Dierenwelzijnsbeleid in Vlissingen In 1999 vroeg de commissie welzijn, volksgezondheid, cultuur, accommodaties en milieu om een dierenwelzijnsbeleid te formuleren. Aanleiding waren duiven in de binnenstad. De duiven veroorzaakten overlast en daarom werd besloten om op verschillende manieren de duivenoverlast aan te pakken. Niet alle manieren waren gelukkig gekozen. Om een dierenwelzijnsbeleid zo interactief mogelijk aan te pakken is in 2000 een miniconferentie gehouden in het stadhuis van Vlissingen. Deelnemers waren geselecteerd op basis van hun professionele betrokkenheid bij dieren. Na deze conferentie hebben gesprekken plaatsgevonden met een aantal deelnemers. In die gesprekken is dieper ingegaan op de materie. Eind 2001 heeft er opnieuw een miniconferentie plaatsgevonden. De nu voorliggende nota is een vertaling van deze miniconferentie en de gesprekken. Naast problemen zijn er een aantal oplossingsmogelijkheden aangedragen. Sommige daarvan zijn nieuw, andere lijken veel op ontwikkelingen die ook op andere terreinen worden gebruikt. De nota draagt nu een aantal beleidsmogelijkheden aan. Deze kunnen worden uitgewerkt in concreet beleid met bijbehorend actieprogramma. Uitwerking in beleid vergt nieuw overleg met organisaties en ook is oriëntering bij andere gemeenten mogelijk. In het duale stelsel geeft de gemeenteraad het beleid op hoofdlijnen aan. Het is dan ook aan de gemeenteraad nu een uitspraak te doen over de genoemde beleidsmogelijkheden en daarbij een prioriteitsstelling aan te geven. Hierna zal het college verder onderzoek laten doen naar de mogelijkheden voor realisatie uitmondend in een concreet actieplan met financiële onderbouwing. Leeswijzer. De eerste pagina’s van de nota gaan vooral over algemene zaken, het leefgebied van dieren in Vlissingen en de positie van de gemeente. Daarna wordt er gesproken over de problemen van dieren of over probleemsituaties waarin dieren zijn betrokken. De onderdelen in de nota sluiten af met beleidsmogelijkheden waaraan voorkeur en prioriteit kunnen worden gegeven.
1
De habitat. Een nota over dierenwelzijnsbeleid gaat over dieren. Dieren kunnen niet los worden gezien van hun omgeving. In Vlissingen is die omgeving zeer gevarieerd. Enerzijds is er de stad met zijn groen en bebouwing. Dit is de leefomgeving van vogels, kleine dieren die in het wild leven en huisdieren. Deze dieren stellen eisen aan hun omgeving en de omgeving is bepalend voor het voortbestaan. Dit is het gebied waar door menselijk ingrijpen grote invloed wordt uitgeoefend op de populatie. Een voorbeeld, wie heeft er ooit gedacht dat de mus uit de natuur zou kunnen verdwijnen. De omgeving van Vlissingen heeft twee kenmerken, groen en water. Ten noorden en ten oosten van de stad liggen twee groene gebieden. Ten noorden de duinen met hun eigen flora en fauna. De duinen vormen de zeewering en zijn daarmee kwetsbaar. Dit gebied is dan ook beperkt toegankelijk voor de mens. Dieren die daar leven kennen een betrekkelijke rust. Consequentie is wel dat er overbevolking ontstaat omdat de natuurlijke regulatiemechanismen verstoord worden door menselijk ingrijpen in de habitat. Elders heeft dit fenomeen ertoe geleid dat dieren uit een dergelijke leefomgeving de habitat van de mens op zoeken. Een voorbeeld, de vos wordt hierdoor uit zijn natuurlijke leefomgeving verdreven. Ten oosten van Vlissingen tussen de stad en het industriegebied ligt een uitgebreid landbouwgebied met daarin het Ritthemse bos. Hier is sprake van teruggave van landbouwgebieden aan de natuur in het kader van de natuurcompensatie. Dit gebeurt in het kader van compensatie voor het industriegebied en verdieping van de Westerschelde. Naast de wilde dieren is dit ook de habitat van veeteelt, landbouwhuisdieren. De jongste geschiedenis leert dat dit zijn eigen problemen meebrengt, de MKZ-crisis heeft gelukkig niet geleid tot grootschalige ruimingen in Vlissingen. Vlissingen heeft al eeuwen een bijzondere band met het water. Het water is echter niet alleen belangrijk voor de handel, scheepvaart en visserij, het is ook een belangrijk leefgebied voor vissen en vogels en andere (zoog)dieren. Helaas wordt de gemeente Vlissingen door slordigheid van de mens hier op een bijzondere wijze aan herinnerd. Een groot aantal van de olieslachtoffers onder de vogels komt volgens de Vogelopvang Middelburg van de Vlissingse kustlijn. Ook hier is dus het ingrijpen van de mens cruciaal. Uit het bovenstaande blijkt dat de gemeente Vlissingen een gevarieerd gebied heeft waarbinnen dieren leven. En hoewel niet altijd zichtbaar is er ook een variëteit aan dieren aanwezig. We moeten ons realiseren dat de aanwezigheid van dieren de gemeente verlevendigt. Alle dieren in de gemeente zijn in staat om bij de bewoners en bezoekers van Vlissingen emoties op te roepen. Immers het kunnen zorgen voor, het kunnen genieten van, het kunnen bestuderen van dieren draagt bij aan het gezond voelen van de mens. Dieren hebben daarmee een belangrijke functie op het gebied gezondheidsbeleid.
2
De gemeente. In een brochure over dierenwelzijnsbeleid schrijft de Dierenbescherming dat naast de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven ook het gemeentebestuur een taak heeft in het beschermen van de dieren binnen haar gemeentegrenzen. Een gemeente zonder dieren zou aanmerkelijk inboeten aan levendigheid, waarde en veelzijdigheid. De gemeente heeft een vooral conditionerende en faciliterende rol in de bescherming van dieren. De taak van de gemeente ligt vooral in wet- en regelgeving, regisseren van beleid en zo nodig haar invloed aanwenden bij derden om mee te werken aan de realisatie van het vastgestelde beleid. Naast die conditionerende en faciliterende rol kan de gemeente ook in haar uitvoerend werk rekening houden met het welzijn van dieren. Dit betreft dan vooral de afdeling groenvoorziening. In optimale vorm zou dat moeten leiden tot de volgende maatregelen: · het niet gebruiken van giftige houtverduurzamingsmiddelen en het niet aankopen van materialen waarin deze producten zijn verwerkt. · Het niet gebruiken van giftige stoffen op straat en in het plantsoen ter bestrijding van onkruid. · Werkzaamheden die dieren kunnen verstoren vinden niet plaats in het voorjaar, broedseizoen en tijdens de periode dat dieren een winterslaap houden. · Vergunningen verlenen voor en het kappen van bomen, snoeien van (gemeente)groen, rietsnijden, baggeren van sloten en vaarten mag dan vanwege het broedseizoen niet gebeuren tussen 1 maart en 1 juli. De optimale situatie is nog niet volledig haalbaar. In verband met de werkbaarheid moet een nuance worden aangebracht bij bovengenoemde maatregelen. · Er wordt zoveel mogelijk voorkomen dat hout dat met schadelijke stoffen is behandeld wordt gebruikt. Er zijn echter situaties waarin deze alternatieven niet voldoen. Zo is in waterbouw bewerkt hardhout noodzakelijk en zo voldoen kunststof alternatieven absoluut niet. · De gemeente Vlissingen heeft in het Groenstructuurplan er voor gekozen om chemische onkruidbestrijdingsmiddelen te gebruiken. Daarmee wordt curatief gespoten op de openbare weg. In parken worden deze middelen niet gebruikt. Op termijn zal er een Europees verbod komen voor chemische bestrijdingsmiddelen. · Daarnaast geldt dat er jaarlijks een grote hoeveelheid werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Vanwege die omvang is het noodzakelijk dat ook in winter en voorjaar werkzaamheden worden uitgevoerd. Hierbij blijft een zorgvuldige wijze van werken voorop staan. · Voor het afgeven van kapvergunningen kan in de vergunning gevraagd worden om aandacht te hebben voor nesten in de bomen en kan een aanbeveling worden gegeven om alleen in zomer of najaar te kappen. Soms is het noodzakelijk om in winter of voorjaar te kappen. Dit moet kritisch worden bezien. Beleidsmogelijkheid: De bovengenoemde vier punten bezien op waarde en mogelijkheden. Zo nodig omzetten in definitief beleid of opnemen in het bestaande Groenstructuurplan.
3
De dieren. Duiven. Duiven kunnen van twee kanten worden bezien. Tussen beide kanten is een samenhang. Duiven worden gehouden voor de duivensport. Mensen kweken duiven om wedstrijden te vliegen. Wedstrijden hebben twee kenmerken, afstand en snelheid. Duiven die deze vluchten met goede resultaten afleggen hebben een grote financiële waarde. Duiven leggen de vluchten niet altijd goed af. Jaarlijks worden 12 miljoen duiven voor vluchten gelost, 25% van de duiven verdwaalt tijdens een vlucht. Zij zoeken dan plaatsen waar zij rust en voedsel vinden. Daarnaast zoeken de duiven plaatsen waar zij op steen kunnen leven en waar mensen zijn. Zij komen dan in stadscentra terecht waar voldoende voedsel is en waar mensen ook de neiging hebben deze dieren te voederen. Wanneer duiven in vrijheid bij elkaar komen gaan zij snel over tot nestvorming en gezinsuitbreiding. Een duif kan dan verschillende nesten per jaar krijgen. Dit kan leiden tot overlast. De overlast komt vooral tot uiting door vervuiling. Duivenhouders voelen zich niet verantwoordelijk voor duiven die niet terug op het hok komen. Als de duivenhouder van een verdwaalde duif wordt opgespoord geeft hij al aan dat hij het dier heeft afgeschreven. Daaruit blijkt dat andere belangen dan de dierenliefde een grote rol spelen. Daaruit blijkt ook dat de maatschappelijke verantwoordelijkheid van duivenhouders en hun organisaties niet groot is. Duivenoverlast in Vlissingen is een probleem. In de binnenstad nestelen een aantal duiven en die zorgen met hun uitwerpselen voor een vervuiling. De omvang van het probleem is echter niet in kaart gebracht. Het zou daarom goed zijn met enige regelmaat een telling onder de duiven te houden. Er zijn een aantal maatregelen genomen maar die sorteren niet altijd het gewenst effect. Spanveren bij het stadhuis weerhouden duiven er niet van een plek te zoeken, zelfs soms op de draden. De pinnen in de passage hebben effect maar het effect wordt onmiddellijk te niet gedaan als er versieringen worden opgehangen. De nu gespannen netten verplaatsen het probleem naar de rand van de passage. Nestplekken worden gevonden in nissen, uithangreclameborden, dakgoten etc. Bijkomend probleem is dat de dieren gevoederd worden in de binnenstad. Het probleem zou deels kunnen worden aangepakt door het voederen van de dieren alleen te laten gebeuren op daarvoor aangewezen plaatsen buiten de winkelstraten. De tot op heden gekozen aanpak kent maar een gedeeltelijk succes. Vangen, doden van zieke dieren, nesten verwijderen hebben er niet toe geleid dat de duiven wegbleven. Het bovenstaande verhaal leert een les. Een duif kent een plek die voor hem belangrijk is, een plaats waar hij kan nestelen en waar eten en drinken zijn. Duiven vliegen als het moet over grote afstand altijd terug naar die plek. Een prima oplossing zou zijn om de duiven in de stad een goed onderkomen te geven. Dit kan door de bouw van een duivenhok waar zij kunnen nestelen, gevoed worden en waar zij kunnen overnachten. Tevens kan daar de omvang van de populatie in de hand worden gehouden door het gebruik van namaakeieren. Ook kunnen in zo’n hok de nieuwe duiven die neerstrijken worden opgevangen. Bovendien kan op die wijze een selectie worden uitgevoerd onder de duiven. Zieke en gehandicapte duiven kunnen op deskundige en diervriendelijke wijze worden geholpen met een behandeling die daarbij past. De aanwezigheid van duiven en de overlast door vervuiling heeft geleid tot vragen over de effecten daarvan op de gezondheid van de mens. Uit onderzoek van GGD Zeeland is niet gebleken dat er dan ook sprake is van een bedreiging van de gezondheid van mensen.
4
Beleidsmogelijkheid. Gezien de problematiek is het de moeite waard om de haalbaarheid van een stadsduivenhok verder uit te onderzoeken. Hiervoor kan een werkgroep in het leven worden geroepen bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente Vlissingen, dieren- en vogelbescherming en mogelijk nog andere personen. Tevens kan de werkgroep een telling van duiven in Vlissingen bevorderen en maatregelen voorstellen om het voederen te laten plaatsvinden op daarvoor geschikte aangewezen plekken. Honden. Wie in gemeentelijk verband praat over honden kent twee termen, hondenpoep en hondenbelasting. Honden zijn huisdieren die dikwijls gekoesterd worden door hun baas. Honden zijn huisdieren en geen statusobject. Toch zijn er bazen die hun status ontlenen aan hun hond. Dit kan een positief en/of negatief karakter hebben. Immers als de status moet worden verhoogd door het hebben van een hond die bekend staat als bijtgraag dan kan dat zeer vervelende gevolgen hebben. Een hond heeft soms ook een uitstraling die vertederend is. Door honden in films een rol te laten spelen zijn mensen snel geneigd tot het aanschaffen van een hond. Deze impulsaanschaf doet geen recht aan het leven van een hond. Niet iedereen weet hoe met een hond om te gaan. Het houden van honden vergt een opvoeding van hond en baas. Een goede voorlichting over de aanschaf van een hond door fokkers en asielen is dan ook geboden. Bovendien dient ook een hond geleerd te worden hoe hij zich dient te gedragen. Hiervoor zijn inmiddels speciale hondencursussen waar hond en eigenaar leren hoe met elkaar om te gaan. Het zou een goede zaak zijn als alle honden in de stad een dergelijke cursus zouden volgen. De gemeente Vlissingen kent een verordening die het optreden tegen bijtgrage honden regelt. Vervelend is wel dat de hond eerst gedreigd moet hebben met bijten voordat opgetreden kan worden. Het zou een goede zaak zijn als de bijtgrage honden in Vlissingen vooraf getest zouden worden op bijtgraag gedrag. TNO biedt daarvoor mogelijkheden. Hondenpoep is een ergerlijk probleem. Op allerlei plaatsen vervuilen de uitwerpselen van honden de looproutes en speelgelegenheden. Inmiddels zijn in een aantal gebieden automaten met hondenpoepzakjes neergezet. Niet bekend is wat effect is van deze maatregel. De overlast van hondenpoep kan ook worden aangepakt door hondenuitlaatcorridors aan te leggen. Dit zijn zones in wijken waar honden kunnen worden uitgelaten. Daarmee wordt de overlast van hondenpoep geconcentreerd in een beperkt aantal gebieden. Door ervoor te zorgen dat deze gebieden veel gras en vooral losse grond hebben kunnen de hondenuitwerpselen sneller worden verteerd. De gemeente Middelburg heeft al ervaring opgedaan met hondenuitlaatcorridors. Honden kennen een aantal vervelende ziektes. Een daarvan is spoelwormen. Spoelwormen komen met de uitwerpselen naar buiten en kunnen ook een bedreiging zijn voor mensen met een lage weerstand. Daarom is het noodzakelijk dat honden twee keer per jaar worden behandeld tegen spoelwormen. Tevens is het nodig dat de hondenuitlaatcorridors regelmatig worden schoongemaakt. Het schoonmaken geldt ook voor de speelgelegenheden waarin regelmatig honden rondlopen. De gemeente kan in het gedrag van hondenbezitters een sturende rol spelen. De gemeente int hondenbelasting. Allereerst kan inzichtelijk gemaakt worden waarvoor hondenbelasting wordt gebruikt. Dat gebeurt nu niet. Dat kan er toe leiden dat mensen niet betalen omdat de middelen niet ten goede komen aan hun hond of omgeving. Anderzijds zien ook derden niet
5
wat de gemeente met dat geld doet. Een tweede mogelijkheid tot sturing met de hondenbelasting is door het geven van kortingen op de hondenbelasting wanneer mensen hun honden laten testen op sociaal gedrag, laten deelnemen aan hondencursussen etc. Mensen krijgen dan een deel van hun geld terug. Daarnaast kan er naar die honden(bezitters) die geen hondenbelasting betalen een repressiever beleid worden gevoerd door controleurs in te zetten. Deze controleurs letten op het betalen van hondenbelasting maar ook op het gedrag van hondenbezitters. Beleidsmogelijkheid. Onderwerpen die in beleid vertaald kunnen worden zijn: · intensivering van voorlichting over het hebben van honden en het intensiveren van deelname aan hondentrainingen, · het transparant maken van de inzet van middelen die voortkomen uit de inning van hondenbelasting c.q. van de hondenbelasting een bestemmingsbelasting maken, · en de mogelijke (gedeeltelijke) teruggave na het volgen van trainingen bij erkende instituten, · optreden tegen veroorzakers van overlast door honden(poep) en tegen wanbetalers van hondenbelasting, · bezien welke mogelijkheden er zijn om een preventief beleid tegen bijtgrage honden te voeren Overleg met hondenorganisaties, dierenasiel en dierenbescherming is geïndiceerd. Katten. Voor het houden van katten geldt in belangrijke mate hetzelfde als voor het houden van honden. Katten zijn huisdieren die verzorging nodig hebben. Het houden van katten is eveneens dikwijls een impuls waarbij ook nog komt dat het houden van meerdere katten eigenlijk net zo gemakkelijk lijkt als het houden van een kat. Katten leven sterk op zichzelf. Zij vinden het gezellig bij mensen maar zij hebben niet direct mensen nodig. De verzorging van veel katten geschiedt door de katten uit te laten. Dat kan door het openen van de deur, aan een lijn uitlaten is praktisch onmogelijk. Een verwilderde kat heeft de neiging te gaan jagen en zijn eigen eten bij elkaar te sprokkelen. Ook in Vlissingen zijn er veel zwerfkatten. Zwerfkatten kunnen zich snel vermenigvuldigen waardoor er overlast ontstaat. Katten vervullen ook een functie omdat zij muizen en andere kleine dieren die voor overlast kunnen zorgen vangen. Vandaar dat een gericht beleid naar zwerfkatten noodzakelijk is. Het inmiddels door de Dierenbescherming ingezette beleid van vangen, steriliseren en weer uitzetten heeft voor sommige gebieden, Scheldeterrein en Industriegebied Vlissingen Oost goede effecten. Over het houden van katten is goede voorlichting noodzakelijk. De gemeente beschikt hier echter over weinig sturingsmechanismen. Een specifieke taak ligt er voor Dierenbescherming en dierenasiel. Beleidsmogelijkheid. Bezien welke wegen bewandeld kunnen worden om de voorlichting over het houden van katten te intensiveren. Met dierenbescherming en dierenasiel hierover overleg voeren. Vogels. In de hele gemeente Vlissingen wonen vogels. Bekend zijn merels, mussen, lijsters, mezen en meeuwen. Daarnaast komen met name in het buitengebied ook diverse andere soorten waaronder roofvogels voor. Over het algemeen zorgen deze in het wild levende vogels voor zichzelf. Toch zijn er een paar punten waar de gemeente een rol kan spelen in het leven van 6
deze dieren. De belangrijkste rol is er voor te zorgen dat in het broedseizoen er niet wordt gemaaid of gesnoeid zodat het broeden niet wordt gestoord. De gemeente kan er bij de andere beheerders van de natuur, rijkswaterstaat, het waterschap en de particuliere grondeigenaren op aandringen een zelfde gedrag te volgen. De stad kent ook een aantal vogels die daar wonen. In deze woonomgeving wordt het zich handhaven van een aantal vogelsoorten steeds moeilijker. Zo wordt Nederland bedreigd door het verdwijnen van de huismus maar ook andere vogels verdwijnen uit het stadsbeeld. De gemeente kan door zelf te zorgen voor nestgelegenheid in de groenvoorzieningen bijdragen aan het in standhouden van diverse vogelsoorten. De gemeente (en burgers) kunnen bijdragen aan de vogelstand door besdragende planten te planten. De gemeente kan ook door toepassing van bouwverordening of door het geven van voorlichting aan nieuwe inwoners bijdragen aan het uitzetten van nestgelegenheid voor diverse stadsvogels. Een bijzondere groep onder de vogels zijn de olieslachtoffers. Jaarlijks worden er aan de Vlissingse kustlijn een groot aantal olieslachtoffers gevonden. De vogels worden opgevangen in de Vogelopvang in Middelburg alwaar zij worden schoongemaakt en weer op krachten worden gebracht. Een tweede bijzondere groep zijn de eenden. Eenden leven langs de waterkanten in Vlissingen. Voor eenden en voor watervogels geldt dat in strenge winters gezorgd moet worden voor goede wakken en voor voedsel omdat veel watervogels dat dan niet zelf kunnen vinden. Daarnaast is het noodzakelijk om op die plekken waar eenden verblijven te zorgen voor natuurvriendelijke flauwe oevers. Flauwe oevers hebben een aantal voordelen, kinderen die te water raken kunnen beter uit het water en de kans op verdrinken is kleiner, katten die achter eenden aangaan kunnen makkelijker uit het water en verdrinken daarom niet en deze oevers hebben een positief effect op de populatie van amfibieën. Eenden kennen de gevolgen van botulisme. Botulisme is een ziekte die wordt veroorzaakt door een bacterie die op waterplanten leeft. Onder bepaalde omstandigheden (warmte en weinig zuurstof in het water) wordt de bacterie actief en vormt een toxische stof die gemakkelijk door vogels wordt opgenomen. De stof tast de dieren aan en deze dieren gaan er aan dood. Met name eenden die veel in het water leven zijn bevattelijk voor deze ziekte maar ook andere dieren zoals honden en katten die in aanraking komen met besmette dieren kunnen hiervan ernstig ziek worden of doodgaan. Botulisme kan worden bestreden door de dode watervogels direct te verwijderen en het water waarin dit voorkomt door te spoelen. De gemeente kan met name in het verwijderen van de dode vogels een belangrijke rol spelen. Beleidsmogelijkheid: Bezien of de volgende punten kunnen worden gerealiseerd: · Het binnen 24 uur verwijderen van dode en zieke vogels op het grondgebied van de gemeente Vlissingen. Zieke vogels worden naar de Vogel- en egelopvang in Middelburg gebracht. · Met de beheerder van de waterpartijen in Vlissingen overleg voeren om bij warm weer regelmatig en zo nodig extra spoelingen uit te voeren zodat voorkomen wordt dat botulisme zich kan ontwikkelen. · Bij de aanleg van nieuwe waterpartijen zoveel mogelijk flauwe oevers creëren Exoten. Exoten is een verzamelnaam voor dieren die niet in onze natuur thuishoren. Het gaat dus om dieren die niet in de Nederlandse habitat thuishoren maar die worden geïmporteerd. Dikwijls is daarbij niet alleen sprake van legale handel maar ook van smokkel. De handel in exoten is wereldwijd aan regels gebonden. Deze regels zijn vastgelegd in de lijsten van Cites. Cites is een organisatie die zich bezighoudt met de bescherming van dieren 7
die in hun voortbestaan worden bedreigd in hun eigen land. Daarvoor hanteert Cites een aantal spelregels welke zijn vastgelegd in internationale verdragen. Ook Nederland heeft deze verdragen ondertekend. Cites hanteert drie lijsten. Op de eerste lijst staan dieren die onder geen beding mogen worden verhandeld. Op de tweede lijst staan dieren waarbij import en export is toegestaan met zeer stringente restricties. De derde lijst kent dieren voor wie import en export nagenoeg vrij zijn. Naast de regelgeving van de Citesverdragen kent Nederland op dit gebied een eigen wettelijk regime dat is opgebouwd uit de Europese regelgeving en de Wet op de Natuurbescherming. Tenslotte kunnen gemeenten hun eigen regelgeving bepalen in o.a. gemeentelijke verordeningen. Hiermee is het wettelijk kader ten aanzien van exoten bepaald. Het houden van exoten is een speciale hobby die veel kennis en verstand van zaken vergt. Helaas is het zo dat nog teveel mensen ook hier weer als impuls een dier aanschaffen. Daardoor zijn sommige dieren ook populair geworden. Omdat de handel in sommige dieren vrij is is het mogelijk dat in grote getallen deze dieren worden aangeboden. Voorbeeld hiervan is de import van roodwangschildpadden die zeer populair werden als huisdier of dier voor in de tuinvijver. Doordat deze dieren op enig moment zijn ontsnapt of vrijgelaten komen ze nu voor in de Nederlandse habitat. Andere dieren hebben dit avontuur niet overleefd. De roodwangschildpad (en aanverwante waterschildpadden) is een vervelend maar relatief onschuldig voorbeeld. De vrije handel heeft het ook mogelijk gemaakt om grotere hoeveelheden vogelspinnen, slangen en exotisch hagedissen te importeren. Deze dieren kunnen bij ontsnapping een gevaar voor de volksgezondheid opleveren. Vlissingen kent een bijzondere voorziening op dit gebied: Iguana. Deze organisatie vangt dieren die naar Nederland zijn vervoerd en die hier niet thuishoren op. De dieren worden verzorgd en zo mogelijk daarna weer in hun eigen biotoop uitgezet. Een aantal dieren behoort tot de vaste collectie en wordt tentoongesteld. Vlissingen heeft hiermee ook een belangrijke bron van kennis in huis. Het mooiste zou zijn als gemeenten het de handel en het in het bezit hebben van exotische dieren aan banden zouden kunnen leggen. Met een gemeentelijke verordening zijn daartoe mogelijkheden (gemeente Heerlen). De handhaving van een dergelijke verordening vraagt echter wel veel werk. Immers controle kan bijna alleen met huiszoeking.Toezicht op de handel in de dierenwinkels en tuincentra is mogelijk maar vergt wel een specifieke deskundigheid van diegene die dat toezicht uitvoert. Rondom exoten is het geven van voorlichting een eerste vereiste. Mensen moeten al van jongs af aan leren dat het houden van dieren die in een andere biotoop thuishoren niet goed is voor deze dieren. Daarnaast geldt er nog nationale en internationale wetgeving op het gebied van beschermde diersoorten. Voorlichting zou op allerlei wijze mogelijk moeten zijn. De gemeente kan hierin een stimulerende en regisserende rol kunnen spelen. Beleidsmogelijkheid: Bezien welke mogelijkheden er zijn voor een gemeentelijk verbod op het houden van exotische dieren (Heerlen en Numansdorp) en bezien op welke wijze voorlichting over het (niet) houden van exotische dieren bevorderd kan worden. De gemeente Vlissingen kan hierin de regisseursrol vertolken. Samenwerking met Iguana en andere belanghebbende ligt voor de hand. Jagen en vissen. In de prehistorie was het noodzakelijk dat er gejaagd en gevist werd. Het houden van dieren voor consumptie was nog niet mogelijk. Op een of andere manier zijn jagen en vissen in de
8
genen van de mens blijven zitten en nog steeds wordt er dus gejaagd en gevist. Was vroeger het kenmerk van jagen en vissen “eten”, nu wordt er gejaagd en gevist voor plezier. Tegen deze levenswijze is wel wat in te brengen. Wat kan het plezier zijn om dieren in de vrije natuur te doden zonder dat daaraan een functie is verbonden. Dat maakt meteen duidelijk dat in bijzondere omstandigheden jacht noodzakelijk kan zijn. Bij ernstige schade kan het nodig zijn dat het aantal aanwezige dieren in een gebied wordt verminderd. Voor het houden van een plezierjacht op het grondgebied van de gemeente Vlissingen zou dan ook geen jachtvergunning meer moeten worden verstrekt. Bij vissen ligt dat iets anders. De schadelijkheid en overpopulatie van vissen in de wateren van Vlissingen is niet aangetoond. Vissen heeft dan geen noodzaak of functie. Vissen heeft een aantal aspecten op ecologisch niveau waar rekening mee moet worden gehouden. Hengelsport betekent voor teruggezette vis een langzame dood. De vissen sterven aan stress, verwondingen aan ingewanden en schimmelinfecties. Hengelaars veroorzaken een ernstige vorm van vervuiling door het achterlaten van gebroken vislijnen en het lood en haken die daaraan zitten. De vislijnen veroorzaken problemen voor andere in en op het water levende dieren doordat zij zich daarin verstrikken of aan de haken blijven zitten. Het lood vervuilt langzaamaan het water en vergiftigt de dieren in op en rond het water. Een ernstig bijkomend probleem is het volgende. Overwogen zou moeten worden of een visverbod in vogelrijke gebieden op zijn plaats is. Beleidsmogelijkheid. In overleg met de Provincie Zeeland treden en verzoeken om geen vergunningen meer te verstrekken voor de plezierjacht op Vlissings grondgebied. Bezien kan worden of en op welke grond de gemeente Vlissingen bezwaar kan maken tegen het verstrekken van jachtvergunningen. Met de hengelsportverenigingen in overleg treden om de maatschappelijke verantwoordelijkheid van deze organisaties te bespreken en te bezien welke stappen genomen kunnen en moeten worden om de rond vissen voorkomende situaties te verbeteren. Dieren en evenementen. Door de eeuwen heen treden dieren niet alleen op als gezelschapsdieren, ook worden zij gebruikt om als vermaak voor de mens kunstjes te vertonen. Circussen zijn van alle tijden. Het leren van kunstjes die niet van nature bij het dier horen geeft aan het dier een grote mate van stress. Zowel in het leerproces als in de regelmatige uitvoering. Het gaat te ver te veronderstellen dat de gemeente Vlissingen aan deze activiteiten een halt kan toeroepen. Binnen het toeristisch beleid van de gemeente Vlissingen hoort het jaarlijks bezoek van een circus aan de stad. Het weigeren van een speelvergunning zal de situatie op de wereldschaal niet verbeteren. Wel kan de gemeente Vlissingen er voor zorgen dat de circussen op haar grondgebied goed zorgen voor de dieren door in de speelvergunning op te nemen dat er controles op de situatie van de dieren worden uitgevoerd. Deze controles worden uitgevoerd in samenwerking met de dierenbescherming. Daarnaast zijn er nog een aantal folkloristische activiteiten waarbij dieren worden gebruikt op een wijze die hun leefstijl niet eigen is. Dit kan leiden tot dieronterende taferelen. Voorgesteld wordt om voor folkloristische activiteiten in de toekomst onder voorwaarden vergunningen te verstrekken. Andere evenementen met dieren zijn o.a. kleindiermarkten, tentoonstellingen etc. Ook hier geldt dat de kans groot is dat het gaat om dieren die niet meer in hun natuurlijke habitat verblijven of die gebruikt worden voor doelen die niet bij het dier horen. Met name het fokken en aanzetten tot permanent pronkgedrag hoort hierbij. Het niet meer toelaten van en
9
meewerken aan deze markten en tentoonstellingen kan een bijdrage leveren aan het welzijn van deze dieren. Concreet betekent dit voor de gemeente Vlissingen dat geen prijzen meer beschikbaar worden gesteld voor deze dierententoonstellingen. In deze categorie bestaat nog een bijzondere groep, de kinderboerderijen. Kinderboerderijen kunnen een grote educatieve waarde hebben. Dat is dan ook de bestaansgrond van de kinderboerderij. De educatieve aard kan naar buiten komen door het verzorgen van cursussen over dieren maar ook door het element waarmee kinderen kennis kunnen maken met dieren. Beleidsmogelijkheid. Bezien wordt of de gemeente Vlissingen meer voorwaarden moet verbinden aan te verstrekken vergunningen voor folkloristische activiteiten waarbij dieren betrokken zijn. De aanvullende voorwaarden hebben vooral betrekking op de diervriendelijkheid van de activiteit. De gemeente Vlissingen overweegt geen prijzen meer beschikbaar te stellen voor dieren op tentoonstellingen. De mogelijkheid om samen met de dierenbescherming inspecties uit te voeren bij circusvoorstellingen waaraan dieren meedoen wordt onderzocht. Calamiteitenregeling. De afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor de ontwikkeling van rampenplannen. Momenteel worden de rampenplannen in Vlissingen herzien. Van belang daarbij is ook de aandacht van de dieren in de stad. Voorbeelden zijn het evacueren van dieren en het redden van dieren bij calamiteiten. Beleidsmogelijkheid. Bezien wordt met de betrokken partijen, brandweer, politie, GGD Zeeland en dierenbescherming of er mogelijkheden zijn voor beleid en dit later vast te leggen in de rampenplannen van de gemeente Vlissingen.
10
Documentatie. Nederland wordt niet alleen bewoond door dieren. Tien speerpunten voor het dierenwelzijnsbeleid in uw gemeente. Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, juli 2001. The Urban Wildlife Society, seasonal and man-caused bird population fluctuations, schema. D.L. Roth, 1995. Discussienota dierenwelzijn, dienst stadsbeheer Gemeente Utrecht, December 1997 Dierenrijk Utrecht Nota Dierenwelzijn, gemeente Den Haag, december 1997. Handreiking toepassing beleid gevaarlijke en hinderlijke honden, gemeente Vlissingen. Duiven in de stad, Wetenschapswinkel Biologie Universiteit Utrecht, Ilse van Veen, april 2001. Duivenoverlast in Nederland, Landelijke werkgroep Duivenoverlast 1998. Konzept zur tierschutzgerechtenden. Reguliering der Stadttaubenpopulation teil A und B, Bundesarbeitsgruppe Stadttauben, februari 2001. Het beleid van de Dierenbescherming inzake de inperking van overlast door zwerfkatten, Nederlandse Vereniging tot bescherming van Dieren, september 1995. Nota Hengelen in Nederland, Dierenbescherming afdeling Peelland, Helmond. Duivenoverlast, brief van de GGD Zeeland, 21 maart 2001. Control or delete, Bureau stadsnatuur Rotterdam. Maart 2000. Informatiemap ontwikkeling dierenwelzijnsbeleid, Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren.
Nota is vastgesteld op 18 december 2003.
11