Differentiatie in de rekenles Reken- en Taalcentrum Albeda 18 januari 2011 Vincent Jonker
Programma • Canadees Vermenigvuldigen • Hoe maak je een rekenles aantrekkelijk en succesvol voor alle deelnemers? – Differentiatie – Werkvormen
• Vragen en afsluiting
Canadees vermenigvuldigen
Spelregels • De speler die begint, legt 2 doorzichtige fiches op twee getallen van de serie 1 t/m 9 onder de 6 x 6 tabel. • Die getallen worden vermenigvuldigd en het bijbehorende vakje in de 6 x 6 tabel wordt bezet met een fiche in de kleur van de speler. • De andere speler verplaatst één van de twee doorzichtige fiches, voert de bijbehorende vermenigvuldiging uit en bezet het vakje dat daar weer bij hoort. Enzovoort • De speler die het eerst 4 eigen fiches op een rij heeft, wint. • NB. de twee doorzichtige fiches kunnen ook hetzelfde getal bedekken!
Differentiatie? • Iedereen kan meteen meedoen • Zwakkere leerlingen hebben de mogelijkheid makkelijke sommen te kiezen • Betere leerlingen kunnen juist moeilijke sommen kiezen en zich verdiepen in de strategie Natuurlijke differentiatie
Differentiëren in de rekenles
Waarom? Differentiatie is een georganiseerde maar flexibele manier om pro-actief het onderwijs (lesgeven en leren) aan te passen, om in te spelen op waar leerlingen zijn, en ze te helpen maximaal te groeien (Tomlinson, 1999)
Homogeniteit - Heterogeniteit • Is heterogeniteit een probleem?
• Waarin verschillen je deelnemers?
Wat kun je doen? Differentiëren Verschillen gebruiken Variatie in aanpak ontwikkelen
Georganiseerde differentiatie • Via het ’rooster’/de organisatie – parallel uur met homogene groepen – niet elke leerling evenveel ‘les’ etc. – regelmatig anders groeperen
• Binnen de klas/groep – Niveau en tempodifferentiatie – voortgezet onderwijs – Homogene niveaugroepjes – Klassengesprek daarna gedifferentieerd zelfstandig evt verlengde instructie (basisonderwijs)
Differentiatie naar inhoud • Differentiatie in aanbod – verschillende opdrachten op verschillend niveau
• Differentiatie in hulpmiddelen – dezelfde opdrachten, maar met of zonder hulpmiddelen
• Differentiatie in hoeveelheid
Lesopzet Welke lesopzet past bij jou? Individueel: kiezen In 2-tallen: waar zitten de differentiatiemogelijkheden? Centraal: randvoorwaarden
Les a
Les b
Les d
Docent geeft 10 min. uitleg op het bord over de oppervlakte van rechthoek en driehoek. Daarna maken de leerlingen sommen. Na ca. 15 min. legt de docent enkele sommen uit op het bord en laar de leerlingen de sommen nakijken met een antwoordboekje
Docent vraagt wat leerlingen nog weten van oppervlakte. Gaat gesprek aan over wat opp. is. Daarna klassikale uitleg over oppervlakte
Iedere leerling is aan het werk ergens in het (werk)boek. Op het moment dat de leerling een vraag heeft stapt de docent erop af en zegt:”vertel eens wat weet je al van oppervlakte?”
Les c Leerlingen worden allemaal aan het meten gezet. Het hele lokaal moet worden gemeten. Hoe groot is de oppervlakte van de vloer, want er moet nieuwe laminaat op?, vraagt de docent
Les e De docent geeft de leerlingen de opdracht: “plak met tape maar eens een vierkante meter op de grond”
Eigen ervaringen • Succesvolste vorm van differentiatie
Natuurlijke differentiatie • Alle leerlingen hetzelfde materiaal – Toegankelijke instap – Er is wat te kiezen – Veel mogelijkheden dieper/verder te gaan
• Leerlingen kunnen op eigen niveau (onderdelen van) het probleem oplossen • Discussie is noodzakelijk
Voorbeelden Maak drie opgaven met uitkomst 2,5
Wat kan je zelf doen met je methode? Focus op de kernbegrippen!
Bij de start • Vraag deelnemers wat ze al weten – Wat betekent het? Wat is het? kun je een voorbeeld geven – Waar komt het voor? Waarvoor is het handig/ nodig? Geef voorbeelden – Geef voorbeelden van hoe jij ermee rekent die je dus zelf kunt maken – Wat is er moeilijk aan dit onderwerp?
Opgaven aanpassen
Open versie: iedereen kiest getallen en strategieen op zijn eigen niveau en interpreteert meeste . Daarna bespreken
Gestructureerde versie: biedt leerling keuzes passend bij wat hij/zij aankan; oplossingsmanier is vrij . Daarna bespreken.
Parallelle opgaven
Eenvoudiger getallen voor leerlingen die meer moeite hebben. Bij bespreken ingaan op overeenkomsten in manier van rekenen en op achterliggend begrip (hier: aftrekken)
Voordelen • Iedereen kan aan het werk • Zelf mogen kiezen voor getallen en aanpak voelt beter dan steeds voorgestructureerde stapjes moeten volgen • Met eenvoudiger getallen toch bezig zijn met dezelfde kernbegrippen
Differentiëren bij oefenen
Klassikaal • Trek lijntjes tussen sommen die bij elkaar horen en leg uit wat ze met elkaar te maken hebben. • Bereken de sommen.
77 x 8 = 7 x 88 = 7 x 80 = 75 x 80 =
70 x 8 =
7 x 32 =
7 x 16 =
7 x 8 = 56
7 x 64 =
70 x 80 =
14 x 8 =
17 x 8 =
17 x 81 =
zOEFi, blok 1, week 2, dag 4: Relaties tussen vermenigvuldigingen
Speels
Productief • Bedenk zoveel mogelijk vermenigvuldigingen met uitkomst 120. • Kies zelf het kortingspercentage. Plak een sticker en bereken de nieuwe prijs. • Teken een terras met een oppervlakte van 25 m
Differentiatie via variatie met en naast je rekenmethode
Wat wilt u uw leerlingen meegeven op het gebied van rekenen & gecijferdheid?
Inbreng van leerlingen • Eigen rekenervaringen - verleden • Andere vakken of programma s • Activiteiten waar gecijferdheid bij nodig is – Geld – Vakantie – Vervoer
’
Rekenen verplaatsen • • • • • • •
Naar praktijklokaal Naar burgerschap Naar ander vak Naar een projectweek Naar de stage (BPV) Naar een rekendag Naar buiten
Ga zelf mee !
Ga eens buiten het boekje
Vragen discussie Graag formulier invullen