Directie Voedings- en Veterinaire Aangelegenheden
LNV Consumentenplatform Deskresearch Natuurlijkheid, waarde voor beleid 11 juni 2004
1
Deskresearch Beelden van natuurlijkheid 1. Inleiding
3
1.1 Het begrip “natuurlijk(heid)” 1.2 “Natuurlijk”is positief
3 3
2. Natuurlijkheid en landbouw
4
2.1 Natuurlijkheid en biologische landbouw 2.2 Natuurlijkheid en techniek in de landbouw 2.3 Natuurlijkheid en innovaties in de landbouw
4 4 5
3. Natuurlijkheid en voedsel
6
3.1 Natuurlijk is gezond 3.3 Natuurlijkheid en Slow Food 3.3 Natuurlijkheid en bewerkt voedsel
6 6 6
4. Natuurlijkheid en natuur
7
4.1 Natuurlijke waarden van de natuur 4.2 Natuur en de mens
7 7
5. Bronnen
8
2
1. Inleiding Inzicht in de definitie van natuurlijkheid, in de waarde van natuurlijkheid voor voedsel, natuur en landbouw, en in de visies op natuurlijkheid die een rol kunnen spelen bij de standpuntbepaling van organisaties, is nauwelijks boven tafel te krijgen. Hoewel natuurlijkheid onder de oppervlakte wellicht een rol speelt, in rapporten, studies, pamfletten en meningsuitingen wordt (on)natuurlijkheid zelden expliciet als argument aangedragen. In dit overzicht staan daarom verschillende beelden van natuurlijkheid in relatie tot de thema’s voedsel, natuur en landbouw. Dit overzicht is noch uitputtend noch bedoeld als evenwichtig betoog over de relatie van het begrip natuurlijkheid tot de thema’s. ‘Beelden van natuurlijkheid’ is een verzameling van ideeën, visies en standpunten van verschillende partijen in de samenleving, bedoeld ter inspiratie voor het LNV Consumentenplatform. 1.1 Het begrip ‘natuurlijk(heid)’ Eén van de meest gebruikte definities van ‘natuurlijk’ is: hetgeen niet door de mens is gemaakt (15). Volgens deze definitie is natuur ongerepte natuur waar de mens buiten staat (14). De mate van natuur neemt af als de invloed van mensen toeneemt (9). Volgens deze definitie zou er in Nederland geen natuur meer zijn. De betekenis van natuurlijkheid is echtheid of ongedwongenheid volgens de Van Dale. Van natuurlijk worden verschillende betekenissen gegeven: op de natuur betrekking hebbend; door de natuur voortgebracht of gevormd; in overeenstemming met de natuur; wat men bij de geboorte meekrijgt; overeenkomstig met de regelmatige gang van de natuur. Natuurlijkheid wordt vaak tegenover ‘techniek’, ‘cultuur’ en ‘aangeleerd’ gezet. Techniek wordt vaak gebruikt om de natuur te verbeteren (15). De Van Dale definieert techniek als toepassing van de mogelijkheden die de natuur biedt tot verwezenlijking van door de mens beoogde doelen. De betekenis van technologie luidt: ‘de leer van bewerkingen en mechanische hulpmiddelen die natuurproducten moeten ondergaan om ze ten dienste van de industrie te laten functioneren. Er is ook een relatie tussen natuur en natuurlijk enerzijds en cultuur anderzijds (15). Cultuur is de manier waarop een bepaalde groep mensen tegen de wereld aankijkt. In ruime zin omvat cultuur iedere omvorming van de natuur door de mens (culture as opposed to nature) inclusief het eigen gedrag. In enge zin omvat cultuur het geheel van door de mens geuite en beleefde waarden, kunsten, wetenschappen, religies en levensbeschouwingen (16). Cultuur en natuur staan niet lijnrecht tegenover elkaar. Cultuur maakt deel uit van de natuur van de mens. Hetzij van zijn biologische eenheid, hetzij van zijn aard. Ook de dichotomie natuur en aangeleerd vertoont enige overlap. Om iets te kunnen leren moet men van nature capaciteiten bezitten. Het zou te simpel zijn om te zeggen dat het gedrag van mensen is aangeleerd en dus een cultuurproduct is, terwijl het gedrag van dieren is aangeboren en daarmee een natuurproduct (15). 1.2 “Natuurlijk” is positief Het woord natuur kan ook worden gebruikt om de ‘aard’ van iets aan te geven, de eigenschappen en functies (15). Het begrip verwijst dan naar het natuurlijke gedrag van mensen, dieren en planten. Aan het begrip natuurlijk(heid) is een duidelijk waardecomponent verbonden. Dit blijkt ondermeer uit het gebruik van het woord ‘natuurlijk’. In de spreektaal heeft ‘natuurlijk’ vooral een positieve connotatie van gewoon, normaal, juist, passend, terecht, terwijl de uitdrukking ‘onnatuurlijk’ meestal het tegenovergestelde in negatieve zin bedoelt: uitzonderlijk, abnormaal, verkeerd, afwijkend (15). Ook bij de beoordeling van voedsel speelt natuurlijk een belangrijke rol. Biologisch voedsel is ‘natuurlijker’. Het wordt als echter, beter en gezonder beschouwd dan bewerkt voedsel (21).
3
2. Natuurlijkheid en landbouw Tot honderd jaar geleden werd het merendeel van ons voedsel op natuurlijke wijze geproduceerd (6). Men verbouwde het voedsel zelf of kocht het van de boer. Er bestonden nog geen chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest en intensieve veehouderijsystemen. Dit veranderde toen nieuwe technieken werden ontdekt waarmee op dezelfde hoeveelheid grond meer geproduceerd kon worden. Vanaf de jaren zestig werden de nadelen van deze technieken voor dier en milieu zichtbaar. Het welzijn van dieren, hun geestelijke gezondheid, hangt samen met hun leefomgeving en de mogelijkheid zich aan te kunnen passen aan hun omgeving. In een onnatuurlijke omgeving, zoals bijvoorbeeld een (te) kleine stal, kunnen dieren zich niet aanpassen en vertonen zij symptomen van stress en vreemd gedrag. Het idee dat dieren er niet alleen zijn voor het nut van mensen en dat ook zij een eigenwaarde hebben en een goed bestaan verdienen, gaat uit van de zogenaamde natuurlijke leefomgeving van dieren (6). De milieubelasting van intensieve landbouw, zoals door het gebruik van bestrijdingsmiddelen, kunstmest en emissies, versnelden de ontwikkeling van wetten en regels en van meer natuurlijke productiemethoden (6). Biologische landbouw en de slow food-beweging onderscheiden zich van de gangbare landbouw en voedselproducten, onder andere in hun mate van natuurlijkheid (14, 27). 2.1 Natuurlijkheid en biologische landbouw Onder biologische landbouw valt zowel biologisch-dynamische als ecologische landbouw (17). De biologisch-dynamische landbouw ontstond in de tijd dat de eerste experimenten met kunstmest plaatsvonden. Volgens de Oostenrijkse filosoof Rudolf Steiner ontwikkelde de landbouw zich in de verkeerde richting. Kunstmest zou de natuurlijke samenhang verstoren. De aarde en alles wat erop leeft staat volgens hem onder invloed van krachten uit de kosmos, de planeten, sterren, zon en maan. Wanneer in de landbouw rekening wordt gehouden met deze krachten, vergroot volgens Steiner de vruchtbaarheid van de aarde (17). Ecologische landbouw ontstond in de jaren zestig, toen steeds meer mensen bezorgd raakten over de schadelijke gevolgen van het gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. In de ecologische landbouw worden deze niet gebruikt. Biologische landbouw probeert de natuur als zelfstandig element in de landbouw te integreren. Ze streeft naar een duurzame relatie tussen mens en natuur en probeert de belangen van beide evenwichtig te behartigen (12, 14). Beide vormen van biologische landbouw zetten zich af tegen de toenemende industrialisatie en zetten de natuurlijke kringloop centraal (16). De overheid streeft ernaar dat in 2010 10% van de Nederlandse landbouw biologisch is (9). 2.2 Natuurlijkheid en techniek in de landbouw De positie van de Nederlandse landbouw staat door drie maatschappelijke ontwikkelingen voor uitdagingen: consumenten worden kritischer, de concurrentie vanuit het buitenland neemt toe en economische en technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op (8). Consumenten verwachten dat ondernemers in de agro-foodsector milieu- en diervriendelijker produceren. Tegelijkertijd zorgt de intensieve veehouderij ervoor dat dieren hun natuurlijke gedrag niet kunnen vertonen (7). Om de toenemende concurrentie het hoofd te bieden moeten bedrijven innoveren. Hierbij hoeft niet alleen gedacht te worden aan nieuwe technologische ontwikkelingen, maar ook aan een beslissing van een intensieve veehouder om (een deel van) zijn landbouw te extensiveren. Volgens Groot Koerkamp en Bos is het van belang dat er vooral in de landbouw technieken worden ontwikkeld, die gebruik maken van natuurlijke processen (5). Het bijzondere van landbouwtechniek is dat het direct in contact staat met levende organismen. Het probleem met nieuwe innovaties en technologieën is vaak dat ze een enkelzijdig doel nastreven 4
zoals ziektebestrijding of het vergroten van efficiëntie, waarbij de natuurlijkheid en de natuurlijke balans uit het oog wordt verloren. Technologie en innovaties moeten niet alleen functioneel zijn, maar ook passen bij mens, plant, dier en omgeving, zeggen Groot Koerkamp en Bos (5). Zowel voor de mensen die ermee werken, als voor de planten en dieren die erbij betrokken zijn. 2.3 Natuurlijkheid en innovaties in de landbouw De maatschappelijke weerstand tegen agroproductieparken kan samenhangen met de relatie tussen natuurlijkheid en ‘passende’ techniek. In agroproductieparken worden de primaire productie, verwerking en distributie van agrarische producten en voedingsmiddelen op één plek samengebracht (19). Dit clusteren van verschillende schakels uit de keten kan economische, ecologische en ethische voordelen opleveren. De economische winst valt vooral te behalen doordat er minder transport plaats vindt (7). Als gevolg hiervan kan ook ecologische winst worden behaald doordat er minder schadelijke uitlaatgassen vrijkomen. De parken maken het mogelijk om emissies te beheersen en kringlopen te sluiten. In een gesloten kringloop wordt bijvoorbeeld de warmte van varkens gebruikt om urine of mest te drogen. Er valt tevens winst voor dierenwelzijn te behalen. De dieren hoeven niet meer in vrachtwagens vervoerd te worden. Ondanks de voordelen voor milieu en dierenwelzijn is het publieke imago van deze parken niet zo best, aldus Van Poppel van de Brabantse Milieufederatie (26). De parken worden geassocieerd met grootschalige bio-industrie. De puur economische en industriële kijk op voedselproductie, zoals in de plannen rond agroproductieparken, stuit op maatschappelijke weerstand. Het gevoel dat deze vorm van landbouw niet natuurlijk is, zal daarbij een rol spelen. Vooral varkensflats ontmoeten veel maatschappelijke weerstand. Volgens de samenleving horen koeien, varkens en schapen blijkbaar in de wei en horen weilanden en akkers bij Nederland. Hans Baaij van Varkens in Nood (13) staat ‘niet negatief’ tegenover varkensflats, zolang de varkens hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen (‘bewegen, wroeten en slapen’) (13). “Slechter dan de bioindustrie kan het niet worden”, aldus Baaij. Ook voor Varkens in Nood spelen de economische aspecten een rol. Om concurrerend te blijven is intensieve veehouderij noodzakelijk. Agroproductieparken maken het mogelijk deze vorm van veehouderij in Nederland te blijven bedrijven. Het alternatief, intensieve varkenshouderij in bijvoorbeeld Polen, heeft volgens Varkens in Nood een veel slechter effect op dierenwelzijn. Overigens wees het LNV Consumentenplatform in 2003 op de beperkte onderzoekscapaciteit en budgetten die beschikbaar zijn voor de technologische ontwikkelingen voor biologische landbouwsystemen (3).
5
3. Natuurlijkheid en voedsel Door de enorme differentiatie in voedsel en voedselproductie raken mensen vervreemd van hun voedsel. Er worden steeds weer nieuwe toepassingen bedacht en de schakels tussen producenten en consumenten groeien in aantal en in complexiteit. Mensen hebben geen idee meer wat er in de pakjes en blikjes zit die zij in de supermarkt kopen (22). 3.1 Natuurlijk is gezond Met de boodschap dat het natuurlijke goed en gezond is, verleidt ons de STER-reclame (25). Bij de aanschaf van voedsel speelt de positieve werking voor de eigen gezondheid een rol. Het begrip natuurlijk wijst op puur, echt en gezond, begrippen die het in de voedselmarketing goed doen. Voor allerlei voedselproducten maken producenten gebruik van slogans die verwijzen naar ‘puur natuur’. Dit is toegestaan, zolang producenten geen gezondheidsbevorderende kenmerken claimen die niet adequaat bewezen zijn (23). Uit een recent literatuuronderzoek in opdracht van de Soil Association, een leidende biologische landbouworganisatie, blijkt dat biologische producten gezonder zijn (21). Volgens dit onderzoek zijn er duidelijk aantoonbare verschillen tussen voedsel dat biologisch en niet-biologisch is verbouwd. Deze verschillen betreffen zowel de veiligheid van het voedsel als de aanwezigheid van primaire en secundaire voedingsstoffen en de gezondheidseffecten. Verder bevatten biologische producten volgens de Soil Association minder nitraat, meer Vitamine C en hogere mineraalgehalten (21). Een studie van het Expertise Centrum van het ministerie van LNV wijst daarentegen uit dat geen enkel onderzoek onomstotelijk heeft bewezen dat biologisch voedsel gezonder is voor mensen (20, 29) 3.2 Natuurlijkheid en Slow food Als reactie op het toenemende hoeveelheid gemaksvoedsel en fast food is de slow food-beweging ontstaan. Deze beweging zet zich af tegen de industrialisatie van voedselproductie en is voorstander van natuurlijkheid. Slow food keert zich tegen de vervlakking en verarming van ons voedselpakket (2). De herkomst van producten staat centraal en producten uit de eigen regio worden gestimuleerd. Regionaal voedsel heeft het imago van gezond, veilig en betrouwbaar (25). Slow food staat voor (18): • Smaak: het behoud en de ontwikkeling van diversiteit aan smaken, biodiversiteit, authentieke productiewijze en kleinschalige productie. • Cultuur: bewaren van tradities en eetcultuur in de vorm van seizoensproducten en – gerechten en de sociale functie van eten. • Kennis: van ingrediënten, kwaliteit en bereidingswijzen als basis om te kunnen genieten, smaakontwikkeling en smaakeducatie. De slow food filosofie draait niet alleen om ‘trager’ eten of bedachtzamer koken en eten. Ook moeten de producten de tijd krijgen om op een normale, natuurlijke wijze tot volle wasdom te komen. De toenemende belangstelling voor regionale en natuurlijke producten blijkt volgens de Algemeen Verbond van Volkstuinverenigingen Nederland ook uit de toename van het aantal moestuinen in ons land waar men voor eigen gebruik gewassen verbouwt (11). 3.3 Natuurlijkheid en bewerkt voedsel Veel bewerkte voedselproducten claimen onterecht ‘natuurlijk’ te zijn (4). De natuurlijkheidsclaim stimuleert blijkbaar de verkoop van voedselproducten. Consumenten associëren natuurlijk met gezond en zijn bereid fors te betalen voor gezonde gemaksvoedselproducten (24, 28). Veel functional foods maken ook aanspraak op gezondheidsbevordering, maar dan vanuit de ‘innovatieve’ invalshoek Niet natuurlijk, maar juist ‘in de fabriek’ verrijkt met gezondheidsingrediënten, zoals calcium, vitamine C en vezels. Functional foods hebben in de ogen van consumenten een enigszins onnatuurlijk imago. 6
Dat laatste geldt ook voor genetisch gemodificeerde ingrediënten, ‘genetisch betoverd’, volgens een artikel in het Algemeen Dagblad (23). Genetische modificatie wordt gezien als ingrijpen in de natuur en om die reden door bepaalde partijen pertinent afgewezen. Aan de andere kant ziet de biotechlobby genetisch modificatie als het toepassen van technologieën in natuurlijke processen: veredeling in de 21e eeuw. 4. Natuurlijkheid en natuur Wat is er natuurlijker dan de natuur? Hoe natuurlijk is de Nederlandse natuur? De natuur in Nederland en het landschap zijn in kwaliteit achteruit gegaan als gevolg van de verstedelijking, toename van de mobiliteit en intensivering en schaalvergroting in de landbouw (9). Volgens het ministerie van LNV moet niet alleen de overheid inzetten op behoud en versterking van natuur en milieu, maar dient de samenleving deze verantwoordelijkheid te delen (9). De laatste jaren is duidelijk te zien dat de betrokkenheid van de samenleving bij natuurbeheer is vergroot, onder andere door de stijgende ledenaantallen van natuur- en milieuorganisaties (9). 4.1 Natuurlijke waarden van de natuur Natuur wordt vaak economische, ecologische en esthetische waarde toegekend. Natuurlijke hulpbronnen als water, lucht, delfstoffen en ook planten en dieren hebben economische waarde voor mensen. Natuur heeft in het traditioneel economisch denken slechts economische waarde na be- en verwerking door mensen. Tegenwoordig heeft natuur ook een ecologische waarde: het behoud van het ecosysteem, voor zover dat van belang is voor de mens (15). Naast relatief meetbare economische en ecologische waarden wordt natuur vaak esthetische waarde toegekend. Door de toenemende urbanisatie neemt ook de recreatieve waarde van natuur toe (9). 4.2 Natuur en de mens Door een stijgende welvaart in combinatie met een hoger opleidingsniveau en een kortere werkweek neemt de behoefte aan natuur voor recreatieve doelen en voor het ervaren van rust en stilte toe (1, 20). De natuur is voor mensen dé plek om tot rust te komen. Volgens velen heeft de natuur een positieve werking op ons geestelijke en lichamelijke welzijn. Natuur prikkelt de fantasie van kinderen: “Zes struiken zijn voor een kind soms al een jungle”, zegt Peter Groenewegen van het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (Nivel) (3). Ook al geven veel mensen aan dat de natuur voor hen de plek is om tot rust en tot zichzelf te komen, is er weinig wetenschappelijk bewijs dat natuur de gezondheid werkelijk baat. Een groene woonomgeving gaat gepaard met een positief effect op de gezondheid (1). Natuur heeft zo’n rustgevende werking op mensen omdat de natuur tot simpele prikkels leidt, die moeiteloos worden overgenomen door mensen. In de natuur schakelt de mens moeiteloos over op ontspanning. Ziekenhuispatiënten die uitkijken op groen en bomen genezen sneller dan patiënten die op een stenen muur uitkijken. De heilzame werking van de natuur kan worden verklaard door de aangeboren verbondenheid tussen natuur en mens (biofilia genoemd). Groenewegen (20) stelt dat de natuur aan onze gezondheid bijdraagt doordat we in de natuur meer bewegen, in de natuur sociale contacten verstevigen en verblijven in de natuur bijdraagt aan het verwerken van verdriet. Veel allochtonen vinden de natuur in Nederland vooral ordelijk en kunstmatig in vergelijking met de natuur uit hun land van herkomst (10). De natuur in Nederland wordt wel gewaardeerd om haar veiligheid en ordelijkheid, maar velen missen de ongereptheid van hun ‘eigen’ natuur, hun oorspronkelijk natuurlijke omgeving. De oudere generatie allochtonen refereert aan een andere natuur dan die waarin hun kinderen in Nederland opgroeien (10).
7
5. Bronnen (1) Berg, A.E. van den, Berg, M. van den (2001). Van buiten word je beter. Een essay over de relatie tussen natuur en gezondheid, bij Alterra jaarboek 2001. (2) Dagevos, J.C. Sociaal-culturele dimensies van het voedingssysteem. Voedsel in de optiek van een consumptiesocioloog. Wageningen UR, LEI. (3) Prijs van duurzame voedselproductie, verslag LNV Consumentenplatform, juni 2003 (www.minlnv.nl/consumentenplatform). (4) Food Standards Agency (2004). An investigation of the use of terms such as natural, fresh etc. in food labelling. (5) Groot Koerkamp, W.G. en Bos, B. (2003). Poeh en de wederkerige technologie. Wageningen UR. (6) Ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Visserij. Natuurlijk eten. Over biologische landbouw in Nederland. Brochure nr. 15. (7) Ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Visserij. () Toekomst in de agrofoodsector. Over de ontwikkelingen in de agrarische- en voedingsmiddelensector. Brochure 14. (8) Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (2000). Voedsel en Groen. Het Nederlands agro-foodcomplex in perspectief. (9) Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Nota natuur bos en landschap in de 21e eeuw (2000). Natuur voor mensen, mensen voor natuur. (10) Somers, N., Kroon van der, S., & Overbeek G. (2004). Hoe vreemd is natuur in Nederland. Natuurbeelden van allochtonen. (11) Telefonisch interview met Algemeen Verbond van Volkstuinverenigingen Nederland (AVVN), Francis Floor, Harry Staas, 13 mei 2004. (12) Telefonisch interview met Demeter, Merle Koomans, 12 mei 2004. (13) Telefonisch interview met Varkens in Nood, Hans Baaij, 26 mei 2004. (14) Verhoog, H., Matze, M., Lammerts van Bueren, E. & Baars, T. (2002). Hoe natuurlijk is biologische landbouw? Onderzoek naar de vraag of biologische landbouw natuurlijk is of zou moeten zijn. NWO Ethiek en Beleid. (15) Visser, M.B.H. & Verhoog, H. (1999). De aard van het beestje; de morele relevantie van natuurlijkheid. NWO Ethiek en Beleid. (16) www.culturelestudies.be. (17) www.platformbiologica.nl. (18) www.slowfood.nl. Artikelen (19) Agribusinessparken,. in: VMT, oktober 2003. (20) Al het goede van het groene, in: De Volkskrant, 8 mei 2004. (21) Biologische producten zijn gezonder, in: Dynamisch perspectief, nr.1, 2004. (22) Eerlijk eten uit het lab, in: Vrij Nederland, 17 januari 2004. (23) Genetisch betoverd eten, in: Algemeen Dagblad, 19 mei 2004. (24) Gezond, goedkoop, genot, gemak, in: Boerderij, nr. 23, maart 2004. (25) Lange, F. de. Leert de natuur ons mores? Het natuurbegrip in de ethiek. Nederlands Theologisch Tijdschrift, jaargang 46, nr. 1 (januari 1992), p. 34 – 50. (26) Paul van Poppel, Milieufederatie, in: Maatschappelijk Café krant ‘Is dit vooruitgang? Innovatie dwingt tot keuzes’, Schuttelaar & Partners, 2004. (27) Strien van, W., ‘Natuurlijkheid’ maakt biologische landbouw blijvend anders, in: Ethiek & Beleid, 02/2, p. 6-13. (28) Voedsel als medicijn: een markt van misleiding, in: Vrij Nederland, 17 januari 2004. (29) Voedselveiligheid van producten uit de biologische landbouw, Michiel van Wolfswinkel, Jenneke Leferink, René Bok en Tillie Aalders, Expertisecentrum LNV 2001.
8