Diabetes & Depressie de verborgen saboteur Drs. Marloes Hogenelst GZ psycholoog VU Medisch Centrum Amsterdam
Gillian Kreugel, MSc. Diabetesconsulent UMC Groningen Dr. Joost Keers Psycholoog/ onderzoeker UMC Groningen
Kennismaking
Hoe voelt iemand die depressief is zich?
Wat vraagt diabetes zelfmanagement van patiënten?
Zijn depressieve gevoelens en de eisen van zelfzorg te combineren? • Depressie gevoel, verdrietig, leeg, etc. • Verminderde interesse of plezier in bijna alles
• Toe- of juist afgenomen eetlust en gewicht
• ‘diabetes hoeft geen invloed te hebben op je dagelijks leven • Bewegen, letten op gezonde voeding, tabletten innemen, zelf insuline injecteren, bloedsuikers prikken, dagboekje bijhouden • Eten op basis van fysieke behoefte, afvallen, gezonde voeding
Zijn depressieve gevoelens en de eisen van zelfzorg te combineren? • Slapeloosheid of juist veel behoefte aan slaap
• Of ben je moe vanwege hoge bloedsuikers?
• Psychomotorische agitatie of geremdheid
• Voldoende lichaamsbeweging. Advies tot meer beweging
• Moeheid of verlies van energie
• Elke dag met diabetes bezig zijn, fysiek actief.
Zijn depressieve gevoelens en de eisen van zelfzorg te combineren? •
•
Zich waardeloos voelen, zich onterecht schuldig voelen
Verminderd vermogen tot nadenken, concentratieproblemen, besluiteloosheid
•
Goed voor zichzelf zorgen. Erop worden gewezen dat zelfzorg niet goed genoeg is. ‘alweer niet op een afspraak gekomen’, ‘mag je dat wel eten?’
•
Balans tussen voeding, medicatie en bewegen. De juiste acties bij afwijkende bloedsuikerwaarden. Leefstijl blijvend aanpassen. Wat is de rol van alcohol en hypo’s ?
Zijn depressieve gevoelens en de eisen van zelfzorg te combineren? • Gedachten aan de dood
• Gezond en bewust leven om gezond oud te worden
Depressie en diabetes zelfzorg
Depressie & Diabetes • Depressie verhoogt de kans op het ontstaan van type 2 DM (Knol et al. 2006) • Diabetes verhoogt de kans op het ontwikkelen van depressie (Pouwer et al. 2003) • >10% van patiënten met DM-2 is depressief (vaak niet herkend) (Pouwer et al. 2006)
Depressie en Zelfzorg: is er een relatie? • Minder lichaamsbeweging
• Ongezonder voedingspatroon
• Minder zelfcontrole van bloedglucose
• Minder vertrouwen in zelfzorgkwaliteiten (self-efficacy = laag)
Depressie en zelfzorg: hoe is de relatie? depressie depressie distress distress
Zelfzorg
Gonzalez et al. 2008
Fisher et al. 2007
Depressie en zelfzorg: voor wie geldt de relatie? • Duidelijk aangetoond bij klinische niveaus van depressie • Maar ook steeds meer aanwijzingen voor de relatie bij sub-klinische niveaus van depressie
Casus 1
Casus 2
Strategieën om depressie te verminderen • • • •
Herkennen van depressie Sterke relatie met patiënt ontwikkelen Onderhandel over patiëntgerichte doelen Schenk aandacht aan sterke negatieve gevoelens over diabetes • Optimaliseer sociale steun • Betrek patiënt in actieve probleemoplossing
Practical Psychology for Diabetes Clinicians (ADA): Anderson et al. 1996
Hoe voorkom ík een ‘depressie’ • • • • •
Stel realistische korte en lange termijn doelen Wees attent op je gevoel, gedachten, houding en blinde vlekken Sta open voor feedback Sta stil bij veranderingen in je leven (+ die van pt) Zie jezelf niet als de énige hulpverlener maar als iemand die pt helpt een netwerk te ontwikkelen van professionele en vriendschappelijke hulp • Betrek familie/systeem • Ontwikkel een teambenadering • Gebruik maatschappelijke hulpbronnen Practical Psychology for Diabetes Clinicians (ADA): Anderson et al. 1996
Van probleem naar wat wil patiënt anders Probleemgericht • Expert geeft antwoord • Denken is belangrijk • Controleer • Nooit • Zoeken naar oorzaak • Ziekte • Hetzelfde • Verminder • Insisteer • Terug kijken • Meer van hetzelfde • Probleem
Oplossingsgericht * Expert stelt vragen * Doen is belangrijk * Ondersteun * Nog niet * Uitzondering is opl. * Gezondheid * Verschil * ‘Vermeerder’ * Inviteer * Vooruit kijken * Meer van iets anders * Oplossing
Interventies: afhankelijk van het soort relatie
Klant relatie • Patiënt ziet zichzelf als deel van de oplossing en bereid iets aan het probleem te doen. • Patiënt realiseert zich dat het bereiken van wat ze willen een inspanning van henzelf zal vereisen
Bezoeker relatie • Patiënt ziet zelf geen probleem en weet geen doel te benoemen om aan te werken
Klager relatie
• Patiënt beschrijft uitgebreid het probleem, maar ziet zichzelf nog niet als deel van de oplossing
Klaagrelatie Niet doen: • Mee klagen • Overtuigen dat het wel mee valt
Wel doen: • Begrip tonen en patiënt helpen hoop en zicht op verandering te krijgen • Complimenteren en oproepen van zelf gegeven complimenten • Vraag naar positieve uitzonderingen
Bezoekersrelatie Niet doen: • Overtuigen andere zienswijze • Proberen te helpen • Want: zonder probleem valt er weinig te helpen
Wel doen: • Exploreren in hier en nu: Wat is nuttig om te bespreken? • Complimenteren wat er goed gaat • Begrip voor perceptie patiënt • Wat wil patiënt wél in relatie met jou
Klant relatie Niet doen: • Direct geven van adviezen en tips (kans ontstaat dat bezoekers of klaagrelatie ontstaat)
Wel doen: • Probleem onderkennen • Gewenste visualiseren • Positieve uitzonderingen analyseren • Helpen een eerstvolgend klein stapje vooruit te zetten
Casus 3
Wat werkt in het contact? Relatie tussen hulpverlener en patiënt – Samen eens zijn over het doel en de middelen – …’helpt het als we zo met elkaar praten’….
Theorie van patiënt over hoe problemen worden opgelost – Wat denkt patiënt dat er aan de hand is? – Hoe denkt patiënt dat verbetering het best bereikt kan worden (ook hulpverlener zegt wat hij denkt en kom samen tot een verhaal).
Hoe was het gesprek voor patiënt? – Voelde patiënt zich gehoord, hebben we gewerkt aan waar ik aan wilde werken, hielp de manier van de hulpverlener? – Vraag ernaar en handel ernaar
10 vragen voor de oplossingsgerichte hulpverlener Als je antwoord hebt kunnen krijgen op de volgende vragen, dan heeft patiënt dit een zinvol gesprek gevonden 1. 2. 3. 4.
Wat is belangrijk voor patiënt? Hoe kijkt patiënt naar zijn situatie? Wat wil patiënt veranderd zien? Welke goede reden heeft patiënt om deze verandering te willen?
10 vragen: vervolg 5. Wat zijn de voordelen voor zichzelf en anderen ten aanzien van deze verandering? 6. Wat heeft patiënt al gedaan wat enigszins heeft geholpen? 7. Welke vooruitgang heeft patiënt al geboekt? 8. Hoe ver is patiënt in het bereiken wat hij wil? 9. Welke hulpbronnen kunnen helpen? 10. Wat wil hij doen en niet doen? Uit: Insoo K. Berg
Beleid/behandeling • adviseren specialist en andere behandelaars • • • • •
verwijzing paramedische disciplines verwijzing MMW/AMW Verwijzing Psychiatrie verwijzing reguliere GGZ Behandeling Medische Psychologie
Verpleegkundige interventies bij mensen met depressieve klachten (1) vallen onder ‘Steunende en structurerende interventies’
• Is er een risico voor veiligheid van patiënt en/of omgeving? • Verwijs patiënt voor evaluatie medicatie voor evt onderliggende medische oorzaak (schildklier afwijkingen) • Let op medicijn bij effecten Uit: Nursing Interventions Classification (NIC): Bulucheck et al (2008)
Verpleegkundige interventies bij mensen met depressieve klachten (2) Zelfzorg Poliklinisch • Hoe is de zelfzorg: uiterlijk, hygiëne, voedselinname, medicatie inname, zelfcontrole, beweging • Waar mogelijkheden in versterken zelfzorg • Opbouw zelfzorg, afhankelijk van waar pat toe in staat is. • Monitor fysieke situatie (gewicht, hydratie) • Slaapritme (regelmaat, ontspanningsoefeningen, cafeïne beperking)
*
Nursing Interventions Classification (NIC): Bulucheck et al (2008)
Verpleegkundige interventies (3) • Hoe is aandacht, geheugen, concentratie, besluitvorming van de patiënt • Indien verminderd: simpele hier en nu boodschappen • Geheugen steuntjes en visuele steuntjes
Nursing Interventions Classification (NIC): Bulucheck et al (2008)
Verpleegkundige interventies (4) Bij moeite met besluitvorming: • Beperk besluitvormingsmomenten • Leer besluitvormingsvaardigheden • Aanmoediging tot besluitvorming • Stimuleer de patiënt tot het nemen van actieve rol in behandeling • Regelmatig contact moment, steun, pat mogelijkheid geven zich te uitten • Ondersteun pat bij voedsel monitoren • Stimuleer de patiënt waar passend sociaal contact en gezamenlijke activiteiten • Betrek waar mogelijk en wenselijk de naaste omgeving • Verwijs naar psycholoog *Uit: Nursing Interventions Classification (NIC): Bulucheck et al (2008)
(Medisch) Maatschappelijk werk • bij problematische verwerkingsreactie • doch ‘normale’ = passende reactie • en m.n. in sociaal maatschappelijk opzicht
Psychiatrie • noodzaak tot medicamenteuze behandeling • bij (dreiging) van TS • bij psychotische/delirante patiënt
Verwijzing GGZ • Als probleem niet of nauwelijks een verband heeft met de diabetes • Bij ongecompliceerde medisch psychologische problematiek • Aanvullend op medisch psychologische behandeling alhier
Behandeling medisch psycholoog • cognitieve gedragstherapie • cognitieve herstructurering • systematische desensitisatie
• inzichtgevende therapie • inzicht in psychodynamiek
• counseling / rouwtherapie • relatie/partnergesprekken • psycho-educatie • ziektespecifieke elementen • psychische processen
Waar richt de medisch psycholoog zich op?
• Ziektegerelateerde problematiek • Psychopathologie interfererend met adequate ziektebeleving en ziektegedrag
Ziektegerelateerde problematiek • • • • • •
Acceptatieproblematiek Eetstoornis Depressie Angst en stressklachten Slaapstoornissen Extreme vormen van ziektebeleving en/of ziektegedrag
Psychopathologie interfererend met adequate ziektebeleving en ziektegedrag Complexe intra-psychische en/of interpersoonlijke problematiek (zoals persoonlijkheidsproblematiek), uitend in: • • • • •
Niet te corrigeren ideeën over ziekte en beloop Extreme vormen van non-compliance Somatisatie Claimend gedrag Therapeutische resistentie
Hartelijk dank voor uw aandacht