen uit het Bouwbesluit en de Uitgangspunten voor woontechnische minimum-eisen. - Zolderkamers die als slaapkamer zijn ingericht, moeten bovendien voldoen aan de eisen van artikel 76 van het Bouwbesluit, met name: * minimum breedte van de trap 0,7 m minimum vrije hoogte boven de trap 1,9 m minimum aantrede ter plaatse van de klimlijn, 0,13 m maximum afmeting van een optrede 0,22 m minimum afstand van de klimlijn tot de zijkanten van de trap 0,2 m * afinetingen van het portaal boven aan de trap minimaal 0,70x 0,70 m
3.5 Keukens Keukens zijn niet geluidgevoelig, tenzij door het feitelijk gebruik de funktie van woon- of eetkamer vervuld wordt. - Om als geluidgevoelige woon- of eetkeuken aangemerkt te worden moet een keuken volgens de toelichting bij het BGR, 1981, een oppervlak groter dan 11 m2 hebben, zodat een tafel met (vier) stoelen geplaatst kunnen worden. - Een (woon- of eet)keuken kleiner dan 11 m2 kan toch als geluidgevoelig aangemerkt worden indien aan de hand van de
Rijksluchtvaartdienst
17
"matjes" aangetoond wordt dat er voldoende attributenruimte aanwezig is. Zie voor de toepassing van de "matjes" bijlage 1.
3.6 Open keuken - Een keuken die in open verbinding staat met een woonkamer wordt zonder meer als geluidgevoelig beschouwd, mits de open ruimte tussen woonkamer en keuken breder is dan 1.20 m. - Als de hiervoor bedoelde open ruimte smaller dan 1.20 m is, wordt eerst bepaald of volgens de regels van paragraaf 3.5 de keuken zelf geluidgevoelig is. Wordt de keuken als niet geluidgevoelig aangemerkt, dan wordt een deur of een prefab voorzet-schuifpui tussen keuken en woonkamer geplaatst.
3.7 Serre Een serre is een niet geluidgevoelige ruimte. Een uitzondering wordt gemaakt indien sprake is van een degelijke uitbreiding, welke in open verbinding (breder dan 1.40 m) met de woonkamer staat en voldoet aan (bouwkundige) eisen zoals: * * * * *
bezit van een bouwvergunning gefundeerde, gemetselde onderbouw; tochtvrije opbouw; solide dakkonstructie; overige eisen van het Bouwbesluit (Bestaande Bouw).
Rijksluchtvaartdienst
18
3.8 Overige ruimten - Overige ruimten, zoals hal, toilet, overloop, berging, bijkeuken, badkamer, kantoor, kelder en hobbyruimte zijn niet geluidgevoelig. - Praktijkruimten aan huis zijn niet geluidgevoelig, tenzij in deze praktijkruimten dezelfde aktiviteiten plaatsvinden als in onderzoeks-en behandelingsruimten van bijvoorbeeld ziekenhuizen die expliciet geluidgevoelig zijn als gebouw. Deze aktiviteiten dienen in overeenstemming met het BGGL en de RGV betrekking te hebben op onderwijs en gezondheidszorg en als zodanig erkend te zijn.
Rijksluchtvaartdienst
19
4
De akoestische voorzieningen 4.1 Voorzieningen aan de gevels 4.1.1
Kozijnvoorzieningen en beglazing - In principe worden bestaande kozijnen gehandhaafd bij het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen. Of een kozijn gehandhaafd kan worden hangt af van verschillende factoren, zoals: a) de aan te brengen voorzieningen in relatie tot de dimensionering van de bestaande profielen; b) het voor de bestaande kozijnen gebruikte materiaal (hout, metaal, kunststof); c) de onderhoudstoestand van de bestaande situatie. ad a): Een kozijn wordt op kosten van het project vervangen indien de afmetingen van de bestaande profielen onvoldoende zijn of deze niet op verantwoorde wijze aangepast kunnen worden voor het plaatsen van de geluidwerende voorzieningen. Bij deze beoordeling wordt uitgegaan van het toepassen van buitenbeglazing. ad b): Kozijnen van hout kunnen in principe gehandhaafd blijven. Kozijnen van aluminium en kunststof kunnen gehandhaafd blijven indien dubbele kierdichtingen aanwezig zijn of aangebracht kunnen worden en indien het technisch mogelijk is de akoestische beglazing te plaatsen. Stalen kozijnen zullen altijd vervangen moeten worden. ad c): indien de onderhoudstoestand van het bestaand kozijn zodanig slecht is dat reparatie of vervanging ervan noodzakelijk is voordat er geluidwerende voorzieningen in kunnen worden aangebracht, wordt de eigenaar tot een eigen bijdrage verplicht. De hoogte van deze verplichte eigen bijdrage is gelijk aan de prijs van de reparatie of 100% van de prijs van een nieuw kozijn, exclusief plaatsingskosten. Afhankelijk van de situatie komen hier nog de kosten bij van bijkomende maatregelen Gatei, raamdorpelstenen, kantstukken, enz.).
Rijksluchtvaartdienst
20
Dit geldt niet als het kozijn toch vervangen moet worden (zie a). - Indien om één van de onder a), b) en c) genoemde redenen een kozijn toch vervangen moet worden, geldt de regel terugbrengen "als bestaand", met dien verstande dat standaard door het project per materiaalsoort één kwalitatief goed product wordt geleverd. De gemeenten en VROM willen de toepassing van tropisch hardhout tot een minimum beperken en gebruik toestaan wanneer dit om financiële en functionele redenen onontkoombaar is en pleiten voor toepassing van europees hout. Europees hout zal worden toegepast, tenzij akoestische eisen, kosten of garantiebepalingen dit verhinderen. Dit betekent dat: * houten kozijnen worden vervangen door europees hout; * stalen kozijnen worden vervangen door europees hout; * aluminium kozijnen worden vervangen door aluminium kozijnen van een door het project gekozen leverancier; * kunststof kozijnen worden vervangen door kunststof kozijnen van een door het project gekozen leverancier. • Een europees houten kozijn geldt als de standaardvoorziening, tenzij sprake is van een hardhouten kozijn in de bestaande toestand. Daarom is het wel mogelijk om op verzoek van de eigenaar een voor het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen niet bruikbaar aluminium of kunststof kozijn te vervangen door europees hout, maar niet andersom. - Indien een afwijkende houtsoort in een transparante afwerking aanwezig is, kan de eigenaar er op staan dat de aanpassingen uitgevoerd worden met de afwijkende houtsoort in plaats van met europees hout. - minimalisering draaiende delen (ramen): Er worden niet méér ramen draaiend uitgevoerd dan volgens het Bouwbesluit vereist is. Welke ramen draaiend uitgevoerd worden hangt derhalve af van de te stellen eisen ten aanzien van:
Rijksluchtvaartdienst
21
* doorspuibaarheid ( zie paragraaf 5.1), * wasbaarheid, * verhuisbaarheid. - draairaam of draai/valraam: De keus is afhankelijk van datgene wat aanwezig is volgens het principe: "terugbrengen als bestaand", en van uitvoeringstechnische overwegingen. In beginsel wordt in een bestaand kozijn de sponning niet gewisseld (dus geen draai/valraam waar nu een raam naar buiten draait). Alleen wanneer een nieuw kozijn wordt geplaatst, is de keuze tussen draairaam of draai/valraam vrij, waarbij de meerkosten van het draai/valraam (ca. ƒ 150,-- incl. BTW) voor rekening van de eigenaar komen. In bijzondere gevallen kan een draai/valraam met behulp van een inzetkozijn in een bestaand kozijn geplaatst worden. - vast glas: De afmetingen van vast glas zijn begrensd vanwege het gewicht van het akoestisch glas in verband met de ARBO-wetgeving (max. 150 a 200 kg). Een uitzondering wordt gemaakt voor flatgebouwen waar zwaardere beglazing met behulp van een kraan verplaatst kan worden. - vaste ramen: Uitvuldorpels of vaste ramen die om esthetische redenen worden verlangd worden uitsluitend toegepast wanneer de eigenaar 100% van de meerkosten via een eigen bijdrage betaalt. - stolpconstructie: Deze kan vanwege de geringere geluidwerende waarde niet altijd worden toegepast. - getoogde ramen: Bij getoogde kozijnen wordt de bestaande toogvorm bij draaiende delen uitgevuld indien geluidwerende voorzieningen in het kozijn worden aangebracht.
Rijksluchtvaartdienst
22
Bij getoogde kozijnen, uitgevoerd met vaste beglazing, wordt de bestaande toogvorm ook uitgevuld of er wordt een voorzetraam toegepast, indien technisch uitvoerbaar. - glasroeden en glas-in-lood: Deze kunnen niet gehandhaafd worden als er akoestisch glas moet worden geplaatst. Te verwijderen glas-in-lood ramen kunnen aan de eigenaar ter beschikking worden gesteld. Het project, c.q. de aannemer is niet aansprakelijk voor beschadiging van het glas-in-lood tijdens het verwijderen. - schuiframen: Bij houten schuiframen wordt de schuifconstructie vervangen door een vulling met vaste beglazing en eventueel een draai(/val)raam afhankelijk van de noodzaak in verband met wasbaarheid, doorspuibaarheid en verhuisbaarheid. Op verzoek van de eigenaar kan een nieuw aluminium kozijn met dubbel schuifraam (bijvoorbeeld Alustakon Gemini) geplaatst worden. De meerkosten ten opzichte van de hierboven beschreven standaardoplossing zijn voor rekening van de eigenaar. In die gevallen waar in de bestaande toestand een aluminium schuifraam aanwezig is, zal een soortgelijk raam teruggeplaatst worden. - voorzetramen: Deze worden in principe niet toegepast.
4.1.2
Buitendeuren - Buitendeuren die direct uitkomen in een geluidgevoelige ruimte moeten worden vervangen. Om voldoende geluidwering te halen moet een deur met zoveel mogelijk glas en met dubbele kierdichting worden toegepast. - Bij voorkeur zullen deuren met gangbare houtafmetingen worden toegepast, waarbij het akoestische glas is gevat in opdek-glaslatten aan de binnenzijde. Om een optimale werking van de kierdichting te waarborgen, worden de deuren
Rijksluchtvaartdienst
23
uitgevoerd met extra (opbouw-)knevelsluitingen aan onder- en bovenzijde. - Alleen indien een zeer hoge geluidwering is vereist, zal worden uitgegaan van aluminium deuren in plaats van hout. De aluminium deuren worden met een aluminium inzetkozijn in het bestaande kozijn geplaatst. Hierdoor treedt een geringe vermindering van de vrije hoogte op, welke niet gecompenseerd wordt. - Voor dubbele (balkon)deuren geldt hetzelfde als voor enkele deuren, met dien verstande dat altijd één van beide deuren als loopdeur wordt uitgevoerd. De andere deur wordt met behulp van twee kantschuiven vastgezet. - Op verzoek is afwijking van de hier gepresenteerde standaard mogelijk wanneer de eigenaar 100% van de meerkosten via een eigen bijdrage betaalt.
4.1.3
Schuifdeuren - Gewone schuifpuien geven meestal een slechte geluidwering. De bestaande parallel- of hefschuifpui van een geluidgevoelig vertrek wordt daarom vervangen door een aluminium kantelschuifpui met een dubbele kierdichting en akoestische beglazing. - Desgewenst kan de schuifpui vervangen worden door houten dubbele deuren zoals omschreven in paragraaf 4.1.2., mits de geluidwering dit toelaat.
Rijksluchtvaartdienst
24
4.2 Voorzieningen aan daken, vloeren en plafonds 4.2.1
Dakvoorzieningen - Voorzieningen aan hellende dakvlakken worden in principe altijd aan de binnenzijde van de dakconstructie aangebracht. Hierdoor zal de nuttige ruimte iets kleiner worden, hetgeen niet gecompenseerd wordt. - Indien binnendakse isolatie een ontoelaatbare ruimteverkleining van een geluidgevoelige ruimte tot gevolg heeft wordt nader bezien of compensatie mogelijk is, bijvoorbeeld door additionele binnendakse maatregelen (vergroten van een dakkapel of herindelen van de plattegrond) of dat buitendaks geisoleerd zal worden. Bij deze keuze spelen kostentechnische overwegingen mede een rol van betekenis. - Voor het bepalen van de maximaal toegestane ruimteverkleining worden de volgende regels gehanteerd: * De bruto oppervlakte van een vertrek (=loop-, zit- en attributenruimte) wordt bepaald bij een hoogte van 1,50 m; * Er wordt onderscheid gemaakt in ouderslaapkamer en overige slaapkamers (maximaal 2 bedden); * Er wordt rekening gehouden met de plaatsingsruimte voor de in bijlage 1 omschreven attributen; * Voor een ouderslaapkamer wordt de oppervlakte voor de benodigde attributenruimte bepaald op 5 m2; * Voor een eenpersoonsslaapkamer wordt de oppervlakte voor de benodigde attributenruimte bepaald op 3 m2; * Voor een ouderslaapkamer is de toegestane ruimteverkleining bij een vrije oppervlakte (=bruto oppervlakte minus de attributenruimte) van 3 m2 maximaal 0,60 m2 en bij een vrije oppervlakte van 11 m2 maximaal 2,75 m2. Bij tussenliggende oppervlakten wordt rechtlijnig geïnterpoleerd (zie bijlage 2). * Voor een (eenpersoons)slaapkamer is de toegestane ruimteverkleining bij een vrije oppervlakte (~ bruto oppervlakte minus de attributenruimte) van 2 m2 maximaal 0,4 m2 en bij een vrije oppervlakte van 13 m2 maximaal 3,25 m2. Bij tussenliggende oppervlakten wordt rechtlijnig geïnterpoleerd.
Rijksluchtvaartdienst
25
- Indien akoestisch mogelijk wordt ter plaatse van knieschotten het dakpakket verticaal doorgezet. De vrije ruimte achter de knieschotten wordt daarbij niet geisoleerd. Hetzelfde geldt bij aanwezigheid van een aparte vliering, waarbij het dakpakket horizontaal kan worden doorgezet. Bij de keuze spelen kostprijsvergelijkingen een rol van betekenis. - Ruimten achter knieschotten worden niet aangemerkt als kastof bergruimte. Indien de ruimte achter de knieschotten toegankelijk is gemaakt blijft deze toegankelijkheid gehandhaafd, tenzij het dakpakket verticaal wordt doorgezet. Ruimteverlies achter de knieschotten wordt niet gecompenseerd. - Ingebouwde kasten die kleiner worden als gevolg van het binnendakse isolatiepakket, maar die niet hoeven te worden verwijderd, worden niet gecompenseerd. Ingebouwde kasten die wel moeten worden verwijderd, worden gecompenseerd door het aanbieden van een vrijstaande kast met vergelijkbare inhoud, of een hiermee gelijkstaande financiële vergoeding. Aanpassen van de vloerbedekking en het behang wordt niet vergoed. - Indien houtrot wordt geconstateerd in de dakconstructie of het dakbeschot, of indien de hoofddraagconstructie gebreken vertoont, wordt herstelwerk uitgevoerd via een verplichte eigen bijdrage van de eigenaar. Zie ook paragraaf 6.2. - Indien houtworm aanwezig is, is er sprake van een ernstig bouwkundig gebrek en wordt gehandeld volgens paragraaf 6.1 De eigenaar dient een garantieverklaring (minimaal 10 jaar) te overleggen van het bedrijf dat de houtworm bestreden heeft. - Bij aaneengesloten bouwblokken kan vanwege de mogelijkheid tot seriematige aanpak overwogen worden om buitendakse isolatie- voorzieningen aan te brengen. Voorwaarde hierbij is dat iedereen meedoet en de kosten van buitendakse isolatie vergelijkbaar met of lager dan binnendakse voorzieningen zijn. - In geval van platte daken (bungalows, dakkapellen, uitbouwen) wordt gewoonlijk buitendaks geïsoleerd. Op basis van
Rijksluchtvaartdienst
26
kostenvergelijkingen kan echter gekozen worden voor binnendakse isolatie. - Het op verzoek van de eigenaar aanbrengen van voorzieningen buitendaks wordt alleen toegestaan, als zo'n oplossing niet belemmerend werkt op de voortgang van een deelproject en als de eigenaar bereid is alle meerkosten (advieskosten en uitvoeringskosten) geheel via een vrijwillige eigen bijdrage voor zijn rekening te nemen. Ter bestrijding van de extra advieskosten zal de eigenaar vooraf een bedrag van / 1500,— aan Heidemij Adviesbureau moeten betalen. Dit bedrag wordt achteraf verrekend met de werkelijk gemaakte en in rekening te brengen extra advieskosten. De procedure is als volgt. 1. Heidemij Adviesbureau maakt een ontwerp voor de woning conform de BP' 92 . 2. Dit ontwerp wordt door HA toegelicht in een persoonlijk gesprek. Met het eerste gesprek over het ontwerp gaat een periode van 30 dagen in, waarbinnen het concept Besluit door de eigenaar (en bewoner) voor akkoord getekend wordt. 3. Indien de eigenaar van de woning kenbaar maakt dat extra voorzieningen voor eigen rekening gewenst zijn, beoordeelt HA of dit technisch en organisatorisch mogelijk is. HA geeft een raming van de meerkosten voor advies en een eerste schatting van de meerkosten voor uitvoering. 4. De eigenaar verklaart zich akkoord met het betalen van de meerkosten voor advies. HA verklaart zich akkoord met indiening van het aangepast ontwerp binnen 15 dagen. 5. De eigenaar ondertekent binnen 15 dagen na ontvangst van het aangepaste ontwerp een concept Besluit.
Vloeren en plafonds - Indien zich direct onder het hellend dakvlak (de zolder) geen geluidgevoelige ruimte bevindt, worden voor zover nodig de
Rijksluchtvaartdienst
27
isolatievoorzieningen aan zoldervloer en/of verdiepingsplafond aangebracht. - Bestaande plafonds worden zoveel mogelijk gehandhaafd. De geluidwerende voorzieningen worden onder het bestaande plafond doorgezet, tenzij niet meer voldaan wordt aan de eis voor de minimum vrije hoogte van 2.10 m volgens het Bouwbesluit. - Afhankelijk van de technische uitvoerbaarheid zal het dakpakket ter plaatse van een schuin dakvlak op bet bestaande plafond worden aangesloten door middel van een gestucte plafondplint of afwerklat, dan wel zal het bestaande plafond geheel of gedeeltelijk vervangen worden door gipsplaten. - Indien bij de werkzaamheden aan plafonds bestaande electrische bedrading moet worden vervangen welke niet meer aan de huidige eisen voldoet, wordt een verplichte eigen bijdrage van de eigenaar verlangd.
Dakramen en dakkapellen - Indien een bestaand dakraam niet aangepast kan worden dan wordt een nieuw standaard dakraam met akoestisch isolerende beglazing aangebracht. De afmetingen van het nieuwe raam zijn zoveel mogelijk gelijk aan die van het bestaande raam. - Indien een ruimte geluidgevoelig is, kan op verzoek een groter dakraam geplaatst worden op voorwaarde dat de eigenaar 100% van de meerkosten (inclusief het groter maken van de sparing) via een eigen bijdrage betaalt. - Van bestaande dakkapellen moeten zijwanden en dak vaak flink verzwaard worden. Op basis van kostenoverwegingen kan besloten worden de dakkapel te vervangen door een (prefab) nieuwe dakkapel van ongeveer gelijke afmetingen.
Rijksluchtvaartdienst
28
- Indien de bestaande dakkapel bouwkundige gebreken vertoont, wordt een eigen bijdrage verplicht gesteld, tenzij de dakkapel om akoestische redenen toch vervangen moet worden. Zie ook paragraaf 6.2 - Voor de draaiende delen van een dakkapel geldt hetzelfde als gesteld in paragraaf 4.1.1 (minimalisering draaiende delen). De gekozen oplossing (naar binnen draaiende ramen - naar buiten draaiende ramen - draai/valraam - vast glas - combinaties hiervan) hangt bovendien af van de afmetingen van de dakkapel. 4.3 Afwerkingen De aangebrachte akoestische voorzieningen worden in bouw- en installatietechnisch opzicht sober afgewerkt. Indien bestaande afwerkingen verwijderd dienen te worden, zullen deze zodanig vervangen worden dat de ruimte gebruiksgereed afgewerkt is met in de bouw gebruikelijke materialen. Dit houdt in dat niet vanzelfsprekend dezelfde afwerking als bestaand wordt teruggebracht. Afwijkende afwerkingen die geen nadelige invloed hebben op de akoestische en/of bouwtechnische prestaties, kunnen door en voor rekening van anderen worden aangebracht, na oplevering van de woning. Voor bestaande afwerkingen die afwijken van het aanbod, zullen door het project vergoedingen uitgekeerd worden. De Beleidsuitgangspunten beogen het compleet afgewerkt aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen en niet het volledig afwerken van een ruimte. De aannemer dient er zorg voor te dragen dat beschadigingen tot een minimum beperkt blijven. Kleine beschadigingen dienen geaccepteerd te worden. Grote vervangingen (nieuwe dakkapel of plafonds) worden volledig afgewerkt overeenkomstig de voorschriften. Constructieve beschadigingen worden hersteld. Voor grote beschadigingen aan de afwerking wordt een vergoeding gegeven. Het beleid ten aanzien van de afwerking van ruimten wordt in het onderstaande nader uitgewerkt.
Rijksluchtvaartdienst
29
4.3.1
Algemeen - Tijdens de werkzaamheden worden door de aannemer voorzorgsmaatregelen getroffen ter voorkoming van beschadigingen aan de woning en/of stoffering van de woning. Hiertoe worden vloerbedekkingen en trappen door de aannemer afgedekt met hardboard of plastic. - De bewoner dient voorzorgsmaatregelen te treffen ter voorkoming van beschadigingen aan de inrichting van de woning. De bewoner draagt waar nodig zorg voor het verwijderen van meubilair en andere attributen uit de ruimten, waarin gewerkt moet worden, zodat de aannemer geen belemmering ondervindt tijdens het werk. Indien dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld door de omvang of de bevestiging van de attributen, dan zorgt de bewoner voor het adequaat afdekken van zulke attributen. De aannemer stelt voor dit doel afdekmateriaal ter beschikking. - Bewoners die door leeftijd of handicaps niet in staat zijn om hun meubilair te verplaatsen, kunnen zich wenden tot de bewonersbegeleider/ster voor het verkrijgen van hulp. - Indien onverhoopt beschadigingen optreden, welke door de aannemer veroorzaakt zijn, dan worden deze vergoed of hersteld. Het is van belang dat de bewoner voor de schademelding de daarvoor geldende regels strikt in acht neemt. - Het project keert geen herinrichtingskostenvergoeding uit. - De eigenaar doet afstand van afkomende materialen. Deze worden eigendom van de opdrachtgever en door de aannemer afgevoerd. In enkele gevallen kan hierop een uitzondering worden gemaakt (bijvoorbeeld bij glas-in-lood en schrootjes). De materialen welke de eigenaar wenst te behouden, worden vermeld in het Besluit.
Rijksluchtvaartdienst
30
- Asbesthoudende materialen worden alleen dan op kosten van het project verwijderd en afgevoerd, als dit noodzakelijk is in verband met het aanbrengen van de akoestische voorzieningen. - Specifieke vergoedingen zijn beschreven in paragraaf 4.3.3 en 4.3.5.
Accessoires - Het inkorten van vitrage en gordijnen, aanpassingen ten behoeve van raamhorren, het herplaatsen van gordijnrails, zonwering en rolgordijnen met of zonder geleiderails wordt niet door het project verzorgd. De vervanging van niet passend te maken rolgordijnen, zonwering en dergelijke wordt niet door het project vergoed. - Rolluiken en zonwering aan de buitenzijde van de woning worden, indien nodig, wel door het project verwijderd en herplaatst. Aanpassing en/of vervanging is daar niet bij inbegrepen. - Indien in de bestaande toestand zonwerend glas aanwezig was, wordt door het project geen zonwerend akoestisch glas aangebracht. - Het demonteren en herplaatsen van alarminstallaties wordt met door het project verzorgd. De bewoner is zelf verantwoordelijk voor het vooraf verwijderen van de installatie, indien nodig, en voor het weer terug plaatsen. Eventuele aanpassing van de installatie ten gevolge van het aanbrengen van de akoestische voorzieningen, wordt ook niet door het project vergoed.
Betimmeringen - Betimmeringen, bijvoorbeeld in de vorm van schroten aan de buitenzijde en/of aan de binnenzijde van de woning worden niet herplaatst. De eigenaar krijgt de gelegenheid de schroten zelf te verwijderen en - na het aanbrengen van de akoestische
Rijksluchtvaartdienst
31
voorzieningen door het project - weer zelf te herplaatsen. Indien de eigenaar geen prijs stelt op herplaatsen van de schroten, wordt het verwijderen en afvoeren door het project gedaan. - Voor plafond- en wandbetimmeringen binnen wordt ten behoeve van het verwijderen en later weer aanbrengen van de schroten een bedrag van ƒ 30,--/m2 aan de eigenaar uitgekeerd. Als dat het geval is, levert het project het plafond op in de vorm van ongesausde gipsplaten. - Voor eventueel door derden te verwijderen betimmeringen aan de buitenzijde van de woning wordt geen vergoeding aan de eigenaar uitgekeerd. De door het project geleverde afwerking met geschilderd of gelakt weerbestendig multiplex (garantplex) heeft geen verdere bekleding nodig. - Voor vaste attributen, zoals getimmerde vaste bedden en kasten in een geluidgevoelig vertrek welke het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen in de weg staan, dienen door of voor rekening van de eigenaar te worden weggehaald en desgewenst herplaatst. Alleen voor vaste kasten wordt, indien herplaatsen niet meer mogelijk blijkt, een eenvoudige losse kast van vergelijkbare ~ mhoud als bestaand of een financiële vergoeding ter waarde van zo'n losse kast, aangeboden. Zie ook paragraaf 4.2.1.
Plafondafwerking - Bestaande plafonds worden zoveel mogelijk gehandhaafd. Indien plafonds om akoestische redenen vervangen moeten worden zal het nieuwe gipsplaten plafond afgewerkt worden met een schuurwerklaagje (stuc). Desgewenst is sausen als afwerking mogelijk, maar dan zullen de naden tussen de gipsplaten afgekit moeten worden c.q. voorzien worden van afdichtingsband.
Rijksluchtvaartdienst
32
- Indien plafonds om andere dan akoestische redenen vervangen worden (bijvoorbeeld in verband met aansluiting op dakpakketten), dan wordt het nieuwe gipsplaten plafond gesausd (naaddichting is dan niet nodig). Wenst een eigenaar stucwerk, dan is dit mogelijk met bijbetaling van de meerkosten van ca. ƒ 15,--/m2. - De afwerking van dakpakketten ter plaatse van schuine dakvlakken wordt in beginsel door middel van stucwerk of sauswerk uitgevoerd (in het laatste geval altijd met naaddichting zoals hiervoor is omschreven). - Voor bestaande schrotenplafonds, zie paragraaf 4.3.3. - Bij gedeeltelijk nieuwe plafonds wordt alleen het nieuw aangebrachte gedeelte afgewerkt (indien er sprake is van een niet doorgaand plafond). Hierdoor kan kleurafwijking met het bestaande plafond ontstaan. Dit wordt niet op kosten van het project bijgewerkt.
Behangwerk Er wordt geen behangwerk uitgevoerd door het project. Indien de werkzaamheden in een bepaald vertrek dermate omvangrijk zijn dat beschadigingen aan bestaand behang niet te vermijden zijn, wordt voor het opnieuw behangen van dat vertrek aan de eigenaar een bedrag van ƒ 150,- uitgekeerd.
Schilderwerk Nieuw materiaal (bijvoorbeeld kozijnen) wordt afgewerkt volgens de schilderrichtlijnen. Bij gedeeltelijke vervanging van kozijnen (b.v. bij nieuw draaiend deel) en indien bij plafonds slechts een gedeelte van een doorgaand plafondvlak wordt vervangen, zal het totale plafond, of het gehele kozijn worden geschilderd. Kleurverschillen zullen niet altijd te voorkomen zijn.
Rijksluchtvaartdienst
33
In geen geval wordt achterstallig onderhoud aan bestaand schilderwerk op kosten van het project verholpen. Indien zulk achterstallig onderhoud de garantie op de akoestische voorzieningen in gevaar brengt, zal het benodigde extra schilderwerk met een verplichte eigen bijdrage van de eigenaar uitgevoerd worden.
Esthetische aanpassingen - De aan te brengen voorzieningen worden zorgvuldig ontworpen, waarbij met name aan de straatzijde overwegingen van architectuur en straatbeeld een rol spelen. - Op dakkapellen worden geen zinken kralen toegepast, maar uitsluitend aluminium daktrimmen. - Het aanbrengen van vaste ramen in plaats van vast glas ten behoeve van het gelijkhouden van de glaslijn wordt niet toegepast, tenzij de eigenaar de meerkosten via een eigen bijdrage voor 100% voor zijn rekening neemt.
Rijksluchtvaartdienst
34
5
Overige voorzieningen 5.1 Ventüatievoorzieningen In geluidgevoelige vertrekken kunnen ongedempte gevelventilatieroosters, ventilatiekokers of Dauerluftung niet gehandhaafd blijven. Door het hermetisch afsluiten van kieren en naden vervalt anderzijds een natuurlijke (en oncontroleerbare) vorm van ventileren. Om deze redenen gaan geluidwerende voorzieningen altijd gepaard met het aanbrengen van geluidgedempte regelbare ventilatie-openingen. Afhankelijk van de situatie wordt een keuze gemaakt uit drie verschillende systemen: - suskasten in buitengevelkozijnen - muurdempers in buitengevelmetselwerk - slangdempers op zolders of achter knieschotten. Het ventilatiesysteem wordt afgestemd op de wettelijk voorgeschreven minimaal vereiste ventilatiecapaciteit. Deze wordt vanaf 1 oktober 1992 bepaald volgens het Bouwbesluit Bestaande Bouw, art. 92, als volgt: - De voorziening voor de toevoer van verse lucht naar een verbhjfsruimte (woon-, eetkamer, slaapkamer) en voor de afvoer van binnenlucht uit die ruimte moet, bepaald overeenkomstig bij ministeriele regeling gegeven voorschriften, een capaciteit hebben van tenminste 0.007 m3/s (= 25.2 m3/uur). - Indien in de verbhjfsruimte een opstelplaats voor een kooktoestel is gelegen (keuken), moet de capaciteit voor toevoer van verse lucht naar die ruimte en de afvoer van binnenlucht uit die ruimte tenminste 0.021 m3/s (= 75.6 m3/uur) bedragen, met dien verstande dat de afvoer van die capaciteit rechtstreeks naar buiten moet plaatsvinden. - Voor toiletruimten, badruimten en overige ruimten gelden aparte eisen, waarvoor verwezen wordt naar het BBB, art. 92 en 93. Merk en type van de te leveren geluidgedempte ventüatievoorzieningen worden door het project bepaald.
Rijksluchtvaartdienst
35
- Suskasten worden gemoffeld geleverd in één van de drie standaardkleuren RAL 9001 (crème), RAL 9010 (wit) en RAL 8019 (bruin). - Muurdempers worden aan de buitenzijde voorzien van een in de standaardkleur bruin RAL 8019 of in het geval van witte gevels RAL 9001 (crème) gemoffelde inlaatkap. Aan de binnenzijde wordt een regelbaar rooster aangebracht van 30 x 30 cm in de standaardkleur RAL 9001 (crème). - Andere kleuren worden niet geleverd, ook niet tegen bijbetaling van de meerkosten. De doorspuibaarheid van een verblijfsruimte, c.q. een geluidgevoelig vertrek moet worden gegarandeerd middels beweegbare constructie-onderdelen (ramen en deuren) waarmee, bepaald overeenkomstig NEN 1087, een totale capaciteit voor de toevoer van buitenlucht en de afvoer van binnenlucht kan worden bewerkstelligd van tenminste 0.003 m3/s (= 10.8 m3/uur) per m2 vloeroppervlakte van dat geluidgevoelig vertrek.
5.2 Verbrandingstoestellen Er bestaan open- en gesloten-verbrandingstoestellen. Openverbrandingstoestellen zijn apparaten die voor de verbranding van gas zuurstof betrekken uit het vertrek waarin het toestel is opgesteld. Gesloten-verbrandingstoestellen betrekken de benodigde zuurstof rechtstreeks van buiten. Het dichten van kieren en naden in de woning heeft consequenties voor de verbranding. Volgens de eisen in het Bouwbesluit moeten bestaande woningen met betrekking tot de bescherming tegen schadelijke of hinderlijke stoffen, i.c. verbrandingslucht en -rook voldoen aan de NEN 2757 en NEN 1078. Het Bouwbesluit hanteert voor verwarmingstoestellen dezelfde eisen voor bestaande bouw als voor nieuwbouw. Indien een verwarmingsinstallatie in een bestaande (niet geïsoleerde) woning voldoet aan de eisen met betrekking tot zuurstoftoevoer/rookgasafvoer, zal het project er zorg voor dragen Rijksluchtvaartdienst
36
dat dit ook na isolatie het geval is. Dit kan met bijvoorbeeld permanente openingen of een anderszins gegarandeerde zuurstoftoevoer/rookgasafvoer. De constructie zal zodanig worden gekozen dat een optimale veiligheid kan worden gegarandeerd. 5.2.1
Open c.v.-toestellen - Bij een open cv. toestel dat in een kelder staat opgesteld worden permanente luchttoe- en afvoeropeningen aangebracht, indien die ontbreken. Er zijn geen verdere aanpassingen nodig. - De opstelling van een open cv. toestel op zolder wordt zo nodig aangepast tot een aparte stookruimte (zogenaamde gesloten opstellingsruimte). Permanente luchttoe- en afvoeropeningen worden aangebracht indien die in de bestaande toestand ontbreken. Er zijn geen verdere aanpassingen nodig. - Open cv. toestellen opgesteld op andere (toegestane) plaatsen binnen de woning worden verplaatst naar een gesloten opstellingsruimte op zolder, als voor de bestaande opstelling geen permanente luchttoe- en afvoeropeningen kunnen worden gemaakt, dan wel het leefklimaat door tochtverschijnselen niet aanvaardbaar is. - Indien het verplaatsen van het bestaande cv. toestel naar een gesloten opstellingsruimte bijvoorbeeld vanwege extra leidingen meer kost dan het vervangen van dat toestel door een gesloten ketel, zal een verbeterd rendement (VR) ketel geplaatst worden. - Indien na het verplaatsen van een bestaande cv. ketel of het plaatsen van een nieuwe cv. ketel blijkt dat de bestaande gasleidingen lekkages vertonen, worden de lekkages op kosten van de eigenaar verholpen via een verplichte eigen bijdrage volgens paragraaf 6.2. - Open cv. toestellen waarvan uit een toetsing door het gasbedrijf blijkt dat ze in de bestaande toestand niet voldoen aan de eisen (GAVO 1987) worden aangepast volgens de hierboven gegeven regels met een door de eigenaar te betalen verplichte eigen bijdrage van 100% van de kosten. Dit geldt bijvoorbeeld voor een cv. toestel dat is opgesteld in een slaapkamer of voor een thermisch geisoleerde woning en kierdicht gemaakte woning, waarin een open cv. toestel voorkomt.
Rijksluchtvaartdienst
37
- Een eigenaar kan verzoeken het bestaande open cv. toestel te laten vervangen door een nieuw gesloten toestel. Dit is mogelijk, met dien verstande dat het project alleen de volgens bovenstaande regels aan te brengen voorzieningen betaalt. De meerprijs dient rechtstreeks door de eigenaar met het door het project aangewezen installatiebedrijf te worden overeengekomen en verrekend. Opslagpercentages voor bouwplaatskosten en dergelijke zijn over deze meerkosten niet verschuldigd. De keuze van het nieuwe toestel (combi-ketel, VR, HR) wordt aan de eigenaar overgelaten, evenals het aanvragen van een eventuele subsidie. Lokale verwarmingstoestellen (open type) - De in de bestaande toestand in geluidgevoelige ruimten aanwezige en toegestane lokale verwarmingstoestellen in de vorm van gaskachels of gashaarden kunnen gehandhaafd blijven, indien voldaan wordt aan de eisen met betrekking tot zuurstoftoevoer/rookgasafvoer (zie paragraaf 5.2.1) - Als de bestaande toestand voor wat betreft aanwezige gaskachels of gashaarden in strijd is met de gasvoorschriften, is sprake van een bouwkundig gebrek. Daarvoor geldt het gestelde in paragraaf 6.1. - Indien in een woning een gasgestookte open haard voorkomt, wordt deze niet aangepast aan de gasvoorschriften. Wel wordt zo'n open haard buiten bedrijf gesteld middels het afdoppen van de aanvoergasleiding. - Een eigenaar kan verzoeken de bestaande verbrandingstoestellen te laten vervangen door een nieuwe gesloten c.v.-installatie. Dit is mogelijk, met dien verstande dat het project alleen het aanpassen van de bestaande toestellen aan de eisen voor zuurstoftoevoer/rookgasafvoer betaalt. De meerprijs dient rechtstreeks door de eigenaar met het door het project aangewezen installatiebedrijf te worden overeengekomen en verrekend. Opslagpercentages voor bouwplaatskosten en dergelijke zijn over deze meerkosten niet verschuldigd. De keuze van het nieuwe toestel (combi-ketel, VR, HR) wordt aan de eigenaar overgelaten, evenals het aanvragen van een eventuele subsidie.
Rijksluchtvaartdienst
38
Geisers en gasgestookte boilers - Het al dan niet kunnen handhaven van geisers en gasgestookte boilers is afhankelijk van de plaats waar het toestel is opgesteld. In niet geluidgevoelige ruimten vinden geen aanpassingen plaats. In geluidgevoelige ruimten wordt de zuurstoftoevoer/rookgasafvoer aangepast aan de eisen van het Bouwbesluit Bestaande Bouw. - Indien in een woning een gehuurde geiser of boiler aanwezig is, die vervangen moet worden, zal door het gasbedrijf een nieuw toestel geplaatst worden. Het project betaalt aan het gasbedrijf de restwaarde van het te vervangen toestel en de eigenaar/bewoner betaalt de huur voor het nieuwe toestel aan het gasbedrijf. - Wanneer een geiser of gasgestookte boiler gehandhaafd kan blijven, maar de eigenaar/bewoner wenst deze te vervangen in combinatie met de aanleg van centrale verwarming, dan kan dit rechtstreeks met de verwarmingsinstallateur opgenomen en afgerekend worden. Daarmee blijft deze wensvoorziening buiten het systeem van via de beschikking geregelde eigen bijdragen. Hetzelfde geldt indien men een electrische boiler wenst te vervangen.
Gesloten-verbrandingstoestellen. - Gesloten cv. ketels geven geen aanleiding tot een onveilige situatie en behoeven derhalve niet aangepast te worden. - Lokale verwarmingstoestellen in de vorm van gevelkachels betrekken ook de zuurstof rechtstreeks van buiten en behoeven om gastechnische redenen geen aanpassing. Alleen als gevelkachels opgesteld in geluidgevoelige vertrekken om akoestische redenen niet gehandhaafd kunnen blijven, zal een andere oplossing voorgesteld worden.
Rijksluchtvaartdienst
39
6
Eigen bijdragen 6.1 Ernstige bouwkundige gebreken In art.2, lid 2 sub f van de Regeling Geluidwerende Voorzieningen (RGV.19) is bepaald dat wonigen waarvan de staat van onderhoud het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen in de weg staat, niet voor het aanbrengen van deze voorzieningen in aanmerking komen. In de toelichting op dit artikel wordt vermeld dat de eigenaar van een pand de mogelijkheid geboden moet worden om geconstateerde gebreken op zijn kosten te laten herstellen. Na herstel kan de betreffende woning alsnog in het geluidsisolatieproject worden opgenomen.
6.2 Verplichte eigen bijdrage - Een verplichte eigen bijdrage ter grootte van 100% van de advies-en uitvoeringskosten is verschuldigd in geval van achterstallig onderhoud, indien er een direct verband bestaat met de aan te brengen geluidwerende voorzieningen. Dit geldt bijvoorbeeld voor rotte kozijnen (zie paragraaf 4.1.1, sub c), houtrot in de dakcontructie (zie paragraaf 4.2.1), vervanging van bestaande elektrische bedrading (zie paragraaf 4.2.2), bouwkundige gebreken aan de dakkapel (zie paragraaf 4.2.3), lekkages aan gasleidingen (zie paragraaf 5.2.1). - Een verplichte eigen bijdrage is ook verschuldigd voor het opheffen van (kleine) constructieve gebreken. Dit geldt bijvoorbeeld bij het vervangen van zonder latei aangebrachte kunststof kozijnen en bij recente verbouwingen welke niet aan de TGB 1972 voldoen. Andere voorbeelden betreffen het verzwaren van in de bestaande toestand te lichte gordingen en het moeten vervangen van loden (waterleidingen en/of gasleidingen. - Indien constructieve gebreken zich pas tijdens de uitvoering openbaren (bijvoorbeeld lekke gasleiding, rot dakbeschot), is de
Rijksluchtvaartdienst
40
eigenaar alsnog verplicht de kosten van herstel te betalen via een verplichte eigen bijdrage aan de Rijksluchtvaartdienst. Aangezien het Rijk deze gebreken redelijkerwijs niet had kunnen voorzien, zullen het Rijk en de eigenaar in onderling overleg komen tot een billijke toedeling van de extra uitvoeringskosten. Bij geschillen zal aan een door de gemeente aan te wijzen ambtenaar van Bouw en Woningtoezicht om advies worden gevraagd. - De verplichte eigen bijdrage wordt vermeld op het aan de eigenaar aangeboden Besluit. - De verplichte eigen bijdrage dient voor de start van de uitvoering aan de Rijksluchtvaartdienst betaald te worden.
6.3 Vrijwillige eigen bijdrage - In het ontwerp worden geen wensvoorzieningen van de eigenaar of bewoner meegenomen, tenzij er een direct verband bestaat met de aan te brengen geluidwerende voorzieningen. Voor voorbeelden zie paragraaf 2.6, 4.1.1, 4.1.2, 4.2.3 en 4.3.7. - Wensvoorzieningen de centrale verwarming betreffende, dienen rechtstreeks met het installatiebedrijf geregeld en verrekend te worden. Zie paragraaf 5.2.
6.4 Subsidiabele maatregelen Afhankelijk van de gemeente is het mogelijk afspraken te maken over het uitvoeren van wensvoorzieningen in het kader van de subsidiëring van groot-onderhoud. In aanmerking komen maatregelen aan schil en technische installaties. Onder de schil wordt verstaan: de buitengevels, de buitenkozijnen en het dak.
Rijksluchtvaartdienst
42
Procedures 7.1 Van het bouwkundig-akoestisch onderzoek tot en met het ondertekenen van het Besluit toestemming kostenloos akoestisch/bouwkundig onderzoek
. Z2Z2ZZ&
£
brief van de RLD geen deelname gewenst
^
opstellen basisdocument
akkoord niet akkoord
3£
razzzzzzzzzzz geen reactie
bewonersoverleg
A schriftelijk bezwaar indienen bij HA
4
aanbieden voorstel van maatregelen (besluit)
binnen 3 weken
na 3 S2S2Z•fo weken *H
~zs:
zonodig opnieuw bewonersoverleg
«• HA akkoord
3
binnen 3 weken
HA niet akkoord
geen reactie na 30 dagen: brief van RLD geen deelname gewenst
sz
formeel besluit door de RLD aan azzzz de eigenaar toegezonden
binnen 30 dagen I
door de eigenaar ondertekend besluit retour bij HA
I
binnen 30 dagen beroep aantekenen bij de afdeling rechtspraak van de Raad van State
SZ door de RLD ondertekend besluit wordt retour gezonden aan de eigenaar
E
uitvoering
Rijksluchtvaartdienst
geen reactie: HA schrijft eigenaar aan met verzoek binnen 10 dagen te reageren
43
7.2 Klachtenafhandeling Na oplevering van de woningen geldt een onderhoudstermiin van 4 maanden. Gedurende deze termijn kunnen bewoners bij de adviseur/aannemer terecht voor klachten en/of verborgen gebreken. Het uitvoerend bouwbedrijf dient de werkzaamheden uit te voeren conform de G.I.W. - garantieregeling (Garantie Instituut Woningbouw). Na deze onderhoudstermijn treedt de garantieperiode in werking. Voor materialen waarop garantie gegeven wordt kunnen de bewoners bij de leverancier terecht voor eventuele klachten gedurende de garantietermijn. De garantie-bescheiden worden aan de bewoners overhandigd, zodat klachten rechtstreeks bij de leverancier terecht komen zonder tussenkomst van de Rijksluchtvaartdienst.
7.3 Garantietermijnen 1.
De garantietermijn bedraagt 10 jaren voor isolatieglas en de dakbedekking, 5 jaren voor de kozijnen en ramen, de kitvoegen, de ventilatie en 1 jaar voor het schilderwerk en de mechanische onderdelen van de ventilatie-installaties.
2.
De garantietermijn gaat in na het einde van de onderhoudstermijn.
Rijksluchtvaartdienst
BIJLAGE 1 "matjes" voor zitten-koken-eten en slapen uit de Woontechnische minimum-eisen
zitten minimum afmetingen van plaatsmgs- en gebruiksruimten van de benodigde attributen.
aantal attributen bij bewonerskapaciteit van:
4
6
binnen het gebied gelegen
©
zitetement
msi
tafel
SS
: 1 1 i3 0,4.
©
voor de woonactiviteit Zitten moet een ruimte beschikbaar zijn met een oppervlak van tenminste 10, 11 of 12 m2, bij een bewonerscapaciteit van respectievelijk 2, k of 6 personen. hiernaast is aangegeven welke attributen in die ruimte geplaatst en gebruikt moeten kunnen worden; het benodigde aantal attributen (zitelement, bergmeubel) is afhankelijk van de bewonerscapaciteit.
0,9 .0,4.
1
1
• i
1
(Sm)
K-:::i cl lv.v.-< öl 'mi 'mm'J +. +Q0>
2
3
4
voor het bepalen van het oppervlak van de ruimte wordt alleen dat deel meegerekend dat een breedte heeft van tenminste 2,Om, en een hoogte van tenminste 2,2m. zitelementen moeten aan 3 zijden van de tafel opgesteld kunnen worden (zie illustratie) .
binnen het vertrek gelegen '
09
'
6 i n
t::/-:*:'-1 al
0.B
**"
J
0.9 ' >
. 0.B
' °i\
toegang
op pagina l*t is weergegeven met welke woonactiviteiten Zitten gecombineerd mag worden; daar staat ook aan welke relatie-eisen het Zitten moet voldoen.
U-
voorbeelden
c:; net t-.etser. rekening houder, net de gebruiksruimte van beweegbare raaen, deuren, vaste kasten e.d. nagaan :f voldoende ruiste aanwezig is voor een kachel of voor radiatoren. :cr.*.r: leren of de benodigde loopatroken naar het gebied aanwezig zyn (0,6E breed). ruisten waarin geen vocrteeidgecied past toetsen net de afzonderlijke attributen zcals hiernaast aa-v*^ :;.=. het oppervlak van net vertrek zoet tenainste 10, 11 of 12 =2 z:jufcyeen bewonerscapaciteit -.-ar. res
MLVAWLWA'UÏÏ
yA'ATOWWWWW
jjBm
m'ax. U bewoners i ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ P
0
E 2.5m
opp 73m'
max. 6 bewoners%^^«^^j^^g^^«^=^gg^ft^a=: ï'ï'l'l'lT
l '1•I *^
' 'r ' ' ' '
' "
opp. 8.7 m '
19
koken-eten minimum afmetingen van plaatsmgs- en gebruiksruimten van de benodigde attributen binnen het gebied gelegen *
— &
©'
o' {Doven) aanrechtkastjes wt
o . *" i
\
y
••-
_
1.7
^
h
wand
voor de combinatie van woonactiviteiten Koken-Eten moet een ruimte beschikbaar zijn waarin de hiernaast aangegeven atatributen geplaatst en gebruikt kunnen worden; het type eettafel is afhankelijk van de bewonerscapaciteit. de koelkast mag, bij een bewonerscapaciteit van maximaal 2, ook elders geplaatst worden,mits deze vanuit het Koken eenvoudig te bereiken is.
*—
fin
©'
eettafel
m
uu
•:•:•:) °
•
•'.•'S. rv
^x' o
J.-J
i •
o.* 1
12
•—-| 0.6 [^ wand <
•*
4
nnn 1,8
.0.4 I
+
0,6 L,
vmna
binnen het vertrek gelegen *
S
-6 \,nnen'
„_._.,
4-
° *
©
'
nrr.-r.-
4-
mm mm I-X:-.V.:I «. o' t:-:-:-:-:v3 j, o"
toegang
!
mêi-»^*****^* Suiten
" •-
•
" •
0.7 *-
in- of buiten het vertrek gelegen
b=d
°^ „
©
Koelkast
IWtfJ •o Z I x X x l O^
, 4
„-J1
5
e'
• 0.6-
>•.•.•.•.•:
(wa )
.^ "' ^
IOI
(indien niet el l-rs gepraatst)
w
È$ °1 ! -£»"
«vQffcl
CVKelet (indien met elders geplaatst)
@
het wasapparaat en de CV-ketel mogen ook elders geplaatst worden, mits voldaan wordt aan de bij Gezinswas en Verwarming gestelde eisen.
vooroeeiaen -
•--_ r.et toetser, rekening .-.cider, ret ie gebr.iksruirte var. beweegbare raaen, deuren, vaste kasten ï.i. r.agaar. c:" vcldoer.oe r-iizte aanwezig is voor eer. kacnei of voor radiatoren. ::r.tr:lerer. of ie cer.odigde iecpatroker. naar ket gebied aanwezig zijn (0,ca breed). rtiiater. waarin geen vccrceeidgebiei paat toetsen aet de afzonderlijke attributen zoals hiernaast aan^egev' ') r.et wasapparaat er. de ?Y-ketei »ogen ook elders geplaatst worden. Z) tij een oevonersoapaciteit van saxisaai 2 zag de koelkast ook elders geplaatst worden (zie hiernaast).
slapen ouders minimum afmetingen van plaatsmgs- en gebruiksruimten van de benodigde attributen. binnen het gebied gelegen voor een ouderslaapkamer moet een ruimte beschikbaar zijn waarin de hiernaast aangegeven attributen geplaatst en gebruikt kunnen worden; daarbij kan naar keuze een lits-jumeaux of een tweepersoonsbed geplaatst worden.
üts lumraux
tussen de plaatsingsruimte van het bed en een beweegbaar raam moet een ruimte van tenminste O.^m breedte 1iggen. 2 per» bed
een studeer-toilettafel nachtkastje dienen.
kan ook als
de kast mag ook elders geplaatst worden, mits deze vanuit de slaapkamer eenvoudig te bereiken is.
studeer- of toilettafel
€
)
^ binnen het vertrek gelegen
•n- of buiten het vertrek gelegen
28
op pagina )k is weergegeven met welke woonactiviteiten Slapen mag worden gecombineerd; daar staat ook aan welke relatie-eisen het Slapen moet voldoen.
voorbeelden
b:j het tcetsen rekening houden met de gebruiksruimte van beweegbare ramen, deuren, vaste kasten e.d. ,-:r.trcieren of de benodigde ioopstroken naar het gebied aanwezig zyn (0,6m breed). ruiaten waarin geen voorbeeldgebied past toetsen met de afzonderlijke attributen zoals hiernaast aangegeven
slapen 1 persoon mmimum afmetingen van plaatsings- en gebruiksruimten van de benodigde attributen Smnen het gebied gelegen
^
^
i oeps o?c
©
voor een eenpersoonss!aapkamer moet een ruimte beschikbaar zijn waarin de hiernaast aangegeven attributen geplaatst en gebruikt kunnen worden.
ri. 2.0
-S-L
tussen de plaatsingsrüimte van het bed en een beweegbaar raam moet een ruimte van tenminste 0,Am breedte liggen.
0.4
H
h-J:, 'L
Li
0.8
jtudeer- of toilettafel
t
©
K
»
de kast mag ook elders geplaatst worden, mits deze vanuit de slaapkamer eenvoudig te bereiken is.
-
binnen het vertrek gelegen ' «
'h-men' ° * ' toegang
!•:• ::-:^-j oi r.-:-:-:-:-:-:'i oi ^ ^-^in -f ^ t ' ' ' 'JjjLm -t> Buiten
©
"^
in- of buiten het. vertrek gelegen •
©
«I O! -
- r 4.
i|( 5! §l ••
een studeer-toilettafel kan ook als nachtkastje dienen.
hongHast
op pagina \k is weergegeven met welke woonactiviteiten Slapen mag worden gecombineerd; daar staat ook aan welke relatie-eisen Slapen moet voldoen.
voorbeelden
- cv het toetser, rekening houden iet de gebruiksruimte van beweegbare ramen, deuren, vaste kasten e.d. - ::n:roierer. of de benodigde Isopstroken naar het gebied aanwezig zijn (0,6m breed). - r-isten waarin geen vcorbeeidgebied past toetsen met de afzonderlyke attributen zoals hiernaast aangegeven
1.6 m
1.8 m.
2.0 m.
2 2m
«•ft* :;:•:•:•:•'
:•: Hk VaViViVriVtViViVi
XI
oop.43ir?
2.7m
I 27 m. 4 opp. 4 . 9 m '
O0O4.8 m»
opp 4.6 m'
31
S2
slapen 2 personen
minimum afmetingen van plaatsmgs- en gebrutksruimten van de benodigde attributen. binnen het gebied gelegen ---
J
, ° i
1t>er
(5)
T
Um^m < °'. -i
voor een tweepersoonsslaapkamer moet een ruimte beschikbaar zijn waarin de hiernaast aangegeven attributen geplaatst en gebruikt kunnen worden; n.b. 2 eenpersoonsbedden.
2.0
itudeer- oi toilettafel
©
tussen de plaatsingsruimte van een bed en een beweegbaar raam moet een ruimte van tenminste O.^m breedte liggen. een studeer-toilettafel kan ook als nachtkastje dienen.
* de kast mag ook elders geplaatst worden, mits deze vanuit de slaapkamer eenvoudig bereikbaar is.
binnen het vertrek gelegen toegang
op pagina \h is weergegeven met welke woonactiviteiten Slapen mag worden gecombineerd; daar staat ook aan welke relatie-eisen Slapen moet voldoen.
in- of buiten het vertrek gelegen •t
nl +
*".
nang-legkast
Ö
°+ -
voorbeelden
- cv het toetser, rekening houden aet de gebruiksruimte van beweegbare ramen, deuren, vaste kasten e.d. - controleren cf de benodigde loopstroken naar het gebied aanwezig zyn (0,6m breed). - ruisten waarin geen voorbeeldgebied past toetsen eet de afzonderlijke attributen zoals hiernaast aangegeven.
••.•••..•-..••••.••••.•.••••'••••.V.V.V..
BIJLAGE 2 Beslissingsboom binnendakse/buitendakse isolatie en overzicht toelaatbare ruimteverkleining
geluidsisolatieproject schiphol
beslissingsboom binneodaks/buihendaks
nee
Ja n*? ^ \joidaztde ^ iiztt^vest. siïuatieaande' >4_
D0Z
ucontecfinGcne^ mi'neiSL
Ja oppvl. attributen- en loopruimte in bestaande situatie i's .. • m '
P oppvl. attributen- en looprui'mte' no i'soloh'c is m«
J° nee
ja
nee
nee ja
binnendaks
geen dakisolarie
nee
scboal groot-te efïècferf bij rijenuxjoin;
buitendaks
OUDERSLAAPKAMER
bruto opp.
max verkleining
n e t t o opp.
max verkleining
M t ^
Üfcouni
4. :
tru/t
a érri o<* cc*
ijkpunt
L :
**
5" ** Z
hf
5"
*»
i>r«Jo _ ^ r ^ / / c
.... JiC ik
e#/?wJaté*
-+•-
* w *'' «• ^ . ^ * * / *f« ^ e f W ^ W«r. /^L/^.• • • » * • —
3 >»1
7/ ^ «. (f
Qucfs^/op^/ia»*
* /, /r
SLAAPKAMER
>ruto opp. 5 5,25 5,50 5,75 6,00 6,25 6,50 6,75 7,00 7,25 7,50 7,75 8,00 8,25 8,50 8,75 9,00 9,25 9,50 9,75 10,00 10,25 10,50 10,75 11,00 11,25 11,50 11,75 12,00 12,25 12,50 12,75 13,00 13,25 13,50 13,75 14,00 14,25 14,50 14,75 15,00 15,25 15,50 15,75 16,00 16,25 16,50 16,75
max verkleining 0,40 0,46 0,53 0,59 0,66 0,72 0,79 0,85 0,92 0,98 1,05 1,11 1,18 1,24 1,31 1,37 1,44 1,50 1,57 1,63 1,70 1,76 1,82 1,89 1,95 2,02 2,08 2,15 2,21 2,28 2,34 2,41 2,47 2,54 2,60 2,67 2,73 2,80 2,86 2,93 2,99 3,05 3,12 3,18 3,25 3,31 3,38 3,44
netto opp. raax verkleining 2,00 2,25 2,50 2,75 3,00 3,25 3,50 3,75 4,00 4,25 4,50 4,75 5,00 5,25 5,50 5,75 6,00 6,25 6,50 6,75 7,00 7,25 7,50 7,75 8,00 8,25 8,50 8,75 9,00 9,25 9,50 9,75 10,00 10,25 10,50 10,75 11,00 11,25 11,50 11,75 12,00 12,25 12,50 12,75 13,00 13,25 13,50 13,75
0,40 0,46 0,53 0,59 0,66 0,72 0,79 0,85 0,92 0,98 1,05 1,11 1,18 1,24 1,31 1,37 1,44 1,50 1,57 1,63 1,70 1,76 1,82 1,89 1,95 2,02 2,08 2,15 2,21 2,28 2,34 2,41 2,47 2,54 2,60 2,67 2,73 2,80 2,86 2,93 2,99 3,05 3,12 3,18 3,25 3,31 3,38 3,44
(
JY
A
O é(riet* te. *
J
trt
tjerk
£
M'
ttfcrwké^
r fitax. ifer{&*i*
Jt*7o fa** & mz -
*.«
0 <"0
/ /
attributen
^ '
J
4*
n
* * *
> «
"
a
'irA ^
i*a&v«le4 tra ir -;••
/r.V.
"petto
t- **
;;• * o to^
-:
•
m
u
SS
a./3
v .
4 * 0
y" _
+ i>
^ t (Pr f/t'eruft
é r - Ö ///
re/tft
f)*»K A
fiK#
3.
•
C
v*j-4»^*$*
| Slaapfca mer
«
i-
Ö'
?
r
3
J?
^"~J
7- (P
il
#
J?
£
Jj
11 fy fr /6
7y
/r
'ó
//
•V-d
/IJ//^
BIJLAGE 3 Voorwaarden tot het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen
Bijlage 3 behorende bij besluit Voorwaarden tot het aanbrengen van geiuidwerende voorzieningen Artikel 1 Verplichtingen rijk '• Het "ik verplicht zich tot net idoem aanbrengen van de in bi|iage 1 weergegeven geluidwerenoe voorzieningen -vaarvan net ontwerp is gebaseerd op artikel 4 van ae Regeling Geiuidwerende Voorzieningen 2 De kosten voor het aanbrengen van de m bijlage 1 weergegeven geiuidwerende voorzieningen Komen oenouaens ^e kosten voor het aanbrengen van extra voorzieningen zoals die zijn weergegeven in bi|lage 2. voor reken>ng van net Artikel 2 Verplichtingen eigenaar 1 De eigenaar verplicht zich de uitvoering van net aanbrengen van de geiuidwerende voorzieningen mogelijk te maken n oe door of vanwege het rijk. overeenkomstig artikel 10 aan hem bekend gemaakte tijdspenodemi 2 De eigenaar zal tot vier maanden na oplevering van de aan te brengen voorzieningen geen bouwKundige veranderingen i verfraaiingen daaronder begrepeni. aan die onderdelen van de woning waaraan voorzieningen woroen c.q zijn getroffen idoen) treffen, dan na vooraf verkregen toestemming van het rijk. Aan deze toestemming kan het rijk voorwaarden verbinden Het rijk beantwoordt het verzoek tot het aanbrengen van bouwkundige veranderingen binnen 14 dagen nadat een daartoe strekkend verzoek bij haar is binnengekomen 3 Het uitbleven en of het weigeren van oe toestemming, als bedoeld in lid 2 vanwege het rijk zal nimmer aanleiding zijn tot het aansprakelijk stellen van het rtjk voor enige schade en laat de aansprakelijkheid van de eigenaar op grond van enige wetteli|ke regeling onverlet. 4 De eigenaar verplicht zich in de woning voorkomende houtworm, boktor, zwam en dergelijke voor de start van de uitvoering van de werkzaamheden danwei direct na de constatering van dit gebrek, te laten oestri|den door een erkend bedrijf, een garantieverklanng van minimaal vijf jaar is vereist. 5. De eigenaar verleent aan het rijk of door het rijk aangewezenen, na voorafgaand overleg met betrekking tot het tijdstip, tot één jaar na de oplevering van de voorzieningen toegang tot de woning voor het (doen) uitvoeren van inspecties, controles en controlemetingen met betrekking tot de aangebrachte voorzieningen. 6. De eigenaar verstrekt door ondertekening van de "Verklaring voor accoord" aan het rijk volmacht voor het aanvragen van vergunningen, toestemmingen en goedkeuringen, benodigd voor het aanbrengen van de voorzieningen. Het rijk verstrekt op verzoek van de eigenaar een copie van verkregen vergunningen, toestemmingen en goedkeuringen. Artikel 3 Toestemming opvolgende eigenaars indien de eigenaar binnen 12 maanden na de datum van het besluit, danwei na de datum van de "Verklaring voor accoord" indien deze later valt. de woning verkoopt (het sluiten van een overeenkomst tot het vestigen van een beperkt zakelijk genotsrecht daaronder begrepen) zal hij een bepaling in de betreffende overeenkomst doen opnemen, en wel bij wijze van kettmgbeding. dat de rechtsopvolger gebonden zal zijn aan het besluit met bijlagen. Artikel 4 Toestemming gebruiker(s)/derden/opvolgende gebruiker(s) 1 De eigenaar heeft gezorgd voor de toestemming van de feitelijke gebruiken s) van de woning, alsmede de toestemming van in aanmerking komende derden. 2 Indien de eigenaar de woning voor feitelijk gebruik afstaat zal hij zorgdragen voor de toestemming van de feitelijke gebruiken si. Artikel 5 Materialen De bi| de uitvoering van de werkzaamheden aan de woning vrijkomende materialen worden, zonder enige betaling, eigendom van het rijk. tenzij in bijlage 1 anders is weergegeven Artikel 6 Afwijking in uitvoering indien bij de uitvoering van de werkzaamheden afwijking van bijlage 1 technisch nodig of wenselijk is. zal daartoe geen bijstelling nodig zijn. terwijl hierin evenmin een reden zal liggen lot enige verrekening over en weer. Bij afwijking in de uitvoering die het gebruik van de woning beïnvloedt zal pas tot uitvoering van de afwijkende voorzienmg(en) worden overgegaan, na vooraf verkregen toestemming van de eigenaar. Artikel 7 Niet onderkende gebreken en/of omstandigheden Mocht bi| de uitvoering blijken dat de in bijlage 1 weergegeven voorzieningen niet doelmatig kunnen worden uitgevoerd wegens gebreken en/of omstandigheden die het rijk redelijkerwijs niet had kunnen voorzien, dan zullen het rijk en de eigenaar in onderling overleg komen tot een billijke toedeling van de extra uitvoeringskosten. Artikel 8 Extra voorzieningen 1 Er zijn twee soorten van extra voorzieningen: a voorzieningen die ten gevolge van feitelijk achterstallig onderhoud en/of bouwkundige gebreken moeten worden getroffen om geiuidwerende voorzieningen doelmatig te kunnen aanbrengen; b voorzieningen die op wens van de eigenaar kunnen worden aangebracht. 2 indien en voor zover voorzieningen als bedoeld in lid 1 aangebracht dienen te worden, zijn deze in bijlage 2 weergegeven Artikel 9 Bepalingen in verband met extra voorzieningen 1 Het rijk zendt aan de eigenaar een factuur terzake van de voor rekening van de eigenaar komende kosten. De eigenaar betaalt het bedrag van de voor zi|n rekening komende kosten vóór de datum en op de wi|ze zoals die op de betreffende factuur zijn vermeld. 2 i ndien betaling van het m lid 1 bedoelde bedrag op de op de factuur vermelde vervaldatum nog niet is geschied, zal de eigenaar na deze datum, zonder voorafgaande ingebrekestelling de wettelijk rente verschuldigd zijn. De kosten van ^ncassomaatregelen. zowel gerechtelijk als buitengerechtelijk, komen voor rekening van de eigenaar.
Artikel 10 Bepalingen in verband met het uitvoeren van de werkzaamheden 1 Deer oi vanwege net rijk wordt uüeriiiK 10 cagen voor de uitvoering van de werKzaamheden aan oe evenaar van ae .'.c^f-g meaegeoeeld wanneer oe werkzaamheden een aanvang nemen en m welke ti|asper:oae'n' aeze zullen .\orcen uitgevoera 2 De werkzaamheden zullen worden uitgevoera tussen 7.00 en 1 7,00 uur. net ruk zal de uit te voeren werkzaamheden enneneen periode van maximaal 30 .verkpare werkdagen idoeni uitvoeren, aeze zodanig i doen > organiseren dat m maximaal 3 vertrekken tegelijkertijd word: gewerkt en er zorg voor (doem dragen dat de woning aan *e\ emae van een werkdag wind en wateraicht is. een en ander tenzij in Dijlage 1 anders is weergegeven Artikel 11 Bepalingen in verband met de oplevering en de onderhoudstermijn van het werk 1 De evenaar verplicht zich medewerking te verlenen bij de opneming en de oplevering van het wer< aismede bu de werkzaamheden die als gevolg van ae onderhoudsverplichtingen gedurende de ondernoucsier^'n /an vier maanden na de oplevering van net werk nog uitgevoerd dienen te worden. 2 BIJ de opneming van het werk wordt door oe eigenaar en vanwege het rijk door de directievoeroer nagegaan of net werk overeenkomstig het gestelde in net besluit met bijlagen is uitgevoerd. Van geconstateerde gebreken aan net werk wordt een aantekening gemaakt die door de partijen wordt ondertekend Na herstel van de bij de opneming geconstateerde gebreken wordt het werk geacht te zi in opgeleverd ae directievoerder doet hiervan namens het ruk schriftelijk mededeling aan de eigenaar 3 Vanaf het moment van oplevering geldt een onderhoudstermijn van vier maanden Indien en voor zover gedurende deze onderhoudstermijn gebreken aan net werk naar voren Komen meldt de eigenaar deze scnrifteli|K aan de directievoerder Na herstel van gebreken geldt voor het Detreffende werkonderdeel een onderhouastermun van one maanden. Artikel 12 Aansprakelijkheid van het rijk na de oplevering
Artikel 13 Garanties op onderdelen voor het werk
artikel 12 en artikel 13 moeten nog in overeenstemming gebracht worden met hoofdstuk 7