D O N D E R DAG .(19-4-17)
Dinsdagavond was graaf Stirum hier en kwam Vader een aanbod doen: hij zou in de Presse een kamer tot Vaders beschikking zetten waar Vader alle Hollandsche kranten kon lezen en kon uitknippen wat merkwaardig was voor de Presse. Vader sloeg niet aan noch af, maar zei er eens over te zullen denken.'S middags wandelden Moeder en ik terwijl Vader de Etappen-inspektör opzocht evenals Ecker. Von Schikfus ontving Vader heel aardig en leidde Vader uit tot aan de deur. Hij was een vriend van Exc. von Unger. Gisteren ging ik voor het eerst naar school sinds de vacantie. Vader vernam vandaag van de president Ecker dat de gouveneurgeneraal gestorven is.
eerst twee aan twee hier voorbij. Toen wij aan tafel zaten te ontbijten zagen wij alle menschen de kant der gevangenis opkijken. Weldra waren wij aan de voordeur en een zonderling schouwspel, een convooi opgeëischten ging voorbij. Het waren er zeker een tweehonderd loopende op rijen van 4 en 5. De rijen waren afgezet met Duitschers te voet. De 16 te paard waren er ook bij en ook een twaalftal per fiets. Al de mannen waren aldus gekleed: een zwarte wolle broek, een zwart vest met op de rechter arm een nummer en een zwart soort van tricotten petje. Verder een bedelzak van linnen. Men ziet ?? tegenwoordig. De laatsten van het convooi waren smokkelaars naar ik vernam. Een verwilde vrouw riep er een iets toe. Zij gingen allen goedsmoeds. Een protestant die een moord gedaan heeft en 16 jaar moet zitten Richard genaamd, een knipper, zei aan Vader:" Ik wou dat ik ook opgeëischt werd alles is beter dan hier".
V R I J DAG (20-4-17)
Gisteren waren wij bij een kruideniersfamilie. De menschen zijn wel eens door Vader geholpen. Het was er erg aardig. Gisteren stond ook de leeraar van Fransch Paul Henen over Verhaeren sprekend, over België te redeneeren. La belgique n'existe que 85 ans. Il n'ij a pas de litterature belge,enz. enz. Ik had er gewldig veel schik in. Hij is een enige vent. M A A N DAG 23.
Gisteren preekte Vader prachtig over de beide Emausgangers. 'S middags waren wij van plan eerst naar Mijnh. Hertz te gaan, maar die was niet thuis en daarna na Juffr Blommaert wat wij ook deden. Aly, Saartje Lydia en Josje van Kesteren, die er ook waren, kwartetten en later domineerden wij. Gisterenavond kwam consul Kuyk. Hij bleef tot over tienen en wij zaten gansch in het duister. Zaterdag op de markt vond ik een schoolboekje dat 3 fr. nieuw kost. Ik kreeg het voor 0,30 fr. nergens anders was het meer te vinden. Vader bracht mij toen Zaterdag een deensch boek mee: København og omegn dat Vader van een Deen had gekregen die er ook zat. Vader kreeg ook een briefkaart waar "Østergaard Salling" op staat. Het is een groote boerenhof in romaanschen stijl met twee verdiepingen in granitsteen opgetrokken. Gisteren bond ik ook nog een boekje in. Mijnheer van Kesteren gaf weer catechisatie. D I N S DAG 24
APRIL
1917.
Vandaag en gisteren waren beide prachtige dagen. Vandaag op school werd mijn hoed ontvreemd tusschen 10 en 11. Hij is verdwenen. Ik word dikwijls geplaagd op school. De dircteur doet er niets tegen. De meester in Fransch is daarin alleraardigst. Gisteren gebeurde niets merkwaardigs. Vele vliegers overvliegen de stad. De boomen beginnen nu pas uit te loopen. Moeder nam kantles bij de meid van Mevr. Diehl. W O E N S DAG 25
APRIL
1917.
De hoed werd gevonden. Gisterenavond bracht mijnh. Malfliet een azalea, een heele groote. Vanochtend een zonderling schouwspel: een 16 gendarmen te paard reden
M A A N DAG 30
APRIL.
Lang heb ik gewacht ik zou bijna zeggen geaarzeld. Vannacht zijn er bommen geworpen. Telkens denkt men dat er vallen. Zondag was het een vertoning 5 vliegers vlogen om de maan die aan de zenith stond. Zij kruisten elkander. Eene liet twee signalen op die eerst een boog vormden en later door de wind gedreven zich in omgedraaide V's vervormden, en later nog twee wolkjes werden, voorloopers van de wolken die tegen de avond begonnen op te komen. Gisteren en vandaag weldoende warme dagen. Mijnheer de Boevé uit Brussel logeerde hier een nacht. Vandaag is men met de huiskamer bezig. Vader en Moeder zitten op de studeerkamer. Ik zit te schrijven onder een min of meer harmonisch klokkengelui van verscheidene torens. Het is altijd een aangenaam geluid. De botten(knoppen) zijn gezwollen en barsten eindelijk voor de warmte D I N S DAG 1 M E I 1917.
De bisschop werd ingezegend. V R I J DAG (4-5-17)
Vader en Moeder gingen vanmiddag naar Molsbergen. Gisterenavond gingen zij naar Diehl waar de consul was en een officier Wagner geheten. Vanavond gaan zij daar weer naar toe. Gisteren was er een boekverkooping. Ik kocht er een fransch-deensche dictionaire. Een Hieler?Stieler? werd er te koop aangeboden voor 8 fr. Hij werd niet verkocht! Had ik meer geld bij mij gehad dan had ik hem genomen. Eggen zit beneden op het oogenblik. Gisteren werd er op vliegers geschoten. D I N S DAG 8 M E I 1917.
Even een woordje. Zondag was het hier erg rustig. Ik ga een stamboek op groote schaal opzetten en was daar Zondag mede bezig voorbereidende maatregelen te treffen. Alles moet nagesnuffeld en opgezocht worden vooral geslachten waar wij van afstammen en beroemdheid hebben verworven in de geschiedenis. Egmond, Lijnden, Arkel, Brederode, Vlaanderen, Holland. Het gevolg van die onzinnige opdrijverijen was een
nacht van wat ben-je-me-nou, tot twee uur geen oog dicht - wel dicht maar toch niet geslapen. Vooral Eckelenburg kwam de heele tijd zich vermaagschappen met bovengenoemde geslachten. Het was een onzin. Van twee uur braken enz. Toen slapen en maandag tot zes uur in bed. Ik las Klaasje Zevenster van v.Lennep. het verhaal is nu niet zo heel erg geschikt. Hij wil de maatschappij heelemaal bekriticeren en gelukt in niets, Hij staat verder er steeds als een leermeester bij: Ieder karakter wordt uitgelegd, het doel van het boek betoond. De natuurbeschrijvingen met de vinger aangetoond. Na het eten-liever het vasten - ik zag de pannekoeken voor mijn neus verdwijnen hetgeen hard is nu wij maar 4 keer in de week achterna krijgen - maakte ik een wandeling. Ik zag Prof. en Mevr. Menschenradt en hun Lientje(hondje?). -Dag Onkel, toen ik wegging dag Mijnheer, de groeten thuis. Bij het justitie-paleis zag ik de zwarte wolken eener brand langzaam door de wind gedreven zich naar het westen verwijderen. Het was mooi die donkere beweeglijke massa zich te zien verwijderen, zich scherp aftekenende tegen de goud-orange damp. Ik haastte mij die richting uit en liep tusschen eene menigte die zich vermenigvuldigde en zich meer en meer spoedde naarmate wij naderden. Een vlieger - waarschijnlijk een duitsche - vloog - hoe hoog weet ik niet maar scheen een centimeter lang op armafstand - boven de plaats des onheils. Duitschers in auto's, gendarmes op de fiets en te paard haastten zich er na toe. Het was bij PortArthur. Het eerste wat ik zag was een roode gloed. Ik ging aan de overkant van de havenarm staan en zag het schouwspel; Een ontzaglijke bakoven een wolk van rook een rosse weerspiegeling in het water; daarnaast ging de zon onder in prachtige avondgloed. Dan kraakte een balk dan vielen enige balen van de berg af en scheen de vlam geel in dat ogenblik. het deed denken aan de brand van Sodom en Gomora. Vooral de eerste indruk, die van dat verre vuur met de donkerroode tint was prachtig. Het waren alle balen turfstrooisel die brandden. Ik kwam doodmoe thuis. Vannacht droomde ik dat ik naar Italië ging en mijn fiets vergeten had. Ik haalde hem en fietste de volgende dag van Rome naar Napels waar ik in een hotel logeerde met een prachtig uitzicht op de baai. Ik mocht leien dat het waar was. Ik had niet de minste moeite met passen alleen de angst dat men mij als spion zou grijpen. Vader gaat tegenwoordig naar de Presse en bracht een stapel kranten mede. XXsiècle, Echo-Belge, Telegraaf, De Tijd, Haagse Post(weekblad), Nieuwe Rotterdammer, en misschien andere. Het is erg leuk. Heel amusant. Moeder had vanmiddag Mijnh. en Mevr. Molsbergen en Mijnh. en Mevr. Minnaert uitgenoodigd. Ik sprak ze niet dan even bij het weggaan. Mijnh.Minnaert vertelde vanalles van OudGent. Nu meer heb ik niet te vertellen. D O N D E R DAG 15 M E I 1917.
Zie nu heb ik al een week niet geschreven. Ik ben tegenwoordig erg aan het lezen van boeken. Van de week gebeurde er niets. Een dag kwamen Mijnh.en Mevr. van Dilewijn. Mevrouw was weer gewoon. Zij werd de tweede Augustus 1916 door een stuk bom getroffen. Zondag preekte Vader buitengewoon goed. 'S middags was er een congres in het kleine seminarie voor rechtsgeleerdheid. Er waren 40 leden.
M A A N DAG 21
MEI
1917.
Nu is er weer bijna een week voorbij. Ik lees tegenwoordig nogal. Op een dag zijn hier 6 professoren geweest: Rector Hoffmann, Prof. Godee(Godse?) Molsbergen, Prof. Borms, Prof. Labberton, Prof. Versteege en Prof Volgraaf. Vader en Moeder gingen twee keer naar G.Molsbergen. Woensdagochtend kwamen Prof. en Mevr. hier. Prof. beloofde Vader(die wit als een doek was op dat oogenblik volgens Moeder) altijd aan vaders kant te zullen staan in de Vlaamsche zaak. Nu tutoyeren Moeder en Mevr. Molsbergen elkander en Vader en hij ook Moeder en Mevr. Diehl doen het ook en Vader en neef Eggen. Dat zijn de enigen. Gisteren was er vergadering Raad van Vlaanderen en te Brussel vergadering van het hoofdbestuur J.V.(Jong-Vlaanderen). Vader ging er niet heen. Ik ben bezig te lezen van den Vos Reynaerd door F. Buitenrust Hettema en J.W. Mulder?Muller?. Het is van Prof.Godee, die het Vader leende. Z AT E R DAG 25
MEI
1917.
Gisteren begon de heerlijke dag door een bezoek van een aardig viertal vliegers. Om 7 D.T. lag ik in mijn bed nog wat te denken voor op te staan, Eenige schoten daverden. Nu bleef ik doodkalm liggen. Toen het eenige minuten aanhield stond ik op en keek uit het raam, Ik zag slechts twee vliegers. Er zijn er evenwel 4 geweest. Waar de bommen gevallen zijn weet ik niet. Zij zijn altijd verre van de plaats waar vliegers zijn. Verleden jaar heb ik eens een schot vlak voor de machine zien ontploffen die buitelde doch zijn evenwicht hernam. Gisterenavond _10 moet er een bommenkelder zijn gesprongen. Ik hoorde de slag. Verder niets bijzonders. W O E N DAG (30-5-17)
Maandag wandelden wij naar Lovendegem. Het was erg leuk. Prachtig weer. Hindenburg en Ruprecht von Beieren zijn in de stad geweest. Er waren verscheidene vliegers boven de stad 's middags. Hoeveel weet ik niet. Men noemt ze altijd Engelsche hoewel men er niets over weet. Men schoot erg. Vanochtend was de hele familie Molsbergen hier, ik zag ze niet. Ik heb nu een boekje van zekere I.J.v.Beuningen & v.Hulsdingen: Het geslacht van Hulsdingen maar er staat bitter weinig in. V R I J DAG (1-6-17).
Een veelbelovende nacht gisteren. Iets meer dan een halve maan, een prachtige sterrenhemel, een bladstilte. De verwachting ging dan ook niet voor het feit onder. Om half twaalf Duitsche zomertijd kwam een escader vliegers. Een geboem en geboem van belang. Ik werd wakker. Moeder was al boven op zolder en Mina ook. Wij namen een groote brand waar. De hemel was roodgeverfd. Moeder en Mina hadden er de vlammen zien boven uitslaan. Nu toen het geboem en gebons aanhield gingen wij naar de kelder. De eerste keer tijdens de oorlog! Dat was de eerste stap naar erger worden. Schijnwerpers doorkruisten den hemel. Groote Jupiterren verschenen en verdwenen in de nacht. Ik zag geeneen vlieger. nu toen gingen wij weer allen in bed. Zoo langzamer-
hand hoorde ik weer geronk, het kwam nader en nader, en het natuurlijk gevolg was weer een boem, bang, boem, bang enz.enz. Hier vlakbij werd hevig geschoten. Men voelde ten zeerste de luchtdruk. Onderwijl bleef ik, wien het hart in de schoenen was gezonken als nooit te voren. Ik droomde wakende dat de vlieger nu wel boven het huis zou zijn, nu. De bom zweefde, naderde, en op het huis viel. Opeens zie ik een felle lichtstraal door de reten der gordijnen: het gegons van een auto in volle vaart: ik spring uit het bed. Ik zie slechts een bundel van lichtgelige stralen die in vliegende vaart een zwart voorwerp voortsleuren! Later als het gevaarte voorbij is zie ik dat het eene personenauto geweest is. Ik kijk naar buiten, het maanlicht tekent de platanen met hun ornamentaal blad tegen de donkerblauwe hemel, gebroken door kleine sterre-openingen.- Het is bladstil. Ik kijk eene wijle. Dan trek ik mijn hoofd naar binnen en hoor het geplets van water op de steenen. Ik bedenk dat het stukken schrapnel geweest zullen zijn. Ik broek kousen en vest aan en naar beneden. Er ligt niets. Onderwijl zijn Moeder en Vader op weg naar de kelder en willen niet dat ik buiten zoek. Ik ontglip even en dan valt vlak naast mij een stukje schrapnel. Het eenige souvenir. nu toen gingen wij naar boven en naar bed. De brand was schijnt al gebluscht het was _1. Vader is gisteren naar de taalgrens geweest met de gouveneur van Oost-Vlaanderen. Nu daar weer schieten?.- Net voor het eten. Ik ben vanmiddag gaan kijken. De grootste van de gasklokken is heelemaal plat. Verder is er niets te zien. De grootste houdt 30.000m3 in en eene andere die ook gebarsten is 12.000. M A A N DAG (4-6-17)
Vannacht weer bommenaanval: Eggermontstraat, PortArthur, Mele enz. Er zijn er nu weer boven. Vanochtend van twaalfen tot een uur. Het davert erg. Het is alles bommen ontploffing. Ieder loopt, gaat en doet precies of er niets gebeurt. Nu.... ik ben even gaan kijken er waren 6, vanochtend 4. V R I J DAG 15 J U N I 1917.
Weer zijn anderhalve week verloopen. Vanochtend was er een bommenaanval. Dinsdag een reede van Prof. Godée-Molsbergen over kolonisatie - vage algemeenheden -. Verder een verukkend nieuws dat Vorsterman van Oyens wapenboek is aangekocht door de bibliotheek en ik mij daar nu in zal kunnen verheugen. Verder niets.
Gisteren kwam er een goede brief uit den Haag. Het is nu ruim een jaar dat Onko en Bets verloofd zijn. V R I J DAG 29 J U N I
Gisterenmiddag waren wij bij de Godée-Molsbergens. Eddy, de jongen droomt van chemie en mechanica. Willy, het meisje, zag er ietwat Javaansch uit met opgestoken haar. Het was een leuke middag. Vader maakt sedert een week werk van een pas naar Holland. verder niets. Z O N DAG 8 J U L I 1917.
Vader is al van sinds Woensdag weg. Verleden nacht was er weer een vlieger aanval van 1 uur Duitsche zomertijd tot 3 uur Dzt. De nacht daarvoor was ik ongesteld. Wij zijn woensdagmiddag naar Prof. Schönfeldt geweest met mijn knie, hij zei dat die goed is. het is een vreeselijke dag . De Goemansen gaan van de week naar Holland. Ik hoop innig dat wij een pas zullen krijgen. D O N D E R DAG 4 O C T O B E R 1917
De 17 Juli gingen wij weg van hier. Nu zijn wij weer in het oord der ballingschap teruggekeerd. Vader heeft het ontzettend moeilijk. Hij gaat waarschijnlijk weg naar Hoorbeke. Ds. Visch heeft een pas gekregen voor 580 mark. Het is een afzetterij. Wij krijgen les van de ex-prof. Coursson? die een woedend franscillion is. De school is verhuisd naar de Vooruit op de St.Pieternieuwstraat. Wij zitten in mooie zalen met parketvloeren. Toen wij 's avonds hier in Gent aankwamen werden wij met bommen en kanonnenvuur begroet. Er waren geen trams meer. De weg over de grens naar Holland ging in een goederenwagen. Eerst logeerden wij in Sluis tot 1 Augustus. Ik fietste heel Zeeuwsvlaanderen af op Hoofdplaat na. Ik ontmoette daar brigadier Goegelman en nicht van der Werken. Zij waren tijdens de oorlog uit Engelsch-Indië gebannen, ook was daar Frouwkje Oosterhuis, ook een nichtje. Na een tijd in Sluis geweest te zijn vertrokken wij naar den Haag. Ik was eerst van plan geweest dat eind te fietsen maar vanwege het gietweer kwam er niets van. In den Haag zat ik veel op de Koninklijke Bibliotheek. D I N S DAG 16 O C T O B E R 1917.
Z AT E R DAG 16 J U N I 1917.
Sedert Maandag voor bijna twee weken krijgen wij een broodje met chocolade. Dat is bijzonder geschikt om tien uur. Z O N DAG 24 J U N I 1917.
Van de week niets. Mijnheer van Eiken kwam een avond thee-drinken. Ik kocht gisteren op de markt H.K.Poots gedichten in twee delen in perkament gebonden. Voorts zijn de composities voor de 17 Juli gedaan en zullen wij trachten naar Holland te gaan bij Bets.
De derde Dinsdag in October wordt de Universiteit geopend. Evenals verleden jaar weten wij niet of het school zal zijn. Wij hebben een uitnodigingskaart gekregen maar Vader en Moeder gaan er niet naar toe. Het is 100 jaar geleden dat de Hoogeschool gesticht is door Willem I der Nederlanden. Dat zal herdacht worden. Ik zit hier in eenzame grootheid. Zondag ging ik niet naar Hoorebeke. Het weer was niet goed en daarbij was ik verleden zondag door het wiel gezakt dat van hout was. Toen liep ik in een gietregen met twee taschjes op mijn rug met nooten naar Gent. Ik had gelukkig een cape aan maar die werd al zwaarder en zwaarder. Ik had echter wind achter. Ik zag ner-
Boven tekening en tekst d.d. 26-10-1917. Onder tekst 30-11-1917.
gens een Duitscher. Ook de posten om de stad zijn afgeschaft. Wij kunnen 200kg hout en 200 kg kolen krijgen van de hollandsche liefdadigheidsvereeniging respectifelijk aan 20 franc en 26 franc. Daar wij van het voorjaar al 2000 kg kolen los hebben kunnen krijgen laten wij de kolen aan iemand anders over maar zullen het hout nemen. V R I J DAG 26 O C T O B E R 1917
Gisteren was ik bij de Goemans. Dat zijn hartelijke en aardige menschen. Mevr. Sanders van Loo was ook uitgenodigd doch was 's ochtends komen afzeggen. Er staan in de stad allerlei verordeningen aangeplakt: alle café's en restaurants worden gesloten tot de 15 November omdat ca. zowat 520 van de 600 opgeëischten uit Gent die bij Kortrijk werkten waren ontvlucht. Zij hadden vrijwillig gewerkt tegen 428fr daags en kregen om de 14 dagen 2 dagen verlof. Nu hadden zij dat niet kunnen krijgen en waren er maar vandoor gegaan. Dan nog een verordening over gas. Nu mogen wij maar 32m3 meer verbranden tegen vroeger 44. Wij mogen twee pitten branden maar Mina zit toch boven bij mij voorloopig. Moeder en Vader zijn nog in Hoorebeke. Er zijn voor ons hier de 400 kg aardappelen aangekomen die Vader in Hoorebeke gekocht had. Mijnheer van Kesteren de hulpprediker kreeg meer dan wij ook 400kg. Charles Louis de Jonge kwam met een kar beladen met 1500kg ter stede, een kar die maar 1000kg kon dragen. Telkens bij een helling op moest hij er een tweede paard voor laten spannen. In Distelvenne merkte hij dat hij zijn pas niet had. hij liep terug en kwam pas laat in Gent. Om _12 kwam hij pas weer te Hoorebeke aan. Zondagavond toen ik terugreed van Hoorebeke kwam ik langs Distelvenne. Daar hebben de Duitschers een vliegterrein gemaakt. Ik zag er een reusachtige vliegmachine, heelemaal zwart en paars geverfd. Het was zeker wel 20 à 25 meter breed en had 3 schroefen. Z AT E R DAG (27
OKTOBER
1917).
De schroef a met 4 wieken evenals schroef c(a & c middenachter op elk der vleugels). De schroef b(op de neus) met 2 wieken doch breeder en grooter dan de anderen. Het middenstuk was groot en daar was een deurtje in. Het vlietuig scheen kapot. Er waren tenminste veele paarden voorgespannen en soldaten lichtten de staart op. Het vliegterrein is op een heuvel die meer of min gelijk was. Zij hebben hem laten afgraven, en de andere helft laten opvullen nu zijn zij bezig met het te volmaken met er kiezel te strooien. V R I J DAG 30 N O V E M B E R 1917.
Sinds is er veel gebeurd. Met Allerheiligen en Allerzielen, zijnde 1 en 2 November, hadden wij vrij . De 3de was een Zaterdag, de 100-jarige stichtingsdag der Hoogeschool. Ik vroeg aan mijnheer Beterams of ik ook de 3de weg mocht blijven in Hoorebeke en hij stemde toe. In Hoorebeke maakten wij verscheidene wandelingen: naar de Hooge weg achter Blasius-Boukel en naar de Schelde. Ook bezochten wij verscheidene menschen. Ik keerde Zondags terug naar Gent. Maandagsmiddags ging ik eten bij de Goemans en
deed dat de twee daaropvolgende Maandagen. Ook ging ik een dier Zondagen naar Hoorebeke. Vrijdag voor drie weken, zijnde 9 November, kwam ik niet naar school. De reden was dat ik 's nachts een erge indigestie gehad had, en ik erge hoofdpijn had en telkens naar een zekere plaats moest. 's Middags kwam Charles-Louis de Jonge uit Hoorebeke met Achille Blommaert met 65 kg wortels die zij in de tuin kuilden. Ik schreef gauw een briefje aan Vader en Moeder dat ik Zondag waarschijnlijk niet zou komen. Toen ik evenwel Zaterdag ochtend naar school ging was ik iets te laat. Nu is de klas waar wij latijn hebben aan de straat en ik was gewoon mijn medeleerlingen vanaf de straat te zien staan wachten op de directeur. Er was echter niemand te zien. Ik dacht zij zullen in een andere klas les hebben. Ik vond toen ik boven kwam de deur op slot en in onze klas waar wij gewoonlijk les hebben was het bord reeds van de muur geslagen en lag op de grond. Nu vond ik dat toch nog niet erg want ik dacht aan een tweede verhuizing der school. Geen leerling was te bekennen. Ik ging naar beneden op een tusschenverdieping en klopte daar aan: Er was niemand. Nu toen klopte ik aan een tweede deur waar licht scheen en daar was een man bezig cigaretten te ontpakken: Ik vroeg hem: hij zei dat de school opgeschorst was. Ik was in doodelijke angst en wist niet wat ik doen zoude. De school geschorst! Nu kwamen de kostleerlingen onder leiding van een surveillant en ik vroeg hem: "L'école est fermée jusque nouvel ordre". Nu ik dacht : Dat is een verhuizing. Ik ging naar huis doch had nog altijd last van mijn buik. Ik besloot dan ook niet naar Hoorebeke te gaan. Ik ging naar de bibliotheek. Mijnh. Beterams kwam daar om een uur of twaalf aanbellen en vroeg of ik thuis was en daar ik er niet was, vroeg hij of ik 's middags bij hem kon komen. Ik ging er met een zwaar hart heen, en het feit was zoo: de school was opgeschorst op aanvraag des ministerie te Brussel en als weerwraak van de opschorsing eener Duitsche school te Kiast(?)schou. Nu toen besloot ik naar Hoorebeke te gaan en liet Mina Mevr. Goemans zeggen hoe het geval in elkaar zat. Ik ging en kwam 's avonds te Hoorebeke aan. Vader en Moeder waren uit doch ik hoorde van de menschen dat zij waarschijnlijk naar Omer Gijs de mulder waren. Ik ging er naartoe en daar zaten Moeder en Vader. Zij schenen het echter niet erg te vinden. (Op Allerheiligen zijnde 1 November vond ik een uitnodiging in de bus om daar dien dag te komen avondeten. Er waren taarten en wittebrood en allerlei dingen meer. Verleden jaar was Edzard er ook bij en de Burgemeester van Boukel en St.Denis er met zijn zuster. 's Avonds ging alles gewoon. Groote wandelingen maakten wij niet. Wij maakten afscheidsbezoeken en werden overal uitgenoodigd. Mina kwam Zondagsmiddags. Wij gingen eens naar Oudenaarde over Volkegem en zagen een karavaan van vrachtwagens der Duitschers wegrijden. Vader had bij een boer, schepen te St.Cornelis Hoorebeke 35kg meel van 0,40fr., 25kg meel cadeau, 200kg aardappelen aan 0,15fr de kg op conditie dat hij evenwel voor zijn tantes te Gent mocht meerijden. Dat gebeurde; alles werd Vader in Oudenaarde toegestaan. De veertiende zou Ds. Visch terug komen. Wij aten nog in de pastorie en ik fietste weg naar Gent. Mina marcheerde en Vader en Moeder zouden bij Jan Blommaert overnachten. De volgende dag reden zij weg over Geraartsbergen en Ds.Visch was niet gekomen!
Voorbij Geeraartsbergen raakte Vaders band lek en nergens woonde "n'en velomakere" zoodat zij tot Gent liepen. Zij legden aan te Merelbeke bij de familie Bier die ze te logeeren vroegen. De volgende dag om een uur of tien verschenen zij hier. Dus vrijdagochtend. Vader preekte Zondag. 's Middags kwam Consul Kuyk, opschepper, en toen hij net wegging kwam Zuster Troost. Zij bleef 's avonds eten en was erg gezellig. Vader gaf haar een stapel brieven mede om naar Duitschland te verzenden en het was allergezelligst. Donderdag zouden Emil de Schepper en Zoi Lodens trouwen. De Ds. was er nog niet. Vader was gaan vragen aan het pasbureau en vernam dat hun pas tot de 28. verlengd was, daar een der kinderen bronchitis had. Dinsdag kwam Charles-Louis de Jonge in de stad en Vader en Moeder gingen met hem mede naar Hoorebeke. Vader nam er de dienst Zondag waar en zij kwamen Dinsdag weer thuis. Nu wordt er op alle manieren over gedacht wat met mij te doen er zijn 3 mogelijkheden: 1. Atheneum 2.St.Barbe 3.Jury central. St.Barbe sluit de 6de wegens kolen, het Atheneum de 24ste December tot Maart begin April. Er worden hier allerlei maatregelen getroffen door de Duitschers: Scholen gesloten, misschien om er soldaten in te kwartieren. De huizen geteekend, hoeveel officieren en hoeveel manschappen. Bureaux ingericht, telephonen gemaakt. Auto's rijden in dichte massa's door de straten. In St.Emandsberg is een kolenmassa zoo groot! Overal op het land zijn menschen ingekwartierd. Menschen schijnen zoo op straat te worden opgeëischt en naar het front te gestuurd te worden om loopgraven te delven! Ik denk aan een offensief?!??? W O E N S DAG 19 D E C E M B E R 1917.
Mijn vermoeden wordt meer en meer bevestigd. Gisteren zag ik in de stad een - ja hoe zal ik het noemen - ding ruim 2 meter hoog en 5 meter lang. Het voorstuk omtrent 2,5 meter lang en 2 meter hoog bevatte de motor. Het tweede 2,5m lang en ongeveer twee meter hoog. Dat achterstuk was weer in twee delen: met twee treden konden de twee bestuurders intreden. Het geheel rustte op 4 wielen waarvan de twee voorsten vol staal, de twee achtersten met spaken. De voorsten hadden een diameter van 75 cm terwijl de achtersten ruim 2 meter diameter hadden. Zij waren ruim 20 cm breed en waren beslagen met stalen blokken van tien cm lengte, 4 cm breedte en 4 cm hoogte. Zij waren schuin op het wiel geplaatst. Uit een vrachtauto werd een ton benzine gehaald die leeggepompt werd. Het was een ton van 250 liter. Er ging heel wat verloren. Het monster trok een kolossaal ijzeren voertuig waarop 6 of 8 zware massief-ijzeren V-vormige construkties lagen die, naar ik vermoed, moeten dienen om de weeromstuit van het kanon te breken. Daar achter was een lange houten wagen aangehaakt. De locomobiel waaraan dat alles bevestigd was had een kolossale haak met zware veeren. Ik denk dat hij feitelijk moest dienen om de zware kanonnen voort te slepen aan het front. Het heeft vannacht erg gevroren. Nog lang niet zoo erg als verleden jaar maar het zou ervan kunnen komen. In de Vlaamsche beweging is het een bende, Godée Molsbergen had Vader eeuwig trouw gezworen. Mevrouw had erbij gestaan met betraande oogen. Nu heeft hij Vader bedrogen. Het tutoyeren gaat door. Zij zijn hier al geweest en hebben
een verzoeningspartij gehad. Vader had toen wij naar Holland gingen alle stukken, die hij had, medegenomen. Hij had het plan ze uit te geven bij Nyhoff en had een verzameling der blauw-, rood-, wit- en andere boeken der verschillende regeeringen. Dat was prachtig geweest. Nu heeft G.Molsbergen bij zijn vriend Nijhoff gehoord, dat die dat zou uitgeven. "Ik werd zoo wit als een doek" zei hij aan Vader. Hij zocht Vader niet op in den Haag. Nu is hij al verscheidene malen bij Grootvader geweest. Daarstraks was hij hier. Hij zou misschien naar Holland gaan en dan Grootpa bezoeken. Maandag had Vader een onderhoud met de Nachrichten-officier Stähle. Vader zag hem bij de Commisaris Dirr, Vader gaf een brief naar den Haag mee. Deze zou met een man aan de Balistraat bezorgd worden. Maar ik raakte van mijn onderwerp af. Hij verhinderde de uitgave. Hij ging naar de Politische en vertelde alles. Nu had hij het zoo ver dat het archief dat Vader zou laten uitgeven onder zegel werd gedeponeerd. Vannacht vielen er bommen. D O N D E R DAG 27 D E C E M B E R 1917.
Het kerstfeest ligt weer achter de rug. Zondag 24 December was er een meeting van het Belgisch Verbond van de Vrede. Om 10 uur begon het en na de Kerk ging ik nog kijken. het geheel duurde tot na _2. Ik ging toen weg. 's Middags toen ik thuis kwam zag ik dat er op de hoeken van sommige straten schildwachten stonden. De Keiser was er geweest met Ludendorf, de Turkse troonopvolger en Six von Armin. Zij maakten een heele tourné langs het Westfront. Het Kerstfeest had 's middags plaats omdat de kaarsen zoo duur zijn. Vader had 25 kg koek los gekregen van de Duitschers voor de kinderen. Mevr. Goemans was er. De kerk was goed bezet en de kerstboom aardig. De kinderen zongen. De 22ste vertrok Dr. Anders naar Berlijn. Die nam enige stukken mee naar D.Mumm (hij is pas Dr. honoris causa geworden) over Vaders werking in Vlaanderen. De Raad van Vlaanderen heeft de Bestuurlijke Scheiding gesteund Zaterdag(22/12) voor een week. Toen gingen enige afgevaardigden dit aan de Duitschers mededelen. Zij werden binnengelaten bij een Duitscher die erg onvriendelijk was. Nu Zaterdag gingen zij weer. Een groene aan de deur, heeren achter groene tafel, alles even chic. Binnen veertien dagen zou er antwoord zijn. D I N S DAG 7 J A N U A R I 191 8.
Vrijdag 28 Dec. was Mijnheer J de Boevé hier, om een afspraak te maken om hier te komen spreken. Hij is hier Zaterdag dan ook geweest en heeft hier gelogeerd. Hij heeft gesproken over België, Vlaanderens vijand. Het was niet bijzonder. Vader en Moeder waren er ook. Voorts vertelde de Boevé dat Eggen tijdelijk waarnemend chef van van het ministerie van justitie, vader het kindergeld had ontnomen. Er waren in dat stuk ook aardigheden over de naam Nyegaard gemaakt. Verder in de meeting van zaterdag voor acht dagen. De proclamatie van de Politieke Scheiding door Goossens voorgelezen met een vlag die neerviel toen hij het las daverend geklap in de zaal: zingen der Vlaamse Leeuw etc. etc. Zondag voor acht dagen waren de Reichstag-leden Haenisch en Lensch hier in de stad. Vader sprak ze. Het waren Sociaal-Democraten. Ze waren voor de staat
Vlaanderen. Nu is er moeilijkheid voor de verhandelingen in Brest-Litowsk. Mijnheer en Mevr. Goemans waren er Zondag. Het was heel aardig. Gisteren avond was ik bij Hector de Hovre. Ik heb alle reeten van deuren en ramen van mijn kamertje dicht gemaakt en dank zij het stoken van hiernaast houdt de temperatuur zich altijd tussen 51 - 53 graden Fahrenheit. Ik zit hier dan met een jas aan en met een plaid om de benen. Het is miserabel weer: de ene dag vriest het de andere dooit het. De 24. Dec. sneeuwde het. Nu gisteren kwam er een flinke dooi en vandaag sneeuwde en vriest het weer! Van Holland goede tijding hoewel het daar ook begint te spannen (met eten). De Amerikaansche winkel gaf van de week een heleboel. Dat is prachtig! Vader zijn plan om naar Berlijn te gaan met Moeder zal nu wel gebeuren. Dan ga ik misschien naar Goemans. Vader blijft er misschien wel 5 maanden! op kamers hier en daar! Iedere dag komen er uitnodigingen. Mijnheer Kerlen spant zich er erg voor in! Dat is een getrouwe, misschien de eenige! D I N S DAG 15 J A N U A R I 191 8
Weer is er een week voorbij. Een gewichtige week voorwaar: Maandag, Dinsdag en Woensdag ging Vader naar Prof. de Decker. De Woensdag vond hij deze thuis en vond daarin meteen een ongezochte aanleiding deze te spreken. Ik moest Donderdags bij hem komen op de Universiteit en moest hem nogmaals het doel uitleggen waarom ik lessen kwam volgen op de Hoogeschool. Ik kreeg van hem een bewijs waarmee ik naar de rector moest gaan. Ik meldde mij dus ter secretarie aan en de rector was er net tegen kwart voor een, na lang op en neer geloop in de lange kloostergangen en op straat waar de dooiende sneeuw wel 10 cm dik lag - met ijskoude natte voeten - kwam ik terug. De rector was er toen en de secretaris bij hem. Toen om 1 uur de secretaris buiten kwam zei deze dat mijn geval in orde was. Vrijdags ging ik om mijn studentenkaart, kreeg hem niet - Vrijdag nogmaals hetzelfde geval. Maandag, gisteren kreeg ik hem eerst. Vele vermakelijke tusschengevallen waren erbij. Reeds Vrijdags werd ik in de Seminaries ingeschreven. Gisteren eerst ontving ik mijn kaart. Desiré Bomans, de bediende der Seminarien was allervriendelijkst. Ik heb een lessenaar in het Duitsch seminarie vlak bij het vuur. Hij liep met mij mee om de plaats uit te zoeken. In mijn seminarie worden colleges gegeven door Prof. Kotmann. Er zijn te weinig zalen. Vrijdagmiddag ging ik naar de Antwerpsche Steenweg 77. Daar woont de primus van St.Lieven. Ik moest er na toe om te hooren: 1.Het programma v.d. middenjury. 2.om het uurrooster over te schrijven. Vlerick ontpopte zich als een aardig Vlaamsche nogal beschaafde boerenzoon. Eerst zaten wij in een alkoof achter de meubelwinkel, later gingen wij een trap op naar zijn kamer, De reinheid was groot. Het bed stond in een hoek met een hagelwitte sprei erover. Boven de werktafel die aan de andere kant stond hing een boekenrekje met dictionaires op de twee planken. Op de bovenste stond een heir van looden, koperen, vergulde, papieren en andere Heiligen in slagorde. Wij praatten over de Politieke Scheiding. Hij wist er het een en ander van. Voorts over het gewicht v. het huwelijk enz. Later ging ik kippenvoer halen bij Mevr. Goemans. Voordat
ik die tocht ondernam moest ik met Mina een hoop eten gaan halen in de Lange Meire. De weg was niet lang. De koffer heen niet zwaar maar terug gelukkig wel. Ik liep alleen en Mina ging nog een krant halen en marcheerde à la suite. Ik zette de pas aan en was bij het einde der Van der Veldestraat - en het begin Papagaaistraat. Halt! Halt! een Duitscher vliegt op mij aan. Hij dacht een snoek te hebben gevangen."Machen Sie das auf" op strenge toon. Ik stond midden op straat, nog eens een repetitie: "Machen Sie das offen, was ist da drin?" "Eten, essen, boonen, erwten, suiker etc." zeg ik. Ik ga naar de huiskant toe en maak het open. Zucker, bohnen zegt die stommerd. Ik zeg:"Schrijf op mijn naam en woonstee, want ik blijf hier niet staan; "Bent U Polizei" vraag ik spottend. A la dérobée haalt hij een M.P.plak uit die hij gauw weer weg moffelt. Ik geloof dat hij dat ding gestolen had en dat het doel was mij mijn eten af te persen. Ik ben lid van het Gentsch Studentencorps lid van de studenten societeit "Uylenspiegel" ingericht in het corps. Zaterdag was er een meeting waar De Cneudt sprak over het onderwijs. Op het eind was er een lange discussie, te lang om hier op te schrijven. Gisteren had ik Grieksch en kwam om 8 uur thuis. Na gegeten te hebben ging ik naar de Societeit, het zat alles stampvol. Ik heb een peter de Waek(Waele?) in het corps. Enfin, om alles hier te vertellen nu, de indruk die de professoren maakten en alles wat er nog is gebeurd zou hier te lang worden. Dat zullen wij de volgende keer eens doen. De critiek is zwaar, ik ben erg critiesch. Het is afschuwelijk weer! Dikwijls heeft het gesneeuwd en dan dooit het weer! D I N S DAG 22 J A N U A R I 191 8.
Verleden week begon ik: "Een gewichtige week voorwaar". Deze week niet minder. Zaterdag was er een meeting, Jef van Exbergen sprak er als vuurig socialist. Na de meeting was er een optocht. Ik ging naast de studenten o.a. Frans v. Gelde, penningmeester van het corps. Wij maakten een stoet van belang, ik schat zoo een 200 meter lang op rijën van 5 dus ca. 2000 personen, zeer ruim. Van het Conservatorium op de Hoogpoort langs het Stadhuis, toen langs de St.Baafs, daarna langs de Zuidstatie zoo door de Bagattenstraat, langs het Justitiepaleis, nu Etappen-inspection, langs de Korenmarkt, door de Lange Meent naar de Vrijdagsmarkt, waar men kring vormde rond het standbeeld van v. Artevelde. Men zong er nog liederen en ging vervolgens uit elkander. Onderweg hadden wij ook gebruld. Dit alles wegens de "herkenning" van de politieke zelfstandigheid door de middelmachten. Zondag waren hier Charly Chrispels, vervolgens Dr, Anders & de Paad, een dominée, later na het souper Prof. Vollgraaf, Prof. Kortmulder, en Prof.(niet ingevuld) (in Romeinsche geschiedenis). Gisteren gingen Vader en Moeder souperen bij mijnheer Vieth. Dr.Dumon uit Brugge was hier en vertelde en schreef het in een brief aan Vader het spel der Raad van Vlaanderen: De Raad besloot met alle stemmen (op een na) tot de politieke zelfstandigheid van Vlaanderen. Excellentie Walraven komt te Brussel en de Politische Abteilung(waarschijnlijk) doet Prof.(Dr.!?!)P.Tack een andere verklaring voorlezen, dan die in de Raad van Vlaanderen gestemd was. Enfin, ik wil mij er niet over inlaten. Het is te bespottelijk. Ik sla over op
de corpspolitiek of beter van de societeitspolitiek. In het bestuur zaten Moens, v.Gelde, v.d.Genechte en nog 2 anderen. Eerst(gisterenavond was het societeitsvergadering) bier, toen zingen etc. Daarna interpretatie van Jules de Marais (een smokkelaar, handelaar in appelen, stroop, suiker etc.) over de aankoop van 2 zetels en van schilderijen. Zetels 375fr, stuk etc., onzedelijkheid(!?!!?) der aangekochte schilderijen, duurte der stoelen. De heele aanval tegen v.d.Genechte. Deze is ruw tegen zijn medeleden en weinig populair, geraffineerd in de manieren z.g. Hollandsche richting onzin. Het eindigde met het ontslag van v.d.Genechte, v.Gelde en nog een. Om over twaalven ging ik weg. Het was nog niet afgeloopen. Nu is er een Duitscher om het koper beneden, lange discussie wordt het. Wij zullen zien wat hij doen zal D O N D E R DAG 31 J A N U A R I 191 8
Van het koper werd niets genomen. Zaterdag was Charles-Louis de Jonge hier en bracht twee brooden mee uit Hoorebeke. Vrijdag was er corpsvergadering, zeer onstuimig. V R I J DAG 1 F E B R U A R I 191 8.
Het ging er over de gilden. De praeses Mulier hield een lange rede. Om twaalf uur was het gedaan. Bij Charles-Louis in Hoorebeke is huiszoeking gedaan. Ze hebben paardeboonen en graan gevonden. Woensdagavond was er een bieravond bij de president van de Civilverwaltung Ecker. Vader ging er ook naar toe. Zondag was er in de Circus een meeting voor de vrede. Na de meeting(de cirkus zat stampvol) een stoet naar de Vrijdagsmarkt. Ik was met een pet (van een medicus met 5 sterren) onder de studenten Renè de Clerq gaan halen van St.Pieters. Daarna ging ik naar de kerk. Vader was niet goed na de preek en lag even op het bed van de koster Haller. Daarna kwam hij ook even op de meeting kijken en ging mede met de stoet. Op de Vrijdagsmarkt spraken De Cneudt en Lambrechts. Een plank van het verhoog was doorgezaagd en een man die een vlag wou opheisen viel van een meter of twee naar beneden. Hij werd bewusteloos weggedragen. De gemeenteraad heeft met algemeene stemmen een protest aangenomen tegen de Raad en was daar Woensdag mede op de Civilverwaltung: een aan Schickfuss, aan Falkenhausen en Hertling. Zondagavond was er een partij ten huize van Jan Wanijn? Vader en Moeder waren er ook. V R I J DAG 8 F E B R U A R I 191 8.
Weer is een week voorbij. Er kwam tijding uit den Haag langs Feldcommissar Dirr. Grootpa schrijft daarin dat hij mij over de Presse al gelukwenschte. Die brief is er niet. Zij denken zeker aan spionage etc. etc. Zondag laatstleden was er een stoet te Antwerpen. Een paar honderd dokwerkers waren omgekocht en het ging er warm toe. Bob van Genechte kreeg verscheidene messteken maar die vent werd het oog uitgeslagen. Een andere student heeft zijn neusbeen kapot. Woensdagmiddag was er een corpsvergadering. Er kwamen journalisten. Om 4 uur kwamen zij. Het was jammer dat wij zo'n afgrijselijk lokaal hebben - dat nog veel te klein is -De praeses hield een rede-
voering. Hij is een zwak man, praatte over water en brood en trok een paralel van de Raad van Vlaanderen en het Frankfurter Parlement in Duitschland. De Duitscher Zugermann sprak daarna: Hij betreurde het feit dat Germanen tegen Germanen vochten in deze oorlog. Daarna ging hij op het Frankfurter Parlement in. Zeide dat het toen op de studenten berustte. Dat die in Duitschland later de eenheid hadden bewerkt en dat hij hoopte dat het hier ook zoo zijn zou. Daarna sprak Prof. de Decker lid van de Raad van Gevolmachtigden voor het onderwijs een zoogenaamde geïmproviseerdespeach uit. Kolosaal door zijn emphase, zijn eigen lof. Om een uur of half zes vertrokken zij en gingen naar de Zivilverwaltung waar Vader ook was. Vader schijnt interessante gesprekken met ze gevoerd te hebben. Er waren Joden en bastaard-joden tusschen. Eergisteren avond ging ik naar Ledeberg waar een meeting plaats had en men dacht dat gevochten zou worden. Alles verliep kalm. KRITIEK
OP DE
PROFESSOREN.
Hier wil ik een speciaal hoofdstuk aan wijden. 's Maandags heb ik Prof. Menzerath, Fransche letterkunde en 's avonds Tiban, Hellenica. Prof. Menzerath doet geloof ik zeer zijn best zijn college interessant te maken. Maar het is zeer moeilijk op te nemen. Hij verteld minuiteuse details - niet de moeite waard om op te schrijven - leest stukken voor te lang om op te schrijven etc. In het begin kon ik hem ook niet goed verstaan. Dat gaat nu beter. Tiban, leeraar aan het Atheneum, geeft les. Hij laat thuis théma's maken etc. Dinsdags oefenden wij met Prof. de Decker Latijn. De 30 verzen ongeveer die wij zien in uur bereid hij in het academisch kwartier voor. Dan vervalt hij steeds in herhaling etc. Wij zijn bezig met Lucanus 11 zang 1-300, verder zullen wij niet gaan. Nu hebben wij in het vervolg ook Prof. Godée-Molsbergen, Middeleeuwse geschiedenis. Op het oogenblik zijn wij aan de kruistochten. Gisteren gaf hij er nog twee in één uur. Men kan zich voorstellen hoe hij detailleert. Zijn college's kan men echter goed opnemen. Woendags hebben wij weer Prof. de Decker: Lucanus. De eerste week konden wij ook naar Dr. Jacob gaan, Algemene Letterkunde. Dat was interessant. Maar daar kunnen de vrije studenten niet meer naar toe, zegt prof. de Decker. Donderdags geeft Prof. Vlamynck zijn college over Belgische geschiedenis. Die is de interessantste. Alleen vind ik dat hij meer planmässig moest zijn. Hij tracht alles strikt chronologisch te geven, dus alle punten tegelijk te behandelen zoals hunne ontwikkeling ze medebracht. Daardoor krijgt men als men niet zeer goed oplet natuurlijk misverstand. Dan is hij in de Nederlanden, dan in Spanje, dan in Italië, enfin, overal wil hij tegelijk zijn. Dan hadden wij vroeger weer Dr. Jacobs die dus geschrapt is en dan Prof. Godée die zijn uur nu in het vervolg dinsdags geeft en daar behandeld is geworden. Vandaag, zijnde Vrijdag, openen met Fransche Letterkunde en hebben daarna Prof. Godée-Molsbergen, Geschiedenis der Middeleeuwen. Zaterdag is een prachtige dag. Dan hebben wij van 911 Hippoliet Meert: Philologische oefeningen. Die vraagt ons formeel de les op. Die les is 's ochtends altijd een verkwikking! Om een uur of half twaalf begint(het moest zijn kwart over 11) Prof. Dr. Tack, president van de Raad van Gevolmachtigden van de Raad
van Vlaanderen zijn college. Chrispels zei:"Hij geeft wat hem zoo te binnen schiet" en ik sluit mij er bij aan. Het is nul onder nul! Hij houdt dan op om 10 voor twaalven en begint weer om 20 over twaalven tot ongeveer 20 voor 1 uur. Dat zijn twee college uren. V R I J DAG 15
FEBRUARI
191 8.
Weer is er een week voorbij. Zaterdag sprak Herber Plomgaert? in het Conservatorium op de Hoogstraat. Hij is een goed spreker, buitengewoon goed. Zondags gebeurde er niets. Woensdag dus eergisteren morgen maakte Vader een stuk op over het gedrag van Prof. Godée-Molsbergen om aan President Ecker te overhandigen. 's Middags gingen wij bij hun koffiedrinken en was het alles liefs. Zoover zijn wij gevorderd. Prof. Jonkx was er ook met zijn vrouw. Soms noemde Prof. Godée hem Jonkx, dus tutoyeerden hen, andere keeren was het excellentie. Er werden allerlei dingen besproken. Mevr. Godée vroeg hoe of zij mevr. Jonkx moest aanspreken als vrouw eener excellentie. Mevr. Jonkx bediende alle menschen als er iets werd gepresenteerd en zat er zoo af en toe eenige woorden Gentsch tusschen te zeggen. Hij hield zich echter bescheiden. Er werd vooral gesproken over de propaganda in Holland. Prof. Buitenrust Hettema was er ook. Gisteren was er catechisatie. Iedere week Maandags en Donderdags. Gisterenavond hield Prof. Minnaerts een rede in het corps over de staat Vlaanderen. Gisteren was Charles-Louis de Jonge hier. Hij heeft 1000 mark boete. Hij bracht melk mede. Z O N DAG . G E N T , 24 F E B R U A R I 191 8
Meer dan een week is voorbij. Verscheidene keeren onderwijl waren er bommenaanvallen. Voor Flandria(Palace) bij de St.Pieters-statie viel een bom. Het was Dinsdagavond Het was echter ontruimd door de gekwetsten. Verleden Zaterdag was er ook een bomaanval. Toen was er ook meeting van de Flaminganten. Vanochtend lag er een getypt stuk in de bus: protest van de professoren van de Fransche Hoogeschool.Er lag laatst een in van het beroepshof - tegen de zelfstandigheid der Staat Vlaanderen. Vrijdagavond - een zeer gewichtige dag 22 - was ik bij Bob van Genechte met de Meyer, Frans Nauts? en nog een Vercauteren? geloof ik. Vader en Moeder zijn Vrijdag naar Antwerpen vertrokken met de trein want het was droevig weer. De Duitschers gaan prachtig vooruit in Rusland. Dat is prachtig. W O E N S DAG 17 A P R I L 191 8.
Twee maanden zijn voorbij. Moeder was ziek gedurende 4 weken Moeder en Vader gingen naar Antwerpen en toen moeder thuis was bleef zij te bed. Goede vrijdag 29 Maart kwam zij het eerst in de kerk. Paschen 31 werd ik bevestigd. De derde April was Bets jarig, de vijftiende Onko en Edzard. De vacantie was gruwelijk. Nu is Moeder aan de grote schoonmaak. Het weer is donker. De 21. Maart begon het offensief aan St.Quentin en de Somme, de 31. eindigde dat gedeelte. De 9.April begon het hier en het staat nog niet stil. Wij zijn allen zeer verkouden. Mina is aan het vrijen met Rudolf Kühn uit Frankfurt. Eerst was zij met Adolf Bochawitsch maar die is bij Dunaburg
gesneuveld. Rudolf heeft laatst 240 mark verloren! Zij een gouden broche. Zij is erg met hem, Het "stadsbrood" is niet te eten. Het zijn zemelen en het smaakt muf. Donderdag laatst knapte ik de tuin op met Lucien Blommaert. M A A N DAG 6 J A N U A R I 1919
Zeist. Slot. Een nieuw tijdperk van mijn leven tekende het nieuwe jaar. Zooals Ds. van Dijk gisteren preekte: "Vergetende wat achter mij is enz.", uit Philipenzenbrief van Paulus. Echter vergeten in zooverre dat het geheugen der feiten blijft maar toch een nieuwe aera. Veel heb ik doorgemaakt in het afgelopen jaar en eind of beter midden April dachten wij niet, dat wij de Oudejaarsavond zouden vergeten. De vlucht uit Gent, de verhuizingen en de vele emoties die de zomervacantie kenmerkten zullen steeds hoop ik de belangrijkste van mijn leven zijn en geweest zijn -. Eind October vertrokken wij per schip uit Gent. De laatste nacht was vreselijk. De terugtocht der Duitschers was compleet maar ordelijk. Het geschut donderde langs het kanaal van Schipdonck en het barsten der granaten weerkaatste zich op het zerk in schelle kleuren. Uren stond men te wachten voor bruggen daar alle schepen met het leger den aftocht aanvaardden om niet in handen der vijand te vallen. De treinen der buurtspoor reden met lokomotieven langs de tramrails tot vervoer van de munitie. Van Drongen tot Gent stond de weg vol. Overal waren en kwamen soldaten. Het gouvernement van Dr. Ecker was weg naar Brussel en werd ingericht voor het Groote Hoofdkwartier. Maar een geregeld verhaal van de ontwikkeling der dingen is niet voor te stellen en derhalve zal ik slechts voor een misschien later lezer in groote trekken de loop der wereldgebeurtenissen voorstellen hoewel zelfs een oppervlakkige inbeelding niet zal verkregen worden indien men de feiten zelf niet beleefd heeft.(Vergeef de lange zin). De groote stoot aan het verbond van Duitschland, Oostenrijk, Hongarije, Bulgarije en Turkije gaf de ineenstorting van het Macadonische front waarop door generaal Flanchet d'Espery een groote aanval werd gedaan. Bulgarije was niet te vertrouwen: Duitschers en Oostenrijk ontruimden Servië en Bulgarije capituleerde. In Duitschland viel de regering Hertling en een democratisch bewind onder Prins Max von Baden trachtte nog te redden wat te redden was. Eenige tijd later capituleerde Turkije. In Duitsland wendde men zich tot president Wilson der Vereenigde Staten van Amerika, maar die treuzelde en treuzelde net zoo lang tot de toestand in Duitschland met de dag erger werd. Hun doel was bereikt. De revolutie zou in Duitschland dat bereiken hetgeen zij met hun legers niet hadden gekund. Eerst nam men de socialisten in de regering op met Max van Baden evenals het Centrum(Rooms-Katholieken) maar (zaterdag) 9 November stelden de socialen de eisch van troonsafstand voor de keizer of zij traden uit de regering. 10 November abdicatie. 11 november 11 uur 1918 wapenstilstand door Erzberger. Ondertusschen waren bij Roesselaere, Diksmuiden, Yperen twee regimenten overgeloopen en zoo hadden de Duitschers hun stellingen moeten opgeven. Dit bericht werkte als een bliksemstraal in een bewolkte hemel. Het gaf een schel licht op
de toestand die voor den leek in dikke nacht gehuld was. Moeder en Vader die in Friesland waren bij Dr. Oosterhuis te Suawoude en oom Johan Sypkens, inspecteur der belastingen in Drachten hadden opgezocht en Groningen zouden bezoeken kwamen snel naar den Haag. Dat was een Vrijdag(15/11). Maandag daarop(18/11) vertrokken wij naar Gent en vonden Mina in Vlissingen. Tot daar was de reis gelukt. Om 20 voor 4 stonden wij te Terneuzen aan wal maar toen begon pas de "reis". Het weer was redelijk. De trein was net vertrokken. Men besloot tot Sluiskil te wandelen. Nog niet half weg begon het te regenen eerst weinig later meer en meer. De fabrieken van Sluiskil verdwenen uit het oog. Eindelijk kwamen wij daar aan en aten bij een kerkeraadslid die bakker was en die Vader kende. Om ongeveer 6 uur vertrok de trein naar Sas van Gent. In Sas dachten wij bij Ds. Akersloot v. Houten Roos te slapen maar Jeannette stond aan de trein om te zeggen, dat dat niet kon. Haar vader had griep. Prof. Labberton hadden wij al in Terneuzen ontmoet. Langzaam van verstand! Daarom toch een goed verstand. Maar toen stonden wij in Sas van Gent. Wij besloten verder te gaan en in het land der buitenste duisternis binnen trachten te dringen. Om half negen waren wij voorbij alle Nederlandsche posten geslopen en stonden voor een rood-wit-zwart hek op de rand van het kanaal. Na veel over en weer geschreeuw zou er een officier geroepen worden, na drie kwartier verscheen die en om plus-minus half tien werd de electrische stroom afgesloten en het hek geopend. Wij gingen nog door vier andere hekken met de officier mede en om half elf waren onze passen in orde en konden wij onze voetreis aanvangen. Treinen liepen er niet. Omafgebroken liepen wij door de donkere nacht te midden der slechte weg en der plassen aan de linkerkant de weerspiegeling der lucht in het donkere water en aan de rechterkant hooge zandhellingen uit bedijkte uitgravingen van het kanaal. Deze beschermden ons tegen de felle westenwind. Om twee uur 's nachts(19/11) bereikten wij het huis waar wij sinds 31 Maart 1907 in woonden. Alles was in orde. De matras alleen van moeder en vaders bed was weg omdat die van wol was. Om 11 uur begonnen wij nu de volgende morgen de salon tot pakkamer in te richten. Het porcelein werd eerst ingepakt en daarna het kleed verwijderd. Mijnheer van Kesteren hielp uitstekend. Die twee weken kan ik zeggen gewerkt te hebben als nooit te voren. Ik pakte alleen een 35 kisten met boeken in. Ook met andere dingen hielp ik steeds. Toen alles was ingepakt was ik altijd bij het laden. Echter Moeder was het leidend hoofd van de verhuizing en Vader zorgde dat de papieren in orde kwamen. Mina hielp prachtig en kranig mee. Om alle details van die dagen te vertellen zou ik het cahier makkelijk kunnen vullen. Ik hoop echter succesievelijk kleine stukjes te vertellen hoewel ik vrees er bij te blijven. Nu echter is het slot van al die geschiedenissen dat ik op het internaat hier op mijn beenen ben terecht gekomen en hoop met bijwerken binnen een tijd die is. Slot Zeist, Donderdag 9 Januari 1919. Al meer en meer raakten wij in een warboel. Eerst bleven wij nog in de huiskamer eten de twee eerste dagen en was er nog niets te zien van buiten aan het huis. maar toen
slooten zich de luiken om de bende der verhuizing aan het oog der voorbijgangers te onttrekken, toen aten wij boven op Vaders studeerkamer die al meer en meer van zijn boeken ontlast werd. Maar toen alles ingepakt was begon men met de verhuizing. Maar ondertusschen had Vader van de Duitschers nog losgekregen 60 kg havermout, 20 kg grutten, 20 kg meel, 20 kg erwten, 20 kg boonen. Alles werd in een kist verpakt met nr.49. Maar Vrijdags(29/11), anderhalve week na ons vertrek uit Holland, zou het feitelijke vervoer van alles beginnen. 's Ochtends zou een voerman komen om al de kisten naar de dokken te rijden. De heele ochtend echter wachtten wij hem tevergeefsch. Ik ging verscheidene malen naar zijn huis maar dat hielp niets. Onder alles was het in de stad een ontzaggelijke herrie met aftrekkende troepen. Men dacht al dat zijn wagen misschien zou zijn aangeslagen maar tegen een uur of half twee kwam zijn wagen voor. Maar om twee uur kwam de grote verhuiswagen van Steenkiste. De wagen van de Rudder? met de kisten vertrok onder Vaders leiding nu naar de dokken, eerst naar de havenpolizei, daarna naar de plaats waar men moet lossen. Vader had alle formaliteiten al vervuld met het laden van de verhuiswagen hielp een man van Bruinooghe mee. Op een avond had ik die opgevischt. Toen ik er naar toe ging zweeg alle geschut en men hoorde niet het minste schüben. Uit een schip dat aan het begin der Zuidkaai lag waren de Duitschers in de nacht bezig met machinegeweren te lossen Een "rückzugs armée" was ingesteld om de vijand tegen te houden. In Brugge hadden de Duitschers alles laten springen wat van militaire waarde was. Ook een cartographische afdeling hadden zij volkomen afgebrand om alle papieren te vernietigen. Een vrachtauto moest de rest medenemen. In de Port-Arthur te Gent waar ook de rijnaak lag die onze inboedel zou vervoeren lagen twee zeeschepen, de Nordsee en de Gratie. De Zondag voor ons vertrek vertrokken zij naar Terneuzen om geïnterneerd te worden. Verder vlak bij ons lagen drie, naar het zeggen der matrozen, oude torpedojagers die zouden opgeblazen worden als de legers der geassocieerden Gent binnentrokken. Duitschland scheen nog getracht te hebben die schuiten aan Holland te verkoopen, en in ieder geval ze te laten interneeren. Maar Holland wou ze niet hebben. Slot Zeist Zaterdag 11 Januari 1919. Z AT E R DAG 1 F E B R U A R I 1919.
Van mijn goede voornemen van 11 januari is weinig gekomen. Ondertusschen is weer veel voorgevallen. Slot Zeist Vrijdag 7 februari 1919. Zoo gaat het nu met het dagboek, altijd goede intenties maar de uitvoering hapert weleens. Maar nu moet ik toch vertellen wat er Zondag voor twee weken(26/1) is gebeurt. Toen hebben onze jongens de kostschool van de Hernhutters, die uit wandelen ging afgezeept. Ik was gaan wandelen met Ferd en dus merkten wij verder weinig ervan. Om een uur of vier kwamen wij terug van de wandeling en hoorden bij Mevrouw Dingemans al het heele verhaal van het gebeurde. De Do.(minée) was die dag weg. Pfarrer Reickel
kwam op het internaat maar de Do. was er niet. De volgende dag echter kwam er een lange brief van de hernhutter dominee over het inzeepen en wasschen van de meisjes met sneeuw. De Do. reageerde dadelijk en zocht pfarrer Reickel dezelfde ochtend nog op. Maar aan tafel stak hij een rede af dat hij het voorgevallene niet afkeurde maar dat een herhaling van het geval de positie van het internaat hier in Zeist zeer zou bezwaren.'s Middags gingen de jongens van de vierde klas achter het gebouw (der Hernhutters) met sneeuwballen bestoken zoo dat de meisjes zoo als ik later van Ferd vernam allen in een hoek van de klas moeten zitten om de "jongens" niet te zien. De gordijnen hadden moeten worden dichtgetrokken. Daarna om vier uur toen de dagschool uitging hebben wij de externe meisjes ingezeept en daar was ik bij. Wij hadden er buitengewoon veel plezier in en zij niet minder. Eindelijk moest de politie komen om ons van het toneel te verdrijven. Zij hadden politiehonden bij zich. Gisteren voor een week(30/1) was het voor het eerst dat er gereden werd en Zaterdag(1/2) kocht ik mij een paar halve doorloopers waarop ik mijn eerste kunsten begon. Eerst achter een stoel de Zaterdagmiddag. Mijnheer Schamhardt onze leeraar van wiskunde reed die middag even met mij maar het ging nog zoo vreselijk slecht. De tweede dag, Zondag, dus reed ik ook achter een sleede aan. Maar toen beviel mij de stoel toch het best. Ik reed eventjes met Alma maar verder bracht ik het niet. Het einde van de dag was vreeselijk. Waar ik reed was ijs dat al dagen lag, het was zoo half sneeuwijs en wittig. Maar door de harde vorst was het andere stuk van de slotsgracht ook dichtgevroren. In het begin van de middag durfde niemand erover te gaan. Maar successievlijk waagden eerst kleineren en later ook grooteren het. Tegen het einde van de middag reeden er veel menschen. Maar het ijs golfde en ook dat vonden de menschen leuk. Wij aten aan tafel tegen een uur of half zes en daar komt Alma binnen en die gaat naar de Do. Wij dachten allemaal dat het was om zich te verontschuldigen dat hij te laat was, maar hij zei tegen de Do.: "Ik was op mijn kamer en daar hoor ik een schreeuw en om hulp roepen." De Do. sprong op. Later bleek dat er vier door waren gezakt, verder bij het redden er nog twee te water waren geraakt en er twee van de eerste vier waren verdronken. Na het eten zag ik het uithalen der drenkelingen. Er werd in de nacht een boot aangesleept en te water gelaten, een bijt gehakt - wat zeer makkelijk ging want het was daar ijs van drie nachten - en eerst het lijk van het meisje opgetrokken. Onderwijl waren carbidlantaarns aangekomen en verlichtten met een zeer fantastisch licht het nachtelijk toneel. Daarna werd ook de jongen opgehaald. Het tooneel was te verschrikkelijk dan dat ik het beschrijve. Het ergste was echter dat er geen dokter bij was. Wij jongens waren bijna allen overtuigd dat de jongen nog leefde. Dien avond hadden wij op de kamer het eerste interessante gesprek. Het ging over de vrije wil en de voorbeschikking. Koch geloofde aan de vrije wil, ik in het geheel niet. Klos, alias van der Meulen sloot zich bij mij aan terwijl van Veen er weinig of niet over nagedacht had. Koch voelde toch op het eind veel voor mijn redenering. Maar om alles neer te schrijven kan ik niet. Gedachten neer te pennen is mijn fort niet. Dan moet ik ook nog schrijven over mijn verjaardag. Het viel droevig samen.
17 F E B R U A R I 1920.( D I N S DAG )
Die dag kwam Vader, telegraphisch gewaarschuwd, mij halen. Een aanwijsbare reden tot mijn verwijdering v.h. Internaat was er niet. Het was lijdelijk verzet. Dominee van Dijk was te bed, vader kon hem dus niet spreken. Jopie Eijkman en mevr. Nijland zeiden mij 's morgens wat er aan de hand was. Mevr. Nijland was een weduwe met twee kinderen, directrice, trok zeer bepaalde jongens voor; om haar scheidde Ds. Ippius Fokkens v.Hermien de Betuwe doch zij trouwde hem niet. Later scheidde Jhr.Mr.Wichers, directeur der Kosmos te Zeist van zijn alleraardigste vrouw met wie hij 4? kinderen had en huwde haar. Ip. Fokkens en Wichers waren beide curatoren van het Chr.Lyc. te Zeist. Mevr. Nijland was een gemeen, vlezig mens. (D E Z E
L A AT S T E DAG I S G E S C H R E V E N O P
20-7-1942
S T U D E N T E N DAG B O E K 1925-1926. 1 O C T O B E R (1925,
D O N D E R DAG )
Tentamen strafrecht en strafvordering. 1 N O V E M B E R (1925,
Z O N DAG )
Aankomst Johanne te Groningen 8 N O V E M B E R (1925,
Z O N DAG )
Nijhoff in de Senaat. (9
O F )16
N O V E M B E R (1925,
M A A N DAG )
Bram de Groot in de Senaat Stemming tussen Jaap Bleeker, officiëel cand., en J.Domela Nieuwenhuis, oppositie cand. 60 - 95, 1 blanco. 's Avonds voor de Senaat vraagt Rodenburg met wie ik een Senaat denk te vormen. Ik noemde enige namen. De volgende avond werden enige leden voorgeroepen. Van Calcar en de Groot dreigen te bedanken. De Groot noodgedwongen 1 8 N O V E M B E R (1925) W O E N S DAG
Groote verzoendag in Baulig. Ik verbind mij om geen tegencandidaten te bevorderen. Van Calcar trekt zich terug om Bleeker en Rowaan in de gelegenheid te stellen in de Senaat te komen. Rowaan zal rector worden, ik abactus. Nijhoff ziek 19 N O V E M B E R (1925,
D O N D E R DAG )
Bleeker en Rowaan candidaat voor de Senaat.