Digitale Piano
Nederlandse handleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van de Medeli SP3! De SP3 is een professionele maar toch gemakkelijk te bedienen digitale piano met fantastische mogelijkheden. De top kwaliteit PCM gesampelde instrumenten klinken overtuigend en natuurgetrouw. Verder kun je bestanden zoals Midi songs opslaan op Smart Media Card. Met de MIDI poort is gemakkelijk om je piano op een PC aan te sluiten. Voordat je met de piano aan de slag gaat kun je het beste deze handleiding goed doorlezen zodat je weet wat de piano allemaal kan en hoe het werkt.
VOORDAT JE BEGINT…
. Let op met hoge temperaturen. Dus zet de piano niet in direct zonlicht, vlak bij een verwarming of vuur. . Zet de piano ook niet te dicht bij radio of televisie, je kunt dan last krijgen van storing. . Ook vocht is slecht voor de piano. Dus opletten met regen, vochtige schuurtjes en dergelijke. Als je een vaas of een kop koffie/glaasje cola op de piano zet, wees er dan zeker van dat het niet omvalt. De piano gaat zeker stuk als er vocht in komt. . Bij het uittrekken van kabels, nooit aan de draad trekken maar altijd bij de plug vastpakken. . De knoppen en schakelaars zijn kwetsbaar. Niet heel hard op drukken of aan trekken. . Wanneer de piano voor enige tijd buiten gebruik is, moet je de stekker uit het stopcontact halen. Dat doe je ook als het gaat onweren. . Zet de piano ook niet te hard, op ongeveer tweederde is het volume op het normale niveau. Zet je hem vaak harder, dan kan dat gehoorbeschadiging opleveren. ZEKER als je dat doet met een hoofdtelefoon op. . Wanneer je randapparatuur gaat aansluiten zet dan eerst de piano én de randapparatuur uit. . Schoonmaken doe je de piano met een droge zachte doek, of eventueel met een licht vochtige doek. Is de piano heel vies geworden kun je autocockpit reiniger gebruiken. Dat is in principe veilig voor kunststoffen zoals die hier gebruikt zijn. . Gebruik NOOIT middelen zoals alcohol en thinner. Hiermee wordt de kuststof behuizing van de piano aangetast. . Als de piano vreemd doet, kun je hem het beste even uit zetten, 30 seconden wachten, en dan weer inschakelen. Waarschijnlijk doet hij het dan gewoon weer. . Zelf niet aan de piano gaan sleutelen, dit is geavanceerder techniek die alleen door een gecertificeerde reparateur gemaakt kan worden. Is er iets niet goed, neem dan contact op met de winkel waar de piano gekocht is.
2
BELANGRIJKE MOGELIJKHEDEN Toetsenbord: 88 aanslaggevoelige toetsen. Bediening: Met de [DIAL] knoppen en de nummertoetsen kun je gemakkelijk bij alle functies van de piano komen. Beeldscherm: Multifunctioneel beeldscherm met twee regels van 21 karakters, verschillende taalinstellingen mogelijk. Instrumenten: 350 instrumenten , inclusief 9 user instrumenten. Synthesizer functie: Maak je eigen geluiden. Begeleidingen: 130 begeleidingen Demo: 3 demo's Vingerzetting: automatische één vingen/normale vingerzetting herkenning. Smart Media (SM) card: Compatible met standaard midi formaat 0 en 1. Bewaren en laden van eigen gemaakte begeleidingen op SM card. Compatible met 16MB, 32MB, 64MB en 128MB kaarten. Song recorder: Step of realtime opnemen met maximaal 4 sporen en automatische begeleiding. Geheugen: 8 banken van 6 geheugens. MIDI: Sluit de piano aan op andere MIDI apparatuur of een computer. Songboek: 100 preset songs om mee te spelen. Help: online help, met één druk op de knop.
3
INHOUD DE BUITENKANT Beeldscherm Bovenkant STROOM AANSLUITINGEN Hoofdtelefoon Aux uit Aux in Midi Sustain pedaal Volumepedaal BASISBEDIENING INSTRUMENTEN Instrument R1 (hoofdinstrument/ main voice) Instrument R2 (tweede instrument / dual voice) Instrument L1 (linker instrument / left voice) Split punt Automatische begeleiding Toonhoogte Harmonie Pitchbend / modulatie wiel Sustain AUTOMATISCHE BEGELEIDING Muziekstijl kiezen Alleen drums Hele begeleiding Bediening Basis + variatie Fill-in Intro / ending Akkoorden Alle vingers Één vinger Volume begeleiding TEMPO METRONOOM O.T.S. (one touch setting) GEHEUGEN SYNTHESIZER SONGBOEK
4
6 7 7 8 8 8 9 9 9 10 10 11 12 12 12 12 13 13 13 13 14 14 15 15 15 15 16 16 16 16 17 17 18 18 19 19 19 20 21 22
DEMO FUNCTIE MENU Metronoom aan/uit DSP (galm en chorus) Utility Aanslaggevoeligheid Splitpunt Stemmen en oktaveren Pitchbend Basis instellingen tabel SMART MEDIA CARD SEQUENCER opnemen wat je speelt afspelen HELP FUNCTIE MIDI USB SECIFICATIES APPENDIX 1 - lijst van instrumenten APPENDIX 2 - lijst van muziekstijlen APPENDIX 3 - akkoorden APPENDIX 4 - songboek APPENDIX 5 - DEMO APPENDIX 6 - Midi implementatie tabel GARANTIE EN SERVICE
22 23 24 24 26 26 26 26 26 27 29 32 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 41 42 43
5
DE BUITENKANT
Zijkant 1. volume 2. automatische begeleiding 3. Brilliance (treble) schuif 4. Song spoor 5. opnemen 6. afspelen 7. volume begeleiding 8. start/stop 9. intro 10. fill normaal (A) 11. fill variatie (B) 12. einde 13. sync start 14. sync stop 15. tempo 16. help 17. SM card load 18. A.B.C (auto Bass Chord) 19. terug (back) 20. utility 21. volgende (next) 22. bewaren 23. songboek 24. muziekstijl 25. demo 26. DSP 27. hoofd instrument (voice) 28. linker instrument (lower) 29. tweede instrument (dual) 30. functie 31. data draaischijf (dial)
1. 2. 3. 4. 5.
12 v adapter aansluiting aan/uit schakelaar Midi in / Midi out sustain pedaal volume pedaal
6. aux in 7. aux uit: links/ mono 8. aux uit: rechts 9. hoofdtelefoon (2x) 10. USB
Achterkant
32. nummertoetsen 33. O.T.S. 34. bevries (freeze) 35. sustain 36. transponeren 37. harmonie 38. synthesizer 39. aanslaggevoeligheid 40. bank 41. bewaren 42. M1~M6 43. beeldscherm
6
DE BUITENKANT / beeldscherm
1. Auto Bas Chord 2. harmonie 3. Linker instrument (lower) 4. DSP 5. aanslaggevoeligheid 6. tweede instrument (dual) 7. twee instrumenten (dual) 8. sustain (doorklinken) 9. metronoom 10. tempo 11. maat 12. tel 13. geheugen/O.T.S./tick
14. step/rec 15. melodiespoor 1~4 16. begeleiding 17. opnemen song 1/2 18. synth/ nor/var/SMC/disk 19. akkoord 20. instrument/ muziekstijl/ song /demo/ songboek/ frase 21. F sleutel (bas sleutel) 22. G sleutel (vioolsleutel) 23. fill in A / fill in B
Bovenkant Pitchbend en Modulatie wiel/joystick
7
STROOM De SP3 werkt met een externe adapter. Adapter
Zorg ervoor dat je de juiste adapter gebruikt. Hij moet 12 volt zijn, minimaal 1000 milli ampère en de tip moet op + staan. Voordat je de adapter aansluit kijk je even of de piano wel uit staat. Je steekt de adapter eerst in het stopkontakt, dan in je piano. Let op: Gebruik alleen de geadviseerde adapter. Andere adapters werken niet, of kunnen zelfs je piano kapot maken of brand veroorzaken. Wanneer je lange tijd niet speelt op je piano dan moet je de adapter uit het stopcontact halen.
Aansluitingen
Hoofdtelefoon
Als je 's avonds laat wilt oefenen, of wanneer je huisgenoten TV aan het kijken zijn kun je een hoofdtelefoon gebruiken. Wanneer je een hoofdtelefoon in de PHONES uitgang steekt worden de speakers automatisch uitgeschakeld.
8
Aansluitingen Aux uitgang Met de hoofdtelefoonuitgang kun je spelen zonder dat iemand je hoort. Op de aux uitgang kun je een versterker op PA aansluiten zodat iedereen je hoort. Er zijn speciale kabels te verkrijgen waarmee je de piano op een gewone HiFi installatie kunt aansluiten. Met aan de ene kant een stereo jack en aan de andere kant twee tulp stekkers.
Aux ingang
De aux ingang gebruik je om andere apparaten te versterken via de speakers en versterker van je SP3 digitale piano. Dat kan een ander instrument zijn zoals een synthesizer of keyboard, maar ook een CD of MP3 speler.
MIDI in en MIDI out De afkorting MIDI komt van Musical Instrument Digital Interface. Wat vrij vertaalt zoiets betekend als: ‘afspraak betreffende digitale gegevensoverdracht voor muziekinstrumenten’. Dit maakt het mogelijk om verschillende elektronische muziekinstrumenten, maar ook computers en andere apparatuur met elkaar ‘te laten communiceren’ Op de SP3 zitten de midi aansluitingen aan de zijkant. Let op dat je altijd de 'out' van het ene apparaat met de 'in' van het andere verbind!
9
Aansluitingen Sustain Op iedere piano zit een zogeheten sustain pedaal. Wanneer je dat intrapt blijven de tonen doorklinken. Bij de SP3 kun je een los pedaal aansluiten op de sustain ingang die je hiernaast op het plaatje ziet.
Volume Behalve een sustain pedaal kun je op de MD500 ook een volume pedaal aansluiten. Dan kun je met je voet het volume regelen, net zoals bij een orgel.
USB aansluiting Als alternatief voor de Midi aansluiting kun je de USB poort gebruiken om je SP3 op een computer aan te sluiten. Drivers worden automatisch geïnstalleerd, en je vind deze dan terug onder de Midi devices in je muzieksoftware.
10
Basisbediening Fabrieksinstellingen en initialiseren 1. Om alle instellingen die je in de SP3 kunt veranderen weer terug te zetten naar de waarden zoals die waren toen de SP3 nieuw uit de doos kwam, druk je tegelijk op de plus [+] en de min [-] toetsen, terwijl je de piano aan zet. 2. Om alle opgenomen data te wissen druk je tegelijk op [RECORD] en op [PLAY], terwijl je de piano aan zet. 3. Om alle geheugens weer op de standaard instellingen te zetten druk je tegelijk op [STORE] en de [M1] knop, terwijl je de piano aan zet. 4. Om alle synthesizer parameters te initialiseren (terug te zetten op de fabrieksinstellingen) druk je tegelijk op [STORE] en [SYNTH], terwijl je de piano aan zet.
Volume Volume regel je door aan de volume knop te draaien. Met de klok mee is harder…
Brilliance (helderheid) De totale klank van de piano kun je helderder of wat doffer maken met de [BRILLIANCE] schuif. Dit is een soort equalizer, naar rechts is meer hoog in de klank , naar links is minder hoog.
Demo Druk op [DEMO] om de drie demo's achter elkaar af te laten spelen. Wil je een andere demo horen, kies die dan met de [+] en [-] knoppen of de [DIAL]. Houdt je de [DEMO] knop drie seconden ingedrukt dan zal de huidige demo blijven herhalen. Tijdens het afspelen van de Demo kun je het tempo aanpassen met de [TEMPO] knoppen of de [DIAL].
11
Instrumenten De SP3 heeft 350 verschillende instrumenten aan boord. Piano's, orgels, gitaren, synthesizer klanken, effecten en negen user sounds. Daarbij zijn er nog 13 percussie kits. Bij een percussie kit heeft iedere klank een eigen toets op het klavier. Zo kun je drummen op je toetsenbord. Ieder instrument heeft een eigen nummer. De namen en de bijbehorende nummers vind je terug achteraan in deze handleiding.
INSTRUMENTEN KIEZEN Wanneer je de piano aan zet wordt instrument één geselecteerd. Dat is de piano. Instrumenten worden 'VOICE' genoemd. Met de [+/YES] en [-/NO] knoppen, de nummer knoppen of met de draaischijf [DIAL] kun je het instrument kiezen dat je wilt gebruiken.
VOICE (R1) Druk op [VOICE]. Kies een instrument zoals hierboven beschreven. Wanneer je in DUAL of LOWER mode staat kun je meer instrumenten kiezen, namelijk het instrument voor de linkerhand en/of het tweede instrument voor de rechterhand. Dat doe je door steeds weer op de [VOICE] knop te drukken, de drie instrument nummers wisselen elkaar dan af.
DUAL VOICE (R2) Druk op [DUAL] en de piano staat in dual voice mode. Nu hoor je twee instrumenten tegelijkertijd. Door weer op [VOICE] te drukken kun je afwisselend het hoofdinstrument (R1) en het tweede instrument (R2) selecteren. Nogmaals op [DUAL] drukken zet deze functie weer uit.
LOWER VOICE (L1) Om het toetsenbord in twee delen te splitsen en met links een ander instrument te bespelen dan rechts druk je op [LOWER]. Het linker instrument kun je ook kiezen door op [VOICE] te drukken totdat VOICE L geselecteerd is, op de gebruikelijke wijze kies je dan het instrument dat je met de linkerhand wilt bespelen. Druk nogmaals op [LOWER] en deze functie wordt weer uitgeschakeld.
12
Instrumenten
SPLIT PUNT Het splitpunt voor het rechter en linkergedeelte van het toetsenbord kun je zelf instellen. Standaard staat het op F#3 . Iedere toets kan het splitpunt zijn en dat splitpunt kan opgeslagen worden in het geheugen. Splitpunt instellen doe je in het 'function' menu.
AUTOMATISCHE BEGELEIDING Het linker gedeelte kan ook gebruikt worden om de akkoorden te spelen waarop de automatische begeleiding werkt. Druk op [ABC] om de automatische begeleiding aan en uit te zetten. De automatische begeleiding maakt op basis van de akkoorden die je in het linkergedeelte speelt een complete begeleiding in de gekozen muziekstijl.
TOONHOOGTE Met de functies 'oktaveren' (Octave), 'transponeren' (Transpose) en 'stemmen' (Tuning) kun je de toonhoogte en het bereik van het keyboard aanpassen aan de omstandigheden.
HARMONY Het kan mooi zijn om bij de melodie die je met je rechterhand speelt een tweede stem te spelen. Maar dat is niet gemakkelijk. De SP3 heeft een automatische tweede stem functie, die vind je onder de knop [FUNCTION] (waarover verderop in de handleiding meer). Hier kun je ook kiezen voor verschillende soorten 'harmony'. Deze functie werkt alleen als de automatische begeleiding aan staat.
13
Instrumenten PITCHBEND WIEL / MODULATIE Met het Pitchbend wiel kun je de tonen die je speelt naar boven of naar beneden laten glijden. Op die manier kun je de speelstijl van een saxofoon of elektrische gitaar goed nadoen. Jan Hammer is beroemd geworden om zijn gebruik van pitchbend op de synthesizer. Wanneer je op de knop [MODULATION] drukt die boven het pitchbendwiel zit, dan hoor je vibrato.
SUSTAIN Op iedere piano zit een zogeheten sustain pedaal. Wanneer je dat intrapt blijven de tonen doorklinken. Voor de SP3 kun je een sustainpedaal bijkopen. Soms is het echter ook mooi om het sustain effect de hele tijd aan te hebben. Bijvoorbeeld bij dromerige synthesizer geluiden. Daarvoor is de [SUSTAIN] knop. Om het effect aan te zetten druk je op de [SUSTAIN] knop. Druk nogmaals om het weer uit te zetten. Op het beeldscherm kun je ook zien of het sustain effect aan of uit staat.
14
AUTOMATISCHE BEGELEIDING Als je op een keyboard speelt klinkt het net alsof er een hele band aan het spelen is. Dat doe je met behulp van de automatische begeleiding. In de SP3zit deze functie ook en er is keuze uit 130 verschillende stijlen. Bijvoorbeeld 8-beat, Rock & Roll, Wals, Disco. Als je een bepaald liedje gaat spelen kies je een stijl die daarbij past. Maar hoe werkt het nou precies?
Hoe werkt de Automatische Begeleiding? De automatische begeleiding bestaat uit een aantal verschillende partijen die door een aantal instrumenten worden gespeeld. Zo hoor je drums een bas en vaak nog een gitaar of piano. Afhankelijk van de stijl worden de instrumenten door de SP3 gekozen. Wanneer je de automatische begeleiding van de piano aanzet door op [A.B.C.] te drukken, wordt het toetsenbord in twee stukken verdeeld. Het rechter gedeelte is om de melodie te spelen, het linker gedeelte gebruik je om de begeleiding mee te sturen. De piano weet wat er gespeeld moet worden aan de hand van de akkoorden die jij aan de linkerkant van het toetsenbord speelt. Speel je een C akkoord, dan hoor je een begeleiding in C, speel je een A mineur akkoord, dan speelt ook de begeleiding in A mineur.
MUZIEKSTIJL KIEZEN Je kiest een begeleidingsstijl eigenlijk op dezelfde manier als dat je een instrument kiest. Je drukt eerst op [Style], en vervolgens kun je met de draaischijf [DIAL] of de [+/YES] en [/NO] knoppen óf met de cijfertoetsen het nummer kiezen van de stijl die je wilt gebruiken.
ALLEEN DRUMS Druk op [START/STOP] en je hoort de drums spelen in de gekozen stijl.
DE HELE BEGELEIDING Druk op [ABC] , op het beeldscherm zie je het A.B.C. tekentje verschijnen. De automatische begeleiding staat aan.
SYNC START Druk op [SYNC] de metronoom aanduiding in het beeldscherm staat te knipperen. Nu is de automatische begeleiding klaar om te beginnen. Op het moment dat je het eerste akkoord pakt aan de linkerzijde van het keyboard, begint de begeleiding te spelen.
15
AUTOMATISCHE BEGELEIDING BEDIENING VAN DE AUTOMATISCHE BEGELEIDING Wanneer je een liedje op de radio hoort, dan is dat nooit van het begin tot het einde steeds hetzelfde, of steeds hetzelfde ritme. Het begint, dan is er een couplet, dan komt het refrein, nog eens een couplet, refrein en dan komt het einde. Dit kun je met de SP3 ook zo doen. Daarvoor heeft het keyboard een aantal speciale knoppen waarmee je de automatische begeleiding bedient.
BASISBEGELEIDING EN VARIATIE Het keyboard heeft een aantal variaties voor de automatische begeleiding. Van de basis begeleiding zijn er twee versies, versie A en versie B. Ook wel 'normal' en 'variation' genoemd. A is wat rustiger, bijvoorbeeld geschikt voor het couplet, B is wat steviger en enthousiaster, prima dus voor een refrein. FILL IN Voor de overgang van A naar B, of om een kort tussenspel in te voegen zijn er de 'Fill in A' en 'Fill in B' knoppen. BEGIN EN EINDE Verder heb je de intro, waarbij het keyboard een voorspel speelt voordat hij naar de basisbegeleiding gaat, en een ending. Wanneer je tijdens het spelen op ending drukt, dan maakt het keyboard een einde aan het liedje op een manier die past bij de gekozen stijl. Deze knop gebruik je wanneer je het liedje met een voorspel wilt laten beginnen. Je drukt eerst op 'syncstart', dan op 'intro' en dan speel je het eerste akkoord. Het keyboard speelt nu eerst de intro en komt daarna op de basisbegeleiding. Gebruik je ook de knop [SYNC STOP] dan stopt de begeleiding als je de toetsen in het akkoord gedeelte loslaat.
De fill in A en de Fill in B zijn bedoeld om van de basis begeleiding (A) naar de variatie (B) te gaan en weer terug. Wanneer de piano de basisbegeleiding speelt en je drukt op Fill in A, dan speelt de piano een tussenspel van één maat, en blijft bij A. Druk je op Fill in B, dan volgt er een tussenspel van één maat en gaat het keyboard naar begeleiding B. Dit werkt ook andersom. Wanneer het liedje klaar is druk je op 'ending'. De piano maakt er dan zelf een mooi einde bij dat past bij de gekozen muziekstijl.
16
AUTOMATISCHE BEGELEIDING AUTOMATISCHE BEGELEIDING EN AKKOORDEN Om de begeleiding te laten weten wat die moet spelen geef je aan de linkerzijde van het toetsenbord akkoorden in. Dat kan op twee verschillende manieren. Single finger en Fingered. Het eerste betekend dat je met één vinger al een akkoord kunt spelen, de meeste speel je met een of twee vingers. Het tweede betekend dat je de akkoorden pakt zoals je dat ook op een piano zou doen. Je gebruikt daarbij alle noten waaruit het akkoord bestaat. De SP3 herkent zelf welke methode je gebruikt. HET 'HELE AKKOORDEN' SYSTEEM: Wanneer je al wat kunt spelen, of gewoon alle gangbare akkoorden wilt kunnen gebruiken, dan is het 'fingered' systeem het best geschikt. Je moet dan wel even weten uit welke tonen ieder akkoord is opgebouwd, maar eigenlijk is dat best goed te doen. De Medeli SP3 begrijpt niet alle akkoorden die er mogelijk zijn, maar wel een hoop. Hieronder in de tabel zie je welke. Er worden alleen de voorbeelden in C gegeven. Voor alle andere toonsoorten zijn dezelfde akkoorden mogelijk. In je leerboek wordt verteld hoe dat allemaal werkt.
Akkoorden in 'fingered' mode:
17
LET OP: Je gebruikt voor het spelen van de akkoorden van de automatische begeleiding alleen het linkergedeelte naast de split!
AUTOMATISCHE BEGELEIDING EEN VINGER SYSTEEM: Bij het één vinger systeem hoef je niet te weten hoe een akkoord is opgebouwd. Je hoeft alleen te weten hoe het heet, en hoe de toetsen heten. Wil een een C akkoord spelen, dan druk je de C op het toetsenbord in. Wil je een G akkoord spelen, dan druk je de G in. Dit zijn de majeur akkoorden Als je wat moeilijkere akkoorden wilt spelen kan dat ook. Voor een mineur akkoord speel je de grondtoon én de eerste zwarte toets links daarvan. Voor een septiem akkoord speel je de grondtoon én de eerste witte toets links daarvan. Voor een mineurseptiem speel je dan de grondtoon én tegelijk de eerste witte en de eerste zwarte toets links.
LET OP: Je gebruikt voor het spelen van de akkoorden van de automatische begeleiding alleen het linkergedeelte naast de split!
VOLUME VAN DE AUTOMATISCHE BEGELEIDING Bij de SP3 is van alle verschillende instrumenten die meedoen in de automatische begeleiding het volume apart te regelen. Er zijn vijf begeleidingssporen, ieder spoor heeft zijn eigen instrument. Dat zijn: Orch1, Orch2, Orch3, BASS, en DRUM. Dit doe je in het 'function' menu. Zie voor de bediening daarvan het hoofdstuk 'function' menu. Ook het totaal volume van de begeleiding kun je natuurlijk instellen. TOTAAL VOLUME BEGELEIDING Druk op [ACC.VOLUME+] of ACC.VOLUME-] om het volume van de gehele begeleiding harder of zachter te zetten. Je kunt het volume nu verder aanpassen met de [DIAL], de [+/-] knoppen of de cijfertoetsen. Wanneer je op beide [ACC.VOLUME] knoppen tegelijk drukt, zet je het volume van de automatische begeleiding op 0, je hoort dan geen begeleiding meer.
18
TEMPO TEMPO INSTELLEN Iedere muziekstijl in dit keyboard heeft een eigen, bijpassend tempo. Maar het kan natuurlijk voorkomen date je een stijl op een andere snelheid wilt gebruiken. Dat kan met de knoppen [TEMPO +] en [TEMPO -]. Wanneer je een van deze toetsen hebt ingedrukt zie je het huidige tempo knipperend in het beeldscherm staan. Nu heb je iets van 9 seconden om met de [DIAL] het tempo aan te passen naar eigen wens. Kan ook door een van de [TEMPO] knoppen ingedrukt te houden, of stapje voor stapje door de waarden heen te klikken. Druk je beide [TEMPO] knoppen gelijktijdig in, dan springt de tempo waarde weer terug naar de snelheid die bij de gekozen stijl hoort. Kies je tijdens het spelen van de begeleiding een andere muziekstijl, dan blijft het tempo gelijk. Stop je eerst en kies je dan een andere stijl, dan wordt het bij die stijl horende tempo automatisch ingesteld.
METRONOOM AAN EN UITZETTEN VAN DE METRONOOM Het aan en uitzetten van de metronoom doe je in het functie menu. Druk op [FUNCTION] totdat je 'Metronome' in het beeldscherm ziet. Nu kun je hem aan of uit zetten op de gebruikelijke manieren, met de [DIAL] en/of de [+] en [-] knoppen. .
ONE TOUCH SETTING Een handige functie op de SP3 is de O.T.S.. Deze neemt je een hoop werk uit handen, want als je deze functie gebruikt dan kiest het keyboard welk instrument er mooi past bij de begeleidingsstijl die je gekozen hebt. O.T.S. is de afkorting van 'One Touch Setting' oftewel: 'met één knop alle instellingen maken'. Per begeleiding zijn er vier O.T.S. instellingen, die je eenvoudig kiest door op [M1] ~[M4] te drukken.
1. Druk op de knop [O.T.S.]. De geheugenlokatieknoppen zijn nu de O.T.S. knoppen. De knoppen [M1] en [M2] zijn voor de normale begeleiding, en de knoppen [M3] en [M4] zijn voor de variatie. Dit kun je goed gebruiken om de spanningsboog van je liedje op te bouwen. 2. Deze O.T.S. knoppen bedienen ook de 'fill ins'. Om een fill in naar normal A te maken druk je op [M1] of [M2], door een fill in naar variatie B te maken gebruik je [M3] en [M4]. 3. Je zet O.T.S weer uit door op de knop [O.T.S] te drukken. Nu zijn de knoppen [M1] ~[M6] weer beschikbaar als geheugenknoppen. O.T.S. werkt op de volgende instellingen: Instrumenten, octavering, volume, reverb type en level, chorus type en level.
19
GEHEUGEN Als je dan een liedje hebt leren spelen, dan heb je daar op een gegeven moment ook een mooie combinatie van begeleiding en melodie instrument voor gevonden. Misschien zet je de begeleiding ook wal wat langzamer dan dat ie standaard staat ingesteld en gebruik je de dual voice. Om al die instellingen te onthouden en steeds weer te maken is omslachtig. Bovendien als je eens optreedt met je keyboard is het wel vreemd als het steeds een halve minuut stil is tussen de nummers door terwijl jij alle instellingen zit te veranderen. Daar is iets op gevonden: een geheugenbank. Er zijn in totaal acht geheugenbanken en iedere geheugenbank heeft zes geheugenlocaties. Die zie je zo zitten op je keyboard (onder het beeldscherm) dat zijn de knoppen [M1] tot en met [M6]. Druk op [BANK] en met de [DIAL] kies je een bank. Vervolgens kies je een van de 6 geheugentoetsen om het geheugen op te roepen.
Data die wordt opgeslagen is: hoofdinstrument (Voice), tweede instrument (Dual) , linkerinstrument (Left) , Synth parameters, sustain instellingen, begeleiding, tempo, functie instellingen, mixer instellingen, volume van de begeleiding en de oktaverings instelling.
1. GEHEUGEN BEWAREN Druk op de knop [STORE] en terwijl je die ingedrukt houdt druk je ook op een van de geheugenlocatieknoppen. Bijvoorbeeld [M1], maar dat kan net zo goed [M3] of een andere zijn. 2. OPROEPEN Om een geheugen weer op te roepen, druk je gewoon op de geheugenknop waaronder je de instellingen die je wilt gebruiken zijn opgeslagen.
Met FREEZE blijven de volgende parameters ongewijzigd bij het wisselen van geheugen, ook als een geheugen andere instellingen zou bevatten: ABC aan/uit, muziekstijlnummer, narmaal/variatie, tempo, splitpunt, alle begeleidingvolume instellingen die in de mixer gemaakt zijn, totaal volume van de begeleiding, galm en chorus.
3. FREEZE In het geval dat je wel van instrument instellingen wilt wisselen maar alle instellingen van de begeleiding hetzelfde moeten blijven gebruik je de knop [FREEZE].
Let Op: FREEZE springt altijd aan wanneer je een diskette afspeelt, of als je een user song afspeelt.
20
SYNTH De klanken in de SP3 zijn gebaseerd op samples. Digitale opnames van echte instrumenten dus. Nu is niet iedere klank die je hoort in de SP3 met een nieuwe sample gemaakt, soms wordt dezelfde sample een paar keer gebruikt. Om er dan toch een heel ander instrument van te kunnen maken is er een synthesizer functie toegevoegd. Dat is in vrijwel alle keyboards zo. In de SP3 kunnen wij als gebruikers ook daar gebruik van maken en dus zelf nieuwe klanken gaan maken op basis van de samples in de SP3. 1. USER INSTRUMENT Druk eerst op [SYNTH] om in de synthesizer mode te komen Kies dan een User instrument. Dat is een klank in de SP3 die we kunnen veranderen. . 2. SAMPLE KIEZEN Druk op [NEXT], nu kun je een PCM sample uitkiezen die je als basis voor je klank wilt gebruiken. 3. OVERIGE PARAMETERS Druk steeds op [NEXT] of [BACK], om alle andere parameters te kunnen programmeren. Je kunt de vibrato snelheid, vibrato diepte, vibrato uitstel (delay), en attack, decay en release parameters programmeren. Een Let Op: zelfgemaakt geluid kan helaas niet opgenomen worden met de recorder functies
21
3. BEWAREN Er hoeft niet gesaved te worden, dat gaat automatisch.
SONG BOEK
In de SP3 zitten 100 song opgeslagen. Deze kunnen niet veranderd worden, maar je kunt er wel bij meespelen. Druk op [ALBUM] om in song mode te komen. Op het beeldscherm zie je de titel van de gekozen song. Met de [DIAL], de [+] / [-] knoppen of de cijferknoppen kun je een andere song kiezen. Als je op {ALBUM] hebt gedrukt staat het keyboard meteen in synchro start mode. Zoals gebruikelijk verander je het tempo met de [TEMPO+/-] knoppen.
DEMO
De drie DEMO's (demonstratie liedjes) laten horen hoe het keyboard klinkt.
Druk op de knop [DEMO] om de demo songs te starten. Kies een andere DEMO song op de gebruikelijkke manier. Ook het tempo kun je aanpassen.
Druk nogmaals op [DEMO] of op [START/STOP] om de het afspelen van de demo song te stoppen.
22
FUNCTIE MENU In het functie menu vind je nog een aantal mogelijkheden die geen eigen knop op het bedieningspaneel hebben, of die een algemene instelling van het keyboard bedienen. De bediening van het functie menu is steeds hetzelfde. Je drukt op [FUNCTION] om in het functie menu te komen. Dan zoek je met de [DIAL] of de [+] en [-] knoppen de functie die je wilt veranderen, dan druk je op [NEXT] om bij de parameter die je wilt gaan veranderen te komen. Met [BACK] ga je een stap terug. Wanneer je bijvoorbeeld de aanslaggevoeligheid (die zit onder 'utility') gaat instellen doe je dat als volgt:. Druk op [FUNCTION] ga naar utility en druk op [NEXT]. Ga naar 'velocity en druk op [NEXT]. Nu kun je, ook met de [DIAL] en/of de [+] en [-] knoppen, de waarde veranderen. Zo werkt het verder ook voor alle andere instellingen die je in het functie menu kunt doen. Zie de tabel hieronder voor een overzicht.
23
FUNCTIE MENU In het functie menu vind je dus een aantal mogelijkheden die geen eigen knop op het bedieningspaneel hebben, of die een algemene instelling van het keyboard bedienen.
METRONOOM:
DIGITAAL EFFECT (DSP) Galm (reverb) is wat je hoort wanneer je in een grote hal of een kerk hard in je handen klapt. Het geluid komt via de muren bij je terug. In de SP3 zit een digitale galm, waarmee de geluiden veel echter lijken, doordat het net is alsof ze echt in een ruimte spelen. Ook heeft de SP3 een chorus effect, wat het geluid breder en rijker doet klinken. Deze functies zitten in het menu DSP (digital signal processor).
24
FUNCTIE MENU DSP TYPE Het kiezen van de verschillende DSP types gaat op de inmiddels vertouwde manier. Het instellen van hoeveel er te horen is van het effect, gaat via het menu 'reverb level' en 'chorus level'.
25
FUNCTIE MENU UTILITY In de Utility mode van het 'function' menu stel je dingen in zoals aanslaggevoeligheid van het klavier, het split punt, het bereik van het 'pitchbend wiel' en Pedaal toewijzing. De manier waarop dat gaat is hetzelfde zoals hiervoor beschreven bij introductie van het function menu. AANSLAGGEVOELIGHEID INSTELLEN:
SPLITPUNT INSTELLEN:
OKTAVEREN EN TUNE Bij het oktaveren en de TUNE functie (=stemmen) moet je even goed opletten wélk instrument je mee bezigbent. Het hoofdinstrument (R1) het tweede instrument (DUAL, R2) of het linker instrument (LEFT, L1)
PITCHBEND BEREIK INSTELLEN:
26
FUNCTIE MENU MIDI De afkorting MIDI komt van Musical Instrument Digital Interface. Wat vrij vertaalt zoiets betekend als: ‘afspraak betreffende digitale gegevensoverdracht voor muziekinstrumenten’. Dit maakt het mogelijk om verschillende elektronische muziekinstrumenten, maar ook computers en andere apparatuur met elkaar ‘te laten communiceren’ In het MIDI menu kun je een aantal belangrijke instellingen maken.
MIDI TRANSMIT CHANNEL: 1~16De instelling bij Midi transmit channel (midi zendkanaal) bepaalt op welke midi kanalen de SP3 uitzend. Standaard is dat kanaal 001.
MIDI RECEIVE CHANNEL: 1~16-ALL De instelling bij Midi receive channel (midi ontvangst kanaal) bepaalt op welke midi kanalen de SP3 reageert. Standaard luistert de SP3 naar álle midikanalen.
27
FUNCTIE MENU FUNCTIE MENU BASIS INSTELLINGEN Om de functie instellingen weer te krijgen zoals ze vanuit de fabriek waren, druk je op de [+] en [-] knoppen tegelijk.
BASIS INSTELLINGEN:
28
SMART MEDIA CARD De Smart Media Card (SMC) worden gebruikt voor het opslaan van data en voor het afspelen van Midi songs. De SMC is compatible met MS-DOS FAT12/16. SMC's tot 128MB kunnen worden gebruikt.
MIDI SONGS AFSPELEN Druk op [SMC LOAD] , kies vervolgens het menu 'load MIDI file" en druk op [NEXT]. Nu kun je kiezen uit 'single play' of 'chain play'. Bij dat laatste worden alle file op de SMC achter elkaar gespeeld, bij het eerste alleen de geselecteerde song. Druk op [next]. Nu zie je de namen van de SONGS op de SMC. Kies je song en druk op [START/STOP] Om het afspelen te stoppen druk je nogmaals op [START/STOP]. Tijdens het afspelen kun je een andere song kiezen, de song stopt dan en de nieuw geselecteerde gaat spelen.
GEHEUGENS EN USER SONG Behalve bestaande midifiles inladen en afspelen kun je op de SMC ook je andere data laden én opslaan zoals de geheugens en de usersong. Dat werkt verder hetzelfde.
29
Smart Media Card SAVEN (BEWAREN) Je kunt data van de piano saven op de SMC. (Song data, Memory data, Synth data) Alleen deze gesavede data kan ook weer door het keyboard geladen worden, data afkomstig van een PC of een ander Midi apparaat met SMC begrijpt de SP3 niet. Zoals al eerder aangehaald: Standard Midi File (SMF) songs kunnen wel gelezen worden, mits zij de extensie .MID hebben. Wanneer je iets gaat saven op een SMC, zul je het een naam willen geven. Anders wordt het erg lastig terugzoeken. Druk op [SAVE]. Je ziet een cursor in het beeldscherm knipperen. Met het toetsenbord kies je de letters en met de [DIAL] en/of de [+] en [-] knoppen schuif je steeds een positie op. (of terug als je iets wilt verbeteren). Ben je klaar met de naam, druk dan op [NEXT] en het bestand wordt gesaved met de naam die je net gegeven hebt en de extensie die hoort bij het soort data (Midifile, memory, enzovoort) . Een User song wordt opgeslagen als Standaard Midi File en kan door computers en andere Midi apparatuur gelezen worden. Alle andere data is alleen voor de SP3 bestemd. De bediening hier is steeds hetzelfde. NAAM GEVEN Files die je gaat bewaren op de SMC moet je een naam geven, anders weet je al snel niet meer wat nou wat is. Dat doe je in het naamgeef menu natuurlijk, waar je langs komt tijdens het saven, én met de toetsen van de piano… Zoals je hieronder kunt zien:
[SHIFT]: [DELETE]: [BACK]: [NEXT]:
In principe schrijf je alles met hoofdletters. Wil je kleine letters dan houd je [SHIFT] ingedrukt bij het kiezen van de letters. Werkt hetzelfde als bij een computer, de letter wordt gewist. Een stapje naar links Een stapje naar rechts.
30
Smart Media Card SMC UTILITY Er zijn een aantal basis handelingen die je moet kunnen uitvoeren als je keyboard een SMC heeft, die betrekking hebben op het gebruik de SMC. Zo moet je een nieuwe SMC voor gebruik altijd 'formatteren'. Oftewel, gebruiksklaar maken voor de SP3. Wanneer je een al gebruikte SMC helemaal wilt wissen, kun je ook voor formatteren kiezen; na het formatteren is de smart media card weer helemaal leeg. Andere handige functies zijn natuurlijk het wissen van files (songs of andere data) van een smart media card en het laden van files. Dit gebeurt allemaal in het 'utility menu'. De bediening hiervan lijkt sterk op de bediening van het 'function' menu. Druk op [UTILITY], vervolgens kun je met de [+] /[-] toetsen of de [DIAL] de verschillende functies doorlopen. Met [NEXT] selecteer je een functie. Om er vervolgens weer uit te gaan gebruik je [BACK]. Wil je bijvoorbeeld een smart media card formatteren druk je eerst op [UTILITY], vervolgens op [+] totdat je bij 'format' bent. Dan druk je [NEXT]. Om het formatteren te bevestigen druk je nu op [+], het keyboard gaat nu de smart media card formatteren. Wacht geduldig tot hij klaar is. Vóórdat je op [+] gedrukt hebt kun je je nog bedenken door op [-] te drukken. De overige utility's werken op eenzelfde manier.
31
SEQUENCER Er zit een 4 sporen midi sequencer in de SP3. Dat betekent dat je zelf een song kunt opnemen met vier verschillende instrumenten daarin. Los daarvan kun je ook de automatische begeleidingen opnemen Er zijn twéé user songs. 4 SPOREN, OPNEMEN WAT JE SPEELT 1. Druk op [REC] en op het beeldscherm verschijnt het opname symbool. Kies of je song 1 of song 2 wilt opnemen. Druk weer op [RECORD]. Je kunt nu het spoor (melody 1 t/m 4, of het begeleidings spoor/accomptrack) kiezen waarop je wilt gaan opnemen. 2. De opname start zodra je begint te spelen of op [START/STOP] drukt. 3. Op het beeldscherm zie je welk tempo er ingesteld is, en je hoort de drums meespelen in de maat. 4. Wanneer je een spoor kiest waar al iets opstaat, dan wordt alles daarop gewist. 5. Gebruik je de automatische begeleiding bij de opname (door de accomp track te kiezen), dan worden automatisch de bijbehorende sporen gebruikt. 6. Wanneer je tijdens het opnemen van de begeleiding op [START/STOP] drukt, dan stopt de begeleiding, maar de opname gaat door. 7. Je kunt de metronoom aanzetten tijdens de opname, deze wordt niet opgenomen. 8. Wanneer je op [DEMO] drukt dan stopt de opname, de data gaat dan niet verloren. 9. Als het geheugen vol is stopt de opname automatisch. 10. Stop de opname door op [ENDING] te drukken of op [REC]. 11. Wanneer je het keyboard uitzet blijft de opname bewaard. Wil je die wissen druk dan op [RECORD] en [PLAY] tegelijk als jet de piano aanzet. Wil je iets bewaren of er later aan verder werken, kun je het ook saven op de SMC
32
SEQUENCER AFSPELEN 1. Het TEMPO is dat van de eerste track die je hebt opgenomen, of als je automatische begeleiding gebruikt altijd die van de automatische begeleiding. 2. Druk op [PLAY] om de opgenomen song af te spelen., kies dan song 1 of song 2. 3. Tijdens het afspelen kun je sporen aan en uitzetten door op de bijbehorende knoppen te drukken. 4. Om het afspelen te stoppen druk je weer op [PLAY]. Als de song aankomt bij het einde dan stopt het afpelen vanzelf. 4. Druk je op [PLAY] en je hebt nog niets opgenomen verschijnt er 'NO RECORD' op het beeldscherm.
33
HELP FUNCTIE De SP3 heeft een help knop, wanneer je die indrukt (en vasthoudt) zie je op het display informatie staan over de functie waarin je bezig was. Je kunt de taal voor de help functie instellen in het functie menu, Nederlands is echter niet beschikbaar. Het kan toch heel handig zijn, de help functie frist net weer even je geheugen op wat je ook weer met een bepaalde functie kon doen en welke stappen je moet nemen. Met de [NEXT] en [BACK] knoppen of met de [DIAL] kun je door de help pagina's heenbladeren. Hieronder zie je wat je van de help functie kunt verwachten:
34
MIDI De SP3 heeft Midi waarmee je de piano op een computer aan kunt sluiten. Ook voor aansluiten op een ander keyboard of Midi apparaat gebruik je de Midi aansluitingen.
piano
computer
MIDI De afkorting MIDI komt van Musical Instrument Digital Interface. Wat vrij vertaalt zoiets betekend als: ‘afspraak betreffende digitale gegevensoverdracht voor muziekinstrumenten’. Dit maakt het mogelijk om verschillende elektronische muziekinstrumenten, maar ook computers en andere apparatuur met elkaar ‘te laten communiceren’ Midi kent drie soorten aansluitingen: - MIDI IN Informatie van andere MIDI apparatuur kan hier ontvangen worden. - MIDI OUT De informatie die een keyboard, computer of sequencer maakt, komt er hier uit. - MIDI THRU De informatie die binnenkomt bij de MIDI IN wordt ongewijzigd doorgegeven. MIDI THRU is dus bedoelt voor het doorschakelen van verschillende apparaten.
MIDI is oorspronkelijk ontwikkeld om met het ene instrument te kunnen spelen op het andere… Je verbindt altijd de midi-in met de midi out. De Midi thru is een doorgeefluik. Wat er binnen komt bij de Midi-in wordt ongewijzigd door de Midi-thru uitgezonden. Zo kun je dus een hele rij van Midi spullen aan elkaar hangen.
Al snel bleek dat MIDI ook heel interessant was in combinatie met computers en sequencers. Omdat Midi met 16 verschillende kanalen werkt, kunnen ook zestien verschillende instrumenten tegelijk spelen. Tegenwoordig zelfs met één instrument. Zoals de SP3.
35
USB De afkorting USB komt van Universal Serial Bus. Het is een vrij universele aansluiting waarmee je allerlei randapparatuur op je computer kunt aansluiten, met een minimum aan gedoe. Het was bedacht voor printers, muizen, digitale fototoestellen en zo meer. Maar het bleek ook goed te werken als Midipoort, met als voordeel dat je geen losse midi interface meer hoeft te kopen.
Gebruik De USB aansluiting van de SP3 is dus een alternatief voor de standaard Midi in- en uitgangen. Om hiermee te werken sluit je de SP3 aan op de computer met een USB kabel. De computer mag gewoon aan staan. Dan zet je de SP3 aan. Vervolgens geef je de computer even de tijd om te kijken wat er nu voor iets nieuws aan zijn USB poort hangt en er de juiste drivers bij te zoeken. Die zal hij installeren en daarna zoiets als 'de nieuwe apparatuur is klaar voor gebruik' in een ballonnetje laten zien. Er is nu een nieuwe midi poort aangemaakt in het systeem van de computer, die je in je muzieksoftware terug zal vinden bij het menu voor de midi poort selectie.
36
SPECIFICATIES TOETSENBORD
88 aanslaggevoelige gewogen piano toetsen
INSTRUMENTEN
350 verschillende instrumenten
MUZIEKSTIJLEN
130 muziekstijlen
DEMO
3 songs
SONGBOEK
100 songs
BEELDSCHERM
Multifunctioneel LCD scherm met blauwe verlichting
KNOPPEN EN SCHAKELAARS
AAN/UIT, VOLUME, , BRILLIANCE, ACCOMP VOL +/-, TEMPO +/-, HELP, SMC LOAD, A.B.C., NEXT, BACK, UTILITY, SAVE, VOICE, LOWER VOICE, STYLE, ALBUM, DEMO, DSP, DUAL, FUNCTION, O.T.S., FREEZE, SUSTAIN, TRANSPOSE, HARMONY, SYNTH, TOUCH, BANK, STORE, M1-M6. START/STOP, INTRO, FILL-IN A, FILL-IN B, ENDING, SYNC START, SYNC STOP.
BEDIENING BEGELEIDING SEQUENCER
ACCOMP, MELODY 1-4, REC, PLAY.
GEHEUGENS
48 geheugens voor opslag diverse instellingen.
PEDALEN
Sustain, volume
AANSLUITINGEN
Adapter DC12v, Hoofdtelefoon (2x), aux uitgang, aux ingang, MIDI in/out/, 2 pedalen.
BOXEN
2x 15watt, 4ohm.
AFMETINGEN
1360x345x138 (LxBxH)
GEWICHT
23,5 kg
37
APPENDIX 1: lijst met instrumenten
38
APPENDIX 2: lijst met muziekstijlen
39
APPENDIX 3: lijst met akkoorden
40
APPENDIX 4: Songboek
APPENDIX 5: DEMO songs
41
APPENDIX 6: MIDI implementatie tabel
42
Service centrum:
Calimex B.V. Windmolen 32 3642 DB Mijdrecht www.calimex.nl Garantietermijn: 1 jaar
vertaling: Allard Krijger> www.fraknoise.nl
43