Digitaal
bewust
vaardig
didactisch
wijs
April 2013 Ben Kort
1 Inhoudsopgave
1
Inhoudsopgave ................................................................................................ 2
2
Inleiding ........................................................................................................... 3
3
Digi - bewust .................................................................................................... 4
4
Digi - vaardig ................................................................................................... 5
5
Digi - didactisch ............................................................................................... 6
6
Mediawijsheid .................................................................................................. 7
7
Een concreet voorstel: .................................................................................... 9
8
Bijlage 1 basisvaardigheden minimum .......................................................... 10
9
Bijlage 2 basisvaardigheden mediawijs......................................................... 11
2
2 Inleiding Een lerende school (uit het boek ont-moeten) De wereld om ons heen verandert steeds sneller, steeds ingrijpender. Een school is geen geïsoleerde instelling maar maakt deel uit van deze snel veranderende omgeving. Een aanpak die tien jaar geleden prima werkte blijkt bij kinderen die opgroeien in onze tijd veel minder effectief. Andere benaderingen zijn nodig, ander gedrag en andere bekwaamheden zijn vereist. De veranderingen in de omgeving vragen van de mensen die in de school werken dat ze dingen gaan doen die ze eerst niet deden en ook niet konden. De gedragsverandering die daartoe noodzakelijk is, komt niet vanzelf. Ze zal geleerd moeten worden. De opdracht van elke leraar, elke school, elk samenwerkingsverband en elk schoolbestuur is het realiseren van kwalitatief hoogstaand onderwijs dat ertoe doet in deze tijd.
De vraag is hoe we binnen de stichting de inzet van digitale middelen op een hoger plan kunnen brengen. Dat is onder te verdelen in 4 stukken: Digi – bewust, (bewust zijn van de mogelijkheden en kansen) Digi – vaardig, (kunnen omgaan met de techniek en de middelen) Digi – didactisch (kunnen inzetten in de dagelijkse lespraktijk) en Digi – wijs (media- wijs, bewust zijn van de impact en de mogelijke risico‟s)
3
3 Digi - bewust De wereld is razendsnel veranderd. Daar waar wij nog praten over een telefoonnummer draaien en een telefoonboek, hebben jonge kinderen geen idee waar we het over hebben. Een LP, cassettebandje, videorecorder, diskette en nog veel meer zaken die een poosje geleden nog modern waren, zijn nu al weer bijna van de markt verdwenen. Een pc, laptop, smartphone of een tablet is voor ons een modern medium, voor kinderen een normaal gebruiksvoorwerp. Sluit ons denken nog aan op dat van de kinderen? Zijn wij als leerkracht nog een rolmodel? Doen we de juiste dingen voor? Wij worden ingehaald door de leerlingen of (zoals verwoord in Changing education paradigms) lopen het risico de ontwikkeling van de kinderen af te remmen. (Onlangs bood een kind aan om de muis van mij over te nemen bij een activiteit, duidelijk in de veronderstelling dat hij het sneller en/of beter kon. . . . . )
Om te komen tot adequate inzet van de digitale middelen en het begeleiden van de kinderen in het gebruik daarvan zal er eerst een bewustzijnsverandering plaats moeten vinden. Weten wat werkt en waarom en hoe het kan bijdragen in het leerproces. De vraag is hoe we dat digi-bewustzijn kunnen vergroten, want pas dan wordt het opdoen van digi-vaardigheden betekenisvol voor leerkrachten. Dat bewustwordingsproces is de basis voor het verder ontwikkelen van het werken met nieuwe mogelijkheden, zoals met tablets, smartphones e.d.
4
4 Digi - vaardig Daar waar de inzet van digitale middelen betekenisvol is, komt de behoefte aan het opdoen van vaardigheden. Oma die via Skype communiceert met haar (klein-)kinderen in Zuid-Afrika leert snel het gebruik van Skype. Binnen de stichting zijn een aantal zaken verplicht ingevoerd, waaronder het gebruik van Parnassys en de stichtingsmail. Deze vaardigheden scoren hoog binnen de ict-vragenlijst. De benodigde vaardigheden worden dan opgedaan in een zinvolle, zij het verplichte context. Het worden dan gebruikszaken die langzamerhand vanzelfsprekend worden. Daar liggen wel kansen. Verplichte inzet van een gedeelde digitale agenda op schoolniveau? Verplicht digitaal administreren van de lesplanning en de verwerkte leerstof? Verplicht ? ? Lastiger wordt het binnen de klas met de inzet van digitale middelen. Is de inzet van het digitale bord verplicht en/of noodzakelijk? Gebruiken leerkrachten verplicht dezelfde bordsoftware (Gynzy) of kan men kiezen? Wat is het minimale gebruik van de computers in een leerjaar voor de kinderen? Van belang is om zowel het digi - bewustzijn als de digi - vaardigheden op een hoger niveau te brengen.
5
5 Digi - didactisch Hierboven ligt de nadruk vooral op vaardigheden in het gebruik van digitale middelen. De effectieve inzet en het denken in digitale mogelijkheden binnen de didactiek is een onderdeel dat daarbinnen extra aandacht zou moeten krijgen. Praktijkgericht dus. Dat zou extra tot zijn recht kunnen komen bij het werken met de methode gebonden software en bijvoorbeeld de inzet van Ambrasoft, maar ook bij het maken van lessen voor alle onderdelen, het gebruik van het digitale bord enz.
Een optie daarbij is om werkgroepen te creëren binnen de verschillende bouwen of groepen die digitale lessen uitwisselen. Het oorspronkelijke plan om lesideeën op het intranet te plaatsen zou daarmee nieuw leven kunnen worden ingeblazen. Doel is dat men 1 les maakt en er 5 terug krijgt (tijdwinst), maar ook dat men van elkaar leert hoe lessen worden opgezet en digitaal uitgewerkt. Zowel Gynzy als de slimboard software bieden de mogelijkheid om lessen op te slaan en uit te wisselen, maar er zijn diverse platvormen waar ook lessen kunnen worden uitgewisseld. (o.a. kennisnet)
6
6 Mediawijsheid Een onderdeel dat ik apart wil noemen is de mediawijsheid. Het is een deel dat binnen de scholen m.i. nog onvoldoende tot zijn recht komt. Kinderen (en leerkrachten) moeten zich bewust zijn van de mogelijkheden, maar ook van de impact en de mogelijke risico‟s bij het gebruik van digitale middelen. Mediawijsheid is een breed begrip dat niet overal helemaal hetzelfde wordt ingevuld. Van de website mediawijsheid.net (samengevat) Media zijn overal en hun maatschappelijke impact wordt steeds groter. Het is belangrijk om kritisch met media om te kunnen gaan en de kansen te benutten die media bieden. Zo kun je actief maatschappelijk meedoen aan onze samenleving. Het accent is bij mediawijsheid verschoven van consumptie (van bijvoorbeeld massamedia) naar productie van mediacontent en van reflectie naar expressie. Bovendien speelt in mediawijsheid de „houding‟ en de „mentaliteit‟ van de mediagebruiker een belangrijke rol. Maar ook het besef over de mogelijke effecten van het mediagebruik bij zichzelf en bij anderen. Definitie van mediawijsheid Mediawijsheid is volgens de Raad van Cultuur: „…het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld‟ (Raad van Cultuur 2005:8). Mediawijzer.net hanteert een ingekorte definitie: 'Mediawijsheid staat voor alle competenties die je nodig hebt om actief en bewust mee te doen met de mediasamenleving.' Mediawijzer.net heeft het begrip mediawijsheid ingedeeld in 10 competenties 1. Inzicht hebben in medialisering van de samenleving 2. Begrijpen hoe media worden gemaakt 3. Zien hoe media de werkelijkheid kleuren 4. Apparaten, software en toepassingen gebruiken 5. Oriënteren binnen mediaomgevingen 6. Informatie vinden en verwerken 7. Content creëren 8. Participeren in sociale netwerken 9. Reflecteren op het eigen mediagebruik 10. Doelen realiseren met media
Onderdelen die een rol spelen staan in bijlage 2. 7
Een aantal opties om de basisvaardigheden op een hoger plan te brengen: 1. Verplichte minimale vaardigheden: (school of stichtingsniveau?) Er moet dan een lijst zijn van minimale vaardigheden waar alle leerkrachten aan moeten voldoen. Collega‟s kunnen zelf checken waar hiaten liggen en die opnemen in hun pop. Als basis kan daarvoor de uitgave van kennisnet “ict-bekwaamheden van leraren” worden gebruikt. Er kan dan een aanbod zijn van cursus materiaal (schriftelijk of online) waar mee gewerkt kan worden en een deadline wanneer men aan de eisen moet voldoen. 2. Verplichte handelingen: (school of stichtingsniveau?) Afspraken over de inzet van een digitale agenda en/of klassenmap op schoolniveau? Afspraken over de inzet van het digitale bord en de computers in de klas. Enz ? 3. Cursussen organiseren. (stichtingsniveau?) Daarbij kan worden gedacht aan cursussen gegeven door deskundigen, maar het kan ook worden ingevuld door enthousiaste collega‟s binnen de stichting die voorbeelden uit hun lespraktijk laten zien. (Gynzy biedt workshops aan binnen het contract.) Deze cursussen kunnen plaatsvinden na schooltijd en/of avonden, maar er kan ook gedacht worden aan een constructie zoals bij het CPS waarbij groepen collega‟s worden vrij geroosterd om een cursus bij te wonen. 4. Werkgroepen samen laten werken aan het voorbereiden van lessen met de nadruk op de inzet van digitale middelen. Leren van en met elkaar. 5. Leercoaches aanstellen (schoolniveau) Daarbij kan worden gedacht aan leerkrachten, maar ook aan leerlingen die (andere) leerkrachten helpen met het opdoen van vaardigheden. Dit zou gekoppeld kunnen worden aan optie 1. Een extra mogelijkheid daarbij is ook dat leerlingen andere kinderen uit (lagere) groepen begeleiden met het aanleren van vaardigheden op het gebied van ict. (Handige leerlingen zouden ook handelingswijzers / stappenplannen kunnen maken voor leerkrachten of andere leerlingen) 6. ? Lastig is dat er grote niveauverschillen zijn bij de leerkrachten. Voor een deel zullen collega‟s zelf hun keuzes moeten maken en hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Cursussen kunnen slechts aan kleine groepen worden gegeven om het zo praktisch mogelijk te houden (beschikbaar aantal pc‟s). De vraag is wie wat moet kunnen. Gelden voor de vakleerkracht gym dezelfde eisen/verwachtingen als voor een groepsleerkracht? Tussendoor speelt mogelijk een pilot met de inzet van tablets en de implementatie van een nieuw intranet zou ook voor collega‟s nog om begeleiding kunnen vragen in de periode vóór 31-12-2013. 8
7 Een concreet voorstel: 1. Alle collega‟s ontvangen digitaal het boekje van kennisnet waarin de minimum ictbekwaamheden worden beschreven. (m.n. blz. 8), eventueel aangevuld met een aantal zaken uit de vragenlijst of andere informatie. (zie bijlage 1) 2. Een aantal zaken kunnen online worden opgezocht of op het intranet (stuk over pdf, over werken met de verkenner, handleiding bord e.d.). 3. Een aantal minimum doelen moeten voor 31-12-2013 worden beheerst. (pop) Tot die tijd is er op dinsdag en donderdagmiddag de gelegenheid om hulp te vragen aan mij bij problemen die niet zelf op te lossen zijn. 4. Op die middagen kunnen ook op afroep kleine cursussen worden gegeven aan belangstellenden. Voor de betrokkenen geldt dat ze zelf op zoek gaan naar lotgenoten om samen mee te leren. 5. In 2014 kunnen dan Cambiumbreed cursussen worden gegeven over mediawijsheid aan grotere groepen op een ochtend of middag onder schooltijd en kan er aandacht worden besteed aan de didactische inzet van de ict. De invulling hiervan zou eventueel door externen gerealiseerd kunnen worden of een groepje binnen de stichting zou de gelegenheid moeten krijgen om één en ander uit te werken en op te zetten. 6. In de periode september t/m december 2013 zouden eventueel bijeenkomsten moeten worden belegd voor de implementatie van een nieuw intranet? Bij de punten 2, 3 en 4 gaat het er om dat collega‟s die niet voldoen aan de minimum vaardigheden hun eigen verantwoordelijkheid nemen om op niveau te komen. Binnen de stichting kunnen we daar beperkte begeleiding in aanbieden. Bij punt 5 gaat het om het uitbreiden van kennis en het geven van prioriteit aan de ontwikkelingen w.b. de inzet van digitale middelen.
Op die manier zouden de scholen eind 2014 volledig op niveau moeten kunnen zijn w.b. de inzet van digitale middelen.
April 2013 Ben Kort
9
8 Bijlage 1 basisvaardigheden minimum Bekend?
Onderdelen die aan bod zouden kunnen komen zijn: Werken met bestandsbeheer, de verkenner, linker- en rechtermuisknop enz. Werken met internet, zoekmachines, wikipedia enz. Werken met Word, PowerPoint, Excel enz. Omgaan met beelden. (zelfgemaakte foto‟s, plaatjes van internet, scannen enz) Een screenshot kunnen maken en gebruiken Verschillen tussen soorten bestanden kennen Openen en gebruiken van verschillende soorten bestanden Weten hoe je efficient via Google kan zoeken Kleine technische problemen oplossen Digitale communicatie (email, facebook, twitter enz.) en keuze kunnen maken. Bewust zijn van andere vorm van communicatie digitaal (smiley‟s, hoofdletters enz.) Werken in de cloud met google drive, dropbox, o.i.d. (verzenden grote bestanden) Zoeken, installeren, organiseren, gebruiken en verwijderen van smartphone apps Inzet van het digitale bord (Gynzy?) Gebruik van Yurls, symbaloo. Maken, publiceren en delen van digitale media Educatieve bronnen online vinden en gebruiken Leerlingen bewust maken van hun „online imago‟
10
9 Bijlage 2 basisvaardigheden mediawijs Uit mediawijsheid in het po (kennisnet). Zij hanteren onderstaande schema als definitie voor studenten en leerkrachten voor de basisvaardigheden mediawijsheid. ICT en didactiek:
Informatie vaardigheden: Kiezen van geschikte zoeksystemen
Voorlichting en advies kunnen geven
Gaming
Definiëren van zoekwoorden
Inspelen op de actualiteit
Privacy
Toepassingen gebruiken (MSN, youtube, weblogs, wiki‟s, spreadsheets)
Selecteren van geschikte informatiebronnen
Op de hoogte blijven van media- en onderwijs -ontw (e-learning)
Manipulatie
Kunst en media
Evalueren van informatiebronnen
Invloed van tv, reclame, internet en gaming
Sociale sites
Internet en beeldtaal
Auteursrechten en creative commens stockfoto‟s
Gebruik maken van online samenwerkingsomgevingen
Maatschappelijke normen: digitaal pesten, rechten, nettiquette
Virtueel en realiteit
Probleem-oplossend en kritisch denken
Integreren binnen alle vakgebieden.
Invloed van nieuwe vormen van mondelinge en schriftelijke communicatie.
Gezond computeren (houding, RSI etc.)
Communicatie en samenwerking.
Internetgebruik
Professionaliteit
Sociale omgang en veiligheid Digitale identiteit
11