3. Pedagogisch beleid 1o veiligheid
1 van 6
Veiligheid Voor de controle van de GGD maken we elke keer een gezondheidsrisico-inventarisatie en een veiligheidsrisico-inventarisatie. Op de site vind je ze onder informatie en toezicht. Veiligheid staat binnen ons kinderdagverblijf is een hoog vaandel. In ons veiligheidsplan is de werkwijze omtrent veiligheid omschreven. Het blijven toch andermans kinderen met wie we werken: een kostbaar bezit. Er moet dus alles aan gedaan worden om de veiligheid zo optimaal mogelijk te maken. Een veilig en overzichtelijk lokaal scheelt heel veel extra werk en oppassen. De kinderen van 0 – 4 jaar hebben allemaal een hanger (Badge) met hun naam en verplichte foto. ’s Morgens hang je de hangers van de kinderen op die deze dag gaan komen. De hangers gaan de hele dag met de kinderen mee, dus mee naar de slaapzaal, naar de gymzaal en naar buiten. Er zijn twee ringen om mee naar buiten te nemen. Op de ene doe je de kinderen die al naar huis zijn, zodat je goed kunt zien wie er nog is en wie niet. Alleen naar de wc gaan de hangers niet mee. Dit systeem is vooral bedoeld voor de veiligheid bij brand. We weten nu precies welk kind waar aanwezig is.
Tuigjes in de kinderstoelen Alle kinderen in de kinderstoelen moeten met een tuigje vast zitten. Wanneer de kinderen in een inzetstoeltje aan de tafel zitten, controleer deze dan of deze correct is vastgezet aan de bank voor dat je het kind erin plaatst. Om ongevallen te voorkomen. Schommel babygroep Volgens de richtlijnen van consument en veiligheid mag een kind 2 uur per dag doorbrengen in een schommel/maxi cosi. Ervan uitgaande dat ouders hun kind met een maxi cosi naar dagverblijf vervoeren, mogen kinderen 4 keer een kwartier per dag op de groep doorbrengen in de schommel. Als een kind in slaap is gevallen, mag het blijven liggen tenzij ouders hier bezwaar tegen hebben en willen dat het kind naar bed wordt gebracht. Deurenbeleid Er zijn omtrent het binnen laten van ouders strikte regels die door iedereen heel goed nagevolgd moeten worden. o o o o o
als een ouder aanbelt, mag je open doen als je ziet dat het een bekende is (op sommige plaatsen kan dat) je moet wel tegen de ouder zeggen: ik zie u staan, komt u binnen zodat de ouder niet denkt dat je zomaar open doet. Als je de ouder niet kunt zien, vraag je wie er is, de ouder moet zijn naam noemen en voor welk kindje en groep het komt: vader van pietje van de ukkengroep. Als je iemand niet kent, moet je dit eerst aan een collega navragen, zeg dit ook even tegen de ouder. In het intakeboekje/informatieboekje zijn ouders ook op de hoogte van deze regels. Als jij of je collega iemand niet kent, moet je naar de deur gaan en open doen en degene begeleiden naar wie hij moet zijn.
Aangepast door de instelling op datum: April 2015
3. Pedagogisch beleid 1o veiligheid
o o o
2 van 6
Kinderen mogen alleen mee met bekende. Als je een nieuwe pedagogisch medewerker bent is dit moeilijk, dus moet je in het begin steeds een collega vragen mee te kijken. Dit lijkt wat lastig, maar voor ouders geeft dit een vertrouwd gevoel. Geef geen kinderen mee als je iemand niet kent, liever een keer teveel vragen dan te weinig. Als anderen dan de ouders de kinderen komen halen, moet dit met toestemming van de ouders en identiteitsbewijs.
Eerste noodnummer Op de aanwezigheidslijst van de tablet kun je bij ieder kind het noodnummer vinden door het aan te klikken, het eerste noodnummer dat je moet bellen bij nood (zorg ervoor dat dit dus een 06 nummer is). Je bent als pedagogisch medewerker verantwoordelijk om te zorgen dat je dit van ieder kind hebt. Als dit nummer verandert, geven ouders dit door via het ouderportaal. Lawaai Natuurlijk maken kinderen geluid bij het spelen. Probeer kinderen wel zo op te voeden dat het gereduceerd geluid blijft. Leer ze hun volume te beperken, laat ze niet gillen en schreeuwen. Wees extra stil op slaapmomenten of bij het passeren van de slaapzaal. In het boekje van de buitenschoolse opvang wordt kinderen ook aangeleerd het geluid te reduceren. Je lokaal o Houd steeds in je lokaal in de gaten of alle veiligheidsmaatregelen nog getroffen zijn en nog functioneren: o Veiligheidsplaatjes in de stopcontacten o Geen losse snoeren o Veiligheidsplaatjes op scherpe hoeken o Schoonmaakmiddelen hoog buiten het bereik van kinderen, emmers met water niet in handbereik van de kinderen, let op dat de kinderen er ook niet bij kunnen als ze op het aankleedgedeelte staan. o Het schoonmaakmagazijn moet altijd dicht zijn o Meubilair of speelgoed met splinters verwijderen en doorgeven aan leidinggevende o Raadpleeg de gifwijzer als een kind toch iets binnen krijgt o Geen heet water uit de kraan o Kastjes en laatjes afgeschermd met veiligheidshaakjes o Geen klein speelgoed in de groep bij 0 – 3 jaar. o Geen hoeken waarin de kinderen niet zichtbaar zijn. o Zorg dat je EHBO trommel altijd op de goede plaats staat en voldoende gevuld is. o Let op dat speelgoed veilig is en blijft o Afgescheiden keukens o Kinderen mogen niet te lang in de loopstoeltjes niet langer dan 15 minuten achter elkaar. o Tassen moeten achter slot en grendel. Kinderen kunnen gevaarlijke dingen eruit halen zoals sigaretten of medicijnen. o Verdelgingsmiddelen voor ongedierte mogen alleen met toestemming van de leidinggevende worden geplaatst en moeten getoetst zijn op kind veiligheid of alleen worden neergezet bij sluitingstijd en ’s morgens weer weghalen bijv. mierenlokdoosjes. o Als er gedweild is, kinderen niet laten lopen
Aangepast door de instelling op datum: April 2015
3. Pedagogisch beleid 1o veiligheid
o o o o o o o o o o
3 van 6
Als er gemorst is, meteen opruimen Let op dat er geen groot speelgoed in de box komt, zodat kinderen erop kunnen staan en uit de box vallen Begeleid de kinderen altijd bij het in en uitklimmen van de kinderstoel Zet de kleine (bewegelijke) kinderen vast in tuigjes in de stoelen Loop nooit weg bij de tafel als niet alle kinderen vastzitten, zet bewegelijke kinderen bij je in de buurt Gebruik stoel verkleiners bij de kleintjes Let op: kinderen in de losse kinderstoelen verder van de tafel afzetten, omdat ze zich anders afzetten en met stoel en al kunnen vallen Zorg in een verticale groep er goed voor dat er alleen onder toezicht aan de tafel met de kleine onderdelen wordt gespeeld, zodat de kleintjes aan de andere kant ze niet kunnen pakken en in de mond kunnen stoppen Hang nooit crêpepapier om de lampen in verband met brandgevaar Beneden ramen mogen nooit open als de kinderen er zijn in verband met gevaar dat ze eruit klimmen.
Mochten er zaken kapot zijn mail dit dan aan de locatiemanager met uitleg wat er kapot is en de eventuele onderdelen (waar die liggen) GG & GD controleert op de volgende zaken als onderdeel van het verkrijgen van de vergunning: Andere ruimtes Entree o Zorg dat tassen en jassen van de kinderen goed in de luizenzakken aan de kapstok zitten o Leer kinderen goed aan niet te rennen in de gangen, als de vloer nat is van het dweilen heel rustig laten lopen. o Zorg dat de kinderen goed hun schoenen of sloffen aan hebben in verband met uitglijd gevaar o Let goed op de toegangsdeuren met vingers van de kinderen, hier zitten geen veiligheidsstrips op, wel gaan ze langzaam dicht. o Let goed op dat de kinderwagens alleen op de daarvoor bestemde plek staan en niet voor nooduitgangen, blusapparaten e.d. Slaapruimte o let heel goed op dat het kind niet tussen het hekje zit als je het hekje van het bed dicht doet. o Controleer voordat je wegloopt altijd of het hekje van het bed goed dicht is en de veiligheidshaken er goed op zitten. o Let goed op de temperatuur van de slaapzaal 18C . Laat kinderen niet met dikke kleren naar bed gaan. Zorg dat de airco zo staat dat hij over het plafond blaast en niet op de kinderen. o Als een kind koorts heeft niet te warm toedekken en extra controleren. Bij baby’s eventueel in box laten slapen zodat ze goed in de gaten gehouden kunnen worden o Inbakeren mag alleen met toestemming van de leidinggevende en de ouders en alleen in de speciale inbakerzakken. Noteren op bijzonderhedenlijst o Er mag geen eten of drinken mee naar bed.
Aangepast door de instelling op datum: April 2015
3. Pedagogisch beleid 1o veiligheid
o o o
4 van 6
Laat kinderen op sloffen of op blote voeten naar slaapzaal lopen, niet op sokken in verband met uitglijden. Oorbellen ( alle sieraden) en staarten uitdoen. Als ouders dit niet willen, dan dienen zij een toestemmingsformulier te ondertekenen en noteer je dit op de bijzonderheden lijst. Zet ’s morgens en ’s avonds raam open om te luchten (mits mogelijk). Nooit raam open doen als kinderen in bed liggen.
Slapen De kinderen slapen zoveel mogelijk in eigen bedje. Slapen doen ze op de tijden die ouders/verzorgers aangeven of als je ziet dat het kind moe wordt. Eigenlijk zoals het thuis ook gebeurt. Door in te spelen op deze individuele behoefte, voelt het kind zich veilig en prettig en voorkom je dat kinderen moeten slapen als ze geen slaap hebben en andersom. Aangezien het niet altijd stil is op de slaapzaal, proberen wij de kinderen te helpen door rustgevende muziek op te zetten. Op deze manier wordt hun aandacht afgeleid en worden ze rustig en vallen in slaap. De stapelbedjes moeten met de veiligheidsknop worden vastgezet. Voor alle zekerheid moet één kant van de bedjes ook tegen de muur of een ander bedje worden gezet, zodat de kinderen ze zeker niet open kunnen maken. De kleinste kinderen worden om veiligheidsredenen boven gelegd. Laat de klep van het bedje nooit uit je handen vallen, maar begeleid het met je hand naar beneden. Dit ook voor de veiligheid van je eigen handen en de levensduur van het bed. Vanaf de oudste dreumesen slapen de kinderen op bedjes in een lokaal dat tot slaapzaal wordt gemaakt. De kinderen mogen zelf een bedje uitzoeken. De pedagogisch medewerkers leggen de bedjes neer en de kinderen mogen zelf een bedje uitzoeken en hun kleren onder het bedje leggen. Als pedagogisch medewerker help je de kinderen die dit nog niet zelf kunnen en geeft ze hun knuffels en spenen. Een pedagogisch medewerker of stagiaire (de slaapwacht) blijft bij de kinderen en helpt ze waar nodig in slaap met wat aaien of een liedje. Op deze manier is het voor de kinderen een stuk rustiger en vallen ze eerder in slaap. Je kunt de slaapzaal in de gaten houden door de camera met geluid. Leg kinderen die wat ziek zijn of verkouden of buikslapers in een bedje dat je goed kunt zien. Kijk regelmatig bewust naar de monitor om er zeker van te zijn dat alles goed is. Bedenk dat geen geluid niet altijd betekent, dat het goed gaat. De hydrofiele doeken moeten door de ouders worden gewassen. Geef goed aan als er een vies is. Als je ziet dat een laken van ons vies (vuil, nat) is, moet het meteen worden verschoond. Twee maal per week worden ze gewassen zie schoonmaakschema. Kinderen van 0-2 jaar moeten een eigen slaapzak meenemen voorzien van naam. Deze worden ook door de ouders gewassen. De fopspenen van de kinderen zijn allemaal voorzien van naam en hangen apart van elkaar in de kast. Laat ouders regelmatig een nieuwe meenemen. De fopspenen worden iedere week in de vaatwasser gedaan. Wiegendood/sieraden Alhoewel dit niet zo'n leuk onderwerp is, denken wij wel dat we het aan de orde moeten stellen. Het komt nog wel eens voor dat kinderen alleen op hun buik in slaap vallen. Je moet de ouders/ verzorgers dan altijd, d.m.v een hiervoor bestemd buikslapersformulier vast laten leggen dat dit hun wens is. Wij vragen dit van om te zorgen dat als er sprake is van wiegendood wij er niet op aangesproken kunnen worden dat het kind op zijn/ haar buik heeft geslapen. Wij doen er alles aan om de kans op wiegendood te verkleinen,
Aangepast door de instelling op datum: April 2015
3. Pedagogisch beleid 1o veiligheid
5 van 6
onder andere door middel van: slaapzakken i.p.v. dekbedden, geen dikke kleren aan in bed, zomers bij warm weer geen slaapzak, elke dag ventileren, geen truien aanlaten met touwtjes en/of capuchon, geen koordjes aan spenen, uitdoen van haarelastiekjes en/of haarspelden, temperatuur beheersing d.m.v. de airco. Als ouders sieraden niet af willen doen, dan moeten ze een toestemmings formulier voor sieraden tekenen. Ook als ouders willen dat wij de kinderen inbakeren, is hier een toestemmingsformulier nodig. Let op: we bakeren alleen in met de hiervoor speciale inbakerzak, dus geen doeken van ouders. Bij de speciale inbakerzak kan het niet mis gaan, omdat deze zo gemaakt is dat het alleen op de goede manier kan. Allemaal noteren op bijzonderhedenlijst - inbakeren - buikslapen - toestemming sieraden Buitenruimte o zorg bij de buitenruimtes dat er geen vuil van buitenstaanders liggen en houd ook de planten en bosjes goed in de gaten. o Let ook goed op het materiaal waarmee je gaat wandelen. Is alles nog heel en stevig. o Blijf bij de glijbaan staan als de kinderen aan het glijden zijn en begeleid ze. o Controleer het buitenspeelgoed regelmatig op degelijkheid o Let goed op kleding met koordjes, waarschuw ouders hiervoor en laat ze goed wegstoppen. o Let goed op gebreken bij de speeltoestellen, scherpe randen, splinters e.d. geef dit door aan technische dienst. o De hekken mogen niet op slot op last van de brandweer tijdens het buitenspelen. o Altijd de stokken van de parasols erin zetten zodat de kinderen niet over de doppen in de grond kunnen vallen. o Laat kinderen niet te hard fietsen buiten en spoor ze aan voorzichtig voor anderen te zijn. Zandbak Voordat kinderen in de zandbak gaan, moet er worden gecontroleerd op zwerfafval en uitwerpselen van dieren Magazijnen o zet schoonmaakmiddelen altijd hoog weg o zet kleine voorwerpen altijd hoog weg o hou altijd de deur op slot
Veiligheid voor jezelf Elektrische apparaten kunnen gevaarlijk zijn als je niet goed weet hoe ze werken. In het kantoor staat een map met gebruiksaanwijzingen. Neem deze goed door. Let goed op bij bezoek aan kinderboerderij dat kinderen niet gebeten of gekrabd worden. Begeleid de kinderen goed bij het voeren van de beesten. Mocht een kind toch gebeten worden: o maak wond goed schoon met stromend water
Aangepast door de instelling op datum: April 2015
3. Pedagogisch beleid 1o veiligheid
o o
6 van 6
raadpleeg huisarts over verdere acties informeer de leidinggevende en de ouders
Laat kinderen allemaal handen wassen bij terugkomst of dit al doen bij de kinderboerderij zelf. Planten Alleen de locatiemanager mag planten aanschaffen. Van deze planten moet documentatie aanwezig zijn die kunnen aantonen dat de planten niet giftig zijn. Je mag dus geen planten van ouders aannemen of zelf meenemen.
Aangepast door de instelling op datum: April 2015