Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen
Activiteitenverslag 2010
Inhoudstafel
Missie en visie...............................................................................................................5 Organogram..................................................................................................................6 Centrale diensten Voorstelling centrale diensten.......................................................................8 Realisaties centrale diensten........................................................................14 Opleidingscentra.....................................................................................................39 Buitendiensten Voorstelling buitendiensten.........................................................................49 Activiteiten buitendiensten..........................................................................50 EPI in cijfers...............................................................................................................155
1
Minister
De gevangenissen staan sinds vele jaren in het centrum van de maatschappelijke belangstelling. Jaar na jaar worden vele inspanningen geleverd om zowel op korte als op lange termijn oplossingen te vinden voor de onderliggende problemen. Opnieuw zijn heel wat belangrijke initiatieven gestart. Opleiding vormt een uitermate belangrijk element in het loopbaantraject van penitentiaire medewerkers en is van determinerende waarde voor de wijze waarop zij hun job invulling en richting geven. Precies daarom is de basisopleiding voor penitentiair bewakingsassistenten uitgebreid tot één jaar.
2
Ik verwijs ook graag naar het belang van het verbeterproject ‘globale aanpak’: overheid en representatieve vakorganisaties engageren zich samen om een duurzaam kader te ontwikkelen waarbinnen het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen (DG EPI) zijn doelstellingen kwalitatief kan realiseren binnen de grenzen van de beschikbare middelen. Dit vraagt om een optimalisering van het beheer van de middelen en van de aansturing van de organisatie. Vele factoren spelen daarbij een rol. Denken wij maar aan de overbevolking, postenbezetting, prestatiecoëfficiënt, absenteïsme, opleiding, spreiding van gedetineerden, enz. Bij het realiseren van dit project zijn alle belangrijke partners in verschillende fasen en onder diverse vormen betrokken. Ik kan het belang van dit project voor de hele organisatie niet genoeg onderstrepen en reken dan ook op de volle medewerking van alle betrokken geledingen van de FOD Justitie.
te overbruggen. Mijn uitdrukkelijke felicitaties gaan naar al wie de snelle operationalisatie van deze Nederlandse inrichting heeft mogelijk gemaakt. Dit geldt als een krachtig voorbeeld van teamwerk binnen het DG EPI, en dit in samenwerking met de beleidscel. Dat er in 2010 ondanks de aanhoudende overbevolking slechts drie ontvluchtingen waren rechtstreeks vanuit de gesloten inrichtingen zelf, is opmerkelijk. Dit cijfer staat in schril contrast met de golf van ontvluchtingen die zich in het jaar daarvoor had voorgedaan. Ik waardeer de alertheid van alle medewerkers waardoor meer van dit soort incidenten kon worden vermeden. En natuurlijk hoop ik dat deze terugval geen toevalstreffer maar een duurzaam resultaat is van hun inzet.
De overbevolking in de gevangenissen blijft een structureel probleem dat dankzij de huur van de gevangenis in Tilburg beheersbaar is gebleven. Dit neemt niet weg dat er nog steeds een structureel tekort is van 1 800 tot 2 000 detentieplaatsen.
Stefaan De Clerck Minister van Justitie
De uitvoering van het Masterplan voor een gevangenisinfrastructuur in humane omstandigheden is volop aan de gang. De concrete resultaten zullen echter pas voelbaar zijn in 2013. De huur van de gevangenis in Tilburg is dan ook een tijdelijke maatregel om deze overgangsperiode
Ten slotte dank ik het DG EPI ook voor de vele andere realisaties in 2010 en de wilskracht om een dynamische organisatie te blijven.
Voorzitter van het directiecomite slechte staat van de gebouwen vaak besproken op het directiecomité van de FOD Justitie om naar coherente en geïntegreerde oplossingen te zoeken. Als voorzitter van het directiecomité ben ik blij dat het DG EPI zich volledig inschrijft in de logica van een geïntegreerd management. Ik ben eveneens tevreden over de financiële processen en het optimaal gebruik van de budgettaire middelen die ter beschikking zijn. Ook het beheer van het personeel is het vermelden waard, met als hoogtepunt in 2010 het opstarten van de nieuwe basisopleiding voor het bewakingspersoneel.
De publicatie van een aanvullend activiteitenverslag bij het jaarrapport van de FOD Justitie, voor het vierde jaar op rij, past mooi in de logica om zich in te schrijven in de processen van de FOD Justitie. Ik kan niet anders dan tevreden zijn over het feit dat een belangrijke organisatie als het DG EPI haar activiteiten aan de buitenwereld voorstelt en dat deze activiteiten de dagelijkse moeilijkheden overstijgen waaraan de penitentiaire administratie het hoofd moet bieden. Ik twijfel er niet aan dat de lezer van dit activiteitenverslag zal zien hoe het DG EPI steeds moderner, duidelijker en meer resultaatgericht te werk gaat, wat bijdraagt tot de uitvoering van de doelstellingen van de FOD Justitie. Alain Bourlet Voorzitter van het directiecomité
Gezien de politieke en budgettaire situatie was 2010 zeker geen gemakkelijk jaar voor de FOD Justitie. Het DG EPI kende, net zoals de andere entiteiten binnen onze organisatie, een moeilijke periode. Daar komen dan nog de steeds terugkerende problematieken bij die eigen zijn aan de penitentiaire wereld. Het beheer van een organisatie als het DG EPI vraagt een dagelijkse inzet en ik verheug mij op het bekijken van de resultaten die jaar na jaar bereikt worden en die u in dit activiteitenverslag 2010 kunt lezen. De realisaties van het DG EPI zijn opmerkelijk, des te meer omdat de werkomstandigheden absoluut niet ideaal zijn. Zo worden de problemen rond overbevolking of rond de soms
3
Directeur-generaal opmerkelijk veel en lange stakingen in een aantal gevangenissen. Er is een perceptie van personeelstekort. Nochtans kan niemand er naast kijken: met een invulling van ongeveer 99% van het personeelsplan 2010 voor het technisch en bewakingspersoneel scoort het DG EPI uitzonderlijk goed.
2010 was het vierde volledige jaar van mijn mandaat als directeur-generaal. Vier jaar waarin het DG EPI stap voor stap omgevormd werd van een logge, archaïsche en ouderwetse administratie in een moderne organisatie die hopelijk model staat binnen Justitie, binnen de federale administratie en zelfs op internationaal vlak. Nochtans werden wij geconfronteerd met negatieve factoren, die de verdere modernisering van het DG EPI afgeremd hebben. Met gemiddeld 10 536 gedetineerden iedere dag in onze gevangenissen, werd, voor het zoveelste opeenvolgende jaar, een nieuw record bereikt. Ook op sociaal vlak was 2010 een moeilijk jaar. Wij kregen te maken met
4
De politieke situatie in ons land bood uiteraard geen ideale context om hervormingen en moderniseringen door te voeren. Wij zijn sinds eind april 2010 in lopende zaken, waardoor het uiterst ingewikkeld is om nieuwe projecten door te voeren. Maar ook projecten waarvan de realisatie in 2010 verwacht was, werden vertraagd. Zo was de verdere uitvoering van de basiswet voorzien in 2010 en zijn alle teksten dan ook klaar, maar door de lopende zaken was het niet mogelijk de uitvoeringsbesluiten door de Koning te laten tekenen.
van de vernieuwde opleiding van de penitentiair bewakingsassistenten krijgt uiteraard de nodige aandacht. Rond personeelsbeleid hebben wij in 2010 een aantal innovaties doorgevoerd in samenwerking met Selor. Wat betreft selectieprocedures is belangrijke vooruitgang geboekt dankzij de ‘ongoing’-procedure. Nu moeten wij verder werken om het systeem te verbeteren en performanter te maken. 2010 was ook het laatste jaar waarin de focus op de ondersteunende diensten P&O, Budget en ICT lag. En dat zal u ook merken in de komende jaren. Vanaf 2011 gaat onze aandacht verschuiven naar de core-business van het DG EPI, en vooral dan naar de interne en externe rechtspositie van de gedetineerden, werkgelegenheid, classificatie en transferbeleid. Veel leesplezier!
Toch waren er ook positieve signalen in 2010. Zo waren er slechts drie ontsnappingen rechtstreeks vanuit de gesloten inrichtingen, een historisch laag cijfer. Dit toont ook aan dat het veiligheidsbeleid langzaam maar zeker haar vruchten begint af te werpen. Ook binnen de gevangenissen zelf is het duidelijk dat de modernisering voortgezet wordt. Al die lokale initiatieven zal u in dit verslag terugvinden. Komen bijvoorbeeld aan bod : een groter aanbod aan opleidingen, culturele evenementen, belangrijke infrastructurele aanpassingen, personeelsaangelegenheden, enz. Ook de start
Hans Meurisse Directeur-generaal
Directoraat-generaal penitentiaire inrichtingen
Missie Het directoraat-generaal EPI: > is verantwoordelijk voor een rechtsconforme, veilige en humane uitvoering van vrijheidsberovende straffen en maatregelen, > heeft, vanuit haar expertise, een adviserende rol op penitentiair vlak, > verzekert een doelgericht beheer van elke entiteit binnen haar bevoegdheid. En dit alles binnen een herstelgerichte Justitie.
Visie Het directoraat-generaal EPI wil: > op basis van het professionalisme van haar medewerkers, een organisatiebrede resultaatgerichtheid en integrale kwaliteitszorg, een toonaangevende dienstleverancier zijn, > een innoverende organisatie zijn door alert in te spelen op relevante ontwikkelingen en gericht te investeren in de ontplooiing van haar medewerkers, > optimaal intern en extern communiceren.
5
Organogram Directeur-generaal
Directie Strategische Ondersteuning
Managementondersteuning
Directie P&O
PMO & Strategische Planning
Directie ICT
Coördinatie & Kwaliteitsbewaking
Directie BB & L
Regionale Directie Noord Directie Detentiebeheer
Juridische Ondersteuning
BAB
Conceptuele Voorbereiding
Antwerpen
Brugge
Andenne
Arlon
R&D + Documentatie
Dendermonde
Gent
Dinant
Forest
DGZG
Hasselt
Hoogstraten
Huy
Ittre
PSD
Ieper
Leuven Centraal
Jamioulx
Lantin
Mechelen
Marneffe
Mons
Merksplas
Oudenaarde
Namur
Nivelles
Ruiselede
St-Gillis
Paifve
St-Hubert
Turnhout
Wortel
Tournai
Verviers
GFC GJ Everberg Everberg
OCPP Tilburg - Brugge
CFPP -Marneffe Marneffe
CFFVerviers St-Hubert
GFC Tongeren
OCPP -Brugge Brugge
Leuven Hulp
OCPP OCPP- Merksplas
6
Financiële Ondersteuning
Regionale Directie Zuid
Logistieke Ondersteuning DOGV CDRGA Veiligheidskorps Centrale Garage Mobiele Equipe NCET
Centrale diensten Het DG EPI is een van de grootste entiteiten binnen de FOD Justitie. De organisatie bestaat uit een centraal bestuur en buitendiensten die alle penitentiaire inrichtingen en opleidingscentra omvatten. Voor de uitvoering van zijn opdrachten beschikt de directeur-generaal over verschillende centrale diensten en directies die rechtstreeks onder zijn bevoegdheid vallen.
Door hun sturende en ondersteunende rol houden zij toezicht op en monitoren zij de buitendiensten. Zij behandelen ook de individuele dossiers van gedetineerden en beheren zowel het personeel als het materieel. Het Veiligheidskorps, dat instaat voor de overbrenging van de gedetineerden, behoort ook tot het directoraat-generaal.
7
Voorstelling Directeur-generaal De directeur-generaal staat aan het hoofd van het DG EPI en is verantwoordelijk voor de eindresultaten van de organisatie. Als lid van het directiecomité van de FOD Justitie concipieert en coördineert hij de strategische en operationele objectieven voor het DG EPI om de doelstellingen van de FOD mee te verwezenlijken. Hij staat in voor de uitbouw van moderne penologische concepten en leidt de diensten van het DG EPI om een efficiënt en effectief beheer van de inrichtingen en een transparante uitvoering van vrijheidsberovende straffen en maatregelen te verzekeren.
gedetineerden om een degelijk aanbod aan hulpverlening, vorming, beroepsopleiding, onderwijs, sport en ontspanning aan te bieden. De regionale directie Zuid werkt samen met de Franse Gemeenschap. De regionale directie is ook een aanspreekpunt zowel binnen als buiten de organisatie en komt tussen in geval van conflicten tussen lokale directies en andere actoren. Bovendien beheert de regionale directie dossiers die betrekking hebben op gedetineerden of personeelsleden. Sinds 2008 is ook de herstelgerichte detentie volledig geïntegreerd in dit niveau.
Regionale directie
Dienst Managementondersteuning
De regionale directie bevindt zich op een niveau tussen het centraal bestuur en de buitendiensten. De regionale directie Noord staat in voor de Nederlandstalige inrichtingen terwijl de regionale directie Zuid verantwoordelijk is voor de Franstalige inrichtingen.
De dienst Managementondersteuning ondersteunt de dagelijkse activiteiten van de directeur-generaal en staat rechtstreeks onder zijn leiding. Deze dienst beschikt over een communicatiedienst die instaat voor een transparant en doeltreffend communicatiebeleid. Zij zorgt voor een gestructureerde interne communicatie, enerzijds tussen de verschillende diensten van het directoraat-generaal en anderzijds tussen het centraal bestuur en de buitendiensten. Via verschillende communicatiekanalen, zoals de e-letter en het activiteitenverslag, houdt zij het personeel op de hoogte van wat reilt en zeilt binnen het DG EPI. Ook de externe communicatie met de buitenwereld en de internationale contacten behoren tot haar takenpakket. Alle communicatie
Zij is belast met de beleidsondersteuning van de directeurgeneraal en met de coördinatie van de initiatieven die in de inrichtingen worden georganiseerd om een uniform detentiebeleid en een rechtsconforme toepassing van de regelgeving te garanderen. Zo werkt de regionale directie Noord samen met de Vlaamse Gemeenschap in het kader van het Strategisch Plan voor Hulp- en Dienstverlening aan
8
naar de pers toe is de verantwoordelijkheid van de woordvoerder van het directoraat-generaal. Hij beantwoordt vragen van journalisten en coördineert persaanvragen, zoals interviews en reportages. Het secretariaat van de dienst Managementondersteuning houdt zich bezig met de organisatie van gevangenisbezoeken en aanvragen voor stages en onderzoeken in de inrichtingen.
Program Management Office & Strategische Planning Het DG EPI heeft haar eigen dienst Program Management Office (PMO) en Strategische Planning waarin de program managers actief zijn. Binnen de organisatie zijn zij de referentiepersonen voor het projectmatig werken. De program managers ondersteunen actief de sponsor, meestal de directeur-generaal, bij het beheer van de projecten en de uitvoering van de strategische doelstellingen uit het managementplan. Daarnaast zorgen zij voor de opvolging van alle projecten op vlak van verwezenlijking en op vlak van methodologie. Deze personen zijn het aanspreekpunt voor alle projectverantwoordelijken. De projecten zijn ofwel veranderingsprojecten (projecten binnen het managementplan), ofwel doelstellingen die gelinkt zijn aan de optimalisatie van de kernprocessen van de diensten (organisationele doelstellingen). De program managers worden op hun beurt ondersteund door de dienst PMO van de FOD Justitie.
Directie Detentiebeheer Op grond van aanvragen en verslagen, neemt de directie Detentiebeheer (DDB) beslissingen en formuleert zij adviezen over de toekenning van strafuitvoeringsmodaliteiten (o.a. voorlopige invrijheidstelling, uitgaansvergunningen, penitentiaire verloven, enz.) voor de veroordeelden en de opvolging ervan. Samen met de buitendiensten draagt deze directie bij tot de sociale re-integratie van de veroordeelden, rekening houdend met hun behoeften, de belangen van de slachtoffers en de bescherming van de maatschappij. De DDB bestaat uit twee diensten: >> de dienst Externe Rechtspositie neemt beslissingen en verstrekt adviezen over de toekenning van strafuitvoeringsmodaliteiten aan veroordeelden onder de bevoegdheid van de minister >> de dienst Interne Rechtspositie, die in 2011 operationeel wordt, staat in voor de planning en transfers van gedetineerden.
P&O staat ook in voor de strategische planning van de personeelsbehoeften en de aanwerving van personeel voor de buitendiensten. Daarbij neemt zij het administratief en financieel beheer van de personeelsdossiers op zich. Via een vernieuwende visie op welzijn en diversiteit stimuleert zij bovendien de levenskwaliteit op het werk.
Directie ICT De directie ICT is een ondersteuningsdienst voor het centraal bestuur en de buitendiensten van het DG EPI. Deze directie biedt een modern informaticaplatform aan en draagt bij tot een effectieve en efficiënte dienstverlening van het directoraat-generaal. Zij gaat daarbij projectmatig en proactief te werk. Rekening houdend met de bedrijfsprocessen en de technische mogelijkheden ontwikkelt de directie ICT informatiesystemen en managementtools. De noden van de klant staan daarbij centraal. De directie stelt aangepaste hardware ter beschikking en waakt over de functionele en technologische kwaliteit van de ICT-infrastructuur.
Directie Personeel en Organisatie Als ondersteuningsdienst van het DG EPI is de directie Personeel en Organisatie (P&O) verantwoordelijk voor het personeelsbeleid. Zij ontwikkelt een modern en performant HR-beleid en volgt de personeelsbegroting op. De directie
Zij biedt gebruikersondersteuning op ICT-vlak. De eerstelijnsondersteuning gebeurt via de lokale netwerkbeheerder. Ook via de helpdesk kan een probleem worden gemeld. Sinds 2008 maakt de helpdesk gebruik van
een ticketingsysteem, waardoor problemen beter worden opgevolgd.
Dienst Administratief Beheer De dienst Administratief Beheer is een aanspreekpunt voor de gevangenissen voor wat betreft het administratief beheer van de detentie. De missie van de dienst is een correcte en transparante toepassing van de wet- en regelgeving ondersteunen en opvolgen betreffende de vrijheidsberovende straffen en maatregelen (voorlopige hechtenis, modaliteiten externe rechtspositie, strafbecijfering, enz.).
9
De dienst analyseert proactief de (nieuwe) wet- en regelgeving over deze materies. De operationalisering hiervan wordt begeleid en verder opgevolgd. Via de databank Sidis-Griffie wordt een systematische opvolging voorzien en voert de dienst wijzigingen en correcties door, indien nodig of wanneer hierom wordt gevraagd.
Directie Budget, Beheer en Logistiek De directie Budget, Beheer en Logistiek (BB&L) staat in voor de uitwerking en de opvolging van het budget, de aankopen en het logistiek beleid. In haar financiële taak wordt zij ondersteund door de dienst Begroting, Aankopen en Boekhouding. De directie beschikt eveneens over een operationeel luik dat bestaat uit de dienst Ondersteuning, Gebouwen en Veiligheid, de Centrale Dienst van de Regie voor Gevangenisarbeid, het Veiligheidskorps, de Centrale Garage en de Mobiele Equipe NCET.
Dienst Begroting, Aankopen en Boekhouding De dienst Begroting, Aankopen en Boekhouding (BAB) bestaat uit drie afdelingen. De afdeling Begroting is belast met de opmaak en uitvoering van de begroting. De afdeling Aankopen biedt de inrichtingen ondersteuning bij aankoopprocedures en procedures inzake overheidsopdrachten. Zij stelt bestekken op en staat in voor de opvolging van de uitvoering van nationale contracten, zoals contracten voor kledij van het personeel en artikelen
10
voor gedetineerden. De controle van de rekeningen van de penitentiaire inrichtingen is de verantwoordelijkheid van de afdeling Boekhouding. De dienst BAB treedt op als schakel tussen enerzijds de inrichtingen en anderzijds het kabinet van de minister van Justitie, de dienst Kwaliteitscontrole, de Inspecteur van Financiën, de controleur van de vastleggingen en de andere diensten van het DG EPI. Op proactieve wijze biedt zij ondersteuning aan de inrichtingen. Per gevangenis is een contactpersoon aangewezen en twee ‘vliegende’ opleiders staan ter beschikking om ter plaatse hulp te bieden bij problemen.
Dienst Ondersteuning, Gebouwen en Veiligheid Als voornaamste missie wil de dienst Ondersteuning, Gebouwen en Veiligheid (DOGV) de problematiek van de soms verouderde gevangenisinfrastructuur en overbevolking aanpakken en de veiligheid in de penitentiaire inrichtingen monitoren en verbeteren. Deze dienst speelt een belangrijke rol in de uitwerking en opvolging van de projecten uit het Masterplan van de minister om te voorzien in capaciteitsuitbreiding. De extra capaciteit wordt enerzijds voorzien door hernieuwde oriëntatie te geven aan bestaande infrastructuur en anderzijds door concepten voor nieuwe gevangenissen uit te werken en op te volgen. Ook de veiligheid binnen de gevangenissen behoort tot de ‘core business’ van de DOGV. Zo voert de dienst audits uit om te controleren of de veiligheidsprocedures correct
worden toegepast en om na te gaan welke infrastructurele aanpassingen nodig zijn om de veiligheid binnen de muren te verbeteren.
Centrale Dienst van de Regie voor Gevangenisarbeid De Centrale Dienst van de Regie voor Gevangenisarbeid (CDRGA) is een staatsdienst met afzonderlijk beheer die verantwoordelijk is voor het aanbod van werk en opleiding aan gedetineerden. De tewerkstelling van gedetineerden en het beheer van gevangenisarbeid zijn de kernopdrachten van de CDRGA. Zij neemt hierbij de organisatorische, commerciële, technische en boekhoudkundige aspecten voor haar rekening. Gedetineerden kunnen zowel huishoudelijk als onderhoudswerk in de gevangenis verrichten. Daarnaast kunnen zij ook worden tewerkgesteld in de eigen
werkplaatsen van de CDRGA, waaronder een smidse in het penitentiair complex van Brugge, een kleermakerij in de gevangenis van Bergen en een drukkerij in het PSC van Hoogstraten. In de inrichtingen van Hoogstraten, Marneffe, Ruiselede en Saint-Hubert kan ook aan landbouw worden gedaan. Ten slotte kunnen gedetineerden in de werkhuizen arbeid verrichten voor externe klanten. Gevangenisarbeid biedt gedetineerden de mogelijkheid hun detentietijd op een zinvolle manier te besteden en brengt hen belangrijke professionele en sociale vaardigheden bij. De vergoeding die gedetineerden krijgen voor hun arbeid stelt hen bovendien in staat de schadevergoeding aan de slachtoffers te betalen. Zij kunnen ook een spaarpotje aanleggen voor na hun invrijheidstelling en hun gezin financieel ondersteunen. Natuurlijk kan het geld ook gebruikt worden om zaken aan te kopen uit de gevangeniskantine om het leven in detentie aangenamer te maken. Zowel gevangenisarbeid als opleiding speelt een belangrijke rol bij de voorbereiding op de invrijheidstelling en de re-integratie in de samenleving. Om op een evenwichtige manier tegemoet te komen aan de belangen van de maatschappij, het slachtoffer en de dader zetten de lokale afdelingen van de CDRGA zich in om een omgeving te creëren waarin de dader zijn competenties kan ontwikkelen.
Veiligheidskorps De veiligheidsassistenten van het Veiligheidskorps zijn geïntegreerd in de lokale politiezones en ontlasten
de politiediensten van taken die strikt genomen geen politietaken zijn. Het Veiligheidskorps staat in voor de veiligheid en bewaking bij het transport van gedetineerden en voor de ordehandhaving in hoven en rechtbanken. Meer specifiek zijn zij verantwoordelijk voor: >> d e veiligheid en bewaking van het transport van gedetineerden tussen de gevangenissen onderling en tussen de gevangenissen en de hoven en rechtbanken >> de bewaking van gedetineerden bij het verschijnen voor de rechtbank >> de uithaling en bewaking van gedetineerden uit de gevangenis om medische of humanitaire redenen >> de uithaling en bewaking van gedetineerden wanneer zij aan vreemde autoriteiten worden overgedragen alsook de opname en bewaking wanneer gedetineerden aan de Belgische autoriteiten worden overgedragen >> de overbrenging van gerechtelijke dossiers tussen de gevangenissen en de hoven en rechtbanken >> de overbrenging en bewaking van illegalen naar een gesloten centrum of naar de grens wanneer zij het land worden uitgezet >> de overbrenging en bewaking van minderjarigen naar specifieke instellingen >> de overbrenging en bewaking van geïnterneerden naar private instellingen of naar inrichtingen tot bescherming van de maatschappij
Het Veiligheidskorps bestaat ook uit een beheerscel die administratieve ondersteuning biedt.
Centrale Garage De Centrale Garage staat in voor het transport van gedetineerden in nauwe samenwerking met het Veiligheidskorps. Waar het korps verantwoordelijk is voor de veiligheid en de bewaking bij de transfers van gedetineerden, zijn het de chauffeurs van de Centrale Garage die de transferwagens besturen. Het gaat enerzijds om nationale overbrengingen tussen de verschillende gevangenissen en anderzijds om lokale overbrengingen tussen de gevangenissen en de justitiepaleizen. Ook de persoonlijke bezittingen van de gedetineerden worden door de Centrale Garage vervoerd. Behalve het transport van gedetineerden en goederen, behoren ook het beheer van het wagenpark en de technische uitrusting tot hun opdrachten.
Mobiele Equipe NCET De Mobiele Equipe werkt voor het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht (NCET), dat bevoegd is voor de uitwerking en opvolging van het Elektronisch Toezicht (ET). Het NCET maakt deel uit van het directoraat-generaal Justitiehuizen. De Mobiele Equipe ressorteert onder het DG EPI. Het ET is een alternatieve straf waarbij de veroordeelde het geheel of een gedeelte van zijn straf buiten de gevangenis ondergaat volgens een bepaald uitvoeringsplan waarvan de
11
naleving wordt gecontroleerd door elektronische middelen. De veroordeelde krijgt een elektronische enkelband om en dient zich te houden aan verschillende afspraken en voorwaarden, zoals een uurrooster. De enkelband stuurt via een bewakingsbox, die bij de veroordeelde thuis wordt geïnstalleerd, een signaal uit naar een centrale computer. De Mobiele Equipe is verantwoordelijk voor het plaatsen van deze enkelbanden en boxen bij gedetineerden die hun straf onder de maatregel van ET uitvoeren. Deze dienst staat ook in voor de technische interventies tijdens het verloop van het ET.
Directie Strategische Ondersteuning De directie Strategische Ondersteuning bestaat uit drie diensten die binnen hun specifiek vakgebied strategische ondersteuning bieden bij de bepaling en realisatie van de doelstellingen van het DG EPI en de implementatie van de beslissingen over de interne en externe rechtspositie van de gedetineerden. Vanuit verschillende en elkaar aanvullende invalshoeken behandelen deze diensten de detentieproblematiek.
Dienst Juridische en Conceptuele Ondersteuning Deze dienst verstrekt juridisch advies over de toepassing van de diverse regelgevingen die de werking van de penitentiaire administratie regelen, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van zowel interne (zoals de gevangenissen of het kabinet) als externe instanties (zoals universiteiten en internationale organen). De aard van de vragen is verschillend,
12
aangezien de penitentiaire materie een waaier aan uiteenlopende aspecten omvat. De dienst beheert eveneens de antwoorden op de schriftelijke parlementaire vragen over het gevangeniswezen. Met het oog op de geleidelijke tenuitvoerlegging van de basiswet staat de dienst in voor de uitwerking hiervan. Dit omvat o.a. het opstellen van de basistekst voor het huishoudelijk reglement, van een wetsontwerp tot wijziging van de basiswet (om de fouten op technisch vlak te verbeteren en de basiswet beter aan te passen aan de realiteit van het gevangenisleven) en van een ontwerp van uitvoeringsbesluit. De dienst behandelt penitentiaire geschillen zowel voor de Raad van State (waar zij de Belgische Staat vertegenwoordigt) als voor de rechtscolleges van de rechterlijke orde. Voortaan wordt in de gevangenissen systematisch een analyse van de rechterlijke beslissingen gemaakt, waarbij de nadruk gelegd wordt op de praktijken die kunnen worden verbeterd. Ook is zij belast met de verwerking van dossiers over schade aan de eigendommen van gedetineerden. De dienst onderzoekt het dossier en bepaalt of de Belgische staat verantwoordelijk kan worden gesteld. De dienst verzamelt ook documentatie die voor alle administratieve diensten toegankelijk moet zijn en houdt zich bezig met het creëren van een gegevensbank met antwoorden op de meest gestelde vragen, een analyse van de regelgeving en een commentaar op de rechtspraak.
Dienst Gezondheidszorg van de Gevangenissen De dienst Gezondheidszorg van de Gevangenissen (DGZG) is het kenniscentrum wat gezondheidszorg in de gevangenissen betreft. De dienst staat in voor het beheer van en het toezicht op de gezondheidszorg, in overeenstemming met de geldende regelgeving. Medische zorg in de gevangenis bestaat uit curatieve zorgen verstrekt door de zorgverleners met het oog op het bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren van de lichamelijke en geestelijke gezondheidstoestand van de patiënt. Ook de bijdrage van de zorgverleners tot de gezondheidspreventie en de gezondheidsbescherming van het personeel en van de gedetineerden en de bijdrage van de zorgverleners tot de re-integratie van de gedetineerden in de samenleving, behoren tot de medische zorg. Het is de taak van de DGZG om gezondheidszorg aan te bieden die gelijkwaardig is met deze in de vrije samenleving. Deze zorg moet aan de specifieke noden van de gedetineerden zijn aangepast. Zo dienen de gezondheidstoestand en de detentie in overeenstemming te zijn en moeten gedetineerden, indien nodig, naar een ziekenhuis buiten de gevangenis worden overgebracht. Ook voor vrouwelijke gedetineerden, vooral wanneer zij zwanger zijn, personen met een handicap en verslaafden worden specifieke maatregelen genomen. Zorgequipes op de psychiatrische afdelingen van de inrichtingen en de Etablissement de Défense sociale
(Inrichting tot Bescherming van de Maatschappij) in Paifve geven bijzondere aandacht aan gedetineerden met een psychische aandoening (waaronder de geïnterneerden). De rol van een zorgequipe bestaat erin te zorgen voor therapeutische opvang van de gedetineerden en daarbij de deontologische regels in acht te nemen. De equipes bestaan uit een psychiater, een psycholoog, een maatschappelijk werker, een ergotherapeut, een psychiatrisch verpleger, een kinesitherapeut en een opvoeder. Via activiteiten, gesprekken en begeleide uitstappen willen zij de fysieke, psychische en sociale capaciteiten van de patiënt verbeteren en zo een mogelijke re-integratie in de maatschappij of in het externe zorgcircuit vergemakkelijken.
recht op een menswaardig bestaan voor gedetineerden garandeert. De lokale PSD-equipes worden begeleid door directeurspsychologen en sociale inspecteurs en door de centrale PSD die hen ondersteuning biedt op vlak van inhoud en methodologie, logistiek, personeel en opleiding. Binnen de gevangenis verzorgen de lokale PSD-equipes het psychosociaal onthaal van nieuw binnenkomende personen in de gevangenis en de psychosociale begeleiding tijdens de detentie. Zij verstrekken ook professionele informatie aan de directie over de verschillende regimeaspecten en strafuitvoeringsmodaliteiten.
De DGZG is eveneens belast met de drugsproblematiek binnen de gevangenismuren. Het penitentiair bestuur werkt volgens een globale en geïntegreerde aanpak waar preventie, behandeling en repressie naast elkaar bestaan.
Psychosociale dienst De Psychosociale dienst (PSD) is een dienst die uit twee niveaus bestaat. Het DG EPI beschikt zowel over een centrale PSD als over een PSD-equipe in iedere penitentiaire inrichting. Om de gedetineerden te begeleiden bij de strafuitvoering heeft de PSD vanuit wetenschappelijke hoek een adviserende rol. De dienst omkadert en bereidt de gedetineerden voor op hun psychosociale re-integratie en evalueert hun reclasseringsvoorstellen. Bovendien ziet deze dienst erop toe dat de vrijheidsberoving op een manier gebeurt die het
13
Realisaties Operationeel en strategisch Managementplan Het DG EPI draagt via haar managementplan bij tot de realisatie van het geïntegreerde managementplan van de FOD Justitie en het beleidsplan van de minister. Het managementplan als strategisch sturingsinstrument maakt deel uit van een continu leerproces waarbij nog veel ruimte is voor verbetering, maar waar ook al belangrijke resultaten zijn bereikt en ‘good practices’ zijn ontwikkeld. De verdere realisatie van de strategische doelstellingen in 2010 illustreert dit en geeft dit schematisch weer. In 2010 lag de nadruk vooral op de realisatie van projecten die een relevante en belangrijke vooruitgang betekenen en die bijdragen tot een meer performante en kwalitatieve dienstverlening. Enerzijds gingen nieuwe initiatieven van start en anderzijds werd een goede, dagelijkse werking verzekerd. De initiatieven waarvoor de minister en zijn kabinet in de loop van de legislatuur een startschot gaven, werden onderzocht en ofwel ‘on hold’ gezet tot de volgende minister zijn beleidsplan kenbaar maakt, ofwel overgenomen als doelstelling binnen het managementplan. In de toekomst gaat veel aandacht naar de doelstellingen ‘eenduidige, afgestemde kernprocessen’ en ‘duurzame
14
De taartdiagrammen geven de voortgang weer per strategische doelstelling
ontwikkeling’. Voor wat de eerste doelstelling betreft, werd in 2010 reeds de aanzet gegeven tot enkele grote projecten rond Business Process Management (BPM) bij het Veiligheidskorps en de PSD. De tweede doelstelling is pas in 2009 toegevoegd aan het managementplan wat de relatief lage graad van realisatie verklaart. Alle inrichtingen formuleerden in hun operationeel plan, dat nog loopt tot 2012, doelstellingen op maat rond duurzame ontwikkeling.
evaluatie van de gevangenis en het participatieve karakter van het CAF-model, waardoor verschillende personeelsgroepen betrokken zijn bij de evaluatie, een positief effect hadden in de inrichtingen. Dankzij de ervaring van de begeleiders en van de verschillende CAF-groepen zijn de voor- en nadelen voor de werkcontext binnen het gevangeniswezen nu gekend. Op basis van de expertise die zij hebben opgedaan binnen de gevangenissen en tijdens de voortgezette opleiding werden 13 begeleiders aangesteld als CAF-expert.
Common Assessment Framework Om een kwaliteitsvolle dienstverlening te garanderen, is het nodig om de organisatie regelmatig op structurele wijze te evalueren. In een beperkt aantal gevangenissen werd daarom het kwaliteitsmodel CAF, het Common Assessment Framework, ingevoerd om daarna uit te breiden naar de hele organisatie. Het CAF biedt een eenvoudig en praktisch kader aan dat geschikt is voor de zelfevaluatie van overheidsdiensten. Het model bestaat uit negen aspecten die een organisatie in overweging moet nemen bij zelfevaluatie. De sterke en verbeterpunten van de organisatie worden zo in kaart gebracht. Deze oefening leidt tot een reeks van verbeteracties die in de vorm van doelstellingen in de operationele plannen van de gevangenissen worden gerealiseerd. In 2009 is de volledige cyclus van het kwaliteitsmodel in acht gevangenissen doorlopen. Uit deze oefening bleek dat de
Om het CAF-model zo goed mogelijk aan te passen aan de context van het gevangeniswezen ging in september 2010 een tweede fase van start. De CAF-experts werken mee aan de ontwikkeling van een CAF-kwaliteitsmodel dat is afgestemd op de gevangenis. Ook zijn zij betrokken bij de opstart van een CAF-opleiding voor het personeel van het DG EPI. De doelstelling voor 2011 bestaat erin nog meer inrichtingen bij de CAF-oefening te betrekken om hun operationeel plan 2012-2014 uit te werken. Dit is een belangrijke uitdaging die volledig in lijn ligt met de doelstelling van de directeurgeneraal om de kwaliteit van de dienstverlening voortdurend te verbeteren.
Belgische gevangenis in Nederland Sinds half maart 2010 verblijven een 500-tal ‘Belgische’ gedetineerden in de penitentiaire inrichting Tilburg (PIT). Eind 2009 sloten Nederland en België een samenwerkingsakkoord dat vastlegt dat het DG EPI 500 detentieplaatsen huurt in deze gevangenis vlak over de grens in Nederland. De huisvesting van gedetineerden in Nederland is een kortetermijnoplossing om de meest ernstige gevolgen van de overbevolkingsproblematiek op te vangen. Op langere termijn voorziet het ‘Masterplan bis’ extra capaciteit in de eigen Belgische gevangenissen door renovatiewerken, uitbreiding van bestaande capaciteit en de bouw van nieuwe gevangenissen. Selectie van gedetineerden In samenwerking met de regionale directies en de gevangenisdirecteurs selecteerde de directie Detentiebeheer (DDB), die de individuele dossiers van de gedetineerden behandelt, 500 gedetineerden om naar Tilburg over te brengen. In december 2009 maakte de DDB aan de directeurs van de Nederlandstalige en Brusselse inrichtingen een lijst over met de namen van potentiële kandidaten voor Tilburg met de vraag te onderzoeken of de gedetineerde definitief
15
veroordeeld was en aan bepaalde voorwaarden voldeed: >> één of meerdere vrijheidsstraffen opgelegd voor de totale duur van ten minste één jaar in België >> geen Nederlandse nationaliteit en/of ingezetene van Nederland >> geen voorwerp van een aanhoudingsbevel en evenmin gesignaleerd voor strafrechtelijke doeleinden in België De voorkeur ging bovendien uit naar veroordeelden die zo weinig mogelijk terug naar België moesten worden vervoerd (bv. om voor de rechtbank te verschijnen) en met een lage reclasseringsdruk. Aangezien de PIT een antenne is van de strafinrichting van Wortel, werden in eerste instantie veroordeelden uit Nederlandstalige of Brusselse (mits veroordeeld via een Nederlandstalige procedure) inrichtingen geselecteerd. Daarnaast duidde de directie eenmalig een negentigtal veroordeelden aan in de Franstalige inrichtingen. De DDB sloot het luik ‘classificatie in opstartfase’ van het transferplan Tilburg administratief af op 10 maart 2010 en ging dan voort met de gebruikelijke classificatiepraktijk. Op 1 248 behandelde adviezen voor de Nederlandstalige inrichtingen en 268 voor de Franstalige inrichtingen werden meer dan 500 veroordeelden effectief in Tilburg ondergebracht. Een veertigtal extra gedetineerden die ook in aanmerking kwamen voor de PIT, kwamen op een wachtlijst terecht.
16
Dankzij de opvulling van de detentieplaatsen in Tilburg kon de gedetineerdenbevolking beter verdeeld worden onder de Belgische gevangenissen. Tussen de Nederlandstalige inrichtingen werden in de periode van begin februari tot en met 10 maart 2010 148 gedetineerden overgeplaatst naar een andere gevangenis. Samen met de overbrengingen naar Tilburg werden op ongeveer anderhalve maand tijd meer dan 700 gedetineerden overgeplaatst naar een andere inrichting. Het leven in de PI Tilburg Begin februari werden de eerste gedetineerden overgebracht naar Tilburg. Acht weken later werd de kaap van 500 gedetineerden in de PIT bereikt. Een Belgisch directieteam bijgestaan door een kleine Belgische staf vangt de gedetineerden op, terwijl een grote equipe van Nederlands penitentiair personeel instaat voor de bewaking. De inrichting beschikt over acht paviljoenen, werkhuizen, wandelplaatsen, multifunctionele lokalen en uitgebreide sport- en fitnessvoorzieningen. Gedetineerden kunnen verblijven in monocellen, duo’s of kamers voor meerdere personen. In de PIT zijn de Belgische wetgeving en penitentiaire regelgeving van toepassing. Er geldt een regime van beperkte gemeenschap waarbij gedetineerden gedurende een aantal uren per dag kunnen deelnemen aan gemeenschappelijke activiteiten en de rest van de tijd op cel verblijven. Het ministerie van Justitie in Nederland zorgt voor een gevarieerd
aanbod aan onderwijs, werk, sport en cultuur waaruit de gedetineerden kunnen kiezen.
Betere tewerkstelling van gedetineerden Business Process Reengineering De Centrale Dienst van de Regie voor Gevangenisarbeid (CDRGA) staat in voor het aanbod van werk en beroepsopleidingen aan gedetineerden. Om haar werking en organisatie te verbeteren, werd de voorbije twee jaar een Business Process Reengineering (BPR) uitgevoerd. Deze BPR maakte duidelijk dat de CDRGA een klantgerichter en commerciëler beleid moet voeren om zoveel mogelijk gedetineerden op een optimale manier tewerk te stellen. Een herstructurering van de CDRGA was dan ook aan de orde. Met deze BPR wil de CDRGA het aantal tewerkgestelde gedetineerden verhogen en zo de sociale rol van het DG EPI beter vervullen. Gevangenisarbeid helpt gedetineerden immers bij hun re-integratie en laat hen toe om hun burgerlijke partij te betalen en hun gezin financieel te steunen. Ook wil de dienst de rendabiliteit van de werkplaatsen verhogen en de beroepsgerichte opleidingen beter afstemmen op de arbeidsmarkt. Door o.a. het dienstenaanbod uit te breiden, kwaliteitsvollere producten af te leveren en productietermijnen beter na te leven, hoopt zij de dienstverlening naar de aannemers toe te verbeteren. Ten slotte wil de CDRGA het evenwicht van de organisatiestructuur versterken.
Mesoniveau De belangrijkste verandering is de oprichting van een mesoniveau. Momenteel is de CDRGA georganiseerd op twee niveaus: de centrale dienst met kantoren in de gevangenis van Berkendael en de lokale regieën in de gevangenisateliers. Het mesoniveau fungeert als niveau tussen de centrale dienst in Brussel en de gevangenissen. In totaal worden zes mesoniveaus opgericht. Elk mesoniveau is verantwoordelijk voor vijf à zeven gevangenissen en bestaat uit een teamleider, twee technisch-commercieel medewerkers en een administratieve ploeg. Het technischcommerciële team verkent de markt om ondernemers te werven die de gedetineerden kunnen tewerkstellen en stelt de productieplanning voor de gevangenissen op. De administratieve medewerkers superviseren de boekhouding van de werkplaatsen. Dankzij deze mesoniveaus kunnen de leidinggevenden van de lokale regieën zich opnieuw focussen op de levering van afgewerkte kwaliteitsproducten en het halen van productiedeadlines. In september 2010 is de procedure gestart om intern personeelsleden aan te werven voor de zes nieuwe mesodiensten. Het penitentiair complex te Brugge en het Centre pénitentiaire école in Marneffe werden als testsites aangeduid met begin 2011 als startdatum.
Business Process Management van de PSD De Psychosociale dienst (PSD) is een dienst in beweging. Niet alleen kende de dienst de laatste jaren een personeelsuitbreiding, ook haar opdrachten zijn sinds de inwerkingtreding van de wet op de externe rechtspositie geëvolueerd. De druk op de PSD neemt dan ook alsmaar toe. De toepasbare wet- en regelgeving werkt met strikte termijnen en de adviesverlening is onderworpen aan methodologische instructies die op centraal niveau werden opgesteld. De eigenheid van elke inrichting en strafuitvoeringsrechtbank maakt het de dienst bovendien moeilijk om uniform te werken. Een eenduidige en uniforme werking is echter belangrijk want zij maakt vergelijkingen
mogelijk, vereenvoudigt de kwaliteitscontrole en laat toe om vertragende factoren snel op te sporen. In het kader van hun PuMP-opleiding bestudeerden drie medewerkers van het DG EPI de verschillende processen van de PSD, brachten de communicatielijnen in kaart en evalueerden de functie van de PSD-directeur. De directeurgeneraal diende bovendien een aanvraag in bij de organisator van deze opleiding om de dienst grondig door te lichten. Op basis van de verworven informatie werd een Business Process Managementopdracht (BPM) voor de PSD uitgeschreven. Het doel van deze BPM-analyse is om de verschillende procedures en gewoontes die in de
17
gevangenissen bestaan te inventariseren en te visualiseren in modellen. Vervolgens werd nagegaan in hoeverre deze overeenstemden met de bestaande regelgeving en instructies en in welke mate zij beantwoordden aan de behoeften van de verschillende stakeholders. Knelpunten en ‘good practices’ werden daarbij geïdentificeerd. Om gestroomlijnder te kunnen werken, vlotter informatie te kunnen uitwisselen en doorlooptijden te verkorten, worden in een volgende fase de processen van de PSD bijgestuurd. Op basis van een consolidatie van de procedures kunnen knelpunten worden weggewerkt met een efficiëntere werking als resultaat. Een doorgedreven kwaliteits- en beheerscontrole worden zo mogelijk. De input van de lokale PSD-medewerkers en van de lokale gevangenisdirecties is onmisbaar om deze opdracht tot een goed einde te brengen.
Herstructurering van het Veiligheidskorps Op 22 april 2010 bereikten de afgevaardigden van de overheid en de drie representatieve syndicale organisaties een akkoord over de structuur van het Veiligheidskorps. Het protocol van akkoord bevat een reeks voorstellen die een betere rendabiliteit en een meer uniforme werking toelaten en ook een intern administratief beheer en een bredere dienstverlening mogelijk maken. Basisoverlegcomité en kledijcommissie De belangrijkste doelstelling van dit akkoord was de oprichting van zowel een eigen basisoverlegcomité voor het
18
Veiligheidskorps en de Centrale Garage als een eigen kledijcommissie. Door afzonderlijke organen op te richten, los van deze voor de gevangenissen, krijgen belangrijke dossiers de nodige aandacht en kunnen deze op een grondigere manier worden besproken. Het basisoverlegcomité komt om de twee maanden samen en de eerste bijeenkomst vond plaats op 5 juli. De kledijcommissie kwam voor het eerst samen op 9 december. Aanduiding lokale chefs Een andere doelstelling die voortvloeide uit het akkoord was de aanduiding van een lokale chef per zone. Binnen zijn zone is hij de hiërarchische verantwoordelijke van de veiligheidsassistenten. Hij fungeert als intern en extern aanspreekpunt en neemt ook extra logistieke en administratieve taken op zich. Tegelijkertijd blijft hij de taak van veiligheidsassistent op zich nemen onder de verantwoordelijkheid van de politiediensten. De selecties van de lokale chefs vonden plaats in november en december 2010. BPM Om de nieuwe structuur op procesmatig vlak verder uit te werken en om de positie van het Veiligheidskorps binnen het DG EPI en het gerechtelijk apparaat te preciseren, ging in het najaar van 2010 een Business Process Management (BPM) van start. De BPM brengt de bestaande processen in kaart en verbetert deze, waar nodig.
Reorganisatie van de DOGV In 2010 onderging de dienst Ondersteuning, Gebouwen en Veiligheid (DOGV) een reorganisatie en kreeg zij versterking van vier nieuwe medewerkers. De DOGV ondersteunt de gevangenissen bij nieuwbouwprojecten en infrastructuur- en verbouwingswerken. Daarnaast werkt zij concepten uit voor de bouw van nieuwe gevangenissen en volgt zij de bouw op. De DOGV evalueert en behandelt aanvragen voor infrastructuurwerken en werkt hiervoor nauw samen met de Regie der Gebouwen en de CDRGA. Ook buigt zij zich over de veiligheid in de gevangenissen en fungeert als expert op vlak van veiligheidsprocedures en -technieken. Aan de gevangenisdirecties biedt zij ondersteuning bij de uitwerking van toegangsprocedures, perimeterdetectie en andere
veiligheidsvoorzieningen (camera’s, communicatiemiddelen, enz.). De directie van de DOGV ziet erop toe dat de procedures correct worden toegepast en dat incidenten worden onderzocht en opgevolgd. Ook kennen zij aanvragen voor werken in de gevangenissen toe en volgen deze op. Op lokaal niveau werkt een equipe van ingenieurs onder hun leiding. In 2010 traden vier penitentiair bewakingsassistenten ploegchef in dienst om de penitentiair en technisch assistenten te ondersteunen. Samen zijn zij o.a. verantwoordelijk voor de opsporing van gsm’s in cellen (gsm-sweepings) en voor de goede werking van de metaaldetectieportieken (MDP). Zij zorgen ervoor dat de portieken correct zijn afgesteld en beheren de MDP-databank. Daarnaast stellen zij technische lastenboeken op en voeren veiligheidsaudits uit. Ten slotte waken zij over de technische uniformiteit inzake de gebouwen en de veiligheid.
Werkgroep ‘classificatie open inrichtingen’ De regionale directies Noord en Zuid namen met de inrichtingshoofden van de vier open inrichtingen (PLC Ruiselede, PSC Hoogstraten, CPE Marneffe en detentiecentrum in Saint-Hubert) deel aan de werkgroep ‘classificatie van de open inrichtingen’ onder leiding van de directie Detentiebeheer (DDB). Aangezien de gedetineerdenbevolking blijft stijgen, is het belangrijk om optimaal gebruik te maken van de
opvangcapaciteit in een open regime. De directeur-generaal richtte daarom een werkgroep op om nieuwe classificatiecriteria voor de open inrichtingen op te stellen en om de regimes die hier gelden te herdefiniëren. Deze denkoefening past in het kader van de oprichting van de dienst Interne rechtspositie binnen de DDB en de inwerkingtreding van de basiswet. Criteria werden uitgewerkt en een classificatieformulier opgemaakt, wat het onderzoek vergemakkelijkt. De open inrichtingen maakten een folder op om het personeel en de gedetineerden te informeren over de veranderingen. De nieuwe criteria en de procedure die door de werkgroep zijn opgesteld, worden vanaf maart 2011 getest en toegepast in vijf inrichtingen: Antwerpen, Gent, Lantin, Namen en Sint-Gillis.
Doeltreffende ICT-strategie De directie ICT werkte in 2010 intensief aan de uitwerking, communicatie en implementatie van een ICT-strategie voor de gevangenissen. Op basis van het managementplan van de directeur-generaal werden strategische doelstellingen vertaald in concrete operationele acties die de directie wil realiseren. Behalve een ICT-strategie legde de directie ook haar missie en visie vast: ‘De directie ICT ondersteunt de organisatie door een moderne, aangepaste en optimaal presterende informaticaomgeving aan te reiken en wil hierbij de betrouwbare partner zijn om kwalitatieve IT-diensten aan te leveren die afgestemd zijn op de noden van de organisatie. Door klantgericht en projectmatig te werken wil zij de gebruikers tevreden stellen. De
directie ICT wil zich proactief engageren in het verbeteren van de organisatie door te zoeken welke meerwaarde IT-diensten hierbij kunnen betekenen.’
Personeel Nieuwe selectieprocedure voor PBA’s ‘On going’ Met gemiddeld 400 aanwervingen voor het bewakings- en technisch personeel per jaar mag de taak van de directie P&O een uitdaging worden genoemd. Voor bepaalde gevangenissen is het moeilijk om voldoende personeelsleden te vinden, terwijl er voor andere meer dan voldoende kandidaten zijn. Om de aanwerving vlotter te laten verlopen, paste de directie P&O in overleg met Selor de selectieprocedure voor penitentiair bewakingsassistenten aan. Dankzij de nieuwe ‘on going’-selectieprocedure kan de selectie van bewakingspersoneel nu doorlopend worden georganiseerd, terwijl dat voordien slechts eenmaal per jaar was. Personen die als PBA willen werken, kunnen zich voortaan het hele jaar door inschrijven op de website van Selor. Bij hun inschrijving moeten zij aangeven in welke regio(‘s) zij willen werken. Per regio komen de kandidaten op een lijst terecht waarvan de rangschikking bepaald wordt door het tijdstip van inschrijving. Wanneer in een bepaalde regio plaatsen vacant zijn, vindt een selectie voor die regio plaats. Op basis van het aantal beschikbare plaatsen, bepaalt Selor het aantal
19
kandidaten dat voor de selectie wordt uitgenodigd. De kandidaten die het langst zijn ingeschreven, worden als eerste uitgenodigd. De selectie zelf bestaat uit een computerproef. Daarna volgt een intensieve opleiding van een jaar. Instapkaart Om aan de selectie te kunnen deelnemen, dienen de kandidaten te beschikken over een diploma hoger secundair onderwijs. Wie hier niet over beschikt, kan deelnemen aan de instapkaartproef niveau C. Dit is een getuigschrift van competenties verworven buiten het diploma, dat aantoont dat men kan functioneren op het niveau van hoger secundair onderwijs. Deze instapkaart niveau C blijft geldig voor een periode van vijf jaar en de instapkaartproef wordt jaarlijks door Selor georganiseerd.
Arbeidsreglement voor gevangenissen Het DG EPI beschikt sinds 28 april 2010 over een uniform arbeidsreglement voor de gevangenissen. Het arbeidsreglement pakt de essentiële punten aan en bevat duidelijke richtlijnen en doelstellingen. Het is een van de fundamenten voor een efficiënt en modern P&O-beleid. Naar analogie met de privésector is een arbeidsreglement sinds begin jaren 2000 ook vereist voor overheidsdiensten. De voorbije jaren werden binnen verschillende entiteiten van de FOD Justitie arbeidsreglementen ingevoerd en nu dus ook voor de penitentiaire inrichtingen.
20
In 2008 formuleerden de representatieve vakorganisaties een globale eisenbundel. Op 14 mei 2009 volgde een akkoord over het arbeidsreglement (protocol 341). Enkele thema’s, zoals inhaalrust en recuperatie van overuren, bleven echter voorwerp van discussie. Ook over deze thema’s werd overeenstemming gevonden en met het akkoord van 28 april 2010 werden de onderhandelde oplossingen vastgelegd in het protocol 354. Een gevangenis is een bijzondere werkomgeving met eigen noden. Het doel van het nieuwe arbeidsreglement is om de regels en de basisprincipes die gelden in de inrichtingen te uniformiseren.
Protocol 351 versterkt sociale dialoog en conflictbeheersing Op 19 april 2010 ondertekende het Comité A, het overkoepelende overlegorgaan voor alle Belgische overheden, een protocolakkoord over de versterking van de sociale dialoog en de conflictbeheersing in de publieke sector. De minister van Justitie nam het initiatief om ook voor de gevangenissen een gelijkaardig protocol te sluiten. Duidelijke afspraken werden vastgelegd om de sociale dialoog te bevorderen en zo tot een aanvaardbare consensus te komen voor alle betrokken partijen. Een constructieve sociale dialoog is immers belangrijk voor een modern personeelsbeleid en een gezond sociaal klimaat. Het akkoord stelt o.a. dat per representatieve vakorganisatie en binnen de regionale directie twee medewerkers per taalrol
worden aangesteld als aanspreekpunt, een zogenaamde SPOC (Single Point of Contact). Op deze manier kunnen eventuele problemen sneller worden opgepikt en aangepakt. Ook wordt een duidelijke procedure bij de aankondiging van stakingen in het akkoord vastgelegd. De overheid engageert zich om problemen die de vakbonden signaleren en de initiatieven die zij aanbrengen binnen de 30 dagen te bespreken in het bevoegde onderhandelingscomité. In ruil zullen de vakbonden tenminste zeven dagen vooraf een stakingsaanzegging indienen. Het akkoord introduceert bovendien een sociaal bemiddelaar die de overheid en de vakbonden kunnen inschakelen bij een conflict. Deze bemiddelaars oefenen hun opdracht uit op onafhankelijke wijze en worden gekozen uit personen die voldoende vertrouwd zijn met de openbare sector.
HappyPeople@EPI Omdat het DG EPI veel belang hecht aan de tevredenheid van haar personeel en om beter te kunnen inspelen op de noden van haar medewerkers, vond in maart 2010 een tevredenheidsenquête plaats in de gevangenissen, het Veiligheidskorps, de centrale garage, de opleidingscentra en de CDRGA. Het personeel van het centrale bestuur werd reeds in 2008 bevraagd. De enquête kreeg de naam HappyPeople@EPI en verliep in samenwerking met de FOD P&O en een externe firma die de resultaten verzamelden en analyseerden. Aangezien niet alle
personeelsleden van het bewakings- en technisch personeel over een computer beschikken en om toch iedereen de kans te geven zijn of haar mening te geven, kon het personeel de enquête zowel online als op papier invullen. In totaal nam 25% van het personeel deel. De globale participatiegraad was dus eerder laag. De enquête maakte duidelijk dat het personeel het minst tevreden is over communicatie en organisatiecultuur. Jobinhoud scoorde wel zeer goed.
het verzekeren van politie bij hoven en rechtbanken in het Justitiepaleis. Het Brussels personeelsbestand van het Veiligheidskorps is de voorbije twee jaar sterk gedaald. Dit personeelstekort kon niet worden opgevangen door de politiediensten, die zelf over onvoldoende personeel beschikken. Om dit probleem aan te pakken, besliste de regering in april 2010 om bijkomend budget toe te kennen aan het Veiligheidskorps. Nog diezelfde maand lanceerde Selor een aanwervingsexamen om nieuwe veiligheidsassistenten in dienst te nemen. Op 1 oktober vingen een 50-tal laureaten hun basisopleiding aan, die gegeven werd door de instructeurs van het Veiligheidskorps zelf.
Telewerk bij de directie Detentiebeheer
Veiligheidskorps breidt uit In oktober 2010 traden een 50-tal nieuwe veiligheidsassistenten in dienst bij het Veiligheidskorps, dat zijn personeel ter beschikking stelt aan de politiediensten. In Brussel ondersteunt het korps twee politiezones: de zone Brussel-Zuid voor de overbrenging van gedetineerden vanuit de Brusselse inrichtingen en de zone Brussel-Hoofdstad voor
Telewerk is populair en meer en meer bedrijven bieden hun werknemers dan ook de kans om van thuis uit te werken. Ook binnen de FOD Justitie werd een pilootproject rond telewerk ingevoerd. In de loop van februari 2010 startte de FOD Personeel en Organisatie binnen de FOD Justitie met een proefproject telewerk. Diverse diensten stelden zich kandidaat om hieraan deel te nemen. Uiteindelijk werden een dertigtal medewerkers uit verschillende directies en entiteiten geselecteerd om één dag per week van thuis uit te werken. Vier medewerkers van de directie Detentiebeheer (DDB) van het DG EPI waren bij de geselecteerden.
slag konden gaan. De directie ICT zorgde ervoor dat zij toegang hadden tot het netwerk van de organisatie en gaf hen een gsm en het nodige informaticamateriaal. Ondanks enkele technische moeilijkheden in de beginfase, verliep op organisatorisch en inhoudelijk vlak alles vlot. De telewerkers waren enthousiast en het project was een succes. Uit een bevraging bleek dat zij thuis meer gemotiveerd waren om het werk aan te vatten en ook minder stress ervaarden. Ook de grotere zelfstandigheid en het vertrouwen van het diensthoofd in hen haalden zij als positieve punten aan. Daarnaast konden zij de tijd die zij spaarden door niet van en naar het werk te moeten reizen op een meer zinvolle manier gebruiken, met een beter evenwicht tussen werk- en privéleven als resultaat. Ten slotte werd de bijdrage tot het milieu (door geen transport te gebruiken) als voordeel aangehaald. Enkel het mindere sociale contact met collega’s, een lagere betrokkenheid op de werkvloer en de voorbereidingstijd om van thuis uit te kunnen werken, merkten zij als minpunten op. Binnen de DDB werd het proefproject regelmatig geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd. De DDB maakte haar opmerkingen en aanbevelingen over aan de projectverantwoordelijke van de FOD P&O.
Onder leiding van het diensthoofd van de DDB werd alles voorbereid zodat de vier proefpersonen van thuis uit aan de
21
Duidelijke instructies rond kledijverstrekking
Aangepaste kledij voor specifieke werkposten
Veilig werken op elektrische installaties
In 2010 werkte de afdeling Aankopen de verschillende modaliteiten van de kledijverstrekking aan het bewakings- en technisch personeel uit en legde deze vast in de collectieve brief (CB) nr. 100. Deze CB geeft uitvoering aan het ministerieel besluit van 28 oktober 2009 dat de reglementering rond de uitrusting en het materieel van de penitentiair bewakingsassistenten en veiligheidsassistenten bevat. De uitbreiding van de kledijartikelen en een aanpassing van de puntenwaarde van elk artikel in verhouding tot de reële marktprijzen waren daarin de belangrijkste punten.
Om ervoor te zorgen dat het personeel in de gevangenissen over aangepaste kledij beschikt om zijn of haar taken op een veilige en correcte manier te kunnen uitvoeren, lanceerde de afdeling Aankopen in 2010 twee overheidsopdrachten: een huurmarkt voor de werkkledij van het keukenpersoneel en de verplegers en de aankoop van persoonlijke beschermingsmiddelen en werkkledij voor alle specifieke werkposten binnen de organisatie. Om de veiligheid in de gevangenissen te verhogen, werd ook een overheidsopdracht gelanceerd voor de aankoop van interventiemateriaal.
Om het welzijn op de werkvloer te verbeteren en een correcte toepassing van het arbeidswetgeving te verzekeren, sloten de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (WASO) en de FOD Justitie op 4 december 2009 een samenwerkingsakkoord. Dit akkoord legt vast dat de FOD WASO intensief ondersteuning biedt op vlak van welzijn op het werk en helpt wanneer zich problemen voordoen bij de toepassing van de wetgeving. Het DG EPI kon als eerste genieten van de voordelen van deze samenwerking. In een eerste fase lag de focus op veilig werken met elektrische installaties. Later kunnen nog andere technologiedomeinen aan bod komen.
De CB bevat alle instructies over de eerste uitrusting bij indiensttreding en de jaarlijkse vernieuwing van de kledij. De brief legt vast dat veiligheids- en penitentiair bewakingsassistenten die in dienst treden en hun basisopleiding starten in het OCPP Brugge of het CFPP Marneffe, meteen een volledige basisuitzet (behalve kledij op maat) ontvangen en legt uit hoe het gevangenispersoneel deze kledij moet bestellen. Ook de werking van het puntensysteem om jaarlijks de kledij te vernieuwen, wordt beschreven. Daarnaast bevat de brief ook alle instructies rond keuring, levering en facturering van goederen en bakent de taken en verantwoordelijkheden af van de gevangenisdirectie, van de kledijverantwoordelijke/rekenplichtige en van het personeelslid dat de kledij ontvangt.
Samen met de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk en de DGZG bepaalde de afdeling Aankopen de behoeften binnen de gevangenissen en voerden zij een grondig marktonderzoek uit. Beide opdrachten worden in 2011 afgerond.
In het najaar van 2010 organiseerde de afdeling Aankopen een infodag om de collectieve brief toe te lichten aan de kledijverantwoordelijken binnen de gevangenissen.
22
Aangepaste schoenen voor penitentiair personeel
De FOD WASO werkte een opleiding ‘veiligheid op elektrische installaties’ uit volgens het train-the-trainer principe met als doel een aantal personeelsleden van de gevangenissen op te leiden tot interne trainer. In december 2010 namen acht leden van het technisch personeel deel aan deze opleiding. De FOD WASO begeleidt hen en staat in voor hun permanente opleiding.
De afdeling Aankopen werkte een nieuw systeem van schoenbons uit dat in de inrichtingen werd ingevoerd. Personeelsleden die omwille van hun voetcomfort andere schoenen wensen dan deze aangeboden in de uniformuitzet kunnen die nu aankopen in een winkel naar keuze. Specifieke instructies voor de verdeling, het gebruik, de betaling, de terugvordering, de registratie en de controle werden opgesteld en verspreid aan de gevangenissen.
De interne trainers kunnen andere personeelsleden die aan een elektrische installatie moeten werken op hun beurt opleiding geven over de risico’s die hieraan verbonden zijn. Deze opleidingen vinden in de gevangenissen zelf plaats. Het is immers de plicht van het DG EPI als werkgever om ervoor te zorgen dat alle personeelsleden een goede opleiding krijgen die bovendien specifiek is voor hun werkplaats en functie. Met deze opleidingen zet het departement een belangrijke
stap vooruit om de werking van de gevangenissen af te stemmen op de regelgeving over welzijn op het werk.
Beter gezondheidstoezicht Om het gezondheidstoezicht van het gevangenispersoneel te verbeteren, werd de samenwerking tussen het DG EPI, de arbeidsgeneesheer en de preventieadviseur op punt gesteld.
samen om hun werkwijzen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Voorafgaand aan de ICPA-conferentie in oktober organiseerde het DG EPI bovendien een pre-conferentie die volledig was gewijd aan e-learning en knowledge management. Professionals van over de hele wereld namen deel aan de workshops en belichtten het thema vanuit verschillende invalshoeken.
Overdracht van betalingen naar CDVU Aangezien werken in een gevangenis een extra gezondheidsrisico inhoudt, is het belangrijk dat kandidaatpersoneelsleden vóór hun indiensttreding medisch onderzocht worden en dat ook tijdens hun loopbaan in het gevangenismilieu extra aandacht wordt besteed aan hun gezondheid. De organisatie van de medische onderzoeken kende in het verleden echter enkele problemen, wat het werk van de arbeidsgeneesheren bemoeilijkte. Sinds 2010 regelt een officiële en algemene procedure de organisatie van het gezondheidstoezicht in alle gevangenissen.
E-learning voor personeel De directie ICT onderzocht in 2010 de mogelijkheden om e-learning voor het gevangenispersoneel mogelijk te maken. Zij koos voor de open source software Moodle en paste deze aan de noden van het gevangeniswezen aan. Verder sloot het DG EPI zich aan bij de Europese werkgroep LICOS, die werd opgericht om e-learning binnen een penitentiaire context op Europees niveau te dragen. De deelnemende landen wisselen ‘best practices’ uit en werken
Om de reglementering over toelagen en premies correct toe te passen en de politiek van een modern financieel beheer van de stafdienst BB&L te volgen, droeg het DG EPI reeds in 2009 de betaling van een aantal toelagen over aan de CDVU (Centrale Dienst der Vaste Uitgaven). In het najaar van 2010 werden ook de uitbetalingen van de vervoerskosten aan hen overgedragen. Het gaat om: >> fietsvergoeding >> vergoeding voor het gebruik van een persoonlijk voertuig >> terugbetaling vervoersbewijzen woon-werkverkeer Voor elk van deze vergoedingen moeten de inrichtingen maandelijks een lijst overmaken aan de CDVU met de gegevens van de personen die in aanmerking komen voor deze vergoedingen. Daarnaast maken zij een nominatieve lijst van de geleverde prestaties per datum over aan de directie P&O. Zij maakt de informatie op haar beurt over aan het management van het DG EPI en aan de stafdiensten P&O en BB&L. Eind september 2010 nodigde de directie P&O de personeelsleden die het woon-werkverkeer beheren uit voor
een infosessie. Zij kregen uitleg over hoe zij de lijsten moeten invullen en welke procedure zij moeten volgen. De automatische, maandelijkse betaling garandeert in de eerste plaats een betere dienstverlening aan het personeel. Zij maakt een betere kwaliteitsbewaking mogelijk, waardoor onregelmatigheden of behoeften sneller worden opgemerkt. De directie P&O zorgt voor een permanente monitoring en geeft feedback aan de gevangenissen. Aangezien de communicatie tussen hoofdbestuur en gevangenissen vlotter verloopt, kan zij proactiever handelen. Op termijn zal dit leiden tot een goede procesbewaking en tot snelle reacties op interne en externe audits.
Gerechtelijke procedures De juristen van de dienst Juridische en Conceptuele Ondersteuning behandelden in 2010 meer dan 200 gerechtelijke procedures, wat een recordaantal is. Enerzijds ging het om een 80-tal procedures voor de burgerlijke rechtbanken en anderzijds om een 120-tal procedures voor de Raad van State. In de meeste gevallen won de gevangenisadministratie de zaak. Bij procedures voor de burgerlijke rechtbanken bezorgt de behandelende jurist de nodige informatie aan een advocaat, waarna zij samen de conclusies opstellen. Het is de advocaat die de zaak pleit. Voor procedures voor de Raad van State verdedigt de jurist zelf het dossier en wordt dus (in principe) geen advocaat aangesteld. In 2010 legde een ministerieel besluit deze werkwijze officieel vast. Behalve een financiële
23
besparing, betekent de persoonlijke aanwezigheid van juristen van de dienst op de zitting van de Raad van State dat het DG EPI zich rechtstreeks kan uitspreken over zaken die de penitentiaire realiteit aanbelangen. Bovendien laat het toe om de redevoering tijdens de zitting te analyseren en er lessen uit te trekken. Nuttige aanbevelingen kunnen worden geformuleerd om zo tot een betere werkwijze te komen. In 2010 startten 18 gedetineerden een procedure om hun overbrenging naar de PI Tilburg ongedaan te laten maken door de rechter. Alle rechtbanken spraken zich uit in het voordeel van de gevangenisadministratie.
Gedetineerden Verdere inwerkingtreding van de basiswet In 2010 zette de dienst Juridische en Conceptuele Ondersteuning de nodige stappen om de basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van gedetineerden verder in werking te laten treden. Deze wet omschrijft de rechten en plichten van gedetineerden en bepaalt de basisbeginselen voor de detentie en de organisatie van het gevangeniswezen. Om de basiswet beter af te stemmen op de praktijk van het terrein, werd zij op een aantal punten gewijzigd. De voornaamste veranderingen gaan over de tuchtprocedure. De wijzigingen werden op 6 april 2010 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Verder redigeerde de dienst een aantal ontwerpen van koninklijk besluit die aan bepaalde artikelen van de basiswet uitvoering moeten geven en bezorgde deze voor advies aan
24
de Raad van State. Belangrijke delen van de basiswet zullen hierdoor in 2011 in werking kunnen treden. Het gaat voornamelijk om bepalingen over onthaal, materiële levensvoorwaarden, contacten met de buitenwereld en het tuchtregime. Ten slotte werden de huishoudelijke reglementen van de gevangenissen gefinaliseerd. Het huishoudelijk reglement bestaat uit een algemeen gedeelte met regels die in alle gevangenissen van toepassing zijn en een specifiek gedeelte met lokale regels eigen aan elke gevangenis. De dienst Juridische en Conceptuele Ondersteuning stelde in overleg met de regionale directies het algemeen gedeelte op en paste het aan op basis van de opmerkingen van het terrein. De huishoudelijke reglementen zullen, waar nodig, in overeenstemming worden gebracht met de adviezen van de Raad van State en zullen samen met bovenvermelde bepalingen van de basiswet in 2011 in werking treden.
Vlaams Strategisch Plan voor Hulp- en Dienstverlening aan gedetineerden bestaat 10 jaar In 2010 bestond het Strategisch Plan voor Hulp- en Dienstverlening aan gedetineerden 10 jaar. Het DG EPI kan terugblikken op een succesvolle samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap om in de Nederlandstalige gevangenissen het aanbod aan hulpverlening, onderwijs, arbeidstoeleiding, sport, cultuur en gezondheidszorg voor gedetineerden maximaal uit te bouwen. De optimalisering van de implementatie van het Strategisch Plan blijft een
aandachtspunt van de bovenlokale werkgroep ‘Strategisch Plan’, waar vertegenwoordigers van de centrale PSD, de DGZG en de regionale directie overleggen met de collega’s van de administratie Welzijn en Samenleving. Tijdens de ICPA-conferentie in Gent stelden medewerkers van het DG EPI en de Vlaamse Gemeenschap dit samenwerkingsmodel voor aan hun internationale collega’s. Naast de gemeenschappelijke missie kwamen ook de meerwaarde van de samenwerking, de gerealiseerde projecten en de aandachtspunten voor de toekomst aan bod.
E-learning voor gedetineerden Het DG EPI heeft in 2010 verder geïnvesteerd om e-learning voor gedetineerden mogelijk te maken. E-learning staat voor interactief leren door gebruik te maken van een computer en maakt plaats- en tijdsonafhankelijk onderwijs mogelijk, wat een groot voordeel is binnen een gevangeniscontext. In twee gevangenissen lopen momenteel projecten die gedetineerden toelaten om via speciale software cursussen te volgen via de computer. Het project e-learning ging reeds in 2009 van start in het PLC in Ruiselede. Om het aanbod webcursussen van de VDAB maximaal ter beschikking te stellen aan gedetineerden paste de directie ICT de software van de VDAB aan een detentieomgeving aan. De regionale en lokale directie, de directie ICT, de lokale VDAB en de betrokken Vlaamse diensten op lokaal en bovenlokaal niveau werkten samen het project uit en volgden het op.
Na een testperiode van meer dan een jaar vond in september 2010 een evaluatie van het project plaats. Daaruit bleek dat e-learning een reële meerwaarde betekent voor de gedetineerden, vooral op vlak van inhoud en variatie van de lessenpakketten, de toegankelijkheid van onderwijs, enz. Ook de samenwerking tussen de verschillende partners werd als positief ervaren. De evaluatie bracht verschillende aandachtspunten aan het licht, waarmee rekening wordt gehouden. Gelet op het succes van het e-learningproject in het PLC Ruiselede, zijn ook de gevangenissen van Ieper en Nijvel met gelijkaardige projecten gestart. In de gevangenis van Ieper, waar het project verliep in samenwerking met de Hogeschool van Kortrijk, de Universiteit van Leuven en de organisatie Webros, werd het project ‘on hold’ gezet omwille van technische redenen. De gevangenis van Nijvel werkte eveneens een project uit in samenwerking met Forem en met de Franse Gemeenschap. De directie ICT stelde een planning op voor de verdere uitrol naar de andere gevangenissen zodat ook zij op termijn van deze toepassing gebruik kunnen maken.
‘Best Desktop Virtualization Project’ award Op het VMWorld Europe 2010 congres, het jaarlijkse gebruikersevenement van virtualisatieleverancier VMware, in Kopenhagen mocht de directie ICT op 13 oktober de ‘Best Desktop Virtualization Project’ award in ontvangst nemen voor het concept van een gevirtualiseerde desktopomgeving voor gedetineerden. Het DG EPI is ervan overtuigd dat de uitbouw van een moderne ICT-omgeving voor gedetineerden een meerwaarde kan betekenen voor hun individuele ondersteuning en voor de algemene werking van de inrichting. De directie ICT wil op termijn aan elke gedetineerde een gevirtualiseerde desktop aanbieden. Elke gedetineerde zou een scherm en toetsenbord krijgen, terwijl de desktop zelf op een centrale server draait en via moderne technologie naar de klant wordt gestuurd. De gedetineerde zal dan gebruik kunnen maken van verschillende diensten die centraal via het netwerk beschikbaar worden gesteld. Gedetineerden kunnen dan bijvoorbeeld het menu raadplegen, boeken lenen, zoeken naar vacatures en gebruik maken van e-learning. Deze nieuwe infrastructuur zorgt ervoor dat de activiteiten flexibeler kunnen worden georganiseerd en maakt het mogelijk om diensten op maat van de gedetineerde aan te bieden. Door te werken met één centrale server zal informatie sneller en meer gedetailleerd uitgewisseld kunnen worden en zal de directie ICT alle acties kunnen controleren, wat de veiligheid ten goede komt. Bovendien levert de
automatisering van verschillende diensten een financiële besparing op. De gevangenis van Hasselt zal als testsite dienen voor de uitwerking en concretisering van het project. In een eerste fase zal in een klasomgeving voor 10 gedetineerden een gevirtualiseerde desktopomgeving met e-learningmogelijkheden worden uitgebouwd.
Betere medische opvolging van gedetineerden Sinds de ingebruikname van de software Epicure in 1999 legt de medische dienst van elke binnenkomende gedetineerde een elektronisch medisch dossier (EMD) aan dat toegankelijk is voor de zorgverleners in de gevangenis. Het dossier bevat zowel de bevindingen van de artsen, tandartsen, verpleegkundigen en kinesitherapeuten als de resultaten van medische onderzoeken. Bij de overbrenging van een gedetineerde naar een andere gevangenis, wordt het EMD onder gecodeerde vorm elektronisch verstuurd naar die gevangenis en ter beschikking gesteld van de zorgverleners ter plekke. Naast het EMD biedt Epicure aan artsen de mogelijkheid om geneesmiddelen elektronisch voor te schrijven. Deze elektronische voorschriften worden overgemaakt aan de lokale apotheek, die deze gebruikt als basisinformatie om de geneesmiddelen te leveren. Ten slotte bevat Epicure een uniform tariferingssysteem dat toelaat de honoraria van de zelfstandige zorgverleners elektronisch te factureren.
25
Door intensief gebruik door de jaren heen kon het systeem de enorme hoeveelheid aan gegevens echter niet meer dragen. Het EMD voldeed bovendien niet langer aan de normen van Volksgezondheid. In 2009 bepaalde de Penitentiaire Gezondheidsraad wat nodig was om de medische opvolging van gedetineerden zo goed mogelijk te verzekeren. Ter vervanging van het oude systeem kozen zij in 2010 voor een centrale server die via een webapplicatie toegankelijk is voor de zorgverleners van de verschillende gevangenissen. Na een behoeftenanalyse ging de programmering van start in augustus 2010. De eerste testen zijn voorzien voor maart 2011 en de definitieve start staat gepland voor juni 2011.
Interventiebeleid in de gevangenissen In 2010 nam de regionale directie deel aan verschillende vergaderingen van een stuurgroep die instaat voor de coördinatie van het interventiebeleid in de gevangenissen. Deze stuurgroep werd opgericht in het kader van een samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie. Verschillende personeelsleden van de gevangenissen waren daarnaast lid van werkgroepen waarin thema’s als (geestelijke) gezondheid, druggebruik, informatie, onderwijs en verlaten van de gevangenis werden besproken. Aanbevelingen werden uitgewerkt om de tussenkomst van de gemeenschappen en gewesten in de gevangenissen te
26
verbeteren. Deze zullen worden voorgesteld op een interministeriële conferentie.
de voorwaarden. Ook in geval van een nieuwe, definitieve veroordeling onderzoekt de DDB voor alle toegekende VLV’s of een herroeping nodig is.
LP/VLV Manager Sinds begin 2010 beschikt de directie Detentiebeheer (DDB) met de ‘LP/VLV Manager’ over een informaticatoepassing om de beslissingen te registreren die werden genomen in het kader van de follow-up van gedetineerden die voorlopig in vrijheid worden gesteld. Door voorlopige invrijheidstelling (VLV) toe te kennen wil het DG EPI de overbevolking in de gevangenissen tegengaan en zo de leef- en werksituatie van gedetineerden en personeel verbeteren. Enkel gedetineerden met een hoofdgevangenisstraf van maximum drie jaar kunnen voorwaardelijk worden vrijgesteld. Het effectieve straftotaal, de aard van de gepleegde feiten en de verblijfstitel van de veroordeelde bepalen de procedure die moet worden gevolgd. Normaal gezien beslist de gevangenisdirecteur over de toekenning van de VLV. Voor veroordeelden met een hoofdgevangenisstraf van minimum één en maximum drie jaar wegens zedenfeiten tegenover minderjarigen neemt de DDB echter de beslissing. De voorlopige invrijheidstellingen worden opgevolgd aan de hand van periodieke begeleidingsverslagen van de justitieassistent. Bij schending van de voorwaarden kan de DDB overgaan tot een aanpassing van de voorwaarden, een berisping, een verderzetting van de voorlopige invrijheidstelling of een herroeping wegens niet-naleving van
Om een duidelijk beeld te krijgen van het aantal en de inhoud van de beslissingen over de opvolging van de voorlopige invrijheidstelling en om de werklast die hiermee gepaard gaat te kunnen meten, is het noodzakelijk om deze gegevens te registeren. In afwachting van de modernisatie van SIDISGriffie, de databank om de bewegingen en detentiedossiers van de gedetineerden digitaal te beheren, ontwikkelden de directie ICT en de cel Data-analyse begin 2010 de informaticatoepassing ‘LP/VLV Manager’. Gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid van de toepassing waren daarbij belangrijke criteria. Dit programma maakt een efficiënte registratie van beslissingen over de opvolging van de voorlopig vrijgestelden mogelijk. Alle personeelsleden van de DDB hebben via de webbrowser toegang tot de applicatie.
GEVANGENISSEN Andenne Antwerpen Arlon Berkendael Brugge GFC Everberg Dendermonde Dinant Forest / Vorst Gent Hasselt Hasselt Nieuw Hoofdbestuur Hoogstraten Hospitaal/Hôpital Huy Ieper Incident Vrijheid Ittre Jamioulx Lantin Leuven Centraal Leuven Hulp Marneffe Mechelen Merksplas Mons Mons EDS Namur Nivelles Oudenaarde Paifve Provoost / Prison militaire Ruiselede St. Andries St. Gillis / St. Gilles St. Hubert Tongeren Tongeren Nieuw Tournai Tournai EDS Transfer Turnhout Verviers Vrijheid Wortel TOTAAL
REACTIES Verderzetting VLV
Berisping
Aanpassing voorwaarden
TOTAAL
0 1 0 0 6 0 0 0 0 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 0 17
0 0 0 0 6 0 2 0 0 2 0 0 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 0 1 0 0 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 0 0 0 1 20
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Herroeping Niet-naleving voorwaarden Aanpassing voorwaarden 0 1 0 43 0 6 0 1 9 13 0 0 0 12 0 5 0 22 2 17 0 0 4 22 0 0 0 0 0 0 0 3 1 9 0 0 0 0 0 39 0 65 1 10 1 10 0 0 0 6 1 14 4 12 0 0 0 11 2 13 0 4 0 0 0 0 0 1 0 0 0 82 2 33 0 0 0 0 1 5 0 0 0 0 2 9 0 22 0 0 2 23 32 513
Niet-herroeping
Geen beslissing
2 9 4 0 9 0 3 3 4 5 0 4 0 0 0 4 0 0 0 45 49 4 1 2 3 7 6 0 11 4 2 0 0 0 0 13 13 0 0 15 0 0 7 24 0 4 257
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
3 53 10 1 43 0 17 8 26 28 0 30 0 0 0 7 13 0 0 85 114 16 12 3 10 24 24 0 22 19 6 0 0 1 0 95 52 0 0 22 0 0 19 46 0 30 839
27
Scanningsproject In 2010 introduceerde de CDRGA een nieuw soort gevangenisarbeid in de ateliers van de gevangenissen van Andenne en Hasselt: scannen van documenten (foto’s, dia’s, prentkaarten, negatieven, enz.). Dit scanningsproject is het resultaat van een partnerschap die in de loop van 2009 is gesloten tussen de CDRGA, Sun Microsystems en Atos Origin. Deze samenwerking kwam tot stand in het kader van een grote overheidsopdracht over de digitalisering van het archief van het wetenschapsbeleid (POD Wetenschapsbeleid), waarnaar de CDRGA nog steeds meedingt. Scannen is een eenvoudig werk dat zowel gedetineerden als technici gemakkelijk kunnen uitvoeren. Bovendien gaat het om een technologische en moderne activiteit, wat het imago van gevangenisarbeid ten goede komt en veel toekomstperspectieven biedt. De CDRGA wilde daarom een scanwerkplaats oprichten en scandiensten introduceren in de gevangenissen. Na goedkeuring door de beheerscommissie werden de gevangenissen van Andenne en Hasselt als testsites gekozen. In een eerste fase stuurde de CDRGA in april 2010 brieven naar culturele instellingen nabij Andenne en Hasselt om hen kennis te laten maken met hun scandiensten. Bij wijze van test konden deze instellingen gratis een aantal documenten laten scannen. De brieven lokten heel wat positieve reacties uit en de eerste afspraken vonden eind april plaats.
28
Tarief Twee soorten tarieven worden aangeboden: een tarief per uur en een tarief per stuk. Het arbeidsloon, de kwaliteitscontrole, de schoonmaak van de te scannen stukken vóór het scannen, het materiaal, de vervoerskosten tussen de instelling en de gevangenis en de dvd-r’s waarop de gescande stukken staan, zijn hierin inbegrepen. Elk stuk wordt in TIFF- en JPEG- formaat gescand, maar op verzoek kan zowel dit formaat als de resolutie worden aangepast. Technisch aspect De CDRGA bestelde zowel voor de ateliers van Andenne en Hasselt twee professionele scanners en huurde containers waarin de gedetineerden het scanwerk kunnen uitvoeren.
twee scansites. Op langere termijn worden ook de openbare diensten en de non-profitsector gecontacteerd. Ook de bedrijfssector zal niet worden vergeten.
Samenwerkingsovereenkomst tussen CDRGA en beschutte werkplaatsen De vzw Vlaamse Federatie van Beschutte Werkplaatsen (VLAB), de Brusselse Federatie van Beschutte Werkplaatsen (FEBRAP) en de vzw Entente Wallonne des Entreprises de Travail Adapté (EWETA) zijn de drie werkgeversorganisaties van beschutte werkplaatsen (BW’s). Zij willen de werkgelegenheid voor personen met een handicap bevorderen om hun maatschappelijke integratie en levensstructuur te verbeteren. Deze verenigingen verdedigen hun belangen op politiek, juridisch, economisch en sociaal vlak.
Opleiding In elke werkplaats selecteerden de leidinggevenden vier gedetineerden om documenten te scannen. Zowel het personeel als de gedetineerden kregen een opleiding opdat zij het materiaal optimaal kunnen gebruiken en kwaliteitswerk kunnen afleveren.
Het werk van de gedetineerden in de werkplaatsen van de CDRGA en het werk van de personen met een handicap in de beschutte werkplaatsen is voor beide groepen een belangrijke factor voor hun (re-)integratie in de maatschappij. Dit betekent dat de beschutte werkplaatsen en de CDRGA dan ook vaak concurrenten zijn op dezelfde markten. Vooral eenvoudige arbeid is bij beide erg in trek.
Toekomst De CDRGA wil haar scanactiviteiten verder ontwikkelen en zo een maximaal aantal gedetineerden aan het werk zetten. Na de culturele instellingen richt zij haar pijlen op de gemeenten en stuurt zij een mailing naar de buurtgemeenten van de
Om concurrentie te vermijden en om transparant samen te werken op bepaalde markten besloten de BW’s en de CDRGA hun krachten te bundelen. Na afloop van de vergaderingen tussen de voorzitters van de drie werkgeversorganisaties van beschutte werkplaatsen, de CDRGA en vertegenwoordigers
van de gevangenissen werd een samenwerkingsovereenkomst tussen de beschutte werkplaatsen en de CDRGA opgesteld. Op termijn zullen zij ook een procedure uitwerken om geschillen op te lossen. Jaarlijks zullen twee vergaderingen plaatsvinden tussen de betrokken partijen om de naleving en de toepassing van de overeenkomst te evalueren en om eventuele problemen te bespreken. Zowel de werkgeversorganisaties van de beschutte werkplaatsen als de CDRGA zouden in de toekomst nog een stap verder willen gaan en overwegen een samenwerking tussen de commerciële diensten van de verschillende entiteiten.
Infrastructuur en Materiaal
voorwaarde voor een efficiënte werking van de ganse organisatie.
GSM-sweepings WAN Binnen de DOGV bestaat sinds 2010 een nieuw team dat in de gevangenissen gsm-sweepings uitvoert om verboden gsm’s op te sporen. In de gevangenissen mogen de gedetineerden immers geen gsm’s bezitten (of gebruiken) en het gevangenispersoneel voert dan ook regelmatig celfouilles uit ter controle. Het nieuwe team ondersteunt het gevangenispersoneel hierbij. Dit team beschikt over de nodige gespecialiseerde apparatuur om gsm’s op te sporen, wat het voor het gevangenispersoneel gemakkelijker maakt om deze terug te vinden tijdens celfouilles. Na een sweeping wordt een verslag opgesteld dat niet alleen de nodige gegevens en resultaten van de sweeping bevat, maar ook technische aanbevelingen die de veiligheid in de inrichting kunnen verbeteren. Jaarlijks zal het team in iedere inrichting twee tot vier sweepings uitvoeren. Voor grotere inrichtingen kan dit aantal hoger liggen.
Sneller en performanter netwerk In een aantal grote gevangenissen voerde de directie ICT in 2010 een upgrade van het computernetwerk uit. Zowel het Wide Area Netwerk (WAN) als het Local Area Netwerk (LAN) werden vernieuwd. Een vlotte informatie-uitwisseling tussen enerzijds de centrale administratie en de gevangenissen en anderzijds de gevangenissen onderling is een belangrijke
Het WAN is de Belgacomlijn die zorgt voor de verbinding tussen de gevangenis en de buitenwereld. Bij de aanvang van de upgrade was Belgacom reeds bezig met hun netwerklijnen te vernieuwen naar glasvezelkabels die zorgen voor een performantere verbinding. Voor gevangenissen die in een afgelegen of bebost gebied lagen, was het trekken van deze glasvezel een dure zaak die Belgacom grotendeels bekostigde. Om de glasvezel te verbinden met het netwerk van de organisatie installeerde de directie ICT in samenwerking met Belgacom nieuwe routers, waardoor het netwerk nu viermaal sneller werkt dan voordien. LAN Om ook de snelheid van het netwerk in de gevangenissen zelf te verhogen, kocht de directie ICT nieuwe switches aan om het netwerk te reguleren. Waar de oude switches tot maximum 24 computers konden samenkoppelen, is op deze nieuwe krachtigere switches plaats voor 48 gebruikers en kunnen deze worden samengebundeld tot één groot krachtig apparaat. De directie ICT kocht daarnaast snelle gigabitswitches aan om de servers aan te sluiten. Voor grote gevangenissen met meer
29
dan 250 gebruikers werd een nieuw virtueel netwerkplan (VLAN-plan) ontwikkeld. Hiermee kunnen op dezelfde switch virtuele netwerken naast elkaar draaien als ware het aparte netwerken. De directie ICT ontwikkelde VLAN’s voor bepaalde groepen gebruikers en enkele aparte VLAN’s voor kleine groepen, zoals de projectgroepen ‘e-learning’.
Van helpdesk naar servicedesk Om de helpdesk van het DG EPI uit te bouwen tot een volwaardige servicedesk werd het team versterkt met drie nieuwe medewerkers en een coördinator aangesteld. De directie ICT voorzag ook een meer uitgebreide monitoring van de ICT-infrastructuur. Dankzij deze modernisering kan de helpdesk problemen beter opvolgen en oplossen en komt de directie ICT tegemoet aan haar kerntaak om klantgericht te werken.
Verdere uitrol SP Expert De implementatie van de softwaretoepassing SP Expert werd in 2010 verder gezet. Resultaat is dat nu 31 gevangenissen en twee centrale diensten gebruik maken van dit centraal planningssysteem dat helpt bij de opmaak van een efficiënte personeelsplanning. SP Expert automatiseert het planningsproces en de dienstlijsten en ondersteunt de lokale planners in de gevangenissen zodat zij de regelgeving uniform kunnen toepassen. Behalve de verdere uitrol, verbeterde de directie ICT ook de werking van het programma. Zij voerde enkele technische aanpassingen uit en zorgde ervoor dat het programma correcte en duidelijke statistieken en grafieken oplevert. Bovendien staat voortaan een team SP Expert in de gevangenissen paraat om de lokale planners op te leiden en te ondersteunen.
Beter archiefbeheer Net zoals alle overheidsdiensten is het DG EPI verplicht om haar archieven te beheren volgens de richtlijnen van het Rijksarchief. Reeds in 2009 ontvingen de gevangenisdirecties de nodige instructies om deze taak goed te kunnen uitvoeren. De milieucoördinator volgt dit dossier op en krijgt daarbij ondersteuning van de regionale directie die zorgt voor een vlot contact met de gevangenissen en samen met de betrokken directies de situatie analyseert.
30
In 2010 werden in de gevangenis van Sint-Gillis concrete initiatieven genomen om het archiefbeheer te verbeteren. In samenwerking met het Rijksarchief planden de milieucoördinator en de regionale en gevangenisdirectie een grote opruimactie van de kelders. Daarnaast vonden in de gevangenissen van Merksplas en Lantin overlegvergaderingen plaats over de archieven.
Nieuwe voertuigen voor het Veiligheidskorps Om de medische uithalingen en overbrengingen van jongeren van het gesloten federaal centrum in Saint-Hubert naar de verschillende jeugdrechtbanken te kunnen uitvoeren, stelde het DG EPI drie nieuwe voertuigen en twee huurwagens ter beschikking van het Veiligheidskorps. De afdeling Aankopen nam daarbij de aankoopprocedure voor haar rekening. Zes veiligheidsassistenten staan in voor een vlot verloop van deze overbrengingen. Zij traden midden april in dienst en staan in voor de politiezone Semois-Lesse.
Betere communicatiemiddelen voor het Veiligheidskorps Sinds 2010 zijn de voertuigen van het Veiligheidskorps uitgerust met eigen ASTRID-communicatiemiddelen. ASTRID is het nationale netwerk voor alle hulp- en veiligheidsdiensten en combineert radiocommunicatie, paging en dispatching. Het netwerk zorgt voor een efficiënte communicatie tussen deze hulp- en veiligheidsdiensten en draagt bij tot een vlot verloop van interventies en de algemene veiligheid.
Communicatie Nieuwsbrief voor het Veiligheidskorps Het Veiligheidskorps lanceerde in 2010 haar eigen nieuwsbrief: VKCS-News. Deze nieuwsbrief informeert de veiligheidsassistenten systematisch over wat reilt en zeilt binnen de dienst en zet belangrijke projecten in de kijker. Aangezien de meeste personeelsleden van het Veiligheidskorps geen e-mailadres of toegang tot een computer hebben, is het niet vanzelfsprekend om met hen te communiceren. Met deze nieuwsbrief zet het Veiligheidskorps een belangrijke stap vooruit op dit vlak. Om een doeltreffend en uniform intern communicatiebeleid te garanderen, werd VKCS-News afgestemd op de algemene e-letter van het DG EPI en daarin geïntegreerd. Op deze manier blijven alle personeelsleden van het DG EPI op de hoogte van de activiteiten van het Veiligheidskorps.
Statistieken over tewerkgestelde gedetineerden Sinds 2010 kan de CDRGA statistieken opmaken die hen gedetailleerde informatie geven over het aantal tewerkgestelde gedetineerden en hun lonen. Dankzij verschillende programma’s beschikt de CDRGA over heel wat cijfers over de lonen van de gedetineerden, de verkoopfacturering en andere boekhoudkundige informatie. Deze cijfers zijn zeer interessant aangezien zij iets meer zeggen over de tewerkstelling van de gedetineerden, de
investeringen en de omzetcijfers van de verschillende werkplaatsen. De dienst beschikte voordien echter niet over een programma om deze cijfers verder te verwerken. In samenwerking met de directie ICT integreerde de CDRGA de gegevens over de lonen van de gedetineerden in het SAS-platform. Deze gegevensanalysesoftware is het ideale instrument om betrouwbare statistieken over het aantal tewerkgestelde gedetineerden en hun lonen te verkrijgen en om grafieken over de evolutie van deze cijfers te maken. Dankzij deze statistieken krijgt de CDRGA een dieper inzicht in het werk dat de gedetineerden in de aannemersateliers en de productiewerkplaatsen (schrijnwerkerij, drukkerij, smidse, kleermakerij, landbouwuitbating) uitvoeren en ook in de huishoudelijke taken die zij doen en de kwalificerende beroepsopleidingen die zij volgen.
communicatie, die essentieel is in de zoektocht naar aannemers. Geïnteresseerden vinden op de site informatie over de werking van de dienst en kunnen kennismaken met verschillende soorten gevangenisarbeid en met de gevangenisateliers. Belangrijke projecten en evenementen, zoals het scanningproject en de deelname van de CDRGA aan de industriële beurs van het verpakbedrijf Empack en aan de Brugse Bedrijvenbeurs, staan op de startpagina in de kijker. Getuigenissen en een filmpje zetten de voordelen van gevangenisarbeid in de verf en fleuren de site op. Beide maken duidelijk dat gevangenisarbeid meer te bieden heeft dan een groot aantal werkkrachten en voordelige tarieven. Aannemers kunnen rekenen op gevangenispersoneel dat oog heeft voor hun behoeften en dat de gedetineerden
De statistieken worden voorgesteld in de vorm van cijfers (bedrag van de uitbetaalde lonen en aantal tewerkgestelde gedetineerden) en grafieken, per inrichting en per soort activiteit. Zij zullen op maandelijkse, driemaandelijkse en jaarlijkse basis beschikbaar zijn en iedere maand worden bijgewerkt.
Moderne site voor de CDRGA Bij een professioneel commercieel beleid hoort een moderne website. De CDRGA bouwde daarom in 2010 haar website (http://www.rtp-rga.be) verder uit tot een dynamische en aantrekkelijke communicatietool. Met deze site boekt de CDRGA een mooie vooruitgang op vlak van externe
31
vakkundig begeleidt tijdens het werk. Korte deadlines zijn voor de CDRGA geen probleem en met meer dan 30 gevangenisateliers verspreid over het land vindt de aannemer er steeds wel één in zijn buurt. Aannemers kunnen de dienst via de site bovendien eenvoudig per mail contacteren.
Milieu en Duurzame Ontwikkeling DG EPI denkt groen en zuinig Interne milieuaudit Het DG EPI heeft bewezen dat zij het milieu een warm hart toedraagt en zich inschrijft in de politiek van duurzame ontwikkeling van de FOD Justitie. De dienst Milieu en Duurzame Ontwikkeling voerde in 2010 een interne milieuaudit uit in de Vlaamse en Brusselse gevangenissen. Dit hield een volledige doorlichting en inventarisatie in van alle toestellen en installaties in de inrichting. Daarnaast werden ook alle gevaarlijke producten geïnventariseerd, met verwijzing naar hun gevarenteken, hun hoeveelheden en waar zij zich bevinden in de inrichting. Ten slotte maakte de dienst een overzicht op van alle keuringen die in het kader van de milieuwetgeving moeten worden uitgevoerd in de volgende drie jaren. In functie van deze interne audit werden reeds drie milieuvergunningen opnieuw aangevraagd voor het penitentiair landbouwcentrum van Ruiselede, de strafinrichting van Wortel en het gesloten federaal centrum voor jongeren in Tongeren.
32
Energiebesparingen Naast interne milieuaudits voerde de dienst Milieu en Duurzame Ontwikkeling in samenwerking met Fedesco ook verschillende haalbaarheidstudies uit in de gevangenissen om hun energieprestaties te beoordelen. Aspecten zoals warmteverlies, bouwkundige constructie, productie van warmte en warm water, elektriciteits- en gasverbruik werden daarbij onder de loep genomen. Deze studies toonden aan dat het verbruik van sommige gevangenissen ideaal is om een warmtekrachtkoppeling (WKK) te installeren. Een WKK is een installatie die naast warmte ook elektriciteit opwekt en produceert. De opgewekte elektriciteit kan plaatselijk worden gebruikt of bij overschot worden verkocht aan een elektriciteitsdistributeur, met als resultaat een energiebesparing en een lagere elektriciteitsfactuur. Op termijn zullen verschillende gevangenissen over een warmtekrachtkoppeling beschikken. Om het energieverbruik nog meer te doen dalen, voerde de dienst samen met Fedesco, de Regie der Gebouwen en de DOGV enkele belangrijke energiebesparende werken uit. Op het dak van het penitentiair complex van Brugge werden zonnepanelen geplaatst, terwijl dat van Leuven-Centraal werd
geïsoleerd. In de gevangenissen van Merksplas en Hoei en in het penitentiair schoolcentrum van Hoogstraten werden de stookinstallaties vernieuwd.
Budget Solidariteit Steunfonds Net zoals vele andere departementen kreeg het DG EPI in 2010 af te rekenen met besparingen. Bij de eerste begrotingscontrole werden alle budgetten voor de dagelijkse werking van de gevangenissen lineair verminderd. De besparing liet zich het hardst voelen bij de aankoop van niet-duurzame goederen (water, gas, elektriciteit, onderhoud, enz.). Creatief en voorzichtig omgaan met de beschikbare budgetten was dus de boodschap. Om ervoor te zorgen dat alle inrichtingen over voldoende budget beschikten voor onderhoud en werkingsmiddelen, werd bespaard op sportieve en culturele activiteiten voor gedetineerden, op activiteiten die de affectieve relaties in detentie verbeteren en op herstelgerichte detentie. De dienstverlening naar gedetineerden toe kwam echter niet in het gedrang aangezien het Steunfonds, een fonds ten behoeve van minder gegoede gedetineerden in elke gevangenis, de betaling van deze activiteiten ten laste nam. Gevangenissen met onvoldoende reserves in hun Steunfonds kregen hulp van collega-inrichtingen. De solidariteit tussen de gevangenissen was groot.
Beter beheer van aankopen, uitgaven en boekhouding In samenwerking met de stafdienst Budget, Beheer en Logistiek (BB&L) stemde de dienst Begroting, Aankopen en Boekhouding (BAB) de beheerstools Budgetsys en CGAB, respectievelijk gebruikt om de begroting te raadplegen en om aankopen, uitgaven en de boekhouding praktisch te beheren, meer af op de behoeften van het terrein. Ook de bijhorende synthesefiches die voor elke uitgave moeten worden opgemaakt, werden aangepast. Dankzij deze verbeteringen kan de volledige cyclus (van vastlegging tot betaling) van elk individueel budgettair vastgelegd project nu worden opgevolgd. Bij de opmaak van de synthesefiches hield de dienst BAB rekening met het systeem van gesplitste kredieten waarbinnen budget voor betalingen niet meer kan worden overgedragen naar een volgend begrotingsjaar. Vastlegging, bestelling, levering en betaling van de factuur moeten dus binnen hetzelfde jaar gebeuren.
Monitoring van budgetten voor vastleggingen en betalingen De afdeling Begroting van de dienst BAB stemt zich steeds beter af op de werkwijzen en doelstellingen van de stafdienst BB&L. Door intensief gebruik te maken van de beheerstools Budgetsys en CGAB werd de voortgang van vastleggingen en vereffeningen in 2010 strikt opgevolgd. Dankzij deze monitoring kon zij in augustus 2010 de budgetten die waren
voorzien voor duurzame aankopen verdelen onder de gevangenissen om projecten te financieren. Resultaat was dat 98,10% van de vastleggingskredieten en 95,48% van de vereffeningskredieten werden aangewend.
Elektronisch beheer van overheidsopdrachten De FOD P&O ontwikkelt voor alle federale overheidsdiensten tools om de processen en transacties die verband houden met overheidsopdrachten elektronisch (via het internet) te laten verlopen. Het project kreeg de naam E-Procurement. Meer transparantie, administratieve vereenvoudiging en meer doeltreffende en efficiëntere aankoopprocedures zijn de doelstellingen.
Aankopen toegang heeft tot E-Notification en E-Tendering hiermee gelinkt is, wordt de applicatie enkel gebruikt voor overheidsopdrachten die zij afsluiten. Praktische redenen en een gebrek aan de nodige infrastructuur binnen de gevangenissen maken dat de opening van offertes voor de buitendiensten nog niet elektronisch kan verlopen. Inschrijvers op overheidsopdrachten die door de inrichtingen worden gevoerd, moeten dus nog steeds papieren offertes indienen. Naar de toekomst toe bekijkt de directie ICT samen met de stafdienst BB&L of het wenselijk is dat ook de inrichtingen op korte termijn gebruik kunnen maken van de applicaties E-Notification en E-Tendering.
E-Notification
Nieuwe versie CGAB
In het kader van dit project nam de afdeling Aankopen in 2010 de toepassing E-Notification in gebruik. Resultaat is dat zij overheidsopdrachten zowel op Belgisch als op Europees niveau nu elektronisch aankondigt. Aangezien enkel de afdeling Aankopen toegang heeft tot deze toepassing, verlopen alle publicaties van overheidsopdrachten binnen het DG EPI via deze afdeling, ook deze uitgevoerd door de buitendiensten.
In 2010 is het programma CGAB verder geëvolueerd en ontwikkeld zodat voortaan alle facturen erin kunnen worden opgenomen, ook de facturen die rechtstreeks worden betaald met fondsenvoorschotten in de gevangenissen. Het programma CGAB is reeds meer dan een jaar in alle inrichtingen geïnstalleerd en biedt aan het gevangenispersoneel de mogelijkheid om de facturen te coderen voordat zij via een borderel naar het centraal bestuur worden verstuurd, met het oog op controle en betaling. De uitbreiding van het programma CGAB tot alle facturen biedt verschillende voordelen:
E-Tendering In november 2010 deed ook E-Tendering zijn intrede binnen het DG EPI. Met deze toepassing kunnen offertes elektronisch worden ingediend en geopend. Aangezien enkel de afdeling
33
>> de gevangenissen en het centraal bestuur hebben een globaal overzicht van de toestand van de verschillende budgetten >> de oprichting van een gegevensbank wat de opmaak van de fiscale fiches vergemakkelijkt >> de vereenvoudiging van de betalingen van de als bedrijfsvoorheffing verschuldigde bedragen >> de elektronische betaling van de facturen die zijn opgenomen in het programma >> opmaak van de beheersrekeningen dankzij een aanvullende module kassabeheer Alvorens het programma uit te breiden naar alle inrichtingen, werd het geïnstalleerd en uitgetest in de gevangenissen van Leuven-Centraal, Bergen en Sint-Gillis. Op centraal niveau worden testen uitgevoerd om het programma verder te verbeteren en zo nog betere resultaten te behalen. De eerste bevindingen zijn alvast positief. In maart of april 2011 zouden alle inrichtingen over de nieuwe versie CGAB moeten beschikken.
Internationaal ICPA staff training website In samenwerking met de International Corrections and Prisons Association (ICPA) ontwikkelde het DG EPI in 2010 de ICPA staff training website (http://www.icpa-training.com). Met dit internationaal geïntegreerd platform willen beide partners op een gestructureerde manier informatie en ‘best practices’ uitwisselen over de opleiding van penitentiair personeel. Cursussen van over heel de wereld, van basisopleiding tot voortgezette en managementopleiding, en andere relevante publicaties worden via dit platform ter beschikking gesteld. In openbare en met paswoord beveiligde domeinen vinden bezoekers informatie gerangschikt volgens onderwerp. De site is nog volop in ontwikkeling en wordt ook voortdurend geüpdatet. De officiële voorstelling van de site vond plaats in oktober tijdens de ICPA-preconferentie rond e-learning en knowledge management in Gent.
Colloquium rond gevangenisarchitectuur in Agen In het kader van de tiende verjaardag van de Ecole nationale d’Administration pénitentiaire (ENAP) in Agen (Frankrijk) namen de regionaal directeur Zuid en het inrichtingshoofd van de gevangenis van Vorst deel aan een colloquium rond gevangenisarchitectuur in Agen. Ongeveer 200 deelnemers (gevangenispersoneel, academici, architecten, magistraten, studenten) waren aanwezig om de
34
belangrijkste problemen in verband met de bouw van gevangenissen te bespreken. Zij konden tijdens rondetafelgesprekken met collega’s van gedachten wisselen of presentaties bijwonen. Verschillende beroemde Franse en internationale sprekers namen het woord, onder wie de directeurs-generaal van zowel het Franse als Roemeense gevangeniswezen, de Ecuadoriaanse staatssecretaris voor rehabilitatie, Algerijnse collega’s alsook de Spaanse directeurgeneraal voor gevangenisinfrastructuur. Thema’s zoals de invloed van utopie en doctrine op architectuurprojecten en de invloed van gevangenisarchitectuur op zowel het dagelijkse leven van de gedetineerden als op de werking van het gevangenispersoneel kwamen aan bod. Ook de verschillende bouwprojecten en -programma’s in Frankrijk werden voorgesteld. De presentaties maakten duidelijk dat het belangrijk is om bij de start van een bouwproject rekening te houden met de verschillende overwegingen op politiek, economisch, cultureel, technologisch en veiligheidsniveau. Deze geven immers inzicht in de herzieningen en veranderingen die het project ondergaat om tot de uiteindelijke gevangenis te komen.
EXOCoP In november 2010 namen de regionale directies Noord en Zuid in Rome deel aan een EXOCoPseminarie rond het thema ‘Engagement E x - O f f e n d e r s of institutions and C o m m u n i t y o f P r a c t i c e employers: a bridge to reinsertion of (ex)-offenders’. EXOCoP (‘The Reintegration of Ex-Offenders Community of Practice’) is een Europees netwerk dat de re-integratie van ex-gedetineerden op regionaal, nationaal en Europees niveau wil verbeteren.
EXOCoP
Reintegration
Het seminarie stond in het teken van de netwerken die in verschillende Europese landen bestaan tussen de externe diensten die in de gevangenissen de gedetineerden helpen bij hun voorbereiding op re-integratie. Onder grote belangstelling stelden de regionale directies de samenwerkingsstructuren voor die het DG EPI heeft ontwikkeld met de verschillende diensten van de gemeenschappen en gewesten. Op hun beurt leerden zij over de netwerken en innovaties in andere Europese landen. Tijdens een workshop die aan het seminarie voorafging, bepaalden de deelnemers de fundamentele principes van een optimale samenwerking in deze netwerken: coördinatie, legitimiteit, cohesie, integratie en openheid van geest.
35
FOCUS De 12e ICPA-conferentie in Gent: een schot in de roos! Van 24 tot en met 29 oktober 2010 organiseerde het DG EPI samen met de International Corrections and Prisons Association (ICPA) en de Universiteit van Gent de 12e ICPA Annual General Meeting & Conference in het hartje van Gent. Meer dan 500 deelnemers uit een 70-tal landen woonden de conferentie bij die plaatsvond in Het Pand, een voormalig dominicanenklooster en sinds 1963 het culturele centrum van de Universiteit Gent.
Organisatoren Het DG EPI is sinds 2002 lid van ICPA. Hans Meurisse, directeurgeneraal, maakt deel uit van de Raad van Bestuur en is 2nd International Vice President van de organisatie. ICPA is een niet-gouvernementele organisatie en streeft wereldwijd naar het delen van kennis en het bevorderen van professionaliteit op het vlak van de strafuitvoering om zo bij te dragen tot een veiligere samenleving. Deze organisatie houdt jaarlijks een congres en telt zo’n 600 leden in een 90-tal landen. De Rechtsfaculteit van de Universiteit van Gent droeg haar expertise op vlak van strafuitvoeringsbeleid bij tijdens de ICPA-conferentie. Tijdens de eerste dag van het congres nam Prof. Dr. Tom Vander Beken deel aan een workshop rond detentieproblemen in België.
36
Building Bridges…
Programma
Het thema van de 12e ICPA-conferentie was Building Bridges: Correctional Best Practices, Worldwide Perspectives. Centraal stonden Europese rechtsregels inzake gevangenisbeleid, terrorisme en basisrechten van gedetineerden. Daarnaast stelden de deelnemende gevangenisadministraties hun projecten voor rond gevangenisarbeid. Ten slotte werden in het kader van het thema ‘innovatie’ een aantal projecten voorgesteld met wereldwijde best practices.
Op zaterdag 23 en zondag 24 oktober werd een kleiner congres georganiseerd rond ‘correctional leadership’ met specifieke aandacht voor de situatie in Afrikaanse landen. Daarnaast stond het DG EPI samen met ICPA op vrijdag 22 en zaterdag 23 oktober in voor de organisatie van een conferentie rond ‘e-learning en knowledge management in een gevangeniscontext’ in het kader van het EXOCoP-netwerk en het LICOS-project (Learning Infrastructure for Correctional Services). Tijdens verschillende workshops werden nationale en internationale projecten voorgesteld en besproken om te komen tot een reeks van aanbevelingen op politiek niveau. Deze conferentie focuste op het uitwisselen van best practices rond kennismanagement en e-learningsystemen. In aanwezigheid van prinses Mathilde ging de ICPAconferentie van start op maandag 25 oktober met een ‘Belgian day’. Sprekers van de Universiteit van Gent, het Belgische gevangeniswezen en van andere landen stelden hun best practices voor rond gevangenisarbeid in Belgische en Nederlandse gevangenissen, herstelgerichte detentie, de nieuwe selectieprocedure voor penitentiair personeel, het drugsbeleid in de Belgische gevangenissen en de implementatie van Europese rechtsregels en de basiswet van 12 januari 2005 aangaande de rechtspositie van de gedetineerden. Ook kwamen de samenwerking tussen de Belgische gevangenissen en de gemeenschappen aan bod net als de implementatie van het Common Assessment Framework (CAF), de Balanced Scorecard in de inrichtingen en de samenwerking tussen België en Nederland in het kader
Interessant was ook de UNDPKO-workshop die tijdens de ICPA conferentie plaatsvond. UNDPKO staat voor ‘United Nations Department of Peacekeeping Operations’ en is het department van de Verenigde Naties dat zich inzet voor het bewaren van internationale vrede en veiligheid. In landen die zich in een (post-)conflictsituatie bevinden, leidt dit departement vredesoperaties die gericht zijn op de bescherming van de bevolking en de heropbouw van de staat. Als één van de oprichters van de VN, staat België achter de visie van het DPKO en het DG EPI draagt ook haar steentje bij door personeelsleden de kans te geven op missie te gaan naar Congo en Haïti. van de huur van detentieplaatsen in Tilburg. De personeelsleden van het DG EPI maakten duidelijk dat zij meer zijn dan uitvoerende krachten, maar ook een actieve rol spelen in de verdere ontwikkeling van de strafuitvoering in België.
Award voor Nicole De Clercq Nicole De Clercq, regionaal directeur van de Nederlandstalige inrichtingen, werd op 27 oktober in de bloemetjes gezet tijdens het Awards Dinner. Haar jarenlange inzet en bijdrage tot het departement leverde haar meer dan verdiend de ICPA-award op voor Outstanding Correctional Staff Member!
Tijdens de ICPA-conferentie werd voor de partners van de deelnemers een heus partnerprogramma in elkaar gestoken. Een 45-tal partners grepen deze kans om België te ontdekken. Enkele mensen van DG EPI gidsten hen doorheen Gent, Brussel en Brugge waar zij de lokale bezienswaardigheden bezochten.
Tijdens de andere dagen werden reïntegratieprogramma’s, gezondheidszorg in gevangenissen en opleiding en vorming van penitentiair personeel voorgesteld. Op de laatste dag van de conferentie kregen de deelnemers de kans om een gevangenis te bezoeken. Zij konden kiezen uit de gevangenis van Gent, Nijvel of Ittre.
37
Enkele reacties van de Belgische deelnemers: “Het was boeiend om te leren van de ervaringen van andere landen met hun eigen cultuur en gewoontes. Soms voelden we ons enorm verbonden, soms waren de verschillen heel duidelijk. Het thema ‘Building bridges’ was alvast goed gekozen. Wij konden bruggen slaan tussen elkaars ervaringen, initiatieven en ook af en toe een suggestie doen naar andere landen over een mogelijke oplossing voor hun problemen en moeilijkheden.” Els Van Herck, Diensthoofd Ondersteuning Gebouwen en Veiligheid, DG EPI “ICPA is het uitgelezen forum voor een Program Manager om nieuwe opportuniteiten te ontdekken en ervaringen te delen met collega’s. Op zoek gaan naar goede praktijken bij collega’s bleek weer eens een efficiënte wijze om te leren en een ongelooflijke bron van inspiratie. Het was bovendien opvallend hoeveel landen geïnteresseerd zijn in onze realisaties. Wij Belgen zijn toch vaak wat te bescheiden als het gaat over onze eigen prestaties.” Ils Milis, Diensthoofd PMO & Strategische Planning, DG EPI
38
“De ICPA-conferentie heeft mij de kans gegeven om mij te herbronnen en om mijn functie als inrichtingshoofd vanuit een nieuw perspectief te benaderen. Hoewel de functie van gevangenisdirecteur de laatste twintig jaar positief is geëvolueerd, zijn er nog steeds fundamentele problemen die dagelijks tot gevoelens van onmacht leiden. Door te luisteren naar mijn buitenlandse collega’s, afkomstig van verschillende culturen en politieke situaties, heb ik geleerd dat iedereen zich over dezelfde penitentiaire thema’s buigt, wat zeer stimulerend werkt.” Véronique Dumonceau, Inrichtingshoofd van de gevangenis van Nijvel Meer info? http://www.icpa.ca
Opleidingscentra Het DG EPI telt drie opleidingscentra: de Opleidingscentra voor Penitentiair Personeel (OCPP) in Brugge en Merksplas voor de Nederlandstalige opleidingen en het Centre de Formation du Personnel pénitentiaire (CFPP) in Marneffe voor de Franstalige opleidingen.
Het OCPP in Brugge voorziet een basisopleiding voor het beginnende Nederlandstalige penitentiair personeel. Het CFPP in Marneffe neemt deze taak op zich voor de Franstalige personeelsleden. De basisopleiding duurt een jaar en bereidt de personeelsleden voor om hun taak op een professionele en gecontroleerde manier uit te voeren. Bovendien leren zij ook hoe zij gedetineerden kunnen helpen tijdens hun voorbereiding op de re-integratie. Tijdens de opleiding volgen de penitentiair bewakingsassistenten afwisselend opleiding in het opleidingscentrum en in verschillende penitentiaire inrichtingen. Tijdens hun ‘terreinweken’ worden zij begeleid door een mentor. Na deze stage treden de penitentiair bewakingsassistenten in dienst.
Om de competenties van haar personeel permanent te ontwikkelen, biedt het DG EPI uiteraard ook voortgezette opleidingen aan. In het OCPP Merksplas en het CFPP Marneffe kunnen personeelsleden van de gevangenissen zich bijscholen.
39
Opleidingscentra voor Penitentiair Personeel Strengere aanwervingsvoorwaarden en betere opleiding voor PBA’s Op 3 november 2010 startte een eerste groep penitentiair bewakingsassistenten in het OCPP en het CFPP met de nieuwe basisopleiding. De deelnemers kwamen in dienst dankzij een volledig nieuwe selectietest die Selor heeft uitgewerkt vanuit een functieprofiel dat zij samen met het DG EPI opstelden. Waar voordien geen diplomavereisten aan de toekomstige PBA’s werden gesteld, moet de kandidaat nu beschikken over de competenties van het niveau hoger secundair onderwijs. Deze niveauverhoging gaat gepaard met een verlenging van de stageperiode. Als de stage succesvol verloopt, wordt de penitentiair bewakingsassistent na 1 jaar vastbenoemd. De stagiairs volgen een opleiding van 12 maanden waarbij in het eerste semester theorielessen zich afwisselen met praktische stages in een gevangenis: 12 lesweken in de opleidingscentra en 14 terreinweken in verschillende gevangenissen. Op die manier kunnen zij hun opgedane kennis snel toetsen aan de realiteit. Na de stage kunnen zij opnieuw werken aan die punten waar zij moeilijkheden ondervonden. Tijdens het tweede semester doen zij praktijkervaring op in de inrichting waar zij uiteindelijk zullen werken. Een keer per maand keren zij terug naar het opleidingscentrum.
40
Aan het programma zijn nieuwe vakken toegevoegd die meer gericht zijn op de relationele aspecten van het beroep zoals zelfmoordpreventie en risicorelaties met gedetineerden. Daarnaast krijgen bestaande vakken zoals verslaggeving, deontologie, sport en praktijkoefeningen meer aandacht. Zowel het OCPP als het CFPP wil dat elke stagiair zijn competenties maximaal kan ontwikkelen. Zo organiseerden zij een opleiding werkmethode en remediëringsmomenten en zorgen zij ervoor dat de stagiairs regelmatig feedback krijgen over hun competenties. De stagiairs zijn wel zelf verantwoordelijk voor hun leerproces en moeten de middelen die de opleidingscentra hen aanreiken zelf aanwenden om te slagen. Na de eerste zes maanden moeten zij immers zelfstandig in een afdeling kunnen werken en een veilige en humane detentie verzekeren. Tijdens de terreinweken krijgen de cursisten begeleiding van een mentor. Deze ervaren medewerker, specifiek geselecteerd en opgeleid voor die opdracht, leert de cursist de werking van de gevangenis kennen, maakt hem wegwijs in het takenpakket van de PBA en slaat bruggen met andere collega’s. Met deze nieuwe basisopleiding willen de opleidingscentra een kwaliteitsvolle opleiding aanbieden die voldoet aan de noden op de werkvloer en de penitentiair bewakingsassistent in staat stelt om zelfstandig te functioneren. Op die manier willen het OCPP en het CFPP bijdragen tot een hoog niveau van professionalisme en deskundigheid van de penitentiair bewakingsassistenten.
De nieuwe basisopleiding werd officieel ingehuldigd in aanwezigheid van o.a. de minister van Justitie, de regionale directie, de mentoren en de pers.
Centre de Formation du Personnel pénitentiaire in Marneffe Specifieke opleiding voor de EDS in Paifve De wet betreffende de bescherming van de maatschappij vervult een dubbele opdracht: de maatschappij beschermen en de geïnterneerden de verzorging bieden die aansluit bij hun pathologie om hen weer in de maatschappij te integreren. Sinds de ministeriële omzendbrief nr. 1800 van de FOD Justitie van 7 juni 2007 wordt het bewakingspersoneel beschouwd als een bevoorrechte partner van de zorgequipe. Het werk van het personeel in Paifve is complex en een specifieke functiebeschrijving en werving is dan ook nodig. Een analyse van de opleidingsbehoeften en een opleidingsprogramma werden opgemaakt. Het programma houdt rekening met de specifieke omstandigheden van het sociaal verweer en maakt deel uit van een proces voor voortgezette opleiding, waarvan deze eerste opleiding de basis vormt. De opleiding ging van start in 2010. Dertig vrijwillige personeelsleden namen deel. Meer professionalisering De directie van Paifve wilde de opleiding van het personeel al lange tijd professionaliseren zodat de personeelsleden hun competenties verder kunnen ontwikkelen en zij in een omgeving met een specifiek karakter kunnen werken waarin zij de veiligheid in de inrichting moeten handhaven en waarin zij omgaan met personen met psychiatrische stoornissen. In
samenwerking met het CFPP werd een programma van vijf dagen uitgewerkt om de personeelsleden meer teamgeest bij te brengen, hen bewust te maken van de eigenheid van de geïnterneerden en hun geestesziekte, en hen te tonen hoe zij moeten reageren en omgaan met geïnterneerden. Zo kunnen de personeelsleden niet alleen kennis opdoen maar ook hun competenties verder ontwikkelen. Programma op maat Het CFPP deed voor deze opleiding een beroep op deskundigen. Interne opleiders van het DG EPI gaven cursussen over het opstellen van een rapport en over het vakgebied psychopathologie. Voor andere materies zoals het wetgevend kader, de deontologie, het multidisciplinair werk en de rol en missie van het sociaal verweer, werkte het CFPP met externe opleiders. In 2010 volgden twee groepen personeelsleden deze opleiding. Uit de evaluatie blijkt dat de meesten tevreden waren, dat het programma goed was aangepast aan de eigenheid van het sociaal verweer, maar dat bepaalde materies zoals de psychopathologie moeten worden uitgediept, en dan vooral op praktijkvlak. In 2011 kunnen alle personeelsleden van Paifve deze opleiding volgen. Een tweede evaluatie zal helpen om de inhoud van de permanente opleiding te bepalen, ter aanvulling en precisering van de onderwerpen die reeds aan bod komen.
Cursus zelfmoordpreventie Opsluiting op zich vormt een belangrijke risicofactor voor zelfmoord. Het zelfmoordpercentage ligt beduidend hoger bij de gevangenispopulatie dan in de buitenwereld. De PBA moet onder andere waken over de veiligheid van de personen die hem worden toevertrouwd en hierbij zelfmoord trachten te voorkomen. Nochtans betekent zelfmoordpreventie meer dan gewoon verhinderen dat de gedetineerden deze daad begaan. In vele situaties kan een luisterend oor al veel verhelpen. Maar praten over zelfmoord is niet zo eenvoudig. Dit onderwerp blijft vaak taboe. Het roept bij iedereen vragen op die te maken hebben met persoonlijke waarden. Daarom was het belangrijk om het gevangenispersoneel bewust te maken van dit thema in de nieuwe opleidingsprogramma’s en dit zowel in de basisopleiding als in de voortgezette opleiding. Hoewel de cursus geen sluitend antwoord biedt op de vraag ‘hoe zelfmoord te voorkomen’, leren de deelnemers wel de signalen herkennen. De deelnemers leren dat het belangrijk is om informatie door te geven aan de belanghebbenden zodat de professionals die contact hebben met de gedetineerden meteen kunnen ingrijpen. De cursus behandelt volgende thema’s: de mythes en opvattingen over zelfmoord die iedereen kent, de recente statistieken over zelfmoord in de gevangenis, het begrip crisis en evaluatie van de persoon met zelfmoordneigingen, de interventietechnieken en de angst die zou verhinderen dat een personeelslid ingrijpt. De personeelsleden leren vooral om op een menselijke manier te kijken naar dit probleem.
41
Aangepaste opleiding voor moreel consulenten Om de opleiding voor het gevangenispersoneel verder te professionaliseren wil het CFPP zo goed mogelijk op hun behoeften inspelen. In navolging van de vernieuwde basisopleiding voor PBA’s, herbekeek het opleidingscentrum de voortgezette opleiding voor moreel consulenten en paste deze aan. Sinds 2008 konden de moreel consulenten een opleiding van vier dagen volgen waarin zeer uiteenlopende onderwerpen aan bod kwamen. Het concrete programma van deze opleiding lag niet vast. Samen met de coördinatrice van de opleiding herbekeek het CFPP de opleiding en stemde de inhoud beter af op de behoeften (en niet de verwachtingen) van de moreel consulenten. De denkoefening maakte duidelijk dat de consulenten het moeilijk hebben om hun opdrachten af te bakenen, met een uiteenlopend opleidingsprogramma als gevolg. In de gevangenissen worden zij immers geconfronteerd met tal van verzoeken waaraan zij niet altijd gevolg kunnen geven. Een vage omschrijving van hun taken, eerder dan een gebrek aan kennis, lag aan de basis van het probleem. Om deze situatie te verbeteren werd een opleidingsmodule ‘Zich positioneren en organiseren in het kader van onze functie’ georganiseerd. Met de hulp van een externe expert namen de moreel consulenten hun professionele positionering onder de loep. Vragen als ‘ Wat houdt beroepsidentiteit in? Wat zijn de werkdomeinen? Op welke manier werken wij samen met andere actoren? ‘ kwamen twee dagen lang aan bod.
42
De herwerkte functiebeschrijving van de moreel consulenten stelt dat hun werk op drie principes steunt: luisterbereidheid, ondersteuning en doorverwijzing. De consulenten moeten op een actieve, empathische, onvoorwaardelijke en vertrouwelijke manier naar gedetineerden luisteren. Het is hun taak om hen op een menselijke en psychologische manier steun te bieden en, indien nodig, door te verwijzen naar de juiste persoon of dienst. Enerzijds voeren zij individuele gesprekken met gedetineerden op hun cel en anderzijds organiseren zij groepsactiviteiten die aanzetten tot denken en de zelfstandigheid bevorderen. Om de functie van moreel consulent beter te kaderen, kregen ook de basiswet en de belangrijkste begrippen uit het strafrecht de nodige aandacht tijdens de vernieuwde opleiding. Daarnaast werd het belang van een goede communicatie benadrukt. Omdat ook het ruimer publiek op de hoogte moet zijn van de missie en de concrete taken van de moreel consulenten, werd een communicatie- en actieplan uitgewerkt. De opleiding werd afgesloten met een discussievoormiddag in aanwezigheid van verschillende gevangenisdirecteurs die verantwoordelijk zijn voor de erediensten. De consulenten lichtten hun missie toe en werkten vooroordelen en misvattingen weg. De moreel consulenten waren tevreden over de opleiding. Zij vonden dat zij vooral op vlak van beroepsidentiteit en professionele positionering veel bijleerden en dat het luik over de basiswet en het strafrecht zeer interessant was. In 2010 zal de opleiding zich blijven focussen op de professionele positionering van moreel consulenten in de gevangenissen
en zal ook de organisatie van groepsactiviteiten met aandacht voor groepsdynamica aan bod komen.
Voortgezette opleiding voor technisch personeel In 2010 kreeg het technisch personeel de mogelijkheid om zich bij te scholen dankzij nieuwe opleidingen. Zo konden zij onder meer deelnemen aan HACCP-opleidingen (over keukennormen) en opleidingen voor de installatie van verwarmingsapparaten. Het opleidingscentrum organiseerde ook een opleiding specifiek gericht op technisch assistenten (TA’s) die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de gevangenissen. Tijdens deze vierdaagse sessie kwamen onderwerpen zoals veiligheid, hygiëne, bewaking en boekhouding aan bod. De deelnemers kregen ook de kans om de leidinggevenden van de DOGV en de CDRGA te ontmoeten, met wie zij vaak samenwerken. Een dag van de opleiding focuste zich bovendien op managementtechnieken die de TA’s in hun positie van hiërarchisch leidinggevende gebruiken. Op vraag van de gevangenissen zelf organiseerde het CFPP in 2010 ook opleidingen ‘heftruck’ en ‘werken op hoogte’. Andere bijzondere verzoeken werden in de opleidingscatalogus opgenomen of op maat georganiseerd.
Nieuwe simulatieruimtes In 2010 werd de basisopleiding verlengd tot een jaar. Daarom vormde het CFPP een aantal ruimtes in gebouw B om tot simulatieruimte. Hier zijn alle ruimtes nagebootst van een gevangenis: een portierszone met een detectiepoort en een RX-toestel, een spreekkamer voor advocaten en een individuele spreekkamer, een bezoekzaal of polyvalente zaal, een ruimte voor ongestoord bezoek, een bewakingspost, een ruimte voor het rapport, een ziekenboeg, een keuken, een technische ruimte, een cel voor een persoon, één voor drie personen en drie fictieve cellen.
gedetineerde kunnen spelen. Het CFPP organiseerde een informatie- en werkdag om de integratieoefeningen voor te bereiden met deze acteurs.
De verschillende ruimtes zijn uitgerust met camera’s om de oefeningen van de stagiairs te registreren. Tijdens de debriefings kunnen op die manier best practices worden geanalyseerd. De toekomstige PBA kan zich ook beter voorbereiden op het werk in de gevangenis. Het CFPP kan voortaan praktische oefeningen doen rond appels, fouilles en het beheer van ernstige incidenten. De nieuwe infrastructuur zou ook kunnen worden gebruikt voor andere technische en voortgezette opleidingen (fouilleringen, toegangscontroles, enz.). Om zo dicht mogelijk bij de realiteit te blijven, kan een observatiegroep van de inrichtingen, bestaande uit directeurs en penitentiair assistenten, de oefeningen van de stagiairs bijwonen tijdens de integratiedagen voor alle stagiairs op het einde van de stageperiode. Voor de simulatieoefeningen zal een beroep worden gedaan op acteurs die de rol van
43
Opleidingscentra voor Penitentiair Personeel in Brugge en Merksplas Leiderschapstraject voor AMO’s en junior directeurs Tijdens een zevendaags leiderschapstraject voor attachés managementondersteuning (AMO) en junior directeurs schaafden 31 deelnemers hun managementvaardigheden bij. Thema’s als leiderschap, conflicthantering, veranderingsmanagement en groepsdynamiek kwamen daarbij aan bod. Het Instituut voor de Overheid stond in voor de theorie, die de deelnemers nadien op basis van persoonlijke ervaringen moesten omzetten naar de praktijk. Sluitstuk van het traject was een adviesopdracht. In groepjes van twee tot vijf pakten zij een veranderingstraject aan dat lopende was of op korte termijn zou plaatsvinden. Op die manier werden o.a. het verzuimbeleid, het zondagbezoek, de portaalsite van het DG EPI en het gedetineerdenoverleg onder de loep genomen. Tijdens de laatste dag van de opleiding stelden de deelnemers hun analyses voor en bespraken deze met elkaar. De laatste twee groepen zullen hun leiderschapstraject afronden in 2011.
44
Studiedagen voor penitentiair assistenten
De belangrijkste conclusies van deze studiedag op een rijtje:
Op 11 en 12 oktober organiseerde het OCPP Merksplas in samenwerking met de DOGV een studiedag voor penitentiair assistenten (PA’s). De studiedag stond in het teken van veiligheid en focuste zich in het bijzonder op de opmaak van interventiedossiers.
>> een goed uitgewerkt interventiedossier draagt bij tot de veiligheid van de inrichting >> de kennis over interventiedossiers is te beperkt in sommige inrichtingen >> er is nood aan duidelijke richtlijnen over de opmaak, de uitwerking en het updaten van interventiedossiers >> de PA’s geven de voorkeur aan een uniforme werkwijze met eenduidige procedures in alle inrichtingen >> elke inrichting zou een verantwoordelijke ‘PA veiligheid’ moeten aanstellen >> er is onduidelijkheid over de rol en de bevoegdheden van de preventieadviseur
Tijdens het luik ‘Technologie in de gevangenis: nu en in de toekomst’ maakten de PA’s kennis met nieuwe veiligheidstechnologieën zoals gsm-sweeping, speedgates, heart beat detection, 3D bodyscanners en sniffers voor drugs en explosieven. Vervolgens leerden de PA’s hoe zij best omgaan met onverwachte gebeurtenissen en kregen zij de opdracht om een interventieoefening te maken. In groep moesten zij op basis van een scenario de beschikbare informatie (o.a. postbezetting, gedetineerden, bezoekers, hulpdiensten) met magneten en logo’s visualiseren op een grondplan van een inrichting. Na een korte voorbereiding kregen zij verschillende crisissituaties, zoals een gijzeling, brand en problemen tijdens de wandeling, voorgelegd die zij zo efficiënt mogelijk moesten aanpakken. De oplossingsstrategieën werden aan de hand van de magneten en logo’s visueel voorgesteld en daarna besproken in groep. De deelnemers sloten de dag af met een oefening rond de uitwerking van een interventiedossier.
De directeur-generaal en de regionale directie houden rekening met deze bevindingen tijdens de besprekingen over het beleid van de interventieplannen.
Open aanbod In het voorjaar 2010 lanceerde het OCPP het ‘open aanbod’: een reeks opleidingen waarvoor het personeel van het DG EPI zich op vrijwillige basis kan inschrijven. Voordien bestond het opleidingsaanbod voornamelijk uit verplichte opleidingstrajecten. In het open aanbod van 2010 werden o.a. de promotietrajecten voor de PBA-ploegchefs en penitentiair assistenten opgenomen. Het OCPP voegde ook een opleiding rond leidinggeven voor deze personeelscategorieën aan het aanbod toe gezien de grote vraag hiernaar tijdens lokale
opleidingsprojecten. Ook dienstdoende PBA-ploegchefs en PA’s konden zich hiervoor inschrijven.
dezelfde richting te draaien en vervolgens te laten doorgroeien tot een zelfsturend en -corrigerend team.
Daarnaast werkte het opleidingscentrum ook een reeks flitstrainingen uit. Dat zijn korte opleidingen van één à twee dagen waarin materie aan bod komt die in de basisopleidingen van de nieuwe personeelsleden is opgenomen. Voor heel wat mensen is het immers jaren geleden dat zij de basisopleiding hebben gevolgd en de organisatie staat uiteraard niet stil. Dankzij deze opfrissingscursussen kunnen deze medewerkers zich bijscholen. De flitstrainingen ‘fouille’, ‘schriftelijke rapportage’ en ‘suïcidepreventie’ gingen reeds van start. In 2011 wordt het open aanbod nog verder uitgebreid.
Aangezien een groot deel van een vast team deelneemt aan de opleiding kan men op de werkvloer de aangeleerde technieken in groewp toepassen. De personeelsleden verbeteren en sturen elkaar aan en stellen zich voortdurend de vraag of zij werken volgens de aangeleerde manier. Door het ‘samen leren’, weet iedereen waarover het gaat als men een bepaalde technische term gebruikt en weegt het resultaat zwaarder door.
Lut Ruttens, adviseur-directeur in de gevangenis van Merksplas, getuigt over de flitstrainingen: “Sinds midden 2010 volgen onze personeelsleden stelselmatig de twee voornaamste flitstrainingen die door het OCPP worden aangeboden: fouille en rapportage. Vele van onze personeelsleden zijn al een aantal jaren ingedeeld in een vast team dat meestal een eigen werkwijze uitbouwt om een fouille uit te voeren en om een rapport aan de directeur te schrijven. Nieuwe personeelsleden, die een doorgedreven opleiding via het OCPP hebben gevolgd, brengen andere en nieuwe technische bagage binnen. Directieleden en penitentiair assistenten weten dat ervaring en gewoonte nogal eens durft te botsen met jong en aanstormend talent. Ons doel was om alle teamleden op vlak van fouille en rapportage met de neuzen in
Voor de groepen die reeds deelnamen, merken wij een positief resultaat. Personeelsleden bevragen elkaar wat leidt tot verfijnde technieken en minder nood aan interventie van een penitentiair assistent of directielid. Ook in 2011 maken wij gebruik van de flitstrainingen om verder te werken aan de verbetering en consolidatie van kennis bij onze personeelsleden met een bewakingsopdracht.”
Basisopleiding zorgteam De DGZG en het OCPP sloegen in 2010 de handen in elkaar om een basisopleiding uit te werken voor de zorgteams. Resultaat was een tweedelige opleiding waarin de nieuwe medewerker een ruim kader van zorgverlening in een penitentiaire context krijgt aangeboden.
komen aan bod. Daarnaast krijgt de zorgverlener informatie over het gerechtelijk parcours dat de geïnterneerden afleggen en over hun wettelijke toestand. Het eerste gedeelte wordt afgerond met een overzicht van de taken van de belangrijkste partners van het zorgteam binnen de gevangenis, zoals de PSD en de PBA’s. In het tweede gedeelte geven de opleiders meer uitleg over de meest voorkomende psychiatrische pathologieën in het gevangeniswezen. De zorgverleners leren hoe zij best omgaan met ziektes als psychose, schizofrenie, persoonlijkheidsstoornissen, mentale handicap, angst- en stemmingsstoornissen en parafilie. Daarnaast wordt het belang van zelfzorg en een zelfcoachingsplan toegelicht. De opleiders geven uitleg over de oorzaken en gevaren van stress, overspanning en burn-out en geven tips om deze te voorkomen. Voor dit tweede gedeelte werkte het opleidingscentrum samen met het Vormingscentrum Guislain. De reacties over de opleiding waren positief. Om nog meer aan de noden van de medewerkers van het zorgteam te voldoen, wordt de opleiding op basis van een evaluatie nog op een aantal punten aangepast.
In het eerste, meer theoretische gedeelte maken de cursisten kennis met de werking van het zorgteam en de DGZG. Zowel de richtlijnen voor de zorgequipes als het beroepsgeheim, deontologie en medische ethiek binnen de interneringszorg
45
Nieuw ICT-lokaal in het OCPP Merksplas
E-learning in het OCPP Brugge
Het OCPP Merksplas beschikt sinds 2010 over een eigen ICT-lokaal voorzien van 8 PC’s en de nodige lesinfrastructuur. Voordien moest het OCPP de PC’s telkens opstellen in een gewoon leslokaal. In dit lokaal kunnen de cursisten tijdens de opleidingen ‘Veilige inkom’ werken met de RX-simulator. Ook de praktijkmodule uit de basisopleiding van het griffiepersoneel vindt hier voortaan plaats.
In oktober 2010 opende het nieuw ingericht PC-lokaal van het OCPP Brugge haar deuren. Het lokaal beschikt over 18 operationele PC’s en is voorzien van de nodige infrastructuur om hier lessen en cursussen te geven. De directie ICT leverde de soft- en hardware, terwijl de technische dienst van het penitentiair complex in Brugge de nodige kabels trok. Het opleidingscentrum richtte het lokaal in en organiseert de opleidingen. Op 1 november 2010 ging hier het proefproject ‘e-learning’ van start met de uitbouw van het digitaal leerplatform ‘Moodle’. Dit is wereldwijd de meest gebruikte webapplicatie om online leersites aan te maken en weer te geven. Het OCPP gebruikt dit leerplatform in de eerste plaats om penitentiair bewakingsassistenten bepaalde elementaire computervaardigheden aan te leren via webcursussen Word, Excel en Powerpoint. De studenten kunnen hun testen afleggen op Moodle, waarna het programma deze zelf verbetert. Resultaat is een vermindering van de werklast voor het OCPP en een papierbesparing.
46
Het proefproject ‘e-learning’ is een grote stap vooruit in de richting van een gemoderniseerde basisopleiding. Het OCPP verbindt zich er dan ook toe om expertise op te bouwen in deze materie. Zo krijgen alle lesgevers in de toekomst een opleiding om cursisten te begeleiden in hun e-learningtraject en kunnen een aantal medewerkers een opleiding in ‘Exe’ en ‘Articulate’ volgen. Dankzij deze programma’s zullen zij zelf e-learningcontent kunnen creëren en dus eigen cursussen ontwikkelen en aanbieden. Ten slotte ontving één personeelslid van het OCPP een beurs van het ‘Lifelong Learning Programme’ (LLP) voor de opleiding ‘Creating your own E-learning content in school education and adult education’, die plaatsvindt in Ancona in april 2011. Cursisten kunnen in het PC-lokaal ook terecht voor zelfstudie of kunnen opzoekingen doen op het intra- en internet voor hun eindwerk.
Opleiding interne trainer conflict- en agressiebeheersing
slaagden in de opleiding en ontvingen in september hun diploma tijdens de diploma-uitreiking in het OCPP Merksplas.
Het OCPP van Merksplas organiseerde dit voorjaar opnieuw een opleiding interne trainer conflict- en agressiebeheersing. Tijdens een intensieve basisopleiding van 20 dagen maakten de cursisten kennis met verschillende technieken in conflicten agressiehantering (theorie en praktijk). Zij werden klaargestoomd als interne trainer en leerden hoe zij deze kennis en vaardigheden zo goed mogelijk konden overdragen aan het personeel in de gevangenissen.
Pascal Notteboom, PBA ploegchef in het OCPP, getuigt over zijn ervaringen:
Op het einde van de opleiding werden de kandidaat-trainers geëvalueerd op basis van een eindproef. In aanwezigheid van een jury gaven zij een theoretische les over conflict- en agressiebeheersing en leerden zij hun medecursisten enkele zelfverdedigingstechnieken aan. 14 nieuwe interne trainers
“In het OCPP Merksplas begon ik in het voorjaar 2010 samen met 15 collega’s aan een opleiding van 20 dagen tot ‘interne trainer conflict- en agressiebeheersing’. De interne trainers staan in voor de opleiding van het personeel in de penitentiaire inrichtingen opdat iedereen op een professionele wijze kan omgaan met conflicten en agressie.
Tijdens het theoretische gedeelte leerden wij over communicatie, verschillende soorten angsten, omgaan met agressie, het vijffasenmodel, multiculturaliteit en het wettelijk kader. Ook werden wij getraind in het lesgeven zelf. Tijdens het praktische luik werkten wij aan onze fysieke paraatheid en kwam het erop aan de tien basistechnieken (o.a. bevrijdingen en klemmen) onder de knie te krijgen. Daarna leerden wij hoe een volledige training, bestaande uit een opwarming, basistechnieken en ‘cool down’, te geven, wat zeer leerrijk was. Het was een leerzame en fantastische opleiding, waarvoor mijn dank.”
Vooraleer wij mochten starten met de opleiding werden alle kandidaten onderworpen aan een selectieprocedure. De selectie omvatte twee luiken. Een eerste luik bestond uit de euro-fittest en coopertest die wij aflegden onder leiding van gebrevetteerde sportmonitoren van Bloso in een sportcomplex in Brussel. Vervolgens was er een mondeling gesprek met een jury. De opleiding zelf bestond uit theorie en praktijk.
47
FOCUS Partnerschap tussen Europese opleidingscentra voor gevangenispersoneel In april 2010 vond in Toledo de derde Europese vergadering plaats van de opleidingscentra voor gevangenispersoneel. Op het programma stonden het delen van ervaringen over de plaats van deontologie in de programma’s van de basisopleiding, de voortgezette opleiding en vooral de ondertekening van een internationaal partnerschap tussen de opleidingscentra. Deze overeenkomst omschrijft de rollen en verantwoordelijkheden van de partijen die toetreden tot het Europese netwerk van opleidingscentra voor gevangenispersoneel. Zij is zowel het resultaat van het werk waarmee in 2009 in Rome werd gestart, als het beginpunt van meer gestructureerde uitwisselingen tussen Europese buurlanden. Aanbeveling nr. R(2006)2 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa aan de lidstaten over de Europese gevangenisregels bepaalt: >> ‘dat de uitvoering van vrijheidsstraffen en de aanpak van gedetineerden rekening dient te houden met voorschriften inzake veiligheid, beveiliging en tucht en tegelijkertijd voorwaarden moet garanderen die de menselijke waardigheid niet in het gedrang brengen, daarnaast ook constructieve activiteiten bieden en een aanpak om de voorbereiding op de re-integratie in de maatschappij mogelijk te maken’ (...); >> ‘dat het van belang is dat de lidstaten van de Raad van Europa voort blijven doen met het bijwerken en naleven van gemeenschappelijke regels met betrekking tot hun penitentiair beleid’ (...)
48
>> ‘dat het respecteren van deze gemeenschappelijke regels de internationale samenwerking op dit vlak zal versterken’. Binnen dit perspectief is de opleiding van het gevangenispersoneel van essentieel belang en is zij een strategische investering voor de toepassing van maatregelen en straffen. Bijgevolg hebben de ondertekenaars zich ertoe verbonden: >> de uitwisseling van kennis, inhoud, programma’s en goede praktijken te bevorderen >> de transnationale mobiliteit van personeel in opleiding en opleiders te vergemakkelijken >> de communicatie tussen de verschillende partners die lid zijn van het netwerk uit te bouwen Van alle samenwerkingsdomeinen verdienen volgende aspecten de nodige aandacht: >> de identificatie van gemeenschappelijke competentiemodellen >> de selectie en de opleiding van de opleiders >> de evaluatie van de opleiding >> de wetenschappelijke referentiemodellen >> de ethische en deontologische regels De discussies in Toledo gingen vooral over het laatste punt. Het Belgische optreden werd bijzonder geapprecieerd. De aanpak die België kiest, verzoent immers de kennis van de regels met de toepassing ervan. Hoewel België niet over een strikte deontologische code beschikt, maakt zij gebruik van de bestaande bronnen als leidraad voor de cursussen en worden de handelingen ingeoefend door rollenspellen en discussies over moeilijke situaties.
Vrijwel alle aanwezige landen hebben de overeenkomst ondertekend: Andorra, België, Catalonië, Kroatië, Spanje, Frankrijk, Italië, Noorwegen, Roemenië en Zweden. Engeland, Ierland en Duitsland hebben voor het eerst deelgenomen als waarnemer en waren sterk geïnteresseerd in de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken tussen de verschillende centra. De Raad van Europa, die ook vertegenwoordigd was, overweegt om het netwerk te ondersteunen en heeft aan de Belgische opleidingscentra gevraagd alle relevante informatie over hun programma’s over te maken. Sindsdien komen de eerste uitwisselingen gaandeweg tot stand. In september heeft het CFPP twee nieuwe Franse stagiair-directeurs verwelkomd. De contacten worden verdergezet met Roemenië en Spanje, dat de invoering van gendergemengdheid bij de penitentiair bewakingsassistenten overweegt, en met Zweden, dat aan het CFPP enkele tools rond deontologie heeft bezorgd. In juli 2011 staat een vergadering in Noorwegen op de agenda.
Buitendiensten De Belgische strafinrichtingen bestaan uit twee groepen: de arresthuizen en de strafhuizen. In een arresthuis worden personen in hechtenis opgesloten in toepassing van de wet op de voorlopige hechtenis, de zogenaamde beklaagden. In een strafhuis verblijven personen die veroordeeld zijn tot een vrijheidsberovende straf of maatregel. De inrichtingen voor strafuitvoering zijn onderverdeeld in drie categorieën: >> open inrichtingen met beperkte veiligheidsvoorzieningen. Gedetineerden die hier verblijven aanvaarden vrijwillig een opvoedingsregime met minieme dwangmiddelen. >> halfopen inrichtingen met een cellulair regime ’s nachts en met tewerkstelling overdag in open lucht of in werkplaatsen. >> gesloten inrichtingen met alle nodige bewakingsmiddelen en versterkte veiligheidsvoorzieningen (zoals een
omheiningsmuur, tralies en veiligheidsdetectie). Hier verblijven gedetineerden die niet in aanmerking komen om te worden doorverwezen naar een open of halfopen inrichting.
In Paifve bevindt zich een inrichting tot bescherming van de maatschappij waar geïnterneerden door de Commissie tot Bescherming van de Maatschappij worden geplaatst om een aangepaste psychiatrische behandeling te volgen.
In 2010 telde België 31 gevangenissen, waarvan 15 in Vlaanderen, 14 in Wallonië en 2 in Brussel.
Om de overbevolking in de Belgische gevangenissen op korte termijn aan te pakken huurt het DG EPI voor drie jaar 500 detentieplaatsen in de penitentiaire inrichting van Tilburg.
Jongeren die als minderjarige een ‘als misdrijf omschreven feit’ hebben gepleegd en die niet in een gemeenschapsinstelling kunnen worden geplaatst, kunnen onder bepaalde voorwaarden worden ondergebracht in een van de gesloten federale centra voor jongeren in Everberg, Tongeren en SaintHubert. In Tongeren en Saint-Hubert kunnen ook jongeren geplaatst worden die als minderjarigen werden ‘uit handen gegeven’ door de jeugdrechter.
49
Andenne In 1997 werd de gevangenis van Andenne geopend als strafhuis met een gesloten regime. De meeste veroordeelden die hier verblijven, ondergaan lange straffen.
‘Fêtes de la musique’ Gemiddelde bevolking
379,9
Mannen
379,9
Vrouwen
0,0
Beklaagden
8,7
Veroordeelden
370,9
Geïnterneerden
0,0
Andere Gewoon regime
0,3 379,9
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,0 396,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
5,00
Totaal Attachés
2,00
Totaal Administratief
24,80
Totaal Medisch
6,60
Totaal PSD
16,46
Totaal Bewaking/Techniek
308,65
Totaal Erediensten
1,80
Totaal Buiten kader Totaal
50
365,31
Sinds drie jaar organiseert de gevangenis van Andenne concerten in het kader van de ‘Fêtes de la musique’. Dit concert vond samen plaats met het gelijknamige muziekfestival dat de Franse Gemeenschap buiten de gevangenismuren organiseert. De gedetineerden voelen zich op zo’n moment minder uitgesloten van wat zich buiten de gevangenis afspeelt. Enkele uren lang voelen zij op die manier een band met de buitenwereld. In 2010 stonden de zanger ‘Pitcho’ en de groep ‘Musta Largo’ op het podium. Aangezien dit festival gepaard ging met het nodige lichtspel, vond de voorstelling plaats in de bezoekersruimte.
Minivoetbalwedstrijd In mei vond een minivoetbalwedstrijd plaats tussen een team van gedetineerden en spelers van het team ‘Action 21’. De sportmonitor selecteerde de gedetineerden enkele weken voordien tijdens intensieve trainingen. De wedstrijd werd georganiseerd in het kader van ‘La semaine contre le racisme et les discriminations’. Twee maanden voordien konden de gedetineerden de film ‘Hooligans’ bekijken als voorproefje op het voetbalevenement.
Deze activiteit had tot doel de gedetineerden met de nodige omkadering de wedstrijd te laten spelen met professionelen uit de buitenwereld. Zelfbeheersing, beheersing van gevoelens en teamgeest zijn stuk voor stuk belangrijke kwaliteiten die de gedetineerden (opnieuw) kunnen leren dankzij een teamsport. Zij moeten de regels naleven en worden gestraft indien zij een fout begaan. De wedstrijd verliep in een gezellige sfeer met veel ‘fairplay’. De aanwezige pers bracht verslag uit over dit positieve en constructieve evenement.
Café philo In de gevangenis vond in 2010 voor de tweede keer op rij een ‘café philo’ plaats. Dit jaar stond een student-bibliothecaris in voor de organisatie van en het toezicht op de vergaderingen, in samenwerking met de opvoedster en de bibliotheekverantwoordelijke. De gedetineerden die interesse hadden voor filosofische boeken, kwamen tijdens drie sessies samen om hun indrukken over de verschillende werken uit te wisselen. In deze workshop konden zij vertellen wat zij van de werken vonden en hun leeservaringen delen. De gedetineerden waardeerden deze ontmoetingen die hen aanzetten tot nadenken en waarbij zij zaken in vraag konden stellen.
Onthaal van nieuwe gedetineerden
Duurzame ontwikkeling
De opvoedster in de gevangenis van Andenne staat in voor het onthaal van nieuwe gedetineerden. Zij geeft hen informatie over de verschillende diensten en de activiteiten die de gevangenis organiseert alsook over de algemene organisatie en het verloop van het dagelijkse leven in de inrichting. Zij beantwoordt ook vragen van de gedetineerden. Deze ontmoeting is een aanvulling op het onthaal door de gevangenisdirectie en de psychosociale dienst. De gedetineerden hebben op die manier een eerste contact met iemand die vaak in de het cellencomplex aanwezig is en die voor hen een contactpersoon blijft tijdens hun detentie. Omdat de gedetineerden tijdens dit gesprek praktische vragen kunnen stellen, wordt het werk van de personeelsleden op de afdeling enigszins verlicht. Gedetineerden voelen bovendien vaak een angst voor het onbekende wanneer zij in een nieuwe inrichting worden opgesloten. De gesprekken helpen om deze angst weg te nemen.
De gevangenis van Andenne wil een beleid rond duurzame ontwikkeling uitbouwen. Daarom is het belangrijk om het gebouw goed te kennen vooraleer zij in nieuwe technologieën, zoals zonnepanelen, warmtepompen, enz. investeert. Daarnaast wil de gevangenis haar energieverbruik beheren om hier een maximaal rendement uit te halen. Verschillende parameters voor de regeling van de verwarming en de pulsiegroepen werden aangepast, wat een gunstige invloed had op het verbruik van gas en elektriciteit. Met een maandelijks overzicht van de verschillende soorten verbruik kan de invloed van deze parameters worden vastgesteld. De studie van een warmtekrachtkoppelingsinstallatie in de gevangenis wordt momenteel onderzocht. In 2011 wil de gevangenis het volledige dak van het cellencomplex isoleren.
51
focus Partnerplatform ‘Connexion Réinsertion’ Ontstaan Eind 2004 bleek dat verschillende externe partijen regelmatig naar de strafinrichting komen om informatiesessies of lessen te geven. Daaruit volgden bedenkingen en besprekingen tussen actoren van binnen en buiten de gevangenis. Deze hebben geleid tot de invoering van een project rond re-integratie. Zo ontstond het concept van een platform, met de naam Partnerplatform ‘Connexion Réinsertion’. De coördinatie van het project was destijds in handen van de herstelconsulent. Nu zijn de organisatiepartners de ‘Service d’Aide aux Détenus’ uit Hoei, de Forem van Namen en de lokale directie van Andenne. Het doel is tweeledig. Enerzijds leren de externe actoren elkaar beter kennen. Anderzijds hebben de gedetineerden de mogelijkheid hen te zien, hen direct aan te spreken en de vragen te stellen die zij nuttig achten voor hun re-integratie. Hierdoor krijgen zij de mogelijkheid om informatie in te winnen bij professionals die rechtstreeks of onrechtstreeks een rol spelen bij hun re-integratie.
ziekenfondsen, opvangtehuizen, opleidingsinstituten, bemiddelingsdiensten, diensten die hulp bieden aan verslaafden, enz. De voormiddag is gewijd aan de professionals die onderling gegevens uitwisselen over hun praktijken en de namiddag is gewijd aan de gedetineerden. Elke externe dienst stelt een stand op met affiches en brochures die hun rol en functie verduidelijken, in het bijzonder ten aanzien van de gedetineerden. Dat geeft hen de mogelijkheid algemene informatie te geven over wat zij voorstellen, over toelatings- of toekenningsvoorwaarden, over de deskundigen die zij kunnen contacteren, over de voorafgaande stappen die zij moeten ondernemen, enz. Bovendien kan de dienst de gedetineerde op die manier oriënteren of heroriënteren naar andere re-integratiepistes.
Nieuw in 2010
Praktijk
Op 22 oktober 2010 werd de vijfde editie van het partnerplatform ‘Connexion Réinsertion’ georganiseerd. Die dag vormde de gelegenheid om een nieuwe formule te testen. Tijdens de vorige evaluaties kwam een duidelijke wens naar voren, namelijk de behoefte aan een uitwisselingsmoment tussen de verschillende partners in plaats van een gewone voorstelling van de diensten.
Concreet komt het erop neer één dag per jaar vrij te houden om de gedetineerden en de sociale partners de kans te geven elkaar te ontmoeten. De diensten die uitgenodigd zijn, zijn van uiteenlopende aard, maar allemaal hebben zij, van ver of van dichtbij, te maken met de sociale re-integratie van de gedetineerde. Het gaat om CPAS, Onem, Forem,
In 2010 werd de voormiddag, die nog steeds gewijd was aan de professionals, in twee delen opgedeeld. Tijdens het eerste deel werd informatie gegeven over het verblijf van een gedetineerde in de gevangenis en de voorbereiding van zijn vertrek uit de gevangenis. Het tweede deel was gewijd aan de uitwisselingen tussen professionals verspreid over
52
verschillende werkgroepen. Zo konden drie groepen worden samengesteld. De verslagen van die voormiddag worden later opgesteld, maar het succes van deze formule was meteen duidelijk. De externe actoren willen de gevangenis en haar werking en ook de geldende wetgeving betreffende het administratief beheer van de gedetineerden, beter leren kennen.
Conclusie De gevangenis van Andenne ontving op 22 oktober meer dan 20 externe diensten. Meer dan 90 gedetineerden hadden zich ingeschreven. De balans is op alle vlakken positief. De interesse voor dit initiatief blijft in de loop van de jaren groeien, zowel bij de gedetineerden die zo werkelijk hulp vinden voor de stappen die zij ondernemen, als bij de externe diensten die door deze toegang tot de inrichting de mogelijkheid hebben om de richtlijnen, remmingen en beperkingen in verband met de detentie te begrijpen.
Antwerpen De gevangenis van Antwerpen werd in 1855 in gebruik genomen en werd ondertussen grondig gerenoveerd. De inrichting fungeert grotendeels als een arresthuis en beschikt over een vrouwenafdeling en een psychiatrische annex. Gemiddelde bevolking
665,5
Mannen
623,7
Vrouwen
41,7
Beklaagden
521,5
Veroordeelden
57,1
Geïnterneerden
81,7
Andere Gewoon regime
5,2 645,2
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,2
Beperkte detentie
11,6
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
Totaal Directie
6,00
Totaal Attachés
2,00
Totaal Administratief
22,05
Totaal Medisch
14,05
Totaal Bewaking/Techniek Totaal Erediensten
Het interfoniesysteem, de slotensturing en de camerabewaking werden volledig vernieuwd. Het oude systeem bleef intussen functioneren zodat de veiligheid van de inrichting tijdens de werkzaamheden verzekerd bleef en het leven binnen de gevangenis zijn normale gang kon blijven gaan. De werken werden uitgevoerd door privéaannemers in opdracht van de Regie der Gebouwen en in samenwerking met de technische dienst van de gevangenis, een mooi staaltje van partnerschap.
De gevangenis vernieuwde de hoog- en laagspanningscabine met behoud van de transformatoren en een spanningsverhoging tot 15 000 volt. De inrichting functioneerde voordien op 6 800 volt, wat ontoereikend was en regelmatig voor stroompannes zorgde. Tijdens dit technisch gespecialiseerde werk ging het leven in de gevangenis zijn gewone gang, omdat een mobiele groep de inrichting van stroom bleef voorzien. Ook dit is een project van de Regie der Gebouwen in samenwerking met de diensten van het DG EPI. Daaraan gekoppeld werd ook de noodverlichting volledig vernieuwd.
8,4 439,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal PSD
Meer veiligheid
Hoog- en laagspanningscabine
11,30
Momenteel beschikt de gevangenis van Antwerpen over interfonie op alle cellen, gangen en de centrale kernen. Daarnaast werd het cameratoezicht aanzienlijk verhoogd met 102 binnencamera’s, 62 camera’s geplaatst op de perimeter en 17 doomcamera’s die kunnen bediend worden vanuit de toezichtlokalen op de wandelingen, de centrale kern op het gelijkvloers en de bunker. Alle beelden van de camera’s blijven zeven dagen beschikbaar en kunnen opgevraagd worden.
264,00 5,20
Totaal Buiten kader Totaal
324,60
53
Ziekteverzuim aangepakt Afwezigheid wegens ziekte is een vaakvoorkomend probleem binnen de gevangenissen. Om dit probleem aan te pakken richtte de gevangenis van Antwerpen een werkgroep op bestaande uit de personeelsdirecteur, de arbeidsgeneesheer, de preventieadviseur, een penitentiair assistent en afgevaardigden van de drie vakbonden. Zij maakten werk van een verzuimprotocol met een preventieve, repressieve en curatieve aanpak. Vernieuwend binnen het Antwerpse verzuimbeleid is de focus op de verzuimgesprekken die vanaf 2011 zullen starten. Een voorbeeld van deze preventieve aanpak is het project ‘Stappentellers’ voor het personeel. De gevangenis startte dit project op in samenwerking met de sportfunctionarissen van vzw De Rode Antraciet. Elk personeelslid kan op vrijwillige basis aan een conditietest deelnemen en met een plan op maat aan de slag gaan. 114 personeelsleden begonnen aan de sessies start-to-run, swim and bike. Na elke test kregen de deelnemers een stappenteller met als doel om na tien weken dagelijks 10 000 stappen te zetten.
54
Meer bezoekmogelijkheden voor gedetineerden De bezoekzaal van de gevangenis is qua grootte niet evenredig met het bevolkingsaantal. Voor het tafelbezoek zijn acht tafels voorzien waar telkens maximum één gedetineerde en drie bezoekers kunnen plaatsnemen. Sinds 2010 worden acht bezoekreeksen per dag georganiseerd en vinden ’s avonds twee extra bezoekreeksen plaats. Bezoekers die tijdens de daguren andere verplichtingen hebben, krijgen op die manier meer kansen om de gedetineerde te bezoeken. Ook het kinderbezoek werd van twee naar drie bezoeken per maand uitgebreid om de wachtlijsten te verkorten.
Hufterproof fitnesstoestellen op de wandeling Omwille van de overbevolking is de gevangenis van Antwerpen om veiligheids- en infrastructurele redenen beperkt in de organisatie van (sport)activiteiten. De vraag naar lichaamsbeweging is in het algemeen nochtans zeer groot bij de gedetineerden. De directie is er bovendien van overtuigd dat sport en lichaamsbeweging moeten aangemoedigd worden omdat gedetineerden hier hun energie in kwijt geraken.
Door het installeren van een sporteiland, het sportpoint, op de wandelplaats hebben de gedetineerden een extra mogelijkheid om aan sport te doen. De gedetineerden die tijdens hun detentie aan hun conditie willen werken of die lichaamsbeweging nodig hebben om negatieve gevoelens te kanaliseren, kunnen hun tijd op de wandeling gebruiken om te fitnessen. Het sportpoint bestaat uit zes toestellen die elk een andere spiergroep trainen. Dit toestel werd verankerd in de bodem en het systeem is zo ontworpen dat de gewichten vast bevestigd zijn. Gedetineerden kunnen ook tijdens de georganiseerde conditietraining van deze toestellen gebruik maken.
focus Beter onthaal van de inkomende gedetineerde Interculturaliseringsproces De gevangenis van Antwerpen startte in 2008 een interculturaliseringsproces op van haar onthaalbeleid en dit in samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap en het Antwerps Minderhedencentrum De8, dat gespecialiseerd is in interculturele communicatie. Aanleiding hiervan was het rapport ‘Divers Geboeid’ dat door De8 werd geschreven nadat zij een onderzoek rond etnisch-culturele minderheden gevoerd hadden in de gevangenis. In dit rapport vestigde De8 de aandacht op het belang van communicatie tijdens het onthaal en gaf zij aanbevelingen om met taaloverbruggende middelen de communicatie te verbeteren in een multiculturele context.
Wegwijzer In het kader van het actieplan rond diversiteit, richtte de gevangenis de stuurgroep ‘diversiteit’ op met vertegenwoordigers van De8, de Vlaamse Gemeenschap en de gevangenis. Deze stuurgroep werkte een instrument uit om het onthaal van de gedetineerden en de communicatie met hen verder uit te bouwen en te verbeteren. Zij besteedde aandacht aan anderstalige inkomende gedetineerden. Het instrument werd de ‘Wegwijzer voor je Inschrijving’, of kortweg de ‘Wegwijzer’ gedoopt. Het onthaalproces van de inkomende gedetineerde (vanaf de aankomst in de gevangenis tot de aankomst op cel) omvat vijf verschillende stappen: de aankomst in de gevangenis in de
wachtzaal bij de portier, de inschrijving bij de griffie, de inschrijving in het bad, een kort onderhoud met de verpleegkundige van de medische dienst en ten slotte de aankomst in de cel. De Wegwijzer werd opgebouwd rond deze vijf verschillende stappen. Per stap wordt kort omschreven wat deze stap inhoudt, zodat de gedetineerde weet wat hij kan verwachten. Wanneer de gedetineerde in de gevangenis toekomt, neemt hij plaats in de wachtzaal en ontvangt hij de Wegwijzer. De gedetineerde houdt de Wegwijzer bij zich tijdens elke stap van het onthaalproces. De informatie in de Wegwijzer wordt uitgelegd in eenvoudige taal. Aangezien De8 gespecialiseerd is in interculturele communicatie deed de gevangenis beroep op hun expertise om met pictogrammen de tekstuele informatie visueel te ondersteunen. De Wegwijzer is beschikbaar in het Nederlands, Frans, Engels en Duits. In afwachting van de verdere uitwerking van het actieplan ‘diversiteit’ koos de gevangenis ervoor zich momenteel te beperken tot deze vier talen.
Evaluatie
informeert enerzijds de inkomende gedetineerden en bevordert anderzijds de communicatie met het personeel. De evaluatie leverde ook een aantal aanbevelingen op: het draagvlak bij het personeel moet groter worden, sommige pictogrammen zijn niet duidelijk genoeg en de Wegwijzer moet naar meer talen vertaald worden. De gevangenis wil de Wegwijzer verder optimaliseren. De eerste contacten met professionele communicatiebureaus werden gelegd om te bekijken of hun expertise kan bijdragen tot de verdere ontwikkeling van dit instrument.
Standaardvragenlijst voor personeel De stuurgroep werkte ook aan andere stappen van het onthaalproces. In samenwerking met De8 bekeken zij hoe een standaardvragenlijst kon worden ontwikkeld voor het personeel. De bedoeling is dat de vragen die het personeel stelt bij het onthaal van de gedetineerde, vertaald zullen worden in meerdere talen. Indien een communicatieprobleem opduikt, kunnen zij deze vragenlijsten gebruiken om de nodige informatie te verkrijgen van de gedetineerde. Ook voor het bewakingskader zit een checklist van alle te stellen vragen, te geven informatie en opdrachten aan de gedetineerden in de pijplijn. Het interculturaliseringsproces in de gevangenis van Antwerpen is dus zeker nog niet ten einde.
In januari 2010 ging de gevangenis van start met de Wegwijzer. Een medewerker van De8 evalueerde drie weken lang het gebruik van dit instrument. Zowel de inkomende gedetineerden als personeelsleden werden hierbij betrokken. Uit deze evaluatie bleek dat de Wegwijzer voor duidelijkheid zorgt bij de inkomende gedetineerden en dus ook voor meer rust. De gedetineerden weten wat zij kunnen vragen en stellen bijgevolg ook meer gerichte vragen. De Wegwijzer
55
Aarlen
Arlon
Gemiddelde bevolking
124,5
Mannen
124,5
Vrouwen
0,0
Beklaagden
41,3
Veroordeelden
83,2
Geïnterneerden
0,0
Andere Gewoon regime
0,0 123,5
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
1,1
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,0 111,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
1,00
Totaal Attachés
1,00
Totaal Administratief
6,80
Totaal Medisch
3,00
Totaal PSD Totaal Bewaking/Techniek Totaal Erediensten
3,95 102,85
56
Lokale opleiding voor contractuele PBA’s Omdat de gevangenis van Aarlen in een uithoek van de provincie Luxemburg gelegen is, heeft zij het moeilijk om haar statutair personeel in dienst te houden. De inrichting beschikt dan ook bijna uitsluitend over contractuele bewakingsassistenten. Opdat zij zo snel mogelijk kunnen meedraaien, worden op lokaal niveau drie opleidingsdagen georganiseerd. Tijdens deze dagen schetsen verschillende actoren de essentiële aspecten van de werking van de inrichting. Elke verantwoordelijke komt zijn dienst, zijn taak en de taak van zijn medewerkers voorstellen. De directie ziet erop toe dat een zo veelzijdig mogelijk beeld wordt geschetst van de taken van de betrokkenen en wijst ook op het belang van deontologie, loyauteit en het beleid van de gevangenis. De penitentiair assistenten behandelen onderwerpen als veiligheid, het huishoudelijk reglement, het arbeidsreglement, de tuchtprocedure aan de hand van een praktijkoefening en het opstellen van een verslag voor de directeur.
1,00
Totaal Buiten kader Totaal
Sinds 1867 fungeert de gevangenis van Aarlen als arresthuis en strafhuis. Vooral gedetineerden uit Brussel, Luik, Charleroi en omgeving worden hier ondergebracht. Omdat vele vreemdelingen niet over een geldige verblijfsvergunning beschikken, is de in- en uitstroom van deze inrichting erg groot.
119,60
De personeelsleden van de griffie en de boekhouding geven toelichting bij hun specifieke opdrachten en welke
medewerking zij verwachten van het bewakingspersoneel. Een verpleegster geeft uitleg over de werking van de medische dienst, maakt de personeelsleden bewust van het belang van hygiëne en herinnert hen aan de verplichtingen van de arbeidsgeneeskunde (opsporing van tuberculose, medische onderzoeken). Een maatschappelijk werker van de psychosociale dienst licht de taken van de PSD toe, waarbij hij een onderscheid maakt tussen het aspect zorg en het aspect expertise. Ten slotte stelt een personeelslid van de federale politie, afdeling drugs, een ‘drugskoffer’ voor met de verboden middelen die kunnen worden gevonden alsook de zichtbare effecten van drugsgebruik. Aan het einde van de derde opleidingsdag wordt de opleiding samen met de cursisten geëvalueerd.
Evaluatiesysteem voor contractuele PBA’s De directie heeft in samenwerking met de penitentiair assistenten een evaluatiesysteem voor de contractuele bewakingsassistenten ingevoerd. De ploegchefs vullen een evaluatiefiche in met hun bevindingen en opmerkingen over de bewakingsassistenten. Een penitentiair assistent verzamelt de fiches en maakt een samenvatting die als basisdocument dient voor een evaluatiegesprek tussen het personeelslid, de directeur en de penitentiair assistent. De regelmaat van de evaluaties hangt af van de dienstanciënniteit. De zwakke en sterke punten van het personeelslid worden met hem besproken. Hierbij wordt hij aangemoedigd om zijn sterke punten verder te ontwikkelen en zijn zwakke punten aan te pakken. Daarnaast krijgt hij verbeter- en
aanpassingsvoorstellen aangereikt. Toch blijkt soms dat een personeelslid niet aan het profiel beantwoordt, waardoor de directie gedwongen is het contract niet te verlengen.
Opleidingen voor gedetineerden De gevangenis telde in 2010 gemiddeld 124 gedetineerden en stelt dagelijks een vijftigtal te werk via huishoudelijk of industrieel werk, als verantwoordelijke voor het meubilair van de gebouwen of in de boekbinderij. In 2010 werden de opleidingen voor gedetineerden herwerkt. Door de geografische ligging van de inrichting is het opleidingsaanbod beperkt. In de stad Aarlen en omstreken zijn minder opleidingsinstituten dan in de grote steden. Bovendien zijn er qua infrastructuur te weinig ruimtes en lokalen beschikbaar om de gedetineerden een breder opleidingsaanbod te kunnen aanbieden. In 2010 organiseerde de gevangenis een alfabetiseringsmodule (door de vzw Lire et Ecrire) en een initiatiecursus Engels (door de Ecole Commerciale et Industrielle de la ville d’Arlon). De gedetineerden hebben toegang tot de bibliotheek en tot een computerzaal als zij geen pc op cel hebben. Doordat de gedetineerden deze pc’s kunnen gebruiken, kunnen zij niet alleen aan hun lessen werken maar ook aan hun reclasseringsplan. De actieve actoren van het Gewest die deel uitmaken van het lokaal follow-upcomité hebben de opleidingen opnieuw opgestart en werken aan de motivatie van de gedetineerden. De Franstalige Gemeenschap en de coördinator van de
opleiding voor gedetineerden hebben het werk van dit comité positief geëvalueerd.
Wedstrijd gezelschapsspelen Naar aanleiding van een voorstel dat de gedetineerden hebben aangebracht via de vertegenwoordigers van het overlegorgaan voor gedetineerden, vond een wedstrijd gezelschapsspelen plaats. De gedetineerden moesten dit volledig zelf organiseren. De inrichting zorgde enkel voor de gezelschapsspelen en de lokalen. Om zoveel mogelijk deelnemers de kans te geven mee te kunnen spelen, werd gekozen voor schaken, dammen en ‘Vier op een rij’. Per spel konden drie prijzen (5, 10 en 15 euro telefoonkrediet) worden verdiend. De directie vroeg de gedetineerden om feedback over deze activiteit. De gedetineerden vinden het belangrijk om elkaar binnen een andere context te ontmoeten dan tijdens de wandeling of op sectie om zo een andere relatie op te bouwen. Een spel maakt het voor sommigen gemakkelijker om zich uit te drukken en hun gevoelens te tonen. Deze wedstrijd heeft gedetineerden uit verschillende culturen, leeftijden en talen verenigd. Hoewel deze nieuwe activiteit een gerichte activiteit was, bracht zij afwisseling in de gevangenisroutine. De gedetineerden zijn vragende partij voor nog meer van dit soort activiteiten.
57
focus Lokale werving van contractuele PBA’s Wegens het grote verloop van het bewakingspersoneel in 2010 (45%), was het een moeilijke opdracht om het personeelskader aan te vullen en te stabiliseren. De geografische afstand tussen de gevangenis in Aarlen en de woonplaats van vele personeelsleden heeft altijd al problemen opgeleverd. Minder dan 10% van de PBA’s woont in de streek van Aarlen. De meeste leden van het bewakingspersoneel leggen bijna 170 km (heen en terug) af om te komen werken. Zij komen vooral uit het noorden van de provincie Luxemburg en uit de provincie Luik, maar ook uit de provincie Namen en soms uit Waals-Brabant. Het is dan ook niet verwonderlijk dat tijdens elke mutatiecyclus veel verzoeken om overplaatsing worden ingediend. De opening van het gesloten federaal centrum voor jongeren in maart 2010 in Saint-Hubert, zette een groot aantal personeelsleden van de gevangenis van Aarlen ertoe aan naar die inrichting te gaan. Om dat grote personeelsverloop op te vangen was het nodig om contractuele PBA’s te werven. De inrichting werkte hiervoor samen met de Forem van Aarlen en organiseerde informatiesessies in hun kantoren. De Forem lokte via haar communicatiekanalen (televisiespots, geschreven pers, aankondigingen, enz.) ongeveer 110 personen naar de drie informatiesessies (op 19, 23 en 24 maart 2010). Tijdens die sessies lichtte een penitentiair technisch deskundige de werkcontext en de functie toe en gaf verdere
58
uitleg bij de praktische regeling van de werving. Die deskundige gaf ook nuttige tips ter voorbereiding van het examen. In totaal ontving de gevangenis ongeveer 150 kandidaturen, sommige tijdens de informatiesessies van de Forem, andere in de vorm van spontane sollicitaties en nog andere via de website van Selor. De kandidaturen werden gesorteerd op basis van de inschrijvingscriteria. Deze criteria bepalen dat zij houder moeten zijn van een getuigschrift van hoger secundair onderwijs en minstens 20 jaar zijn bij indiensttreding. Vervolgens werden de kandidaturen gescand en doorgestuurd naar de personeelsdienst die belast is met de oproepingen. 127 kandidaten konden deelnemen aan de werving en werden over negen intensieve selectiedagen gespreid. Een directrice, twee psychologen, twee penitentiair assistenten en een administratieve assistent selecteerden ten slotte 23 personen die mogelijk in dienst konden komen. Door een beroep te doen op en de steun van alle personeelsleden van de gevangenis van Aarlen zijn uiteindelijk een tiental personeelsleden in dienst kunnen treden en kon een reserve worden opgebouwd waaruit het detentiecentrum in Saint-Hubert ook putte om zijn personeelskader aan te vullen. Een nadeel is dat de nieuwe PBA’s een contract hebben van bepaalde duur wat enige onzekerheid creëert bij de personeelsleden. Het voordeel van deze werving is dat mensen van de streek de kans krijgen om dicht bij huis te werken. Bovendien worden op die manier de mutaties afgeremd waarmee de inrichting te maken heeft.
Brugge
Gemiddelde bevolking
758,8
Mannen
664,3
Vrouwen
94,5
Beklaagden
234,4
Veroordeelden
475,5
Geïnterneerden
33,0
Andere
15,9
Gewoon regime
740,9
Halve vrijheid (veroordeelden)
2,2
Beperkte detentie
14,8
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,9 608,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
7,00
Totaal Attachés
5,60
Totaal Administratief
39,80
Totaal Medisch
28,25
Totaal PSD
26,66
Totaal Bewaking/Techniek
564,35
Totaal Erediensten
2,50
Totaal Buiten kader
1,45
Totaal
Het penitentiair complex in Brugge (PCB) is sinds 1991 een van de grootste gevangenissen van België en biedt plaats aan beklaagden en veroordeelden. Op de afdeling voor vrouwelijke gedetineerden kunnen moeders hun kind tot de leeftijd van drie jaar bij zich houden. Het complex beschikt ook over een medisch centrum, een drugvrije afdeling en een Afdeling Individuele Bijzondere Veiligheid (AIBV).
‘Music for Life’-traditie Met de herstelgedachte in het achterhoofd zorgt het PCB er sinds 2009 voor dat de gedetineerden van de drugvrije afdeling en van de Afdeling Individuele Bijzondere Veiligheid (AIBV) kunnen deelnemen aan de ‘Music for life’-actie van Studio Brussel. Tijdens de editie van 2010 bakten een 15-tal gedetineerden op de drugvrije afdeling pannenkoeken voor het personeel. Ook in de bezoekzalen werden de pannenkoeken te koop aangeboden. In totaal gingen maar liefst 2500 pannenkoeken over de toonbank. Daarnaast werd ook gefietst en gelopen ten voordele van de actie. De CDRGA sponsorde de gedetineerden die zich fysiek wilden inspannen door met de fiets of al lopend de nodige kilometers af te leggen. De gedetineerden van de drugvrije afdeling legden niet minder dan 2 013 km af per fiets en liepen 411 rondjes op de wandeling, goed voor 93,5 kilometer. De gedetineerden die op de afdeling AIBV verblijven, legden 42,8 km af met de fiets en liepen 38,3 km.
De actie werd op 19 december afgesloten met een opbrengst van 3 177,15 euro. Op 23 december werd de opbrengst met trots overhandigd aan het Glazen Huis.
Diploma- en attestgericht onderwijs voor gedetineerden In samenwerking met de partners van de Vlaamse Gemeenschap legde het PCB de voorbije jaren de focus op onderwijs. De lestijden van enkele cursussen werden aangepast in functie van het ontvangen van een attest. In 2009 startte de eerste volwaardige beroepsopleiding elektrotechnisch installateur. In het voorjaar van 2010 konden vijf gedetineerden zichzelf elektricien noemen. Drie andere gedetineerden ontvingen reeds enkele deelattesten. In september 2010 werd gestart met de tweede, bijkomende beroepsopleiding ‘lasser’. De eerste gedetineerden zullen afstuderen in juni 2011. Beide opleidingen worden gegeven in samenwerking met het Vrij Technisch Instituut van Brugge. De CDRGA investeerde in de installatie van lasposten. Enkele tientallen gedetineerden in het PCB werken in een naaiatelier. In samenwerking met de VDAB wilde het PCB hun kennis met een attest laten valideren. In het proefjaar 2009 slaagden slechts twee gedetineerden in het bekomen van een attest ‘eerder verworven competentie’. Om de slaagkansen van de stikkers voor de proef in 2010 te vergroten, startten een aantal opleidingen die hen beter voorbereiden.
675,61
59
Betere inzet van personeel Het PCB wil het bewakingspersoneel beter inzetten. Deze reorganisatie werd in het sociaal overleg gevalideerd. Een aantal dagdiensten werden omgevormd tot continudiensten. Er wordt geprobeerd om vanaf 19u00 in de mannenafdeling 1 over een maximale inzet van bewakingspersoneel te kunnen beschikken om de activiteiten in de polyvalente zalen op de open secties veilig te organiseren. Het is ook de bedoeling om het volume aan overuren dat kan gegeven worden, op te trekken. Concreet worden een aantal belangrijke activiteiten zoals de wandeling en de bezoeken in de dagindeling anders ingepast, zodat PBA’s die instaan voor de veiligheid tijdens deze activiteiten, beschikbaar worden voor de mannenafdeling 1 vanaf 19u00. De opdrachten van enkele andere posten werden herbekeken en anders ingevuld of herverdeeld zodat ook hier extra personeel ter beschikking komt vanaf 19u00. Het vrijgekomen personeel kan vanaf dan ingezet worden voor de bezetting van de subcentra of er kunnen, indien alle te bezetten posten dat ook zijn, overuren gevraagd worden.
Milieu en duurzame ontwikkeling Het PCB nam waterbesparende maatregelen en liet zonnepanelen op het dak van het complex plaatsen. In blok 2 werd op 73 toiletten een doorspoelsysteem met dubbele spaartoets geplaatst. Daarmee zijn bijna alle toiletten omgebouwd. 49 lavabokranen met draaisysteem werden vervangen door kranen met duwknop.
60
Het PCB telt 33 secties met telkens drie douches per sectie. Er kan in principe dagelijks gedoucht worden. In 2010 werd in één sectie een proefopstelling geplaatst van een gestuurde doucheconfiguratie. De proefopstelling op de sectie wordt vergeleken met een sectie zonder sturing. De eerste testen waren positief. In 2011 zal een tweede, andere proefopstelling worden geïnstalleerd. Na een testperiode van enkele maanden zal ook deze proef geëvalueerd worden en zullen alle secties aan de meest gunstige proefopstelling aangepast worden. Ten slotte is dankzij een technische ingreep op het koelwater van de stookinstallatie minder water nodig om een voldoende koeling te realiseren met een interessante waterbesparing als gevolg. In juni 2010 werden ongeveer 5000 m² zonnepanelen op het dak geplaatst. Zo zal het PCB naar verwachting een eigen elektriciteitsproductie van 466 Mwh per jaar kunnen realiseren en draagt het zo bij aan een verminderde CO2-uitstoot van 326,6 ton. Ikaros Solar, de installateur en investeerder van de zonnepanelen, huurt voor 20 jaar het dak van de Regie der
Gebouwen. Het PCB krijgt een korting op de afgenomen stroom.
Management door pinguïns Het is belangrijk dat het operationeel plan van de inrichting vertaald is in de ontwikkelcirkels voor de personeelsleden zodat ook zij de doelstellingen van de inrichting helpen realiseren. Op de mannenafdeling 2 werd het handboek van J. Kotter als leidraad gebruikt: ‘De ijsberg smelt’. Met het verhaal van een kolonie pinguïns die moeten veranderen omdat hun ijsberg smelt, gaat dit boek over succesvol veranderen in moeilijke omstandigheden. Uit het operationeel plan van het PCB werden 28 doelstellingen gedistilleerd die verdeeld werden over 135 personeelsleden, waarbij medewerkers maximale inspraak kregen in de keuze van de doelstellingen. Het dichten van de kloof tussen directie en medewerkers, het streven naar betrokkenheid en inspraak, het geven van verantwoordelijkheid aan medewerkers en aandacht voor ieders persoonlijke ontwikkeling waren prioritair. In het voorjaar van 2010 lanceerde het PCB in samenwerking met de VUB een tevredenheidsenquête op de mannenafdeling 2. De resultaten hiervan waren genuanceerd positief. Onder andere de finaliteit van een operationeel plan of van de ontwikkelcirkels waren merendeels gekend, het pinguïnproject werd gezien als een vooruitgang, de jobtevredenheid was gestegen en men waardeerde secundaire effecten van het project zoals de opstart van een vriendenkring.
focus Vernieuwde veiligheidsinstallatie
Fabricom
Beschadiging door blikseminslag
Het lastenboek werd aanbesteed, verschillende firma’s dienden hun offerte in en de opdracht werd uiteindelijk toegekend aan de firma Fabricom. Deze onderneming beschikt over de technische knowhow op het vlak van installatie en beheer van dergelijke veiligheidsinstallaties. Een bijkomend voordeel was dat deze firma reeds jaren het onderhoud van de te vernieuwen installatie deed en dus de huidige installatie van het PCB door en door kende.
Enkele jaren geleden werd een groot deel van de veiligheidsinstallatie van het PCB na een zware blikseminslag ernstig beschadigd. Door de inslag en de zo veroorzaakte overspanning waren een aantal systemen (zoals interfonie, camera’s, omtrekbeveiliging, alarmen en de slotensturing) vernield. Er werden voorlopige herstellingen uitgevoerd in afwachting van een meer fundamentele aanpak. De oorspronkelijke installatie dateerde van eind jaren ‘80. Enkele subcentra werden de laatste jaren gedeeltelijk vernieuwd zowel door tussenkomst van de eigen technici van het PCB als door een onderhoudsfirma. Een modernisering van de installaties drong zich op.
Lastenboek voor nieuwe installatie Samen met de Regie der Gebouwen, de DOGV, de technische dienst van het PCB en de rechtstreeks betrokken personeelsleden werd een lastenboek opgesteld waarin de vereisten en kenmerken van de nieuwe installatie werden opgenomen. Het lastenboek bevatte de vernieuwing van de installatie en een onderhoudscontract voor de nieuwe installatie. Door de combinatie van vernieuwing en onderhoud wordt zowel de continuïteit als de degelijkheid van de veiligheidsinstallatie nagestreefd.
perimeterbeveiliging werd in november 2010 een proefopstelling getest met twee verschillende systemen. Begin 2011 wordt een beslissing genomen over het systeem dat zal geïmplementeerd worden. In 2011 wordt de ploeg van Fabricom uitgebreid met extra technici zodat het omvangrijke werk van kabels trekken, seinlampen en drukknoppen vervangen en camera’s plaatsen en vervangen vlot kan verlopen.
Eerste acties De veiligheidsinstallatie zal normaal gezien in het eerste trimester van 2012 afgewerkt zijn. Reeds in juli 2010 werden de hoofdcentra 20 en 21 aangepakt omdat deze cruciaal zijn bij bewegingen en wegens het algemene belang van deze centra voor de veiligheid. Hierbij werd geopteerd om eerst alle huidige mogelijkheden zonder uitbreiding te voorzien en ervoor te zorgen dat de CIP (commando interventiepost) alle centra kan overnemen. Na het aanpakken van hoofdcentrum 20 en 21 werden vervolgens enkele subs van de vrouwenafdeling en een aantal subcentra van de mannenafdeling 1 (langgestraften) aangepakt. In de vooropgestelde planning is een groot luik voorbereiding voorzien en wordt tegelijk het sluitplan geïmplementeerd, waarbij de eigen technische medewerkers van het PCB worden ingeschakeld. Eind 2011 zullen alle centra aangepast zijn en zal in de CIP een proefopstelling geplaatst zijn. Vervolgens wordt verder gewerkt aan de (kleuren) camera’s, de optische branddetectie met lokalisatie en het zenuwcentrum van de installatie in de CIP. Voor de
61
Dendermonde
Gemiddelde bevolking
203,8
Mannen
203,8
Vrouwen
0,0
Beklaagden
119,5
Veroordeelden
80,2
Geïnterneerden
1,0
Andere Gewoon regime
3,1 198,6
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
4,5
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,7 168,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
4,00
Totaal Attachés
1,00
Totaal Administratief
15,80
Totaal Medisch
2,95
Totaal PSD Totaal Bewaking/Techniek Totaal Erediensten
7,15
62
Meer sportactiviteiten
Integratie van diensten ‘bad’ en ‘kleedkamer’
De gevangenis van Dendermonde gaf een extra boost aan haar sportactiviteiten. Naast de gewoonlijke fitness en spinningsessies, konden gedetineerden deelnemen aan badmintonsessies, het start-to-run programma en het B-fitprogramma.
De gevangenis van Dendermonde is een relatief kleine inrichting en integreerde daarom de diensten ‘bad’ en ‘kleedkamer’ in één dienst. De persoonlijke kledij en goederen van de gedetineerden worden hier beheerd. De ruimte werd opgefrist zodat gedetineerden in meer comfortabele omstandigheden worden ontvangen. De inrichting verbeterde ook de werkingsprocedures, in het bijzonder de administratieve procedures, om de goederen beter te beheren. Burgerkledij wordt voortaan in meer hygiënische omstandigheden bewaard. De registratie van de inkomende en uitgaande goederen en voorwerpen van gedetineerden is betrouwbaarder. Alle personeelsleden die geacht worden deze procedures te gebruiken, werden hiervoor individueel opgeleid.
Een team van gedetineerden wordt wekelijks getraind door de trainer van een lokale badmintonclub. Gedetineerden spelen tussen de trainingen door geregeld wedstrijden onder elkaar en met leden van de club. De gevangenis biedt op die manier een zinvolle ontspanning door fysieke inspanning en integreert sport in het detentietraject. Deze sportactiviteit geeft gedetineerden ook de kans om zich sociaal te engageren. Met Start-to-run wil de gevangenis een grote groep gedetineerden bereiken omdat niet zozeer de fysieke conditie belangrijk is, maar wel de vooruitgang die mensen boeken. De gedetineerden worden dan ook ingelicht over hun persoonlijke vooruitgang.
105,15 1,50
Totaal Buiten kader Totaal
Sinds 1863 fungeert de gevangenis van Dendermonde als arresthuis en strafhuis. Zij is gebouwd volgens het klassieke Ducpétiaux-model.
opgemaakt voor de komende acht weken. Dit programma werkt met een puntensysteem van bewegingsvormen volgens eigen voorkeur (stappen, lopen, fietsen, enz.). Na acht weken wordt de conditie opnieuw gemeten. De gevangenis bood dit programma zowel aan personeel als aan gedetineerden aan.
137,55
Het B-Fit programma omvat een fietstest waarbij het conditieniveau wordt gemeten. Aan de hand van hoe ver iemand zelf al staat, wordt een aangepast trainingsschema
Informatisering van procedures De reorganisatie van de diensten ‘bad’ en ‘kleedkamer’ en de andere procedures worden ondersteund met lokaal ontwikkelde informaticatoepassingen binnen de beschikbare Office Suite. De gevangenis wil daarmee niet alleen met haar tijd meegaan. De werkingsprocedures kunnen ook worden herzien zodat zij de ‘Plan-Do-Check-Act’ logica in zich dragen. De gevangenis wil de procedures begrijpelijker maken om de
ploegchefs en de penitentiair assistenten te ondersteunen in hun toezichthoudende taak ten aanzien van hun medewerkers. De gevangenis kan met deze informatisering ook problemen reconstrueren, verbeterpunten in de werking of de organisatie ontdekken en eventuele verantwoordelijkheden opsporen. Zo worden volgende procedures met lokale toepassingen beheerd: >> enkele administratieve procedures: het automatisch dagverslag, de lijst met te scheiden gedetineerden, de kalender voor ongestoord bezoek, de populatie en de lijst met gestraften per vleugel, enz. >> de gedetineerden die onder bijzondere bewaking werden gesteld >> de aanvragen voor tewerkstelling en de aanstelling van de dienders >> de tuchtrapporten ten aanzien van gedetineerden
Dynamisering van ontwikkelcirkels Begin 2010 lanceerde de voorzitter van het directiecomité een oproep tot verdere dynamisering van de ontwikkelcirkels. In eerste instantie werd de doelstelling nagestreefd (en behaald) om 95% van de medewerkers te vatten in een ontwikkelcirkel. De gevangenis besteedde extra aandacht aan het kwalitatieve aspect van de ontwikkelcirkels. Bij de opmaak van de doelstellingen is het belangrijk dat zij relevant zijn voor verschillende personeelsgroepen. Dit betekent dat de doelstellingen minder afhankelijk zijn van de improvisatie van de functionele chef en/of de kwaliteit van de relatie met zijn medewerkers, maar een sterkere binding hebben met:
>> het operationeel plan: elke medewerker moet minstens één doelstelling hebben die gerelateerd is, direct of indirect, aan een doelstelling uit het operationeel plan >> de functiebeschrijving: elke medewerker moet minstens één doelstelling hebben die expliciet gerelateerd is aan één of meer resultaatsgebieden uit zijn functiebeschrijving en (bijkomend voor wat de functionele chefs betreft) de opdrachten van een functionele chef kenmerken.
workshops om hun vaardigheden te trainen. Daarnaast kunnen zij beroep doen op een steuncel voor de voorbereiding, de organisatie, het verloop en de nazorg van de gesprekken.
De gevangenis wil niet zozeer punctuele doelstellingen bepalen, maar eerder doelstellingen die zoveel mogelijk medewerkers delen en die een ‘houdbaarheidsdatum’ hebben die de duur van één cyclus overschrijdt. De gevangenis investeerde ook in de ontwikkeling van instrumenten die de functionele chefs moeten helpen het gedrag van hun medewerkers tijdens de uitoefening van hun job zo objectief mogelijk te bekijken. Zo kunnen zij met meer, concretere en relevantere informatie over de medewerkers aan de functionerings- en evaluatiegesprekken beginnen. De waardebarometer toont in welke mate de medewerker de normen en waarden van het openbaar ambt en van het gevangeniswezen in zijn dagelijkse job integreert. Dit wordt getoetst aan definities van concreet waarneembaar gedrag. De performantiebilan is een instrument dat objectief de mate toont waarin een medewerker de opdrachten, zoals opgenomen in zijn functiebeschrijving, daadwerkelijk realiseert. Om de functionele chefs voldoende te wapenen en hen voldoende zelfvertrouwen te geven om de ontwikkelcirkels tot een goed einde te brengen, konden zij deelnemen aan
63
focus Nieuwe infrastructuur
Renovatie van de wandelkoer
Afdeling beperkte detentie
Reeds geruime tijd ging de collectieve wandeling door op de B-koer waar zich voordien de individuele wandelruimtes bevonden en waar een tijdelijke, en niet altijd even veilige en comfortabele wandeling was ingericht. De lang aanslepende werken op de A-koer resulteerden in een nieuwe wandeling met een moderne look. Deze biedt niet alleen meer veiligheid en comfort, maar zij is ook ruimer en uitgerust met sportfaciliteiten. Gedetineerden kunnen balsporten spelen of gebruik maken van de buitenfitnesstoestellen ter aanvulling van de binnenfitnessruimte.
Het complex waarin de gedetineerden onder het regime van de beperkte detentie verblijven, bestond uit enkele gemeenschappelijke ruimtes, waaronder een slaapzaal, een keuken en een ontspanningsruimte. Het was echter moeilijk om de sanitaire en hygiënische toestand van dit complex aanvaardbaar en leefbaar te houden. Omdat deze afdeling relatief afgezonderd ligt van de rest van het celcomplex, ligt het toezicht niet voor de hand. In samenwerking met de DOGV en de Regie der Gebouwen werd ervoor gekozen om deze gemeenschappelijke ruimtes (op het sanitair complex na) om te bouwen tot een vijftal kamers voor telkens twee tot drie gedetineerden. Elke kamer is uitgerust met een televisietoestel, koelkast en microgolfoven. Binnen het complex kunnen deze gedetineerden gebruik maken van een telefoontoestel. De bedoeling is dat zij beter zorg dragen voor hun leefomgeving omdat zij met minder personen moeten samenleven en meer privacy hebben. In samenwerking met de justitieassistenten van het lokale justitiehuis worden de gedetineerden ertoe aangezet hun verantwoordelijkheid op te nemen voor het onderhouden van hun kamer.
64
Deze toestellen zijn, samen met de zitplaatsen en de overdekte schuilruimtes, ook een beveiliging tegen ongewenste bezoekers van buitenaf. De gevangenis wil de sportfaciliteiten op deze wandelkoer in de toekomst uitbreiden. Zo komen er bijkomende zitplaatsen en degelijke vandalismebestendige en aangepaste tafels. Bij de vernieuwing werd ook aandacht besteed aan het werkcomfort van het personeel dat toezicht houdt op de wandeling. Er werd een ruim toezichtlokaal gebouwd en een zeer gevoelige en uiterst precies manipuleerbare camera vergemakkelijkt het toezicht.
Dinant Met plaats voor 33 gedetineerden is Dinant de kleinste gevangenis van het land. In theorie is dit een arresthuis maar zij fungeert vaak ook als strafhuis. Zij is gebouwd volgens het Ducpétiaux-model en er heerst een gesloten regime. Gemiddelde bevolking
50,9
Mannen
50,9
Vrouwen
0,0
Beklaagden
29,4
Veroordeelden
21,4
Geïnterneerden
0,0
Andere
0,0
Gewoon regime
50,5
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,4
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
0,0
Gemiddelde capaciteit
32,5
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
2,00
Totaal Attachés Totaal Administratief
6,30
Totaal Medisch Totaal PSD
1,95
Totaal Bewaking/Techniek
38,65
Totaal Erediensten Totaal Buiten kader Totaal
48,90
Nieuwe keuken volgens HACCP-normen De gevangenis van Dinant is de oudste gevangenis die halfweg de negentiende eeuw op het Belgische grondgebied werd gebouwd volgens de Ducpétiaux-beginselen. Het is een oud gebouw, ontworpen voor een veertigtal gedetineerden die volledig geïsoleerd van elkaar verblijven. De keuken van de gevangenis was niet groot genoeg en beantwoordde bovendien niet meer aan de veiligheidsen hygiënenormen. Iedereen moest door de keuken gaan om zich naar de stookplaats in de kelder en naar de voorraadruimte te begeven. In 2002 bracht het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen in haar inspectieverslag verschillende inbreuken naar voren op de regelgeving voor levensmiddelen. Die inbreuken gingen vooral over de bestaande infrastructuur en de organisatie van de maaltijdbereiding. De gevangenis richtte daarom een lokale HACCP-commissie op om toezicht te houden op de keukenactiviteiten. Die commissie komt regelmatig samen om een stand van zaken op te maken. In 2005 startten de eerste gesprekken met de Regie der Gebouwen en werden de eerste plannen getekend voor de renovatie van de keuken en de bijgebouwen alsook
voor de aanpassing ervan aan de normen. Begin 2009 werd de werf opgestart met een planning van vier maanden. Om de kwaliteit en de flexibiliteit te behouden bij de maaltijdbereiding, richtte het technisch team een voorlopige keuken in in drie cellen op de gelijkvloerse verdieping. De werken hebben één jaar geduurd en in de lente van 2010 kon de gevangenis de ingerichte en goed verlichte lokalen in gebruik nemen, volledig conform de regelgeving. Andere projecten worden al sinds twee jaar bestudeerd en wachten op de uitbouw van financiële en technische partnerships tussen het lokaal team, de DOGV, de CDRGA en de Regie der Gebouwen. Met dit uitgebreide renovatieproject kan de gevangenis het gebouw in overeenstemming brengen met de basiswet en dit meer afstemmen op de aanbevelingen rond welzijn en veiligheid op het werk.
Geïndividualiseerde fiche voor ‘detentieplan’ Het aanbod aan werk, activiteiten en opleidingen was niet steeds goed afgestemd op de verwachtingen, ervaringen, kennis en competenties van de gedetineerden. Zij zijn niet allemaal vragende partij om deel te nemen aan de activiteiten of om te werken. Soms zijn zij immers niet op de hoogte van wat zij in de gevangenis kunnen doen of zijn zij niet gemotiveerd. Daarom maakte de gevangenis voor iedere gedetineerde een fiche ‘detentieplan’ op. De maatschappelijk assistent van de dienst sociale hulpverlening vult de fiches wekelijks in tijdens het onthaal van de nieuwkomers om informatie te verzamelen over het schooltraject en de professionele loopbaan van de gedetineerden, zowel binnen als buiten de
65
gevangenis, over hun talenkennis, hun sociale en familiale situatie en hun verwachtingen ten aanzien van werk, opleidingen en activiteiten rond herstelrecht. Zo kunnen de gedetineerden ook informatie inwinnen over de activiteiten binnen de gevangenis en kan de maatschappelijk assistent hen motiveren. De fiche wordt bezorgd aan de alfabetiseringsleraar die een test Frans en wiskunde organiseert. Eenmaal om de twee weken vindt een gesprek plaats tussen de gedetineerde, de leraar, het afdelingshoofd dat bevoegd is voor de activiteiten en de directeur die verantwoordelijk is voor de tewerkstelling en de organisatie van de activiteiten. Zo krijgen zij feedback over het profiel en de testresultaten. Zij kunnen dan met de gedetineerde bekijken om al dan niet deel te nemen aan opleidingen en activiteiten of om te werken binnen de gevangenis. De voorkeuren van de gedetineerde worden in de fiche vermeld. Die fiche wordt dan doorgegeven aan de personen die verantwoordelijk zijn voor de tewerkstelling, de opleidingen en het herstelrecht. De fiche wordt ook opgenomen in het detentiedossier van de gedetineerde. Tijdens de detentie wordt de fiche aangevuld met de gevolgde opleidingen, het werk in de gevangenis (soort en periode) en de deelname aan andere activiteiten.
Bewust budgetbeheer voor gedetineerden Verschillende gedetineerden verkeren in een moeilijke financiële situatie of hebben schulden. Die moeilijke financiële situatie heeft niet alleen gevolgen voor hun sociale re-integratie, maar ook, wanneer zij de gevangenis verlaten, voor hun familie, hun beroepsleven of hun zoektocht naar
66
werk. Dit vormt een bron van ongerustheid, stress en soms zelfs een verlokking om nieuwe misdrijven te begaan. Phoenix, een dienst aan bedrijven van Fontaine l’Evêque, stelt driemaandelijks een activiteit van twee uur voor om de gedetineerden te helpen hun huishouden financieel beter in de hand te houden, maar ook om hun uitgaven in de gevangenis beter te beheren. De activiteit wordt betaald door het Steunfonds voor gedetineerden. Zowel de begeleider als de gedetineerden stellen een evaluatie op.
Betere tewerkstelling van gedetineerden Gedetineerden in de gevangenis van Dinant die willen werken, kwamen vroeger op een wachtlijst terecht. Die lijst was niet steeds up-to-date en het was moeilijk om te controleren of de gedetineerden werkelijk werden tewerkgesteld volgens de volgorde waarop zij op de lijst stonden. Er werd dan ook zelden rekening gehouden met hun verwachtingen over het soort werk dat zij wilden doen, hun ervaring, hun kennis en hun competenties. De gevangenis stelde een procedure op voor de evaluatie van de gedetineerden die beginnen werken en voor de veranderingen in het rendement of de kwaliteit van het werk. Bovendien was het stockbeheer niet up-to-date en werd de kwaliteit van het werk niet steeds door elke werkverantwoordelijke gecontroleerd. Er was dus nood aan een tool waarmee kon worden vastgesteld dat op periodieke basis een controle is uitgevoerd. De directie, de penitentiair assistenten en de verantwoordelijken van de technische dienst volgen dit nu op aan de hand van een informaticatool om de vastgestelde problemen te verhelpen.
Het jaarbudget voor de vergoedingen voor huishoudelijk werk moet zo optimaal mogelijk worden besteed. De verantwoordelijken voor de gedetineerde werknemers ontvangen nu een model met het uurtarief van de werknemers, het aantal werkdagen per maand en het maximum aantal werkuren. Op die manier kan het budget niet worden overschreden. Om de gedetineerden te motiveren om te werken, zijn de uurtarieven aangepast in functie van hun ervaring en competenties, de aard van het werk, de verantwoordelijkheden, de kwaliteit van het werk en het regelmatig aanwezig zijn op het werk. Een real time beheer van de tewerkstelling en van het afsluiten van posten was dan ook aan de orde. Binnen de technische dienst werd een procesverantwoordelijke en diens vervanger aangeduid.
focus Bijeenkomsten rond welzijn voor gedetineerden Sinds 1998 leidt de ‘Service d’Education à la Santé’ (SES) van Hoei verschillende preventieacties rond aids, virale hepatitis en andere SOA’s binnen de gevangenis. Het gevangenismilieu, een milieu waar niet altijd rekening wordt gehouden met bepaalde behoeften op het vlak van welzijn van gedetineerden en penitentiair personeel, is een angstwekkende omgeving. Hier heersen spanningen, agressie en zelfs geweld, afkeer, verslavingen, risicogedrag en discriminerend gedrag zowel ten aanzien van gedetineerden als ten aanzien van het penitentiair personeel. Daarom stelde de SES van Hoei in maart 2010 een nieuw proefproject voor dat hoofdzakelijk gericht is op de geestelijke gezondheid in de gevangenis. De gevangenis van Dinant werd in 2010 gekozen als één van de vier proefgevangenissen voor dit project. Dit was tot grote tevredenheid van de inrichting aangezien zij de nadruk probeert te leggen op een veilig en menselijk beheer van de detentie, voornamelijk door middel van een goed beheer van de emoties en de interpersoonlijke relaties binnen de gevangenis. Om het project aan het voltallige personeel voor te stellen, vonden in mei 2010 twee verplichte informatiesessies plaats. Ter voorbereiding van deze informatiesessies vulde het personeel een vragenlijst in om zo een beter zicht te krijgen op de inhoud van de gewenste informatie. In eerste instantie werden de modules enkel aan de gedetineerden voorgesteld. Het project wordt later ook uitgebreid naar bewakingsassistenten. Gelet op het belang van systematisch
werken en om deze sessies te verbeteren, is het op langere termijn nuttig om met de twee doelgroepen, gedetineerden en personeel, te werken. Dit komt de interpersoonlijke relaties en de sfeer in de gevangenis ten goede. De inhoud van de bijeenkomsten rond welzijn voor de gedetineerden werd ook besproken met de directie, de penitentiair assistenten en de psychosociale dienst van de inrichting. Tussen 10 juni 2010 (informatiesessie voor de gedetineerden) en 16 augustus 2010 stonden tien sessies op het programma. Een psychologe, Aurélie Dormal, en een gespecialiseerde opvoedster, Jessica Lafalize, begeleidden de sessies. De begeleiding wil geen individuele psychologische follow-up bieden, maar wil het welzijn van de personen verhogen aan de hand van groepsdynamiek. Door te werken rond zelfrespect, stressbeheer en geweldloze communicatie worden verschillende doelstellingen vooropgesteld: >> meer zelfkennis en zelfrespect krijgen >> stressbeheer bevorderen >> doeltreffende communicatiemiddelen aanreiken >> de relaties tussen de gedetineerden onderling en met het penitentiair personeel verbeteren >> gewelddadige of ontoereikende reacties beheersen >> gemakkelijker gevoelens uitdrukken en de familiale en sociale re-integratie van de gedetineerde bevorderen
Twee aanvullende soorten workshops werden georganiseerd voor een groep van tien gedetineerden: >> bezinningsworkshops gericht op het omgaan met emoties, stressbeheer en de ontwikkeling van geweldloze communicatie >> praktische workshops gericht op manuele activiteiten, lichaamsexpressie en creativiteit. Bij de gevangenis van Dinant werd het accent gelegd op artistiek werk, aangezien dit type activiteit daar ontbrak Tijdens de workshops werken zij met rollenspellen, vragenlijsten, audiovisuele begeleiding, relaxatie-oefeningen, enz. Na de eerste informatiesessie ondertekenden de begeleidsters, de ingeschreven gedetineerden en de gevangenisdirectie een charter voor de goede werking van de bijeenkomsten. Uit de feedback van de eerste bijeenkomst kwam het goede verloop van de sessies naren voren alsook het grote aantal uitwisselingen tussen de gedetineerden, de luisterbereidheid van alle betrokken partijen en het wederzijds respect voor de vertrouwelijke gesprekken en voor wat ieder heeft meegemaakt. De gedetineerden vroegen ook een formeel engagement om het vertrouwelijke karakter te respecteren. Ondanks de vermindering van het aantal deelnemers was de evaluatie na afloop van de tien sessies positief. De begeleidsters stelden vast dat het belangrijk is om het project voort te zetten en dat de workshops ‘Bijeenkomsten rond welzijn’ beantwoorden aan de overduidelijke behoeften om het welzijn in het gevangeniswezen en de sociale reintegratie van de gedetineerden te kunnen verbeteren.
67
GFC Everberg
Gemiddelde bevolking
30,6
Mannen
30,6
Vrouwen
0,0
Beklaagden
0,0
Veroordeelden
0,0
Geïnterneerden
0,0
Andere
30,6
Gewoon regime
30,6
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
0,0
Gemiddelde capaciteit
34,1
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
3,00
Totaal Attachés Totaal Administratief
7,55
Totaal Medisch Totaal PSD Totaal Bewaking/Techniek
67,25
Totaal Erediensten Totaal Buiten kader Totaal
68
77,80
De wet van 1 maart 2002 richtte het gesloten federaal centrum (GFC) De Grubbe in Everberg in als centrum voor voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. Hier verblijven jongens tussen 14 en 18 jaar voor een periode van maximum twee maanden en vijf dagen.
Nieuw polyvalent gebouw in de maak Het GFC was in 2002 een tijdelijke oplossing voor de capaciteitsproblemen in de gemeenschaps-instellingen. Dit centrum bestaat uit vijf secties van tien kamers, verdeeld over twee gebouwen: een klein gebouw met één sectie en een tweede gebouw met vier secties. Er is plaats voor 50 jongeren. Dankzij een protocol tussen de minister van Justitie en de bevoegde ministers van de gemeenschappen zal de capaciteit voor minderjarige delinquenten op termijn worden verhoogd tot 126 plaatsen. De nieuwe infrastructuur wordt in drie fasen voorzien. In een eerste fase wordt een polyvalent gebouw opgetrokken, in een tweede fase een cellulair blok van 50 plaatsen en een administratief gebouw, en in een derde fase een tweede cellulair blok van 76 plaatsen. In het polyvalente gebouw zullen een veilige inkom, een bezoekzaal, individuele spreekzalen, vergaderruimtes, stockageruimte, een fitnessruimte en een sporthal worden voorzien. De technische dienst, de wasserij, de kledij- en meubilairopslag en de lokalen waar data- en telefoonverkeer worden beheerd, zullen zich op de kelderverdieping bevinden.
In juni begonnen de afbraakwerken van het bestaande gebouw en de bouwwerken van het nieuwe polyvalente gebouw. De opleveringsdatum van de ruwbouw van het polyvalente gebouw is voorzien voor medio 2011.
Communicatie en conflicthantering met jongeren Het centrum De Grubbe organiseerde een vierdaagse opleiding ‘Communicatie en conflicthantering met jongeren’ voor twee groepen van een 12-tal personeelsleden uit het bewakingskader. De basis voor deze opleiding waren de aanbevelingen van het Comité européen pour la Prévention de la Torture en van de Evaluatiecommissie die in 2002 was opgericht binnen de schoot van het samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de verschillende gemeenschappen. De basisopleiding van iedere nieuwe PBA is vooral gericht op de ontwikkeling van expertise binnen het gevangeniswezen. Alle PBA’s volgen een opleiding rond algemene communicatie en conflicthantering. Deze biedt echter onvoldoende antwoord op de specifieke behandeling van jongeren die nodig is wegens hun emotionele onvolwassenheid, kortetermijndenken, lagere frustratiedrempel, enz. Daarom volgt het nieuwe penitentiair bewakingspersoneel een bijkomende basisopleiding om expertise te verwerven in de omgang met jongeren. Tijdens deze opleiding leren zij gespreks- en conflicthanteringstechnieken aan, maar ook wat de effecten zijn van opsluiting op het gedrag en de beleving van jongeren. Ook vaakvoorkomende psychopathologieën bij
jongeren, zoals ADHD, gedragsstoornissen of middelenmisbruik komen aan bod. De deelnemers leren dat zij jongeren anders moeten benaderen dan meerderjarige gedetineerden. Iedereen was lovend over de opleiding. Zij hebben een beter zicht op het gedrag en de gedragsproblemen van de jongeren en kennen het verschil in functioneren en reageren tussen volwassenen en jongeren. Zo kunnen zij ook beter ingrijpen in geval van problemen. De directie van het GFC in Tongeren besloot om deze opleiding ook te organiseren. Het is de bedoeling dat alle nieuwe PBA’s die in Everberg of Tongeren zullen werken, deze opleiding volgen.
Kleinere ecologische voetafdruk Het centrum De Grubbe heeft aandacht voor duurzame ontwikkeling. Toch is dit niet vanzelfsprekend aangezien het inkomgebouw en de lokalen van de directies en de administratieve diensten in containers zijn gelegen met elektrische verwarming en verkoeling. In haar operationeel plan wil het centrum haar stookolie- en waterverbruik met minstens 3% verminderen in respectievelijk 2010 en 2011 zonder de leef- en werkomstandigheden van de jongeren en het personeel in het gedrang te brengen. De lokale technische dienst plaatste twee draadloze thermostaten die de verwarming regelen van de vier secties. De temperatuur wordt voortaan iets lager gehouden en alle jongeren krijgen een extra deken. Een schakelklok op de circulatiepomp van de boiler zorgt ervoor dat de gedetineerden enkel van 6u30 tot 22u00 kunnen douchen met warm water.
Uit cijfers blijkt dat het centrum 40 000 liter minder stookolie verbruikte in 2010 dan het jaar voordien, wat een besparing inhoudt van 30%. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat, omwille van het vertrek van de Franstalige jongeren, één sectie gesloten werd. Omwille van de renovatiewerken zakte de opnamecapaciteit naar 24 jongeren. In december werd de capaciteit opgetrokken naar 30 jongeren. Na de renovatiewerken bieden de vier secties plaats aan 40 jongeren. Door al deze factoren kan geen exacte analyse worden gemaakt van de verbruikcijfers in 2009 en 2010. Het centrum is vastberaden om de doelstelling van 3% reductie in 2011 te halen.
Selectieve afvalophaling Het centrum De Grubbe ging in 2010 van start met een nieuw selectief afvalbeleid. Momenteel wordt het afval verzameld in een container die tweewekelijks wordt geledigd. Het afval moet voortaan bij de bron worden gesorteerd. Een behoefteanalyse werd opgemaakt waarbij per type afval het aantal containers en hun inhoud werden vermeld, evenals de frequentie waarmee het afval wordt opgehaald. De Grubbe wil haar steentje bijdragen om beter te recycleren én te besparen. Zo gebruikt het personeel porseleinen tassen in plaats van wegwerpbekers, wordt het gebruik van drinkfonteinen gepromoot en worden defecte TL-lampen in een lampendoos of -koker gratis opgehaald. Het centrum voorziet ook een container voor verpakkingsmateriaal.
69
focus Meer opnamecapaciteit Het GFC werd in 2002 opgericht. In 2010 werden de Franstalige jongeren overgebracht naar het Centre fédéral fermé pour Jeunes (CFF) in Saint-Hubert. Daar werden 13 plaatsen voorzien voor uit handen gegeven jongeren en 37 plaatsen voor jongeren die door de jeugdrechter kunnen worden geplaatst door de wet van 1 maart 2002. De Franstalige personeelsleden die tot dan in Everberg werkten, zijn tewerkgesteld in een gevangenis in Brussel of in het Franstalige landsgedeelte. Enkele personeelsleden werken nu in het CFF Saint-Hubert. Sinds 21 mei 2010 verblijven in het Centrum De Grubbe enkel nog jongeren geplaatst door een jeugdrechter uit de Nederlandstalige jurisdictie.
Renovatie van de cellen De capaciteitsverdeling was bij de oprichting van het centrum duidelijk vastgelegd in het samenwerkingsakkoord dat was afgesloten tussen de federale overheid en de drie gemeenschappen. 24 plaatsen waren voorbehouden voor jongeren uit de Nederlandstalige jurisdictie. Zij verbleven op een afdeling waarvoor de Vlaamse Gemeenschap bevoegd was. 26 plaatsen werden voorbehouden voor jongeren uit de Franstalige en Duitstalige (twee plaatsen) jurisdictie, die op de secties verbleven waar de Franse Gemeenschap instond voor de pedagogische omkadering. Na het vertrek van de Franstalige afdeling voor jongeren bleef de capaciteit aan Nederlandstalige kant gedurende een aantal maanden op 24 plaatsen. De vier secties in het cellulaire gebouw werden gerenoveerd en opgefrist. Het centrum deed een beroep op een externe
70
aannemer en deed ook enkele werken in eigen beheer. Met hulp van de jongeren renoveerde het centrum zelf de secties en het kamermeubilair. Het pleisterwerk van de kamers werd bijgewerkt en de muren, celdeuren en plafonds kregen een nieuw likje verf. De sectiegangen en de gezamenlijke ruimtes (de keukens, de leslokalen en de polyvalente ruimtes) werden ook grondig aangepakt. Het meubilair werd verankerd in de muren en de vloer. Een externe firma behandelde de muren aan de oostzijde van het cellulair om de vochtproblemen te bestrijden. Ook het kraanwerk van de douches werd aangepast.
Uitbreiding naar 40 plaatsen De uitbreiding naar 40 plaatsen wordt voorbereid. Zowel op vlak van interne werking als op vlak van personeelsomkadering, zal deze uitbreiding een aantal veranderingen met zich meebrengen die moeten toelaten om de werking meer af te stemmen op de werking van de gemeenschapsinstellingen in Vlaanderen.
Vorst
Forest De gevangenis van Vorst dateert van 1910 en is hoofdzakelijk een arresthuis. Er is een psychiatrische afdeling aanwezig voor geïnterneerden. De inrichting is op twee locaties gelegen: de vrouwengevangenis, ook wel ‘Berkendael’ genoemd, is fysiek gescheiden van de gevangenis van Vorst. Gemiddelde bevolking
686,9
Mannen
611,0
Vrouwen
75,9
Beklaagden
466,9
Veroordeelden
109,2
Geïnterneerden
109,1
Andere Gewoon regime
1,6 686,9
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,0 469,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
4,00
Totaal Attachés
2,00
Totaal Administratief
35,20
Totaal Medisch
18,20
Totaal PSD
15,45
Totaal Bewaking/Techniek
351,00
Totaal Erediensten
5,20
Totaal Buiten kader Totaal
431,05
der Gebouwen. De technische dienst had dan ook handen vol werk. De gevangenis sloot het jaar af met een beperkte renovatie van vleugel B, wat haar was opgelegd door de arbeidsinspectie van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Hoewel de lijst lang blijft, zijn verschillende werkzaamheden reeds uitgevoerd of al aan de gang. Binnen een van de nieuwe projecten wordt voor het personeel een aangepast gebouw voorzien.
Arbeidsreglement Net zoals in de andere gevangenissen trad in 2010 in de gevangenis van Vorst het arbeidsreglement in werking. De belangrijkste gevolgen daarvan waren de opstelling van nieuwe dienstlijsten en een nieuw verlofbeheer om alle personeelsleden de kans te geven hun jaarlijks verlof op te nemen en om de gecumuleerde achterstand van vakantie- en rustdagen (de zogenaamde ‘rugzak’) weg te werken. Ondanks enkele problemen op dat vlak, nam het personeel in het algemeen voldoende verlof op.
Infrastructuur De gevangenis van Vorst vierde in 2010 haar honderdste verjaardag en is dan ook al sterk verouderd. De verouderde infrastructuur heeft een niet te onderschatten impact op de dagelijkse werking van alle personeelsleden. Hoewel de inrichting in 2018 zal worden vervangen door de gevangenis van Haren, blijft het belangrijk om een goede infrastructuur te voorzien die een correcte gevangeniswerking toelaat. Behalve een betere hygiëne legde de gevangenis in 2010 daarom de nadruk op herstellingen, op de follow-up van de aanvragen voor werkzaamheden en op de samenwerking met de Regie
71
Opleiding conflictbeheer uitgebreid
Vademecum
Een van de risico’s van werken in de gevangenis is fysieke en verbale agressie tegenover penitentiair bewakingsassistenten. Om ervoor te zorgen dat het personeel zichzelf kan beschermen, geven interne trainers een opleiding in conflictbeheer aan het bewakingspersoneel. In 2010 werd deze opleiding uitgebreid naar andere personeelscategorieën zoals administratief assistenten, psychologen, verpleegkundigen, aalmoezeniers, boekhouders, directeurs, enz. Iedereen kreeg de kans om deze tweedaagse opleiding te volgen.
Aangezien vele personeelsleden dichter bij huis willen werken, wordt de gevangenis geconfronteerd met een voortdurend personeelsverloop. Om te voorkomen dat kennis en expertise verloren gaan, besliste de directie dat elke dienst een vademecum met hun werkprocedures moest opmaken. Dat is een grootschalig project dat tijd en nauwkeurigheid vraagt. In lijn met de ontwikkelcirkels die in 2010 sterk zijn geëvolueerd, werden de doelstellingen van elke dienst bepaald. De belangrijkste procedures werden schriftelijk vastgelegd.
72
focus Informatiebrochure voor gedetineerden in verschillende talen De gevangenis van Vorst is een Brusselse inrichting en dus tweetalig. In werkelijkheid heeft zij dagelijks te maken met multiculturaliteit en vaak ook met gedetineerden die geen van beide landstalen beheersen. Bijna dagelijks wordt een beroep gedaan op de talenkennis van de bewakingsassistenten. Die kennis vormt een belangrijk hulpmiddel om in contact te komen met gedetineerden die geen Nederlands of Frans spreken. De talenkennis bij de bewakingsassistenten is uitgebreid. Sommigen spreken Spaans, Arabisch, Pools, Roemeens, Italiaans, Engels, Grieks, enz. Eén van de doelstellingen van het operationeel plan bestaat erin die kennis op een goede manier te inventariseren, om deze verder te ontwikkelen, ernaar te kunnen verwijzen en zo het dagelijks contact met de gedetineerden te vergemakkelijken. In datzelfde verband heeft de inrichting in 2010 een persconferentie gehouden over de uitgave van een informatiebrochure ten aanzien van de gedetineerden, met als thema ‘De gevangenis, er heelhuids van afkomen’. Deze brochure werd uitgegeven in verschillende talen en voorgesteld door de vereniging van acht diensten Justitieel Welzijnswerk, gecoördineerd door mevrouw Etienne. De voorstelling werd bijgewoond door de Ministers Huytebroeck, Grouwels en De Clerck.
73
Gent Sinds 1862 doet de gevangenis van Gent dienst als arrest- en strafhuis. Zij is gebouwd volgens het Ducpétiaux-model en is ondertussen grondig gerenoveerd. Zij beschikt ook over een vrouwenafdeling en een psychiatrische annex. Hier heerst een gesloten regime. Gemiddelde bevolking
376,4
Mannen
336,0
Vrouwen
40,4
Beklaagden
157,8
Veroordeelden
113,1
Geïnterneerden
102,1
Andere Gewoon regime
3,4 368,9
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,5
Beperkte detentie
5,9
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
4,00
Totaal Attachés
1,00
Totaal Administratief
25,25
Totaal Medisch
7,70
Totaal PSD
9,95
Totaal Bewaking/Techniek
194,80
Totaal Erediensten Totaal Buiten kader Totaal
74
Een gevangenis is voor vele nieuwe gedetineerden een echt doolhof. De gevangenis van Gent besloot dan ook de herkenbaarheid van de verschillende vleugels letterlijk en figuurlijk in de verf te zetten. Zij gebruikte hiervoor een rustgevende kleur, waarbij een accentkleur op de ribben van de koepelgewelven en onder de looppaden de specificiteit beklemtoont.
1,2 283,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
Koepelgewelven en vleugels in een nieuw jasje
2,70 245,40
De gevangenis vertrouwde de opdracht toe aan het team ‘celrenovatie’, bestaande uit een PBA en een zestal gedetineerden. Het koepelgewelf, inclusief de ribben in een accentkleur, werden volledig geretoucheerd en geschilderd. Na de koepels werden de muren en de looppaden onder handen genomen en ten slotte werd alle metaalwerk van balustrades en trappen gerenoveerd. Twee maanden na de start van de werken werd de eerste vleugel ingehuldigd. Ondertussen zijn de werken in de overige vleugels, elk in zijn eigen kleur, in volle gang.
Renovatiewerken in eigen beheer Om de schaarse ruimtes in de gevangenis efficiënter te gebruiken, werd tussen de werkplaatsen, de kleedkamer, de fitnesszaal en de bibliotheek een heuse carrousel opgestart. Het personeel en de gedetineerden van de lokale technische dienst voerden de werken in eigen beheer uit, waarbij het team ‘celrenovatie’ de nieuwe lokalen opfriste. In een vrijgemaakte werkplaats werd een nieuw fitnesslokaal geïnstalleerd. De lokale sportcoördinator zag erop toe dat naast krachttraining ook nieuwe toestellen voor conditie- en cardiotraining werden voorzien. De kleedkamer nam op haar beurt intrek in de voormalige fitnessruimte. Dat gedetineerdenkledij, burgerkledij en verboden voorwerpen nu samengebracht zijn in één lokaal, centraal gelegen tussen het centrum en de wasserij, maakt de werking efficiënter en veiliger. De tussenwanden in de vroegere kleedkamer werden verwijderd en de ruimte werd heringericht tot een grote, heldere en aangename bibliotheek. De boeken, maar ook strips, tijdschriften en multimedia komen in het vernieuwde meubilair ten volle tot hun recht. De gedetineerden kunnen zelfstandig opzoeken in het BIB-netwerk en een zithoek nodigt uit om ter plaatse literatuur door te nemen. De gevangenis sloot een overeenkomst met de Vlaamse Gemeenschap, de provincie Oost-Vlaanderen en de stad Gent waardoor de gevangenisbibliotheek voortaan een volwaardig filiaal is van de Stedelijke Openbare Bibliotheek Gent.
Kledijdistributie Tot voor kort kreeg elke gedetineerde tweemaal per week op cel een kledijpakket op maat geleverd en diende hij het bevuilde linnen na het douchen in een container te deponeren. Toch werd dit niet steeds gecontroleerd, wat leidde tot ernstige verliezen op financieel en materieel vlak, waardoor soms kledij tekort was. In 2010 werd een nieuw distributiesysteem ingevoerd waarbij elke gedetineerde bij opsluiting een volledige uitzet op maat ontvangt waar hij zelf voor verantwoordelijk is. Wekelijks wordt het vuile linnen aan de cel opgehaald en ingeruild voor propere kledij. Zo ontvangt iedereen die zorgzaam is steeds nette kledij. Diegene die kledij beschadigt of verliest, wordt opgemerkt bij de punctuele controles of bij het verlaten van de inrichting.
Meldpunt suïcidepreventie
Een specifieke aanbeveling was de oprichting van een ‘meldpunt voor suïcidepreventie’, dat in juni 2010 van start ging. Dit multidisciplinair team is samengesteld uit PBA’s, leden van de psychosociale en medische dienst en administratieve medewerkers, die een externe, specifieke opleiding hebben gevolgd. In het najaar van 2010 kregen alle personeelsleden een beperkte opleiding over de risicofactoren, het herkennen van signalen en de procedure om deze signalen te melden bij de werkgroep. Het meldpunt komt tussen in kritieke, risicovolle periodes en doet een screening rond het suïciderisico. Zij geven vervolgens advies aan de gevangenisdirectie. Dit advies omvat twee pijlers: de daling van de risicofactoren door het inbouwen van beveiligingsmaatregelen zoals het aanpassen van de verblijfsruimtes en de verhoging van de beschermende factoren waaronder doorverwijzing naar hulpverlenende instanties. Van juni tot december 2010 kwam het meldpunt in 48 situaties tussen.
Ondanks het algemene leefklimaat en de uitgebreide regimemogelijkheden kende de gevangenis de voorbije jaren meerdere, en soms zelfs ernstige, pogingen tot zelfmoord. Daarom werd besloten te investeren in specifieke preventie. Een werkgroep ‘suïcidepreventie’ stelde diverse aanbevelingen op rond het te voeren beleid. Vooreerst dient elk personeelslid binnen het bewakings- en administratief kader zich bewust te zijn van aandachtspunten of signalen waarbij voorzichtigheid geboden is. Daarnaast wil de gevangenis een relationeel leefklimaat creëren dat een beschermende omgeving vormt voor de gedetineerden.
75
focus Gedetineerdenoverleg De gevangenis van Gent startte in 2010 het gedetineerdenoverleg op. De verkozen gedetineerden vormden een representatieve weerspiegeling van de populatie omdat de gevangenis rekening hield met hun juridisch statuut, strafmaat, geslacht, culturele en religieuze achtergrond.
Eerste onderwerp op de agenda: de kantine In de eerste fase werkte zij rond een thema dat een rechtstreekse invloed heeft op hun dagelijkse leven: de evaluatie en de eventuele aanpassing van de weekkantine. Dit onderwerp vormde geen bedreiging voor de veiligheid in de inrichting en de organisatie en daarom creërde de gevangenis ook een draagvlak bij het personeel zodat beide groepen nadien in overleg konden treden. Naast de officiële overlegmomenten met het personeel konden gedetineerden ook zonder direct toezicht wekelijks samenkomen en de feedback van hun respectievelijke ‘achterban’ bespreken. Een verslag van deze overlegmomenten was beschikbaar voor alle deelnemers zodat het personeel de vorderingen kon volgen.
‘Werkonderzoek’ Voor het vlotte en praktische verloop bleek de aanwezigheid van enkele ‘kenners ter zake’ nodig. Zo vormden de rekenplichtige der waren en de gedetineerde die in het magazijn werkt, twee sleutelfiguren. Om de deelnemende gedetineerden een realistische inschatting te geven van de
76
mogelijkheden en de beperkingen van de kantinewerking brachten zij een ‘werk- en plaatsbezoek’ aan het magazijn. Deze kennismaking met het terrein zorgde ervoor dat zij begrip konden opbrengen voor de beperkingen.
Gedetineerdenraad Al gauw bleek hoe de ‘gedetineerdenraad’, zoals zij zichzelf doopten, erin slaagde ‘out of the box’ te denken. Het oorspronkelijk initiatief oversteeg het eenvoudigweg oplijsten van enkele nieuwe of te vervangen producten. Een structurele hervorming van de kantinelijsten drong zich op. Omwille van hun doorslaggevende argumenten mocht de gedetineerdenraad de kantinewerking volledig herbekijken. Zij vroegen om sommige producten, zoals hygiëneartikelen of dranken, zowel in het huismerk als in het commercieel merk aan te bieden. Verder kwamen kleinere en goedkopere elektronica, zoals een radiowekker, op de weekkantine terecht en werden de duurdere hifiketens naar de maandelijkse kantine verschoven. De gedetineerdenraad hield een kleine petitie om de meerderheid van de gedetineerden te vertegenwoordigen. Zij bereidden zelf de bevraging voor, stonden in voor de communicatie en verwerkten de resultaten. Zo effenden zij het spreekwoordelijke pad door op voorhand te lobbyen op de wandeling, de filmzaal of tijdens andere groepsmomenten. Zij overtuigden de anderen van het nut van hun opdracht en trachtten sceptici over de streep te trekken. Het resultaat van de enquête was verbluffend: een hoge respons en heel wat concrete voorstellen en constructieve opmerkingen. Na enkele maanden werden alle producten ‘gewogen’ op hun prijskaartje (merkproduct versus huismerk), hun wenselijkheid of noodzaak voor alle gedetineerden of een deelgroep (bv. de
hallalkantine) en ten slotte op hun beschikbaarheid op korte termijn (weekkantine versus maandkantine).
Koken op cel Ook het topic ‘koken op cel’ kwam aan bod. De gedetineerden waren vragende partij om veilig te kunnen koken op hun cel met bijkomende producten, zoals verse vleeswaren en kant-en-klare maaltijden. Er werd uiteindelijk geopteerd om een kleine microgolfoven, een pannenset en een door de gedetineerden samengesteld menuboekje aan de kantine toe te voegen.
Herinrichting van de gevangenisbibliotheek Omwille van het succes van dit project gaf de gedetineerdenraad haar advies over de herinrichting en de werking van de gevangenisbibliotheek en de multimediacollectie in het bijzonder. De gedetineerden wogen alternatieven af, onderbouwden hun argumenten en gingen op zoek naar realistische en concrete voorstellen, waarbij zij rekening hielden met de structurele beperkingen en zélfs met de veiligheid van de gevangenis.
Menu Een vierde thema was het menu en de toespijs en meer bepaald de verhouding pasta versus rijst, vleeswaren versus vis, maandmenu’s of seizoensgebonden voorstellen, enz. Naast de vaste leden van het gedetineerdenoverleg werden de technieker-kok en de gedetineerde-kok als ‘ervaringsdeskundige’ betrokken.
Hasselt De gevangenis van Hasselt, die werd geopend in 2005, is de nieuwste inrichting in België. Zij doet dienst als arresten strafhuis. Er is een vrouwenafdeling voorzien waar gedetineerde moeders met hun kind (tot drie jaar) kunnen verblijven. Gemiddelde bevolking
514,4
Mannen
483,4
Vrouwen
31,1
Beklaagden
168,3
Veroordeelden
337,6
Geïnterneerden
1,4
Andere Gewoon regime
7,2 509,9
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
4,2
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
0,3
Gemiddelde capaciteit
450,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
4,00
Totaal Attachés
5,00
Totaal Administratief
22,65
Totaal Medisch
2,25
Totaal PSD
17,00
Totaal Bewaking/Techniek Totaal Erediensten
336,00 2,40
Totaal Buiten kader Totaal
389,30
Een gezonde geest in een gezond lichaam Een groot deel van de gedetineerden schrijft zich wekelijks in voor de sportactiviteiten. De gevangenis wil dit ondersteunen, want voldoende sport werpt haar vruchten af. Gedetineerden ontmoeten elkaar en kunnen zich ontspannen, werken aan hun conditie, hun stress en gevoelens van agressie ventileren en sociale vaardigheden ontwikkelen, wat belangrijk is voor hun re-integratie. Het sportaanbod blijft evolueren in de gevangenis van Hasselt. In 2010 maakte de gevangenis voor het eerst een onderscheid tussen een winteraanbod (body control, fitbal, badminton, enz.) en een zomeraanbod (voetbal, volleybal, tjoekbal, enz.) In de zomerperiode vinden de sportactiviteiten plaats op de wandeling. De gevangenis bouwt dit sportaanbod uit in samenwerking met haar interne en externe partners, onder andere met de stedelijke sportdienst van Hasselt. Hierdoor kunnen gedetineerden deelnemen aan wedstrijden tegen externe ploegen, aan sportlessen zoals het start-to-run programma dat wordt georganiseerd op de wandeling, of aan zaalvoetbalcompetitie waarbij zij spelen tegen externe
zaalvoetbalploegen. Voor de wedstrijden tegen externe ploegen werkte de gevangenis specifieke praktische afspraken en voorwaarden uit.
Scanningsproject De CDRGA investeerde recent in de scanning van archiefdocumenten. De gevangenis beschikt momenteel over één speciaal uitgeruste box met vier scanposten. De gedetineerden die in het scanningsproject zijn tewerkgesteld en hun begeleiders hebben een specifieke opleiding gevolgd. On site werd een module ontwikkeld die bepaalde scanactiviteiten vereenvoudigt. De archiefdocumenten die gescand worden zijn foto’s, postkaarten, dia’s, ecta’s, negatieven, enz.
Multiculturaliteit De gevangenis is een afspiegeling van de maatschappij. Dit is dus een multiculturele omgeving. In de gevangenis van Hasselt verblijven gedetineerden van 45 verschillende nationaliteiten en levensbeschouwelijke achtergronden. Hier heerst de visie dat alle culturen gelijk zijn en gelijk behandeld moeten worden. De erkenning van feestdagen is hier dan ook belangrijk. De gevangenis organiseerde in 2010 een offer- en suikerfeest voor moslimgedetineerden. In december vond ook een speciaal kerstfamiliebezoek plaats. Deze initiatieven vonden heel wat bijval. Gedetineerden vragen vaak religieuze en morele bijstand en willen om verschillende redenen terecht
77
kunnen bij vertegenwoordigers van instituten die een traditie hebben in zingeving.
Helikopterbeveiliging In februari 2010 werden op één van de grote wandelingen drie 20 jaar oude platanen geplant. Hiermee wil de gevangenis wandelingen creëren die voldoen aan een aantal specifieke veiligheidsvoorschriften. De aanwezigheid van de bomen bemoeilijken namelijk ontsnappingen met een helikopter. De plaatsing van de bomen gebeurde in nauw overleg met de Regie der Gebouwen. Dit bleek niet alleen de meest effectieve, maar ook de goedkoopste oplossing. Op die manier is nu ook meer groen voorzien op de wandeling. Het basketbalterrein moest wel wijken, maar in de plaats hiervan werden twee minivoetbalterreinen aangelegd. De gevangenis plant ook de beveiliging van de andere wandelingen.
78
focus Geattesteerde opleidingen schoonheidsverzorging Op 16 februari 2010 ondertekende de gevangenis van Hasselt een samenwerkingsovereenkomst met het consortium volwassenenonderwijs Limburg Zuid (CVLZ). Deze geformaliseerde samenwerking garandeert het onderwijs aan gedetineerden. Naast een zinvolle tijdsbesteding, biedt onderwijs aan gedetineerden, die nog steeds overwegend lagergeschoold zijn, vooral andere en nieuwe toekomstperspectieven, zoals het vinden van een geschikte job. In de vrouwenafdeling werden van 2 februari tot 11 juni 2010 twee modules van de opleiding schoonheidsverzorging ingericht. Deze opleiding brengt de deelnemers theoretische en praktische kennis bij over handverzorging. Van de zes gedetineerden die startten met de opleiding hebben vier de modules met succes afgerond. Sinds november volgen tien vrouwelijke gedetineerden de eerste module van de opleiding make-up. In een tweede fase kunnen zij deelnemen aan de vervolgmodule avondmake-up. De lessen vinden tweewekelijks plaats. De gevangenis kocht zelf het nodige materiaal aan.
“Ik vind de cursus leuk en interessant want je leert veel dingen die je niet weet. Er zijn veel mensen die niets kennen van make-up en hier krijg je de kans om te leren. Ik hoop dat er in de toekomst nog andere cursussen volgen.”
“Ik vind de cursus make-up leuk en interessant om te volgen. Je leert iets dat je kan gebruiken om terug te re-integreren in de maatschappij. Wat ook heel belangrijk is, zijn de sociale contacten tijdens de cursus.”
“Ik vind de cursus make-up best wel interessant. Je leert bij over alle soorten make-up en welke make-up je het beste aanbrengt bij een bepaald type gelaat. Ook de cursus handverzorging heb ik gevolgd en vond ik zeer interessant. Ik zou dus niet twijfelen om terug deel te nemen moest er een vervolgcursus komen. Ook in taalcursussen heb ik wel interesse.”
“Ik ben aan de cursus begonnen uit interesse en heb toch al veel nuttige tips gehaald uit wat we tot hiertoe hebben geleerd, bijvoorbeeld dat niet iedereen staat met een bepaalde kleur van oog make-up. Ik zou de les zeker willen aanraden aan de anderen, al is het voor eigen gebruik.”
“Heel boeiend en interessant. Ik doe dit omdat het mij interesseert, niet om examen af te leggen want dat vind ik soms wel vervelend. Het is gewoon heel ontspannend en leerzaam. Van mij mogen er nog meer creatieve cursussen of ontspanningsactiviteiten gegeven worden. Het verzet je gedachten en je bent bezig. Het zijn lieve en leuke mensen, maar van een echte groep kan je niet spreken.”
79
Hoogstraten
Gemiddelde bevolking
165,4
Mannen
165,4
Vrouwen
0,0
Beklaagden
1,3
Veroordeelden
163,0
Geïnterneerden
0,0
Andere
1,1
Gewoon regime
165,3
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,1
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,0 170,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
2,00
Totaal Attachés
1,00
Totaal Administratief
10,55
Totaal Medisch
1,00
Totaal PSD Totaal Bewaking/Techniek Totaal Erediensten
6,90 113,55 1,00
Totaal Buiten kader Totaal
80
136,00
Het penitentiair schoolcentrum (PSC) in Hoogstraten is gevestigd in het Gelmelslot en is een open inrichting. Het kasteel fungeerde tijdens de Franse Revolutie als gendarmeriekazerne en later als bedelaarsoord. In 1880 werd dit een landbouwkolonie en in 1931 werd het gebouw ingericht als het huidige penitentiair schoolcentrum. De inrichting is enkel bedoeld voor veroordeelden. Zij werken in ateliers en kunnen een gevarieerd opleidingsaanbod volgen. Er heerst een sterk gemeenschapsregime.
Reorganisatie van de buitenkantine De werking van de buitenkantine was zeer arbeidsintensief. De procedure was omslachtig, weinig transparant en de gevangenis had geen zekerheid of duidelijkheid over de levertermijnen. De aanvragen konden in principe op elk moment in de week gebeuren en zonder formele voorwaarden. De nieuwe procedure heeft zowel op administratief als op logistiek vlak verbetering gebracht. Zo zorgt een administratie ervoor dat de formulieren en het tijdstip van levering parallel lopen met de gewone kantines. Concreet betekent dit dat het aanvraagmoment samenvalt met de gewone kantines en dat de formulieren op dezelfde manier zijn opgesteld. Eenmaal per week kan men op een vaste dag een bestelling plaatsen. De levering gebeurt ten laatste een week na de bestelling.
Na een gedetineerdenbevraging en op basis van een analyse van het koopgedrag stelde de gevangenis bijkomende producten ter beschikking in de buitenkantine. Gedetineerden kunnen enkel producten bestellen die op deze lijst staan. De meeste producten zijn opgenomen in catalogi met foto’s. De gevangenis maakte een beperkte lijst van vaste leveranciers op die de producten leveren en factureren. Elke leverancier wordt wekelijks bezocht voor alle producten van die week. De ophaaldienst van het PSC kan door dit systeem een vaste planning opmaken waardoor het aantal ritten naar de leveranciers sterk wordt beperkt.
Afdeling A volledig gerenoveerd De cellen, gangen en grilles van de observatieafdeling werden opnieuw geschilderd en beschadigd meubilair werd vervangen. Alle cellen werden voorzien van nieuwe vliegenramen. De renovatie gebeurde in het kader van goed beheer en onderhoud. De bedoeling is dat de relatief nieuwe observatieafdeling haar ‘nieuwheid’ behoudt zodat het eerste contact van de inkomende gedetineerde met het PSC een frisse indruk achterlaat. In samenwerking met de gedetineerden uit de opleiding schilderen en behangen voerde de technische dienst deze werken uit.
Ontwikkeling van kwaliteitsmeters
Communicatieplan
Zowel het bewakingspersoneel als de administratieve diensten ontwikkelden instrumenten die de kwaliteit van het werk dagelijks meten. De cijfers worden elke dag op het ochtendrapport bekeken. Deze instrumenten van het bewakingspersoneel meten de kwaliteit van twee kernprocessen: de bewegingen met gedetineerden en de maaltijdbedeling. De administratieve diensten meten o.a. de termijnen waarbinnen betekeningen gebeuren en de foutenmarges bij de kantineleveringen. De resultaten vormen opnieuw de aanleiding om de processen bij te sturen.
Het PSC tracht met haar communicatieplan verschillende doelstellingen te bereiken: alle personeelsleden moeten eenvoudig bereikbaar zijn, de communicatielijnen moeten duidelijk benoemd worden, de communicatievormen dienen omschreven en uniform te zijn en er moeten systematische overlegstructuren worden voorzien. Het PSC slaagde erin om reeds een deel van deze doelstellingen te realiseren. Zo beschikken alle personeelsleden voortaan over hun persoonlijk postvakje voor officiële briefwisseling. Het PSC ontwikkelde ook templates voor de verschillende soorten communicatie en maakte afspraken over de distributie en archivering van communicatieacties. Met verschillende diensten is systematisch overleg opgestart.
Vraaggericht beleid in het landbouwbedrijf en de bakkerij Het PSC voerde in het landbouwbedrijf en de bakkerij een enquête uit naar de behoeftes bij de gevangenissen die momenteel producten afnemen van het PSC Hoogstraten. Deze behoeftes werden geïnventariseerd en onderzocht op hun haalbaarheid wat productie betreft. Naar 2011 toe heeft het PSC de ambitie om een pakket van nieuwe producten, die aan deze behoeftes beantwoorden, in productie te brengen.
81
focus Relaties van gedetineerden versterken In 2010 besteedde het PSC extra aandacht aan de affectieve relaties van gedetineerden en dan vooral aan de relaties met hun kinderen.
Kindvriendelijk ingerichte bezoekruimtes Het PSC voorzag in de bezoekruimtes speciale kruipruimtes opgebouwd rond een kindvriendelijk thema zoals de zee of panda’s. Een grote zachte kruipruimte biedt speelplezier aan de allerkleinste bezoekers (1- tot 4-jarigen). De ouders kunnen tijdens het bezoek de klassieke bezoektafel verlaten en met hun kinderen spelen. Voor de oudere kinderen (vanaf 4 jaar) zijn teken- en legotafels voorzien. Ouders kunnen met hun kinderen tijdens het bezoek ook gezelschapsspellen spelen. Tijdens de zomerperiode vindt het maandelijks kinderbezoek plaats in een nieuw ontworpen openluchtspeeltuin. De technische dienst legde samen met enkele gedetineerden deze speeltuin in de zomer van 2010 aan. De speeltuin wil zoveel mogelijk het gevoel geven van een echte speeltuin buiten de gevangenis. De gevangenis is vanuit de speeltuin niet zichtbaar. Alle speeltuigen zijn gericht op samen spelen als gezin. Het PSC legde bovendien de eerste contacten met de afdeling van de Academie voor Schone Kunsten om een project op poten te zetten waarbij de leerlingen van de
82
Academie zich inzetten voor een kindvriendelijke ‘restyling’ van de bezoekzalen én van het parcours naar de bezoekzalen.
Aangepast regime met aandacht voor het gezin Het PSC maakte een jaarkalender voor 2011 op met vijf nieuwe initiatieven die de persoonlijke relaties van gedetineerden ondersteunen. De nadruk lag op de normalisatie van de gevangeniscontext waarin de partners mekaar zien. Het PSC werkt zoveel mogelijk naar analogie met de vrije wereld. Zo kunnen gedetineerden met hun partner deelnemen aan een restaurantavond of een theatervoorstelling en infosessies bijwonen rond opvoeding en opvoedproblemen. Het PSC laat gedetineerden toe om, onder begeleiding van een professional, een verhaal of een boodschap in te spreken voor hun kinderen. Deze opgenomen verhalen kunnen de kinderen dan thuis beluisteren. Gedetineerden met tienerkinderen kunnen deelnemen aan ‘coolere’ activiteiten, waaronder djembélessen.
Bezoek van de kinderrechtencommissaris Het PSC deed beroep op een externe en onafhankelijke organisatie die haar visie kan geven op de genomen initiatieven. De kinderrechtencommissaris kwam op bezoek en gaf zijn advies over de realisaties van het PSC tot nog toe. Dit was een impuls om de activiteiten te blijven ondersteunen en verder uit te werken.
Hoei
Huy De gevangenis van Hoei behoort tot de kleinste inrichtingen van het land en werd gebouwd in 1871. Zij deed oorspronkelijk dienst als arresthuis maar er worden vandaag ook veroordeelden ondergebracht. Gemiddelde bevolking
75,5
Mannen
75,5
Vrouwen
0,0
Beklaagden
30,7
Veroordeelden
44,7
Geïnterneerden
0,0
Andere
0,1
Gewoon regime
74,4
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
1,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
0,0
Gemiddelde capaciteit
64,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
2,00
Totaal Attachés Totaal Administratief
10,45
Totaal Medisch Totaal PSD
2,50
Totaal Bewaking/Techniek
64,65
Totaal Erediensten
0,20
Totaal Buiten kader Totaal
79,80
Voordracht en debat door Jean-Marc Mahy De film ‘Liberté sur paroles’ van Jean-Marc Mahy en Daniel Nokin is in aanwezigheid van de makers aan 45 gedetineerden vertoond. Op initiatief van de gevangenis en de vzw ‘Aide et reclassement’ kreeg het publiek een film te zien die het levenspad schetst van de hoofdacteur Jean-Marc Mahy vanuit zijn persoonlijke ervaringen. Naar aanleiding van de vertoning en het daaropvolgende debat kon van gedachten worden gewisseld over het leven na de detentie. Daarbij kwamen allerlei thema’s aan bod, gaande van beroeps(her)oriëntatie tot huisvesting, samenwonen en de problemen die gepaard gaan met de re-integratie in de maatschappij. De gesprekken waren heftig maar diepgaand. Alle deelnemers haalden persoonlijke elementen aan. De maatschappij evolueert veel sneller dan het leven in de gevangenis. De gedetineerden hebben het dan ook moeilijk om hiermee om te gaan wanneer zij hun re-integratie voorbereiden en hierbij rekening moeten houden met de eisen van de strafuitvoeringsrechtbank en van de directie Detentiebeheer van het DG EPI.
Uiteindelijk was iedereen tevreden over het debat aangezien daarbij de realiteit van het gevangenisleven naar voren kwam en mogelijke oplossingen werden aangereikt.
Voordracht en debat ‘Où trouver du travail?’ De voordracht ‘Où trouver du travail?’ werd georganiseerd door de gevangenis van Hoei, de vzw ‘Aide et Reclassement’, Forem en het ‘Comité Subrégional de l’Emploi et de la Formation’. Zo kregen een dertigtal gedetineerden de kans
83
om de vertegenwoordigers van deze verschillende organisaties te ontmoeten. Het debat werd gevoerd volgens het principe van vraag en antwoord, waardoor de onderwerpen concreet bleven en dicht aanleunden bij de situaties die iedereen meemaakt. De verschillende sprekers konden dan ook een antwoord geven op ieders vragen: >> welk beroep wil ik uitoefenen? >> waar kan ik werk vinden? >> wat moet ik daarvoor doen? >> welke competenties heb ik nodig? >> wat zijn de arbeidsvoorwaarden? >> welke opleidingen moet ik volgen en wat zijn de voorwaarden om een opleiding te kunnen volgen? >> is er al dan niet een officiële goedkeuring nodig? Aan het eind van het debat werd gevraagd naar de richtingen met veel toekomstmogelijkheden zoals informatica, talen en handenarbeid.
84
Infokanaal Sinds 2010 hebben de gedetineerden via hun televisietoestel toegang tot een intern infokanaal. Het wordt uitgezonden op een van de twee kanalen van Be tv. De uitzendingen worden doorlopend herhaald en gaan over de rechten en plichten van de gedetineerden maar ook over de opleidingen en de verschillende activiteiten die de inrichting aan de gedetineerden aanbiedt.
focus Heropening werkplaats CDRGA Voor de gevangenis van Hoei is de tewerkstelling van de gedetineerden steeds een terugkerend probleem geweest, aangezien de lokalen die bestemd zijn voor de CDRGA heel moeilijk bereikbaar en beperkt in ruimte zijn. De economische crisis maakte de situatie nog moeilijker zodat de werkplaats eind maart 2007 werd gesloten. Sindsdien was er voor de gedetineerden geen werk meer in de ateliers. De enige werkmogelijkheden voor de gedetineerden waren huishoudelijk werk, technisch werk en werk in de keuken. Dit komt neer op 25 werkplaatsen voor heel de inrichting, wat een veel te beperkt werkaanbod was. Twee medewerkers van de CDRGA werden dan ook verzocht om ondernemingen in de buurt te contacteren om hen diensten aan te bieden. Meer dan 100 e-mails werden verstuurd, maar weinige werden beantwoord.
verpakken, thermisch lassen, thermisch krimpen en tot slot op een pallet plaatsen. Het hele jaar door werken 15 tot 20 gedetineerden van 7u30 tot 11u15 en van 12u45 tot 15u15. Iedere maand krijgen zij hiervoor ongeveer 250 euro. De gedetineerden die hier werken, vormen een evenwichtig team. Zij werken in goede verstandhouding en helpen elkaar. Door de creatie van deze 15 tot 20 arbeidsplaatsen kunnen de gedetineerden voldoen aan elementaire behoeften, kunnen zij hun levenscomfort in de gevangenis verbeteren en kunnen zij de families van de slachtoffers buiten de gevangenis helpen. Na deze eerste ervaring met de onderneming ‘Comptoir de Russie’ volgden nog andere gerichte werkzaamheden voor rekening van kleine lokale ondernemers. De inrichting is op de goede weg. Als de infrastructuur het mogelijk maakt, moet de werkplaats van de CDRGA van de gevangenis in Hoei op middellange termijn worden uitgebreid, zeker na de grote werkzaamheden die in de inrichting zijn gepland.
Begin 2010 werden toch de eerste contacten gelegd met de onderneming ‘Comptoir de Russie’. Door die contacten kon begin mei 2010 een project worden opgestart. Enkele gedetineerden voerden tests uit. De werkplaats werd opnieuw geschilderd op kosten van de onderneming, opdat de hygiënevoorwaarden vervuld zouden zijn en de werkomgeving aangenaam zou zijn. De productie startte in juli 2010 met 20 gedetineerden. Het werk bestaat uit het vouwen en het voorvormen van kartonnen dragers en uit kwaliteitscontrole. Op de kartonnen dragers kunnen taarten en fijne bakkersproducten worden geplaatst. Eenmaal dit klaar is, moeten de gedetineerden de afgewerkte producten volgens een plan dat voor ieder product is opgemaakt,
85
Ieper
Gemiddelde bevolking
105,2
Mannen
105,2
Vrouwen
0,0
Beklaagden
70,1
Veroordeelden
33,1
Geïnterneerden
0,2
Andere
1,8
Gewoon regime Halve vrijheid (veroordeelden)
100,2 0,0
Beperkte detentie
5,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
0,0
Gemiddelde capaciteit
67,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
1,00
Totaal Attachés
1,80
Totaal Administratief
8,75
Totaal Medisch
1,00
Totaal PSD
3,75
Totaal Bewaking/Techniek
65,60
Totaal Erediensten Totaal Buiten kader Totaal
86
81,90
De gevangenis van Ieper is een kleine gevangenis. Zij werd in 1876 in gebruik genomen als arresthuis maar doet ondertussen ook dienst als strafhuis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de gevangenis volledig vernield en in 1919 weer opgebouwd. In de jaren ’70 werd een vleugel bijgebouwd en eind jaren ’90 werd zij grondig gerenoveerd.
Interne opleidingscel Na een sterkte- zwakteanalyse bij het personeel besloot de gevangenis van Ieper om een eigen opleidingscel binnen de gevangenismuren op te richten. Uit de analyse bleek immers dat verschillende personeelsleden expert zijn binnen hun vakgebied en de gevangenis vond het nuttig dat deze kennis kon worden doorgegeven. De interne opleidingscel bestaat uit personeelsleden uit alle geledingen van de gevangenis, zowel uit het bewakingskader als uit de administratie. Ter voorbereiding nam de gevangenis een enquête af bij het personeel waarin werd gepolst naar hun opleidingsnoden. Ook werd bekeken wie bereid was om deel uit te maken van de opleidingscel. De personeelsleden die wilden deelnemen, werden verantwoordelijk gesteld voor specifieke opleidingen in hun vakgebied. De ‘opleiders’ geven aan hun collega’s vooral training op de werkvloer. Tijdens deze opleidingen komen de procedures aan bod die wat verwaterd zijn of nieuwe processen die om extra uitleg vragen. Daarnaast organiseert de cel ook meer intensieve opleidingen in groep
over het nieuwe fouilleplan, het interventieplan, de werking van het nieuwe accesgebouw, de opleiding bad, enz.
Heropleving van de werkplaats In de werkplaats wordt voornamelijk stukwerk afgeleverd waarbij gedetineerden producten verpakken, labelen of monteren. In 2009 kon de gevangenis slechts enkele gedetineerden tewerkstellen maar 2010 bracht beterschap, mede dankzij de inspanningen van het team van de werkplaats. In 2010 slaagde de gevangenis erin om enkele nieuwe aannemers aan te trekken en met de bestaande aannemers regelmatig overlegmomenten te organiseren om continue opdrachten mogelijk te maken. De gevangenis kan opnieuw 30 à 40 gedetineerden per dag aan het werk zetten. De gedetineerden werken in de voormiddag van 7u00 tot 12u00, maar door het vele werk en in functie van een goede service werken zij ook regelmatig in de namiddag opdat de bestellingen tijdig bij de klanten kunnen worden afgeleverd. De stockageruimte werd uitgebreid en is nu volledig benut.
Opfrissing van gangen en cellen De gevangenis herschilderde in 2010 alle cellen. Deze renovatie was meer dan nodig maar niet vanzelfsprekend in een arresthuis met een overbevolking van meer dan honderd procent. In de praktijk betekent dit immers dat dagelijks één cel niet beschikbaar was. Het schilderen van de duo- en quatrocellen was dan ook geen sinecure. De schilderwerken gebeurden volledig in eigen beheer en werden uitgevoerd door de technische dienst en hun dienders. Alle cellen zijn geverfd in een neutrale kleur die mooi aansluit bij het kleurenpalet van de gangen. Het herschilderen van de cellen vergemakkelijkt ook de celcontroles. In geval van beschadiging kan ook sneller worden opgetreden aangezien het vóór de schilderwerken vaak moeilijk was om uit te maken of het al dan niet om recente beschadigingen ging.
projectie te bekijken over het leven in de gevangenis. Personeelsleden van de gevangenis en van de Vlaamse Gemeenschap gaven aan de bezoekers een woordje uitleg over de kunstwerken en de hulp- en dienstverlening in de gevangenis. Na een hapje en een drankje konden de bezoekers het gastenboek invullen dat de gedetineerden van de workshops nadien konden inkijken. De tentoonstelling trok maar liefst 240 bezoekers aan.
Buren bij Kunstenaars In oktober 2010 sloot de gevangenis van Ieper zich aan bij het project ‘Buren bij kunstenaars’ dat werd georganiseerd door de provincie West-Vlaanderen. Tijdens een creatieve workshop vervaardigden enkele gedetineerden, samen met een professionele kunstenaar, verschillende beeldende kunstwerken uit plastic flessen en tape. Deze werken werden op 17 oktober 2010 tentoongesteld in het sas van het nieuwe accesgebouw en de tentoonstelling was voor een breed publiek toegankelijk. Naast de beeldende kunstwerken konden de toeschouwers ook de schilderijen, gedichten, schetsen en etsen bewonderen van gedetineerden die zij tijdens de tweewekelijkse creatieve ateliers maakten. Tijdens de tentoonstelling was ook een
87
focus Nieuw accesgebouw Verbouwingsplan Het verbouwingsplan van de gevangenis van Ieper voorziet drie fasen. In 2007 werd de nieuwe wandeling in gebruik genomen. Het nieuwe accesgebouw is het resultaat van de tweede fase. Als derde, laatste en grootste fase start in 2011 de afbraak van alle bijgebouwen van de gevangenis om twee nieuwe vleugels te bouwen.
Voorbereidende werken De gevangenis kreeg in de zomer een zicht op de definitieve structuur van het nieuwe gebouw en het was duidelijk dat een volledig andere manier van werken nodig zou zijn. Het nieuwe gebouw toonde immers weinig gelijkenissen met de toenmalige verouderde inkom: de loge van de portier is helemaal afgesloten, binnen- en uitgaand bezoek worden gescheiden, de doorgang voor het personeel en het bezoek is voortaan ook gescheiden, er wordt gewerkt met elektrische deuren, enz. Het personeel van de gevangenis sloeg onmiddellijk de handen in elkaar om de verhuis en de ingebruikname voor te bereiden. De nieuwe procedures en werkprocessen werden op papier gezet en de nieuwe functiebeschrijvingen voor de portiersloge werden uitgewerkt. De technische dienst zorgde voor de nodige ondersteuning en werkinstrumenten. Na de afwerking en de aansluiting van alle elektrische voorzieningen werd de installatie een dag getest. Een aantal personeelsleden van de DOGV namen de rol op van bezoeker.
88
Het personeel kon zo inspelen op mogelijke toekomstige situaties. Tegelijkertijd kregen de personeelsleden de kans om de werking uit te testen van het bedieningspaneel van de elektrische deuren, de vleugelpoort en de schuifpoort. Na de evaluatie van deze testen werden bepaalde procedures verder uitgewerkt en aangevuld in functie van een optimale werking.
Officiële opening Op 17 december 2010 was het dan eindelijk zover: het nieuwe toegangsgebouw werd in gebruik genomen. Aangezien de portiersloge onmiddellijk operationeel moest zijn, werd alles op één dag verhuisd. De eerste twee dagen was er geen bezoek voor de gedetineerden zodat het personeel zich kon inwerken en kleine problemen kon op lossen. In het weekend van 19 december was de loge volledig operationeel voor het bezoek.
Gebruiksvriendelijke en veilige ruimte Het nieuwe accesgebouw bestaat uit een grote en comfortabele veilige ruimte voor het portiersteam. Op de bovenverdieping is een ontspanningsruimte voor het personeel voorzien en in de gescheiden kleedkamers staan moderne sanitaire voorzieningen en douches. Elk personeelslid beschikt over een eigen kast en kan zich nu omkleden alvorens het cellulair binnen te komen. De bezoekers beschikken over voldoende en kleurrijke kastjes om hun spullen te deponeren en de doorgang tussen binnenen uitgaand bezoek is gescheiden. Er zijn mooie en moderne wachtruimtes met sanitaire voorzieningen voor de bezoekers voorzien. Ook het nieuwe sas is veel ruimer en eveneens
geschikt voor vrachtwagens waardoor de industriële poort minder gebruikt wordt. De contacten tussen het personeel en de bezoekers zijn nu minder persoonlijk. Daar waar de portier vroeger gemakkelijk de loge kon verlaten om een handje te helpen en de hulpportier in het poortgebouw aanwezig was, gebeurt nu alles via intercom vanuit de loge. De oude poorten zijn vervangen door elektrische deuren en poorten met deuraanvraag. Uit een eerste evaluatie blijkt dat de ingebruikname van het nieuwe accesgebouw een grote verbetering betekent voor zowel personeel, externe diensten als bezoekers. In 2011 zal de gevangenis de werking regelmatig evalueren om kleine problemen op te lossen en verbeterprocessen uit te werken.
Itter
Ittre De gevangenis van Itter is een van de recentste gevangenissen in België. In 2002 werd zij in gebruik genomen als strafhuis en is een van de hoogbeveiligde gevangenissen in het land. Gemiddelde bevolking
416,6
Mannen
416,6
Vrouwen
0,0
Beklaagden
10,3
Veroordeelden
406,3
Geïnterneerden
0,0
Andere
0,1
Gewoon regime
416,6
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,0 429,8
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
6,00
Totaal Attachés
3,00
Totaal Administratief
23,65
Totaal Medisch
5,55
Totaal PSD
15,70
Totaal Bewaking/Techniek
321,55
Totaal Erediensten
0,50
Totaal Buiten kader Totaal
375,95
Brandweeropleiding De gevangenis van Itter investeerde in een grootschalig project om het welzijn van de werknemers en de gedetineerden te bevorderen. Enkele teams werden opgericht met mensen die een brandweeropleiding kregen. Het bijzondere aan deze opleiding was dat zij gegeven werd door eigen gekwalificeerd personeel en dat het theoretische gedeelte en de praktijkoefeningen mooi op elkaar aansloten om zo oefeningen te kunnen doen binnen de ganse inrichting.
Overlegorganen voor gedetineerden In het kader van het operationeel plan 2010-2012 richtte de gevangenis van Itter een werkgroep overlegorganen op. De groep kwam reeds drie keer samen, bepaalde het algemeen werkkader en stelde de agenda op van de stappen die moeten genomen worden voor de oprichting van het overlegorgaan. De uitdagingen zijn groot en beantwoorden aan verschillende richtlijnen uit de basiswet.
rond de overlegorganen stimuleert de inrichting om het werk voort te zetten en er een prioriteit van te maken. Het is de bedoeling dat de eerste vergaderingen plaatsvinden in september 2011. Het vraagt immers tijd om de verschillende partijen te informeren en te motiveren om zo een goede uitvoering van het instrument te garanderen.
Re-integratieplatform Sinds eind 2008 organiseert de gevangenis van Itter reintegratieplatforms met een werkgroep bestaande uit een directeur, twee leden van de psychosociale dienst en twee leden van de diensten voor hulpverlening aan gedetineerden. Enerzijds is het de bedoeling de samenwerking tussen de diensten die de gedetineerden tijdens en na hun detentie moeten ontmoeten te verbeteren, evenals hun kennis van de regels van het gevangeniswezen. Anderzijds is het de bedoeling om het doelpubliek beter te kunnen doorverwijzen dankzij een beter begrip van het netwerk. Ten slotte vindt de gevangenis dat dit soort ontmoeting op termijn, zowel kwantitatief als kwalitatief, een meerwaarde zal betekenen voor de gedetineerden en de betrokken partijen. De enen kunnen op meer coherente wijze hun re-integratie begrijpen terwijl anderen bijvoorbeeld voorkomen dat nutteloze afspraken worden gemaakt, dat er overlappingen zijn, enz. In de praktijk vinden deze platforms vier keer per jaar plaats en zij kennen een groot succes. Meer dan twintig externe actoren en een vijftigtal gedetineerden schreven zich in.
Het personeel dat deel uitmaakt van de werkgroep is zeer enthousiast en de toekomstige voordelen van dit instrument zijn reeds duidelijk. De laatste nota van de directeur-generaal
89
Afvalsortering In samenwerking met de gedetineerden en enkele medewerkers nam de gevangenis het initiatief om afvalsortering mogelijk te maken in de open afdelingen met gevolgen voor de helft van de gevangenisbevolking of zo’n 222 gedetineerden. Glas, papier, karton en PMD worden gesorteerd. Er is een budget van 2 818 euro vrijgemaakt voor de aankoop van vuilnisbakken voor afvalscheiding. Het project werd opgestart in september 2010. Er wordt een evaluatie gepland na een jaar om de haalbaarheid te analyseren en deze afvalsortering naar de volledige gevangenisbevolking uit te breiden. Nu al ziet de inrichting de hoeveelheid afval verminderen. De diverse initiatiefnemers van het project zorgen voor een constante aanpassing om tegemoet te komen aan de problemen die zich voordoen op het terrein zoals opslag van afval, problemen bij de opruiming, betere informatie, enz.
90
focus Opleiding brandveiligheid In het kader van het operationeel plan en in overeenstemming met het arbeidsreglement werden de opleidingen ‘evacuatieprocedure bij brand’ en ‘eerste interventieploeg bij brand’ op touw gezet. Voor deze laatste opleiding werd via een dienstnota een oproep tot kandidaten gedaan met het oog op een efficiënte en permanente dienstverlening (24u/24u-dienst). In alle penitentiaire inrichtingen samen hebben ongeveer 80 personen deelgenomen. Gelet op de kostprijs van de externe opleidingen en het geringe aantal toegelaten kandidaten voor die opleiding, werd beslist alle kandidaten via een interne opleiding voor te bereiden. Deze opleiding werd gegeven door drie personeelsleden die, naast hun beroep van penitentiair bewakingsassistent, als vrijwilliger de taken van brandweerman uitvoeren. Nog voor de opleiding van de vierde groep, kan men reeds spreken van een succes. De deelnemers zijn gedisciplineerd en gemotiveerd. Het werk als vrijwilliger is daar zeker niet vreemd aan. Zodra alle penitentiaire inrichtingen de opleiding gevolgd hebben, kunnen de evacuatieoefeningen van start gaan. Deze reddingshandelingen kunnen zeer nuttig zijn voor iedereen, op het werk (voor collega’s en gedetineerden) en in het dagelijks leven. Om dit initiatief te illustreren, vertelt een van de deelnemers zijn ervaringen. Edouard De Melotte, penitentiair bewakingsassistent in Itter sinds november 2002, aan het woord: Jij hebt de opleiding ‘eerste interventieploeg bij brand’ gevolgd. Wat was jouw motivatie om die opleiding te volgen? “Ten eerste biedt de organisatie ons de mogelijkheid een opleiding te volgen: iets waarvoor niet altijd de tijd wordt
genomen in het dagelijks leven. Voorts hebben er zich in onze inrichting reeds verschillende aanzetten tot ‘celbrand’ voorgedaan, met als gevolg dat verschillende collega’s door rook werden bevangen omdat zij de nodige kennis misten en niet wisten hoe zij op een veilige manier moesten ingrijpen. Dat heeft mij overtuigd om deel te nemen aan deze opleiding, wetende dat het ook op persoonlijk vlak nuttig zou kunnen zijn.” Is jouw gedrag op jouw werkplaats sindsdien veranderd? “Ik besteed meer aandacht aan de middelen voor brandpreventie en -bestrijding die wij ter beschikking hebben, maar ook aan respect voor het materiaal en de veiligheidsadviezen.” Heb jij sindsdien een gevoel van verantwoordelijkheid en voorlichting ten aanzien van jouw collega’s en jouw werkmateriaal, wat brandpreventie betreft? “Ja, omdat wij een verkeerd idee hadden over het risico tot gevaar door het vele ijzerwerk en beton in de gevangenis. De opleiding maakt ons bewust van de gevaren en risicovolle ruimtes en tevens van de belangrijke aanwezigheid van mogelijke slachtoffers, zoals in elk ander openbaar gebouw. In de mate van het mogelijke probeer ik de collega’s en gedetineerden te wijzen op de handelingen en acties die voor verbetering vatbaar zijn en hun aandacht te vestigen op de noodzaak om de veiligheidsregels goed na te leven.” Zal deze opleiding volgens jou ook haar nut bewijzen in jouw dagelijks leven? “Ja, omdat ik nu vertrouwd ben met de efficiënte uitvoering van de eerste handelingen en acties in geval van brand. Ik heb ook de preventiemiddelen leren kennen en toen ik mijn zoon in het kinderdagverblijf ging ophalen, viel mijn oog op de verschillende preventie-instructies in dat gebouw. Voordien had ik daar nooit aandacht aan besteed.”
Heb jij zin om dit soort opleiding te volgen, bijvoorbeeld het leren van hart- en long reanimatie en het gebruik van een semi-automatische defibrillator? “Jazeker, omdat zij mij aanvullend en nuttig lijkt. Enkele collega’s of gedetineerden zijn ernstig onwel geweest. Wij hebben het materiaal ter beschikking en het zou zeer handig zijn om het met kennis van zaken te kunnen gebruiken.” Is jouw visie op brandgevaar, risico’s en brandbestrijding veranderd? “Niet wat de risico’s en gevaren betreft, omdat ik jammer genoeg zoiets vreselijks al heb meegemaakt, maar dankzij de opleiding ken ik nu de verschillende manieren van optreden in geval van brand.” Mocht jij een boodschap aan jouw omgeving willen meegeven, welke zou dat zijn? “Zich behoorlijk informeren en zich strikt houden aan de veiligheidsregels en -adviezen, zowel in het beroepsleven als in het privéleven. Degenen die de kans hebben, raad ik aan zo’n opleiding te volgen”.
91
Jamioulx
Gemiddelde bevolking
333,0
Mannen
333,0
Vrouwen
0,0
Beklaagden
208,4
Veroordeelden
88,1
Geïnterneerden
35,2
Andere
1,3
Gewoon regime Halve vrijheid (veroordeelden)
331,6 0,0
Beperkte detentie
1,4
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
0,0
Gemiddelde capaciteit
221,9
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
4,80
Totaal Attachés
1,00
Totaal Administratief
22,90
Totaal Medisch
8,70
Totaal PSD
12,75
Totaal Bewaking/Techniek
219,50
Totaal Erediensten
2,10
Totaal Buiten kader Totaal
92
271,75
In 1975 werd de gevangenis van Jamioulx in gebruik genomen als arrest- en strafhuis. De inrichting is niet gebouwd volgens het bekende Ducpétiaux-model maar in een vierkant. Alle cellen hebben uitzicht op een wandeling van één hectare. De gevangenis heeft ook een psychiatrische annex. Op drie van de negen secties heerst een open regime.
Algemene opleidingen voor gedetineerden In het verleden hebben verschillende factoren ertoe geleid dat de algemene opleidingen die in de gevangenis van Jamioulx werden gegeven, werden afgeremd en vervolgens stopten. Eind 2009 vond in de gevangenis van Jamioulx geen enkele algemene opleiding meer plaats. In 2010 werden enkele contacten opnieuw verbeterd. De samenwerking met de partners van de Franse Gemeenschap en van de stad Charleroi heeft op het einde van het jaar tot een nieuwe opleidingskalender voor 2011 geleid. Verschillende remmende factoren zijn aangepakt, wat leidde tot: >> de afwijking van de regel die de minister van Onderwijs van de Franse Gemeenschap stelt om de opleiders van de regio Charleroi toestemming te geven les te geven in de regio Ham sur Heure/Nalinnes waar de gevangenis van Jamioulx gelegen is >> de vrijstelling van het inschrijvingsrecht voor de gedetineerde stagiairs
>> de inschrijvingsmogelijkheid voor de buitenlandse gedetineerden, zelfs voor hen van wie de verblijfstoestand niet in orde is De inrichting moest niet alleen rekening houden met deze moeilijkheden, maar ook de selectie van de stagiairs aangezien het aantal inschrijvingen een beeld geeft van de algemene interesse. Na lange voorbereidingen werd een opleidingsagenda opgesteld waarbij ruimte blijft voor andere initiatieven zoals Frans als vreemde taal, waarnemingstekenen, een basisopleiding informatica en een basiscursus Engels. Het programma zal starten begin 2011. Tegelijkertijd stelde de vzw Avanti, die een aantal kwalificerende opleidingen organiseert (bv. betegelen en het aanpakken van bouwberoepen), een volledig programma met toneelworkshops voor dat eind 2010 startte en vanaf begin 2011 verder zal ontwikkeld worden.
Preventieacties voor risico’s verbonden aan drugsgebruik De lokale stuurgroep Drugs (LSD) tracht dit thema te bekijken binnen een bredere context van gezondheidspromotie. In 2010 organiseerde de inrichting de actie ‘Boule de neige’ in samenwerking met de lokale partners van de regio Charleroi (vzw Carolo Rue en vzw Le Comptoir). Gedetineerde vrijwilligers, al dan niet gebruikers, krijgen een specifieke opleiding. Vervolgens verzamelen zij bij andere gedetineerden die anoniem blijven informatie over hun verslavingen en hun wijzen van gebruik. Deze uitwisselingen vormen het moment waarop de preventieactie wordt uitgevoerd.
De dubbele evaluatie door de LSD en door twee gedetineerden die de deelnemende gedetineerden vertegenwoordigen, was positief. Een vijfde van de gedetineerden wilde antwoorden op de vragen van hun medegedetineerden. De diversiteit qua afkomst bood de mogelijkheid om een zo groot mogelijk doelpubliek te bereiken. De aanwezigheid van externe organisatoren zorgde bovendien voor een link met de buitenwereld die nuttig is op het tijdstip van de invrijheidstelling. De actie zelf leidde tot een informatiecampagne over de risico’s die verbonden zijn aan het delen van persoonlijke voorwerpen tussen gedetineerden (bv. een tondeuse, een scheerapparaat, een tandenborstel, enz.). Het druggebruik van gedetineerden is een feit. Het is nuttig gebleken de mensen op het terrein de kans te geven hun kennis en hun competenties in dit specifieke domein te vergroten. De doelstelling van de opleiding bestond erin de deelnemers de mogelijkheid te bieden hun persoonlijke mening te geven, hen oplossingen te bieden om het drugsgebruik in het gevangeniswezen te kunnen begrijpen en hen bewust te maken van de principes van de risicobeperking. 27 personeelsleden uit de verschillende diensten van de gevangenis volgden deze opleiding, georganiseerd door vzw Modus Vivendi, gevolgd. Overigens werd het team ‘Agents Relais Santé’ (ARS) (werknemers die fungeren als tussenpersoon rond gezondheid) vernieuwd om een actieve dynamiek te behouden op het vlak van gezondheid in het gevangeniswezen. 12 personeelsleden volgden een opleiding die hen de mogelijkheid moet bieden om aan de gedetineerden informatie te geven over hygiëne, voeding, tuberculose, SOA’s, enz. Bovendien
werd een brochure ‘les bons réflexes’ verspreid onder het bewakingspersoneel.
Versterking van Steunfonds voor gedetineerden De uitgaven die worden gedragen door het Steunfonds voor gedetineerden zijn de laatste jaren toegenomen, onder meer voor de toekenning van sociale bijstand aan behoeftigen, bijstand aan in vrijheid gestelde gedetineerden en de toekenning van een hygiënische set in de gevangenis. Er waren acties nodig om het voortbestaan ervan en het behoud van de toegekende hulp mogelijk te maken. Diverse nieuwe kantines werden georganiseerd zoals sandwiches, pizza’s, ijsjes in de zomer, enz. Het aanbod warme en koude dranken is uitgebreid en gevarieerder. Er is eveneens een project rond de reorganisatie van de wekelijkse kantines opgestart. Alle bestellingen, ook van de artikelen waaruit geen enkele winst wordt gehaald (bv. elektrische huishoudapparatuur), worden afgehandeld via een systeem van levering aan huis. De winstperspectieven voor het Steunfonds zijn gunstig.
Projecten duurzame ontwikkeling De gevangenis van Jamioulx engageert zich volledig om een duurzaam beleid te voeren en maakte in 2010 verder werk van haar recyclagebeleid. Om te kunnen recycleren, recupereerde de inrichting afval zoals frituurolie en/of -vet, hout, gebruikte batterijen (ook batterijen die door het personeel van thuis worden meegebracht), elektrisch of elektronisch afval en apparatuur, papier, toners en inktcartidges (via plaatselijke vzw’s), voedselresten uit de keuken door een recyclagefirma in biomethaan en compost en PMD op de gemeenschapsafdelingen, semi-gemeenschapsafdelingen en voor het personeel. De levering van bederfelijke voeding gebeurt voortaan in kunststof bakken zodat het aantal kartonnen en plastic zakjes beperkt blijft. Tot slot worden de maaltijden aan de gedetineerden in kartonnen bakjes van de leveranciers verdeeld om de hoeveelheid plastic afval laag te houden.
93
focus Culturele activiteiten In de gevangenis van Jamioulx verblijven gemiddeld meer dan 400 gedetineerden met zeer verschillende culturele achtergronden. In november 2010 waren 54 nationaliteiten vertegenwoordigd. Het is dan ook geen kinderspel om activiteiten te organiseren waarvoor iedereen warm loopt. De concurrentie van televisie weegt bovendien zwaar. In 2010 brainstormde de gevangenis samen met de vzw Avanti over activiteiten die inspelen op wat leeft bij de gedetineerden en die aan hun verwachtingen voldoen. Op 20 november konden de gedetineerden een funk/ rockconcert van de groep Mister Muffin and the Sticky Bones bijwonen. Het optreden was een succes en de vraag naar een bisnummer was groot. De artiesten slaagden erin om het woord ‘cultuur’ een modernere en meer toegankelijke betekenis te geven. De gedetineerden kwamen tot het besef dat cultuur geen abstract concept is, maar verschillende en dynamische vormen kan aannemen. Van 15 tot 21 november vond daarnaast een tentoonstelling plaats in het teken van het werk van kunstenaar Piet Vandenhende. Deze man, die zichzelf omschrijft als ‘exalcoholist, ex-dakloze en ex-gedetineerde’, heeft de weg naar de re-integratie gevonden via de schilder- en beeldhouwkunst. In samenwerking met het ‘Maison de la laïcité’ van Charleroi werden verschillende van zijn werken tentoongesteld in de projectiezaal van de gevangenis en mochten de gedetineerden per afdeling de kunstwerken gaan bekijken.
94
Tijdens twee avonden vond ook een debat met het publiek plaats over thema’s zoals delinquentie, de zin van detentie en re-integratie. De boodschap kwam duidelijk over en gaf een aantal gedetineerden hoop. Verschillende van de kunstwerken werden vervolgens in de bezoekersruimte geplaatst zodat ook de familieleden deze kunstenaar konden ontdekken. De reacties waren unaniem positief. Tijdens het laatste trimester van 2010 startte het gezelschap ‘Créa d’âmes’ bovendien met wekelijkse theaterworkshops. Via deze toegankelijke en concrete cultuurvorm waarin samenwerking centraal staat, kunnen gedetineerden hun sociale vaardigheden verbeteren. Zij maken kennis met theater-, zang- en stemtechnieken en leren kostuums ontwerpen en decors opstellen. Samen bereiden zij een theaterstuk voor dat wordt voorgesteld aan het einde van het academiejaar 2010-2011. Samen met de vzw Avanti stelde de gevangenis het activiteitenprogramma voor 2011 op. Door om de zes weken een culturele activiteit te organiseren, behaalt zij de doelstelling in haar operationeel plan. Ook is de gevangenis van plan om eind 2011 een concert van het Koninklijk Kamerorkest van Wallonië te laten doorgaan en laat zij nog ruimte voor andere initiatieven.
Lantin
Gemiddelde bevolking
934,4
Mannen
859,8
Vrouwen
74,6
Beklaagden
395,6
Veroordeelden
491,7
Geïnterneerden
43,2
Andere Gewoon regime
3,9 933,8
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,6
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
0,0
Gemiddelde capaciteit
694,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
8,00
Totaal Attachés
4,00
Totaal Administratief
46,40
Totaal Medisch
16,25
Totaal PSD
24,10
Totaal Bewaking/Techniek
641,95
Totaal Erediensten
De penitentiaire inrichting van Lantin is gebouwd naar Amerikaans en Duits model. Zij is de grootste inrichting van het land en daarom opgesplitst in afzonderlijke entiteiten: een arresthuis, een strafhuis, een vrouwenafdeling, een psychiatrische afdeling en een polikliniek. De gevangenis beschikt ook over een Afdeling Individuele Bijzondere Veiligheid (AIBV).
Nieuwe bibliotheek in de vrouwenafdeling Jarenlang konden de gedetineerden in de gevangenis van Lantin boeken lezen en ontlenen in een kleine bibliotheek. Een vrijwilliger van de vzw ‘Aide sociale aux Justiciables’ die een voormalige leerkracht Frans is, startte met de opwaardering van de bibliotheek en lanceerde verschillende projecten, waaronder leesworkshops. Aangezien er niet voldoende plaats was voor alle boeken, besloot de gevangenis om de bibliotheek te verhuizen naar een andere ruimte. De vrouwenafdeling beschikt nu over een ruime, verluchte bibliotheek met mooie boekenplanken waarop ieder boek zijn plaats heeft. Elk boek wordt voortaan correct gerangschikt, gesorteerd en opgeborgen.
Ontmoeting met schrijvers In samenwerking met drie vrijwilligers van de vzw ‘Aide sociale aux Justiciables’ kregen de gedetineerden de gelegenheid om enkele schrijvers te ontmoeten om hun leesinteresse aan te wakkeren. De twee gastauteurs voor deze eerste ontmoetingen waren Karel Logist en Yasmina Khadra. Het initiatief bleek een groot succes en zowel de medewerkers als de ingeschreven gedetineerden waren na afloop enthousiast. Ter gelegenheid van de eerste ontmoeting bood de Franse Gemeenschap in het kader van het initiatief ‘Je lis dans ma commune’ (‘Ik lees in mijn gemeente’) een aantal boekenchques aan waarmee de gevangenis nieuwe boeken kocht.
Overlegvergaderingen met geïnterneerden van de psychiatrische afdeling In aansluiting op het gedetineerdenoverleg in het strafhuis, de zogenaamde ‘Réunions Relais’, besliste de gevangenisdirectie om deze vergaderingen ook in de psychiatrische afdeling te organiseren. Dit initiatief maakte deel uit van de hoofddoelstellingen van de inrichting en is dan ook ingeschreven in het operationeel plan 2010 – 2012. Een eerste vergadering vond plaats op 30 juni 2010 en verliep vlot. Vier geïnterneerden en vier medewerkers van de afdeling waren aanwezig alsook de directrice die de leiding heeft over deze afdeling. De groep besprak verschillende onderwerpen om de werking van de afdeling te verbeteren.
4,80
Totaal Buiten kader Totaal
745,50
95
Fêtes de la Musique Na het succes van de eerste editie in 2009 vond in de gevangenis van Lantin in juni 2010 een nieuwe editie plaats van het festival Fêtes de la Musique en dit dankzij de samenwerking tussen de gevangenis, de vzw ‘Aide sociale aux Justiciables’, de ‘Conseil de la Musique’ van de Franse Gemeenschap, de dienst Cultuur van de provincie Luik en de gemeente Juprelle.
Urban painting Alpha-Fle, een onderwijsinstelling voor sociale promotie die een reeks opleidingen in de gevangenis van Lantin geeft, diende in 2007 bij de Franse Gemeenschap een ‘graffiti’project in. De gevangenis werkte dit project in 2010 met succes uit. Dankzij dit project kunnen gedetineerden tijdens het graffiti spuiten uiting geven aan hun emoties en de manier waarop zij hun detentie beleven. Op die manier leren zij in groep een gemeenschappelijk project op touw te zetten en helpen zij ook de wandeling te verfraaien. Zij verbeteren bovendien hun kennis van de Franse taal tijdens de groepsvergaderingen waarin zij hun mening geven over de aanpak van het project. Twaalf gedetineerden van het strafhuis namen deel. Zij werden onderverdeeld in twee groepen. Voor iedere groep stonden vijf sessies op het programma met een voorafgaande brainstorming, een overleg over de keuze van het thema en drie ‘paint’-sessies op de wandelingen.
96
De bedoeling is om gedetineerden toegang te geven tot culturele evenementen zoals bepaald in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Personen van verschillende culturen ontmoeten elkaar tijdens deze concerten. Zij praten met elkaar en leren elkaars muziekstijl kennen. Bovendien is dit een ontmoeting tussen de verschillende generaties in de gevangenis. Terwijl dit evenement vorig jaar enkel plaatsvond in het strafhuis, kon de vrouwenafdeling in 2010 ook meegenieten. Zo speelden de groepen MRZOUT en SPACECOWBOYS op 18 juni voor de vrouwenafdeling, terwijl de muzikanten van CLEO en DYNAMIC BAND op 19 juni voor de gedetineerden van het strafhuis optraden.
focus Theaterstuk ‘MANO ARRIBA!’ Begin 2010 zette de gevangenis onder begeleiding van de Luikse vzw Acteurs de l’Ombre een workshop vormingstheater op touw in het strafhuis van Lantin. De workshop, waaraan acht veroordeelde gedetineerden deelnamen, kreeg vorm in het toneelstuk ‘Main en l’air!, Mano arriba!’ (Hand omhoog!), dat in oktober drie keer werd vertoond: voor de gedetineerden van het strafhuis, voor de vrouwenafdeling en een laatste keer voor een extern publiek van familieleden van de acteurs, vertegenwoordigers van verschillende verenigingen en instellingen, journalisten en magistraten. De inleidende tekst op de uitnodiging voor het publiek van de derde voorstelling spreekt voor zich: Wanneer een leven omslaat in gedwongen isolement, Wanneer een ‘misstap’ je je vrijheid en familie voor jaren ontneemt, Wanneer je elke avond wacht op een dag in de verre toekomst, Wanneer je onophoudelijk denkt aan de dingen die je niet meer kan veranderen, aan de tijd die je niet meer kan inhalen, aan het leven dat buiten en binnen voorbijgaat, aan een onzekere toekomst en de moeilijkheden van een toekomstige terugkeer naar de maatschappij, Wanneer de gevangenis heel je leven is geworden, Wanneer haar muren de horizon belemmeren en haar regels je breken, Wanneer het verlaten van de gevangenis zelf angst inboezemt...
Je hand opsteken, de hoogte in... dat is het woord vragen en nemen, dat is stemmen en groeten... Dat is praten en zich laten horen, dat is weerstand bieden... ‘Hand omhoog!’ is het delen... van ervaringen en gedachten, van emoties en gevoelens, hilariteit en verontwaardiging... Uitwisselen... ‘Hand omhoog!’ is een stuk, een collectieve creatie die zulke ervaringen, gedachten, emoties, gevoelens, hilariteit en verontwaardiging wil delen... Geen tranen, nee, die bestaan niet in de gevangenis... Medelijden evenmin, zelfs geen wrok of woede... ‘Hand omhoog!’ is een manier om zich uit te drukken... Van een realiteit... De uitdrukking van het leven van een gevangene...
“Voor de mensen blijft het etiket van gevangene op ons kleven, ook al hebben wij onze schuld afgelost. Wij willen dat mensen begrijpen dat ook wij een hart hebben, net als iedereen.” (Angelo) “Met dit spektakel kunnen wij de mensen laten zien wat wij hier meemaken en hun een boodschap over de gevangenis brengen.” (Farid)
Het stuk is overigens een coproductie van de vzw Acteurs de l’Ombre en de Chileense vereniging Teatro Pasmi, en werd ook vertolkt door Chileense gedetineerden in de gevangenissen van Colina en Santiago. De toeschouwers en de pers waren enthousiast over de Belgische voorstellingen. De theaterworkshop wacht ongetwijfeld een mooie toekomst, te meer omdat de deelnemers genoten van dit avontuur en zij de kans kregen om boodschappen over te brengen waarmee zij willen aantonen dat gedetineerden in de eerste plaats mensen zijn, ook al hebben zij een bijzonder verleden: “Tijdens de repetities had ik niet meer het gevoel dat ik in de gevangenis zat. Ik was er als het ware even tussenuit.” (Farid)
97
Leuven-Centraal De Leuvense centrale gevangenis is sinds 1860 een van de weinige Belgische inrichtingen waar een uitsluitend gesloten regime heerst dat aangepast is aan een langdurig verblijf. De gevangenis is bedoeld voor strafuitvoering. Gemiddelde bevolking
344,9
Mannen
344,9
Vrouwen
0,0
Beklaagden
33,3
Veroordeelden
304,0
Geïnterneerden
1,0
Andere Gewoon regime
6,6 342,7
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,7
Beperkte detentie
1,6
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
0,0
Gemiddelde capaciteit
350,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
3,80
Totaal Attachés
1,50
Totaal Administratief
16,85
Totaal Medisch
2,70
Totaal PSD
13,80
Totaal Bewaking/Techniek
198,05
Totaal Erediensten
2,60
Totaal Buiten kader Totaal
98
239,30
Tussenregime Op 1 mei 2010 ging in de gevangenis het tussenregime van start. Dit regime heeft een dubbele bedoeling. Ten eerste kan de gevangenis nieuwe gedetineerden voortaan op een rustige manier leren kennen en hen laten kennismaken met het regime. Ten tweede kunnen gedetineerden, die het vaak moeilijk hebben zich aan te passen aan een opendeurregime, hier tijdelijk verblijven. Nieuwkomers verblijven standaard tien dagen in het tussenregime. Gedetineerden die in het tussenregime terecht komen naar aanleiding van storend gedrag binnen het opendeurregime, verblijven hier, na het uitzitten van een eventuele tuchtsanctie, normaal gezien drie maanden. De gevangenis werkt met een objectief puntensysteem om te beoordelen of gedetineerden de overstap naar het tussenregime moeten maken. Het regime is vergelijkbaar met het aanbod in klassieke gevangenissen.
Gedragscode voor gedetineerden Vanaf april 2010 ontvingen alle gedetineerden en elke nieuwkomer een gedragscode. De code omschrijft de waarden die de gevangenis belangrijk vindt: respect,
openheid, betrouwbaarheid, veiligheid, verantwoordelijkheid en integriteit. De gedragscode geeft aan waarom de gevangenis belang hecht aan de code, wat zij van de gedetineerden verwacht, wat de gevolgen zijn bij de niet-naleving en waar de gedetineerden terecht kunnen met hun vragen of problemen. Opdat iedereen deze waarden in de praktijk zou kunnen omzetten, werd elke waarde gedefinieerd en aangepast aan de context waarin de gedetineerden verblijven. In de code geven concrete voorbeelden van iedere waarde aan hoe de gedetineerde deze waarden in zijn dagelijkse leven kan toepassen. De gedragscode heeft als doel alle gedetineerden te wijzen op hun verantwoordelijkheid om zo constructief mogelijk bij te dragen tot een positief leef- en werkklimaat binnen de inrichting.
Open Leercentrum ‘Piazza’ In 2010 startte de gevangenis met het Open Leercentrum ‘Piazza’. Heel wat gedetineerden willen studeren en bijleren, maar vinden niet altijd hun gading in het groepsaanbod van lessen. Sommigen studeren liever zelfstandig en op eigen tempo. Anderen volgen wel les in de gevangenis, maar missen een omgeving om te studeren of extra oefeningen te maken. Gedetineerden kunnen voortaan in een lokaal talen, computerlessen, rekenen, enz. leren op een computer. Samen met twee scholen voor volwassenenonderwijs installeerden de netwerkbeheerders van de gevangenis een portaal waarop de gedetineerden deze programma’s gemakkelijk terugvinden. Zelfstandig studeren vraagt natuurlijk de nodige inzet van de gedetineerden. Daarom is
steeds een lesgever aanwezig die hen kan begeleiden of extra uitleg kan geven indien nodig. Twee leerkrachten wisselen elkaar om de week af. Zij werken nauw samen en zorgen voor de opvolging en de ondersteuning van de cursisten. Wekelijks kunnen 24 gedetineerden deelnemen. In 2011 zal de gevangenis Piazza verder uitbouwen zodat het centrum een vaste waarde in het onderwijsaanbod kan worden.
Tewerkstellingsproject
Kunst in huis
De gevangenis wil van de tewerkstelling van gedetineerden een heuse werkervaring maken. Voor verschillende tewerkstellingsplaatsen werd een competentieprofiel opgemaakt. Aan de hand van dit profiel houden de werkbegeleider en de gedetineerde-werknemer functioneringsgesprekken. Dit zijn positieve gesprekken waarbij de competenties van de individuele gedetineerde in kaart worden gebracht.
Totaal vernieuwend is het project ‘Kunst in huis’. Deze organisatie biedt burgers de kans om kunstwerken in huis te halen uit een collectie van meer dan 7300 werken. In de loop van 2010 kwam een samenwerking tussen ‘Kunst in huis’ en de centrale gevangenis van Leuven op gang. Eerst werd de kunst van verschillende gedetineerden geselecteerd voor de collectie en een tentoonstelling. Werken van ‘Kunst in huis’ zelf worden tentoongesteld in de gevangenisbibliotheek, die driemaandelijks wisselen.
Daarnaast komen ook de werkpunten aan bod. Zo kan de gedetineerde zijn werk nog beter uitvoeren. De functioneringsgesprekken vinden op regelmatige basis plaats. Van zodra een gedetineerde gaat solliciteren, krijgt hij een ervaringspas mee. Hierop staan de competenties vermeld, die hij tijdens zijn tewerkstelling in de gevangenis heeft verworven. Op deze manier kan het sollicitatiegesprek vanuit een positieve insteek vertrekken en niet vanuit het feit dat er een ‘zwart gat’ zit in het curriculum vitae omdat een persoon in de gevangenis heeft gezeten.
Gedetineerden kunnen de online beeldcatalogus via de gevangenisbibliotheek rustig raadplegen en ontdekken welke kunstwerken de organisatie ter beschikking stelt. Gedetineerden kunnen tegen een heel voordelig tarief werken ontlenen en zo actuele beeldende kunst in hun eigen cel bewonderen. ‘Kunst in huis’ stelt, nu ook in LeuvenCentraal, een unieke ervaring van omgaan met kunst centraal, waarbij niet het bezitten van het kunstwerk, maar wel de kunstervaring primeert.
99
focus 150 JAAR LEUVEN CENTRAAL (1860 - 2010) De centrale gevangenis van Leuven blies in 2010 haar 150ste kaarsje uit. Naar aanleiding van dit jubileum konden gedetineerden, personeel, externe medewerkers én het grote publiek deelnemen aan enkele festiviteiten. Op 1 oktober 1860 werd de gevangenis van Leuven in gebruik genomen. De nieuwe inrichting was een typevoorbeeld van het zogenaamde Ducpétiaux-model, gebaseerd op voor die tijd baanbrekende penitentiaire opvattingen. Het model kon rekenen op veel internationale belangstelling. Als inrichting voor langgestraften is de gevangenis doorheen de negentiende en twintigste eeuw getuige geweest van belangrijke historische gebeurtenissen. De inrichting heeft immers een belangrijke rol gespeeld voor de ontwikkeling van het Belgische gevangeniswezen.
Studiedag In aanwezigheid van Minister Stefaan De Clerck vond op 1 oktober 2010 een studiedag plaats in het Leuvense Provinciehuis en dit in samenwerking met de afdeling criminologie van de KU Leuven en de VUB. De evolutie, de huidige en toekomstige invulling van de detentie en de maatschappelijke betekenis van de gevangenisstraf kwamen aan bod. De studiedag wekte duidelijk interesse bij het grote publiek dat informatie ontving over het regime en de werking van Leuven-Centraal. De voordrachten werden gepubliceerd in een themanummer van ‘Fatik’, een uitgave van de Liga voor Mensenrechten. De getuigenissen van actoren uit het
100
werkveld van Leuven-Centraal werden gebundeld en ter beschikking gesteld in de gevangenis.
Terug in de tijd In de Leuvense stadsbibliotheek ‘TweeBronnen’ werd van 30 september tot 13 oktober 2010 een tentoonstelling georganiseerd over het verleden en het heden van de gevangenis. Honderden geïnteresseerden bezochten deze tentoonstelling.
Opendeurdagen Een groep enthousiaste personeelsleden organiseerde tijdens vier zondagen in september en oktober 2010 opendeurdagen in Leuven-Centraal. De inrichting opende haar deuren voor het personeel, externe medewerkers en hun familie. Zo konden maar liefst 800 familieleden van (externe) medewerkers uitgebreid kennismaken met de inrichting.
Ook feest voor gedetineerden Tijdens de eerste week van oktober 2010 vonden allerlei activiteiten plaats voor de gedetineerden: een feestmaaltijd, een optreden van stand-up comedian Youssef El Mousaoui, een klassiek concert door het Koperensemble van De Munt en een voordracht over de geschiedenis van Leuven-Centraal. Daarnaast konden zij genieten van een optreden van Jean Bosco Safari, een demonstratie skating en een optreden van een muziekband uit Leuven-Centraal. Tot slot namen enkele sportieve gedetineerden het in een voetbalwedstrijd op tegen een ploeg met oud-spelers van KRC Genk.
Leuven-Hulp Sinds 1869 fungeert de Leuvense Hulpgevangenis als arresthuis, maar zij herbergt ook een aantal veroordeelden. Bovendien beschikt zij over een psychiatrische annex.
Gevangenisbibliotheek ‘restyled’ Gemiddelde bevolking
188,5
Mannen
188,5
Vrouwen
0,0
Beklaagden
79,8
Veroordeelden
62,4
Geïnterneerden
43,6
Andere
2,7
Gewoon regime
185,4
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,4
Beperkte detentie
2,2
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
0,6
Gemiddelde capaciteit
149,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
2,00
Totaal Attachés
1,00
Totaal Administratief
11,80
Totaal Medisch
7,65
Totaal PSD
5,50
Totaal Bewaking/Techniek Totaal Erediensten
106,40
De afgelopen zes jaar sloegen verschillende partners de handen in elkaar om de gevangenisbibliotheek uit te bouwen tot een moderne en aantrekkelijke bibliotheek. Met de actieve steun van de provincie Vlaams-Brabant, de stad Leuven en de bibliotheek ‘Tweebronnen’, vzw De Rode Antraciet en de Vlaamse Gemeenschap werd de bibliotheek volledig ‘gerestyled’. In deze open ruimte kunnen de gedetineerden boeken, kranten, tijdschriften, cd’s en dvd’s raadplegen of ontlenen en gebruik maken van de PC’s. De bibliotheek van de Hulpgevangenis werd uitgebouwd tot een volwaardig servicepunt van de Openbare Bibliotheek. Elke gedetineerde kan lid worden van de Openbare Bibliotheek en kan op die manier boeken, cd’s en dvd’s uit de catalogus bestellen via een beveiligde internetverbinding. Twee penitentiaire personeelsleden en een bibliotheekmedewerker van de stad Leuven zetten zich dagelijks in. En de inspanningen renderen. Meer dan 150 gedetineerden komen minstens tweemaal per week over de vloer. Voor een totale populatie van ongeveer 200 personen is dit een succes.
Piazza, wa’s da? ‘Piazza’ is een open leercentrum van het Centrum voor Volwassenenonderwijs ‘De Orangerie’ in Diest. Er werden reeds afdelingen uitgebouwd in verschillende andere gemeenten van Oost-Brabant. In 2010 werd ook in LeuvenHulp en Leuven-Centraal een ‘Piazza’ open leercentrum geopend. Gedetineerden kunnen hier via de PC op eigen tempo individuele leerprogramma’s doorlopen. Piazzamedewerkers zorgen voor de begeleiding.
Renovatie van het celinterieur In 2010 vernieuwde de gevangenis het interieur van de cellen van de grootste vleugel. Alle sanitair en de meubels werden nagekeken en zo nodig vervangen. De cellen kregen een nieuwe laag verf en er werd modernere en minder storende controleverlichting geplaatst. Verder werden op iedere cel gordijnen gehangen en werden nieuwe minder verbruikende koelkasten geplaatst. In 2011 wordt de andere vleugel aangepakt en worden ook alle televisietoestellen vervangen door moderne flatscreens.
0,50
Totaal Buiten kader Totaal
134,85
101
Shetlandpony voor de psychiatrische patiënten
aantal patiënten en daardoor hun verblijf in de gevangenis een tikkeltje zinvoller en menswaardiger maken.
In september 2010 werd een nieuwe bewoner ingeschreven in Leuven-Hulp: Tara V.D. Runrot. Deze pony werd zorgvuldig geselecteerd op basis van haar zacht en meegaand karakter. Verder beschikt zij over kwaliteiten die de gevangenis gebruikt in haar begeleiding van psychiatrische patiënten. Tara is eenduidig in haar communicatie en is een gevoelig en beweeglijk dier. Daarnaast kan zij de zintuigen stimuleren en een spiegel zijn van de menselijke houdingen en emoties. Bovendien laat deze pony zich graag kammen en verzorgen, loopt zij braaf aan de lijn en laat zij gewillig haar hoefjes kuisen. Hiervoor geeft zij erkenning en genegenheid terug.
Personeel en gedetineerden samen op het podium
Het is de bedoeling dat Tara een nieuwe invulling geeft aan de zorg voor enkele psychiatrische patiënten in Leuven-Hulp. De gevangenis wil nog niet van volwaardige hippotherapie spreken. Maar door zich te laten verzorgen en in interactie te gaan met sommige bewoners kan Tara zeker bijdragen aan het zelfvertrouwen en de verantwoordelijkheidszin van een
102
Op 15 augustus 1998 gaf de groep Blaise and DA Funkamentals het muzikale startschot van een nieuwe editite ‘Marktrock binnen de muren’ op de binnenkoer van LeuvenHulp. Artiesten met naam en faam deelden de afgelopen negen jaar het podium tijdens dit festival. In 2001 stond voor de eerste keer een groepje gedetineerden op het podium. ‘Big Crime’ heette het gezelschap onder leiding van leraar Anton Walgrave. De samenwerking mondde later uit in de cd ‘Side by Side’. Het gezelschap, ondertussen omgedoopt tot ‘Unbreakable’, kreeg een ereplaats op de affiche van 2003. Sindsdien staat wel elke editie een jailhouse band op de Marktrockaffiche. De editie van 2010 verdient zeker een bijzondere vermelding in de annalen van het gevangenisfestival. Voor de eerste keer werd een crossovergroep samengesteld. De groep ‘SOS’ bestaat namelijk voor de ene helft uit gedetineerden en voor de andere helft uit personeel. In volle vakantieperiode repeteerden zij wekelijks. Op een regenachtige 15 augustus 2010 werden de liedjes ‘Sympathy for the Devil’, ‘Pet Semetary’, ‘Under The Bridge’, ‘Hard Times’, ‘Keep on Rocking in a free World’ en ‘Eye of the Tiger’ losgelaten op een talrijk opgekomen publiek.
Leuven Hulp loopt In 2010 startte de gevangenis een programma op om zowel gedetineerden als personeel te stimuleren om aan het lopen te gaan. De doelstellingen zijn voor beide groepen dezelfde, namelijk de mensen aan te zetten tot meer beweging voor een betere gezondheid, een beter functioneren en een groter geluk. Het sociale aspect speelt uiteraard ook mee. Binnen de gevangeis werden loopwedstrijden georganiseerd en het personeel nam in groep deel aan vijf joggings buiten de gevangenis. Er werden ook speciale T-shirts ontworpen die zowel de gedetineerden als het personeel droegen tijdens hun deelname aan wedstrijden.
focus ‘Leuven Hulp’: de serie Van december 2009 tot februari 2010 werd de tv-reeks ‘Leuven Hulp’ uitgezonden. Elke aflevering plaatse zich gemakkelijk in de wekelijkse top tien van best bekeken programma’s. Dat de reeks ook bij beroepsmensen nationale en internationale erkenning genoot, bewijzen de nominatie bij de vier beste Vlaamse realityprogramma’s voor de Nacht van de Vlaamse Televisiesterren en een nominatie voor de beste documentairetelevisie voor het prestigieuze ‘Prix Europa 2010’ in Berlijn. Inrichtingshoofd Paul Dauwe licht toe: “Het zijn geen heiligen en we willen er ook geen heiligen van maken. Toch hebben deze gevangenen ook het recht om gehoord te worden. Het beeld van de stereotiepe gevangene is nog altijd sterk aanwezig in onze maatschappij. Daarom willen we tonen dat het mensen van vlees en bloed zijn. We hebben zeker niet geprobeerd om een positiever beeld van de gevangenis te schetsen.” Prof. Dr. Kristel Beyens van de Faculteit Recht en Criminologie aan de VUB, geeft haar visie op de serie: “De serie toont dingen aan de burger die een andere documentaire tot nu toe niet toonde. Ik heb tot nog toe, denk ik, alle mogelijke Belgische gevangenisdocumentaires gezien die er de laatste tien jaar gemaakt zijn. En deze ‘het leven zoals het is’ is heel geslaagd. Ik kan me ook best indenken dat dit heel wat kopbrekens en slapeloze nachten heeft gekost, maar ik denk dat het de moeite waard is geweest.”
Ook in de Vlaamse media werd uitgebreid commentaar geleverd:
te maken. Waarop onze eindredacteur gevangenisdirecteur Paul Dauwe is beginnen te stalken.”
Documaker Luk Haekens in Focus Knack: “We hebben de gevangenen ook cameraatjes gegeven waarmee ze zelf konden filmen. Uren materiaal hebben we daarvan, het leek voor hen haast therapeutisch. Vaak halen ze die boven als ze ’s nachts niet kunnen slapen. Dan hoor je straffe en schrijnende verhalen.” De Standaard Online: “Gevangenen en het leven in de gevangenissen. Het zal de tv-makers en de mensen thuis altijd blijven intrigeren. Woestijnvis maakte met de serie Leuven Hulp een ‘Het leven zoals het is: Gevangenis’. Maar eigenlijk is die omschrijving veel te kort door de bocht, want Leuven-Hulp is een documentaire van uitzonderlijke kwaliteit.” De Morgen: “ ‘Schuld en boete in Leuven’- Op persconferenties klinkt het wel vaker dat er een uitzonderlijk televisieprogramma voorgesteld zal worden. Maar na het zien van de eerste aflevering kunnen we het alleen maar volmondig eens zijn met de programmaverantwoordelijke van Woestijnvis, Olivier Goris. Al ging het niet van een leien dakje. Wij zijn al verschillende jaren bezig met Leuven-Hulp en het is absoluut niet evident dat het programma er nu ook is. Dat is mede te danken aan monteur Yoohan Leyssens. Hij filmde ooit een workshop die singer-songwriter Anton Walgrave gaf aan een aantal gevangenen. Hij toonde het filmpje aan zijn Woestijnviskompanen en het idee voor Leuven-Hulp begon te kiemen. Je zag meteen wat de mogelijkheden waren. Alleen hadden we meer nodig om er een volwaardige tv-reeks van
103
Marneffe
Gemiddelde bevolking
124,9
Mannen
124,9
Vrouwen
0,0
Beklaagden
0,0
Veroordeelden
124,9
Geïnterneerden
0,0
Andere
0,0
Gewoon regime
124,9
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
0,0
Gemiddelde capaciteit
131,0
Het Centre pénitentiaire école (CPE) in Marneffe werd gebouwd in de negentiende eeuw en werd na het einde van de Tweede Wereldoorlog in gebruik genomen als een penitentiair schoolcentrum. Het centrum is omgeven door een domein van 40 hectare met een park, een bos en landbouwgrond. Er heerst een open regime voor veroordeelden die zich kunnen aanpassen aan een leven in gemeenschap. De gedetineerden kunnen hier opleiding volgen en werken en zich zo voorbereiden op hun toekomstige vrijlating.
Theoretisch rijexamen In de loop van het schooljaar 2009-2010 schreven 17 gedetineerden zich in voor de opleiding ‘theoretisch rijexamen’. Het CPE biedt deze opleiding aan in samenwerking met de Ecole de Promotion sociale van Hoei-Borgworm. Tien gedetineerden slaagden voor de theoretische proef, die in het examencentrum van Tihange plaatsvond.
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
4,00
Totaal Attachés
1,00
Totaal Administratief
13,40
Totaal Medisch Totaal PSD
8,75
Totaal Bewaking/Techniek
92,41
Totaal Erediensten
0,50
Totaal Buiten kader
1,00
Totaal
104
121,06
Het is de bedoeling dat de gedetineerden die geslaagd zijn voor het theoretisch gedeelte een praktische opleiding kunnen volgen om rijvaardigheden te leren. Deze tweede module gaat van start in de loop van het eerste semester van 2011, in voorbereiding op het traditionele praktische rijexamen. De Ecole du Promotion sociale stelt dan ook een wagen ter beschikking voor de begeleider en de studenten. De praktijklessen zullen plaatsvinden op een beveiligde plaats op het domein van het CPE. Deze opleiding kent veel succes
en een tweede reeks theorielessen is gepland voor het schooljaar 2010-2011. 23 kandidaten schreven zich reeds in.
Opleiding in betegeling Ieder schooljaar organiseert het CPE in samenwerking met de Ecole de Promotion sociale van Hoei-Borgworm een opleiding in betegeling. Tijdens het schooljaar 2009-2010 schreven zeven studenten zich in. Twee studenten liepen stage in externe ondernemingen en slaagden voor hun kwalificatieproef. Twee andere studenten konden echter geen stage lopen aangezien zij geen uitgaansvergunning kregen. Met goedkeuring van de directie hebben deze gedetineerden hun stage in het CPE kunnen lopen en de gangen van drie afdelingen opnieuw betegeld. De deelnemers slaagden met glans en bezorgden hun medegedetineerden bovendien een opgefriste en aangenamere leefplaats. In de loop van 2011 zullen de gediplomeerde studenten ook de andere afdelingen betegelen.
Deelname aan werkgroep over open regime Op initiatief van de regionale directie en onder leiding van de directie Detentiebeheer werd begin 2010 een reflectie- en werkgroep opgericht over de Belgische open penitentiaire inrichtingen. De Waalse open inrichtingen zijn het CPE in Marneffe en het detentiecentrum in Saint-Hubert. Langs Vlaamse kant werkten het PLC in Ruiselede en het PSC in Hoogstraten mee. Tijdens de werkgroepen dachten de leden na over het bepalen van nieuwe classificatiecriteria voor de open inrichtingen en het voorstellen van een nieuwe en
aangepaste definitie van de regimes die in de open inrichtingen gelden. Voor de open inrichtingen is het belangrijk dat zij gedetineerden kunnen opvangen die voldoen aan de voorwaarden van het toegepaste regime en de specifieke kenmerken ervan. De werkgroep stelde nieuwe classificatiecriteria op die overeenstemmen met de bijzonderheden van de regimes, de infrastructuur, de activiteiten en de specifieke eigenschappen van elke open inrichting. De classificaties kunnen volgens bepaalde voorwaarden gebeuren, maar ook individueel bij de meer specifieke gevallen. Het is de bedoeling om de gesloten penitentiaire inrichtingen en meer bepaald de directies te betrekken bij deze classificatieverzoeken. De directies van de gesloten inrichtingen vullen daartoe een formulier in. Daarna geeft de directie van de open inrichting een advies tot beslissing. De directie Detentiebeheer van de centrale administratie neemt de eindbeslissing. De werkgroep gaf een nieuwe definitie aan de geldende regimes in de open inrichtingen en informeerde de betrokken partijen binnen het DG EPI hierover. De groep stelde een praktische en leesbare folder op voor iedere open inrichting om deze informatie kenbaar te maken. Alle gedetineerden zullen deze folder kunnen lezen en aan de hand van foto’s ontdekken hoe de open inrichtingen er precies uitzien. Zij kunnen bekijken onder welke voorwaarden zij hun overplaatsing naar een open inrichting kunnen vragen en wat precies van hen wordt verwacht. Zij krijgen bovendien een beeld van de kenmerken van het regime dat in de open inrichting geldt, de interne en externe activiteiten waaraan zij kunnen deelnemen en het werk dat zij kunnen uitvoeren. De
formulieren en de folders worden in 2011 verspreid in een testfase. Dit project gaat van start in de gevangenissen van Namen, Lantin, Sint-Gillis, Antwerpen en Gent.
Opleiding rond multiculturaliteit Marcel Kabundi, directeur bij het Centre national d’Apprentissage et de l’Administration corporative du Service correctionnel in Canada, gaf in oktober 2009 de opleiding ‘Opleiders in culturele bemiddeling’ bij het CFPP in Marneffe. Aansluitend op die opleiding zocht het CFPP twee proefgevangenissen om het personeel bewust te maken voor multiculturaliteit. Het CPE in Marneffe en de gevangenis van Nijvel boden zich aan. Om het personeel bewust te maken van het belang van multiculturaliteit en om vrijwilligers aan te trekken, werd gekozen voor een stuk van Pie Tshi Banda, genaamd ‘Un fou noir au pays des blancs’. De voorstelling vond op 14 oktober 2010 plaats in het CPE. Een dertigtal personen woonden de activiteit bij, waaronder de directie, bewakingspersoneel, de psychosociale dienst en administratief personeel. Tot dusver is een lid van het bewakingspersoneel van buitenlandse afkomst geïnteresseerd in dit schakelproject over diversiteit.
105
focus 60 are voor bioteelt In 2008 werd het idee van een bioteeltproject in het CPE in Marneffe gelanceerd door de leidinggevenden van de landbouwwerkplaats. Na het zoeken van een partnership is een overeenkomst opgesteld met het OCMW van de gemeente Gesves die reeds 20 jaar aan bioteelt doet in het kader van tewerkstelling van personen door het OCMW. Het OCMW van Gesves levert het ‘boodschappenpakket van de huisvrouw’ en zocht destijds partners voor de biologische groenteteelt aangezien de vraag naar dergelijke producten voortdurend blijft stijgen. Sinds 2009 heeft het CPE in Marneffe dan ook 60 are gewone teeltoppervlakte omgezet in bioteeltoppervlakte. In de loop van 2010 werden dus verschillende groenten verbouwd zoals courgettes, pompoenen, wortelen, prei en uien. Voor dit project was geen enkele financiële investering van de strafinrichting nodig. Het bracht echter heel wat voordelen met zich mee op sociaal en financieel vlak: >> 2000 uren gewerkt aan bioteelt >> een nieuwe teeltmethode voor de werknemers volgens de logica van duurzame ontwikkeling door geen chemische of organische meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken en door te verbouwen met de hand >> de drang aanwakkeren bij gedetineerden die bioteelt overwegen in hun professioneel reclasseringsplan >> stijging van de omzet van de landbouwwerkplaats en deelname aan een project tijdens het schooljaar 2010 2011 bij de verdeling van de verbouwde groenten voor de bereiding van soep voor de scholen van de gemeente Gesves.
106
De firma Certisys heeft de ‘bio’landbouwwerkplaats in Marneffe erkend als verpakker waardoor de gedetineerden tijdens de winter van 2010 konden worden tewerkgesteld voor het verpakken van biologische zaden en planten voor een gespecialiseerde firma. De gedetineerden konden hun werk dus behouden tijdens het winterseizoen, wat nog steeds de logica van een duurzame ontwikkeling volgt. Op 1 maart 2011 zal de werkplaats ‘bioteelt’ van het CPE in Marneffe officieel erkend worden als ‘bioteler’ door de erkende firma Certisys. Ten slotte hoopt de inrichting deel te nemen aan het project van het OCMW van Gesves dat erin bestaat biologische groenten te leveren voor de bereiding van alle maaltijden die geserveerd worden in de kantines van de verschillende scholen van de gemeente.
Mechelen Sinds 1874 fungeert de gevangenis van Mechelen als arresthuis met een gesloten regime, maar ook als een inrichting voor recidivisten met middellange straffen. De gevangenis heeft een stervormige structuur. Gemiddelde bevolking
115,5
Mannen
115,5
Vrouwen
0,0
Beklaagden
86,3
Veroordeelden
26,7
Geïnterneerden
0,9
Andere Gewoon regime
1,6 115,5
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
0,0
Gemiddelde capaciteit
84,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
1,00
Totaal Attachés
1,80
Totaal Administratief
8,85
Totaal Medisch Totaal PSD
3,75
Totaal Bewaking/Techniek
84,90
Totaal Erediensten
3,40
Totaal Buiten kader Totaal
JailTV: crimineel goed JailTV is het Vlaamse voorbeeld van Third Sector Media, ook wel doelgroepenmedia genoemd. Het is een sociaalparticipatief ‘narrow casting’ mediaproject met als doel gedetineerden te informeren, bij te scholen in sociale en emotionele vaardigheden en hen creatief te stimuleren. Onder begeleiding van een procesbegeleider van vzw De Rode Antraciet, maken de gedetineerden, enkele studenten en een leerkracht journalistiek van de Lessius Hogeschool deel uit van een redactieraad en worden producer, cameraman, interviewer of monteur. Zij verzorgen maandelijks in team een intern televisiejournaal. Waar JailTV aanvankelijk voorzichtig als een pilootproject startte in 2007, werd dit initiatief tijdens het derde werkingsjaar onder groeiende belangstelling voorgesteld op het Community Oriented Media Congress. In het najaar van 2010 werd de stuurgroep versterkt met een medewerker van het productiehuis Sultan Sushi.
permanent vanuit hun cel kunnen consulteren via het interne videokanaal. De stuurgroep ontwikkelde ook een waaier van sleutelcompetenties waar de redactieleden rond kunnen werken tijdens het project JailTV. Een deelnemer die zich inzet om aan deze technische en sociale competenties te werken, ontvangt een competentiedocument, een zogenaamde Oscar. Zo kan de medewerking aan JailTV ook haar nut hebben in de sociale re-integratie van de gedetineerden.
In het kader van dit project werd de onthaalbrochure virtueel vertaald met als resultaat een onthaal-dvd voor Nederlandsen anderstaligen. Gedetineerden zullen deze brochure
103,70
107
Betrokkenheid tussen gevangenis en buurt Sinds de opstart van het project Rondom Prison in 2008 werkt de gevangenis regelmatig activiteiten uit die een wederzijdse betrokkenheid tussen de gevangenis en de buurt nastreven. Na de eerste editie van Rondom Prison kwam vanuit het buurtcomité de vraag om regelmatig een gemeenschappelijke activiteit te organiseren aangezien zij uit ervaring hadden geleerd dat dit bijdraagt tot een wederzijdse verstandhouding als ‘buren’. Ondertussen ontvangen gedetineerden regelmatig het buurtkrantje waarin naast ‘nieuws van de buren’ ook verslagen zijn terug te vinden van gemeenschappelijke activiteiten die in de gevangenis plaatsvonden. Zo organiseerde de gevangenis Rondom Prison (voor- en najaarseditie) en Kunst en muziek met de buren, waarin gedetineerden konden deelnemen aan een workshop drumband, muziekband of kunst achter tralies. Aangezien ook voetbalclub KV Mechelen tot de buren behoort, startte de gevangenis ook met hen een samenwerking op. Met de steun van vzw Hattrick organiseerde de gevangenis een voetbaltornooi dat op de wandeling werd afgesloten met een optreden van de harmonie van KV Mechelen.
Nieuwsflash als aanloop naar intranet Uit een onderzoek naar de werktevredenheid bij het penitentiair personeel bleek dat vooral de interne communicatie een werkpunt was. De gevangenis werkte samen met een communicatiedeskundige een
108
communicatiebeleidsplan uit met strategische doelstellingen op korte en lange termijn, die telkens zijn vertaald in een aantal concrete acties. De gevangenis neemt het optimaliseren van de interne communicatie en de informatiedoorstroming systematisch op in haar operationele plannen. Eén van de doelstellingen is de opmaak van een eigen intranet dat toegankelijk is voor alle medewerkers zodat zij gelijktijdig en op dezelfde manier alle actuele informatie ontvangen. Aangezien de communicatiedienst van het DG EPI zich reeds engageerde voor de opmaak van een portaalsite voor het departement, waarbij naast algemene informatie ook een lokaal luik voor de gevangenissen voorzien is, kon Mechelen aansluiten als pilootgevangenis waardoor meteen de nodige technische ondersteuning en opleiding kan gegarandeerd worden. In aanloop naar de concrete opstart van het intranet communiceert de gevangenis haar nieuwe ontwikkelingen en belangrijke mededelingen via een elektronische nieuwsflash.
TOM-project: onderweg naar werk ‘TOM’ staat voor Trajectmatige, Op maat en Modulaire begeleiding van kortverblijvende gedetineerden naar de arbeidsmarkt. Dit project is een initiatief van verschillende partners vanuit de hulp- en dienstverleningssector om gedetineerden tijdens hun detentie voor te bereiden op een latere tewerkstelling door hen op te leiden, te laten werken in de gevangenis en hen gepersonaliseerde ondersteuning te bieden.
De gevangenis werkte samen met de werkplaatsverantwoordelijken aan de bestaande competentieprofielen. In het werkhuis vonden inmiddels de eerste functioneringsgesprekken plaats tussen de werkplaatsverantwoordelijke, de gedetineerden en de VDAB. Een sollicitatieprocedure werd opgestart voor de functie van schrijver, bibliothecaris en fitnessmonitor. De job wordt opengesteld, gedetineerden kunnen zich inschrijven en vervolgens wordt via een sollicitatiegesprek met de VDAB iemand aangeworven aan de hand van competentieprofielen. De gevangenis organiseert beroepsopleidingen met een voorafgaande screening om de gedetineerden gemakkelijker een job aan te bieden in de gevangenis maar in een latere fase ook op de arbeidsmarkt buiten de gevangenis. In 2010 probeerde de gevangenis deze trajectmatige aanpak voor het eerst uit binnen de beroepsopleidingen schilderen-decoratie en elektriciteit. Het is uiteindelijk de bedoeling om voor elke arbeidsplaats en opleiding binnen de gevangenis een competentieprofiel op te maken en deze te kaderen binnen het detentie- en reclasseringstraject.
focus Meer aandacht voor directe omgeving van gedetineerden De gevangenis besteedt bijzondere aandacht aan de directe omgeving van de gedetineerden. Zo maakten gedetineerden en hun familieleden tijdens een workshop het kinderboekje ‘Papa is weg’. Maar ook de bezoekfaciliteiten werden grondig verbeterd.
Kinderbezoek vanuit andere invalshoek Sinds 2009 werd de formule van het kinderbezoek aangepast. Vroeger werd dit vooral opgevat als een gezinsmoment. Nu nemen de gedetineerden en hun kinderen eerst deel aan een individuele activiteit terwijl de moeders een infosessie bijwonen van het Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG). Daarna neemt het hele gezin deel aan een gemeenschappelijke activiteit. De bedoeling is enerzijds de vaders te responsabiliseren in hun vaderrol en anderzijds de partners de kans te geven om onder professionele begeleiding hun ervaringen met elkaar te delen. Tijdens de infosessies voor de partners tracht het CKG de ouders zo goed mogelijk te ondersteunen in de opvoeding van hun kinderen.
zoeken naar een nieuw evenwicht in hun opvoedkundige rol tijdens de detentie.
Gezinsvriendelijke ruimtes Gedetineerden die minstens drie maanden in de gevangenis verblijven en die voldoen aan de interne voorwaarden, kunnen maandelijks gebruik maken van ongestoord familiaal bezoek van hun kinderen, ouders, grootouders, kleinkinderen, broers, zussen, enz. Minimum twee en maximum vijf familieleden kunnen op bezoek komen in een mooi ingerichte bezoekersruimte. De gevangenis richtte ook de wachtruimte voor bezoekers opnieuw in. De ruimte werd opgefrist, een kinderhoek werd geïnstalleerd en er werden verdeelrekken voor brochures voorzien. Wachtende bezoekers kunnen een informatieve presentatie bekijken via een televisiescherm.
Dankzij de toekenning van provinciale subsidies kon een pedagogische begeleider van het CKG tweewekelijkse groepsbijeenkomsten voor gedetineerden en hun partners organiseren, afgewisseld met tweewekelijkse gezinssessies. De moeders kunnen gebruik maken van wekelijkse individuele begeleiding. Met dit project biedt de gevangenis aan de gedetineerden en hun partner ondersteuning in het
109
Merksplas De strafinrichting van Merksplas fungeerde vroeger als landbouwkolonie, maar is nu een strafhuis met een halfopen regime. Zij bestaat uit acht paviljoenen. ‘De Haven’, een afdeling voor 60 mentaal gehandicapte geïnterneerden, werd in 2009 in gebruik genomen. Gemiddelde bevolking
657,9
Mannen
657,9
Vrouwen
0,0
Beklaagden
29,8
Veroordeelden
291,6
Geïnterneerden
325,7
Andere
10,8
Gewoon regime
657,1
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
In februari werd de nieuwe portiersloge van de industriële toegang in gebruik genomen. Bijkomende camera’s, een beveiligde zone voor de portiers en de noodzakelijke sasfuncties werden voorzien. Een uitgebreid vast portiersteam volgde de opleiding ‘Veilige Inkom’. Het veilig registreren, verwerken en begeleiden van het externe vrachtverkeer wordt nu in betere banen geleid.
In februari werden een honderdtal gedetineerden vanuit Merksplas naar de penitentiaire inrichting van Tilburg overgebracht. Hierdoor konden 68 bijkomende geïnterneerden op het paviljoen E worden opgenomen om de psychiatrische afdelingen in Gent en Antwerpen te ontlasten. Het paviljoen E is de enige afdeling met monocellen waar voordien veroordeelden werden geplaatst. Enkele noodzakelijke infrastructurele aanpassingen waren nodig. In overleg met de zorgcoördinator besloot de inrichting in eerste instantie om bepaalde geïnterneerden, waaronder de deelnemers van het psychoseproject, te verhuizen naar paviljoen E. De vrijgekomen 68 plaatsen op de andere afdelingen voor sociaal verweer werden ingenomen door geïnterneerden uit Gent en Antwerpen.
0,8 694,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
7,00
Totaal Attachés
3,80
Totaal Administratief
24,30
Totaal Medisch
38,25
Totaal PSD
25,20
Totaal Bewaking/Techniek
401,90
Totaal Erediensten
Nieuwe portiersloge
Uitbreiding van afdelingen voor sociaal verweer
3,00
De vaste personeelsequipe van paviljoen E woonde een informatiesessie bij over de medische en psychosociale zorg van geïnterneerden. Alle personeelsleden werden persoonlijk ingelicht over hun nieuwe functie waarbij zij de keuze kregen om mee te stappen in dit project. De meerderheid ging akkoord. Zij volgden een driedaagse opleiding over persoonlijkheidsstoornissen en ziektebeelden en nemen voortaan driemaandelijks deel aan een terugkomdag voor eventuele vragen of bedenkingen. Zij kunnen ook steeds rekenen op de steun van de psychosociale dienst en de zorgequipe.
Totaal Buiten kader Totaal
110
503,45
De inrichting huisvest momenteel zo’n 350 geïnterneerden op een totale populatie van 671 gedetineerden. Twee zorgpsychiaters traden ondertussen in dienst. De beleidscel
Zorg communiceert regelmatig over de evoluties en projecten in de zorgsector in het infoblad ‘DE ZORG in een notendop’.
Beter interventiesysteem De gevangenis werkte aan een beter interventiebeleid en richtte de dienst Interventie op om degelijke bijstand te verlenen in geval van incidenten. Deze dienst bestaat uit ongeveer vier personeelsleden per ‘sector’, die verantwoordelijk zijn voor bepaalde afdelingen in de gevangenis. De werkgroep Veiligheid ontwikkelde een draaiboek met duidelijke instructies voor het personeel in geval van een incident. Het bestaande alarmcodesysteem werd vereenvoudigd. De PBA-ploegchef van het betrokken paviljoen neemt de leiding tijdens de interventie en zorgt voor de coördinatie. De vier personeelsleden die deel uitmaken van de dienst Interventie, worden telkens bij het begin van hun shift aangeduid door de PBA-ploegchef. Alle PBA-ploegchefs namen deel aan informatiesessies over de nieuwe procedures en alle personeelsleden ontvingen een exemplaar van het uitgewerkte draaiboek. In het draaiboek zijn codes opgenomen. Code 1 is een oproep tot gewone bijstand waarbij naargelang de ernst van het incident een kleur wordt toegekend aan de oproep. >> Geel staat voor een klein incident waarbij enkel de aangeduide personen van de betrokken sector ter plaatse komen. >> Oranje staat voor een iets groter incident waarbij de aangeduide personen van sector 1 en 2 ter plaatse komen en de gedetineerden worden ingesloten op een veilige
plaats (bv. een cel of de ontspanningszaal). Het personeel in de paviljoenen blijven stand-by voor code Rood. >> Rood staat voor een ernstig incident waarbij ieder beschikbaar personeelslid ter plaatse komt. Op de paviljoenen blijft de afgesproken minimumbezetting van personeel aanwezig. Code 2 wordt gebruikt als oproep bij een ontvluchting die standaard omgeroepen wordt als code 2 Oranje. Naargelang de situatie kan deze overgaan in code 2 Rood met de bijhorende procedures. Het draaiboek besteedt aandacht aan de te volgen procedures voor bijstand tijdens een oproep, aan de toe te passen regelgeving bij de fysieke overbrenging van gedetineerden naar de veiligheidscel en aan de communicatiestrategie tijdens de interventies. Het opvangteam kan ook worden ingeschakeld. Speciale evaluatieformulieren kunnen nadien worden overhandigd aan de dienst Interventie. De gevangenis stelt vast dat dit nieuwe model goed werkt. De leerzame debriefingsmomenten na elk incident zorgen voor meer expertise rond conflictbeheersing. De gevangenis paste ook het interventiedossier aan volgens de nieuwe procedures en dit in samenwerking met de lokale politie en brandweer. De interne brandweerploeg zal in de toekomst ook gereorganiseerd en uitgebreid worden tot de Eerste Interventieploeg bij Brandincidenten.
Nieuw personeelsrestaurant De inrichting heropende haar personeelsrestaurant met een volledig nieuwe keuken. De personeelsleden kunnen kiezen uit een warm menu of broodjes. Zij kunnen ook een vegetarisch menu bestellen. Na zes maanden zal de werking
van het restaurant worden geëvalueerd aan de hand van een personeelsenquête en, indien nodig, worden bijgestuurd.
Waterzuiveringsinstallatie met ecologische toets De gevangenis beschikt sinds 20 jaar over een kleine installatie voor de zuivering van het huishoudelijk afvalwater van de inrichting en van het Centrum voor Illegalen. Toch is slechts één rioleringssysteem voorzien voor regenwater en huishoudelijk afvalwater. Om te voldoen aan de lozingsnormen die de Vlaamse Milieu Maatschappij oplegt, moest de verouderde installatie worden vernieuwd. In samenwerking met de Regie der Gebouwen startte de gevangenis een project op om de bestaande installatie te moderniseren en te optimaliseren conform de wettelijke normen. Op basis van een probleemanalyse stelden beide partijen voor om niet alleen de installatie te vernieuwen maar om ook twee rietvelden aan te leggen. De waterzuivering verloopt nu volledig computergestuurd met een automatische alarmmelding bij defecten en conform de principes en procedures van Aquafin. Dankzij de aanleg van de twee rietvelden zal bij zware en langdurige regenval een gedeelte van het afvalwater automatisch naar de rietvelden gestuurd worden, waardoor het proces van de waterzuivering deels in de technische installatie en deels in het rietveld zal gebeuren. De eerste resultaten geven aan dat de gemoderniseerde installatie het gewenste effect bereikt. De lozingsnormen werden niet overschreden. Dit resultaat zal nog verbeteren aangezien de spontane aangroei van de nodige bacteriën in het rietveld nog wat tijd vraagt.
111
focus Beurs Planning Maatschappelijke Dienstverlening Op initiatief van de Vlaamse beleidsmedewerker en in samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap, organiseerde de strafinrichting van Merksplas in november een beurs rond haar maatschappelijke dienstverlening. Zo konden het personeel en de Vlaamse partners informeel kennismaken met het aanbod aan hulp- en dienstverlening binnen de gevangenismuren. Alle vaste partners van de Vlaamse Gemeenschap die in Merksplas hun diensten aanbieden, werden samen met hun coördinatoren en directies uitgenodigd. De gevangenisdirectie, het team van penitentiair assistenten, de PBAploegchefs, de leden van de psychosociale dienst van de werkgroepen van de Vlaamse Gemeenschap, de zorgcoördinator, de preventieadviseur en het diensthoofd van de DGZG waren eveneens van de partij. Op deze beurs stelden de partners hun aanbod en activiteiten voor aan de hand van flyers, brochures en affiches. Het Centrum voor Volwassenenonderwijs, Horito, het Huis van het Nederlands, vzw De Rode Antraciet, vzw Suggnomè, de VDAB, Justitieel Welzijnswerk, enz. lieten het publiek kennismaken met hun diensten. De talrijk opgekomen bezoekers waren tevreden. Zij konden nu een gezicht plakken op de personen die zij regelmatig in de inrichting zagen rondlopen. Ook de partners van de Vlaamse Gemeenschap stelden enthousiast vast dat de maatschappelijke dienstverlening in de strafinrichting van Merksplas breder en ruimer is dan gedacht.
112
Omwille van het succes van dit evenement overweegt de inrichting om deze beurs te organiseren voor de grotere groep PBA’s en het technisch personeel. In een latere fase kan worden bekeken of de gedetineerden, de klantendoelgroep van deze maatschappelijke dienstverlening, vragende partij zijn. De inrichting creëerde enerzijds een draagvlak bij de personeelsleden voor de uitvoering van de doelstellingen die zij gemeenschappelijk heeft met de Vlaamse Gemeenschap. Anderzijds kon de beleidsmedewerker een eerste basis leggen voor een samenwerkingsverband tussen de verschillende Vlaamse partners om in de toekomst een Platform voor Maatschappelijke Dienstverlening te implementeren.
Bergen
Mons De stervormige gevangenis van Bergen is sinds 1870 een arrest- en strafhuis en beschikt ook over een vrouwenafdeling en een psychiatrische annex.
Rationalisatie van kosten Gemiddelde bevolking
403,2
Mannen
367,0
Vrouwen
36,3
Beklaagden
135,9
Veroordeelden
236,3
Geïnterneerden
29,3
Andere Gewoon regime
1,8 402,7
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,6
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,0
Totaal Directie
4,00
Totaal Attachés
3,00
Totaal Administratief
25,45
Totaal Medisch
10,45
Totaal Bewaking/Techniek Totaal Erediensten
De gevangenis in Bergen is een oude inrichting. Herstellingen zijn dan ook vaak aan de orde. De papieren reparatieformulieren leverden regelmatig problemen op en een doeltreffende opvolging van de gevraagde werken was dan ook broodnodig.
De gevangenis wil haar begrotingsmiddelen optimaal besteden en voerde daarom een interne audit uit om na te gaan waar besparingen mogelijk zijn. De telefoonkosten werden als eerste onder de loep genomen. Na een analyse van het gebruik van elk telefoontoestel werd een rationalisatieplan opgesteld en uitgevoerd. De bewustmaking van de gebruikers en een nieuw mechanisme voor nazicht van de facturen zijn gesystematiseerd. Door de analyse van alle bestaande lijnen werden ook enkele lijnen gedesactiveerd die niet meer gebruikt werden. Dankzij deze initiatieven zijn de telefoonfacturen op twee jaar tijd tot 63% gedaald.
Iedere kwartierchef kan nu via een informaticaprogramma een reparatieformulier invullen. De leidinggevende van de technische dienst geeft aan de formulieren een orde van prioriteit en geeft vervolgens zijn medewerkers binnen de dienst de opdracht om de werken uit te voeren. Daarna controleert hij in real time de goede uitvoering van de werken. De directeur-zaakvoerder kan dit ook controleren, de bestemming van het materiaal volgen en ervoor zorgen dat de voorraad aangevuld blijft.
Voorts resulteerde een audit van de kantoor- en onderhoudsuitgaven in een aangepast beheer met een besparing van 10%. Met het vrijgekomen budget kocht de gevangenis vuilnisbakken aan voor selectieve afvalinzameling in de lokalen van de administratieve diensten, waardoor op termijn de afvalkosten zullen dalen.
De gevangenis beschikte over een industriële wasserij waar niet alleen het wasgoed van de gevangenis zelf, maar ook dat van verschillende andere inrichtingen werd gewassen. De rentabiliteit was echter beperkt en de investeringen om de apparatuur in goede staat te houden waren buitensporig. Bovendien bood de wasserij slechts werk aan een beperkt aantal gedetineerden. Daarom werd de wasserij opgedoekt en werd een nieuwe werkplaats ingericht om meer gedetineerden tewerk te stellen. De gevangenis geeft hierbij de voorkeur aan kwalificerend werk.
Nieuwe werkplaats
307,0
Personeel voltijds equivalent
Totaal PSD
Informaticasysteem voor reparatieformulieren
11,55 236,25 1,50
Totaal Buiten kader Totaal
292,20
113
Gedetineerden onderhouden zelf hun cel Overeenkomstig het responsabiliseringsbeginsel, een van de pijlers van de basiswet, startte de gevangenis een project op om de cellen te laten verfraaien door de gedetineerden die hier verblijven. De gedetineerden die hun cel willen opfrissen, kunnen aan de technische dienst het nodige materiaal vragen, zoals schoonmaakmiddelen en verf. Zij voeren alle werken zelf uit. Dankzij het project is al meer dan 10% van de gevangeniscellen gerenoveerd. De gedetineerden die aan dit project hebben deelgenomen, zorgen er ook voor dat de netheid van hun detentieruimte behouden blijft. Hun gedrag en hun houding naar hun medegedetineerden, het personeel en zichzelf is er ook op vooruit gegaan.
114
focus Reorganisatie van personeel in teams De organisatie van het bewakingspersoneel van de gevangenis in Bergen verliep reeds lang volgens het principe: één personeelslid voor één functie. Uit de CAF-oefening bleek dat deze regeling heel wat beperkingen met zich meebrengt. Om te beantwoorden aan de werkelijke aanwezigheden en afwezigheden, is een dagelijkse besparing nodig van werkposten en de verplichting om de dienstroosters dagelijks te herzien. De betrokken personeelsleden zagen zich regelmatig bij een andere functie ingedeeld, wat bij de meesten te vaak voor ontevredenheid zorgde. De directie heeft daarom beslist om het systeem te herzien door zich te baseren op de organisatie van de andere diensten van de gevangenis en de bewaking te organiseren in teams. De personeelsleden worden dan niet langer ingedeeld bij een functie maar bij een team (bv. team vleugel A, team wandeling, team annex, enz.) onder de bevoegdheid van een PBA ploegchef, die belast is met zijn team, met daarnaast een pentitentiair assistent. Bijkomend werd het proces om dit te bereiken grondig geanalyseerd. Daarvan hangen immers het slagen van het project, haar stabilisatie en bijgevolg de beoogde resultaten af.
De uitdagingen zijn: >> de nadruk leggen op het interne professionalisme, >> de organisatiestructuur toelichten om de directieleden ertoe te brengen hun opdrachten en functie te omschrijven >> een duidelijk en transparant werkkader geven >> zorgen voor een heropleving van de motivatie en het welzijn op het werk versterken >> het aantal aanwezigheden verhogen Om deze doelstellingen te bereiken, is een eerste fase gerealiseerd in samenwerking met de penitentiair assistenten. Het te volgen proces werd bepaald en de juiste definitie van de rollen en functies van iedere hiërarchische lijn werden uitgeschreven: penitentiair assistenten, PBA ploegchef en teamleden.
Op het einde van dit proces wordt het team werkelijk samengesteld in overleg met de PBA’s ploegchef waarbij rekening wordt gehouden met de verwachtingen van alle personeelsleden, die allemaal hebben moeten opgeven tot welk team of sectie zij wensen te behoren. De inrichting is ervan overtuigd dat deze reorganisatie bij elk personeelslid van de gevangenis zorgt voor een beter begrip van de verplichtingen van hun beroep, een duidelijke methode biedt om hun functie uit te oefenen, een perfecte interpretatie van de hiërarchische structuur geeft en een bron is van professionele ontplooiing.
Een tweede fase van het proces was het aanduiden van de PBA’s ploegchef aan het hoofd van een team waarbij rekening gehouden werd met hun verwachtingen. Naar aanleiding van deze aanwijzing werden de werkmethodes in elk team geherdefinieerd rond de volgende thema’s: >> het structurele kader bepalen van de opdrachten en taken voor de vleugel of de sectie waarover zij de leiding hebben. Een vademecum dat elke fase van elke opdracht bevat, wordt opgesteld en aan alle stafleden bezorgd. >> dagelijkse checklists van het werk opstellen zodat de goede uitvoering van de opdrachten kan worden gecontroleerd >> zich bijscholen op vlak van het beheer van de aanwezigheden/afwezigheden binnen een team
115
Namen
Namur Sinds 1874 doet de gevangenis van Namen dienst als arresten strafhuis met een vrouwenafdeling. De gevangenis is stervormig en bestaat uit open afdelingen. Hier is ook een psychiatrische annex gevestigd. Gemiddelde bevolking
193,0
Mannen
180,8
Vrouwen
12,2
Beklaagden
108,1
Veroordeelden
67,8
Geïnterneerden
16,3
Andere Gewoon regime
0,9 191,9
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,3
Beperkte detentie
0,8
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,0 140,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
3,00
Totaal Attachés
1,00
Totaal Administratief
17,95
Totaal Medisch
6,95
Totaal PSD Totaal Bewaking/Techniek Totaal Erediensten
8,10 146,05 1,90
Totaal Buiten kader Totaal
116
184,95
Modernere basisuitrusting op cel In vele Europese landen zijn de cellen in de arresthuizen overbevolkt. Gedetineerden verblijven soms per twee, per drie en soms zelfs per vier in cellen met een vrije ruimte van ongeveer 4 of 5 m² (exclusief sanitair, bedden en meubelen). Sommige gedetineerden slapen op een matras op de grond. Aangezien zowel het aantal activiteiten als het aantal arbeids- en opleidingsplaatsen vaak beperkt zijn, brengen gedetineerden 20 tot 22 uur per dag op hun cel door. Deze overbevolking weegt zwaar op alle aspecten van het gevangenisleven. De ‘Commission for the Prevention of Torture’ stelt: “Door de overbevolking worden gedetineerden soms onmenselijk behandeld en vernederd. Dit is een van de redenen waarom gedetineerden zichzelf meer verwonden (zelfverminking en zelfmoord(poging), waarom de agressie tussen gedetineerden onderling toeneemt en waarom afpersing en geweld tegen het bewakingspersoneel meer voorkomt.”
De gevangenis van Namen besliste daarom om de basisuitrusting in de cellen te moderniseren. Alle cellen werden uitgerust met een televisietoestel en een koelkast. Rekening houdend met het gebrek aan arbeids- en opleidingsplaatsen, is televisiekijken voor de gedetineerden een belangrijke activiteit om hun dag te vullen. Voor vele gedetineerden is de televisie bovendien een link met de buitenwereld, waardoor zij zich beter voelen en ook beter gedragen. De toestellen blijven helaas niet altijd van schade bespaard. Aangezien de huurkosten niet hoog zijn en dikwijls worden voorgeschoten door het Steunfonds voor gedetineerden kan de veroorzaakte schade niet worden vergoed.
Opleiding budgetbeheer voor gedetineerden In de gevangenis van Namen hebben veel gedetineerden financiële moeilijkheden Deze bemoeilijken hun maatschappelijke re-integratie, verkleinen hun kans om werk te vinden na vrijlating en hebben vaak ook gevolgen voor hun gezin. In juli 2010 organiseerde de gevangenis een opleiding die gedetineerden bewust leert omgaan met hun budget. Het gaat om een opleidingsmodule van de vzw Phoenix die gericht is op onder meer OCMW’s, werkgelegenheidsagentschappen en hulpverleningsorganisaties voor personen die het op sociaal vlak moeilijk hebben. Na overleg met de plaatselijke PSD, werden een twaalftal gedetineerden (beklaagden en veroordeelden) geselecteerd om aan de opleiding deel te nemen.
De vzw Phoenix maakte een brochure (http://www. mieuxgerersonbudget.com) op om de opleiding voor te stellen. Daarin staat dat veel gezinnen een laag inkomen hebben. Aangezien de facturen elke maand binnenstromen, kunnen de schulden zich snel opstapelen. Financiële moeilijkheden wegen zwaar op het gezins- en beroepsleven. De vzw Phoenix organiseert een opleiding van twee uur om een groep van maximaal twaalf personen, in eenvoudige taal en op interactieve wijze, bewust te leren omgaan met hun budget. Doel is om prioritaire uitgaven te bespreken en om na te denken over middelen om bepaalde kosten te verminderen en om de gezondheid te verbeteren. Tijdens de opleiding wordt bovendien een dvd getoond over hoe schulden te vermijden.
117
focus Reorganisatie van vleugel D Tijdens de zomervakantie van 2010 is de gevangenisbevolking van Namen sterk veranderd. De vrouwenafdeling op vleugel D sloot immers de deuren om mannelijke gedetineerden uit de gevangenissen van Jamioulx, Nijvel en Bergen op te vangen. In een vleugel van de gevangenis van Jamioulx wordt immers asbest verwijderd. In augustus werden alle vrouwelijke gedetineerden van Namen overgebracht naar de andere vrouwenafdelingen in Bergen, Lantin en Berkendael. De eerste mannen namen begin september 2010 hun intrek op vleugel D. De lokale vakorganisaties en de directie van de gevangenis van Namen beslisten om in deze vleugel, die minder beveiligd is dan de drie andere celvleugels, gedetineerden te plaatsen met een ‘light’ profiel. Het gaat hier voornamelijk over tewerkgestelde gedetineerden van wie de meesten een uitgaansvergunning of penitentiair verlof hebben. Het aantal plaatsen is vastgesteld op 21. Door het vertrek van de vrouwen en de plaatsing van mannelijke gedetineerden in vleugel D moesten enkele infrastructurele aanpassingen gebeuren en het detentieregime van deze vleugel worden herzien.
118
De meeste twee- en vierpersoonscellen zijn omgebouwd tot eenpersoonscellen om de gedetineerden dezelfde leefomstandigheden te bieden als in de andere open vleugel van de gevangenis. Om te voorkomen dat de gedetineerden van deze vleugel te veel heen en weer moeten lopen tussen vleugel D en de rest van het cellencomplex, zijn verschillende specifieke ruimtes beschikbaar in vleugel D. Zo is er een ziekenboeg, een lokaal voor gesprekken met de psychosociale dienst, een ruimte voor de vrijwillige bezoekers en twee douches. De gedetineerden beschikken daarnaast over een recent heringerichte keuken met een washoek, waardoor zij vrij zelfstandig hun eigen kleren kunnen wassen. In de oude kapel van de vleugel is een fitnesszaal ingericht zodat zij ook hier sport kunnen beoefenen.
Deze afdeling heeft een ‘opendeurregime’. Het merendeel van de bewoners zijn tewerkgestelde gedetineerden die overdag niet in hun cel verblijven. De wandeling wordt dan ook tijdens de week na hun werkdag georganiseerd en in het weekend twee keer per dag op een aparte binnenplaats. Binnen de vleugel hebben de gedetineerden recht op een redelijk ‘vrije’ toegang tot de telefoon, de keuken/wasplaats en de fitnesszaal. Omdat verschillende ruimtes op de vleugel zelf beschikbaar zijn, functioneert deze vleugel uiteindelijk vrij zelfstandig, behalve voor de organisatie van lessen, bezoeken aan tafel en de erediensten en de toegang tot de bibliotheek. Hiervoor kunnen de gedetineerden van vleugel D naar het klassieke cellencomplex gaan. Enkele maanden na de ingebruikname, worden de werking en de impact bekeken die deze nieuwe vleugel heeft op de algemene organisatie van het detentieregime.
Nijvel
Nivelles In Nijvel werd de gevangenis in 1908 in gebruik genomen als arrest- en strafhuis. Tijdens de jaren ’90 werd de gevangenis grondig gerenoveerd en werden twee vleugels bijgebouwd.
Gemiddelde bevolking
227,4
Mannen
227,4
Vrouwen
0,0
Beklaagden
88,0
Veroordeelden
137,4
Geïnterneerden
0,0
Andere Gewoon regime
2,0 226,6
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,2
Beperkte detentie
0,6
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,0 192,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
4,00
Totaal Attachés
3,00
Totaal Administratief
17,15
Totaal Medisch
3,35
Totaal PSD Totaal Bewaking/Techniek Totaal Erediensten
8,05 169,85
Onthaal van de familieleden van het personeel Om haar personeel te motiveren, organiseerde de directie activiteiten om haar waardering te tonen tegenover de werknemers. Zo vonden twee bezoeken voor (volwassen) familieleden plaats. Hiermee krijgt de werknemer de kans om aan zijn familie zijn specifieke werkomgeving te laten zien. Voor het bezoek gaf de directie een presentatie over de verschillende diensten en specifieke opdrachten binnen de gevangenis. Het bezoek werd afgesloten met een receptie. Deze actie was een groot succes en zal om de twee jaar plaatsvinden.
De workshop begint met een sportuurtje onder toezicht van een psychotherapeut. Daarna krijgen de gedetineerden gedurende een half uur het woord. De directie koos voor twee proefsessies die worden voorafgegaan door een individueel gesprek met de geïnteresseerde gedetineerden van wie de directie de kandidatuur op basis van objectieve criteria heeft goedgekeurd.
Workshop Café Philo Tijdens Café Philo komt een praatgroep samen, bedoeld voor gedetineerden ouder dan 25 jaar. Tijdens deze workshop kunnen zij gesprekken voeren rond thema’s die zij zelf
Yoseikan Budo Aangezien het aantal jonge gedetineerden (jonger dan 25) in Nijvel toeneemt, was het noodzakelijk om een specifieke activiteit voor hen te organiseren. De directie koos voor een workshop ‘Yoseikan Budo’ die aan de jongeren een manier wil bieden om zich zowel op psychomotorisch als op verbaal vlak uit te drukken om zelfmoordgedrag en asociale, agressieve of misdadige houdingen te voorkomen of te beperken.
2,10
Totaal Buiten kader Totaal
207,50
119
gekozen hebben op basis van literair of audiovisueel materiaal. Een externe partner leidt de praatgroep. Dit initiatief kende reeds veel succes bij de gedetineerden waardoor het in 2011 dan ook zal herhaald worden.
Workshop vormingstheater De vzw FUNOC (project Passerelle vers la Liberté) en het Réseau Art et Prison organiseren deze wekelijkse workshop. Deze workshop wordt gegeven door een professional uit de showwereld en wil de gedetineerden betrekken bij alle fasen van een theaterstuk, vanaf het bedenken van het scenario tot de voorstelling.
Workshop diversiteit In oktober 2009 namen verschillende personeelsleden van het DG EPI in het CFPP deel aan een opleiding rond multiculturaliteit en diversiteit van de heer Kabundi. Hij is deskundige bij de Verenigde Naties en leidt in Canada de afdeling ‘Services ethnoculturels, programmes et réinsertion sociale des délinquants’. In navolging van deze opleiding, richtten de deelnemers een reflectie- en werkgroep op. De voornaamste doelstelling is het opstarten van een netwerk rond diversiteit. Nijvel is een van de twee pilootinrichtingen. In december werd het spektakel ‘Un fou noir au pays des blancs’ (van en met Pie Tsibanda) opgevoerd voor de personeelsleden. Na deze voorstelling volgde een oproep tot kandidaatstelling en het warm maken van geïnteresseerde personeelsleden om in 2011 verschillende concrete acties rond diversiteit te leiden.
120
focus Nieuwe leermethode via e-learning De gevangenis van Nijvel is de Waalse pilootgevangenis voor de organisatie van onderwijsmodules via e-learning. Dit project wordt aangestuurd door de regionale directie en op lokaal niveau georganiseerd in samenwerking met de Forem en de Franse Gemeenschap. In 2010 werden de lokalen ingericht en voorzien van meubilair en PC’s. Met succes legde de inrichting contacten met potentiële pedagogische partners. Deze nieuwe manier van onderwijs zal tijdens het eerste semester van 2011 starten.
De inrichting biedt verschillende modules aan zoals inleiding tot milieubeheer, e-Food of de bewustmaking over de veiligheid van de voedselketen en commercieel Nederlands en Engels. Vzw’s Adeppi en La Touline verzorgen de pedagogische coaching zodat de cursisten die voor zelfstudie hebben gekozen, worden gemotiveerd en gesteund.
121
Oudenaarde Van 1922 tot 1933 was de gevangenis van Oudenaarde een arresthuis. In 1936 werd de gevangenis heropend en zij is sindsdien een strafhuis hoofdzakelijk voor langgestraften.
Toegankelijke bibliotheek Gemiddelde bevolking
145,4
Mannen
145,4
Vrouwen
0,0
Beklaagden
40,9
Veroordeelden
102,5
Geïnterneerden
1,2
Andere Gewoon regime
0,8 139,4
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,2
Beperkte detentie
5,8
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,0 132,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
2,00
Totaal Attachés
1,00
Totaal Administratief
15,00
Totaal Medisch
0,00
Totaal PSD Totaal Bewaking/Techniek Totaal Erediensten
5,75 119,80 1,20
Totaal Buiten kader Totaal
122
144,75
Degelijke rekken met boeken en een leeshoek laten de gedetineerden toe om in alle rust hun boeken uit te kiezen in de vernieuwde gevangenisbibliotheek. Dankzij een samenwerking met de Oudenaardse stadsbibliotheek en de tussenkomst van de provincie en de Vlaamse overheid beschikt de gevangenis nu over een uitgebreide collectie boeken. Gedetineerden kregen ook inspraak in de aankoop van nieuwe boeken. Gedetineerden kunnen hier ook cd’s en dvd’s uitlenen. Leden van de stadsbibliotheek ondersteunden de opstart van de nieuwe bibliotheek. Gedetineerden kunnen nu op vraag een boek over een bepaald onderwerp uitlenen uit de wisselcollecties. Wekelijks kunnen zij een bezoek naar de bibliotheek aanvragen voor een portie lectuur, muziek of film.
Vernieuwde douches op secties Gedetineerden konden vroeger om de twee dagen een douche nemen. De werkende gedetineerden konden dit dagelijks doen. Eind 2009 startte de renovatie van de douche-installatie op de zes secties. Omdat de gevangenis alle gedetineerden dagelijks een douche wil aanbieden, was ook een uitbreiding van de warmwatercapaciteit nodig. Drie
condensatieketels zorgen volgens het doorstroomprincipe continu voor warm water. De nieuwe installatie biedt tal van voordelen. Zo is de vertrektemperatuur verhoogd naar 70°C en is er bijgevolg geen gevaar voor een besmetting met de legionellabacterie. Het debiet van de gasgestookte condensatieketels is bovendien ruimschoots voldoende om de zes secties en de afdeling voor beperkte detentie van warm water te voorzien. De installatie kan ten slotte door de doorstoomboilers in de zomer worden uitgeschakeld. De gevangenis werkte een doucheregeling uit. Gedetineerden die moeten verschijnen voor de rechtbank, naar een andere gevangenis worden overgegegebracht of een uitgangsvergunning krijgen, kunnen een douche nemen voor hun vertrek. Zij die niet werken, worden aangeraden om ’s ochtends een douche te nemen. Gedetineerden die wel werken, kunnen een douche nemen na de avondwandeling. Zij die in de keuken werken en het eten bedelen, kunnen, indien nodig, meermaals douchen. Gedetineerden die tijdens het weekend deelnemen aan sportactiviteiten, hebben eveneens recht op een douche.
Nieuwe opleiding loodgieterij De gevangenis wil haar onderwijsaanbod beter afstemmen op dat van andere gevangenissen. Uit de ervaringen van de centrale gevangenis van Leuven bleek dat de bouwopleidingen de gedetineerden erg aanspraken. Daarom besloot de gevangenis van Oudenaarde, na een gesprek met de VDAB over knelpuntberoepen, om de opleiding loodgieter-monteur centrale verwarming te organiseren.
Leerkrachten van de twee Oudenaardse Centra voor Volwassenenonderwijs geven de opleiding.
Uitreiking Prijs voor Mensenrechten aan vzw Touché
Gelet op de privacyregels en de verschillende bevoegdheden, was een goede samenwerking noodzakelijk. Voorwaarden zoals voldoende tijd voor voorwaardelijke invrijheidstelling en een positief detentiegedrag werden in de screening van de gedetineerden opgenomen. De onderwijscoördinator keek of de gedetineerden die aan de opleiding wilden deelnemen, over de nodige leervaardigheden beschikten en voldoende basiskennis hadden. Aan de hand van een interview werd duidelijk of de gedetineerden voldoende gemotiveerd waren. Ondertussen zijn 13 leerlingen aan de opleiding begonnen en wacht een tweede groep van 14 leerlingen om te starten.
De Liga voor Mensenrechten reikt jaarlijks de Prijs voor Mensenrechten uit aan een persoon of organisatie die zich verdienstelijk heeft gemaakt in de verdediging van de mensenrechten. In 2010 ging de prijs naar vzw Touché voor hun bijdrage tot een meer zinvolle en meer humane strafuitvoering. Om de agressieproblematiek van (ex-) gedetineerden te verminderen werkte zij een transmuraal begeleidingsaanbod uit. Als erkenning hiervoor ontving zij de Prijs voor Mensenrechten.
leefklimaat in de strafinrichting. Ook de strafuitvoeringsrechtbank apprecieert de begeleidingen en sprak al meermaals de voorwaarde uit van verdere begeleiding bij diverse strafuitboetingsmodaliteiten. De begeleidingen van Touché tekenen zo voor kortere detenties.
Ernstige geweldmisdrijven houden het publiek, de media en de politiek in de greep. Ook in de gevangenissen is er geregeld agressie tussen gedetineerden en tegen het personeel. Mensen beter uit de gevangenissen laten vertrekken dan ze erin komen, is en blijft het streefdoel. Vooral gedetineerden met een agressieprobleem die langdurige begeleiding nodig hebben, vielen in het verleden tussen wal en schip. Sinds kort wordt deze leemte gevuld door de medewerkers van vzw Touché die (ex-)gedetineerden trainen in agressiebeheersing, zowel binnen als buiten de gevangenis en zowel individueel als in groep. De aanpak van Touché (‘Creatief met agressie’, ‘Verder met agressie’ en ‘Buitengewoon met agressie’) is uniek en vernieuwend. Touché hecht veel belang aan een continue begeleiding die het liefst tijdig begint tijdens de detentie en die ook na de vrijlating niet ophoudt. Vzw Touché is sinds 2008 actief in de gevangenis van Oudenaarde. Groepsessies en individuele begeleidingen spelen op elkaar in en hebben een positief effect op het
123
focus Freedom Of Thought ‘Freedom Of Thought’ is de naam van het socioculturele project in de gevangenis van Oudenaarde. Zij werkt hiervoor samen met de vzw Jint, de Belgische afdeling van Youth in Action, Vorming Plus, KVS, Justitieel Welzijnswerk, vzw De Rode Antraciet en Hilde Droogné. Tijdens het eerste deel van het project konden gedetineerden en jongeren buiten de gevangenis brieven naar elkaar schrijven als fictieve personages. De jongeren stelden vragen en de gedetineerden gaven een antwoord. Op basis van deze brieven kwam een scenario tot stand. Dit gebeurde onder leiding van de professionele schrijfster Hilde Droogné die reeds in andere gevangenissen meewerkte aan schrijfprojecten. Vervolgens voerden de gedetineerden een theaterstuk op met zelfgemaakte muziek, monologen en rechtstreekse interactie met het publiek. Regisseur Willy Thomas stond in voor de begeleiding. De voorstellingen vonden plaats binnen de gevangenismuren en zowel de jongeren waarmee zij brieven schrijven als buurtbewoners konden het theaterstuk bijwonen. Het doel van dit project was om creatief samen te werken en de gedetineerden de kans te geven om zich vrij te uiten. Dankzij dit project kwam een dialoog tot stand tussen de wereld binnen en buiten de gevangenis. Zo’n 300 kijklustigen woonden de theatervoorstelling bij. De opbrengst ging integraal naar het Steunfonds. De gedetineerden toonden dat zij veel meer zijn dan enkel de persoon die misdrijven heeft gepleegd. Het publiek was enthousiast en dit gaf de deelnemende gedetineerden voldoening. De
124
gevangenis heeft dan ook besloten om voortaan dramalessen aan te bieden. Onder begeleiding van Justitieel Welzijnswerk en de beleidsmedewerker dienden vijf gedetineerden dit project in bij de vzw Jint in de hoop financiële steun te krijgen. Omdat dit ‘hun project’ was, hebben zij een veel grotere rol gespeeld bij de bekendmaking, de motivatie van deelnemers, de bestelling van materiaal, enz. Europa wou in hen investeren en uit dankbaarheid voor deze kans deden zij hun uiterste best om van dit project een succesverhaal te maken.
Gemiddelde bevolking
200,6
Mannen
200,6
Vrouwen
0,0
Beklaagden
0,1
Veroordeelden
0,0
Geïnterneerden
200,5
Andere Gewoon regime
0,0 200,6
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
Totaal Directie
3,00
Totaal Attachés
1,00
Totaal Administratief
13,00
Totaal Medisch
26,50
Totaal PSD
10,30
Totaal Bewaking/Techniek
177,95 1,30
Totaal Buiten kader Totaal
aanvraag tot opname van een patiënt in de instellingen voor externe zorgverlening.
De Etablissement de Défense sociale (EDS) in Paifve werd in 1972 geopend. Het regime in de inrichting houdt het midden tussen een typisch gevangenisregime en het leven in een psychiatrisch ziekenhuis. De geïnterneerden die hier verblijven, worden ’s nachts en tijdens de middagpauze opgesloten, maar brengen de rest van de dag met elkaar door. Hier werkt niet enkel gevangenispersoneel, maar ook gespecialiseerd psychiatrisch verplegend personeel.
Vervolgens werd een inlevingsprogramma van drie dagen uitgewerkt. Maximaal 17 werknemers van het psychiatrisch zorgcircuit kunnen hieraan deelnemen. Het programma bestaat uit theoretische uiteenzettingen, beroepspraktijkuitwisselingen met de teams, een bezoek aan de inrichting en een volledige dag besteed aan de activiteiten van de EDS. In 2010 werden twee modules van drie dagen georganiseerd en in 2011 zijn reeds twee nieuwe gepland.
Toegang tot extern zorgcircuit
Overleg in functie van het specifieke karakter van geïnterneerden
In het operationeel plan 2010-2012 van de EDS zijn de contacten met het psychiatrisch zorgcircuit een van de belangrijkste werkthema’s. Die contacten nemen verschillende vormen aan. Samengevat worden vier hoofdlijnen uitgewerkt:
0,0 207,7
Personeel voltijds equivalent
Totaal Erediensten
Paifve
233,05
>> een ontmoeting tussen diensten (gericht, op verzoek of naar aanleiding van problemen bij de samenwerking) >> deelname van de EDS aan het psychiatrisch overleg in Luik en aan diverse werkgroepen op het niveau van het tussenoverleg >> de uitwerking van criteria voor de opname van geïnterneerde patiënten, in samenwerking met de instellingen voor externe zorgverlening >> een inlevingsprogramma voor professionals op het terrein Op die manier leren de medewerkers van het terrein en de directies meer over elkaars werk. Daarnaast werkte een subwerkgroep de samenwerkingsprocedures uit voor de
De oprichting van een overlegorgaan leidde tot heel wat vragen over de toepassing ervan op het sociaal verweer. Omwille van de specificiteit van de EDS en haar bevolking besloot de inrichting om de sector van de geestelijke gezondheidszorg te bevragen. De ervaringen van de vzw Psytoyens bij de invoering van gebruikerscomités in een hulpdienst of een zorgdienst voor geestelijke gezondheidszorg leidden tot een nauwere samenwerking tussen de EDS en deze vzw. Een algemeen schema voor de invoering van een overlegstructuur binnen de EDS werd opgemaakt. Werken met en begeleiden van geïnterneerden is onmisbaar binnen het overlegproces. Om de informatie binnen de gevangenismuren te houden, was de zorgequipe de uitverkoren partner in dit project. Voor deze overlegstructuur organiseert de EDS drie soorten vergaderingen. De vergaderingen met de gebruikers, begeleid door minstens twee zorgmedewerkers, zijn
125
toegankelijk voor alle patiënten van dezelfde sectie. Iedereen kan zijn problemen bespreken en verschillende thema’s aankaarten, bij voorkeur over het leven in gemeenschap. Aan de gemeenschappelijke vergaderingen, ook begeleid door minstens twee zorgmedewerkers, nemen twee vertegenwoordigers van de patiënten deel, die tijdens de vergaderingen met de gebruikers per sectie worden verkozen. Tijdens deze vergaderingen brengen de deelnemers de problemen, die aangekaart werden tijdens de vergaderingen met de gebruikers, per paviljoen samen en werken oplossingen of voorstellen uit die aan de overlegorganen worden voorgelegd. De overlegorganen vinden voor ieder paviljoen om de zes maanden plaats. Zij komen dus vier keer per jaar samen. De afgevaardigden van de patiënten en hun zorgmedewerkers maken van deze overlegmomenten gebruik om problemen te bespreken en om de mogelijke oplossingen die zij hebben uitgewerkt, af te toetsen. Tot slot streeft de EDS met deze overlegorganen naar een participatieve aanpak van de geïnterneerden bij problemen van algemeen belang.
Opleiding ‘D’amont en aval’ Tijdens het eerste semester van 2010 namen elf geïnterneerden van de EDS deel aan een voorbereidende module rond socio-professionele integratie met als titel ‘D’amont en aval’. Die module werd georganiseerd door de vzw Aide Sociale aux Justiciables (ASJ) uit Luik. Deze opleiding, erkend door het Waals Gewest, vindt sinds een aantal jaren plaats in de strafinrichting van Lantin. René Michel, directeur van de vzw ASJ, en het dynamisch opleidingsteam van het ASJ hebben heel wat lessen aangepast aan het specifieke profiel van de geïnterneerden.
126
Dit gebeurde in nauwe samenwerking met de lokale teams en de directie. ‘D’amont en aval’ is een opleidingsprogramma gericht op een betere voorbereiding van de geïnterneerden op hun reclassering. Deze opleiding wordt vier dagen per week gegeven gedurende vier maanden en is erkend als een Organisme de Réinsertion Socioprofessionelle. De Forem zorgt voor een vergoeding voor de stagiairs. Het programma van deze opleiding bestaat uit: >> het bijwerken van de kennis van wiskunde en Frans >> een module mondelinge en schriftelijke vaardigheden >> workshops sociale vaardigheden met improvisatie en toneel als hulpmiddelen >> een opfrissing van het wettelijke kader van de interneringsmaatregel en een bewustmaking over het begrip ‘slachtoffer‘ >> informaticalessen >> informatiesessies over de sociale wetgeving en het netwerk >> een individuele opvolging van de stagiairs (nadenken over het reclasseringsproject en ondersteuning bij het opleidingsproces) Het resultaat was zeer positief. Het doorzettingsvermogen, de motivatie van de patiënten en de evolutie van hun gedrag getuigen van het belang van een dergelijke opvang en de gunstige gevolgen voor iedereen. De EDS zal ervoor zorgen dat de groep in de toekomst heterogener wordt en dat er overleg is met de zorgequipe na de opleiding. De module wordt vanaf september 2011 voortgezet.
Op 30 juni organiseerde de EDS een slotdiner met de geïnterneerde stagiairs, het personeel van de opleiding en van de EDS. Dit was de gelegenheid bij uitstek om de geïnterneerden in de bloemetjes te zetten en om hen een getuigschrift en een geschenk van de vzw ASJ te overhandigen.
Aangepast intern nood- en interventieplan In 2006 en 2009 vonden in de EDS twee brandoefeningen plaats. Na afloop werd een debriefing georganiseerd. Naar aanleiding van die oefeningen besliste de inrichting om de structuur van het intern noodplan te veranderen. Een interne werkgroep, die bestaat uit alle beroepsgroepen, ging hiermee van start in januari 2010 en vergadert driemaandelijks. Zij maakten een overzicht van de lessen die uit de oefeningen kunnen worden getrokken, brachten alle geldende documenten over brandveiligheid in de EDS in kaart en maakten van het oude interne noodplan een samenhangende en aangepaste tekst. De werkgroep besteedde bijzondere aandacht aan de communicatiemiddelen, de precieze rol van elke werknemer in een noodsituatie, de rol van PCops en de crisiscel, de te kennen basisideeën en aan de afdeling forensische psychiatrie in geval van een ramp. Een eerste ontwerp van het nieuwe plan werd voorgelegd aan de brandweer, de medische sector, de politie, enz.
focus Nieuwe werkplaats van de CDRGA Werken en geestelijke gezondheid De opening van een werkplaats van de CDRGA in september 2010 geeft werkgelegenheid aan een tiental geïnterneerden. Zonder twijfel speelt deze werkplaats een belangrijke rol bij de behandeling van een geïnterneerde met het oog op hun herstel en reclassering. Iedereen weet dat werk positieve gevolgen heeft voor de gezondheid van mensen met psychische problemen die een sociale en economische uitsluiting tot gevolg hebben. Werken heeft een positief effect op hun zelfrespect, hun vertrouwen in eigen capaciteiten en vaardigheden, het onderhouden van hun persoonlijke en gemeenschappelijke opvattingen en ook op het besef deel uit te maken van de maatschappij.
Concreet
De werknemers van dit atelier vormen een heterogene groep. Hoewel zij allemaal vrijwilligers zijn, blijkt na een korte proefperiode dat het werken gevolgen heeft voor hun lichamelijke toestand en hun cognitieve en relationele vermogen. Bij de organisatie en de verdeling van de taken wordt het bandwerk aangepast aan de geïnterneerde en niet omgekeerd. Zo werken sommigen eerder drie of vier dagen in plaats van vijf omdat zij snel vermoeid zijn of wegens hun geestestoestand. Bij anderen wordt de aandacht gevestigd op de moeilijkheden om handelingen te beginnen of te plannen of op hun neiging zich te isoleren. De penitentiair bewakingsassistenten die samenwerken met de hoofd-technisch assistent organiseren de productiestroom en beheren de werksfeer. Zij moeten hun onderwijskwaliteiten aanpassen aan het individu en letten op stiptheid bij het uitvoeren van het werk.
Op weg naar reclassering Vandaag is de werkplaats van de CDRGA een kleine ruimte binnen de EDS waar het goed is om te werken. Het behoud van het aspect welzijn dat van groot belang is voor het uitvoeren van een taak en de aanpassing ervan aan het therapeutisch project binnen de muren, kan er op termijn voor zorgen dat het werk in een werkplaats, geval per geval, een plaats krijgt binnen het reclasseringsplan van de geïnterneerde. Het feit dat het werk in de EDS en in de beschutte werkplaatsen, erkend door het Waals Gewest, gelijkaardig is, zou de procedure tot opname binnen deze laatste categorie moeten vergemakkelijken.
Een ondernemer met veel ervaring binnen de sector van de beschutte werkplaatsen bood de EDS een contract aan waardoor de opening van de werkplaats snel moest gebeuren. Met de steun van de CDRGA reageerde het personeel dat op een of andere manier betrokken is bij de tewerkstelling van geïnterneerden snel op deze buitenkans. De werknemers die geïnteresseerd waren in deze uitdaging werkten hun eerste werk op tijd en kwalitatief af. Na dit eerste ‘succes’ volgden de opdrachten elkaar snel op. Het gaat om simpele taken zoals het sorteren van kleine voorwerpen en het verpakken, aan elkaar plakken en monteren van kartonnen displays.
127
Ruiselede
Gemiddelde bevolking
56,3
Mannen
56,3
Vrouwen
0,0
Beklaagden
0,0
Veroordeelden
54,9
Geïnterneerden
0,0
Andere
1,4
Gewoon regime
53,8
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
2,5
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
0,0
Gemiddelde capaciteit
52,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
1,00
Totaal Attachés
2,00
Totaal Administratief
7,55
Totaal Medisch Totaal PSD
3,20
Totaal Bewaking/Techniek
39,95
Totaal Erediensten Totaal Buiten kader Totaal
128
53,70
In 1849 fungeerde het penitentiair landbouwcentrum (PLC) van Ruiselede als opvangplaats voor landlopers. Sinds 1936 is het centrum een volwaardige gevangenis voor veroordeelden die niet vluchtgevaarlijk zijn, in groepsverband kunnen leven, gerechtigd zijn om in België te verblijven en kunnen werken in het landbouwcentrum. Met dit open regime kunnen de gedetineerden, die hier verblijven, zich voorbereiden op hun terugkeer naar de maatschappij.
Oprichting van een ‘ZEG’-groep Om het gevangenispersoneel meer inspraak te geven in het beleid van de gevangenis, richtte het PLC een ‘ZEG’-groep op. Tijdens de vergaderingen van deze groep zoekt men samen naar oplossingen voor zaken die minder goed lopen en denkt men na over mogelijke nieuwe initiatieven. De directie treedt hierbij op als procesbegeleider en engageert zich om maximaal rekening te houden met de aangebrachte suggesties.
Nieuwe opleiding groenteteelt In september 2010 startte de opleiding groenteteelt voor gedetineerden. De cursus bestaat uit 120 lesuren gegeven door een praktijkleerkracht Tuinbouw van het Provinciaal Centrum voor Volwassenen Onderwijs West-Vlaanderen (PCVO). Met de steun van de CDRGA kon het PLC het nodige lesmateriaal aankopen en de deelnemers vergoeden. Tijdens de wekelijkse lessen, die voornamelijk praktijkgericht zijn, leren gedetineerden hoe zij groenten moeten zaaien,
onderhouden, oogsten, enz. Deze opleiding geeft gedetineerden de kans om een certificaat te behalen binnen de gevangenismuren en sluit bovendien perfect aan bij de land- en tuinbouwactiviteiten.
Teambuilding via TEAMWORK Als gevolg van mutaties en de instroom van nieuwe medewerkers begon de vertrouwde collegialiteit samen met de open overlegcultuur stilaan te verdwijnen. De nood aan een gezamenlijke opleiding om de onderlinge betrokkenheid te verhogen, deed zich steeds vaker voelen. Daarom organiseerde het PLC in het najaar van 2010 een opleiding Teamwork. Gedurende een hele dag volgden verschillende groepen op een afzonderlijke locatie een specifiek programma vooral gericht op groepsdynamiek. Volgens bepaalde richtlijnen moesten de deelnemers ervaringsopdrachten uitvoeren. Hoewel de opleiding bij velen wat spanning en onzekerheid voor het onbekende teweegbracht, was de tevredenheid tijdens, maar vooral nadien, duidelijk zichtbaar. Het ervaringsgericht leren werd door velen als positief ervaren en de samenwerkingsopdrachten verlaagden in zekere zin de drempels tussen collega’s onderling. De eerste kennismaking deed smaken naar meer en het PLC denkt na over een vervolgformule.
Tevredenheidsmeting bij personeel Gelijktijdig met de tevredenheidsenquête van het DG EPI, verspreidde het PLC een vragenlijst rond persoonlijk en professioneel welzijn. Extra aandacht ging uit naar de mening van het personeel over het gemeenschapsregime, specifieke pijlers en de projectwerking van het PLC. Vooral de basiswerking van het PLC werd als zeer positief ervaren. De directie kreeg bijna de voltallige steun om het regime op dezelfde wijze verder uit te bouwen. De resultaten van de tevredenheidsmeting zullen de basis vormen voor een verdere uitbouw van het personeelsbeleid en personeelscoaching binnen de inrichting.
129
focus Pretherapeutisch project voor seksuele delinquenten Hoewel het brede publiek nog steeds erg gevoelig reageert op seksuele misdrijven en daders het liefst levenslang achter de tralies ziet verdwijnen, blijkt uit ervaring dat bestraffen alleen niet helpt om de hoge recidivecijfers in zedendelicten te verminderen. Het samenwerkingsakkoord tussen de FOD Justitie en de Vlaamse Gemeenschap over de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik concretiseert de pretherapeutische taak van gevangenissen. In dit kader werden heel wat argumenten aangehaald om reeds tijdens de detentiefase te starten met pretherapie bij zedendelinquenten. Pretherapie is een voorfase van de echte therapie. Het doel van dit soort therapie is voornamelijk interesse wekken voor verdere begeleiding, bepaalde vaste overtuigingen loswrikken, kennis en inzicht verhogen, aanzetten tot nadenken en vooral zo snel mogelijk een antwoord bieden op de ondersteunings- en begeleidingsnood van deze groep gedetineerden. In februari 2010 startte in het PLC Ruiselede een pretherapeutisch project voor seksuele delinquenten: Uitweg. Dit project is ontstaan in samenwerking met het PC SintAmandus te Beernem, afdeling Forensisch Initiatief voor Deviante Seksualiteit (FIDES) enerzijds en de psychosociale dienst van het PLC anderzijds. Concreet gaat het om wekelijkse groepssessies van twee uur met een vijftal deelnemers.
130
In het najaar volgde een evaluatie van de inhoudelijke en structurele aspecten van het project. Dankzij deze therapie voelen deelnemers zich beter voorbereid op de eigenlijke therapie. Na een jaar pretherapie blijkt dat dit een goede manier is om intakes te organiseren, mensen op te nemen in de groepen en de deelnemers door te verwijzen naar de Uitweggroep en naar het therapeutisch programma van het FIDES in Beernem. Om het project verder uit te bouwen is het engagement van de FOD Justitie belangrijk zodat voor deze doelgroep van daders een forum kan worden gecreëerd om de problemen zichtbaar te maken en een therapeutisch aanbod uit te bouwen. Daders van seksuele delicten worden op deze manier vanuit therapeutische hoek op de eigen verantwoordelijkheden gewezen.
Saint-Hubert
Gemiddelde bevolking
219,6
Mannen
219,6
Vrouwen
0,0
Beklaagden
1,4
Veroordeelden
217,2
Geïnterneerden
0,0
Andere Gewoon regime
1,0 219,6
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,0 235,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
3,00
Totaal Attachés
3,00
Totaal Administratief
14,95
Totaal Medisch
3,30
Totaal PSD Totaal Bewaking/Techniek Totaal Erediensten
8,20
Samenwerking met het centre fédéral fermé (CFF) Sinds april 2010 groepeert de site van Saint-Hubert twee penitentiaire entiteiten die fysiek en administratief gescheiden zijn: het CFF en het detentiecentrum. De opening van het CFF was het startsignaal voor een aantal samenwerkingsvormen die tijdens de voorbereidingsfase van deze nieuwe entiteit waren uitgedacht. Zo moeten beide centra samenwerken om de maaltijden te bedelen en de was te doen. Het gaat niet enkel om een economische samenwerking. Beide centra liggen vlak naast elkaar maar verschillen op administratief en cultureel vlak. Om de gemeenschappelijke doelstellingen te bereiken, is een goede samenwerking nodig. Zij moeten beschikken over veel creativiteit en goed kunnen reageren op en zich aanpassen aan onverwachte situaties.
Renovatie van de ziekenboeg De ziekenboeg van het detentiecentrum was tot op heden gelegen in een gebouw dat bestaat uit twee slaapzalen van een twintigtal plaatsen, die vooral bezet worden door oudere gedetineerden. Dit gebouw wordt na 2010 vervangen omdat de Regie der Gebouwen hiervoor een aanbesteding tot renovatie heeft ingediend. Dit betekent het einde van een verblijf in grote slaapzalen, wat lang kenmerkend was voor de detentie in Saint-Hubert. Deze geplande renovatie van het gebouw is het gevolg van de renovatie van het aangrenzend gebouw waarvan de werkzaamheden zich reeds in een eindfase bevinden. Bij de opening zal dit laatste gebouw een capaciteit van 24 plaatsen (hoofdzakelijk ruimtes voor één persoon) hebben en zal de inrichting uitgerust zijn met een gloednieuwe ziekenhuisvleugel. Na een enigszins ‘vage’ uitwerking van de eerste plannen van het gebouw, heeft de inrichting dankzij de medewerking van de DOGV en de Regie der Gebouwen bijna een volledige hertekening van de indeling van de ziekenboeg opgemaakt. Deze beantwoordt zo goed mogelijk aan de behoeften van het medisch personeel en het bewakingspersoneel.
138,76 0,40
Totaal Buiten kader Totaal
In het detentiecentrum in Saint-Hubert, dat in gebruik werd genomen in 1972, heerst een open en gedeeltelijk gemeenschappelijk regime. Op die manier kunnen de gedetineerden zich voorbereiden op een leven buiten de gevangenis. De activiteiten van het centrum zijn dan ook gericht op re-integratie en herstel door de gedetineerden de kans te bieden om te werken, activiteiten te volgen binnen en buiten de inrichting, enz.
de interne communicatiemiddelen, de infrastructuur voor brandbestrijding, het sneeuwvrij maken van de toegangen, enz.
171,61
Zij werken ook samen voor de (her)verdeling van de post, de vuilnisophaling, het beheer van de watervoorraden, de reactie in geval van stroomonderbreking, de verwarming,
131
Beleid en nieuwe infrastructuur voor brandbestrijding Het detentiecentrum doet al drie jaar beroep op de brandweerdiensten van Saint-Hubert om bij brand zo correct mogelijk te reageren. Dit is moeilijk omwille van organisatorische redenen en door een tekort aan middelen voor branddetectie en -bestrijding. Prioritair was dan een volledige inventaris van de beschikbare middelen in goede staat, de samenstelling van een eerste interventieploeg (door een beroep te doen op personeelsleden die vrijwillig lid zijn van een brandweerkorps) en nadenken over nieuwe procedures. Zodra dit initiatief van start ging, volgde snel een coördinatie door drie actoren: de gevangenis, de brandweer en de Regie der Gebouwen. Verschillende vergaderingen vonden plaats om een nieuw gezamenlijk beleid rond branddetectie en -bestrijding uit te stippelen. 2010 was cruciaal in de evolutie van de beschikbare middelen door de voltooiing van de werkzaamheden aan de brandkranen die voortdurend onder druk staan dankzij twee pompstations. Het gaat over een investering van meer dan 500 000 euro. Toch is deze investering slechts één stap binnen het proces dat in 2011 zal worden afgerond. Dan zal een detectiesysteem worden geïnstalleerd in alle gebouwen van de site van Saint-Hubert.
132
Productie van hoeveboter
GOLA
Net als alle producenten van melkproducten voelde de boerderij van het detentiecentrum de crisis binnen de melksector. 2010 was een overgangsjaar voor de boerderij, niet enkel omwille van de herverdeling van de kosten, maar ook door het ontwerp van een nieuw businessmodel waarin de bekende activiteiten (verkoop van vee en melk) worden versterkt, nevenactiviteiten worden ontwikkeld (verkoop van bomen op stam, per kubieke meter en in zakken) en nieuwe activiteiten worden ondernomen. Met deze laatste activiteiten beschikt de inrichting dankzij het omzetten van melk tot hoeveboter niet alleen over een kwaliteitsproduct, maar het brengt ook een verdubbeling van de brutowaarde van de melkproductie met zich mee. De eerste testen zijn alvast overtuigend, zowel bij de productie als bij de degustatie.
GOLA is een nieuw kantoormeubel met ergonomische lijnen dat sinds 2010 door de schrijnwerkers van Saint-Hubert wordt gemaakt. Zoals gebruikelijk bij de CDRGA hebben de schrijnwerkers aan het kantoormeubel de twee eerste letters van hun naam gegeven. De heren GOdenir en LAmbin maakten dit esthetisch en goedkoop ontwerp als antwoord op een vraag van de griffie. Na de plaatsing van GOLA-stoelen op de griffie, was er veel vraag naar dit kantoormeubel tijdens de renovatie van de lokalen van de boekhouding. Gelet op de ruime kleurkeuze en de verschillende soorten MDFbekleding zal dit nieuwe model binnenkort met verschillende afwerkingen in andere inrichtingen terug te vinden zijn.
focus Samenwerking met de Regie der Gebouwen De infrastructuur van de site Saint-Hubert werd volledig gewijzigd. De gebouwen, opgetrokken eind jaren ’60, zouden aanvankelijk 30 jaar gebruikt worden. Stap voor stap zijn deze gebouwen vervangen door klassieke ruwbouwconstructies. De laatste jaren werd de gemiddelde tijdsduur waarmee werken en renovaties worden uitgevoerd ruimschoots overschreden, wat een echte samenwerking tussen de verschillende diensten van de Regie der Gebouwen en de gevangenis van Saint-Hubert op gang heeft gebracht. De lijst met werkzaamheden, die aan de gang zijn of uitgevoerd zijn in 2010, is indrukwekkend. De realisatie van het CFF was eveneens een enorme oplevering. Maar ook de volgende werkzaamheden verdienen de nodige aandacht: een nieuwe portiek, de omheining over de volledige site met perimeterdetectie, de renovatie van gebouw H2 met een nieuwe ziekenboeg, de aanbesteding van de renovatie van gebouw H1, de invoering van een netwerk van brandkranen, de vervanging van de ramen in blok 6, het geplande traliewerk en de beveiliging van de toegang tot de binnenplaats, de brandbeveiliging van blok 6, de installatie van een glasvezelnetwerk over de volledige site, de aanbesteding van een nieuw systeem voor interfonie, geolocatie en bewaking, de vervanging van bepaalde verwarmingsketels, de planning van een branddetectieinstallatie en de voorafgaande levering van meer dan 200 autonome detectoren, de boring van een put voor het winnen van drinkbaar water, de versterking van het elektriciteitsnetwerk van de site, enz.
Deze opleveringen zijn niet enkel indrukwekkend qua resultaten en infrastructuur, maar zijn eveneens een verrijking voor de contacten en uitwisselingen tussen ambtenaren van diverse entiteiten die gaandeweg een gemeenschappelijk doel moeten bereiken. Naargelang de ontmoetingen snappen de diverse actoren de eisen en de klachten van de ander. Deze samenwerking biedt iedereen de mogelijkheid dezelfde taal te spreken over een inrichting waarvan beide partners de omvang en de algemene toestand beter kennen en beheersen. De focus wordt niet zozeer op louter technische overwegingen gelegd, zodat de Regie der Gebouwen en de gevangenis een algemeen werkinstrument met enige toekomstvisie kunnen bedenken. Dat instrument zal niet langer enkel betrekking hebben op het gebouw, maar ook op de functie en de bestemming ervan.
133
CFF Saint-Hubert Opening van het CFF
Gemiddelde bevolking
32,7
Mannen
13,5
Vrouwen
0,0
Beklaagden
4,5
Veroordeelden
1,2
Geïnterneerden
0,0
Andere
27,0
Gewoon regime
32,7
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
0,0
Gemiddelde capaciteit
48,6
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
1,00
Totaal Attachés Totaal Administratief
3,75
Totaal Medisch Totaal PSD
0,50
Totaal Bewaking/Techniek
73,85
Totaal Erediensten Totaal Buiten kader Totaal
134
79,10
Het Centre fédéral fermé (CFF) in Saint-Hubert is op 2 april 2010 in gebruik genomen. Deze opening is de uitwerking van de beslissing om langs Franstalige kant meer minderjarigen te laste te nemen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en die voorlopig zijn geplaatst door de jeugdrechter. Om het centrum in gebruik te kunnen nemen, moest de inrichting voldoende operationeel zijn zodat de eerste minderjarigen konden worden opgevangen. Er moest worden nagedacht over alle aspecten, zowel over organisatie en veiligheid als over infrastructuur, regime, personeelsbeheer, boekhoudkundig beheer, enz. Daarbij komt nog dat er door het bijzondere karakter van een inrichting waarbij ‘Justitie en Hulpverlening aan de Jeugd’ zijn betrokken, vooral aandacht moest uitgaan naar de uitwerking van de specifieke juridische bepalingen die gelden in een dergelijk centrum. Dankzij de inzet van alle betrokkenen werd die doelstelling behaald. De werkzaamheden, onder leiding van de Regie der Gebouwen, duurden een jaar. Op 30 april kwamen de eerste bewoners toe. Het ging om jongeren overgebracht uit het GFC van Everberg. De afdeling voor uit handen gegeven minderjarigen werd op 15 juni 2010 geopend.
Veiligheid en aanpassing van de infrastructuur De infrastructuur is aangepast aan de opdracht van het centrum dat is ondergebracht op het terrein van het detentiecentrum in Saint-Hubert. Twee paviljoenen van deze open inrichting zijn volledig gerenoveerd en aangepast aan de specifieke kenmerken van de nieuwe bewoners. Opmerkelijk is dat in dit centrum maximale veiligheid en gemeenschapsleven hand in hand gaan. De site is in nauwe samenwerking met het DG EPI, de DOGV en de Regie der Gebouwen gereorganiseerd. De belangrijkste uit te voeren werken waren de aanpassing van de cellen (met vastgemaakt meubilair en antivandalismeverlichting), de ombouwing van de gemeenschappelijke ruimten in een leslokaal, keuken en eerstehulppost, de aanleg van beveiligde sportterreinen buiten (met concertinadraad of prikkeldraad, beveiligde ruimten en waterdichte bekleding) en de plaatsing van tralies voor sommige ramen. Door de plaatsing van bewakingscamera’s, een ‘public address’-systeem (voor mededelingen via luidsprekers), het beheer voor het openen en sluiten van deuren met parlofoon, perimeterdetectie van de omheining en branddetectie, beschikt het CFF over hoogtechnologische veiligheidsvoorzieningen.
Organisatie van twee detentieregimes In het centrum worden twee bevolkingscategorieën onderscheiden: >> 37 plaatsen zijn voorbehouden aan minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en door de jeugdrechter werden geplaatst. De plaatsing van deze jongeren moet beantwoorden aan bepaalde wettelijke criteria, zoals het gebrek aan plaats in de gesloten instellingen van de Franse Gemeenschap. >> 13 plaatsen zijn beschikbaar voor uit handen gegeven minderjarigen. De regelgeving over gevangenissen en het klassieke strafrecht zijn hier van toepassing. Beide categorieën van minderjarigen hebben geen contact met elkaar en evenmin met de gedetineerden van het detentiecentrum. De detentieregimes verschillen naargelang de categorie van bewoners. De jongeren in de drie opvoedingsafdelingen vallen op pedagogisch en psychosociaal vlak en voor de organisatie van het dagelijks leven, onder het personeel van ‘Aide de la Jeunesse’ van de Franse Gemeenschap. Het opvoedend, psychosociaal en onderwijzend personeel houdt zich 14 uur per dag met de jongeren bezig om de opdrachten te vervullen die zijn vastgelegd in het pedagogische project van de Franse Gemeenschap. De jongeren nemen deel aan verschillende activiteiten zoals individueel schoolwerk, sport en workshops rond het ontwikkelen van sociale vaardigheden. De voorbereiding op de zittingen voor de jeugdrechter en de gevolgen die gegeven moeten worden aan de plaatsing van de jongeren, behoren ook tot de taken van het gemeenschapspersoneel. Het federaal personeel is belast met
de orde en de veiligheid, de infrastructuur, de logistiek, de medische zorgen en het onthaal van de jongere. De afdeling van de uit handen gegeven jongeren is op een meer klassieke, penitentiaire wijze georganiseerd, met een gespecialiseerde begeleiding. Op die manier ontstaan samenwerkingen en partnerschappen om de begeleiding van deze speciale categorie van gedetineerden te verbeteren. Externe diensten, in het bijzonder de dienst ‘Aide aux Justiciables’ van de Franse Gemeenschap, organiseert tal van activiteiten zoals pedagogische ondersteuning bij afstandsonderwijs, bezinningsmodules of sportbegeleiding.
Partnerschap met de Franse Gemeenschap Een gesloten jeugdcentrum brengt een samenwerking met de Franse Gemeenschap met zich mee voor het beheer van de twee specifieke detentieregimes. Een en ander is nader bepaald in twee samenwerkingsprotocols tussen de betrokken sectoren.
partnerschappen over het beheer van deze categorie gedetineerden. Zo is onder meer een beroep gedaan op de dienst voor hulpverlening aan gedetineerden, de sector van de sociale promotie en het afstandsonderwijs om sociale en culturele activiteiten alsook opleidingen te ontwikkelen.
Lopende werkzaamheden Naast de reeds vermelde aanpassingen van de bestaande infrastructuur, moeten nog een administratief blok, een portiek en een sportzaal voorzien worden. Die werkzaamheden zullen ongeveer drie jaar in beslag nemen. Wanneer deze achter de rug zijn, zal het centrum volledig klaar zijn. In afwachting daarvan beschikt het centrum over containers waarin alle administratieve diensten, het portiek, de vestiaire en de bezoekersruimte zijn ondergebracht.
Dagelijks vinden overlegmomenten plaats met het personeel van de Franse Gemeenschap. Het directiecomité, samengesteld uit de federale directie en de pedagogische directie, komt elke dag samen en tijdens elke ploegwissel wordt het personeel over beide regimes gebrieft. Over het algemeen zijn de partners het eens dat de samenwerking kwaliteitsvol verloopt, niet alleen over het behalen van de eigen doelstellingen maar evenzeer over de verwezenlijking van de opdrachten van de andere partner. Omdat de afdeling van de uit handen gegeven jongeren pas later is geopend, wordt nog steeds gewerkt aan de
135
focus Samenwerking met het detentiecentrum Het CFF in Saint-Hubert heeft een oppervlakte van 15 000 m², staat los van het detentiecentrum in Saint-Hubert en werkt dan ook volledig onafhankelijk met een eigen administratie en ingang. Toch is een goede samenwerking op verschillende vlakken absoluut noodzakelijk.
Infrastructuur Het CFF is gelegen op het domein van een open penitentiaire inrichting, het detentiecentrum. Toch functioneert het CFF op een volledig verschillende manier en heerst hier een andere penitentiaire logica dan in het detentiecentrum. De twee centra bevinden zich vlak naast elkaar en zijn enkel gescheiden door een omheining. Beide centra werken dan ook nauw samen voor de bepaling van hun toegangsregels. Het verkeer op beide domeinen, de parkeermogelijkheden en een goede bewegwijzering zijn daarvan enkele voorbeelden. De centra zijn in de Ardennen gelegen en de winter slaat hier vaak heel hard toe. Het detentiecentrum en het CFF denken daarom samen na over een verbetering van de processen om in geval van hevige sneeuwval de sneeuw zo goed en snel mogelijk te ruimen om de ingang vrij te maken en te houden. Zij werken hiervoor nauw samen met de dienst BB&L en de CDRGA.
136
Maaltijdbedeling en wasserij
Personeel
Bij het ontwerp van het CFF werd nagedacht over hoe beide centra kunnen samenwerken voor de bereiding van maaltijden en de wasserij. Zo staat het detentiecentrum in voor de bereiding van de maaltijden voor alle bewoners van het CFF en voor de personeelsleden die dagelijks een warme of koude maaltijd krijgen, bereid in de keuken van het detentiecentrum. Reeds bij de opening van het centrum startten beide partijen een samenwerking op voor het wassen van het linnen.
Aangezien slechts één persoon de leiding van het CFF voor zich neemt, installeerde de gemeenschappelijke directie van het detentiecentrum en van het CFF een bewakingsinstallatie. De diensten van beide centra wisselen hun ervaring, expertise en good practices met elkaar uit. Er is ook meer samenwerking op vlak van personeelsopleiding. Zo zullen de personeelsleden van beide centra samen deelnemen aan professionele opleidings- en informatiesessies. Hoewel dit ambitieus samenwerkingsproject heel wat voeten in de aarde heeft gehad, geeft dit toch veel voldoening.
Sint-Gillis Sinds 1884 is de stervormige gevangenis van Sint-Gillis een arresthuis. Toch verblijft hier ook een beperkt aantal veroordeelden. De gevangenis beschikt ook over een genees- en heelkundig centrum voor de verzorging van gedetineerden uit andere gevangenissen. Gemiddelde bevolking
616,8
Mannen
616,8
Vrouwen
0,0
Beklaagden
344,6
Veroordeelden
268,9
Geïnterneerden
2,0
Andere Gewoon regime
1,4 610,0
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,2
Beperkte detentie
6,7
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,0 502,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
5,00
Totaal Attachés
3,00
Totaal Administratief
32,55
Totaal Medisch
17,45
Totaal PSD
15,55
Totaal Bewaking/Techniek
324,15
Totaal Erediensten
3,80
Totaal Buiten kader Totaal
401,50
Renovatie van vleugel B Vleugel B is een van de vijf vleugels van de gevangenis die in de jaren 1870 volgens het Ducpétiaux-beginsel werd gebouwd. Oorspronkelijk was het een vleugel zoals de andere. Vanaf 1960 werden hier verschillende soorten gedetineerden ondergebracht, vooral jongeren onder de 18 jaar en gedetineerden veroordeeld tot zware straffen voor ernstige misdaden zoals doodslag. Deze gedetineerden werden opgesloten in het kader van het POC-project, het Penitentiair OriëntatieCentrum. Het POC stond onder leiding van Dr. De Waele, professor criminologie. De personeelsleden die hier werkten, werden door het team van de professor zorgvuldig geselecteerd. De opstand van 7 september 1987, die een derde van de cellen onbewoonbaar maakte, betekende het einde van het POC-project. Aan het begin van de jaren 1990 startte de Regie der Gebouwen met renovatiewerken in verschillende vleugels van de gevangenis om de hygiëne en de veiligheid te verbeteren. De gerenoveerde cellen werden aangepast aan de huidige normen en uitgerust met sanitair, stromend water en nieuwe ramen. Er vonden ook beveiligingswerken plaats, zoals de vervanging van de deuren. De gevangenis voorzag
in gemeenschappelijke zalen om opleidingen en activiteiten te organiseren. De zalen van vleugel B zullen op termijn met computerverbindingen worden uitgerust. Tot in 2003 werden in vleugel B gedetineerden ondergebracht. Na de renovatie van vleugel D verhuisden de gedetineerden naar deze nieuwe vleugel. In afwachting van de renovatiewerken werd deze vleugel als werkplaats van de CDRGA gebruikt. Deze werkplaats biedt werk aan een vijftigtal gedetineerden. De renovatiewerkzaamheden gingen in 2009 van start en worden in de herfst van 2011 beëindigd. In tegenstelling tot de andere vleugels is het de bedoeling om aan vleugel B een strafcellencomplex toe te voegen, uitgerust met dubbele deuren, individuele wandelingen, douches en advocatenspreekzalen. Op het vlak van veiligheid is de vleugel uitgerust met een luchtafzuigingssysteem om in geval van brand de rook af te voeren. De vleugel is voorbehouden voor de opvang en begeleiding van geïnterneerden met psychotische problemen en biedt opvang aan 12 personen.
Topdesign uit de gevangenis Een achttal jaar geleden startte de gevangenis van Sint-Gillis een samenwerking op met architect en designer Charles Kaisin. Eén van zijn favoriete thema’s is recycleren. Hij maakt voorwerpen met een hedendaags design uit gerecycleerde materialen en gebruikt daarbij structuren zoals honingraat. Kaisin geeft les aan het Saint-Luc, Institut Supérieur d’Architecture in Brussel en is sinds 2010 zowel art director voor Val Saint-Lambert als voor BEE®.
137
De inrichting koos voor een module op maat. Gedetineerden die vaak voor een korte periode in Sint-Gillis verblijven, hebben op die manier een attest op zak om elders, binnen of buiten de muren, verder mee aan de slag te gaan. De module ‘Basiskeuken’ is de start van een traject dat uiteindelijk kan resulteren in een diploma ‘Hulpkok’ om een job in de horeca te vinden. Ondertussen vonden enkele deelnemers al werk in de personeelskeuken van de gevangenis.
Voor de Expo ‘Interieur 2010’ creëerde hij de BEE®huahua, een grote hond. De afmetingen en de honingraatstructuur waaruit duizenden kartonnen pixels zijn opgebouwd, maken dit kunstwerk uniek. Gedetineerden uit de gevangenis van Sint-Gillis werkten mee aan de creatie van deze BEE®huahua en zetten de verschillende elementen in elkaar. Dit was een unieke ervaring voor heel wat gedetineerden. De symboliek van een steentje te kunnen bijdragen aan een mooi groot geheel, zette de deelnemers aan tot nadenken over hun rol in de maatschappij. Ter gelegenheid van de ‘Interieur Biënnale’ in Kortrijk, werd de reusachtige hond omgevormd tot BEE®poufs, genummerd en gesigneerd door Charles Kaisin. De medewerking van gedetineerden aan de poufs werd tijdens het event in de verf gezet.
op een originele manier bijdraagt tot een zinvolle detentieperiode en de voorbereiding van de re-integratie in de maatschappij.
Na het succes van dit kunstproject besteedde dezelfde Brusselse topdesigner in oktober 2010 de productie van zijn eigenzinnig meubilair uit aan de gevangenis. Een van zijn bekendste stukken, de ‘Hairy Chair’, is gemaakt door de gedetineerden. Deze ‘Hairy Chair’ is een oude stoel waarop lamellen van oude tijdschriften uit een papierversnipperaar, met houtlijm gekleefd zijn. Het project was zo uniek dat het de aandacht van de media trok. TV Brussel maakte een reportage met als titel: ‘Gevangenen maken stoelen voor topdesigner Kaisin’. Het werk in het atelier van de gevangenis en het belang van tewerkstelling voor gedetineerden tijdens hun detentie kwamen hiermee in de schijnwerpers.
Eind 2010 kregen tien cursisten in de gevangenis van Sint-Gillis hun attest voor de beroepsopleiding ‘Basiskeuken’. Het was de eerste keer dat de gevangenis samen met de Vlaamse Gemeenschap een keukenopleiding in het Nederlands aanbood.
Hoewel kunst meestal een van de laatste zorgen lijkt te zijn van gedetineerden, leren deze projecten dat deze niet zo evidente combinatie voor hen van grote betekenis kan zijn en
138
Koken achter tralies
De gevangenis, de Vlaamse Gemeenschap en haar onderwijspartner Brucovo sloegen de handen in elkaar met het Brusselse Centrum voor Volwassenenonderwijs Elishout Coovi voor de organisatie van een keukenopleiding. Een groep van tien gemotiveerde deelnemers en een ervaren leerkracht gaven gedurende vijf weken het beste van zichzelf in de keuken van Sint-Gillis. De module ‘Basiskeuken’ bracht de cursisten de basisbeginselen van de grootkeuken bij. Gedetineerden stelden menu’s samen en leerden kooktechnieken.
De CDRGA bood financiële steun aan het project. Cursisten die de lessen nauwgezet volgen, krijgen een klein bedrag uitbetaald, samen met een extra vergoeding bij deelname aan alle lessen en het behalen van het eindattest. Verder zorgde de opleiding voor heel wat persbelangstelling toen de Vlaamse en Brusselse Onderwijsministers het project kwamen bezoeken in het kader van hun subsidieopdracht vanuit de Vlaamse regering en de Vlaamse Gemeenschapscommissie in de Brusselse gevangenissen. Een reportage in de Brusselse media bracht de opleiding voor gedetineerden in Sint-Gillis op een positieve manier in beeld en gaf enkele gedetineerden die bouwen aan hun toekomst een stem. Inzetten op beroepsopleiding was voor alle betrokken partners, niet in het minst voor de gedetineerden zelf, een echte meerwaarde in de gevangenis van Sint-Gillis. De woorden van een van de cursisten tijdens de proclamatie van het project vatten alles mooi samen: “Ik kijk geweldig uit naar het vervolg”.
focus Archiefbeheer Een zorg voor veel penitentiaire inrichtingen is de grote hoeveelheid dossiers. De steeds stijgende stapel papier brengt enorme uitdagingen op het vlak van veiligheid, ruimte en ordening met zich mee. Jarenlang bewaarde de gevangenis van Sint-Gillis haar duizenden dossiers in de kelders onder de vleugels. Ook enkele antropologische dossiers uit andere Nederlandstalige gevangenissen werden daar tot voor enkele jaren gecentraliseerd in het kader van wetenschappelijk onderzoek. Toen dit onderzoek werd stopgezet, had de centralisatie geen meerwaarde meer. Bovendien hadden de slechte omstandigheden waarin de dossiers worden bewaard tot gevolg dat sommige archiefbestanden in zo’n slechte staat waren dat van permanente bewaring geen sprake meer kon zijn. Hierdoor en als gevolg van een groeiend plaatsgebrek zag de inrichting zich genoodzaakt om in 2010 te zoeken naar een duurzame oplossing voor het archiveringsprobleem. In samenwerking met de regionale directie en de dienst Milieu en Duurzame Ontwikkeling werkte zij een lokaal project uit, bestaande uit twee fasen.
verkeerden, zijn overgebracht naar het Algemeen Rijksarchief. In de kelder bevond zich ook een sterk bevuilde bibliotheek met literatuur van penologische, criminologische, juridische en psychiatrische inhoud. Ook hier moest worden geselecteerd. Wat overbleef, werd grondig gereinigd, ontstoft en klaargezet voor overdracht naar het Rijksarchief. In de tweede fase zocht de gevangenis naar een geschikte ruimte die op lange termijn dienst kan doen als archiefruimte, rekening houdend met de vochtigheidsgraad, de temperatuur, de stofontwikkeling en het licht. Daarnaast zocht de gevangenis naar een optimaal basisinstrument voor een goed archiefbeheer. Alle dossiers werden gereinigd of stofvrij gemaakt, gesorteerd, ingepakt en nadien geïnformatiseerd, chronologisch opgelijst en geklasseerd. Het is de bedoeling om het archief toegankelijker te maken en gemakkelijker te kunnen overgaan tot periodieke vernietigingen. Op die manier sparen zij verdere archiefruimte uit, kunnen zij stukken gemakkelijker terugvinden en zullen belangrijke documenten minder snel verloren gaan.
De eerste fase bestond uit een grootschalige, tweedaagse interventie in juli 2010. Een ploeg archivarissen van het Algemeen Rijksarchief, een groep vrijwilligers van de technische dienst van de gevangenis en tal van gedetineerden werkten een weekend lang aan een selectie van grote hoeveelheden historische, aangetaste of te vernietigen dossiers. Stukken die besmet waren met schimmels zijn in quarantaine geplaatst en later ontsmet. De waardevolle antropologische dossiers die nog in goede staat
139
Tongeren Het gesloten federaal centrum (GFC) in Tongeren doet sinds november 2009 dienst als een centrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd.
Gemiddelde bevolking
13,5
Mannen
13,5
Vrouwen
0,0
Beklaagden
3,4
Veroordeelden
6,4
Geïnterneerden
0,0
Andere
3,7
Gewoon regime
13,5
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
0,0
Gemiddelde capaciteit
23,4
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
1,00
Totaal Attachés
1,00
Totaal Administratief
5,35
Totaal Medisch Totaal PSD
2,00
Totaal Bewaking/Techniek
51,95
Totaal Erediensten Totaal Buiten kader Totaal
140
61,30
Opleiding communicatie en conflicthantering met jongeren Enkele reacties na afloop van deze opleiding: “Gedurende de drie dagen in het GFC Tongeren vielen mij binnen de groep enkele zaken op. Enerzijds was er een grote gedrevenheid om de zaken goed te doen, een grote groepsgeest en ondersteunende attitude naar elkaar, een groep die ruimte gaf om kritische zaken aan bod te laten komen (ook van zichzelf). Anderzijds merkte ik een groep mensen die sterk overtuigd was van hun eigen visie en handelen, maar tezelfdertijd zich de vraag stelde: ‘Zijn we wel goed bezig?’. Tijdens de driedaagse stonden wij stil bij de eigen persoonlijke stijl als PBA. Sommige PBA’s hadden een uitgesproken mening over ‘hoe het zou moeten zijn’. Door in dialoog te gaan en hen via beeldmateriaal en casussen aan het werk te zetten, merkte ik dat sommigen meer zicht kregen op hun eigen handelen.” G. Taghon, lesgever “In deze cursus stond het bieden van structuur centraal. De oorzaken van jeugddelinquentie werden uitgespit en toegelicht, zowel mondeling als aan de hand van verhelderende videofragmenten. Probleemsituaties in de vroege jeugd van de delinquent werden geduid en als bewakingspersoneel kregen wij vooral de boodschap mee om eenvormig en correct te werken. Het
dagprogramma binnen de jeugdgevangenis zou een bondig maar vooral repetitief karakter moeten hebben. Deze jongvolwassenen hebben immers vooral behoefte aan regelmaat en positieve input.” F. Jamees, penitentiair assistent “Het fijne aan de opleiding was dat er veel interactie was tussen de collega’s en de lesgever. Wat ik geleerd heb, is dat er een constante moet zijn in je doen en laten. Wat vandaag zwart is, is morgen ook zwart en niet wit. Zeker omdat wij met een specifiek doelpubliek zitten, is dat zeer belangrijk. In het begin kan je als PBA ook beter wat strenger zijn zodat je daarna de ‘touwtjes’ wat kan lossen in plaats van omgekeerd. Zoniet moet je nadien altijd weer de strijd aangaan. ‘Consequent, direct en correct’ waren vaak de woorden van de lesgever. Het was een zeer aangename opleiding die ik zeker zou aanraden om aan iedereen te geven in de basisopleiding voor PBA’s.” K. Onkelinx, penitentiair bewakingsassistent
Sport voor jongvolwassen gedetineerden Op een jaar tijd ontwikkelde het GFC een sportaanbod dat bestaat uit fitness en sportactiviteiten op de wandeling. Elke gedetineerde kan wekelijks tot zeven uur sporten. De fitnessruimte werd grondig aangepast en uitgebreid met krachttoestellen. Twee derde van de jongeren maken hiervan gemiddeld twee uur per week gebruik. Het GFC werkt met vaste groepen van maximum vier personen per blok waardoor alles op een veilige manier kan verlopen. De gedetineerden kunnen hier hun energie kwijt en geven zelf aan hun frustraties soms vanzelf verdwijnen na een uurtje sport.
Vanaf juli 2010 biedt het GFC in Tongeren ook buiten op de wandeling een ruim sportaanbod. Voor deze activiteiten moeten gedetineerden zich vooraf inschrijven. Tijdens de sportmomenten hebben zich nog geen incidenten voorgedaan. De jongeren kunnen zich beheersen en luisteren naar de sportleerkracht. In dat opzicht vormt dit sportaanbod een belangrijk onderdeel van het sociale vaardigheidsprogramma van het GFC. De uitdaging voor de toekomst is om nog meer variatie in het aanbod te brengen, dit af te stemmen op de tewerkstellings- en onderwijsmomenten en buitenploegen hierbij te betrekken.
SOVO: Training sociale vorming SOVO staat voor ‘Sociale Vorming’. De nadruk ligt hierbij op sociale vaardigheden en maatschappelijke en persoonlijke thema’s, zoals communicatie, relaties, seksualiteit, positie in een groep, geweld, enz. Het doelpubliek bestaat uit jongeren die tijdens hun adolescentie in het instellings- en gevangeniswezen terechtgekomen zijn. Deze jongeren hebben zich niet ten volle kunnen ontwikkelen op maatschappelijk en persoonlijk vlak. SOVO wil hen leren op een gepaste manier hun mening te formuleren, van gedachten te wisselen en rekening te houden met anderen. Via deze vorming krijgen gedetineerden de kans het groepsgebeuren te ervaren en tegelijk een sociaal rolmodel voor te houden. Dankzij het beroepsgeheim voelen zij zich veilig en kunnen zij ongedwongen spreken. Elke gedetineerde kan wekelijks aan een sessie deelnemen.
samenwerkingsopdrachten gegeven. Daarin krijgen de jongeren de opdracht om samen een activiteit tot een goed einde te brengen. Enkele reacties van de lesgevers: “Wij stellen vast dat een vast publiek en de meerderheid van de gedetineerden de sessies blijft volgen. Zij reageren op een meer sociaal aangepaste manier. Wij zien ook dat dit groepsgebeuren en het ‘groepsgeheim’ voor hen een oase van rust en veiligheid creëert. Zij kunnen van gedachten wisselen zonder veroordeeld te worden, maar er wordt toch een sociaal aangepast model voorgehouden. Zeker in deze populatie waar vaak banden met anderen gesmeed werden voor het plegen van feiten, maar zelden ‘affectieve’ banden, is het belangrijk dat zij op een positieve manier in relatie tot anderen leren treden. Op deze manier trachten wij een aantal leermomenten uit de samenleving die zich binnen de muren niet spontaan aandienen, binnen de gevangenismuren te creëren.” C. Blanckaert en J. Vaelen, Maatschappelijk assistent en Psychologe Vlaams Team.
Naast sessies over een bepaald thema, waarbij gewerkt wordt volgens diverse methodieken zoals educatieve spelen en beeldmateriaal, worden ook sessies met
141
focus Opstart van het GFC Tongeren Het GFC in Tongeren, gehuisvest in de oudste en kleinste gevangenis van het land, werd met het KB van 12 november 2009 officieel opgericht. Na de sluiting als arresthuis in 2005 en tot 2008 dienst te hebben gedaan als gevangenismuseum, werd de allereerste Belgische celgevangenis door toenmalig Minister van Justitie Vandeurzen immers herbestemd als federale instelling voor jongeren. Hierdoor kwam een tegemoetkoming aan het tekort aan opvangmogelijkheden voor minderjarige delinquenten en aan de wet die bepaalt dat uit handen gegeven jongeren in een aparte inrichting moeten verblijven. Vanaf maart 2009 kreeg de infrastructuur een grondige renovatie, in september 2009 kwamen de eerste personeelsleden ter plaatse en op 23 november 2009 werd de eerste jongere overgebracht.
Infrastructuur en populatie In de loop van 2010 werd op allerlei vlakken heel wat werk verricht. Na twee ontsnappingen in de loop van februari vonden, naast nog lopende infrastructurele aanpassingen en projecten, bijkomende beveiligingswerken plaats. Procedures en regime werden uitgewerkt en afgestemd op de populatie van het GFC, bestaande uit zowel minderjarige jongeren onder jeugdbeschermingsmaatregel als (vaak inmiddels al meerderjarige) jongeren die door de jeugdrechter werden uit handen gegeven. Werken in het GFC Tongeren in 2010 was werken met twee populaties in één: minderjarigen versus meerderjarigen, beklaagden versus veroordeelden, verschijnend voor de jeugdrechter versus verschijnend voor de raadkamer of strafrechter, kinderrechten versus rechten uit de basiswet, jongeren versus gedetineerden, enz. Voor de
142
meeste personeelsleden betekent dit ‘werken in kwadraat’ zoals het organiseren van dubbele wandelingen, dubbele sessies fitness, dubbele lessen, dubbele bibliotheekmomenten, enz.
Kernopdracht en regime Het GFC Tongeren biedt plaats aan jongeren die enerzijds niet langer door de jeugdrechter beschermd worden en door de strafrechter zijn veroordeeld, maar anderzijds niet samen met andere gedetineerden in eenzelfde inrichting voor volwassenen mogen verblijven. Om de specifieke en dubbele opdracht van het centrum op een zinvolle manier in te vullen, volgde een zoektocht naar een maatschappelijke meerwaarde en een verantwoorde benadering van ‘uit handen gegeven’ jeugddelinquenten die overeenkomstig het vonnis van de jeugdrechter niet langer pedagogisch mag of kan zijn. Het werd een zoektocht in samenwerking met het Agentschap Jongerenwelzijn van de Vlaamse Gemeenschap met een opvoedkundige opdracht. Doorheen deze zoektocht tekenden zich stilaan vier grote lijnen af waarlangs de detentie in het GFC verloopt: >> een intensieve begeleiding en (pre)therapeutische behandeling van diegenen waarvoor dit aangewezen is of die er zelf om vragen, door het eigen Vlaamse zorgteam en externen >> een (vaak grote) schoolse achterstand inhalen door het aanbieden van onderwijs op maat van jongvolwassenen, met interne en externe leerkrachten >> halftijdse tewerkstelling met een gelijke verdeling van de beschikbare arbeid en een stimulans om aan andere
activiteiten deel te nemen >> een voldoende intensief recreatief aanbod
Verwachtingen naar personeel Na het eerste werkjaar zijn de belangrijkste fundamenten gelegd en bleek dat de kleinschaligheid van de inrichting met haar beperkte groep personeelsleden en gedetineerden een grote meerwaarde heeft. Hierdoor worden deze jongeren echt gezien en kan kort op de bal worden gespeeld. Een duidelijke structuur kwam tot stand die naast het bestaande aanbod en de noodzakelijke begrenzing ook een voorspelbaarheid biedt waaruit jongvolwassenen met een problematisch(er) profiel een zeker voordeel halen. Dit kan enkel via eenduidig en consequent handelen waarbij zowel het individuele belang van de jonge gedetineerde als dat van de samenleving voorop staat. Dit vraagt om gemotiveerde medewerkers met veel zelfvertrouwen, inzicht in de doelgroep en een grote dosis communicatieve vaardigheden.
Doornik
Tournai De gevangenis van Doornik werd in 1868 in gebruik genomen en heeft een klassieke stervorm. Zij herbergt zowel beklaagden als veroordeelden.
Werken in vleugel C Gemiddelde bevolking
200,7
Mannen
200,7
Vrouwen
0,0
Beklaagden
55,7
Veroordeelden
143,6
Geïnterneerden
0,0
Andere Gewoon regime
1,4 200,4
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,2
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,0 183,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
2,00
Totaal Attachés
3,00
Totaal Administratief
18,35
Totaal Medisch
1,95
Totaal PSD Totaal Bewaking/Techniek Totaal Erediensten
6,45 147,20 0,50
Totaal Buiten kader Totaal
179,45
De gevangenis startte in januari met de werken aan het einde van vleugel C. De oude cellen zullen uiteindelijk worden ingericht als cellen voor beperkte detentie. De voormalige opslagplaatsen zullen plaats maken voor een opleidingscomplex met nieuwe leslokalen en een bibliotheekzaal. Op termijn zal voor elke opleiding een speciaal daartoe ingericht leslokaal beschikbaar zijn, met panelen voor de lessen elektriciteit, een oven voor de cursus pottenbakken, enz. Er zullen ook sanitaire installaties worden geplaatst. Dankzij deze renovatie vinden alle opleidingen in dezelfde afdeling plaats, waardoor de bewegingen van de gedetineerden makkelijker worden beheerd. De gevangenis voerde werken uit om de veiligheid op de werf te verzekeren en de lessen te laten doorgaan.
Slamworkshop en diploma-uitreiking Sinds 2008 organiseren de ‘Ecrivains publics de Wallonie picarde’ twee keer per maand een schrijfworkshop voor de gedetineerden in de gevangenis van Doornik en bieden hen de ruimte om zich vrij uit te drukken. Sinds september 2009 zijn zij op vraag van de directie de drijvende kracht achter de slampoëzieworkshops geworden.
Tijdens elke sessie zitten vijf tot tien gedetineerden rond de tafel en nemen actief deel aan de workshop. Zij luisteren naar muziek van bekende slammers, kiezen samen de thema’s, lezen korte gedichten tussen het schrijfadvies door en krijgen stijloefeningen en schrijfopdrachten voorgeschoteld. Aan het einde van de workshop delen zij hun ervaringen met elkaar. Zij lezen a capella of met achtergrondmuziek hun teksten voor om podiumgevoel te krijgen. Voor de slammer aan zijn tekst begint, zegt hij steeds de woorden: “Un poème dit...”, dat de anderen samen aanvullen met “un verre offert!”. Alle thema’s komen aan bod, van de emotioneel zwaarste tot de luchtigste onderwerpen. De deelnemers kunnen hun hart luchten, spijt betuigen, hun woede uiten, maar kunnen ook hartstochtelijke liefde, tederheid of ongebreidelde humor in hun teksten leggen. Van censuur is geen sprake. Hier geldt vrijheid van meningsuiting. De gedetineerden, volwassen mannen van alle leeftijden en uiteenlopende herkomst, gaan respectvol en vriendelijk met elkaar om in het gezelschap van twee animatrices die de workshop in goede banen leiden. Bij sterke emoties of grappige momenten vergeet een mens vaak dat hij tussen de muren van de gevangenis zit. Van de teksten die in de loop van het voorbije jaar zijn geschreven, is een bloemlezing samengesteld en in de bibliotheek ter beschikking gesteld van de gedetineerden. De deelnemers kregen tijdens de workshops zin om voor een publiek op te treden. De uitreiking van de ADEPPIdiploma’s in juni was daartoe de gelegenheid bij uitstek. Een week na de generale repetitie vond het concert plaats voor een ongewoon publiek: andere gedetineerden, bewakingspersoneel, leerkrachten, animatoren en de gevangenisdirectie. Plankenkoorts, hevige emoties
143
en gedeelde vreugde waren duidelijk zichtbaar. De gedetineerden zeiden blij te zijn dat zij tijdens een concert een greep uit het leven, met gewichtige onderwerpen en wissewasjes, konden brengen in ruil voor een daverend applaus. De slamworkshop biedt de gedetineerden de kans om op een andere manier gezien te worden. Het is een weg naar zelfbewustwording door hun zelfbeeld bij te stellen, een leidraad en een ferme duw in de richting van re-integratie en niet te vergeten: het gevoel dat zij bestaan.
144
focus Progressief regime De heropening van vleugel B was het moment om het regime in de drie vleugels van de gevangenis van Doornik te herzien en de filosofie van de basiswet beter na te streven. Zo kan een gedetineerde zijn detentie op een constructievere wijze in handen nemen. Elke veroordeelde begint zijn detentie in een klassieke gesloten afdeling en evolueert naar een open of halfopen regime. Het klassieke celregime is momenteel beperkt tot vleugel C waarin de beklaagden, de pas aangekomen veroordeelden en enkele zeer moeilijke veroordeelden zijn ondergebracht. De gedetineerden worden bij hun aankomst in vleugel C onderworpen aan een observatiefase. Tijdens die periode kunnen de PBA’s informatie verzamelen over de gedetineerden en hun gedrag. Op grond van die informatie kan de PBA ploegchef zich tot de penitentiair assistenten en de directie richten voor een gemotiveerde vraag tot overplaatsing van een veroordeelde. De veroordeelde zet zijn traject vervolgens voort in vleugel B of vleugel A waar andere regimes gelden. In vleugel A zitten veroordeelden die logistieke taken uitvoeren zoals karweien in de keuken, de vestiaire, onderhoudstaken, enz. Zij vallen onder een open regime waardoor zij steeds toegang hebben tot het sanitaire gedeelte. Dit regime is niet alleen ingevoerd omdat de directie de regimes van de verschillende vleugels wou personaliseren, maar ook om de gebrekkige infrastructuur van het sanitair en de douches in het gebouw te herstellen.
Door in vleugel B verschillende verdiepingen te maken, is een echt progressief regime tot stand kunnen komen met een uitgebreid aanbod aan vrijetijdsactiviteiten. Stoelen, tafels, gezelschapsspelen, groepsspelen zoals tafeltennis of tafelvoetbal, enz. zijn hiervoor ter beschikking gesteld. Met hulp van de CDRGA kon de inrichting investeren in het nodige materiaal. In de eerste afdeling van vleugel B geldt het klassieke celregime en begint een tweede observatiefase zodat kan worden geëvalueerd of de veroordeelde geschikt is voor een soepeler regime. In de tweede afdeling is het regime al flexibeler. Sinds december 2010 is een halfopen regime ingevoerd zodat op een afdeling met gesloten deuren tussen 18u00 en 19u30 activiteiten op de sectie kunnen doorgaan en gedetineerden kunnen gebruik maken van de telefoon aan voordeligere tarieven. In de derde afdeling komt sinds april 2010 bovenop het halfopen regime de mogelijkheid om de cel open te houden van 16u00 tot 19u30. De veroordeelden kunnen telefoneren en regelmatig contact houden met hun familieleden, maar ook een douche nemen tijdens de activiteiten zonder een beroep te moeten doen op een personeelslid. Het regime in de derde afdeling betekent dat de veroordeelden vrij kunnen bewegen op de afdeling en samen met hun medegedetineerden kunnen eten.
Door dit progressieve regime worden overplaatsingen zeer belangrijk, hetgeen ook in het bijzonder geldt voor de motivatie van de verzoeken tot overplaatsing van de gedetineerden zelf of van de PBA’s ploegchef. Dit systeem stimuleert de verantwoordelijkheid van de personeelsleden en betrekt hen meer bij het gevangenisleven. Aangezien het gedrag van de veroordeelden voortdurend wordt geobserveerd, zijn zij zich ervan bewust dat zij in bepaalde gevallen (bijvoorbeeld wegens een disciplinaire overtreding) kunnen worden uitgesloten van activiteiten of naar een gesloten afdeling moeten terugkeren. De gedetineerden konden nog niet deelnemen aan zinvolle activiteiten. Nochtans moet het activiteitenaanbod op termijn groeien en op een meer structurele wijze georganiseerd worden (bijvoorbeeld een thema-avond). De komende maanden krijgt de directie immers te maken met een nieuwe uitdaging. Omdat de werkplaatsen voor minstens twee jaar gesloten zijn wegens verbouwingen, is het belangrijk de gedetineerden nuttig te kunnen bezighouden. De duur van de werkzaamheden zal de inrichting gebruiken om een voldoende en aangepast werkaanbod te creëren wat de re-integratie van gedetineerden in het arbeidsleven kan vergemakkelijken.
Deze verschillende regimes worden voortdurend geëvalueerd in overleg met het personeel. Dit soort van regime zorgt voor een zekere kalmte binnen de gevangenis. Door de observaties in de open afdeling kunnen de directeurs zich een beeld vormen van de veroordeelden en in sommige gevallen overgaan tot een mogelijke overplaatsing naar een open omgeving.
145
Turnhout De gevangenis van Turnhout werd gebouwd in 1908 en bestaat uit drie vleugels. In één vleugel worden geïnterneerden met een psychotische problematiek opgenomen en begeleid. In de andere vleugels verblijven beklaagden en veroordeelden. Gemiddelde bevolking
174,1
Mannen
174,1
Vrouwen
0,0
Beklaagden
71,8
Veroordeelden
31,6
Geïnterneerden
68,1
Andere Gewoon regime
2,6 174,1
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
0,0
Gemiddelde capaciteit
152,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
3,00
Totaal Attachés
0,00
Totaal Administratief
11,80
Totaal Medisch
11,95
Totaal PSD
4,25
Totaal Bewaking/Techniek Totaal Erediensten
102,10 1,00
Totaal Buiten kader Totaal
146
134,10
Werkbladen op cel Om de tafelruimte op cel te vergroten, ontwikkelde de gevangenis van Turnhout een project waarbij in alle cellen een werkblad werd geplaatst tegen een celwand ter vervanging van de klassieke tafels. Gedetineerden hebben daardoor meer opbergruimte en voldoende plaats om te eten op hun cel.
Vernieuwing van de fitnessruimte De fitnesszaal is binnen de Belgische gevangenismuren een populaire plaats. Het veelvuldig en intensief gebruik van de toestellen en de toenemende gedetineerdenbevolking zorgen voor een snelle slijtage. Dankzij financiële ondersteuning van de CDRGA kon de inrichting in 2010 haar materiaal vervangen en nieuwe toestellen aankopen.
Betere dienstverlening voor advocaten Als arresthuis met ongeveer 40 procent beklaagden, is de gevangenis van Turnhout een belangrijke werkplek voor advocaten. De directie wilde de dienstverlening naar advocaten toe verbeteren door meer klantgericht te werken.
Het project verloopt in verschillende fasen. Na een voorbereidend gesprek met de stafhouder van de balie werd een vragenlijst opgemaakt die de stafhouder zal verspreiden. De eerste actiepunten op basis van de output zullen bekend zijn tegen begin 2011.
TV op cel via centrale aansturing Waar gedetineerden voordien de keuze hadden tussen het huren of aankopen van een televisietoestel, besliste de directie in het voorjaar van 2010 om alle cellen standaard uit te rusten met een flatscreen televisie. Deze is vast gemonteerd aan de celmuur. Een gratis basispakket van vier kanalen (VRT, RTBF, BBC en een infokanaal van de gevangenis) zit hierbij inbegrepen. Wie meer kanalen wenst te consulteren, betaalt een wekelijkse bijdrage en ontvangt wat standaard via digitale televisie en prime beschikbaar is.
focus Hygiëneproject voor geïnterneerden De gevangenis van Turnhout hecht veel belang aan de hygiëne binnen haar muren. Een aantal geïnterneerden scoren laag qua zelfredzaamheid, persoonlijke hygiëne en ondervinden moeilijkheden om hun cel te onderhouden. Het project heeft als doel om deze specifieke groep, mits begeleiding en ondersteuning van het zorgteam, actief te betrekken bij het elementaire onderhoud van de cel en hen op die manier een zinvolle activiteit te laten uitvoeren. Een intensieve samenwerking tussen het bewakingspersoneel en het zorgteam is hierbij heel belangrijk. De leden van het zorgteam gaan na of er achter het hygiëneprobleem een psychische oorzaak schuilt of eerder een gebrek aan motivatie. Hierna stellen zij een actieplan op en volgt een individuele begeleiding van de geïnterneerde. Ook het bewakingspersoneel geeft de nodige ondersteuning.
Ondanks de inspanningen van het personeel bleken niet alle geïnterneerden geïnteresseerd in of mentaal in staat voor deze aanpak. Bovendien is het veiligheidsrisico in bepaalde gevallen te groot om geïnterneerden op een doeltreffende wijze te begeleiden op vlak van hygiëne. Om deze redenen voegde de inrichting een nieuwe functie aan het werkaanbod toe, namelijk de ‘celpoetser’. In het bijzijn van een PBA voert deze persoon bepaalde onderhoudstaken uit, speciaal voor deze groep geïnterneerden. Om te voorkomen dat geïnterneerden die wel in staat zijn om hun cel te onderhouden gaan misbruik maken van de celpoetser, kan hij enkel in actie komen op vraag van het personeel en dit na onderling overleg tussen het bewakingspersoneel en het zorgteam. Personeelsleden ervaren dit project alvast als een stap in de goede richting.
147
Verviers Sinds 1895 doet de gevangenis van Verviers dienst als arresten strafhuis. Zij is gebouwd volgens het Ducpétiaux-model en heeft een Y-vorm.
Relaties met gerechtelijke overheden Gemiddelde bevolking
263,0
Mannen
263,0
Vrouwen
0,0
Beklaagden
88,7
Veroordeelden
174,0
Geïnterneerden
0,0
Andere
0,4
Gewoon regime
262,2
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,9
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,0 194,0
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
4,00
Totaal Attachés
1,00
Totaal Administratief
20,50
Totaal Medisch
3,35
Totaal PSD Totaal Bewaking/Techniek Totaal Erediensten
6,90 161,55 0,50
Totaal Buiten kader Totaal
148
197,80
Tot in 2009 heerste tussen de gevangenis en de gerechtelijke overheden een wederzijds gevoel van wantrouwen. Omdat de gevangenisdirectie dit gevoel wilde wegwerken, maakte zij in 2009 werk van een beter contact met het parket van de procureur des Konings en de federale en lokale politiediensten, die bevoorrechte gesprekspartners zijn. Naar aanleiding van een smokkelincident binnen de gevangenismuren maakte de inrichting de gerechtelijke overheid kenbaar dat zij een relationeel leefklimaat wil creëren en in stand houden waarin niet alleen de wet wordt nageleefd maar waarin vooral de personen die toezicht houden op de naleving van de wet worden gerespecteerd. In 2010 stelde de gevangenis zich proactief op tijdens het overleg met het parket en de politie voor de controle van de drugsproblematiek in de gevangenis. De partijen ontmoeten elkaar voortaan driemaandelijks om een permanent netwerk uit te bouwen, informatie uit te wisselen en, indien nodig, binnen de muren gerichte interventies uit te voeren. Dankzij het herwonnen vertrouwen tussen beide partijen maakt de gevangenis weer deel uit van een keten van georganiseerde sociale controle. Deze positie versterkt haar zichtbaarheid als solide schakel binnen het stelsel van de
strafrechtsbedeling, zowel ten aanzien van de gerechtelijke partners als van de gedetineerden.
Activiteiten van de technische dienst De gevangenisdirectie stelde vast dat de activiteiten van de technische dienst minder zichtbaar waren omdat een aantal praktische werken noodzakelijk waren, maar waarvan hun collega-PBA’s de impact niet konden inschatten. De directie wilde de uitusting en het onderhoud van de gebouwen verbeteren. In 2010 verving de de technische dienst de cilinders van alle sloten op de celdeuren alsook alle televisietoestellen en koelkasten in de cellen.
Onthaal van nieuwe personeelsleden PBA’s die na hun basisopleiding in dienst treden in de inrichting worden volgens een procedure onthaald die de voorbije vijf jaar is uitgegroeid tot het ‘onthaalproject’. Er is weinig geweten over deze nieuwe personeelsleden en over hun persoonlijke competenties, hun scholing, hun professionele ervaring, hun specifieke voorkeuren of hun affiniteiten op relationeel en technisch vlak. Omdat de functie van PBA veelzijdig is, vraagt de directie aan de nieuwe personeelsleden wat meer informatie te geven over hun verwachtingen, technische kennis en competenties, opdat zij kunnen worden ingezet op een werkplek en voor een opdracht die aansluit op hun persoonlijk profiel. De gevangenis bouwde dan ook een geïnformatiseerde gegevensbank uit. Elk personeelslid kan zijn of haar profiel
hier aanvullen en de penitentiair assistenten en de personeelsdienst kunnen deze informatie gebruiken.
Betere broodverdeling Aangezien de ramen van de gevangenis in Verviers geen tralies hebben, gooien heel wat gedetineerden hun afval naar buiten. Dit leidt tot onaangename en ongezonde situaties. Vooral broodresten trekken heel wat duiven aan. In plaats van alle ramen te voorzien van tralies en zo het gevoel van opsluiting te versterken, wilde de gevangenisdirectie de verdeling van het brood verbeteren. De directie stelde vast dat boterhammen minder in de smaak vallen dan broodjes en besliste dan ook om minder boterhammen en meer broodjes te verdelen. De verdeling van het brood met een constante hoeveelheid en budget droeg uiteindelijk bij tot minder broodverspilling.
149
focus ‘Prévenez-vous’, een origineel project rond drugspreventie tijdens de voorlopige hechtenis In 2010 werkte de gevangenis van Verviers een origineel project uit rond drugspreventie in het arresthuis. Het project ‘Prévenez-vous (‘Wees gewaarschuwd’) biedt een detentieregime aan dat meer inhoudt dan de traditionele opsluiting in een cel gedurende 22 uur per dag. De gevangenis wil de beklaagden helpen om geen illegale producten te gebruiken of hun gebruik beter te beheersen door hen actief bezig te houden. Het project biedt de beklaagden, die dat wensen, een leefregime aan op basis van een vast programma met dagelijkse ludieke, culturele, therapeutische of sportactiviteiten. Een module duurt drie maanden en er kunnen maximaal 12 gedetineerden deelnemen. Het programma en de inhoud van de activiteiten laten toe om met een open groep te werken. Dit betekent dat wanneer gedetineerden de groep verlaten (omdat zij zijn vrijgelaten, veroordeeld, enz.) zij plaats maken voor nieuwkomers. Elke kandidaat ondertekent een bilaterale overeenkomst voor akkoord. De kandidaat moet zich houden aan bepaalde voorwaarden die verband houden met zijn gedrag, aanwezigheid, enz. Wie de overeenkomst niet naleeft, wordt ten minste tot het einde van de module uitgesloten, maar mag wel een aanvraag indienen om deel te nemen aan een volgende module.
150
De activiteiten vinden plaats op de wandeling, in de activiteitenruimte en in de ruimtes die daarvoor zijn voorbehouden. De gevangenis koopt het nodige materiaal aan (zoals gezelschapsspelen) op basis van het budget dat aan het project werd toegekend. Een pedagoge, die hiervoor werd aangeworven, begeleidt de projecten.
Wortel De huidige strafinrichting van Wortel was tot 1933 een landloperskolonie. Met de afschaffing van de wet op de landloperij werd de strafinrichting in gebruik genomen om veroordeelden onder te brengen. Gemiddelde bevolking
612,8
Mannen
612,8
Vrouwen
0,0
Beklaagden
9,6
Veroordeelden
594,9
Geïnterneerden
0,0
Andere Gewoon regime
8,3 621,8
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,0
Beperkte detentie
0,0
Beperkte vrijheid (geïnterneerden) Gemiddelde capaciteit
0,0 641,5
Personeel voltijds equivalent Totaal Directie
7,00
Totaal Attachés
1,00
Totaal Administratief
18,00
Totaal Medisch
0,80
Totaal PSD Totaal Bewaking/Techniek
8,75 113,20
Totaal Erediensten Totaal Buiten kader Totaal
148,75
De tabel links toont een globaal overzicht van het aantal gedetineerden en het aantal personeelsleden in de penitentiaire inrichtingen van Wortel en Tilburg. De cijfers hebben enkel betrekking op het Belgisch personeel.
Aangepaste infrastructuur Aangezien de strafinrichting van Wortel werd uitgebreid met een bijkomende afdeling in de PI Tilburg, moest ook in aanpaste infrastructuur worden voorzien. De transitzone werd opgebouwd uit containers en dient vooral om de doorstroom van gedetineerden van en naar de PI Tilburg vlotter te laten verlopen. Bovendien bood deze ruimte de mogelijkheid om gedetineerden tijdelijk te huisvesten waardoor slechts beperkte celcapaciteit verloren ging.
De technische dienst van de inrichting voerde de overige aanpassingen in eigen beheer uit. Aangezien alle detentiedossiers in de strafinrichting van Wortel behandeld worden, was het nodig om bijkomende kastenruimte te voorzien op de griffie. De financiële diensten werden ondergebracht in een leegstaand magazijn dat werd omgebouwd tot een volwaardig bureau.
Het educatief centrum Door de bouw van een nieuwe C-vleugel moesten een aantal activiteitenlokalen verhuizen naar een nieuwe locatie. Dit was een goede gelegenheid om alle hulp- en dienstverleningsactiviteiten en de medewerkers van de Vlaamse Gemeenschap te groeperen om een heus educatief centrum uit te bouwen. Op deze manier worden oude gebouwen na grondige renovatie terug in gebruik genomen. De strafinrichting kan ook efficiënter werken door alle activiteiten samen te brengen. De groepsgerichte activiteiten zoals sport, vorming, ontspanning en onderwijs worden nu georganiseerd in de noordvleugel van de oude landloperskoer. De installatie van een leskeuken en een extra vormingslokaal zijn gepland voor 2011.
Gedetineerden die in uitgaansvergunning of penitentiair verlof vertrekken of terugkomen, worden hier tijdelijk ondergebracht. Daarenboven kunnen de gedetineerden die voor de strafuitvoeringsrechtbank moeten verschijnen of door politiediensten moeten gehoord worden, hier ook tijdens de dag verblijven. De containers zijn voorzien van vier slaapplaatsen, twee veiligheidscellen, een bureau voor de toezichthoudende PBA, de nodige sanitaire voorzieningen, een wandelplaats en een viertal gesprekslokalen.
151
Opleiding schilder-behanger
Nieuwe bibliotheek
De strafinrichting wilde in 2010 haar aanbod aan beroepsgerichte opleidingen uitbreiden en legde haar oor te luisteren bij het Koninklijk Atheneum Centrum voor Volwassenenonderwijs uit Turnhout. Na enkele verkennende gesprekken kon de modulaire opleiding ‘schilder-behanger’ in september 2010 van start gaan. Tien cursisten ontvingen ondertussen hun diploma en volmaakten na een half jaar de volledige opleiding.
Dankzij een samenwerking met de Provincie Antwerpen, de stadsbibliotheek van Turnhout, vzw De Rode Antraciet en Justitieel Welzijnswerk Turnhout opende de strafinrichting in 2010 een eigentijdse bibliotheek. De bibliotheekmomenten zijn nu aangenamer voor de gedetineerden. Een bibliothecaris, vrijwilligers van Justitieel Welzijnswerk en een gedetineerde staan op vaste momenten in de week in voor de werking van de bibliotheek.
152
focus Samenwerkingsakkoord met Nederland Op 31 oktober 2009 sloten België en Nederland een verdrag over de ingebruikname van een gevangenis in Nederland voor de tenuitvoerlegging van Belgische veroordelingen. Het DG EPI en de Nederlandse Dienst Justitiële Inrichtingen ondertekenden daartoe een samenwerkingsovereenkomst. De penitentiaire inrichting (PI) van Tilburg fungeert sindsdien als bijhuis van de strafinrichting van Wortel. Enkele werkingsprocessen moesten uiteraard herbekeken worden.
Administratief beheer Het Belgisch personeel in de PI Tilburg, de directie, de psychosociale dienst, de penitentiair assistent en de twee adjunct-penitentiair assistenten konden werken zonder de (papieren) gedetineerdendossiers. De griffie van Wortel beheert en bewaart deze dossiers. Naast het gewone dossierbeheer worden alle relevante documenten uit het dossier voortaan gescand en elektronisch beschikbaar gesteld voor de PI Tilburg. De administratieve medewerkers in de PI Tilburg ontvangen dagelijks de wijzigingen, betekeningen, enz. zodat zij hun dossiers kunnen afhandelen en de beslissingen kunnen communiceren aan de veroordeelde.
Financieel beheer De strafinrichting van Wortel beheert de rekeningen van de Belgische gedetineerden in Tilburg. De Nederlandse diensten staan in voor het beheer van de kantine, de tewerkstelling en de huur van televisietoestellen.
Beheer van de capaciteit
De Nederlandse Dienst Vervoer & Ondersteuning staat in voor het transport tussen de strafinrichting van Wortel en de PI Tilburg. Vanuit budgettair oogpunt worden deze dagelijkse transporten optimaal benut. Voor de planning hiervan werd een proces ontwikkeld dat rekening houdt met de transitbewegingen naar en van de PI Tilburg, de aansluiting op de nationale transferroutes in België en het vroege vertrek wegens uitgangsvergunning of penitentiair verlof vanuit Wortel.
De gehuurde detentiecapaciteit moet steeds maximaal worden ingevuld. Toch zijn hier enkele beperkingen zoals het beheer van de bewegingen en het transport van gedetineerden tussen de strafinrichting van Wortel en de PI Tilburg. De strafinrichting van Wortel organiseert alle in- en uitgaande bewegingen van de gedetineerden. Dit betekent dat zij alle uitgaansvergunningen, penitentiaire verloven, overbrengingen en vrijstellingen regelen. Dezelfde regeling geldt voor de verschijningen voor de strafuitvoeringsrechtbank, verhoren door politie, verzoeken van deurwaarders, medische onderzoeken, enz. De nodige maatregelen werden genomen om de afwezigheid van de gedetineerde uit zijn cel in Tilburg zo minimaal mogelijk te houden.
153
Bi-nationaal verdrag
Wortel-Tilburg Historiek De Penitentiaire Inrichting (PI) in Tilburg, voordien Justitieel Complex Koning Willem II, is ondergebracht in een voormalige legerkazerne. De gevangenis was oorspronkelijk bedoeld om illegale vreemdelingen, die wachten op hun uitzetting, te kunnen huisvesten. Kenmerkend was het gegroepeerd onderbrengen van de gedetineerden in afgesloten ruimtes met maximaal acht gedetineerden per zaal. Dat was destijds een nieuwigheid binnen het Nederlandse detentiewezen. De inrichting was, en is nog steeds, een normaal beveiligde inrichting met moderne technische veiligheidsvoorzieningen. In de loop der jaren is veel, voornamelijk individuele, celcapaciteit bijgebouwd. Na de uitstroom van de vreemdelingen kreeg de PI Tilburg de status van een gevangenis gecombineerd met een Huis van Bewaring, wat te vergelijken is met een Belgisch arresthuis.
In 2009 kwam de inrichting meerdere keren in het nieuws. Nederland kampte met een cellenoverschot waardoor Justitie zich gedwongen zag enkele gevangenissen te sluiten. België zit echter met het probleem van een nijpende overbevolking in de gevangenissen waarvoor dringend een oplossing nodig was. Op 31 oktober 2009 sloten Nederland en België een verdrag over de plaatsing van minimaal 500 ‘Belgische’ gedetineerden in Tilburg. Het verdrag houdt in dat Nederland de inrichting en het daarbijhorende personeel tegen betaling ter beschikking stelt aan het Belgische gevangeniswezen en daarnaast het beheer van de inrichting blijft verzorgen. Het terrein blijft Nederlands grondgebied, maar is een afdeling van de strafinrichting in Wortel. Gedetineerden die in Tilburg verblijven, vallen onder de Belgische wetgeving. De inrichting staat onder leiding van een Belgisch directieteam. De PI Tilburg ontving de eerste Belgische gedetineerden op 2 februari 2010, tien dagen nadat de laatste Nederlandse gedetineerde de inrichting verliet. De omschakeling verliep zeer snel. Na vijf weken was de penitentiaire inrichting volledig opgevuld. Gezien de alsmaar stijgende gedetineerdenpopulatie in België werd gevraagd gebruik te maken van de Verdragsclausule tot verhoging naar een maximale capaciteit van 650 gedetineerden. De Ministerraad gaf hiertoe groen licht op 3 december 2010.
Capaciteit en doelgroep In totaal kunnen 681 gedetineerden in de PI Tilburg verblijven. Afgesproken is dat België ten minste 500 detentieplaatsen afneemt tegen een forfaitair bedrag van 30 miljoen euro per
154
jaar. Een aantal specifieke kosten, vervoerskosten en bepaalde medische kosten, zullen daarnaast op declaratiebasis door België aan Nederland worden vergoed. De opdracht tot het beschikbaar stellen van bijkomende plaatsen gebeurt in groepen van 50, op te lopen tot 650 detentieplaatsen. In het verdrag zijn een aantal beperkingen opgenomen rond de plaatsing van gedetineerden. Volgende groepen zijn uitgesloten: >> gedetineerden met de Nederlandse nationaliteit >> gedetineerden die een bevel tot verwijdering van het grondgebied in Nederland hebben ontvangen >> gedetineerden die in Nederland een strafrechtelijk verleden hebben >> gedetineerden die nog niet definitief veroordeeld zijn >> vluchtgevaarlijke en zwaar criminele gedetineerden >> gedetineerden die in de Belgische inrichtingen gekend staan als gedragsmatig problematische gedetineerden
Personeel De personeelsenveloppe wordt lokaal beheerd. Elke afdeling heeft een eigen regime en dagprogramma. In tegenstelling tot de Belgische inrichtingen waar het personeelskader wordt bepaald via postenbezetting, is het Nederlandse personeelsbestand samengesteld op basis van een taakafbakening. Dit houdt in dat een personeelslid een specifieke taak uitvoert en zich ontwikkelt in een deelaspect van het penitentiaire werk.
EPI in cijfers Na een overzicht van de voornaamste activiteiten en verwezenlijkingen van het DG EPI volgen in dit deel enkele kerncijfers over het gevangeniswezen in 2010. Het eerste deel bevat informatie over de gedetineerdenbevolking en over de typering van de personen die door de penitentiaire
inrichtingen ten laste zijn genomen in de loop van 2010. Het tweede deel bevat cijfers over detentiebeheer, terwijl het derde deel informatie geeft over het personeel in de inrichtingen. In het laatste deel worden de budgettaire posten toegelicht.
155155
Enkele termen uitgelegd De gedetineerdenbevolking binnen een gevangenis verandert het hele jaar door. Om de samenstelling ervan beter te begrijpen zal hoofdzakelijk gesproken worden over gemiddelde bevolking, wat het voordeel biedt dat de extreme schommelingen tot een minimum worden beperkt en dat tegelijk rekening wordt gehouden met alle verblijven in de gevangenis. De gemiddelde capaciteit is het gemiddeld aantal plaatsen voorzien voor de gedetineerden in de verschillende inrichtingen. Dit gemiddelde vertoont een stijgende trend door de opening van nieuwe afdelingen binnen inrichtingen en de bouw van nieuwe inrichtingen. Een dalende trend is het gevolg van de buitengebruikstelling van cellen, hetzij tijdelijk (bijvoorbeeld in het kader van renovatiewerken) hetzij definitief (sluiting van de inrichting). De gemiddelde overbevolkingsgraad is het aantal overtollige gedetineerden op basis van de berekening van de verhouding tussen de gemiddelde bevolking en de gemiddelde capaciteit. De gemiddelde overbevolkingsgraad is echter niet representatief voor de toestand binnen elke gevangenis. Bepaalde inrichtingen zijn helemaal niet of weinig overbevolkt. In andere inrichtingen ligt de overbevolkingsgraad ver boven het gemiddelde. Beklaagden: verdachten opgesloten in afwachting van een definitieve rechterlijke beslissing (veroordeling, internering, vrijspraak, enz.).
156
Veroordeelden: uitsluitend opgesloten in het kader van de uitvoering van straffen die in kracht van gewijsde zijn gegaan. Geïnterneerden: opgesloten op basis van een internering bevolen door een strafrechtbank of veroordeelden geïnterneerd op basis van een ministeriële beslissing wegens hun geestestoestand. Halve vrijheid (veroordeelden): strafregime waarbij de gedetineerde die veroordeeld is tot een totale straf van maximum drie jaar, een uitgangsvergunning krijgt tijdens de weekdagen voor de uitoefening van een job of het volgen van een opleiding en waarbij hij ’s avonds terugkeert naar de gevangenis. Beperkte detentie: gelijkaardig regime als de halve vrijheid. De beperkte detentie is een wijze van uitvoering van de vrijheidsstraf waarbij de gedetineerde die veroordeeld is tot een totale straf van meer dan drie jaar gevangenisstraf regelmatig de penitentiaire inrichting mag verlaten voor een bepaalde duur van maximum 12 uur per dag. De beperkte detentie kan door de strafuitvoeringsrechtbank aan de veroordeelde worden toegekend om professionele, familiale belangen of opleidingsbelangen te behartigen die zijn aanwezigheid buiten de gevangenis vereisen. Halve vrijheid (geïnterneerden): regime toegekend door de Commissies tot Bescherming van de Maatschappij aan de geïnterneerden die ervan afhangen.
Gemiddelde bevolking
10535,7
%
Mannen
10129,1
96,1%
Vrouwen
406,6
3,9%
Beklaagden
3637,9
34,5%
Veroordeelden
5713,7
54,2%
Geïnterneerden
1095,7
10,4%
88,4
0,8%
Andere Gewoon regime
10445,6
99,1%
Halve vrijheid (veroordeelden)
4,7
0,0%
Beperkte detentie
72,5
0,7%
Beperkte vrijheid (geïnterneerden)
13,0
0,1%
Gemiddelde capaciteit Gemiddelde overbevolkingsgraad
8949,5 17,7%
Opgelet! Decimalen en totalen Voor bepaalde statistieken, zoals de gemiddelden, is het resultaat afzonderlijk berekend voor elke cel van de tabel en voor de totalen. De afronding gebeurde op één cijfer na de komma. Door deze afrondingen kan het soms zijn dat de precieze waarde van het totaal niet geheel overeenstemt met de som van de opgetelde elementen.
Inrichtingen
Gedetineerden Gemiddelde overbevolkingsgraad per inrichting in 2010 (exclusief elektronisch toezicht) In 2010 waren de gevangenissen met de meeste overbevolking (in dalende lijn): Ieper, Dinant, Antwerpen, Vorst en Jamioulx. Voor deze inrichtingen bedroeg de gemiddelde overbevolkingsgraad meer dan 50%. Twaalf inrichtingen (inclusief de gesloten federale centra voor jongeren) hadden een gemiddelde bevolking die lager lag dan de theoretische capaciteit. Het is wel mogelijk dat deze inrichtingen overbevolking hebben gekend tijdens bepaalde periodes van het jaar of in bepaalde secties.
Gemiddelde bevolking
Gemiddelde capaciteit
Gemiddelde overbevolkingsgraad
Merksplas
657,9
694,0
-5,2%
Wortel-Tilburg
612,8
641,5
-4,5%
Antwerpen
665,5
439,0
51,6%
Mechelen
115,5
84,0
37,5%
Turnhout
174,1
152,0
14,6%
Hoogstraten
165,4
170,0
-2,7%
St Gillis / St Gilles
616,8
502,0
22,9%
Leuven Centraal
344,9
350,0
-1,4%
Forest / Vorst
611,0
405,0
50,9%
Leuven Hulp
188,5
149,0
26,5%
Nivelles
227,4
192,0
18,4%
Berkendael
75,9
64,0
18,5%
Ittre
416,6
429,8
-3,1%
Brugge
758,8
608,0
24,8%
Ieper
105,2
67,0
57,0%
Ruiselede
56,3
52,0
8,3%
Gent
376,4
283,0
33,0%
Oudenaarde
145,4
132,0
10,1%
Dendermonde
203,8
168,0
21,3%
Mons
403,2
307,0
31,3%
Tournai
200,7
183,0
9,7%
Jamioulx
333,0
221,9
50,0%
Marneffe
124,9
131,0
-4,7%
Lantin
934,4
694,0
34,6%
Verviers
263,0
194,0
35,6%
Huy
75,5
64,0
17,9%
Paifve
200,6
207,7
-3,4%
Hasselt Nieuw
514,4
450,0
14,3%
Arlon
124,5
111,0
12,2%
St Hubert
219,6
235,0
-6,5%
Namur
193,0
140,0
37,9%
Dinant
50,9
32,5
56,7% -4,1%
Andenne Totaal
GFC Everberg
379,9
396,0
10535,7
8949,5
17,7%
30,6
34,1
-10,3%
GFC Tongeren
13,5
23,4
-42,2%
CFF St Hubert (sinds 30/04/2010)
32,7
48,6
-32,7%
157
Evolutie van de gevangenisbevolking op basis van de wettelijke toestand in 2010 De bevolkingscategorieën (op basis van de wettelijke toestand van de gedetineerden) variëren in de loop van het jaar. De totale bevolking is de som van die deelevoluties. Volgende grafieken tonen: >> de gecumuleerde dagelijkse evolutie van de gedetineerden naargelang hun wettelijke toestand (beklaagden, veroordeelden, geïnterneerden en anderen) >> de tendens die elke groep vertoont ten opzichte van het aanvankelijke niveau bij het begin van het jaar Er is een jaarlijkse stijging van 6 à 7 % merkbaar van enerzijds de globale bevolking en anderzijds het aantal beklaagden en veroordeelden. Het aantal geïnterneerden is met 4% gestegen. De drie belangrijkste bevolkingscategorieën (beklaagden, veroordeelden en geïnterneerden) kenden een gelijkaardige evolutie tijdens het eerste semester van 2010: een seizoensgebonden stijging in het begin van het jaar, gevolgd door een periode waarin de bevolking relatief stabiel bleef tot midden juni. Net zoals elk jaar daalde het aantal beklaagden in de zomer, maar dit had geen invloed op het aantal veroordeelden en geïnterneerden. Integendeel, hun aantallen stegen tijdens de zomerperiode en zijn daarna op dit verhoogde niveau gebleven. De sterke stijging van het aantal beklaagden sinds september in combinatie met de globale stijgingstendens leidde tot een recordaantal gedetineerden op het einde van 2010: 11 028 gedetineerden (inclusief de gesloten federale centra voor jongeren) op 15 en 20 december 2010.
158
Variatie van de gevangenisbevolking in 2010 per categorie gedetineerden (wettelijke toestand) (index : 1 januari = 100)
159
Inrichtingen
Gemiddelde dagelijkse bevolking in 2010 volgens geslacht (exclusief elektronisch toezicht) De gevangenisbevolking is grotendeels mannelijk. De vrouwelijke bevolking (4%) is verspreid over acht inrichtingen: Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Berkendael (Vorst), Lantin, Bergen en Namen. Meer dan de helft van de vrouwelijke gevangenisbevolking verblijft in Berkendael, Brugge en Lantin.
Mannen
Totaal
Merksplas
657,9
657,9
Wortel-Tilburg
612,8
612,8
Antwerpen
623,7
Mechelen
115,5
41,7
665,5 115,5
Turnhout
174,1
174,1
Hoogstraten
165,4
165,4
St Gillis / St Gilles
616,8
616,8
Leuven Centraal
344,9
344,9
Forest / Vorst
611,0
611,0
Leuven Hulp
188,5
188,5
Nivelles
227,4
Berkendael
227,4 75,9
75,9
94,5
758,8
Ittre
416,6
Brugge
664,3
Ieper
105,2
105,2
Ruiselede
56,3
56,3
Gent
336,0
Oudenaarde
145,4
Dendermonde
203,8
Mons
367,0
Tournai
200,7
200,7
Jamioulx
333,0
333,0
416,6
40,4
376,4 145,4 203,8
36,3
403,2
Marneffe
124,9
Lantin
859,8
Verviers
263,0
263,0
Huy
75,5
75,5
Paifve
200,6
Hasselt Nieuw
483,4
Arlon
124,5
124,5
St Hubert
219,6
219,6
Namur
180,8
Dinant
50,9
Andenne
160
Vrouwen
Totaal
124,9 74,6
200,6 31,1
12,2
514,4
193,0 50,9
379,9 10129,1
934,4
379,9 406,6
10535,7
Gemiddelde dagelijkse bevolking in 2010 per nationaliteit (exclusief elektronisch toezicht) In 2010 hadden gemiddeld 6 op de 10 gedetineerden binnen een penitentiaire inrichting (57,3%) de Belgische nationaliteit (de nationaliteiten staan vermeld per staatsburgerschap). Wat betreft de overige vertegenwoordigde nationaliteiten die minstens 1% van de gemiddelde bevolking uitmaken, zijn er voornamelijk burgers van de volgende landen: >> Marokko (10,7%) >> Algerije (5,4%) >> Roemenië (2,2%) >> Frankrijk (2,1%) >> Nederland (1,9%) >> Italië (1,8%) >> Turkije (1,7%) >> Congo (Dem. Rep.) (1%) en de burgers van de landen van ex-Joegoslavië (2,4%). In 2010 waren in totaal burgers van meer dan 130 landen gedetineerd in de Belgische gevangenissen.
Nationaliteit
GDB
%
ALBANIE
93,6
0,9%
Nationaliteit OEKRAINE
GDB
%
9,0
0,1%
Nationaliteit
GDB
%
TURKIJE
182,8
1,7%
Nationaliteit
GDB
%
EGYPTE
11,2
0,1%
DUITSLAND
23,5
0,2%
MOLDAVIE
11,2
0,1%
PALESTINA
82,0
0,8%
LIBIE
OOSTENRIJK
0,3
0,0%
RUSLAND
67,3
0,6%
BURUNDI
5,7
0,1%
MAROKKO
4,5
0,0%
1.131,9
10,7%
BULGARIJE
78,8
0,7%
BELGIE
6.034,7
57,3%
KAMEROEN
9,8
0,1%
MAURITANIE
6,2
0,1%
CYPRUS
0,0
0,0%
SRI LANKA
2,0
0,0%
CENTRAAL-
1,0
0,0%
SOEDAN
2,5
0,0%
AFRIKAANSE REP. DENEMARKEN
1,3
0,0%
SINGAPORE
0,4
0,0%
CONGO (DEM. REP.)
100,3
1,0%
TUNESIE
79,9
0,8%
SPANJE
39,7
0,4%
ZUID-KOREA
1,0
0,0%
CONGO (VOLKSREP.)
3,3
0,0%
MALAWI
1,0
0,0%
FINLAND
0,4
0,0%
INDIA
42,6
0,4%
BURKINA FASO
2,1
0,0%
CANADA
0,6
0,0%
FRANKRIJK
221,0
2,1%
INDONESIE
0,4
0,0%
IVOORKUST
6,2
0,1%
VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
2,9
0,0%
VERENIGD KONINKRIJK
20,0
0,2%
JAPAN
0,6
0,0%
BENIN
0,7
0,0%
CUBA
0,8
0,0%
LUXEMBURG
4,4
0,0%
LAOS
1,2
0,0%
ETHIOPIE
4,9
0,0%
GUATEMALA
1,8
0,0%
GRIEKENLAND
19,0
0,2%
CAMBODJA
1,0
0,0%
GABON
0,2
0,0%
JAMAICA
1,4
0,0%
HONGARIJE
6,0
0,1%
MALEISIE
5,6
0,1%
GAMBIA
3,7
0,0%
MEXICO
1,6
0,0%
IERLAND
1,9
0,0%
NEPAL
1,0
0,0%
GHANA
9,0
0,1%
PANAMA
0,3
0,0% 0,0%
MONACO
0,4
0,0%
FILIPIJNEN
5,0
0,0%
GUINEA
12,7
0,1%
HAITI
0,9
NOORWEGEN
0,4
0,0%
CHINA
5,0
0,0%
MAURITIUS
0,4
0,0%
DOMINICAANSE REP.
13,6
0,1%
POLEN
78,1
0,7%
VIETNAM
3,3
0,0%
LIBERIE
5,6
0,1%
ANTILLEN
0,2
0,0%
PORTUGAL
32,6
0,3%
MONGOLIE
3,9
0,0%
MALI
1,8
0,0%
DOMINICA
0,2
0,0%
ROEMENIE
232,4
2,2%
BHUTAN
0,0
0,0%
SENEGAL
9,8
0,1%
ARGENTINIE
2,2
0,0%
1,2
0,0%
KAZACHSTAN
3,3
0,0%
NIGER
10,8
0,1%
BRAZILIE
9,9
0,1% 0,1%
ZWEDEN ZWITSERLAND
0,5
0,0%
KIRGIZSTAN
1,4
0,0%
NIGERIA
23,4
0,2%
CHILI
10,0
ITALIE
187,4
1,8%
OEZBEKISTAN
2,4
0,0%
MADAGASKAR
0,2
0,0%
COLOMBIA
11,0
0,1%
NEDERLAND
201,7
1,9%
THAILAND
0,6
0,0%
ZUID-AFRIKA
1,1
0,0%
ECUADOR
1,8
0,0%
EX-JOEGOSLAVIE
257,2
2,4%
waarvan
BANGLADESH
0,1
0,0%
RWANDA
7,8
0,1%
PARAGUAY
0,1
0,0%
ARMENIE
21,6
0,2%
SIERRA LEONE
9,6
0,1%
VENEZUELA
2,0
0,0% 0,0%
KROATIE
26,7
0,3%
AZERBEIDZJAN
3,9
0,0%
SOMALIE
11,3
0,1%
GUYANA
0,3
SLOVENIE
3,2
0,0%
AFGHANISTAN
19,4
0,2%
TANZANIA
0,3
0,0%
SURINAME
0,9
0,0%
MACEDONIE
21,4
0,2%
GEORGIE
57,1
0,5%
TSJAAD
0,1
0,0%
NIEUW-ZEELAND
0,6
0,0% 0,0%
BOSNIE-HERZEGOVINA ONBEPAALD LETLAND
19,0
0,2%
IRAK
75,3
0,7%
TOGO
3,8
0,0%
PAPOEA-NIEUW-GUINEA
0,3
187,0
1,8%
IRAN
25,5
0,2%
ZAMBIA
0,4
0,0%
VLUCHTELING
11,2
0,1%
4,5
0,0%
ISRAEL
3,9
0,0%
KENIA
0,7
0,0%
NAVO
0,2
0,0%
ESTLAND
9,2
0,1%
JORDANIE
2,5
0,0%
GUINEE-BISSAU
0,8
0,0%
OVN-VLUCHTELING
17,3
0,2%
LITOUWEN
36,4
0,3%
LIBANON
19,3
0,2%
KAAPVERDIE (REP.)
0,0
0,0%
OVN ONBEPAALD
0,2
0,0%
TSJECHIE
16,4
0,2%
PAKISTAN
14,0
0,1%
ANGOLA
20,1
0,2%
VADERLANDSLOOS
10,4
0,1%
SLOVAKIJE
13,5
0,1%
VERENIGDE
0,5
0,0%
ERITREA
0,1
0,0%
ONBEPAALD
10,4
0,1%
8,8
0,1%
ALGERIJE
612,9
5,8%
ARABISCHE EMIRATEN WIT-RUSLAND
3,6
0,0%
SYRIE
100,0%
Totaal
10.537,7
100%
161
Inrichtingen
Gemiddelde dagelijkse bevolking per prioritaire wettelijke toestand in 2010 (exclusief elektronisch toezicht) In totaal verblijft in de gevangenis ongeveer de helft van de gedetineerden uitsluitend in het kader van de tenuitvoerlegging van definitieve straffen (veroordeelden), een derde in afwachting van een definitief vonnis (beklaagden) en 10 % als geïnterneerde. Die verhoudingen variëren van inrichting tot inrichting naargelang de classificatie van de inrichtingen. Sommige inrichtingen fungeren als arresthuis, andere als strafhuis en nog andere als beide. Enkel de inrichting tot bescherming van de maatschappij in Paifve is uitsluitend bestemd voor geïnterneerden (naast de inrichtingen tot bescherming van de maatschappij in Bergen en Doornik, die afhangen van het Waals Gewest). In 2010 verbleven in zes inrichtingen moeders met heel jonge kinderen (zuigelingen). Tot slot bedroeg de dagelijkse bevolking van het GFC in Everberg gemiddeld 31 jongeren die daar gedetineerd zijn na een beslissing van de jeugdrechtbank zonder dat zij uit handen zijn gegeven (d.w.z. doorverwijzing naar het gerecht voor volwassenen). Daarnaast worden ook jongeren ondergebracht in de gesloten federale centra van Tongeren en St-Hubert (sinds 30 april 2010). Deze centra vangen ook jonge beklaagden en veroordeelden op die doorverwezen zijn naar het gerecht voor volwassenen.
Beklaagden
Veroordeelden
Andere
Totaal
Zuigelingen
GDB
%
GDB
%
GDB
%
GDB
%
GDB
%
Merksplas
29,8
4,5%
291,6
44,3%
325,7
49,5%
10,8
1,6%
657,9
100%
Wortel-Tilburg
9,6
1,6%
594,9
97,1%
0,0
0,0%
8,3
1,4%
612,8
100%
Antwerpen
521,5
78,4%
57,1
8,6%
81,7
12,3%
5,2
0,8%
665,5
100%
Mechelen
86,3
74,7%
26,7
23,1%
0,9
0,8%
1,6
1,4%
115,5
100%
Turnhout
71,8
41,2%
31,6
18,2%
68,1
39,1%
2,6
1,5%
174,1
100%
Hoogstraten
1,3
0,8%
163,0
98,6%
0,0%
1,1
0,6%
165,4
100%
GDB
St Gillis / St Gilles
344,6
55,9%
268,9
43,6%
2,0
0,3%
1,4
0,2%
616,8
100%
Leuven Centraal
33,3
9,6%
304,0
88,1%
1,0
0,3%
6,6
1,9%
344,9
100%
Forest / Vorst
426,6
69,8%
80,1
13,1%
102,7
16,8%
1,6
0,3%
611,0
100%
Leuven Hulp
79,8
42,3%
62,4
33,1%
43,6
23,1%
2,7
1,4%
188,5
100%
Nivelles
88,0
38,7%
137,4
60,4%
0,0
0,0%
2,0
0,9%
227,4
100%
Berkendael
40,3
53,2%
29,1
38,4%
6,4
8,5%
0,0
0,0%
75,9
100%
Ittre
10,3
2,5%
406,3
97,5%
0,0
0,0%
0,1
0,0%
416,6
100%
Brugge
234,4
30,9%
475,5
62,7%
33,0
4,3%
15,9
2,1%
758,8
100%
70,1
66,7%
33,1
31,5%
0,2
0,2%
1,8
1,7%
105,2
100%
0,0%
54,9
97,5%
0,0%
1,4
2,5%
56,3
100%
Gent
157,8
41,9%
113,1
30,0%
102,1
27,1%
3,4
0,9%
376,4
100%
Oudenaarde
40,9
28,1%
102,5
70,5%
1,2
0,8%
0,8
0,5%
145,4
100%
Ieper Ruiselede
Dendermonde
119,5
58,6%
80,2
39,3%
1,0
0,5%
3,1
1,5%
203,8
100%
Mons
135,9
33,7%
236,3
58,6%
29,3
7,3%
1,8
0,4%
403,2
100%
Tournai
55,7
27,7%
143,6
71,6%
0,0
0,0%
1,4
0,7%
200,7
100%
Jamioulx
208,4
62,6%
88,1
26,5%
35,2
10,6%
1,3
0,0%
124,9
100,0%
Marneffe
0,0%
0,4%
333,0
100%
0,0%
124,9
100%
Lantin
395,6
42,3%
491,7
52,6%
43,2
4,6%
3,9
0,4%
934,4
100%
Verviers
88,7
33,7%
174,0
66,1%
0,0
0,0%
0,4
0,1%
263,0
100%
Huy
30,7
40,7%
44,7
59,2%
0,0%
0,1
0,1%
75,5
100%
0,0%
200,6
100%
1,4%
514,4
100%
0,0%
124,5
100%
Paifve Hasselt Nieuw Arlon St Hubert
0,1
0,0%
0,0
0,0%
200,5
100,0%
168,3
32,7%
337,6
65,6%
1,4
0,3%
41,3
33,2%
83,2
66,8%
1,4
0,6%
217,2
98,9%
Namur
108,1
56,0%
67,8
35,1%
Dinant
29,4
57,9%
21,4
Andenne
8,7
2,3%
3637,9
34,5%
Totaal
Inrichtingen voor jongeren
0,0% 1,0
0,5%
219,6
100%
8,4%
0,9
0,5%
193,0
100%
42,1%
0,0%
0,0
0,1%
50,9
100%
370,9
97,6%
0,0%
0,3
0,1%
379,9
100%
5713,7
54,2%
10,4%
88,4
0,8%
10535,7
100%
16,3
1095,7
Veroordeelden
GDB
%
GFC Tongeren
3,4
CFF St Hubert (jongeren sinds
4,5
30/04/2010)
7,2
0,0%
Beklaagden
GFC Everberg
162
Geïnterneerden
Geïnterneerden
GDB
%
25,2%
6,4
13,8%
1,2
3,7%
0,0%
GDB
Andere
2,7
3,8
0,6
1,7
0,1
0,4
9,4
Totaal
%
GDB
%
GDB
%
0,0%
0,0%
30,6
100,0%
30,6
100%
47,4%
0,0%
3,7
27,4%
13,5
100%
0,0%
27,0
82,6%
32,7
100%
Inrichtingen
Gewoon regime
Merksplas
657,1
Gemiddelde dagelijkse bevolking in 2010 per
Wortel-Tilburg
612,8
detentieregime
Antwerpen
645,2
De overgrote meerderheid van de gevangenisbevolking die fysiek aanwezig is in de gevangenis valt onder het gewone detentieregime. Dat wil zeggen dat zij voortdurend onder toezicht van de penitentiaire inrichtingen blijft, met uitzondering van de toekenning van verloven en uitgangsvergunningen. Gemiddeld 76 veroordeelden waren dagelijks geplaatst onder het regime van beperkte detentie of halve vrijheid (met toelating om op regelmatige wijze de penitentiaire inrichting te verlaten voor een bepaalde duur van maximum 12 uur per dag). Het aantal gedetineerden dat fysiek afwezig is in de inrichting, maar geplaatst is onder het regime van elektronisch toezicht, bedroeg gemiddeld ongeveer 933 op dagbasis. De afgebeelde tabel toont eveneens hun dagelijks gemiddelde aantal naargelang de inrichting van waaruit zij onder elektronisch toezicht geplaatst zijn en die instaat voor het administratief beheer van hun detentie.
Halve vrijheid (veroordeelden)
0,2
Mechelen
115,5
Turnhout
174,1
Hoogstraten
165,3
St. Gillis / St. Gilles
610,0
0,2
Leuven Centr.
342,7
0,7
Forest / Vorst
611,0
Beperkte detentie
Halve vrijheid (geïnterneerden)
Totaal
Elektronisch toezicht
0,0
0,8
657,9
13,8
612,8
19,6
11,6
8,4
665,5
71,2
115,5
20,9
174,1
12,5
0,0 0,1
165,4
19,9
6,7
616,8
10,0
1,6
345,0
9,7
0,0
611,0
81,5
188,5
24,4
227,4
27,1
Leuven Hulp
185,4
0,4
2,2
Nivelles
226,6
0,2
0,6
0,6
Berkendael
75,9
75,9
11,8
Ittre
416,6
416,6
28,6
Brugge
740,9
Ieper
100,2
2,2
14,8
0,9
758,8
50,0
5,0
0,0
105,2
27,0
56,3
3,6
1,2
376,4
58,7
145,4
14,8
Ruiselede
53,8
0,0
2,5
Gent
368,9
0,5
5,9
Oudenaarde
139,4
0,2
5,8
Dendermonde
198,6
0,0
4,5
203,8
64,3
Mons
402,7
0,6
403,2
37,8
Tournai
200,4
0,2
200,7
14,0
Jamioulx
331,6
1,4
333,0
45,4
0,7
Marneffe
124,9
0,0
124,9
24,9
Lantin
933,8
0,6
934,4
54,4
Verviers
262,2
0,9
263,0
24,8
Huy
74,4
1,0
75,5
12,7
Paifve
200,6
Hasselt Nieuw
509,9
Arlon
123,5
St. Hubert
219,6
Namur
191,9
Dinant
50,5
Andenne Totaal
200,6 0,0
4,2
0,3
1,1 0,3
4,7
74,7
124,5
11,3
219,6
21,5
0,8
193,0
20,7
0,4
50,9
9,0
379,9 10445,6
514,4
72,5
13,0
379,9
11,8
10535,7
932,6
163
Opsluitingen per prioritaire wettelijke toestand
Inrichtingen
Beklaagden
Veroordeelden
Geïnterneerden
2209
853
69
Merksplas
De dagelijkse bevolking in penitentiaire inrichtingen wordt bepaald door de in- en uitstroom van personen. De aanvankelijke instroommodaliteit in een penitentiaire inrichting is de opsluiting. Dit kan het gevolg zijn van de tenuitvoerlegging van een aanhoudingsbevel (beklaagden), een vrijheidsstraf (veroordeelden), een bevel tot internering (geïnterneerden) of andere titels zoals de voorlopige aanhouding van voorwaardelijk in vrijheid gestelde veroordeelden of veroordeelden begeleid in het kader van de probatie. De volgende tabel geeft de verdeling weer van deze aanvankelijke opsluitingen naargelang de inrichting waarin de detenties een aanvang namen. Bepaalde gevangenissen zijn niet vermeld, niet omdat er in 2010 geen nieuwe gedetineerden verbleven, maar omdat de instroom er onder andere vormen gebeurde, waarbij het hoofdzakelijk de overbrenging vanuit een andere inrichting betreft. Het merendeel van de opsluitingen gebeurt na de afgifte van een aanhoudingsbevel (beklaagden). Iets minder dan een derde had betrekking op definitief veroordeelden. Sommige beklaagden in opsluiting blijven opgesloten tot hun veroordeling of internering en daarna, zonder dat dit als een nieuwe opsluiting wordt beschouwd. Bijgevolg maakt de opsluiting van veroordeelden slechts een deel uit van de instroom in de categorieën definitief veroordeelden of geïnterneerden.
Antwerpen
Totaal
31
3162
2 260
117
3
3
383
Turnhout
366
114
1
11
492
St. Gillis / St. Gilles
88
12
2
102
Forest / Vorst
2466
853
49
26
3394
Leuven Hulp
257
142
37
17
453
Nivelles
279
80
359
Berkendael
173
88
7
Brugge
696
333
24
Ieper
236
169
Gent
627
349
26
85
268
4
1079
17
28
433
15
1076
Oudenaarde
117
73
3
2
195
Dendermonde
431
272
8
23
734
Mons
394
264
17
5
680
Tournai
211
130
2
343
Jamioulx
624
298
17
8
947
Lantin
1097
415
13
9
1534
Verviers
270
113
Huy
94
55
647
335
Paifve Hasselt Nieuw
383 2
151
31
23
1036
11
1
545
1
219
378
235
18190
1
Arlon
158
61
Namur
425
108
Dinant
154
64
Totaal
12279
5298
Beklaagden
GFC Everberg
Zuigelingen
2
Mechelen
Inrichtingen voor jongeren
164
Andere
1 1
219
Veroordeelden
Geïnterneerden
Andere
Totaal
347
347
GFC Tongeren
3
86
89
CFF St Hubert (jongeren sinds 30/04/2010)
1
182
183
22
Inrichtingen
Voorlopige
Vreemdelingen
hechtenis
(excl. voorl. invr.)
Strafeinde
Merksplas
22
15
26
Wortel-Tilburg
13
10
33 3
Antwerpen
1401
12
Mechelen
161
2
Turnhout
248
2
3
Hoogstraten
2
Geïnterneerden
Voorlopige
Voorlopige
invrijheidstelling
invrijheidstelling
(algemeen)
(bijzondere)
15
134
15
5
331
17
202
6
2
283
7
575
7
6
2087
4
51
1
2
221
4
76
1
350
99
76
16
13
St. Gillis / St. Gilles
470
5
20
Leuven Centraal
45
7
16
Forest / Vorst
1323
1
8
49
Leuven Hulp
189
6
8
47
Nivelles
172
12
Berkendael
153
1
3
32
Ittre
Voorwaardelijke invrijheidstelling
2
9
Totaal
26
26
19
429
51
2
998
5
62
11
7
153
232
2
7
1622
5
220
79
7
44
4
2
34
6
19
1
11
3
69
21
249
8
4
848
1
242
Brugge
473
11
63
Ieper
169
2
10
1
59
3
5
6
Ruiselede
19
Andere
554 2
241 205
390
6
8
79
10
225
3
74
1
6
1
3
30
3
118
Dendermonde
227
4
125
3
372
Mons
328
19
172
16
Jamioulx
365
Marneffe
1
1
4
825
Verviers
202
30
6
76
Huy
68
3
Paifve 507
Arlon
8
9
145
1
61
2
2
517
4
139
3
1
543
27
359
12
6
1317
7
89
3
5
336
1
30
259
24 6
35
20
206
16
7
821
121
6
5
25
6
3
166
18
207
1
4
52
1
400
25
1
155
70
14521
1
76 3
Dinant
127
1
1
1
1
25
8583
97
590
Inrichtingen voor jongeren
10
Voorlopige hechtenis
471
7
9
6
322
4127
261
Voorlopige invrijheidstelling (algemeen)
Andere
GFC Everberg GFC Tongeren
2
CFF St Hubert (jongeren sinds 30/04/2010)
3
1 4
1
102 1
34
330
13
723
43
Namur
Totaal
2
8
19
Hasselt Nieuw
Andenne
26
10
Lantin
St. Hubert
13
6
14
Oudenaarde
Tournai
Invrijheidstellingen in 2010 per reden van afschrijving (exclusief elektronisch toezicht)
67
Gent
13
Zuigelingen
1
303
49
Minderjarigen
Totaal
351
351
58
61
169
176
21
In 2010 konden 14 521 gedetineerden rechtstreeks de gevangenis verlaten ingevolge een beslissing tot invrijheidstelling. Bovenop dit aantal komen de 2 553 invrijheidstellingen van gedetineerden die hun straf uitzaten onder het regime van elektronisch toezicht op het moment dat een einde kwam aan hun detentie en de 588 vrijgelaten gedetineerden uit de gesloten federale centra, wat het totaal invrijheidstellingen op 17 662 brengt. Wat de gedetineerden betreft die niet onder elektronisch toezicht geplaatst waren, heeft het merendeel van de invrijheidstellingen betrekking op beklaagden die opnieuw in vrijheid zijn gesteld vóór het definitieve vonnis. Van de andere reden van ‘afschrijving’ van gedetineerden uit de gevangenisregisters (invrijheidstellingen) is de ‘(algemene) voorlopige invrijheidstelling’ vanuit kwantitatief oogpunt de belangrijkste. Het betreft de voornaamste vorm van vervroegde invrijheidstelling van veroordeelden die een totale gevangenisstraf van maximaal drie jaar uitzitten. De vervroegde invrijheidstelling van veroordeelden met een totale gevangenisstraf van meer dan drie jaar neemt de vorm aan van de voorwaardelijke invrijheidstelling (voor Belgen en vreemdelingen met verblijfsrecht in België) of die van een ‘voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering’ (opgenomen in de tabel onder de bijzondere voorlopige invrijheidstelling). Meer dan de helft van het aantal voorwaardelijke invrijheidstellingen wordt ten uitvoer gelegd nadat de gedetineerde een deel van zijn straf onder het regime van elektronisch toezicht heeft uitgezeten.
165
De categorie ‘vreemdelingen (exclusief voorlopige invrijheidstellingen)’ heeft betrekking op vreemdelingen die administratief gedetineerd zijn in een penitentiaire inrichting na hun detentie als beklaagde of als veroordeelde aan het einde van de straf (uitzonderlijk als geïnterneerde) en die na hun invrijheidstelling ter beschikking gesteld zijn van de Dienst Vreemdelingenzaken. Deze buitenlandse gedetineerden die in vrijheid gesteld zijn na het einde van hun straf, zijn niet opgenomen in de categorie ‘strafeinde’. Hetzelfde geldt voor de gedetineerden die in vrijheid gesteld zijn aan het einde van de tenuitvoerlegging van de hoofdstraffen, op wie een subsidiaire gevangenisstraf ingevolge de niet-betaling van een boete ook van toepassing was en die vrijgelaten zijn na betaling van een deel van de verschuldigde bedragen. Dat is een ander geval van ‘bijzondere voorlopige invrijheidstelling’.
Invrijheidstellingen van de veroordeelden onder elektronisch toezicht (2010) Inrichtingen
Merksplas
Strafeinde
2
Wortel-Tilburg Antwerpen
1
Mechelen
2
Turnhout Hoogstraten
2
Voorlopige invrijheidstelling
Voorlopige invrijheidstelling
(algemeen)
(bijzondere)
18
11
12
19
4
217
Andere
Totaal
31 31 2
224
5
50
57
1
48
49
22
3
St. Gillis / St. Gilles
11
9
Leuven Centraal
12
Forest / Vorst
1
1
28 20 12
242
5
248
Leuven Hulp
1
4
62
1
68
Nivelles
1
18
46
3
68
5
35
1
3
40
Brugge
8
21
97
126
Ieper
1
6
70
77
185
201
Berkendael Ittre
Ruiselede
4
Gent
16
Oudenaarde Dendermonde
1
Mons
41 43
4
4
34
38
8
185
194
9
106
1
Tournai
1
1
37
1
40
Jamioulx
1
3
128
2
135
Marneffe
1
41
116
41
Lantin
7
15
140
Verviers
3
8
41
52
2
26
28
Huy
162
Hasselt Nieuw
1
29
205
235
Arlon
1
4
33
38
St. Hubert
9
21
8
38
6
66
72
18
19
Namur Dinant Andenne
Totaal
166
Voorwaardelijke invrijheidstelling
1 2
15
48
366
17
2121
2
16
2553
Zelfmoorden en andere overlijdens in penitentiaire inrichtingen in 2010 (ziekenhuizen inbegrepen) In 2010 overleden 46 gedetineerden in detentie, hetzij in de penitentiaire inrichting zelf, hetzij in een ziekenhuis waarnaar zij in voorkomend geval waren overgebracht. Van deze 46 sterfgevallen werden 19 geïdentificeerd als zelfdoding (waarvan 5 in de gevangenis van Lantin). Wegens het medisch beroepsgeheim is het niet mogelijk de andere doodsoorzaken te onderscheiden.
Inrichtingen
Zelfmoorden
Andere overlijdens
Totaal
Merksplas
3
3
Antwerpen
2
2
1
2
1
1
Turnhout
1
Hoogstraten St. Gillis / St. Gilles
2
1
3
Forest / Vorst
1
2
3
1
1
1
4
5
Nivelles Brugge Ieper
1
1
Gent
1
1
Mons
1
Tournai Jamioulx
1
2
1
1
3
3
Lantin
5
3
8
Verviers
1
1
2
2
2
Paifve Hasselt Nieuw
2
2
Arlon
1
1
St. Hubert Namur
1 1
Andenne
1
Totaal
19
1 1 1
27
46
167
Gedetineerden onder gewoon regime ontsnapt in 2010, ontsnappingen buiten de muren inbegrepen (bv. uit het ziekenhuis, uithaling, enz.) In 2010 ontsnapten slechts 10 gedetineerden uit een gesloten penitentiaire inrichting of uit een gesloten centrum voor jongeren. 48 andere gedetineerden zijn gevlucht uit open of halfopen inrichtingen. Deze cijfers omvatten ontsnappingen buiten de perimeter van de inrichtingen, bijvoorbeeld bij uithalingen (om te verschijnen in het gerechtsgebouw) of uit een ziekenhuiskamer. Dit betekent dat slechts 3 gedetineerden rechtstreeks ontsnapten uit een gesloten inrichting, van wie één persoon daarbij geweld (gijzeling) gebruikte.
Type
Aantal
Type
Omstandigheid van ontsnapping
ontsnappingen
Gesloten
Gesloten (jongeren)
(Half)open
168
Inrichtingen
Antwerpen
1
Ittre
Aantal ontsnappingen
Gesloten
celruimte (individuele cel of gemeenschappelijke slaapruimte)
0
1
atelier
0
Jamioulx
1
ontvluchting uit andere gesloten aanhorigheden (koeren)
1
Lantin
1
met gijzelneming (cellulair, atelier, bezoek, ...)
1
Merksplas
1
door persoonsverwisseling (bezoek, vrijstelling)
0
Paifve
1
extra-muros: tewerkstelling - (sport)activiteit
1
Everberg
1
ziekenhuis, uithaling voor consultatie, overbrenging naar ziekenhuis
2
GFC Tongeren
2
tijdens uithaling
4
St. Hubert (jongeren)
1
niet-geregistreerd
1
Subtotaal
10
Subtotaal
10
Hoogstraten
5
celruimte (individuele cel of gemeenschappelijke slaapruimte)
29
Ruiselede
5
atelier
7
(Half)open
Marneffe
5
polyvalente zaal - sport/fitness
1
St. Hubert
33
ontvluchting uit andere gesloten aanhorigheden (koeren)
4
Subtotaal
48
extra-muros: tewerkstelling - (sport)activiteit
3
Totaal
58
tijdens uithaling
0
niet-geregistreerd
4
Subtotaal
48
Totaal
58
Door de directeurs uitgebrachte adviezen inzake strafuitvoeringsmodaliteiten in 2010 Inrichtingen
Detentiebeheer Volgende tabellen geven enkele cijfers weer inzake de toepassing van de wet betreffende de externe rechtspositie van 17 mei 2006, artikelen 4 tot 20 – strafuitvoeringsmodaliteiten onder de bevoegdheid van de minister. Deze tabel bevat de gemotiveerde adviezen uitgebracht door de directeurs naar aanleiding van de door veroordeelden ingediende aanvragen inzake: Uitgaansvergunning (UV) art. 4 § 2: een uitgaansvergunning (max. 16u) die op elk moment van de detentieperiode aan de veroordeelde kan worden toegekend om sociale, morele, juridische, familiale, opleidings- of professionele belangen te behartigen die zijn aanwezigheid buiten de gevangenis vereisen of om een medisch onderzoek of een medische behandeling buiten de gevangenis te ondergaan. De directeurs hebben 743 adviezen voor dit type uitgaansvergunning uitgebracht. De gunstige adviezen maken 73,4 % van de voor deze modaliteit uitgebrachte adviezen uit. Uitgaansvergunning (UV) art. 4 § 3: een uitgaansvergunning (max. 16u, eventueel met een bepaalde periodiciteit) die kan worden toegekend tijdens de twee jaar die de datum voorafgaan waarop voorwaardelijke invrijheidstelling kan worden toegelaten, om de sociale re-integratie voor te bereiden. De directeurs hebben 4 220 adviezen voor dit type uitgaansvergunning uitgebracht. De gunstige adviezen maken 77,7 % van de voor deze modaliteit uitgebrachte adviezen uit.
UV (art4§2)
UV (art4§3)
PV
POS
NEG
POS
95
94
POS
NEG
Andenne
12
6
Antwerpen
5
1
4
2
Arlon
6
2
24
19
186
SO NEG
Totaal positief
Totaal negatief Totaal algemeen
POS
NEG
160
1
1
2
1
0
0
11
4
15
23
18
0
0
53
39
92
293
262
555
Berkendael
4
1
10
0
10
5
0
0
24
6
30
Brugge
78
39
494
82
92
190
1
6
665
317
982
Dendermonde
18
4
65
18
29
33
1
1
113
56
169
Dinant
6
0
40
0
22
4
0
0
68
4
72
Forest / Vorst
5
1
22
1
28
34
0
1
55
37
92
Gent
9
6
54
6
29
27
1
0
93
39
132
Hasselt
11
6
166
95
56
117
1
4
234
242
476
Hoogstraten
26
6
168
16
71
102
0
0
265
124
389
Huy
1
3
46
21
10
21
0
0
57
45
102
Ieper
4
1
24
0
12
4
0
0
40
5
45
Ittre
12
11
148
86
92
235
0
3
252
335
587
Jamioulx
9
2
32
4
25
19
0
0
66
25
91
Lantin
23
13
241
169
97
199
2
0
363
381
744
Leuven Centraal
69
13
227
22
72
76
0
0
368
111
479
Leuven Hulp
3
0
51
1
26
20
0
0
80
21
101
Marneffe
29
2
83
14
70
30
0
0
182
46
228
Mechelen
5
0
35
4
18
10
1
0
59
14
73
Merksplas
18
8
162
29
59
83
0
1
239
121
360
Mons
31
7
103
51
69
83
1
0
204
141
345
Namur
2
5
39
12
28
24
0
0
69
41
110
Nivelles
16
6
91
28
74
39
1
1
182
74
256
Oudenaarde
35
9
116
6
30
29
1
0
182
44
226
Ruiselede
27
1
62
1
32
10
0
0
121
12
133
St. Gillis / St. Gilles
2
3
24
5
32
78
0
1
58
87
145
St. Hubert
26
3
102
19
113
113
0
2
241
137
378
GFC Tongeren
0
0
8
1
3
4
0
0
11
5
16
Tournai
10
6
87
52
44
82
0
0
141
140
281
Turnhout
1
3
12
3
9
18
0
0
22
24
46
Verviers
6
2
80
5
64
70
0
0
150
77
227
Wortel-Tilburg
36
8
273
73
124
143
0
5
433
229
662
Niet toegewezen Totaal
0
0
1
0
1
0
0
0
2
0
2
545
198
3280
940
1560
2081
11
26
5396
3245
8641
169
Penitentiair verlof (PV) art. 6 en 7: verlof (3x36u per trimester) dat kan worden toegekend in het jaar dat de datum van de voorwaardelijke invrijheidstelling voorafgaat.
Indien de adviezen worden gegroepeerd volgens de regio van de penitentiaire inrichting waarvan zij uitgaan, is de verdeling als volgt:
De directeurs hebben 3 641 adviezen voor penitentiaire verloven uitgebracht, de gunstige adviezen maken 42,8 % van de ter zake uitgebrachte adviezen uit.
inrichtingen van de regio Noord: 4 305 adviezen inrichtingen van de regio Zuid: 4 068 adviezen inrichtingen van de regio Brussel: 267 adviezen
Strafonderbreking (SO) art. 15: onderbreking van de strafuitvoering (max. 3 maanden, kan worden hernieuwd) die op elk moment van de detentieperiode kan worden toegekend om ernstige en uitzonderlijke redenen van familiale aard. De directeurs hebben 37 adviezen voor strafonderbrekingen uitgebracht. De gunstige adviezen maken 29,7 % van de voor deze modaliteit uitgebrachte adviezen uit. De gunstige adviezen maken 62,4 % van alle uitgebrachte adviezen uit, alle modaliteiten samen genomen.
Opmerking: Voor de strafinrichting van Wortel is een stijging van het aantal adviezen merkbaar (336 meer dan in 2009). Aan de basis hiervan liggen de 520 adviezen die sinds 1/02/2010 werden uitgebracht voor veroodeelden in de PI Tilburg en die geregistreerd werden in Wortel-Tilburg (verantwoordelijk voor het administratief beheer van hun dossiers).
In de tabel op de volgende pagina worden de beslissingen vermeld van de namens de minister handelende directie Detentiebeheer (DDB). Deze beslissingen worden genomen op grond van de door de directeurs ingediende adviezen voor strafuitvoeringsmodaliteiten zoals omschreven in de toelichting bij de vorige tabel. DDB niet bevoegd: het door de directeur ingediende advies is zonder gevolg gebleven omdat de veroordeelde, tijdens het door de DDB gevoerde onderzoek met het oog op een beslissing, niet meer voldeed aan de toelatingsvoorwaarden wegens een wijziging van zijn wettelijke situatie, zijn voorwaardelijke invrijheidstelling, enz. Bijkomende informatie: art. 10 § 2, indien op korte termijn beschikbare, bijkomende informatie noodzakelijk is, wordt deze aangevraagd en leidt zij automatisch tot een verlenging met 7 werkdagen, die wordt toegevoegd aan de oorspronkelijke beslissingstermijn van 14 werkdagen. Positieve beslissingen: worden genomen binnen een termijn van 14 werkdagen (eventueel verlengd met 7 dagen wegens een vraag om bijkomende informatie) die begint te lopen vanaf het tijdstip waarop de DDB het advies van de directie heeft ontvangen. Negatieve beslissingen: worden genomen zowel na positieve als negatieve adviezen. Hierbij moet worden onderstreept dat de wet bepaalt dat voor uitgaansvergunningen en verloven waarvoor de directeur een positief advies heeft uitgebracht, de minister wordt geacht de modaliteit aan de veroordeelde toe te kennen indien bij het verstrijken van de wettelijke termijn geen beslissing is genomen (art. 10 § 4). Dit is niet het geval indien het advies van de directeur negatief was.
170
Beslissingen genomen door de DDB inzake strafuitvoeringsmodaliteiten in 2010
Inrichtingen
Termijn overschreden: het gaat uitsluitend om de positieve adviezen die de directeurs hebben uitgebracht, waarvoor de DDB binnen de wettelijke termijn geen beslissing nam en waarvoor de minister dus wordt geacht de modaliteit toe te kennen (art. 10 § 4). Totaal beslissingen (zonder bijkomende informatie): In tegenstelling tot in 2009 komt het totaal aantal adviezen (8641) overeen met het totaal aantal beslissingen (8619).
DDB niet bevoegd
Bijkomende informatie
Positieve beslissingen
Andenne
5
84
146
Antwerpen
0
4
Negatieve beslissingen
Termijn overschreden
Totaal beslissingen (zonder bijkomende informatie)
Totaal algemeen
396
0
547
631
7
7
0
14
18
Arlon
0
8
27
64
0
91
99
Berkendael
1
5
17
16
0
34
39
Brugge
9
139
469
493
2
973
1112
Dendermonde
3
17
68
96
0
167
184
Dinant
0
13
37
29
0
66
79
Forest / Vorst
2
5
26
41
0
69
74
Gent
1
22
71
61
0
133
155
Hasselt
8
67
148
317
1
474
541
Hoogstraten
0
58
227
164
0
391
449
Huy
1
12
36
59
0
96
108
Ieper
1
10
20
17
0
38
48
Ittre
2
71
153
450
0
605
676
Jamioulx
0
6
33
33
0
66
72
Lantin
16
104
196
538
0
750
854
Leuven Centraal
4
56
227
238
0
469
525
Leuven Hulp
2
13
69
33
0
104
117
Marneffe
1
41
124
115
0
240
281
Mechelen
3
7
28
35
0
66
73
Merksplas
0
65
155
195
3
353
418
Mons
2
50
131
209
0
342
392
Namur
2
21
45
71
0
118
139
Nivelles
5
41
98
147
0
250
291
Oudenaarde
2
40
95
125
1
223
263
Ruiselede
0
21
106
30
1
137
158
St. Gillis / St. Gilles
0
20
33
104
0
137
157
St. Hubert
3
59
163
224
0
390
449
GFC Tongeren
0
6
7
11
0
18
24
Tournai
4
48
78
198
0
280
328
Turnhout
0
8
10
36
1
47
55
Verviers
2
38
109
119
0
230
268
Wortel-Tilburg
8
128
289
387
0
684
812
Niet toegewezen
1
5
4
12
0
17
22
Totaal
88
1292
3452
5070
9
8619
9911
171
In deze tabel worden voor elke maand van 2010 de gunstige adviezen en de beslissingen tot toekenning van de verschillende strafuitvoeringsmodaliteiten vermeld. Deze tabel geeft een idee van de variatie in het aantal adviezen en beslissingen dat elke maand wordt genomen en het percentage beslissingen tot toekenning te vergelijken met de positieve adviezen per type modaliteit.
voorwaardelijke invrijheidstelling en het aantal toekenningen dat daarmee overeenstemt (2 299, hetzij 70% van de positieve adviezen). Deze modaliteit bestrijkt een groot domein, te weten de voorbereiding op de sociale re-integratie, en kan worden verbonden aan een bepaalde periodiciteit. De combinatie van deze twee aspecten heeft ongetwijfeld een invloed op de frequente aanwending ervan.
Indien alle positieve adviezen voor alle modaliteiten in aanmerking worden genomen, kan worden opgemerkt dat in 64% van de gevallen een beslissing tot toekenning erop is gevolgd.
Gemiddeld genomen waren in 2010 449,6 gunstige adviezen per maand en 287,6 beslissingen tot toekenning per maand. Er zijn belangrijke afwijkingen merkbaar. Er is een minimum van 365 positieve adviezen in november en een maximum van 547 in juni. Voor de beslissingen tot toekenning is een minimum van 231 positieve beslissingen in mei en een maximum van 354 in juni merkbaar. Bij nader onderzoek van het gebruik van de verschillende modaliteiten wordt het kleine aantal positieve adviezen (11) inzake strafonderbreking en het kleine aantal toekenningen (1, hetzij 9% van de positieve adviezen) merkbaar. Deze modaliteit, die op elk ogenblik van de strafuitvoering kan worden toegekend, wordt nog altijd weinig aangewend. Twee factoren kunnen de zeer beperkte toekenning van deze modaliteit verklaren: de aangevoerde reden komt niet altijd overeen met de wettelijke bepaalde ernstige en uitzonderlijke reden en, in tegenstelling tot de andere modaliteiten, kunnen aan strafonderbreking geen bijzondere voorwaarden worden verbonden om tegemoet te komen aan contra-indicaties, waardoor de toekenning ervan nog beperkter wordt. Aan de andere kant is er het aanzienlijk aantal positieve adviezen (3 280) inzake uitgaansvergunningen met het oog op het voorbereiden van de sociale re-integratie. Uitgaansvergunningen kunnen worden toegekend vanaf twee jaar voor de toelaatbaarheidsdatum voor de
172
Door de DDB genomen beslissingen over de toekenning van strafuitvoeringsmodaliteiten n.a.v. door de directeurs uitgebrachte positieve adviezen
Maanden
Positieve adviezen directeurs UV (art4§2)
UV (art4§3)
januari
49
februari
35
Positieve beslissingen DDB
PV
SO
Totaal adviezen
UV (art4§2)
UV (art4§3)
PV
SO
234
112
0
272
116
0
Totaal beslissingen
395
27
167
53
0
247
423
22
181
55
0
258
maart
57
303
135
0
495
28
227
68
0
323
april
45
285
138
1
469
21
164
64
0
249
mei
40
234
95
0
369
21
166
44
0
231
juni
49
307
189
2
547
31
215
108
0
354
juli
38
282
135
1
456
26
195
81
0
302
augustus
53
328
158
2
541
32
219
92
0
343
september
42
262
119
2
425
23
191
64
0
278
oktober
53
246
90
2
391
35
186
58
1
280
november
36
211
118
0
365
25
169
67
0
261
december
47
316
155
1
519
27
219
80
0
326
Totaal
544
3280
1560
11
5395
% Toekenning
318
2299
834
1
3452
58,45%
70,09%
53,46%
9,09%
63,98%
Advies over de niet-naleving van de voorwaarden: twee soorten informatie worden onder deze benaming samengebracht. Enerzijds het advies van de directeur naar aanleiding van de niet-naleving door de veroordeelde van de algemene voorwaarde om geen nieuwe strafbare feiten meer te plegen en/of van de bijzondere voorwaarden opgelegd in verband met de modaliteit toegekend om tegemoet te komen aan de tegenaanwijzingen (art. 5, 2°, 7, 2°, 11 § 3) en anderzijds de beschrijving van het gedurende meer dan 3 dagen niet terugkeren na afloop van een toegekende modaliteit. In de loop van 2010 werden voor deze twee categorieën 418 adviezen uitgebracht. Voortzetting van de modaliteit: betekent dat na onderzoek van de niet-naleving van de voorwaarde de DDB van mening was dat de toegekende modaliteit kon blijven voortduren zonder dat een andere reactie nodig was. Aanpassing van de voorwaarden: betreft de aanpassing van de voorwaarden voor toegekende modaliteiten. Deze aanpassing gebeurt in geval van de niet-naleving van voorwaarden zowel in het kader van art. 11 § 4 als in het kader van art. 12 § 1, 1° en § 2, 1°. Schorsing: schorsing van maximaal 3 maanden, te rekenen vanaf de laatst toegekende modaliteit van dat type naar aanleiding van de niet-naleving van voorwaarden, art. 12 § 1, 1° en § 2, 1°. Herroeping: herroeping naar aanleiding van de niet-naleving van de voorwaarden die opgelegd zijn in verband met een modaliteit art. 12 § 1, 4° en § 2, 4°. Van de 418 adviezen in verband met de niet-naleving van voorwaarden zijn 253 beslissingen tot herroeping genomen, wat overeenkomt met 64,7% van het totaal aantal beslissingen dat werd genomen naar aanleiding van de niet-naleving van de modaliteit. Rekening houdend met het totaal aantal beslissingen tot toekenning van modaliteiten (3 452), heeft het aantal herroepingen (253) betrekking op 7,3% van deze beslissingen.
Reacties n.a.v. de niet-naleving van toegekende strafuitvoeringsmodaliteiten
Gevangenis
Andenne
Adviezen directeurs
Beslissingen DDB
Advies nietnaleving voorwaarden
Voortzetting modaliteit
Aanpassing voorwaarden
Nietaanpassing voorwaarden
Schorsing
Herroeping
Totaal beslissingen
26
1
1
0
6
18
26
Antwerpen
0
0
0
0
0
1
1
Arlon
4
0
0
0
0
3
3
Berkendael
1
0
0
0
0
1
1
Brugge
73
6
0
0
19
35
60
Dendermonde
5
0
0
0
0
5
5
Dinant
1
0
0
0
0
1
1
Forest / Vorst
0
0
0
1
0
1
2
Gent
8
0
0
0
1
8
9
Hasselt
8
0
0
0
0
6
6
Hoogstraten
22
0
0
0
4
14
18
Ieper
4
1
0
0
1
1
3
Ittre
19
2
1
0
2
14
19
Jamioulx
1
1
0
0
0
0
1
Lantin
41
7
3
0
4
30
44
Leuven Centraal
2
0
0
0
1
1
2
Leuven Hulp
4
0
0
0
0
5
5
Marneffe
16
2
1
0
2
7
12
Mechelen
1
0
0
0
0
1
1
Merksplas
22
2
0
1
2
15
20
Mons
15
2
1
0
4
7
14
Namur
9
3
0
0
1
3
7
Nivelles
12
0
2
0
2
10
14
Oudenaarde
7
0
0
0
0
5
5
Ruiselede
21
1
1
0
8
8
18
St. Hubert
46
15
4
0
10
19
48
Tournai
5
0
1
1
1
4
7
Turnhout
4
0
0
0
2
1
3
Verviers
11
2
0
0
0
9
11
Wortel-Tilburg
30
2
0
0
3
20
25
Totaal
418
47
15
3
73
253
391
173
Personeel
Graad
Deze tabel geeft een overzicht van de personeelssituatie op 2 december 2010 voor alle personeelscategorieën in de inrichtingen en in het Veiligheidskorps. De ‘effectieven’ zijn het aantal fysieke personen die tewerkgesteld zijn, terwijl de ‘voltijds equivalenten’ prestaties betreft. Net zoals in 2009 was de budgettaire marge voor nieuwe aanwervingen eerder beperkt.
In- en uitstroom
IN
OUT
0
2
Totaal Attachés
2
4
Totaal Administratief
52
43
Totaal Medisch
24
22
Totaal PSD
11
12
Totaal Bewaking/Techniek
251
281
0
0
340
364
6
7
Totaal Penitentiaire Inrichtingen Totaal Erediensten Totaal Veiligheidskorps
56
15
Totaal
402
386
174
Voorzien in personeelsplan 2010
Invullingsgraad
Totaal Directie
144
142,10
146,40
97,06%
Totaal Attachés
85
77,30
80,70
95,79%
Totaal Administratief
733
656,15
683,89
95,94%
Totaal Medisch
298
256,05
288,71
88,69%
Totaal PSD
387
335,12
346,36
96,75%
Totaal Bewaking/Techniek
7.637
6.824,47
6.889,80
99,05%
Totaal Buiten kader
3
2,45
0,00
9.287
8.293,64
8.435,86
98,31%
Totaal Erediensten
86
55,10
65,00
84,77%
Totaal Veiligheidskorps
400
383,90
430,00
89,28%
Totaal
9.773
8.732,64
8.930,86
97,78%
Totaal Penitentiaire Inrichtingen
Mutaties
Deze tabel geeft een overzicht van het aantal nieuwe medewerkers die in de loop van 2010 werden aangeworven en van het aantal medewerkers die het departement hebben verlaten. Het is duidelijk dat de vertrekken werden gecompenseerd en dat het aantal medewerkers bovendien is gestegen.
Totaal Buiten kader
Voltijds equivalent
personeelsplan
Personeelssituatie
Totaal Directie
Effectief
Deze tabel toont het aantal mutaties in 2010 volgens de procedure die in 2007 werd ingevoerd. Deze procedure houdt in dat iedere bewakingsassistent een mutatie kan aanvragen naar een gevangenis op vijf nauwkeurig vastgestelde data. Na een evaluatie van de geplande mutaties, stelt de directie P&O van het DG EPI vast in welke gevangenissen betrekkingen vrijkomen of vacant zijn. Vervolgens dient zij een aanvraag tot werving in voor die inrichtingen waar het personeelskader moet worden aangevuld. Deze wervingen vinden eveneens jaarlijks plaats op vijf welbepaalde data. Dankzij deze procedure slaagt de directie P&O erin de werving beter af te stemmen op de behoeften van elke inrichting.
Cycli
Aanvragen
Mutaties
Cyclus 1
368
90
Cyclus 2
297
46
Cyclus 3
299
55
Cyclus 4
293
64
Cyclus 5 Totaal 2010
333
95
1.590
350
Personeel per inrichting in 2010
26,66
7,15
564,35
105,15
5,20
2,50
1,50
RUISELEDE
ST GILLIS / ST GILLES
TONGEREN GFC
TURNHOUT
WORTEL
WORTEL - TILBURG
3,80
2,00
1,00
7,00
2,00
1,00
5,00
1,00
3,00
3,00
4,00
1,80
1,50
1,00
1,80
3,80
1,00
2,00
3,00
1,00
0,00
1,00
25,25
22,65
10,55
8,75
16,85
11,80
8,85
24,30
15,00
7,55
32,55
5,35
11,80
13,65
7,70
2,25
1,00
1,00
2,70
7,65
38,25
0,00
11,95
0,80
7,55
67,25
17,45
9,95
17,00
6,90
3,75
13,80
5,50
3,75
25,20
5,75
3,20
15,55
2,00
4,25
4,85
3,90
336,00
113,55
65,60
198,05
106,40
84,90
401,90
119,80
39,95
324,15
51,95
102,10
105,25
7,95
2,70
2,40
1,00
2,60
0,50
3,40
3,00
1,20
245,40
389,30
136,00
239,30
134,85
103,70
503,45
144,75
128,55
20,20
3,80
1,00 61,30
4,80
8,00
4,00
4,00
3,00
4,00
3,00
3,00
1,00
4,00
1,00
3,00
1,00
3,00
1,00
3,00
10,45
23,65
22,90
46,40
13,40
25,45
17,95
17,15
13,00
14,95
6,30
35,20
2,00 18,20
VERVIERS
6,00
TOURNAI
2,00
ST HUBERT CFF
4,00
2,00
134,10
ST HUBERT
PAIFVE
401,50
NIVELLES
1,00 6,80
53,70
NAMUR
2,00 24,80
81,90
MONS
Totaal Attachés
77,80
MARNEFFE
1,00
137,55
LANTIN
5,00
675,61
JAMIOULX
324,60
Totaal Administratief
3,00
1,00
2,00
4,00
3,00
1,00
3,75
18,35
20,50
Totaal Medisch
6,60
3,00
5,55
8,70
16,25
10,45
6,95
3,35
26,50
3,30
1,95
3,35
Totaal PSD
16,46
3,95
1,95
15,45
2,50
15,70
12,75
24,10
8,75
11,55
8,10
8,05
10,30
8,20
0,50
6,45
6,90
Totaal Bewaking / Techniek
308,65
102,85
38,65
351,00
64,65
321,55
219,50
641,95
92,41
236,25
146,05
169,85
177,95
138,76
73,85
147,20
161,55
1,80
1,00
5,20
0,20
0,50
2,10
4,80
0,50
1,50
1,90
2,10
1,30
0,40
0,50
0,50
365,31
119,60
431,05
79,80
375,95
271,75
745,50
121,06
292,20
184,95
207,50
233,05
171,61
179,45
197,80
Totaal Erediensten Totaal Buiten kader Totaal
4,35
194,80
ITTRE
Totaal Directie
1,00
1,00
1,45
ANDENNE
Totaal
2,00
5,00
HUY
Totaal Buiten kader
4,00
1,00
FOREST / VORST
Totaal Erediensten
11,30 264,00
4,00
DINANT
Totaal Bewaking / Techniek
ARLON
Totaal PSD
OUDENAARDE
2,95
MERKSPLAS
15,80
28,25
3,00
MECHELEN
39,80
14,05
LEUVEN HULP
22,05
LEUVEN CENTRAAL
Totaal Administratief Totaal Medisch
IEPER
1,00
HOOGSTRATEN
4,00
5,60
HASSELT
7,00
2,00
GENT
6,00
Totaal Attachés
EVERBERG GFC
DENDERMONDE
Totaal Directie
ANTWERPEN
BRUGGE
Onderstaande tabel geeft een globaal overzicht van het personeel (voltijds equivalent) per penitentiaire inrichting en per functie.
1,00 48,90
79,10
175
Inrichting
Budget 2010 (€)
Totaal gerealiseerd 2010 (€)
Overschot (€)
Andenne
162.370
158.746,63
3.623,55
% Gerealiseerd 97,77%
Antwerpen
179.500
182.746,90
-3.246,90
101,81%
Arlon
52.400
50.032,32
2.367,68
95,48%
Berkendael
42.900
39.281,70
3.618,30
91,57%
Brugge
291.000
291.632,45
-632,45
100,22%
CFPP Marneffe
29.600
28.174,80
1.425,20
95,19%
Dendermonde
74.600
73.382,98
1.217,02
98,37% 105,04%
Dinant
25.800
27.100,85
-1.300,85
Forest
220.800
215.158,80
5.641,20
97,45%
Garage
9.900
9.048,75
851,25
91,40%
Gent
148.900
148.848,91
51,09
99,97%
Hasselt
149.400
142.342,78
7.057,22
95,28%
Hoogstraten
98.900
104.601,27
-5.701,27
105,76%
Huy
38.800
37.648,05
1.151,95
97,03%
Ieper
54.100
51.528,21
2.571,79
95,25%
Ittre
140.200
139.296,80
903,20
99,36%
Jamioulx
128.000
121.910,10
6.089,90
95,24%
Lantin
305.200
303.569,22
1.630,78
99,47%
Leuven Centraal
135.900
132.361,94
3.538,06
97,40%
Leuven Hulp
73.700
70.584,50
3.115,50
95,77%
Marneffe
93.030
85.936,42
7.093,40
92,38%
Mechelen
52.400
53.112,31
-712,31
101,36%
Merksplas
266.800
261.749,54
5.050,46
98,11%
Mons
150.300
150.259,70
40,30
99,97%
Namur
83.900
83.899,82
0,18
100,00%
Nivelles
99.400
98.528,09
871,91
99,12%
OCPP Brugge
9.000
6.421,26
2.578,74
71,35%
OCPP Merksplas
4.500
3.710,76
789,24
82,46%
Oudenaarde
69.400
67.665,24
1.734,76
97,50%
Paifve
105.200
105.209,82
-9,82
100,01%
Ruiselede
40.700
40.616,69
83,31
99,80%
Saint-Hubert
119.300
116.321,85
2.978,15
97,50%
1.500
586,81
913,19
39,12%
225.000
224.418,14
581,86
99,74%
Saint-Hubert CFF Sint-Gillis Tongeren GFC
5.000
4.881,80
118,20
97,64%
Tournai
82.000
75.945,37
6.054,63
92,62%
Turnhout
77.400
77.378,38
21,62
99,97%
Verviers
98.900
99.148,55
-248,55
100,25%
Wortel
176 176 Totaal
88.800
80.170,25
8.629,75
90,28%
4.034.500
3.963.958,76
70.541,24
98,25%
Gratificaties In 2010 kregen alle gevangenissen, de centrale garage en de opleidingscentra een enveloppe toegewezen voor het betalen van huishoudelijke werken uitgevoerd door de gedetineerden. Slechts 2,8% van het voorziene budget bleef onbenut. Hiermee werden de enveloppes dus beter beheerd dan in 2009. Enkele inrichtingen overschreden hun budget. Deze kosten vallen ten laste van de CDRGA. Het management van het DG EPI zal er ieder jaar op blijven aandringen dat de enveloppes zorgvuldig opgevolgd worden.
Budget 2010
Begroting 2010
Budgettaire post
in €
in %
383.930.000
76,65
Opleiding personeel
1.456.250
0,29
Kledij penitentiair personeel
2.240.500
0,45
Inzet gedetineerden bij huishoudelijke taken
4.021.000
0,80
Voeding en onderhoud gedetineerden
16.355.000
3,27
Bevordering contacten tussen gedetineerde ouders en hun kinderen (*)
0
0,00
Herstelgerichte detentie (*)
0
0,00
Personeel (PI, jongerencentra, Veiligheidskorps)
De volgende tabel geeft een overzicht van de uitgaven van het DG EPI per budgettaire post in 2010. Aangezien deze tabel meer in detail treedt dan de tabel in het activiteitenverslag van 2009 wijken een aantal cijfers af tegenover vorig jaar. Uit de tabel blijkt dat de personeelskost 76,65% van de begrotingsmiddelen bedroeg. Voeding en onderhoud van gedetineerden kostten 3,27% en hun medische en psychologische omkadering namen 5,57% van het budget in. (*) Omwille van budgettaire besparingen werden deze uitgaven in 2010 ten laste gelegd van het Steunfonds voor gedetineerden van elke penitentiaire inrichting.
Energie (elektriciteit, stookolie, gas)
9.928.800
1,98
Waterverbruik
2.750.000
0,55
Huisvuilophaling Onderhoud en onderhoudscontracten gebouwen en installaties
Hieruit blijkt dat 98,10% van de kredieten voor bestellingen werden benut (budgettair vastgelegd) en dat 95,48% van de middelen werden aangewend voor de betaling van facturen.
0,19 0,98
Werkingskosten administratie Penitentaire Inrichtingen
4.038.350
0,81
Inhuring cellen Tilburg (11 maanden)
28.275.000
5,65
467.000
0,09
Medische en psychologische expertise en zorg
27.906.000
5,57
Informatica
4.629.000
0,92
Aankoop duurzame goederen, meubilair, toestellen
3.031.000
0,61
Bijkomende uitgaven i.v.m. inhuring cellen Tilburg (vervoer, medische kosten, transit Wortel, enz.)
De tabel op de volgende pagina geeft de graad van besteding (budgettaire vastlegging en vereffening van facturen) weer van de begrotingsmiddelen (zonder personeelskosten) die in 2010 ter beschikking werden gesteld van het DG EPI.
935.450 4.893.250
765.400
0,15
Werkingskosten jongerencentra
Andere uitgaven Penitentiaire Inrichtingen (milieu, prestaties van derden, enz.)
2.600.000
0,52
Werkingskosten Veiligheidskorps
1.863.500
0,37
786.500
0,16
500.872.000
100,00
Voertuigen Centrale Garage / Veiligheidskorps Totaal
177
Werkingskosten - niet duurzame bestedingen - contracten
51021201 [32]
Ordonnateur
Wettelijke basisallocatie
Oorspronkelijk
Oorspronkelijk
Vastgelegd bedrag op
vastleggingskrediet
vereffeningskrediet
vastleggingskrediet 2010
(100.1) 2010
(100.1) 2010
2605
28.361.000,00 €
28.361.000,00 €
Geordonnanceerd
Vastgelegd
Vereffend bedrag in %
bedrag op
bedrag in %
vereffeningskrediet 2010
2010
2010
28.361.000,00 €
27.910.718,87 €
100,00%
98,41%
Informatica - niet duurzame bestedingen - contracten
51021204 [35]
1901
1.757.000,00 €
1.758.000,00 €
1.714.452,86 €
1.457.732,04 €
97,58%
82,97%
Informatica - niet duurzame bestedingen - contracten
51021204 [35]
2606
485.000,00 €
485.000,00 €
485.000,00 €
485.000,00 €
100,00%
100,00%
Inhuring parkings
51021206 [37]
2605
60.000,00 €
60.000,00 €
44.000,00 €
42.546,93 €
73,33%
70,91%
Inhuring cellen Tilburg
51021234 [65]
2605
28.275.000,00 €
28.275.000,00 €
28.275.000,00 €
28.275.000,00 €
100,00%
100,00%
Duurzame bestedingen
51027401 [24]
2605
3.064.000,00 €
3.064.000,00 €
3.052.747,00 €
3.047.173,74 €
99,63%
99,45%
Informatica - duurzame bestedingen
51027404 [27]
1901
1.887.999,80 €
1.787.999,80 €
1.886.381,00 €
1.759.004,46 €
99,91%
93,17%
Informatica - duurzame bestedingen
51027404 [27]
2606
499.000,00 €
499.000,00 €
498.836,27 €
486.795,92 €
99,97%
97,55%
64.388.999,80 €
64.289.999,80 €
64.317.417,13 €
63.463.971,96 €
99,89%
98,56%
Vergoedingen gedetineerden huishoudelijke dienst
Bestaansmiddelenprogramma
51101110 [13]
2605
4.021.000,00 €
4.021.000,00 €
4.021.000,00 €
4.021.000,00 €
100,00%
100,00%
Aanmoedigingspremies studie gedetineerden
51101111 [14]
2605
160.000,00 €
160.000,00 €
160.000,00 €
137.530,00 €
100,00%
85,96%
Voeding en onderhoud gedetineerden
51111231 [46]
2605
16.557.000,00 €
16.557.000,00 €
16.557.000,00 €
15.735.508,90 €
100,00%
95,04%
Vergoeding gedetineerden ingevolge arbeidsongeval in detentie
51113403 [84]
2216
26.000,00 €
26.000,00 €
24.100,00 €
19.908,23 €
92,69%
76,57%
51113415 [96]
2216
Pro Memorie Onderhoud en voeding gedetineerden
Totaal Programma 0
Totaal Programma 1
1.000,00 €
1.000,00 €
-€
-€
0,00%
0,00%
20.765.000,00 €
20.765.000,00 €
20.762.100,00 €
19.913.947,13 €
99,99%
95,90%
Zorg: Werkingskosten - niet duurzame bestedingen - contracten
51311201 [02]
2501
12.668.400,00 €
12.668.400,00 €
12.668.400,00 €
12.712.521,01 €
100,00%
100,35%
Expertise: Werkingskosten - niet duurzame bestedingen - contracten
51311201 [02]
2801
2.458.600,00 €
2.458.600,00 €
2.051.811,00 €
2.051.811,00 €
83,45%
83,45%
Zorg: Duurzame bestedingen
51317401 [91]
2501
636.000,00 €
636.000,00 €
546.000,00 €
559.845,47 €
85,85%
88,03%
Expertise: Duurzame bestedingen
51317401 [91]
2801
105.000,00 €
105.000,00 €
90.000,00 €
72.767,31 €
85,71%
69,30%
Zorg: Kosten medische verzorging gedetineerden en geïnterneerden
51321231 [41]
2501
10.331.000,00 €
10.331.000,00 €
10.331.000,00 €
10.161.284,36 €
100,00%
98,36%
Zorg: Coördinatoren zorgcircuit
51321233 [43]
2501
375.000,00 €
375.000,00 €
-€
-€
0,00%
0,00%
Expertise: Subsidie steuncentra behandeling seksuele delinquenten, samenwerkingsakkoorden
51323307 [80]
2801
894.000,00 €
894.000,00 €
894.000,00 €
879.149,51 €
100,00%
98,34%
51323308 [81]
2801
438.000,00 €
438.000,00 €
-€
-€
0,00%
0,00%
Vlaanderen, Wallonië en Brussel Zorg: Subsidie opname in zorgcircuit Low Risk (Prog wet 27/12/2006 art8) Medische en psychologische expertise en zorg
27.906.000,00 €
27.906.000,00 €
26.581.211,00 €
26.437.378,66 €
95,25%
94,74%
Jongerencentra: Werkingskosten - niet duurzame bestedingen - contracten
51511201 [85]
2605
1.058.000,00 €
1.058.000,00 €
731.826,13 €
605.971,03 €
69,17%
57,28%
Jongerencentra: Duurzame bestedingen
51517401 [77]
2605
252.000,00 €
252.000,00 €
252.000,00 €
195.946,52 €
100,00%
77,76%
Jongerencentra: Voeding en onderhoud jongeren
51521231 [27]
2605
1.290.000,00 €
1.290.000,00 €
924.653,30 €
606.934,25 €
71,68%
47,05%
Jongerencentra
Totaal Programma 3
2.600.000,00 €
2.600.000,00 €
1.908.479,43 €
1.408.851,80 €
73,40%
54,19%
Veiligheidskorps: Werkingskosten - niet duurzame bestedingen - contracten
51611201 [78]
2701
1.710.000,00 €
1.677.000,00 €
1.582.784,87 €
1.198.282,24 €
92,56%
70,07%
Veiligheidskorps: Duurzame bestedingen
51627401 [79]
2701
922.000,00 €
922.000,00 €
896.722,40 €
522.301,75 €
97,26%
56,65%
Veiligheidskorps: Voeding gedetineerden nationale transfers
51631231 [29]
2701
18.000,00 €
18.000,00 €
18.000,00 €
18.000,00 €
100,00%
100,00%
Totaal Programma 6
2.650.000,00 €
2.617.000,00 €
2.497.507,27 €
1.738.583,99 €
94,25%
65,61%
Algemeen totaal
118.309.999,80 €
118.177.999,80 €
116.066.714,83 €
112.962.733,54 €
98,10%
95,48%
Veiligheidskorps, Centrale Garage en Mobiele Equipe ET
178
Totaal Programma 5
Hebben meegewerkt aan dit activiteitenverslag: Eric Leytens, Annelies Boffé, Inge Nagels, Laurent Sempot, Olivier Michiels, Nathalie Faes, Christine Melebeck en Samuel Deltenre
Een extra dankwoord gaat uit naar: >> >> >> >> >>
de vertaaldienst van de FOD Justitie het Belgisch Staatsblad de drukkerij van het PSC Hoogstraten Luc D’Hollander (fotografie) alle inrichtingen en diensten voor hun bijdrage
April 2011 www.just.fgov.be
179
Verantwoordelijke uitgever: Hans Meurisse FOD JUSTITIE DG EPI - Penitentiaire Inrichtingen Waterloolaan 76 1000 Brussel