Voor de individuele opdracht van Jeugdliteratuur 1 ik gekozen voor een opdracht die voor mij direct profijt biedt als docent in het onderwijs: een practische opdracht die ik zelf kan inzetten in mijn lessen. Het is de volgende opdracht geworden: Opdracht 6: Een literatuurproject dat een verbinding maakt met ander vak (vakoverstijgend). Bronnenonderzoek: wat is er op dat gebied al gedaan. Onderzoek naar leerlijnen van dat andere vak is hierbij ook verplicht. Het moet wel passen in het curriculum! De opdracht zoals bovenstaand beschreven, heb ik onderverdeeld in drie deelopdrachten om structuur in dit dossier te brengen en de deelvaardigheden inzichtelijk te maken. Ook heb ik de volgorde van de opdrachten hierbij iets aangepast, zo is duidelijk welke deelopdrachten uiteidenlijk leideen tot de totaalopdracht, namelijk: een literatuurproject dat een verbinding maakt met een ander vak. De deelopdrachten zijn als volgt: 1. Bronnenonderzoek: wat is er op dat gebied al gedaan. 2. Onderzoek naar leerlijnen van dat andere vak is hierbij ook verplicht. Het moet wel passen in het curriculum. Deze deelopdrachten zullen uiteindelijke resulteren in de volgende eindopdracht: 3. Een literatuurproject dat een verbinding maakt met ander vak (vakoverstijgend).
Deelopdracht 1: Bronnenonderzoek Voor de eerste opdracht ben ik druk bezig geweest met het zoeken en struinen op internet naar vakoverstijgende projecten voor het vak Nederlands. Dit lijkt makkelijker dan het is. Veel vakoverstijgende projecten benoemen wel het vak Nederlands als betrokken vak, maar behelsen niet het gebied van (jeugd)literatuur. En als je dan al projecten vindt, zijn het vaak ‘soort’ projecten waarin een duidelijke lijn te vinden is en die, wat mij betreft, niet veel vernieuwing bieden. Dit zal ik toelichten in een korte conclusie aan het eind van deze eerste deelopdracht. Omdat ik na een zeer lange zoektoch toch het een en ander aan informatie heb kunnen vinden, zal ik niet alle projecten uitgebreid benoemen. Ik heb er een aantal uitgekozen, die wat mij betreft dé vakoverstijgende projecten kunnen typeren. Het gaat om de volgende projecten:
ThiemeMeulenhoff: Kruistoch in spijkerbroek Mijn digischool: Oude verhalen Noordhof: Kant-en-klare vakoverstijgende projecten
Op de laatste pagina van deze deelopdracht heb ik een bronnenlijst toegevoegd zodat eventuele informatie nog kan worden teruggevonden en opgezocht en waarin te zien is welke aanvullende vakoverstijgende projecten ik nog heb kunnen vinden.
ThiemeMeulenhoff: Kruistoch in Spijkerbroek Via de website van de uitgever ThiemeMeulenhoff kun je een project over het boek van Thea Beckman: Kruistoch in spijkerbroek bestellen. Dit vakoverstijgende project is geschikt voor Nederlands, geschiedenis en het leergebied van kunst en cultuur. Het project bestaat uit de drie onderdelen: 1. kennismaking met het boek en de film 2. het proces rond het verfilmen van een boek (van boek naar film) 3. opdrachten over het leven in de middeleeuwen zoals muziek en dans, sport en spel, reizen, gezondheid, voedsel in de middeleeuwen. Bij deze onderdelen zijn verschillende opdrachten ontwikkeld, zoals het schrijven van een stukje scenario en het spelen van de scene, een maquette maken van een middeleeuwse stad en het maken van kleding met een echte modeshow als eindproduct.
Mijn digischool: Oude verhalen Oude verhalen is een project waar ik tegenaan ben gelopen via mijn digischool. Ook hierop heb ik gezocht naar de verschillende vakoverstijgende projecten. Het project Oude verhalen heeft betrekking op het prachtige boek Griekse Mythen van Imme Dros. Een korte samenvatting van dit project is als volgt: Het project bestaat uit drie lessen waarin ze onder andere kennis nemen van het onderwerp “mythen”. Wat zijn mythen, wie waren de eerste schrijvers en wat is de rol van de Griekse godenwereld in de verhalen? Verder gaan ze in groepen te werk waarbij hen verschillende materialen worden toegereikt om diverse opdrachten uit te voeren. De opdrachten bestaan uit: beeldende kunst, muziek, theater en film. De nadruk van deze opdracht ligt in de vertaling van de emoties, de visuele aspecten en ruimtelijke kenmerken in het boek. Hoe wordt kennis van de geschiedenis en de verschillende kunststromingen geplaatst in het boek. Hoe kun je deze terugvinden, is het hoofddoel.
Noordhoff uitgevers: Kant-en-klare vakoverstijgende projecten Via de website kun je verschillende vakoverstijgende projecten kant-en-klaar te bestellen (Pulsar Nask). In deze projecten worden vele vakken gecombineerd tot één groot project. Alle deelvaardigheden zijn opgesplitst, ook naar het vak Nederlands. Ze maken hierbij onderscheid in de niveau vmbo en havo/vwo. Na grondig onderzoek blijkt dat Nederlands niet teveel aan bod komt (van de tien projecten die je op de website kunt bekijken, wordt er bij zes ook het vak Nederlands als betrokken vak genoemd). Opvallend als je het mij vraagt, aangezien Nederlands bij alle vakoverstijgende projecten een essentiele rol speelt. Literatuur is bij deze vakoverstijgende projecten een struikelblok, want dat komt hier niet specifiek aan bod.
Conclusie Over het algemeen zijn er best wat vakoverstijgende projecten terug te vinden waarin het vak Nederlands benoemd wordt, maar lang niet zoveel als ik verwacht had. Opvallend vind ik zelf, want Nederlands zou bij nagenoeg alle projecten een onderdeel moeten zijn (al is het maar dat de spelling dat de opdrachten beoordeeld worden zoals bij het vak Nederlands). Verder stuit je tegen veel projecten aan waarin wél Nederlands, maar niet literatuur betrokken wordt als onderdeel. Ook dit vind ik een gemist kans: er bestaat ontzettend veel literatuur. Voor veel van de bestaande projecten ligt een kans voor het onderdeel literatuur, door een leuk boek te zoeken dat aansluit bij het project en hier een deelopdracht van te maken, of sterker nog: als uitgangspunt van het project. De vakoverstijgende projecten díe literatuur verwerken als onderdeel zijn vaak samenhangend met het vak Geschiedenis of een van de kunstvakken, zoals culturele en kunstzinnige vorming (CKV). Vandaar dat ik ook de drie projecten gekozen heb, die ik bovengenoemd aan bod heb laten komen. Bijna allemaal kenmerken ze zich door een van de genoemde punten in deze conclusie. De projecten die samenwerken met geschiedenis, vragen de leerlingen om simpelweg vebanden te leggen met de aan bod gekomen onderwerpen uiit de geschiedenisles en deze kennis te verdiepen of verbreden. De lessen die verband houden met CKV richten zich vooral op de vraag of de kunststromingen zoals behandeld het vak terug te vinden zijn in de boeken. Zo ja, welke kenmerken zijn dat? Verder wordt er hier en daar nog wat gedaan met bijvoorbeeld muziek, een poster of een handvaardige activiteit zoals het maken van een maquette. Uiteraard bieden de projecten vakoverstijging: ze leggen een relatie tussen literatuur en de verschillende vakken. Mijn inziens kun je het echter nauwer laten aansluiten bij het vak Nederlands door er meer vaardigheden in te verwerken die geleerd worden bij het vak Nederlands (te denken valt aan: presenteren, letten op spelling en leesvaardigheden) om zo de tranfer nóg meer te verhogen. Bronnenlijst https://www.thiememeulenhoff.nl – zie deelopdracht 1 https://mijn.digischool.nl – zie deelopdracht 1 https://www.noordhoffuitgevers.nl – zie deelopdracht 1 http://www.slo.nl/voortgezet/onderbouw/leergebieden - Net als bij Noordhoff uitgevers: Kant-enklare vakoverstijgende projecten (zonder literatuuropdrachten) http://durftecombineren.slo.nl/ - Vakoverstijgende projecten voor het onderdeel Kunst en Cultuur
Deelopdracht 2: Leerlijnen van het andere vak In mijn geval gaat het niet om de leerlin van het andere vak, maar om de leerlijnen van de andere vakken, meervoud dus. Ik heb onderzoek gedaan naar de leerlijnen van
Geschiedenis Aardrijkskunde Tekenen
Bij de bovengenoemde vakken heb ik onderzoek gedaan naar de leerlijn en bijbehorende kerndoelen om te kijken welke vaardigheden ik kan en mag gebruiken bij deelopdracht 3: het vakoverstijgende project. Om te weten welke werkvormen ik kan verwerken in het project, moet ik eerst analyseren welke kerndoelen aansluiten bij de vaardigheden die geleerd zijn of zullen worden in de onderbouw van havo/vwo in de (doorlopende)leerlijn van het slo. Per vak omvat deze leerlijn een document van meer dan 4 pagina’s. Ik heb daarom de bronvermelding direct onder het vak genoteerd en de kerndoelen belicht die terug te vinden zijn in mijn project.
De Tijd van de wereldoorlogen (1900-1950)
De Tijd van burgers en stoommachines (1800 - 1900)
Geschiedenis http://www.slo.nl/voortgezet/onderbouw/themas/leerlijn/progr/gesch/ De industriële revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen Het ontstaan van een parlementair stelsel en de toename van volksinvloed. De politiekmaatschappelijke stromingen nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme. Het moderne imperialisme.
De economische wereldcrisis. Het totalitaire karakter van het communistisch politiek systeem. Het racistisch en totalitair karakter van het nationaal- socialisme. De Duitse bezetting en de Jodenvervolging.
Nr. 42: Werk en zorg, wonen, recreëren, consumeren, verkeer en milieu; verdelingsvraagstukken, wetenschap, technologie. Nr. 43: Pluriforme samenleving; macht, cultuur, identiteit. Nr. 44: Het politieke bestel in Nederland. Nr. 37, 43: De tien tijdvakken, relatie met pluriforme samenleving. Levensbeschouwing. Nr. 46, 47: Verdeling welvaart en armoede; internationale spanningen en conflicten. Nr. 43: Pluriforme samenleving. Nr. 44: Politiek systeem. Nr. 47: Het belang van mensenrechten. Nr. 42: Effecten van keuzes… Productie, consumptie, verdeling. Nr. 47: De verdeling van welvaart en armoede… Nr. 44, 47: Uitoefening van macht; het belang van mensenrechten.
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving; de opkomst van emancipatiebewegingen; voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces; discussies over de sociale kwestie; de opkomst van politiekmaatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme; de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie; het voeren van twee wereldoorlogen. het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme; de crisis van het wereldkapitalisme; racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden; de Duitse bezetting van Nederland; verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering; vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
De Tijd van de televisie en computer (vanaf 1950)
Nationalistische bewegingen in de koloniën en het streven naar onafhankelijkheid. De blokvorming tussen Oost en West en de Koude Oorlog. De Europese integratie. De sociaal-culturele veranderingen en de toenemende pluriformiteit vanaf de jaren 60.
Nr. 46: De verdeling van welvaart en armoede over de wereld. Nr. 47: Internationale spanningen en conflicten. Nr. 45: De betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie. Nr. 43: Pluriforme samenleving; Cultuur, religie, levensbeschouwing, identiteit, leefwijze.
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog; de dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld; de eenwording van Europa; de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen; de ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen.
Globalisering
Bevolking en ruimte
Duurzaamheid
Burgerschap en multiculturele samenleving
Aandrijkskunde http://www.slo.nl/voortgezet/onderbouw/themas/leerlijn/progr/ak/ Nr. 42: De leerling leert: In eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. Nr. 43: De leerling leert: Over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen. Nr. 30: De leerling leert: Dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden. Nr. 42: De leerling leert: In eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk, wonen, recreëren, consumeren, verkeer en milieu. Nr. 38: De leerling leert: Een eigentijds beeld van de eigen omge-ving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikke-lingen in hun omgeving te plaatsen. Nr. 42: De leerling leert: In eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. Nr. 38: De leerling leert: Een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen. Nr. 47: De leerling leert: Actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld.
Arm en rijk Grenzen en identiteit Weer en klimaat
Nr. 42: De leerling leert: In eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. Nr. 46: De leerling leert: Over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland. Nr. 43: De leerling leert: Over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen. Nr. 29: De leerling leert: Kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur*, en leert deze sleutelbegrippen te verbinden met situaties in het dagelijks leven. * neerslag, temperatuur, klimaatzones, biodiversiteit, zeestromen, verdamping, kringlopen Nr. 30: De leerling leert: Dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu). Nr. 32: De leerling leert: Te werken met theorieën en modellen door onderzoek te doen naar natuurkundige en scheikundige verschijnselen als licht*, beweging, energie.
Produceren en presenteren
Tekenen http://www.slo.nl/voortgezet/onderbouw/themas/leerlijn/progr/KenC/ Kernconcepten: 1. Identiteit en Diversiteit 2. Inspiratie en Vormgeving 3. Media en Communicatie 4. Kunst en Maatschappij
Nr. 48: Door vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstdisciplines onderzoeken en zelf toepassen. Nr. 49: Alleen of als groepslid eigen werk presenteren.
Deelopdracht 3: Vakoverstijgend project Een bewijs van liefde – Door van der Wiele
Tie·ner·moe·der [deᵛ] Meisje onder de achttien jaar dat een kind heeft gekregen
1. Concept 1.1
Startconcept
1.2
Doelgroep
1.3
Algemene doelstellingen
1.4
Specifieke doelstellingen voor het vak Nederlands
1.5.
Pedagogisch didactische doelstellingen
2. Korte introductie op de lesstof Stukje geschiedenis
3. Invulling project 3.1
Geschiedenis
3.2
Aardrijkskunde
3.3
Nederlands
3.4
Tekenen
3.5.
Nederlands
1. Concept
1.1
Startconcept • • • •
1.2
Een week project: minimaal 18 lessen van 50 minuten Ongeveer 9 lessen voor het vak Nederlands als eerste vak Ongeveer 9 vakoverstijgende lessen, waarvan 3 uren Tekenen, 3 uren Aardrijkskunde en 3 uren Geschiedenis In het project is aandacht voor fictie, schrijven en presenteren
Doelgroep
De doelgroep van dit project is de onderbouw van het havo/vwo en tvwo.
1.3
Algemene Doelstellingen
1.4
De leerlingen hebben elgemene kennis van het land Mexico. De leerlingen kunnen uitleggen wat de verschillen in samenleving in Mexico en Nederland zijn. De leerlingen kunnen aangeven waarom het aantal tienermoeders in Mexico hoog is. De leerlingen hebben een indruk gekregen van het dagelijkse leven van tienermoeders in landen zoals Mexico.
Specifieke doelstellingen voor het vak Nederlands • • • •
1.5
De leerlingen lezen zowel klassikaal als individueel het boek: Een bewijs van liefde van Door van der Wiele. Dit boek is het uitgangspunt van dit project. De leerlingen gaan creatief schrijven Door in groepjes te discussiëren over de stof vergroten de leerlingen hun vaardigheden met betrekking tot spreken en luisteren naar elkaar De leerlingen breiden hun fictiedossier uit met het boek ‘Een bewijs van liefde’
Pedagogische doelstellingen voor het vak Nederlands
De leerlingen leren samenwerken in uiteenlopende groepen De leerlingen leren naar elkaar te luisteren en respect te hebben voor elkaars mening De leerlingen leren zich in te leven in iemand met een andere culturele achtergrond (van dezelfde leeftijdscategorie) Hopelijk komen de leerlingen tot een gevoel van tevredenheid en besef van rijke maatschappij.
2. Korte introductie op de lesstof
Stukje geschiedenis Via Obalive zal er een filmpje worden getoond over tienermoeders in Mexico. Dit is direct een introductie van de auteur van het boek: antropoloog Door van der Wiele. (http://www.obalive.nl/default.aspx?lIntEntityId=979)
3. Invulling project Uitgangspunt van het project is literatuur en dus het vak Nederlands. In tegenstelling tot een hoop andere vakoverstijgende projecten, heeft dit project betrekking op één boek en verdiept zich in de verschillende aspecten van dat boek. In dit geval het boek Een bewijs van liefde van Door van der Wiele. Een prachtig boek dat met recht genomineerd was door de Jonge Jury 2011. De verdere invulling van het project geschiedt op basis van verschillende vakken. Het project is gecategoriseerd per vak dat het meeste betrekking heeft op de vakinhoud van vaardigheden voor het deelproject. Naast dit eerste vak, hebben de deelprojecten voor Geschiedenis en Aardrijkskunde ook betrekking op het vak Nederlands daarer getoetst wordt op spelling, verzamelen van betrouwbare informatie(bronnen), verwerken hiervan en presentatievaardigheden.
De inhoud van de opdrachten is gebaseerd op de inhoud van het boek in combinatie met de kerndoelen van het vak Nederlands en de leerlijnen en bijbehorende kerndoelen van de verschillende vakken (zie deelopdracht 2.) Gezamenlijk heeft dit geresulteerd tot het volgende creatieve vakoverstijgende literatuurproject.
3.1
Geschiedenis
3.2
Thema: Geschiedenis van Mexico Doel: Inzicht verschaffen over de geschiedenis van Mexico en deze kunnen overdragen naar de rest van de klas. Opdracht: Zeer kort onderzoekje doen naar een bepaalde periode uit de geschiedenis van Mexico, de informatie toetsen op betrouwbaarheid, verwerken en presenteren in een uiteenzettende voordracht van ongeveer tien minuten. De klas wordt ingedeeld in groepen en iedere groep mag kiezen uit een van de volgende acht onderwerpen: - Negentiende eeuw 1 -Onafhankelijkheidsoorlog 2 -Onafhankelijk Mexico 3 -De reforma en Franse interventie 4 -Porfiriaat - Twintigste eeuw 5 -Mexicaanse Revolutie 6 -De Institutionele Revolutie 7 -Jaren 80 en 90 - 8 -Eigentijdse geschiedenis Samenstelling: Groepsopdracht Aantal lessen: 3 keer 50 minuten o Les 1: Uitleg over het project, het doel en het doceren van de informatie: een algemene geschiedenis van Mexico o Les 2: Onderzoek o Les 3: Presentaties
Aardrijkskunde
Thema: Maatschappij van Mexico Doel: Inzicht krijgen in de bevolking, economie en maatschappij van Mexico en deze in verband brengen met Nederland waardoor de verschillen zichtbaar worden. Opdracht: Aan de hand van een vragenlijst op zoek gaan naar de antwoorden op internet en in boeken (mediatheek). Aan de hand van deze antwoorden stellen leerlingen een top 10 samen van de grootste verschillen (subjectief) tussen Nederland en Mexico. De oorzaken van deze verschillen moeten goed belicht worden. Een aantal van de vragen die moeten leiden tot deze top 10 zullen zijn: Hoeveel inwoners ken Mexico? Hoe groot is het land in omtrek? Wat is de gemiddelde gezinssamenstelling in Mexico? Wat is hét exportproduct van Mexico? Wat is het gemiddelde geboorte-sterftecijfer per dag? Hoeveel tienermoeders kent Mexico in 1990 en hoeveel in 2010? Samenstelling: Tweetallen Aantal lessen: 3 keer 50 minuten
o o o
3.3
Les 1: Uitleg over het project, het doel en het doceren van de algemene aardrijkskundige informatie over het land Mexico Les 2: Onderzoek Les 3: Onderzoek interpreteren en uitwerken
Nederlands
Thema: Maatschappelijke onderwerpen Doel: Een mening vormen over de maatschapplijk behandelde onderwerpen uit het boek en deze proberen zo overtuigend mogelijk (en creatief) over te brengen op een ander. Leerlingen leren respect en begrip te krijgen voor de mening van een ander. Opdracht: Aan de hand van de maatschappelijk behandelde thema’s in het boek gaan de leerlingen een betogende voordracht voorbereiden. Ze hebben in de voorgaande lessen veel informatie verschaft over de verschillende thema’s en werken dit nu uit met als doel de klas te overtuigen van hun mening. De klas kan onder andere kiezen uit de volgende onderwerpen: Abortus Spijbelen Alcoholgebruik onder de 16 jaar Tienermoeder Adoptie Aanvullende onderwerpen zijn van harte welkom, als leerlingen deze zelf aandragen en passend zijn bij de thematiek van het boek. Aan de hand van het onderwerp kiezen zij een stelling. Één leerling is voor en één leerling is tegen deze gekozen stelling.
•
3.4
Samenstelling: Tweetallen Aantal lessen: 7 keer 50 minuten o Les 1: Uitleg over de voodracht, het doel en het doceren van de algemene informatie over een betogende voordracht. De docent vult aan met een voorbeeld van een goede en een slechte betogende voordracht. Ook wordt de criteria uitvoerig besproken. o Les 2: Voorbereiding en onderzoek o Les 3: Voorbereiding en onderzoen/controle van de voortgang door de docent o Les 4: Controle van de voortgang door de docent o Les 5 t/m 7: Betogende voordrachten
Tekenen •
Thema: Reclame voor jouw mening Doel: Het omzetten van persoonlijk mening, gedachten en ideeen in een visuele opdracht. Opdracht: Om hun argumenten kracht bij te zetten gedurende de voordracht, maken leerlingen een reclameposter bij het vak Tekenen voor hun mening. Samenstelling: Individueel Aantal lessen: 7 keer 50 minuten
o o o
3.5.
•
Les 1: Schetsen en ideeen opdoen Les 2: Werken aan de poster Les 3: Werken aan de poster
Nederlands Thema: Jij als hoofdpersoon Doel: Inzicht krijgen in de verschillende schrijfstijlen, samenwerken, creativiteit en inzicht in belevenis. Opdracht: Naar aanleiding van alle voorgaande opdrachten, is deze eindopdracht gemaakt. Er wordt een fragment uit het boek gekozen: Guadalope (de hoofdpersoon) komt erachter dat de zwanger is… De opdracht is om een vervolg op het verhaal te schrijven zoals de leerling dit naar eigen geweten zouden doen. Er is echter een ‘maar’, want de leerlingen werken hierbij samen in een groepje van drie leerlingen. Alle drie de leerlingen krijgen een ander perspectief van een ander personage uit het verhaal, waardoor ze nauw samen moeten werken om de gebeurtenissen op elkaar aan te laten sluiten. Het verhaal is ten slotte hetzelfde, de belevenis niet. Samenstelling: drietallen Aantal lessen: 2 keer 50 minuten o Les 1: Uitleg en informatie over verschillende perspectieven en uitdelen van het fragment o Les 2: Uitvoering achter de computer