Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
1
Colofon Financiering Ministerie van VWS Auteurs Marien Abspoel Mark van Kuik Kati Dobos Omslagontwerp Ladenius Communicatie Beeld www.istockphoto.com Personen afgebeeld op de omslag van deze uitgave zijn modellen en hebben geen relatie tot het onderwerp van deze uitgave of ieder onderwerp binnen het onderzoeksdomein van Trimbos-instituut.
Deze uitgave is te downloaden via www.trimbos.nl/webwinkel met artikelnummer DL013 Trimbos-instituut Da Costakade 45 Postbus 725 3500 AS Utrecht T: 030-297 11 00 F: 030-297 11 11 © 2010, Trimbos-instituut, Utrecht. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande toestemming van het Trimbos-instituut.
2
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Marien Abspoel Marc van Kuik Kati Dobos
Quickscan Onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012 stand van onderzoek oktober 2010
Trimbos-instituut, december 2010
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
3
Inhoud 1. Introductie............................................................................................................ 4 2. Leeswijzer ........................................................................................................... 5 3. Methode .............................................................................................................. 5 4. Type onderzoek en thema’s ................................................................................ 6 5. Onderzochte populatie ........................................................................................ 8 6. Fasering, looptijd en nieuwe onderzoeken .......................................................... 9 7. Uitvoering onderzoek en betrokken disciplines ................................................. 11 8. Onderzoek binnen groter programma................................................................ 12 9. Plannen voor vervolgonderzoek ........................................................................ 13 10. Budget en Financiers ..................................................................................... 14 11. Raadplegen Quickscan 2009 ......................................................................... 14 Bijlage 1: Administratieve gegevens ......................................................................... 15 Bijlage 2: Inhoudelijke gegevens per onderzoek ...................................................... 21 Bijlage 3: Nieuw onderzoek ...................................................................................... 49 Bijlage 4: Vragenlijst Quick Scan Suïcideprojecten .................................................. 50 Bijlage 5: Literatuur................................................................................................... 53
1.
Introductie
In begin 2009 heeft Dr. M. de Groot met Prof. Dr. A.J.F.M. Kerkhof en Drs. K. de Ponti een inventarisatie gemaakt van de stand van het onderzoek naar suïcide. Bijna 2 jaar later heeft het Trimbos-instituut in opdracht van het Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport onderzoekers en instellingen gevraagd de actuele stand van het lopende onderzoek naar suïcide te beschrijven. Dit overzicht dient hopelijk twee doelen. Ten eerste kunnen onderzoekers onderling hun onderzoek plaatsen binnen het Nederlandse plaatje, en desgewenst contact zoeken. Ten tweede kunnen beleidsmakers aan het overzicht zien hoe het onderzoek zich ontwikkelt en de komende jaren het beleid kan ondersteunen. Hoewel de minister in 2008 het streven heeft uitgesproken om jaarlijks het aantal suïcides met 5% te verminderen, is dat noch in 2008, noch in 2009 gelukt. De minister twijfelt in een brief van maart 2010 zelf aan de haalbaarheid van dat streefcijfer. Volgens CBS is het aantal suïcides de afgelopen twee jaar zelfs met 13% gestegen1. Deze toename maakt de vraag nog urgenter, hoe onderzoek de minister en andere beleidsmakers kan helpen hun doelstellingen te bereiken. Moeten er andere interventies worden ingezet, of andere doelen worden gesteld? De ontwikkeling van internet ondersteuning voor mensen met suïcidale gedachten en hun relaties lijkt een veelbelovende ontwikkeling, die mensen anoniem en laagdrempelig te bereikt, en die tevens een kosteneffectieve manier biedt. Dit overzicht biedt geen review van de recente publicaties. We kunnen alleen een richting aanduiden. Onderzoeken zoals van het RIVM naar de ziektelast van suïcide bereiden de weg naar evaluatie van kosteneffectieve interventies. Het lijkt echter evident, dat interventies alleen voor preventie van suïcide nooit op zich kosteneffectief kunnen zijn. Als we ons meer richten op de ziektelast door suïcidale gedachten, en de relatie tussen suïcide en pre-klinische symptomen van depressie en angst dan kunnen we verwachten dat preventieve screening en interventies ook qua kosteneffectiviteit positief uit de bus komen. 1
Zie voor literatuur verwijzingen bijlage 5.
4
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
2.
Leeswijzer
De resultaten van de inventarisatie van onderzoeken zijn samengevat in een aantal paragrafen (type onderzoek, thema’s, populatie, grafieken en tabellen met korte toelichting in de paragraaf resultaten). De lezer die contactgegevens zoekt of andere zakelijke informatie kan terecht in de bijlage 1 met administratieve gegevens. De lezer die kennis wil nemen van de inhoud van lopende onderzoeken kan zich via de in bijlage 2 opgenomen inhoudelijke weergave per onderzoek een beeld vormen. De lezer die vooral de nieuwe onderzoeken wil langslopen, verwijzen we graag naar bijlage 3 waar de nieuwe onderzoeken op één pagina zijn samengevat.
3.
Methode
Het onderzoek was dit jaar qua budget iets meer bescheiden van opzet. Gelukkig konden we gebruik maken van de informatie en contacten uit 2009. Er is wel het een en ander veranderd sindsdien, maar de contacten van twee jaar geleden vormden een goed startpunt. Met doorverwijzingen zijn we gekomen op een aantal van 101 emailadressen. Deze mensen hebben een vragenlijst ontvangen (zie bijlage 4) om de stand van het onderzoek weer te geven. Uit de reacties zijn 31 onderzoeksbeschrijvingen opgenomen in dit overzicht. Dat zijn er 2 meer dan in begin 2009. Het aantal zegt uiteraard niet alles. Omvangrijke onderzoeken en kleine studies staan naast elkaar. Dat is ook goed. Kleine studies kunnen grotere studies ondersteunen en op deelterreinen aanvullen. Respons type Formulier retour ontvangen (soms dubbel) Telefonisch of e-mail of toezenden publicatie Andere contactpersoon Geen onderzoek of afgerond voor 2010 Geen reactie N.v.t. totaal
Aantal 28 4 24 17 27 1 101
Tabel 1: aantal benaderde onderzoekers en respons
Fig.1: respons op de vragenlijst
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
5
4.
Type onderzoek en thema’s
In vergelijking met 2008 lijken er meer kwalitatieve onderzoeken en evaluatiestudies, maar 5 studies zijn in 2008 als tevredenheidsonderzoek benoemd, terwijl deze omschrijving nu niet is gebruikt. Er zijn dus geen grote verschuivingen in het type onderzoek te bespeuren. Typering onderzoek
2
1 1 1
Epidemiologisch onderzoek Interventiestudie
2 14
Kwalitatief onderzoek Evaluatiestudie
4
Implementatiestudie Psychologische autopsie Exploratief onderzoek
5
Ontwikkelingsstudie Psychometrisch onderzoek
7 Fig.2: type onderzoek
De onderzoekers hebben vaak meerdere design types gecombineerd, in totaal 66 over 31 onderzoeken. Kwalitatief en beschrijvend kwantitatief of retrospectief onderzoek maakt meer dan de helft van de onderzoeken uit. Gecontroleerde studies vormen globaal een kwart van de studies. Er lopen 3 Randomised Controlled Trials, over effectiviteit van online zelfhulp (nr.27), over het verminderen van suïcidale gedachten door cognitief-motivationele behandeling (nr.2) en over vergelijking van mindfulness-training met cognitieve gedragstherapie (nr.10).
Design 1
3 4
16
6
Kwalitatief Kwantatief Retrospectief
Fig.3: type onderzoeksdesign
Prospectief Longitudinaal Cross-sectioneel
7
Pre-posttest RCT
15
7
Case-control
7
6
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Thema Prevalentie/incidentie van suïcidaal gedrag Suïcidaal gedrag Suïcidaal gedrag (online) Nazorg na suïcide Behandeling van suïcidaal gedrag Behandeling van suïcidaal gedrag (online) Suïcidepreventie Psychologische autopsie Richtlijnen rondom suïcidaliteit Ziektelast van suïcide Kosteneffectiviteit
Aantal 8 4 2 4 2 1 3 3 3 1 3
Tabel 2: thema’s van de onderzoeken
Tabel 2 toont een 11-tal thema’s die in de inventarisatie zijn benoemd. Kosteneffectiviteit wordt in drie onderzoeken expliciet genoemd, maar wordt mogelijk in andere onderzoeken ook beoordeeld. Ziektelast van suïcide is een relatief nieuw thema dat belangrijke ingangen geeft voor beleid en kosteneffectiviteit.
Thema's suicide onderzoek Ziektelast suïcide 3%
Kosteneffectiviteit 9%
Prevalentie / incidentie 26%
Richtlijnen suïcidaliteit 10% Psychologische autopsie 9%
Suïcidaal gedrag 11%
Suïcidepreventie 9% Behandeling van suïcidaal gedrag (online) 3%
Behandeling van suïcidaal gedrag 6%
Suïcidaal gedrag (online) 6% Nazorg na suïcide 12%
Fig.4: thema’s onderzoek
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
7
5.
Onderzochte populatie
Onderzochte populatie Volwassenen Jongeren Suïcidanten Overigen Suïcidepogers Nabestaanden Asielzoekers Ouderen Jongvolwassenen Kinderen
# 8 8 6 4 3 2 1 1 1 1
Tabel 3: onderzochte populatie (meerdere omschrijvingen per onderzoek)
In vergelijking met begin 2009 hebben de respondenten de doelgroep en onderzochte populatie meer gericht ingevuld. In 2009 werden per onderzoek gemiddeld meer dan 2 doelgroepen genoemd. In de huidige inventarisatie is op de vraag naar de onderzochte populatie doorgaans één groep vermeld. Opvallend is dat er nu maar één onderzoek zich op ouderen richt terwijl dat er in 2009 elf waren. De grens tussen jongere, jongvolwassene en volwassene is enigszins arbitrair, resultaten uit de verschillende onderzoekspopulaties zijn breder generaliseerbaar.
Onderzochte populatie Jongvolwassenen 3% Ouderen 3% Asielzoekers 3%
Kinderen 3%
Volwassenen 22%
Nabestaanden 6% Suïcidepogers 9%
Overigen 11%
Jongeren 23%
Suïcidanten 17%
Fig.5: onderzochte populatie
8
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
aantal onderzochte personen 2 1-10
4
9
10-100 100-1000 1000-10000
7
> 10000
3
niet ingevuld
6 Fig.6: aantal onderzochte personen
Ruim de helft van de onderzoeken betreft meer dan 100 personen. Daarbij moet worden aangetekend dat de onderzoeken met groot aantal personen voornamelijk beschrijvend epidemiologisch onderzoek betreft, waar de gecontroleerde studies kleinere aantallen personen onderzoeken.
6.
Fasering, looptijd en nieuwe onderzoeken
Tabel 2 geeft aan dat op de peildatum van 1 oktober de lopende onderzoeken zich in verschillende fasen van uitvoering bevinden. Een kwart van de geïnventariseerde onderzoeken is onlangs afgerond. Fase Onderzoek Gepland onderzoek Voorbereiding Opstarten Dataverzamelen Dataverwerking Rapportage Afgerond
Aantal 1 1 2 13 5 9 10
Tabel 4: fasering onderzoeken
Fase onderzoek 1 1
2
10
Gepland onderzoek Voorbereiding Opstarten Dataverzamelen
13
Dataverwerking Rapportage Afgerond
Fig.7: fasering onderzoeken
9 5
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
9
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
Nr
2005
Er zijn 11 onderzoeken die in vergelijking met begin 2009 nieuw zijn. Deze zijn in bijlage 3 bijeengebracht. Negen onderzoeken van begin 2009 zijn afgerond en niet meer opgenomen. 20 Onderzoeken zijn opnieuw opgenomen, hoewel een aantal intussen wel is afgerond.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
nu doorlopend onderzoek looptijd incidenteel onderzoek gepland vervolgonderzoek (looptijd onbekend)
Fig.8: looptijd van 31 onderzoeken
Zeven onderzoeksgroepen uit de huidige inventarisatie hebben plannen voor vervolgonderzoek. Twee hiervan vermelden dat het gaat om een doorlopende registratie. De mate van realisatie en zekerheid van vervolgonderzoek is niet specifiek nagevraagd en mogelijk afhankelijk van factoren zoals financiering.
10
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
7.
Uitvoering onderzoek en betrokken disciplines
De hoofduitvoerder van het onderzoek is in tweederde van de onderzoeken een universiteit of kenniscentrum (zie fig.4). Tabel 3 en fig.5 laten zien dat daarnaast GGZ-instellingen en GGD’s veelvuldig betrokken zijn. Vrijgevestigde psychologen, psychiaters en huisartsen worden daarnaast regelmatig betrokken. Type hoofduitvoerder
2 4 12
Universiteit Kenniscentrum GGD
5
GGZ Overige
8 Fig.9: type hoofduitvoerder
Betrokken disciplines / organisaties naast hoofd uitvoerder GGZ GGD Vrijgevestigde psycholoog/psychiater Huisarts Scholen Academisch ziekenhuis Kenniscentrum Algemeen ziekenhuis Inspectie GZ Statistisch onderzoeker / epidemioloog Vrijwilligers Centraal orgaan opvang Asielzoekers Forensische kliniek Gemeente / provincie
aantal 12 6 4 3 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Tabel 5: betrokken disciplines buiten de hoofduitvoerder
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
11
1 11
1
Betrokken disciplines 1 1
1
GGZ GGD Vrijgevestigde psycholoog/psychiater Huisarts
12
Scholen Academisch ziekenhuis Algemeen ziekenhuis Universiteit Kenniscentrum Inspectie GZ Statistisch onderzoeker / epidemioloog Vrijw illigers
1 1 1 2
Centraal orgaan opvang Asielzoekers Forensische kliniek Gemeente
3 6 4 Fig.10: betrokken disciplines buiten de hoofduitvoerder
8.
Onderzoek binnen groter programma
Zes onderzoeken maken deel uit van een groter programma. Zie tabel.6 Nr. Omschrijving indien onderzoek deel van groter programma 9 14 20 en 27 23
Regionale ketenzorg bij suïcidaliteit; doorlopend onderzoek Creëren van een sluitend zorgcircuit in GGZ-NHN NEMESIS bevolkingsonderzoek, doorlopend, Trimbos instituut Suïcide en Suïcidepreventie, Afdeling Klinische Psychologie, Vrije Universiteit Amsterdam (2 onderzoeken) doorlopend onderzoeksprogramma Dissertatie over zelfrapportage in de JGZ P.M. van de Looij-Jansen
Tabel 6: omschrijving programma’s waarbinnen suïcideonderzoek plaats vindt
Beoogde Publicaties Nederlandstalige artikelen Engelstalige artikelen Proefschriften Rapport Boek(en) Totaal
Aantal 12 23 12 11 1 59
Tabel 7: publicaties in voorbereiding
12
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
25
23
20
aantal
15 12
12
11
10
5 1 0 Ned. art
Engels art
Proefs
Rapport
Boek(en)
Type publicatie
Fig.11: aantal en type publicaties in voorbereiding
9.
Plannen voor vervolgonderzoek
Zeven onderzoeken / programma’s hebben vervolgonderzoek gepland, 24 niet (of althans niet gemeld). Nr. 22 29
3 4 17 17 18
Omschrijving plannen vervolgonderzoek Invloed van antidepressiva op fataal geweld (epidemiologisch onderzoek) Tweede promotieonderzoek naar de implementatie van het signaleringsinstrument middels de ontwikkeling van een internetapplicatie die het instrument breed toegankelijk maakt voor scholen, professionals en voor jongeren zelf. Deze e-learning module wordt ontwikkeld om gebruikers te leren hoe zij het signaleringsinstrument kunnen inzetten en wordt getest op effectiviteit. Continuregistratie zelfdodingen gemeente Den Haag Continuregistratie mensen die na suïcidepoging vanwege parasuïcide hulp ontvangen van een instantie in Den Haag Evaluatie effecten algemene preventieve maatregelen op een 30-tal risico locaties voor trein suïcide in Nederland Interview studie naar pre-crash behaviour bij trein suïcide pogers. Er ligt momenteel een onderzoeksvoorstel bij de IGZ om de impact van de wijziging van de meldingsprocedure te onderzoeken
Tabel 8: plannen voor vervolgonderzoek
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
13
10. Budget en Financiers 17 (55%) onderzoeken hebben budget opgegeven en 14 niet. Het gemiddelde budget is 147 k€. Het kleinste opgegeven budget is € 14 k€, het grootste 460 k€. Het totale opgegeven budget is 2,5 miljoen €. In de huidige inventarisatie is geen uitsplitsing van financiering gevraagd, zodat we wel de betrokken fondsen weten, maar niet de verdeling van de gelden. In begin 2009 was het totale budget 2,4 miljoen euro. Nu twee jaar later is dat budget dus enigszins gegroeid, mede aangezien minder onderzoekers het budget hebben opgegeven. Financiers onderzoek 1
1
2
6
Universiteit ZonMw
2
GGD Ministerie VWS GGZ Europese Unie
3 5
Stichting / fonds CBS Kenniscentrum
3 4
Fig.12: financiers van het onderzoek
11. Raadplegen Quickscan 2009 Een kwart van de onderzoekers gebruikt de Quickscan uit begin 2009 regelmatig. Een ander kwart zelden, en de derde kwart heeft aangegeven het boekje niet te gebruiken. Een kwart tenslotte heeft deze vraag niet ingevuld. Naast de onderzoekers bedient dit overzicht ook beleidsmakers en belangstellenden. Het voldoet in ieder geval voor een kleine groep aan een behoefte. Raadplegen Quickscan 2009
Niet ingevuld 26%
Nee 26% 14
Regelmatig 23%
Fig.13: gebruik Quickscan
Zelden 25%
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Bijlage 1: Administratieve gegevens Nr
Hoofdonderzoeker
Titel onderzoek
Contactgegevens
Telefoon
E-mail
Instituut
Financier(s)
Budget
1
Ballegooijen, Wouter van (MSc) Boon, Brigitte (dr.)
Hebben nabestaanden van suïcide baat bij lotgenotencontact?
W. van Ballegooijen Trimbos-instituut Da Costakade 45 3541 VS Utrecht
0302971100
wballegooijen@tr imbos.nl
Trimbos-instituut Postbus 275 3500 AS Utrecht
ZonMw; Den Haag
€ 190.340
2
Beek, Wessel van
Het verminderen van suïcidale gedachten door cognitief-motivationele behandeling
W. van Beek Symfora groep Laan van de Heelmeesters 2 1211 MS Hilversum
0356557555
W.van.Beek@ symfora.nl
Symfora groep Postbus 3051 3800 DB Amersfoort
Symfora groep, Amersfoort
Open Ankh € 81.980
Stichting De Open Ankh, Amersfoort
Symfora groep € 90.253
3
Burger, Irene
Onderzoek naar het vóórkomen van gebeurtenissen van parasuïcide in Den Haag
I. Burger GGD Den Haag Thorbeckelaan 360 2564 BZ Den Haag
0703537196
irene.burger@de nhaag.nl
GGD Den Haag Afdeling Epidemiologie Thorbeckelaan 360 2564 BZ Den Haag
GGD Den Haag, afdeling Epidemiologie
Reguliere middelen afdeling Epidemiologie
4
Burger, Irene
Onderzoek naar het vóórkomen van gebeurtenissen van suïcide in Den Haag
I. Burger GGD Den Haag Thorbeckelaan 360 2564 BZ Den Haag
0703537196
irene.burger@de nhaag.nl
GGD Den Haag Afdeling Epidemiologie Thorbeckelaan 360 2564 BZ Den Haag
GGD Den Haag, afdeling Epidemiologie
Reguliere middelen afdeling Epidemiologie
5
Eikelenboom, M. (mr.)
Affectieve stoornissen en suïcidaliteit
M. Eikelenboom GGZ inGeest Afdeling onderzoek A.J. Ernststraat 1187 1081 HL Amsterdam
0207884586
m.eikelenboom@ ggzingeest.nl
GGZ inGeest Afdeling onderzoek A.J. Ernststraat 1187 1081 HL Amsterdam
GGZ inGeest, Amsterdam
Medeonderzoekers: Penninx, B.W.J.H. (prof.) Smit, J.H. (prof.) Beekman, A.T.F. (prof.) 6
Erve, Monique van 't (bachelor)
7
Feltz-Cornelis, Christina van der (dr.) Volker, Daniëlle
GGZ inGeest/ VUmc / EMGO instituut Kwalitatieve interviews onder ca. 45 kinderen en jongeren die zijn geconfronteerd met zelfdoding binnen het gezin Implementatie van maatregelen voor suïcidepreventie in vier Europese landen
M. van ’t Erve Almenseweg 45a 7211 ME Eefde
D. Volker Trimbos-instituut Da Costakade 45 3541 VS Utrecht
0302971100
m.vanterve@ hetnet.nl
Uit eigen titel. Uitgegeven bij Ten Have, in samenwerking met Werkgroep Verder
dvolker@ trimbos.nl
Trimbos-instituut Postbus 725 3500 AS Utrecht
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Europese Unie PHEA (DG SANCO)
Trimbos-instituut
€ 117.000
15
Nr
Hoofdonderzoeker
Titel onderzoek
Contactgegevens
Telefoon
E-mail
Instituut
Financier(s)
8
Garssen, Joop (drs.)
Transgenerationele overdracht van suïcide
J. Garssen CBS Postbus 24500 2490 HA Den Haag
0885707070
j.garssen@ cbs.nl
Vrije Universiteit afd. Klinische Psychologie V.d. Boechorststraat 1 1081BT Amsterdam
CBS, Den Haag
9
Gasteren, Hans van (drs.)
Psychologische autopsie van Westfriese suïcidale jongeren en – suicideslachtoffers (< 26 jaar)
H. van Gasteren GGZ-NHN Kennemerstraatweg 464 1851 NG Heiloo
0725312312
h.vangasteren@ ggz-nhn.nl
Vrije Universiteit afd. Klinische Psychologie V.d. Boechorststraat 1 1081 BT Amsterdam
Eigen bronnen
10
Giezen, Anne van (dr.)
Een onderzoek naar kortdurende behandeling bij zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag
A.E. van Giezen Universiteit Leiden Faculteit Sociale Wetenschappen Afdeling Klinische, Gezondheids en Neuropsychologie Wassenaarseweg 52 2300 RB Leiden
0715273995
[email protected] enuniv.nl
[email protected] denuniv.nl
Universiteit Leiden Faculteit Sociale Wetenschappen Afdeling Klinische, Gezondheids en Neuropsychologie Wassenaarseweg 52 2300 RB Leiden
ZonMw, Den Haag
Medeonderzoekers: Spinhoven, Ph. (prof. dr.) Speckens, A.E.M. (prof.dr.) Emmerik, A.A.P. van (dr.) S. de Klerk, S. de (MSc) Tromp, J.E. (MSc)
Budget
Minimaal
GGZ Rivierduinen Postbus 405 2300 AK Leiden Universitair Medisch Centrum St. Radboud Afdeling Psychiatrie Geert Groteplein-Zuid 10 6525 GA Nijmegen
11
16
Goosen, S. (drs.)
De incidentie van suïcide en suïcidepogingen bij asielzoekers
S. Goosen Landelijk Bureau Publieke Gezondheid Asielzoekers GGD Nederland Adriaen van Ostadelaan 140 3583 AM Utrecht Postbus 85300 3508 AH Utrecht
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
0302525088
[email protected]
Trimbos-instituut
GGZ Nijmegen Postbus 7049 6503 GM Nijmegen GGD Nederland Postbus 85300 3508 AH Utrecht
Geen apart budget aangezien het onderdeel uitmaakt van de taken van het landelijk bureau publieke gezondheid asielzoekers bij GGD Nederland
Nr 12
Hoofdonderzoeker Groot, Marieke de (dr.) Medeonderzoeker: Groot, P.F. de
13
Groot, Marieke de (dr.) Medeonderzoekers Meer, K. van der (prof.dr.) Wiersma, D. (prof. dr.)
Titel onderzoek
Contactgegevens
Telefoon
E-mail
Instituut
Financier(s)
Psychologische autopsie van 98 suïcideslachtoffers in Groningen, Friesland en Drenthe
M. de Groot Universitair Medisch Centrum Groningen Afdeling Huisartsgeneeskunde Postbus 30.001 9700 RB Groningen
0503616161
m.h.de.groot@ med.umcg.nl
Universitair Medisch Centrum Groningen Afdeling Huisartsgeneeskunde Postbus 30.001 9700 RB Groningen
Ministerie van VWS, 'sGravenhage
Onderzoek naar aard en omvang van hulpzoekgedrag van nabestaanden bij de huisarts na de suïcide van een familielid
M. de Groot Universitair Medisch Centrum Groningen Afdeling Huisartsgeneeskunde Postbus 30.001 9700 RB Groningen
0503616161
m.h.de.groot@ med.umcg.nl
Universitair Medisch Centrum Groningen Afdeling Huisartsgeneeskunde Postbus 30.001 9700 RB Groningen
ZonMw, Den Haag
Universitair Medisch Centrum Groningen Onderzoekscentrum Postbus 30.001 9700 RB Groningen Trimbos-instituut Da Costakade 45 3521 VS Utrecht
Budget € 18.000
14
Have, Margreet ten (dr.)
Suïcidaliteit in de bevolking: suïcide gedachten en pogingen
M. ten Have Trimbos-instituut Da Costakade 45 3521 VS Utrecht
0302971100
mhave@ trimbos.nl
15
Hemelrijk, Esther (MSc) Ballegooijen, Wouter van (MSc)
Internet-based screening for suicidal ideation in common mental disorders
W. van Ballegooijen Vrije Universiteit Afdeling klinische psychologie Van der Boechorststraat 1 1081 BT Amsterdam
0302971100
w.van.ballegooije
[email protected]
Vrije Universiteit Afdeling klinische psychologie Van der Boechorststraat 1 1081 BT Amsterdam
Vrije Universiteit, faculteit der psychologie en pedagogiek
nvt. Het betreft analyse van data van een reeds afgerond onderzoek. De data-analyse was uitgevoerd in het kader van een master-these.
16
Hoeymans, Nancy (dr.) Schoenmaker, Casper (dr.)
De ziektelast van suïcide en suïcidepogingen
N. Hoeymans RIVM Postbus 1 3720 BA Bilthoven
0302749111
nancy.Hoeymans @rivm.nl
RIVM Postbus 1 3720 BA Bilthoven
Ministerie van VWS, directie Curatieve Zorg
€ 100.000
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
€ 80.000
Trimbos-instituut
17
Nr 17
Hoofdonderzoeker Houwelingen, C.A.J. van (drs.)
Titel onderzoek Onderzoek naar de invloed van railway system parameters op treinsuïcide in Nederland en Duitsland
Contactgegevens
Telefoon
C.A.J. van Houwelingen GGz Eindhoven DP 3901 Postbus 909 5600 AX Eindhoven
0402970510
E-mail
Instituut
caj.van.houwelin
[email protected]
Vrije Universiteit Amsterdam Afd. Klinische Psychologie Van der Boechorststraat 1 1081 BT Amsterdam
Institute of EpidemiologyHelmholtz Zentrum MünchenGerman Research Center for Environ-mental Health (GmbH)Ingolstädter Landstrasse 185764 Neuherberg Huisman, Annemieke (dr.)
Onderzoek naar effectiviteit hulpdienst 113Online (diverse onderzoeken)
A. Huisman Stichting 113online Paasheuvelweg 15 1105 BE Amsterdam
0203113883
a.huisman@psy. vu.nl / a.huisman@ 113online.nl
19
Huisman, Annemieke (dr.)
Onderzoek naar de kenmerken van reacties van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) op suïcide-meldingen in de periode 1996-2006
A.Huisman Vrije Universiteit Faculteit der psychologie en pedagogiek Afdeling klinische psychologie Van der Boechorststraat 1 1081 BT Amsterdam
0205982589
a.huisman@ psy.vu.nl a.huisman@ 113online.nl
Improving suicide prevention in mental health care through training of guidelines and support by elearning
A.J.F.M. Kerkhof Vrije Universiteit Afdeling klinische psychologie Van der Boechorststraat 1 1081 BT Amsterdam
0205988777
18
Kerkhof, A.J.F.M. (prof.dr.)
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Budget
Financiering wordt gezocht
GGz Eindhoven Postbus 909 5600 AX Eindhoven
18
20
Financier(s)
Ajfm.kerkhof@ psy.vu.nl
Trimbos-instituut
Universiteit Groningen Biologisch Centrum Department of Chronobiology Kerklaan 30 9751 NN Haren Stichting 113online Paasheuvelweg 15 1105 BE Amsterdam
Vrije Universiteit Van der Boechorststraat 1 1081 BT Amsterdam
Vrije Universiteit afd. Klinische Psychologie Van der Boechorst- straat 1 1081 BT Amsterdam
€ 40.000
Inspectie voor de Gezondheidszor g, Utrecht
IGZ: € 168.000
Vrije Universiteit, Amsterdam
VU: € 32.000
ZonMw, Den Haag
€ 460.000
Nr 21
Hoofdonderzoeker Kromhout, H. (prof.)
Titel onderzoek
Contactgegevens
Telefoon
E-mail h.kromhout@ uu.nl
Instituut
The role of organophosphate exposure in the aetiology of depression and suicidality amongst farm workers on wine and table grape farms in the Worcester area of the Western Cape Province, South Africa
H. Kromhout Institute for Risk Assessment Sciences Postbus 80178 3508 TD Utrecht
0302539400
Institute for Risk Assessment Sciences Universiteit Utrecht
M. Liem Universiteit Leiden Faculteit Rechtsgeleerdheid Postbus 9520 2300 RA Leiden P.M. van de LooijJansen Schiedamsedijk 95 3011 EN Rotterdam
0715277462
m.c.a.liem@ law.leidenuniv.nl
0104339966
p.vandelooijjansen@ ggd.rotterdam.nl
GGD Rotterdam-Rijnmond Sectie Jeugdmonitor & Onderzoek/ Cluster Jeugdbeleid Schiedamsedijk 95 3011 EN Rotterdam Postbus 70032 3000 LP Rotterdam
Centre for Occupational and Environmental Health Research School of Public Health and Family Medicine University of Cape Town Universiteit Leiden Faculteit Rechtsgeleerdheid Postbus 9520 2300 RA Leiden
Financier(s) SANPAD Universiteit Utrecht
Budget < € 50.000
22
Liem, Marieke (dr.)
Doding gevolgd door zelfdoding
23
Looij-Jansen, P.M. van de (dr.)
Jeugdmonitor Rijnmond (voorheen Jeugdmonitor Rotterdam)
24
Mierlo, Frans van (drs.)
Verbetering van zorg n.a.v. recente suïcides
F. van Mierlo Trimbos-instituut Postbus 275 3500 AS Utrecht
0302971100
fmierlo@ trimbos.nl
GGZ Oost-Brabant Adolescentenkliniek Gebouw 't Warant Wesselmanlaan 25a, 5707 HA Helmond
GGZ Oost Brabant
€ 14.000
25
Philipse, Bregje (prof.dr.) Rurup, M.L. (dr.)
Sterfwens van ouderen
B. Philipse VUMC, afdeling sociale geneeskunde Van der Boechorststraat 7 1081 BT Amsterdam
0204448385
b.philipse@ vumc.nl
EMGO instituut voor onderzoek naar gezondheid en zorg: - afdeling sociale geneeskunde Vumc - afdeling klinische psychologie VU (prof.dr. Kerkhof) - afdeling epidemiologische biostatistiek, VUmc (prof. D. Deeg).
Stichting tot steun VCVGZ
Stichting tot steun VCVGZ: € 35.000
EMGO fellowship
EMGO fellowship: ca. € 75.000
Trimbos-instituut
19
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Universiteit Utrecht (20062009) Universiteit Leiden (vanaf 2010) De gemeenten in regio Rotterdam
Nr
Hoofdonderzoeker
Titel onderzoek
Contactgegevens
Telefoon
E-mail
Instituut
Financier(s)
Budget
26
Romijn, Geke Bool, Martijn
Regionale aanpak van suïcide-preventie: een kader voor opzet en voorbeelden
G. Romijn Trimbos-instituut Postbus 275 3500 AS Utrecht
0302971100
gromijn@ trimbos.nl
Trimbos-instituut Postbus 275 3500 AS Utrecht
Ministerie van VWS
27
Spijker, B.A.J. van (MSc)
Het verminderen van suïcidale gedachten door zelfhulp via internet: een gerandomiseerd onderzoek
B.A.J. van Spijker Vrije Universiteit Amsterdam Klinische Psychologie Van der Boechorststraat 1 1081 BT Amsterdam
0205988497
Vrije Universiteit Amsterdam Klinische Psychologie Van der Boechorst- straat 1 1081 BT Amsterdam
ZonMw, Den Haag
ZonMw: € 257.000
Vrije Universiteit, Amsterdam
VU: € 28.000
28
Sturkenboom, Marian Zelfde, Pauline van 't Bramer, Marjolijn
Suïcidepreventie Aangrijpingspunten voor de publieke gezondheidszorg
M. Sturkenboom RIVM Gezond Leven Postbus 1 3720 BA Bilthoven
0302748573
Bregje van Spijker: baj.van.spijker@ psy.vu.nl Ad Kerkhof: ajfm.kerkhof@ psy.vu.nl Annemieke van Straten: a.van.straten@ psy.vu.nl marian.sturkenbo
[email protected]
29
Vos, C.E. (Msc)
Ontwikkeling van een signalerings-instrument voor suïcidaliteit bij adolescenten
C.E. Vos Van der Boechorststraat 1 1081 BT Amsterdam
0205988757
Ce.vos@ psy.vu.nl
Vrije Universiteit Faculteit der Psychologie en Pedagogiek, afdeling Klinische Psychologie Van der Boechorst- straat 1 1081 BT Amsterdam
ZonMw, Den Haag
€ 450.000 voor het gehele project: ontwikkeling en implementatie
Self-report of suicidal behaviour and school nurse evaluations in high school students
E.J. de Wilde Nederlands Jeugdinstituut Postbus 19221 3501 DE Utrecht
0302306559
[email protected] vandelooijp@ ggd.rotterdam.nl Goldschmedingj @ggd. rotterdam.nl
Nederlands Jeugdinstituut Postbus 19221 3501 DE Utrecht
GGD RotterdamRijnmond, Rotterdam
Naar schatting € 5.000 Nji
ewitteveen@ ggd.amsterdam. nl
GGD Amsterdam Cluster EDG Nieuwe Achtergracht 100 1018 WT Amsterdam
Projectleiders: Koot, J.M. (prof. dr.) Kerkfhof, A.J.F.M. (prof. dr.)
30
31
20
Wilde, E.J. de (dr.)
Witteveen, Ewald (dr.)
Psychosociale autopsie na zelfdoding in Amsterdam
E. Witteveen GGD Amsterdam Postbus 2200 1000 CE Amsterdam
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
0205555056
Trimbos-instituut
RIVM Gezond Leven Postbus 1 3720 BA Bilthoven
GGD Rotterdam-Rijnmond Postbus 70032 3000 LP Rotterdam
€ 10.000 GGD Nederlands Jeugdinstituut, Utrecht GGD Amsterdam
€ 36.000
Bijlage 2: Inhoudelijke gegevens per onderzoek Nr
1
Hoofdonderzoeker
Ballegooijen, Wouter van (MSc) Boon, Brigitte (dr.)
Titel onderzoek
Hebben nabestaanden van suïcide baat bij lotgenotencontact?
Type onderzoek
Interventiestudie
Vraagstelling
Heeft deelname aan online lotgenotencontact positieve effecten op het welbevinden van NvS? Welke specifieke groepen NvS hebben vooral baat bij het online lotgenotencontact? Welke ondersteunende en niet-steunende processen vinden plaats tijdens deelname aan online lotgenotencontact?
Design
Kwalitatief ; Kwantitatief ; Longitudinaal ; Pre-post-test Anders, namelijk: Naast het kwantitatieve onderzoek via vragenlijsten en kwalitatief onderzoek aan de hand van interviews, zal een content analyse van forumberichten worden uitgevoerd.
Beschrijving methode
Op een forum van de website 113Online.nl wordt lotgenotencontact voor nabestaanden van suïcide aangeboden. Met een pre-test post-test design wordt bekeken wat het effect is van online lotgenotencontact op welbevinden, rouw en psychische problemen. Door middel van interviews zal gevraagd worden welke verklaringen respondenten geven voor het ervaren effect en door middel van contentanalyse zal in kaart worden gebracht hoe het lotgenotencontact in zijn werk gaat.
Onderzochte populatie
Nabestaanden van 18 jaar of ouder die een partner, ouder, kind, broer, zus, vriend, vriendin of belangrijk ander persoon zijn verloren aan suïcide. Er zijn geen exclusiecriteria gespecificeerd
N
235
Interventie(s)
De interventie bestaat uit het aanbieden van toegang tot een forum. Dit forum is ingedeeld in een aantal subfora, ingedeeld op onderwerp. Deelnemers bepalen zelf hoe vaak ze gebruik willen maken van het forum en of ze vooral berichten willen posten of lezen. Daarnaast is op de website van 113Online ook psycho-educatie beschikbaar.
Meetinstrumenten
Primaire uitkomstmaat: Welbevinden (WHO Welzijnsindex, MHC-SF) Secundaire uitkomstmaten: Ervaren sociale steun (SSL-I) Mastery (Pearlin Mastery Scale) Zelfwaardering (Rosenberg SES) Gecompliceerde rouw (RVL) Depressie (CES-D) Angst en somatisatie (SCL-90) Suïcidaliteit (MINI suïciderisico – self report) Kwaliteit van leven (EQ-5D) Productieverlies en zorgconsumptie (TiC-P)
Start onderzoek
01-mrt-10
Einde onderzoek
01-mrt-12
Resultaten verwacht
Mei 2012
Fase onderzoek
Dataverzameling
Vorm presentatie
Engelstalig artikel
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
21
Proefschrift Rapport Vervolgonderzoek?
geen
Plannen:
Eventueel vergelijking online lotgenotencontact en face to face lotgenotengroepen.
Financier(s)
ZonMw, Den Haag
Onderzoeksbudget
€ 190.340
Nr
2
Hoofdonderzoeker
Beek, Wessel van
Titel onderzoek
Het verminderen van suïcidale gedachten door cognitief-motivationele behandeling
Type onderzoek
Interventiestudie
Vraagstelling
Kunnen we suïcidaliteit verminderen met behulp van onze cognitief-motivationele toekomstgerichte behandeling?
Design
RCT met een externe controlegroep van niet-suïcidale cliënten.
Beschrijving methode
Suïcidale deelnemers in de RCT worden gerandomiseerd naar TAU, of TAU + experimentele behandeling (CBT en oplossingsgerichte therapie). De externe controlegroep van niet-suïcidalen krijgt TAU.
Onderzochte populatie
Volwassenen in behandeling bij een GGZ-instelling met enige vorm van depressie, in het verleden of actueel
N
210, (suïcidale cliënten n= 140, controlegroep van niet-suïcidale cliënten n=70)
Interventie(s)
Groepsbehandeling bestaande uit 10 wekelijkse sessies van 1,5 uur, (werkboekgestuurd, website en cd) gebaseerd op elementen uit de cognitieve gedragstherapie en oplossinggerichte therapie. Centraal staan de cognities en gedragingen die ´positief toekomstdenken´ in de weg staan.
Meetinstrumenten
primair: SSI-C, BDI-II vraag 9, vragen rondom zelfdestructief gedrag* secundair: SSI-W, BHS, CISS, SPSI-R, PSWQ, ZTPV*, TTTS*, TFT* NB: *vertalingen, bewerkingen of zelf ontwikkelde instrumenten
Start onderzoek
01-jun-05
Einde onderzoek
31-dec-11
Fase onderzoek
Lopend
Vorm presentatie
Engelstalig artikel Proefschrift
Vervolgonderzoek?
Geen
Financier(s)
Symfora groep Amersfoort Stichting De Open Ankh, Amersfoort
Onderzoeksbudget
Open Ankh Symfora groep
22
€ 81.980 € 90.253
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Nr
3
Hoofdonderzoeker
Burger, Irene
Titel onderzoek
Onderzoek naar het vóórkomen van gebeurtenissen van parasuïcide in Den Haag
Type onderzoek
Epidemiologisch onderzoek
Vraagstelling
Wat is de incidentie van gebeurtenissen van parasuïcide in Den Haag naar sociaaldemografische kenmerken van de patiëntenpopulatie?
Design
Kwantitatief Longitudinaal
Beschrijving methode
In geval van een gebeurtenis van een parasuïcide krijgt de afdeling Epidemiologie van de deelnemende hulpverlenende instanties een beperkte set gegevens van de patiënt, ofwel geëxtraheerd uit de (reguliere) registratie van deze instelling ofwel handmatig vastgelegd op een speciaal voor deze registratie vervaardigd registratieformulier.
Onderzochte populatie
Personen na een suïcidepoging die wonen in Den Haag en die vanwege de parasuïcide gezien zijn door tenminste één van de deelnemende hulpverlenende instanties in Den Haag (vier SEH-afdelingen van algemene ziekenhuizen, Crisisdienst, ambulancedienst).
N
Wordt gestreefd naar volledige registratie (geen steekproef) zie onderzochte populatie (circa 500-600 per jaar)
Meetinstrumenten
Incidenties (+ b.i.) en relatieve risico’s tussen bevolkingsgroepen.
Start onderzoek
01-jan-08
Einde onderzoek
01-jan-08
Resultaten verwacht
Geen einddatum: continu-registratie! In het decembernummer van het Epidemiologisch Bulletin wordt een artikel opgenomen met resultaten over de jaren 2008-2009.
Fase onderzoek
Dataverzameling (2010 en verder) Dataverwerking (2010) Rapportage (2008-2009)
Vorm presentatie
Nederlandstalig artikel Engelstalig artikel
Vervolgonderzoek ?
Ja
Financier(s)
GGD Den Haag, afdeling Epidemiologie
Onderzoeksbudget
Reguliere middelen afdeling Epidemiologie
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
23
Nr
4
Hoofdonderzoeker
Burger, Irene
Titel onderzoek
Onderzoek naar het vóórkomen van gebeurtenissen van suïcide in Den Haag
Type onderzoek
Epidemiologisch onderzoek
Vraagstelling
Wat is de incidentie van suïcide binnen de gemeentegrenzen van Den Haag naar sociaal-demografische kenmerken van de patiëntenpopulatie?
Design
Kwantitatief
Beschrijving methode
De afdeling Epidemiologie ontleend de gevallen van suïcide aan de verslagen van de lijkschouwers bij onnatuurlijk overlijden waarbij sprake kan zijn geweest van een suïcide.
Onderzochte populatie
Alle zelfdodingen die zich hebben voorgedaan binnen de gemeentegrens van Den Haag
N
Volledige registratie (geen steekproef) zie onderzochte populatie (circa 30-50 per jaar)
Meetinstrumenten
Incidenties (+ b.i.) en relatieve risico’s tussen bevolkingsgroepen
Start onderzoek
01-jan-87
Einde onderzoek
01-jan-87
Resultaten verwacht
Start en einde onderzoek: 1987 en eerder, geen einde: doorlopend onderzoek! Om de vijf jaar vindt publicatie plaats. Recentelijk in 2008 in het maartnummer van het Epidemiologisch Bulletin (periode 1987-2007)
Fase onderzoek
Dataverzameling (2010 en eerder) Rapportage (pas in 2013)
Vorm presentatie
Nederlandstalig artikel
Vervolgonderzoek ?
Ja
Financier(s)
GGD Den Haag, afdeling Epidemiologie
Onderzoeksbudget
Reguliere middelen afdeling Epidemiologie
24
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Nr
5
Hoofdonderzoeker
Eikelenboom, M. (mr.) Medeonderzoekers: Penninx, B.W.J.H. (prof.) Smit, J.H. (prof.) Beekman, A.T.F. (prof.)
Titel onderzoek
Affectieve stoornissen en suïcidaliteit
Type onderzoek
Epidemiologisch onderzoek
Vraagstelling
De relatie onderzoeken tussen affectieve stoornissen en suïcidaliteit.
Design
Kwantitatief; Cross-sectioneel; Longitudinaal; Prospectief; Retrospectief
Beschrijving methode
Mijn onderzoek maakt gebruik van de data van de Nederlandse studie naar angst en depressie (NESDA). NESDA is een 8 jarig longitudinaal cohort onderzoek naar het beloop en de gevolgen van angst en depressieve stoornissen. Metingen bestaan uit een basismeting en de vervolgmetingen vinden plaats na 1 jaar, 2 jaar, 4 jaar, 6 jaar en 8 jaar.
Onderzochte populatie
Het Nesda-sample bestaat uit mensen tussen de 18 en 65 jaar met een huidige affectieve stoornis (N=1701), lifetime affectieve stoornis (N=546) en gezonde controles (N=652). Voldoende beheersing van de Nederlandse taal was een vereiste voor deelname. Exclusiecriteria zijn klinische hoofddiagnose van een Psychotische stoornis, OCD, Bipolaire stoornis of een aan een middel gebonden stoornis.
N
2981
Meetinstrumenten
Suïcidaliteit: Suïcide ideatie is gevraagd over de afgelopen week met de screeningsversie (eerste 5 vragen) van de Scale for Suïcide Ideation (SSI) Suïcide pogingen is lifetime uitgevraagd. De suïcidaliteitsvragen komen terug in de vervolgmetingen (2jr, 4jr, 6jr. evt 8jr.) Affectieve stoornissen: Diagnoses zijn gemeten met de CIDI (WHO versie 2.1).
Start onderzoek
01-feb-08
Einde onderzoek
01-feb-13
Resultaten verwacht
Aanvulling op start en einde onderzoek: Eigen onderzoek 01-02-2008 NESDA 09/2004 Eigen onderzoek 01-02-2013 NESDA 02/2015 Van eigen onderzoek 09/2010 (Resultaten)
Fase onderzoek
Dataverzameling Dataverwerking Rapportage
Vorm presentatie
Engelstalig artikel Proefschrift
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
GGZ inGeest Amsterdam
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
25
Nr
6
Hoofdonderzoeker
Erve, Monique van 't (bachelor)
Titel onderzoek
Kwalitatieve interviews onder ca. 45 kinderen en jongeren die zijn geconfronteerd met zelfdoding binnen het gezin.
Type onderzoek
Kwalitatief onderzoek
Vraagstelling
Niet vooraf gedefinieerd. Interview omvatte vragen naar gevoelens en gedachten rond de suïcide.
Design
Kwalitatief
Onderzochte populatie
Kinderen / jongeren tussen 6 en 24 jaar. Familielid of vriend(in) verloren door suïcide.
N
45
Einde onderzoek
01-jan-07
Fase onderzoek
Afgerond
Vorm presentatie
Boeken: ‘Weg van mij’ en ‘Om alles wat er niet meer is’
Vervolgonderzoek ?
Geen
Nr
7
Hoofdonderzoeker
Feltz-Cornelis, Christina van der (dr.) Volker, Daniëlle
Titel onderzoek
Implementatie van maatregelen voor suïcidepreventie in vier Europese landen
Type onderzoek
Implementatiestudie
Design
Kwalitatief
Beschrijving methode
Ontwikkeling van een breed maatregelenpakket voor het voorkomen van suïcidaliteit. Implementatie van deze maatregelen in vier Europese landen (Duitsland, Hongarije, Ierland, Portugal). Evaluatie van de effecten van deze maatregelen. Verspreiding van begripsomschrijvingen, richtlijnen en protocollen ter realisatie van een Europees suïcidepreventie programma op basis van best practice
Onderzochte populatie
Jongeren en volwassenen
Start onderzoek
01-okt-08
Einde onderzoek
30-sep-11
Fase onderzoek
Dataverzameling
Vorm presentatie
Engelstalig artikel
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
Europese Unie PHEA (DG SANCO)
Onderzoeksbudget
€ 117.000
26
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Nr
8
Hoofdonderzoeker
Garssen, Joop (drs.)
Titel onderzoek
Transgenerationele overdracht van suïcide
Type onderzoek
Epidemiologisch onderzoek
Vraagstelling
Hebben personen die op jonge leeftijd (20-55 jaar) door suïcide zijn overleden significant vaker een vader of moeder die ook door suïcide is overleden? Zijn er verschillen naar leeftijd en geslacht (zelf-ouder)?
Design
Kwalitatief; Door gekoppelde bestanden van de doodsoorzaken van kinderen en ouders (overleden vanaf 1935)
Onderzochte populatie
Alle inwoners van Nederland van 20-55 jaar overleden in de periode 1995-2001 en hun ouders (al dan niet overleden)
N
Ca. 76000
Start onderzoek
01-jan-07
Einde onderzoek
31-dec-09
Fase onderzoek
Afgerond
Vorm presentatie
Engelstalig artikel Nederlandstalig artikel
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
CBS
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
27
Nr
9
Hoofdonderzoeker
Gasteren, Hans van (drs.)
Titel onderzoek
Psychologische autopsie van Westfriese suïcidale jongeren en –suïcideslachtoffers (< 26 jaar)
Type onderzoek
Interventiestudie Evaluatiestudie Psychologische autopsie
Vraagstelling
Het onderzoek moet inzicht bieden in de oorzaken van suïcidaal gedrag en moet aangrijpingspunten opleveren voor preventie en interventie. De nabestaanden van suïcides van jongeren wonende in de regio Westfriesland worden benaderd voor een interview. Het gaat om alle bekende suïcides in de periode vanaf 1 januari 2007. Doelstelling van het onderzoek is tevens om ook alle suïcidepogers te includeren in de onderzoeksactiviteiten en zorg te dragen voor begeleiding en ondersteuning van deze suïcidepogers en hun omringende sociaal systeem.
Design
Kwalitatief ; Retrospectief
Beschrijving methode
Psychologische autopsie is een kwalitatieve onderzoeksmethode met als doel zoveel mogelijk informatie te verzamelen over de overledene uit verschillende bronnen. Deze bronnen kunnen variëren van huisartsen, andere hulpverleners, lijkschouwers en de politie tot nabestaanden. Nabestaanden blijken de meest valide informatie te verschaffen (Hawton, Appleby e.a. 1998). Er wordt gebruik gemaakt van een vereenvoudigde versie van de vragenlijst die bij het suïcideonderzoek in Finland gebruikt is (Heikkinen e.a. 1995)
Onderzochte populatie
Zie beschrijving methode
N
1 – 4 gevallen per jaar tot en met 2011
Interventie(s)
Voorlichting- en informatiebijeenkomsten gericht op bewustwording Keukentafelgesprekken Individuele gesprekken Leren signaleren
Start onderzoek
01-jan-07
Einde onderzoek
31-dec-11
Resultaten verwacht
Er is een eerste onderzoeksronde geweest waaruit nog geen conclusies getrokken kunnen worden. De informatie heeft wel zinvolle input geleverd voor trainingen leren signaleren en de keukentafelgesprekken
Fase onderzoek
Dataverzameling
Vorm presentatie
Nederlandstalig artikel Rapport
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
Eigen bronnen
Onderzoeksbudget
Minimaal
28
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Nr
10
Hoofdonderzoeker
Giezen, A.E. van (dr.) Medeonderzoekers: Spinhoven, Ph. (prof. dr.) Speckens, A.E.M. (prof.dr.) Emmerik, A.A.P. van (dr.) S. de Klerk, S. de (MSc) Tromp, J.E. (MSc)
Titel onderzoek
Een onderzoek naar kortdurende behandeling bij zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag.
Type onderzoek
Interventiestudie
Vraagstelling
Are mindfulness training in a group format and individual CBT both effective in reducing DSH and associated socio-emotional problems on the short and long term? Is mindfulness in a group format more cost-effective than a more intensive individual one-to-one psychotherapy in the treatment of DSH? Do both treatment interventions improve emotion regulation and is improved emotion regulation associated with a better outcome on the short and long term?
Design
RCT Multi-center randomized controlled clinical trial
Beschrijving methode
Adolescenten en jongvolwassenen (leeftijd 15 tot 35 jaar) met een recente episode van zelfbeschadigend gedrag en/of een poging tot suïcide die daarvoor zijn doorgewezen naar de eerste hulp van het UMC St. Radboud, GGZ Nijmegen of GGZ Rivierduinen worden uitgenodigd voor deelname aan het onderzoek.
Onderzochte populatie
Adolescenten en jongvolwassenen (15 tot 35 jaar) met zelfbeschadigend en/of suïcidaal gedrag die binnenkomen via de GGZ Rivierduinen, GGZ Nijmegen of het UMC St Radboud. Inclusie criteria: - Recente episode van zelfbeschadiging en/of suïcidepoging. - Tussen de 15 en 35 jaar - Woonachtig in de regio Leiden of Nijmegen Exclusie criteria: - Ernstige psychotische verschijnselen - Cognitieve beperkingen (IQ gerelateerd of anderszins) - Langdurige psychiatrische opname - Primair alcohol- of middelenproblematiek. - Niet kunnen communiceren in het Nederlands
Interventie(s)
1) Cognitieve gedragstherapie: Deze individuele behandeling bestaande uit 12 sessies van een uur bevat naast de basiselementen van de cognitieve gedragstherapie ook elementen uit de dialectische gedragstherapie, oplossingsgerichte therapieën en “mindfulness-based cognitive therapy”. 2) Aandachtsgerichte training (“mindfulness based cognitive therapy”), bestaande uit 8 sessies van 2,5 uur. Deze groepstraining is gericht op aandacht voor het hier en nu, verbetering van emotie-regulatie, contact met je gevoel en mildheid voor jezelf.
Meetinstrumenten
Primaire uitkomstmaat: Aantal episodes van zelfbeschadiging /suïcidepogingen: Interview zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag (aangepaste versie van het Linehan Suïcide Attempt-self-injury interview) Secundaire uitkomstmaten: Probleemoplossende vaardigheden Means-Ends problem solving task (sad-MEPS) Psychiatrische diagnose Mini-International Neuropsychiatric Interview SCID-II (Borderline module) Life-events Aangepaste versie van the Stressful and Traumatic Events Questionnaire
Start onderzoek
01-feb-08
Einde onderzoek
01-okt-12
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
29
Resultaten verwacht
Mei 2012
Fase onderzoek
Dataverzameling
Vorm presentatie
Engelstalig artikel
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
ZonMw, Den Haag
Nr
11
Hoofdonderzoeker
Goosen, S. (drs.)
Titel onderzoek
De incidentie van suïcide en suïcidepogingen bij asielzoekers
Type onderzoek
Epidemiologisch onderzoek
Vraagstelling
Wat is de incidentie van suïcide en suïcidepogingen onder asielzoekers in Nederland en hoe zijn deze verdeeld naar leeftijd, geslacht en land van herkomst?
Design
Kwantitatief
Beschrijving methode
Sterfte: registratie van meldingen van overlijden en doodsoorzaken onder asielzoekers Suïcidepogingen: gegevens afkomst uit het huisartsen informatie systeem van de huisartsen van het Gezondheids Centrum Asielzoekers (GCA)
Onderzochte populatie
Asielzoekers in de centrale opvang asielzoekers in Nederland.
Start onderzoek
01-jan-01
Einde onderzoek
doorlopend
Resultaten verwacht
Doorlopend onderzoek: geen start en eindfase, ook de resultaten worden continu verwerkt.
Fase onderzoek
Dataverzameling Dataverwerking Rapportage
Vorm presentatie
Nederlandstalig artikel Engelstalig artikel Proefschrift Rapport
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
GGD Nederland
Onderzoeksbudget
Geen apart budget aangezien het onderdeel uitmaakt van de taken van het landelijk bureau publieke gezondheid asielzoekers bij GGD Nederland
30
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Nr
12
Hoofdonderzoeker
Groot, Marieke de (dr.) Medeonderzoeker: Groot, P.F. de
Titel onderzoek
Psychologische autopsie van 98 suïcideslachtoffers in Groningen, Friesland en Drenthe.
Type onderzoek
Psychologische autopsie
Design
Kwalitatief ; Retrospectief
Onderzochte populatie
Suïcidanten
N
98
Start onderzoek
01-jan-09
Einde onderzoek
01-mrt-11
Fase onderzoek
Rapportage
Vorm presentatie
Engelstalig artikel Rapport
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
Ministerie van VWS, 's-Gravenhage
Onderzoeksbudget
€ 18.000
Nr
13
Hoofdonderzoeker
Groot, Marieke de (dr.) Medeonderzoekers: Meer, K. van der (prof.dr.); Wiersma, D. (prof. dr.)
Titel onderzoek
Onderzoek naar aard en omvang van hulpzoekgedrag van nabestaandenbij de huisarts na de suïcide van een familielid.
Type onderzoek
Kwalitatief onderzoek
Vraagstelling
Kwalitatief onderzoek naar de ervaringen en behoeften van huisartsen die met suïcide van een patiënt en de nazorg aan diens familie zijn geconfronteerd. Ontwikkeling van een evidence-based richtlijn voor huisartsen over nazorg voor familieleden van suïcideslachtoffers.
Design
Kwantitatief
Onderzochte populatie
Huisartsen van nabestaanden suïcidanten
Start onderzoek
01-mrt-09
Einde onderzoek
01-jul-11
Fase onderzoek
Rapportage
Vorm presentatie
Engelstalige artikelen
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
ZonMw, Den Haag
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
31
Nr
14
Hoofdonderzoeker
Have, Margreet ten (dr.)
Titel onderzoek
Suïcidaliteit in de bevolking: suïcide gedachten en -pogingen
Type onderzoek
Epidemiologisch onderzoek NEMESIS
Vraagstelling
Met het nieuwe diagnostische instrument, de CIDI 3.0, wordt suïcidaliteit apart en op een uitgebreidere manier bevraagd dan het geval was in NEMESIS-1. Nu is het hele spectrum van suïcidaliteit nagevraagd, inclusief het voorbereiden van een zelfmoordpoging (maken van een plan), en het doen van suïcidepogingen die niet werden gedaan met het doel daadwerkelijk te sterven. Deze twee aspecten werden niet in NEMESIS-1 gemeten. Daarnaast wordt nu tevens gevraagd naar de leeftijd waarop men de verschillende typen suïcidaliteit voor het eerst en voor het laatst heeft ervaren. Ook wordt suïcidaliteit in de 12 maanden voorafgaand aan het interview nagevraagd. Dit betekent dat binnen de 1e meting van NEMESIS-2 er zowel lifetime (ooit in het leven) als 12-maands gegevens zijn over suïcidaliteit. Nieuwe cijfers over suïcidaliteit kunnen worden gepresenteerd met betrekking tot de volgende aspecten: vóórkomen, risicogroepen en risicofactoren, en samenhang met psychische aandoeningen. Dit kan dus zowel lifetime, als 12-maands.
Design
Kwantitatief ; Kwalitatief
Beschrijving methode
CIDI is afgenomen als meetinstrument
Onderzochte populatie
Algemene bevolking van 18-64
N
6400
Meetinstrumenten
CIDI
Start onderzoek
01-okt-10
Einde onderzoek
01-feb-11
Resultaten verwacht
Februari 2011
Fase onderzoek
Gepland onderzoek
Vorm presentatie
Rapport
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
Ministerie van VWS
Onderzoeksbudget
€ 80.000
32
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Nr
15
Hoofdonderzoeker
Hemelrijk, Esther (MSc) Ballegooijen, Wouter van (MSc)
Titel onderzoek
Internet-based screening for suïcidal ideation in common mental disorders
Type onderzoek
Epidemiologisch onderzoek Psychometrisch onderzoek
Vraagstelling
In hoeverre hebben mensen die op het internet zoeken naar informatie over angsten stemmingsstoornissen last van suïcide ideatie? Hoe moet deze suïcide ideatie gemeten worden?
Design
Kwantitatief
Beschrijving methode
Via het internet werden mensen opgeroepen die zich angstig, gestrest of depressief voelden of die dachten dat ze te veel alcohol dronken. In totaal vulden 502 deelnemers negen web-based vragenlijsten. Een sub-steekproef van 157 deelnemers werd ook geïnterviewd per telefoon.
Onderzochte populatie
Volwassenen (18+) die zich angstig, gestrest of depressief voelen of die denken dat ze te veel alcohol drinken. Deelnemers met hoog suïciderisico werden geëxcludeerd van deelname.
N
502
Interventie(s)
nvt
Meetinstrumenten
Primaire uitkomstmaten: Suïcidaliteit gemeten met de Web Screening Questionnaire. Suïcidaliteit gemeten via een telefonisch interview (CIDI). Andere variabelen: Depressive klachten (CES-D) Gegeneraliseerde angst (GAD-7) Paniekklachten (PDSS-SR) Agorafobie en sociale fobie (Fear Questionnaire) Enkelvoudige fobie (WSQ) Obsessief-compulsieve klachten (Y-BOCS) Post-traumatische stress (IES) Burnout (UBOS) Alcoholmisbruik of –afhankelijkheid (AUDIT)
Start onderzoek
01-mei-07
Einde onderzoek
01-nov-09
Resultaten verwacht
Maart 2011
Fase onderzoek
Rapportage
Vorm presentatie
Engelstalig artikel Proefschrift
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
Vrije Universiteit, faculteit der psychologie en pedagogiek
Onderzoeksbudget
Niet van toepassing. Het betreft analyse van data van een reeds afgerond onderzoek. De data-analyse was uitgevoerd in het kader van een master-these.
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
33
Nr
16
Hoofdonderzoeker
Hoeymans, Nancy (dr.) Schoenmaker, Casper (dr.)
Titel onderzoek
De ziektelast van Suïcide en suïcidepogingen
Type onderzoek
Epidemiologisch onderzoek
Vraagstelling
Wat is de ziektelast van Suïcide in Nederland? Ziektelast wordt uitgedrukt in Disability Adjusted Life Years (DALY's). DeDALY bestaat ui twee componenten: verloren levensjaren en jaren geleefd in verminderde kwaliteit van leven. Het onderzoek betreft de tweede component. Het gaat daarbij zowel om fysieke als psychische gevolgen.
Design
Kwantitatief
Beschrijving methode
Voor de berekening van de ziektelast is informatie nodig over het aantal mensen dat een suïcidepoging doet en de lichamelijke en psychische gevolgen. De lichamelijke gevolgen betreffen de lichamelijke letsels, zowel de tijdelijke als de blijvende letsels. Deze gegevens zijn afkomstig van het Letsel Informatie Systeem (LIS) en uit de Landelijke Medische Registratie (LMR). Psychische gezondheidsproblemen bestonden in de meeste gevallen al voordat de persoon een suïcidepoging deed. Het gaat hier dan ook niet zozeer om de gevolgen als wel om het samengaan van psychische stoornissen en suïcidaliteit. Hiervoor zullen we het NEMESIS-I onderzoek analyseren op de samenhang van suïcidaliteit met psychische stoornissen.
Onderzochte populatie
Gebruik van secundaire data, zoals NEMESIS, LIS en LMR.
Start onderzoek
01-nov-08
Einde onderzoek
01-mrt-10
Resultaten verwacht
2010
Fase onderzoek
Afgerond
Vorm presentatie
Rapport
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
Ministerie van VWS, directie Curatieve Zorg
Onderzoeksbudget
€ 100.000
34
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Nr
17
Hoofdonderzoeker
Houwelingen, C.A.J. van (drs.)
Titel onderzoek
Onderzoek naar de invloed van railway system parameters op treinsuïcide in Nederland en Duitsland
Type onderzoek
Epidemioligisch onderzoek
Design
Cross-sectioneel Longitudinaal
Onderzochte populatie
Trein suïcides in Nederland in periode 1950-2007 Trein suïcides in Nederland en Duitsland in periode 2000-2007.
Start onderzoek
01-jun-09
Einde onderzoek
31-okt-10
Resultaten verwacht
31 december 2010
Fase onderzoek
Dataverwerking Rapportage
Vorm presentatie
Engelstalig artikel Proefschrift
Vervolgonderzoek ?
Ja
Financier(s)
Financiering wordt gezocht
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
35
Nr
18
Hoofdonderzoeker
Huisman, Annemieke (dr.)
Titel onderzoek
Onderzoek naar effectiviteit hulpdienst 113Online (diverse onderzoeken)
Type onderzoek
Interventiestudie Evaluatiestudie
Vraagstelling
Longitudinaal onderzoek naar de chat en email therapie van 113Online; in hoeverre vermindert suïcidaliteit bij patiënten? Kwalitatief onderzoek naar forum; wat zijn de effecten van het forum voor mensen die aan zelfmoord denken en hier actief zijn? Wat is het vaardigheidsniveau van vrijwilligers en professionals van 113Online in het omgaan met suïcidale bellers, hun naasten en nabestaanden? Wat zijn de korte termijn effecten van crisis-chats op de stemming van suïcidale bellers en welke interventie door vrijwilligers zijn hierbij het meest effectief? Wat is de tevredenheid van cliënten van 113Online met de geboden diensten? In hoeverre wordt gebruik gemaakt van diensten van 113Online en wat zijn de kenmerken van bezoekers/cliënten?
Design
Kwalitatief ; kwantitatief; longitudinaal; pre-posttest
Beschrijving methode
• • • • •
Longitudinaal onderzoek naar de chat en e-mail therapie; voor, na en follow-up meten, tussentijdse metingen Kwalitatief onderzoek naar forum; inhoudsanalyse Wat is het vaardigheidsniveau van vrijwilligers en professionals van 113Online: Afname van de SIRI en persoonskenmerken Wat zijn de korte termijn effecten van crisis-chats ; studie van chat gesprekken mbv instrument ontworpen door dr. B. Mishara et al. Wat is de tevredenheid van cliënten: Afname ROM bij cliënten van 113Online
Onderzochte populatie
Cliënten van 113Online, professionals en vrijwilligers van 113Online
Interventie(s)
Oplossingsgerichte therapie via de chat of e-mail.
Meetinstrumenten
Beck Suïcidal Ideation Scale (primair) DASS 21 CES-D Zelfontworpen vragenlijst om suïcidaliteit bij jongeren te meten (primair) Vragenlijst van Gould et al. (suïcidaliteit) ROM (ORS/SRS) (primair) SIRI (primair) Instrument van Brian Mishara et al (primair)
Start onderzoek
01-nov-09
Einde onderzoek
01-apr-11
Resultaten verwacht
Rond 2010 / 2011
Fase onderzoek
Voorbereiding Opstarten Dataverzameling Dataverwerking
Vorm presentatie
Nederlandstalig artikel Engelstalig artikel
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)/Budget
€ 40.000
36
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Nr
19
Hoofdonderzoeker
Huisman, Annemieke (dr.)
Titel onderzoek
Onderzoek naar de kenmerken van reacties van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) op suïcide-meldingen in de periode 1996-2006.
Type onderzoek
Evaluatiestudie
Vraagstelling
Wat is de impact van de meldingsprocedure van suïcides? In hoeverre komen reacties van de IGZ overeen met richtlijnen voor de behandeling van suïcidale patiënten? Hoe evalueren hulpverleners en inspecteurs de meldingsprocedure?
Design
Kwalitatief ; Kwantitatief ; Cross-sectioneel; Retrospectief
Beschrijving methode
Kwalitatief en kwantitatief onderzoek Dossieronderzoek van 505 suïcidemeldingen aan de IGZ, interviews met hulpverleners die een suïcide aan de IGZ hebben gemeld en eerste geneeskundigen van GGZ instellingen
Onderzochte populatie
Suïcides door GGZ patiënten die zijn gemeld aan de IGZ (geen suïcidepogingen), hulpverleners die een suïcide aan de IGZ hebben gemeld en eerste geneeskundigen van GGZ instellingen
N
505
Start onderzoek
01-jan-06
Einde onderzoek
16-feb-10
Resultaten verwacht
2010
Fase onderzoek
Afgerond
Vorm presentatie
Nederlandstalig artikel Engelstalig artikel Proefschrift
Vervolgonderzoek ?
Ja
Financier(s)
Inspectie voor de Gezondheidszorg, Utrecht, Vrije Universiteit, Amsterdam
Onderzoeksbudget
IGZ: € 168.000 VU: € 32.000
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
37
Nr
20
Hoofdonderzoeker
Kerkhof, A.J.F.M. (prof.dr.)
Titel onderzoek
Improving suïcide prevention in mental health care through training of guidelines and support by e-learning.
Type onderzoek
Implementatiestudie
Vraagstelling
Is het mogelijk suïcidaal gedrag van patienten van GGZ centra terug te dringen door professionals te trainen in de toepassing van multidisciplinaire richtlijnen?
Design
Kwantitatief onderzoek
Beschrijving methode
In 11 ggz centra worden ten minste 20 afdelingen (stemmingsstoornissen / borderline programma) paarsgewijs gematcht en gerandomiseerd in een RCT. Alle BIG-hulpverleners van die afdelingen worden getraind via een train de trainer program. Voor en nametingen worden verricht over suïcidale ideatie en suïcidaal gedrag en kosten effectiviteit wordt nagegaan.
Onderzochte populatie
Nieuwe patiënten van GGZ-centra, zowel opgenomen als ambulant behandeld.
N
8.000
Interventie(s)
Deskundigheidsbevordering van hupverleners.
Meetinstrumenten
BSSI en andere (zie elektronische bijlage van ZonMw ).
Start onderzoek
01-jan-11
Einde onderzoek
01-dec-14
Resultaten verwacht
Januari 2015 proefschrift en daarvoor al in artikelen
Fase onderzoek
Voorbereiding
Vorm presentatie
Nederlandstalig artikel Engelstalig artikel Proefschrift Rapport
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
ZonMw
Onderzoeksbudget
€ 460.000
38
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Nr
21
Hoofdonderzoeker
Kromhout, H. (prof.)
Titel onderzoek
The role of organophosphate exposure in the aetiology of depression and suïcidality amongst farm workers on wine and table grape farms in the Worcester area of the Western Cape Province, South Africa
Type onderzoek
Epidemiologisch onderzoek
Vraagstelling
An important association with the use of and exposure to pesticides is that of suicide in that OP’s are agents that are frequently used to commit suicide. However, being neurotoxins, it is known that OP’s have psychoactive effects and it is thought that long-term exposure to OP’s may be implicated in causing depression. Hence, exposure to OP’s has been postulated to result in suicidality amongst exposed farm workers perhaps through the pathway of depression, impulsivity, aggression or some combination of these factors.
Design
Cross-sectioneel
Beschrijving methode
A cross-sectional analytical study was conducted on 817 workers employed on 9 wine grape and 48 table grape farms in the Worcester area of the Western Cape Province of South Africa. Occupational exposure was assessed by characterizing current and cumulative exposure to pesticides, and a history of past pesticide poisoning. Environmental exposure was assessed by the reporting of spray drift and pesticide smell in farm workers’ homes. Depression and suicidal symptoms were assessed using six recognized instruments: 28 – item General Health Questionnaire (GHQ) and the GHQ Depression Subscale; Beck Depression Inventory (BDI), Brief Symptom Inventory (BSI) Global Severity Index and BSI Depression Symptom Dimension; Refined 12-Item Four-Factor Measurement Model of Aggression, Barratt Impulsiveness Scale (BIS – 11), and Scale for Suicidal Ideation. Potential confounders for pesticide exposure and depression included general medical and psychiatric history, alcohol consumption, demography, use of protective clothing and current socio economic status. The data was analyzed using the Statistical Package for Social Studies (SPSS) Version 15.0.
Onderzochte populatie
Vineyard farm workers
N
817
Meetinstrumenten
Zie beschrijving methode
Start onderzoek
01-jan-02
Einde onderzoek
01-dec-10
Resultaten verwacht
December 2010
Fase onderzoek
Rapportage Afgerond
Vorm presentatie
Engelstalig artikel MSc thesis
Vervolgonderzoek ?
Ja
Financier(s)
SANPAD Universiteit Utrecht
Onderzoeksbudget
< € 50.000
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
39
Nr
22
Hoofdonderzoeker
Liem, Marieke (dr.)
Titel onderzoek
Doding gevolgd door zelfdoding
Type onderzoek
Epidemiologisch onderzoek
Vraagstelling
Deze studie had als doel de kennis omtrent doding-zelfdoding te vergroten. Dit doel werd verwezenlijkt op vier verschillende manieren. In de eerste plaats werd zowel de empirische als theoretische literatuur omtrent doding-zelfdoding bestudeerd. Gezien de lacune die er bestaat op dit gebied, werd in de tweede plaats de aard en incidentie van doding-zelfdoding in Nederland in kaart gebracht. Deze bevindingen werden tevens in internationaal perspectief geplaatst door deze te vergelijken met de aard en incidentie van dit fenomeen in Zwitserland en de Verenigde Staten, waar privébezit van vuurwapens - een belangrijke component in dit type fataal geweld aanzienlijk hoger is dan in Nederland. Ten derde werd de huidige kennis omtrent dit fenomeen vergroot door doding-zelfdodingen te vergelijken met zowel dodingen als zelfdodingen om zicht te krijgen op de factoren die bepalen wanneer deze typen geweld gezamenlijk voorkomen in een doding-zelfdoding. In de vierde plaats werden bestaande theoretische noties over doding-zelfdoding empirisch geëvalueerd.
Design
Kwalitatief ; Kwantitatief ; Retrospectief ; Case-control
Beschrijving methode
Zie papieren versie of het doc zelf.
Onderzochte populatie
• • • • •
N
22626
Start onderzoek
01-jun-06
Einde onderzoek
01-dec-09
Fase onderzoek
Afgerond
Vorm presentatie
Nederlandstalig artikel Engelstalig artikel Proefschrift
Vervolgonderzoek ?
Ja
Financier(s)
Universiteit Utrecht (2006-2009) Universiteit Leiden (vanaf 2010)
40
Dodingen Zelfdodingen Ernstige pogingen tot zelfdoding Doding + zelfdoding Doding + ernstige poging tot zelfdoding
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Nr
23
Hoofdonderzoeker
Looij-Jansen, P.M. van de (dr.)
Titel onderzoek
Jeugdmonitor Rijnmond (voorheen Jeugdmonitor Rotterdam)
Type onderzoek
Epidemiologisch onderzoek
Vraagstelling
Wat is het percentage brugklassers (12-13 jarigen) en derdeklassers (14-15 jarigen) met suïcidegedachten Wat is het percentage brugklassers (12-13 jarigen) en derdeklassers (14-15 jarigen) dat in de afgelopen 12 maanden een suïcidepoging heeft ondernomen Wat is het percentage brugklassers (12-13 jarigen) en derdeklassers (14-15 jarigen) dat zichzelf de afgelopen 12 maanden wel eens opzettelijk verwond (snijdt of krast). In welke mate verschilt dit naar geslacht, schoolniveau, leeftijd en etnische herkomst?
Design
Kwantitatief ; Cross-sectioneel; Longitudinaal
Beschrijving methode
Vanaf 2003 tot heden worden brugklassers en derdeklassers jaarlijks gevraagd om klassikaal een vragenlijst in te vullen over hun (psychische) gezondheid. De afname is vertrouwelijk (op naam) en sinds vier jaar voor een groot deel digitaal, De afname wordt gedaan door een jeugdverpleegkundige van het CJG die daarvoor een training heeft gehad. Een docent zit bij de afname om de orde te handhaven.
Onderzochte populatie
Brugklassers en derdeklassers op scholen in Rotterdam en 9 regiogemeenten
N
Jaarlijks rond de 14.000 leerlingen
Interventie(s)
De antwoorden van de leerlingen worden samengevat. Als de leerling de vragen over suïcide zorgelijk heeft ingevuld is dat een aandachtspunt. De samenvatting wordt gebruikt door de jeugdverpleegkundige als hulpmiddel tijdens het contactmoment (een gesprek) met brugklassers en derdeklassers. Aandachtspunten worden met de leerling besproken en zo nodig wordt de leerling doorverwezen naar een hulpverlenende instantie
Meetinstrumenten
Standaardvraagstellingen Monitor Jeugdgezondheid van GGD Nederland
Start onderzoek
01-sep-09
Einde onderzoek
01-mei-10
Resultaten verwacht
Dit onderzoek wordt jaarlijks uitgevoerd. Jaarlijks in mei. Vierjaarlijks worden gemeenterapporten geschreven, waarin gegevens over suïcide gerapporteerd worden. De afname van de vragenlijsten in 2009-2010 is afgerond, de afname in het schooljaar 2010-2011 zijn net van start gegaan. Gedurende het schooljaar worden de individuele rapportages (samenvattingen gemaakt) eens in de vier jaar wordt een (deel)gemeenterapport gemaakt. En eens in de twee jaar een schoolrapport waarin deze resultaten worden verwerkt.
Fase onderzoek
Dataverzameling Rapportage
Vorm presentatie
Nederlandstalig artikel Engelstalig artikel Rapport
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
De gemeenten in regio Rotterdam
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
41
Nr
24
Hoofdonderzoeker
Mierlo, Frans van (drs.)
Titel onderzoek
Verbetering van zorg n.a.v. recente suïcides
Type onderzoek
Interventie studie Evaluatie studie
Vraagstelling
Wat is het profiel van de suïcidepogers? In hoeverre is de epidemiologie binnen Helmond afwijkend van landelijke cijfers? Hoe beoordelen wij de zorg en nazorg van suïcidale cliënten qua inhoud en organisatie?
Design
Kwalitatief ; Retrospectief
Beschrijving methode
Opzet: samenstellen risicoprofiel voor de doelgroep adolescenten, met behulp van dit profiel dossieronderzoek en interviews met sleutelfiguren in de organisatie om antwoord te krijgen op de vraagstellingen.
Onderzochte populatie
Populatie zijn alle adolescenten die in 2009 en 2010 een crisisopname hebben gehad op de adolescentenkliniek.
N
N=3 in een periode van 5 maanden
Start onderzoek
01-mei-10
Einde onderzoek
30-nov-10
Fase onderzoek
Afgerond
Vorm presentatie
Intern rapport
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
GGZ Oost Brabant
Onderzoeksbudget
€ 14.000
42
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Nr
25
Hoofdonderzoeker
Philipse, Bregje (prof.dr.) Rurup, M.L. (dr.)
Titel onderzoek
Sterfwens van ouderen
Type onderzoek
Epidemiologisch en kwalitatief onderzoek
Vraagstelling
Prevalentie en determinanten van de wens om te sterven bij ouderen tussen de 58 en 95 jaar Hoe ontwikkelt zich een doodswens bij ouderen? Wat kan helpen om een doodswens af te laten nemen?
Design
Kwalitatief, longitudinaal
Onderzochte populatie
Ouderen
N
1794
Start onderzoek
01-jun-05
Einde onderzoek
31-dec-10
Fase onderzoek
Afgerond
Vorm presentatie
Nederlandstalig artikel Engelstalige artikelen (2)
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
Stichting tot steun VCVGZ EMGO fellowship
Onderzoeksbudget
Stichting tot steun VCVGZ: € 35.000 EMGO fellowship: ca. € 75.000
Nr
26
Hoofdonderzoeker
Romijn, Geke Bool, Martijn
Titel onderzoek
Regionale aanpak van suïcidepreventie: een kader voor opzet en voorbeelden
Type onderzoek
Kwalitatief onderzoek
Vraagstelling
Welke activiteiten ontplooien GGD'en op het gebied van suïcidepreventie?
Design
Kwalitatief
Einde onderzoek
01-10-10
Fase onderzoek
Afgerond
Vorm presentatie
Rapport
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
Ministerie van VWS
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
43
Nr
27
Hoofdonderzoeker
Spijker, B.A.J. van (MSc)
Titel onderzoek
Het verminderen van suïcidale gedachten door zelfhulp via internet: een gerandomiseerd onderzoek
Type onderzoek
Interventiestudie
Vraagstelling
Is een internet-zelfhulp interventie effectief in het verminderen van suïcidale gedachten?
Design
Kwantitatief ; Longitudinaal; RCT
Beschrijving methode
Deelnemers worden d.m.v. randomisatie ingedeeld in twee groepen: de controle groep of de interventie groep. Na 6 weken krijgt de controlegroep ook toegang tot de interventie. Beide groepen krijgen 5 keer een aantal vragenlijsten toegestuurd: op baseline, 2, 4, 6 en 18 weken na baseline.
Onderzochte populatie
Volwassenen (>18) met suïcidale gedachten. exclusie criteria: - Mensen zonder suïcidale gedachten (Beck Scale for Suïcide Ideation <1) - Mensen met sterke suïcidale gedachten (Beck Scale for Suïcide Ideation > 26) - Mensen met sterke depressieve klachten (Beck Depression Inventory >39)
N
260
Interventie(s)
Deelnemers krijgen een zelfhulp interventie via internet aangeboden die gebaseerd is op Cognitieve Gedragstherapie. Deze interventie bestaat uit 6 modules die ieder een week duren. Aan de hand van oefeningen leren de deelnemers hun gedachten aan suïcide beter onder controle te krijgen en te verminderen.
Meetinstrumenten
Primaire uitkomstmaat: - Beck Scale for Suïcide Ideation, self report. Secondaire uitkomstmaten: - Beck Depression Inventory - Beck Hopelessness Scale - EuroQol - TicP - Hospital Anxiety and Depression Scale (alleen Anxiety subscale word gebruikt) - Penn State Worry Questionnaire – Past week - Work and Social Adjustment Scale
Start onderzoek
15-nov-07
Einde onderzoek
15-nov-11
Resultaten verwacht
Mei 2011
Fase onderzoek
Dataverzameling
Vorm presentatie
Engelstalig artikel Proefschrift
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
ZonMw, Den Haag Vrije Universiteit, Amsterdam
Onderzoeksbudget
ZonMw: € 257.000 VU: € 28.000
44
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Nr
28
Hoofdonderzoeker
Sturkenboom, Marian Zelfde, Pauline van 't Bramer, Marjolijn
Titel onderzoek
Suïcidepreventie Aangrijpingspunten voor de publieke gezondheidszorg
Design
Kwantitatief
Einde onderzoek
01-jan-10
Resultaten verwacht
2010
Fase onderzoek
Afgerond
Vorm presentatie
Rapport
Vervolgonderzoek ?
Geen
Nr
29
Hoofdonderzoeker
Vos, C.E. (Msc) Projectleiders: Koot, J.M. (prof. dr.) Kerkfhof, A.J.F.M. (prof. dr.)
Titel onderzoek
Ontwikkeling van een signaleringsinstrument voor suïcidaliteit bij adolescenten
Type onderzoek
Ontwikkelingsstudie
Vraagstelling
Ontwikkeling van een valide zelfrapportage signaleringsinstrument voor suïcidaliteit bij adolescenten (12 - 20 jaar) van uiteenlopende etnische/culturele achtergronden. Het instrument dient suïciderisico en factoren geassocieerd met suïcidaliteit te identificeren en fluctuaties in het suïciderisico te registreren als maat voor verbetering in behandeling in de GGZ.
Design
Kwantitatief Cross-sectioneel Prospectief Pre-posttest
Beschrijving methode
Op grond van bestaande vragenlijsten, expert- en jongerenpanels en theoretische overwegingen worden items geformuleerd. De itempool wordt getoetst onder adolescenten in behandeling voor depressie en/of suïcidaliteit en scholieren; scores worden vergeleken. De gereduceerde itempool wordt met één jaar follow-up afgenomen onder scholieren, gerelateerd aan het beloop van suïcidaliteit en depressie.
Onderzochte populatie
Inclusie criteria: Normpopulatie (Pilotstudie en Hoofdstudie): werving via scholen Leeftijd 12-20 Geïnformeerde toestemming door adolescent (en ouders < 18 jaar) (poli-)Klinische populatie (Pilotstudie): werving via ggz-instellingen Leeftijd 12-20 Geïnformeerde toestemming door adolescent (en ouders < 18 jaar) Lopende behandeling in GGZ instelling
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
45
Exclusie criteria: Acute psychose en mentale retardatie N
Pilotstudie: 280 (70 norm + 210 klinisch) Hoofdstudie: 6750 Totaal: 7030
Meetinstrumenten
- Suïcide Ideation Questionnaire Junior (SIQ-JR: Reynolds, 1987): - Beck Depression Inventory Short Form (BDI-SF: Beck & Beck, 1972) - Beck Hopelessness Scale (BHS: Beck et al., 1974) - A short version of the Eysenck Impulsiveness Scale (EIS: Eysenck et al., 1984; Neumann et al., 2010) - Symptom Checklist–90 Hostility Subscale (SCL-90 HOS: Derogatis, 1977) Primaire parameters zijn gerapporteerde zelfbeschadiging of suïcidepoging op de tweede meting, en risico factoren als suïcide ideatie, depressie, hopeloosheid, impulsiviteit, hostiliteit, seksueel misbruik, pesten, piekeren en alcohol en drugs. Secundaire parameters zijn demografische variabelen als leeftijd, sekse, etniciteit en opleidingsniveau.
Start onderzoek
01-mei-09
Einde onderzoek
01-mei-13
Resultaten verwacht
Maart 2012: instrument implementatieklaar
Fase onderzoek
Opstarten hoofdonderzoek Dataverzameling pilotonderzoek
Vorm presentatie
Engelstalig artikel (minimaal 5) Proefschrift
Vervolgonderzoek ?
Ja
Financier(s)
ZonMw, Den Haag
Onderzoeksbudget
€ 450.000 voor het gehele project: ontwikkeling en implementatie
46
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Nr
30
Hoofdonderzoeker
Wilde, E.J. de (dr.)
Titel onderzoek
Self-report of suicidal behaviour and school nurse evaluations in high school students.
Type onderzoek
Epidemiologisch onderzoek
Vraagstelling
Uit secundaire analyse van data uit de Jeugdmonitor Rotterdam worden de acties van jeugdverpleegkundigen na signalering van suïcidale jongeren onderzocht. Dit doen we om te kijken of vragen naar suïcidaliteit iets toevoegt aan brede screening op emotionele problematiek voor de consequente acties. Welke actie(s) ondernemen jeugdverpleegkundigen na signalering van suïcidaliteit bij jongeren? Doen verpleegkundigen iets anders bij jongeren die op grond van brede screening worden gesignaleerd dan bij jongeren die (ook) op suïcidaliteit worden gesignaleerd.
Design
Kwantitatief Prospectief
Beschrijving methode
Bij zo’n 6.000 jongeren in brugklassen en 4500 in derde klassen van het Rotterdams Voortgezet Onderwijs werden vragenlijsten klassikaal afgenomen, al dan niet elektronisch. zo’n 3700 Brugklassers en 500 derdeklassers verschenen daarna voor een gesprek bij de jeugdverpleegkundige. De verpleegkundigen hebben vervolgens geregistreerd welke vervolgacties zij naar aanleiding van het gesprek hebben ondernomen.
Onderzochte populatie
Leerlingen van 1e en 3e klas uit Rotterdamse scholen voor voortgezet onderwijs
N
5692
Meetinstrumenten
SDQ vragen naar suïcidaal gedrag en suïcidegedachten (Garnefski & Diekstra), diverse vragenlijsten naar leefstijl, gezondheid en gedrag volgens de standaarden jeugdmonitor
Start onderzoek
01-jul-08
Einde onderzoek
01-jan-09
Resultaten verwacht
01-01-09
Fase onderzoek
(Bijna) afgerond, Rapportagefase
Vorm presentatie
Engelstalig artikel Proefschrift
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
GGD Rotterdam-Rijnmond Gemeente Rotterdam Nederlands Jeugdinstituut Gemeente Utrecht
Onderzoeksbudget
Naar schatting € 5.000 Nji € 10.000 GGD
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
47
Nr
31
Hoofdonderzoeker
Witteveen, Ewald (dr.)
Titel onderzoek
Psychosociale autopsie na zelfdoding in Amsterdam
Type onderzoek
Exploratief onderzoek
Vraagstelling
Welke motieven en/of beweegredenen hebben mensen om suïcide te plegen en wat is de reden dat de hulpverlening de zelfmoord niet wist te voorkomen? Bij personen die overleden zijn door zelfdoding wordt derhalve achtergrond informatie verzameld bij de schouwarts, de nabestaanden, de huisarts en eventueel bij de hulpverlening. Deze informatie zal gaan over de motieven en oorzaken van overlijden, de contacten met de hulpverlening en over de redenen voor het al dan niet zoeken van hulp of afbreken van hulp.
Design
Kwalitatief ; Retrospectief
Beschrijving methode
Semi-gestructureerde interviews worden afgenomen met de nabestaanden van de overledenen. Tevens worden er vragenlijsten afgenomen bij de huisartsen en eventueel bij de hulpverleners van de overledenen. Gegevens worden middels de kwalitatieve analyse verwerkt.
Onderzochte populatie
In 2009 waren er 73 suïcides in Amsterdam. Vijfentwintig van deze 73 personen werden geselecteerd op grond van bereikbaarheid en bereidbaarheid.
N
25
Start onderzoek
01-jan-09
Einde onderzoek
01-mrt-11
Resultaten verwacht
Maart 2011
Fase onderzoek
Dataverwerking Rapportage
Vorm presentatie
Nederlandstalig artikel Engelstalig artikel
Vervolgonderzoek ?
Geen
Financier(s)
GGD Amsterdam
Onderzoeksbudget
€ 36.000
48
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Bijlage 3: Nieuw onderzoek Nr Onderzoeker
Instituut
Titel onderzoek
5
GGZ inGeest VUMC EMGO instituut
Affectieve stoornissen en suïcidaliteit
Trimbos-instituut
Suïcidaliteit in de bevolking: suïcide gedachten en -pogingen De ziektelast van suïcide en suïcidepogingen Improving suicide prevention in mental health care through training of guidelines and support by e-learning. The role of organophosphate exposure in the aetiology of depression and suicidality amongst farm workers on wine and table grape farms in the Worcester area of the Western Cape Province, South Africa
14 16 20
Mr. M. Eikelenboom Prof. B.W.J.H. Penninx prof. J.H. Smit prof. A.T.F. Beekman Dr. Margreet ten Have
Dr. Nancy Hoeymans RIVM Dr. Casper Schoenmaker Prof.dr. Ad Kerkhof Vrije Universiteit afd. Klinische Psychologie
21
Prof. H. Kromhout
23
dr. Mevr P.M van de Looij-Jansen
24
Drs. Frans van Mierlo
26
Geke Romijn Martijn Bool
28
Marian Sturkenboom Pauline van 't Zelfde Marjolijn Bramer CE Vos, Msc prof. dr. JM Koot prof. dr. AJFM Kerkfhof
29
31
Dr. Ewald Witteveen
Institute for Risk Assessment Sciences Universiteit Utrecht Centre for Occupational and Environmental Health Research Scholl of Public Health and Family Medicine University of Cape Town GGD Rotterdam-Rijnmond Sectie Jeugdmonitor & Onderzoek/ Cluster Jeugdbeleid GGZ Oost-Brabant Adolescentenkliniek Helmond Trimbos-instituut
RIVM
Vrije Universiteit Faculteit der Psychologie en Pedagogiek, afdeling Klinische Psychologie GGD Amsterdam Cluster EDG (epidemiologie, documentatie en gezondheidsbevordering)
Jeugdmonitor Rijnmond (voorheen Jeugdmonitor Rotterdam) Verbetering van zorg n.a.v. recente suïcides Regionale aanpak van suïcidepreventie: Een kader voor opzet en voorbeelden Suïcidepreventie: Aangrijpingspunten voor de publieke gezondheidszorg Ontwikkeling van een signaleringsinstrument voor suïcidaliteit bij adolescenten Psychosociale autopsie na zelfdoding in Amsterdam
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
49
Bijlage 4: Vragenlijst Quick Scan Suïcideprojecten Omschrijving
Vul in deze kolom de gegevens in
1
Naam hoofdonderzoeker(s) vermeld titel(s)
O O O O O O O
prof. dr. drs. master bachelor student anders nl.....
2
Contactgegevens hoofdonderzoeker(s) Naam Adres Postcode & plaats
O O O O O
epidemiologisch onderzoek interventiestudie implementatiestudie evaluatie studie anders:……………………………………..
Telefoon 1 (voor vertrouwelijk gebruik T-i) Telefoon 2 (voor vermelding in publicatie) 3
E-mailadres onderzoeker(s)
4
Institu(ut)en waar het onderzoek wordt uitgevoerd noem alle instituten Naam instituut Afdeling /disciplinegroep /divisie /faculteit Adres Postcode & plaats Telefoon
5
Titel onderzoek Eventueel verkorte titel
6
Type onderzoek specificeer type
7
Vraagstelling van het onderzoek (eventueel met deelvragen, max. 50 woorden)
8
Design van het onderzoek omschrijf zo specifiek mogelijk (meer opties mogelijk)
50
O kwalitatief O kwantitatief O cross-sectioneel O longitudinaal O prospectief O retrospectief O case-control O RCT O pre-posttest O anders, namelijk: Vul eventueel aan:
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
9
Korte beschrijving methode max. 50 woorden
10
Onderzochte populatie max. 50 woorden specificeer zo mogelijk inclusie en exclusie criteria
11
N (indien van toepassing) noem het geplande aantal deelnemers
12
Interventie(s) (indien van toepassing) max 50 woorden
13
Gebruikt(e) meetinstrument(en) (indien van toepassing) noem (indien van toepassing) primaire en secundaire uitkomstma(a)ten
14
Start onderzoek (evt.gepland) dd/mm/jjjj
15
Einde onderzoek (evt. gepland) dd/mm/jjjj
16
Resultaten verwacht mm/jjjj
17
In welke fase bevindt zich het onderzoek?
18 Discipline(s) betrokken bij de studie (meer opties mogelijk)
19
Maakt het onderzoek deel uit van een groter (onderzoeks) programma gericht op suïcide?
20
Zo ja, geef Programma Naam programma Instituut Plaats Vraagstelling Looptijd (begin – eindjaar) Beoogde resultaten
21
Vorm waarin resultaten worden gepresenteerd noem vorm en aantallen (meer opties mogelijk)
O O O O O O O
gepland onderzoek voorbereiding opstarten dataverzameling dataverwerking rapportage afgerond
O huisarts O GGZ-instelling O vrijgevestigde psycholoog/psychiater O maatschappelijk werk O algemeen ziekenhuis O GGD O anders, namelijk: O ja O nee
O O O O O
artikel Nederlandstalig artikel Engelstalig proefschrift rapport anders, namelijk:
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
51
22
Vervolgonderzoek gepland?
23
Zo ja, welke plannen zijn er? beschrijf in max. 50 woorden
24
Financier(s) noem alle financiers Naam instituut Plaats
25
Wat is het onderzoeksbudget? Svp per financier het budget specificeren (in €)
O ja O nee
Hartelijk dan voor het invullen! Dit formulier svp retourneren, liefst per e-mail naar: Trimbos-instituut Programma Publieke Geestelijke Gezondheid t.a.v. Marc van Kuik
[email protected] Postbus 725 3500 AS Utrecht
52
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
Bijlage 5: Literatuur A: Literatuur voor deze quickscan 1. Groot, Dr.M.; A.J.F.M.Kerkhof; K.de Ponti: Onderzoek naar aspecten van suïcide in Nederland 20082012; een quickscan; GGZ Nederland, Amersfoort, 2009. 2. Vragen Jaarrapportage Vermindering suïcidaliteit, brief d.d.30 maart 2010 op vragen van de tweede kamer, Ministerie van VWS. 3. More suicides in recent years; cbs, 2010, http://www.cbs.nl/enGB/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2010/2010-3256-wm.htm 4. Bramness JG, Walby F. Ecological studies and the big puzzle of falling suicide rates. Acta Psychiatr Scand 2009;119:169–170
B: Literatuur over suïcideonderzoek in Nederland 5. van Ballegooijen W, van Spijker BA, Kerkhof AJ (2009) De kwaliteit van onlinesuïcidepreventie in Nederland en Vlaanderen in 2007, Tijdschrift Voor Psychiatrie, 51 (2), 117-122. 6. van Beek W, Kerkhof A, Beekman A (2009) Future oriented group training for suicidal patients: A randomized clinical trial. BMC Psychiatry, 9, ArtID 65. 7. van Bergen DD, Smit JH, Kerkhof, AJFM, Saharso S (2006) Gender and cultural patterns of suicidal behavior: Young Hindustani immigrant women in the Netherlands, Crisis: The Journal of Crisis Intervention and Suicide Prevention, 27(4), 181-188. 8. van Bergen DD, Eikelenboom M, Smit JH, van de Looij-Jansen PM, Saharso S (2010) Suicidal behavior and ethnicity of young females in Rotterdam, The Netherlands: rates and risk factors, Ethnicity & Health, 15 (5), 515-30. 9. Burger I, van Hemert AM, Schudel WJ, Middelkoop BJ (2009)Suicidal behavior in four ethnic groups in the Hague, 2002-2004, Crisis 30 (2), 63-67. 10. Garssen MJ, Hoogenboezem J (2005) Achtergronden van recente ontwikkelingen in de Nederlandse sterfte, Nederlands Tijdschrift Voor Geneeskunde, 149 (46), 2554-2560. 11. Garssen MJ, Hoogenboezem J, Kerkhof AJ (2006) Zelfdoding onder migrantengroepen en autochtonen in Nederland, Nederlands Tijdschrift Voor Geneeskunde, Sep 30; 150 (39), 2143-2149. 12. Garssen MJ, Hoogenboezem J, Kerkhof AJFM (2007) Zelfdoding onder Nederlandse Surinamers naar etniciteit, Tijdschrift voor Psychiatrie, 49(6), 373-381. 13. Glashouwer KA , de Jong PJ, Penninx, BWJH, Kerkhof AJFM, van Dyck R, Ormel J (2010) Do automatic self-associations relate to suicidal ideation? Journal of Psychopathology and Behavioral Assessment, 32(3), 428-437. 14. de Graaf R, Sandfort TG, ten Have M (2006) Suicidality and sexual orientation: differences between men and women in a general population-based sample from the Netherlands, Archives Of Sexual Behavior, 35 (3), 253-262. 15. de Groot M, de Keijser J, Neeleman J, Kerkhof A, Nolen W, Burger H (2007) Cognitive behaviour therapy to prevent complicated grief among relatives and spouses bereaved by suicide: cluster randomised controlled trial., BMJ (Clinical Research Ed.), 334 (7601), 994. 16. de Groot M (2008) Bereaved by suicide. Family-based cognitove-behavior therapy to prevent adverse health consequences among first-degree relatives and spouses. Proefschrift Universiteit van Groningen. 17. de Groot M, van der Meer K, Burger H (2009) A survey of Dutch GPs' attitudes towards help seeking and follow-up care for relatives bereaved by suicide, Family Practice, 26 (5), pp. 372-376. 18. de Groot M, Neeleman J, van der Meer K, Burger H (2010) The effectiveness of family-based cognitivebehavior grief therapy to prevent complicated grief in relatives of suicide victims: the mediating role of suicide ideation, Suicide & Life-Threatening Behavior, 40 (5), 425-437. 19. ten Have M, de Graaf R, van Dorsselaer S, Verdurmen J, van 't Land H, Vollebergh W, Beekman A (2009) Incidence and course of suicidal ideation and suicide attempts in the general population, Canadian Journal Of Psychiatry/ Revue Canadienne De Psychiatrie, 54 (12), 824-833. 20. Hoeymans N, Schoemaker CG (2010) De ziektelast van suïcide en suïcidepogingen. De Bilt: RIVM. 21. van Houwelingen CA J, Kerkhof, AJFM (2008) Mental healthcare status and psychiatric diagnoses of train suicides, Journal of Affective Disorders, 107(1-3), 281-284. 22. Huisman A, Robben PBM, Kerkhof, AJFM (2009) An examination of the Dutch health care inspectorate's supervision system for suicides of mental health care users, Psychiatric Services, 60 (1), 80-85. 23. Huisman A, Robben PBM, Kerkhof, AJFM (2009) 'Use of guidelines in suicide prevention': Reply, Psychiatric Services, 60(3), 405. 24. Huisman A, van Houwelingen CAJ, Kerkhof, AJFM (2010) Psychopathology and suicide method in mental health care, Journal of Affective Disorders, 121(1-2), 94-99
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut
53
25. Huisman A (2010) Learning from suicides: Towards an improved supervision procedure of suicides in mental health care in the Netherlands. Proefschrift Vrije Universiteit. 26. Liem MCA, Koenraadt F (2007) Homicide-suicide in the Netherlands: A study of newspaper reports, 19922005, Journal of Forensic Psychiatry & Psychology, 18(4), 482-493. 27. Liem M, Koenraadt F (2008) Familicide: a comparison with spousal and child homicide by mentally disordered perpetrators, Criminal Behaviour And Mental Health, 18 (5), 306-318. 28. Liem M, Koenraadt F (2008) Filicide: a comparative study of maternal versus paternal child homicide, Criminal Behaviour And Mental Health, 18 (3), 166-176. 29. Liem M, Hengeveld M, Koenraadt F (2009) Domestic homicide followed by parasuicide: a comparison with homicide and parasuicide, International Journal Of Offender Therapy And Comparative Criminology, 53 (5), 497-516. 30. Liem M, de Vet R, Koenraadt F (2010) Filicide followed by parasuicide: A comparison of suicidal and nonsuicidal child homicide, Child Abuse & Neglect , 34 (8), 558-562. 31. Liem M, Nieuwbeerta P (2010) Homicide followed by suicide: a comparison with homicide and suicide, Suicide & Life-Threatening Behavior, 40 (2), 133-145. 32. Liem M (2010) Homicide followed by Suicide : An empirical analysis. Proefschrift Universiteit van Utrecht. 33. Marquet RL, Bartelds AIM, Kerkhof, AJFM, Schellevis FG, van Zee J (2005) The epidemiology of suicide and attempted suicide in Dutch general practice 1983-2003. Utrecht: NIVEL. 34. Onwuteaka-Philipsen BD, et al. (2010) Wishes to die in older people: a quantitative study of prevalence and associated factors, Crisis: The Journal of Crisis Intervention and Suicide Prevention (in press). 35. Onwuteaka-Philipsen BD, et al. (2010) Understanding why older people develop a wish to die: a qualitative interview study, Crisis: The Journal of Crisis Intervention and Suicide Prevention (in press). 36. Oud MJ, de Groot MH (2006) Opvang van de nabestaanden na een suïcide. Nederlands Tijdschrift Voor Geneeskunde, 150 (12), 649-652. 37. Pasman HR, Rurup ML, Willems DL, Onwuteaka-Philipsen BD (2009) Concept of unbearable suffering in context of ungranted requests for euthanasia: qualitative interviews with patients and physicians, BMJ (Clinical Research Ed.), 339, b4362. 38. Rurup ML (2005) De rol van de arts bij verzoeken om hulp bij levensbeëindiging van patiënten die 'lijden aan het leven'; het rapport van de commissie-Dijkhuis van de KNMG, Nederlands Tijdschrift Voor Geneeskunde, 149 (39), 2145-2147. 39. Rurup ML, Onwuteaka-Philipsen BD, van der Heide A, van der Wal G, van der Maas PJ (2006) Trends in gebruikte middelen bij euthanasie en samenhang met het aantal meldingen, Nederlands Tijdschrift Voor Geneeskunde, 150 (11), 618-624. 40. Rurup ML, Buiting HM, Pasman HRW, van der Maas PJ, van der Heide A, Onwuteaka-Philipsen BD (2008) The reporting rate of euthanasia and physician-assisted suicide: a study of the trends. Medical Care, 46(12), 1198-1202. 41. Slee N, Arensman E, Garnefski N, Spinhoven P (2007) Cognitive-behavioral therapy for deliberate selfharm, Crisis, 28 (4), 175-182. 42. Slee N, Garnefski N, van der Leeden R, Arensman E, Spinhoven P (2008) Cognitive-behavioural intervention for self-harm: randomised controlled trial., The British Journal Of Psychiatry: The Journal Of Mental Science, 192 (3), 202-11. 43. Slee N, Garnefski N, Spinhoven P, Arensman E (2008) The influence of cognitive emotion regulation strategies and depression severity on deliberate self-harm, Suicide & Life-Threatening Behavior, 38 (3), 274-286. 44. Slee N, Spinhoven P, Garnefski N, Arensman E (2008) Emotion regulation as mediator of treatment outcome in therapy for deliberate self-harm, Clinical Psychology & Psychotherapy, 15 (4), 205-216. 45. Slee N (2008)Cognitive-behavioural therapy for deliberate self-harm. Proefschrift Universiteit van Leiden. 46. Spinhoven P, Slee N, Garnefski N, Arensman E (2009) Childhood sexual abuse differentially predicts outcome of cognitive-behavioral therapy for deliberate self-harm, The Journal Of Nervous And Mental Disease, 197 (6), 455-457. 47. Spijker J, de Graaf R, Ten Have M, Nolen WA, Speckens A (2010) Predictors of suicidality in depressive spectrum disorders in the general population: results of the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study, Social Psychiatry And Psychiatric Epidemiology, 45 (5), 513-521. 48. van Spijker BAJ, Graafsma T, Dullaart HIA, Kerkhof AJFM (2009) Impulsive but fatal self-poisoning with pesticides among South Asians in Nickerie, Suriname: An exploratory autopsy study. Crisis: The Journal of Crisis Intervention and Suicide Prevention, 30(2), 102-105. 49. Verwey B, Van Waarde JA, Van Rooij IALM, Gerritsen G, Zitman, FG (2007) Richtlijnen voor de opvang van süicidepogers in Nederlandse ggz-instellingen, Tijdschrift voor Psychiatrie, 49 (3), 157-165. 50. Verwey B (2007) Don't forget : contributions to the assessment and management of suicide attempters in the general hospital. Proefschrift Universiteit van Leiden.
54
Quickscan onderzoek naar suïcide in Nederland 2009 – 2012
Trimbos-instituut