Deze biografie is niet te vergelijken met welk ander boek ook dat u ooit hebt gelezen... “Bill, ik hoop dat je weet waar je mee bezig bent,” zei Meda. “Wel, ik denk:…” Hij maakte zijn zin niet af. Er was iets vreemds aan het gebeuren. In plaats van dat hij naar zijn vrouw keek, keek hij naar twee slonzige jongens die langs een zandweg op hem toe kwamen lopen. Hun blote voeten wierpen een stofwolk op die neerkwam op hun haveloze broeken. Ze droegen geen overhemd. Beide jongens hadden bossig zwart haar, donkere ogen, en een bruine, zongebrande huid. Een van hen trok een kar met houten wielen. “Lieverd,” zei Bill, “kijk eens wie daar aankomen.” “Waar heb je het over?” vroeg Meda. Tegen die tijd was Bill te ver in het visioen om haar te antwoorden. Toen verliet zijn vrouw de kamer en werd het een en al visioen. Iets krachtigs nam hem mee naar voorbij de kinderen…
U staat op het punt een blik te slaan in de sferen van het bovennatuurlijke…
1
2
BOVENNATUURLIJK BOEK 5 (1955 - 1960 ) Copyright © 2002 by Owen Jorgensen Vertaling: H.J.J. Terburg - 2011 -
Alle rechten zijn voorbehouden onder Internationale- en PanAmerikaanse copyrightverdragen. Geen gedeelte van dit boek mag worden gereproduceerd in welke vorm ook, zonder dat eerst een geschreven toestemming van de auteur wordt verkregen. Dit omvat alle vermenigvuldigings-technieken, hetzij elektronische- of mechanische-, inclusief fotokopiëren, bandopnamen, of welke andere wijze van gegevensopslag of zoeksystematiek ook. Het zonder toestemming dupliceren van dit boek is een overtreding van internationale copyrightwetten. 0502-001-CPEd1
ISBN 0-9700955-5-4 Oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd door:
Tucson Tabernacle 2555 North Stone Avenue Tucson, Arizona 85705 USA Andere talen: www.supernaturalchristianbooks.com Nederlandse uitgave:
GEMEENSCHAP VAN CHRISTENEN E-mail:
[email protected]
Kwartelweg 3A 8191 AP Wapenveld Nederland
3
4
INHOUD BOEK 5 ‘De Leraar en zijn Verwerping’ Voorwoord van de schrijver………... 9 68. (1955)
Zijn Leraarsbediening Begint………. 13
69. (1955)
Een Plechtige Waarschuwing.……… 29
70. (1955)
De Ware en de Valse Wijnstok….….. 41
71. (1955)
Controverse in Zwitserland..……….. 55
72. (1955)
Opossum Koorts………..……….…. 65
73. (1955)
De Engel Gefotografeerd in Zwitserland………………………… 79
74. (1955)
De Engel Leert Hem Hoe te Vissen… 95
75. (1956)
Mexico: Mysterie en Wonderen…… 111
76. (1956-57)
Amerika Staat als Israël bij Kadesh-Barnea…………………. 131
77. (1957)
Een Erfenis Verdelen………….…… 149
78. (1958)
Teleurgesteld in Waterloo…….…… 177
79. (1958)
Uitleg over de Kennis van Goed en Kwaad ……..……. 187
80. (1959)
”Er Zij Leven!”………..………….
81. (1960)
Voorbij de Voorhang van de Tijd.… 225 z.o.z. 5
199
- Slotnotities en Bronvermelding……………..….
241
- Bibliografie ……………..….……………..…....
251
- Engelse Predikingen ..…………….….…...........
253
- Nederlandse Uitgaven …………….……….….
255
- Meer dan 50 andere talen ………………………
257
- Alfabetische INDEX BOEK 5…………….…...
259
- Samenvattingen van boek 1 t/m 5……………. ..
281
- Algemene informatie……………………..….….
287
6
Jezus zeide tot hen: “Hebt gij nooit gelezen in de Schriften: „De steen, die de bouwlieden afgekeurd hadden, deze is tot een hoeksteen geworden. Van de Here is dit geschied, en het is wonderlijk in onze ogen‟?”
(Matthéüs 21: 42)
7
8
VOORWOORD VAN DE SCHRIJVER WIE WAREN DE GROOTSTE LERAARS aller tijden? Socrates van Athene, Jezus van Nazareth en Paulus van Tarsus zouden zeker passen aan de top van de lijst. Hoewel de leringen van deze drie mannen in hun eigen dag werden verworpen, veranderden de principes die zij onderwezen de kijk die mensen op de wereld hadden. Zo is het ook met de leringen van William Branham. Met steeds toenemende vaart veranderen zijn leringen de wijze waarop Christenen hun Bijbels verstaan, en hoe ze Gods plan voor hun levens begrijpen. Of u het nu wel of niet eens bent met zijn ideeën, dit boek zal u verbazen, uitdagen en inspireren. Ik gaf Boek Vijf de ondertitel: „De Leraar en zijn Verwerping‟, omdat dat in één opzicht precies deze periode van William Branhams leven beschrijft. Aan het eind van 1954 ervoer hij dat de Heilige Geest hem leidde om de diepere dingen van God te onderwijzen tijdens zijn internationale geloofs-genezings- campagnes; met als gevolg dat nu eens deze en dan weer die persoon, nu eens deze denominationele leider en dan weer een andere zich eraan stootte, totdat hij zoveel mensen had geërgerd, dat hij de vraag naar zijn diensten aanmerkelijk zag dalen. Hetzelfde overkwam Jezus Christus in Zijn bediening. Vele 1mensen hielden van Jezus toen Hij gewoon de zieken genas, hen vis en brood te eten gaf en hen onderwees in gelijkenissen. Ten laatste zette Hij de zuigfles weg en onderwees Hij het vaste voedsel van het Evangelie. 1 Verwijzend naar Johannes 6: 67
9
Jezus zei: “Zalig is wie aan Mij geen aanstoot neemt.” 2 Maar vele mensen namen er wel aanstoot aan toen ze de moeilijke zaken hoorden die Hij onderwees. Jezus zei bijvoorbeeld: “Tenzij gij het vlees van de Zoon des Mensen eet en Zijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in uzelf.” Nadat ze dit gehoord hadden, dunde de scharen toehoorders zo drastisch uit, tot zelfs zeventig van Zijn trouwste aanhangers Hem verlieten. Jezus wendde Zich tot Zijn twaalf discipelen en vroeg: “Gij wilt toch ook niet weggaan?” Maar Simon Petrus antwoordde Hem: “Here, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven; en wij hebben geloofd en erkend, dat Gij zijt de Heilige Gods.” 3 Na die dag kon Jezus Zich in Israël nooit meer verheugen in een breed gedragen populariteit. Een criticus zou hebben mogen aanvoeren dat het met Zijn bediening sindsdien bergafwaarts ging, totdat zelfs Jezus Zelf aan het kruis uitriep: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” 4 Maar bedenk, dat de algemene mening niet hetzelfde is als de waarheid. Hoewel Zijn populariteit onder de mensen afnam, vervulde Jezus het doel waarvoor Zijn Vader Hem op aarde had gezet: de redding van al diegenen die in Zijn naam zouden geloven. In noem dit om te laten zien dat het afnemen van de algemene populariteit bij William Branham, eerder al in de Schrift voorkomt. Terwijl de toehoorderaantallen bij zijn campagnes kleiner werden, en de keren dat hij werd uitgenodigd om te spreken afnamen, was God hem aan het voorbereiden voor het uiteindelijke stadium van zijn bediening: – zijn „derde trek‟ – om de woorden van 2 3 4
Verwijzend naar Matthéüs 11: 6; Lukas 7: 23 Verwijzend naar Johannes 6: 47 - 71 Verwijzend naar Matthéüs 27: 46; Markus 15: 34
10
de engel te gebruiken – die zou uitgaan boven alles wat tevoren was geweest. De ondertitel die ik heb gekozen voor Boek Vijf van „Bovennatuurlijk, Het Leven van WiIliam Branham‟, beschrijft slechts één kant van de medaille. Dit boek beschrijft ook de andere kant, maar u zult met geestelijke ogen moeten lezen om het te zien. - Owen Jorgensen, 2002 -
.
11
12
HOOFDSTUK 68 Zijn Leraarsbediening Begint 1955
VANAF HET MOMENT dat er in 1946 een engel bij hem kwam, veranderde William Branhams leven voorgoed. Verdwenen was de donkerte van zijn kleine-stads bediening. Plotseling wenkte de wereld, ja smeekten ze om zijn aanwezigheid. In het begin brachten zijn geloofs-genezings campagnes hem in de zuidoostelijke staten, maar al spoedig reisde hij door heel Noord Amerika en uiteindelijk naar Europa, Afrika en India, het Evangelie predikend aan miljoenen mensen. Na zeven jaren van internationale evangelisatie schatte hij dat vanwege zijn prediking 500.000 mensen Jezus Christus hadden aangenomen als hun Redder; en er was met geen mogelijkheid te schatten hoeveel miljoenen genezing hadden ontvangen vanwege zijn gebeden. In weerwil van deze fenomenale resultaten kreeg hij tegen het eind van 1954 een vreemd gevoel van onvoldaanheid. Hij had gehoopt dat zijn bovennatuurlijke gave van onderscheiding denominationele barrières omver zou werpen en Christenen zou verzamelen rond een diepere toewijding aan Christus. Slechts lichtelijk verstoord stroomde de brede rivier van Christelijke middelmatigheid gestaag bergafwaarts. Na veel nadenken en gebed besefte William Branham tenslotte dat zijn benadering óver omzichtig was geweest. Omdat zijn geloofsgenezings campagnes interdenominationele menigten trok, had hij altijd eenvoudige predikingen gehouden, in de hoop kritiek te minimaliseren en acceptatie te maximaliseren. Meestal bleef hij bij drie onderwerpen: redding, geloof en genezing in Jezus‟ naam. Hoewel deze onderwerpen hoog gewaardeerd stonden op de lijst van essentiële Christelijke leerstellingen, vertegenwoordigden ze nog steeds slechts het begin van het overvloedige leven in Jezus Christus.5 God bedoelde dat Zijn kinderen zoveel méér zouden weten en zijn. De apostel Paulus berispte Christenen die babies bleven, slechts melk 5
Verwijzend naar Johannes 10: 10
13
drinkend en de vaste spijze van Gods Woord afwijzend. Paulus schreef: “Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande Christus laten rusten en ons richten op het volkomene.” 6 Bill voelde dat zijn bediening de Christelijke kerk kon helpen om door te gaan naar het volkomene. Om dit te bereiken, wist hij dat hij de vaste spijze van Gods Woord zou moeten prediken gedurende zijn campagnes, zelfs als dat betekende dat sommige mensen er aanstoot aan namen. Wetend dat God hem riep om meer over de leer te onderwijzen, wierp hij zich in 1955 met een hernieuwde ijver op zijn campagnes. In januari predikte hij 13 keer in 11 dagen in de Philadelphia Kerk in Chicago, Illinois. Pastor Matteson-Boze gaf hem de vrijheid om over elk onderwerp te spreken dat hij wenste. Bill gebruikte deze vrijheid om verschillende leerstellige predikingen te brengen – waaronder: „De Zeven Samengestelde Namen van Jehova„, „Begin en Einde van de Heiden Bedeling‟, en „Fundamentele Grondslag voor Geloof.‟ Op dinsdagavond vertelde hij de geestelijke kant van zijn levensgeschiedenis. Hij legde uit, hoe hij – als jongeman - in verwarring was geraakt toen Christen predikers hem Afb.1 vertelden dat zijn visioenen van de duivel Rev. Matteson Boze kwamen. Bill beschreef de namiddag in 1946 toen hij naar een grot in de bossen vluchtte en God zocht om antwoorden. Op een zeker moment verscheen er in de duisternis, voorbij middernacht, een licht in zijn grot. Vanuit het midden van dat licht stapte een man. Hij stond daar: meer dan 1 meter 80 groot en woog ten minste 90 kilo. Zijn witte mantel stak scherp af bij het donkere haar rond zijn baardeloos gezicht. Sprekend tot dit gehoor, comfortabel gezeten in een warme kerk in Chicago, probeerde Bill de vrees over te brengen die hij voelde op dat moment: “Eerlijk vrienden, ik dacht dat mijn hart het zou bege6
Verwijzend naar Hebreeën 5: 9-14
14
ven. Stelt u zich eens voor! Plaats uzelf in die positie. Het zou u zich op dezelfde wijze laten voelen. Na honderden en honderden bezoekingen, verlamt het me nog steeds wanneer Hij dichtbij komt. Soms raak ik bijna compleet buiten bewustzijn. Als ik te lang blijf bidden voor de zieken, zal ik volledig het bewustzijn verliezen.” “Dus ik zat daar naar hem te kijken. Hij had een diepe stem, en hij zei: „Vrees niet. Ik ben gezonden uit de tegenwoordigheid van de Almachtige God.‟ Toen hij sprak, herkende ik die stem als dezelfde die tot mij had gesproken sinds ik drie jaar oud was. Ik wist dat hij het was. Hij zei: „Vrees niet. Ik ben gezonden uit de tegenwoordigheid van de Almachtige God, om u te vertellen dat uw bijzondere geboorte‟ – (u weet misschien wat er bij mijn geboorte gebeurde, daarboven in dieblokhut in Kentucky, in 1909: dat zelfde Licht hing boven mij toen ik werd geboren) – „en uw verkeerd begrepen leven is geweest om aan te geven dat u over heel de wereld zult gaan Afb. 2 De blokhut waarin William en voor zieke mensen zult Branham op 6 april 1909 ter bidden; ongeacht wat ze wereld kwam. hebben, als u de mensen er toe krijgt om u te geloven, en wanneer u oprecht bent wanneer u bidt, zal niets voor uw gebeden standhouden, zelfs kanker niet.‟” “Ik zei: „Meneer, ik ben een arm man en ik woon bij mijn familie die arm is. Ik heb geen opleiding genoten. Ze zouden niet naar me luisteren.” “Hij zei: „Zoals de profeet Mozes twee tekenen werden gegeven om zijn bediening te betuigen, zo zullen u twee tekenen gegeven worden om uw bediening te betuigen.7 De ene gave zal een teken in uw hand zijn – wanneer u bidt voor een ziek iemand, houd dan de rechterhand van de persoon vast met uw linkerhand. Blijf dan gewoon rustig staan. Ziekten die door demonen worden veroorzaakt, zullen een lichamelijke uitwerking hebben op uw lichaam, wat u in staat zal 7
Verwijzend naar Exodus 4: 1-8
15
stellen om ze te identificeren. Dan bidt u. Als de zwelling van uw linkerhand weggaat, dan is de ziekte van de persoon geweken. Verklaar ze gezond. Als het niet weggaat, vraag gewoon een zegen en loop weg.” “Ik zei: „Meneer, ik ben bang dat ze me niet zullen ontvangen.‟ ” “Hij zei: „Als ze niet zullen horen naar het eerste teken, dan zal het komen te geschieden dat u de diepste geheimen van hun harten zult kennen. Dit zullen ze horen.‟ ” “Ik zei: „Meneer, dat is waarom ik hier vannacht ben. Er is mij verteld door geestelijken dat die visioenen die tot mij komen, verkeerd zijn.‟ ” “Hij zei: „U werd geboren in deze wereld voor dat doel.‟ ” Toen Bill zijn getuigenis beëindigd had, zette zich een ongeziene aanwezigheid naast hem, die zijn emoties overweldigde met een heilige vreze, zo tastbaar, dat het maakte dat zijn huid tintelde. Hij wist dat de engel van de Heere naast hem stond. Toen voelde hij dat de engel bij hem wegging en boven het gehoor ging zweven. Hij kon het nu duidelijk zien: een amberkleurige bal van vuur, schijnend als een niet dovende flits van een camera. Bill lette aandachtig op hoe het bewoog, wetend dat zijn visioenen op een of andere wijze met dat licht waren verbonden. De engel stopte boven een kleurling dame. Bill voelde dat haar geloof trok aan zijn gave. “Er is een kleurling dame die hier zit met haar handen opgestoken. Sta op, zodat ik u kan onderscheiden. Ik ben slechts een mens, maar Jezus Christus is de Zoon van God, en Hij zond Zijn Geest om deze dingen te betuigen. Als God mij zal vertellen wat er verkeerd met u is (en u weet dat er geen manier voor mij is om welk contact ook met u te hebben), zult u dan geloven met heel uw hart?” De vrouw antwoordde: “Ja! “ “God zegene u. Uw hoge bloeddruk heeft u verlaten. Dat is wat u had, klopt dat niet? Ga dan zitten. U voelt zich anders, is het niet, dame? Ja. Zo is het.” “De kleine dame die naast u zit, zij lijdt aan artritis en een vrouwenkwaal. Is dat niet juist, dame? Sta even een ogenblik op – de kleine dame met de rode jurk aan. U was zo dicht bij de engel dat het visioen nu naar ú is gekomen. U hebt: artritis, een vrouwenkwaal en iets anders… U maakt zich zorgen over uw man. Hij is een dronkaard. Hij wil niet naar de gemeente gaan. Als dat juist is, steek dan
16
uw hand op.” Ze bevestigde het met haar opgeheven arm. “God zegene u, dame. Ga nu naar huis en ontvang uw zegen. U bent genezen. Ik zag dat het licht werd om u heen.” De engel zweefde naar achterin het heiligdom. Bill bleef tot de toehoorders spreken, terwijl hij wachtte om te zien waar het licht stil zou houden. “Heb geloof in God. Wat denkt u er allen over, daar helemaal achteraan? Gelooft u? Wees eerbiedig.” “Er is een dame die een shawl draagt, die daar achter in de hoek zit. Ik zie dat licht boven haar hangen. Ze lijdt aan een hartkwaal. Haar man zit naast haar. Zijn maag is van streek. Klopt dat niet, meneer? Steek uw handen op als dat waar is.” Op de achterste rij in het gebouw stak een man zijn hand op. “Meneer, u met uw opgestoken hand, ik zie in het visioen dat u de gewoonte hebt om te roken. Stop met dat te doen. U rookt sigaren. U behoorde dat niet te doen. Het maakt u misselijk. Klopt dat niet? Als het zo is, wuif dan zo met uw hand. Dat is wat u in de war maakt. Het werkt slecht op uw zenuwen. Gooi die smerige dingen weg en doe het niet meer, en u zult in orde zijn – en ook zal de hartkwaal van uw vrouw haar verlaten. Gelooft u dat? Klopt dat? Ik kan u van hieruit niet zien, en u weet dat, maar u hebt sigaren bij u in uw voorzak. Dat is zo. Leg de dingen eruit en leg uw hand op uw vrouw; vertel God dat u afgedaan hebt met dat soort spul en u zult beide gezond naar huis gaan. Gezegend zij de naam van de Heere Jezus!” Het gehoor huiverde van opwinding. Bill kon werkelijk hun geloof voelen opkomen, vanuit elke hoek trekkend aan zijn gave. Hij bleef zijn ogen gericht houden op de Vuurkolom terwijl ze zich boven de hoofden van de mensen verplaatste. “Heb geloof in God,” zei hij. “Ik kan dit niet uit mijzelf doen; het is slechts Zijn soevereine genade. Gelooft u? Ik kan deze dingen alleen zeggen zoals Hij ze mij toont. Beseft u dat dit niet uw broeder is die dit doet? Het is uw geloof dat een Goddelijk gave in werking zet. U staat in Zijn tegenwoordigheid. Even een ogenblik… Hij zag toe hoe het licht weer naar hem terug zweefde. Het stopte boven een oude man. “In deze hoek daar, zie ik een kleurling man zitten, al wat ouder, met een bril op. Ga een ogenblik staan, meneer. Gelooft u dat ik Gods dienstknecht ben? U denkt aan iemand anders, is het niet? Als dat juist is, wuif dan met uw hand.”
17
Terwijl de man wuifde, zei Bill tot het gehoor: “Ik zie dat licht boven hem hangen. Het is nog niet doorgebroken tot een visioen. Als de Almachtige God deze man zal vertellen wat zijn moeite is, zal de rest van u dan uw genezing aannemen? Er is een man die een 15 meter van mij vandaan staat. Ik heb hem nooit eerder in mijn leven gezien. Als de Almachtige God zal openbaren wat er verkeerd is met die man, dan behoorde ieder van u hier als een gezond persoon naar buiten te lopen. Wat kan God méér doen?” “Meneer, er is niets verkeerd met u. U bent zwak en hebt een klein probleem met uw prostaat, maar dat is niet uw moeite. Uw probleem is uw zoon, die bevindt zich in een rijks-psychiatrische inrichting, omdat hij een dubbele persoonlijkheid heeft. Klopt dat niet? Wuif met uw hand als dat waar is. Ziet u, dat is precies juist.” “Nu, hoevelen van u geloven dat Jezus Christus, de Zoon van God, hier is? Laten we opstaan en Hem lof offeren en onze genezing aannemen.” De microfoon versterkte Bills gebed boven het geluid van de menigte uit. “Almachtige God, Schepper van het Leven, Gever van elke goede gave, U bent hier, dezelfde Heere Jezus Christus, dezelfde gisteren, heden en voorimmer. Satan, je hebt lang genoeg tegen deze mensen gebluft. Ik bezweer je bij de levende God – wiens tegenwoordigheid hier is in de vorm van de Vuurkolom – ik bezweer je in de naam van Jezus Christus om deze mensen te verlaten en uit hen te komen.” “Nu, laat ieder van u zijn handen opheffen, God prijzen en uw genezing ontvangen!” Velen ontvingen het, maar niet allen. Afb. 3
Rev. Jack Moore (links) en Rev. Young Brown (rechts)
NA zijn januari-campagne in Chicago reisde William Branham naar en Rev. Jack Moore het zuidwesten, naar Phoenix, Arizona. Billy Paul Branham, Jack Moore en Young Brown gingen met hem mee. Bill had 12 avonden op het schema staan in de Shriner Tempel
18
in Phoenix, Arizona, beginnend op zondag, 20 februari 1955. De zaterdag vóór deze samenkomsten reed Bill buiten Phoenix de woestijn in, op zoek naar een plek om te bidden. Er was iets wat hem nog steeds zorgen baarde. Hij was er dikwijs op bekritiseerd dat hij niet voldoende persoonlijk voor mensen bad gedurende zijn campagnes. Door de jaren heen had hij honderden brieven ontvangen waarin werd geklaagd: “Terwijl ú voor víjf mensen bidt, heeft Oral Roberts er voor vijftig gebeden.” Dat was waar. Oral Roberts legde mensen de handen op en bad voor ze terwijl ze langs hem liepen. Bill daarentegen zette mensen in een rij en riep ze dan één voor één naar voren, zodat hij door een visioen de nood van elke persoon kon onderscheiden. Niet alleen nam deze methode meer tijd in beslag, de visioenen zelf vergden zoveel van zijn lichaam, dat dit het aantal mensen beperkte waar hij elke avond aan toe kon komen. Een enkel visioen vermoeide hem meer dan als hij een uur bezig zou zijn geweest om een sloot te graven met spade en houweel. Na 15 visioenen op rij zou hij zich zo vermoeid voelen, dat hij nauwelijks kon staan. Als hij probeerde om na dit punt verder te gaan, dan riskeerde hij om van uitputting in te storten. Zijn zoon, Billy Paul, en zijn huidige zaakwaarnemer, Jack Moore, hielden hem nauwlettend in de gaten om er zeker van te zijn, dat hij dat punt niet overschreed. Hoewel Bill dit fenomeen voortdurend uitlegde aan zijn toehoorders, begrepen veel mensen het nog steeds niet. Zelfs zijn medewerkers hadden er moeite mee om het te begrijpen. Gordon Lindsay vroeg eens: “Waarom zou u niet gewoon bij een of twee mensen onderscheiden, dan terugtreden en voor de rest van de gebedsrij bidden zoals wij doen?” Om een of andere reden werkte zijn gave van onderscheiding niet op die wijze. Wanneer de engel naast hem stond tijdens een gebedsrij, kwámen de visioenen Afb. 4 gewoon. Hij had er geen controle over. Vele Rev. Gordon Lindsay malen voelde hij of mensen door hun geloof de onderscheiding uit hem trokken. Op deze bepaalde zaterdag in de woestijn buiten Phoenix knielde Bill neer in de schaduw van een grote rotsteen en vroeg hij God om
19
hem te helpen, om voor meer mensen in elke samenkomst persoonlijk te bidden. De zon rees hoger, bakte het rode zand en maakte dat hete vlagen de bergen in de verte deden vervagen. Alles wat zich kon verplaatsen, zocht beschutting in wat er maar aan schaduw voorhanden was. De planten hadden het zwaar te verduren. Hier was de woestijn bedekt met statige Saguaros, struikvormige cholla‟s, en op een zweep lijkende ocotillo‟s, naast vele andere cactussoorten. Na een poosje voelde Bill dat de engel van de Heere naderde. Plotseling vervaagde de woestijn. Bill vond zichzelf staande op een podium in een gehoorzaal, kijkend naar een rij mensen die wachtten op gebed. Achter zich merkte hij een korte, kaalhoofdige man op en een lange, magere man: hij kende geen van beide. Een kleine vrouw, die een bruin colbertjasje droeg met een bijpassende rok, liep op hem toe. In haar armen droeg ze een in een deken gewikkelde baby. Ze stopte zo rond een meter van hem af, dicht genoeg bij om Bill haar lichte huidskleur te laten zien, haar donkere ogen en zwart haar. De blik richtend op haar armen, zag hij een klein bleek kind, dat eruit zag alsof het de dood nabij was. Nadat Bill had gebeden, genas God de baby. Toen stapte de engel in zijn gezichtsveld en zei: “Wanneer je ziet dat dit komt te gebeuren, zal je bediening veranderen.” Elke avond in Phoenix verwachtte hij dat dit visioen vervuld zou worden. Het gebeurde niet gedurende die campagne, maar er gebeurde wel een ander verbazingwekkend iets. Op woensdagavond, de 23e februari 1955, was Bill halverwege zijn prediking, toen hij plotseling een visioen zag. (Hij zag zelden visioenen als hij aan het prediken was; gewoonlijk kwamen ze onder de zalving tijdens de gebedsdienst.) Hij ging verder met prediken, terwijl hij toekeek hoe dit visioen zich ontvouwde; het direct inpassend in zijn prediking. Vóór hem bloeide de Hof van Eden in al zijn schoonheid. Hij zag Adam zijn arm om Eva heen slaan en met haar aan zijn zijde de hof verlaten. Het visioen maakte duidelijk dat Adam niet was gedwongen om te vertrekken, aangezien niet hij verleid was, zoals Eva. Hij verliet vrijwillig de hof, omdat hij Eva liefhad en met haar mee in ballingschap wilde gaan. Zowel Adam als Eva waren gekleed in schapenvachten, voorafschaduwend dat er een dag zou komen wanneer een Verlosser de zonden van elke Christen zou bedekken. Deze schapenvachten waren van een pas gedood dier, wat veroorzaakte dat er een
20
druppel bloed langs Adams benen naar beneden liep. Bill kon zelfs de schapenvacht tegen Adams dijen horen slaan als hij liep. Toen veranderde het toneel. Nu kon Bill de Tweede Adam zien (Jezus Christus, het Lam van God), met gebogen schouders, Zich met moeite de heuvel Golgotha opslepend, Zijn kruis dragend. Bloed doorweekte de rugkant van Zijn mantel en drupte neer langs Zijn benen. Het visioen maakte duidelijk dat Jezus gewillig Zijn eigen dood tegemoet ging, omdat Hij Zijn Gemeente, Zijn Bruid, liefhad. Bill predikte: “Adam was ónschuldig. Éva was schuldig. Maar Adam had Eva zo lief, dat hij hoe dan ook met haar mee vertrok. Dat is een beeld van Christus en de Gemeente. Christus keek naar de Gemeente en wist dat we verkeerd waren; toch ging Hij met ons mee om onze plaats ginds in te nemen als zondaar, om voor ons te sterven, om de angel des doods er voor ons uit te trekken. Zondaar, hoe kunt u zo‟n niet te evenaren liefde verwerpen?” Nadat de samenkomst geëindigd was, bleven Bill en zijn medewerkers op, tot één uur doorpratend over dit visioen. Op donderdagavond vertelde hij dit aan zijn gehoor. Hij voelde dat dit visioen zijn besluit bevestigde om meer leerstellig te gaan onderwijzen. Gedurende de vrijdagavond samenkomst zei hij: “Vanavond: hoeveel mensen in het gebouw hebben gebedskaarten? Laat me uw handen zien. Wel, dat is een goed, fijn aantal. Nu, ik ben voornemens om voor iedereen te bidden die een gebedskaart heeft. Ik kan ze niet allemaal door de rij laten komen. Zoals u kunt zien, raakt mijn kracht na een paar visioenen snel uitgeput; op die manier kan ik dus niet bij iedereen komen. Maar mijn samenkomsten zijn er niet op gebaseerd dat ik persoonlijk contact heb met iedere persoon. Ze zijn gebaseerd op het verheerlijken van de Heere Jezus Christus en Zijn opstanding, door het prediken en demonstreren van het Woord van God. Doordat de mensen het Woord gepredikt horen worden, zouden de mensen moeten geloven dat de Heere Jezus in Zijn opstandingskracht in ons midden is en dezelfde dingen doet die Hij deed toen Hij hier op aarde was, als een betuiging van Zijn immerdurende alomtegenwoordigheid. Hij is hier nu bij ons en zal het voorimmer zijn. Christengelovigen, wij zullen nooit zonder de Heere zijn. We zijn voor de eeuwigheid met Hem verbonden. Is dat niet wonderbaar?
21
Jezus zei: „Ik zal met u zijn, altijd……‟ 8 Mijn samenkomsten zijn gebaseerd op het principe dat het voor de gelovige slechts: „zie en leef‟ behoorde te zijn. 9 Hoewel deze campagne tot en met woensdag 2 maart 1955 zou doorlopen, was er in Phoenix voor zaterdagavond, 26 februari geen meeting voorzien. Die zaterdag reed Bill 160 kilometer oostwaarts, zodat hij één gebedsdienst kon houden voor de Apachen in het San Carlos Indianen Reservaat.
Afb. 5
Predikend in het Apachen Indianen reservaat - San Carlos 1955
De laatste keer dat hij in San Carlos had gepredikt was in 1947, twee jaar voordat zijn tweede teken verscheen. Toentertijd kon hij ziekten alleen onderscheiden door het teken in zijn hand. Toen die samenkomst in 1947 begon, waren de Indianen terughoudend om naar voren te komen voor gebed, denkend dat hij waarschijnlijk een bedrieger was. In een gemeenschap, saamhorig als de Apachen, waar iedereen iedereen kende, verdween hun argwaan toen ze een buitenstaander nauwkeurig de diagnose zagen stellen van de eerste paar patiënten, en 8
Verwijzend naar Matthéüs 28: 20 Hij verwijst hier naar het principe van geloof. “Zie en leef” grijpt terug op wat verteld wordt in Numeri 21: 4-9. Toen een plaag van giftige slangen de Israëlieten overviel, hief Mozes aan een paal een koperen slang omhoog. God zei, dat wie er maar naar die koperen slang keek, zou leven. De koperen slang symboliseerde de zonde die was geoordeeld. Die Oud Testamentische geschiedenis was een beeld van Jezus aan het kruis. (Johannes 3: 14-15). Jezus droeg de zonden van de mensheid aan het kruis. Wie in geloof op Hem ziet, zal voor immer leven. 9
22
vormden ze vol verlangen een rij die Bill de helft van de nacht bezig hield met bidden. De wonderenstroom vloeide net zo vrij als in het voorjaar het water van de Witte Bergen. Nu, in 1955, waren de Apache Indianen verlangend om nog een geloofs-genezings dienst te hebben in hun reservaat. Zodra Bill arriveerde, kwam er een vrouw uit een met teerpapier beklede hut, knielde neer op het erf, boog haar hoofd en bad onafgebroken door, de hele dienst lang. Young Brown en Jack Moore begeleidden Bill op deze reis, maar Billy Paul bleef achter in Phoenix. Aangezien Billy Paul gewoonlijk de gebedskaarten voor elke samenkomst verdeelde, had Bill totaal geen aandacht geschonken aan dit onderdeel, totdat hij al in San Carlos was. Toen besefte hij dat hij helemaal geen gebedskaartden had om orde te houden in de gebedsrij. Gelukkigerwijs hielden deze Apachen orde zonder zo‟n hulpmiddel. Bill was van plan om te bidden voor zoveel mensen als hij zou kunnen; dan, nadat zijn kracht het af liet weten, zouden zijn medewerkers het bidden voortzetten totdat ze ieder in de rij hadden gehad. Als start van de gebedsrij liep een moeder naar voren met een baby Afb. 6 Na de prediking was er een in haar armen. ordelijke gebedsrij zonder gebedskaarten. De moeder droeg een ( San Carlo Indianenreservaat - 1955 ) traditionele Apachen jurk, met de tot op de enkels hangende wollen rok, waar in de stof pastelkleurige patronen waren geweven. Bill sprak een ogenblik met haar om haar geest te onderscheiden. Ze was bezorgd over haar kindje. Zijn eerste visioen van die avond toonde hoe glaucoom de ogen van deze baby had
23
verblind. Een eenvoudig gebed tot een Almachtig God keerde de loop der natuur. Toen Bill een vinger voor het gezichtje van de baby heen en weer bewoog, richtten die kleine oogjes zich erop en volgden ze de beweging. Dat eerste wonder ontketende een kettingreactie van geloof, die zich snel verspreidde door de stam. Weldra hoorden doven, liepen kreupelen, en bezweken talloze ziekten onder de kracht van Jezus Christus. Terwijl Bill aan het eind van zijn kracht aan het komen was, bracht een zendeling, die Michell heette, een klein Apachemeisje. Bill knielde neer en stelde haar een vraag, maar ze antwoordde niet. Reverend Michell zei: “Broeder Branham, ze spreekt geen Engels. - Ze is blind.” Bill wuifde met zijn hand voor haar gezichtje langs. Ze knipperde nog niet eens met haar ogen. Hij bad voor haar, en wuifde toen opnieuw zijn hand voor haar gezichtje langs. Haar jonge ogen staarden naar een duistere toekomst, zonder reaktie. Kijkend naar deze mooie kleine Indiaanse prinses, overstroomde hem een geweldige droefheid. Plotseling zag hij een vreemd visioen. Hij zag zichzelf de hand van dit meisje nemen, omhoog vliegen door de hemelen met haar en samen gingen ze binnen in de troonzaal van God. Daar lag het bloed van Jezus op de troon. Dat bloed zou dit meisje kunnen genezen als ze het slechts zou kunnen geloven, maar ze had niet genoeg geloof. Toen kwam het vreemdste gedeelte: God accepteerde Bills sterke geloof in het bloed van Jezus in plaats van het minimale geloof van het meisje. Ogenblikkelijk was hij terug in het Indianen reservaat, geknield naast dat kleine Indiaanse prinsesje. Hij zei: “Broeder Michell, er is iets gebeurd. Het leek alsof ik door het uitspansel ging met dit kind aan mijn hand…” Terwijl hij sprak zwaaide hij met zijn arm naar de hemel. Op deze plotselinge beweging, rukte het meisje verbaasd haar handen omhoog naar haar mond. Ze kon zien! Rev. Michell nam het meisje onmiddellijk mee naar de dokter van het reservaat, die haar onderzocht en het wonder bevestigde. Ondertussen stond de volgende persoon in de rij voor Bill, een man die eveneens blind was. Toen het visioen doorbrak, zag hij dat deze man de vader was van het meisje dat zojuist was genezen. Die avond herstelde de genade van God ook zíjn gezichtsvermogen. Tegen deze tijd was Bill zo vermoeid, dat zijn lippen doof aan-
24
voelden en zijn benen als van rubber leken. Jack Moore wilde dat hij stopte, maar Bill zei dat hij dacht dat hij nog één visioen meer aankon. Een jonge Apache vrouw haastte zich naar voren. Ze droeg een paar sokken in haar ene hand en een heren stropdas in de andere. Ze overhandigde deze voorwerpen aan Bill, die ze aannam, denkend dat zij niet meer wilde dan dat hij ze vasthield, terwijl hij voor haar bad. Zij had iets anders in gedachten, wat het visioen prompt openbaarde. Bill zei: “Deze sokken horen toe aan een geliefde van u, die een ziekte heeft in haar voeten, en u wilt dat ze genezen wordt als zij ze aantrekt. Deze stropdas is voor uw man, die een ongelovige is. U wilt dat hij de Heilige Geest ontvangt wanneer hij haar om zijn nek doet.” De vrouw zei dat dit precies was wat ze wenste. Bill zei: “Indien u het kunt geloven: in Jezus‟ naam kunt u hebben waar u om vraagt.” Later die avond, terwijl ze terugreden naar Phoenix, spraken Young Brown en Jack Moore opgewonden over de Apache samenkomst. Young Brown was er verbaasd over dat Bill voor zoveel Indianen had gebeden voor zijn kracht hem begaf – rond de 30 mensen, tweemaal zoveel als gebruikelijk. Brown vroeg zich af hoe Bill zo lang de spanning van die visioenen kon hebben doorstaan. Bill vroeg zich hetzelfde af. Hij wist dat het de mensen zelf waren die zijn gave in werking stelden. De onderscheiding kon niet genezen; ze kon slechts geloof opwekken, door de mensen te tonen dat Jezus Christus aanwezig was, gewillig was, en in staat was hen te genezen. In het begin vertelde de engel hem:”Als je de mensen er toe kunt krijgen om je te geloven, zal niets voor je gebed standhouden, zelfs kanker niet.” Wat ieder van zijn bediening ontving, hing af van het geloof van die persoon. Misschien hadden deze Apachen eenvoudig meer geloof dan de meeste andere Amerikanen, wat voor hem van zijn kant de spanning verminderde. Hij zag hetzelfde onder de inboorlingen van Zuid-Afrika en India. Het scheen of de nadruk die de Westerse cultuur legde op opleiding en intellectuele redenatie, de mensen dikwijls hinderde in plaats van hielp, om het Woord van God te geloven. Terwijl Jack Moore en Young Brown over de samenkomst discussieerden, dacht Bill over de vrouw die wilde dat hij bad over een stropdas en een paar sokken. Er was iets met die stropdas en die sokken dat iets in zijn geheugen wakker riep. Toen hij de volgende morgen wakker werd, fladderden die sokken nog steeds rond in zijn
25
gedachten. Op een zeker moment sprak de Heilige Geest:”Pak je visioenen-boek.” Zijn notitieboek openend bij de laatste aantekening, zocht hij terug door de aantekeningen van zijn visioenen, totdat hij het vond: Op 3 december 1954, in Binghamton, New York, om zeven uur in de morgen, had God hem een visioen laten zien van de laatste avond met de Apachen, van het ene eind tot het andere, de vrouw die de stropdas en de sokken vasthield, inbegrepen. Die zondag in de gemeente (op 27 februari 1955), zei Bill: “De meest gewijde samenkomst die ik ooit had op Amerikaanse bodem, vond gisteravond plaats in het Indianen Reservaat. Ik ben gewend om te prediken tot 15.000 tot 18.000 mensen. Gisteravond waren er maar 500 of zo, maar nooit tevoren in Amerika heb ik de Geest van God zo vrij zien bewegen.” Voor hij zijn prediking begon, wilde hij een misverstand uit de wereld helpen. Eerder in de week had hij gezegd dat Adam ónschuldig was en Eva schuldig was. Klaarblijkelijk hadden enige mensen (waaronder predikers) Jack Moore opgebeld om te vragen of broeder Branham geloofde, dat Adam niet had gezondigd in de Hof van Eden. Nu probeerde Bill uit te leggen wat hij had bedoeld. “Sommigen van u dachten dat ik zei dat Adam niet zondigde. Adam zondigde wel, en werd veroordeeld, net zoals Eva. De lamsvacht die hem als een verlossende mantel bedekte, toonde dat. Maar Eva handelde verkeerd, denkend dat ze juíst handelde. Zij werd verleid. Adam werd niet verleid. 10 Hij zondigde met zijn ogen wijd open: precies wetend wat hij deed. Hij nam weloverwogen zijn plaats in bij zijn vrouw omdat hij van haar hield. En Jezus, niet onwetend van wat Hij aan het doen was, nam Zijn plaats in bij de zondaar, de Gemeente, zodat Hij de Gemeente zou mogen terug verlossen tot Zichzelf. Ziet u? Adam was een beeld. Door de eerste Adam stierven allen; door de Tweede Adam leven allen. 11 Omdat Adam Eva liefhad, nam hij gewillig haar zonde op zich en werd veroordeeld. Omdat Christus Zijn Gemeente liefhad, nam Hij gewillig onze zonden op Zich en werd Hij veroordeeld, stierf en werd naar de hel gestuurd. Zo is het. God zou Hem niet rein naar de hel hebben gestuurd. Hij was veroordeeld. Hij stierf als zondaar. Christus zondigde nooit Zelf, maar Hij nam onze zonden 10 11
Verwijzend naar 1 Timotheüs 2: 14 Verwijzend naar 1 Corinthiërs 15: 20-22
26
op Zich; en op de derde dag wekte God Hem op, de dood overwinnend en eeuwig leven aanbiedend aan ieder die in Hem zal geloven.” Bill hoopte dat deze uitleg zijn vroegere uitspraken zou verduidelijken. Het was niet de eerste keer dat iemand hem niet correct begrepen had. Hij besefte dat hoe meer hij „vastere spijze‟ onderwees, hoe meer zulke misverstanden zouden voorkomen. Dat ontmoedigde hem niet en bracht hem niet af van zijn nieuwe doelstelling. Zijn visie over de eerste Adam en de Tweede Adam bevestigde zijn overtuiging, dat hij zowel geroepen was om te onderwijzen als om te evangeliseren. Hij wilde zijn God-gegeven invloed gebruiken om mensen vast te grondvesten op Bijbelse waarheid. Hij voelde dat als Christenen ooit een openbaring van de opgewekte Jezus Christus in hun midden konden vatten, alles zou veranderen.
***
27
28
HOOFDSTUK 69 Een Plechtige Waarschuwing 1955
WILLIAM BRANHAMS campagne in Phoenix eindigde op woensdag, 2 maart 1955. De volgende dag reed hij naar Los Angeles, Californië, om een campagne van vijf avonden te beginnen in de Angelus Tempel, de kerk die gesticht was door Aimee Semple McPherson, een beroemde vrouwelijke evangelist uit de twintiger jaren. Toen verhuisde hij naar een groter gebouw in Los Angeles voor twee samenkomsten, gesponsord door de Internationale Gemeenschap van Volle Evangelie Zakenlieden (FGBMFI). De vice-president van de Gemeenschap, Miner Arganbright, had de Stock Arena gehuurd voor vrijdag- en zaterdagavond, 11 en 12 maart. Bill hoopte dat deze twee campagnes beter zouden slagen, dan degene die hij de afgelopen zomer in Californië had gehouden. Afb. 7 In augustus 1954, toen hij in de Calvary Minor Arganbright Tempel in Los Angeles predikte, was het aantal toehoorders elke avond veel kleiner dan zijn sponsors verwachtten. Achteraf vernam Bill dat veel mensen weigerden ze bij te wonen, omdat ze iets hadden tegen de kerk waar zijn samenkomsten werden gehouden. Zelfs al was hij met geen enkele denominatie verbonden, hadden toch conflicten tussen denominaties uitwerking op zijn bediening. Sinds 1947 had hij de West Kust regelmatig bezocht. In het begin vertoonden zijn samenkomsten in Californië een explosie van geloof en wonderen, en elk jaar dat hij terugkeerde, werden zijn toehoorderscharen groter dan het voorgaande jaar. Kort geleden was die trend omgeslagen. Christenen in de „Orange County‟ schenen de interesse in zijn bovennatuurlijke gave te verliezen. Films en televisieshows trokken beslist veel mensen af van de dingen van God.
29
Misschien zoog zelfs Hollywood enige Christenen in haar illusies, hun geestelijke zintuigen afstompend voor het teken van de Messias in hun midden. Of misschien maakte jaloezie en wedijver onder denominaties dat kerkleiders onwillig waren om met elkaar samen te werken. Wat de reden ook was, het aantal bezoekers in Bills campagnes in Californië was over de afgelopen drie jaar aan het terugvallen geweest. Bill herinnerde zich een gesprek dat hij had met een Baptisten predikant tijdens de eerste keer dat hij in Los Angeles kwam, in 1947. De prediker waarschuwde: “Broeder Branham, nu u aan de West Kust bent, kunt u maar beter voorzichtig zijn met waar u over predikt.” Dat begreep hij niet. “Ik predik Goddelijke genezing. Wat is daar verkeerd mee?” “O, ik geloof ook in Goddelijke genezing,” antwoordde de prediker, “maar hier in Californië is het anders. Pak een zaterdagkrant en zie het zelf. Hier wordt het ergste fanatisme dat u ooit hebt gezien gekoppeld aan Goddelijke genezing – vreemde mensen met allerlei soorten theorieën en eigenaardige gevoelens die zij „tekenen van God‟ noemen. Als u niet oppast, zult u maken dat dat soort gedoe zich zelfs nog verder verspreidt.” Op dat moment antwoordde Bill: “Kijk, meneer, mijn gave komt van God. Ik geloof dat ze een zegen zal zijn voor Christenen. Mijn verlangen is om te zien, dat deze verdeelde groep Pinkstermensen in eenstemmigheid bij elkaar komt. Ze hebben de geweldigste zaak van de wereld: de doop van de Heilige Geest. Zeker zullen die mensen die geestelijk gezind zijn, mijn gave zien, en begrijpen wat ik probeer te doen.” De Baptisten voorganger antwoordde: “Ik twijfel niet aan uw gave of uw motieven, maar broeder Branham: God zij met u.” Hij sprak deze zin plechtig uit – niet als een zegen, maar meer als een waarschuwing. Op dat moment wist Bill niet wat deze prediker had bedoeld. Hij stond op het punt om het uit te vinden. Op maandag 7 maart 1955 werd Bill om drie uur in de morgen wakker. Omdat hij niet meer in slaap kon komen, stond hij op om te bidden. Weldra voelde hij de engel van de Heere in de kamer. Een paar momenten later, nam een visioen hem mee. Nu stond hij boven op de rand van een steil voorgebergte, wat hem een panoramisch uitzicht gaf over Los Angeles. Vlak onder hem
30
was een straat waar palmbomen langs stonden. Overal fladderden gieren al krijsend rond, sommige vlogen tussen bomen, andere verzameld rond een dood dier op de straat. Elke gieren-soort was vertegenwoordigd. Vanuit de top van een palmboom schreeuwde één gier naar de groep die zich te goed deed aan het op de straat gedode dier: “Ik héb het.” Een van de aasgieren op de straat keek op van zijn maaltijd en schreeuwde terug: “Ik heb het ook.” Dit veroorzaakte een kabaal, met elke gier die naar het dier naast hem krijste: “Ik héb het! Ik héb het!” Bill vroeg zich af wat dit vreemde lawaaierige toneel betekende. Plotseling stond naast hem op de steilte dezelfde Baptisten predikant die hem die plechtige waarschuwing had gegeven bij zijn eerste tocht naar Los Angeles. De predikant keek Bill recht in de ogen en zei ernstig: “Wat heb ik u acht jaar geleden gezegd, broeder Branham?” “Meneer, ik bied mijn verontschuldiging aan. Ik dacht zeker dat ze me zouden begrijpen.” De engel van de Heere trad naar voren op de rand van de steilte aan Bills rechterzijde. De engel zei: “Zo dacht Mozes dat de Israëlieten het zeker zouden begrijpen.” 12 Toen vervaagde het visioen en was hij terug in zijn kamer.
OP VRIJDAGAVOND in de Stock Arena vertelde Bill dit visioen aan het gehoor en bood hij in het openbaar zijn verontschuldigingen aan aan die Baptisten predikant, voor het niet acht geven op zijn waarschuwing. Toen probeerde hij het de mensen opnieuw te laten begrijpen. Twee avonden lang legde hij het verschil uit tussen het zegel van God op de gelovige en het zegel van de antichrist op de ongelovige. Hij leerde dat het zegel van God de doop van de Heilige Geest was, wat veroorzaakte dat een Christen heel het Woord van God als geïnspireerd zou accepteren. De antichristelijke geest beweerde evenzo God lief te hebben, maar deze geest kon niet alles in de Bijbel als waar accepteren. Bill zei: “Mensen met de antichristelijke geest zijn lauw, grensgelovigen, die niet regelrecht verder komen tot de Heilige Geest, en 12
Verwijzing naar Exodus 2: 11-15; Handelingen 7: 22-25
31
zeggen dan: „Ik geloof niet in zulk gedoe.‟ Ze kunnen zo ver komen als hun leider, Judas – erg fundamenteel in de leer, maar wanneer het er op aankomt om de doop van de Heilige Geest te ontvangen, dan zeggen ze: „O, dat is fanatisme; dat stelt niets voor.‟ Ze zouden het Woord intellectueel mogen geloven, maar ze kunnen het niet vanuit hun hart geloven.” “De antichristelijke geest zal een religieuze geest zijn. Jezus zei dat het zo dicht naast de werkelijke zaak zou liggen, dat het de uitverkorenen zelf zou misleiden, als het mogelijk ware. 13 Dat werpt er een ander licht op, nietwaar? Het is een religieuze geest; een die kan dansen, jubelen, demonen uitwerpen en wonderen doen – en nog steeds is het antichrist. Jezus leerde, dat niet iedereen die Hem „Heer‟ noemt, het Koninkrijk der Hemelen zal binnengaan. Op de Dag des Oordeels zullen vele mensen tot Hem zeggen: „Here, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd en in Uw Naam boze geesten uitgedreven en in Uw Naam vele wonderen gedaan?‟ Dan zal Jezus hen zeggen: „Gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid. Ik heb u nooit gekend.‟” 14 “U kunt uw redding niet baseren op emoties. In India zag ik mensen zich opwerken tot een razernij, schreeuwend met wat ze maar uit hun longen konden persen, en dan blootsvoets door een put met wit hete kolen lopen zonder zich te branden – en ze ontkennen dat er ooit een man als Jezus Christus is geweest! Emoties betekenen dus niets. 15 Wat telt, is de vrucht van de Heilige Geest: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedheid en vriendelijkheid . 16 Zo is het. Ik wil uw gevoelens niet kwetsen, maar het moet worden gezegd. U hebt de Heilige Geest zien uitgaan in mijn bediening met deze gave van onderscheiding. Nu is het tot het moment gekomen, waar ik u evenzo de waarheid over deze andere dingen wil vertellen.” Een paar ogenblikken later haalde hij zijn visioen aan over de aasgieren die zich voedden met kadavers, terwijl ze toch beweerden de waarheid te hebben. Bill zei: “Broeders, u begrijpt niet wat mijn bediening allemaal inhoudt. De God des Hemels probeert om u bij 13
Verwijzing naar Matthéüs 24: 24 Verwijzend naar Matthéüs 7: 21-23 15 Verwijzend naar Matthéüs 7: 13-20 16 Verwijzend naar Galaten 5: 22 14
32
elkaar te brengen. Maar elke keer dat ik hier kom, wordt het aantal toehoorders minder en minder. Wat ik ook probeer te doen, sommige mensen bestempelen mijn bediening nog steeds als sekte. Broeders en zusters: deze geweldige Pinkster Beweging zal nooit voorspoedig zijn, totdat u uw vooroordelen afbreekt en één van hart wordt in eenheid van geest. Als u het blijft afwijzen - herinner u dat Laodicea, het laatste gemeente tijdperk, lauw wordt en dat God het uit Zijn mond spuwt.17 Hoor het Woord des Heeren!” “De Pinksterkerk is aan het afkoelen en te star aan het worden. Dat is de reden dat u niet met elkaar kunt samenwerken – u besteedt meer aandacht aan uw organisaties dan aan Jezus Christus. Elke gemeente probeert de andere te overtreffen door het meest fantastische gebouw van de stad neer te zetten. Wat zullen kerkgebouwen God een zorg zijn? Als u gelooft dat Jezus spoedig komt, waarom steekt u dan miljoenen dollars in uw gebouwen? Dat geld zou besteed moeten worden op de zendingsvelden, om het Evangelie te verspreiden onder diegenen die het nooit hebben gehoord.” “U Pinkstermensen hebt uw normen verlaagd door zonde toe te laten in uw kerken. Vroeger was het gebruikelijk dat Pinkstervrouwen lang haar hadden en zich keurig kleedden. Nu knippen de meesten van hen hun haar, gebruiken make-up en dragen korte, zeer nauwe kleding – en nog altijd zeggen dat ze met de Heilige Geest gedoopt zijn? Ik geloof dat de Heilige Geest zal maken dat u zich waardig kleedt en juist leeft. Als de Heilige Geest die zaken in het begin veroordeelde… Hij is vanavond nog altijd dezelfde Heilige Geest. Hij verandert niet.” “Ik vrees dat er iets is dat van de beginne niet goed is begonnen. Amen. O, tjonge, ik vind het vreselijk om dat te zeggen. Maar hoe kan ik het weerhouden om te zeggen, wanneer het zo hard als het maar kan uit me wordt geduwd?” “Vanavond hebben de Christen Zakenlieden me hier naar deze grote arena gebracht, zodat we vrij konden zijn van banden met denominaties. Het behoorde hier volgepakt te zitten met voorgangers die elkaar de hand schudden en God prijzen voor het zenden van een opwekking. Maar teveel voorgangers hebben tegen hun mensen ge17
Verwijzend naar Openbaring 3: 14-22
33
zegd: „Ga daar niet heen, want hij hoort niet bij onze groep.‟ Mijn broeders, dat is de duivel die zich tussen u indringt, u afscheidt, u afbreekt. Kunt u niet zien wat ik bedoel?” “Dus als die Baptisten prediker hier vanavond is, ik bied opnieuw mijn verontschuldigingen aan. In plaats van dat mijn bediening Christenen in Californië tot elkaar bracht, heeft het fanatisme aangemoedigd. Ieder moet een demon ruiken of een duivel eruit schoppen. O, broeder, als u gelooft dat ik Gods dienstknecht ben, hoor dan mijn stem vanavond. Kom terug naar het Evangelie. Bid dat de Heilige Geest u genoeg liefde zal geven om u los te breken van al deze vooroordelen. Verootmoedig u en bid dat God u zal vormen naar Zijn beeld. Dan zult u niet in de val lopen door welke van deze valse wijnstokken ook, die proberen om de echte gaven van God na te bootsen.” WILLIAM BRANHAM wist dat zijn gave bij veel mensen overkwam als onorthodox. Hij probeerde dikwijs om zijn gehoor uit te leggen hoe zijn visioenen werkten, hopend dat zo‟n uitleg Christenen zou helpen om misvattingen te vermijden. Desondanks begrepen sommige mensen hem verkeerd. Eens kwam er een jonge Pinksterman naar Bill toe, met de vraag om hem in zijn huwelijk te helpen. De man zei: “Mijn vrouw is een verknochte Lutheraan en ik kan haar de doop van de Heilige Geest niet laten zien. Broeder Branham, ik heb gezien hoe u in uw samenkomsten duivels aanpakt, dus wanneer mijn vrouw gekheid over mij maakt, dan beveel ik die duivel om haar te verlaten in Jezus‟ Naam. Maar het maakt niet uit hoe krachtig ik ook optreed, ik kan die duivel er niet toe krijgen om uit haar te gaan. Nu ziet het ernaar uit dat we gaan scheiden.” “Broeder, u gaat er op de verkeerde manier tegenin,” antwoordde Bill. “Wanneer zij op die manier tegen u begint, zeg dan: „God zegene je, lieverd, ik houd van je,‟ en wees echt vriendelijk voor haar. Doe iets fijns voor haar, en blijf de hele tijd stil in je hart voor haar bidden. God zal voor de rest zorg dragen.” Drie weken laten belde de man Bill op, om te berichten: “Mijn huis heeft een ommekeer beleefd. Mijn vrouw is een ander iemand geworden.” “Wat is krachtiger,” vroeg Bill, “schreeuwen en schoppen, of in
34
liefde je arm om haar heen slaan? Bedenk altijd dat God liefde is. Dat is hoe dat ik in mijn samenkomsten die duivelen uitwerp: door de kracht van liefde.” De meeste misvattingen waren echter niet zo gemakkelijk te corrigeren. Het ergst van alle waren de predikers die over Bills gave hadden gehoord en probeerden om het voor eigen gewin na te bootsen, wat veel verwarring veroorzaakte onder Christenen. Enige van deze predikers waren regelrechte bedriegers, die inspeelden op de lichtgelovigheid van oprechte, maar geestelijk onwetende mensen. Andere predikers waren oprecht ingenomen met de gaven van de Heilige Geest, maar waren niet zo zorgvuldig dat ze op schriftuurlijke wijze met deze gaven omgingen, en ze werden daardoor bijna net zo schadelijk als de bedriegers. Bill kende één voorganger die in de war was, bewerend dat hij een gave van onderscheiding had, die zei: “Deze vrouw heeft drie duivels in zich. Een ervan heet Jeff en een andere heet Seth. Ze hebben elk een andere kleur. De ene duivel is groen, een andere is blauw en de laatste is roze.” Toen Bill dit hoorde, bad hij: “O God, heb ik ooit iets gezegd om mensen zulke ideeën te geven? Laat dat niet gebeuren, o God. Veel van die mensen worstelen zo hard om te proberen het Koninkrijk van God te zien. Hoe konden ze met honderden bij elkaar komen om naar dergelijke rommel te luisteren? Laat ze de Stem van de Grote Herder horen, opdat ze de stemmen van deze vreemden niet zullen volgen.” De waarheid met betrekking tot Bills gave van onderscheiding was veel krachtiger en verbazingwekkender dan welke van deze nabootsers zich konden voorstellen. Wanneer de zalving op hem kwam tijdens een gebedsdienst, dan was het alsof er een gordijn voor een raam opzij werd getrokken, wat hem een glimp toonde van de geestelijke wereld er achter. Hij kon voelen als de engel van de Heere zo‟n halve meter rechts van hem stond, en dikwijls kon hij de engel zien, er uitziend als een Vuurkolom die in de lucht hing. Wanneer mensen in de gebedsrij naar voren liepen in de tegenwoordigheid van die engel, kon Bill zeggen of ze gelovigen waren of ongelovigen, omdat zich rond Christenen een bleke stralenkrans vertoonde en ze een geest van „welkom zijn‟ meebrachten. Als twijfel een Christen lastig viel, zag Bill het als een donkere streep die hen volgde. Als een gelovige werd gekweld door een duivel, zag Bill het als een zwarte,
35
golvende schaduw boven hen. Over het algemeen verschenen duivels als donkere wolken, koud en onverschillig. Een persoon die overwoog om zelfmoord te plegen, werd omringd door een zwarte mist van demonen, die de persoon aanzetten om de daad uit te voeren. Als iemand stervende was, zag Bill dit vaak als een donkere schaduw rond het hoofd. Dan zou hij zeggen dat de persoon door de dood overschaduwd werd. Dikwijls wanneer een demon die een specifieke ziekte veroorzaakte op het podium werd ontmaskerd, dan zou hij om hulp roepen bij demonen in de nabijheid die eveneens dezelfde ziekte in anderen veroorzaakten. Bill zag dit als een donkere streep die van de persoon op het podium naar iemand in het gehoor liep. Dan kon hij beide demonen in één keer ontmaskeren. Zijn diagnose was nimmer verkeerd. Onder de zalving kon hij werkelijk het geloof van mensen aan zijn gave voelen trekken. De voornaamste reden dat hij ook maar een gebedsrij had, was om het geloof van de persoon voor wie hij aan het bidden was, af te zonderen. Hij wist dat zijn gave werkte door het geloof van elke individuele persoon. Wanneer mensen naar voren kwamen voor gebed, was er maar een gesprekje van een paar woorden nodig om een visioen te laten komen. Als Bill bleef doorpraten, ging het visioen door totdat hij lichamelijk uitgeput was. Om het onvermijdelijke uit te stellen, probeerde hij juist genoeg te zeggen om het geloof van elke persoon naar het punt te brengen waar hij of zij bovennatuurlijke genezing zou kunnen aannemen van Jezus Christus. Zelfs zonder een visioen kon Bill dikwijls zeggen wanneer een Christen was genezen, omdat de stralenkrans rond die persoon plotseling extra helder oplichtte. Dikwijls zou de engel van de Heere het podium verlaten en zich naar boven het gehoor begeven. Dan was alles wat Bill nodig had om te doen: op te letten waar de Vuurkolom stopte; het visioen brak altijd door onder dat licht. Soms groeide in een samenkomst het geloof van Christenen zozeer, dat Bill het werkelijk kon zien als een melkachtige mist die over het gehoor hing. Wanneer dit gebeurde, trokken er zoveel mensen tegelijkertijd aan zijn gave, dat het moeilijk voor hem was om individuele problemen te onderscheiden. Gewoonlijk zou hij op dit punt stoppen met de gebedsrij en een algemeen gebed opzenden voor de genezing van elke zieke persoon in het gebouw. Ondanks de vele keren dat hij probeerde om het geestelijke
36
aspect van zijn gave uit te leggen, konden de meeste mensen het niet vatten. Dat deerde niet. Het kon wél kwaad, wanneer mensen zijn uitleg van de gave gebruikten, om te proberen zijn bediening na te bootsen. Dit kwam pijnlijk aan het licht toen op een morgen een vrouw van middelbare leeftijd naar Bills huis kwam om zijn hulp in te roepen. Hij liet haar binnen in zijn woonkamer. Meda was aan het koken voor het ontbijt. De vrouw ging in de luie stoel zitten, deed haar schoenen en kousen uit, trok haar benen onder zich op en begon nerveus in haar handen te wrijven. Haar gezicht zag er verwilderd uit. Toen Bill haar vroeg wat er aan scheelde, was alles wat ze zei dat ze zich eigenaardig voelde. Hij drong bij haar aan op meer details, maar ze bleef vaag en mysterieus. Toen kwam het visioen, doorstotend tot het hart van het mysterie. “Dame, u komt uit St. Louis. Uw man werkt daar bij de politie.” “Ja, dat klopt. Hoe wist u dat?” Bill gaf geen antwoord op haar vraag. Hij lette nog steeds op het visioen. “U was vroeger een liefelijke huisvrouw, maar sinds kort ziet uw huis er uit als een varkensstal. Uw volwassen dochter is daar nu om voor uw man te zorgen.” “U hebt gelijk. Wie vertelde u dat?” “Toen u zich eigenaardig begon te voelen, ging u een dokter bezoeken. Hij gaf u een hormoon injectie. Toen ging u naar een bepaalde kerk waar de voorganger zei dat u door demonen bezeten was. Hij stuurde u naar Californië om een prediker te bezoeken, die u vertelde dat u zeven demonen had. U geloofde hem, omdat u dacht dat dat uw vreemde gevoelens verklaarde. Toen luisterde u naar een vrouwelijke prediker die zei dat u víjf demonen had. Zij vertelde u om naar Jeffersonville te komen en mij er over te bezoeken.” “Ja, dat is allemaal waar. Hoe wist u dat? Heeft mijn dochter u gebeld?” Het visioen eindigde, wat Bill in één klap terugzette in zijn woonkamer. Nu kon hij haar antwoorden. “De Heilige Geest vertelde me die dingen door een visioen.” De vrouw rechtte haar benen en ging rechtop zitten. “Nu kan ik op de achtergrond hiervan komen. Ik heb diverse dagen niet gegeten, en ik zal niet gaan eten totdat ik uitvind wat er gebeurd is met die twee demonen. Als ik er achter kan komen waarom die twee demonen me verlieten, dan kan ik maken dat de rest van ze op dezelfde
37
manier weggaan.” ”Mevrouw, om te beginnen hebt u geen demonen.” “Heb ik die niet?” “Nee, mevrouw. Hebt u niet uw moeder door de overgang zien gaan? Hetzelfde is met u aan het gebeuren. Waarvoor denkt u dat die hormoon injecties waren?” “Dat weet ik niet.” “Die waren voor de menopauze; daar waren ze voor.” “Zult u voor mij gaan bidden en ze uitwerpen?” “Er is niets om uit te werpen. Uw vreemde gevoelens worden niet veroorzaakt door demonen; het is gewoon een natuurlijke levensomstandigheid.” Haar gezicht ontspande zich aanmerkelijk. De geur van bradend rookspek maakte dat haar hoofd in de richting van de keuken draaide. “Beetje hongerig?” vroeg Bill met een ietwat ironisch glimlachje. Weldra zat ze aan de keukentafel gebakken spek, eieren en toast te eten. Toen ze haar tweede kop koffie op had, zei Bill: “Ga nu naar huis, breng het huis op orde, en bak dan voor uw man een fijne appeltaart. Wanneer hij vanavond thuiskomt, ga dan op zijn schoot zitten, sla uw beide armen om hem heen, kus hem, en zeg hem dat u van hem houdt. Leef vanaf nu zoals een Christen vrouw behoort te leven.” Terwijl hij haar zag wegrijden, dacht Bill aan de twee predikers in Californië die deze lichtgelovige vrouw hadden verteld dat ze demonen had. Hij vroeg zich af of die predikers ooit in zijn samenkomsten waren geweest. Hij hoopte dat ze niet probeerden om in hun bedieningen de zijne na te doen. Bill dacht weer aan die Baptisten predikant en zijn plechtige waarschuwing: “God zij met u.” Tegen die tijd kwam een jongeman naar Bills huis rijden in een oude half open Chevrolet bestelwagen. Bill zat op zijn veranda en luisterde naar het probleem van de jongeman. “Broeder Branham, ik was eigenaar van een verkoopterrein voor tweedehands auto‟s in Minneapolis. Een paar jaar geleden ging mijn vrouw naar een Pinkstergemeente en ontving de Geest. Ze wilde dat ik met haar meeging naar de gemeente, maar ik vertelde haar: „Nee, ik ben niet van het religieuze type.‟ Toen gebeurde er een paar maand geleden iets dat me wakker schudde. Ik had net een auto verkocht aan een oudere vrouw en was mijn jas aan het ophangen, toen ik me
38
afvroeg of ik haar beide sleutelsetjes had gegeven. Toen ik m‟n jaszak doorzocht, vond ik een stuk papier waarop stond: „Waar zult u de eeuwigheid doorbrengen?‟ Die vraag raakte mij zo diep, dat ik mijn zaak overliet aan een medewerker en naar huis ging om God te zoeken. Ik ging naar een van Billy Grahams samenkomsten. Hij vertelde me, dat als ik mijn hand opstak en Christus aanvaardde als mijn persoonlijke Redder, de zaak dan beklonken zou zijn: ik zou de eeuwigheid bij Jezus doorbrengen. Ik stak mijn hand op, maar ik voelde nog steeds niet dat het beklonken was. Dus bezocht ik een Nazarener kerk. De Nazarener mensen vertelden me dat, ténzij ik gelukkig genoeg was om te jubelen, ik niet gered was. Dus ik bad totdat ik jubelde, maar nog steeds voelde ik niet dat het klaar was. Vervolgens ging ik naar de Pinkstergemeente. De mensen daar vertelden me dat als ik in tongen sprak, mijn eeuwige bestemming vast zou staan. Ze baden de halve nacht met me totdat ik in tongen sprak, maar nog steeds voelde ik niet dat het beklonken was. Toen ontmoette ik een paar mensen van het tijdschrift „De Stem der Genezing‟. Zij vertelden me dat u een profeet bent. Ze zeiden, dat als ik hier kwam, u me zou kunnen vertellen wat voor mij nodig was om te weten. Broeder Branham, hoe kan ik weten waar ik de eeuwigheid zal doorbrengen?” “Wel, broeder, ten eerste wil ik u vertellen dat ik geen profeet ben; ik ben gewoon Zijn dienstknecht. Maar u hebt geen profeet nodig om u op het rechte pad te krijgen; u hebt slechts het Woord van God nodig. Billy Graham, de Nazareners en de Pinkstermensen vertelden u de waar- Afb. 8 Rev. Billy Graham heid, en toch is het niet de waarheid, “… vertelde u de waarheid, en toch is het niet helemáál niet helemáál. de waarheid…” Uw hand opsteken, jubelen of in tongen spreken is niet het ontvangen van Chrisus. Christus ontvangen is de persoon van de Heere Jezus Christus ontvangen.” De jongeman knikte alsof hij het begreep, maar de uitdrukking op zijn gezicht leek nog steeds verward. “Waar kan ik Jezus Christus
39
vinden?” “U zei, dat op het moment dat u dat briefje las, iets u trof en u God wilde. Voor die tijd ging u bij Hem vandaan. Toen draaide u 180 graden om en ging op weg de andere kant op. Wat deed uw gedachten veranderen?” “Dat weet ik niet.” “God kwam op datzelfde moment in uw hart toen u naar dat stuk papier keek.” “Bedoelt u dat ik het de hele tijd al had?” “Zeker, broeder. Dat is wat bekering betekent: Omkeren.” “Broeder Branham, wilt u voor me bidden?” Bill glimlachte en schudde zijn hoofd. “U hebt geen gebed nodig. De waarheid heeft u vrijgemaakt. Dat is het werk van de Heilige Geest - de Persoon, niet een gedachte. De Heilige Geest is de Persoon van de Heere Jezus Christus die we in ons hart accepteren, die ons een nieuwe en andere houding geeft ten opzichte van alles in het leven. 18
***
18
Verwijzend naar Johannes 8: 30-36; Johannes14: 15-19 en Handelingen 3: 19-21
40
HOOFDSTUK 70 Ware- en Valse Wijnstokken 1955
HET WEER VAN INDIANA IN HET VOORJAAR kan een temperamentvolle metgezel zijn. Soms warmt de zon de maïsvelden gedurende een week of twee op met zwoele windstille dagen. Dan slaat het weer om en kolken er stormwolken over de horizon, reusachtige stapelwolken met opgezwollen witte heuvels er bovenop, appelschimmelgrauw in het midden en blauwachtig zwart aan de voet, langs de hemel marcherend als legers uit de Burger Oorlog, met donderende kanonnen en flitsende explosies, de zwarte aarde doordrenkend met reinigende regen. William Branhams leven had ook een paar bulderende dagen in de meimaand van 1955. Terwijl voor Meda haar derde zwangerschap ten einde liep, beukten de winden van tegenstand tegen Bill op, totdat het leek alsof er een tornado zijn gezin dreigde te vernietigen. Een vrouw profeteerde dat Meda Branham zou gaan sterven tijdens deze geboorte. Ze beweerde dat God haar had gezonden om William Branham te leiden, en omdat hij haar leiderschap afwees, zou God zijn vrouw gaan slaan om het hem betaald te zetten dat hij haar niet gehoorzaamde. Ze liet dit op briefkaarten drukken en stuurde die het land door. Ongelukkigerwijs hoorde Meda van deze profetie en dat wond haar nog meer op; ze was al nerveus. In 1946 moest haar eerste dochter, Rebekah, al met de keizersnede worden gehaald. Vijf jaar later, werd ook haar tweede dochter, Sara, met de keizersnede geboren. Beide keren waarschuwde Meda‟s dokter hen, dat het krijgen van nóg een baby schadelijk voor haar zou zijn, of haar zelfs zou kunnen doden. Nu was er deze afschuwelijke profetie. Een tijdlang probeerde ze er geen aandacht aan te schenken, maar naarmate haar operatie dichterbij kwam, begon haar moed te wankelen. Op 18 mei 1955, de dag vóór Meda‟s derde keizersnede operatie, vond Bill zijn vrouw in tranen. Hij probeerde haar gerust te stellen. “Ik wil dat Margie bij me komt, Bill, ik voel niet dat ik naar het ziekenhuis moet gaan.” Meda Branham en Margie Morgan waren
41
boezemvriendinnen. Margie was er bij elk van de kinderen bij geweest, toen ze geboren werden, maar deze keer was ze weg naar een noodgeval en kon ze niet komen. Bill antwoordde: “Kijk , lieverd, we houden van Margie, maar Margie is niet onze God. Margie is onze zuster. Wij zijn niet afhankelijk van Margie; we zijn afhankelijk van de Heere Jezus.” “Bill, denk je dat ik zal gaan sterven?” “Ik weet het niet, maar de baby zal geboren gaan worden. Je zult een Jozef krijgen.” “Is dit hem?” “Ik weet het niet, lieverd. Ik kan het niet zeggen, maar God zei dat je Jozef zou gaan krijgen, en we zullen Jozef gaan krijgen. Het maakt mij niet uit wat wát anders ook zegt; we zullen een Jozef gaan krijgen. Dezelfde God die me al deze openbaringen heeft verteld, heeft me dát verteld. Hij heeft bij de andere niet gefaald, en Hij zal ook daarmee niet falen.” Hij deed zijn best om haar te bemoedigen, maar het verscheurde haar zo, dat het hen béide aantastte. Bill stapte in zijn auto en reed in de richting van Green‟s Mill – hij was op weg naar zijn grot om te bidden. Hij wist dat God hem had gezegd dat hij nog een zoon zou krijgen – bijna vijf jaar geleden….
IN JULI 1950 hield Bill een geloofs-genezings campagne in een tent in Minneapolis, Minnesota. Terwijl hij in zijn hotelkamer was, zat hij zich te verblijden, terwijl hij in de Bijbel las over het leven van Jozef, de aartsvader. Hij ging naar het kamertje waar zijn kleren hingen, trok de deur dicht en ging weer door met zich te verblijden en te wenen. Hij kon zien dat Abraham verkiezing voorstelde; Isaäk rechtvaardiging en liefde; Jacob genade - en Jozef: volmaaktheid, een volmaakt type van Christus. Jozef werd geliefd door zijn vader en gehaat door zijn broeders omdat hij geestelijke dromen droomde. Voor 20 zilverlingen verkochten zijn broeders hem als slaaf, net zoals Judas Jezus verried voor 30 zilverlingen. Na veel moeiten en zelfs gevangenschap werd Jozef verheven tot de positie van heerser in Egypte, de tweede man, met alleen Farao zelf boven hem. Vanuit die positie was hij in staat om zijn familie tijdens een hongersnood
42
van de hongerdood te redden. Evenzo werd Jezus beproefd, veroordeeld, en naar de gevangenis van de hel gezonden, maar stond Hij op uit de dood en werd verheven tot de rechterhand van de Vader, met alle macht in de hemel en op aarde: onder Zijn bevel. Nu kon Jezus Zijn „familie‟ op aarde redden van de eeuwige dood.19 “O,” verheugde Bill zich al, “op een dag als ik oversteek, zal ik zo blij zijn om Jozef te ontmoeten en hem de hand te schudden. Om Daniël te zien en hem te vragen hoe hij zich voelde toen die Vuurkolom daar stond en de hele nacht lang die leeuwen weghield. Om de Hebreeën kinderen te zien, hoe ze uit de vurige oven kwamen met die Pinksterwind rond hen wervelend. Wat een wonderbare tijd!” “God,” bad Bill, “ik wil U danken voor een man als Jozef, een man die eens leefde op aarde; een man van hetzelfde vlees als ik; een man die U kon geloven en Uw Woord nemen. Dank U Heer, dank U voor zo‟n man.” Bill voelde sympathie voor Jozef, de aartsvader. Jozef kon het niet helpen dat hij geestelijk was. Hij zag visioenen. Hij legde dromen uit. Daarom haatten ze hem allemaal. Hij kon het niet helpen; dat was gewoon wat hij was. Terwijl Bill doorging met bidden, zei hij: “O God, als U mij ooit een kind geeft, een jongen, dan zal ik hem de naam Jozef geven.” Bill kende de drie elementaire beginselen waar mensen bij leven. Het eerste is zoals je op een menselijke manier voor iemand bidt: “Ik hoop dat u gezond zult worden.”- “Ik geloof samen met u, en probeer al het geloof te gebruiken dat ik maar kan.” Dat is menselijk. Het tweede is Goddelijke openbaring, wat iets is dat je wordt geopenbaard. Je weet in je hart dat het zal gaan gebeuren; toch is er niets dan alleen die openbaring. Het derde is een visioen, wat „Zo Spreekt de Heere‟ is, en dat is perfect en positief. Terwijl Bill bad en huilde, sprak iets gewoon tegen hem (Geen visioen): “Je zult een jongen gaan krijgen, en je zult hem de naam Jozef geven.” Bill dacht: “Wel nu, dát is fijn! Ik dank U, Heer,” en ging opgetogen naar buiten en begon iedereen er over te vertellen. In de zomer van 1950 werd Meda zwanger. Bill vroeg zich af of deze baby hun Jozef zou zijn. Toen de baby werd geboren in maart van 1951, was het een meisje. Ze noemden haar Sara. Na de operatie 19
Verwijzend naar Genesis hoofdstuk 30-50 (speciaal 37: 28) Matthéus 26: 15; Handelingen 2: 36; 1 Corinthiërs 15: 4; Hebreeën 12: 2, enz.
43
met de keizersnede, legde de dokter uit: “Meneer Branham, de bekkenbeenderen van uw vrouw geven niet mee zoals ze behoren te doen bij een geboorte; ze zitten even vast als bij een man. Echt, ze behoorde nooit meer nóg een kind ter wereld te brengen; haar schoot is te dun. U kon mij maar beter de eileiders laten afbinden.” “Nee, dat kan ik u niet laten doen, dokter.” “Ze behoorde niet nóg een kind te krijgen. Als ze ooit nóg een baby draagt, zou het haar mogen doden. We hadden daar een afschuwelijke tijd. Ze is er nog maar net doorheen gekomen.” “Toch kan ik u haar die eileiders niet laten afbinden. God vertelde me dat ik een zoon zou gaan krijgen.” “Wel, u zou opnieuw kunnen trouwen en toch die jongen krijgen.” “Nee,” zei Bill, zijn hoofd schuddend. “God zei dat ik een zoon zou gaan krijgen bij Meda.” Zelfs hoewel hij het niet in een visioen had gezien, was het door openbaring in zijn hart gegrift, door geloof. Niet iedereen deelde zijn geloof. Nadat Sara was geboren, belde een man Bill op door de telefoon en lachte hem uit. “Zal ik u eens wat zeggen? U bedoelde Josefine.” “Meneer, God zei me dat ik een zoon zou gaan krijgen en dat ik hem Jozef zou noemen.” (De man stierf.) Drie mensen in zijn gemeente (die een bepaalde denominationele kerk hadden verlaten) besloten dat hij een valse profeet was. “Wacht een ogenblik,” antwoordde Bill, “ik heb nooit gezegd wanneer, evenmin zei God wanneer. God zei tegen Abraham dat hij Isaac zou gaan krijgen, maar ondertussen werd Ismaël geboren. Dat deed niets af aan de belofte. Op een dag zal ik een jongen gaan hebben door Meda en we zullen hem de naam Jozef geven, precies zoals God zei.” Vier jaar waren sindsdien voorbij gegaan, en nu zou Meda weer een baby gaan krijgen… BILL VERLIET de hoofdweg en reed naar Green‟s Mill. Hij parkeerde zijn auto en ging op weg naar zijn grot om te bidden. Zo gauw hij rond de kromming van de weg kwam, zag hij dat wervelende Licht hangen onder een struik, tussen twee bomen… “Keer om en ga terug naar je auto. Je Bijbel zal open liggen.” Toen Bill terugging naar zijn auto en zijn Bijbel oppakte, zag hij
44
dat de bladzijden van zijn Bijbel door de wind waren omgeslagen naar waar de profeet Nathan tot David sprak: „Doe alles wat in uw hart is, want God is met u.‟ 20 “Toen verscheen de Heere die nacht aan Nathan en zei: Ga, spreek tot Mijn knecht David, „Heb Ik hem niet van de schaapskooi genomen, van achter die paar schapen? En heb hem een naam gemaakt zoals de groten der aarde? Heb Ik niet al zijn vijanden uitgeroeid van voor zijn aangezicht? Ben Ik niet met hem geweest?‟… „Ik kan hem de tempel niet laten bouwen…‟ „…Ik zal uw zaad na u doen opstaan, hetwelk uit uw zonen zal zijn…‟ „…die zal Mij een huis bouwen.‟” Zodra er stond „zijn zonen‟, o tjonge, daar was het. Bill zei: „Jozef‟? - Zo was het. Bill wist dat de Heere hem liet weten om niet bezorgd te zijn. Hij begon te huilen. Hij stapte in zijn auto en reed naar huis. Terwijl hij de oprit in reed, zag hij dat Meda naar buiten liep om de afvalbak te legen. Ze kon nauwelijks lopen, ze was zo dik… haar gezicht zag er grauw uit. Ze huilde en was helemaal zenuwachtig. Bill liep snel naar haar toe, sloeg zijn armen om haar heen, en zei tegen haar: “Ik wil dat je goede moed hebt.” “Waarom?” “Weet je waar ik geweest ben?” “Ik vermoed van wel.” “Ik heb het „Zo Spreekt de Heere‟. Lieveling, Jozef is op komst. Jozef is onderweg. Maak je geen zorgen, het is nu alles in orde.” Dat beklonk het op hetzelfde moment. Om zeven uur de volgende morgen (19 mei, 1955), reed Bill zijn vrouw naar het ziekenhuis. De dokter zag dat de baby gedurende de nacht als was ingedaald en riep: “O, genade! Grote goedheid!” Bill kuste zijn vrouw en zei: “Lieverd, het zal niet lang duren; Jozef zal er zijn.” Ze haastten zich om Meda de verloskamer binnen te brengen. Bill wachtte en ijsbeerde heen en weer met al de andere bezorgde vaders die er het vloerkleed aan het verslijten waren. Een paar minuten gingen voorbij; toen kwam de verpleegster terug naar de wachtkamer: “Rev. Branham?” 20
Verwijzend naar: 1 Kronieken 17: 1-12
45
“Ja, mevrouw?” “U hebt een fijne jongen van zes pond en 250 gram.” “Jozef, lieverd, je hebt er lang over gedaan om hier te komen. Pappa is wel blij om je te zien.” De verpleegster zei: “Noemt u hem Jozef?” “Dat is zijn naam.” EEN PAAR DAGEN nadat Jozef was geboren, stopte Miner Arganbright bij Bills huis om een bezoekje af te leggen. Miner was een kleine man. Bill zei een keer voor de grap dat je Miner en zijn vrouw samen moest hebben, om tot het formaat van één persoon te komen. Ondanks de kleine gestalte van zijn vriend, beschouwde Bill Miner Arganbright als een reus in het geloof. Hij was vice-president van de Internationale Gemeenschap van Volle Evangelie Zakenlieden. Hij was ook de redacteur van het maandblad van die organisatie: De Stem der Volle Evangelie Zakenlieden, die regelmatig artikelen afdrukte over de Branham Campagnes. Bill kende Miner al verscheidene jaren en respecteerde het Christelijke karakter van de man: Nederig, vriendelijk, vrijgevig, en altijd gevoelig voor de leiding van de Heilige Geest. Zittend op de rand van zijn stoel, zei Arganbright: “Broeder Branham, ik heb een geweldige openbaring van de Heere.” Bill boog zich voorover. “Ja, wat dan?” “De Heere wil dat ik naar Zürich ga, in Zwitserland. Wilt u met me meegaan?” Ontspannen terugzakkend in de kussens van zijn stoel, zei Bill: “Ik heb één avond in Denver. Dan heb ik een week in Macon (Georgië). Daarna ben ik vrij. Laat me erover nadenken.” Het bidden over Zwitserland liet Bill achter met gemengde gevoelens.
Afb. 9 William Branham met Miner Arganbright: een kleine man, maar een reus in het geloof
God vertelde hem niet direct dat hij behoorde te gaan. Toch, hoe meer
46
Bill erover nadacht, destemeer voelde hij, dat als Miner Arganbright een openbaring had over deze reis, het Gods wil moest zijn. BILLY PAUL BRANHAM klopte dringend op de deur van zijn vaders hotelkamer. Er kwam geen antwoord; er kwam zelfs geen teken van beweging naar buiten. Billy Paul wist dat zijn vader diep in gebed was voor de avonddienst. Elke andere avond zou Billy Paul zijn weggegaan en het 15 minuten later nog eens hebben geprobeerd - maar niet vanavond. Hij bleef zachtjes kloppen en riep: “Vader, kom maar beter; u zult vanavond opnieuw moeten prediken. Broeder Jack is er niet.” Jack Moore, destijds Bills zaakwaarnemer, had de samenkomsten in Macon (Georgia) gearrangeerd; te beginnen op vrijdag 3 juni, en voor de duur van tien achtereenvolgende avonden. Een fout in het tijdschema verhinderde Moore om er gedurende de eerste drie samenkomsten te zijn. Hij had Bill echter beloofd, dat hij tegen maandag zou komen opdagen. Nu was het dinsdagavond en Jack Moore was nog steeds niet gearriveerd. Dat betekende dat Bill opnieuw zou moeten prediken voordat hij voor de zieken bad. Hij zou er de voorkeur aan hebben gegeven om zijn zaakwaarnemer een voorafgaande, geloof-opbouwende prediking te laten houden. Op die manier zou Bill zich kunnen concentreren op de gebedsdienst, wat zijn kracht zou sparen. De zalving om te prediken en de zalving om visioenen te zien waren totaal verschillend – de laatste was inspannender dan de eerste. Het overschakelen van de ene naar de andere kostte hem extra inspanning; maar hij kon het doen als het noodzakelijk was. Deze campagne in Macon werd buiten gehouden, in een rugby stadion. Langs het rugbyveld stonden rijen klapstoelen. Na vier avonden van wonderen kon zelfs dreigende regen de interesse van de mensen niet verflauwen – elke vouwstoel op het veld was bezet, zowel als de meeste van de plaatsen op de open tribunes. Vlakbij de ene doellijn was een verhoogd podium gebouwd. Toen Bill de trappen van het podium opklom, wist hij nog steeds niet wat hij zou gaan prediken. Het was pas toen hij de mensen begroette, dat zijn onderwerp tot hem kwam. Hij opende zijn Bijbel bij het boek Joël, waar de profeet sprak over de insectenplaag die elke vruchtboom en wijnstok in het land
47
Israël schade toebracht. Eerst las hij Joël 1:4: „Wat de knager had overgelaten, heeft de sprinkhaan afgevreten; wat de sprinkhaan had overgelaten, heeft de verslinder afgevreten, en wat de verslinder had overgelaten, heeft de kaalvreter afgevreten.‟ Toen las hij Joël 2: 25: „Ik zal u vergoeden de jaren, toen de sprinkhaan (alles) opvrat, de verslinder en de kaalvreter en de knager, mijn groot leger dat Ik op u afzond.‟ Zijn stem galmde lichtelijk na, vanwege de tijd die er lag tussen het dozijn luidsprekers dat aan lichtmasten rondom het speelveld was opgehangen. “God vergelijkt Zijn Gemeente met een wijnstok. Jezus zei: ‟Ik ben de Wijnstok; gij zijt de ranken.‟ 21 Daarom moet het leven dat in Christus was, in elke rank zijn. Dus als Christus het koninkrijk van God predikte door de zieken te genezen, zal elke rank die uitloopt hetzelfde moeten doen, omdat zij hetzelfde leven in zich moet hebben dat in de wijnstok is.” Tot zover was hij op bekend terrein gebleven, maar vanaf dit punt sloeg hij een nieuw pad in en plantte nieuwe zaden. Hij zei dat er twee geestelijke wijnstokken op de aarde zijn: de éne wáár, en de andere vals. Deze twee wijnstokken groeien zij aan zij, zodat hun ranken in elkaar gewikkeld zijn, wat het soms moeilijk maakt om uit te maken welke rank naar welke wijnstok gaat... Maar Jezus zei: “Aan hun vruchten zult gij hen kennen.” 22 “Onthoud,” benadrukte Bill: “de antichristelijke geest is religieus. Jezus zei dat het in de laatste dagen zó dicht naast elkaar zou liggen, dat het – ware het mogelijk – de uitverkorenen zelf zou verleiden.” 23 Verwijzend naar het boek Genesis toonde Bill hoe zowel Kaïn als Abel religieus was; beide waren gelovig; beide bouwden altaren; en beiden brachten God offers. Kaïn aanbad God even oprecht als Abel het deed. In feite was Kaïns offer mooier dan dat van zijn broer. Kaïn offerde vruchten en bloemen, terwijl Abel een geslacht lam offerde. Kaïns woede laaide op toen God zijn offer verwierp, maar dat van zijn broer accepteerde. Abel had een geestelijke openbaring dat het geen vruchten waren die veroorzaakten dat zonde in de wereld 21
Verwijzend naar: Johannes 15: 1-6 Verwijzend naar: Matthéüs 7: 15-23 23 Verwijzend naar: Matthéüs 24: 24 22
48
kwam; zonde kwam door bloéd. Abel realiseerde zich dat de enige manier waarop zonde kon worden verzoend, was, door het vergieten van bloed, wat sprak van een dag waarop het Lam van God Zijn eigen bloed zou geven voor de zonden van de gevallen mens. 24 Bill volgde deze twee wijnstokken van Genesis naar Numeri hoofdstuk 23, waar de kinderen van Moab moeite hadden met de stammen van Israël. Deze Moabieten, die afstammelingen waren van Abrahams neef Lot, aanbaden dezelfde God als Israël. Net zoals Israël een profeet had in Mozes, zo vond Moab een profeet in Bileam. Moab bood Bileam heel wat geld aan, als hij God zou vragen om Israël te vervloeken. Bileam accepteerde Moabs aanbod. Om tot God te naderen, offerde Bileam zeven stieren en zeven rammen op zeven altaren. Naar de Levietische wetten was dat fundamenteel correct.25 Hier schokte Bill sommige mensen in zijn gehoor, door te verklaren: “Je kunt nog zo fundamenteel en orthodox zijn, en nog steeds op weg naar de hel.” Hij legde het uit: “Hoewel deze twee wijnstokken zij aan zij groeien – beide religieus, beide fundamenteel – is het alleen door hun vruchten dat ze gekend zullen worden. Vergelijk Judas met de andere discipelen. Jarenlang was Judas even fundamenteel als de anderen; maar vlak voor Pinksteren toonde Judas zijn vrucht – hij kon niet doorgaan naar Pinksteren en wederom geboren worden. Vele mensen geloven niet dat er een ervaring bestaat van wederom geboren worden. Ze denken dat het alles in je verstand zit. Nee, broeder, het gebeurt in uw ziel.” “Vergelijk Jezus met de Farizeeën. Beide geloofden in Jehova God, en beide geloofden in de fundamentele inzettingen van de Wet, maar de bovennatuurlijke tekenen en wonderen betuigden Jézus. Ook de apostelen hadden die betuiging. En evenzo de eerste gemeente. Zo zal ook de ware wijnstok in elk tijdperk worden betuigd. Jezus zei: „In Mijn Naam zullen ze duivelen uitwerpen, op zieken de handen leggen en ze zullen genezen.‟ 26 Dat is het verschil tussen die twee wijnstokken. Ze kunnen beide geloven in de fundamentele waarhe24 25
26
Verwijzend naar: Genesis 4: 2-8 Verwijzend naar: Numeri 23:1, 29; 1 Kronieken 15: 29; 2 Kronieken 29: 21; Job 42: 7-8; Ezechiël 45: 23 Verwijzend naar: Marcus 16: 15-18
49
den, maar alleen de ware wijnstok heeft de Geest en kan het Licht voor zijn dag zien. Herinner u dat Paulus zei „De letter doodt, maar de Geest maakt levend.” 27 Bill wist dat hij hiermee opvallend afweek van zijn gebruikelijke geloof opbouwende predikingen; maar dat was zijn nieuwe opdracht: om in elke campagne meer tijd te besteden aan fundamenteel Bijbels onderricht. Deze avond legde hij de nadruk op het meest belangrijke fundament van alle: „Gij moet wederom geboren worden‟.28 Ongetwijfeld maakte hij dat sommige mensen zich ongemakkelijk voelden. Daar was niets aan te verhelpen. Hij kon alleen hopen dat, wanneer deze mensen de bovennatuurlijke onderscheiding zouden zien in de gebedsrij, ze zouden beseffen dat wat hij hen leerde, de waarheid was. Later die avond, nadat hij het karakter van de dienst had veranderd tot het bidden voor de zieken, kwam er een waterval van visioenen, waarbij elke onderscheiding doorsneed tot het hart van iemands probleem. De tweede vrouw in de rij stond voor hem. Voordat ze iets kon zeggen, zei Bill: “Even een ogenblik.” Hij wendde zich om naar het gehoor, oplettend en luisterend. “Het is een boze geest die om hulp roept. Ik kan een donkere streep zien tussen deze dame naast mij en die vrouw daar beneden die met haar voet op een stoel zit. Ze hebben allebei kanker. Deze dame hierboven heeft kanker in de keel.” Hij sprak tot de vrouw die naast hem stond: “Heb geloof, dame. U bent erg zenuwachtig. Ze probeerden om u eraan te opereren en nu komt uw stem uit een gat in uw keel. U komt niet uit Georgië. U komt uit Melrose, Florida. Uw naam is Mevr. E.M. Robinson.” Een algemeen gemompel rimpelde door het stadion. Bill legde zijn hand op Mevr. Robinson en bestrafte de kankerdemon in Jezus‟ Naam. Toen sprak hij tot de andere vrouw, die in het gehoor zat: “Zuster, uw kanker zit aan uw borst. In het visioen kan ik het onderzoek van de dokter zien.” Bill bestrafte ook dié kankerdemon in de Naam van Jezus. Een jonge Methodistenpredikant zag dit aan van hoog op de tribunebanken. Willard Collins dacht: “Dit is niet zoals in de Methodisten kerk. Ik heb nooit eerder zoiets dergelijks gezien. Maar ik zit té ver weg om veel te zien: morgen moet ik dichterbij zien te komen.” 27 28
Verwijzend naar: 2 Corinthiërs 3: 6 Verwijzend naar: Johannes 3: 1-8
50
De volgende avond ging Willard op zoek naar een lege stoel in de buurt van het podium. Hij kon er geen vinden. Zelfs de ruimte tussen het podium en de eerste rij stoelen was vol mensen die in rolstoelen zaten en op draagbaren lagen. Willard stopte en vroeg een oudere zwarte man hoe lang hij ziek was geweest. “Ik ben al 17 jaar bedlegerig,” antwoordde de man. Merkend hoe verschrompeld de oude man er uitzag, geloofde Willard hem. Niet bij machte om dichtbij een stoel te vinden, nam Willard opnieuw plaats op de tribune. Tijdens de dienst die avond zei William Branham tot een vrouw in de gebedsrij: “U lijdt aan een afschuwelijk iets, genaamd kanker. Er hangt een geest des doods bij u. Maar er is één ding dat u meer nodig hebt dan genezing, en dat is de redding van uw ziel. U bent een zondaar. Als u zich nu wilt bekeren en uw leven aan Jezus Christus geeft, zal Hij u genezen.” Nadat ze zich had bekeerd, werd ze genezen. Bill keek toe hoe ze met stevige pas de treden afliep naar het grasveld er onder. De engel volgde haar. Terwijl de vrouw langs het pad liep waar de rijen vouwstoelen stonden, verliet de engel haar en bewoog zich naar boven het gedeelte met draagbaren en rolstoelen. Plotseling wees Bill naar de oude kleurlingman met wie Willard Collins eerder had gesproken. “U meneer, op die draagbaar – gelooft u dat ik Gods profeet ben? U hebt geen gebedskaart, is het wel? U hebt er geen nodig. Zult u mij aanvaarden als uw profeet en mij gehoorzamen? Ga dan opstaan van die draagbaar, ga naar huis en eet uw avondeten. Jezus Christus zal u gezond maken. Amen.” De oude man zwaaide zijn stakerige Afb. 10 Methodisten- benen over de rand van zijn brancard en predikant Willard Collins stond op. Iemand hielp hem een ogenblik beproeft openbaringen in om staande te blijven. Toen liep hij op de gebedsrij eigen kracht over de volle lengte van het rugbyveld, en liep regelrecht het stadion uit. Willard Collins voelde het bloed in zijn halsslagader kloppen. “Dit is realiteit!” dacht hij. “Ik wil in die gebedsrij.” Jarenlang had
51
Willard geleden aan gezwellen in de maag, wat hem dwong om strikt op een licht verteerbaar dieet te leven. Voor de eerste keer in jaren geloofde hij dat hij gezond zou kunnen worden – als hij kon krijgen dat William Branham voor hem bad. In de gebedsrij komen, bleek een moeilijke zaak te zijn. Er werden elke avond maar een 100-tal gebedskaarten uitgegeven, en uit die groep werden slechts 15 tot 30 personen geselecteerd om in de rij te staan. Elke avond kwamen er honderden mensen al vroeg naar het stadion om een kaart te vragen. Op die donderdagavond kreeg Willard er geen. Teleurgesteld zwierf hij een poosje rond, terwijl hij uitkeek naar een stoel die zo dicht mogelijk als het maar zou kunnen zijn, bij het podium was. Niet alleen was er een plek vooraan gereserveerd voor rolstoelen en draagbaren, er was ook een plek gereserveerd voor mensen die de dienst op de band opnamen. Willard merkte een klein leeg plekje op tussen twee bandrecorders. Snel terug lopend naar zijn open vrachtwagentje, pakte hij een vouwstoel, bracht die mee terug het stadion binnen en wrong zich tussen de bandrecorders. Nadat William Branham voor een dozijn mensen in de gebedsrij gebeden had, liep hij de treden af naar het veld, en liep tussen de draagbaren en rolstoelen door, hier en daar voor iemand biddend. Toen stopte hij voor Willard, legde zijn hand op Willards schouder, en bad: “Vader, hij is ook ziek. Genees hem.” Terug de treden oplopend naar het podium, ging hij voor de microfoon staan en zei: “U kon het waarschijnlijk niet zien, maar de engel van - Willard de Heere leidde me naar elke persoon naar Afb. 11 Collins jaren later: zijn wie ik toeging toen ik hier wegging.” Willard Collins zag de engel niet, maag heeft hem nooit maar hij voelde zijn tegenwoordigheid. meer parten gespeeld. Nadat de evangelist hem had aangeraakt en had gebeden, stroomde er een vreemd gevoel door Willards lichaam.Het voelde bijna alsof koel water over hem en door hem heen werd gegoten. Van die dag af kon hij eten wat hij maar wenste. Zijn maag heeft hem nooit meer parten gespeeld. Op de laatste avond van de campagne kwam een bepaalde vrouw
52
door de gebedsrij. Bill vertelde haar precies wat haar moeite was en hoeveel operaties ze had ondergaan. Toen zei hij haar dat ze niet in Macon woonde: ze woonde in Augusta, Georgië, haar naam en adres erbij gevend, zelfs hoewel hij zei dat hij haar nooit eerder in zijn leven had gezien. Hoewel Willard toegekeken had hoe Branham de geheimen van honderden mensen onderscheidde tijdens deze campagne, bevredigde dat feit niet zijn verbazing over dit geval. Toen gebeurde er iets dat hem diep bezorgd maakte. Achter hem zat een vrouw die tegen haar buurvrouw zei: “Broeder Branham heeft het zeker die keer mis gehad. Ik ken die vrouw en zij woont daar niet!” Twijfel perste een scherpe boze vinger in Willards geloof. Hij had William Branham horen zeggen: “Als ik u ooit iets verkeerds zeg in de onderscheiding, geloof dan ook niets anders meer dat ik u zeg, omdat dat betekent, dat ik niet langer geleid wordt door de Heilige Geest.” Willard Collins zag de logica van die uitspraak in. Als Branham een fout kon maken in de onderscheiding, dan kon hij ook een fout maken in de leer. De vraag was: maakte hij werkelijk een fout? Collins moest het weten. Gedurende de volgende paar dagen speelde hij detective, vragen stellend aan deze persoon en die persoon, totdat hij tenslotte de waarheid ontdekte. Het bleek dat twee dagen voor ze donderdags in de gebedsrij ging, dat de betreffende vrouw in Augusta was verhuisd naar een nieuwe woning, en haar kennis die in het gehoor zat, wist niet dat ze verhuisd was. Ze woonde inderdaad op het adres dat William Branham had gegeven...
***
53
54
HOOFDSTUK 71 Controverse in Zwitserland JUNI 1955
OVER FRANKRIJK VLIEGEND keek William Branham neer op een lapjesdeken van velden in variërende groene tinten. Rivieren kronkelden zich tussen de heuvels. Wegen liepen kriskras door het landschap, soms elkaar snijdend in kleine dorpjes, en dan weer opgaand in een net van stadsstraten. Wolken als dotten katoen tekenden een patroon van schaduwstippels op de grond. De heuvels werden groter totdat het bergen werden. Tenslotte zag hij het Meer van Zürich, eruit ziend als een groenachtig blauwe slang die rustte in een lang bochtig dal tussen Alpentoppen. Een stad verdrong zich rondom het noord-oostelijke eind van het meer. Al gauw kwam de luchthaven in zicht. Zijn vliegtuig zette de landing in naar wat er uitzag als een sereen dal. In werkelijkheid daalde hij neer in een storm van geschillen. Bill landde in Zürich, Zwitserland, op zaterdag 18 juni 1955. Met hem mee reisden Billy Paul Branham, Fred Bosworth uit Florida, Miner Arganbright uit Los Angeles, Californië en George Gardner uit Birmingham, New York. Arganbright en Gardner hadden deze samenkomsten met de steun van de Internationale Gemeenschap van Volle Evangelie Zakenlieden (FGBMFI) georganiseerd. Bill stond ingedeeld om negen dagen lang te spreken in het grootste stadion in Zürich. Afb. 12 Dr. Adolph Guggenbühl (een Zwitserse Rev. G. Gardner rechtsgeleerde, hoteleigenaar en leider van de Birmingham (N Y) FGBMFI) behartigde de afspraken in Zwitserland en diende ook als tolk voor het Amerikaanse evangelisatie team. Het redetwisten begon in werkelijkheid eerder die week met de aankomst van een andere beroemde Amerikaanse evangelist, Billy Graham, die zijn laatste dienst in Zürich predikte op dezelfde dag dat Bill arriveerde. Bill wilde heengaan om Billy Graham te horen spre-
55
ken die avond; maar, vermoeid van zijn lange vlucht, deed hij „s middags een dutje in zijn hotelkamer en werd te laat wakker om het te halen om naar de Graham-samenkomst te gaan. Gelukkigerwijs was hij in staat om er naar te luisteren op de radio in zijn kamer. Toen Billy Graham predikte dat Jezus Christus God Zelf was, die Zich manifesteerde in menselijk vlees, riep Bill zo hard hij kon: “Amen!” want dat was ook zíjn boodschap. In Zürich toonde de Heere hem een krachtig visioen. Hij toonde hem die Duitse Adelaar die een Engelse ruiter op zijn weg naar beneden door Afrika gadesloeg. En Hij zei: “Allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods.” 29 Het visioen liet hem zwak, verdoofd en sidderend achter. Zondagochtend ontwaakte hij door het gebeier van kerkklokken dat door het dal echode. Zürich had zoveel klokken die tegelijk luidden, dat Bill grapte dat het leek of het Millennium op het punt stond aan te breken. Tijdens het ontbijt toonde Dr. Guggenbühl hem een scherp krantenartikel over Billy Grahams kruistocht, die pas in Zwitserland was afgesloten. Dit artikel had niet veel goeds te zeggen over Rev. Graham: zijn pak was te duur; zijn eau de cologne rook te sterk en er zaten teveel golven in zijn haar, alsof hij uren in een schoonheidssalon had doorgebracht om het te laten opmaken. De verslaggever hield evenmin van zijn manier van prediken. Hij zei dat dhr. Graham wild met zijn armen zwaaide en schreeuwde als een koopman die probeert zeep te verkopen . Voor Bill waren aanvallen van de kant van de nieuwsmedia niet vreemd, maar nooit eerder had hij meegemaakt dat iemand zo furieus werd bekritiseerd over zulke beuzelachtige details. Dr. Guggenbühl legde uit dat dit niet echt ging over Mr. Grahams voorkomen en manieren; Billy Graham predikte de allerhoogste Godheid van Jezus Christus, wat in tegenspraak was met de leer van de Zwitserse Reformed Church, de oudste, grootste en meest invloedrijke denominatie in Zwitserland. De Reformed Churches volgden de leringen van Huldreich Zwingli, de meest belangrijke hervormer in de Zwitsers 29
Verwijzend naar: Romeinen 3: 23
56
Protestantse Reformatie. Zwingli hechtte weinig geloof aan de maagdelijke geboorte van Christus, maar leerde in plaats daarvan, dat Jezus de natuurlijk geboren zoon van Jozef was, en dat Hij alleen de Zoon van God werd genoemd. Bill dacht: “Als ze al een beschaafd iemand als Billy Graham bekritiseren, wat zullen ze dan wel over míj gaan zeggen?” Op maandagavond, de eerste avond van zijn campagne, sprak Bill gedurende een half uur tot zijn gehoor, proberend om hun geloof op te wekken en hen voor te bereiden op de gebedsdienst. “Ik beweer niet dat ik een genezer ben. Jezus Christus is de enige Geneesheer. Niet dat ik doktoren, ziekenhuizen of medicijnen veroordeel - dat zijn Gods gaven aan ons. Evenmin beweer ik dat ik de plaats van een dokter inneem. Maar er zijn veel dingen die doktoren niet kunnen doen. Aangezien dat waar is, hebben we het recht om Jezus te vragen om ons te helpen. Ik geloof dat Afb. 13 Huldreich Zwingli Hij het zal doen. Gedurende bijna tien jaar nu heb ik Hem in mijn bediening tienduizenden mensen zien genezen: blinden, gebrekkigen, gekromden en kreupelen. Ik heb Hem drie mensen uit de dood zien opwekken – twee ervan in de Verenigde Staten en een van hen in Finland. Hij is dezelfde Heere Jezus vandaag als Hij was toen Hij op aarde wandelde.” “Tijdens Zijn aardse dienst wekte ook Jezus drie mensen op uit de dood: Jaïrus‟ dochter, de zoon van de weduwe van Naïn, en Lazarus. 30 Hij zou er meer hebben kunnen opwekken als de Vader Hem er meer had getoond.” “Herinner u toen Jezus bij het badwater van Bethesda stond, dat Hij stopte bij een man die op een strozak lag. De man was 28 jaar lang ziek geweest, dus de ziekte zou hem niet gaan doden. Het lag 30
Verwijzend naar resp. Lukas 8: 40-56; 7: 11-18 en Joh. 11: 1-43
57
daar vol mensen die in een slechtere toestand waren dan deze makker. Jezus genas slechts die éne man. Waarom? Hij genas hem omdat Hij die man in een visioen had gezien. Toen de Farizeeën Jezus erover vroegen, zei Hij: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: de Zoon kan niets doen van Zichzelf; of Hij moet het de Vader zien doen. Want wat deze doet, dat doet ook de Zoon evenzo.” 31 “Nu, laten we eerbiedig zijn en de juiste instelling hebben tegenover de Heere Jezus. Uw houding ten opzichte van elke Goddelijke gave zal bepalen welk resultaat u eruit krijgt. De zieke vrouw die de zoom van Jezus‟ kleed aanraakte, voelde Zijn kracht. Maar de soldaat die Hem blinddoekte en Hem sloeg, zeggend „Als u een profeet bent, vertel ons dan wie u sloeg?‟, die soldaat voelde helemaal niets. 32 Het hangt er helemaal vanaf met welke houding u Hem benadert.” In deze lijn ging Bill verder, proberend zijn ongewone bediening uit te leggen met gebruik van Nieuw Testamentische voorbeelden. Toen hij de gebedsrij opriep, was de eerste persoon die naar voren kwam, een jonge vrouw. Bill zei: “Iedereen beseft dat deze wonderen niet door een mens kunnen worden gedaan. Ik ben er zeker van dat u Christenen mijn positie hier waardeert. Ik vertegenwoordig uw Heer en Redder, Jezus Christus.” “Nu, hier staat een jonge vrouw. Ik heb haar nooit eerder in mijn leven gezien. Wij wonen duizenden kilometers uit elkaar. Maar God weet alles over haar. Dit is net als toen Jezus stopte bij een bron in Samaria en lang genoeg met een vrouw praatte om haar geest te vatten. Hij zag een visioen over haar moeite en zei: „Gij hebt vijf mannen gehad, en de man waarmee u nu leeft, is niet van die.‟ Ze zei: „Meneer, ik bemerk dat u een profeet bent. Wanneer de Messias komt, zal ook Hij dergelijke dingen vertellen.‟ Jezus zei: „Ik ben Het.‟ 33 Ziet u, het openbaren van die verborgen dingen was het werkelijke teken van de Messias. - Hij is vandaag dezelfde.” Bill sprak kort met de jonge vrouw. Toen zag hij haar kleiner worden, binnengaand in een visioen, en werd haar verborgenheid geopenbaard. Hij zei: “Deze vrouw is een Christen. Ze heeft keelklachten – amandelontsteking. Ik hoor een dokter haar vertellen dat 31 32 33
Verwijzend naar: Johannes 5: 1-19 Verwijzend naar: Lukas 22: 63-65 Verwijzend naar: Johannes 4: 1-26
58
het moet worden verwijderd. Ze heeft ook dat er bloed uit haar ingewanden komt. U spreekt Engels. U komt niet uit Zwitserland; u komt uit Duitsland. U kwam hier met de trein en moet vanavond terug gaan. Thuis hebt u een grootmoeder die stervende is aan kanker en u wilt, dat óók zíj wordt genezen. Als dit waar is, steek dan uw hand op, zodat het gehoor het kan zien.” Nadat ze haar hand had opgestoken, zei Bill: “Ga heen, leg uw grootmoeder de handen op, want zo spreekt de Heilige Geest: „U zult naar huis gaan om gezond te zijn, in de naam van de Heere Jezus Christus.‟” - Vele visioenen en wonderen volgden.
Afb. 14 –William Branham predikend in het Hallenstadion in Zürich (Zwitserland ) - Elke avond kwamen hier rond de 12.000 bezoekers
De volgende dag bekritiseerden artikelen in Zürichse kranten Billy Branham erger dan ze Billy Graham bekritiseerden. De Reformed Churches noemden hem een bedrieger en een kwakzalver, en ze betwijfelden zijn oprechtheid en zijn motieven. Deze kritiek verminderde niet de grootte van de menigte die avond er werd geschat dat er elke avond zo‟n 12.000 aanwezigen waren maar het zaaide twijfel in de gedachten van veel mensen die in het stadion zaten. Toen Bill gereed was om voor de zieken en behoeftigen te bidden, worstelde hij om zich te ontdoen van het gewicht van hun twijfels. Op het podium waar hij zich telkens kon richten tot één persoon per keer, werkte zijn gave gemakkelijk; maar ze bewoog niet het gehoor in, zoals het zou moeten. Dat hinderde zijn hele campagne, omdat het doel van zijn onderscheiding was, dat het geloof van de mensen zo zou worden opgewekt, dat ieder die genezing nodig had, het zou kunnen ontvangen van Jezus Christus. Die avond, toen de eerste persoon in de gebedsrij voor hem stond, zei Bill: “De man begint bij me weg te bewegen,” wat “Hij
59
betekende, dat hij toekeek hoe de man ineen slonk, een visioen binnen. heeft kanker, wat begon in zijn zij en nu in zijn lever is gegaan. Tenzij God hem geneest, zal hij spoedig sterven.” Uit het visioen glippend, zei Bill tot het gehoor: “Er is nu niets dat u kunt verbergen. Die stem die een ogenblik geleden sprak, was ík niet, uw broeder. Het was Jezus Christus die mijn stem gebruikte. Wat er vervolgens zal gebeuren, hangt af van de benadering van deze man: wat hij ervan dénkt, dát zal bepalen wat hij ontvangt.” Klaarblijkelijk geloofde de man dat Jezus Christus er was en bij machte was om te genezen, want nadat Bill voor hem gebeden had, zei hij dat hij zich anders voelde. De derde persoon in de rij was een vrouw. Bill zei: ”Ik weet niets over deze dame. Hoe meer ik tot haar spreek, hoe meer de Heere Jezus via het visioen zal openbaren. Als God mij zal vertellen waarvoor u hier bent, zult u Hem dan aannemen als uw Heelmeester? Ik zie dat u wordt onderzocht door een arts, die zegt dat het nodig is, dat uw galblaas wordt verwijderd. U wilt de operatie niet, en dat is waarom u hier vanavond bent. Ik zie u in een kamer, biddend voor deze gelegenheid. Dat is waar. Uw geloof heeft u behouden. In de Naam van Jezus Christus, wees gezond.” Bill kon van overal door het stadion golven van twijfel voelen opkomen. Veel mensen schenen dezelfde houding te hebben, die ze zouden hebben bij een voetbalwedstrijd. “Alstublieft, mensen, ga niet opstaan en heen en weer lopen,” zei Bill. “Het is erg oneerbiedig. U verstoort de Geest.” Hij onderscheidde de problemen van nog verschillende mensen meer in de gebedsrij en wendde zich toen weer tot het gehoor. Wijzend naar een vak met stoelen, zei hij: “Wat met ú daarzo? Gelooft u met heel uw hart? Dit is voor u mysterieus, omdat u nooit bent onderwezen in het bovennatuurlijke. U begrijpt het niet. Datzelfde licht dat mij zalft, heeft drie keer over dat deel van het gehoor gezweefd, sinds ik hier heb gestaan – en u mensen wilde er niet op ingaan. Ieder van u zou nu op dit moment moeten zijn gaan staan, genezen. Hij is hier! U moet het gewoon aannemen.” Geleidelijk verzwakte het scepticisme en rees het geloof. Honderden mensen in het gehoor eisten hun genezing op in Jezus‟ Naam. Toen Bill een uitnodiging deed, stonden 10.000 mensen op om hun levens aan Jezus Christus over te geven. Een dergelijk schouwspel
60
herhaalde zich elke avond, zodat tegen het eind van de week zijn sponsors schatten, dat 50.000 mensen gedurende deze campagne Jezus hadden aangenomen als hun Redder. Niet al deze mensen kwamen uit Zwitserland. In de loop van de week stroomden duizenden Zürich binnen, komend van over heel centraal Europa, om Bill te horen prediken. Miner Arganbright telde 180 bussen uit Duitsland die in rijen op het parkeerterrein van het stadion stonden. Overdag kwamen er zoveel vreemdelingen de stad binnen, dat elke publieke gelegenheid een en al bedrijvigheid was. Om elk probleem te vermijden die zijn aanwezigheid zou mogen veroorzaken, bracht Bill het meeste van zijn vrije tijd door op zijn hotelkamer; behalve op een morgen laat in de week, toen de engel van de Heere hem direct zei: “Ga naar buiten en ga naar beneden bij het meer.” Bill vroeg zijn zoon om met hem mee te gaan. Billy Paul dacht dat dat geen goed idee was. “Pa, iemand zal u herkennen. Dan zult u vast komen te zitten in een menigte en zullen we de politie daarheen moeten halen, om u eruit te vissen.” “Wel, de Heere zegt me om beneden naar de oever te gaan, dus zou ik maar beter kunnen gaan.” Aarzelend volgde Billy Paul zijn vader. Omdat Zwitserland in de Tweede Wereldoorlog niet was gebombardeerd, behield Zürich zijn historische bekoring in goede staat, met veel keitjes-bestrating en bakstenen gebouwen met decoratieve ornamenten, die honderden jaren oud waren. Het gebied langs het meer was ontwikkeld tot een toeristisch park met gras en bomen, bloemen en fonteinen, promenades voor de hotels langs en goed onderhouden paden langs de oever. Bill slenterde langs de waterkant, net zo genietend van de zonneschijn als van de schilderachtige aanblik om hem heen. Het voelde goed om Afb. 15 Parkstrook langs de buiten te zijn en zijn benen te strekoevers van de Zürichsee ken. Billy Paul was nerveus vanwege de honderden andere mensen langs de oever; sommigen zaten op banken of lagen op dekens, anderen slenterden heen en weer langs de
61
waterkant. Na een poosje, toen niemand hen herkende, ontspande Billy Paul. Vader en zoon wandelden samen een tijdlang verder. Tenslotte naderden ze een oude man die op een bank zat, gebogen over een boek dat eruit zag als een Bijbel. Tranen biggelden de oude man over de wangen als dauw die glinstert in de ochtendzon. Bill voelde de tegenwoordigheid van de engel. Een stap verder verplaatste hem naar een ander land, waar hij deze zelfde oude man een zakdoek zag nemen van een jonge vrouw met een verschrompelde arm. Vijf kleine kinderen klemden zich vast aan de rok van de vrouw. Het visioen bleef doorgaan en gaf meer details, alvorens hem terug te zetten op dat voetpad bij het Meer van Zürich. “Daar zit hij,” zei Bill tegen Billy Paul, “de man voor wie God me hier heenzond.” “U loopt er niet heen om met die man te praten, is het wel, Pa?” “Nee, hij zal aan komen lopen en tegen míj praten. Hij komt van ver. Let jij op en kijk of hij niet iets voor me heeft, iets dat betrekking heeft op de arm van een vrouw.” “Hoe weet u dat ?” “Er kwam een visioen over me. Hier gaan we. Kijk gewoon uit over het meer en loop hem voorbij.” Bill keek uit over het blauwe water. Het meer maakte een bocht, zijn verste uiteinde verbergend achter een reusachtige berg die oprees uit de waterkant. Talrijke bomen en struiken kleefden als vlekken tegen de bergwand, en verscheidene watervallen stortten zich over stijle rotswanden naar beneden. Het kielzog van een passerende motorboot liet zijn golven langs de oever lopen. Billy Paul zei: “Pa, die man volgt ons.” “Ik weet het. Wanneer we deze volgende bocht omgaan, zullen we een voetbrug oversteken en precies bij die brug zal hij ons inhalen.” Voor hen uit boog het pad om een gebouw heen dat omringd werd door een bosje met bomen. Met de bocht meedraaiend, kwamen zo op een voetbrug die over een beekje lag dat uitliep in het meer. Toen ze halverwege de brug waren haalde de vreemdeling hen in. “Broeder Branham,” zei hij in Engels met een zwaar accent. Bill keerde zich om, om hem aan te zien. De man gaf zijn naam en zei dat
62
hij uit Rusland kwam. Op miraculeuse wijze waren verscheidene honderden Russen erin geslaagd om visa te krijgen om naar de samenkomsten in Zürich te komen. Een witte zakdoek uit zijn tas nemend, overhandigde de oude Rus hem aan Bill. Hij zei dat ginds thuis een moeder was die haar arm zo erg verwond had, dat hij niet meer wilde genezen. Nu was haar arm verschrompeld en onbruikbaar, wat het moeilijk voor haar maakte om te zorgen voor haar vijf jonge kinderen. De oude man wilde dat Bill over deze zakdoek bad en die in zes repen scheurde. Hij geloofde dat wanneer hij terugkeerde naar Rusland, dat God die zes gezalfde stroken zou gebruiken om die gebrekkige moeder te genezen en die vijf kinderen zou zegenen. Bill bad over de zakdoek, sneed hem in stroken, en gaf hem terug. Toen vroeg hij: “Hoe wist u dat ik in Zwitserland was?” “We hoorden het over de Zwitserse radio.” “Hebt u ooit eerder van mijn samenkomsten gehoord?” “Ja. Eens bad u voor een dode jongen in Finland en God bracht hem terug tot leven. Die geschiedenis drong door tot diep in Rusland. Al jaren wilde ik u ontmoeten, maar hoe zou ik voorbij het ijzeren gordijn gaan komen? De Communisten zouden me nooit toestaan om Amerika te bezoeken. Toen hoorde ik dat u in Zwitserland zou gaan zijn. Vandaag is een wonder.” Bill dacht aan de man bij het badwater van Bethesda, en aan de vrouw die Jezus‟ kleed aanraakte. 34 Net als die twee mensen, lang geleden, had deze oudere Rus de beloften van God met de juiste houding benaderd.
***
34
Verwijzend naar: Johannes 5: 1-19; Matthéüs 9: 20-22
63
64
HOOFDSTUK 72 Opossum Koorts 1955
TERUGGEKEERD uit Zwitserland vond WiIliam Branham een witte berg post die op zijn kantoor in Jeffersonville op hem wachtte. Dat was geen verassing. Wanneer hij ook maar weg was, stapelde zijn post zich op als sneeuw die maar niet ophoudt. Zijn twee secretarissen, meneer en mevrouw Cox, handelden het meeste ervan af zonder dat dit Bills directe aandacht behoefde. Het merendeel van deze brieven kwam van mensen die om gebedsdoekjes vroegen. Bill zou weggaan naar zijn grot bij Tunnel Mill en de hele middag besteden aan het bidden over een rol wit lint. Dan zouden meneer en mevr. Cox het Afb. 16 Charlie en lint in 15 cm. lange strookjes knippen Nellie Cox - Bills beide en deze stroken kosteloos naar ieder secretarissen toesturen die er een vroeg. Heel wat brieven bevatten getuigenissen over genezingen en wonderen die gebeurden gedurende de campagnes of door het ontvangen van een gebedsdoekje. Dergelijke brieven vereisten geen antwoord. Er waren andere brieven die Bills persoonlijke aandacht wel nodig hadden. Op dit moment had hij telegrammen en brieven die wereldwijd vanuit 400 grotere steden kwamen, hem vragend om geloofs-genezingscampagnes te houden in hun gebied. Natuurlijk kon hij maar een klein deel van deze verzoeken honoreren. Hij nam elk ervan op in zijn gebeden en vroeg God om hem naar de plaatsen te leiden, waar hij vervolgens heen zou moeten gaan. Zijn methoden maakten het moeilijk voor zijn managers om plannen te maken. Zij zouden er de voorkeur aan geven om zijn samenkomsten tenminste zes maanden van tevoren te plannen. Maar hij wilde meer flexibel zijn, zodat hij op korte termijn de leiding van de Heilige Geest kon
65
volgen. Het eerste weekend in augustus had hij op het rooster gezet voor Campbellsville, Kentucky. Dan had hij een week om zich klaar te maken voor zijn reis naar Duitsland. Zijn campagne in Karlsruhe, Duitsland, zou beginnen op de 15e augustus. Elke week ontving Bill ook nog tientallen telefoontjes, telegrammen en brieven van mensen die hem vroegen om voor hen persoonlijk te komen bidden. Als ze een brief stuurden, dan sloten ze dikwijls een retour vliegtuig ticket in bij hun verzoeken. Er was geen mogelijkheid dat hij zou kunnen reizen om voor al deze mensen persoonlijk te bidden. Als hij het probeerde, dan zou dat alles zijn wat hij met zijn tijd zou doen. Wel bad hij voor elk van deze mensen wanneer hij hun brieven en telegrammen las, en hij stond altijd open voor de mogelijkheid dat God hem misschien eens zou leiden om een bepaalde reis te maken.
Afb. 17 Rev. William Branham in zijn werkkamer
Op een dag was hij aan het studeren in zijn kleine werkkamer, toen de muren als het ware oplosten. Hij bevond zich staande op het trottoir van een straat in een stad. Geen van de huizen om hem heen kwam hem bekend voor. De deur van een wit huis ging open, en er kwam een man uit die een aktetas droeg. De man liep het pad af, opende een hek in een omheining van paaltjes, stak vóór Bill het trottoir over, stapte in een grijze auto, en reed weg. Van ergens achter Bills rechter schouder, zei de engel van de
66
Heere: “Kijk aan de andere kant van het hek.” Het hek openend, zag Bill een schoffel op de grond liggen naast een goed onderhouden bed met bloemen. De engel zei: “Ga naar de deur. Je zult een vrouw tegenkomen die een bruine jas draagt en huilt, omdat ze zich zo bezorgd maakt over haar zieke jongen. Vraag of je de jongen mag zien. Ze zal je meenemen naar een slaapkamer. Wanneer je je hoed op het bed legt, zal ze hem verplaatsen naar boven op een televisietoestel. Wacht totdat er een vrouw de slaapkamer binnenkomt die een rode wollen sporttrui draagt en naast het bed gaat zitten. Wanneer beide vrouwen in de kamer zijn, leg dan de jongen je handen op en zeg: „Zo spreekt de Heere, je bent genezen.‟” Het toneel eindigde abrupt. Nu scheen hij in een straat te staan, kijkend door het raam van een bazar. Aan de muur van de winkel hing een grote aparte klok. Bill hoorde een ritmisch knerpend pieieppieiep geluid. Zich omkerend om te zien waar het vandaan kwam, zag hij een verpleegster een man voortduwen in een rolstoel met knerpende wielen. Op de schoot van de man lag een Bijbel. De engel zei: “Let op de tijd!” Bill keek weer naar de klok, opmerkend dat het tien minuten voor drie was. Toen zei de engel: “Zeg de man om op te staan en te gaan lopen.” Op dat moment eindigde het visioen en keerde Bill terug naar zijn werkkamer. Zoals de meeste van zijn visioenen, had ook deze levendige impressies in zijn geheugen gestanst. Net als met alle herinneringen wist Bill dat deze in de loop der tijd zouden kunnen vervagen, dus het eerste wat hij deed, was elke scene in zijn visioenenboek schrijven. Drie dagen later, terwijl hij zijn post aan het lezen was, raakte één brief hem anders dan de andere. Een man in Denver, Colorado, die stervende was aan tuberculose, wilde dat Bill naar Denver zou vliegen, om onmiddellijk voor hem te bidden. Hoewel deze brief gelijk was aan tientallen andere brieven, die Bill de afgelopen drie dagen had gelezen, zei de Heilige Geest binnen in hem: “Ga!” Hij vloog naar Denver, nam een taxi naar het huis van de man, en bad voor hem. Aangezien Bill nog verscheidene uren had voordat het volgende vliegtuig vertrok naar Louisville, Kentucky, besloot hij de stad in te lopen. Nadat hij een tiental huizenblokken door een deftige woonwijk had gelopen, hoorde hij een deur opengaan en zag
67
hij een man met een aktetas uit een wit huis komen. Een vrouw in het huis zei: “Tot ziens dokter.” “Is dat niet vreemd?” dacht Bill. “Het is alsof ik hem ergens eerder heb gezien.” De dokter liep door een hek in een omheining van witte paaltjes, stapte in een grijze Ford sedan en reed weg. Dat liet een vonk overspringen tussen een paar cellen in Bills geheugen. Hij liep door en opende het hek. Op de grond lag een schoffel naast een bloembed, precies zoals hij had gezien in dat visioen een paar dagen geleden. Hij liep naar de deur en klopte aan. Een jonge vrouw opende de deur net genoeg om naar buiten te kunnen kijken. Ze droeg een bruine jas, net zoals de engel had gezegd. Haar ogen zagen er rood en vochtig uit. “Hallo,” zei Bill, zijn hoed afnemend. “Hebt u een zieke kleine jongen?” Een van haar wenkbrauwen schoof in een vreemde frons omhoog. “Ja, dat heb ik. Bent u een dokter?” “Nee, mevrouw, ik ben een prediker. Mijn naam is Branham.” “Ik geloof niet dat ik u ken, meneer Branham.” “Ik ben een vreemde in deze stad. Mijn bediening is om te bidden voor de zieken, en de Heere heeft mij naar uw huis gestuurd. Kan ik uw zoon zien?” Ze dacht een moment na en toen, als om te zeggen: “Waarom ook niet?” haalde ze haar schouders op en opende ze de deur helemaal. Hij volgde haar naar een slaapkamer waar een kleine jongen lag te huiveren onder een laag dekens. Bill gooide zijn hoed op de sprei onderaan, bij de voeten van de jongen. In plaats van dat de moeder hem bovenop het televisie toestel legde, ging ze in een stoel naast het bed zitten. Bill dacht: “Ik kan geen woord zeggen over het visioen. Ik zal gewoon moeten wachten totdat alles op z‟n plaats valt.” Dus vroeg hij de moeder: “Wat is er verkeerd met uw zoon?” “Hij heeft longontsteking. De dokter zegt dat het zeer ernstig is.” Ze bespraken gedurende verscheidene minuten de toestand van de jongen, en toen nam de moeder Bills hoed op en legde hem bovenop de televisie. Bill dacht: “Wel, dat deel is klaar, maar ik kan nog steeds niet voor de jongen bidden.” Na een poosje kwam een oudere vrouw, die een rode sporttrui droeg, de slaapkamer binnen en ging zitten.
68
Op hetzelfde moment stond de moeder op en verliet de kamer! Bill wachtte geduldig, een praatje makend met de grootmoeder, totdat de moeder tenslotte terugkeerde en alles op dezelfde plaats was als in het visioen. Bill zei: “Gaat u allebei staan.” Hij stond ook op, liep naar het hoofdeinde van het bed, legde zijn handen op het kind en zei: “Zo spreekt de Heere, „Je bent genezen.‟” De jongen riep om zijn moeder, zijn armen naar haar uitstrekkend. Ze ging op de rand van het bed zitten en hield hem vast, haar wang tegen zijn voorhoofd houdend. Ze keek verrast op. “Zijn koorts is weg!” Teruglopend naar de straat, zag Bill tevergeefs uit naar een taxi. Hij maakte zich een beetje bezorgd dat hij zijn vliegtuig zou missen, dus liep hij met stevige pas naar het centrum van de stad, op zoek naar een drukker kruispunt, zodat hij een taxi kon vinden. Ten slotte kwam hij bij een rij winkels. Dit scheen niet onder te doen voor welke andere plek ook om op een taxi te wachten. Hij ging een bazar binnen om wat zoetigheid te kopen. Terwijl hij aan de kassa betaalde, viel zijn oog op een aparte klok die aan de muur hing. Het was tien minuten voor drie. Hij wist dat hij op het juiste moment en op de juiste tijd was. Zodra hij de winkel uitliep, hoorde hij het knerpende pieiep –pieiep geluid dat hij verwachtte. Een verpleegster duwde een man in een rolstoel over het trottoir. Net als in het visioen had de man in de rolstoel een Bijbel op zijn schoot liggen. Naar de invalide toelopend, vroeg Bill: “Gelooft u dat Boek?” Met krachtige stem antwoordde de man: “Ja, zeker geloof ik het.” “Goed, omdat dat Boek de woorden van Eeuwig Leven bevat. Hebt u er ooit in gelezen waar Jezus de zieken genas?” “Vele malen.” “Gelooft u dat Hij vandaag hetzelfde kan doen?” “Ja zeker, dat geloof ik.” “Dan, in de Naam van de Heere Jezus Christus, sta op, want zo spreekt de Heere: „U bent genezen.‟” Zijn gewicht naar voren verplaatsend en de armsteunen van zijn rolstoel vastklampend, probeerde de man omhoog te komen. Geschrokken legde de verpleegster een hand op zijn schouder en duwde hem terug, protesterend: “U kunt niet opstaan; u zou zich verwon-
69
den.” “Sta op,” drong Bill aan. “Neem mijn woord aan.” “Wie bent u?” vroeg de man. “Dat doet er niet toe. Sta op meneer, in de Naam van de Heere.” De man duwde de hand van de verpleegster van zijn schouder en stond op. Toen liep hij niet alleen; hij rende! Op dat moment draaide een taxi de hoek om en kwam hun kant op. Bill wenkte hem en weldra snelde hij naar de luchthaven. De volgende dag stopte hij bij de openbare bibliotheek van Jeffersonville om een krant uit Denver te lezen. Hij vond het artikel waar hij naar zocht: “Mystieke Genezing van Man op Straat.“ Niemand in Denver wist wat er in werkelijkheid was gebeurd. Bill zag geen enkele aanleiding om het hen te vertellen.
NA ZIJN CAMPAGNE in juni 1955 in Zwitserland bracht William Branham bijna zes weken thuis door bij zijn gezin. Het enige prediken dat hij deed, was een weekend campagne in Campbellsville, Kentucky, en een paar zondagspredikingen in zijn thuisgemeente. Orman Neville, die de medevoorganger was van de „Branham Tabernakel‟, trad graag terzijde om Bill tot de gemeente te laten spreken. Hoewel Bill had geprobeerd om terug te treden als herder, toen hij in 1946 Afb. 18 overstapte op full time evangelisatie, Rev. Orman Neville trad wilde zijn samenkomst hem niet laten graag terzijde voor hem gaan. Ze beschouwden hem nog steeds als hun herder, zelfs hoewel hij slechts zo nu en dan in Jeffersonville predikte. In de loop der jaren was Bill ertoe gekomen om zich bij deze regeling neer te leggen, als een uiting van hun liefde en respect voor hem. Momenteel, nu hij de nadruk meer verlegde naar het onderwijzen, betekende het, dat hij een kansel had waar hij dieper op onderwijzing
70
kon doorgaan. Tijdens zijn geloofs-genezings campagnes – hoewel hij nu meer leerstellig onderwees – voelde hij zich toch beperkt in wat hij kon zeggen en in hoe diep hij kon ingaan op bepaalde onderwerpen. Thuis in de „Branham Tabernakel‟ kon hij net zo uitgebreid leerstellig onderrichten als de tijd het hem zou toelaten. Op zondag, 24 juli 1955, onderwees hij over demonologie. Hij gebruikte vele Schriftgedeelten om uit te leggen hoe demonische geesten invloed kunnen hebben op levens van mensen, en hij illustreerde deze punten met voorbeelden, die hij putte uit zijn eigen ervaringen in de strijd tegen demonen in zijn gebedsdiensten. Hij noemde deze prediking: „Misleidende Geesten‟. Voor hij op zijn tekst inging, hield hij een korte opdrachtdienst, waarin hij bad voor diverse baby‟s, hen opdragend aan de Heere. Hij geloofde niet in het dopen van kínderen. In plaats daarvan leerde hij dat de zielen van kinderen veilig zijn in Christus, totdat ze oud genoeg zijn om aansprakelijk te zijn voor hun eigen keuzes. De apostel Petrus zei: “Bekeert u, en een ieder van u late zich dopen in de Naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.” 35 De doop is een bewuste openbare handeling door pas bekeerden, getuigenis afleggend dat ze zich hebben afgewend van hun zonden, teneinde Jezus Christus te volgen. Aangezien kindertjes zich niet konden bekeren, behoorden ze ook niet gedoopt te worden. Bill moedigde Christen gezinnen wel aan om hun kinderen naar de gemeente te brengen en een voorganger te laten bidden om Gods zegen op deze jonge levens. Hij citeerde hen uit Markus 10: 13-16, waar Jezus zei: „Laat de kinderen tot Mij komen, verhindert ze niet; want voor zodanigen is het Koninkrijk Gods… En Hij omarmde ze en hun de handen opleggende, zegende Hij ze‟. Een van de baby‟s die Bill die morgen opdroeg aan de Heere, was zijn eigen zoon, Jozef. HOEWEL William Branham een zomer rustpauze nam van zijn druk evangelisatie schema, was zijn tijd thuis allerminst rustig. Mensen van buiten de stad stopten op alle uren van de dag bij zijn huis, omdat 35
Verwijzend naar: Handelingen 2: 38
71
ze gebed wilden. Omdat hij visioenen zag, beschouwden veel mensen hem als een profeet en geloofden ze dat als ze in zijn woonkamer zouden kunnen zitten en met hem over hun problemen praten, God Zijn profeet speciaal voor hen een „Zo spreekt de Heere‟ zou geven. Ze hadden gelijk, maar in hun gretigheid om een boodschap van God te horen, beseften ze niet wat een druk deze gesprekken op de boodschapper legden. De meeste mensen in zijn eigen samenkomst begrepen dit, en om zijn last te verlichten, probeerden enigen van hen om hun herder te helpen wanneer ze maar konden. Op een dag in juli maaide Banks Wood, die naast hem woonde, Bills gazon. Vroeg in de volgende morgen stapten Banks en zijn vrouw over de grens tussen hun erven, om het afgemaaide gras in Bills tuin op te harken voordat de zon te heet werd. Rond tien uur ging Bill naar buiten om zijn buren te bedanken. Terwijl ze stonden te praten, kwamen Leo Mercer en Gene Goad aanrijden. Bill noemde ze voor Afb. 19 Bills buurman: de grap wel zijn „studenten‟. Net als Banks Banks Wood Wood en Willard Collins waren Leo en Gene naar Jeffersonville verhuisd om dichtbij William Branham en zijn dienst te zijn. Als Bill reisde, gingen Leo, Gene en Banks dikwijls mee om zijn diensten op de band op te nemen. Dan dupliceerden ze deze opnamen en stelden ze tegen minimale kosten beschikbaar aan een groeiend aantal mensen die kopieën wilden. Leo, Gene en Mevr. Wood stonden op het erf en praatten met Bill. Al gauw legde Banks zijn hark neer en voegde zich bij hen. Het gesprek kwam op een moord die een paar dagen gelden in de buurt was gepleegd. Een jonge vrouw had haar pasgeboren baby verstikt in een dekentje, het bundeltje omwikkeld met draad en de dode baby vanaf een brug in de Ohio rivier gegooid. Bill gebruikte deze tragedie om het verval in morele waarden te illustreren dat hij zag als hij dwars door Noord Amerika reisde. Jaar na jaar scheen het erger te worden. Ongelukkigerwijs sloop dit morele verval ook kerken binnen. Deze terugval was vooral onder vrouwen opmerkelijk. Het verbaasde Bill hoeveel Christen vrouwen hun vrouwelijk erfdeel vaarwel
72
zeiden en mannelijke trekjes gingen vertonen, zoals hun haar knippen, broeken dragen, en zelfs het Evangelie predikend vanaf de kansel – alles in tegenspraak met Gods Woord. 36 Elk jaar zag hij meer vrouwen die naar de verkeerde kant neigden. Ze deden de slechte stijlen van de wereld na, proberend er verleidelijk uit te zien door hun gezicht op te schilderen met make-up en onwaardige kleding te dragen, zoals nauwe, krappe kleding of korte broeken, en zelfs badpakken die echt niet meer waren dan gekleurd ondergoed. Deze verschuiving van waarden beïnvloedde ook de kinderen. In plaats van dat moeders hun kinderen godsvrucht en waardigheid leerden, leerden zij hen goddeloosheid en onbetamelijkheid door hun eigen voorbeelden. Het ergst van alles was dat vele Christenen niet wisten dat deze dingen een aanstoot waren voor de Heilige Geest. Tot onlangs had hij niet veel over deze dingen gezegd in zijn predikingen, voelend dat het de plicht van de herders was om hun samenkomsten te corrigeren. Maar te veel herders predikten niet tegen wereldsgezindheid en vleselijkheid. Bill voelde dat iemand het moest doen. Als voorgangers er niet tegen wilden prediken, dan zou híj het. De mensen moesten het verschil weten tussen goed en kwaad. Als Christenen de Bruid van Jezus Christus wilden zijn, dan moest het vaandel van de kerk hoog worden gehouden. Terwijl hij sprak, merkte Bill een opossum op, die zijn hek binnenkwam en waggelend het grindpad opliep in de richting van zijn huis. Dat was vreemd. Hoewel opossums algemeen voorkomen in Zuid Indiana, Afb. 20 gaan ze ‟s nachts op zoek naar prooi Een kreupele opossum... en gaan nooit overdag op pad, tenzij iets ze verstoort. Bij daglicht zijn ze praktisch blind. Dus waarom was deze hier? Opossums zijn gewoonlijk mensenschuw. Zou het kunnen zijn dat deze hondsdolheid had? Hij bestudeerde haar zorgvuldig. Van een afstand leek ze normaal. 36
Verwijzend naar: Resp. I Corinthiërs 11: 1-15; Deuteronomium 22:5; 1 Timotheüs 2: 9-15
73
Een beetje groter dan een kat, had ze ruw, grijsachtig wit haar, dat haar lichaam bedekte, fijn wit haar op haar kop, een spitse snuit, kleine haarloze oren, en een haarloze, rat-achtige staart. Naarmate ze dichterbij kwam, bemerkte Bill dat ze kreupel liep, waarbij ze één voorpoot meesleepte. Bill liep erheen om wat nauwkeuriger te kijken. Het dier stopte niet bij zijn nadering, maar hompelde zo langzaam voort, dat Bill haar gemakkelijk kon bestuderen. Een lelijke wond misvormde de kant die hij vanaf een afstand niet had gezien. Misschien was ze aangereden door een auto, of misschien had een hond zijn tanden in haar gezet. Wat er ook was gebeurd, haar schouder lag open en er kwam bloed uit een wond die helemaal tot aan haar oor doorliep. De poot was waarschijnlijk gebroken. Groene vliegen zoemden rond de open wond en maden kropen rond in het roze vlees. De steel van zijn grashark gebruikend, duwde Bill de buidelrat op zijn zij, zodat hij kon zien in hoeverre ze gewond was. Normaal zou een opossum zich in een dergelijke situatie slap laten vallen en doen alsof ze dood was, maar deze gromde en beet naar de steel van de hark. Dat is waaraan Bill zag dat ze moeder was: ze probeerde haar jongen te beschermen. Een opossum draagt net als een kangoeroe haar jongen in een buidel dwars voor haar buik. Deze moeder was zo zwak dat haar buikspieren haar buidel niet gesloten konden houden. Bill telde acht piepkleine jongen die in haar buidel rondkropen. “Gene, Leo, kom hier en ik zal jullie een les laten zien. Kijk naar deze moeder opossum Ze mag misschien een dom dier zijn, maar naar mijn mening is ze een echte dame. Ze heeft meer moederschap in zich dan heel wat van de vrouwen van vandaag, speciaal degene die haar baby onlangs in de rivier wierp. Die vrouw beschouwde haar baby als een last, en ze doodde hem, zodat zij op stap zou kunnen gaan langs kroegen en een goede tijd hebben. Beschouw deze moeder opossum. Ze heeft waarschijnlijk maar een paar uur te leven, en toch zal ze haar laatste kracht gebruiken om haar baby‟s te beschermen.” Zodra Bill de steel van de hark optilde, krabbelde de moeder opossum weer overeind en strompelde ze de rest van de weg af naar Bills huis, waar ze naast de treden van de waranda in elkaar zakte. Mevr. Wood zei: “Broeder Branham, u behoorde haar te doden en haar uit haar lijden te verlossen. Die jongen zult u ook moeten
74
doden. Ze zijn zo piepklein, u zult niet in staat zijn om ze zelf te voeden.” Bill schudde zijn hoofd. “Zuster Wood, ik kan het niet.” “Waarom?”vroeg ze. “U bent jager. U hebt heel wat wild gedood.” “Ja, ik ben jager, maar ik dood alleen wat ik kan eten of anderszins kan gebruiken. Of soms heb ik dieren gedood die andere dieren vernietigden. Ik zal nooit gewoon doden om te doden.” “Dit zou geen zinloos doden zijn. Die opossum zal hoe dan ook gaan sterven, en dan zullen al die jongen van honger omkomen. Ze doden is de humane zaak die te doen staat.” “Ik weet dat u gelijk hebt, zuster Wood, maar om een of andere reden kan ik mezelf er niet toe brengen om het te doen.” “Laat Banks ze eruit halen en ze doden.” “Nee,” zei Bill, “laten we ze voorlopig even laten waar ze zijn.” De hele dag lag die moeder opossum vlak bij de waranda, bakkend in de juli zon. Ieder die kwam voor gesprekken en voor gebed merkte haar op, en vroeg naar haar. Verscheidene keren in de loop van de dag porde Bill haar met een stok om te zien of ze nog steeds in leven was. Elke keer gromde ze, maar deed verder geen poging om te bewegen, zelfs niet toen Bill wat voedsel en water naast haar neerlegde. Eénmaal goot hij water over haar wond om de vliegen te verjagen, maar ze zwermden meteen weer terug. Die avond klopte Banks Wood aan zijn deur en zei: “Broeder Branham, u hebt genoeg gediend voor vandaag, waarom laat u me u niet meenemen voor een ritje, zodat u een beetje kunt ontspannen?” Dat nam Bill met graagte aan. Ze besteedden de volgende paar uur met rond te rijden over het platteland, bosjes en maïsvelden, boerderijen en schuren bewonderend, terwijl ze de hele tijd praatten over de goedheid van God. Toen Bill tegen 11 uur terug thuiskwam, porde hij de opossum aan, om te zien of ze al dood was. Ze kreunde meelijwekkend en huiverde. Dat gekreun achtervolgde hem de hele avond. Urenlang liep hij heen en weer met zijn gedachten bij haar. Later sijpelde dat gekreun zelfs door in zijn dromen. De volgende morgen vroeg stapte hij naar buiten de veranda aan de voorkant op, om de opossum met zijn voet
75
een duwtje te geven. Deze keer trok ze met een achterpoot, maar voor de rest bewoog ze niet. Ze deed zelfs haar ogen niet open. Bill wist dat het niet lang zou duren of ze zou dood zijn. Hij ging terug het huis in en ging in zijn werkkamer zitten. Over zijn gezicht wrijvend, dacht hij: “Op de een of andere manier zal ik iets met die opossum moeten doen vandaag. Wat zou ik moeten doen?” Ergens uit het niets sprak een stem tot hem: “Gisteren noemde je haar een dame en gebruikte je haar voor een prediking. Je prees haar ervoor dat ze een echte moeder was.” “Ja, dat klopt,” antwoordde Bill. “Hoezo?” “Ze heeft als een dame bij je voordeur gelegen, geduldig haar beurt afwachtend voor gebed.” “Wel, dat wist ik niet. Ik… “ Bill ging stijfjes rechtop zitten. Zijn ogen keken de kamer rond alsof hij zich afvroeg: “Wat is hier aan de hand? Tegen wie praat ik? Ik was iemand aan het antwoorden.” Duidelijk hoorde hij een stem zeggen: “Ik stuurde haar naar je huis om voorbede. Nu heeft ze bijna 24 uur bij je deur gelegen en je hebt nog steeds niet voor haar gebeden.” Zijn hoofd buigend, bad Bill: “Dierbare God, was U dat die haar naar me toe stuurde? Vergeef Uw domme dienstknecht dat ik het niet begreep.” Nu kon hij het duidelijk zien. De opossum zou alleen maar hebben kunnen komen uit dat stukje bos op een kleine 150 meter verderop langs de straat. Om zijn huis te bereiken, had ze zich eerst voorbij vier andere huizen moeten voortslepen, die allemaal dichter bij de weg stonden dan de zijne, en die alle zonder omheining waren. Zijn erf was het enige langs deze rij huizen dat een afscheiding had; toch was ze zíjn oprit afgehompeld, weigerend te stoppen, totdat ze zijn deur had bereikt. God moest haar hebben geleid! Met grote passen liep hij naar buiten, ging naast de moeder opossum staan, hief zijn handen in de lucht en bad: “Hemelse Vader, ik weet dat U Uw kinderen leidt om voor zich te laten bidden wanneer ze ziek zijn. Ik weet ook dat U Zich zelfs om mussen zodat er voor haar gebeden kon worden, vergeef mij dan dat ik te dom was om het op te merken. Ik bid U, Hemelse Vader, in Jezus‟ Naam, genees
76
deze dappere moeder.” Zodra hij „Jezus‟ zei, hief die moeder opossum haar kopje op en keek Bill in de ogen. Een minuut later rolde ze zich om, haalde haar baby‟s bij elkaar en stopte ze terug in haar buidel. Toen ging ze op haar poten staan en nam een paar wankele stappen. Met elke stap scheen ze sterker te worden, terwijl ze op een holletje over de oprit liep zonder dat er ook maar het minste van kreupelheid te bespeuren was. Toen ze het hek bereikte, stopte ze bij een van de piramidevormige hekstenen en keek om naar Bill, als om te zeggen: “Dank u, vriendelijke meneer.” Toen ging ze naar links en liep verder op een holletje de straat in, op weg naar de veiligheid van de bossen. Toen Bill later deze geschiedenis vertelde, zei hij: “Als God genoeg bezorgd is om medelijden te hebben met een onwetende opossum, denk je dan in, hoeveel méér Hij bezorgd is over Zijn zonen en dochters die in nood zijn. De macht van Satan is beperkt; de macht van God is ónbeperkt.”
***
77
78
HOOFDSTUK 73 De Engel Gefotografeerd In Zwitserland 1955
DR. ADOLPH GUGGENBÜHL beschouwde William Branhams geloofs- genezings campagnes in het Zwitserse Zürich als een fenomenaal succes. Hij was onder de indruk van de omvang van de menigten; en evenzeer over de opwinding en de eerbied die hij zag op de gezichten van al die mensen die de bovennatuurlijke onderscheiding hoorden en Jezus Christus de zieken zagen genezen en andere wonderen volvoeren. Zodra de campagne in Zürich eindigde, vroeg Dr. Guggenbühl aan William Branham hem een direct aansluitende vervolg campagne te laten regelen in Europa voor die zomer. Toen Bill er in toestemde om terug te komen, plande Dr. Guggenbühl twee weken van samenkomsten in, voor midden augustus 1955 – de eerste week in Karlsruhe, Duitsland, en de tweede week in Lausanne, Zwitserland. Echter, toen de leiders Afb. 21 Dr. Adolph Guggenbühl: van de Zwitserse Reformed Church „Fenomenaal succes‟ over deze plannen vernamen, deden ze alles wat ze konden om te voorkomen dat deze samenkomsten zouden doorgaan. Toen hun pogingen in Zwitserland faalden, overspoelden ze het Duitse parlement met klachten en zetten ze die regering onder druk om William Branham te verhinderen Duitsland binnen te gaan. Dr. Guggenbühl reed naar Bonn om zijn eigen beklag in te dienen. Het haalde totaal niets uit. De invloed van de Zwitserse Reformed Church had de deur gesloten en op slot gedaan. Dr. Guggenbühl bad
79
over wat er vervolgens te doen stond, en God toonde hem hoe het slot open te peuteren. Na Duitslands verlies in de Tweede Wereldoorlog werd het land verdeeld in vier gebieden. Elke sector stond onder toezicht van één van de overwinnende geallieerde legers: het Amerikaanse-, Engelse-, Franse- en Russische leger. De stad Karlsruhe lag in het door de Amerikanen bezette zone. Dr. Guggenbühl besloot deze zaak direct voor te leggen aan de Amerikaanse kolonel die belast was met dat district. Een secretaresse ging Dr. Guggenbühl voor, het kantoor van de commandant binnen. De kolonel begroette hem beleefd en ging toen achter zijn bureau zitten luisteren. Dr. Guggenbühl legde uit: “Ik vertegenwoordig een Amerikaanse evangelist die gelooft dat God wil dat hij deze maand in Duitsland predikt. Maar de Reformed Churches wijzen zijn leer af, dus hebben ze de regering ervan overtuigd om hem de toegang te weigeren. Mijn argument is dit: Als ze Billy Graham wél lieten komen om te prediken, waarom deze andere man dan niet?” De kolonel leunde achterover in zijn stoel en vroeg: “Wat hebben ze tegen deze man?” “Hij bidt voor de zieken en heeft resultaten – grote resultaten – wonderbaarlijke resultaten. Ik denk dat de Reformed Church zich ongemakkelijk voelt bij de gedachte aan een bovennatuurlijke God die mensen in actie kunnen zien.” “Hij bidt voor de zieken, zegt u. Wie is deze evangelist?” “Zijn naam is William Branham.” “Broeder Branham?!” De kolonel schoot naar voren in zijn stoel. “Mijn moeder werd genezen in een Branham samenkomst ginds in Virginia. Ze stond op uit een rolstoel. Zeg broeder Branham om te komen. Ik zal er persoonlijk op toezien dat hij binnenkomt.” Hoewel de Reformed Church Bill niet uit Duitsland weg hield, weerhield zij hem er toch van om het aan de staat toebehorende stadion in Karlsruhe te gebruiken, maar stelde later wel banken en ligstoelen ter beschikking. Een sportvereniging verhuurde welwillend het sportveld, en van de stad Dürkheim kreeg men een grote langgerekte dubbel-tent voor 8.000 personen.
80
Dit provisorische kerkgebouw kon aan duizenden mensen bescherming bieden tegen zon en regen, maar of hij ook een storm kon weerstaan, was maar de vraag…
Afb. 22
Een provisorische kerk voor 8000 mensen
Op donderdag, 11 augustus 1955, gingen Bill en Billy Paul Branham, Fred Bosworth en Miner Arganbright in New York City aan boord van een vliegtuig en vlogen naar Karlsruhe in Duitsland. Ze begonnen hun geloofs-genezing campagne op vrijdagavond. (Het dagelijkse bezoekersaantal werd op 12.000 geschat.) Meteen de eerste avond was de tent goed bezet. Zevenenzeventig bussen en honderden auto‟s stonden op de parkeerplaats. De volgende twee dagen openden Duitsland de ogen voor het bovennatuurlijke. Op zondagmiddag bood Bill „de eeuwigheid‟ aan, aan elke man, vrouw en kind die het bloed offer van Jezus Christus als verzoening voor zijn of haar zonden aanvaardde. Duizenden mensen namen het aan. Die
81
Afb. 23 Bill predikt het Evangelie en biedt „Eeuwigheid‟ aan; voor een ieder.
avond bewees Jezus opnieuw
dat Hij leefde: ten eerste door Zijn volmaakte onderscheiding, en ten tweede door Zijn krachtige wonderen. Na de dienst escorteerde een commando van de Duitse militaire politie Bill en Billy Paul naar hun auto. Communistische terroristen hadden gedreigd de Amerikaanse evangelist te vermoorden, dus had de regering dit politiecommando opgedragen om hem te beschermen. Terwijl Bill vlak bij de zwarte sedan kwam die hem telkens heen en weer naar de samenkomst bracht, veranderde een andere auto vanuit de straat van richting en kwam schuin over de parkeerplaats recht op de evangelist en zijn zoon aanrazen. Bill sprong op de achtbank, maar Billy Paul bevond zich nog steeds in de baan van de fanaticus. Net op tijd rukte Bill zijn zoon uit de gevarenzone. De volgende morgen vroeg de leider van een spiritistische sekte om een ontmoeting met de Amerikaanse evangelist. Dr. Guggenbühl weigerde de man een onderhoud toe te staan. De beledigde sekteleider zei tegen Guggenbühl: “Vandaag zullen ik en mijn volgelingen een bezwering uitspreken over Branhams samenkomst. We zullen een storm bezweren op te komen, zó groot, dat het de hele zaak plat zal waaien. We zullen hem onze kracht tonen.” Toen Dr. Guggenbühl Bill over deze bedreiging vertelde, maakte het Bill niet bezorgd, wetend dat de kracht van Jezus Christus elke bezwering van de vijand kan weerstaan. Die avond predikte Fred Bosworth over geloof en genezing in Jezus‟ Naam, en legde daarmee een fundament voor de gebedsrij die volgde. De hele dag had een lichte bries stapelwolken langs de Afb. 24 Dr. Guggenbühl, Fred Bosworth en hemel gedreven, soms William Branham, even uitrustend in Karlsruhe de zon verbergend en soms de zon doorlatend. Kort nadat Bill de treden naar het podium was opgeklommen en het gehoor had begroet, wakkerde de bries aan, het canvas doek naar binnen zuigend tegen het houten geraamte, dan
82
weer het naar buiten klappend als een opbollend zeil – het inzuigend en uitklappend, steeds maar door, als gapende monsterlijke longen. In de verte waarschuwden donderslagen de menigte dat er slechter weer op komst was. Bill ging door met het spreken over het onderwerp „geloof en genezing‟ met het vertellen van de geschiedenis van de blinde Bartiméüs, die in Jericho langs de kant van de weg zat, roepend tot Jezus om te stoppen en hem te genezen. 37 Weldra maakte het huilen van de wind het moeilijk voor de mensen om hem te horen. Zelfs met behulp van de luidsprekers. De donderkoppen kwamen dichterbij, rommelend als de frontlinie van een naderend leger, met schietende kanonnen en exploderende granaten. De wind rukte onophoudelijk aan een canvasconstructie die er niet op gemaakt was om een dergelijke druk te weerstaan. Hij kolkte om de hoeken van de tentingangen, dreigend het hele bouwsel als een vlieger de lucht in te blazen. Bill wist dat dit geen normale storm was. Sinds de eerste donderslag klonk, was hij aan het bidden geweest tot de Heere om hem te tonen wat te doen. Nu zag hij een kleine donkere schaduw zweven boven de menigte van verscheidene duizenden mensen. Hij lette op die schaduw tot hij haar zag blijven hangen boven een groep van 15 mannen die in een rij zaten. Ze wezen met veren naar hem en mompelden woorden die hij niet kon verstaan. (Later vernam hij dat ze in spreekkoor zeiden: “In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, wij roepen een storm op om je te vernietigen.”) Toen merkte hij nog een rij mannen op aan de óverkant van het pad, die hetzelfde deden – misschien een 30-tal mannen in totaal, die met veren zwaaiden en in koor spraken. Terwijl Bill deze mannen en hun vreemde acties bestudeerde, deed een visioen het gordijn tussen dimensies vaneen wijken, wat de leíder van deze sekte onthulde: buigend voor de ongebonden duivels om hem heen. Bill wendde zich tot de vertaler en zei: “Broeder Lauster, vertaal dit niet.” Toen boog hij zijn hoofd en bad: “Heere God, Schepper van hemel en aarde, ik sta op Duitse grond in de Naam van Jezus Christus. U zond mij hierheen voor de redding van deze mensen.” “Satan, ik beveel je in Jezus‟ Naam om van deze plaats te vertrekken.” Zijn 37
Verwijzend naar Markus 10: 46-52
83
hoofd opheffend, keek hij naar die sekteleider en zei zachtjes: “Jij kind van de duivel, zoals Jannes en Jambres Mozes wederstonden, zo heb jij macht om wonderen te volvoeren. 38 Maar je kunt de bovennatuurlijke God niet aantasten. Omdat je hebt geprobeerd om deze dienst te vernietigen, zul je een prijs moeten betalen.” Plotseling zag Bill de Vuurkolom voor zich, net voorbij de rand van het podium, zich welvend over een vrouw die stevig op een ambulance-brancard lag vastgegespt. Door een visioen zag hij iets wonderbaarlijks wat zou gebeuren. “Daar,” zei hij ( hij wees haar aan) “de vrouw die daar op dat bed vastgegespt ligt – zij heeft tuberculose en haar ruggengraat is in tweeën gevreten. Laat iemand die riemen losmaken.” Een voornaam uitziende man die op de eerste Afb. 25 Plotseling, net voorbij de rij zat, stond op en protesteerrand van het podium… de: “Dat kunt u niet doen! Ik ben haar dokter. Ze moet volledig onbewegelijk worden gehouden of ze zou kunnen sterven.” “Maak haar los, ” hield Bill vol, “want zo spreekt de Heere, „Ze is genezen.‟” Iemand maakte de riemen los en de vrouw op de bancard, omhoog gehouden door geloof, ging staan! Er steeg één grote zucht op uit het gehoor toen ze barrevoets het zaagselpad afliep. Dit eerste wonder van de Karlsruhe campagne ontstak een vuur van verwachtingen in duizenden harten, en schudde vele twijfelaars wakker, maar niet alle… 38
Verwijzend naar Exodus 7: 11-12 en 22; II Timotheüs 3: 8
84
Tien minuten waren voorbijgegaan sinds Bill de sekteleider had bestraft, door wiens bezwering deze storm was opgeroepen. Gedurende die tijd was de wind afgenomen tot een gefluister, en waren de wolken verdampt, wat maakte dat de ondergaande zon de canvas kathedraal goedenacht kuste. Bill beëindigde zijn prediking en riep toen 15 gebedskaartnummers op. Terwijl deze 15 mensen links van hem een rij vormden, merkte hij dat de man die hem had uitgedaagd, nu voorover in zijn stoel gevallen was. “Broeder Lauster, kijk naar die man daar. Zie hoe zijn hoofd naar voren hangt en zijn armen er slap bij hangen. Er is iets met hem gebeurd. Stuur daar iemand heen om te zien wat er verkeerd is.” Toen ze het onderzochten, bleek dat de sekteleider zich niet kon bewegen. Een groep helpers moest hem het gebouw uitdragen. Bill is nooit gewaar geworden wat er van hem is geworden. Terwijl ieder op het podium toekeek hoe dit kleine drama eindigde, leidde een helper een blind meisje de trappen naar het podium op en liet haar daar alleen staan. Dat was een vergissing. Rusteloos liep het meisje zoekend vooruit op zoek naar de Amerikaan. Bill zag haar net toen ze op het punt stond om van de rand van het podium af te stappen. Hij greep haar en trok haar terug. Afb. 26 Liet het blinde In het Duits zei ze: “Ik wil de man meisje alleen bovenontmoeten die voor me zal gaan bidden.” aan de trap staan… Meneer Lauster zei: “Hij houdt je hand vast.” Het meisje omarmde Bill zo warm dat zijn hart smolt van medelijden. Ze zag er zo onschuldig uit in haar gebloemde jurkje, het haar met een middenscheiding en in twee vlechten gevlochten. Ze was ongeveer acht jaar oud, dezelfde leeftijd als zijn dochter, Becky. Plotseling slonk dit meisje in een visioen ineen tot de grootte van een pasgeboren baby. Bill zag hoe ze gewiegd werd in de armen van haar moeder. Haar moeder was lang, mager, blond; haar vader was gezet en had donker haar. Het volgende wat Bill zag, was dat een dokter zich over de baby heen boog, haar ogen onderzocht, en verklaarde dat ze blind was. Toen het visioen
85
hem verliet, vertelde Bill het gehoor wat hij had gezien, terwijl hij tegelijkertijd de gezichten bestudeerde, op zoek naar de ouders. Hij zag de moeder van het meisje zitten: een paar rijen naar achteren. Bill zei: “Natuurlijk heb ik geen macht om haar te genezen. Jezus Christus is de enige Geneesheer.” Hij keek neer op het blinde meisje dat zich nog steeds wanhopig aan hem vastklemde. Terwijl hij keek, scheen ze zich te splitsen in twee meisjes, waarbij haar tweeling als een schaduw werd afgepeld: wegstappend over de rand van het podium, in de lucht springend, wijzend naar verschillende voorwerpen. Nu wist Bill wat er zou gaan gebeuren. “Twee,” antwoordde ze, terwijl ze, daarbij passend, twee van haar kleine vingertjes opstak. Haar moeder gaf een schreeuw en rende naar het podium, zo snel, dat ze op de trap een schoen verloor. Al gauw overdekte ze haar dochter met kussen. Het kleine meisje vroeg: “Bent u mijn moeder?” “Ja lieverd,” antwoordde ze. Het gezicht van haar moeder heen en weer wiegend tussen haar handjes, zei het meisje steeds maar weer: “O, moeder, u bent zo Afb. 27 Ze keek mooi… zó móói.” 39 hem voorbij, starend naar het plafond…
39
In zijn boek „Er zijn geen grenzen‟ noemt F.A. Stroethoff de Karlsruhe samenkomsten: „Wij zagen Zijn heerlijkheid!‟ (Blz. 174–183) - Een paar regels daaruit: Over deze merkwaardige mens, wiens prediking één afwijzen van zichzelf is en één heenwijzing naar Christus, is in de wereldpers reeds veel geschreven. - Als hij naast zijn vertaler staat, is hij maar een bescheiden figuurtje. Maar als Gods Geest over hem komt, wordt hij een vlam uit God! Vrijdag 19 augustus, werd een meisje van ca. 12 jaar, dwars door een dichte menigte naar het podium gebracht. Ze was blind. Ze werd op een stoel neergezet. …Branham legt zijn handen op de ogen van het meisje. „Gij blinde geest verdwijn in de naam van Jezus!‟ Een diepe en machtige ontroering maakt zich meester van de menigte, die deze week al veel heeft meegemaakt, als broeder Branham meedeelt, dat de Heiland het gebed heeft verhoord en het kind het licht der ogen heeft ontvangen. Parman-
86
Later leidde een helper een man van middelbare leeftijd naar boven, het podium op. Toen Bill deze man een vraag stelde via zijn Duitse vertaler, antwoordde de man door gebaren met zijn handen te maken. Het duurde een paar minuten om iemand te vinden die gebarentaal kon vertalen, maar ten slotte vernam Bill dat deze man doof en stom geboren was. Na te hebben gebeden voor zijn genezing, wist Bill dat deze doofstomme nu kon horen en praten. Aangezien de man nooit tevoren een woord had gesproken, was de ene taal even goed als de andere om zijn genezing te testen. Bill fluisterde tegen zijn Duitse vertaler, hem vragend om via de gebarentaal-tolk te zeggen tegen de man: of hij wilde herhalen wat hij Bill hoorde zeggen. Toen zei Bill: “Mama,” De man mompelde iets wat op „mamma‟ leek. Bill zei: “Ik houd van Jezus.” De man lispelde iets, wat veel leek op „Ik-wouvn-Jezus.‟ Bill zei: “Praise the Lord!” Weer méér duidelijk, zei de man: “Praise-the-Lord!” Hoewel de donderwolken buiten verdwenen, daverde de lucht binnen in de canvas tent van de lofprijzingen aan Jezus Christus. Die avond deed God meer dan een storm stillen; Hij stilde ook massa‟s critici. Na tien dagen in Duitsland reisde het Branham-team van Karlstig, de aanblik tonend in een andere wereld te leven, stapt ze het podium af… Een machtig gejubel breekt er los. “Prijs de Naam des Heren!” roept Branham uit. Iedereen stromen de tranen over de wangen. Duizenden handen gaan omhoog. Als één geweldig „jubilate‟ klinkt het door de tent: „Prijs de Heer!‟ Er wordt gezongen: „Grote God, wij loven U; Heer, wij prijzen Uwe sterkte!‟ Achter ons zit een violist. Tussen hem en zijn vrouw zit hun kleine jongen. Hij had een hersentumor. Toen zijn vrouw met het kind een avond tevoren op het podium stond, gebeurde het volgende: „U behoeft niets te zeggen. De Heer openbaart mij dat uw jongen een tumor in zijn hoofd heeft. Is dat zo?‟ Haar hand gaat in de hoogte ter bevestiging van deze woorden. „Uw man zit ergens in de tent en… hij is blind!‟ Weer gaat haar hand in de hoogte. En tegelijkertijd zegt Branham: „Op dit zelfde ogenblik komt er licht in de ogen van uw man!‟ De blinde staat ergens in de tent overeind en roept uit: „Ja!‟ Nu zitten ze achter ons, en de blinde musicus vertelt ons met een bewogen trilling in zijn stem dat hij de nagels van iemand, in de rij voor hem, kon zien glimmen en dat zijn ogen met het uur beter werden....
87
ruhe 330 kilometer naar het zuiden, naar Lausanne in Zwitserland, een stad gelegen aan de noord-oever van het Meer van Genève, niet ver van de oostgrens van Frankrijk. Duizenden Frans sprekenden vulden een gigantische arena, om te luisteren naar de man die zei dat er een engel van God naast hem stond wanneer hij voor de zieken bad. Tegen het eind van die week waren tenminste een paar voorgangers in de staatskerk bijna overtuigd dat het waar was. Op zaterdagmorgen, 27 augustus 1955, kwamen rond de 40 voorgangers uit verschillende denominaties bijeen in de eetzaal van een luxueus hotel in Lausanne om te ontbijten met de bezoekende evangelist. Bill zat aan het hoofdeinde van de tafel met Guggenbühl, Bosworth, Arganbright, en nog iemand, die optrad als woordvoerder en vertaler voor de Zwitserse predikers. Na het ontbijt zei de woordvoerder: “Wij weten dat er iets bovennatuurlijks gebeurt in uw samenkomsten, maar we zijn er niet zeker van wat het is. We kunnen niet begrijpen hoe u visioenen kunt zien. Zou u ons een wetenschappelijke uitleg kunnen geven over hoe het werkt?” “Ik kan het niet uitleggen, want het is God – en je kunt God niet uitleggen; je zult Hem moeten geloven. Ik zou u een heleboel Schriftgedeelten kunnen geven over visioenen, maar de meeste ervan kent u al. Voor zover het een geestelijke uitleg betreft, die heb ik niet. Wat er het dichtste bij komt zijn de foto‟s die zijn gemaakt van de engel van de Heere, die wetenschappelijk bewijzen dat Hij wérkelijk is.” “Rev. Branham, we hebben hier een professionele fotograaf bij ons vandaag. Als die engel hier vanmorgen komt, kunnen we proberen om hem te fotograferen?” “U kunt het doen als u geen flits gebruikt. Onder de zalving zie ik de engel van de Heere als een helder licht. Als ik op de engel let wanneer iemand een flitser gebruikt, dan raak ik in de war en het kan zelfs het visioen afbreken. Dat is waarom ik mensen niet toelaat om flitsfoto‟s te maken tijdens mijn samenkomsten.” De fotograaf verzekerde Bill dat een flits niet nodig zou zijn omdat de hoge ramen van de eetzaal ruim voldoende zonlicht in de zaal lieten. Terwijl hij zijn camera opstelde op een driepoot, zei de woordvoerder: “Rev. Branham, denkt u erom dat u de cameraman een seintje geeft als u de engel ziet.” “Ik zal u laten weten als Hij komt.”
88
“Dank u. Enigen van ons denken erover om uw boodschap mee te nemen in onze kerken, als we slechts kunnen bewijzen dat het geen toverij is.” “Toverij?” Bill was geschokt. “Broeders, echt! Toverij? Dat is belachelijk. Het is absoluut onmogelijk voor een demon om wat ook te maken te hebben met Goddelijke genezing. Elk Schriftgedeelte is ertegen. Jezus zei Zelf: „Als Satan de Satan kan uitdrijven, dan is zijn koninkrijk verdeeld en kan niet standhouden.‟ Ziet u? Hij kan het niet 40 doen. Genezing komt alleen van Jezus Christus.” “Wel, uw onderscheiding is het deel waar we moeite mee hebben. Sommigen van onze leiders zeggen dat het een truc is. Ze denken dat u overdag de stad ingaat en met mensen spreekt; dat u hen dan een gebedskaart geeft en ze dan die avond oproept, dus weet u al over hen.” “Vraag de mensen later. Ze zullen het u vertellen. Ik heb ze nooit tevoren in mijn leven gezien.” “Misschien leest u hun gedachten.” “Hoe zou ik hun gedachten kunnen lezen? Ik kan zelfs hun taal niet spreken. Wanneer ik de visioenen vertel, moet ik soms hun namen letter-voor-letter spellen, omdat ik ze niet kan uitspreken.” “Misschien gebruikt u geestelijke telepathie om te lezen wat ze op hun gebedskaarten hebben geschreven.” “Kan geestelijke telepathie blinden de ogen openen? Broeders, wees redelijk. Wie is het die de zieken kan genezen en de toekomst voorzeggen? Gelooft u zelfs niet in een alwetende, almachtige God?” “O, wij geloven in God – maar dit is zo anders dan wat ons werd geleerd.” Bill begon moe te worden van hun wankelmoedige meningen. Hij zei: “Broeders, uw probleem is dat u geestelijk blind bent en dat is heel wat erger dan fysiek blind te zijn. De ogen in uw hoofd zien dingen die profeten en grote mannen hebben verlangd te zien, en nog steeds wilt u het niet geloven. Terecht sprak Jesaja over u, zeggende: „Gij hebt ogen maar kunt niet ontvangen zien; en oren, maar gij kunt niet horen.‟ “ 41 Hij sprak deze duidelijke woorden op vriendelijke toon, die ze liet 40 41
Verwijzend naar: Markus 3: 22-30 Verwijzend naar: Jesaja 6: 9-10; Matthéüs 13: 11-17
89
klinken als een vriendelijke waarschuwing, en ze schenen vriendelijk te worden door zijn toehoorders. Het vragen stellen ging een poosje door. Ten slotte vroeg Bill iedereen om op te staan en met hem in
Afb. 28
Foto 1
Afb. 29
Foto 2
Afb. 28 – 29 – 30 – 31 Tijdens een predikers bijeenkomst in Lausanne wordt een neerdalend licht gefotografeerd boven William Branham.
gebed te gaan. Plotseling voelde hij de tegenwoordigheid van de engel van de Heere.. “Even een ogenblik, heren. Degene over wie ik spreek, is nu hier.” Op die wenk knipte de beroepsfotograaf een serie snel op elkaar volgende foto‟s. Tezelfdertijd opende een visioen een openbarings
90
venster voor de evangelist. Bill zei: “De man met grijs haar die tegenover mij aan de tafel staat, is een Italiaan. Meneer, u bent de leider geweest van 32.000 communisten. U werd Katholiek opgevoed, maar
Afb. 30
Foto 3
Afb. 31
Foto 4
later pakte u een Bijbel op en las waar Jezus Christus, de Zoon van God, stierf om u te redden van uw zonden – en u hebt het aangenomen. Nu leidt u een weeshuis en een school hoog in de bergen. De reden dat u uw ontbijt niet hebt aangeraakt, is, omdat u een maagzweer hebt die u vele keren niet toelaat om iets te eten.” De Italiaan bevestigde dat elk woord ervan waar was. Bill zei: “Zo spreekt de Heere: „Ga heen en eet uw ontbijt. Uw
91
maag is genezen.‟” Behoedzaam proefde de Italiaan een hap ei. Toen die hap fijn binnenbleef, viel hij op zijn voedsel aan als een man die zojuist uit een communistische gevangenis was vrijgelaten. Bill vroeg de predikers in de eetaal: “Welk soort gebedskaart-telepathie gebruikte die man?” Toen de professionele fotograaf de negatieven ontwikkelde, toonde hij ze onmiddellijk aan Guggenbühl, die op zijn beurt vier van deze foto‟s aan Bosworth en Branham liet zien. Dr. Guggenbühl kon zijn opwinding nauwelijks verwerken. Deze vier achtereenvolgende foto‟s namen duidelijk op, dat de engel van de Heere neerdaalde in de eetzaal. De eerste foto leek normaal. Ze toonde 40 predikers, die voor hun tafels staan om te bidden. De staf van het hotel had deze tafels met elkaar verbonden in een rechthoekig patroon met de langste twee rijen tafels in noord-zuid richting. De predikers stonden aan beide zijden van hun tafels met het gezicht naar elkaar toe; met hun hoofden gebogen. De camera was vastgezet bovenop een hoge driepoot in het midden van de zuidkant van de zaal. Aangezien Bill met het gezicht naar de camera stond, vanuit het midden van de tafel aan de noordkant van de zaal, gaf de foto een helder, maar van ver weg genomen beeld van zijn hoofd. Dr. Guggenbühl kon zijn opwinding nauwelijks verwerken. Deze vier achtereenvolgende foto‟s namen duidelijk op, dat de engel van de Heere neerdaalde in de eetzaal. De eerste foto leek normaal. Het toonde 40 predikers, die voor hun tafels staan om te bidden. De staf van het hotel had deze tafels met elkaar verbonden in een rechthoekig patroon met de langste twee rijen tafels in noord-zuid richting. De predikers stonden aan beide zijden van hun tafels met het gezicht naar elkaar toe; met hun hoofden gebogen. De camera was vastgezet bovenop een hoge driepoot in het midden van de zuidkant van de zaal. Aangezien Bill met het gezicht naar de camera stond, vanuit het midden van de tafel aan de noordkant van de zaal, gaf de foto een helder, maar van ver weg genomen beeld van zijn hoofd. Achter hem bevond zich een wand die helemaal bestond uit glazen ramen en glazen deuren, die uitzicht boden op de hotel lobby. De ramen naar buiten bevonden zich aan de rechterkant van de foto,
92
dus verlichtte de ochtendzon de oostkant van alles in het vertrek, en zette intussen al de westelijke zijden in de schaduw. Op de tweede foto waren de schaduwen verstrooid en anders vallend, niet door de elektrische plafondlampen (waarvan op de foto te zien was dat ze uitgeschakeld waren), maar door een vreemde vuurbal, die halverwege de vloer en het hoge plafond hing, schijnbaar direct neerdalend boven de plaats waar Bill stond te bidden. Dit bovennatuurlijke licht was ongeveer één meter tot één meter twintig in doorsnee en scheen zo snel te vibreren dat de camera zijn vorm niet kon bevriezen, wat de omtrekken ervan rafelig en onscherp liet. De derde foto toonde deze „katoenpluis-bol-van-licht‟ rond Bills hoofd, wat zijn hoofd volledig aan het oog onttrok. Op de vierde foto zaten al de predikers, op Bill en zijn vertaler na. Het licht was gekrompen tot ongeveer zestig centimeter in doorsnee en zag er nu uit als een stralenkrans achter Bills hoofd - hoewel het een asymmetrische stralenkrans was, met overwegend het gewicht op zijn rechterschouder. Bill had zijn linkerhand opgeheven ter hoogte van zijn ogen, klaarblijkelijk een punt benadrukkend terwijl hij sprak. Dr. Guggenbühl zei: “De fotograaf gebruikte een camera van Duitse makelij die een van de beste ter wereld is. Hij nam een 12-tal foto‟s in de eetzaal vóórdat hij déze nam, en hij nam een dozijn foto‟s nádat hij deze nam – en ze wezen alle uit normaal te zijn, dus het kon niet zijn dat er iets verkeerd was met de camera.” Bill onderzocht de foto‟s zorgvuldig. “Dat is de engel van de Heere, goed. Kijk, op deze eerste foto, waar iedereen stáát – dat is toen ik het eerst de aanwezigheid van de engel voelde. Dan hier op de tweede foto, kunt u de engel zien als een vuurbal die in mijn richting naar beneden komt. Op de derde foto ziet u, dat het volledig mijn hoofd bedekt. Dat was toen het visioen plaatsvond. Hier op deze laatste foto ziet u hem mij verlaten. Merk op hoe hij zich verwijderde van mijn rechterzijde. De engel staat altijd aan mijn rechterkant. Dat is waarom ik altijd in mijn samenkomsten de rij vanaf mijn rechterkant laat komen, zodat de mensen bij de engel zullen staan.” “Denkt u dat dit die predikers zal overtuigen?” “Als ze waarachtige gelovigen in God zijn, zal dat zo zijn. Als ze geen ware gelovigen zijn, zal hen niets gaan overtuigen.” Net als in Zürich twee maanden daarvoor, was deze tweede
93
Europese campagne van 1955 een fenomenaal succes. De balans opmakend van de reactie op deze twee weken van samenkomsten, schatte het Branham team dat 100.000 mensen ófwel hun levens aan Jezus Christus hadden toegewijd, óf door Hem waren genezen. Tijdens zijn laatste prediking in Lausanne vermaande Bill opnieuw de Zwitserse Reformed Church vanwege hun geloof dat Jezus niet maagdelijk geboren was. Hij predikte: “Niet lang geleden in Amerika zei een vrouw tegen me: „Broeder Branham, u pocht teveel over Jezus in Zijn aardse wandel. U maakt Hem Goddelijk.‟ Ik zei: „Hij was Goddelijk‟. Ze zei: „Hij was een groot profeet, maar Hij is nog steeds gewoon een mens, en ik kan dat bewijzen door de Bijbel.‟ Ik zei: „Ik zou graag willen zien hoe u dat probeert.‟ Ze sloeg Johannes hoofdstuk 11 op, en las me het gedeelte voor over dat Jezus weent aan het graf van Lazarus. Ze zei: „Alleen een mens zou kunnen wenen.‟ Ik zei: „Dame, Hij was een mens toen Hij weende bij het graf van Lazarus. Maar toen Hij Lazarus beval om eruit te komen, en een man die vier dagen dood was geweest, ging staan en weer lééfde, was dat meer dan een mens; dat was meer dan een profeet – dat was God!‟ “Jezus was een mens, toen hij in slaap viel in de boot. Hij was zo vermoeid van de hele dag prediken en bidden voor de zieken, dat de storm Hem niet deed ontwaken. Die kleine vissersboot werd door de hoge golven heen en weer geslingerd als een flessenkurk. Tienduizend duivels van de zee zwoeren dat ze Hem die nacht zouden verdrinken. Hij was een mens, toen Zijn discipelen Hem wakker schudden, maar toen Hij opzag naar de hemel en zei: „Zwijg, wees stil,‟ en de storm Hem gehoorzaamde, 42 was dat meer dan een mens – dat was God!“ “Hij was een mens, toen Hij aan het kruis hing en stierf voor onze zonden, het allergrootste offer. Maar op Paasmorgen, toen de steen weggerold werd van Zijn graf en Hij tevoorschijn kwam, bewees Hij dat Hij God was!” 43
*** 42
Verwijzend naar: Markus 4: 36-41; en naar: Matthéüs 8: 23-27 en Lukas 8: 22-25. 43 Verwijzend naar: Matthéüs 28: 1-15; Markus 16: 1-14; Lukas 24: 1-49; Johannes 20: 1-23.
94
HOOFDSTUK 74 De Engel Leert Hem Hoe te Vissen 1955
NA ZIJN ZOMER CAMPAGNES IN EUROPA belegde William Branham nog slechts twee lange campagnes voor het laatste kwartaal van 1955. Hij predikte acht avonden in Chicago, tijdens de eerste twee weken van oktober, vlak voor hij op zijn gebruikelijke herfst jachttocht ging in de Rocky Mountains van Colorado. In november belegde Miner Arganbright een 11-daagse campagne in San Fernando, Californië. Deze samenkomsten in Californië werden gehouden in een canvas circustent, die de Gemeenschap van Volle Evangelie Zakenlieden opzette op een stuk grond, hopend dat een neutraal terrein de denominationele scheidslijnen zou overwinnen, die Bills pogingen in Orange County over de afgelopen twee jaar hadden gehinderd. Een neutrale plek hielp niet. Op de eerste avond van de campagne vulde het gehoor minder dan de helft van de zitplaatsen in de reusachtige tent. Het is waar: het was woensdagavond, maar diensten in het midden van de week waren geen belemmering geweest voor zijn campagnes in andere delen van Amerika. Ondanks het kleine gehoor predikte Bill met even veel oprechtheid tot de honderden mensen in de tent als hij tot duizenden zou hebben gedaan. Hoewel zijn samenkomsten altijd niet denominationeel waren geweest, waren veel van zijn begunstigers Pinkstermensen, eenvoudig omdat Pinkstermensen sterk geloofden in gaven van de Heilige Geest, zoals tongentaal, profetie, Goddelijke genezing en wonderen. Op vrijdagavond predikte Bill een prediking die hij noemde: “Waar Ik Denk Dat Pinksteren Faalde.” Hij wilde dat de gemeente omkeerde. Hij zei: “Als wij weten waar we onze fout maakten, is het beste om te doen: regelrecht daarheen teruggaan en vanaf dat punt weer opnieuw beginnen.” Hij vertelde over twee soorten Christenen: fundamentalisten en Pinkstermensen. Zeggend dat de fundamentalisten weten waar ze staan in de Bijbel, maar dat ze niet veel geloof hebben om met hun kennis te verenigen. Aan de andere kant hebben de Pinkstermensen een heleboel geloof, maar al te dikwijls kennen ze niet hun positie in
95
de Schriften. Het is als twee mannen, van wie de een geld op de bank heeft, maar niet weet hoe een check uit te schrijven; en de andere man weet hoe hij een check moet uitschrijven, maar heeft helemaal geen geld op de bank. Als die twee mannen samen zouden kunnen gaan, zouden ze iets kunnen kopen. Evenzo voelde Bill, dat als fundamentele leer en Pinkstergeloof in meer harten gecombineerd zouden kunnen worden, er een geweldige opwekking zou losbarsten. Hij zei: “Als u Christenen slechts zouden kunnen beseffen dat u nu (tegenwoordige tijd) de zonen en dochters van God bent, dan zou u een blanco check kunnen invullen voor wat ook dat God heeft beloofd. 44 In plaats daarvan duwt u de zegeningen ver weg ergens naar de toekomst. In het Duizendjarig Rijk zult u Goddelijke genezing niet nodig hebben. Nú bent u de kinderen van God, en medeerfgenamen met Jezus. Alles waarvoor Jezus stierf op Golgotha, is uw bezit. Satan wil niet dat u dat beseft, maar als u slechts God op Zijn Woord zult nemen, zijn uw hulpbronnen onbeperkt.” Hij vertelde een geschiedenis om te illustreren wat hij miste in de levens van zoveel Christenen. Toen Rev. Billy Graham een evangelisatie campagne hield in Louisville, Kentucky, vulden meer dan 30.000 mensen beslissingskaarten in, uitsprekend, dat ze voor Jezus Christus zouden gaan leven. Een paar maanden later kwam Billy Graham terug om het na te gaan over deze „bekeerlingen‟ en was verbaasd, toen zijn team slechts een paar honderd mensen kon vinden die nog steeds leefden voor de Heere Jezus. Waarom zou dat zijn? Bill legde uit dat er twee verschillende manieren zijn om tot Christus te komen. De ene manier is via een intellectuele beslissing; de andere manier is door een „wedergeboorte‟-ervaring. De ene soort is een keuze van het verstand; de andere is een verandering in het hart. Jezus zei: Gij moet wederom geboren worden. 45 Dat is een geestelijke geboorte, niet een intellectuele opvatting. Vervolgens schetste Bill wat hij dacht dat er fout was gegaan met de Pinksterbeweging. Hij benadrukte dat hij niets tegen de mensen had in de verschillende organisaties, er opmerkzaam op makend dat hij vrienden had in alle denominaties. Het was de grondgedachte achter georganiseerde religie die hem zorgen baarde. 44 45
Verwijzend naar: I Johannes 3: 2 Verwijzend naar: Johannes 3: 7
96
Hij legde uit dat de Rooms Katholieke Kerk voor het eerst het Christendom organiseerde, en honderden jaren lang haar ideeën opdrong aan miljoenen ongeletterde mensen. Maarten Luther scheidde zich af van het Katholicisme, en volgde de Vuurkolom. Luther predikte dat mensen hun redding niet konden verdienen; veeleer dat deze als een gave van God kwam. Luther benadrukte het Schriftgedeelte: De rechtvaardige zal uit geloof leven. 46 Ongelukkigerwijs organiseerden Luthers volgelingen zich in een eigen denominatie. De Vuurkolom ging verder, meer licht verspreidend naarmate ze voortging, maar de Lutheranen Afb. 32 konden niet met haar mee bewegen, omdat ze al Maarten Luther documenten hadden opgemaakt, waarin stond wat ze geloofden. Later volgde John Wesley de Vuurkolom in een boodschap van reiniging en heiliging, en noemde dit het tweede werk der genade. Zijn prediking veroorzaakte in Engeland een opwekking, die de wereld rond zweepte. Ongelukkigerwijs organiseerden zijn volgelingen de Methodistenkerk en kerfden ze hun leerstelling in steen. De Vuurkolom ging verder, maar de Methodisten konden zich niet met haar mee bewegen, omdat ze reeds georganiseerd waren rond hun leerstellingen. In 1906 wierp de Vuurkolom meer licht Afb. 33 op de doop van de Heilige Geest, gaven van de John Wesley Heilige Geest voortbrengend, zoals spreken in tongen en profetie. De mensen die dit Licht ontvingen, noemden zich Pinkstermensen. Het werd de snelst groeiende Christelijke beweging ter wereld. Dus wat deed de duivel? Hij bepraatte de Pinkstermensen om zich te organiseren, wat maakte dat ze grenzen gingen trekken en omheiningen gingen bouwen. Ook zij graveerden hun leerstellingen in steen, precies zoals eerdere bewegingen deden. Bill waarschuwde zijn gehoor: “De Vuurkolom trekt weer uit, en de Pinkstermensen zijn zó georganiseerd, dat ze er niet in mee kun46
Verwijzend naar: Habakuk 2: 4; Romeinen 1:17; Galaten 3:11; Hebreeën 10: 38.
97
nen gaan. Gods Vuur zal door blijven gaan, net zoals het gebeurde in elk tijdperk. Dus trek nooit grenslijnen. Het is in orde om te zeggen: „Ik geloof dit,‟ maar sluit het niet af met een punt; sluit het af met een komma, wat wil zeggen: „Ik geloof dit, plus zoveel meer als God aan mijn hart zal openbaren.‟” Voor het overige van deze San Fernando campagne predikte Bill zijn gebruikelijke geloofsopbouwende predikingen, bedoeld om mensen te inspireren om Jezus Christus als hun Redder en Heelmeester aan te nemen. Elke avond gebeurden er wonderen in de gebedsrijen. Normaal zou dit het gehoor stormachtig hebben moeten doen toenemen, zo snel als mond-op-mond reclame het nieuws maar zou kunnen verspreiden. In San Fernando, Californië, werkte het niet op die wijze. Het aantal toehoorders bleef klein. Met de campagne vijf dagen aan de gang meldde Miner Arganbright dat de collectes ver achter lagen op de onkosten. Hij vroeg Bill om hem toe te staan om er bij de mensen een beetje op aan te dringen, om meer geld in de collecteschaal te doen, wanneer die elke avond onder het gehoor werd doorgegeven. Zoals altijd weigerde Bill om wie dan ook toe te staan om in zijn samenkomsten om geld te vragen. Hij kende andere evangelisten die lang en hard aandrongen op grotere giften. Bill dacht altijd dat zulke tactieken de geloofwaardigheid aantastten. Toen zijn eigen bediening begon, had hij de Heere beloofd dat hij nooit om geld zou vragen, en hij was vastbesloten om zijn belofte te houden. Na de laatste dienst op 20 november, vertelde Miner Arganbright tegen Bill dat de San Fernando campagne was geëindigd met een schuld van $15.000,-. Bill reed terug naar de motelkamer waar hij en zijn vrouw en zoon verbleven. Het was twee uur in de morgen. Hoewel ze van plan waren om rond half vijf naar huis te vertrekken, had Bill niet het gevoel om te gaan slapen. In plaats daarvan liep hij bij de motelkamer weg, vond een afgezonderd plekje en knielde daar neer om te bidden. Een heldere maan verbleekte de sterren. Weldra drong de kille nachtlucht door de dunne stof van zijn broek, wat maakte dat hij onwillekeurig huiverde. Hij merkte het ongemak nauwelijks op. Hij dacht aan de belofte die hij aan God had gedaan, negen jaar geleden, toen hij voor het eerst begon met deze geloofs-genezingscampagnes. Toen de engel van de Heere hem zei om deze gave van goddelijke genezing mee te nemen naar de volkeren van de wereld,
98
besefte Bill, dat een dergelijke enorme taak hem aan geweldige verzoekingen zou blootstellen. In de Bijbel merkte hij dat er drie gevaren waren, die een bediening konden ruïneren: geld, vrouwen en populariteit. Bileam viel omdat hij hebzuchtig was; Simson viel omdat hij Delila begeerde, en Koning Saul viel , omdat zijn trots veroorzaakte dat hij God ongehoorzaam was, zodat hij populair kon zijn bij zijn volk. 47 Bill voelde, dat noch vrouwen noch populariteit hem erg zouden kunnen verzoeken, maar over geld was hij niet zo zeker. Hij besefte dat het duizenden dollars zou kosten, om rond de wereld grote campagnes te houden. Was het mogelijk dat Satan dit gebrek aan geld zou kunnen gebruiken om hem te laten struikelen? Om er zeker van te zijn dat dit nooit gebeurde, beloofde Bill aan God dat hij op het veld zou blijven, als God in zijn behoeften voorzag en hij nooit om geld hoefde te bedelen. Negen-en-een-half jaar lang had God in al zijn financiën voorzien - tot deze week. Heel zijn gebed door worstelde Bill met besluiteloosheid. Hij wist dat God hem speciaal voor een werk geroepen had en hij had God beloofd dat hij dat werk zou doen, zolang als God in de fondsen voorzag. Hij had dat tot aan deze week gedaan. Dus, wat hoorde Bill nu te doen? Zou hij doorgaan met het werk te doen, waarvoor God hem had aangesteld, of zou hij zijn belofte aan God houden en stoppen met het evangelisatie-veld op te gaan? Twee uur lang bad Bill om een aanwijzing, worstelend met elke mogelijkheid die hij zich kon indenken. Even na vier uur stond hij op, borstelde het stof van zijn knieën, en liep langzaam terug naar de hotelkamer. Zijn keuze scheen duidelijk – hij moest zijn belofte aan God houden en stoppen met evangeliseren. In het westen ging de maan onder. De oostelijke hemel begon lichter te worden naarmate de dageraad vorderde. Meda en Billy Paul waren de auto aan het pakken. Bij het zien van de tranensporen op het gezicht van haar man, vroeg Meda als vanzelf: “Bill, wat is er aan de hand?” “O, ik was even buiten aan het praten met de Heere.” Hij kon zich er niet toe krijgen om te zeggen, dat hij ermee stopte. Hij besloot het zijn gezin mee te delen in Arizona. Toen ze de grens met Arizona 47
Verwijzend naar resp.: Numeri 22-24, Richteren 16; 1 Samuël 15.
99
overstaken, kon hij het nog steeds niet opbrengen. Texas - hij zou het ze in Texas vertellen. De smalle strook Texas waar ze door reden, kwam en ging, en nog steeds hield hij zich stil, nadenkend… Wat probeerde God hem te vertellen? Het waren niet alleen de kleine aantallen toehoorders in San Fernando, die vragen bij hem opriepen. Tijdens de laatste paar maanden had hij overal door het land een verandering zien optreden. Terwijl hij ééns duizenden brieven per week kreeg, kreeg hij er nu slechts honderden. Natuurlijk had dit zijn financiën niet veranderd. Slechts zelden bevatte een enkele van deze brieven geld. Hij verstuurde gebedsdoekjes kosteloos. Wat hij zich afvroeg, was de afnemende interesse in zijn bediening. Zou het iets te maken hebben met zijn besluit om meer leerstellig te onderwijzen? Hij vroeg zich af wat hij nu behoorde te doen. Hoe zou hij in het onderhoud van zijn vrouw en kinderen moeten voorzien? Hier zat hij dan: 46 jaar oud, met weinig opleiding, minimale ervaring in zaken en erg weinig goed in de markt liggende vaardigheden. Misschien kon hij zijn baan bij Openbare Werken van Indiana terug krijgen. Misschien zouden hij en Banks Wood samen een zaak kunnen opzetten in huizen bouwen. Banks was een goede timmerman. Bill nam aan dat hoe sneller hij terug aan het werk ging, des te sneller hij die $15.000,- zou kunnen afbetalen die hij in de schuld stond. Het scheen ironisch dat hij plotseling zo diep in de schuld kon zitten. Als hij een honderdste van het geld dat mensen hem hadden aangeboden, zou hebben gehouden, dan zou hij tegen deze tijd multimiljonair zijn geweest. Hij had deze giften altijd afgewezen. Hij voelde dat als hij een grote bankrekening had, hij op geld zou mogen vertrouwen in plaats van op de Heere te vertrouwen. Zijn gemeente betaalde hem een bescheiden salaris van $.100,- per week. Het meeste geld dat werd opgehaald tijdens zijn campagnes ging naar het betalen van de campagne onkosten. Als er wat geld overbleef, gaf hij het aan Christen zendelingen of voor liefdadige doelen. Deze benadering hield zijn cheque-rekening-courant van „Branham Campagnes‟ op rond de nul dollar. Het zou niet de meest zakelijk manier mogen zijn om zijn bediening te behartigen, maar hij had dan ook nooit geprobeerd om een goed zakenman te zijn; hij probeerde gewoon een goede evangelist te zijn. Kort geleden had hij bericht gekregen van de Belastingdienst dat
100
ze zijn campagne financiën wilde controleren. Hij maakte zich geen zorgen over een onderzoek, maar het leek vreemd dat de Belastingdienst juist op dit speciale moment zijn bediening wilde bekijken. Wat probeerde de Heere hem te vertellen? Was er nog steeds iets verkeerd met zijn dienst? Was het nodig dat er iets anders diende te veranderen? Niemand kon ontkennen wat een grote invloed zijn bediening in de afgelopen tien jaar had gehad op de Christelijke kerk. Afgezien van de honderdduizenden mensen die gered en genezen waren in zijn campagnes, had hij honderden gelijksoortige bedieningen geïnspireerd. Veel van deze nieuw opgekomen bedieningen waren echt met de Heilige Geest vervulde mannen – maar niet allemaal, en misschien lag daarin het probleem. Sommige van deze na-apers probeerden om een bediening na te doen die ze niet begrepen, en zo zaaiden ze geestelijke verwarring onder de mensen. Bill dacht aan het 16 jaar oude meisje dat kort geleden naar zijn huis kwam voor een onderhoud. Ze was angstig omdat een of andere prediker in Californië, die beweerde de gave van onderscheiding te hebben, haar vertelde dat ze kanker had. Toen Bill haar rechterhand in zijn linkerhand nam, kon hij haar meteen vertellen dat ze géén kanker had. Het meisje verliet opgelucht zijn huis. Bill vroeg zich af hoeveel ándere mensen die bepaalde prediker had misleid. Eens bezocht Bill een samenkomst waar een man beweerde de gave van gezondmaking in zijn rechterhand te hebben. Elke keer dat hij iemand aanraakte om voor ze te bidden, riep hij: “Voelde u dat? Voelt u het?” Na de samenkomst ontmoette Bill hem achter de tent en zei: ”Het is een leugen, en u weet het. U kunt zeker heel wat mensen voor de gek houden, maar op een dag zult u zich ervoor hebben te verantwoorden voor God; en wat dan?” Een andere keer bezocht Bill een samenkomst waar een vrouw beweerde de gave van onderscheiding te hebben. Ze zei dingen zoals: “De Heere vertelde me dat iemand in het gehoor teruggevallen is,” en: “De Heere vertelde me dat iemand hier een nierkwaal heeft. Wilt u uw hand opsteken als u diegene bent?” Bill dacht: “In elke grote menigte kan het bijna niet anders dan dat er teruggevallen Christenen zijn en mensen die iets aan de nieren hebben. Dat is geen geestelijke onderscheiding – ze gebruikt psychologie.” Bij een andere kerkdienst zag Bill hoe een prediker bad voor een
101
man met een hartkwaal, door hem op en neer te rukken, terwijl de vrouw van de prediker op de vloer sloeg met een stok en riep: “Ksh! Ga uit hem, duivel! Ksh, ksh!” - Nog erger zelfs dan dit was de evangelist die zijn patiënten met zijn vuist in de maag stompte, bewerend dat hij de duivels dwong om eruit te gaan. Een andere keer hoorde Bill een man zeggen dat hij ziekten en demonen kon ruiken. Waarom zou wie dan ook luisteren naar zulke on-Schriftuurlijke rommel? Geen wonder dat de wereld spotte en lachte bij de gedachte aan Goddelijke genezing. Geen wonder dat zoveel Christenen in de war waren over geestelijke gaven. Met zoveel vervalsing er omheen, maskeerde dit het echte. Weer een dag ging voorbij, terwijl de kilometers onder zijn wielen wegrolden – Oklahoma, Missouri, Illinois, en ten slotte Indiana. Toen ze bijna thuis waren vertelde Bill zijn gezin over zijn besluit om te stoppen met evangeliseren. Billy Paul zei: “Pa, u kon maar beter voorzichtig zijn. Zei Paulus niet: „Wee mij als ik het Evangelie niet predik?” 48 “Ik heb nooit gezegd dat ik zou stoppen met het Evangelie te prediken. Ik zei dat ik zou gaan stoppen met deze evangelisatie campagnes. Ik zal nog steeds prediken in de tabernakel. Misschien kan broeder Neville de zondagochtend diensten nemen, en ik kan Afb. 34 de zondagavonden nemen. Branham Tabernacle in de 50er jaren Ik zou misschien zelfs een hal mogen huren voor een internationale samenkomst waar ik voor de zieken bid.” De nacht was gevallen, maar de zwakke lichtjes van het dashboard openbaarden de bezorgdheid op Meda‟s gezicht. Ze zei: “Bill, je weet dat ik het heerlijk zou vinden om je thuis te hebben bij mij en de kinderen. Maar kijk naar wat je bediening heeft gedaan. Het heeft een wereldwijde opwekking gestart. Ik kan niet zien waarom God je 48
Verwijzend naar I Corinthiërs 1
102
op deze manier zou laten stoppen. Ik hoop dat je weet wat je doet.” “Wel, ik weet één ding: het is nodig dat ik mijn belofte aan God houd.” “God heeft u nooit verteld om het veld te verlaten,” zei Billy Paul. Dat is iets dat ú Gód vertelt.” “Je hebt gelijk, zoon. Wíj verwachten dat God Zijn beloften aan óns houdt, zo behoorden wij te proberen om onze beloften aan Hém te houden.” “Papa, ik denk dat u een vergissing begaat.” “Als dat zo is, laten we dan bidden dat God me zal corrigeren.” Rond vier uur in de morgen kwamen ze thuis. Voordat Bill zijn bed in kroop, bad hij nog eens of God hem wilde tonen wat hij vervolgens moest doen. Toen, ondanks zijn zorgelijke gedachten, viel hij in slaap. Meda stond om 6 uur op, zodat ze Becky klaar kon maken voor school. Haar bewegingen in de kamer wekte Bill. Hij ging op de rand van het bed zitten en wreef zijn slaperige ogen uit. “Lieverd, vanmorgen zal ik Publieke Werken bellen en zien of ik mijn oude baan terug kan krijgen. Als ik die niet kan krijgen, zal ik zien of broeder Banks met mij in zaken wil gaan. Ik moet wat geld gaan verdienen, zodat ik kan beginnen met die schuld af te betalen.” “Bill, je hebt mij verteld dat een paar van de broeders in Californië voor die campagne hebben getekend. Dus in die zin is de schuld al betaald.” “Dat is waar, maar dat was niet mijn belofte aan God. Zoals ik het zie, ben ik nu die broeders $15.000,- schuldig.” “Bill, ik hoop dat je weet wat je doet,” zei Meda. “Wel, ik denk…” Hij maakte zijn zin niet af. Er gebeurde iets vreemds. In plaats van naar zijn vrouw te kijken, keek hij toe hoe langs een stoffige weg twee slonzige jongens naar hem toe kwamen lopen. Hun blote voeten wierpen een stofwolk op die neerkwam op hun haveloze broeken. Ze hadden geen overhemd aan. Beide jongens hadden wild opstaand zwart haar, donkere ogen, en een bruine zongebakken huid. Een van hen trok een kar met houten wielen. “Lieverd”, zei Bill, “kijk eens wie daar aankomt.” “Waar heb je het over?” vroeg Meda. Nu was Bill al te ver in het visioen om haar te antwoorden. Toen verliet zijn vrouw de kamer en werd het visioen alles...
103
Iets krachtigs droeg hem voorbij de kinderen totdat hij bij Miner Arganbright kwam, die glimlachte en zei: “Broeder Branham, alles is gereed. We hebben al de gebedskaarten uitgegeven en we hebben een manier om u naar binnen en naar buiten te krijgen. De samenkomst is al begonnen, dus ga door, naar binnen.” “Dank u, broeder Arganbright.” Bill liep zijn vriend voorbij naar een openlucht arena, gevuld met duizenden mensen met een bruine huidskleur. De menigte luisterde naar een prediker, die sprak vanaf een podium dat in het centrum van de arena was opgebouwd. Bill vroeg aan een groep predikers: “Wie is die man?” Een prediker met blond haar zei: “Ze hebben hem daar neergezet.” “Wie zijn „zij‟”? vroeg Bill. Zonder hem te antwoorden, liepen de predikers weg, allemaal, behalve de man met blond haar. Op dat moment zei de prediker op het podium: “U kunt allen heengaan.” De menigte begon weg te gaan. “Dat hoorde hij niet te hebben gedaan,” protesteerde Bill. “Hij heeft geen uitnodiging gedaan.” “Het is in orde,” zei de blonde man, terwijl hij een zak met geld omhoog hield en hem heen en weer schudde, zodat Bill de munten kon horen rinkelen. “We hebben de collecte al opgehaald.” Vol afkeer beet Bill hem toe: “Sinds wanneer is een collecte belangrijker dan zielen winnen voor Christus?” De vraag negerend, zei de man: “U zult later deze middag prediken.” Tegen dat moment was de arena bijna leeg. Er begon een lichte regen te vallen. Bill schimpte: “We mogen blij zijn als hier vanmiddag 12 mensen naar toe komen.” De man haalde zijn schouders op en zei: “Werd Jezus niet achtergelaten met slechts 12 mannen nadat hij de mensen de waarheid had verteld?” 49 Van ergens achter Bills rechterschouder sprak de engel van de Heere: “Hieraan zul je het weten…” Toen nam de engel hem mee, verder het visioen in. Het volgende wat Bill merkte, was dat hij een babyschoentje in de ene hand en een schoenveter in de andere hand 49
Verwijzend naar Johannes 6: 28-69
104
hield. Hij was aan het proberen om deze dikke schoenveter door het hele kleine oogje van het schoentje te rijgen. Hij kon het begin er niet in krijgen. Elke keer als hij probeerde om hem door het gat te duwen, bogen er meer einddraadjes opzij, en die verhinderden om hem er door te wringen. Met te proberen het eind van de veter in een stevige punt te draaien, bleef hij het proberen; maar hoe meer hij het probeerde, hoe verder de veter uitrafelde. De opdracht leek onmogelijk. De doorsnee van de veter was gewoon te groot om in het hele kleine oogje te passen. De engel van de Heere vroeg: “Wat ben je aan het doen?” “Ik probeer dit schoentje in te rijgen, maar ik kan het niet. Ik krijg de veter niet door het gat.” “Je doet het verkeerd. Gebruik het andere eind.” Hij had zich zo intens geconcentreerd op het inrijgen van het babyschoentje, dat hij er niet op had gelet hoe láng de veter was. Hij kwam tot helemaal op de grond, waar hij heen en weer luste tot een behoorlijke hoop. Toen Bill het andere eind had gevonden, kon hij zien dat het klein genoeg was om gemakkelijk door het oogje te gaan. De engel zei: “Begrijp je het niet? Je kunt Pinkster babies geen bovennatuurlijke dingen leren. Als je het probeert, zul je alleen maar vleselijke nabootsingen veroorzaken.” Toen nam de engel hem mee, verder het visioen in, tot hij bij een prachtig meer kwam, omringd door groene bomen. Het water leek zo helder als glas. Bill kon vlakbij de oever scholen kleine vissen zien zwemmen en verder weg ontwaarde hij een paar grote regenboogforellen. Een heleboel vissers waren vanaf de kustlijn aan het inwerpen, maar ze vingen alleen kleine vissen. Bill dacht: “Ik ben een goede visser. Ik denk dat ik die grote forel daarginds kan vangen.” De schoenveter was veranderd in een vislijn, en het babyschoentje was nu tot aas en haak geworden. Een Afb. 35 Regenboogforel vishengel lag op de grond bij zijn voeten. Bill pakte de hengel op en wond de lijn op. Van achter hem zei de engel: “Ik zal je leren hoe je moet vissen, maar ik wil niet dat je wie anders ook vertelt hoe het te doen. Houd het gewoon voor
105
jezelf.” “Ik begrijp het.” “Ten eerste: bevestig aas aan het eind van je snoer en voorzie de haak van lokaas. Werp dan je lijn uit in diep water. Laat het aas een eind zakken, trek er dan zacht aan. Dat zal de kleine vis er naar toe laten komen. Als je voelt dat een ervan aan het aas sabbelt, trek dan opnieuw aan de lijn, even iets harder dan de eerste keer. Dat zal de kleine vissen verspreiden, wat daardoor weer de aandacht van de groten zal trekken. Wanneer je voelt dat een van die grote vissen aan het aas sabbelt , trek dan hard aan, om de haak vast in zijn kaak te slaan. Dan kun je hem met de molen binnenhalen.” Bill begon te doen wat de engel zei. Terwijl hij zijn aas aan de haak aan het doen was, kwamen de andere vissers om te kijken. Deze vissers waren allemaal Christelijke predikers en ze waren opgewonden om hem daar te zien, en zeiden dingen als: “Prijs de Heere, het is broeder Branham. Hij is een echte visser. Laten we kijken hoe hij het doet. Hij kan ons laten zien hoe we veel vis kunnen vangen.” Zich koesterend in al deze belangstelling, zei Bill: “Zeker, ik zal u laten zien hoe het wordt gedaan.” Hij wiep zijn lijn ver het meer in en liet het aas zinken. “Nu, broeders, die kleine vis is fijn, maar we willen de groten ook vangen. Hier is hoe dat je het doet. Geef eerst een zacht rukje aan je lijn. Dat zal de aandacht trekken van de kleine vissen. Wanneer een kleine vis aan het aas knabbelt, trek dan weer aan de lijn, alleen een beetje harder, maar niet té hard. De kleine vis zal zich verspreiden, en de grote vis zal erbij komen om te zien wat er aan de hand is. Een van die grote makkers zal zeker het aas pakken.” Bill demonstreerde deze techniek, waarbij hij zijn eerste zachte ruk aan zijn lijn gaf. Het kon niet missen: een school kleine visjes zwom op zijn glimmend aas af. Dit maakte de predikers enthousiast; ze sloegen elkaar op de rug en ze barsten los: “Halleluja! Prijs de Heere! Dit is wonderbaar!” Hun enthousiasme stak Bill aan. Tegen de tijd dat hij iets voelde knabbelen aan zijn aas, was hij zo volijverig om een vis te vangen, dat hij te hard aan zijn hengel trok, waarmee hij zijn lijn uit het water en helemaal terug op de oever trok. Het snoer viel om hem heen in een grote warboel. Hij had inderdaad een vis gevangen, maar een die zo klein was, dat hij zich afvroeg hoe hij ooit zijn bek over het aas heen had gekregen.De predikers hadden geen interesse meer en liepen naar alle kanten weg.
106
Nu trad de engel van de Heere tevoorschijn. Zijn zwarte haar en olijfbruine huid staken scherp af tegen zijn witte mantel en tulband. Hij kruiste zijn armen voor de borst en zei met gefronst voorhoofd: “Je hebt precies gedaan wat ik je vertelde om níet te doen.” Bill voelde zich beschaamd. “Ik weet dat ik het niet goed deed,” snikte hij, terwijl hij worstelde om de warboel rondom hem te ontwarren. “Ik heb de tweede keer te hard getrokken.” “Laat je lijn niet helemaal in de war komen in dit soort tijden,” vermaande de engel. “Deze les in het vissen is symbolisch voor je bediening. De eerste trek is, toen je mensen bij de hand nam en de vibraties van hun ziekten kon voelen. De tweede trek is de onderscheiding, die je hen de geheimen van hun harten liet vertellen. Ik maakte je een ziener voor de mensen, maar je was altijd bezig om te proberen het uit te leggen. Dat had je niet behoren te doen. Je nam een bovennatuurlijke gave en maakte er een publieke show van. Door dat te doen, heb je gemaakt dat er een heleboel vleselijke nabootsers opstaan die verwarring verspreiden.” “Het spijt me zo. Ik zal proberen om hierna voorzichtiger te zijn.” Tot Bills grote opluchting kreeg hij tenslotte zijn snoer uit de war. De lus strak draaiend, haalde hij zijn hand achteruit om nog eens in te werpen. Voor hij kon inwerpen, nam de engel hem zelfs nog verder mee, het visioen in. Nu stond hij hoog in de lucht – niet buiten; maar het leek meer dat hij binnen in een of andere constructie was. Boven hem strekte zich een koepelvormig plafond uit als van een kathedraal of een gigantische tent. Bill had nooit eerder zo‟n reusachtige kap gezien. Beneden hem zaten duizenden mensen in rijen, met het gezicht naar een podium aan het ene einde van de tent. Honderden mensen knielden voor dit podium, zachtjes huilend en Jezus Christus aanbiddend. Dit was klaarblijkelijk een evangelisatie samenkomst en de prediker had net een uitnodiging gedaan om naar voren te komen. Bill zei: “Nu, dat lijkt er beter op.” Een vriendelijk uitziende heer liep naar de kansel en zei met kalmerende stem: “Terwijl broeder Branham rust, laten wij de gebedsrij vormen. Laat ieder die een gebedskaart heeft zich hier rechts van mij opstellen.” Bill keek in dezelfde richting als de toehoorders – dat wil zeggen: naar de kansel op het podium. Vanuit deze gunstige positie
107
boven de samenkomst zag hij de mensen met gebedskaarten gaan staan en zich naar links begeven, een rij vormend die helemaal doorliep tot de achterkant van de tent en erbuiten. Dit was een groot verschil met zijn huidige samenkomsten. Niet alleen waren er veel meer mensen in de rij dan gebruikelijk, de hele opbouw van de gebedsrij was anders. Vóór de gebedsrij hing een canvas gordijn, die het zicht op het podium belemmerde voor diegenen die beneden. Ook op het podium waren de dingen anders. Tussen de gebedsrij en de kansel stond een rechthoekig gebouwtje van ongeveer 3½ meter breed en zes meter lang, met aan elke kant een deur. Een vrouw die een notitieboek vasthield, stond bij de deur aan de kant van de gebedsrij. Een andere vrouw stond bij de deur vlakbij de kansel. Verlegen met al deze dingen, keek Bill om zich heen naar de engel van de Heere, zodat hij hem om uitleg kon vragen. De engel stond in de lucht naast hem, aan de rechterkant. Boven de engel wervelde dat licht, tongen van vuur rondwerpend, bulderend met het pulserende geluid van een wervelwind. Toen gebeurde er iets dat Bill nooit eerder had gezien. De Vuurkolom ging weg bij de engel van de Heere en zweefde naar beneden door het gehoor, totdat het bij dat kleine gebouwtje op het podium kwam. Gedurende een moment hing het licht boven dat kleine gebouwtje. Toen daalde het recht naar beneden door het dak, de ruimte er onder binnen. Zodra de Vuurkolom uit het zicht was, zei de engel van de Heere: “Ik zal je daarbinnen ontmoeten. Dit is de derde trek.” Nu kwam de gebedsrij in beweging. De eerste patiënt in de rij was een vrouw op de draagbaar van een ambulance. Twee mannen droegen haar door het gordijn, de trap op, en het podium over naar dat kleine gebouwtje. De vrouw die bij deur stond die het dichtst bij de gebedsrij was, schreef de naam en de aandoening van de zieke vrouw op in een notitieboek.Toen droegen de twee mannen de draagbaar de kleine ruimte binnen. De menigte verstomde, terwijl iedereen de aandacht richtte op het rechthoekige gebouw dat op het podium stond. Plotseling ging de deur die het dichtst bij de kansel was, open, en kwam de vrouw naar buiten, haar draagbaar voor zich uit duwend en God prijzend zo luid als ze maar kon. De vrouw met donker haar, die bij de achterdeur van het kleine gebouwtje stond, scheen een verslaggever te zijn. Ze vroeg de genezen vrouw: “Wat gebeurde er daarbinnen?”
108
“Ik weet niet wat er gebeurde,” antwoordde de vrouw. ”Ik was 20 jaar lang verlamd, en kijk nú naar me. Ik voel me alsof ik nooit gebrekkig ben geweest.” De tweede persoon in de gebedsrij was een man op krukken. Hij hompelde de kleine ruimte binnen, maar al gauw kwam hij huppelend de achterdeur uit, jubelend, zijn krukken hoog in de lucht houdend. Weer vroeg de vrouw: “Wat is er daarbinnen gebeurd?” De man antwoordde: “Ik weet het niet. Maar kijk naar me: ik kan lopen!” Bill zei tegen de engel van de Heere: “Ik begrijp het niet. Wat gebeurt er in die kleine ruimte?” “Heeft onze Heere niet gezegd: „Wanneer gij bidt, zult gij niet zijn als de huichelaars. Want zij staan gaarne in de synagogen en op de hoeken der pleinen te bidden, om zich aan de mensen te vertonen… Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader in het verborgene; en uw Vader die in het verborgene ziet, zal het u openlijk vergelden?‟ 50 ”Ja,” dat is wat onze Heer ons zei om te doen.” “Ik zal je in die kamer ontmoeten. Dit is je derde trek. Het zal geen publieke show zijn.” “Ik begrijp het.” De engel droeg hem terug naar beneden die ruimte in, en vertelde hem wat te doen voor de derde keer. Toen vertelde de engel hem een geheim. Verwijzend naar dat gesprek, zei Bill: “Christen vrienden, wanneer ik deze wereld verlaat, zal dat geheim nog steeds in mijn boezem zijn. Maar let op mijn woorden, let u op wat er vervolgens zal gaan plaatsvinden.”
***
50
Verwijzend naar Matthéüs 6: 5-6
109
110
HOOFDSTUK 75 Mexico: Mysterie en Wonderen 1956
TERWIJL HET GRAS in zijn tuin huiverde onder een deken van sneeuw, dacht William Branham na over het meest krachtige visioen dat hij tot nog toe had gezien. Een op mysterieuze wijze afgezegde samenkomst, een mislukte poging om een babyschoentje in te rijgen, een les in vissen, en een mysterieuze kamer bovenop een podium gezet onder een reusachtig baldakijn – deze beelden bleven hangen, en hun verborgen betekenis kwelde hem. Lange tijd hield dit visioen zijn gedachten bezig. Hoewel hij plichtgetrouw geheim hield wat de engel hem gaf in die kleine kamer, de kracht van dat geheim kleurde veel van wat hij in de Bijbel las en veel van wat hij maanden daarna predikte. Op een avond in december 1955 voelde hij zich té opgewonden om in slaap te vallen. Om half elf wekte hij zijn vrouw en vroeg: “Lieverd, kan ik een poosje tegen je prediken?” Meda draaide zich om ten einde naar haar man te kijken. Ze wreef haar ogen uit, glimlachte en zei: “Zeker, Bill, ga je gang.” Tot middernacht predikte Bill tot zijn vrouw. Hij zei: “Het Christelijk geloof is geheel gebaseerd op rust. Een Christen wordt niet heen en weer geslingerd. Een Christen rent niet van hot naar haar. Een Christen redetwist niet, of kookt van woede of maakt zich zorgen over dingen. Een Christen rust. Het is voor een gelovige alles geëindigd op Golgotha. O, er mogen teleurstellingen komen, maar de Christen rust nog steeds, wetend dat God bij machte is om Zijn beloften te houden. Wij Christenen weten dat, ongeacht welke problemen er komen - of het honger is, ziekte, of zelfs de dood - niets ons kan scheiden van de liefde van God die is in Jezus Christus. Wij zijn in rust. Laat dit oude schip heen en weer slingeren op welke manier het ook mag slingeren in de stormen van het leven, ons anker houdt ons veilig op de plaats. Ons geloof rust niet in onze eigen vaardigheden of in onze kerk, of in onze vrienden. Ons geloof rust geheel en al op het volbrachte werk van Jezus Christus. Zeker, allerlei soorten stormen en moeiten zullen opkomen, maar ons schip kan niet zinken omdat we verankerd zijn in het Woord van God.”
111
Op 1 januari 1956 ging hij nader in op dit thema, in een prediking genaamd: „Waarom Worden Mensen Zo Heen En Weer Geslingerd.‟ Hij sprak over die Christenen die voortdurend heen en weer geworpen worden door de stormen van het leven. Dit soort Christen is soms op de bergtop en dan weer in het dal. De ene dag voelt hij zich een overwinnaar, en de volgende dag is hij ontmoedigd. De ene dag aanbidt hij God, en de volgende dag is hij misschien weer terug in de wereld. Waarom? Omdat hij slechts een verstandelijke opvatting heeft over Gods Woord. Hij kwam meer tot Jezus door intellectuele kennis, dan door een bovennatuurlijke ervaring in zijn ziel. Om zijn punt te verduidelijken, gebruikte Bill de geschiedenis van de reis van de Israëlieten van Egypte naar het Beloofde Land. Aangezien de Israëlieten geen voedsel met zich meenamen, gaf God hen elke dag bovennatuurlijk brood, wat zij „manna‟ noemden. De Israëlieten konden dit manna niet opslaan. Als ze het probeerden, dan was het tegen de volgende dag bedorven. Elke morgen moesten ze slechts zoveel manna verzamelen als ze die dag konden eten. Op dezelfde wijze moeten Christenen zich elke dag voeden met Jezus Christus, het Brood des Levens. Hoewel dit manna gewoonlijk niet meer dan één dag bewaard kon worden, waren er een paar uitzonderingen. Aangezien God de Israëlieten bevolen had om maar zes dagen per week te werken, bleef het manna dat ze op de zesde dag verzamelden altijd goed tot en met de zevende. Ook had God Mozes opgedragen om wat manna binnen in de Ark des Verbonds te leggen. De Ark des Verbonds was een rechthoekige kist die in de binnenste ruimte van de tabernakel stond, de ruimte die bekend stond als het Heilige der Heiligen. Het manna binnen in die Ark bedierf nooit; generatie op generatie rook het zo zoet als vers gebakken brood. In geestelijke zin was deze voortdurende frisheid ook beschikbaar voor een Christen. Om uit te leggen wat hij bedoelde, vergeleek Bill het Christenleven met de tabernakel waarvoor God aan Mozes de opdracht gaf om hem te bouwen in de woestijn. De tabernakel bestond uit drie gedeelten: de Voorhof, het Heilige, en het Heilige der Heiligen. 1. De Voorhof: een persoon die de tabernakel naderde, moest eerst de omheinde voorhof binnengaan die onder de blote hemel lag. Daar stond het altaar voor dierenoffers, en het wasvat waar de priesters zich wasten voordat ze de tent binnen gingen.
112
2. Het Heilige: De tent zelf was door een voorhang of gordijn onderverdeeld in twee ruimtes. De buitenste ruimte werd het Heilige genoemd en bevatte een kandelaar met zeven armen voor zeven vlammen. In het Heilige was ook een altaar om wierook op te offeren en een tafel voor toonbrood, dat Gods tegenwoordigheid aanduidde. 3. Het Heilige der Heiligen. De binnenste kamer werd het Allerheiligste, of het Heilige der Heiligen genoemd. Dit heilige binnenste vertrek bevatte slechts één meubelstuk: de Ark des Verbonds. Het deksel op deze ark werd de Genade Troon genoemd. Deze drie delen van de tabernakel symboliseerden de drie stadia van redding: 1. Rechtvaardiging, 2. Heiliging, en 3. De Doop van de Heilige Geest.
Het Heilige der Heiligen →
←Het Heilige
De Voorhof
Afb. 36 De drie afdelingen in de Tabernakel
De tabernakel in de woestijn had slechts één ingang, en alleen diegenen die in Jehova geloofden konden erdoor binnengaan en het altaar zien. Vandaag kan een persoon alleen gered worden als hij of zij in Jezus Christus gelooft, die de enige toegang is tot Eeuwig Leven. Nog steeds: dit is nog maar de eerste stap. Het geloven in Jezus is als het binnengaan in de buitenste voorhof van de tabernakel. De man die de buitenste voorhof binnengaat,
113
gelooft dat Jezus stierf om hem te redden van zijn zonden. Dat maakt hem gerechtvaardigd door geloof. Dat is goed. Maar hij is nog steeds in de openlucht, onderhevig aan elke weersverandering. Sommige dagen zijn zonnig en hij voelt zich geweldig. Andere dagen zijn koud en stormachtig, en hij voelt zich ellendig. Wolken maken dat het licht van zon en sterren voortdurend verandert. Heiliging is het tweede stadium van genade. De man die geheiligd is door het Bloed van Jezus Christus is in een betere positie dan de man die stopt bij rechtvaardiging. De geheiligde man is gestopt met roken, gestopt met drinken, gestopt met liegen, gestopt met stelen, enzovoort. Hij behandelt mensen rechtvaardig en leeft heilig voor de Heere. Hij is als de priester die het Heilige van de tabernakel binnenging. Het Heilige was aangenamer dan de Voorhof. Het beschutte de priester voor de wind en de regen. Daar hoefde hij niet afhankelijk te zijn van de wisselende lichten aan de hemel omdat hij zijn licht kreeg van de gouden kandelaar met zijn zeven vlammen. Maar deze zeven lampen gaven geen perfecte verlichting. De lampen hadden dagelijks aandacht nodig. Soms zouden de pitten verkolen, wat de vlammen dimde en de ruimte rokerig maakte. Soms zou een lamp uitgaan en moest dan opnieuw worden aangestoken… Er is één stadium van redding méér: de doop van de Heilige Geest. Dat is wanneer een Christen voorbij de voorhang treedt, het Heilige der Heiligen binnen, en zijn leven leeft in de Shekina Heerlijkheid van Gods Tegenwoordigheid. De Shekina Heerlijkheid is een mystiek Licht, een zacht gloeiend Licht, constant en uiterst betrouwbaar. Haar oorsprong is God Zelf, dus kan er nooit ook maar enige verandering zijn. Bill zei: “Toch kunnen mannen en vrouwen goede levens leven, en God liefhebben door een verstandelijke opvatting. Maar de werkelijke schuilplaats is in het hart, verborgen met Christus. Wanneer Christus, de Heilige Geest, in uw hart komt, is Hij in u met uw temperament, en leeft Hij Zijn Eigen Leven door Zijn eigen wil, door ú heen. U bent zo toegewijd, dat Christus de soort woorden spreekt die Híj zou spreken, Hij denkt de soort gedachten die Híj zou denken, door u heen. Hij doet de soort werken die Híj zou doen, door u heen. U bent toegewijd en rust.” “Wat een prachtig beeld van een toegewijd Christen - toegewijd,
114
Christus door hem heen werkend. Paulus zei: „Want het leven is mij Christus en het sterven gewin…Niet meer ík, maar Chrístus leeft in mij.‟ 51 Christus levend in de overgegeven ziel van het individu – sprekend door de lippen, denkend door de geest, kijkend door de ogen, en handelend door het temperament. Dan zijn de dingen van de wereld voorbij gegaan. Hoe kan het wat ook anders zijn dan heel de tijd liefelijk en aangenaam? Christus heeft de heerschappij. Amen”. “Ziet u het? Christus is in u, dus uw hele gesteldheid is Christus. Uw houding, uw verlangens, uw smaak, uw alles is Christus; zo bent u toegewijd en in rust, met alles volmaakt. Het geeft niet hoe dof het er ook uitziet, of hoe zwart het lijkt, nog steeds is het hetzelfde: Christus is in u. Hij denkt door uw gedachten op precies dezelfde wijze als Hij zou doen als Hij hier op aarde was. U bent niet langer van uzelf omdat u zich overgegeven hebt.” “Eenmaal per jaar ging Aäron, de hogepriester, de heilige plaats van de tabernakel binnen. 52 De samenkomst lette op hem. Aäron moest juist gezalfd zijn, zich juist kleden en juist lopen. Hij droeg belletjes aan zijn kleed, en als hij liep, dan speelden die belletjes: „Heilig, heilig, heilig, voor de Heere.‟ Hij nam het offerbloed van de verzoening met zich mee. Hij was gezalfd met de roos van Saron, en de zalfolie stroomde van zijn baard regelrecht naar de zoom van zijn kleed. Hij liep het binnenste vertrek binnen in de tegenwoordigheid van God, de voorhang sloot zich achter hem, en hij was verborgen voor de buitenwereld.” “Prijs God, er is een schuilplaats, een rustplaats. U kunt in de tegenwoordigheid van God gaan en verborgen zijn voor de dingen van deze wereld. U zult ze niet meer horen omdat het geluiddicht is. De wereld is buiten, ze houdt de adem in en kijkt toe. U bent binnen, in de tegenwoordigheid van de eeuwige God, etend van dit manna dat nooit bedorven zal zijn en nooit zal opraken.” “Wanneer een mens leeft in de tegenwoordigheid van de Koning, is elke dag fijn. Hij heeft de verborgen plaats gevonden. 53 Hij 51 52
53
Verwijzend naar resp.: Filippenzen 1: 21; Galaten 2: 20 Verwijzend naar: Exodus 30: 10; Leviticus 16; Hebreeën 9:7-14, 25 en 26 Verwijzend naar: Psalm 27: 4 en 5; Psalm 91: 1; Matthéüs 6: 6
115
is achter de voorhang gegaan en die is achter hem gesloten. Hij ziet de wereld niet. Die heilige plaats was geluiddicht gemaakt door schapenvachten en geitenvellen, maar déze heilige plaats is geluiddicht gemaakt door de doop van de Heilige Geest, die een mens verbergt in Christus. Daar wordt hij een nieuwe schepping en wandelt hij op deze manier dagelijks voor God.” 54 “Wat een prachtig beeld van de gelovige in de tegenwoordigheid van God. Alle dingen werden overgegeven aan Christus. Al wat God was, goot Hij uit in Christus. Al wat Christus was, goot Hij uit in de Gemeente. Jezus zei: „Te dien dage zult gij weten dat Ik in Mijn Vader ben, en gij in Mij, en Ik in u‟ .55 O, het voorrecht dat gelovigen hebben, als ze het slechts zouden kunnen accepteren.” Afsluitend zei Bill: “De man die achter die voorhang gaat, sluit de wereld buiten. Hij zit onder de in elkaar sluitende vleugelspitsen van de Cherubs, omringd door de Shekina Heerlijkheid van God. Dat licht verflauwt nooit, gaat nooit uit. De gelovige rust bij de Ark des Verbonds en eet uit de gouden pot met manna die altijd vers is. Hij hoeft zich geen zorgen te maken in de wereld. Voor alles wordt zorg gedragen. God is boven hem, luistert naar zijn gebeden en beantwoordt zijn gebeden. Niet alleen dat, maar deze gelovige leeft regelrecht in de tegenwoordigheid van de Koning der koningen: God in Zijn Shekina Heerlijkheid! Problemen kunnen hem daarbinnen niet bereiken. Hij zal niet naar ze luisteren. Het gejammer van de wereld is buiten gelaten. “Vrienden, als u ooit op die wijze in Christus komt; als u in een plaats kunt komen waar de wereld dood is, en u alleen woont in de tegenwoordigheid van de Koning, dan zal elke dag liefelijk zijn voor uw ziel. O, tjonge! Alles is wel! Alles is wel! Niets kan u deren. O, wat een plaats.” Om dit punt te bewijzen, citeerde hij Hebreeën 10:19-22: 54 55
Verwijzend naar: 2 Corinthiërs 5: 17, Galaten 6: 15-16 Verwijzend naar: Johannes 14: 20
116
“Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het huis Gods hebben, laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam dat gewassen is met zuiver water”. Hij zou dit thema in1956 vele keren herhalen, lerend dat de tabernakel een aardse afschaduwing was van een hemelse waarheid, zoals de apostel Paulus leerde: “Dezen verrichtten slechts dienst bij een afbeelding en schaduw van het hemelse, blijkens de godsspraak, die Mozes ontving toen hij de tabernakel zou gereedmaken. „Zie toe‟, zegt Hij immers, „dat gij alles maakt naar het voorbeeld, dat u getoond werd op de berg.‟” 56 De drie delen van de tabernakel stellen vele dingen voor. In Gods numerologie is drie het getal van de volmaaktheid. Zo heeft God drie verschillende manieren om Zichzelf aan de mensheid bekend te maken: als een Vader, als een Zoon, en als een Heilige Geest. De mens bestaat uit drie delen: een lichaam, een geest en een ziel. Zo heeft ook redding drie stadia: rechtvaardiging, heiliging en de doop van de Heilige Geest. De tabernakel in de wildernis had drie onderdelen: de Voorhof, het Heilige en het Heilige der Heiligen. Bill wist dat zijn eigen bediening ook drie delen zou hebben: de eerste, tweede en derde trek aan die vislijn in dat visioen. De reusachtige tent aan het eind van het visioen had ook drie delen: de samenkomst aan de ene kant, een verhoogd podium aan de andere kant, en dat kleine gebouwtje op het podium. Bill wist dat de eerste en tweede trek de eerste twee fasen van zijn bediening voorstelden: het teken in zijn hand en de onderscheiding door een visioen. Hij wist nog niet wat de derde trek zou mogen zijn, maar de engel maakte duidelijk dat het op een of andere wijze in verband stond met die kleine kamer op het podium waar de Heerlijkheid des Heeren in neerdaalde. De engel zei: ”Ik zal je in die ruimte ontmoeten. Dit is je derde trek. Het zal geen publieke show zijn.” 56
Verwijzend naar: Hebreeën 8: 5
117
De „derde trek‟ was niet het enige deel van het visioen waar hij geen weg mee wist. Hij vroeg zich af hoeveel ervan symbolisch was en hoeveel ervan letterlijk zou gebeuren. Waarom zei die vriendelijk uitziende heer: “William Branham rust”? Waarom was er een gordijn voor de gebedsrij? Waarom ging de rij verder naar helemaal buiten de tent? Waarom gingen de mensen in de gebedsrij die kleine ruimte binnen? Wat gebeurde er in die mysterieuze kamer? Aangezien er geen manier was om te weten hoeveel van het visioen symbolisch was, riep Bill zijn twee zaakwaarnemers (op dat moment Jack Moore en Miner Arganbright) en vroeg hen uit te zien naar de mogelijkheid om de grootste tent die ze konden vinden te huren of te kopen. Miner Arganbright stelde voor om die gedurende een maand op te zetten in Phoenix. Bill stond dat idee wel aan. Omdat zijn campagnes dikwijls met elke dag dat ze in een bepaald gebied verder gingen, aan kracht wonnen, had hij zich altijd afgevraagd of het langer blijven op één plaats, een opwekking zou opleveren. Dit plan viel echter in duigen toen een andere evangelist, A. A. Allen, tijdens dezelfde maand een lange campagne plande in Phoenix. Bill zegde zijn eigen samenkomsten af, in het besef dat het niet zou werken om in Phoenix twee geloofsgenezings campagnes te zelfder tijd te hebben. Miner Arganbright stelde een ander plan voor: een generaal van het Mexicaanse leger, generaal Narciso Medina Estrada, een Christen, had Miner Arganbright gevraagd om een Branham Campagne naar Mexico City te halen. Zou Bill willen overwegen om een paar samenkomsten te houden in Oud Mexico? Toen Bill hierover bad, kwam de engel van de Heere bij hem en zei: “Ik heb je nooit gezegd om naar Phoenix te gaan. Ik zei je om naar Mexico te gaan.” Dat verklaarde een paar meer details over het visioen dat hij afgelopen maand november zag. Die twee haveloze jongens die hij in het begin van het visioen zag, waren Mexicaanse kinderen, en dat waren al die mensen ook, die men liet gaan uit die samenkomst vóór hij een kans had om te prediken. Bill vroeg Miner Arganbright om een campagne te arrangeren in Mexico, waarbij hij hem gedetailleerd vertelde over het visioen dat hij had gezien. Een paar dagen later belde Arganbright terug en zei: “We hebben ons verzekerd van de Stierengevechten Arena in Mexico City. Ze zal rond
118
de 60.000 mensen een plaats bieden. De eerste samenkomst zal zijn op de 16e maart. Ik zal u en Jack Moore op die morgen ontmoeten in het Regas Hotel in Mexico City.” Arganbright kon zijn opwinding niet verbergen: “Broeder Branham, we hebben tenminste een honderdtal predikers uit een 25-tal denominaties die met ons meewerken. Wat meer is: dit is de eerste keer in de Mexicaanse geschiedenis dat hun regering een Protestantse evangelist in hun land heeft welkom geheten. Ik verwacht dat er een paar wonderbare dingen zullen gebeuren.” Bill besteedde de eerste twee maanden van 1956 met de Verenigde Staten rond te vliegen, nu eens hier een avond predikend en dan weer twee avonden daar. Dit waren geen geloofs-genezings campagnes. Hij wilde niet voor de zieken bidden tot hij Oud Mexico had bereikt, aangezien dat is waar hij verwachtte dat zijn nieuwe bediening zou beginnen. Op de 16e maart vloog Bill naar Mexico City, vergezeld van Billy Paul, Jack Moore en Young Brown. Ook reisde Roberto Espinosa met hem mee, een Mexicaans-Amerikaanse prediker die zijn vertaler zou zijn gedurende de campagne. Nadat ze zich hadden gemeld bij het Regas Hotel, huurde hij een taxi om hen naar de stierengevecht arena te brengen. Donkere wolken hadden zich samengepakt en er viel een lichte regen. De taxichauffeur zei: “We hebben niet al te vaak regen in deze tijd van het jaar. ” Bill gaf zijn zaakwaarnemer een por in de ribben en zei: “Wat heb ik u gezegd? Nu, let op, er zal op een of ander manier narigheid zijn als we daar komen. Het stadion zal leeg zijn. “Broeder Branham, hoe zou dat zo kunnen zijn?” “Ik weet het niet, maar dat is wat ik vorig jaar zag in een visioen.” Toen ze bij het stierengevecht stadion kwamen, staarde Jack Moore met ontzetting naar de cirkel van 60.000 concentrische rijen zitplaatsen: allemaal leeg. Hij zei: “Broeder Branham, als ik hiervoor geen gelovige zou zijn geweest ten aanzien van uw gave, dan zou ik het zeker nu zijn.” Later kwamen ze er achter dat er zich die morgen duizenden mensen hadden verzameld in de stierengevecht arena, wachtend tot de avond gebedsdienst zou beginnen. In de namiddag, toen het begon
119
te regenen, had iemand het luidsprekersysteem gebruikt om de menigte te laten gaan. Rev. Abel Medina, een van de hoofdorganisatoren van de campagne, vertelde Bill, dat hij niet wist wie er verantwoordelijk was voor het heenzenden van het gehoor. Het ergst van alles was, dat hun contract voor de stierengevecht arena plotseling was geannuleerd. Op dat moment kon noch Rev. Medina noch generaal Estrada hun vijand bij name noemen, hoewel ze er zeker van waren dat ze de Afb. 37 Generaal Estrada vindt in Tacubaya een voetbalveld met plaats voor 10.000 mensen naam wisten van de organisatie waar hij voor werkte. Jack Moore zei tandenknarsend: “Ik zal gaan uitvinden wie er achter dit fiasco zit.” Bill haalde zijn schouders op. “Ga uw gang en probeer het, maar u zult er niet achter komen. Niemand waarmee u spreekt zal er ook maar iets over weten.” Terwijl Bill en Billy Paul terug naar huis, naar Jeffersonville vlogen, bleven Arganbright en Moore in Mexico City, hopend de zaak te ontwarren. Jack Moore probeerde twee dagen lang om uit te vinden wie de toehoorders had laten vertrekken en de samenkomsten had afgezegd. Hij liep van kantoor naar kantoor, pratend met regeringsfunctionarissen tot zijn kaken pijn deden. Niemand tot wie hij sprak, scheen ook maar iets over de zaak te weten. Ondertussen werkte Arganbright met generaal Estrada en Rev. Medina om de campagne te redden. Aangezien ze hun contract voor de stierengevecht arena kwijt waren, moesten ze een andere passende gelegenheid vinden om de samenkomsten te houden. Ze vonden een plek in Tacubaya, een voorstad van Mexico City. Op zaterdag belde Miner Arganbright Bill op, en vroeg hem om
120
terug te komen naar Mexico. Bill ging naar zijn grot om erover te bidden. „s Zondagsmorgens vroeg zag hij een visioen van dode vis die overal over de grond lag. De engel van de Heere zei:”Ga terug naar Mexico. Dit is niet de perfecte tijd, maar ik zal met je zijn.” Dus, op maandag 19 maart, net een paar dagen nadat hij Mexico verliet, keerden Bill en zijn zoon terug. Generaal Estrada had zich voor twee weken verzekerd van een voetbalveld in Tacubaya. Bill zou elke avond tot en met vrijdagavond bidden voor de zieken. Daarna zou Rev. Abel Medina de campagne voortzetten met inzetting van plaatselijke evangelisten. Vanaf negen uur ‟s maandagmorgens kwamen de mensen naar het voetbalveld. Aangezien er hier geen tribunes of andere zitplaatsen waren, zaten ze heel de dag op het speelveld, wachtend tot de avondsamenkomst zou beginnen. Uur na uur groeide hun getal. Om zes uur in de avond schudde Billy Paul Branham de gebedskaarten en gaf ze aan een Mexicaanse man, die ze uitdeelde. Billy Paul volgde deze man door de menigte, om er zich van te verzekeren dat hij geen van de kaarten verkocht. Tegen de tijd dat Bill arriveerde, om acht uur, zaten er zo ongeveer 10.000 mensen te wachten om hem te horen spreken. Bill vroeg zich af hoe hij ooit naar het podium zou kunnen komen. Maar zijn sponsors hadden al een oplossing gevonden voor dit probleem. Het podium was tegen een hoge muur aan gebouwd, die het voetbalveld afscheidde van een openbare weg. Bill werd naar de straatkant van deze muur gereden. Toen klom hij een ladder op naar de bovenkant van de muur, waar twee mannen touwen onder zijn oksels deden en hem aan de andere kant op het podium lieten zakken. Na de mensen te hebben begroet, las Bill Judas 3, de zin benadrukkend: „…tot het uiterste te strijden voor het geloof dat eenmaal de heiligen overgeleverd is.‟ Toen vertelde hij de geschiedenis van de Samaritaanse vrouw, uitleggend dat Jezus haar nooit eerder had gezien, en haar tóch het verloop van haar leven vertelde. 57 Hij vervolgde dit met de geschiedenis van Nathanaël. Filippus vertelde Nathanaël: “Ik heb de Christus gevonden.” Nathanaël vroeg scep57
Verwijzend naar Joh. 4: 5-39
121
tisch: “Wat heb je om dat te bewijzen?” Filippus zei: “Kom en zie.” Toen Nathanaël voor de Nazarener verscheen, zei Jezus: “Hier is een Israëliet in wie geen bedrog is!” Nathanaël antwoordde: “Vanwaar kent Gij mij?” Jezus zei: “Eer Filippus u riep zag Ik u onder de vijgeboom.” 58 Hoe zag Jezus hem? Hij zag hem in een visioen. De Geest van God weet alles; en Jezus, die de manifestatie van God is in het vlees, weet alles over ons. Bill zei: “Vanavond is de Heere hier om wonderen te doen. Ik doe de wonderen niet. Ik ben net als deze microfoon hier voor me. Als ik niet spreek, kan de microfoon uit zichzelf helemaal niets overbrengen. Evenzo ben ik slechts een instrument in de handen van God. De Heere Jezus Christus is Degene die geneest; ik ben slechts het middel waardoor God genezing manifesteert. Ik handel in overeenstemming met de beloften van Zijn Heilig Woord, omdat ik geloof wat Hij in Zijn Woord belooft.” Een vrouw, genaamd Enriqueta Arellano was de eerste van de 25 mensen in de gebedsrij. Ze liep de trap naar het podium op en stond voor de Amerikaanse evangelist. Bill zei: “Deze vrouw is net zozeer een vreemde voor mij als de Samaritaanse vrouw het was voor Jezus. Maar ik kan u vertellen waar haar moeite ligt. Ik kan haar zien in een ziekenhuis, waar ze een operatie ondergaat. De wond is niet naar behoren genezen en ze is bang dat het kanker zou mogen zijn. Is dat waar?” Onder tranen maakte ze aan het gehoor bekend dat dit zo was. Na een kort gebed, zei Bill: “Verblijd u! De Heere heeft u genezen!” Toen Enriqueta het podium afliep, zag ze er uit als een geheel nieuwe vrouw. Er kwamen verscheidene mensen meer door de gebedsrij met gelijksoortige verbazingwekkende resultaten. Toen stond er een man, die Mariano Santiago heette, voor de evangelist. Bill zei tot het gehoor: “Als God mij zal vertellen waarom deze man hier is, zult u dan allen geloven in Jezus Christus?” Zich tot Santiago wendend, zei Bill: ”U kwam hierheen om mij te laten bidden voor uw hernia. Maar er is nog een andere reden. U bent een prediker van het Evangelie uit Veracruz, en uw gemeente heet „Calvary‟. U wilt dat ik voor een paar zakdoeken bid, zodat u ze aan 58
Verwijzend naar Joh. 1: 43-51
122
zieke mensen in uw gemeente kunt geven.” Terwijl dit gaande was, gaf een helper aan Rev. Medina door, dat er een krankzinnige jongeman in de gebedsrij stond, die een gebedskaart in de hand had waarop de naam van een vrouw stond geschreven. Toen Medina het onderzocht, ontdekte hij dat de jongeman geestelijk ziek bleek te zijn, maar dat hij niet gevaarlijk scheen te zijn. Vanuit de zijkant van de mensenmassa stapte de moeder van de jongeman naar voren. Ze vertelde dat de gebedskaart aan haar toebehoorde. Ze was ziek, maar meer dan wat ook wenste ze dat haar zoon zou worden genezen, dus had ze de kaart aan hem gegeven. Rev. Medina kon meevoelen met haar verlangen. Er waren echter zoveel zieke mensen die niet bij machte waren geweest om een gebedskaart te krijgen, dat Medina vreesde dat elke afwijking van de door hen afgekondigde procedure een oproer zou mogen veroorzaken. Hij vroeg de moeder om weer van plaats te ruilen met haar zoon in de gebedsrij, wat ze dan ook deed. Toen ze ten slotte op het podium stond, zei Bill tegen haar: “U bent katholiek en u bidt met een rozenkrans. U bent hier omdat u wenst dat een geliefde wordt genezen, en die persoon is uw zoon. God heeft alles in orde gemaakt. Ga in vrede.” Die avond gebeurde er hetzelfde in México als er was gebeurd in Afrika, India en ook in het Apache Indianen Reservaat. Het eenvoudige geloof van deze Mexicanen aanvaardde de onderscheiding op het eerste gezicht; dat wil zeggen, zij geloofden dat het Jezus Christus was die Zichzelf onder hen openbaarde. Wonderen bloeiden uitbundig: als woestijnbloemen na een voorjaarsregen. Een stormfront beïnvloedde nog steeds het weer in dit gebied. De hele dag golfden er regenwolken over de bergen. Op de eerste avond was het winderig, maar regende het niet op de toehoorders. De volgende dag echter viel er de hele middag een lichte regen. Dat ontmoedigde de mensen niet om naar de samenkomst te komen. Tegen de tijd dat Bill om acht uur arriveerde om voor de zieken te bidden, was de menigte aangezwollen tot rond de 25.000. De vijfde persoon die door de gebedsrij kwam, was een oude
123
blinde man. Bill keek toe hoe hij aan kwam schuifelen, geleid door een van de Mexicaanse helpers. De oude man bleef de helper steeds maar een vraag stellen. Espinosa vertaalde het voor Bill: “Hij vraagt of hij vlakbij de Amerikaanse evangelist is. Hij wil u aanraken.” Een paar ogenblikken later legde de helper de beverige hand van de blinde man op de revers van Bills jas. Op zijn knieën vallend, trok de bejaarde man een rozenkrans uit zijn zak en begon op te zeggen: “Wees gegroet Maria, vol van genade…” Bill stopte de man en drong bij hem aan om op te staan, door te zeggen: “U hoeft dat hier niet te doen, papa.” De oude man droeg een verfomfaaide strohoed, gescheurd en weer aan elkaar genaaid met bindgaren. Onverzorgd grijs haar stak onder zijn hoed uit. Een niet bijgeknipte grijze snor verborg zijn bovenlip. Zijn broek en jas waren haveloos en stoffig en hij droeg geen overhemd. Deze meelijwekkende man raakte een tere snaar aan, diep in Bills hart. Hij dacht: “Als mijn vader had geleefd, dan zou hij ongeveer de leeftijd van deze man hebben gehad. Wat is het leven wreed geweest voor deze oude makker. Hij heeft misschien nooit een volledige maaltijd gegeten in zijn leven, of een net stel kleren bezeten, of een paar schoenen. Afgezien van dat alles, tast hij nu rond in duisternis, niet in staat om zichzelf te helpen.” Bill keek naar de blote voeten van de man. Ze waren stoffig en vereelt, met lange nagels die omhoog gekromd waren. Een moment dacht Bill erover om de man zijn schoenen te geven. Toen besefte hij dat ze hem niet zouden passen; de voeten van deze Mexicaan waren veel groter dan de zijne. Bill wierp een blik op de schouders van de man, denkend dat hij hem misschien zijn jas zou kunnen geven. De schouders van de man waren te breed; Bill wist dat zijn jas hem evenmin zou passen. De blinde man nam zijn hoed af, drukte zijn voorhoofd op Bills schouder, en huilde. Niet alleen kon Bill de pijn van de man voelen, maar iets binnen in hem verplaatste zich in diens lijden – iets wat uitging boven medelijden; boven redenering, naar een atmosfeer van liefde die het gebed des geloofs met absolute oprechtheid kon bidden. Plotseling, als een cactusbloem, ontlook er een visioen, dat de oude man liet zien, huppelend van vreugde. Toen wist Bill dat het
124
óver was. Behoedzaam tilde hij het hoofd van de man op. De oude man knipperde tweemaal met de ogen, en riep toen: “Gloria a Dios! Veo! Veo!” wat betekende: “God zij geprezen! Ik kan zien! Ik kan zien! “ Op zijn knieën vallend, probeerde hij Bills schoen te kussen. Bill trok hem omhoog. De oude man omhelsde Bill, stoof toen het podium over, Arganbright, Brown en andere predikers op het podium omarmend; jubelend: “Gloria a Dios!” Bij duizenden namen de mensen het refrein over: “Gloria a Dios!” Een dergelijk wonder was te spectaculair dat het door de - door het katholicisme gecontroleerde - pers kon worden onderdrukt. Duizenden Mexicanen hoorden er de volgende morgen over. Onder hen was een jonge moeder wier baby longontsteking had gekregen en worstelde voor elke ademtocht. Ergens die morgen, terwijl deze moeder wachtte om een dokter te bezoeken, snakte haar baby nog eenmaal naar adem en stopte toen met ademhalen. Vertwijfeld belde ze de dokter. Zijn pogingen om het kind te reanimeren, faalden. Met ernstige stem zei de dokter haar dat ze haar dode baby in zijn kantoor achter zou moeten laten en dat hij een begrafenisondernemer zou bellen. Iets in die jonge moeder weigerde om het zo maar te laten gaan. Ze stelde zich voor, dat als God het gezichtsvermogen kon teruggeven aan een oude man, waarom Hij dan niet het leven zou kunnen teruggeven aan haar baby. Ze zei tegen de dokter dat ze het lichaampje mee zou nemen, en vanuit de spreekkamer van de dokter ging ze regelrecht naar het veld waar de Amerikaanse evangelist voor de zieken zou bidden die avond. Tegen de tijd dat ze er aankwam, was het vroeg in de middag en het voetbalveld stond al voor twee-derde vol mensen. Er viel een druilerige regen. Ze nam haar plaats in achteraan een lange rij mensen, die wachtten tot het uur kwam dat de gebedskaarten zouden worden uitgereikt. Die avond, toen Bill over de muur klom en met het touw was neergelaten op het podium, was hij verrast een grote stapel jassen en shawls te zien , die op hem lagen te wachten. Miner Arganbright legde uit, dat velen van degenen die geen gebedskaarten hadden, deze artikelen op het podium hadden opgestapeld, opdat Bill er een gebed over zou uitspreken. Ze geloofden dat het gewoon maar aanraken van
125
een jas waar hij over had gebeden, hen kon genezen. Bill was blij om dit te doen, terug denkend aan de tijd dat Paulus had gebeden voor een stapel zakdoeken en schorten in Efeze. 59 Bill wist dat het vandaag hetzelfde zou uitwerken als het toen vroeger had gedaan. Deze Mexicanen begrepen wat geloof inhield. Zoals altijd beklemtoonde Bill voor hen , dat hun geloof vast gericht moest zijn op Jezus Christus, die de enige Heelmeester is. Niet lang nadat de gebedsdienst was begonnen, bemerkte Bill dat er op de een of andere manier beroering was in de gebedsrij. Het leek alsof een vrouw achter in de rij probeerde om voorbij de helpers te komen. Bill keek toe hoe ze zich regelrecht over hun hoofden heen vocht en op het podium afstormde. Er steeg een gemompel op uit de mensen er omheen. Andere mannen pakten haar vast en sleepten haar terug naar het eind van de rij. Een ogenblik later schoot ze tussen hun benen door en deed weer een aanval op het podium. Weer pakten ze haar vast en trokken ze haar terug, maar ze wilde het niet opgeven. Al gauw kwam Billy Paul het podium op en meldde: “Pappa, we kunnen die gebedsrij niet veel langer bij elkaar houden. Er is daar een vrouw die een dode baby in haar armen heeft en ze probeert wanhopig om u ervoor te laten bidden. De moeilijkheid is, dat ze geen gebedskaart heeft. Al die mensen in de gebedsrij hebben hier sinds vroeg in de morgen staan wachten. Als ik die vrouw zonder gebedskaart door laat gaan, zou het een opstand teweeg kunnen brengen. Maar ze is vertwijfeld en de helpers kunnen haar niet tegenhouden. Wat zouden we moeten doen?” Bill draaide zich om en keek naar zijn zaakwaarnemer. Jack Moore was een kleine man, net als Bill. Ze waren beide van ongeveer dezelfde leeftijd en ze hadden beide spaarzaam haar op hun hoofd en een kaal voorhoofd. Bill zei: “Broeder Jack, zij weet niet wie ik ben. Waarom gaat u daar niet naar achteren en bidt voor haar dode baby? Dat zou haar moeten bevredigen en haar kalmeren.” Jack Moore knikte en liep de treden af naar het gras. 59
Verwijzend naar: Handelingen 19: 11-12
126
Bill keerde zich weer naar de microfoon en stond op het punt om tot het gehoor te spreken, toen hij vlak voor zich een tandeloze Mexicaanse baby zag zweven. De baby zat op een deken, kirrend, lachend en met zijn armpjes zwaaiend zoals kindertjes doen wanneer ze opgewonden zijn. Bill zei: “Wacht een ogenblik, broeder Jack, ik handel dit beter zelf af. Zeg tegen die helpers dat ze de vrouw doorlaten.” Billy Paul schudde zijn hoofd. “Dat kan ik niet doen, pappa, het zou een opstootje kunnen veroorzaken.” “Billy, ik zag een visioen.” “Een visioen? Dat is wat anders.” Billy Paul wist wel beter dan een visioen in twijfel te trekken. ”Ik zal erheen gaan en het de helpers zeggen,” zei Espinosa. Al heel gauw traden de helpers terzijde en lieten ze de vrouw passeren. Ze schoot op het podium af als een Azteekse hardloper. Voor de Amerikaanse evangelist neervallend, riep ze: “Padre! Padre!” Bill en Espinosa tilden haar omhoog zodat ze weer stond. Ze was een knappe vrouw van voor in de twintig. Haar ogen waren opgezwollen van een dag in tranen. Misschien was dit haar eerste kind, dat ze nu levenloos in haar smekende armen hield. Bill kon de baby niet zien; alles wat hij kon waarnemen was zijn stijve vorm onder het natte dekentje. “Wanneer stierf de baby?” vroeg Bill. Ze zei dat haar baby die morgen in de spreekkamer van een dokter gestorven was. Bill zei: “Broeder Espinosa, vertaal dit gebed niet.” Hij legde zijn handen op het natte dekentje en bad: “Hemelse Vader, ik weet niet wat dit allemaal betekent, maar ik zag net een paar minuten geleden een kleine baby voor me, kirrend en spelend. Als dat visioen dit dode kind toonde, laat het leven er dan in terugkeren, in Jezus‟ naam.” Op dat moment begon het baby‟tje onder zijn dekentje te schreeuwen en te schoppen.De moeder gilde en klemde haar heen en weer bewegende kind tegen haar borst. Bill zei streng: “Broeder Espinosa, maak dit nog niet bekend. Laat deze vrouw u meenemen naar haar dokter. Ik wil een geschreven verklaring van haar dokter, om te bewijzen dat deze baby dood was.”
127
Aan het eind van de gebedsdienst vroeg Bill hoeveel mensen, nadat wat ze zojuist hadden gezien, hun hand zouden willen opsteken en hun levens aan Jezus Christus geven. Duizenden en duizenden handen werden opgestoken. Verbaasd wendde Bill zich tot Espinosa en zei: “Zeg hen dat ik niet wil dat Katholieken of Protestanten hun hand opsteken. Ik wil alleen de handen zien van mensen die Jezus Christus nooit eerder hebben aangenomen.” Espinosa maakte dit de menigte duidelijk, maar het scheen het aantal handen dat was opgestoken, niet te veranderen. De volgende dag verkreeg Roberto Espinosa een ondertekende verklaring van de dokter, die het kindje van de vrouw had onderzocht en had dood verklaard. Pas toen gaf Bill toestemming om deze gebeurtenis te publiceren, eerst in de plaatselijke kranten, en later in het tijdschrift „The Voice of Healing‟ (De Stem der Genezing). Terwijl Bill aan het inpakken was om uit Mexico te vertrekken, belde een Katholieke verslaggever hem op voor een interview. Na Bill te hebben gevraagd over de vele wonderen die er gedurende de afgelopen vijf dagen waren gebeurd, vroeg de verslaggever: “Gelooft u dat onze Katholieke heiligen wonderen kunnen verrichten?” “Als ze léven, kunnen ze het, “ antwoordde Bill fijntjes. “In de Katholieke kerk kun je pas een heilige worden als je dood bent,” pareerde de reporter. “Dat zou mogen zijn wat de Katholieke kérk zegt, maar in de Bijbel schreef Paulus een brief aan „de heiligen die te Efeze zijn‟. In die tijd waren ze zeker in leven.” ”Wij lezen de Bijbel ook. Maar als er welke vraag ook is, dan geloven we dat wat onze kerk zegt over wat de Bijbel leert, omdat de paus rechtstreeks van God hoort.“ Bill fronste zijn voorhoofd. De reporter zei: “Ik neem aan dat u een niet-Katholiek bent.” “Ja, ik ben een Protestant, wat betekent, dat ik protesteer tegen de Katholieke kerk – niet tegen de ménsen in de kerk, die mensen zijn zielen voor wie Jezus stierf – maar ik protesteer tegen het Katholieke systeem dat over die mensen heerst en hen van de Bijbel afkeert.” Een dergelijke openhartigheid verraste deze Mexicaanse verslaggever. “Meneer Branham, aan welke kerk bent u verbonden?” “Aan de Gemeente van de Heere Jezus.”
128
“Ik geloof niet dat ik ooit van die denominatie heb gehoord.” “Dat is, omdat het geen denominatie is. Het is het Lichaam van Christus. De Bijbel zegt: „…want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt.‟ 60 Organisaties tellen niet. Wat telt, is het geloof van een persoon in Jezus Christus – en dat geloof komt door het geloven van de Bijbel.” “Beseft u, meneer Branham, dat de Bijbel min of meer de oude geschiedschrijving is van de Katholieke kerk.” “Ik zou daarin met u van mening willen verschillen. Ik heb heel wat geschiedenis gelezen, en zover als ik kan zien, ontstond de Katholieke kerk pas in de tijd van Constantijn, bijna 300 jaar na de dood van de laatste apostel.” “Meneer Branham, wat is uw algemene mening over de Katholieke kerk?” “Ik wenste dat u mij dat niet had gevraagd; maar aangezien u het vroeg, zal ik het u gaan zeggen. De Katholieke kerk is de hoogste vorm van spiritisme die er is.” Dit was een schok voor de reporter. “Hoe kwam u ooit op een dergelijke gedachte?” “Ieder die probeert met de doden te spreken, is een spiritist. En u Katholieken probeert altijd te spreken met dode heiligen, hen vragend om voor u voorspraak te doen.” “Meneer Branham, u spreekt toch ook tot Jezus Christus, en Hij is gestorven.” “Jezus bleef niet dood. Hij stond op uit het graf en leeft vandaag. Als mijn campagne in Mexico iets bewijst, dan bewijst ze dat Jezus Christus leeft!”
***
60
Verwijzend naar: 1 Corinthiërs 12: 13
129
130
HOOFDSTUK 76 Amerika Staat Als Israël Bij Kadesh-Barnea 1956 - 1957
NET ALS ZIJN CAMPAGNES in Duitsland en Zwitserland waren William Branhams campagnes in Mexico een fenomenaal succes. Tijdens zijn vijf avonden in Tacubaya gaven naar schatting zo‟n 20.000 mensen hun leven aan Jezus Christus. Het was voor Bill gemakkelijk te zien, hoe Mexico het eerste deel van zijn visioen vervulde, dat hij in december van 1955 kreeg. Maar het vervulde niet alles. Het babyschoentje en het vis-onderricht waren allegorieën (d.i. zinnebeelden) die hij gemakkelijk kon vatten, maar het tent-gedeelte van het visioen was niet zo gemakkelijk te begrijpen. Symboliseerde het voornamelijk de „derde trek‟ van zijn bediening, of zou hij werkelijk gaan prediken in een gigantische tent of kathedraal? Hij wist het niet. Gewoon voor het geval het letterlijk zou gaan zijn, vroeg Bill zijn zaakwaarnemers om te zoeken naar de grootste tent die ze zouden kunnen huren of kopen. Het visioen had één ding voor hem duidelijk gemaakt: hij wist nu dat God verwachtte dat hij door zou gaan met zijn evangelisatie werk. Miner Arganbright wilde dat hij in juli ofwel naar Europa, ofwel naar Afrika terugkeerde. Nadat hij over deze voorstellen had gebeden, zei Bill „nee‟ aangaande beide continenten. De Heilige Geest drong hem om op Amerikaanse bodem te blijven. Hij voelde een drang die hij nooit eerder had gevoeld, alsof dit een keerpunt-jaar was voor het Evangelie in Amerika. In 1956 zei Bill vele malen: “Ik voorzeg dat de Verenigde Staten van Amerika óf Christus zal ontvangen, óf ze zal dit jaar beginnen uit de genade te vallen. Nu, niet dat de Heere me dat heeft gezegd. Nog steeds geloof ik echter dat Amerika Christus óf zal gaan ontvangen, óf Hem dit jaar vierkant zal afwijzen – en ik voorzeg dat zij Hem zal afwijzen.” In januari sprak hij een prediking uit in Jeffersonville, die hij „Juncties in de Tijd‟ noemde. Het was een prediking waarin hij zeven belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis identificeerde, waar de Almachtige God de loop van de tijd veranderde en iets nieuws begon.
131
Op elk van deze kruispunten bezocht God de aarde op een speciale wijze. Het woord ‟junctie‟ betekent: ‟twee dingen die samenkomen‟, en in zijn prediking verwees het woord naar het nátuurlijke en het bóvennatuurlijke. Bill stelde deze kruispunten vast als: de tijd van Noach, de tijd van Mozes, de tijd van Abraham, de tijd van Elia, en de tijd van Jezus. Bill bleef gedetailleerd stilstaan bij dit vijfde grote kruispunt. Hij zei: “Johannes de Doper was een profeet. Gabriël was de engel. Zij verschenen ongeveer 33 jaar voor een kruispunt in de tijd. God gaf de mensen een voorwaarschuwing dat het kruispunt op handen was. Kijk naar wat er plaatsvond. We zien Johannes staan bij de Jordaan, predikend; de mensen vertellend over de Machtige die komende was. Na een tijdje verscheen er niemand minder dan de Almachtige Zelf, gewikkeld in een klein beetje vlees. De grote Jehova God openbaarde Zich in Zijn Zoon: Christus Jezus. Op een avond lag Jezus te slapen in een bootje dat heen en weer geslingerd werd door een storm. Hij besteedde er niet de minste aandacht aan. Hij was vermoeid. Maar de tijd was op een kruispunt gekomen en er moest iets gebeuren. Hij zette Zijn voet op de reling van de boot en zei: „Zwijg, wees stil!‟ Ik zeg u, de Schepper van hemelen en aarde Zélf lag in die boot en de natuur moest gehoorzamen. Als Almacht spreekt, vinden er wonderbaarlijke dingen plaats. Amen.” “Wat onze eigen dag aangaat,” zei Bill: “Ik geloof dat we leven bij het weldra aanbreken van de tweede komst van de Heere Jezus. De eerste keer kwam Hij als een baby. Deze keer komt Hij als de Koning der Heerlijkheid, om wraak uit te oefenen over allen die het Woord van God niet gehoorzaamd hebben… Het onderwijzen van het Woord is een erg fijn iets. We weten dat geloof komt door het horen van het Woord. Maar er is altijd het wonderbaarlijke voor nodig, om te betuigen dat de Almachtige God nog steeds leeft en regeert. Wij moéten het wonderbaarlijke hebben. En ik geloof dat de Gemeente nu op de drempel staat van de grootste betuiging van almacht die de wereld ooit heeft gekend… We staan op het kruispunt. Wat komt er vervolgens? Jezus Christus zal voor de tweede keer in heerlijkheid wederkomen om al diegenen te ontvangen die dood in Christus zijn en levend in God. God zal ieder met Zich meenemen, de zachtmoedigen zullen de aarde beërven, en het grote Duizendjarig Rijk zal beginnen. Er zal geen oorlog meer zijn en evenmin zal er welke ziekte ook, moeite, of hartzeer meer zijn. We zullen hier leven
132
in Zijn tegenwoordigheid voor immer en immer. En al deze tekenen en dergelijke tonen dat we op het kruispunt zijn.” Na zijn campagne in Mexico ging hij door met het bidden voor de zieken in zijn samenkomsten, maar steeds meer was hij aan het onderwijzen. De engel had uitgelegd hoe Goddelijke genezing het aas aan de haak was, dat de aandacht van de mensen zou trekken. De haak was het Woord van God. Dat was de belangrijke zaak. Het was nodig dat Christenen gegrondvest werden in de fundamentele principes van hun geloof, opdat hun geloof niet tevergeefs zou zijn. In Sturgis, Michigan, onderwees hij opnieuw over de drie vertrekken van de tabernakel, er de nadruk op leggend hoe belangrijk het is voor Christenen om achter de voorhang te treden, het Heilige der Heiligen binnen, wat de doop van de Heilige Geest symboliseert. Hij zei: “Veel belijdende Christenen hebben het altijd moeilijk, altijd worstelend om vol te houden. Ik geloof dat het is, omdat ze gebrek aan correcte Bijbelse onderwijzing hebben. Er bestaat feitelijk niet zoiets als een Christen die „volhoudt‟. Christus doet het volhouden. Het hele Christelijke principe is gebaseerd op rust. Jezus zei: „Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.‟ 61 Let op, het is niet wat ú doet; het is wat Christus voor u hééft gedaan wat rust brengt. Iemand vertelde mij dat ze God zochten. Dat is een dwaling. Niemand zocht ooit God; God zoekt de méns. Nadat Adam zondigde in de Hof van Eden, zou hij door de hof gerend moeten hebben, roepend: „Vader, Vader, waar zijt Gij?‟ In plaats daarvan was God degene die de hof doorging, roepend: „Adam, Adam, waar zijt gij?‟ 62 Adam verborg zich. Dat is de natuur van de mens.” Naast dat hij meer ging onderwijzen tijdens zijn campagnes, onderwees Bill ook meer in de „Branham Tabernakel‟. Wanneer hij ook maar in Jeffersonville was op een normale samenkomst avond, dan trad Rev. Orman Neville graag terzijde, zodat Bill de samenkomst kon toespreken. Deze Jeffersonville-preken waren niet gewoon opgewarmde kost die hij elders al had gepredikt. Tijdens zijn evangelisatie campagnes beperkte de brede samenstelling van zijn gehoor hem in de mate dat hij kon ingaan op een onderwerp. In de „Branham Tabernakel‟ voelde hij zich in zijn geest onbelemmerd om zo diep als 61 62
Verwijzend naar: Matthéüs 11: 28 Verwijzend naar: Genesis 3: 9
133
nodig grondig in te gaan op het uitleggen van de gezonde leer. De meeste van zijn predikingen in Jeffersonville werden op geluidsband opgenomen. Hij was zich bewust van de ver reikende effecten die deze op band opgenomen predikingen zouden kunnen hebben. Elke week vroegen meer en meer mensen zijn opgenomen predikingen aan. Veel mensen bewaarden ze onbeperkt en beluisterden ze herhaaldelijk. Op 27 mei 1956 predikte hij in Jeffersonville over KadesBarnea, die oase in de Sinaï-woestijn waar de Israëlieten hun kamp opsloegen, terwijl 12 mannen het Beloofde Land bespiedden. Toen de verkenners een verdeeld verslag uitbrachten, moesten de Israëlieten een besluit nemen: zouden ze voorwaarts gaan en proberen het land te veroveren, of zouden ze terugkeren de woestijn in en uitzien naar een andere plaats om zich te vestigen? Het is waar: er stonden hen ontzaglijke obstakels in de weg om Kanaän te veroveren, maar God had hen dat land beloofd. De werkelijke vraag was geestelijk: zouden ze Mozes gelóven, of zouden ze dat niet? Per slot van rekening: het was Mozes die hen had verteld, dat God hen het land had beloofd. De meeste van die Israëlieten besloten om Mozes niet te geloven, en als gevolg daarvan moesten ze 40 jaar doorbrengen met rondzwerven in de woestijn, tot ze er allen dood bij neervielen. Het waren hun kinderen die ten slotte het Beloofde Land Kanaän in bezit namen. Bill zei dat de Christelijke kerk in Amerika zich in dezelfde positie bevond. Hij voelde dat in 1956 Amerika gelegerd was in haar eigen Kades-Barnea. Haar besluit hing nog steeds in de lucht. Op 3 juni 1956 predikte Bill over „Het Levensboek des Lams.‟ Omdat hij in Jeffersonville was, kon hij met meer vrijheid spreken over voorbestemming dan hij het zou kon in zijn geloofs-genezings campagnes. De Bijbel gebruikend, bewees hij dat de namen van allen die ooit zouden worden gered, geschreven stonden in het Boek des Levens des Lams voordat de wereld werd geschapen. 63 Op 17 juni predikte hij over „Openbaring, Boek van Symbolen.‟ Hij haalde het toneel aan in Openbaring hoofdstuk 5, waar God op een troon gezeten was in de hemel, een boek vasthoudend dat gesloten was en verzegeld met zeven zegels; en niemand in de hemel of op 63
Verwijzend naar: Openbaring 13: 8; 17: 8
134
de aarde werd waardig genoeg bevonden om het boek te nemen en zijn zeven geheimenissen te verbreken. Toen trad het Lam van God naar voren. Hij was waardig, dus Hij brak de zeven zegels open. De profeet Daniël zag ditzelfde boek en zei dat het verzegeld zou zijn tot de laatste dagen. Toen ging Bill even in op Openbaring hoofdstuk 10: hoe een engel zou neerdalen van de hemel met een regenboog over zijn hoofd. Deze engel zou één voet op het land en de andere voet op de zee zetten, en zou zweren bij Hem die leeft voor immer, dat in de dagen van de zevende engel het geheimenis van God zou zijn beëindigd. Bill las uit Openbaring hoofdstuk 1: De Openbaring van Jezus Christus, welke God Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te tonen hetgeen weldra moet geschieden, en welke Hij door de zending van Zijn engel aan Zijn dienstknecht Johannes heeft te kennen gegeven...”Een engel! Hoe zou Hij het te kennen geven? God gaf de Openbaring van Jezus Christus aan Zijn dienstknecht, een profeet, en maakte het bekend door een engel. Amen! Ik hoop dat u het ziet.” Hij las weer verder: Deze heeft van het woord Gods getuigd en van het getuigenis van Jezus Christus, alles wat hij gezien heeft. Zalig hij , die voorleest, en zij, die horen de woorden der profetie, en bewaren hetgeen daarin geschreven staat: want de tijd is nabij. ”Kijk, wanneer is de tijd nabij? Wanneer de Openbaring van Jezus Christus geopenbaard is aan het Lichaam van Christus, en Christus is geopenbaard als niet dood, maar lévend, levend in Zijn Gemeente, dezelfde dingen doende die Hij toen vroeger deed: dezelfde bediening, hetzelfde Evangelie, hetzelfde teken van de opgewekte Christus. Wanneer Hij door Zijn engel geopenbaard wordt aan de Gemeente, dan is de tijd nabij. En van die dag tot op deze dag is het geheimenis van Jezus Christus nooit geopenbaard tot deze afgelopen paar jaar. De tijd is nabij!” TOEN WILLIAM BRANHAM eerder in Californië predikte, in 1954, vermeldde hij dat het in 1956 vijftig jaar geleden zou zijn dat de Heilige Geest een opwekking begon in de Azusa Street Mission in Los Angeles, een opwekking die de gaven van de Geest terug herstelde aan de gemeente – speciaal de gaven van tongentaal, uitleg van tongen en profetie. Die opwekking verspreidde zich snel rond de wereld en begon de Pinksterbeweging van de 20e eeuw. In 1954
135
stelde Bill voor, dat het aardig zou zijn om een grote bijeenkomst te houden ter herinnering aan de oorspronkelijke opwekking in Azusastreet 50 jaar geleden. Dit idee vond weerklank onder Pinksterpredikers, die een grote jubileum bijeenkomst organiseerden van de 16e tot de 22e september 1956. In september 1956 nam Bill een trein van Jeffersonville naar Los Angeles om deze Azusa Street bijeenkomst bij te wonen. Hij stond genoteerd om twee maal te spreken tijdens die week. Rond de 5.000 mensen vulden de Angelus Tempel op de eerste avond dat hij predikte. Demos Shakarian, de president van de Gemeenschap van Volle EvangeAfb. 38 William Branham en lie Zakenlieden, leidde hem in voor zijn inleider: Demos Shakarian het gehoor. Tijdens zijn introductie verklaarde Shakarian op juiste wijze de erfenis van de Azusa Street opwekking, toen hij zei: “Pinksteren is geen denominatie; het is een ervaring.” Bill bouwde voort op dit thema in zijn prediking: „Azusa Jubeljaar.‟ Hij legde uit dat het woord „Pinksteren‟ „de 50e dag‟ betekent, en dat het woord „jubeljaar‟ „het 50e jaar‟ betekent. Voor de Jood verwijst Pinksteren naar een van de feesten die door de Mozaïsche Wet zijn voorgeschreven. Voor de Christen verwijst Pinksteren naar de 50e dag nadat Jezus opstond uit de dood, de dag toen de Heilige Geest voor de eerste keer gegeven werd aan de Christelijke kerk. Net als het woord „Pinksteren‟, stamt het woord „jubeljaar‟ ook uit de tijd van Mozes, en is het in werkelijkheid een inzetting van de Mozaïsche Wet. God droeg de Israëlieten op om elk vijftigste jaar een jaar van rust in acht te nemen. Tijdens een jubeljaar moest het land onbewerkt worden gelaten, vervreemd eigendom werd teruggegeven aan de eigenaars en slaven werden vrijgelaten. 64 De Mozaïsche wetten bevatten een paar interessante voorzieningen voor het vrijlaten van 64
Verwijzend naar: Leviticus 25: 8-13
136
slaven. Wanneer een vrijheidsjaar aanbrak, dan kon elke slaaf die dat wilde, bij zijn meester blijven; dat kon. Zo‟n slaaf kreeg dan een gat door zijn oorlel geboord, om aan te duiden dat hij voor altijd slaaf wilde blijven. 65 Uiteindelijk maakte elke slaaf zijn eigen keuze tijdens het jubeljaar. Het „Jubeljaar‟ als zijn tekst gebruikend, stelde Bill ieder - elke man, vrouw en kind - die door de zonde onder slavernij leefde, voor dezelfde keuze. Hij zei: “Dit is een prachtig beeld dat we op vandaag kunnen toepassen, wanneer ieder persoon moet kiezen tussen het zegel van God te nemen, of het merkteken van het beest te nemen. Paulus zei: “Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus.” 66 Wanneer een mens hoort dat hij vrij kan zijn, en weigert om zijn bevrijding van de zonde aan te nemen, dan wordt hij bij God wégverzegeld en ontvangt hij het merkteken van het beest. Wanneer mannen en vrouwen dit geweldige Evangelie van de Here Jezus Christus horen, wat hen vertelt dat ze gedoopt moeten worden door de Heilige Geest, dan moeten ze een keuze maken. Als u het aanneemt, ontvangt u uw vrijheid in Christus. Als u het afwijst, wordt u gemerkt en wégverzegeld van Christus. Dus het maakt heel wat uit, wat uw houding is ten opzichte van het Woord.” Hij sprak over de mannen en vrouwen die in 1906 samenkwamen in de Azusa Street Mission – gewone mensen die zich voor God verootmoedigden en urenlang lagen te bidden, totdat de wereld vervaagde tot iets onbeduidends en het Woord van God oplichtte tot een vuur in hun ziel. Bill predikte dat als Christenen in 1956 hetzelfde Afb. 39 Los Angeles: De Apostolic deden, ze dezelfde resultaten Faith Mission in de Asuzastreet zouden verkrijgen. Zijn prediking bewoog honderden mensen om naar voren te komen en God te vragen om hen te dopen met de Heilige Geest. 65 66
Verwijzend naar: Exodus 21: 2-6; Deuteronomium 15: 12-17 Verwijzend naar: Romeinen 10: 17
137
Nog steeds hield niet iedereen van wat hij predikte. Sommigen namen er aanstoot aan, toen hij zei dat zonde in de gemeente een opwekking in de weg stond. Na de dienst zei een vrouw tegen een andere vrouw: “Daarin heeft Branham het verkeerd. Als Amerikanen hebben wij het recht om sigaretten te roken en korte broeken te dragen als wij dat willen. Als ik bij een deur had gezeten, dan was ik er uitgelopen.” De tweede vrouw was een vriend van Bill en zij vertelde hem over deze opmerking. De volgende avond predikte Bill over „Het Lam en de Duif‟. Toen Johannes de Doper Jezus op zich toe zag lopen, zei Johannes: “Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.” Nadat Jezus was gedoopt, zei Johannes: “Ik heb aanschouwd, dat de Geest nederdaalde als een duif uit de hemel, en Hij bleef op Hem.” 67 Bill wees erop, dat het lam en de duif twee van de zachtmoedigste schepselen op aarde zijn. Waarom gebruikte God ze als symbolen van Zichzelf? De Zoon van God gehoorzaamde altijd Zijn Vader. Jezus Christus had het recht om te leven, maar als „het Lam van God‟ gaf Hij zachtmoedig Zijn menselijke rechten op, toelatend dat Hij werd geofferd op Golgotha, zodat allen die in Hem geloven, voor immer zouden kunnen leven. Jezus was ons voorbeeld. Zoals Hij de wil van de Vader gehoorzaamde, zo behoorden wij het ook te doen. Jezus vergeleek ook Zijn vólk met schapen. Hij noemde Zichzelf de Goede Herder die zoekt naar Zijn verloren schapen. 68 Een schaap geeft gewillig zijn wol aan de persoon die hem scheert. Evenzo moeten Christenen gewillig zijn om hun rechten om te zondigen op te geven, ten einde de Goede Herder te volgen in een beter leven. Tijdens het laatste kwartaal van 1956 predikte Bill behalve over zijn gebruikelijke onderwerpen als liefde, genade, geloof en Goddelijke genezing, over een paar hardere onderwerpen, zoals „zonde‟ en „Gods oordeel‟. In Jeffersonville predikte hij over ‟Het Teken aan de Wand‟, een prediking die de houding van Belsazar en zijn dronkemansfeest in Babylon gelijk stelde met de houding van vele Amerikanen ten opzichte van het Woord van God. (Daniël legde het bovennatuurlijke schrift aan de wand uit als: “Gij zijt in de weegschaal 67 68
Verwijzend naar: Johannes 1: 29-36 Verwijzend naar: Johannes 10: 11-14
138
gewogen en te licht bevonden.”) 69 Later predikte Bill over „De Blozende Profeet‟, verwijzend naar de moeite die Ezra had, toen hij al de zonde en het verderf in Israël zag. Bill trok een vergelijking tussen Ezra‟s dag en 1956. Hij zei: “Dit is geen gemakkelijk onderwerp om aan te roeren. Ik zou veel dingen kunnen bedenken, die gemakkelijker zouden zijn om over te spreken, maar, broeder, als er niet iemand in opstand komt tegen deze zondige, overspelige dag en een waarschuwing laat horen, wat zal er dan gaan gebeuren? Iémand moet over deze dingen spreken. Misschien wilde Ezra het niet doen in zijn dag, maar hij deed het hoe dan ook.” Bill beperkte zulke onderwerpen niet tot Jeffersonville. Meer en meer predikte hij tijdens zijn evangelisatie predikingen tegen de zonde en riep hij op tot heiliging. Hierbij hamerde hij er op, hoe nodig het is dat Christenen de mode van de wereld schuwen en geheiligde, heilige levens leven voor God. Regelmatig citeerde hij de woorden van een oud kerklied: We lieten de afsluitbomen neer; we lieten ze neer; sloten compromissen met de zonde. We lieten de afsluitbomen neer, en de schapen liepen weg. Maar hoe kwamen de bókken binnen…??? Dan zou hij de vraag beantwoorden: “De bokken kwamen binnen omdat u de slagbomen liet zakken. U sloot compromissen met de zonde.” Op 5 oktober 1956 sprak hij in Chicago over wat hij noemde: „Izebel met haar opgemaakte gezicht‟. Hij gebruikte de geschiedenis van Izebel, de beruchte vrouw van Koning Achab, om te laten zien hoe een vrouw zich niet behoorde te gedragen. 70 Hij trok een parallel tussen Izebels immoraliteit en het morele verval van vrouwen in modern Amerika, een morele achteruitgang die zelfs doorsijpelde in Christelijke kerken. Hij predikte tegen het dragen van korte en lange 69 70
Verwijzend naar: Daniël 5: 25-27 Verwijzend naar: 1 Koningen 21: 1-24; 2 Koningen 9: 30-37
139
broeken door vrouwen, het knippen van hun haar, het gebruiken van make-up en het roken van sigaretten. Hij leerde dat vrouwen hun echtgenoten onderworpen behoorden te zijn, en niet behoorden te proberen om thuis over hen te heersen. Hij zei: “Als de Heilige Geest in mij is, dan zou u maar beter met die zaken in orde komen vóór de oordeelsdag. En laat uw voorganger u niet iets anders vertellen, want dit is „Zo spreekt de Heere‟ in Gods Woord.” “Onthoud, wanneer dat soort zonden onder de mensen gebeuren, heeft God altijd iemand die zal opstaan om hen erover te vertellen. In Izebels dag had God een profeet genaamd Elia de Tisbiet, die regelrecht op de koning toeliep en zei: „Achab, je bent verkeerd. God zal je verantwoording laten afleggen voor dat soort gedoe.‟ Wat deed Izebel? Zij haatte Elia, omdat hij haar vertelde wat goed en wat fout was. Zeker. Als je mensen de waarheid zegt, zullen ze je vaak haten in plaats van zich te bekeren. Ze behoorden zich te bekeren en God te danken voor hen te laten weten wat de waarheid is. Zo is het.” Bill beperkte zijn kritiek niet tot vrouwen. Hij zei: “Ik schaam me voor u slappe Christenbroeders, die uw vrouwen zulke dingen laat doen. Het toont uit welk hout u gesneden bent. Als u niet man genoeg bent om uw huis op orde te brengen, dan zij God u genadig.” Opdat de mensen geen verkeerde indruk zouden krijgen, maakte Bill duidelijk wat hij bedoelde: “Begrijp me alstublieft niet verkeerd: Uw vrouw is geen voetveeg; zij is uw lieveling. U behoorde zich neer te zetten en met haar over deze dingen te spreken. Overleg met haar; lees samen de Bijbel en bid samen. Als meer Christenmannen dat deden, zouden deze zonden in de kerk niet zijn.” Hij wist dat hij sommige mensen aanstoot gaf door op die wijze ronduit te spreken. Hoewel hij hoopte dat het gezien zou worden als opbouwende kritiek die in liefde werd uitgesproken, wist hij dat niet iedereen het op die wijze zou zien. Terwijl de realiteit van 1956 sloot en de belofte van 1957 opende, zei Bill tegen zijn secretaris: “Broeder Cox, ik heb me in mijn hart voorgenomen om tegen zonde te prediken. Ik zal gewoon de waarheid aan de mensen voorleggen en waar het ook van toepassing is, kan God het op de juiste plek zetten.” OP ZONDAG 30 januari 1957 zat William Branham in zijn studeerkamer, waar hij de laatste hand legde aan een prediking die hij „De
140
Nabootsing van Christendom‟ noemde, toen een oude vriend uit Canada bij zijn huis stopte om een bezoek af te leggen. Het kon Bill niet ontgaan hoe zeer zijn vriend verouderd was sinds hij hem het laatst had gezien, wat hem er aan herinnerde hoe zeer hij zelf ouder was geworden. In 1947 was deze Canadese voorganger de trotse bezitter geweest van een snor die zo zwart was als de landbouwgrond in Indiana. Nu, op zijn vijftigste, was het overgrote deel van zijn snor grijs. Bill was 48 jaar oud en zijn eigen haar – eens dik, donker en krullend – was ook aan het uitdunnen en vergrijzen. Zijn vriend zei: ”Broeder Branham, twee jaar geleden dacht ik dat de Heere me riep om te prediken in de Verenigde Staten. Een tijdje werkte ik als evangelist. Terwijl ik rondreisde door uw land merkte ik dat er hoofdzakelijk twee soorten kerken waren – óf ze zijn koud, formeel en onverschillig, óf ze zijn loszinnig en fanatiek. Een paar maand geleden vroeg een kerk in de Verenigde Staten me om hun voorganger te zijn. Ik had mijn twijfels toen ik ze op de piano zag hameren en stoelen omver schoppen. Ze kalmeerden toen ik predikte, dus ik hoopte dat ik hen kon bereiken. Aan het eind van mijn prediking zei ik: „Laten we de Heere aanbidden en onze levens aan Hem toewijden.‟ Op dat moment rende een doorgedraaide jongeman op de kansel toe en zei: „Amen, prediker, kijk naar mijn handen – de hele morgen is er olie uit mijn handen gedruppeld. Halleluja! Als de mensen hier nu heen komen, zal ik hen deze gezalfde olie geven voor genezing.‟ Ik zei: „Beste jongen, zoek ergens een stoel en ga zitten.‟ Broeder Branham, weet u wat er gebeurde? De oudsten kwamen naar voren en zeiden tegen mij om ergens een stoel te zoeken en te gaan zitten!” De Canadees verborg zijn gezicht in de handen en huilde. Bill legde zijn hand even op de schouder van zijn vriend. “Ik weet hoe dat is. Ik zie beide groepen overal waar ik ga: de intellectuele kerken aan de ene kant en de emotionele kerken aan de andere kant. En soms is de ene kant tegen de andere, zodat het moeilijk is om een manier te vinden om ze beide te bereiken met het werkelijke Evangelie.” “Broeder Branham, u die zélf reizend evangelist bent, hoe speelt u het klaar om met uw bediening het evenwicht te houden tussen die twee uitersten?” “Het is slechts de genade van God.”
141
“Wel, ik zal teruggaan naar Canada en proberen om aan deze boze geesten te ontkomen.” Tegen die tijd klopte Bills secretaris, Rhode Cox, op zijn voordeur, gereed om hem naar de kerk te rijden. Op weg naar de Branham Tabernakel dacht Bill: “Heer, mijn Canadese vriend heeft gelijk. Sinds de dag dat ik de hoeksteen legde in mijn tabernakel, is het een lange harde worsteling geweest: die beide uitersten trekken aan me, terwijl ik op het midden van de weg sta, trachtend het ware Evangelie aan te bieden. Vorig jaar probeerde ik zo hard om de mensen in balans te brengen, om ze uitgebalanceerd te krijgen in het Woord, zodat Christenen hun verschillen zouden vergeten en samen zouden komen in eenheid. Het afgelopen jaar voelde ik zo‟n drang om te onderwijzen, alsof het Amerika‟s jaar van beslissing was. Maar vandaag is er erg weinig veranderd. Hoe is het met deze Amerikaanse kerken, Heer? Wat zal er met ze gebeuren?” Net zo duidelijk als een baritonhoorn hoorde Bill een stem zeggen: “Wat gaat dat ú aan? Volgt gij Mij.” Rhode Cox verminderde vaart voor een stoplicht en zette zijn richtingaanwijzer aan. Bill liet zijn gedachten terug drijven naar de ochtend in 1933, toen hij de hoeksteen in de Branham tabernakel legde. Na hem een visioen van het voltooide gebouw te hebben laten zien, schokte de engel hem door te zeggen: “Dit is niet uw tabernakel.” Toen nam de engel hem mee naar een boomgaard. Erboven was de blauwe hemel vrij van wat voor wolken ook. De engel zei: “Dit is je tabernakel.” De boomgaard had maar twee rijen bomen: een rij met pruimenbomen en een rij met appelbomen. Aan het eind van elke rij stond een lege pot. De engel zei: “U zult planten in die twee lege potten.” In het visioen brak Bill een tak van een appelboom af en stak die in de ene pot, en brak toen een tak van een pruimenboom af en stak die in de andere pot. Ogenblikkelijk groeide er een boom uit elke pot. Beide bomen brachten vrucht voort. Een stem uit de hemel zei: “U hebt het goed gedaan. Houd uw handen op en haal de oogst binnen.” Een machtige wind waaide, hard genoeg om het fruit los te schudden. Bill ving een appel op in de ene hand en een pruim in de andere. De stem zei: “Wanneer u uit dit visioen komt, lees dan 2 Timothéüs 4.” Sinds de dag van dat visioen had Bill dit hoofdstuk dikwijls gelezen:
142
Verkondig het Woord, dring erop aan, gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle lankmoedigheid en onderrichting. Want er komt een tijd dat (de mensen) de gezonde leer niet (meer) zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich (tal van) leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren. Blijft gij echter nuchter onder alles, aanvaard het lijden, doe het werk van een evangelist, verricht uw dienst ten volle. (King James vertaling: „Maak een volledig bewijs van uw dienst‟) In 1933 was dat visioen raadselachtig voor hem. Terugkijkend vanuit 1957 kon hij nu zien wat het betekende. Die blauwe hemel stelde zijn wereldwijde dienst voor. Toen God hem riep tot een internationale bediening in 1946, ging hij uit als onafhankelijk evangelist, die zich niet verbond met welke Christelijke denominatie ook. Dat liet hem de vrijheid om heen te gaan waar hij maar werd uitgenodigd. Nog steeds, omdat Pinkstermensen geestelijke gaven omarmden en benadrukten, was het geen verrassing dat Pinksterkerken tot zijn grootste ondersteuners behoorden. De twee rijen bomen in die boomgaard stelden de twee grootste stromingen binnen de Pinksterbeweging voor. De Trinitariërs en de Oneness (Eenheids) Kerk. Hoewel beide groepen veel gemeen hadden, scheidden tegenstrijdige inzichten over de Godheid hen. Eenvoudig gesteld: de Eenheidsgroep gelooft in één God, bewerend dat er geen verschil is tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Trinitarische groep gelooft dat de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest gewoon drie afzonderlijke personen zijn die samen één God vormen. Gedurende vele jaren bewoog Bill zich voorzichtig tussen deze twee partijen, proberend geen van beide aanstoot te geven, zodat hij met beide gemeenschap kon hebben. Maar sinds het moment dat hij de nadruk meer had gelegd op het onderwijzen van de grondslagen van het Christelijk geloof, kon hij het onderwerp van de Godheid niet langer vermijden. Per slot van rekening, het wezen van God was het punt waar waarheid begint. Hoe konden Christenen dichter tot hun Maker geraken, tenzij ze eerst weten wie God is? In wezen zei Bill dat de Oneness (Leden van de Eenheids Pinksterkerk)
143
en de Trinitariërs beide fout zijn, en dat de waarheid tussen deze twee uitersten in lag. Hij leerde dat God inderdaad slechts één is. De Vader, de Zoon, en de Heilige Geest zijn niet drie verschillende personen in één God, maar eerder één persoon die Zich manifesteert in drie verschillende bedieningen. In het Oude Testament toonde God Zich als de Almachtige Vader. In het Nieuwe Testament werd God een mens, teneinde Zijn volk te verlossen. Ten slotte maakte God woning in Zijn volk in de vorm van de Heilige Geest. Bill zei: “O, wat Pinksteren nodig heeft is een goede Bijbelse onderwijzing. Dan zou je niet meer hebben dat er zoveel onzin rondgaat. Jezus Christus is de Zoon van God. Hij had de Geest zonder mate. God woonde niet gedeeltelijk in Zijn Zoon, maar álles van God was in Zijn Zoon Christus Jezus. 71 Alles wat God was, werd uitgegoten in Christus. Alles wat Christus is, goot Hij uit op de Gemeente. Maar Pinksteren, u blijft het weigeren. Ziet u? Jezus zei: Indien Ik de werken mijns Vaders niet doe, gelooft Mij niet, doch indien Ik ze doe en gij Mij toch niet gelooft, gelooft dan de werken, opdat gij weten en erkennen moogt, dat de Vader in Mij is en Ik in de Vader.” 72 Op 3 februari 1957 woonde hij in Evansville, Indiana, een conventie bij van de Volle Evangelie Zakenlieden. Tijdens deze eendags conventie bekritiseerde Dr. Roy Weed, een dominee van de „Assemblees of God‟-kerken in Indiana, openlijk Bills positie op velerlei gebied, vermoedelijk op het gebied van de Godheid, de doop, het bewijs van de doop van de Heilige Geest en het gedrag van Christenen, met name tijdens de kerkdienst. “Broeder Branham zegt dat hij probeert te wandelen op het midden van de weg ten aanzien van deze punten. Dat is geen goede ethiek. Een man die op het midden van de weg loopt, zal overreden worden.” Toen Bill de kans werd geboden om hem te antwoorden, zei hij: “Dr. Weed, deze weg waarop we reizen is een een-richtingsweg. U gaat óf voorwaarts met God, óf u valt er aan de ene of de andere kant af. We hebben deze formele zaken niet nodig; evenmin hebben we al dit fanatisme nodig dat we vandaag hebben. De hemelen zijn helemaal geladen met de waarach71 72
Verwijzend naar: Colossenzen 2: 9 Verwijzend naar: Johannes 10: 37-38
144
tige Heilige Geest; het is niet nodig om een vervanging te nemen. Waarom proberen om in de hemel te komen op een of andere sensatie, terwijl Gods Woord zegt dat u dat niet kunt? Waarom een vervanging accepteren – hetzij door u bij een kerk te voegen, of door u in een groep te begeven die zegt dat je moet op en neer springen, of dat er olie uit je handen loopt, of bloed uit je gezicht? Dat gedoe komt uit de hel. Het staat niet in Gods Woord. Als u gelooft dat ik een profeet van God ben, neem dan mijn woord aan en blijf weg bij zulk gedoe.” Onlangs predikte hij veel tegen fanatisme. Vele jaren had Christelijk fanatisme zich ingevreten aan de West Kust, maar nu scheen het zich te verspreiden en andere delen van het land te infecteren. Eén prediker in Los Angeles verkreeg nationale aandacht, omdat er bloed aan zijn handen verscheen als hij voor de zieken bad. Deze man beweerde dat dit het gezalfde bloed van Jezus Christus was. Het was verbijsterend dat duizenden mensen samenstroomden om deze misleiding te zien. Het maakte Bill onpasselijk en hij veroordeelde het openlijk, zeggend dat het niet het bloed van Jezus kon zijn. Als het dat was, dan betekende het dat het fysieke lichaam van Jezus was teruggekeerd, en dat was onzin. Aangezien het niet het bloed van Jezus was, was het zinloos. Er is geen Schriftgedeelte dat een druppel menselijk bloed in verband bracht met Goddelijke genezing. Herhaaldelijk gaf Bill Christenen een uitbrander voor het accepteren van tekenen en wonderen die niet overeenkwamen met Gods Woord. Alles wat een Christen denkt, zegt en doet, moet overeenstemmen met de Bijbel. Van de 10e tot en met de 17e februari 1957 predikte hij in Minneapolis, Minnesota. Zijn volgende campagne stond geboekt om aan te vangen op 26 februari in de Madison Square Garden in Phoenix, Arizona. Hij was een week thuis, voordat hij vertrok naar Phoenix. Gedurende die week kreeg hij voortdurend telefoontjes van predikers die bezorgd waren over het fanatisme dat in hun kerken binnensloop. Zonder uitzondering vroegen ze om zijn hulp. Op één dag kreeg hij 30 van deze oproepen, in minder dan twee uur. De voorgangers kwamen in allerlei variaties met: “Broeder Branham, het „West-Kustfanatisme‟ heeft mijn deel van het land bereikt; laat Phoenix liggen en kom naar hier. Mijn mensen zullen zeker naar u luisteren. Als ze dat niet doen, dan vrees ik voor wat er zou mogen gebeuren.”
145
“Broeder, ik kan nu niet komen,” antwoordde Bill. “Ik beloofde de broeders in Phoenix dat ik daarheen zou gaan. U bent een man van God. Sta achter uw kansel, neem het Woord van God en predik het zonder omwegen. Jezus zei: “Mijn schapen horen naar Mijn stem en een vreemde zullen zij niet volgen.” 73 Zijn campagne in Phoenix duurde twee weken. Op een avond legde hij fanatisme uit, in een prediking die hij noemde: „God Houdt Zijn Woord‟. Hij nam zijn tekst uit de geschiedenis van Mozes die de kinderen Israëls uit Egypte leidde. Exodus 12: 38 zei: “Ook trok een menigte van allerlei slag met hen mee.” Die menigte van allerlei slag voegde zich bij de Israëlieten. De menigte van allerlei slag zag Mozes bovennatuurlijke tekenen tonen in Egypte en zij stroomden samen rond Afb. 40 Een14-daagse campagne in de zijn bovennatuurlijke Madison Square Gardens in Phoenix (Az) betuiging, maar ze waren in hun hart onbekeerd; ze probeerden gewoon om de werkelijke gelovigen na te bootsen. Hetzelfde gebeurt vandaag. Bill sprak over die eenogige zwarte man in Los Angeles, Californië, die de doop van de Heilige Geest ontving in 1906 in de Azusa Street Zending. Hij zei: “Van daaruit stopte God Zijn toorts in de handen van mensen die dezélfde Pinksterervaring wilden, die werd beschreven in het boek Handelingen. God herstelde de gave van het spreken in tongen. Jullie Pinkstermensen ontvingen het. Maar wat gebeurde er? Jullie maakten er een leer van, dat het uiteindelijke bewijs van het ontvangen van de Heilige Geest het spreken in tongen was; en jullie zeiden dat niemand de Heilige Geest kon ontvangen zonder in tongen te spreken, en dat ieder die in tongen sprak, de Heilige Geest had. Toen u er een dogma van maakte, nam God de 73
Verwijzend naar resp.: Johannes 10: 27; Johannes 10: 5
146
toorts uit jullie hand.” “Toen begonnen jullie Oneness-mensen te dopen in Jezus‟ Naam. Dat is in orde, omdat het in de Bijbel staat. Maar wat gebeurde er? Jullie organiseerden je en zetten er een punt achter, dus haalde God Zijn toorts bij u weg. Toen begon God een interdenominationele beweging van Goddelijke genezing. Wat is er gebeurd? Teveel mensen hebben hun bedieningen gebouwd op fantastische sensaties. De Pinksterbeweging is plat op haar gezicht gevallen in emoties die geen Schriftuurlijk fundament hebben. Gods Woord is Zijn fundament.” “Luister, broeder, u wordt niet gered door een teken of een gevoelen. U bent gered wanneer u voldoet aan de voorwaarden van Gods Woord. Ik ben niet gered omdat ik voel of ik gered ben. Ik ben gered omdat God een belofte gaf en ik voldeed aan Gods voorwaarden; en op Gods Heilig Woord kan ik Satan verslaan zeven dagen per week, en evenveel nachten, omdat het Gods Woord is. Jezus zei: „Wie Mijn Woord hoort en Hem gelooft die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven.‟ 74 Dat is wat de Koning der koningen zei. Gelooft u het?” Wanneer hij in zijn thuisgemeente in Jeffersonille was, sprak hij zelfs nog meer ronduit over dit onderwerp. Hij onderwees dat Satan zelfs elke gave van de Heilige Geest kon nabootsen. Natuurlijk baseerde hij dit op Schriftplaatsen, maar hij toonde ook hoeveel heidense culturen satanische dingen doen, die parallel lopen met wat Christenen „Geestvervulde ervaringen‟ zouden noemen.75 Als het aanwezig zijn van geestelijke gaven niet kon worden gebruikt als bewijs van een Geest-vervuld leven, dan kon „spreken in tongen‟ niet het bewijs van de „doop van de Heilige Geest‟ zijn. Hij predikte: “Als u zegt: „O, halleluja, ik sprak in tongen,‟ dan betekent dat niet meer dan dat u een melodie op een gitaar speelde. Hoewel u in tongen sprak, hoewel u jubelde en de paden heen en weer rende, en tranen huilde alsof u uien schilde, het betekent helemaal niets, totdat uw leven het ondersteunt. Nu, als u die dingen doet plus dat u het leven hebt – amen, dat is fijn. 74 75
Verwijzend naar: Johannes 5: 24 Verwijzend naar: Matthéüs 7: 21-23; 1 Corinthiërs 13: 1-2; 2 Corinthiërs 11: 13-15
147
Maar u kunt die dingen doen zonder dat léven te hebben. Dus dan is geen van die dingen het bewijs van de Heilige Geest. Jezus zei: „Aan hun vruchten zult gij hen kennen,‟ en de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedheid, vriendelijkheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.” 76 Met uitspraken zoals deze schokte hij vele Pinkstermensen en ze namen aanstoot aan hem. Sommige van zijn supporters weifelden.
***
76
Verwijzend naar: Matthéüs 7: 16-23; Galaten 5: 22-23
148
HOOFDSTUK 77 EEN ERFENIS VERDELEN 1957
BANKS WOOD had er een goede reden voor om een huis naast William Branham te kopen. In januari 1950 haalde zijn vrouw Ruby hem over om een Branham samenkomst bij te wonen in Louisville, Kentucky. Banks was opgegroeid in de Jehova‟s Getuigen beweging, dus scheen het idee dat Jezus Christus zieke mensen kon genezen, hem belachelijk toe. Die avond in Louisville keek Banks Wood met verbazing toe als William Branham de problemen van vreemden onderscheidde. Hij dacht: “Dit schijnt juist te zijn, maar hoe kan ik er zeker van zijn dat die mensen werkelijk worden genezen?” Toen zag hij William Branham bidden voor een jongen die gebrekkig was door polio. De jongen stond op uit zijn rolstoel, rende de trappen naar het podium op en jubelde zijn dank uit aan Jezus, omdat Hij hem had genezen. Dat raakte Banks heel diep, omdat zijn eigen kleine jongen, David, ook gebrekkig was door kinderverlamming. Banks voelde alsof hij over iets werkelijks gestruikeld was…
Afb. 41 Genezingscampagne in het Sam Houston Coliseum toen de Vuurkolom werd gefotografeerd boven William Branham. (Zie afb. 42) Jehova‟s getuigen Banks en Ruby Wood waren ook in deze diensten.
Banks Wood besloot dat hij meer moest weten over deze ongewone bediening, dus bezochten hij en zijn vrouw de volgende Branham campagne, die bijgeval in Houston, Texas, plaatsvond, eind januari 1950. Zij zaten in het gehoor op de avond toen de Vuurkolom werd
149
gefotografeerd boven William Branhams hoofd. Banks reed terug naar Kentucky met een hoofd vol gedachten. In augustus 1950 hield William Branham een campagne van twee weken in Cleveland, Ohio. Op een avond voegden Banks, Ruby en de kleine David Wood zich bij de duizenden anderen die samenstroomden in een grote tent. Tijdens de gebedsdienst wendde William Branham zich af van de gebedsrij, keek uit over het gehoor, en zei: “Helemaal achterin zit een man met zijn gezin. Uw naam is Wood - Banks Wood. U komt niet uit deze stad. U woont vlakbij Crestwood, Kentucky. U bent Jehova‟s Getuige van geloof. U hebt daar een jongen zitten met een verAfb. 42 De Vuurkolom gefoto-lamd been dat onder hem opgeGrafeerd (Houston 25-01-1950) trokken ligt, en uw vrouw lijdt aan een tumor. Zo spreekt de Heere: „Ze zijn beide genezen.‟” De evangelist wendde zich weer tot de gebedsrij. Een moment geschokt, keken Banks en Ruby elkaar aan, niet wetend wat te doen. Toen voelde Ruby iets koels door haar lichaam gaan. Ze raakte even haar zij aan, daar waar de tumor had gezeten. “Banks,” bracht ze er met moeite uit, “voel dit eens. De knobbel is verdwenen!” Hij voelde in de zij van zijn vrouw naar de onheilspellende knobbel. Die was er niet. Hij zei tegen zijn zoon: “David, ga staan.” Zelfs nog terwijl David zich in allerlei bochten wrong om te gehoorzamen, rechtten zijn kreupele benen zich. Hij stond op twee stevige, functionerende ledematen. Niet verwonderlijk dat David Wood niet weer wilde gaan zitten. Evenmin was het verrassend dat Banks Wood zijn leven aan Jezus Christus overgaf. Hij verkocht zijn huis en zijn constructie bedrijf in Kentucky en verhuisde naar Jeffersonville, Indiana, zodat hij wekelijks de dienst kon meemaken in de Branham Tabernakel. Nadat hij het huis naast Bill had gekocht, werden de twee
150
buren goede vrienden. Toen Banks Wood Jezus Christus aannam als zijn Heer en Redder, werd hij door zijn vader, moeder, broers en zusters (die allen trouwe Jehovah‟s Getuigen waren) onterfd. Jarenlang zag Banks geen van ze. Toen, op een morgen in april van 1957, stond zijn broer Lyle ineens aan zijn deur. De twee broers zetten zich aan de keukentafel om samen te praten. Tenslotte zei Lyle: “Banks, ik ben hierheen gekomen om te kijken of ik niet een beetje gezond verstand in dat dikke hoofd van je kan praten. Wat voor soort fanatisme ben jij nu wel in verward geraakt?” “Dit is geen fanatisme, Lyle. Kijk eens naar Davids benen.” “Ach, onzin. Onze vader heeft ons beter opgevoed dan dat te geloven. Hij heeft ons altijd gewaarschuwd tegen deze „hellevuur predikers‟. Ik kan niet geloven dat je in een dergelijke warboel bent terechtgekomen. Naar wat soort kwakzalver luister je eigenlijk? Hij moet wel een gladde prater zijn om jou ertoe te krijgen om te stoppen met huizen bouwen en hem het land door te volgen, zoals jij doet.” “Nee, hij is geen gladde prater. Eigenlijk spreekt hij nogal gewoon. Maar de Geest van God is met hem.” “Wel, als ik ooit deze Branham-makker tegenkom, dan zal ik hem eens laten weten wat ik van hem denk.” “Wel, daar loopt hij, hij is z‟n gras aan het maaien. Ik zal hem roepen.” Naar buiten lopend, wenkte Banks zijn buurman om te komen. Toen Bill de keuken binnenkwam, stelde Banks zijn broer voor. Bill bood Lyle een krachtige handdruk, maar de hand die hij schudde was koud en slapjes. Ze zetten zich achter een paar koppen koffie om te praten. Lyle nam Bill wantrouwend op. Op dat moment zag hij er niet erg als een prediker uit. Hij droeg een overall en had een slappe strohoed ver achterop zijn hoofd gedrukt. Zijn gezicht was borstelig van de baardstoppels die misschien al een dag of twee aan de groei waren. Het zweet glom op zijn kale voorhoofd en doorweekte zijn witte Tshirt onder z‟n oksels. Hij zag er op dit moment meer uit als een hard werkende boer dan op een wereldbekende evangelist. Lyle zei: “Zo, dus u bent de prediker die Banks heeft meegetrokken in deze dwaze vruchteloze jacht.”
151
“O nee, dat heb ik niet gedaan. Ik ben gewoon zijn broeder in Christus. Maar ik predik wel het Evangelie.” Banks vertelde Lyle over een paar van de wonderen die hij in Bills campagnes had gezien. Lyle luisterde stijfjes, toonde geen interesse. Na tien minuten naar Banks getuigenis te hebben geluisterd, zei Bill: ”Ik veronderstel dat u hier helemaal niets van gelooft, meneer Wood.” “Nee, zeker niet. Er bestaat niet zoiets als Goddelijke genezing. Het is gewoon een hoop gefabriceerde onzin waar u mijn broer in hebt verwikkeld. Wat deze zogenaamde visioenen aangaat…” Terwijl Lyle zijn mening gaf, flitste er een visioen voor Bills ogen. Hij zei: “Meneer Wood, ik zie dat u getrouwd bent met een blonde vrouw en u hebt twee blonde jongens, ongeveer zes en acht jaar oud.” Lyle wierp zijn broer een beschuldigende blik toe. “U denkt dat Banks me dat vertelde,” vervolgde Bill. “Dat heeft hij niet gedaan. Hij heeft me helemaal niets over zijn familie verteld. Maar als dat u niet overtuigde, misschien zal dít het: U hebt uw vrouw bedrogen, en het heeft een scheiding veroorzaakt. Eergisteravond was u bij een jonge vrouw met kastanjebruin haar. U hoorde dat er op de deur werd geklopt en u zou gaan opendoen, maar zij wilde het u niet toestaan. Dus verborg u zich in haar slaapkamer terwijl zij opendeed. Toen u het raam uitglipte, zag u een man bij de deur staan die een donker pak droeg en een rode stropdas. Dat was nóg een van haar minnaars, en het is een goed ding dat u niet naar de deur ging, want hij had een pistool in zijn hand en zou uw hoofd eraf hebben geschoten.” “Wie – wie vertelde u dat?” stotterde Lyle. “De Almachtige God toonde me net een visioen waarin het gebeurde.” Lyle voelde zich licht in zijn hoofd worden. “Meneer Branham, elk woord wat u zei is de waarheid. Ik denk dat ik maar beter mijn leven overgeef aan dezelfde Almachtige God die u dat geheim vertelde.” Helemaal enthousiast ging Lyle naar huis om zijn familie te vertellen over zijn bekering. Binnen een week woonde zijn zuster één van Bills samenkomsten bij, en ook zij kwam tot bekering. Dat alarmeerde hun vader, die besloot dat hij maar beter zelf deze Branham-
152
figuur kon benaderen, zodat hij zijn gezin weer op het rechte pad kon brengen. Op maandagmiddag, 13 mei 1957, draaide Bill z‟n auto zijn oprit op en zag een heer van middelbare leeftijd op het erf staan. Bill liep naar hem toe en stelde zich voor. “Dus u bent meneer Branham,” zei de man nors. “Ik heb een heleboel over u gehoord. Mijn naam is Wood – Jim Wood. Banks en Lyle zijn twee van mijn zonen. Weet u waar Banks is?” “Banks en Ruby doen gewoonlijk boodschappen omstreeks deze tijd van de dag. Waarom komt u niet binnen en frist u zich op met een glas water?” Het kostte Bill niet veel tijd om er achter te komen dat hij en meneer Wood dezelfde gezamenlijke interesses hadden. In het begin praatten ze over het opgroeien in Kentucky; toen spraken ze erover hoe plezierig het is om op eekhoorntjes te jagen en te vissen op „bluegills‟ en „crappies‟. Liever dan zich meteen te storten op het onderwerp „Jehova God‟, vroeg Bill aan Jim Wood om de volgende dag met hem mee te gaan vissen, denkend dat zo‟n tochtje hen een overvloed aan tijd zou geven om over religie te praten. Hij stelde voor dat Banks en Lyle ook mee zouden kunnen komen. Jim Wood vond het een goed idee. Die nacht regende het hard. De volgende morgen zei Banks: “Wel, ik vermoed dat het geen zin heeft dat we vandaag gaan vissen. De riviertjes zullen allemaal modderig zijn en de vis zal niet bijten.” “We kunnen het toch proberen,” zei Bill. Hij had nog een paar dagen tot zijn volgende campagne begon in Saskatoon, Canada, en hij had het nodig om zich te ontspannen en wat los te komen. Dus pakten de vier mannen hun camping- en visgerei in de laadbak van Banks‟ wagen. Banks en zijn vader zaten op de voorbank; Bill en Lyle zaten achterin. Banks reed. Hun bestemming lag een 250 kilometer oostwaarts, dichtbij het Dale Hollow-meer. Bill was van plan om te gaan vissen op het meer achter de Wolf River Dam. Dit gebied was niet ver van Burkesville, Kentucky, waar hij was geboren. Omdat een paar van zijn familieleden land bezaten langs het meer en een boot hadden die hij kon lenen, viste Bill dikwijls op deze plek. Terwijl ze de Ohio overstaken, Kentucky binnen, bad Bill zachtjes: “Heer, help mij om op een of andere manier door te dringen tot
153
het hart van deze oprechte oude boer.” Al gauw voelde hij zich wegglijden in een visioen. De auto vervaagde en hij was ergens verder vooruit in de tijd, toekijkend hoe de toekomst haar geheimen openbaarde. Toen het visioen eindigde, zei hij: “Meneer Wood, zodat u mag weten dat dit Evangelie dat ik predik reëel is: vandaag zal elk stroompje en elk meer dat we zullen passeren, modderig zijn, totdat we bij onze bestemming komen. Het meer achter de Wolf River Dam zal blauw en mooi zijn. We zullen vissen tot ongeveer half vier zonder ook maar iets te vangen. Dan zal ik gaan beginnen meerval aan de haak te slaan. Ik heb nooit tevoren in deze wateren enige meerval gevangen, maar vandaag zal ik er een hele reeks van vangen, in totaal ongeveer 25 pond. Meneer Wood, u zult vlak naast me gaan vissen met gebruik van hetzelfde aas, maar u zult er maar één gaan vangen, én Lýle zal er een vangen. De volgende morgen zal ik een geschubde vis vangen. Ik kon niet precies zien welke soort, maar hij zal groot zijn voor zijn soort. Dat zal de laatste vis zijn die we op deze tocht zullen vangen. We zullen de rest van de dag vissen zonder zelfs maar beet te krijgen. Dat is „Zo spreekt de Heere‟.” Jim Woods ene mondhoek krulde lichtelijk omhoog in een meesmuilend lachje. Hij keek naar Banks en knipoogde. Maar de oude man begon zich toch iets af te vragen, toen ze de laatste heuvel over kwamen en neerkeken op de Wolf River Dam. Het water van het bekken achter de dam was gewoon zo blauw en prachtig als het maar kon zijn. Klaarblijkelijk had het in het gebied bovenstrooms van de dam niet veel geregend. Ze visten op crappies, bluegills, forel en baars, maar zonder succes. Midden op de namiddag nam Bill ander aas en sloeg onmiddellijk een meerval aan de haak. Tijdens de volgende paar uren ving hij een hele reeks meervallen, terwijl Jim en Lyle er ieder één vingen, en Banks er helemáál geen ving. Ze stopten met vissen rond elf uur die avond. Niemand noemde de profetie van die morgen, hoewel die in ieders gedachten smeulde. De dinsdagmorgen begon met stralende zonneschijn. Na een ontbijt met gebakken meerval, namen de vissers hun hengels en viskoffers en gingen op weg naar het meer. Terwijl ze het aas aan de haken deden, friste Bill hun geheugen op: “Er komt nóg een vis, en dat zal de laatste zijn die we op deze tocht zullen vangen.” Met zijn
154
eerste inworp sloeg Bill een geschubde vis met een rode buik aan de haak. Hij woog ongeveer een pond, wat zwaar was voor dat soort vis. Ze gingen door met vissen, maar niemand ving meer iets. Elke paar uur stelde Banks voor, wetend hoe precies Bills visioenen waren, om te stoppen en naar huis te gaan. Jim Wood wilde blijven. Hij besloot nóg een vis te vangen en te bewijzen dat ze het allemaal fout hadden. De oude heer verplaatste zich van stek naar stek langs de oever, voortdurend van aas en techniek wisselend, proberend een of andere combinatie te vinden die zou werken. Hij viste de hele middag, tot en met de avond, zelfs nadat het al donker was, tot middernacht aan toe. Hij kreeg zelfs geen beet. ‟s Woensdags morgens vroeg braken ze hun kamp op. Bill moest naar huis gaan omdat hij donderdags naar Saskatoon, Canada zou vertrekken. Terwijl ze de auto inpakten, vroeg Banks zijn vader: “Wat denkt u er nu van, Pa?” “Well-l-l-l-l”, kwam het er aarzelend uit, frommelend aan zijn viskoffer, “als een makker vis kan zien voordat hij ze vangt, dan denk ik dat daar niks mis mee is.” Bill zag zijn opening. “Maar dat kan ik niet altijd, meneer Wood. God toonde mij dat visioen vanwege u. De Bijbel zegt, dat als je je afvraagt of een man een profeet is, om dan te letten op zijn profetieën. Als zijn profetieën niet uitkomen, dan is hij geen profeet en kun je hem vergeten; maar als ze wél komen te gebeuren, dan behoorde je naar hem te luisteren, omdat hij het woord van de Heere heeft. 77 Ik weet dat meneer Russell in de Jehova‟s Getuigen beweging als een profeet wordt beschouwd. Maar meneer Russell profeteerde dat Jezus Christus zou terugkomen in 1914. Toen dat niet gebeurde, zei hij dat het een „geestelijk‟ komen was. Maar dat klopt niet, omdat Jezus geestelijk terugkwam naar de aarde op de Pinksterdag, in de vorm van de Heilige Geest. Dat is waar het hele boek van de Handelingen over gaat. Dus u ziet dat meneer Russell geen profeet kan zijn.” Bill ging in dezelfde lijn door, nog drie andere feiten tonend waar Russells profetieën faalden. Jim Wood wreef zich nadenkend over zijn kin. Toen wees hij met zijn duim naar achteren over zijn schouder naar het meer, en 77
Verwijzend naar Deuteronomium 18: 15-21
155
citeerde de kamerling in Handelingen 8: 36 „Zie, daar is water; wat is er tegen dat ik gedoopt word?‟ Er was niets dat er tegen was, dus werd hij daar toen meteen gedoopt in de naam van de Heere Jezus Christus. IN MEI 1957 reisde William Branham naar het noorden naar Saskatoon, Canada. Dit was zijn eerste grotere genezings campagne zonder dat er ook maar één Pinksterkerk hem ondersteunde. In plaats daarvan kwam zijn ondersteuning van Presbyterianen, Anglicanen, Baptisten en andere denominaties. De Pinksterkerken in Saskatoon weigerden botweg om mee te werken, maar dat hinderde God niet. Meerdere duizenden mensen vulden de ijs-arena om Bill te horen spreken. Toen het moment kwam voor de gebedsrij, bewoog Gods Geest zo vloeiend en mooi, als een kunstschaatser op het ijs. Op de eerste avond van de campagne ontving een blinde vrouw op wonderbaarlijke wijze haar gezichtsvermogen; een spastische jongen herkreeg in één moment de beheersing over zijn spieren terug. Een andere jongen, die nooit had kunnen horen of een geluid had geuit in zijn leven, hoorde plotseling de organist „Geloven Alleen‟ spelen. De jongen gilde; het was de enige manier waarop hij zijn Heelmeester, Jezus Christus, kon prijzen. Op een avond kwam er een jongen met een hoge rug door de gebedsrij. Bill sloeg zijn armen om de knaap heen en bad voor hem. Toen zei hij: “Wanneer je vanavond thuiskomt, laat je mamma dan een koord doen rond je borst en je hoge rug. Laat haar het koord afknippen als maat. Morgenochtend, als die hoge rug niet met drie inch (7,5 cm) is geslonken, dan ben ik een valse profeet. Breng het koord morgenavond mee terug en laat het aan de mensen zien.” De volgende avond kwam deze jongen naar voren en liet iedereen het koord zien dat zijn moeder had gebruikt om zijn borst op te meten. Zijn hoge rug was inderdaad 3 inch geslonken. Nog verbazingwekkender was, dat hij nu zijn armen boven zijn hoofd kon opheffen, een prestatie die normaal - vanwege misvormingen in hun armgewrichten - onmogelijk is voor mensen met een hoge rug. Terwijl de mensen zich in een rij opstelden voor gebed, zei Bill: “Ik zal nu twee Schriftgedeelten samenvoegen. Toen Jezus Nathanaël vertelde waar hij was vóórdat hij naar de samenkomst kwam, wat zei Nathanaël toen? Hij zei: „Rabbi, Gij zijt de Zoon van God. Gij zijt de
156
Koning van Israël!‟ Dat is wat een Jóód dacht toen hij het teken van onderscheiding zag gebeuren. Toen die Samaritaanse vrouw de onderscheiding hoorde, zei ze: „Heer, ik zie dat Gij een profeet zijt. Wij, Samaritanen, weten dat als de Messias komt, Hij deze dingen zal doen.‟ Jezus zeide tot haar: ‟Ik die met u spreek, ben het.‟ En op dat teken liet ze haar waterkruik staan en ging de mensen in de stad vertellen:‟Komt mede en ziet een mens, die mij gezegd heeft alles wat ik gedaan heb: zou deze niet de Christus zijn?‟ 78 “Als dat het teken van de Messias was in hún dag, dan is dat het teken van de Messias vandáág. Neem al uw denominationele „ismen‟ er nu uit weg, en kijk gewoon naar de waarheid ervan in het Woord. Jezus Christus is opgestaan uit de dood.” Na deze inleiding bracht een helper de eerste persoon in de gebedsrij naar voren. Toen het visioen kwam, zei Bill: ”Ik weet dat deze vrouw een Christen is, want haar geest verwelkomt het. Dame, u bent de vrouw van een prediker, en u lijdt aan een tumor in uw borst. U komt niet uit deze stad. Ik zie de West Kust, en een grote stad waar een groot park is. Vancouver, Brits Columbia – dat is waar het is. Is dat de waarheid?” Ze zei dat het waar was. Bill legde een hand op haar schouder en bad: “Almachtige God, in de naam van de Heere Jezus Christus zegen ik deze vrouw en vraag om haar genezing in Christus‟ naam. Amen.” De volgende die in de rij stond was een man, die zei: “Ik ben voorganger en die vrouw voor wie u net bad, is mijn vrouw. Alles wat u haar vertelde is waar en ik kan bevestigen dat wij beiden vreemden voor u zijn.” “Dank u, mijn broeder. U hebt iets niet in orde met uw schouder. U had een motor ongeval en uw schouder is nooit goed terug op zijn plaats gekomen. Het is nu over. U kunt uw weg met blijdschap gaan en gezond zijn. God zegene u. Amen.” Tegen de volgende vrouw in de rij zei hij: “Geloof met heel uw hart dat Jezus Christus de Zoon van God is, en ik Zijn profeet ben, of Zijn dienstknecht. Nu, als het gehoor mijn stem nog steeds kan horen: ik zie dat de vrouw ergens nerveus over is. Ik zie haar in een kleine kamer gaan – het is een badkamer – en daar viel ze en kneusde haar 78
Verwijzend naar: Johannes 1: 44-51; 4: 5-29
157
borst, ongeveer een jaar geleden. Ze is er niet voor naar een dokter gegaan. Ze heeft God vertrouwd. Dat is de waarheid. Is dat niet zo, dame? Goed. Ga naar uw zitplaats en wees dan genezen, in de naam van de Heere Jezus Christus.” Overal door het gebouw vielen stukjes twijfel van Christenen af, zoals het ijs van bomen met rijm valt als de zon de takken verwarmt. Bill zei tot de volgende dame in de rij: “Dame, ik ken u niet. Wij zijn vreemden voor elkaar.” - Plotseling draaide hij zijn hoofd om en staarde in het gehoor, lettend op het licht van de engel. “Er gebeurde iets in het gehoor – ergens geloofde iemand.” Hij tuurde intensief in de menigte. Toen wees hij: “Het is die kleine dame met zwart haar die daar over de schouder van een andere dame zit te kijken. Ze lijdt aan hoofdpijnen. Ze was aan het bidden: „Heer, laat hem míj roepen.‟ U hebt verschrikkelijke hoofdpijnen gehad. Als dat zo is, steek dan uw hand op.” Haar hand werd opgestoken. “In orde. Het is nu over. U kunt uw weg gaan, en u verheugen en gezond zijn, in Christus‟ naam.” De engel was nog niet klaar met die plek; het visioen bleef doorgaan:… “De dame die achter u zit, heeft artritis, en ze heeft het verlangen om genezen te worden. Dat klopt, is het niet, dame? Dat klopt.” Bill wankelde van de inspanning van de visioenen die hem uitputten. “Ziet u, u zou uw leven niet kunnen verbergen, als u dat zou moeten. Niemand van u zou het kunnen. Amen. O, ik ben zo gelukkig dat Hij is opgestaan uit de dood – Jezus Christus is dezelfde, gisteren, heden en voorimmer!” Hij wendde zich opnieuw tot de vrouw die naast hem op het podium op hem wachtte. “Dame, u bent hier niet voor uzelf. U bent hier omdat u een zoon hebt die geestelijk achtergebleven is.” Ze snakte naar adem. Toen bad hij voor haar zoon. De volgende patiënt was een oudere vrouw die een groot gezwel aan haar neus had. Het visioen openbaarde haar geschiedenis. Bill zei: “Er is meer dan één gezwel. Ze vallen af en ze komen ergens anders weer terug. U hebt er nu een op uw borst. U komt niet uit deze stad. U komt uit het westen. U komt uit Edmonton, Alberta. Uw naam is Pearl L-e-n-n-o-x. Mevrouw Pearl Lennox, als u met heel uw hart zult geloven, zult u gezond worden.” Zo ging het door – persoon na persoon, visioen na visioen, avond aan avond, altijd perfect. Op zijn laatste avond in Saskatoon liep die vrouw die blind was geweest op de eerste avond van deze campagne,
158
nu naar het podium en overhandigde Bill een brief waarin haar getuigenis zat – een brief die ze zelf had getypt. NA ZIJN GELOOFS-GENEZINGS CAMPAGNE in Saskatoon, hield William Branham zijn volgende lange campagne in Indianapolis, Indiana, van 11 tot 14 juni 1957. Hij keerde terug uit Indianapolis met een pijnlijke vermoeidheid. Afgezien van de 15 tot 20 visioenen die hij elke avond in de gebedsdiensten zag, zag hij ook 20 tot 30 visioenen per dag tijdens privé interviews die hij gaf in zijn hotelkamer. De inspanning van al deze visioenen hadden het meeste van zijn energie laten afvloeien. Hij had 14 dagen om te rusten alvorens zijn volgende campagne te starten in Chicago, op 29 juni, dus vroeg hij Banks en Lyle Wood of ze met hem wilden gaan vissen. Dat wilden ze. De avond voor hun vistocht liepen Bill en Banks naar Banks‟ tuin om wat wormen op te graven, om te gebruiken als aas. Terwijl ze aan het graven waren, kwam de 11 jaar oude Rebekka aanlopen naar de tuin, maar niet om naar de wormen te kijken. Haar onderlip trilde, alsof ze op het punt stond in huilen uit te barsten. “Pappie, ik vond een ouwe poes die gif heeft gegeten en nu is ze helemaal opgezwollen en is aan het doodgaan. Zou ik haar van u mogen houden, totdat ze doodgaat?” Bill hield niet zo erg van katten en liet ze zelden toe rond het huis. Maar toen Rebekka hem met die droeve, smekende ogen aankeek, werd hij milder. “Wel, als ze spoedig zal gaan sterven, denk ik dat we haar een poosje zouden kunnen houden. Laat me haar zien.” Rebekka rende weg en keerde spoedig terug met de zieke kat in een kartonnen doos. Zich herinnerend wat er gebeurde toen haar vader had gebeden voor de stervende opossum, zei Rebekka: “Pappie, wilt u voor dit poesje bidden?” Bill wierp een blik op de kat en wist wat er zou gaan gebeuren. Hij zei Rebekka om het dier onder het afdak te zetten voor de nacht. De volgende morgen vroeg rende Rebekka naar buiten naar het afdak om naar haar poesje te kijken. In de doos kijkend, gilde ze van verrukking: de poes zoogde een dozijn jonge poesjes. Terwijl Bill Banks‟auto inlaadde met kampeeruitrusting, dribbelde de twee jaar oude Jozef van onder het afdak vandaan: één van de pas geboren poesjes bij de nek vasthoudend. “Jozef, houd dat
159
poesje zo niet vast!” vermaande Bill. Geschrokken kneep Jozef hard in het poesje voordat hij het liet vallen. Bill nam het katje mee terug naar het afdak en legde het naast zijn moeder. Het poesje kermde alsof het ernstig verwond was. Bill dacht: “Arm klein ding, het kan het niet helpen dat het een kat is. Ik hoop dat het beestje in orde is.” Banks, Lyle en Bill gingen op weg naar Dale Hollow, dezelfde plek in Kentucky waar ze de maand tevoren met Jim Wood gevist hadden. Toen ze Wolf River Dam bereikten, leende Bill een boot van zijn familie. Eenmaal het meer op voorzagen de drie mannen hun haken van wormen en al gauw vingen ze enige tientallen kleine zonnebaarsjes (sunfish), die ze in stukjes sneden en als aas gebruikten voor hun forellenlijnen. Toen gingen ze achterover zitten wachten op de grote vissen. Een lichte blauwachtige nevel lag over de groene Appalachen Bergen rondom hen. Het meer rook naar algen, vis en tweetakt motorolie. De stralende zon verwarmde Bills overhemd en een zacht briesje verkoelde zijn gezicht. Kijkend naar een eendenpaartje dat tussen het riet en de waterlelies dobberde, voelde Bill zijn vermoeidheid wegdrijven als paardenbloem parachuutjes die meedrijven op een zuchtje wind. Terwijl hun kleine boot de vislijnen gestadig langs de oever sleepte, spraken de drie mannen over de Bijbel. Ze hadden het over de tijd toen Petrus, Jacobus en Johannes Jezus zagen spreken met Mozes en Elia. Jezus begon te stralen als de zon. Toen Petrus over deze ervaring sprak, zei hij: “Wij… zijn ooggetuigen geweest van Zijn majesteit. Want Hij heeft van God, de Vader, eer en heerlijkheid ontvangen, toen zulk een stem van de Hoogwaardige Heerlijkheid tot Hem kwam: „Deze is Mijn Zoon, Mijn geliefde, in wie Ik Mijn welbehagen heb.‟ En deze stem hebben ook wij uit de hemel horen komen, toen wij met Hem op de heilige berg waren.” 79 “Weet u,” zei Banks, “dat is zo‟n beetje de manier waarop ik me voel, omdat ik bevoorrecht ben om zoveel tijd door te brengen met een heilig man zoals u, broeder Bill.” “O, broeder Banks, zeg dat niet,” antwoordde Bill. “Ik ben geen heilig man. Er bestaat niet zoiets als een heilig man; het is gewoon 79
Verwijzend naar: 2 Petrus 1: 16-18
160
een heilig God die woont in een mens. Evenmin als er een heilige berg is. Het is gewoon een heilig God die de berg bezoékt. Ik denk dat het dat is wat Petrus zegt.” Ze discussieerden erover hoe een heilig God in Zijn volk kon wonen. Banks noemde een wat oudere vrouw die hij kende, in wie de Heilige Geest woonde. Toen Banks en Lyle jongens waren, nodigde deze dame hen dikwijls uit om binnen te komen in haar huis, waar zij hen vers gebakken brood voorzette en hen vertelde van de liefde van Jezus. Ze namen het brood, maar lieten Jezus staan. Banks zei: “Die dame moet nu wel over de 90 jaar oud zijn. Weet je, Lyle, zij woont hier niet ver vandaan. Zou het niet aardig zijn als we bij haar huis stopten en haar vertelden dat we nu beiden Christen zijn?” Toen Banks dit zei, voelde Bill de Geest van God over zich spoelen als de koele damp uit opspuitend water. Als een flits kwam de inspiratie; hij zei: “Zo spreekt de Heere: ‟Spoedig zul je de Heerlijkheid van God zien, want er is een klein dier dat zal worden opgewekt uit de dood.‟” Toen hij weer terug bij zijn positieven kwam, zag hij dat Banks en Lyle hem in verbazing aanstaarden. Banks zei: “Broeder Bill, meende u dat werkelijk op de wijze dat het klonk?” “Wat heb ik gezegd?” vroeg Bill, het eerlijk niet wetend. Nadat Banks de profetie had herhaald, verzekerde Bill hem: “Het zal precies gebeuren zoals het werd gesproken. Het moet het, want dat was ík niet die het zei, het was de Heilige Geest.” “Wat denkt u dat dit voor dier zal zijn?” vroeg Lyle. “Ik weet het niet, maar ik zou er Afb. 43 Bluegill (boven) naar kunnen raden. Vanmorgen heeft en Zonnebaarsje (Sunfish) mijn kleine jongen een katje te hard geknepen. Het was niet dood toen we vertrokken, maar misschien zal het sterven, en dat dan wanneer we thuiskomen, God het zijn leven terug zal geven.” Ze visten de hele dag door, zonder succes. De grote vis beet niet tot laat die avond, maar toén ze beten, haalden ze binnen een paar minuten ieder een forel op en de drie forellen samen wogen 20 pond. Tegen die tijd was hun aas op, dus stopten ze voor die dag.
161
In de ochtend, na het ontbijt van in de pan gebakken forel, klommen ze in hun bootje, startten de buitenboordmotor, en sleepten de lijnen langs het waterbekken parallel met de kust. Ze visten op bluegills en zonnebaars om hun voorrad aas aan te vullen, maar aanvankelijk vingen ze niets. Toen stuurde Bill de boeg van hun boot een kleine inham in. Toen ze gas terugnamen, sputterde de motor wat en sloeg toen af. Hij liet de boot uitdrijven tot vlak bij de oever. Een worm aan zijn haak stekend, wierp hij zijn lijn in, en al gauw voelde hij een vis aan het aas sabbelen. Eén ruk sloeg een klein bluegill-visje aan de haak. Terwijl ze in deze inham aan het vissen waren, praatten ze over de kracht van God. Ze discussieerden over de tijd toen Jezus tegen visser Simon zei: “Ga naar diep water en zet je netten uit voor een vangst.” Simon antwoordde: “Meester, de gehele nacht door hebben we hard gewerkt en niets gevangen, maar op Uw woord zal ik de netten uitzetten.” Zodra Petrus zijn net in het meer liet zakken, vulde het net zich met zóveel vis, dat het begon te scheuren. Hij riep zijn makkers in een andere boot, om hem te komen helpen. Ze vulden beide boten met zóveel vis, dat de boten begonnen te zinken. 80 Bill zei dat hij niet dacht dat die vis in het meer was, vóórdat Jezus sprak. Hij geloofde dat God in werkelijkheid die vis ter plaatse schiep... Gevleugelde kevers schoten boven het wateroppervlak heen en weer. De bluegills en de zonnebaarsjes waren hongerig. In de regel zwommen ze naar de oppervlakte en sloegen hun kaken in een kever. Omdat bluegills zo klein zijn, gebruikte Bill een kunstvlieghengel met een klein haakje nr. 4. Lyle daarentegen, gebruikte een grotere: nr. 12: dezelfde haak die hij gebruikte om forel te vangen. Lyle spietste een worm aan het eind van de haak en wierp toen zijn lijn in. Eigenlijk had hij meer aandacht bij de conversatie tussen Banks en Bill dan bij het vissen. Omdat hij een rukje aan zijn lijn voelde, wond Lyle het snoer in en was verrast, toen hij ontdekte dat een bluegill zijn haak had ingeslikt tot helemaal in zijn maag. “Kijk dit nu eens,” zei hij, terwijl hij zijn lijn omhoog hield, waar aan het eind een 7 centimeter (3 inch) lang visje bengelde. “Je kunt zelfs de haak niet meer zien.” 80
Verwijzend naar: Lukas 5: 1-7
162
Het bluegill-visje in de ene hand pakkend en zijn lijn om zijn andere hand windend, trok Lyle eraan. Met een scheurend geluid kwam de haak eruit, de maag en een deel van de kieuwen meescheurend. Lyle floot van verrassing en zei: “Klein visje, je hebt je laatste kruit verschoten.” Nadat hij zijn haak had losgewerkt, wierp hij de vis overboord. Een paar momenten sloeg de bluegill met zijn vinnen en staart, worstelend om weg te zwemmen. Toen flipte hij op zijn kant en stierf. Slap en levenloos dobberde hij een meter of drie van de boot, langzaam naar de oever drijvend, geduwd door een zacht briesje en het deinen van de golven. “Lyle, dat was niet nodig geweest,” zei Bill. “Je had een kleinere haak moeten gebruiken. Dan, zodra je voelt dat de vis bijt, geef je een ruk aan je lijn. Dat zal de haak in zijn kaak slaan.” “Och, ik ben maar een plattelandsjongen die niet veel aan vissen heeft gedaan,” zei Lyle, een andere worm onder handen nemend met zijn nr. 12 haak. “Dit is de manier waarop ik het altijd heb gedaan.” Banks en Bill zetten hun discussie over de kracht van God voort. Ongeveer 30 minuten later noemde Bill een Schriftplaats die hem altijd voor een raadsel had gesteld: Op een morgen toen Jezus hongerig was, zocht Hij naar vijgen aan een vijgenboom. Omdat Hij er geen vond, vervloekte Hij de boom. Tegen die avond waren alle bladeren aan de boom bruin geworden. Toen de discipelen zich verbaasden hoe snel de boom verwelkt was, zei Jezus: “Heb geloof in God. Voorwaar zeg Ik u, wie tot deze berg zou zeggen,‟hef u op en werp u in de zee,‟ en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt, geschiedt, het zal hem geschieden. 81 Terwijl hij sprak, keek Bill naar dat kleine dode visje dat niet ver van de boot ronddobberde. Het briesje had het Afb. 44 Geen vijgen aan tegen een paar waterlelies gedrukt. Daar de vijgenboom… dreef het op zijn zij, met de ingewanden uit zijn groene bekje puilend; zijn karakteristieke blauwe kieuwen waren nu wit geworden. Plotseling hoorde Bill een vreemd geluid. 81
Verwijzend naar: Markus 11: 12-23
163
Omhoog kijkend, zag hij de engel van de Heere, brandend als een vuur, op de bergflank. Het kwam in een wervelwind de berg af, ruisend over de boomtoppen, recht op de boot aankoersend. Toen was de engel naast hem, het geraas van de wervelwind vulde zijn zintuigen. De engel beval: ”Sta op!” Bill stond op. Lyle vroeg aan Banks: “Wat is hij aan het doen?” “Rustig!” zei Banks. “Er zal iets gaan gebeuren.” De engel zei: “Spreek tot die vis en hij zal weer leven.” Wijzend naar de dode bluegill die bij de lelies dreef, zei Bill: “Kleine vis, Jezus Christus geeft jou je leven terug.” Onmiddellijk verdween de engel. Terwijl de mannen alle drie toekeken, zoog de bluegill zijn maag naar binnen, flipte zijn lichaam rechtop, en zwom naar beneden door het water om zich bij zijn school te voegen. Lyle viel achterover in de boot. Hij stotterde: “Uh – broeder Bill – uh – denkt u dat – uh – dat het voor mij was, omdat ik – ik tegen die vis zei: „Je hebt je laatste kruit verschoten‟?” “Nee, broeder Lyle, God toonde eenvoudig Zijn grote kracht, de Schriften bevestigend waar we zojuist over hebben gesproken.” “Maar waarom?” vroeg Banks. “U zei zelf dat u honderden mensen op uw gebedslijst hebt, waaronder een aantal spastische kinderen. Waarom zou God Zijn kracht gebruiken om een klein visje op te wekken?” “Hij is God en Hij kan doen wat Hij maar wil. Dat is Schriftuurlijk. Denk aan al de melaatsen die er in Jeruzalem waren op de dag dat Jezus Zijn kracht gebruikte om een vijgenboom te vervloeken. Zie je? Het is alleen om te laten zien, dat God bezorgd is over alles. Als Hij genoeg geïnteresseerd is in een kleine vis om daarover terugkeer van het leven uit te spreken, dan zal Hij zeker eeuwig leven spreken in al zijn kinderen. IN AUGUSTUS vloog William Branham weer naar het noorden, deze keer naar Alberta, Canada, voor een negendaagse geloofsgenezings campagne in de stad Edmonton. Het aantal toehoorders was groot, maar de ontvangst die ze hem bereidden, was koel. Tegen de derde avond wist Bill dat er iets niet in orde was. Het geloof van deze Canadezen zou moeten oplaaien als de hitte van een prairiebrand. In plaats daarvan scheen hun houding zo koud als de altijd
164
bevroren permafrostgebieden. Toen Bill gereed was met prediken, zei hij: “Tussen hier en waar die trap naar beneden gaat, ziet u daar dat licht cirkelen? Het verscheen nu net. Ik geloof dat dit licht dezelfde Vuurkolom is die de kinderen Israëls leidde in het boek Exodus. 82 Later kwam die Vuurkolom in het vlees en woonde Hij onder ons in de vorm van de Zoon van God, Jezus Christus. Toen Hij op aarde was, zei Jezus: „Ik ben van God uitgegaan en Ik ga weder totGod.‟ 83 Ik geloof, dat toen Hij terugkeerde tot God, dat Hij terugging in de vorm van dat licht. Het is hetzelfde licht dat Paulus met blindheid sloeg, onderweg naar Damascus. Paulus vroeg: „Wie zijt gij Heer?‟ En het licht antwoordde: „Ik ben Jezus…‟ 84 · Ik geloof dat het hetzelfde licht is dat naar de apostel Petrus kwam, toen hij die nacht in de gevangenis zat, de gevangenisdeuren opende en hem naar buiten leidde. 85 Ik geloof werkelijk dat de Almachtige God de Schepper is van hemelen en aarde, en Jezus Christus is Zijn Zoon, Die nu bij ons aanwezig is.” “Hij beantwoordt het gebed van die kleine vrouw die daar precies zit.” Bill wees naar een vrouw met donker haar die vlak vooraan zat. “U lijdt aan een zenuwkwaal. De man die naast u zit, lijdt aan een rugkwaal. U bent man en vrouw. Steek uw handen op als deze dingen waar zijn.” Beide staken hun hand op. “Hebt u gebedskaarten? U hebt ze niet? U hebt er helemaal geen nodig. U bent beide genezen. Jezus Christus maakt u gezond. Amen.” “De man die meteen achter hen zit, heeft een galblaaskwaal. Uw naam is Clarence. U komt uit een plaats die Grand Prairie heet. Dat klopt, is het niet? Uw galblaaskwaal is gestopt, meneer. U kunt naar huis gaan en gezond zijn. Amen.” “U zegt: „Broeder Branham, noemde u de naam van die man?‟ Vertelde Jezus niet, toen Hij hier was in een vleselijk lichaam, tegen Simon, dat zijn naam Simon was en dat de naam van zijn vader Jonas was, en dat hij daarna Petrus genoemd zou worden? 86 Jezus is vandaag nog steeds dezelfde.” 82
Verwijzend naar: Exodus 13: 21 Verwijzend naar: Johannes 16: 28 84 Verwijzend naar: Handelingen 9: 3-5 85 Verwijzend naar: Handelingen 12: 5-11 86 Verwijzend naar: Johannes 1: 40-42 83
165
“Daar hangt dat licht boven een vrouw. Zij lijdt aan hoge bloeddruk. Haar naam is mevr. Fishbrook. Gaat u staan. U komt uit deze stad. U woont in de 125e Straat. Uw huisnummer is 13104. Als dat zo is, steek dan uw hand op. Goed, mevr. Fishbrook, u bent genezen. Jezus Christus maakt u gezond.” “Gelooft u dat Zijn tegenwoordigheid hier is? Ik wil dat elke man en elke vrouw die is teruggevallen, of die pas Christus hebt aangenomen, naar voren komt, zodat ik een zegen over u kan vragen, terwijl de zalving hier is.” De organist speelde een lied. Hoewel er duizenden mensen in de gehoorzaal waren, kwam er niemand naar voren. Tenslotte zei Bill: “Wat is er aan de hand met u Canadezen? U wordt zo kerks tot u Christus er buiten laat. Het is goed om conservatief te zijn, maar wees niet zo star dat u de Geest wég bedroeft. U zult geen enkele opwekking hebben.” Op dat moment zag hij een zwarte golf over het gehoor rollen. Hij waarschuwde: “Als ik de profeet van God ben, dan spreek ik in Zijn naam. U kon maar beter in orde komen met God, omdat de ure komt, wanneer u het zult gaan uitschreeuwen om dit te vinden, en u het niet zult vinden. Dat is: „Zo spreekt de Heere.‟ Als de liefde van God niet in uw hart is, dan bent u een zondaar en bent u op weg naar de hel. Dat is: „Zo spreekt de Heere.‟ Dezelfde God die de geesten onderscheidt en mensen hun toestand vertelt, spreekt nu op dit moment. Ik spreek in de naam van Jezus Christus. Vlucht naar het altaar en bekeer u snel, voordat God uw bladzijde omslaat en u voorimmer verdoemd bent. „Zo spreekt de Heilige Geest‟ die nu in ons midden is.” Na nog meer pleiten en overtuigen, kwamen hier en daar een paar berouw hebbende zielen naar voren voor gebed. Bill voelde zich zwaar teleurgesteld. “Vrienden, ik heb dit in geen jaren zien gebeuren. Ik heb nooit tevoren zo‟n gevoel gehad, als er net een paar ogenblikken geleden over me kwam, toen ik die zwarte golf door het gebouw zag rollen. Er trof me iets. God weet dat het de waarheid is. Er is iets fout.” Toen hij de volgende morgen wakker werd, voelde hij zich nog steeds ontmoedigd. Wat was er fout? Waarom herkenden deze Christenen in Edmonton de aanwezigheid van Jezus Christus in hun midden niet; waarom ontvingen ze niet al de zegeningen die met die openbaring meekwamen? Bill vroeg zich af of het zíjn fout was.
166
Misschien bood hij het Evangelie niet aan op de beste manier dat het zou kúnnen worden aangeboden. Rechtop zittend in bed, nam hij zijn Scofield Reference Bijbel van het nachtkastje en keek de aantekeningen door die hij op het achterschutblad had geschreven. Hij las nog eens over het visioen dat hij zag in 1952, op de morgen toen God hem had genezen van die dodelijke amoebes. Hij herinnerde zich hoe een hand, los van het lichaam, Jozua hoofdstuk 1, de verzen 2 tot en met 9 had aangewezen, de indruk wekkend dat deze verzen net zo van toepassing waren op Bills bediening als ze het waren op die van Jozua. Hij sloot zijn Bijbel, maar legde hem niet neer. In plaats daarvan hield hij hem rechtop tussen zijn beide handpalmen, terwijl hij zat te peinzen. Al gauw voelde hij de engel van de Heere zijn hotelkamer binnenkomen. Bills zwaarmoedigheid veranderde in vrees. Hij trok met een ruk zijn handen op naar bij zijn hart en vouwde ze om te bidden, verwachtend dat God elk moment tot hem zou gaan spreken. Zodra hij zijn handen van zijn Bijbel verwijderde, viel het boek open. Zijn Bijbel was goed versleten door vele jaren voortdurend gebruik. Hij had kunnen openvallen op welke ook van de honderden plaatsen die hij dikwijls las. Nu viel hij open bij Jozua hoofdstuk 1. Bill las: Niemand zal voor u standhouden al de dagen van uw leven; zoals Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn. Ik zal u niet begeven en u niet verlaten. Wees sterk en moedig, want gij zult dit volk het land doen beërven, dat Ik hun vaderen gezworen heb hun te zullen geven… Heb Ik u niet geboden: wees sterk en moedig? Sidder niet en word niet verschrikt, want de HERE, uw God is met u. overal waar gij gaat. 87 Zijn vrees bedaarde, zijn zwaarmoedigheid trok weg en zijn vertrouwen keerde terug. God had hem geroepen door een engel en leidde hem door Zijn Geest door visioenen. Zelfs al verwierp elke Christelijke denominatie hem, het zou niets afdoen aan het feit dat God hem had verordineerd om te doen wat hij deed. Hij was gewoon 87
Verwijzend naar: Jozua 1: 5-6, 9
167
geweest om te denken, dat zijn enige taak was om een gave van Goddelijke genezing tot de wereld te brengen. Toen toonde God hem de drie delen van zijn bediening – de drie „trekken‟ aan die vislijn. De eerste twee trekken stelden zijn genezingsbediening voor, maar de derde trek was anders. De derde trek zou de grote vis vangen, de „trophee-vis‟. De derde trek zou die mensen roepen die de Bruid van Jezus Christus zijn en zou voor hen een erfdeel toedelen in het land, wat God zwoer dat Hij hen zou geven. Er moesten daar ergens mensen zijn die het zouden horen, de waarheid herkennen, en ernaar handelen. Jezus zei: “De waarheid zal u vrij maken.” 88 Bill bladerde naar voorin zijn Scofield Studie Bijbel en vond de bladzijde waar stond: „Hoe de studie verwijzingen te gebruiken.‟ Zijn pen oppakkend, schreef hij in de kantlijn: Het is al enige tijd geleden dat dit 1e hoofdstuk van Jozua voor mij openging. Vanmorgen, de 7e augustus 1957, ben ik ziek geweest en nerveus; en ik keek naar een visioen dat mij werd gegeven, wat geschreven staat op het schutblad achterin dit boek. Toen opende ik het Boek. Opnieuw ging het naar dit zelfde hoofdstuk. Dierbare Jezus Christus, help mij om moedig te zijn tot Uw eer. Br. Branham 88
Afb. 45 Dierbare Jezus Christus, help mij moedig te zijn tot Uw eer…
Verwijzend naar: Johannes 8: 32
168
De bladzijden terugslaand naar Jozua hoofdstuk 7, krabbelde Bill bovenaan de bladzijde: Ik beloof, door Gods hulp, om van deze dag af aan, moedig te zijn. 7 augustus 1957
IN OKTOBER organiseerde Bill zijn gebruikelijke herfst-jachttocht naar het Troublesome River-dal in de Rocky Mountains van Colorado. Ongelukkigerwijs had ieder van de groep, tegen de tijd dat ze de plek van hun basiskamp bereikten, de Aziatische griep gekregen. De pijn die de koorts meebracht, maakte in eten, laat staan in jagen. Ze haalden zelfs hun geweren niet uit de foudralen. Ze maakten gewoon rechtsomkeert en reden naar huis. Bill probeerde weer vakantie te nemen in november. Deze keer maakte hij plannen voor een vistocht in centraal Idaho. Pakpaarden gebruikend om zijn uitrusting te dragen, reed hij ver de Sawtooth Bergen in, en zette zijn tent op in grasland vlak bij de River Of No Return (de „Rivier-Van-Geen-Terugkeer‟). Het was een schitterend landschap: vol hoge bergpieken van graniet en leisteen, met dalen in de omAfb. 46 Pakpaarden gebruikend… geving die vol stonden met sparren, dennen en pijnbomen. Dit was het soort land waar hij het meest van hield. Hier kon hij zich ontspannen. Hier kon de buitenwereld hem niet bereiken – tenminste, dat dacht hij. Zodra zijn kamp was ingericht, liep hij naar de rivier. Staand op een granieten rotsblok wierp hij zijn vliegvislijn uit over het wateroppervlak, haar met korte rukjes terugtrekkend, zo een vlieg nadoend die over het water scheerde, de regenboogforel uitlokkend om toe te bijten.
169
Die dag ving hij een reusachtige forel. 89 De volgende dag viste hij in dezelfde poel. Na een paar uur hoorde hij het gedreun van een kleine vliegtuigmotor. Omhoog kijkend ontdekte hij een Piper Cub, die door het dal kwam aanvliegen en de rivier volgde. Bill wuifde toen hij overvloog. Een klein voorwerp bevestigd aan een parachute, viel uit het vliegtuig naar beneden. Het voorwerp dreef af naar een nabijgelegen stuk grasland. Afb.47 Record-Trofee: De grootste tot Toen hij erheen liep om het dan gevangen regenboogforel te onderzoeken, ontdekte Bill dat het een koker was, met daarin een boodschap voor hem. Zijn broer Howard was zojuist overleden. De volgende morgen laadde Bill zijn kampeeruitrusting op de pakpaarden en keerde hij terug naar de beschaving. NA HOWARDS BEGRAFENIS verliet William Branham Jeffersonville voor een korte campagne in Lakeport, een stad in het noorden van Californië. De Gemeenschap van Volle Evangelie Zakenlieden had deze samenkomsten gearrangeerd om te worden gehouden in een groot gebouw van een tentoonstellingscomplex. Meerdere duizenden mensen zaten op metalen vouwstoeltjes. Eén avond predikte Bill over een Schriftgedeelte dat hem onlangs steeds bezighield. En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Hebt geloof in God. Voorwaar, Ik zeg u, wie tot deze berg zou zeggen, hef u op en werp u in de zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt geschiedt, het zal hem geschieden. Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft dat gij het hebt ontvangen en het zal geschieden. 90
89
Deze vis bleek tot die datum de grootste gevangen en geregistreerde regenboogforel te zijn. Bill liet haar door een preparateur op een plaquette monteren. 90 Verwijzend naar: Markus 11: 22-24
170
Marcus 11: 23 sprak hem aan. Hij kon er niet los van komen. Er lag daar iets verborgen, iets krachtigs, dat hij niet helemaal begreep. Toch, deze avond in Lakeport, legde hij de nadruk op vers 24, waar Jezus Zijn volgelingen aanmoedigde om geloof te hebben als ze baden. Tegen het eind van zijn prediking maakte een fotograaf rechts van hem een paar foto‟s. Toen hij zijn kleurenfilm ontwikkelde, zag de eerste foto er normaal uit: het toonde William Branham van rechts, staand op een podium, achter een lessenaar, een gebaar makend terwijl hij aan het spreken was.
Afb. 48
Lakeport (Californië)
- Foto 1 -
Een gevlochten mand vol lelies decoreerde de rechterkant van het podium, naast een mono-microfoon, bevestigd op een vloerstatief. Achter hem, hing aan het plafond de vierkante metalen ombouw van een elektrische verwarmingsunit. Twee mannen zaten op metalen
171
vouwstoelen achterop het podium. Naast deze mannen was een gordijn, neerhangend vanaf één punt bovenaan en naar beneden als een waaier uitlopend, hetzij voor decoratie, of om iets te verbergen dat niet gemakkelijk kon worden verwijderd. Op de volgende foto zag het toneel eruit als een surrealistisch schilderij, met laaiende vuurvlammen en vlekkerig, met prachtige stukjes amberkleurige mist. De engel van de Heere stond aan Bills rechter zijde, er uitziend als een wolk van ongeveer 1 meter 80 lang. Hij stond tussen de evangelist en de mensen die zich in een gebedsrij hadden opgesteld aan de linker zijkant van het gebouw. (Bill liet de mensen in de gebedsrij hem altijd van rechts naderen,
Afb. 49
Lakeport (Californië) Foto - 2 -
zodat ze zouden moeten stoppen en in de tegenwoordigheid van die engel staan.) Op deze foto was de engel niet de enige verbazingwekkende vorm die zichtbaar was. Direct achter Bill was het profiel van Jezus (gelaat, baard, nek) met zijn armen uitgestoken en tongen van vuur die uit zijn handen vloeiden – zeven afzonderlijke strengen
172
vuur, marcherend als boodschappers, stormend in de richting van de man die aan het prediken was. Bills lichaam scheen te worden geabsorbeerd in de gloed van dat bovennatuurlijke vuur. (Toen Bill later naar deze foto keek, zei hij dat het hem herinnerde aan de schouwspelen die de profeten hadden beschreven in Ezechiël 1 en Openbaring 4:5.) In een dergelijke atmosfeer was het te voorzien dat er wonderen zouden gebeuren, wat gelukkig was voor de blinde vrouw die door iemand de gebedsrij door werd geleid, die avond in Lakeport. Ze was een Amerikaanse Indiaan. Haar ogen leken volledig wit – niet alsof haar irissen en pupillen met een laagje waren bedekt; maar haar irissen wáren er gewoonweg niet. Bill sprak een ogenblik met haar, totdat hij contact had met haar geest. Toen zei hij – door een visioen : “Negen jaar geleden kreeg u een bloedstolsel in uw hersenen, wat u tijdelijk verlamde. U herstelde grotendeels, maar die verlamming trok uw ogen omhoog in uw schedel en sindsdien bent u altijd blind geweest, voortdurend lijdend, dag en nacht, met totaal geen rust.” Bill voelde een extra last van medelijden voor deze vrouw, omdat zij hem herinnerde aan zijn moeder, die half Cherokee Indiaan was. Toen hij in Jezus‟ naam voor haar gebeden had, strekte Degene die in het visioen had voorzien, Zich uit naar deze vrouw en raakte haar aan. Haar ogen rolden terug in hun correcte positie en ze kon de wereld weer zien zoals deze was, hoewel onscherp door haar vreugdetranen. De hulp afwijzend van degene die haar erheen had geleid, liep ze zelf het podium af. Dat wonder ontstak het geloof van een oudere Lutherse heer, die achter Bill op het podium zat. De vrouw van deze man leed aan een bloedend gezwel, dat gaandeweg erger was geworden in de afgelopen vier jaar. Nu kon zijn vrouw geen vast voedsel meer eten, en had ze zo ernstig bloedarmoede gekregen, dat haar arts haar een bloedtransfusie wilde geven en haar over een week wilde opereren. De oude Lutherse heer bad zachtjes: “Heer, als U broeder Branham het probleem van mijn vrouw zult laten uitspreken, en U haar vanavond zult genezen, dan zal ik de $ 500,- die ik opzij gelegd heb voor haar operatie, nemen, en ik zal het aan die Lutherse kerk geven die ze aan het bouwen zijn in Ukiah.” Ogenblikkelijk draaide Bill zich om, wees naar de Lutheraan en zei: “U, meneer – u bad zojuist dat, als God uw vrouw zou genezen,
173
u de $ 500,- voor haar operatie zou schenken, om een Lutherse kerk te helpen bouwen.” De oude man voelde zich wegvallen, maar hij slaagde er nog in te zeggen: “Vrienden, dat is de waarheid.” “God wil uw geld niet,” zei Bill, “maar Hij wil wél uw geloof. Meneer, uw vrouw is genezen. Dat is: „Zo spreekt de Heere‟!” De volgende morgen woonden deze man en zijn 80 jaar oude vrouw een ontbijt bij van de Christen Zakenlieden. Bill zag haar een uitsmijter eten met de eetlust van een vrouw van half zo oud. ZO GAUW William Branham thuis kwam uit Californië, belde Mevr. Bosworth uit Florida, om te zeggen dat haar man op sterven lag. Bill zei haar dat hij meteen zou komen. Terwijl Meda hun koffers opnieuw inpakte, maakte Bill de auto gereed en al snel spoedden ze zich in zuid-oostelijke richting naar Florida. Toen ze de ziekenhuiskamer binnenkwamen, hief Fred Bosworth zijn kale hoofd omhoog uit het kussen en strekte zijn benige armen uit. Bill omhelsde zijn oude vriend en riep: “Mijn vader, mijn vader, wagens en ruiters van Israël!”; daarmee Elisa‟s laatste woorden tot Elia aanhalend. 91 Fred Bosworth zei zwakjes: “Zoon, herinner je altijd je opdracht. Je predikt het werkelijke Evangelie.” Terwijl hij zich in een stoel liet vallen, hield Bill de hand van zijn vriend vast. “Ik ben 48 jaar en ik ben zo moe. Misschien is mijn bediening zo ongeveer voorbij.” “Onzin, je bent jong. Je bediening is zelfs nog niet begonnen te zijn, wat het in de toekomst zal zijn. Blijf op het veld. Laat deze Pinksterpredikers het water niet modderig maken met hun fanatisme. Ga door met het Evangelie dat je hebt gekregen. Ik geloof dat je een apostel en een profeet bent van de Heere onze God.” “Broeder Bosworth, u predikte het Evangelie voordat ik was geboren. Wat was uit al die jaren het geweldigste moment van uw leven?” Fred Bosworth aarzelde niet. “Het geweldigste moment van mijn leven is dit moment nu. Spoedig zal Degene over Wie ik al deze jaren heb gepredikt, Degene die ik liefheb, Hij zal door die deur daar ko91
Verwijzend naar: 2 Koningen 2: 12
174
men en ik zal met Hem mee naar buiten gaan.” Bill voelde alsof hij naar een gelijke van Abraham, Isaac of Jacob stond te kijken: “Broeder Bosworth, wij geloven allebei hetzelfde. Door de genade van God zal ik het Evangelie prediken tot mijn laatste ademtocht. Ik zal geen compromissen sluiten met het Woord. Ik zal zo goed als ik kan, trouw blijven aan Jezus Christus. Op een dag zal ik u ontmoeten in een beter land, waar we beide voor immer jong zullen zijn.” Bosworth glimlachte zwakjes. “U zult er zijn, broeder Branham. Wees niet bezorgd.” Een maand later geraakte Fred Bosworth twee dagen in coma. Toen opende hij plotseling zijn ogen en zat rechtop in bed. Zijn rechterarm uitstekend, bewoog hij zijn hand in de lucht, alsof hij iemand de hand schudde. “Broeder Jim, ik heb je niet meer gezien sinds je heenging. Je was een van mijn bekeerlingen tot de Heere in mijn samenkomst in Joliet, Illinois. Zuster Julie, ik leidde je tot de Heere in mijn Winnipeg samenkomst.” Twee uur lang groette hij mensen (in de kamer?) die tot de Heere waren gekomen door zijn bediening, maar die vóór hem waren gestorven. Tenslotte legde hij zijn hoofd terug op zijn kussen en viel in slaap in de armen van Jezus. Fred Bosworth was 84 jaar oud… op weg naar de eeuwigheid.
***
175
176
HOOFDSTUK 78 Teleurgesteld te Waterloo 1958
DE EERSTE KEER dat Gene Norman William Branham hoorde prediken, was in Minneapolis, Minnesota, in juli 1950. Natuurlijk maakten de onderscheiding en de wonderen indruk op hem, maar vanaf het begin vermoedde hij dat William Branhams bediening een diepere achtergrond had. Gene Norman nam vakantie op van zijn werk, zodat hij en zijn vrouw, Mary, de volgende Branham campagne konden bijwonen in Cleveland, Ohio. 92 Toen de Cleveland samenkomsten eindigden in augustus, reed Gene naar huis, naar Minnesota en bestelde het tijdschrift The Voice of Healing (De Stem der Genezing), dat het reisschema van William Branhams samenkomsten afdrukte en verslag deed van de resultaten van zijn campagnes. Gene bestelde ook William Branhams op geAfb. 50 Het tijdschrift met de luidsband opgenomen predicampagne-schema‟s en -resultaten kingen bij het kantoor van Branham Campagnes in Jeffersonville, Indiana. In 1953 verhuisde Gene Norman zijn gezin naar Parkersburg, Iowa. Hij bleef William Branhams opgenomen predikingen ontvan92
Dit was dezelfde geloofs-genezings campagne waarin de kreupele benen van David Wood werden rechtgezet.
177
gen van Fred Sothmann, die zich nu met de verspreiding van deze banden bezighield. Door hun brieven werden Gene Norman en Fred Sothmann vrienden. Fred Sothman kwam oorspronkelijk uit Saskatchewan, Canada. In 1956 zette Sothmann een Branham campagne op in Prince Albert, Saskatchewan. Gene Norman woonde deze samenkomsten bij. Nadat de campagne afgelopen was, nam Fred Sothmann William Branham mee op een drie-daagse vistocht en hij nodigde Gene Norman uit om mee te gaan. Te midden van de coniferenwouden en door gletsjers uitgegutste meren van Saskatchewan, kregen Bill en Gene een band. Afb. 51 Fred SothTenslotte man verspreidde de raakten de Norgeluidsbanden mans ervan overtuigd, dat William Branham een profeet van God was. In 1957 besloot Gene een Branham campagne te ondersteunen in Waterloo, Iowa, een nabijgelegen stedelijk gebied met meer dan 100.000 inwoners. Hij belde Lee Vayle op, die op dat moment optrad als de zaakwaarnemer van de Branham CamDaar kregen pagnes. Lee Vayle sprak met Bill en Afb. 52 Bill en Gene een band… belde toen Gene Norman met de data die Bill beschikbaar was: van zaterdag 25 januari tot en met zondag 2 februari 1958. Onmiddellijk nam Norman contact op met al de Christelijke predikers in Waterloo, om ondersteuning te organiseren voor deze campagne. Toen huurde hij een grote gehoorzaal die het „Hippodrome‟ heette en begon het bekend te maken. Tijdens de laatste week van januari 1958 joeg er een sneeuwstorm door Iowa, die maakte dat alle wegen gevaarlijk glad waren. De eerste twee avonden van de campagne weet Bill het aan deze storm dat de opkomst teleurstellend was; wat maakte dat het Hippodrome zelfs nog niet voor de helft gevuld was. Toen, op een avond, op weg naar de samenkomst, kwam hij voorbij een middelbare school waar
178
een basketball wedstrijd werd gespeeld. Te oordelen naar het aantal geparkeerde auto‟s, leek het of de gymnastiekzaal van de school tot de nok toe gevuld was. Dat deed hem beseffen dat het niet het vriezend weer en de gladde wegen waren, die mensen weghielden van zijn samenkomsten. Er was iets veranderd in de houding van de Christenen. Zelfs onder de meerdere duizenden mensen die wél zijn campagne bezochten, scheen hun houding zo koud als het ijs op het trottoir buiten. Evenmin richtte een overvloed aan wonderen veel uit om hun geest warm te maken. Aan het einde van de woensdagavond dienst, deed Bill geen oproep voor een gebedsrij. In plaats daarvan deed hij iets, dat hij nooit eerder had gedaan. Hij vroeg de mensen om hun hoofden te buigen en hem na te zeggen: “Almachtige God… Schepper van hemelen en aarde… Schepper van eeuwig leven… Gever van elke goede gave…Wees mij genadig…Vergeef mijn ongeloof… Ik geloof het Evangelie… Ik geloof dat U nu Uw woord volvoert in mijn lichaam… Open de kanalen… Ik gooi mijn ongeloof eruit… Ik ontvang Uw Geest… Ik geloof dat U nu in mij bent… Ik geloof dat mijn ziekte zal verdwijnen… Ik aanvaard U nu als mijn Heelmeester.” Toen het gehoor deze algemene belijdenis had uitgesproken, vroeg Bill hen om hun hoofden gebogen te houden, terwijl hij voor hen bad. Hij zei: “Ik wil met heel mijn hart bidden, dat de Heilige Geest aan u zal betuigen dat het werk volbracht is.” Hij bad: “God, mijn Vader, ik kom in Jezus‟ naam om te bidden voor deze mensen, die nu eerlijk en oprecht hun fouten hebben beleden. Gezegende God, moge dit een avond zijn die ze nooit zullen vergeten. Moge de Heilige Geest nu in elk hart komen en alle ziekte uit hun lichamen wegdoen.” Met zijn hoofd nog steeds gebogen en zijn ogen nog steeds gesloten, zei hij: “Ik daag nu de duivel uit tot een debat. Satan, je bent je bewust dat je verslagen bent. Je hebt geen rechtmatige rechten. Jezus Christus, mijn Heer, heeft je autoriteit van je afgenomen toen Hij stierf op Golgotha, om zonde en ziekte weg te nemen. Satan, je bent niet meer dan een bluffer en we dagen je bluf uit. Nadat onze Heere die vijgenboom deed verdorren met een vloek, drong Hij er bij Zijn discipelen op aan om geloof in God te hebben. Hij zei dat, als welke gelovige ook tot deze berg zegt om te worden verplaatst, en niet twijfelt in zijn hart, dat het zou gebeuren; hij zou
179
kunnen hebben wat hij ook zegt. Diezelfde belofte is voor ons vandaag. Satan, je kent de Schriften daarover. Ik heb deze mensen zojuist geleerd dat God in hen is. Dus als God in hen is en zij zeggen tot een ziekte:‟Verlaat mij,‟ en niet twijfelen in hun hart, dan heeft elke ziekte meteen weg te gaan, omdat Christus het zo zei. Want zíj zijn het niet die spreken; het is de Vader die in hen woont, die spreekt. Ik zeg dit als Gods dienstknecht, door een boodschap van een engel, die mij zalfde en aan deze mensen heeft bewezen dat Jezus hier is en dat de boodschap juist is. Satan, ik bezweer je om elke zieke persoon hier te verlaten en de buitenste duisternis in te gaan, in de naam van de Heere Jezus Christus.” Een vreemd geluid volgde op zijn gebed. Het klonk als een organist die tegelijkertijd tien niet harmoniërende toetsen van een pijporgel had ingedrukt. Maar er was geen orgel in het Hippodrome. Plotseling waaide er een windvlaag door het gebouw van het ene eind naar het andere, klinkend als een wervelwind die over metalen golfplaten ratelt. Maar het Hippodrome was gemaakt van betonblokken en hout. Aangezien er geen deuren open stonden, moest de wind binnen de muren zijn begonnen. Bill voelde het over het podium waaien, terwijl het de stof van zijn pak liet wapperen toen de wind voorbijkwam. Voor hij nog twee keer kon ademhalen was hij verdwenen. De menigte scheen niet in staat te vatten wat er was Afb. 53 Het Hippodrome in Waterloo. gebeurd. Bill legde uit dat de (Hier tijdens een veekeuring) Heilige Geest door het gebouw was gegaan als een windvlaag, Zijn Woord bevestigend. Iets dergelijks gebeurde toen Petrus predikte op de Pinksterdag. 93 Toen Bill vroeg hoeveel mensen in het gehoor de wind hadden gehoord of gevoeld, staken rond de 500 mensen hun hand op, inclusief Gene 93
Verwijzend naar: Handelingen 2: 2
180
Norman en Lee Vayle. Toch deed zelfs dit bovennatuurlijk fenomeen het geloofsniveau niet erg hoog stijgen in de samenkomsten die volgden. Op zaterdagmorgen had Gene Norman een ontbijt voor predikers op het programma staan, zodat Bill en de plaatselijke voorgangers elkaar konden ontmoeten en elkaar beter leren kennen. Toen ieder klaar was met eten, stond Bill op om een korte boodschap te brengen. Hij nam zijn tekst uit Paulus‟ getuigenis aan koning Agrippa: Ik zag, o koning, midden op de dag onderweg een licht, schitterender dan de glans der zon, van de hemel mij en hen die met mij reisden, omstralen; en toen wij allen ter aarde vielen, hoorde ik een stem tot mij spreken in de Hebreeuwse taal: Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij? Het valt u zwaar tegen de prikkels achteruit te slaan. En ik zeide: Wie zijt Gij, Here? En de Here zeide: Ik ben Jezus, die gij vervolgt. Maar richt u op en sta op uw voeten; want hiertoe ben Ik u verschenen, om u aan te wijzen als dienaar en getuige daarvan, dat gij Mij gezien hebt en dat Ik aan u verschijnen zal, u verkiezende uit dit volk en de heidenen, waarheen Ik u zend, om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en van de Macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden zouden ontvangen door het geloof in Mij. Daarom, koning Agrippa, ben ik dat hemelse gezicht niet ongehoorzaam geweest. 94 Deze geschiedenis als voorbeeld nemend, deelde Bill zijn eigen getuigenis met hen over het dopen van mensen in de Ohio rivier in 1933, toen dat bovennatuurlijke licht verscheen en een stem sprak: “Zoals Johannes de Doper vooraf ging aan de eerste komst van Jezus Christus, zo zult gij de voorloper zijn van Zijn tweede komst.” Toen vertelde hij over de nacht in 1946 toen een engel aan hem was verschenen en hem vertelde, dat hij was verordineerd om een gave van 94
Verwijzend naar: Handelingen 26: 13-19
181
genezing tot de volken van de wereld te brengen. Zoals Paulus vroeger, verklaarde Bill: ” Ik ben dat hemelse gezicht niet ongehoorzaam geweest.” Terwijl Bill nog steeds sprak, schoof een prediker zijn stoel weg van de tafel, greep zijn jas, en liep naar buiten. Toen deed een andere man hetzelfde – toen een andere, en nóg een en nóg een, totdat tien voorgangers hun jas hadden aangetrokken en naar buiten de kou in waren gelopen. Gene Norman wist niet waar hij kruipen moest van verlegenheid. Hij voelde zich zelfs nog ongemakkelijker toen hij Bill terugreed naar het motel. Zijn gast reed mee in een drukkende stilte. Gene zei: ”Broeder Branham, ik wil mijn verontschuldigingen aanbieden voor het ruwe gedrag van die tien mannen.” Bill wendde zich om en zei: “Broeder Gene, heb je me lief?” Verrast door deze vraag, antwoordde Gene: “Wilt u dat ik het bewijs, broeder Branham?” “Broeder Gene, als ik u was, dan zou ik hier vertrekken en naar het westen verhuizen. Deze plaats ligt onder een oordeel.” Bill had nog één samenkomst méér in Waterloo, Iowa. Op zondag 2 februari 1958 sprak hij tot zijn gehoor over de bovennatuurlijke wind die door het Hippodrome had gewaaid woensdagavond. Hoewel God vele malen in zijn leven tot hem was gekomen in de vorm van een wervelwind, was er maar één keer meer dat hij die bovennatuurlijke wind had horen bulderen, zoals het de afgelopen woensdag gebeurde. Toen vertelde Bill hen over zijn vistocht met Banks en Lyle Wood, toen de Geest van God als een machtige wind van de bergen naar beneden stormde, wat hem inspireerde om leven terug te spreken in dat kleine dode visje. Hij zei tot de toehoorders: “Ik geloof dat de volgende stap in mijn bediening nadert, wat ver uit zal gaan boven dit nu. Is er iemand hier die zich het begin van mijn bediening herinnert, toen ik mijn hand op mensen legde en de vibraties van door een kiem veroorzaakte ziekten kon onderscheiden? De Heere beloofde daar vroeger, dat als ik oprecht zou zijn, dat ik op een dag de geheimen van hun harten zou weten. Vandaag kan iedereen zien dat dit is gebeurd. Nu vertel ik u, dat er iets anders opkomt, wat nog groter zal zijn.” Toen las hij Lukas 17: 26-30:
182
En gelijk het geschiedde in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen: zij aten, zij dronken, zij huwden, en zij werden ten huwelijk genomen tot op de dag, waarop Noach in de ark ging en de zondvloed kwam en allen verdelgde. Op dezelfde wijze als het geschiedde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden. Maar op de dag waarop Lot uit Sodom ging, regende vuur en zwavel van de hemel en verdelgde hen allen. Op dezelfde wijze zal het gaan op de dag waarop de Zoon des mensen geopenbaard wordt. Uit deze verzen haalde hij drie belangrijke lessen. Ten eerste: Lot kwam uit Sodom. Ten tweede: Noach ging in de ark. Deze twee mannen waren een type van de nood van de mensen vandaag, die uit de wereldsystemen moeten komen en in de veiligheid van Christus binnengaan. Voor zijn derde les ging Bill terug naar de dagen van Lot, aanduidend dat vlak voordat Sodom brandde, Abraham (die Lots oom was) een ongebruikelijke bezoeker kreeg. 95 Bill zei: “Er kwam een Man aan. Het was een Engel, niemand anders dan de Almachtige God, gemanifesteerd in de vorm van een man. Abraham noemde Hem Heer, Elohim. Het was de Almachtige Jehova, gekleed in de kledij van een man. Deze Man zat met Zijn rug naar de tent en zei tegen Abraham: „Ik zal u het volgend jaar gaan bezoeken en Sara zal een zoon hebben.‟” “Sara was 90 jaar oud. Toen ze hoorde wat deze Man zei, lachte zij – niet hardop, maar in haar hart. De Engel, met Zijn rug naar de tent, zei tegen Abraham: „Waarom lachte Sara?‟” “Welk soort geestelijke telepathie was dat? Schaamt u mensen hier in Waterloo zich niet? Die zelfde Engel van genade komt elke avond naar dit gebouw en volvoert hetzelfde. Het gebeurt opnieuw, voordat vuur en vernietiging deze aarde zal verbranden. Op dezelfde wijze als het geschiedde in de dagen van Lot… Op dezelfde wijze zal het gaan op de dag waarop de Zoon des mensen 95
Verwijzend naar: Genesis 18: 1-15
183
geopenbaard wordt. 96 In de dagen van Lot kwam er een Engel tot Abraham met een boodschap; en die Engel kon onderscheiden wat er omging in het hart van Sara, zelfs terwijl zij achter Hem stond en binnen in een tent.” “Kunt u mensen niet de natuur van die Geest zien? Het was niemand anders dan de Geest van Christus. Later, toen Hij op aarde was in de vorm van de Heere Jezus, volvoerde Hij hetzelfde teken om te bewijzen wie Hij was. Dezelfde is hier vandaag, hetzelfde teken volvoerend, voordat vuur en vernietiging deze wereld verteert.” Dit was de eerste keer dat vermeld wordt, dat Bill Lukas 17: 30 gebruikte als tekst. Het zou een hoofdthema voor hem worden in de laatste jaren van zijn leven. De volgende morgen pakten Bill en Billy Paul hun kleren in Bills kleine bestelauto en gingen ze op weg terug naar Jeffersonville. Het stormachtige weer was opgehouden en de temperatuur was licht gestegen. Sneeuwploegen van de staat Iowa hadden de sneeuw op de hoofdwegen geruimd en hadden gepekeld. Billy Paul reed, zodat zijn vader, uitgeput van de campagne, een dutje kon doen. Moe als hij was, kon Bill niet slapen. Hij zat rustig te kijken hoe kilometer na kilometer sneeuwbedekte velden voorbijtrokken. Ineens voelde hij die ongeziene aanwezigheid van de engel naast zich. Het verstijfde zijn ruggengraat en verdoofde zijn handen. Plotseling verdween zijn bestelauto. Bill bevond zich achter het stuur van zijn auto, op het moment dat hij de oprit voor zijn huis indraaide. Hij moest in de straat stoppen, omdat een hoop grote stenen zijn oprit blokkeerde. Landmeters jalonstokken waren in de grond gestoken langs de rand van zijn erf, evenwijdig aan de straat. Wegenbouwmachines zoals graders (grond-nivelleer-schaven) en scrapers (egaliseermachines) dreunden door de Ewing Lane heen en weer. Enige van de bomen aan weerszijden van de weg waren omgehakt en de stronken ervan waren opgegraven. Een jongeman bestuurde een bulldozer die dwars over Bills erf reed. Hij trok aan de stuurremmen, makend dat de ene rupsband draaide, terwijl de andere rups stilstond; de machine nu eens deze en dan weer de andere kant opdraaiend, Bills gazon stukscheurend, ver 96
Lukas 17: 28, 30
184
buiten de door de landmeter-stokken gemarkeerde lijn. Toen Bill uit zijn auto stapte, viel zijn oog op een houten paaltje dat bij zijn voeten in de grond was gehamerd. De top van deze staak was oranje geverfd. Bill gebaarde naar de bestuurder van de bulldozer om met hem te komen praten. De jongeman klom uit zijn machine en liep naar de oprit. Bill vroeg: “Wat bent u aan het doen? Kom niet zo ver naar binnen, u ruïneert mijn erf.” De jongeman duwde hem terug en snauwde: “Zo zit dat met jullie predikers. Altijd vertellen jullie de mensen maar wat ze moeten doen.” De agressiviteit van deze man verraste Bill. “Ik vroeg alleen maar waarom u dit doet. U komt te ver op mijn erf.” De jongeman gaf hem weer een duw. Toen probeerde hij Bill een klap in zijn gezicht te geven. Bills oude boksreflex flitste tevoorschijn: hij trok zijn hoofd zo snel terug, dat de uithaal van de man hem miste. Zonder erbij na te denken, gaf Bill de jongeman een stoot die hard genoeg was om hem op de grond te werpen. Toen de man opstond, sloeg Bill hem opnieuw neer. De man kwam een tweede keer omhoog, en Bill sloeg hem voor de derde keer neer. Nu verscheen de engel van de Heere rechts achter hem. “Doe dat niet,” zei de engel. “U bent prediker.” Bill voelde zich beschaamd. Hij had sinds zijn dagen als professioneel bokser niemand meer geslagen, sinds hij Christen was geworden. De jongeman oprapend van de grond, sloeg hij hem het stof van de kleren en zei: “Ik ben niet kwaad op u. Ik wil dat u weet, dat u niet op die manier tegen me praten kunt.” De engel zei: “Laat dit voorbijgaan.” “Hoe?” vroeg Bill. “Wanneer je dat paaltje ziet dat in je voortuin bij je hek is ingeslagen, ga dan naar het westen.” Zich naar het westen kerend, zag Bill een span paarden ingespannen voor een huifkar – het soort huifkar dat Amerikaanse pioniers een „prairie schoener‟ noemden. Zijn vrouw zat op de bok; een muts in oude pioniersdracht op haar hoofd. Hun kinderen zaten achterin, onder de huif van de kar door naar buiten kijkend. Bill klom op de wagen en ging naast zijn vrouw zitten. Hij nam de teugels en zei: “Meda, ik heb alles verdragen wat ik kon.” Toen liet hij het span paarden naar het westen draaien en klapte met de teugels. Toen hij dat deed, verdwenen de paarden en veranderde de huifkar in een auto:
185
zijn Ford stationwagon. Ineens was hij terug in zijn bestelwagen, gezeten op de passagiersstoel, uit het raam kijkend naar de voorbijtrekkende met sneeuw bedekte velden van Iowa. Bij de eerste gelegenheid schreef hij dit visioen in zijn boek met visioenen. Het zou uitwijzen van betekenis te zijn. Gene Norman nam Bills voorstel om naar het westen te verhuizen, serieus. Binnen zes maanden verkocht hij zijn huis en zijn zaak en verhuisde zijn gezin naar Tucson, Arizona. Tenslotte zou zijn verhuizing een rol spelen in William Branhams eigen verhuizing naar het Westen.
***
186
HOOFDSTUK 79 „Kennis van Goed en Kwaad‟ uitgelegd 1958
TIJDENS het voorjaar en de zomer van 1958 hield William Branham geloofs-genezings campagnes van Chattanooga (Tennessee) tot Bangor (Maine). Hoewel de meeste van zijn predikingen nog steeds toegespitst waren op het opbouwen van geloof voor genezing, roerde hij ook andere onderwerpen aan. Tenminste zeven keer in 1958 predikte hij over „De Koningin van Scheba‟, als tekst gebruik makend van Matthéüs 12: 42: „De koningin van het Zuiden zal in het oordeel optreden met dit geslacht en het veroordelen, want zij is gekomen van de einden der aarde om de wijsheid van Salomo te horen, en zie, meer dan Salomo is hier.‟ Jezus verwees hier, natuurlijk, naar Zichzelf als de persoon die groter was dan Salomo. Bill benadrukte dat dezelfde Jezus Christus er elke avond in zijn samenkomsten was, de geheimen van de harten onderscheidend, de zieken genezend en andere wonderen volvoerend, net als Hij deed toen Hij bijna 2000 jaar geleden op aarde wandelde. Hoewel de geloofs-genezings campagnes hem bezighielden, vond hij nog steeds tijd in 1958 om meer dan een dozijn keer in de „Branham Tabernakel‟ te prediken. In het laatste weekend van september predikte hij verschillende predikingen, die meer tegenspraak verwekten dan welke van de andere boodschappen ook, die hij tot die tijd had gebracht. Op zaterdagavond, 27 september, predikte hij over „Waarom wij geen denominatie zijn?‟ Hij wees erop, dat Jezus nooit een school begon of een denominatie vormde. Christelijke organisaties begonnen in het jaar 325 AD, toen de Romeinse keizer Constantijn de Rooms Katholieke Kerk organiseerde. Openbaring hoofdstuk 17 spreekt over de grote hoer, moeder der hoeren, die de wereld regeert van de top van zeven heuvels. Rome werd gesticht op zeven heuvels. De Katholieke Kerk, met haar hoofdkwartier in Rome, is het enige instituut dat aan deze beschrijving voldoet. Maar de Rooms Katholieke Kerk staat niet alleen in haar dwalingen. Bill benadrukte hoe de Bijbel zegt, dat zij de moeder der hoeren was. De eerste Christelijke organisatie was de moeder, en die moeder had dochters. Die
187
dochters zijn de andere Christelijke denominaties, die alle, in een of andere vorm, de starheid van het organisatie-systeem van hun moeder overnamen. De voornaamste zwakte in elke denominatie is starheid, wat barrières schept. Zodra een groep haar geloofsbelijdenissen, verordeningen en geloofsartikelen schrijft, bevriezen ze Gods Geest van openbaring. De Bijbel is volmaakt, maar het menselijk begrip over de Bijbel is dat niet. Als God iemand dieper begrip geeft, kunnen mensen die aan een denominationele geloofsbelijdenis gebonden zijn, het niet aanvaarden. De hiërarchie van het leiderschap binnen elke denominatie weerstaat de geest van openbaring, daar ieder mens zijn eigen positie binnen de hiërarchie en de comfortabele algemene status quo (de huidige situatie), zoekt te behouden. De volgende morgen predikte hij over de „Doop van de Heilige Geest.‟ Hij benaderde dit onderwerp anders dan de meeste van zijn tijdgenoten. Hij las Efeziërs 1: 4-6: Hij (God) heeft ons immers in Hem uitverkoren vóór de grondlegging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor Zijn aangezicht. In liefde heeft Hij ons tevoren ertoe bestemd als zonen van Hem te worden aangenomen door Jezus Christus, naar het welbehagen van Zijn wil, tot lof van de heerlijkheid Zijner genade, waarmede Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde. “Wie deed het? Híj deed het! Voor de grondlegging van de wereld begenadigde Hij mij tot lof van de heerlijkheid zijner genade. Ik had er niet één ding mee van doen. Ik was een zondaar, geboren in een familie van dronkaards. Ik groeide op, gezeten op een vat whisky, en toch kwam de Heilige Geest tot mij toen ik zeven jaar oud was en zei: „Raak er geen druppel van aan, en rook geen sigaret, noch pruim tabak, of hang rond bij meisjes.‟ Wat was het? Het was het welbehagen van de Vader voor de grondlegging van de wereld om mij te zenden, om Zijn Evangelie te prediken en Zijn schapen te leiden. Gods grote naam zij voorimmer geprezen. Ik zal bij Zijn Bijbel blijven, drijven of verdrinken, populair of niet populair, of er nu iemand is die van me houdt of niet. “Als de Methodisten en Baptisten me afwijzen, dan maakt dat
188
niet uit. Ik wil dat doen wat Hem behaagt. Zelfs de Pinkstermensen wijzen me af, omdat ik hun leer niet geloof dat spreken in tongen het uiteindelijke bewijs is van de doop van de Heilige Geest. Ik geloof niet dat in tongen spreken maakt, dat je vervuld bent met de Heilige Geest, evenmin als ik geloof dat het wonen in het paleis van een koning, je een koning maakt. Dat maakt het je niet. Je zou een bediende kunnen zijn. Ziet u? Ik geloof dat je de Heilige Geest ontvangt door een ervaring; niet door een intellectuele opvatting van de Schriften, maar door een ervaring die jíj alleen weet. Als u wilt weten of het de Heilige Geest was of niet, kijk dan naar uw levenspatroon erna. Dat zal u zeggen welk soort geest er in u kwam.” Op zondagavond, 28 september 1958, predikte Bill een prediking die hij „Het Zaad van de Slang‟ noemde. Een korte boodschap die een van zijn meest verlichtende en omstreden leringen zaaide. Hij nam zijn tekst uit Genesis hoofdstuk 3: De slang nu was het listigste van alle dieren des velds, die de HERE God gemaakt had. En zij zeide tot de vrouw: God heeft zeker wel gezegd: Gij zult niet eten van enige boom in de hof? Toen zeide de vrouw tot de slang: Van de vrucht van het geboomte in de hof mogen wij eten, maar van de vrucht van de boom die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: Gij zult daarvan niet eten noch die aanraken; anders zult gij sterven. De slang echter zeide tot de vrouw: Gij zult geenszins sterven, maar God weet, dat ten dage, dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad. En de vrouw zag, dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden, en zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij at. Toen werden hun beider ogen geopend, en zij bemerkten, dat zij naakt waren; zij hechtten vijgenbladeren aaneen en maakten zich schorten.
189
Bill onderwees dat in den beginne de slang helemaal geen reptiel was; het was eigenlijk een zoogdier. De Bijbel noemt het een dier. De slang liep rechtop, zoals een mens en was lichamelijk gebouwd als een mens. Hij stond wat intelligentie betreft zo dicht bij de mens, dat hij kon spreken. Het woord „listig‟ betekent: ‟een werkelijke kennis hebben van de principes van het leven.‟ In het Hebreeuws komen de woorden „listig‟, „knap‟, „sluw‟ en „naakt‟ alle van hetzelfde stamwoord. De verboden vrucht in het midden van de hof was de vleselijke kennis van de menselijke sexualiteit. Ook het woord midden past daar. Toen Eva en Adam deze „vrucht‟ aten, wisten ze plotseling dat ze naakt waren. Wat er in werkelijkheid in de Hof van Eden gebeurde, was, dat Eva overspel pleegde met de slang en door hem zwanger werd. Toen toonde ze aan Adam wat ze had geleerd en werd ze onmiddellijk zwanger van een tweede kind, door Adam. Negen maanden later baarde zij een tweeling: Kaïn, die het zaad van de slang was, en Abel, die het zaad van Adam was. Hoewel deze uitleg radicaal afwijkt van de Christelijke traditie, wijkt hij niet af van de Bijbel, of zelfs van gezond verstand. Plotseling wordt de eerste zonde van de mensheid opgeheven uit de categorie van mythen en legenden en stevig neergezet in de realiteit van de menselijke genetica. Volgens deze verklaring van de gebeurtenissen, was de val van de mens niet gebaseerd op zoiets aanvechtbaars als het bijten in een appel van één enkele appelboom tussen honderden andere appelbomen; het was gebaseerd op overspel, een daad die nooit heeft opgehouden een zonde te zijn in Gods ogen. Dat is waarom God tegen Eva zei: “Ik zal zeer vermeerderen de moeite uwer zwangerschap; met smart zult gij kinderen baren.” 97 Het oordeel dat God over Eva uitsprak was direct verbonden met haar zonde. Bill zei: “Als het eten van een appel zal veroorzaken dat een vrouw weet dat ze naakt is, dan konden we maar beter beginnen met appels uit te delen.” Toen God de slang strafte voor zijn deel in de val van de mens, zei God: “Omdat gij dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt onder al het vee en onder al het gedierte des velds; op uw buik zult gij gaan en stof zult gij eten zolang gij leeft.” 98 Waarom noemde God vee, toen Hij de slang vervloekte? God classificeerde de slang onder de andere 97 98
Genesis 3: 16 Genesis 3: 14
190
zoogdieren, zoals koeien, leeuwen en apen. Toen veranderde Hij de slang van een zoogdier met poten, in een reptiel zonder poten. Dat is waarom antropologen nooit de „ontbrekende schakel‟ zullen vinden tussen mens en aap. De oorspronkelijke slang is die „ontbrekende schakel‟, maar God veranderde de soort zo volkomen, dat hij niet langer genetisch aansluit bij de mens. Toch blijft de natuur van het dier bestaan. Toen zei God tot de slang: “Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad.” 99 De slang had een fysiek zaad (of nageslacht), en dat zaad was Kaïn en zijn nakomelingen. Kijk naar Kaïns eigenschappen. Hij was even religieus als zijn broer Abel. Beide mannen bouwden altaren, zodat ze God konden aanbidden. Kaïn, die geen openbaring had over het werkelijke karakter van de zonde, offerde vrúchten op zijn altaar; terwijl Abel, die een openbaring had over het werkelijke karakter van de zonde, bloéd offerde. God nam Abels offer aan, maar verwierp dat van Kaïn. Dat maakte Kaïn zo toornig, dat hij zijn broer doodde. Moord is geen eigenschap van God, maar een eigenschap van de duivel. Dat is hoe dat Satan het kwade injecteerde in Gods plan. Het kwaad werd genetisch geïntroduceerd in de natuur van de mens, door de genen van de eerste vrouw te verenigen met de genen van een dier, de oorspronkelijke slang. De dierlijke natuur van hun nakomelingen die er het rsultaat van was, vermenigvuldigde zich de geschiedenis door, zich vermengend met Adams genen en ze verzwakkend, en nijd, haat, fanatisme en elke andere pijnlijke eigenschap op de aarde brengend die de mensheid kent en daarbij talloze zorgen. Bill benadrukte dat God er een doel mee had, om toe te staan dat dit allemaal gebeurde. Voordat het universum verscheen, bestond daar de „IK BEN‟. Hij was nog geen God, omdat God een voorwerp van aanbidding is en er was niets levends om dit geweldige Wezen te aanbidden. De „IK BEN‟ bezat bepaalde eigenschappen die Hij tot uitdrukking wilde brengen. Bijvoorbeeld, dat Hij een Redder was, maar er was niets verloren zodat Hij zou kunnen redden. Aangezien Zijn natuur volkomen goed was, kon Hij niet op directe wijze iets kwaads scheppen. Daarom gaf hij aan de eerste man en vrouw, toen 99
Genesis 3: 15
191
Hij de wereld schiep, de mogelijkheid om hun eigen weg te kiezen, wetend dat ze zouden vallen. Toen kon Hij Zichzelf tot uitdrukking brengen als Redder, wat Hij deed in de vorm van Jezus Christus. Bill stelde de retorische vraag: „Wie was er eerst, de Redder of de zondaar? De Redder kwam het eerst. Wie is er krachtiger, de Redder of de zondaar? Als een Redder de zonde kan wegnemen, is Hij krachtiger.‟ Aan het eind van deze prediking zei hij: “U predikers en broeders neem alstublieft geen aanstoot aan de manier waarop ik dit er zo hard als ik maar kan, insla. Dit is onze tabernakel en dit is waar we voor staan, en we willen regelrecht de nadruk op dat Woord leggen en de mensen ermee schudden. Dan, als u ooit uit de orde raakt, zullen wij terug gaan komen en zeggen: „U wist wel beter. Hier staat het op de band.‟” “We hebben nog een heleboel méér met u te delen, waar we na een poosje op zullen komen. We geloven in de waterdoop in de Naam van de Heere Jezus Christus. We geloven in voetwassing. We geloven in Avondmaal. We geloven in de tweede komst van Christus – niet gewoon een geestelijk komen, maar het zichtbare lichamelijke lichaam van de Heere Jezus, terugkomend in heerlijkheid. We geloven in de lichamelijke opstanding van de doden om een nieuw lichaam te ontvangen. We geloven in de onsterfelijkheid van de ziel. We geloven dat er slechts één vorm van Eeuwig Leven is, en dat is het leven dat u ontvangt van Christus Jezus; daarom geloven we niet in eeuwige straf. We geloven in een letterlijke hel, brandend met vuur en zwavel, maar we geloven niet dat mensen daar eeuwig lijden. Ze mogen misschien een miljoen jaren lijden, ik weet het niet, maar ze kunnen niet eeuwig branden. Als dat zo zou zijn, dan zouden ze eeuwig leven hebben. Dus u ziet, er zijn veel dingen die nog onderwezen moeten worden, waar we later op zullen gaan komen. De Heere zegene u.” IN NOVEMBER 1958 pakte William Branham zijn stationwagon in en zette koers naar Californië. Meda en de drie-en-een-half jaar oude Joseph gingen met hem mee. Miner Arganbright (die in La Crescenta, Californië, woonde, vlakbij Los Angeles) had voor Bill geregeld, dat hij in verscheidene aparte kerken in en om Los Angeles één avond zou prediken. Maar Arganbright wachtte hem niet op in Zuid Califor-
192
nië. Hij was naar Tulsa (Oklahoma) gevlogen om een conventie van de Gemeenschap van Volle Evangelie Zakenlieden (de FGBMF) bij te wonen. Er werd verondersteld dat Bill zijn vriend in Oklahoma zou ontmoeten, zodat ze samen naar Californië konden reizen. Bill kwam in Tulsa aan op zaterdagmiddag en boekte bij een hotel. Miner nodigde hem uit voor het FGBMF gastmaal diner later die avond. Bill ging omdat hij Oral Roberts wilde horen spreken. Voor het diner predikte Roberts over het overvloedige leven dat Jezus beloofde, dat Hij aan de gelovige zou geven. Toen Jezus de vissers vertelde om hun netten neer te laten, vingen ze zoveel vis, dat hun netten ze niet allemaal konden bevatten. 100 Roberts zei: “Er is in Jezus Christus voor iedereen alles in overvloed.” Na het diner zei Demos Shakarian, de president van de FGBMF: “Ik voel me geleid om William Branham te vragen om de slotboodschap voor de avond te brengen.” Deze aankondiging kwam voor Bill onvoorbereid. Vóór het diner had Miner hem voorgesteld aan veel van deze mensen. Bill wist dat de meesten van hen miljonairs waren en velen waren zelfs multimiljonairs. Wat zou hij aan hun levens kunnen toevoegen? In zijn simpele, nederige manier predikte hij de kern van het Evangelie met zo‟n overtuiging, dat tientallen mensen hun levens aan Jezus Christus gaven. Toen vroeg Demos Shakarian hem om te bidden voor de zieken. Sommige van ‟s levens problemen treffen rijke mensen evenzeer als ieder ander. George Gardner had zijn fortuin verdiend met de verkoop van Oldsmobile auto‟s. 101 Als hobby vloog hij in een vliegtuig en was er al eens met een verongelukt. Hij brak daarbij zijn benen en beschadigde zijn knieën, waardoor hij zich stram voortbewoog. Nadat Bill voor hem had gebeden in Jezus‟ naam, kon Gardner net zo soepel lopen als vóór zijn ongeval. Ondertussen zat daar een vrouw met ernstige artritis, met een gekromde rug en haar bovenarmen tegen haar bovenlichaam gedrukt. Ze voelde haar rug zich strekken en haar armen los komen. Ze viel op haar knieën, klapte in haar handen en prees God zo uitbundig, dat niemand rond haar het kon ontgaan. Die avond leerde een handjevol miljonairs wat werkelijke rijkdom is. De grootste rijkdom van de hele wereld wordt gevonden in het Evangelie van Jezus Christus. 100 101
Verwijzend naar resp.: Johannes 10: 10; Lukas 5: 1-11 Amerikaans automerk
193
Terwijl Bill het gastmaal verliet, greep een rijk geklede vrouw zijn hand en zei: “Broeder Branham, uw prediking heeft mijn hart werkelijk geraakt. Ik dacht voorheen dat ik een Christen was, maar nu zie ik wat mij ontbrak. Van nu aan zal ik de Heere Jezus dienen.” “Dank u,” zei Bill, en voelde zich zeer gedeemoedigd. Van Tulsa (Oklahoma) reed Bill naar het zuiden van Californië. Toen hij in La Crescenta aankwam, verbleven hij en zijn vrouw in plaats van in een motel, in het huis van Miner Arganbright. Elke avond predikte Bill in een andere kerk in de regio Los Angeles. Eén avond predikte hij voor Pastor Smith in de Pisgah Bijbel Kerk. De grote gehoorzaal van Pisgah was vol, en meerdere honderden mensen stonden buiten, luisterend via de open ramen. Na Bills prediking leidde pastor Smith de samenkomst in het zingen van een paar liederen, zodat Bill kon rusten voordat hij voor de zieken bad. In deze avond gebeurden er twee dingen die Bill nooit eerder had ervaren. Enige duizenden mensen zongen in de samenkomst, maar Bill kon een ander koor horen zingen van ergens hogerop. Nieuwsgierig klom hij de trap op om te zien wie er op de koorgalerij zongen. Maar er was daar geen koor opgesteld, het waren alleen mensen die er beneden niet meer bij konden. De stemmen die hij hoorde, schenen van nog hoger te komen. Bill luisterde aandachtig. Ja, hij kon beslist twee koren horen. De stemmen van het ene koor kwamen van beneden naar hem toe, samengesteld uit meerdere duizenden mensen die in de kerkbanken zaten, mannen- en vrouwenstemmen, sommigen goed op toon, anderen niet op toon. De stemmen van het tweede koor kwamen naar beneden zweven van de hoge gewelfde dakspanten. Het klonk als het zingen van een honderdduizendtal sopranen in volmaakte harmonie. Het was de liefelijkste muziek die hij ooit in zijn leven had gehoord. Opgetogen liep Bill de trap af naar de grote zaal. De samenkomst beëindigde hun lied met een melodieus „Amen.‟ Tijdens de stilte die volgde, sprak een man achter in het gebouw een half dozijn woorden in een onbekende tong. Hoewel hij nooit eerder een onbekende tong had uitgelegd, wist hij plotseling wat deze betekende: “De voorganger zal het gebed des geloofs bidden,” maar hij was bang om het hardop te zeggen. Een minuut later waaide die vreemde golf van inspiratie opnieuw over hem; deze keer zo sterk dat hij zijn mond dicht moest houden, om te voorkomen dat hij ging spreken. Het
194
maakte niet uit. Zelfs zonder de vertolking begon pastor Smith voor de zieken te bidden. Bill trad met vreugde terug en liet de voorganger het gebed des geloofs bidden. Zowel binnen als buiten de Pisgah kerk ontvingen honderden een zegen van God die avond. Bill was er één van. Op een ochtend verscheidene dagen later hoorde Bill de telefoon van Arganbright overgaan. Miner was niet in de kamer op dat moment, dus nam Bill de telefoon op. Een stem met een Mexicaans accent zei: “Hallo, Señor. Zou u mij kunnen vertellen of broeder Branham hier verblijft?” “Ik ben broeder Branham.” “God zij gedankt! Ik ben broeder Duponsta en ik ben zendeling voor Mexico, hoewel ik hier in La Crescenta woon. Ik heb een zoontje van vier maand oud die een kankergezwel in zijn kaak heeft. Een chirurg heeft geprobeerd om het te verwijderen, maar nu is de kanker uitgezaaid naar zijn tong. Ricky kan niet slikken. Mijn arts zegt dat het hopeloos is. Broeder Branham, ik weet dat het niet uw gewoonte t is om een ziekenhuis te bezoeken en voor iemand te bidden terwijl u op reis bent, maar zou u genade met mij willen hebben en het slechts deze ene keer doen.” “Blijf aan de lijn. Ik zal broeder Arganbright halen, zodat u hem aanwijzingen kunt geven hoe naar het ziekenhuis te komen.” Toen Bill Señor Duponsta ontmoette, verbaasde het hem een Mexicaanse man te zien wiens huid niet donkerder was dan de zijne. Ook zijn vrouw had een lichte huidskleur, maar dat was ook te verwachten, aangezien ze een blonde vrouw was met blauwe ogen, die uit Finland kwam. Bill volgde hen Ricky‟s ziekenhuiskamer binnen. Hij had heel wat ontstellende dingen gezien tijdens zijn jaren van bidden voor zieke- en aangevochten mensen, maar de toestand van deze baby was een van de meest aandoenlijke aanblikken die hij ooit had gezien. Ricky lag op zijn rug, bloot, afgezien van een luier. Een blauw litteken liep over de rand van zijn kin van de ene kant van zijn keel naar de andere kant, daar waar de chirurg had geprobeerd om de kanker te verwijderen. Zijn zwarte tong was zo erg opgezwollen dat het zijn luchttoevoer blokkeerde en hij nu ademde door een gat in zijn keel. Het metalen luchttoevoerstuk dat zijn nieuwe luchtvoorziening was, gaf bij elke adem een zacht fluitend geluid. Een verpleegster zoog regelmatig dit gat leeg, om te voorkomen dat speeksel het zou
195
verstoppen. De arts had Ricky‟s armpjes in spalken vastgebonden om te voorkomen, dat hij deze metalen buis zou wegtrekken die in zijn luchtpijp was gestopt. Señor Duponsta boog zich over het bedje, klopte op Ricky‟s buikje en zei: “Pappa‟s kleine jongen.” Toen Ricky zijn vaders stem herkende, probeerde hij zijn gespalkte armpjes op te heffen. “Ricky, pappa heeft broeder Branham meegebracht om voor je te bidden.” Bills hart scheen binnen in zijn borst weg te smelten in een poel. Hij dacht: “Als deze aanblik míj al zo droevig maakt, wat moet het dan doen aan de Almachtige God, die de bron is van alle medegevoel en medelijden? Heere Jezus, als U hier stond, wat zou U doen?” Op dat moment gebeurde er iets in de geestelijke sfeer. Bill hoorde geen hoorbare stem, maar binnen in zijn hoofd (of zijn ziel) hoorde hij de Heilige Geest zeggen: “Je predikte over Markus 11: 23, „spreek tot deze berg‟ – Ik gaf Mijn autoriteit aan de Gemeente. Nu wacht Ik om te zien wat je er aan zult doen.” Zachtjes een van Ricky‟s kleine handjes vasthoudend, zei Bill: “Heere Jezus, hoor het gebed van Uw dienstknecht. Door geloof plaats ik het bloed van Jezus Christus tussen deze kankerdemon en het leven van de baby.” Om een of andere reden kon hij niets anders bedenken om te zeggen. Terwijl Bill de kamer uitliep, snelde Ricky‟s vader achter hem aan en hield hem in de hal tegen. “Broeder Branham, de Heere legde mij op het hart om u wat tiendengeld te geven.” Hij bood Bill een envelop aan. “O, broeder, nee,” zei Bill, zijn hoofd schuddend. “Ik kan uw geld niet aannemen. Gebruik het om de ziekenhuiskosten van uw zoon te betalen.” “Het is maar $50,- en het moet naar een prediker gaan. Neem het alstublieft.” “Wel, aangezien ík prediker ben, én ú prediker bent, beschouw het dan dat ik het ontvangen heb, en dat ik het op mijn beurt aan u teruggeef.” Aarzelend stopte Duponsta het geld weer in zijn zak. Hoewel Bill maar een kort gebed gebeden had voor Ricky Duponsta, was het genoeg. Een paar uur nadat Bill het ziekenhuis had verlaten, was Ricky‟s tong geslonken tot haar normale grootte. De dag erna verwijderde zijn arts het metalen gat uit zijn keel. Tezelfder-
196
tijd deed zijn dokter een biopsie, 102 waaruit later werd vastgesteld dat er geen kankercellen meer waren achtergebleven in Ricky‟s mond. Natuurlijk belde Ricky‟s vader Bill op om hem over het wonder te vertellen. Maar dat was niet genoeg voor Señor Duponsta. Hij en zijn vrouw reden naar Arganbrights huis om Bill persoonlijk te bedanken. Bill was zijn Ford stationwagen aan het pakken voor de tocht terug naar huis, toen de Mexicaanse zendeling arriveerde. Señor Duponsta zwaaide de deur van zijn auto open, klauterde uit zijn autostoel en rende naar Bill als dacht hij dat Bill zou mogen vertrekken voordat hij bij hem kwam. Zijn hoed van het hoofd rukkend, zei hij: “Broeder Branham, Ricky komt vandaag thuis uit het ziekenhuis.” “Daar ben ik dankbaar voor,” zei Bill “God is zo genadig.” “Hier is het tiendengeld dat de Heere me zei om aan u te geven.” “Broeder Duponsta, ik vertelde u om dat geld te gebruiken voor uw ziekenhuiskosten.” “Die heb ik - ik bedoel ik probeerde het, maar de dokter zei dat ik hem geen stuiver verschuldigd ben, omdat hij niets te doen heeft gehad met Ricky‟s herstel. Hij zei dat het gewoon een onverklaarbaar fenomeen was, een „speling der natuur‟. U en ik weten wel beter. Dus, alstublieft, broeder Branham, neem mijn tienden aan.” Hij stak de $50,- toe. Bill dacht: “O, ik kan het niet. Heer ik voel niet dat ik het moet aannemen.” Toen herinnerde hij zich hoe Jezus toeliet dat de weduwe haar laatste muntje in de offerkist van de synagoge wierp. 103 Aarzelend nam hij het geld aan. Toen hij terugkeerde naar Jeffersonville en zijn samenkomst vertelde over het wonder van Ricky Duponsta, zei hij: “Ik heb de tienden van de man nu. Ik weet niet precies wat ik ermee zal doen, maar ik weet wel dat ik het aan iemand zal geven, die werkt voor de eer van God.” Toen zei hij: “De schaduwen vallen. Christus is aan het verschijnen. Dat is waarom er tekenen en wonderen verschijnen. De Gemeente (zoals die grote satelliet, de maan) weerkaatst het licht van de Morgenster naarmate ze over de horizon komt „met genezing onder 102 103
Weefselonderzoek Verwijzend naar: Lukas 21: 1-4; Markus 12: 41-44
197
Zijn vleugels‟. 104 Als Hij genezing zal brengen uit de weerspiegeling van Zijn tegenwoordigheid, wat zal Hij dan doen wanneer Hij in persóón komt? Deze vergankelijke lichamen van ons zullen worden veranderd en worden gemaakt als Zijn verheerlijkt lichaam. 105 Tot die dag zijn we dankbaar voor het zonlicht van Zijn aanwezigheid. Zoals de sterren beklim ik de bolwerken der heerlijkheid en zit daar te wachten om Zijn komst te begroeten in dit donkere uur.”
***
104
Verwijzend naar: 2 Petrus 1: 19 en Mal. 4: 2
105
Verwijzend naar: Filippenzen 3: 21
(Zie ook verderop in „Slotnotities en Bronvermelding‟ bij hoofdstuk 79)
198
HOOFDSTUK 80 „Er Zij Leven!‟ 1959
IN HET VOORJAAR van 1959 terwijl hij weer een geloofsgenezings campagne hield in Chicago, veranderde William Branhams bediening opnieuw. Op een avond riep hij, zoals gebruikelijk, de gebedsrij op om zich rechts van hem op te stellen. Een… twee… drie mensen kwamen vóór hem, ieder een visioen trekkend uit zijn gave, en, samen met het visioen, iets van zijn kracht. De vierde persoon die voor hem stond die avond, was een jonge vrouw met schouderlang zwart haar. Ze droeg een bruin mantelpak jasje met een bijpassende bruine rok, en ze hield een baby vast, gewikkeld in een roze deken. Bill dacht: “Het schijnt of ik deze vrouw hoorde te kennen. Ze ziet er zo bekend uit.” Het gezichtje van de baby bestuderend, kon hij door zijn holle wangen en bleke huid opmaken dat hij erg ziek was. Een visioen openbaarde veel meer. Hij zei tegen de vrouw: “Uw baby is zes maand oud en ze weegt nog maar drie pond. U kunt haar er niet toe krijgen om te eten. Alles wat u in haar stopt, komt regelrecht weer omhoog. U hebt haar meegenomen naar vele doktoren, maar geen van hen kan haar helpen. Ze weten niet wat er fout is. U weet dat uw baby stervende is. U bent lid van de Swedish Covenant Church (De Zweedse Verbondskerk) en uw voorganger raadde u aan om de baby naar mij te brengen voor gebed.” “Dat is juist,” fluisterde ze met bevende lippen. Het toneel in het visioen verschoof. Bill zag de baby nu lachend en spelend. Hij zei: “Zuster, zo spreekt de Heere, „uw baby is genezen.‟” De jonge moeder verliet het podium huilend van verlichting. Bill dacht: “Er is iets vreemds met haar.” Toen herinnerde hij het zich. Vier jaar eerder, terwijl hij aan het bidden was in de woestijn buiten Phoenix, Arizona, had God hem een visioen getoond van dit zelfde moment, zeggend: ”Wanneer je ziet dat dit komt te geschieden, zal je bediening veranderen.” Dit was de vrouw in de bruine kleding, die hij in dat visioen had gezien. Hier was zijn teken: dat hij meer kracht zou ontvangen om te bidden voor de zieken. Beginnend bij de volgende persoon in de rij, voelde hij minder
199
spanning uit elk visioen dat hij zag tijdens zijn gebedsdiensten. Hoewel hij nooit in staat was geweest om de stroom visioenen te beheersen, had hij geleerd hoe zichzelf in zo‟n positie te zetten, dat de visioenen waarschijnlijk zouden verschijnen. Eerst sprak hij tot het gehoor totdat hij de aanwezigheid van de engel van de Heere voelde. Dan sprak hij met de eerste persoon in de rij totdat hij contact had met de geest van die persoon. Altijd volgde er een visioen. Nadat het eerste visioen geweest was, kwamen de volgende visioenen gemakkelijk. Zijn probleem was nooit geweest om in de geest van onderscheiding te geraken; zijn probleem was altijd geweest om er uit te komen. Voorheen hadden de visioenen hem altijd beheerst gedurende zijn gebedsdiensten, hem meetrekkend totdat hij uitgeput was. Sommige avonden kostte het hem uren om zich te herstellen; soms had hij dagen, of zelfs weken nodig om zijn kracht te herkrijgen. Vanavond veranderde dat. Nu was hij in staat om even gemakkelijk uit een visioen te komen als er in te glijden. Deze vaardigheid liet hem zijn energie sparen en maakte dat hij een bewuste beslissing kon nemen voor hoeveel mensen te bidden, alvorens hij stopte. De visioenen vermoeiden hem nog steeds, maar niet zo erg als ze het in voorgaande jaren hadden gedaan. Naar huis terugkerend van deze Chicago campagne, vernam Bill dat Linda Kelly-Smith in het ziekenhuis was opgenomen in een levensbedreigende toestand. 106 De familie Kelly was gewoon de „Branham Tabernakel‟ te bezoeken, maar ze waren de wereld weer ingegaan en waren jaren niet naar de gemeente gekomen. Mevr. Kelly belde Bill op, om te vragen of hij naar het ziekenhuis zou willen komen om voor haar dochter te bidden. Toen hij bij het ziekenhuis aankwam, vond hij Linda Smith liggend in een bed, onder een zuurstoftent, omringd door haar ouders, haar man, de ouders van haar man en verscheidene andere familieleden. Linda was vijf maand in verwachting van haar derde baby, maar tot hun droefheid was de baby reeds in haar schoot gestorven. Om de zaak nog erger te maken, kon haar dokter de dode baby niet via een chirurgische ingreep verwijderen, omdat zich uremie had ontwikkeld, een toestand waarbij haar bloed stoffen bevatte, die gewoonlijk in 106
Dit is niet haar werkelijke naam (Zie „Slotnotities en Bronvermelding‟ bij hoofdstuk 80)
200
haar urine werden verwijderd. Een operatie onder dergelijke omstandigheden zou bijna zeker haar dood betekenen; toch moest de dode baby worden verwijderd of het zou tenslotte de moeder fataal worden. Linda‟s toestand leek hopeloos. Bill tilde de flap van de zuurstoftent op en zei: “Linda, dit is broeder Bill. Herinner je mij?” Haar stem klonk zwak, maar haar geest was helder. “Ja, broeder Bill, ik herinner me u.” “Begrijp je hoe ziek je bent?” “Ja, dat is waarom ik moeder vroeg om u te roepen.” “Linda, hoe is het tussen jou en de Heere?” Haar voorhoofd rimpelde van droefheid. “Broeder Bill, ik ben niet gereed om te gaan.” Knielend naast haar bed en haar hand vasthoudend onder de zuurstoftent, bad Bill met haar. Linda vertelde Jezus dat ze spijt had van haar zonden en beloofde Hem dat ze Hem lief zou hebben en Hem van deze dag af aan zou dienen. Toen ze gereed was met haar bekering, bad Bill in Jezus‟ Naam dat God haar zou genezen. De volgende morgen, toen haar dokter haar bloed onderzocht, was hij verrast toen hij ontdekte dat haar uremie was verdwenen. Bemoedigd door deze onverwachte wending in haar toestand, plande hij een operatie voor de volgende dag. Als haar bloed 24 uur lang schoon bleef, kon haar arts veilig de dode baby verwijderen. Toen Linda‟s familie dit goede nieuws hoorde, bekeerden ook velen van hen zich van hun zonden en beloofden God dat ze Hem voor de rest van hun leven zouden dienen. Bill voelde zich diep voldaan. Die nacht kon Linda niet slapen. Omstreeks middernacht zei ze tegen haar moeder: “Ik ben nu zo blij dat ik vrede heb met God. Moeder, ik ga naar huis.” Mevr. Kelly klopte zachtjes op de arm van haar dochter. “Ja, Linda, in de morgen zal de dokter de baby verwijderen. Dan, met een paar dagen kun je naar huis gaan naar je man en kinderen, en kun je voor God leven.” “Nee, moeder, u begrijpt het niet. Ik bedoel dat ik naar mijn hemels huis ga. Dit is het einde van mijn reis.” Een paar minuten later sliep Linda zachtjes in. Bill was verstomd toen hij het nieuws van Linda‟s dood hoorde. Toen kwelde het hem. In een moment van zwakte zei hij: “Heere God, U bent mij een verklaring schuldig. Nadat ik voor haar bad en U
201
haar van uremie genas, en nadat velen uit haar familie terug tot Christus kwamen vanwege dat wonder… en dat U toen haar leven nam? Ik denk dat U mij een verklaring schuldig bent.” De uitleg die hij wenste, kwam niet meteen. Na een paar dagen pruilen, vergat Bill het over zijn onbezonnen vraag. Maar God vergat het niet. Vier maanden later, terwijl Bill aan het vissen was, zag hij een visioen dat hem de reden toonde. Hij zag Linda en haar familie een picknick houden bij een beek. Hij zag Linda van steen op steen springen langs de oever van de beek. Toen zag hij haar uitglijden en in het water vallen; hij zag dat haar benen en lange rok verward raakten tussen het riet en de waterlelies. Haar familie merkte niet dat ze miste, totdat het bijna te laat was. Tegen de tijd dat haar man haar uit de beek trok, was haar huid blauw geworden van zuurstofgebrek. Vertwijfeld blies haar man lucht in haar longen en ze herleefde. De engel van de Heere zei tegen Bill: “Ga naar haar moeder en zeg: „Verdronk Linda niet bijna in een beek bij een picknick vorig jaar? Op dat moment zou ze hebben moeten sterven, maar ze was niet gereed om heen te gaan. God moest wachten tot haar ziel gereed was.‟ Dat is waarom dit alles gebeurde, en waarom je naar dat ziekenhuis ging om voor haar te bidden.” Toen het visioen hem verliet, gooide Bill zijn hengel opzij, begroef zijn gezicht in het gras, en riep: “Heere Jezus, vergeef mij mijn domheid. Ik hoorde dat nooit te hebben gezegd: “U bent mij een verklaring schuldig.‟ U bent Uw kinderen niets verschuldigd. Wij zijn Ú alles verschuldigd.” Terugkerend naar Jeffersonville, reed hij naar het huis van de Kelly‟s aan de Marktstraat en klopte op de deur. Mevr. Kelly deed open. “Broeder Bill, wat brengt u hier?” “Zuster Kelly, ik wil u iets vragen. Is Linda niet bijna verdronken tijdens een picknick vorig jaar?” “Ja, broeder Bill. Ze viel in een beek toen niemand keek. Haar man trok haar eruit en redde waarschijnlijk haar leven met mond op mond beademing. Hoe wist u dat?” “De Heere toonde het mij in een visioen. Zuster Kelly, de dag van die picknick was Linda‟s tijd om heen te gaan, maar God in Zijn genade spaarde haar leven, totdat haar ziel gereed was.” HOEWEL zijn campagnes hem niet langer uitputten, waren er ande-
202
re zorgen die in 1959 op William Branham drukten. Ongetwijfeld was de zwaarste van deze lasten zijn voortdurende worsteling met de Belastingdienst. Het overheidsonderzoek naar zijn campagnefinanciering was in 1955 gestart. Over de afgelopen vier jaar hadden ze verscheidene keren zijn financiële boekhouding nagezien, maar konden ze geen enkele onrechtmatigheid vinden; zeker niets waar ze hem op konden aanklagen voor het verkeerd gebruik van fondsen. Dus veranderden de agenten van de FIOD hun tactiek. Ze zeiden dat elke check waar William Branhams naam voorop stond, zijn persoonlijk inkomen was, hoewel het geld rechtstreeks werd gestort op de bankrekening van de Branham Tabernakel. Wanneer mensen geld gaven voor zijn campagnes, schreven ze gewoonlijk de cheques uit „aan William Branham‟, in plaats van „aan William Branham Campagnes‟. De FIOD zei dat hij inkomstenbelasting verschuldigd was over elke stuiver hiervan. Het terugrekenend over tien jaar, en inclusief rente en boetes, zeiden ze dat hij de regering van de Verenigde Staten $ 355.000,- verschuldigd was. Op een dag vroegen de juristen van de belastingdienst Bill om weer naar hen toe te komen in hun kantoor in Louisville. Bill kreunde al bij de gedachte, omdat deze vergaderingen nergens toe schenen te leiden. De juristen stelden hem herhaaldelijk dezelfde vragen, en dan namen ze zijn antwoorden en verdraaiden die tot zaken die hij niet bedoelde te zeggen. Deze ondervragingen maakten hem moe en gefrustreerd, maar aangezien er hem niet veel keus overbleef, stemde hij ermee in om hen te bezoeken. Roy Roberson ging met hem mee. Roberson was niet alleen Bills vriend, maar hij zat ook in de Trustee Raad (Raad van Beheerders) van de „Branham Tabernakel‟. Verscheidene FIODAfb. 54 Roy Roberson ging met hem mee… juristen zaten aan de ene kant van een lange tafel. Bill, Roy Roberson en Mr. Orbison (Bills advocaat) zaten aan de andere kant. Een FIOD-jurist zei: “Meneer Branham, we hebben nog steeds enige vragen over een paar van uw uitgaven. Omdat wij alle gecrediteerde cheques van de
203
„Branham Tabernakel‟ hebben, weten we waar elke stuiver ervan heenging. We betwijfelen of iets van dit geld niet werd besteed aan onwettige kerk-uitgaven. Bijvoorbeeld: in een samenkomst in Alberta, Canada, ontving u een collecte van $3.000,-. De volgende zondag gaf u het geld aan een kerk in de volgende stad.” “Ze hadden een nieuw dak nodig op hun kerkgebouw.” “Hmmm. Hier zijn een paar cheques aan een vrouw in New Albany – één cheque om haar levensmiddelenrekening van $300,- af te betalen, en de andere om haar huur te voldoen. Is $.500,- niet wat veel voor huur?” “Ze is een weduwe van 84 en ze woont bij haar twee kinderen die beide lijden aan reumatische artritis. Ze heeft een zeer klein inkomen en haar huurbaas zou haar midden in de winter uit haar huis zetten. Ik betaalde haar achterstallige huur, en betaalde toen haar huur tot juni.” “Hmmm. Hier is nóg een cheque waar we vraagtekens bij zetten. U gaf $.1.500,- aan een man om hem te helpen een huis te bouwen.” “Het oude huis van de man brandde af. Wat zou u doen als u een vader zag met vijf kinderen die in een tent wonen in december: sneeuw op de grond en de temperatuur onder het vriespunt? Denkt u dat ik comfortabel in mijn warme huis kan zitten, wetend dat die kinderen zitten te huiveren, en ik de beschikking heb over genoeg geld om hen te helpen?” “Hmmm. Wisten de beherende oudsten dat u dit geld weggaf?” “O nee, dat wisten ze niet.” “Waarom hebt u hen het niet verteld?” “Omdat Jezus zei: „Laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet.‟" 107 Er is geen hogere wet dan de wet van God. Het was gewoon niet nodig dat de beherende oudsten dit wisten.” “Wij vinden dat u het hen had behoren te vertellen. Naar onze gegevens, hebt u in de loop der jaren tienduizenden dollars aan individuele personen gegeven, meestal zonder dat uw beheerders wisten waar het geld naar toeging.” “Noemt u mij oneerlijk?” “Nee, meneer Branham, we geloven dat u eerlijk bent. Wat wij 107
Verwijzend naar Matthéüs 6: 3
204
zeggen, is, dat u niet wist hoe op de juiste wijze om te gaan met het geld ten opzichte van de inkomstenbelasting. Toen u die cheques tekende, werd het geld van u, voordat het naar de rekening van de kerk ging, zelfs al had u het minder dan een minuut in bezit. Daarom bent u ons inkomstenbelasting verschuldigd over dat geld.” “Natuurlijk staat mijn handtekening achterop elke cheque. Ik ben de penningmeester van de „Branham Tabernakel.‟” “De meeste van de cheques waren uitgeschreven aan William Branham; niet aan de Branham Tabernakel. Wij leggen geen belasting op aan de Branham Tabernakel, want dat is een kerk, en kerken zijn uitgezonderd van het betalen van inkomstenbelasting. Dit geld was uw persoonlijke geld, voordat het op de rekening van de kerk werd gestort.” “Maar het was een agent van de FIOD die mij vertelde dat ik die cheques op die manier kon tekenen.” “Die man werkt niet langer bij de overheid.” “De mensen die de grondwet schreven, zijn ook niet langer bij de overheid. Is de grondwet dan nog steeds geldig?” Bill was het moe om herhaaldelijk over hetzelfde punt te argumenteren. Hij zei: “Toen ik een jongeman was, en mijn vrouw ziek werd en stierf, stond ik voor duizenden dollars in de schuld aan medische rekeningen. Ik werkte hard en betaalde alles af. Ik ben geen jongeman meer, maar als ik het geld schuldig ben, zal ik het betalen. Wat mij bedroeft, is te bedenken dat al die mensen die ik geld gaf, daar óók inkomstenbelasting over moeten betalen, zoals die arme 80 jaar oude weduwe.” “O, dat hebt u mis, meneer Branham. Zij behoeven daar geen inkomstenbelasting over te betalen, omdat zij het geld ontvingen als een gift, en ongevraagde giften zijn niet belastbaar.” “Echt waar? Dan ben ik de regering niets schuldig, want al het geld dat ik in bewaring had, kwam als ongevraagde giften. Ik heb nog nooit in mijn leven een collecte opgehaald.” De overheidsjuristen keken elkaar verrast aan. Een van hen vroeg: “Kunt u dat bewijzen, meneer Branham?” “Als u dat wilt, kan ik u een miljoen mensen brieven naar uw kantoor laten sturen, die verklaren dat het waar is. Ik heb nooit in mijn leven wie ook om geld gevraagd. De gebedsdoekjes die we uitsturen, zijn gratis. Ik heb zelfs een paar campagnemanagers ontslagen, omdat ze wilden aandringen op giften. Wanneer mensen ook
205
maar geld gaven voor mijn campagnes, deden ze dit uit eigen keuze.” Deze informatie bracht de juristen van hun stuk. Ze fluisterden een paar minuten heftig onder elkaar, en sloten toen de vergadering voor die dag. Bill verliet hun kantoor met het gevoel of hij gewonnen had. Maar de zaak van de regering tegen hem was verre van achter de rug. Tijdens de laatste week van juli 1959 ondervroegen juristen van de FIOD Bill vijf dagen achtereen op hun kantoor. Na de zitting van vrijdagmorgen, kwam Bill vermoeid thuis, zijn hoofd duizelend van het steeds weer beantwoorden van dezelfde vragen. Hij voelde zich nerveus van de druk van de hoorzitting, gefrustreerd omdat het hem belemmerde om samenkomsten te plannen, en bezorgd omdat hij zoveel mensen had die om gebed vroegen, en hij geen tijd had om voor ze te bidden. Deze middag kon hij in elk geval een paar zieken bezoeken, omdat de juristen van de FIOD hadden gezegd, dat ze voor deze week klaar waren met hem. Bovenaan zijn lijst van mensen die hij moest bezoeken, stond een man die in een motel wachtte, iemand die 650 kilometer naar Jeffersonville had gereden met zijn zieke baby. Meda maakte een dubbele boterham voor hem klaar als lunch. “Hoe ging het vanmorgen?” vroeg ze. “Lieverd, de manier waarop deze juristen me ondervragen, maakt dat het me duizelt. Na een poosje voelt het of mijn hoofd eraf zal gaan vallen.” Hij was net gaan zitten om te eten, toen de telefoon ging. Meda nam op, legde toen haar hand over de telefoon, en fluisterde: “Billy, het is onze advocaat. Hij zegt dat de juristen van de FIOD je vanmiddag weer willen zien.” “O, nee. Ik kan niet nog een middag dat gedoe verdragen. Zeg hem dat ik op het moment niet binnen ben.” Hij stond van de tafel op en liep naar buiten, het achtererf op. Meda fronste haar voorhoofd, maar ze deed wat haar man haar had gezegd om te doen. Toen ze de telefoon ophing, kwam Bill terug het huis binnen, ging aan de tafel zitten, en schonk een glas sinasappelsap voor zich in. Meda vroeg: “Was dat wel helemaal juist?” “Zeker,” redeneerde hij verstandelijk. “Ik was niet binnen toen je het zei.” “Maar je was wél binnen toen hij bélde.”
206
“Lieverd, vergeet het gewoon. Het is in orde.” Diep in zich wist hij dat dit niet waar was... Na de lunch reed hij naar het motel waar de man met de zieke baby wachtte. Toen hij op het punt stond om voor de baby te bidden, schoot er een scheut van schuld door hem heen. Hij dacht: “Ik ben een huichelaar. Hoe kan ik voor deze baby bidden, terwijl ik net heb gelogen en mijn vrouw een leugen liet vertellen?” Hij zei: “Meneer, ik ben niet waardig om nu voor uw baby te bidden. Ik heb iets verkeerds gedaan en mijn hart veroordeelt me. Als u gewoon geduldig wilt zijn, zal ik later voor uw baby bidden. Op dit moment moet ik iets goed gaan maken. Eerst ging hij naar huis en bood zijn vrouw excuses aan. Toen reed hij naar het kantoor van zijn advocaat. Mr. Orbison zal aan zijn bureau te werken toen Bill zijn kantoor binnenstapte. “Meneer Branham?” zei hij, terwijl hij zijn wenkbrauwen optrok. “Ik dacht dat u niet thuis was.” “Ik was alleen het huis uitgelopen.” Toen beleed hij wat hij had gedaan en bood zijn excuses aan. Mr. Orbison kwam achter zijn bureau vandaan en schudde Bill de hand. “Meneer Branham, ik heb altijd vertrouwen in u gehad, maar nu heb ik het meer dan ooit.” Bill voelde zich beter, maar nog steeds moest hij nóg ergens zijn excuses aanbieden. Zaterdag ‟s morgens reed hij weg naar het Tunnel Mill gebied, en ging te voet verder door de bossen naar zijn verborgen grot. Hij bad van zeven uur ‟s morgens tot laat in de middag, zijn bekering uithuilend voor God. Terwijl de zon haar loop beëindigde, kwam hij zijn grot uit en klom hij boven op een groot rotsblok, waar hij kon zien hoe de schaduwen aan de andere kant van het dal langer werden. Het woud was stil en de lucht was vochtig; er was zelfs geen zuchtje wind om de afvallende bladeren om hem heen ook maar enigszins te bewegen. Bill hief zijn armen boven zijn hoofd en prees God voor de prachtige wereld die Hij had geschapen. Terwijl hij zijn handen weer liet zakken, zei hij: “Heer, op een dag verborg U Mozes in de rotsholte en ging aan hem voorbij, zodat hij U van achteren kon zien. 108 Als U mij mijn zonde hebt vergeven, zou U dan aan mij 108
Verwijzend naar: Exodus 33: 22
207
voorbij willen gaan, zodat ik kan weten dat mijn ongerechtigheid is geweken, zodat ik weer voor Uw zieke kinderen kan gaan bidden?” Zodra hij dit gebed beëindigd had, ritselde er een wervelwind door dichtbij staand struikgewas en wervelde het spoor langs in de richting van het rotsblok waar hij stond. De wind streek met genoeg kracht langs hem, om te maken dat hij zijn hoed greep en zijn ogen sloot tot hij voorbij was. Bill hief zijn beide armen weer op en zei: “Ik heb U lief, Heere, met heel mijn hart. Ik ben zo blij dat U een God bent die gebed beantwoordt, en U diegenen vergeeft die zich met heel hun hart tot u willen wenden en zich bekeren.” Toen liep hij het spoor weer terug dat hem naar zijn auto leidde; die auto nam hem mee naar de hoofdweg, en die hoofdweg nam hem mee naar het motel, waar hij vol vertrouwen bad voor die dodelijk zieke baby. In de naam en door de kracht van een genadige Jezus Christus werd de baby genezen. OP DONDERDAG 8 oktober 1959 trokken William Branham, Banks Wood en Fred Sothmann drie dagen uit om op eekhoorntjesjacht te gaan in de buurt van Salem, Indiana, ongeveer 60 kilometer ten noorden van Jeffersonville. Elke morgen stonden ze om vier uur op, zodat ze als de dag aanbrak in de bossen konden zijn, hopend een paar halfwakkere eekhoorns te verrassen, als ze op zoek waren naar voedsel voor hun ontbijt. Ze hadden geen succes. Het was laat in het seizoen, en een te overvloedig aantal jagers had de eekhoornpopulatie aanzienlijk uitgedund. Na twee dagen jagen hadden de drie mannen voor al hun pogingen zelfs nog niet één eekhoorn om te laten zien. Bill zette die zaterdagmorgen Fred en Banks vroeg af bij een stukje bos, en reed toen verder de weg langs naar een ander stukje bos. Het was geen goede dag om te jagen. Vorst, wind en de zwaartekracht hadden de bomen afgestroopt en de grond bedekt met een krakende laag breekbare bladeren. Naast deze handicap hield de koude wind waarschijnlijk de meeste eekhoorns behaaglijk bij elkaar in hun nesten. Bill liep verschillende uren speurend door het bos, zonder één rode pluimstaart te zien. Hij wandelde langs een heuvel naar beneden naar een droge beekbedding en liep toen de heuvel aan de andere kant op. Al gauw kwam hij bij een heuvelflank die uitzag op een akker, waar diverse boeren bezig waren maïs binnen te halen. De heuvelflank was bedekt
208
met platanen en robinia‟s. Omdat hij van jongs af aan in deze bossen gejaagd had, wist hij dat eekhoorns robinia‟s vermeden vanwege hun stekelige takken en dat ze niet van platanen hielden, omdat deze bomen ruwe zaadbollen hadden die ze niet konden eten. Ze gaven de voorkeur aan beuken-, walnoten- en eikenbomen. Er stond hier en daar een walnotenboom op de heuvelflank, maar daar waren de bladeren en noten al af – er was niets wat aantrekkelijk was voor een eekhoorn. Bill wist dat er hier niets te schieten zou zijn, maar hij was vermoeid en had rust nodig. Dus strekte hij zich uit (om uit de wind te zijn en de zon hem te laten opwarmen) op de grond tussen twee robiniabomen. Een van de bomen deed hem denken aan een kompas, omdat hij vier zwaardere takken had die net ongeveer naar noord, zuid, oost en west wezen. Achterover leunend tegen de stam van deze „kompas‟-boom, overwoog hij of hij een dutje zou gaan doen, maar besloot dat niet te doen. Het was half tien en er werd verondersteld dat hij zijn jachtmakkers over een uur zou oppikken. Als hij in slaap viel, zou hij misschien niet op tijd wakker worden. Terwijl hij naar de aan het werk zijnde boeren keek, dacht hij over het Schriftgedeelte dat hij de afgelopen twee jaar zo vaak in gedachten had gehad. Jezus zei: “Wie tot deze berg zou zeggen: „hef u op en werp u in de zee,‟ en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt geschiedt, het zal hem geschieden.” 109 Dat Schriftgedeelte vond hij raadselachtig. Waarom stelde Jezus het op de wijze dat Hij het deed? Jezus zei niet: “Indien IK tot deze berg zou zeggen: „wordt opgenomen…‟” Jezus zei: “Indien gij tot deze berg zegt…” Er kwam zelfs geen gebed aan te pas. Hoe kon dat zijn? Bill vroeg zich af of het een op zichzelf staande belofte was, die Jezus enkel en alleen aan Zijn discipelen gaf vóór het verzoeningswerk. “Voor zover ik weet,” dacht Bill, “werden alle beloften van kracht aan de gemeente, vrijgemaakt door de verzoening die Jezus volbracht aan het kruis; en ze werden ingesteld toen Hij de gemeente Zijn Heilige Geest gaf op de Pinksterdag. Dus, als ik ooit gevraagd word over Marcus 11: 23, dan zal ik zeggen dat Jezus Zijn discipelen die kracht gaf vóór de verzoening, net zoals Hij Zijn profeten speciale 109
Verwijzend naar: Markus 11: 23
209
krachten gaf vóór de verzoening.” Van ergens tussen de takken boven hem, zei een stem: “Denk je dat het de proféten waren die spraken toen zij de toekomst voorzegden? Heb je niet pas gepredikt over hoe de profeten zó gezalfd waren door de Heilige Geest dat zíj het niet waren die spraken, maar dat het Gód was die door hen heen sprak?” Bill dacht: “Ja, Heer, dat is waar.” De stem vervolgde: “Ook dat was begrepen in de verzoening. Als enig mens zich, wanneer ook, zo volledig aan God kan toewijden dat God zijn stem kan gebruiken, dan is het niet de mens die spreekt, het is God die hem gebruikt. Hoe zie je die visioenen tijdens de gebedsrijen? Denk je dat het je eigen wijsheid is die mensen hun verleden vertelt en wat er vervolgens zal gebeuren? Denk je dat het jóuw wijsheid is, die je inzicht geeft wanneer je predikt? Wat denk je dat er gebeurt wanneer de ene Christen in een onbekende tong spreekt en een andere het uitlegt?” “Ik zie het,” zei Bill hardop. “Omkleed met het verzoenend bloed van Jezus Christus, is het mogelijk voor een mens om zich zo volledig over te geven aan de Geest, dat hij het niet langer is die spreekt, maar dat het God is. Maar hoe verklaart dat Markus 11: 23?” “Dat Schriftgedeelte is waar, net zoals elk ander Schriftgedeelte waar is. Als je gezalfd bent door de Heilige Geest om het uit te spreken, zal wat je ook zegt gebeuren.” Plotseling voelde Bill iets met zoveel kracht over zich heen zwepen dat hij opkrabbelde; bevreesd. “Wie zei dat?” vroeg hij, terwijl zijn ogen de heuvelflank aftasten. “Tegen wie spreek ik?” Er was daar niemand. De enige geluiden die hij hoorde, waren die gemaakt door de wind die door droge bladeren ritselde en de boeren die in de verte aan het oogsten waren. “Heer, bent U dat? Gewoonlijk zie ik dat licht wanneer U tot mij spreekt, maar er is hier geen licht.” De stem sprak opnieuw, heel dicht bij hem. Bill hoorde het duidelijker dan hij de boeren hoorde die in het maïsveld werkten. De stem beval: “Zeg wat je wilt, en het zal je gegeven worden.” Hij dacht: “Wat gebeurt hier? Ben ik mijn verstand aan het verliezen? Ik wil geen fanaticus zijn en ergens doordraaien.” Hij beet in zijn vinger tot het pijn deed. “Ik slaap niet, dus dit kan geen droom zijn. Het schijnt ook niet iets als een visioen te zijn. Gewoonlijk als de zalving diep komt, volgt er een visioen. Ik zal hier gewoon een
210
poosje wachten en zien of er een visioen komt.” Zijn lichaam voelde vreemd doof aan, dus liep hij een klein rondje, terwijl hij zijn armen strekte. Op dat moment stroomde er, als honing, een diepe zalving over hem. Weer beval die stem: “Zeg wat je wilt, en het zal je gegeven worden.” Bevend, vroeg Bill: “Heer, is dit de verandering in mijn bediening waarvan U mij hebt gezegd dat zou komen? Houdt dit ergens verband met dat kleine huisje onder de tent die u me een paar jaar geleden in een visioen liet zien?” De stem antwoordde: “Ik bevestig de dingen die Ik zal doen. Zeg wat je wilt, en zo zal het zijn.” “Er zijn hierbuiten geen zieke mensen. Waar zal ik om vragen?” “Je bent op jacht en je hebt eekhoorntjes nodig, net als Abraham eens een ram nodig had.” “Dat is waar, ik zou een héle hoop -…” Zijn tong stopte, en hij dacht: “Heer, als ik iets verkeerds aan het doen ben, vergeef mij alstublieft, maar ik zal gaan uitvinden of Ú dit werkelijk bent of niet.” Hardop zei hij: “Vandaag zal ik drie jonge rode eekhoorns gaan schieten.” “Uit welke richting zullen ze komen?” Bill haalde diep adem, denkend: “Ik ben tot zover gegaan, dus zou ik het evengoed mogen afmaken. Maar ik zal er iets onmogelijks gaan uitpikken. Om zich heen kijkend, merkte hij een robinia op ongeveer 80 meter verderop, die verscheidene dode takken had. Hij stond aan de rand van een bosje waar de boeren maïs aan het oogsten waren. Wetend dat hij nooit een eekhoorn zou vinden tussen die doornige robiniatakken, wees hij naar een bepaalde plek en zei: “Er zal een rode eekhoorn zijn aan het eind van die kale tak, en ik zal Afb. 55 Er zal een rode hem van hieruit schieten.” eekhoorn zijn… Zo gauw hij zijn wijsvinger liet zakken, zat daar de eekhoorn naar hem te kijken. Bill zette zijn geweer aan de schouder en leunde tegen een robinia om zuiverder te kunnen richten. Bij de knal van zijn .22 kaliber geweer, viel de eekhoorn. Bill liep erheen en keek naar het dode dier. Hij had hem recht door zijn oog
211
geschoten en er sijpelde bloed uit zijn kop op de droge gele bladeren. Hij pakte hem op; hij voelde warm aan. Het dode dier in zijn weitas stoppend, dacht hij: “Visioenen bloeden niet, dus ik weet dat dit een echte eekhoorn is. Misschien is het gewoon zo gebeurd. Heer, als U dit was, laat het dan opnieuw gebeuren, zodat de duivel geen enkele ruimte zal hebben om te zeggen dat het toeval was.” Nog eens zweepte die superzalving over hem met duizelingwekkende kracht. Hij keek de bossen rond, totdat hij nog een ongebruikelijke plek zag om een eekhoorn te vinden. Op een dertig meter stond een dode robinia. Tegen de stam klommen giftige klimopranken omhoog. Eekhoorns mijden giftige klimop evenzeer als dat mensen dat doen. Bill wees naar een bepaalde tak aan die boom en zei: “Er zal nog een rode eekhoorn op die tak zitten.” Toen hij zijn vinger naar beneden deed, zát hij er! Bill wreef zijn ogen uit en keek nog eens. Hij zat er nog steeds. Zijn geweer aanleggend, schoot hij. De eekhoorn viel van de tak en raakte met een plof de grond. Hij liep naar de plek toe en drukte met zijn laars de ranken opzij, pakte de dode eekhoorn op, en stopte hem in zijn weitas. “Heer, dat wás U,” zei hij gelukkig. “Nu denk ik dat ik begrijp wat Markus 11: 23 wil zeggen. Dank U, Heere, dat U Uw Woord bevestigt. Ik kan nauwelijks wachten om de anderen hierover te vertellen.” Hij begon terug naar de weg te lopen. De stem kwam opnieuw: “Je zei: „Drie eekhoorns.‟” Bill stopte. Dat was waar, hij hád drie gezegd. Hij keek rond naar nog een plek om een eekhoorn neer te zetten. Hij dacht: “Deze keer zal ik het echt grondig doen.” Aan de rand van het maïsveld stond een oude boomstronk, wit gebleekt door de zon, met één gladde tak er nog aan. Bill zei: “Er zal een rode eekhoorn uit dit bosje komen, naar die oude stomp rennen, op die tak gaan zitten en daar naar die boer gaan kijken.” Er gebeurde niets. Hij wachtte tien minuten en nog steeds verscheen er geen eekhoorn. Het begon dichter bij half elf te komen. Hij stond op en rekte zich uit. “Vader, U zei dat op de verklaring van eekhoorns. Nu moet ik heengaan om Banks en Fred te ontmoeten.” Zijn weitas over de schouder zwaaiend, deed hij een paar stappen in de richting van de weg.
212
”Maar je hebt het al gesproken,” herinnerde de stem hem. “De Schrift zegt: „Als je niet twijfelt in je hart, maar gelooft dat wat je zegt geschiedt, dat het zal gebeuren.‟ Twijfel je?” Bill keerde terug. “Nee, Heer, ik betwijfel Uw Woord niet.” Op dat moment schoot er een eekhoorn uit het robiniabosje, rende naar het maïsveld, klauterde de stronk op en verder op die enkele tak, waar hij stopte en naar de boer keek. Bill schouderde zijn geweer, stelde de kruisdraden van zijn telescoop in, en haalde de trekker over. De kogel trof de eekhoorn in het oog. Terwijl hij hem in zijn tas deed, hoorde hij een andere stem in zijn hoofd fluisteren: “Weet je wat? De bossen zitten op dit ogenlik vól eekhoorns. Dat was gewoon allemaal toeval.” Bill antwoordde: “Satan, dat zullen we zien.” Terug de heuvel oplopend naar die twee robinia‟s, zette Bill zich neer om te kijken. Hij wachtte tot de middag, voorAfb.56 Een van de beste jachtdat hij tenslotte vertrok en zijn gebieden ter wereld:… metgezellen oppikte. In heel die tijd had hij niet het minste spoor van ook maar één eekhoorn gezien, en had er zelfs niet een horen schreeuwen. TERWIJL het eekhoorntjes seizoen in 1959 in Indiana sloot op 13 oktober, bleef het seizoen in Kentucky verscheidene weken langer open. Tijdens de eerste Afb. 57 …bij Elkhorn City (Ky) week van november reden William Branham, Banks Wood en Tony Zabel naar Elkhorn City, Kentucky, om verscheidene dagen te besteden om te gaan jagen met Charlie Cox, de zwager van Banks Wood. Elkhorn is een stadje in het zuiden van Kentucky aan de rand van het Appalachen gebergte. Dit beboste gebied verborg enige van de beste jacht- en visgebieden ter wereld, en Bill ging daar dikwijls
213
heen om aan de druk van zijn bediening te ontkomen. Charlie en Nellie Cox maakten dat hij zich altijd welkom voelde in hun huis op het platteland. Het weer was die week in november beslist gunstiger voor de eekhoorns dan voor de eekhoornjágers. Elke dag stond er een kille wind. Meestal bleven de eekhoorns in elkaar gerold in hun holletjes liggen. Elke dappere eekhoorn die het waagde naar buiten te gaan, kreeg een voorwaarschuwing voor gevaar door het knisperen van de jagerslaarzen die door de droge bladeren stampten. Na twee dagen te hebben gejaagd, was Charlie de enige in hun groep die een paar eekhoorns had geschoten, en hij had een jachtgeweer gebruikt. Bill vertrouwde nog steeds op zijn .22 kaliber geweer, maar het zag er naar uit of hij niet de kans zou krijgen om het te gebruiken. Op vrijdag, 6 november, ging het hem niet beter af. Laat in de middag kwam hij bij een bekend dalletje tussen de heuvels. Hij noemde deze plek „Sportmans Laagte‟, omdat hij daar eens 16 eekhoorns had gezien, die allemaal in één boom zaten; en hij schoot alleen het toegestane aantal, en liet de rest gaan, wat een sportsman ook behóórt te doen. Nu stond hij op de oostelijke heuvel boven de laagte en bestudeerde het bladerdak onder hem naar tekenen van leven. Hij bleef lange tijd kijken, maar niets bewoog zich. De bomen hier hadden evenmin eekhoorntjes als elders in de bossen. Het op één plek staan deed hem huiveren. De kille lucht prikkelde zijn neus, wangen en oren. De toppen van zijn vingers deden pijn van de kou ondanks zijn handschoenen; zelfs zijn tenen tintelden van de kou. Hij besloot dat hij voor die dag genoeg gejaagd had. Hij zou het morgen opnieuw proberen. Toen hij zich had omgekeerd om te gaan, had hij nog maar een stap of twee gedaan, toen hij een diepe stem hoorde, zoals het spinnen van een leeuw. De stem zei: “Hoeveel eekhoorns wil je vandaag?” Zich over zijn kin strijkend, zei hij peinzend: “Charlie zal mij die drie eekhoorntjes die hij schoot mee naar huis laten nemen; en zes eekhoorns zouden een maaltijd zijn voor mijn gezin; dus als ik er slechts drie meer zou kunnen krijgen…” Plotseling trof hem een bovennatuurlijke zalving met zo‟n kracht, dat hij tegen een boom moest leunen om te verhinderen dat hij omviel. Diezelfde stem zei met autoriteit: “Spreek wat je wilt, twijfel niet, en je zult hebben wat je ook zegt.” Bill zei: “Ik zal mijn drie
214
eekhoorns hebben.” “Waar zullen ze vandaan komen?” “Een zal er uit het westen komen, een uit het zuiden, en een uit het noorden.” Hij bestudeerde de bossen. Na een paar minuten zag hij iets bewegen op de richel aan de andere kant van de laagte. Zijn geweer aan de schouder brengend, kreeg hij door zijn telescoop een grijze eekhoorn in het oog. Hij zat op een afstand van ten minste 80 meter, wat een lang schot was voor iemand die zijn geweer had afgesteld op 45 meter. Bill richtte de loop naar iets boven het doel om de afstand te compenseren. Toen hij de trekker overhaalde, viel de eekhoorn dood neer. Afb. 58 …kreeg hij een grijze “Dat is er een. Ik zou maar eekhoorn in het oog evengoed naar het zuiden kunnen kijken, want dat is waar de volgende vandaan zal komen.” Lange tijd zat hij daar op een omgevallen boomstam met de blik naar het zuiden, denkend: “Zeker zal het gebeuren, want ik sprak het onder de zalving. Als dat de Heilige Geest was die tot me sprak, dan zal het precies zo moeten zijn als ik zei dat het zou zijn.” Na ongeveer 15 minuten zag hij een eekhoorn druk in de weer rond de voet van een beukenboom, direct ten zuiden van waar hij zat. Het was een gemakkelijk schot, op ongeveer 45 meter. Hij raakte de eekhoorn precies in een oog. Op het geluid van zijn geweer schoot er een andere eekhoorn in dezelfde richting uit een bosje tevoorschijn, de heuvel afrennend en stoppend voor een boomstam ongeveer 35 meter ten zuidwesten van Bill. “Daar is de derde eekhoorn,” dacht hij, de loop van zijn geweer o 45 draaiend totdat hij naar het zuidwesten wees. Hij mikte op het oor van de eekhoorn, omdat hij met zijn zijkant naar hem toe zat. Hij haalde de trekker over en… miste. De eekhoorn sprong van verrassing omhoog en rende naar beneden naar het andere eind van de boomstam, waar hij stopte om aan een hickory-noot te knabbelen. “Ik moet zo gehuiverd hebben, dat ik niet kan richten,” dacht hij,
215
“maar ik was even koud als toen ik die andere eekhoorn schoot.” Leunend tegen de stam om zijn doel zeker te kunnen raken, probeerde hij het opnieuw. Deze keer sloeg de kogel tien centimeter boven de kop van de eekhoorn in, zodat de splinters van het blok hout er af vlogen. De eekhoorn rende een meter of drie weg en stopte toen om nerveus rond te kijken. “Ik moet door een schok mijn vizier hebben ontregeld,” dacht hij, terwijl hij ontgrendelde en een andere patroon in de kamer deed. Zo mogelijk vermeed Bill om een eekhoorn in de borst te schieten, omdat dat is waar het vlees zat. Hij hield ervan om zijn eekhoorns in het hoofd te schieten; bij voorkeur in het oog. Nu richtte hij de kruisdraden van zijn telescoop boven de borst van de eekhoorn. Zijn derde schot deed bladeren opstuiven, een dertig centimeter voor het dier. Deze keer verdween de geschrokken eekhoorn in een bosje kreupelhout. Een minuut lang begreep Bill er niets van. Van de 114 eekhoorns die hij dat jaar had geschoten, had hij slechts vijf schoten gemist; en hier had hij er net drie achter elkaar gemist. Hoe kon dat gebeuren? Toen besefte hij waarom: hij had gezegd dat de volgende eekhoorn uit het noorden zou komen. God wilde hem deze eekhoorn, die uit het zuidwesten van hem was komen aanlopen, niet laten doden. Met de blik naar het noorden wachtte hij 15 minuten, zonder dat er iets gebeurde. De zon was aan het ondergaan; duisternis daalde neer in het bos. - Om vier uur besloot hij om de twee eekhoorns die hij al had geschoten, op te pakken, voordat het te donker werd om ze te vinden. Toen hij terug kwam naar de oorspronkelijke plek waar hij de twee eekhoorns had geschoten, besloot hij om door te lopen, overwegend dat het te donker was om die dag nog een andere eekhoorn te schieten. Voor hij nog maar tien passen had gedaan, dreunde die diepe stem: “Ga terug en haal je derde eekhoorn. Je hebt al gesproken dat het zou gebeuren.” Terugkerend naar de plek waar hij oorspronkelijk had staan schieten, zei hij: “Heer, ik wil U geen moment betwijfelen.” Net op dat moment zag hij zijn derde eekhoorn omhoog rennen tegen een witte eikenboom op ongeveer 55 meter pal noordwaarts. Tegen die tijd was het zó dónker geworden, dat hij, al gebruikte hij zijn telescoop om de boomstam van boven naar beneden af te zoeken, de eekhoorn niet kon zien. Ten slotte merkte hij een donkere knobbel
216
hoog tussen de takken en hij besloot de kans te wagen. Nadat hij had gevuurd, hoorde hij het geluid van kleine klauwtjes die langs boombast krabbelden. Toen landde er iets op de grond, wat de bladeren verstrooide, en een ogenblik later rende er een eekhoorntje een boom in op 20 meter verder naar het oosten. Bill veronderstelde dat het dezelfde eekhoorn was. Hij moest hem in de witte eik gemist hebben, dus ging hij er vandoor, naar deze andere boom. Mikkend op een donkere plek op de stam, daar waar de eekhoorn was gestopt, haalde Bill de trekker over. Deze keer scoorde hij ogenschijnlijk een dodelijk schot; de eekhoorn plofte regelrecht op de grond. Gewoon om zeker te zijn, onderzocht Bill eerst de grond rond de witte eikenboom. Daar lag zijn derde eekhoorn, pal noordwaarts van de plek waar hij was geweest toen hij zei dat het zou gebeuren. “Dit is wonderbaar,” dacht hij. “Ik vroeg om drie eekhoorns, en de Heere gaf mij er nog een bij voor een volle maat.” Maar toen hij erheen liep om de vierde eekhoorn te op halen, was die er niet. “Dat is vreemd. Ik weet het zeker dat ik hem doodde.” Hij zocht overal in het rond door de droge bladeren, maar kon hem niet vinden. Toen merkte hij een gat op, tussen de wortels aan de voet van de boom. De opening was te nauw om zijn hand in te steken, dus prikte hij met een stok in het hol. Hij kon voelen dat er vanbinnen iets los lag, maar hij kon het er met de stok niet uitkrijgen. “Goed, dat is de eekhoorn. Vanavond kan ik hem er niet uit krijgen. Ik zal terug moeten komen en hem morgen ophalen.” Hij bedekte de opening met een steen en ging toen terug om zich bij zijn vrienden bij de auto te voegen. - Ze waren onder de indruk toen hij aankwam met drie eekhoorns, aangezien geen van hen er een had geschoten. Toen, toen hij hen de omstandigheden vertelde, stonden ze echt verbaasd. Die avond, voor ze naar bed gingen, ging Tony Zabel hen voor in gebed. Tony bad ondermeer: “Heere God, laat broeder Bill morgen die eekhoorn in dat hol vinden, zodat wij kunnen weten dat hij ons de waarheid vertelt.” Dat schokte Bill. Tony was een diaken in zijn kerk. Toen Tony‟s vrouw op sterven lag en haar doktoren haar hadden opgegeven, had Bill gebeden en God had haar wonderbaarlijk genezen. Hoe kon Tony aan hem twijfelen? Het zag er zaterdag ‟s morgens net zo koud en triest uit buiten
217
als het de rest van de week was geweest. Aan de ontbijttafel zei Tony: “We zullen tenminste één eekhoorn krijgen vandaag, is het niet, broeder Bill?” “Broeder Tony, u begreep het gewoon niet. Toen ik onder de inspiratie sprak, zei ik: „drie eekhoorns‟. Die vierde had er helemaal niets mee te maken.” “Wel, toch zal hij daar zijn.” Aangezien ze op de middag naar Jeffersonville zouden vertrekken, hadden ze voorzien om alleen tot negen uur die morgen te jagen. Bill besteedde er twee uur tevergeefs zoeken aan om „een lapje grijze vacht' te vinden om op te schieten. Tenslotte gaf hij het op. Hij had net genoeg tijd over om te stoppen bij „Sportmans Laagte‟ op weg terug naar de auto. Toen hij het dal naderde, fluisterde een stem in zijn hoofd: “Wat als die eekhoorn daar nu niet is? Dan zal je eigen diaken denken dat je hebt gelogen.” Plotseling doopte die superzalving hem opnieuw. Een andere stem zei: “Zelfs als hij er nu niet is, zeg dat je hem zult vinden, en het zal zo zijn.” Bill zei: “Heer, Markus 11: 23 is Uw Woord, dus ik neem U bij Uw Woord. Ik zal die eekhoorn vinden.” Toen hij de boom bereikte, nam hij de steen van het hol af en verruimde hij de opening met zijn jachtmes. Toen hij zijn hand in de holte stak, vond hij in plaats van een dode eekhoorn, een bal losse wortels. Hij deinsde verrast achteruit. “O, tjonge!” Er wordt verondersteld dat we elkaar om negen uur ontmoeten en hier sta ik zonder eekhoorn. Wat zal Tony wel denken? Wat zullen de anderen denken?” Hij zocht opnieuw tussen de dode bladeren rond de stam van de boom, maar hij vond niets. ”Wacht eens even”, dacht hij, “toen ik zei dat ik die vierde eekhoorn zou vinden, was ik onder dezelfde zalving die de andere drie bracht Als dit wordt verondersteld het begin van mijn nieuwe bediening te bevestigen, dan moet die vierde eekhoorn hier ergens zijn. Dus, waar is hij?” De stem zei: “Kijk onder dat stuk bast.” Bill schopte het stuk bast opzij. Er lag niets onder dan bladeren. “Er is hier iets eigenaardigs,” dacht hij. Nauwkeuriger naar die plek kijkend, merkte hij een paar grijze haren die van tussen de bruine bladeren omhoog staken. Hij groef dieper en daar vond hij hem, zijn vierde grijze eekhoorn. De drie rode eekhoorns in Indiana meetellend, maakte dat zeven eek-
218
hoorntjes in totaal – Gods getal van voleindiging. OP WOENSDAGMORGEN, 11 november, 1959 reden William Branham, Banks Wood, en David Wood naar de boerderij van de familie Wright om wat avondmaalswijn te halen voor de gemeente. George en Murle Wright maakten deze wijn van druiven die ze in hun tuin hadden verbouwd. Bill vond het een fijn idee dat de wijn die zijn gemeente dronk tijdens hun avondmaalsdienst, was gemaakt door mensen die vervuld waren met de Heilige Geest. Zoals gewoonlijk verwelkomde de familie Wright het gezelschap hartelijk en drong er bij hen op aan om te blijven voor de lunch. Edith (de dochter van George en Murle Wright) vroeg Bill of hij een of twee hazen voor haar wilde schieten, zodat haar moeder er een stoofpot van kon maken. Bill had het hart niet om Edith af te wijzen. Hij had altijd met haar te doen. Ze was 37 jaar oud en had het grootste deel van haar leven in een rolstoel doorgebracht. Ze was verlamd, sinds ze een baby was. De ironie wilde dat het door Ediths lijden was, dat Bill voor de eerste keer kennismaakte met de Afb. 59 Edith Wright: De pijn was na het gebed nooit familie Wright. Lang geleden, in teruggekomen oktober 1935, hield hij een opwekkingssamenkomst in de „Branham Tabernakel‟. Toen George Wright over deze opwekkingsdienst hoorde, nam hij zijn invalide dochter mee naar de kerk voor gebed. Edith had vele jaren verschrikkelijke pijn geleden. De eerste keer dat Bill voor haar bad, was ze niet genezen van haar verlamming, maar de pijn verliet haar en was nooit teruggekomen. Bill was zo dankbaar voor deze aanraking van Gods genade. Toch had hij er altijd moeite mee dat Edith niet volledig bevrijd was, speciaal sinds hij vele mensen genezen had zien worden die in een ergere toestand waren dan zij. Door de jaren heen had hij vele uren besteed
219
aan vasten en bidden of God hem een visioen van Ediths genezing wilde laten zien, maar er was geen manier om een visioen af te dwingen. Alles wat hij kon doen, was vragen, wetend dat God soeverein was, en Zijn geweldige wil en doel liggen dikwijls verborgen in sferen die zich bevinden buiten de zwakke mogelijkheden van het menselijk verstand. Shelby (George en Murle Wrights zoon) leende Bank een .22 kaliber geweer (Bill had zijn eigen geweer meegenomen) en samen gingen Banks en Bill naar buiten om op hazenjacht te gaan. Een laag hangend grijs wolkendek dreigde hen te doorweken, maar de regen bleef uit tot ze met hun buit teruggekeerd waren. Terwijl Bill de hazen vilde en schoonmaakte achter de gereedschapschuur, hoorde hij het poef, Afb. 60 George en Murle Wright poef, poef van een tractormotor die langzaam langs de weg naderde. Al gauw reden Hattie Mosier en haar twee zonen het erf op, gezeten op de zitbank van een oude twee-cylinder tractor. Hattie woonde ongeveer anderhalve kilometer daar vandaan. Toen ze hoorde dat Bill bij haar ouders op bezoek was, zette ze haar onafgemaakte werk aan de kant en kwam ze erheen om van het samenzijn te genieten. Bill was blij dat Hattie kwam, omdat hij iets in zijn zak had dat hij haar wilde geven. Onlangs had ze $.20,- gegeven voor het bouwfonds van de „Branham Tabernakel‟. Wetend hoe arm ze was, wilde Bill haar dat geld teruggeven. Hij herinnerde zich de dag in 1940 toen hij Hattie Wright in het huwelijk had verbonden met Walter Mosier. Walter stierf in 1955 toen hij met een tractor over de kop was geslagen, Hattie achterlatend om haar twee zonen zelf op te voeden. Ze werkte hard om zich een bestaan te verschaffen uit haar kleine boerderijtje op de heuvelflank, maar economisch was ze niet erg succesvol. Ze had Bill eens verteld dat ze per jaar netto ongeveer $.200,overhield, dus hij wist dat zij die $.20,- méér nodig had dan de „Branham Tabernakel‟. Toen hij zijn hand in zijn zak deed om het geld te
220
pakken, voelde hij zich gecorrigeerd. De Heilige Geest herinnerde hem nog eens eraan dat Jezus de weduwe niet weerhield om haar laatste geldstukje in de offerkist te doen. Bill liet het geld in zijn zak zitten, gelovend dat God Hattie Mosier op Zijn eigen tijd en op Zijn eigen wijze zou belonen. Ze zaten voor de lunch met z‟n negenen aan de keukentafel van de Wrights: Banks en David Wood; George, Murle, Shelby en Edith Wright; Orville en Coy Mosier, Hatties tiener zonen; en Bill. Hattie zat op een rotanstoel vlak naast het keukenaanrecht. - Rond één uur was Bill klaar met het eten van een stuk kersentaart, overgoten met melassestroop. Zijn bord achteruit schuivend, sprak hij verscheidene uren over de dingen Gods. Zo nu en dan zou iemand hem een Bijbelse vraag stellen, die hij zou beantwoorden. Meestal praatte hij gewoon over zijn bediening – waar het vandaan gekomen was, waar ze zich nu bevond, en waar het heen zou mogen gaan. Om half vijf kwam hij tenslotte op Markus 11: 23 en de wonderbaarlijke gebeurtenissen van de afgelopen paar weken. Eerst beschreef hij de schepping van drie rode eekhoorns in Indiana; toen vertelde hij hen over de vier grijze eekhoorns geschapen in Kentucky. Bill vroeg: “Wat zou er hebben kunnen gebeuren? Broeder George, u bent een heel eind over de zeventig, en u hebt uw levenlang op eekhoorntjes gejaagd; Broeder Shelby, u bent een expert in het eekhoorns jagen; Broeder Banks, u evenzo. Heeft iemand van jullie ooit een eekhoorn in een plataan of een robiniabosje gezien?” Geen van hen had het ooit gezien. “Ik evenmin, en ik heb op eekhoorns gejaagd sinds in een knaap was. Ik heb hier heel veel over nagedacht en hier is wat ik denk dat het is: In Genesis 22 zei God tegen Abraham om zijn zoon Isaac mee te nemen de Berg Moria op, en hem als een brandoffer aan de Heere te offeren. Abraham gehoorzaamde, zelfs hoewel God hem reeds had gezegd dat Isaac zijn erfgenaam zou gaan zijn. Op de top van de berg bouwde Abraham een stenen altaar en stond klaar om Isaac te doden, toen de engel van de Heere hem tegenhield, zeggende: „Nu weet ik dat gij God vreest, aangezien gij uw zoon, uw enige, Mij niet onthouden hebt.‟ Natuurlijk voorafschaduwde dit drama de grotere gebeurtenis dat God de Vader Zijn eigen Zoon Jezus offerde op Golgotha. Abraham had nog steeds een offer nodig op de Berg Moria. Toen hij om zich heen keek, zag hij een ram die in wat struiken vast zat. Nu, ik
221
wil u iets vragen. Waar kwam die ram vandaan? Toen Abraham dat altaar bouwde, verzamelde hij stenen van overal rondom die bergtop, en toen was die ram daar niet. Hoe kwam hij daar plotseling? “Hier is wat ik denk,” vervolgde Bill, zijn eigen vraag beantwoordend. “Een van Gods eigenschappen is Jehova-jireh, wat betekent: „de HEERE zal voorzien.‟ Abraham had een offer nodig, dus God sprak gewoon die ram in bestaan. Het was geen visioen, het was werkelijkheid. Abraham doodde hem en het bloed stroomde over het altaar.” “God is vandaag dezelfde Jehova-jireh. Hij probeerde mij Zijn belofte uit te leggen in Markus 11: 23. Ik had er moeite mee om het te begrijpen, dus toonde Hij me eenvoudig hoe het werkt, eerst in Indiana en toen in Kentucky. Ik had eekhoorns nodig, dus schiep Hij eekhoorns. Het waren geen visioenen. Ik schoot ze en Afb. 61 Hattie Wright - „Vraag wat je at ze. Het waren echte maar wilt, Hij zal het je geven‟ eekhoorns. Als hij een ram in bestaan kon spreken voor Abraham, kan hij eekhoorns in bestaan spreken voor mij, omdat Hij van beide de Schepper is.” De hele middag had Hattie Mosier aan het eind van de groep rustig zitten luisteren. Nadat Bill iedereen zijn conclusie had verteld, zei Hattie: “Broeder Branham, dat is niets dan de waarheid.” Plotseling zweepte de Geest van God door de keuken, wat Bill deed opstaan. Zijn lichaam voelde alsof het geladen werd met dezelfde zalving die hij in de bossen had gevoeld. Duidelijk hoorde hij die zelfde stem zeggen: “Zeg Hattie om te vragen wat ze maar wenst, dan zul je het in bestaan spreken.” “Zuster Hattie,” zei Bill, “je hebt gunst verkregen in de ogen van de Heere. Omdat je het juiste hebt gezegd, zei God mij om je te vertellen: Vraag om wat je maar wilt, en Hij zal het aan je geven.”
222
Hattie sloeg haar hand tegen haar wang, verbaasd en geen klein beetje in de war. “Broeder Branham, wat bedoelt u?” “De God des Hemels zal je gaan laten zien dat Marcus 11: 23 even waar is als de rest van Zijn Schriften. Vraag wat je hart maar begeert, en Hij zal het hier voortbrengen, op dit moment nu.” Ze staarde nerveus om zich heen. “Waar zou ik om moeten vragen?” Bill stelde voor: “Je bent arm. Je zou God om genoeg geld kunnen vragen om een grotere boerderij te kopen of een nieuw huis te bouwen. Je zou iets kunnen vragen om je ouders te helpen. Ze zijn oud. Vraag God om hun jeugd te vernieuwen. Of, wat met je zuster Edith? Ze is al 37 jaar invalide. Vraag om haar genezing en ze zal het hebben. Vraag God om wat je ook maar nodig hebt, en als het nu niet meteen gebeurt, geloof me dan geen moment meer.” Hattie merkte dat haar twee zonen, Orville en Coy, giechelden en elkaar Afb. 62 De volgende zondag werden in de ribben stompten. Hatties zonen, Orville en Coy, gedoopt Dat herinnerde haar aan door Willard Collins wat ze werkelijk wenste. “Broeder Branham, de grootste wens van mijn leven is om de redding te zien van mijn twee jongens.” Zonder te aarzelen verklaarde Bill: “Zuster Hattie, door de opdracht van de Almachtige God, geef ik je de redding van je kinderen in de naam van Jezus Christus.” Bij het horen van de naam van Jezus sprongen beide jongens op van hun stoel en wierpen zich in de armen van hun moeder, onder tranen van bekering. Hattie gaf zo‟n luide schreeuw dat de koeien in de schuur haar konden horen – misschien zelfs ook de koeien in de
223
schuur van de buren… De regen tikte gestadig op het dak. Omdat Hatties tractor niet overdekt was, wilde Shelby zijn zuster naar huis rijden in zijn auto, maar Hattie gaf er de voorkeur aan om met haar zonen op de tractor naar huis te rijden. Voor de rest van die week voelde ze zich zo goed, dat ze het idee had in de zevende hemel te zijn. Toen het zondag werd, kwamen Orville en Coy Mosier naar de Branham Tabernakel en werden ze gedoopt in de naam van de Heere Jezus Christus. Bill stond op de kansel en vertelde zijn samenkomst over de zeven achtereenvolgende keren dat God eekhoorns had geschapen, en over wat er gebeurde op de boerderij van de familie Wright. Hij sloot met te zeggen: “Zodat u mensen zou mogen weten dat ik u de waarheid heb verteld: zou u willen gaan staan, zuster Hattie? Daar is de kleine vrouw aan wie het wonder gebeurde. God ging voorbij aan al de geweldige mensen in de wereld en liet dit het eerst gebeuren aan een arme, nederige weduwe. De reden dat Hij haar koos, is, omdat Hij wist dat ze om de juiste zaak zou vragen.” “Nu wil ik iets zeggen tot mijn kleine gemeente hier, mijn kleine kudde die zo trouw is geweest en voor mij heeft gebeden, terwijl ik rond de wereld ben gereisd. Ik geloof dat er nog een wereldwijd opschudden komt. Deze dingen waar ik u over heb verteld, zijn de waarheid. Op de Dag des Oordeels zal ik voor u staan met hetzelfde verhaal, net zo waarachtig als ik hier vandaag sta.” “Ik ben er zeker van dat u allemaal kunt zien wat het is: het is het komen van een grotere, diepere zalving van de Heilige Geest. Ik daag iedereen uit in de naam van de Heere, als die Geest u op dezelfde wijze treft als Hij mij trof, dan maakt het mij niet uit waar u om vraagt, het zal worden toegestaan. Hoe u in die diepere zalving binnenkomt, ik weet het niet. Alles wat ik weet, is, dat God er voor nodig zal zijn om u daar te brengen, dus leef gewoon zo liefelijk en nederig en zo dicht bij God als u maar kunt. Twijfel niet aan Hem. Geloof slechts dat alles voor u meewerkt ten goede, en alles zal goed uitwerken.”
***
224
HOOFDSTUK 81 Voorbij het Gordijn van de Tijd 1960
TUSSEN 28 FEBRUARI EN 13 MAART 1960 hield William Branham veertien predikingen in Phoenix, Arizona. Op dinsdag avond 8 maart hield hij een prediking, getiteld: „Onderscheiding van geesten.‟ Te midden van een groeiende weerstand tegen zijn bediening wilde hij zijn motieven voor iedereen volmaakt helder maken. Hij tekende aan dat Johannes Christenen opdroeg om de geesten te beproeven, om te zien of ze wel of niet uit God waren. 110 Bill drong er op aan dat Christenen de geest van elke bediening moesten onderscheiden, door te kijken naar wat de prediker beoogde. Wat probeert hij te bewerkstelligen? Probeert hij de aandacht op zichzelf te vestigen, en daardoor zichzelf te verheerlijken? Probeert hij zijn eigen organisatie op te bouwen? Wil hij dat ieder ander uit beeld verdwijnt, zodat hij en zijn groep voor het voetlicht komen? Dat is de verkeerde geest. Jezus verheerlijkte Zichzelf niet, maar gaf alle eer aan Zijn Vader. Een ware prediker zal altijd zijn gave gebruiken om het Lichaam van Christus op te bouwen, en op deze manier zal hij God verheerlijken. Een ware prediker zal nooit proberen om mensen van elkaar te scheiden, maar zal altijd proberen om mensen bij elkaar te brengen – niet naar een denominatie, maar tot een eenheid van geest. Een ware profeet (een Nieuw Testamentische profeet is een prediker) zal altijd de mensen bij zichzelf vandaan wijzen naar Golgotha. Bill zei: “Verbreek niet de omgang met iemand omdat hij niet tot uw groep behoort. Onderscheid zijn geest. Als hij voor hetzelfde doel werkt als u, dan hebt u gemeenschap. U werkt voor één grote zaak – de zaak van Christus.” Mozes was een ware profeet omdat zijn enige motief was om iets te bereiken voor het koninkrijk van God. Hij verzaakte de rijkdommen en de roem die hij in Egypte kon hebben gehad, zodat hij Gods volk kon helpen om hun bestemming te vervullen. Vergelijk Mozes 110
Verwijzend naar 1 Johannes 4: 1-3
225
eens met de valse profeet Bileam. Bileam had een echte profetische gave, maar hij wilde die gebruiken om rijk en beroemd te worden. Bill zei: “Als u iemand ziet met een grote gave die probeert om iets te doen om zichzelf te verheerlijken, dan vertelt uw eigen onderscheiding van de geest u dat dit verkeerd is.” “Wanneer een man gezalfd is met de Geest van God, dan zal hij handelen als God; en het handelen van God is nooit om ons uit elkaar te halen. Het handelen van God is om ons naar elkaar toe te trekken, want wij zijn één in Christus Jezus. Gods doel is om ons bijeen te brengen; elkaar lief te hebben. Een ware profeet, een ware leraar, zal proberen om de gemeente tot een geestelijke eenheid te maken, opdat mensen God zouden mogen herkennen. Mochten wij onderscheiding van geesten hebben om de geest te onderscheiden die in de mens is, om te zien of het de Geest van God is, of niet.” Van Phoenix reed Bill naar Tulsa, Oklahoma. Beginnend op zaterdag 26 maart predikte hij negen keer in negen dagen; op zondagmorgen 3 april in Tulsa eindigend met een prediking genaamd: „Zoals de Arend Haar Broedsel Opwekt.‟ Hij vertelde hoe een moeder adelaar haar nest bekleedt met bont om het comfortabel te maken voor haar jonge adelaartjes. Wanneer het tijd voor ze is om te leren vliegen, trekt ze de vacht eruit en wordt het nest ongemakkelijk.Op dezelfde wijze maakt God het leven soms ongemakkelijk voor Zijn kinderen, omdat Hij wil dat ze iets nieuws leren en zich naar een hoger niveau begeven. Op zondagmiddag kreeg hij een bericht van zijn oude bekende, Oral Roberts, die in Tulsa woonde. RoAfb. 63 Oral Roberts kon berts was gevallen. Hij was gewond zijn knie niet meer buigen… aan zijn been, en hij wilde dat Bill naar zijn huis kwam en voor hem bad. Toen Bill arriveerde bij Roberts grote prachtige huis, vond hij Roberts in bed met een knie die zo gezwollen was, dat hij hem niet meer kon buigen. Terwijl Bill aan het bidden was dat Jezus hem zou genezen, vormden de bloedvaten in
226
Roberts knie een V-vormig patroon en trok de zwelling weg. Binnen een paar minuten was Oral Roberts in staat om uit bed te stappen en met Bill naar de voordeur te lopen. Terwijl ze afscheid namen, vroeg Roberts: “Hebt u mijn nieuwe kantoorgebouw al gezien?” “Nee, broeder Roberts. Ik zal morgen Tommy Osborn gaan bezoeken. Daarna zal ik even langs komen en uw gebouw zien.” “Goed. U zult onder de indruk zijn. Onthoud gewoon dat u een rol speelde in het opbouwen van mijn organisatie. U inspireerde me toen ik jong was en net mijn bediening begon.” „s Maandags bezocht hij het hoofdkwartier van Tommy Osborns wereldwijde zendingsorganisatie. Bill sprak in hun ochtendwijding, waar het kantoorpersoneel in de kapel samenkwam, om te aanbidden en te bidden voordat ze aan hun dagelijkse plichten gingen beginnen. Toen gaf Tommy Osborn hem een rondleiding door het gebouw. Een wereldkaart bedekte één muur van Osborns kantoor. Honderden spelden die in de kaart waren geprikt gaven de plekken aan waar Osborn Christelijke zendelingen ondersteunde. Afb. 64 Tommy Osborn Hij zei: “Broeder Branham, ik ben (rechts) gaf hem een rondleiding gewoon een van uw studenten. U bent degene die me uitzond om dit te doen.” Toen gaf hij Bill een aandenken – een beeldje van een Afrikaanse inboorling met een houtprop in zijn mond. Osborn zei: “Bedenk hoeveel duizenden mensen we daarvan hebben bevrijd.” Daarna reed Bill naar Oral Roberts‟ nieuwe kantoorgebouw, dat bijna een heel huizenblok besloeg en waarvan de bouw verscheidene miljoenen dollars had gekost. Meneer Fisher nam Bill mee op een rondleiding. Door glazen deuren gingen ze een entree hal binnen afgewerkt met geïmporteerd marmer. Spiegels en kunstzinnig beeld-
227
houwwerk verfraaiden de ruimte. Zelfs het plafond was een kunstwerk, samengesteld uit in elkaar geweven aluminium draden. Dit was nog maar het begin van de verwonderlijke zaken. Bill zag de geluid studio waar Roberts zijn radio- en televisieprogramma‟s produceerde, de drukpers die zijn maandelijks tijdschrift „Healing Waters‟ (Genezende Wateren) drukt, en veel kantoren, bezet door managers, boekhouders, secretaresses, kantoorpersoneel en honderden elektrische IBM machines voor heet verwerken van post. Toen ze de rondgang hadden beëindigd en terugliepen naar de entreehal, waarschuwde een politieman: “Meneer Branham, u zult het moeilijk gaan krijgen met hier uit te geraken. Er moeten 50 mensen op u staan te wachten bij de voordeur.” “Is er een andere manier om buiten te komen?” “Ja,” zei meneer Fisher. “Ga terug door deze gang naar een deur waar „Uitgang‟ op staat. Die geeft toegang tot de parkeerplaats van het personeel. Als u mij uw autosleutels geeft, zal ik omrijden en u oppikken.” Deze aanwijzingen opvolgend, stond Bill al gauw buiten, in bewondering voor de architectuur van de buitenkant van het gebouw, en God dankend voor alles wat deze ene man had bereikt. Het vervulde hem met dankbaarheid te bedenken dat hij eens Oral Roberts had geïnspireerd. Toen, als de terug zwaaiende beweging van een pendule, zwaaiden zijn emoties de ander kant op. Over vijf dagen zou hij 51 jaar oud zijn. Wat had híj bereikt dat van enige blijvende betekenis was? Sinds 1933 had hij direct gepredikt tot miljoenen mensen rond de wereld, had hij duizenden visioenen gezien, had hij voor honderdduizenden mensen gebeden en honderdduizenden genezingen en wonderen gezien. Wat had hij op aarde om er over te laten zien? Wanneer hij Tommy Osborns bediening en Oral Roberts‟ bediening vergeleek met de zijne, leek dat wat deze leerlingen hadden bereikt dat van hun leraar te overschaduwen. Hij zou zich er voor schamen om Osborn en Roberts zijn eigen kantoorgebouw te laten zien – een oude stacaravan waar een in deeltijd werkende secretaris zijn post beantwoordde op een tweedehands hand-typemachine. Wat zijn financiële positie betreft, op dit moment had hij minder dan $150,- op zijn bankrekening staan. “Dierbare God,” dacht hij droevig, “ik vermoed dat U me geen
228
geld en verantwoordelijkheid kunt toevertrouwen, zoals U dat kunt met deze andere broeders.” Precies toen, zo duidelijk als hij ooit ook maar een geluid in zijn leven had gehoord, hoorde Bill een stem zeggen: “IK BEN je deel.” De pendule-slinger stopte op het dieptepunt zijn melancholiek geslinger en zwaaide terug naar vrede en vreugde. Bill zei: “Dank U, Heer. Ik ben gelukkig om U als mijn deel te hebben.” - Meneer Fisher kwam de hoek van het gebouw om met de auto. Bill dacht: “Aan het eind van mijn weg, nadat ik mijn laatste preek heb gepredikt en mijn laatste gebed heb gebeden, dan zal God mij misschien daar aan de andere zijde een klein deel van Zichzelf geven.” Dat was van alles de meest verheugende gedachte. Bill reed naar huis, denkend over de drie samenkomsten die op het programma stonden om te prediken in Kentucky, in de komende tien dagen. Toen drie van zijn vrienden uit Kentucky hem hadden gevraagd om een avond te prediken in hun woonplaats, had Bill een zwakke waarschuwing in zijn hart gevoeld, alsof de Heilige Geest hem „nee‟ zei; maar hij had hoe dan ook „ja‟ gezegd. Elke vriend huurde meteen de plaatselijke National Guard Armory 111 en kondigde de samenkomst aan. Ongelukkigerwijs moest Bill in Tulsa een virus hebben opgelopen, want zodra hij thuis kwam, raakte zijn voorhoofdsholte verstopt en ging zijn keel dicht zitten. De volgende dag liep zijn koorts op tot 400 en kreeg hij er een strottenhoofd-ontsteking bij, zo hevig, dat hij nog maar nauwelijks kon fluisteren. Negen dagen lang kon hij met praten niet boven een schraperig gefluister uitkomen. Hij bad ernstig of God hem wilde genezen, zodat hij zijn belofte aan zijn vrienden waar kon maken, maar de dagen voor zijn samenkomsten in Kentucky gingen voorbij en nog steeds hield de koorts hem in bed. Op maandagmorgen 11 april 1960 probeerde hij opnieuw op te staan, maar hij voelde zich zo zwak, dat hij al snel weer terug op het bed ging zitten. Meda bracht hem een glas sinaasappelsap en een plakje toast met boter. Hij gebaarde naar haar om naast hem te komen zitten en fluisterde toen: “Meda, ik vraag me af wat er aan de hand is. Waarom zouden die samenkomsten in Kentucky op het programma 111
Een soort „stadskazerne‟ waar periodiek reservisten worden opgeleid.
229
zijn gezet en dat God me hier zo ziek laat liggen? Soms vraag ik me af of Hij me eigenlijk wel geroepen heeft.” “Bill, schaam jij je niet?” berispte Meda hem liefelijk, “God weet wat Hij met je doet. Wees gewoon rustig, leun achterover en eet je ontbijt. Ik zal een paar schone lakens voor je halen.” Zodra ze wegliep, verdween de kamer. Bill leek op een parkeerplaats te staan vlakbij een kazernegebouw. Een zonnestraal schoot naar beneden van de hemel, trof de kazerne en sloeg haar in stukken. Een man en drie vrouwen met spijkerpistolen liepen naar het puin. De man pakte twee stukken multiplex, hield ze tegen elkaar en zei: “Broeder Branham, we zullen u helpen om deze kazerne te herbouwen. Als u deze stukken multiplex op deze manier bij elkaar houdt, dan zal ik ze vastspijkeren.” “In orde,” zei Bill, terwijl hij de twee platen multiplex nam en ze in evenwicht hield, de ene kant tegen de andere. “Doe het niet!” beval de engel van de Heere. Bill liet de platen multiplex vallen. De engel vervolgde: “Ze zijn op dit moment onderweg om u ertoe te krijgen om die samenkomsten in Kentucky opnieuw op het programma te zetten. Ze geloven oprecht dat ze „Zo spreekt de Heere‟ hebben, maar ze hebben het verkeerd. Doe het niet.” Het visioen verliet hem. Ongeveer een uur later stopte Fred Sothmann bij zijn huis, om te zien hoe hij zich voelde. Met een hees gefluister vertelde Bill hem over het visioen dat hij zojuist had gezien. Kort daarop kwam Meda binnen en zei: “Bill, je hebt een paar bezoekers uit Kentucky.” Bill fluisterde: “Het zijn drie vrouwen en een man, klopt dat?” “Ja.” “Ze zeggen dat ze het „Zo spreekt de Heere„ voor me hebben, klopt dat?” “Dat is wat ze zeggen.” Gebarend dat Fred Sothmann dichterbij moest komen, fluisterde Bill: “Broeder Freddie, ga hen vertellen dat ik het niet kan doen. Het zijn fijne mensen, maar ze zijn oprecht verkeerd.” Nadat al zijn bezoekers vertrokken waren, vroeg hij zich opnieuw af: “Waarom gebeurt dit? Waarom kan ik niet spreken? Waarom kan ik niet prediken voor mijn vrienden in Kentucky? God vertelde me dat Hij mijn bediening zou gaan veranderen, maar ik weet niet wat vervolgens te doen. Wat als ik een fout maak? Mozes maakte een
230
fout toen hij die rots sloeg in plaats van er tegen te spreken. 112 Elisa maakte een fout toen hij die kinderen vervloekte die gekheid maakten over zijn kale hoofd. 113 Ik wil niet veronderstellend gaan, en net zoals zij een fout maken.” Meda bracht hem nog een glas sinaasappelsap en zette het op het plankje naast zijn bed. Terwijl hij haar zag weggaan, merkte hij een lichtflikkering op de muur. Toen hij zijn hoofd omdraaide om te zien wat het was, zag hij dat de verf op de muur oploste, totdat de hele muur doorzichtig werd. Weldra keek hij naar een gigantische Bijbel die in de lucht hing. Deze reusachtige Bijbel blokkeerde de zon, wat veroorzaakte dat er in alle richtingen zonnestralen achter vandaan straalden. Uit die hemelse Bijbel kwam een gouden kruis, en uit dat kruis kwam de Heere Jezus. Hij liep vanuit de lucht naar beneden, stapte door de muur, en stond in de lucht boven Bills bed. Het licht van die hemelse Bijbel verlichtte Jezus‟ gelaat, en wierp Zijn schaduw door de kamer. Dat gelaat belichaamde elke goede karaktereigenschap in haar volste betoning – liefde en mededogen, kennis en wijsheid, vrede en gerechtigheid, autoAfb. 65 Het schilderij dat riteit en kracht, dit alles en meer straaler het dichtst bij kwam de de Heere uit. Geen kunstenaar had ooit op doek de diepten van Zijn gelaat kunnen vastleggen, maar het schilderij dat er het dichtst bijkwam dat Bill ooit had gezien, was Heinrich Hofmanns „Christus op 33-jarige leeftijd‟. 114 Bill had het gelaat van Jezus tweemaal eerder in visioenen gezien, en hij zag Zijn karakter wanneer hij ook maar in zijn Bijbel las. Maar… Jezus hier nu in zijn slaapkamer te zien – dat overweldigde hem. 112
Verwijzend naar: Numeri 20: 1-12 Verwijzend naar: II Koningen 2: 23-24 114 Heinrich Hofmann, Duits schilder (1824–1911) schilderde een tafereel van een 33-jaar oude Jezus Christus in gesprek met een rijke jongeling, zoals staat in Matth. 19: 16-30, Markus 10: 17-30 en Lukas 18: 18-30 113
231
Jezus zei: “Je wacht erop dat je nieuwe bediening aan je wordt bevestigd. Ik heb het reeds bevestigd. Je hebt het slechts aan te nemen.” Bill begreep het onmiddellijk. Hoe dikwijls had hij mensen verteld: “Jezus heeft u reeds gered en u genezen, toen Hij stierf aan het kruis, maar het zal u totaal geen goed doen, tenzij u het aanvaardt?” Dat zelfde principe was van toepassing op zijn nieuwe bediening. De Bijbel zei: “Zonder geloof is het onmogelijk om Hem te behagen…” 115 Misschien begreep hij niet alles wat God wilde dat hij deed, maar hij wist genoeg om nòg een stap in geloof te doen, erop vertrouwend dat God hem de volgende stap zou tonen wanneer de tijd kwam. Jezus voegde eraan toe: “Je wandel is met teveel mensen. Om met Mij te wandelen, zul je alléén moeten wandelen.” Ook deze uitspraak begreep Bill. Hij moest nog steeds teveel rekening houden met voorstellen van andere mensen, wat hem alleen maar in de war bracht, terwijl hij probeerde om naar de Heilige Geest te luisteren. Zijn nieuwe bediening lag voor hem; de derde trek was op handen. Het was tijd dat hij de meningen van anderen van zich afschudde en alleen luisterde naar de stille zachte stem van de Heilige Geest die hem leidde. Dat was de les die God wilde dat hij leerde van die drie vervallen samenkomsten in Kentucky. Terwijl het visioen vervaagde, zei Bill: “Amen, Heer!” - De woorden knalden van zijn lippen vol klank en volume. Zijn keel voelde anders aan. Plotseling werd zijn voorhoofdsholte droog en verliet de koorts hem. Uit zijn bed springend, schreeuwde hij: “Meda!” Ze rende terug de slaapkamer binnen. “Bill, je hebt je stem weer teruggekregen!” “Meer dan dat – ik heb mijn kracht terug. De Heere heeft me net genezen.” TWEE WEKEN LATER – op zaterdagmorgen 7 mei 1960 – droomde William Branham dat Joseph hoestte. Zijn vijf jaar oude zoon oppakkend, hield Bill hem dicht tegen zijn borst, terwijl hij 115
Verwijzend naar: Hebreeën 11: 6
232
Josephs slaap tegen zijn eigen wang drukte. Joseph gloeide van de koorts. Bill ontwaakte met een hart dat bonsde als zou het uit zijn borstkas springen. Hij ademde diep van opluchting toen hij besefte dat het maar een droom was. Toen vroeg hij zich af of het iets betekende. Misschien zou Joseph ziek gaan worden. Terwijl hij op zijn bed de droom lag te overdenken, staarde hij zonder iets te zien het slaapkamerraam uit. De jaloezieën waren naar beneden, maar hij kon nog steeds een beetje door de latten heen kijken. Buiten zag het er voor Indiana uit als een typische voorjaarsmorgen: bewolkt, winderig en kil. Hij hoorde in de verte een hond blaffen. Een vrachtwagen denderde voorbij langs de Ewing Lane, even de blaffende hond overstemmend. Hij stond net op het punt om op te staan, toen hij een kleine bruine schaduw over de vloer van zijn kamer zag bewegen. De schaduw had niets vóór zich waar het licht tegen scheen, dus was er geen aanwijsbare reden voor haar om er te zijn. Toch was ze er. Haar vorm zag er vreemd genoeg bekend uit. Plotseling besefte Bill dat de schaduw op hem leek. Toen zag hij een witte schaduw aankomen achter de bruine schaduw, die de bruine schaduw voortduwde. De witte schaduw deed hem denken aan de Heere Jezus. Bill keek opzij om te zien of zijn vrouw wakker was, zodat hij haar het visioen kon laten zien. Meda sliep nog steeds. Hij zuchtte: “Het spijt mij, Heer, maar dat is de manier waarop het mijn hele leven is geweest. Alles wat ik ooit goed heb gedaan, moest U me in duwen. Als U me maar kon leiden...” Op dat moment scheen de witte schaduw voor de bruine uit te stappen. Het leek alsof de witte schaduw naar achteren reikte en de hand van de bruine schaduw pakte, alsof hij zou gaan leiden. Het hoofd van de witte schaduw wendde zich naar het bed en, voor een fractie van een moment kreeg het vaste vorm. Terwijl het visioen vervaagde, ving Bill een blik op van het mooiste gelaat dat hij ooit bij een man had gezien. De volgende morgen – op zondag 8 mei 1960 – droomde Bill dat hij buiten in het Westen was. Om hem heen strekte zich een droog landschap uit met hier en daar plukjes creosoot struikjes en woestijngrassen. In deze droom liepen hij en zijn vrouw naar huis na het vissen. Bill had zijn hengel in de ene hand en een streng forellen in de andere. Hij stopte om een hek in een prikkeldraad omheining open te
233
maken. “De lucht is hier zo helder in het Westen,” zei hij. “Ze heeft niet die blauwe waas die we daar in Jeffersonville zien. Meda, we hadden hier al lang geleden heen moeten verhuizen.” “Ja, Billy, ter wille van de kinderen hadden we dat gemoeten.” Bill werd wakker. Het was zeven uur. “Ik heb de afgelopen tijd zoveel gedroomd,” dacht hij. “Ik vraag me af waarom.” Terwijl hij zich oprichtte op één elleboog, keek hij naar zijn vrouw en vroeg: “Ben je wakker, lieverd?” Ze bewoog zich niet. Zich op zijn rug draaiend, schoof hij omhoog op zijn kussen, totdat zijn hoofd bijna de plank aan het hoofdeinde raakte. Toen vouwde hij zijn handen achter zijn hoofd en dacht: “Ik ben blij dat ik niet hoef te prediken vanmorgen. Het zal goed zijn om er gewoon te zitten en voor de verandering broeder Neville te horen prediken.” Zijn gedachten dwaalden terug naar zijn droom. Het had een zodanig hemels beeld geschilderd van het Westen, dat het maakte dat hij ging denken over wat er vóór hem lag na dit leven. Wat zou het zijn om te sterven? Hij wist dat hij meteen in zijn theophanie zou gaan, maar hij was er niet zeker van waar dat hemelse lichaam op zou lijken. Zou hij eigenlijk wel een vorm hebben? Hij wist dat hij een vast lichaam zou hebben, wanneer Jezus terugkeerde naar de aarde om Zijn duizendjarig koninkrijk op te zetten. Maar wat als hij stierf vóór de tweede komst van Christus? Hoe zou hij er uitzien terwijl hij aan het wachten was? Zou hij een geest zijn, ronddrijvend als een wolk; niet in staat om tegen zijn vrienden te praten of hun de hand te schudden? Dat klonk niet erg aantrekkelijk. “Ik hoop dat ik dat niet hoef door te maken,” dacht hij. “Ik zou maar liever een mens blijven tot de Opname. Ik vraag me af hoeveel tijd mij nog rest. Ik ben 51 jaar, dus op z‟n best is meer dan de helft van mijn tijd op aarde voorbij, en waarschijnlijk meer dan dat. Vader stierf op z‟n 52e. Natuurlijk, hij dronk zichzelf de dood in. Nog steeds heb ik geen garantie dat ik langer zal leven dan hij. Als ik ook maar iets meer voor God zal gaan doen, dan kon ik het maar beter spoedig doen.” Vanuit een onbestemde plaats, ergens vandaan, sprak een stem: “Je begint nog maar pas. Bind de strijd aan.” Zijn hoofd schuddend, dacht Bill: ”Dat verbeeldde ik me waarschijnlijk maar.” Opnieuw sprak de stem: “Bind de strijd aan. Blijf doorgaan.”
234
“Misschien zei ík dat,” dacht Bill. Hij legde zijn hand over zijn mond om er zeker van te zijn dat zijn lippen niet bewogen. Voor de derde keer herhaalde de stem: “Je beloning komt. Blijf gewoon de strijd aanbinden. Als je slechts wist wat er aan het eind van de weg was…” Zwakjes hoorde Bill een koor een oud kerklied zingen: Ik heb heimwee en ben neerslachtig, en verlang om Jezus te zien. Ik zou graag die liefelijke havenklokken horen klinken. Het zou mijn pad verlichten en alle vrees doen verdwijnen; Heer, laat mij kijken voorbij „t gordijn van de tijd. De stem vroeg: “Zou je graag even voorbij het gordijn van de tijd willen kijken?” “Het zou me zo helpen,” antwoordde Bill. Wat er vervolgens gebeurde, kon hij niet verklaren. Het ene moment lag hij op zijn bed; het volgende moment stond hij op de flank van een heuvel, uitziend over een wijde met gras begroeide vlakte. Duizenden mensen kwamen naar hem toe rennen over de vlakte, roepend: “Onze dierbare broeder!” Hij kon slechts gissen hoevele duizenden, maar hun aantal zou in de miljoenen kunnen lopen: mensen die vanuit alle richtingen op hem toe renden. Ze leken allemaal jong, misschien voorin de twintig – mannen en vrouwen in de bloei van de jeugd, ogen die twinkelden als sterren, tanden die glinsterden als parels. Ze liepen barrevoets, hun witte gewaden wapperend bij elke veerkrachtige stap die ze maakten. De mannen hadden stevig ongekapt haar tot op hun schouders; het haar van de vrouwen viel tot helemaal op hun middel. Als dit een visioen was, dan verschilde het van welk visioen ook dat hij ooit had ervaren. Hij kon het zachte gras onder zijn blote voeten voelen en een zachte bries in zijn gezicht. Vreemder nog: hij kon nog steeds zijn slaapkamer zien, ongeveer 6 meter weg, onder een schuinte van 45o ten opzichte van de plek waar hij nu stond. Daar hing zijn overhemd aan de beddenstijl, en daar lag zijn vrouw te slapen. Het vreemdst van alles: hij kon nog steeds zijn eigen lichaam naast zijn vrouw op het bed zien liggen. Zijn ogen waren gesloten alsof hij sliep – of dood was. Wat voelde het vreemd om zichzelf te zien zoals andere mensen hem
235
zagen – zijn lichaam nu een halve eeuw oud, met zijn kale voorhoofd, dunnend grijs haar en gerimpelde huid. Huid? Hij keek naar beneden naar zijn handen. Hier (waar „hier‟ ook was) zag zijn huid er zacht en strak uit. Zijn hand naar zijn voorhoofd brengend, streek hij zijn vingers door een dikke bos krullend haar. “Dit begrijp ik niet,” zei hij. “Misschien kreeg ik een hartaanval en ben ik gestorven. Maar wie zijn al die mensen die op me toe komen rennen?” De stem zei tegen hem: “Herinner je je niet dat er in de Bijbel staat geschreven dat de profeten werden vergaderd tot hun volk?” 116 “Ja, dat herinner ik me. Maar er zijn toch zeker niet zoveel Branhams?” “Dit zijn geen Branhams. Deze mensen zijn je bekeerlingen tot de Heere.” Een liefelijke jonge vrouw bereikte hem het eerst. Ze sloeg haar armen om hem heen en riep het uit van vreugde: “O, mijn dierbare broeder!” Haar omhelzing was even stevig als hij er op aarde ooit een had gevoeld van zijn vrouw, maar hier had hij niet hetzelfde gevoelen. De stem zei: “Herken je haar niet?” “Nee, ik herken haar niet.” ”Toen je haar tot de Heere leidde, was ze over de 90 jaar oud.” Bill hield de jonge vrouw op een armlengte van zich af, zodat hij een goede blik op haar gezicht kon werpen. Ze was een van de allermooiste vrouwen die hij ooit had gezien; toch kon hij zich niet herinneren dat hij haar ooit eerder had gezien. Het was moeilijk om zich haar voor te stellen als een gerimpelde oude dame. Geen wonder dat ze zo opgewonden was om hem nu te zien. Hoewel hij de eerste vrouw niét herkende, herkende hij wel de volgende. Het was Hope, zijn eerste vrouw. 117 Ze zag er net zo stralend uit als op de dag dat hij haar trouwde. Toen Hope haar armen om hem heen sloeg, zei ze niet: “Mijn dierbare echtgenoot.” In plaats daarvan riep ze: “Mijn dierbare broeder!” Toen keerde ze zich om en omhelsde de eerste vrouw, terwijl ze beide uitriepen: “Mijn dierbare 116 117
Verwijzend naar: Genesis 25:8; 35: 29; 49: 29, enz. William Branham trouwde met Hope Brumbach op 22 juni 1934, toen ze 21 jaar oud was. Ze stierf drie jaar later aan tuberculose.
236
zuster!” Bill voelde de liefde binnen in hem uitdijen als het uitspansel. Er kon daar geen jaloezie zijn. Deze plaats echode van volmaaktheid. Nee, het was meer dan volmaaktheid; het was subliem. Nee, het was méér dan subliem, het was… Hij zocht naar het juiste woord om het te beschrijven, maar hij kon er geen vinden dat zou passen. Elke geweldige uitdrukking ervoor in het woordenboek schoot tekort bij deze werkelijkheid. “Ik begrijp dit niet,” zei hij. De stem legde uit: “Dit is wat je predikte dat de Heilige Geest was. Dit is volmaakte liefde. Zonder dat kan niets hier binnengaan.” Tegen die tijd had de menigte hem omringd. Jonge mannen tilden hem op en droegen hem op hun schouders naar de top van de heuvel. Terwijl ze hem neerzetten, traden ze terug en riepen: “Onze dierbare broeder!” De menigte omringde de heuvel en stemde in met het refrein: honderdduizenden jonge mannen en vrouwen, die allemaal riepen: “O, onze dierbare broeder!” Bill hief één hand op, met de palm naar voren, om de opgewonden massa om stilte te vragen. Toen ze hem tenslotte konden horen spreken, zei hij: “Ik hoorde hierboven niet te staan. Ik ben geen speciaal iemand.” De stem zei: “Je werd geroepen om een leider te zijn.” De menigte riep uit: “Als u niet was uitgegaan met het Evangelie, zouden wij hier niet zijn!” “Waar is „hier‟?” vroeg Bill. “Waar ben ik?” De stem antwoordde: “Dit is de plaats die de Schrift „zielen onder het altaar‟ noemde.” 118 “Als ik voorbij het gordijn van de tijd ben gegaan, dan wens ik om Jezus te zien.” “Hij is even een beetje hoger. Uw volk wacht er hier op dat Jezus wederkomt. Wanneer Hij komt, zal Hij eerst tot ú komen. Dan zullen u en uw volk worden geoordeeld overeenkomstig het Evangelie dat u predikte.” “Moet elke leider dit oordeel ondergaan? Ook Paulus?” “Ja.” 118
Verwijzend naar: Openbaring 6:9 (Zie de slotnotities)
237
“Dan zal het met mij in orde zijn, omdat ik predikte wat Paulus predikte. Waar hij doopte in de naam van de Heere Jezus Christus, deed ik het ook. Waar hij de doop van de Heilige Geest leerde, deed ik het ook. Wat Paulus ook leerde, leerde ik op dezelfde manier.” “Daar rusten wij op!” riep de menigte. “Daar zijn wij rijkelijk van verzekerd. U zult ons aan Jezus Christus onze Redder voorstellen en dan zullen we allen teruggaan naar de aarde om voor immer te leven.” Op dat moment voelde Bill iets hem van achteren een duwtje geven. Zich omkerend zag hij het paard waar hij op had gereden toen hij een jongen was. “Prince! Ik wist dat je hier zou zijn.” Prince legde zijn bek tegen Bills schouder en hinnikte. Toen voelde Bill iets zijn hand likken. Naar beneden kijkend, zag hij de dierbaarste vriend uit zijn kindertijd: zijn bastaard wasbeer-jachthond. “Fritz, ik wist dat je hier ook zou zijn.” De stem zei: “Al wat je ooit hebt liefgehad, en allen die jou ooit hebben liefgehad, heeft God hier aan je gegeven.” Het toneel om hem heen vervaagde, en tezelfdertijd leek zijn slaapkamer meer vaste vorm te krijgen. Bill vroeg: “Moet ik terug gaan naar dat oude karkas?” “Ja. Je moet door blijven gaan met de strijd aan te binden.” Zijn volgende ademtocht nam hem mee terug in zijn oude lichaam. Maar er was een verschil. Iets in hem was veranderd – alle vrees voor de dood was verdwenen. Nu wist hij precies wat Paulus bedoelde toen hij schreef: Want wij weten, dat, indien de aardse tent waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, in de hemelen, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis. 119 Hij ging rechtop zitten en zwaaide zijn benen over de rand van het bed. “Meda, ben je wakker?” vroeg hij. Ze antwoordde niet. Bill knielde neer naast het bed en bad: “Dierbare God, help mij om nooit compromissen te sluiten met Uw Woord. Laat mij het precies prediken op de wijze dat Paulus het deed. Het maakt mij niet uit welke moeilijkheden komen, of wat wie anders ook doet, laat mij trouw blijven aan Uw Woord en doordringen tot die plaats.” De volgende zondagmorgen, nadat hij deze ervaring aan zijn 119
2 Corinthiërs 5: 1
238
gemeente had verteld, zei Bill: “Stelt u zich voor dat er ergens in de ruimte een blok volmaakte liefde is van honderd biljoen vierkante mijl. Stelt u zich nu voor dat het zich vernauwt met elke stap dat het dichter bij de aarde komt, totdat het punt wordt bereikt waar wij hier zijn. Dat punt is de liefde die wij nu voelen, en het is slechts de schaduw van wat er daarginds is. O, mijn dierbare vrienden, mij lievelingen van het Evangelie, mijn voor God verwekte kinderen, luister naar mij, uw herder. Ik wenste dat er de een of andere manier was dat ik het aan u zou kunnen uitleggen, maar er zijn geen woorden voor om het te doen. Meteen voorbij deze laatste adem bevindt zich de meest heerlijke zaak. Wat u ook doet, vrienden, mis het niet. Leg al het andere opzij, totdat u volmaakte liefde krijgt. Kom tot een plek waar u iedereen kunt liefhebben, zelfs uw vijanden. “Dat ene bezoek heeft mij veranderd. Ik kan nooit meer dezelfde broeder Branham zijn die ik voorheen was. Of het vliegtuig nu slingert, of de weerlicht flitst, of dat iemand een geweer op me richt, wat het ook is, het maakt niet uit. Door de genade van God zal ik doorgaan met de strijd aan te binden. Ik ga het Evangelie prediken tot elke persoon die ik maar kan, ze overtuigend om Jezus Christus aan te nemen als hun Redder, zodat ze kunnen binnengaan in dat prachtige land ginds.”
***
239
240
SLOTNOTITIES EN BRONVERMELDING Deze slotnotities geven een overzicht van de gegevensbronnen in elk hoofdstuk. De meeste van de details in deze biografie komen uit de persoonlijke getuigenissen van William Branham, zoals opgenomen in zijn meer dan 1100+ predikingen tussen 1947 en 1965. In deze eindnoten zijn deze predikingen vermeld door het jaar, de maand en de dag dat hij de prediking hield en het bladzijdenummer, paragraafnummer, of citaatnummer binnen die prediking. Het jaar zal staan in de vorm JJ-MMDD (Voorbeeld: 62-0311, wat betekent: 11 maart 1962.) De bladzijde- of paragraafnummers zullen worden gescheiden door een liggend streepje, wat betekent: alle materiaal tussen deze twee getallen. Een bladzijde- of paragraafnummer zal worden vermeld als het materiaal kwam uit een boek dat oorspronkelijk werd gedrukt door Spoken Word Publications (Nu Voice of God Recordings Inc. geheten). Als het materiaal geen bladzijde- of paragraafnummer heeft, dan zal het een citaatnummer hebben, wat zal worden vooraf gegaan door een hoofdletter „E‟. Een citaatnummer betekent dat het materiaal kwam van Voice of God Recording‟s „Message Software Package‟ (d.w.z. oorspronkelijk van geluidsband overgenomen door Eagle Computing). Al William Branhams opgenomen predikingen staan in een computer zoekprogramma, genaamd het „Message Software Package.‟ Als u een computer hebt, is dit de gemakkelijkste manier om de feiten in deze biografie na te gaan en verder onderzoek te doen. U kunt voor dit package contact opnemen met Voice of God Recordings Inc., P.O. Box 950, Jeffersonville, Indiana 47131 USA. (Of via internet: branham.org)
Hoofdstuk 68: Zijn Leraarsbediening Begint Vijfhonderdduizend gered door zijn prediking in de eerste zeven jaren van zijn nationale bediening. Boodschap bronnen: 53-0326, 8; 53-0506, E3; 54-1024, 266; 54-1231, E58. William Branhams getuigenis en de onderscheiding daarna, zijn verkort overgenomen uit zijn prediking „Hoe de engel tot mij kwam,„ 55-0117. Het visioen over hoe een vrouw een bruin mantelpakje draagt en een zieke baby vasthoudt, zou een teken zijn voor een verandering in zijn bediening. Boodschap bronnen: 55-1115, E11; 57-0309e, E52; 59-0406, E12-E20; 59-0612, E42-E50. Terwijl hij predikt zag William Branham een visioen van de eerste Adam en de Tweede Adam. Boodschap bronnen: 55-0223, E66-E69; 55-0224, E1. Citaat beginnend met: “Hoeveel mensen in het gebouw vanavond
241
hebben gebedskaarten?” Boodschap bron: 55-0225, E8. Wonderen die gebeuren in het San Carlos Indianen Reservaat: Boodschap bronnen: 55-0227a, E3-E9, E20; 55-0403, 24-30. Citaat beginnend met: “Sommigen van u dachten dat ik zei dat Adam niet had gezondigd. Adam zondigde wél…” Boodschap bron: 55-0227a, E12-E15.
Hoofdstuk 69: Een Plechtige Waarschuwing Visioen van buizerds in Los Angeles: Boodschap bron: 55-0311, E48E53. William Branhams prediking is samengevat uit „Het Zegel van de Antichrist‟, gepredikt op 11 maart 1955 in Los Angeles, Californië. Boodschap bron: 55-0311, E23-E57. Geschiedenis van een Pinksterman die tevergeefs probeerde om een duivel uit te drijven bij zijn Lutherse vrouw. Boodschap bron: 56-0101, 29-3. Hij hoort over een verwarde prediker die zei dat een vrouw drie gekleurde demonen in zich had. Boodschap bron 56-0101, 29-8. Onder de zalving kon hij zeggen of een persoon in de gebedsrij een Christen was door zijn of haar „welkom hetende geest‟. Boodschap bron: 510505, E58 en E60; 51-0506e, E31 en meerdere andere plaatsen. Gezocht met gebruikmaking van de sleutelwoorden „welcome‟ en „spirit‟. William Branham zag demonen als donkere wolken. Boodschap bron: 54-0216, E60. Hij zag de demon van zelfmoord als een zwarte mist. Boodschap bron: 53-1108e, E51-E52. Hij zag mensen die voor de dood stonden, als dat ze om hun hoofd een donkere wolk of „schaduw‟ hadden. Boodschap bronnen: 56-0401, E79; en vele andere plaatsen. Gezocht met gebruik van de sleutelwoorden „overschaduwd‟ en „dood.‟ Een donkere band tussen zieke mensen betekende dat demonen van dezelfde aard tot elkaar om hulp riepen. Boodschap bronnen: 55-0807e, E62E63; 61-0412, E121; en vele andere plaatsen. Gezocht met gebruik van de sleutelwoorden „dark‟ en „streak.‟ Hij zag een wit licht rond mensen die genezen waren. Boodschap bronnen 50-0827e, E38; 53-0511, E34; 54-0314, E82; 55-0220e, E80; 560414, E67 en vele andere plaatsen. Zoek met de sleutelwoorden „light around.‟ Hij zag geloof als een melkachtige mist boven het gehoor. Boodschap bronnen: 50-0405, E63; 51-0505, E73; 53-0829, E77; en vele andere plaat-
242
sen. Zoek met het sleutelwoord „milky‟. Geschiedenis van de vrouw die dacht dat ze zeven demonen had, minus twee. Boodschap bron: 55-0224, E13. Geschiedenis van de man die het briefje las met: „Waar zult u de Eeuwigheid doorbrengen?” Boodschap bronnen: 55-0311, E26-E31; 58-0316a, E68-E71. Hoofdstuk 70: De Ware en de Valse Wijnstok Gebeurtenissen rond de geboorte van Joseph Branham. Boodschap bronnen: 55-0522, 2-15; 55-0724, 23; 55-1006e, E4-E5; 56-0212, E22-E23; 57-0127a, E3-E9; 57-0728, E8-E14; 58-0127, E2; 58-0316e, E15-E16; 620629, E26; en 65-1126, 239-287. Miner Arganbright vraagt William Branham om met hem mee te gaan naar Zwitserland. Boodschap bronnen: 55-1120, E3; 56-0200, E2. William Branham zei dat de zalving om te prediken anders is dan de zalving om visioenen te zien. Boodschap bronnen: 50-0716, E9; 54-0228e, E11; 55-0606, E1; 56-0225, E23; 58-0208, E7; 63-0627, 27. William Branhams prediking is een uittreksel uit „De Ware- en de Valse Wijnstok,‟ gepredikt in Macon, Georgia, op 7 juni 1955. Boodschap bron: 55-0607. Willard Collins vertelt zijn persoonlijke ervaringen tijdens William Branhams gebedsgenezingcampagne in Macon, Georgia, juni 1955. Bron: Tijdschrift „Only Believe,‟ Serie 2, No. 1, bladzijden 12-16.
Hoofdstuk 71: Controverse in Zwitserland Sommige details over deze campagne in Zwitserland kwamen van Dr. Guggenbuhls verslag in het tijdschrift „The Herald of Faith, van november 1955. Hij ziet een visioen van een Duitse adelaar die toekijkt hoe een Engelse ruiter over Afrika rijdt. Boodschap bron: 62-1223, 6. Uittreksels van predikingen en gedeelten uit gebedsrijen komen uit zijn maandag- en dinsdagmiddag samenkomsten in Zürich. Boodschap bronnen: 55-0620 en 55-0621. Billy Graham en William Branham worden beide bekritiseerd in Zürich. Boodschap bronnen: 55-1003, E16-E17; 55-0911, 4; 57-0114, E26. William Branham ziet 50.000 bekeringen tijdens zijn Zürich campagne. Boodschap bronnen: 57-0303e, E45; 55-0806, E7. William Branham wordt door de Geest geleid naar de oever van het Meer van Zürich om een oude man uit Rusland te ontmoeten die een ongebruikelijk verzoek heeft. Boodschap bron: 55-0731, 7-19.
243
Hoofdstuk 72: Opossum Koorts Vierhonderd grote steden vragen William Branham om geloofsgenezings campagnes voor hen te houden. Boodschap bronnen: 55-0607, E3; 55-0621, E11; 55-0807e, E4. Visioen en daarop volgende genezing van een jongen met longontsteking en een oude man in een rolstoel, beide in Denver, Colorado. Boodschap bron: 56-0816, E21-E28. William Branham bidt voor een dodelijk verwonde moeder opossum. Boodschap bronnen: 55-0731, 194-213. 55-0807e, E40-E45; 55-1006e, E48E58; 56-0121, E102-E108; 56-0726, E50-E60; en vele andere plaatsen. Op te zoeken in het Boodschap Software Pakket met gebruik van het zoekwoord: „opossum‟. Citaten: “Als God betrokken genoeg is om begaan te zijn met een onwetende opossum, denk dan hoeveel meer Hij bezorgd is over Zijn zonen en dochters die in nood zijn.” Boodschap bron: 56-0121, E108, geredigeerd en gecombineerd met „De kracht van Satan is beperkt. De kracht van God is onbeperkt.‟ Boodschap bron: 55-1006e, E58. Beide uitspraken werden gedaan nadat hij over het voorval van de moeder opossum had verteld. Hoofdstuk 73: De Engel gefotografeerd in Zwitserland. William Branhams beschrijving van zijn Duitse campagne in 1955 en zijn tweede campagne in Zwitserland. Boodschap bronnen: 55-0911, 7-68 (Dit was zijn uiteindelijk verslag, uitgebracht spoedig nadat hij thuis kwam); 55-1003, E17-E21; 55-1120, E85; 56-0108, E25; 56-0122, E15-E21; 560224, E8-E11; 56-1209a, E14; 56-1215, E45; 57-0602; E69-E71; 57-0623, E41; 60-0709, E20-E21. Andere bronnen: Fred Bosworths verslag in het tijdschrift ‟The Herald of Faith,‟ uitgave november 1955 (Deel 22, Nr. 11); het tijdschrift „Only Believe‟, Deel 2, Nr. 3, uitgave 6, (bladzijden 14-16). (In dit artikel foto‟s van de Duitsland campagne in 1955.) Toen het blinde Duitse meisje was genezen, toonde het visioen haar als een schaduw die weg stapte bij haar lichamelijke lichaam en boven het gehoor liep. Boodschap bron: 56-0129, E61-E63. Het citaat dat begint met: “Niet lang geleden zei een vrouw in Amerika tegen me: „Broeder Branham, u schept teveel op over Jezus.‟” Boodschap bron: 55-0826, E8-E11 (geredigeerd). Hoofdstuk 74: De Engel Leert Hem Hoe te Vissen William Branhams prediking is een uittreksel uit „Waar ik denk dat Pinksteren faalde,‟ gepredikt in San Fernando, Californië, op 11 november 1955. Het citaat dat begint met: „De Vuurkolom trekt weer uit…‟ wordt
244
gevonden in die prediking. Boodschap bron: 55-1111, E37. Als William Branham éénhonderdste van het geld dat mensen hem persoonlijk aanboden had geaccepteerd, dan zou hij multimiljonair zijn geweest; maar hij weigerde altijd om persoonlijk voordeel te halen uit zijn bediening. Boodschap bronnen: 55-0120, E13; 56-0429, E4; 57-0106, E3. William Branham beschouwt de nabootsers die hij had gezien. Boodschap bron: 53-0612, E11-E16. William Branhams visioen van de mysterieus afgezegde samenkomst, zijn poging om een babyschoentje in te rijgen, zijn les in het vissen en de geheimzinnige ruimte in de reusachtige tent of kathedraal – deze onderdelen en de gebeurtenissen die uitlopen op dit visioen, worden in detail verteld op drie plaatsen. Boodschap bronnen: 56-0101, blz. 2-7; 56-0219, E7-E25; 560403, E16-E17; 56-0408a, blz. 12-19. Na dit visioen noemt hij vele keren de eerste-, tweede- en derde trek, speciaal de derde trek. Het citaat dat begint met: “Christen vrienden, wanneer ik deze wereld verlaat, zal dat geheim nog steeds in mijn boezem zijn...” wordt gevonden in boodschap bron 56-0408a, 18-6 (geredigeerd).
Hoofdstuk 75: Mexico: Mysterie en Wonderen William Branham predikt tot zijn vrouw tot middernacht en de citaten die daar onmiddellijk op volgen. Boodschap bron: 56-0101, 10-1 t/m 10-5 (geredigeerd). De prediking genaamd: „Waarom Worden Mensen Zo Heen En Weer Geslingerd‟ werd oorspronkelijk in druk uitgegeven onder de titel: „De Binnenste Voorhang‟. William Branham predikte haar op 1 januari 1956 in Jeffersonville, Indiana. Dit is de prediking waar hij voor de eerste keer vertelt over het tent-visioen en de drie trekken van zijn bediening. Het citaat dat begint met: ‟Toch kunnen mannen en vrouwen goede levens leven…‟ Boodschap bron: 56-0101, 17-19 en 26. Zijn eerste Mexicaanse campagne werd voortijdig en mysterieus beëindigd. Boodschap bron: 56-0408a, 19-4 t/m 20-4; 56-0403, E16-E20. Opmerking: De generaal die hielp om William Branham Mexico binnen te krijgen, heette Narciso Medina Estrada. Deze informatie komt uit het tijdschrift „The Herald of Faith‟, uitgave september 1956 blz. 6. In het Boodschap Software Pakket wordt zijn naam echter vermeld als Generaal Valdena, in plaats van Medina, echt een vergissing bij het luisteren en overschrijven. Hij ziet een visioen van de dode vis. Boodschap bron: 56-0408a, 20-5. Wonderen die gebeurden tijdens de eerste avond van de Mexico campagne. Bronnen: Juan Fco. Olguín Sánchez uit Mexico, stuurde mij veel
245
informatie over William Branhams Mexico campagne in 1956, waaronder ooggetuige verslagen van deze samenkomsten. Het wonder van de oude blinde Mexicaan die zijn gezichtsvermogen terugkreeg en de jonge Mexicaanse moeder wier dode baby werd opgewekt. Boodschap bronnen: 56-0218b, E8; 56-0617, 36-39; 56-0726, 39-41; 570519e, E28-E32; 57-0610, E16-E19; 57-0126e, E30-E32; 59-0424e, E11E16; en vele andere plaatsen. William Branham wordt geïnterviewd door een Katholieke kranten verslaggever in Mexico: Boodschap bronnen: 58-0928e, 31-5 t/m 32-1; 620422, 6-3 t/m 8-2; 62-0624, E50-E52. Hoofdstuk 76: Amerika Staat als Israël bij Kadesh-Barnea William Branham verklaart dat 1956 Amerika‟s jaar van beslissing was. Boodschap bronnen: 56-0115, E59-E60; 56-0212, E12; 56-0304, E12; 56-0408a, 22-1 t/m 22-6; 60-1113, 30-6; 61-0211, E55; 61-0312, E74; 620708, 165. William Branhams prediking is een uittreksel uit „Kruispunten In De Tijd,‟ gepredikt in Jeffersonville, Indiana, op zondag 15 januari 1956. De citaten uit deze prediking zijn geredigeerd. Boodschap bron: 56-0115, E4, E5, E7, E37, E38, E52; niet noodzakelijkerwijs geciteerd in deze volgorde. Citaat dat begint met: “Veel belijdende Christenen hebben het altijd moeilijk…” Boodschap bron: 56-0121, E20-E21. Citaat dat begint met: ‟De Openbaring van Jezus Christus, welke God Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te tonen hetgeen weldra moet geschieden…‟ Boodschap bron: 56-0617, 74-78. Citaat dat begint met: „Dit is een prachtig beeld dat we op vandaag kunnen toepassen…‟ Boodschap bron: 56-0916, E7. Citaat dat begint met: „Dit is geen gemakkelijk onderwerp om over te spreken…‟ Boodschap bron: 56-1125, E5 (geredigeerd). Citaat dat begint met: „Als de Heilige Geest in mij is, dan zou u maar beter met die zaken in orde komen vóór de Oordeelsdag...‟ Boodschap bron: 56-1005, E23, E27 en E29 (geredigeerd). Citaat dat begint met: „Broeder Cox, ik heb me in mijn hart voorgenomen om tegen zonde te prediken…‟ Boodschap bron: 57-0120m, E5. William Branhams conversatie met een Canadese prediker en zijn ervaring terwijl hij naar de kerk rijdt: dat hij een stem hoort zeggen: “Wat gaat dat ú aan? Volgt gij Mij.” Boodschap bron: 57-0120m, E7-E14. William Branham predikt dat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest drie bedieningen zijn van één God. Boodschap bronnen: 57-0309b, E31E32; 57-0821, 18-118; 57-0901e, 141-124; 57-1002, 288-484. Opmerking: Dit zijn enige van zijn uitspraken in 1957. In latere jaren zal over dit onderwerp meer worden gezegd. William Branham heeft een gesprek met Dr. Roy Weed. Boodschap
246
bronnen: 57-0120m, E2; 57-0306, E24-E25; 57-0324, E28. William Branham predikt tegen fanatisme, speciaal tegen de man die zei dat hij het letterlijke bloed van Jezus op zijn handen had. Boodschap bronnen: 57-0306, E19-E34; 57-0407m, E38; 57-0414, E40-E42. Vermeldt 30 oproepen in minder dan twee uur tijd. Boodschap bron: 57-0306, E31. Broeder Branham citerend in zijn prediking „God Houdt Zijn Woord Nr. 1.‟ Boodschap bron: 57-0306, E19-E34 (geredigeerd). Citaat dat begint met: “Als u zegt: „O, halleluja, ik sprak in tongen,‟ dan betekent dat niet meer dan dat u een melodie op een gitaar speelde.” Boodschap bron: 57-0901m, 94-42 t/m 95-44. Hoofdstuk 77: Een Erfenis Verdelend Pinksterkerken ondersteunden in 1957 zijn campagne in Saskatoon, Canada, niet. Boodschap bron: 57-0602, E61. De gebedsrij in Saskatoon, Canada. Boodschap bronnen: 57-0516, E50-E59; 57-0602, E61-E62 (geredigeerd). Omdat Bill dikwijs de verhalen rond de familie Wood met elkaar verbond, zet ik ze hier allemaal bij elkaar: De genezing van Ruby Woods tumor en van David Woods kinderverlamming; het visioen over Lyle Wood en zijn daaropvolgende bekering; het visioen van de vistocht die leidde tot Jim Woods bekering; en ten slotte: de opwekking van een visje dat door Lyle Wood was gedood. Boodschap bronnen: 57-0623, E44-E63; 57-1215, E17-E25; 58-0202, E3E6; 59-1115, E21-E24; 59-1123, E18-E29; 61-0415b, E16-E22; 62-0624, E10-E17; 65-1127e, 11-22. Uittreksels uit de gebedsrij in Edmonton, Canada, in 1957, de zwarte golf die William Branham ziet boven het gehoor, en zijn dringende oproep aan de mensen. Boodschap bron: 57-0806, E48-E52 en E58-E60 (geredigeerd). William Branham schrijft in de kantlijn van zijn Scofield Reference Bijbel tijdens de Edmonton campagne. Boodschap bron: 60-0911m, 7. Andere bronnen: een foto van deze twee bladzijden van zijn Scofield Studie Bijbel zijn opgenomen in het boek „Footprints on the Sands of Time‟ („Voetstappen in het Zand van de Tijd‟), een autobiografie van William Branham. William Branhams pogingen om met vakantie te gaan in de herfst van 1957 werden eerst verhinderd door de griep, toen door de dood van zijn broer Howard. Boodschap bron: 57-1211, E4-E5. Campagne in Lakeport, Californië: foto van de engel, tongen van vuur en lelies, terwijl William Branham predikt. Boodschap bronnen: 58-1130, E61-E62; 61-0101, 162-164. Andere bronnen: Afdrukken van beide foto‟s. William Branham neemt elke geest onder zijn controle. Boodschap bronnen: 54-0900, E31; 55-0221, E71; 55-0604, E65; 55-0607, E81; 560415, E70; 56-1206, E101; 64-0207, 135; en ander plaatsen. Ik gebruik dit
247
hier om de reden te laten zien waarom de eerste foto normaal lijkt en de tweede foto bovennatuurlijke manifestaties laat zien. Er gebeurde iets bovennatuurlijks en heel reëels tussen de prediking en het gebedsgedeelte van de dienst. Dat gebeurde altijd. De genezing van de blinde Amerikaanse Indiaanse vrouw en de Lutherse vrouw met een bloedend gezwel: Boodschap bron: 57-1212, E55-E59. William Branham bezoekt Fred Bosworth vóórdat Fred sterft. Boodschap bronnen: 58-0125, E7-E8; 59-0510, E18-E19; 60-0518, 220-227. Hoofdstuk 78: Teleurgesteld in Waterloo Details over Gene Normans aandeel in de samenkomsten in Waterloo, Iowa, komen uit zijn persoonlijk getuigenis in het tijdschrift „Only Believe‟ (Geloven Alleen), Deel 5, No. 1 blz. 11. Citaat van William Branhams gebed in Waterloo, Iowa (geredigeerd) en de erna volgende manifestatie van de Heilige Geest die door het gebouw ruist als een windvlaag. Boodschap bron: 58-0128, blzn. 24-27. Tijdens zijn laatste prediking in Waterloo spreekt William Branham over Lukas 17: 30, het in verband brengend met dat God Abraham bezocht en het geheim openbaarde dat in Sara‟s hart was. William Branham suggereert een parallel tussen deze Schriftgedeelten en zijn eigen bediening. Boodschap bron: 58-0202, E10-E37 (geredigeerd). Opmerking: Hij verwijst op dezelfde band bij E37 naar de plaatselijke basketbalwedstrijd. William Branham ziet een visioen van een paaltje dat voor zijn huis in de grond wordt geslagen, wat voor hem het teken zal zijn om naar het westen te verhuizen. Boodschap bronnen: 62-1230e, 13-2 t/m 13-9 en 21-4 t/m 22-1; 65-0219, 22-6; 65-0725e, 120-125. Andere bronnen: „The Acts of the Prophet‟ („De Handelingen van de Profeet‟) door Pearry Green, blzn. 128-129 Hoofdstuk 79: Uitleg over de Kennis van Goed en Kwaad Ik heb slechts een korte samenvatting gegeven van zijn predikingen: „Waarom Wij Geen Denominatie zijn?‟ (58-0927) en „Het Zaad van de Slang‟ (58-0928e) Het citaat dat begint met: “Wie deed het? Hij deed het! Vóór de grondlegging van de wereld begenadigde Hij mij tot lof van de heerlijkheid Zijner genade,” komt uit Boodschap bron: 58-0928m, 158-160 (geredigeerd). Het citaat dat begint met: „U predikers en broeders, neem alstublieft geen aanstoot aan de manier waarop ik dit er zo hard als ik kan insla,‟ vindt u onder Boodschap bron 58-0928e, 42-3 t/m 43-1. William Branham predikt tot miljonairs op de conventie van de Volle Evangelie Zakenlieden (FGBMF) in Tulsa, Oklahoma. Boodschap bron: 58-1130, E53-E64. William Branham hoort een engelenkoor en legt een onbekende tong uit. Bron: 58-1130, E42-E47. In verband hiermee: 62-1123, E110. Het wonder van Ricky Duponsta: Boodschap bronnen: 58-1130, E65E74; 58-1221m, 10-33; 59-0406, E22- E32; 59-0409, E2-E3. Opmerking: in 59-0406, E31, spelt William Branham Ricky‟s achternaam
248
letter voor letter: D-u-p-o-n-s-t-a. Het Boodschap Software Pakket schrijft zijn naam over ( in 59-0409, E2) als DePompa. Dit is hoe William Branham het in werkelijkheid uitsprak, waarschijnlijk omdat „Duponsta‟ in het Engels moeilijk is uit te spreken. (Probeer het …) Het laatste citaat in dit hoofdstuk, dat begint met: „Ik heb de tienden van de man nu…‟ ( Boodschap bron: 58-1130, E73-E74.) Opmerking: Wanneer ik iets redigeer dat William Branham heeft gezegd, dan maak ik de zinsopbouw compact, laat overbodige woorden weg, en wijzig soms de zinsopbouw van een uitspraak om de begrijpbaarheid voor de lezer te vergroten, er altijd om denkend dat de betekenis niet verandert. In dit bepaalde citaat hier, heb ik de betekenis veranderd, dus wil ik dat u dit weet. William Branham zei in werkelijkheid: “Het is die grote satelliet die de Morgensterren weerkaatst met genezing in Zijn vleugels.” Ik schreef het op als: “De Gemeente (zoals die grote satelliet, de maan) weerkaatst het licht van de Morgen Ster als ze boven de horizon komt, „met genezing in Zijn vleugels‟.” In de context gezien, denk ik dat dit is wat hij bedoelt. Maar als u naar de band luistert, klinkt het alsof hij zegt: „Morgensterren,‟ (meervoud) in welk geval hij zou mogen verwijzen naar de Bruid van Christus die hoort van hun theophanieën. Ik betwijfel of dit het geval is, omdat het niet past in de samenhang. Als u hier nieuwsgierig naar bent, zou u naar de band moeten luisteren en uw eigen conclusie trekken. Hoofdstuk 80: “Er Zij Leven!” Een vrouw met een bruin mantelpakje aan, duidt op een verandering in William Branhams bediening. Boodschap bronnen: 57-0309e, E52; 59-0406, E12-E19; 63-0714e, 23-27. William Branham ziet een visioen dat verklaart waarom een jonge moeder stierf. Boodschap bron: 63-0724, 135-152. Merk op, dat William Branham deze mensen naamloos laat. Ik heb ze een naam gegeven omdat dat gemakkelijker schrijft en voor het gemakkelijker lezen en begrijpen. Deze verwijzingen behandelen William Branhams belastingzaak in het algemeen, en twee ervan verwijzen speciaal naar William Branhams onderhoud met de juristen van de Belastingdienst en de details verbonden aan dat interview. Boodschap bronnen: 58-0720m, E9-E10; 58-0928m, 66-74; 590609, E44; 59-0706, E33-E35; 59-0712, 59-73; 59-0810, E4-E9; 60-0304, E48. 60-1211m, 75-83; 61-0112, 596-541; 62-1124e, E12-E19; 62-1223, 24; 62-1230m, 2-6; 62-1230e, 16-2; 63-0114, E8-E10; 63-0126, E93; 630728, 6-1 t/m 6-3; 63-1128m, 35-37. Andere bronnen: Tijdschrift „Only Believe‟, Deel 3, Nr. 1 & Deel 3 Nr. 2. Deze drie geschiedenissen - de drie rode eekhoorns geschapen in Indiana, de vier grijze eekhoorns geschapen in Kentucky, en Hattie Mosier die het juiste woord sprak - handelen alle over hetzelfde thema, dus vertelde William Branham ze dikwijls bij elkaar. Boodschap bronnen: 59-1115, E29-E66 en E75-E79; 59-1123, E33-E59; 651127e, 127-166; 64-0500, E65-E82. Andere bronnen: Hattie Wright Mosiers getuigenis in het tijdschrift „Only Believe‟, Deel 2, Nr. 2; en Charlie Coxs
249
getuigenis in het tijdschrift „Only Believe‟ Deel 1, Nr. 2. Het citaat dat begint met: „Nu wil ik iets zeggen tot mijn kleine gemeente hier…‟, komt uit William Branhams prediking „Nieuwe Bediening‟, gepredikt in Jeffersonville, Indiana, op 11 november 1959. Boodschap bron: 59-1111, E73 (geredigeerd). Hoofdstuk 81: Voorbij de Voorhang van de Tijd William Branham bidt voor de knie van Oral Roberts en bezichtigt dan diens kantoorgebouw. Boodschap bronnen: 60-0417s, 31-33; 60-0611b, E10-E12; 60-0804, E68-E70; 61-0411, E6-E10; 62-0701, E8-E15; 620719b, E23-E26; 62-0725, E58-E62. William Branham ziet een visioen van een stadskazerne die explodeert, ziet een visioen van Jezus, en wordt dan genezen van strottenhoofd ontsteking en koorts. Boodschap bron: 60-0417m, 138-160. William Branham wordt meegenomen voorbij het gordijn van de tijd. Boodschap bronnen: 60-0402, 19-2 t/m 24-2; 60-0611b, E87-E108; 60-0803, E27-E40; 61-0305, E17-E25; 63-0115, E8-E16; 63-0322, 376-5 {347} tot 384-5 {429}; 65-1128m, 21-36; 65-1205, 117-129. Opmerking: Betreffende de uitleg die William Branham kreeg voorbij het gordijn van de tijd: De stem zei: “Dit is de plaats die de Schrift „zielen onder het altaar‟ noemde,” verwijzend, natuurlijk, naar Openbaring 6:9. Merk op dat de stem niet zei dat het dezelfde groep mensen was, waar naar wordt verwezen in Openbaring 6:9. Er werd gezegd dat dit dezelfde plaats was. Met andere woorden, het is dezelfde dimensie. In zijn prediking „Countdown‟ („De Aftelling‟), gepredikt op 25 november 1962, leerde William Branham dat er zeven dimensies zijn. Hij noemde de vier dimensies die de wetenschap heeft geïdentificeerd: lengte, breedte, hoogte en tijd. De vijfde dimensie noemde hij de Sferen van de Verlorenen, waar Satan en zijn demonen wonen, zoals ook die mensen die sterven zonder Jezus Christus te kennen, wachtend op de Dag des Oordeels. De zesde dimensie is het Paradijs, de Sferen van de Gezegenden, waar diegenen zijn die in Christus sterven: levend in hun theofanieën (geestelijke lichamen), geen eten, drinken of slaap nodig hebbend. Zij wachten op de tweede komst van Christus, op welke tijd ze nieuwe lichamen zullen krijgen – verheerlijkte lichamen – en terugkeren om de aarde te bewonen na de Grote Verdrukking. De zevende dimensie is de woonplaats van God Zelf. William Branham noemt dit ook op 22 maart 1963, toen hij predikte over „Het Vijfde Zegel‟. Boodschap bronnen: 62-0908, 19-22; 62-1125e, E19-E21; 63-0322, 389. Het citaat wat begint met: „Stelt u zich voor dat er ergens in de ruimte een blok volmaakte liefde is van honderd biljoen vierkante mijl,‟ komt uit William Branhams prediking „De Verworpen Koning‟, gepredikt in Jeffersonville, Indiana, op 15 mei 1960. Boodschap bron: 60-0515m, 23-6 t/m 24-2 (geredigeerd).
***
250
BIBLIOGRAFIE - Engelse literatuur -
*
Acts of the prophet (DE HANDELINGEN VAN DE PROFEET), door Pearry Green, 1969. Hoogtepunten uit William Branhams leven, alsmede Pearry Greens persoonlijke ervaringen met William Branham. - 207 blz. Verkrijgbaar bij: Tucson Tabernacle, 2555 North Stone Avenue, Tucson, Arizona 85705, USA. ( www.tucsontabernacle.org/wmb/biographies)
* All things are possible: The Healing and Charismatic Revivals in Modern America (ALLE DINGEN ZIJN MOGELIJK: DE GENEZINGS- EN CHARISMATISCHE OPWEKKINGEN IN MODERN AMERIKA)
door David Harrell Jr., 1975. Toont hoe W.M. Branhams bediening de explosie van andere genezings- en opwekkings-bedieningen begon in de 50-er jaren. 304 blz. Verkrijgbaar bij: Indiana University Press, 601 North Morton Street, Bloomington, Indiana 47404, USA. *
Het tijdschrift ‘Only believe’ (GELOVEN ALLEEN)
Dit Amerikaanse tijdschrift geeft artikelen uit over William Branhams leven en dienst. Uitgave: Believers International. (www.onlybelieve.com/onlybelieve.htm)
251
(Bibliografie – vervolg)
*
William Branham, A Man Sent From God (WILLIAM BRANHAM, EEN MAN VAN GOD GEZONDEN),
door Gordon Lindsay (met medewerking van William Branham), Uitgave: 1950. Omvat William Branhams leven tot 1950, met hoofdstukken verzorgd door Jack Moore, Gordon Lindsay en F.F. Bosworth. - 216 blz. Verkrijgbaar bij: The William Branham Evangelistic Association, P.O. Box 325, Jeffersonville, Indiana 47131, USA, (Of via: www.branham.org/wbea)
*
William Branham, A Prophet Visits South Africa, (WILLIAM BRANHAM, EEN PROFEET, BEZOEKT ZUID-AFRIKA)
door Julius Stadsklev, 1952. Een gedetailleerd verslag van William Branhams reis naar Zuid-Afrika in 1951. - 195 blz. Verkrijgbaar bij: The William Branham Evangelistic Association, P.O. Box 325, Jeffersonville, Indiana 47131, USA. Nederlandse uitgave: VRIJE ZENDINGSHULP. (Zie blz. 255)
***
252
ENGELSE PREDIKINGEN van William Branham
Onder meer verkrijgbaar bij:
* VOICE OF GOD RECORDINGS, INC., P.O. Box 950, Jeffersonville, Indiana 47131, USA. In Nederland: European Office, Postbus 78, 9520 AB Nieuw Buinen. Alle predikingen op CD, MP3, DVD. Veel gedrukte predikingen, alsmede een index van alle toespraken. Ook te lezen, te beluisteren en te downloaden via het internet. In de „Message Software Package‟ alle (1100+) predikingen op computer disks. Website: www.branham.org
* BIBLE BELIEVERS (Cloverdale Bible Way)
18603-60th Avenue, Surrey, BC V3S-7P4, CANADA. Te beluisteren, te downloaden en eventueel zelf eenvoudig uit te printen. Website: www.bibleway.org - tabblad: MESSAGE HUB, of rechtstreeks: www.messagehub.info
* THE WORD PUBLICATIONS, P.O. Box 10008, Glendale, Arizona 85318, U.S.A. Geven index uit met Engelse predikingen die kunnen worden gelezen, geluisterd of gedownload. Website: www.thefreeword.com
***
253
254
NEDERLANDSE UITGAVEN In het Nederlands vertaalde toespraken van William Branham worden onder meer uitgegeven door: * GESPROKEN WOORD UITGAVEN (GWU) Postbus 1152, 7801 BD Emmen, Nederland Vele simultaan ingesproken Nederlandse vertalingen (op o.a. MP3 CD‟s) waarin over het algemeen steeds gedeelten waar de stem van William Branham op de voorgrond is. - Ook te downloaden of te beluisteren op het internet. - Enkele informatieve brochures. Website: www.gesprokenwoorduitgaven.nl *
VRIJE ZENDINGSHULP Postbus 51121, 3007 GC Rotterdam, Nederland Veel predikingen in boekvorm; ook op internet. - Diverse digitale mogelijkheden. Zie voor verdere info de website: www.vrijezending.nl
*
MESSAGE HUB Veel simultaan ingesproken Nederlandse vertalingen, met meestal afwisselend Engels of Nederlands op de voorgrond. Ook: in boekvorm, te downloaden, te beluisteren, of zelf af te drukken via het internet. Website: www.bibleway.org – tabblad: Message Hub. (of rechtstreeks via: www.messagehub.info )
*
VOICE OF GOD RECORDINGS - European Office, Postbus 78, 9520 AB Nieuw-Buinen, Nederland. Enige uitgaven in het Nederlands, zoals b.v. „Een Uiteenzetting van de Zeven Gemeente-tijdperken‟. Website: www.branham.org
*
INFORMATIE-SITE Op www.deboodschap.org staat beknopt veel feitenmateriaal over William Branham.
255
256
MEER DAN 50
ANDERE TALEN
Uitgegeven onder meer door: * VOICE OF GOD RECORDINGS Talrijke uitgaven in vele talen; onder andere als boek, brochure, MP-3 enz. Zie de website: www.branham.org
* BIBLE BELIEVERS – CLOVERDALE BIBLEWAY Predikingen in meer dan 50 talen te lezen, te beluisteren of te downloaden en in diverse papierformaten zelf af te drukken, via: www.bibleway.org – tabblad: Message Hub. (of rechtstreeks via: www.messagehub.info ) .
***
257
258
ALFABETISCHE INDEX BOEK 5 - Ez. 45: 23 (7 Stieren enz.) ........... 49 - Fil. 1: 21 (Leven is Christus) ..... 115 - Fil. 3: 21(Verheerlijkt lichaam) . 198 - Gal. 2: 20 (Christus in mij) ........ 115 - Gal. 5: 22 (Vruchten van de Geest) .................................................. 32 - Gal. 5: 22-23 (De vrucht) .......... 148 - Gal. 6: 15-16 (Een nieuwe schepping zijn telt) ................. 116 - Genesis 18: 1-15 (Engel bezoekt Abraham) ................................ 183 - Genesis 22 (Een ram voor Abraham) ................................ 221 - Genesis 25:8 (Naar voorgeslacht) ................................................ 236 - Genesis 3 1-7 (Het listigste dier) ............. 189 - Genesis 3: 14 (Op uw buik) ....... 190 - Genesis 3: 15 (Uw zaad) ............ 191 - Genesis 3: 16 (Zwangerschap)... 190 - Genesis 3: 9 (Waar zijt gij?) ...... 133 - Genesis 30-50 (De Aartsvaders en Jozef) ........................................ 43 - Genesis 4: 2-8 (Twee offers) ....... 49 - Hand. 12: 5-11 (Petrus bevrijd) . 165 - Hand. 2: 38 ................................. 71 - Hand. 2: 2 (Windvlaag) ............. 180 - Hand. 2: 36 Gij hebt Jezus gekruisigd .......... 43 - Hand. 3: 19-21 (Bekering) ........... 40 - Hand. 7: 22-25 (Mozes niet begrepen) .................................. 31 - Hand. 8: 36 Doop kamerling ..... 156 - Hand. 9 3-5 (Ik ben Jezus...) ................ 165 - Hand. 9: 3-5 (Stem tot Saulus) .. 165 - Hebr. 10: 19-22 (Ingaan door de nieuwe weg) ........................... 117 - Hebr. 11: 6 (Zonder geloof...).................... 232 - Hebr. 12: 2 (Jezus, de voleinder) 43 - Hebr. 5: 9-14 (Richten op het
SCHRIFTPLAATSEN - 1 Cor. 11: 1-15 (De vrouw in de gemeente) ................................. 73 - 1 Cor. 12: 13 (Één lichaam) ...... 129 - 1 Cor. 15: 20-22 (De 1e en de 2e Adam) ...................................... 26 - 1 Cor. 9:16 (Wee mij als ik...) ... 102 - 1 Cor.13: 1-2 (Al ware het...) .... 147 - 1 Joh. 4: 1-3 (Geest beproeven) 225 - 1 Kron. 15: 26 (7 Stieren enz.) .... 49 - 1 Kronieken 17: 1-12 (Nathan bij David) ...................................... 45 - 1 Samuël 15 (Saul) ..................... 99 - 1 Tim. 2: 14 Adam verleid? .......................... 26 - 1 Tim. 2: 9-15 (Plichten van mannen en vrouwen) ................ 73 - 2 Cor. 11: 13-15 (Als engel des Lichts) .................................... 147 - 2 Cor. 3: 6 (De letter doodt) .. 49, 50 - 2 Cor. 5: 1 (Eeuwig huis) .......... 238 - 2 Cor. 5: 17 (Nieuwe schepping)116 - 2 Kon. 2: 12 (Mijn vader,...) ..... 174 - 2 Kron. 29: 21 (7 Stieren enz.) .... 49 - 2 Petrus 1: 16-18 (Deze is Mijn Zoon...)................................... 160 - 2 Petrus 1: 19 (De Morgenster) . 198 - 2 Tim. 4 (Verkondig het Woord)142 - Col.2: 9 (Godheid lichamelijk) . 144 - Dan. 5: 25-27 (Mene tekel...) .... 139 - Deut. 22:5 (Mannen- en vrouwenkleding) ...................... 73 - Deut.15: 12-17 (Slaven vrij) ..... 137 - Efeze 1: 4-6 (Voorbestemd) ...... 188 - Exodus 13: 21(Vuurkolom) ...... 165 - Exodus 2: 11-15 (Mozes niet begrepen) ................................. 31 - Exodus 21: 2-6 (Het oor doorboren).............................. 137 - Exodus 33: 22 (Zijn heerlijkheid gaat voorbij) ........................... 207
259
INDEX
BOEK 5
volkomene) .................................... 14 - Hebr. 8: 5 (Voorbeeld op berg) .. 117 - Hebr. 9:7-14 /25-26 (Het Ware offer) ....................................... 115 - Jesaja 6 9-10 (Oren en niet horen).......... 89 - Job 42: 7-8 (7 Stieren enz.) .......... 49 - Joël 1:4 (De knager, de sprinkhaan ,enz.) ......................................... 48 - Joël 2: 25 (Ik zal vergoeden…).... 48 - Joh. 1: 43-51 (Nathanaël) .......... 122 - Joh. 1: 29-36 (Lam Gods) .......... 138 - Joh. 10: 10 (Leven en overvloed) ................................................ 193 - Joh. 10: 11-14 (Goede Herder) .. 138 - Joh. 15: 1-6 (De Wijnstok) .......... 48 - Joh. 20: 1-23 (Opstanding) .......... 94 - Joh. 3: 1-8 (Gij moet wederom geboren worden) ....................... 50 - Joh. 4: 1-26 (De Samaritaanse vrouw).......... 58 - Joh. 4: 5-39 (Vrouw bij de bron)121 - Joh. 5: 1-19 (Bethesda) ................ 63 - Joh. 5: 1-19 (Zoon kan niets doen, tenzij...) ..................................... 58 - Joh. 5: 24 (Wie...gelooft...) ........ 147 - Joh. 6: 28-69 (Wilt gij ook niet weggaan?) ............................... 104 - Joh. 6: 47 – 71 (Ook weggaan?) .. 10 - Joh. 8: 30-36 (Slaaf of zoon) ....... 40 - Joh. 8: 32 (De vrijmakende Waarheid) ............................... 168 - Joh.1: 40-42 (Andreas vond Simon) ................................................ 165 - Joh.10: 10 (Baby blijven) ............ 13 - Joh.10: 27 (Mijn schapen...) ...... 146 - Joh.10: 37-38 (Geloof dan de werken) ................................... 144 - Joh.10: 5 (Stem van vreemde) ... 146 - Joh.14: 15-19 (De Trooster)......... 40
- Lev. 25: 8-13 (7 Sabbatten) ....... 136 - Lev.16 (Grote verzoendag) ....... 115 - Lukas 24: 1-49 (Opstanding)...... 94 - Lukas 12: 6-7 (Vijf mussen) ....... 77 - Lukas 17: 26-30 (Als in de dagen van Noach) ............................. 182 - Lukas 17: 30 (Wordt een hoofdthema) ........................... 184 - Lukas 18: 18-30 (Rijke jongeling) ............................................... 231 - Lukas 21: 1-4 (Penningske van de weduwe .................................. 197 - Lukas 22: 63-65 (Soldaat voelde niets..)....................................... 58 - Lukas 5: 1-11 (Wonderbare visvangst) ............................... 193 - Lukas 7: 23 (Zalig wie aan Mij geen aanstoot neemt) ................................. 10 - Lukas 8: 22-25 (Storm op meer) . 94 - Mal. 4 2 (Zon der Gerechtigheid) ...... 198 - Marcus 16 15-18 (Duivelen uitwerpen zieken genezen)................... 49 - Markus 10: 13-16 (Kinderen worden gezegend) .................... 71 - Markus 10: 17-30 (Rijke jongeling) ............................................... 231 - Markus 10: 46-52 (Bartimeüs) .... 83 - Markus 11: 12-23 (Spreek tot deze berg) ....................................... 163 - Markus 11: 22-24 (Geloof en het geschiedt ................................ 170 - Markus 11: 23 (Berg in zee werpen) ............................................... 209 - Markus 12: 41-44 (Penning van arme weduwe) ........................ 197 - Markus 15: 34 (Was Jezus populair?) ................................. 10 - Markus 16: 1-14 (Opstanding) .... 94 - Markus 3: 22-30 (Satan verdeeld tegen Satan) .............................. 89 - Markus 4: 36-41(Storm op meer) 94 - Matt. 9: 20-22 (Vrouw raakt Zijn
- Joh.14: 20 (Ik in u) .................... 116 - Joh.16: 28 (Van de Vader uitgegaan) ............................... 165 - Jozua 1: 5-6, 9 (Wees sterk)....... 167
260
INDEX
BOEK 5
kleed aan) ................................ 63 - Matth. 10: 29-31 (Twee mussen) 77 - Matth. 12: 48 (Meer dan Salomo is hier) ........................................ 187 - Matth. 13 11-17 (Ogen en niet zien)......... 89 - Matth. 21: 42 (De afgekeurde bouwsteen) ................................. 7 - Matth. 24: 24 (uitverkorenen misleid?) .................................. 32 - Matth. 24: 24 (Zó dicht erbij...) ... 48 - Matth. 26: 15 (Judas) .................. 43 - Matth. 27: 4 (Judas' verraad) ....... 10 - Matth. 28: 1-15 (Opstanding)...... 94 - Matth. 28: 20 (Ik zal met u zijn) . 22 - Matth. 6: 3 Linker- & rechterhand ............................................... 204 - Matth. 6: 5-6 (Bidt in de binnenkamer) ......................... 109 - Matth. 6; 6 (Binnenkamer) ........ 115 - Matth. 7: 13-20 (Kennen aan de vruchten) .................................. 32 - Matth. 7: 15-23 (Ware wijnstok) . 48 - Matth. 7: 16-23 (Ik heb u nooit gekend) .................................. 148 - Matth. 7: 21-23 (In Uw Naam vele krachten gedaan!) ..................... 32 - Matth. 7: 21-23 (Niet ieder die zegt Here, Here)............................. 147 - Matth. 8: 23-27 (Storm op meer) 94 - Matth.11: 28 (Ik zal rust geven) 133 - Matth.11: 6 (Zalig wie…geen aanstoot neemt) ........................ 10 - Matth.19: 16-30 (De Rijke Jongeling) .............................. 231 - Numeri 21: 4-9 (De koperen slang) ................................................. 22 - Numeri 22-24 (Bileam) ............... 99 - Numeri 23: 1- 29 (Bileams offers) ................................................. 49 - Openb. 13: 8; 17: 8 (Boek des Levens des Lams) .................. 134 - Openb. 17 (De grote hoer) ........ 187 - Openb. 3: 14-21 (Laodicea) ........ 33 - Openb.6: 9 (Zielen onder altaar) 237
- Psalm 27: 4-5 (Verblijven in de tempel) .................................... 115 - Psalm 91: 1 (Schuilplaats) ......... 115 - Richt. 16 (Simson) ....................... 99 - Rom. 10: 17 (Geloof uit gehoor) 137
1 10 openbaringen. over familie Wood ................................................ 150 10.000 op voetbalveld .................. 121 100 gebedskaarten ......................... 52 100.000 tal sopranen .................... 194 1000 jarig Rijk ............................. 132 12 verspieders .............................. 134 12000 in Zürich.............................. 59 13 keer in 11 dagen ........................ 14 15 mannen in een rij...................... 83 15.000 $ afbetalen ........................ 100 15.000 $ schuld .............................. 98 16 eekhoorns ................................ 214 180 bussen uit Duitsland ................ 61 1909 (Licht in blokhut) .................. 15 1914 Jehova‟s Getuigen over Christus' terugkomst ............... 155 1933 Visioen bomen planten ....... 142 1946 (Engel verschijnt) .......... 14, 181 1946 (Verandering door de komst van de engel) ............................ 13 1956 (Keerpunt jaar) .................... 131 1e Wonder in Karlsruhe ................. 84
2 2 koren die zingen – 1 hogerop .... 194 2 offers (Kaïn en Abel) .................. 48 2 soorten Christenen ...................... 95 2 tekenen zoals Mozes ................... 15 25.000 (Mexico) .......................... 123
3 3 doden opgewekt gezien ............... 57 3 gevaren voor prediker ................. 99
261
INDEX
BOEK 5
A
3 jaar oud en hoort de stem van de engel ......................................... 15 3 lessen ........................................ 183 3 onderwerpen................................ 13 3 stadia van redding ..................... 113 355.000 $ (Inkomsten-belasting) . 203 3e trek (Dit is de -) ....................... 108
Aanstoot aan onderwijzing .............. 9 Aanwezigheid tot Hij in persoon komt. ...................................... 198 Abraham ontmoet Elohim ........... 183 Adam werd niet verleid ................. 26 Adam zondigde niet? (Misverstand uit de weg) ................................ 26 Adam, waar zijt gij? .................... 133
4
AFBEELDINGEN Afb. 01 Rev. Matteson Boze .... 14 Afb. 02 De blokhut .................. 15 Afb. 03 Jack Moore en Young Brown ................................. 18 Afb. 04 Gordon Lindsay.......... 19 Afb. 05 Apachen reservaat (1) 23 Afb. 06 Apachen reservaat (2) 23 Afb. 07 Minor Arganbright ..... 29 Afb. 08 Billy Graham .............. 39 Afb. 09 William Branham en Miner Arganbright .............. 46 Afb. 10 Willard Collins (1) ..... 50 Afb. 11 Willard Collins (2) ..... 53 Afb. 12 G. Gardner.................. 55 Afb. 13 Huldreich Zwingli ...... 57 Afb. 14 Hallenstadion Zürich .. 59 Afb. 15 Parkstrook langs Zürichsee............................. 61 Afb. 16 Charlie en Nellie Cox . 65 Afb. 17 W.M. Branham in werkkamer .......................... 66 Afb. 18 Orman Neville ............ 70 Afb. 19 Banks Wood ............... 72 Afb. 20 Een opossum .............. 73 Afb. 21 Dr. A. Gugggenbühl ... 79 Afb. 22 Tent in Karlsruhe ....... 80 Afb. 23 Predikend in tent ........ 81 Afb. 24 Guggenbühl, Bosworth en Branham ......................... 82 Afb. 25 Podium tent Karlsruhe. 84 Afb. 26 Het blinde meisje (1) .. 85 Afb. 27 Het blinde meisje (2) .. 86 Afb. 28-31 Foto-serie Lausanne93 Afb. 32 Maarten Luther ........... 97
40 jaar in de woestijn ................... 134 400 steden vragen aan .................... 65
5 5 dagen FIOD-verhoor ................. 206 5 of 50 voorbeden?......................... 19 5 van de 114 gemist ..................... 216 50 (Wachtenden bij de voordeur) . 228 500 ................................................. 26 500 $ voor kerkbouw ................... 174 500 getuigen van windvlaag ........ 180 500 slechts, maar nooit zo vrij ....... 26 500.000 vonden Jezus .................... 13
7 7 (Toen ik - jaar was) ................... 188 7 heuvels ...................................... 187 7 jaren evangelisatie ....................... 13 7 namen van Jehova ....................... 14 7 stieren, 7 rammen enz. ................ 49 7 vlammen (Kandelaar) ................ 114 77 bussen Karlsruhe ....................... 81
8 8.000 in tent Karlsruhe ................... 80
9 90 jaar en weer jong ..................... 236
262
INDEX
BOEK 5
Afb. 33 John Wesley ............... 97 Afb. 34 Tabernakel (1950) .... 102 Afb. 35 Regenboogforel ........ 105 Afb. 36 Tabernakel in de woestijn............................. 113 Afb. 37 Voetbalveld Mexico .. 121 Afb. 38 William Branham en Demos Shakarian .............. 136 Afb. 39 Asuzastreet Mission . 137 Afb. 40 Madison Square Gardens Phoenix ............................. 146 Afb. 41 Sam Houston Coliseum .......................................... 149 Afb. 42 Vuurkolom in Houston .......................................... 150 Afb. 43 Bluegill en Sunfish ... 162 Afb. 44 Vijgenboom ............. 163 Afb. 45 Beschreven Bijbelblad .......................................... 168 Afb. 46 Bill bij pakpaarden ... 169 Afb. 47 Regenboogforel ........ 170 Afb. 48 Foto Lakeport (1) ...... 171 Afb. 49 Foto Lakeport (2) ..... 172 Afb. 50 Tijdschrift The Voice of Healing ............................. 177 Afb. 51 Fred Sothman ........... 178 Afb. 52 Bill en Gene Norman 178 Afb. 53 Hippodrome Waterloo180 Afb. 54 Roy Roberson .......... 203 Afb. 55 Een rode eekhoorn ... 211 Afb. 56 Jachtgebied bij Appalachen ....................... 213 Afb. 57 Bij Elkhorn City ....... 213 Afb. 58 Een grijze eekhoorn . 214 Afb. 59 Edith Wright ............ 220 Afb. 60 George en Murle Wright .......................................... 221 Afb. 61 Hattie Wright ........... 222 Afb. 62 Doop van Hetties zonen .......................................... 224 Afb. 63 Oral Roberts ............. 226 Afb. 64 Met Tommy Osborn . 227 Afb. 65 Hofmanns 'Head of Christ'................................ 231
Afscheiding de duivel brengt - ...................... 34 Afsluitbomen (Lied) .................... 139 Algemene mening of Waarheid?.... 10 Amberkleurige vuurbal .................. 16 Amerika in Kades Barnea tijd ...... 134 ANTICHRISTELIJKE GEEST - zal religieus zijn ..................... 32 Appel of overspel? ....................... 190 Arellano (Mevr. Enriqueta - ) ...... 122 Arganbright (Logeren bij fam. -) . 194 Arganbright (M. -) Tent VEZA...... 95 Arganbright (Minor - ) ................. 118 Ark des Verbonds of Genadetroon ................................................ 113 Arts (Wonder bevestigd door - ) .... 24 Atmosfeer van liefde .................... 124 Autoriteit. Wat doen met - ? ........ 196 Avondmaalswijn uit tuin familie Wright..................................... 219 AZUSA STREET - jubileum Los Angeles.......... 136 Nu als hen? Zelfde resultaat ... 137 Ootmoed - uren bidden ........... 137 Toorts van - doorgeven ........... 146
B Babylon - Amerika ...................... 138 Babyschoentje inrijgen ................ 104 Bandopnamen van diensten ........... 52 Baptisten prediker waarschuwt voor gevolgen (1947) ........................ 30 BEDIENING - Sekte? Is vooroordeel ............. 33 - zal dán veranderen (Vrouw in bruin mantelpak) ............... 199 Drie gevaren voor -................... 99 Genezingsgave \ Derde trek .... 168 Het zelfde principe in zijn NIEUWE -......................... 232
263
INDEX
BOEK 5
Is dit de verandering van mijn - ? ........................................... 211 Lijdt onder kerkconflicten ........ 29 Lijdt onder TV en Film ............. 29 Meer gaan leren na visioen ....... 21 Nieuw opgekomen – en echt ... 101 Nieuwe - start in Mexico? ....... 119 Onderscheid haar Geest .......... 225 Stoppen van - overwegend ...... 102 Terugval - in Californië ............ 30 Vaak gebouwd op sensaties .... 147 Volgende stap in - ................... 182 Bekering (Wat betekent - ?) ........... 40
Blind Indianen prinsesje ................ 24 Blind meisje zoekt Bill .................. 85 Blinde met rozenkrans ................. 124 Bloed op de troon (Visioen) .......... 24 Bloed tussen baby en demon ....... 196 Boeken (Bronvermelding van andere - ) ............................................ 251 BRANHAM (Billy Paul) - mee naar Europa ................... 55 BRANHAM (Howard - ) Overlijdensbericht afgeworpen uit Piper Cub .......................... 170 BRANHAM (Jozef -) (2 jaar) knijpt poesje............... 159 BRANHAM (Rebekka) Vindt 'stervende' poes............. 159 BRANHAM (William M. - ) 'Ik ben geen heilig man,...' ...... 160 Branham Campagnes Kantoor ..... 177
BELASTINGDIENST - wil juist nu zaken bekijken ... 101 - zoekt al vier jaar in zijn boekhouding ...................... 203 $355.000,- Inkomsten belasting verschuldigd? .................... 203 Cheque mag niet 'gericht aan William Branham' ............. 203 Dialoog met de - ..................... 203 FIOD verandert van tactiek..... 203 Ongevraagde gift niet belastbaar...? ...................... 205 Waarom $3.000 voor dak, huur, enz.? ..................................... 204 Belijdenis (Gehoor spreekt algemene - uit) ........................................ 179
Brown (Young - ) Phoenix ............ 18 Brown (Young - . Mee naar Mexico City) ....................................... 119 Brumbach (Hope -. Stierf aan TB) ............................................... 236 Bulldozermachinist (Weerstaat agressieve – in visioen) .......... 185
C CAMPAGNES .............................. 14 - in rugbystadion Macon .......... 47 1950 Houston (Met de familie Wood) ............................... 149 1950-07 Minneapolis ............. 177 1950-07 Minneapolis (Tent)..... 42 1950-08 Cleveland ................. 177 1950-08 Cleveland (Met de familie Wood) ................... 150 1954-08 Los Angeles - Calvary Tempel ................................ 29 1955-01 - Chicago .................... 14 1955-02/03 Phoenix, 12 avonden in de Shriner Tempel ........... 18
BIJBEL "Ik zal bij Zijn - blijven..." ...... 188 Alles moet bij Christen kloppen met de Bijbel ..................... 145 Ga terug, je - zal openliggen ..... 44 In geopende - wat Nathan zei over Davids zonen ....................... 45 Kreupele met - op schoot .......... 69 Viel open bij Jozua 1 .............. 167 Bileam had echte gave ................. 226 Bladzijde-, paragraaf- of citaatnummer in publicaties .... 241
264
INDEX
BOEK 5
1955-02-26 Indianen Reservaat 22 1955-03-03 Los Angeles Angelus Tempel .................. 29 1955-03-11/12 Los Angeles ..... 29 1955-06-20/29 ZürichZwitserland, in het Hallen Stadion ................................ 55 1955-06-3/13 Macon (GA) ...... 47 1955-08 Campbellsville ........... 66 1955-08 Karlsruhe & Lausanne 79 1955-08 Lausanne .................... 87 1955-10 Chicago ...................... 95 1955-11 San Fernando (Tent) .. 95 1956-03-16 Mexico City (Stierengevechten Arena) . 118 1956-03-19 Tacubaya Mexico (Voetbalveld) .................... 121 1957 Lakeport (In het beurscomplex) .................. 170 1957-01-25 Waterloo (In het Hippodrome) ..................... 178 1957-02-10 Minneapolis ........ 145 1957-05 Saskatoon-Canada (In de IJs-arena) .......................... 156 1957-06-11 Indianapolis ........ 159 1957-06-29 Chicago............... 159 1957-08 Edmonton - .............. 164 1958 Bangor (Maine) ............. 187 1958 Chattanooga .................. 187 1960-02-28 Phoenix Az. ........ 225 1960-03-26 Tulsa (Ok)........... 226 1960-04 Kentucky (Afgezegd) 229 Aanvragen uit 400 steden ......... 65 Medewerking van 100-tal predikers (Mexico)............ 119 Planning, Geest-geleid ............. 65 Samenkomsten gebaseerd op principe van Zie en Leef! .... 22 Verplaatst naar Tacubaya ....... 120 Zürich (Zwitserland) 50.000 Jezus aangenomen... 61
Compromissen (Lied) .................. 139 Constantijn de Grote .................... 187 Cox (Charlie & Nelly -) ............... 213
D De drie delen van de tabernakel ... 112 DEMONEN - , of door de overgang? ............ 38 - roepen elkaar te hulp .............. 50 - ruiken? Eruit schoppen? ......... 34 'Blinde geest, verdwijn...!' ........ 86 Door liefde - uitdrijven ............. 35 Had vrouw uit St. Louis demonen? ............................ 37 Zeven of vijf demonen? ............ 37 DENOMINATIES Vrij van banden met - ............... 33 Zwakheid is hun starheid ........ 188 DERDE TREK ..................Zie TREK Diagnose nimmer verkeerd ............ 36 Dode baby - geen gebedskaart ..... 126 Dogma (Dat tongen het bewijs zou zijn, werd een - . ..................... 146 Dood kind bij dokter .................... 125 DOOP - in de Naam van..................... 156 - van Jehova's getuige ............. 156 - van Orville & Coy Mosier .... 224 DOOP VAN DE HEILIGE GEEST Hoe - voor Lutherse vrouw? ..... 34 Judas beschouwt de - als fanatisme ............................. 32 Neemt elk Woord als geïnspireerd ............................................ 31 Pinksteren heeft „t geweldigste. 30 Voorbij de voorhang gaan ...... 114 Drie stadia van redding ................ 113
Christenen koud als ijs ................ 179 Collecte (Toen geldgebrek bleek) . 98 Communistische terroristen ........... 82
265
INDEX
BOEK 5
Wie Mijn Woord hoort, en…heeft - leven ............................... 147
DROMEN De droom van een blinde man .. 29 Met Meda en gevangen vissen in droge Westen ..................... 233 Zoon Joseph met hoge koorts . 232
EMOTIE - zonder fundament (Bijbel) ... 147 Emoties... betekenen niets ........ 32
DUITSLAND Medewerking instanties ............ 80 Moordaanslag met auto ............. 82 Schaduw boven 15 mannen ...... 83
ENGEL - brandend als een vuur .......... 164 - omschrijft komende gebeurtenis (rode wollen sporttrui) ........ 67 - samen met profeet Johannes de Doper ............ 132 - verklaart detail van visioen .. 118 "Als je dat paaltje ziet..." ........ 185 "Doe het niet, ze zijn oprecht verkeerd ............................ 230 "Ga in uw binnenkamer" ........ 109 "Ga naar het meer" ................... 61 "Ik ben gezonden uit..." ............ 15 "Ik zal je leren vissen' ............. 105 "Let op de tijd" ......................... 67 Beschrijving van de - ............... 14 Gabriël 33 jaar voor dit 5e kruispunt ..................................... 132 Honderden bezoeken van de - .. 15 Legt uit over krijsende gieren ... 31 Rev. Collins zag - niet, maar... . 52 Rug naar de tent ..................... 183 Wijst zieken aan ....................... 17 Zijn aanwezigheid werkt verlammend ........................ 15 Engel: ............................. 107, 109
Duizend jarig Rijk ........................ 132
E EEKHOORNTJES "Abraham had een ram nodig. jij hebt - nodig" ...................... 211 "Hoeveel - wil je vandaag?" ... 214 16 - in 'Sportmans Laagte'....... 214 2e jacht, in Elkhorn Kentucky 213 3 dagen - jacht bij Salem ........ 208 3e dag Salem (Markus 11 vers 23) ........................................... 209 3e kwam niet. "Twijfel je?" .... 213 7 - in totaal duidt op voleindiging......... 218 "Haal het derde - ..................... 216 Mist de 3e eekhoorn 3x........... 215 Vijf van de 114 gemist ............ 216 Sprak en schoot 1e van de - .... 211 Stem zei Wie sprak er in de profeten? ............................ 210 Verslag 2e jacht, 3e dag .......... 214 Zoekt naar de 4e eekhoorn ...... 217
Engelse literatuur ......................... 251 Engelse predikingen .................... 253 Ervaring der wedergeboorte .......... 49 Estrade (Generaal Narciso Medina -) ............................................... 118
Een Pinkster-ervaring als Handelingen 2 ......................... 146 Eenheid (Onderwijzen over - ) ..... 142 EEUWIG De toegang tot - leven ............. 113 Hoe weet ik waar ik eeuwigheid zal doorbrengen? ................. 39
EVANGELISEREN Stoppen met - ?....................... 99 Evangelist (onafhankelijk - ) ....... 143 Excuses (Na -) meer vertrouwen . 207
266
INDEX
BOEK 5
Excuses vrouw, advocaat & God . 207 Excuus aan Baptisten predikant..... 31
GAVEN - onschriftuurlijk gebruiken ...... 35 - tot show gemaakt.................. 107 - werken door individueel geloof ............................................ 36 Christenen in de war over -..... 102 Grote - die zichzelf verhogen? 226 Sterk geloof in - ........................ 95
F FANATISME - aangemoedigd / nabootsing ... 34 - veroorzaakt modderwater (Bosworth) ........................ 174 Bloed uit gezicht? Komt uit... 145 Bloed van Jezus uit handen? .. 145 Olie drupt uit handen.............. 141 Op en neer springen ............... 145 Predikers vragen hulp............. 145 Twee soorten kerken .............. 141
GEBED - van Tony Zabel over de 4e eekhoorn ............................ 217 - voor dode baby ..................... 127 - voor opossum ......................... 76 - voor Rev. Collins ................... 52 3 soorten gebed ......................... 43 Geen - na leugentje ................. 207 Gezamenlijk - (Waterloo) ....... 179
FGBMF (Zakenlieden) Toespraak Oral Roberts (1958-11) .......................................... 193 FGBMFI Huren de Stock Arena in Los Angeles ............................... 29 Zürich campagne werd opgezet door de -.............................. 55 Fisher (Br. - ) Leidt rondgang bij O. Roberts ................................... 227 Ford Station Wagon .................... 185
GEBEDSDOEKEN - kosteloos verzonden ............. 100 Kosteloos .................................. 65 Oude Rus vraagt - ..................... 63 Shawls enz. op podium ........... 125 Wit lint als - .............................. 65 GEBEDSGENEZING Demonen hebben niets te maken met - .................................... 89 Fanatisme gekoppeld aan - ....... 30 Genezing na bekering ............... 51 Predikanten denken dat het een truc is ................................... 89
FOTO Beschrijving foto's Lakeport .. 171 -'s van Gods Tegenwoordigheid... ............................................ 90 Fotograferen (Willen engel - ) ....... 88
GEBEDS-RIJ Kracht voor 30 visioenen .......... 25
G
Gebedsverzoeken (Persoonlijke - ) 66 Gebouwtje op podium.................. 108 Geheim (mee in boezem) ............. 109
Gardner (George - ) genezen ....... 193 Gardner (George -) ........................ 55 GAVE ..13, 15, 17, 19, 25, 29, 30, 32, 34, 35, 36, 37, 58, 59, 71, 97, 98, 101, 107, 119, 135, 146, 147, 168, 179, 181, 199, 225, 226
GELD - beter besteden voor................. 33 Arts weigert - 'Dit was een fenomeen') ......................... 197
267
INDEX
BOEK 5
Beloofd nooit - te vragen .......... 98 Beloofd om nooit om - te bedelen ............................................. 99 Had minder dan $150,- op de bank staan .......................... 228 Kan uw - niet aannemen ......... 196 Managers weg, voor - vragen . 205 Nooit wie ook om - gevraagd . 205
Blinde Indiaan .......................... 24 Bochel geslonken ................... 156 Een al 17 jaar aan bed gekluisterde kleurling.......... 51 Genezing baby Ricky (kanker)196 Gewonde opossum ................... 77 Hoge bloeddruk ........................ 16 Knie Oral Roberts .................. 227 Knieën van G. Gardner........... 193 Krant bericht over mystieke genezing (Denver) ............... 70 Maagkwaal Rev. Collins .......... 52 Opgegeven vrouw Tony Zabel 217 Polio (David Wood) ............... 150 Waarom een visje opgewekt en geen zieke genezen? .......... 164 Waarom een visje? ................. 164 Zware artritis (Vrouw in Tulsa) .......................................... 193 Zware hoofdpijnen ................. 158
GELOOF - dit, plus wat God zal openbaren ............................................. 98 - hebben voor als sokken worden aangetrokken, dat dan... ....... 25 - trekt aan gave ......................... 16 Gebaseerd op rust ................... 111 Kettingreactie van - .................. 24 Minimaal - gecompenseerd ....... 24 Wat geloof inhoudt ................. 126 Westerse cultuur en - ................ 25 Geluidsband (Meeste predikingen zijn opgenomen op - ) ............. 134 Geluidsbanden gedupliceerd en uitgegeven................................. 72
GETUIGENISSEN "Ik ben gewoon een van uw studenten" (Osborn) .......... 227 Bill vertelt zijn getuigenis ...... 181 Brief van ex-blinde vrouw...... 159 Directeur Stichting tot Heil des Volks (F.A. Stroethoff) over Karlsruhe ............................ 86 Moeder van kolonel genezen .... 80 O. Roberts werd geïnspireerd door Branham............................ 227 Oude man op boulevardbank .... 62 Rusland weet van opwekking Finse jongen ........................ 63 Wij zijn ooggetuigen geweest...(Petrus) .............. 160 Willard Collins (Predikant) in Macon campagne ................ 50
GEMEENTE Eva, beeld van de - ................... 21 Krijgt moeite voor bereiken van een hoger niveau................ 226 GENADE Drie stadia van -...................... 114 Tweede werk der - ................... 97 GENEZING Gewoon áánnemen en opeisen! 60 Uw houding tegenover goddelijke gave bepaalt het resultaat..... 58 GENEZINGEN Baby in motel genezen............ 208 Bill was na het visioen genezen ........................................... 232 Blind Apache meisje ................. 24
Gieren krijsen: ............................... 31 Giften altijd afgewezen ................ 100 Goad (Gene - ) ............................... 72
268
INDEX
BOEK 5
GODHEID (De - ) Eerst weten wie God is........... 143 Gemanifesteerd in een man .... 183 God werd mens ...................... 144 Tegenstrijdige inzichten ......... 143
Geloof me nooit meer, als... .... 223 Gods wijze van beloning ........ 221 Healing Waters (Tijdschrift) ....... 228 Heerlijkheid ( De Shekina - ) ...................... 114 Heidense culturen lopen parallel.met Christelijke. ............................ 147 Heilige der Heiligen (Het - ) ........ 114
GRAHAM (Evangelist Billy - ) "Jezus Christus is God Zelf'".... 56 GRAHAM (Evangelist Billy - ) Scherp krantenartikel tegen hem ............................................ 56
HEILIGE GEEST - door gebouw als windvlaag .. 180 - is geen gedachte, maar een Persoon ................................ 40 - wég (eruit) bedroeven........... 166 De - verandert uw levenspatroon .......................................... 189 De - zei "Ga!" (Denver) ............ 67 De – zei Dit is de - Dit is volmaakte liefde .......................................... 237 Er komt een diepere zalving van de - .................................... 224 Onderscheiding gaat fout als niet meer geleid door - ............... 53 Oude vrouw met - ,vertelde... . 161 Pas de – ontvangen als we in tongen hebben gesproken? 146
GREEN's MILL Leest bij – over Nathan en Davids zonen .................................. 44 Vlucht naar grot in de bossen bij ............................................ 14 Grensgelovigen gaan niet verder ... 31 Grenslijnen (Trek nooit - )........... 98 Grot in de bossen bij Greensmill ... 14 Guggenbühl (Dr. Adolph -) tolk .... 55
H Haat vanwege de Waarheid ......... 140 HANDOPLEGGING - gevoel van koud water uitgegoten over en door Rev. Collins ................................ 52 - tijdens voorbij lopen? (bij Oral Roberts) .............................. 19 "Je bent genezen (Zware longontsteking)".................. 69 "Leg grootmoeder (in Duitsland) de handen op (kanker)" ....... 59 "Leg hand op uw vrouw, en..." . 17
HEILIGEN - te Efeze lééfden... ................. 128 Kunnen onze (RK) - ook wonderen doen? ................ 128 Heiliging (Oproep tot - ) .............. 139 Hel (Christus naar de - gestuurd) .. 26 Hellevuur predikers (Onze vader waarschuwde altijd tegen - .) .. 151 Herder ( De Goede - ) ................. 138 Hoeksteen afgekeurd ................... 7 Hoeren (moeder der - )................. 187 Hogepriester moest alles juíst doen ................................................ 115 Hollywood illusies contra messiaans teken... ...................................... 30
HATTY MOSIER-WRIGHT "Dat is niets dan de Waarheid"222 "Ik geef je de redding van je kinderen" .......................... 223 "Vraag wat je maar wilt" ....... 222 Bill wil $.20,- teruggeven ...... 220
269
INDEX
BOEK 5
HOOFDKWARTIER - Oral Roberts - Rondleiding .. 227 - van T.L. Osborn ................... 227 - van William Branham (in een stacaravan)......................... 228
- geeft jou je leven terug. (Een visje) ............................. 164 "Ik vertegenwoordig uw Heer en Redder, - ............................ 58 Bleef - niet achter met slechts twaalf? .............................. 104 Enige Genezer is -. Niet ik. ...... 86 Ving een blik op van het gelaat van - (Visioen) ................ 233 Waar kan ik - vinden? .............. 39 Jezus zei dat hij de Bediening nog moest áánnemen ................ 232
Hoofdzaak is Wedergeboorte ......... 50
I In visioen moet alles op het juiste moment en de juiste plaats ........ 69 Indianen vrouw (Biddende - ) ........ 23 Invloed. Godgegeven invloed voor het grondvesten van Bijbelse Waarheid................................... 27 Izebel en Amerika's moraal .......... 139
JOZEF - of Josefine? (Spottend) .......... 44 Opdragen van zoon - ................ 71 Redenen waarom - gehaat werd 43 Volmaakt type van Jezus .......... 42
J
JUBELJAAR 50e jaar betekent rust ............. 136 Slaven vrij, of geoormerkt ...... 136 Voor ieder de keuze, het Zegel Gods of het Merkteken... ... 137
JACHT .......... Zie: EEKHOORNTJES Moore ..................................... 118 Jagen, alleen als... Nooit om te doden ........................................ 75
Judas was erg fundamenteel in de leer ........................................... 32
JEHOVA - God, geopenbaard in Zijn Zoon ........................................... 132 - Jireh probeerde mij Marcus 11 23 uit te leggen .................. 222
K Kadavers (Zich voeden met -) ....... 32 Karakter van de Heere spreekt uit visioen .................................... 231
JEHOVA's GETUIGEN - vinden zieken genezen belachelijk ......................... 149 Door - familie onterfd ............. 150 Fanatisme volgens - ................ 151 Russells profetieën komen niét uit... ................................... 155 Visioen contra vooroordeel ..... 152 Wat als profetie uitkomt? ........ 155
KATHOLIEKE KERK - en het spiritisme ................... 129 De - en de Bijbel .................... 128 Pas ontstaan 300 jaar na de apostelen ........................... 129 Kerkklokken Zürich....................... 56 Kleding en make-up van pinkstervrouwen ....................... 33
JEZUS CHRISTUS 500.000 namen Jezus Christus aan. .................................... 305
270
INDEX
BOEK 5
Kolonel (Amerikaanse - ) opent de weg naar Duitsland .................. 80 Koperen slang, symbool van geoordeelde zonde ................... 22 Krankzinnige jongeman in de gebedsrij ................................. 123 Krant vermeldt 'mystieke genezing' op straat .................................... 70
Eeuwig Leven (Er is slechts één vorm van - ) ....................... 192 Gebouw in de hemelen. Wat is dit - ? ...................................... 238 Geheimenis Gods (Wanneer het – Gods wordt geopenbaard. Openb. 10) ......................... 135 God kon geen kwaad scheppen .......................................... 191 Graveerden hun - in steen ......... 97 Hel (De hel is niet eeuwig ...... 192 Het Lam en de Duif (Symbolen van Hemzelf) ..................... 138 Hogepriester met bloed........... 115 Huldreich Zwingli‟s leer (Jezus zou zoon van Jozef zijn) ...... 56 In Jeffersonville meer plaats voor leerstellig onderricht............ 71 Intellectuele beslissing, of de ervaring van de wedergeboorte ..................... 96 Jezus wàs goddelijk .................. 94 Jezus was mens én God ............ 94 Judas was fundamenteel in de - 32 Kaïns - en Abels offer .............. 48 Laodicea, het laatste tijdperk .... 33 Licht (Het - bij Paulus was hetzelfde als bij Mozes, Petrus en hier nu) ......................... 165 Man en Vrouw (De verschillende posities van man en vrouw) .......................................... 140 Meer dan Salomo is hier (Jezus.Christus) ................. 187 Misverstanden (Hoe meer ik leer, hoe meer aanleiding tot misverstanden) .................... 27 Moab had Bileam en Israël had Mozes (Num. 23) ................ 49 Neemt zwaardere onderwerpen, zoals Gods Oordeel ........... 138 Nieuwe schepping (Hoe een – worden) ............................. 116 Openbaring van Jezus Christus (Gegeven aan Johannes via
KRITIEK - laat veel mensen twijfelen...... 59 Herv. Kerk brandmerkt hem als Kwakzalver en bedrieger .... 59 Hoopt dat prediking wordt beschouwd als opbouwende - 140 Kruis & koperen slang.................. 22
L Ladder (Met een - over de muur) 121 Lamsvacht was een teken (Adam) . 26 Lauster (Br. -, Duits vertaler) ........ 83 LEER - Demonologie (24 juli 1955) ... 71 - Misleidende Geesten (24 juli 1955)................................... 71 3 delen van Tabernakel .......... 112 Afwijkende leer van de Zwitserse kerk (Zwingli) ..................... 56 Als de onderscheiding fout is, dan kan ook de leer fout zijn ..... 53 Avondmaal ............................. 192 Bethesda (Waarom genas Jezus er slechts één? ......................... 58 De insectenplaag in Joël 1 & 2 . 47 De Zeven Zegels en Daniël .... 135 Doop (Openbare doop voor pas bekeerden) .......................... 71 Dopen of opdragen ................... 71 Drie fasen van redding ........... 113 Drie lessen van Noach, Elohim en Lot .................................... 183 Drie soorten gelovig gebed ...... 43
271
INDEX
BOEK 5
een engel…)............................ 135 Opstanding De (lichamelijke) opstanding van de doden ... 192 Reformatie-kerkleer (Wijst zijn leer af, en beïnvloedt de overheid ............................................. 80 Satan kan elke gave (van de Heilige Geest) nabootsen ... 147 Tongen het bewijs? ................. 146 Uiterlijk van de vrouw ............ 139 Voetwassing ........................... 192 Voorbestemming .................... 134 Vrouw (Positie van de vrouw) 139 Wat de aartsvaders (van Abraham tot Jozef) typeren ................. 42 Wedergeboorte is hoofdzaak .... 50 Wederkomst (De 2e, lichamelijke wederkomst) ...................... 192 Wijnstokken (Er zijn twee geestelijke – op aarde .......... 48 Wijzen me af, omdat ik hun – niet geloof, dat… ...................... 189 Worstelen of rusten? (De Binnenste Voorhang) ......... 133 Zegel van God en Zegel van de Antichrist ............................. 31 Ziel (De onsterfelijke ziel) ...... 192 Zonen van God (U bent NU - en erfgenamen .......................... 96
oprechtheid ............................. 124 Totdat u iedereen kunt liefhebben ……. ...................................... 239 Linda gaat naar huis..................... 201 Lukas 5: 1-7 (De netten uitzetten) 162 Luther volgde de Vuurkolom ........ 97
M Man – uit welk hout gesneden? ... 140 MANNA Bedierf nooit in de ark ............ 112 Moet elke dag nieuw .............. 112 MEDA BRANHAM Advies van arts na derde baby .. 44 Drie maal keizersnede .............. 41 Margie Morgan, vriendin van - 41 Predikend tot Meda ................ 111 Valse profetie over Meda ......... 41 Medina (Rev. Abel - ).................. 120 MEDISCHE WETENSCHAP Doktoren enz. zijn een gave van God ..................................... 56 Eerst doktersverklaring over dood baby.......................... 127
LIEDEREN 'De Afsluitbomen neer' ........... 139 Eindigend met een melodieus 'Amen'................................ 194 'Geloven Alleen'...................... 156 'Grote God, wij loven U' ........... 87 'Ik heb heimwee...' .................. 235 Liefelijkste muziek ooit gehoord (Volmaakte harmonie) ....... 194 LIEFDE 100 biljoen mijl volmaakte - ... 239 Al wat je ooit liefhad en... ....... 238 Als de liefde van God niet in je hart is... .............................. 166 Atmosfeer van liefde en
Menselijk gebed, proberend om al je geloof te gebruiken ................... 43 Mercer (Leo - ) .............................. 72 Messias (Teken van de - ) .............. 58 Messias, Christus genaamd.......... 157 MEXICO Eerste maal dat Protestantse evangelist werd verwelkomd in Mexico .......................... 119 Middelmatigheid (Christelijke - ) .. 13 Mode van de wereld .................... 139 Moederschap van opossum ............ 74
272
INDEX
BOEK 5
Moordaanslag met auto ................. 82 Moore (Jack - ) Phoenix ................ 18 Moore (Jack -) verhinderd door fout in tijdschema ............................ 47
Norman (Gene & Mary - ) ........... 177 NUMEROLOGIE 2 is bevestiging (Mozes) ........... 15 3 is volmaaktheid .................... 117
MOREEL VERVAL Dode baby werd in de Ohio rivier gegooid ............................... 72 Herders falen in corrigeren....... 73 Terugval vooral onder vrouwen 72 Verschuiving van waarden ....... 73
O Olie drupt uit handen ................... 141 ONDERSCHEIDING & ARGWAAN Collins twijfel weggenomen ..... 53 Eerst uitgehoord? (Maar vraag ze zelf) ..................................... 89 Geeft hij een fout adres op in Augusta?.............................. 53 Groene, blauwe en roze duivel? 35 Maar ken hun táál niet .............. 89 Toverij kan het niet zijn, want Jezus zei...) .......................... 89 Veroorzaakt door geestelijke blindheid.............................. 89
Morgenster met genezing ............ 197 MOSIER (Orville & Coy - ) ........ 221 MYSTERIEUS omdat ze nooit in 't bovennatuurlijke werden onderwezen ......................... 60
N NABOOTSEN - brengt verwarring ............... 101 - van gave voor eigen gewin .... 35 Het uitdrijven van een duivel - . 34 Het uitdrijven van een geest (Door vuistslag?) .............. 102 Het uitdrijven van een geest (Met stok?)........................ 102 Man zou gave gezondmaking hebben .............................. 101 Meisje zou kanker hebben ...... 101 Proberen om de werkelijk gelovigen na te bootsen..... 146 Psychologie in plaats van een gave .................................. 101 Publieke show deed nabootsers opstaan .............................. 107
ONDERSCHEIDINGS GAVE - beschreven door Bill .............. 35 - gemakkelijker om erin, als eruit te komen ............................ 200 - is slechts Zijn genade ............. 17 - kan niet genezen ..................... 25 10 openbaringen over de fam. Wood ................................. 150 10x openbaring over stervende baby ................................... 199 17x over vrouw uit St. Louis .... 37 6 feiten over vrouw uit Vancouver) ........................ 157 Als – fout is, geloof dan niets meer van me ........................ 53 De dame achter u heeft artritis en... .................................... 158 Die dame heeft zware hoofdpijnen .......................................... 158 Echtpaar zenuw- en rugkwaal . 165 Enriqueta, na operatie angst voor kanker. ............................... 122
National Guard Armory (Vrienden huurden gebouwen van de - ) . 229 Nederlandse uitgaven .................. 255 Neutraal terrein (tent) .................... 95 Norman (Gene - verhuist)............ 186
273
INDEX
BOEK 5
Geeft kwaal (Hernia), ambt, woonplaats, kerk enz. ........ 122 God openbaart 13 feiten over totale blindheid + geeft genezing ............................ 173 God openbaart overspel, poging tot moord enz. .................... 152 Hoe geesten van twijfel of kwelling worden gevisualiseerd ...................... 35 Kanker in de zij, nu in de lever. 60 Keelkanker/naam/woonplaats ... 50 Kneuzing, val badkamer, enz. . 157 Kwaal etc., adres in Augusta .... 53 Kwaal, stad, straat+nr./U bent genezen .............................. 166 U bidt met rozenkrans ............. 123 Onderzoek borstkanker wordt getoond ................................ 50 Openbaart Duitse vrouw met bloeding14 feiten ................. 58 Schouder / motorongeval ........ 157 U bad, want u wilt een galblaasoperatie niet ......................... 60 U bent Italiaanse communistenleider .............. 90 U hebt geestelijk zieke zoon ... 158 U hebt sigaren in uw voorzak ... 17 U heet Pearl Lennox, enz. ....... 158 Vertelt Lutheraan diens gebed 173 Waarom bracht Apache sokken en een stropdas? ....................... 25 Zegt naam en woonplaats./ ..... 165
Mensen.............................. 183 Hoe de Geest van – wordt bevroren ............................ 188 Opossum op grindpad .................... 73 Orbison (Mr. -) Bills advocaat ..... 203 Organisatie (De eerste Christelijke (AD 325) ................................ 187 Orthodox, en toch op weg naar... ... 49
P Paulus voor Agrippa .................... 181 Perfect en positief (Visioenen) ...... 43 Pinksterbabies bovennatuurlijke dingen leren? .......................... 105 PINKSTERBEWEGING - is aan het afkoelen.................. 33 Geen steun van - ..................... 156 Nooit voorspoedig zolang... ..... 33 PREDIKERS - gebruikt gave voor opbouw van het Lichaam en om God te verheerlijken ..................... 225 - leren om veel vis te vangen .. 106 - lopen weg als gave uitgelegd 182 - ontbijt in Waterloo ............... 181 - raden een lichtgelovige vrouw 38 - zijn soms gewone bedriegers . 35 Aimee Semple McPherson ....... 29 Br. Roberto Espinosa ............. 127 Brown (Young - . Mee naar Phoenix) .............................. 18 Geen interesse meer voor vissen .......................................... 106 Rev. A.A. Allen ...................... 118 Rev. Abel Medina .................. 120 Rev. Billy Graham 55, 57, 59, 80, ……………………………96 Rev. Bosworths ziekbed ......... 174 Rev. Fred Bosworth (Mee naar Europa) ............................... 55 Rev. Jack Moore..................... 126
Onderscheidingsgave: .................... 18 Onderwijzen meer in campagnes . 305 Oneness Kerk ( Gelooft één God) 143 Oogst (Een stem uit de hemel ...... 142 Oordeel (Stad Waterloo onder - ) . 182 Oordeelsdag (Op de - zal ik voor u staan...) ................................... 224 OPENBARING - over reis naar Zwitserland ...... 46 De dag van de – van de Zoon des
274
INDEX
BOEK 5
Rev. Matteson-Boze ................. 14 Rev. Michell (zendeling).......... 24 Rev. Oral Roberts.....19, 193, 226, ……………………..227, 228 Rev. Orman Neville ..70, 102, 133 Rev. Roberto Espinosa ....124, 127 Rev. Santiago (Mariano - ) ..... 122 Rev. Tommy Osborn .......227, 228 Rev. Weed (Dr. Roy - , Assemblies Church) .......... 144
'Het Zaad van de Slang' .......... 189 'Kruispunten in de Tijd' .......... 131 'Nabootsing van Christendom' 140 'Onderscheiding van Geesten' . 225 'Schmink-gezicht Izebel' ......... 139 'Waar ... Pinksteren faalde' ....... 95 'Waarom mensen heen en weer geslingerd worden‟' ........... 112 Predikingen (Eenvoudige – minimaliseren kritiek ................ 13
PREDIKING Basis is het Woord demonstreren en verheerlijken .................. 21 Geloof opbouwende - ............... 98 Ik predikte dat wat Paulus predikte ............................. 238 Kades-Barnea & verspieders .. 134 Kanaän ingaan houdt in; „Mozes geloven‟ ............................ 134 Meestal drie onderwerpen ........ 13 Opossum als voorbeeld in een - 76 Spreekt tot miljonairs (Tulsa). 193 Ziet visioen tijdens de - ............ 20 Prediking: ............................... 237
PROFEET - aanvaarden en gehoorzamen .. 51 Als ik Zijn - ben, dan spreek ik... .......................................... 166 Ben geen - ,maar een dienstknecht? ....................... 39 Een Nieuw Testamentische – is een... .................................. 225 Ezra predikt tegen het verderf (vergeleken met 1956) ....... 139 Hoe weten dat Jezus een - was? 58 Ga !............................................51 Profeten worden altijd vergaderd tot hun volk ....................... 236 U bent een profeet, en... (Bosworth) ........................ 174 Vrouw profeteert Meda's dood . 41 Ware – wijst ons altijd naar Golgotha ............................ 225
PREDIKINGEN ‟Begin & Einde van de Heiden Bedeling‟ ............................ 14 ‟De 1e en de 2e komst ............ 132 ‟De Doop van de Heilige Geest‟ .......................................... 188 ‟De Koningin van Scheba‟ ..... 187 ‟Fundamentele Grondslag voor Geloof‟ ................................ 14 ‟Het Lam en de Duif‟ ............. 138 ‟Spreek tot deze berg...‟ ......... 170 ‟Waarom wij geen denominatie zijn‟................................... 187 ‟Zoals de Arend haar Broedsel Opwekt‟ ............................ 226 'Azusa Jubeljaar' (Vrijlating) .. 136 'De Blozende Profeet' ............. 139 'God houdt Zijn Woord‟ ......... 146 'Het Teken aan de Wand'........ 138
PROFETIE..... Zie ook ZO SPREEKT DE HEERE "Het stadion zal leeg zijn" ...... 119 Alle water zal modderig zijn, totdat... .............................. 154 Drie vrouwen en één man, nietwaar? ........................... 230 Geboorte van zoon Jozef .......... 42 God zei niet wannéér ................ 44 Visvangst Voorzegt aantal vissen, welke, wanneer en door wie gevangen ........................... 154 Profetie ................................... 161
275
INDEX
BOEK 5
Publicatie ná doodverklaring door arts .......................................... 128 Harrell (David - ) ........................ 251
SATAN - kan elke gave nabootsen ..... 147 - injecteert in Gods plan ......... 191 - Uitgedaagd tot debat ............ 179 "Je bent een bluffer!".............. 179 - verslaan ................................ 147
R Regenboogforel (Hoe een - te vangen) ................................... 105 Religie (Georganiseerde – baart hem zorgen) ...................................... 96
Schilderij Heinrich Hofmann....... 231 Schoenen voor blinde Mexicaan? 124 Secretaris (Bills - ) Rhode Cox .... 142 Shakarian (Demos - ) ................... 193 Shekina Heerlijkheid (De - )........ 114 Shriner Tempel Phoenix 1955 ....... 18
RELIGIEUZE GEEST - kan dansen, jubelen en nog steeds… ............................... 32 Antichristelijk geest is - ............ 48
SLANG De ontbrekende schakel ......... 191 Genoemd onder 'vee' .............. 190 Intelligent / liep rechtop ......... 190 'Listig' in 't Hebreeuws ........... 190 Uw zaad en haar zaad ............. 191
REVEREND Rev. Bosworth - Na coma een merkwaardige 'begroeting' ...... 175 Rev. Bosworth (Fred - ) ............... 174 Rev. Espinosa (Roberto - ) ........... 119 Rev. F.A. Stroethoff: Getuigenis Karlsruhe .................................. 86 Rev. Smith (Van de Pisgah Bijbel Gemeente)............................... 194 Rev. Vayle (Lee -) [Zaakwaarnemer] ................................................ 178
Sokken en stropdas gebracht ......... 25 Sothmann (Fred - ) ...................... 177 SPIRITISTISCHE SEKTE Dreigt met storm ...................... 82 Leider - kan zich niet meer bewegen .............................. 85 Spreekkoor spiritisten was ‟In de naam van...‟......................... 83
RK gecontroleerde Media verspreidden het wonder (Mexico) ........ 125 Roberson (Roy - ) [Trustee] ......... 203
Spotter stierf .................................. 44 Stadion in Mexico was leeg! ....... 119
ROKEN - etc., is het een recht? ............ 138 - werkt slecht op uw zenuwen ... 17 - maakt u misselijk .................... 17
STEM - zei: "Volgt gij Mij" .............. 142 - zei "Drié eekhoorns" ............ 212 "Ik ben je deel" ....................... 229 "Je begint pas. Bind de strijd aan!" .................................. 234 "Niet bidden voor opossum?" ... 76 "U werd geroepen om leider te zijn"................................... 237 Andere - zei ............................ 213
Rolstoel (Verpleegster met kreupele in knerpende - ) ......................... 67
S Samenwerking (Waarom geen - ) .. 33 Santiago (Mariano - ) hernia ........ 122
276
INDEX
BOEK 5
God gebruikt uw stem bij volle toewijding ......................... 210 'Heer, bent U dat? Er is hier geen licht…' .............................. 210 Jezus Christus gebruikt mijn - .. 60 Stem ....................................... 142
Geloof was als een melkachtige mist ...................................... 36 Gevoelens tekenen van God noemen ................................ 30 Indien u gelooft. (Sokken) ........ 25 Ontmoet vrouw in mantelpak . 199 Twee tekenen als betuiging ...... 15 Tweede teken (Openbaren van geheimen) ............................ 16 Voordat zijn tweede - verscheen ............................................ 22 Vrouw brengt stropdas als - ...... 25 Waarom verschijnen er - ? ...... 197
STRALENKRANS Lichtte op, als genezing…........ 36 Rond Christenen (Welkom) ..... 35 Swedish Covenant Church (Lid van – krijgt raad).............................. 199
T
Telefoon FIOD hoorzitting .......... 206
TABERNAKEL - vergeleken met het Christenleven .................... 112 Beschrijft de drie gedeelten .... 112
TENT Grote – huren of kopen? ......... 118 Tentcampagne San Fernando .... 95 Theophanie (Een hemels lichaam) ................................................ 234
Tegenwoordigheid (U staat nu in Zijn - ) ...................................... 17
TONGEN Half dozijn woorden in -......... 194 Uitleg van voorbede door - ..... 194
TEKEN Bovennatuurlijk - aan de hand 305 TEKEN VAN DE MESSIAS - contra Hollywood illusies ...... 30 Gij zijt de koning van Israël! (Nathanaël) ....................... 156 'Ik ben het' (Jezus tot Samaritaanse).................... 157 Onderscheidingsgave heden ... 157 Teken van de Messias: ............. 58
TOORTS Een punt zetten haalt de toorts uit uw hand ............................. 147 Tractaat pakt autoverkoper ............ 39 TREK De eerste twee fasen ............... 117 Dit is de derde - ...................... 108 Was de derde - letterlijk of symbolisch? ....................... 118
TEKENEN - bij zelfmoordgedachten ......... 36 - trekken onbekeerden ............ 146 - van door de dood overschaduwd
Trinitariërs (Eén God in 3 personen) ................................................ 143
zijn ...................................... 36 - vóór de vuurvernietiging...... 184 "Als dit gebeurt verandert je bediening ............................ 20 Deze - plús de vruchten .......... 147
V Vaandel hoog houden .................... 73
277
INDEX
BOEK 5
VALSE PROFEET Als bochel niet slinkt, dan ben ik een - ........................................ 156
TV (Wachten tot hoed op TV ligt) ........... ……………………..68 Jezus (Komend uit kruis ......... 231 'Voorbij het gordijn... Is dit een visioen? ............................. 235 Vrouw met verdorde arm ......... 62 Winkel met klok / Rolstoel....... 67 Witte schaduw duwt bruine .... 233 Zag bruin mantelpak, vier jaar geleden)............................. 199 'Ze hebben de collecte al opgehaald' ......................... 104 Zwarte golf over gehoor ......... 166
Vergeving na bekering ................. 208 Verklaring (Bill vraagt God - over Linda‟s dood).......................... 202 Veronderstellend goed te doen en toch fout gaan ......................... 231 Verslaggever (Bleek - te zijn) ...... 108 VERZOENING Kracht alleen vóór de - ? ......... 209 VIJGENBOOM Markus 11 vers 23 als je gezálfd bent .................................... 210 Vervloeking en Geloof ........... 163
VISIOENEN - andere zalving dan prediken .. 47 - bloeden niet.......................... 212 - tijdens prediking 23-02-1955 . 20 - vermoeiden nu minder ......... 200 - zijn altijd perfect en positief... 43 - zijn niet af te dwingen (E. Wright).............................. 220 Aantal – per dag. Thuis & in campagnes......................... 159 Duitse adelaar & Engelse ruiter 56 Getoond visioen gebeurt........... 68 Had er geen controle over ........ 19 Jezus deed wat de Vader Hem toonde in visioenen ............. 57 Man met actetas........................ 67 Vermoeid na 15 visioenen ........ 19 Visioenen van de duivel? ......... 14 Waterval van visioenen ............ 50 Wetenschappelijk - uitleggen? . 88 Ziet dode baby levend ............ 127
VISIOEN - leidt tot bekering Lyle Wood 152 - tijdens autorit ........................ 184 1e Visioen (-Wanneer komt – ?) ........................................... 200 Buigende secteleider aan hem getoond ................................ 83 Bulldozer op erf ...................... 184 Donkere jongens met kar ........ 103 Hele dienst drie maand ervoor getoond (Apachen) .............. 26 Herstel van vernielde kazerne . 230 Het meest krachtige visioen tot nog toe ............................... 111 Huifkar (In prairie - met gezin) ........................................... 185 Jezus met kruis naar Golgotha .. 21 Los Angeles en aasgieren ......... 30 Man met aktetas ........................ 66 Niet de perfecte tijd (Dode vis) ........................................... 121 Ouders, arts en blindgeborene .. 85 Planten in 2 potten (1933)....... 142 Tent- (of kathedraal) visioen... 107 Toont de reden van Linda‟s dood ........................................... 202
Visioenenboek (Elke scene in – schrijven).................................. 67 VISSEN - is symbolisch voor bediening107 Bijbels gesprek in boot ........... 160 Die regenboogforel was de grootste... .......................... 170 Engel zei „Sta op!‟(In boot) .... 164
278
INDEX
BOEK 5
Forel (Vangt reuzeforel met vliegvislijn) ............... 170 Liever - dan redetwisten ......... 153 Schiep God de – in Lucas 5 vers 1-10? ................................. 162 Visvakantie (Een zeer korte – in Idaho ................................. 169 Vissen: ................................... 164
Zien het Licht van hun dag ....... 50 Wedergeboorte (De ervaring van de - ).............. 49 Weed (Dr. Roy - ) ........................ 144 Weeshuis van ex-communist ......... 91 WERELD - houdt de adem in .................. 115 Waar de - dood is.................. 116
Voice of Healing (The - ) ............ 177 Voorbestemming (Bijbelse - ) ..... 134 Voorbij het gordijn van de tijd .... 235 Voorhang is geluiddicht .............. 115
Wereldpers ..................................... 86 Werken (Gelooft dan de - ) .......... 144
VOORHANG VOORBIJ Allen die jou ooit liefhadden... 238 Dit is „Zielen onder het altaar‟ 237 Zag z'n paard & jachthond ..... 238 Voorhang voorbij (Moet terug naar zijn oude lichaam) .......... 238
WERVELWIND Als teken na vergeving ........... 208 Vele malen kwam God in een .......................................... 182 Zoals Mozes in de rotsholte .... 207 Windvlaag door Hippodrome ...... 180
Vrouwelijke evangelist (Aimee McPherson) .............................. 29
WONDEREN - , maar niet volgens het Woord? .......................................... 145 - betuigen dat Hij leeft ............ 132 1e avond, Blinde, Spastische, Dove, Hoge rug… ............. 156 Aangevreten ruggengraat (TBC) hersteld ................................ 84 Blinde violist wordt ziende ....... 87 Doofstom geborene wordt genezen ............................... 87 Edith Wright vrij van pijn ....... 219 Genezen van polio (1955)....... 149 Hebben in Uw naam - gedaan ... 32 Meisje ziende geworden ........... 86 Polio en tumor verdwenen ...... 150 Secteleider kan - verrichten ...... 84 Totale blindheid genezen ........ 173
VROUWEN ..................... Zie 'LEER' - met haar tot op hun middel .. 235 Vrouwen, geld & populariteit, een gevaar ................................. 99 VUURKOLOM - gaf meer licht op de Doop van de Heilige Geest .................. 97 - ging verder (Wesley) ............. 97 - ging weg bij de engel ........... 108 - met gebulder wervelwind.... 164 Foto Houston 1950 ................. 149 Luther volgde de - .................... 97 Zijn Tegenwoordigheid in de vorm van de - ) ......................... 18
W
Wood (Jim -) Jehova‟s Getuige ... 153 Wood (Ruby - ) haalt Banks over 149 Woord (Gods - ), verstandelijk opgevat ................................... 112
WARE WIJNSTOK - zal in elk tijdperk worden betuigd door - ..................... 49
279
INDEX
BOEK 5
Wright (Edith - ) 37 jaar en sinds baby verlamd .......................... 219 Wright (George, Murle & dochter Edith - ) ........................................ 219 Wright (Walter -) Stierf in1955.... 220
Hartkwaal en maagkwaal ......... 17 Hele groep Aziatische griep ... 169 Hersentumor (Zoon van violist) 87 Stervend aan TB (Denver) ........ 67 Uremie, operatie onmogelijk .. 200 Zeer ernstige longontsteking .... 68
Z
Ziener (Ik maakte je een - ) ......... 107 Ziet Adam en Eva uit Eden gaan (Visioen) .................................. 20
ZAAKWAARNEMER- sMoore en Arganbright............................. 118 Jack Moore ............................... 47 Zaakwaarnemer: Rev. L.Vayle ........................... 178
ZO SPREEKT DE HEERE - , ze is genezen (Ruggengraat TBC) ................................... 84 - „ U zult spoedig de Heerlijkheid Gods zien...‟ ...................... 161 - „u zult opwekking van een klein dier zien‟ ........................... 161 - „Uw vrouw (80) is genezen' . 174 - ‟Je bent genezen' .................... 69 - Over Jozefs geboorte.............. 45 Denken het - te hebben. Maar fout! .................................. 230 Mensen wilden een speciaal -... 72 Moet gereed zijn vóór het oordeel, want… .............................. 140 'Uw stervende baby is genezen' .......................................... 199 Vóór God uw bladzijde omslaat... .......................................... 166 Voorzegt preciese vangst van vier vissers. .............................. 154 Zo spreekt de Heere ................. 69
Zabel (Tony -) Mee op jacht ........ 213 Zakdoek (Bidden over repen - ) ..... 63 ZALVING Bovennatuurlijke - met kracht 214 Enige mogelijkheid. God moet u er brengen .......................... 224 Zalving: .................................. 218 Zangkoor ergens hogerop............. 194 Zegel van God en van antichrist..... 31 Zelfmoordgedachten onthuld ......... 36 ZIEKTE Bekering en genezing (Linda). 201 ZIEKTEN .................................... 229 - en demonen ruiken? (Rommel!) ........................................... 102 - kunnen identificeren. .............. 15 "Ziekte, verlaat mij!" .............. 180 Baby met kanker in tong ......... 195 Bill krijgt strottenhoofd ontsteking .......................... 229 Blind geboren meisje weer ziende ……………………………..85 Demonen die - veroorzaken ...... 36 Doof en stom geborene hoort en spreekt ................................. 87 Door demonen veroorzaakte -... 15
Zonde. (Eva's straf was verbonden met haar - ) ............................. 190 Zondeval (Wat is Gods doel met de zondeval?) .............................. 191 Zuid Afrika (Boek J. Stadsklev) .. 252 Zuigfles of vast voedsel? ................. 9 ZWITSERLAND Kerk werkt tegen ...................... 79 Zwitsers Reformatorische Kerk 56
280
KORTE SAMENVATTINGEN van boek 1, 2, 3, 4 & 5
BOEK 1:
De Jongen en Zijn Ontbering (1909 – 1932) Vanaf het moment dat William Branham geboren werd, had hij een ongewoon leven. Geplaagd door armoede en verwerping, werd hij een nerveus kind. Ongebruikelijke dingen bleven in zijn leven gebeuren, verbijsterende en geestelijke dingen… maar hij dacht pas aan God toen hij veertien jaar oud was, toen hij bijna beide benen verloor bij een ongeluk met een jachtgeweer. Terwijl hij op sterven lag in een plas bloed, zag hij een afschuwelijk visioen van de hel – hij zag zichzelf steeds dieper wegvallen in die wereld van verloren en dwalende zielen. Hij riep tot God om genade en op wonderbaarlijke wijze werd hem een tweede kans gegeven. Een kans die hij later bijna in gebreke bleef om te grijpen.
281
BOEK 2:
De Jongeman en Zijn Vertwijfeling (1933 – 1946) Als jonge voorganger worstelde William Branham ermee om zijn eigenaardige leven te begrijpen. Waarom was hij de enige prediker in de stad die visioenen zag? Toen God hem in 1936 voor het eerst riep voor evangelisatie door het hele land, weigerde hij aan deze roep gehoor te geven. Dit moest hij duur bekopen: hij verloor zijn vrouw en dochtertje aan tuberculose. De visioenen bleven komen. Predikers vertelden hem dat deze visioenen van Satan kwamen. Wanhoop dreef hem er uiteindelijk toe, om in de wildernis God te zoeken, waar hij van aangezicht tot aangezicht een ontmoeting had met een bovennatuurlijk wezen. De engel gaf hem een opdracht van God, om een gave van Goddelijke genezing aan de volken van de wereld te brengen. Toen William Branham tegenwierp dat de mensen niet zouden geloven dat werkelijk een engel hem had bezocht, zei de engel, dat hem twee bovennatuurlijke tekenen gegeven zouden worden om zijn roeping te bevestigen. Dan zouden ze moéten geloven. En geloven deden ze!
282
BOEK 3:
De Man en Zijn Opdracht (1946 – 1950) Meteen nadat de engel William Branham had bezocht en hem had gezegd, dat hij geroepen was om een gave van genezing aan de volken van de wereld te brengen, verscheen het eerste teken: wanneer hij de hand aanraakte van iemand die leed aan een ziekte die veroorzaakt werd door een ziektekiem, dan ontstond er een lichamelijke reactie in zijn hand. Binnen twee maanden na zijn opdracht had de buitengewone gave van William Branham nationaal de aandacht getrokken. Met duizenden stroomden de mensen naar zijn samenkomsten, waar hij redding en Goddelijke genezing predikte in de Naam van Jezus Christus. Wonderen gebeurden in overvloed. Sinds de dagen dat Jezus door Galilea trok, demonen uitwerpend en allen die ziek en aangevochten waren, genezend, was de wereld nog geen ooggetuige van zoiets geweest. Toch vroegen sommigen zich nog steeds af, of deze nederige man werkelijk een ontmoeting met een engel had gehad. Toen verscheen het tweede teken… en toen moésten ze wel geloven!
283
BOEK 4:
De Evangelist en Zijn Erkenning (1951 – 1954) William Branham is een paradox in de hedendaagse geschiedenis. Beginnend in 1946 sprong zijn bediening in minder dan zes maanden van onbekendheid tot het verkrijgen van nationale aandacht. En ondertussen ontstak het een groot wereldwijd opwekkingsvuur van geloofs-genezing. Hij bereikte dit resultaat met behulp van een unieke gave – een bovennatuurlijk teken, dat mensen zo verbaasde, dat ze er acht op gingen slaan. Al spoedig trok het de belangstelling van Christenen over de gehele wereld. Tussen 1951 en 1954 hield William Branham de grootste Christelijke samenkomsten in de geschiedenis tot die tijd: ongeveer 300.000 mensen in één bijeenkomst in Bombay, India. De vraag naar zijn diensten in Amerika en overzee leek onverzadigbaar te zijn. Maar William Branham was niet tevreden. Er scheen iets mis te zijn. Lange tijd wist hij niet wat het was, maar tegen het eind van 1954 wist hij het. Er zou een verandering moeten komen in zijn bediening.
284
BOEK 5:
De Leraar en zijn Verwerping (1955 – 1960) De internationale bediening van William Branham had drie hoofdfasen. In het eerst was hij in staat om ziekten te onderscheiden door een bovennatuurlijk teken in zijn hand. Later kon hij op grond van visioenen ziekte en andere zaken onderscheiden. Tussen 1946 en 1954 namen door zijn prediking meer dan 500.000 mensen Jezus Christus aan als hun Redder – en er is geen manier om te kunnen schatten hoeveel miljoenen hun genezing ontvingen vanwege zijn gebeden. Toen hij bespeurde dat de mensen de geestelijke hoogten en diepten die Gods Woord en Geest hen aanbood, niet aannamen, voelde William Branham dat de Geest van God hem riep om meer te doen. Hij wist dat de mensen om uiteenlopende redenen naar zijn samenkomsten kwamen. Menigeen kwam, omdat men geloofde dat de Geest van Jezus Christus aanwezig was. Anderen kwamen uit nieuwsgierigheid en vanwege de spanning, precies zoals de mensen te hoop liepen om te zien hoe Jezus de zieken genas en hoe Hij wijn, brood en vis z.o.z.
285
(Inhoud Boek 5 - vervolg)
vermenigvuldigde. Maar het waren de onderwíjzingen van Jezus die de wereldgeschiedenis veranderden. William Branham voelde dat God hem riep, om meer te onderwíjzen tijdens zijn geloofs-genezings-campagnes. Hij geloofde dat zijn bediening een bestendige en nuttige bijdrage kon leveren aan de Christelijke gemeente. Vanaf 1955 onderwees hij niet alleen Goddelijke genezing, maar ook andere facetten van Gods Woord. God gaf hem een visioen over een nieuwe fase in zijn bediening – een „derde trek‟ (om de woorden van de engel te gebruiken) – die alles zou overtreffen wat God ooit in het verleden door hem heen gedaan had. Het was onontkoombaar dat sommigen hier aanstoot aan zouden nemen.
BOEK 6:
De Profeet en Zijn Openbaring (1960 – 1965)
286
Algemene informatie:
GEMEENSCHAP VAN CHRISTENEN Kwartelweg 3A 8191 AP Wapenveld
Nederland
E-mail:
[email protected]
287