1
Ministerie van Justitie
Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden
Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag
Datum Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlage(n) Onderwerp
29 mei 2007 5485173/07 2060713410 1 Kamervragen over het ontbreken aan gesubsidieerde rechtshulp voor Nederlandse gedetineerden in het buitenland.
Bezoekadres Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Telefoon (070) 3 70 79 11 Fax (070) 3 70 79 00
Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.
In antwoord op uw brief van 24 april 2007, deel ik u, mede namens mijn ambtgenoot van Buitenlandse Zaken, mee dat de vragen van het lid Azough (Groen Links) van uw Kamer, over het ontbreken aan gesubsidieerde rechtshulp voor Nederlandse gedetineerden in het buitenland, worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief. De Minister van Justitie,
2060713410
5485173/07/29 mei 2007
Vragen van het lid Azough (GroenLinks) aan de ministers van Justitie en van Buitenlandse Zaken over het ontbreken aan gesubsidieerde rechtshulp voor Nederlandse gedetineerden in het buitenland. (Ingezonden 24 april 2007) 1 Kent u het bericht 1) dat Nederlandse gedetineerden in het buitenland niet langer in aanmerking komen voor gesubsidieerde rechtshulp? Antwoord 1 Ja 2 Hoe kan worden verklaard dat de Raad voor Rechtsbijstand nu besluit de rechtshulp te stoppen omdat de regels het niet toe zouden laten, terwijl tot op heden op basis van dezelfde regels wel rechtshulp geboden werd? Antwoord 2 Nederlandse gedetineerden in het buitenland kunnen op basis van de wet in aanmerking komen voor door de Nederlandse overheid gesubsidieerde rechtsbijstand in het kader van een procedure op basis van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS). Hiervoor moet onder meer voldaan zijn aan het wettelijke vereiste dat er sprake dient te zijn van een in de Nederlandse rechtssfeer gelegen rechtsbelang. Dit betekent in het kader van de WOTS dat alleen voor de procedure die dient bij de Nederlandse rechter over de overdracht van het in het buitenland gewezen strafvonnis, een advocaat door de Raad voor Rechtsbijstand mag worden toegevoegd om rechtsbijstand te verlenen aan de hier bedoelde gedetineerde. De Raad voor Rechtsbijstand te Amsterdam heeft mij op 25 april jl. door middel van een ambtsbericht op de hoogte gesteld van een tot voor kort gehanteerde te ruime uitvoeringspraktijk terzake de rechtsbijstandregeling ten behoeve van de in het buitenland gedetineerde Nederlanders in het kader van de WOTS. Het gevolg hiervan was dat ook in de fase voorafgaand aan voornoemde procedure in het kader van de WOTS een toevoeging werd gegeven door de Raad voor Rechtsbijstand Amsterdam, terwijl dus niet was voldaan aan voornoemd wettelijke vereiste. Recentelijk heeft de Raad voor Rechtsbijstand Amsterdam zijn uitvoeringspraktijk in deze zaken weer in overeenstemming gebracht met voornoemd wettelijk kader en het daarop gebaseerde landelijke uitvoeringsbeleid van de overige Raden voor Rechtsbijstand.
2/5
5485173/07/29 mei 2007
3 Hoeveel verzoeken om rechtshulp zijn er vanuit het buitenland gedaan in de afgelopen jaren? Antwoord 3 Voor zover de vraagsteller bedoelt na te gaan hoeveel verzoeken van Nederlandse gedetineerden in het buitenland om rechtsbijstand de afgelopen jaren zijn gedaan, merk ik op dat ik niet over deze cijfers beschik. Wel is mij bekend dat in de periode van 1 januari 2005 tot en met 8 mei 2007 in 628 gevallen een rechtsbijstandverlener door de Raden voor Rechtsbijstand is gevoegd aan een Nederlandse gedetineerde in het buitenland in het kader van een procedure op basis van de WOTS. 4 Wat vindt u van de in het bericht geuite zorg dat Nederlandse gedetineerden in het buitenland, waar vaak zeer lange celstraffen dreigen, overgeleverd zijn aan corrupte advocaten, terwijl dit vanuit Nederland tegen te houden is? 5 Bent u bereid Nederlandse gedetineerden in het buitenland in aanmerking te laten komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand? Zo neen, is dan niet de kans aanwezig dat deze gedetineerden waarschijnlijk geen eerlijk strafproces krijgen? Antwoord 4 en 5 Het voorzien in adequate onafhankelijke rechtsbijstand bij een strafrechtelijke vervolging behoort allereerst tot de algemene rechtsplicht van het land dat vervolging instelt. Bij verdediging in strafzaken staat de bescherming van de individuele rechten en vrijheden van de verdachte burger immers tegenover de vervolgende overheid centraal. Het betreft een fundamenteel beginsel van behoorlijke rechtsspraak, zoals onder meer is neergelegd in artikel 14 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Daarbij mag geen rol spelen of het gaat om een eigen onderdaan dan wel een buitenlandse verdachte. Indien echter een dergelijke voorziening in het buitenland ontbreekt, kan men in aanmerking komen voor door de Nederlandse overheid gesubsidieerde rechtsbijstand op voorwaarde dat er sprake is van een strafzaak waarin onder meer voldaan is aan het wettelijke vereiste dat er sprake is van een in de Nederlandse rechtssfeer gelegen rechtsbelang. In de praktijk komt dit erop neer dat als er sprake is van voldoende aanknopingspunten met de Nederlandse rechtssfeer, door de desbetreffende Raad voor Rechtsbijstand een advocaat 3/5
5485173/07/29 mei 2007
zal worden toegevoegd aan een Nederlandse gedetineerde in het buitenland om advies te verstreken in de desbetreffende strafzaak. Voor wat betreft het in aanmerking komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand in het kader van een procedure op basis van de Wots verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 2. Naast het bovenstaande verleent het ministerie van Buitenlandse Zaken consulaire bijstand aan Nederlandse gedetineerden in buitenlandse gevangenissen. In die landen waar regelmatig problemen met de rechtsgang en met advocaten voorkomen, hebben Nederlandse ambassades vaak een lijst met advocaten met een goede reputatie voorhanden. Het is aan gedetineerde te besluiten of hij bijstand van een advocaat van deze lijst wenst. Ingeval twijfels bestaan over de juiste toepassing van gerechtelijke procedures ten aanzien van een Nederlandse gedetineerde, kan het ministerie van Buitenlandse Zaken een vertrouwensadvocaat inschakelen. Naar aanleiding van de conclusies van de vertrouwensadocaat kan de ambassade besluiten te interveniëren bij de autoriteiten. De vertrouwensadvocaat adviseert de ambassade en treedt niet op als raadsman voor gedetineerde.
6 Bent u bereid de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS) dusdanig aan te passen dat het eenvoudiger wordt om Nederlandse gedetineerden in het buitenland sneller naar Nederland terug te halen om te garanderen dat zij een eerlijk strafproces krijgen en dat veroordeelden onder humane omstandigheden de opgelegde sancties kunnen ondergaan? Zo neen, waarom niet? Antwoord 6 De WOTS is geen instrument dat voorziet in de berechting van Nederlanders in Nederland voor strafbare feiten die zij in het buitenland hebben gepleegd. De WOTS ziet onder andere op de overdracht van de tenuitvoerlegging van onherroepelijke buitenlandse strafvonnissen in Nederland, zodat Nederlandse veroordeelden de hen daarbij opgelegde straf in eigen land kunnen ondergaan. Bij overdracht van de tenuitvoerlegging van een buitenlands vonnis staat dat vonnis vast. De Nederlandse rechter is niet in de positie om het strafproces opnieuw te doen. Dat zou overigens ook niet worden geaccepteerd door het land waar het buitenlandse vonnis is gewezen. Uit het voorgaande blijkt, dat aanpassing van de WOTS
4/5
5485173/07/29 mei 2007
om een strafproces (opnieuw) in Nederland te kunnen laten plaatsvinden, niet voor de hand ligt. 7 Herinnert u zich uw beantwoording op eerdere Kamervragen? 2) Met welke landen overweegt u thans een (bij voorkeur multilaterale of zonodig bilaterale) verdragsrelatie aan te gaan? Is het niet eenvoudiger om de verdragseis in de WOTS te vervangen door de eis dat de betrokken gedetineerde om overbrenging naar Nederland verzoekt? Antwoord 7 Ja. Zoals toegezegd zal ik de Tweede Kamer dit jaar een brief zenden waarin het beleid inzake de overbrenging van Nederlandse gedetineerden uit het buitenland nader uiteengezet zal worden. Ik wil daar nu niet op vooruit lopen. 1) ‘Geen rechtshulp in cel buitenland’, Het Parool 21 april 2007 2) Aanhangsel Handelingen nr. 622, vergaderjaar 2006-2007
5/5