met een omweg naar Moskou
Detour to Moscow
2010 Hou je van motorrijden en mooie steden met cultuur dan is het een uitdaging. Heb je een hekel aan grensprocedures, slechte wegen, corrupte politie en veel kilometers, neem dan het vliegtuig.
In 20 dagen via Duitsland, Polen, Litouwen, Belarus (Wit-Rusland) naar Moskou in Rusland en dan via Kiev in de Oekraïne en Polen weer terug naar huis. Totale afstand 6.246 km. Het totaal aantal deelnemers was 56.De hotels waren geboekt en de routes werden aangeleverd. Je mocht ook je eigen route bepalen, je reed met wie je wilde, vertrek- en aankomsttijden waren vrij.
vooraf Het begint als op 1 december de bevestiging van de inschrijving op de deurmat valt. Het papieren circus kan beginnen. Gelukkig wordt het grootste deel uit handen genomen door de KNMV. Via nieuwsbrieven worden we op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Extra (verplichte WA) verzekeringen, visa, routes op papier en voor het navigatiesysteem en tot slot een minicursus Russisch. Het grootste obstakel is het cyrillische schrift. Mijn achternaam bijv. is dan: CMИTC. Natuurlijk moeten de motoren in orde zijn. Gelukkig is dit voor ons beperkt tot het vernieuwen van banden, olie en ketting. Verder een algemene controle incl. remblokken. Als BMW-rijder is het toch steeds wennen dat je een spuitbus voor de ketting (van de BMW van José) mee moet nemen. De laatste weken zijn toch wel spannend. In Oost-europa waren overstromingen met in Warschau 1 meter water terwijl Rusland leed onder een extreme hittegolf die weken aanhield met temperaturen tot 38 graden. Honderdduizenden hectare bos-en veenbrand met op het Rode Plein 50 meter zicht en rook in de beroemde metro. Alles ligt klaar op het logeerbed. Ondanks een meer dan uitgebreide gereedschaps- en EHBO-set en een flinke foto-uitrusting compleet met statief is het met 4 zijkoffers, 2 topkoffers en 2 tanktassen geen probleem om alles mee te nemen. Het oliepeil wordt nog eens gecontroleerd. En dan komt de grote twijfel of je wel alles hebt. 1
Vertrekpunt De groep komt bijeen in Fürstenwalde, rechts onder Berlijn, een afstand van 657 km. We halen Jos op in Berg en Dal en eenmaal over de Duitse grens gaan we binnendoor om bij Paderborn de A2 op te draaien. Het is nu een kwestie van de tijd uitzitten. Met het uur stijgt de temperatuur en om drie uur ‟s middags zitten we op 32 graden. En als we om half zes aankomen hebben we nog steeds een zwoele 28 graden. Eigenlijk was er een koudefront voorspeld vanuit het westen maar waarschijnlijk zijn we sneller dan de wind geweest. De motoren kunnen afkoelen in de ondergrondse parkeergarage. Na een verfrissende douche maken we op het terras onder het genot van een koud glas bier kennis met de andere deelnemers. Vanaf 19.00 uur is het buffet geopend en dit tijdstip staat vast voor de rest van de reis. Martijn en Tjip, onze evenementenbegeleiders, heten ons welkom tijdens een informele briefing. Ook wordt het eerste dagjournaal uitgedeeld over de dag van morgen. Deze bulletins bevatten informatie over de route, te bezoeken steden, tips en kaarten.
Poznan De etappe naar Poznan in Polen is maar 255 km zodat we tijd hebben om de stad te verkennen. Na een uitgebreid ontbijt vertrekken we in een noordoostelijke boog om na 50 km de Poolse grens over te steken. De temperatuur is nog steeds hoog maar gelukkig rijden we door bosgebieden met schaduw. Het landschap golft op en neer en we kunnen de gevolgen van de overstromingen door de Oder en de Warta nog zien. Grote stukken land staan nog blank en in agrarisch gebied staat de maïs met de voeten in het water. Ook in Park Narodowy Ujscie Warty zijn grote waterpartijen. We hebben tijd genoeg en stoppen regelmatig voor een drankje. Het is zondag en in de bijna eindeloze bossen zoeken mensen paddenstoelen; sommigen bieden ze te koop aan vanaf de motorkap van hun auto. Op sommige parkeerplaatsjes hangen auto-onderdelen zoals bumpers, wieldoppen, grills aan een touw in de boom. Er niemand te zien en de betekenis ontgaat me. Ook zien we af en toe een meisje langs de weg –er is geen bushalte en ze heeft geen paddenstoelen te koop- maar deze betekenis is me wèl duidelijk. Na de bossen volgen uitgestrekte open vlakten met een aangenaam verfrissende wind. De sporadische huizen zijn klein en afgesmeerd met cement. Mede door de (voor ons onleesbare) Poolse teksten voel je je echt in het buitenland. Bij de spoorwegovergangen remt iedereen stevig af. Niet uit respect voor het geplaatste stopbord of de trein maar meestal is er sprake van een ongelijkvloerse kruising met nadruk op ongelijk. Een verschil van 10 cm is niet ongewoon. In de kleine dorpen vinden we toch hoogbouw van 45 lagen met op ieder balkon minimaal één schotel. Hier ligt nog een gat in de markt voor kabelexploitanten. Met behulp van het bolletje-pijltje systeem van de routebeschrijving en het plattegrondje van het dagjournaal kan in Poznan het hotel worden gevonden. Maar het Garmin navigatiesysteem wint het natuurlijk met een straatlengte. Het oudste deel van de stad -Ostrów Tumski- lijkt op dat van de Baltische hoofdsteden Tallinn en Riga. Smalle straatjes met kinderkoppen, huizen in pasteltinten en bejaarde trams. Trouwauto‟s rijden over het plein en parkeren voor de Stanislauskerk. Een twintigtal (nep) bruiden zamelt geld in voor een charitatief doel. Voor een foto is Jos wel bereid daar tussen te poseren maar maakt zich dan uit de voeten. Wij genieten op een terrasje van een pilsje en het mensen kijken. Terug in het hotel blijkt het eten al duidelijk af te wijken van het Duitse: meer goulash(soep) en aardappelen. Wij wagen ons voor een slaapmutsje aan de wodka. Er zullen in de loop van de reis nog vele glaasjes volgen. 2
Warschau Het is zwaarbewolkt maar droog en het zal zo‟n 20 graden worden. We zijn snel Poznan uit. De E261 is een provinciale weg maar druk met veel vrachtverkeer. Inhalen is moeilijk en eigenlijk overbodig want het voegt niets toe en we hebben tijd genoeg. Het landschap is golvend en agrarisch met enorm uitgestrekte korenvelden. Eigenlijk is er maar weinig te zien en dat is maar goed ook want het verkeer eist alle aandacht op. Bij Strzelno staan een Nederlandse reisbus (jawel!) en enkele andere deelnemers bij een rustiek, uit dikke boomstammen opgetrokken restaurant. Een groot rieten paard en een oud vrachtautootje zijn de aandachtstrekkers. Naast het terras staat een flinke verzameling oude landbouwwerktuigen opgesteld. Een prima plaats voor een koffiestop en de cappuccino smaakt prima. Jos geeft een kleine rondleiding en verklaart de werking van de werktuigen. Ook andere groepen stoppen hier en onze pauze loopt door de gezelligheid wel wat uit. Bij Kruszwica steken we de brug over het noordelijkste puntje van het Goplo-meer over. Op de parkeerplaats wil Frans V. toch even de zithoogte van mijn GS proberen. Hij is op zijn 65e als herintreder weer begonnen met motorrijden en heeft 10 jaar later ruim twee ton op zijn Pan 1300 staan. Volgens zijn zeggen kan hij het motorrijden alleen betalen omdat zijn vrouw in het seizoen asperges steekt en aardbeien plukt….. Het laatste stuk gaat binnendoor maar we treffen een afgesloten brug. Ik laat het aan de Garmin over een andere route te vinden wat achteraf een foute keuze was. De ouderwetse landkaart liet achteraf een mooiere zien. Na een flinke omweg komen we door het natuurgebied Kampinoski Park Narodowy. De laatste 30 km naar Warschau zijn niet leuk meer. Weg nummer 60 is ontzettend druk met veel tijdelijke verkeerslichten vanwege werkzaamheden en voert door de dorpjes en voorsteden. De laatste 10 km zitten we door de brede koffers vast in de vijfuur-spits en wordt het stoppen en optrekken. Als we om zes uur aankomen, mogen we bij het Novotel alleen na wat gedoe parkeren om de bagage af te laden. De nachtstalling is in een openbare parkeergarage wat toch geen veilig gevoel geeft. Het hotel is een kolos van 31 verdiepingen, vol met toeristen en congresgangers. Dat de lift alleen werkt met een magneetkaartje is een nieuw fenomeen voor ons. Na het eten gaan we met de metro in een lichte miezerregen naar het centrum. We strijken neer op een bijna verlaten terras op het oude marktplein met het standbeeld van de Meermin. Hoewel de kleurige gevels zijn verlicht maakt het plein nu een sombere indruk. Vanuit de taxi terug naar het hotel krijgen we de indruk dat er toch veel te zien is en maken het voornemen hier nog eens voor een weekendje terug te keren. 3
Suwalki Met weer een kleine 400 km toeristische route voor de boeg staan we wat vroeger op en nemen ons voor kortere pauzes te nemen want gisteren hebben we het wat te bont gemaakt. Warschau uitrijden in de spits is iets waar we niet omheen komen. Gelukkig zal het vandaag niet zo heet worden. De eerste honderd kilometer is het even doorbijten op de tweebaansweg met veel vrachtverkeer en wegwerkzaamheden. Bij Ostroleka draaien we linksaf en dat is een verademing. Het asfalt is prima, koele bossen en slingerende wegen. Het Mazurski Park Krajobrazowy volgt. De door ons gevolgde route is schitterend maar het hobbelige asfalt laat hier geen hogere snelheid dan zeventig toe. Misschien kunnen we hier al wennen aan wat ons nog te wachten staat. Na een twintigtal kilometers wordt het wegdek weer wat strakker en kunnen we genieten van het Mazurische merengebied. In Mikolajki aan het Sniardwymeer strijken we samen met Ad neer op een terras. Het is een echte toeristenplaats met een jachthaven en een heuse rondvaartboot. De tweede taal is Duits en de toeristen drentelen tussen de souvenirshops door die van alles aanbieden van Aziatisch houtsnijwerk tot Afrikaanse trommels toe. De route maakt een omweg langs Ketrzyn (Duits: Rastenburg) waar bij het dorp Gierłoż de Wolfschanze was gevestigd; Hitlers hoofdkwartier voor Oost-Pruisen. Het complex bestond uit een groep bunkers en versterkte gebouwen in een dicht bebost gebied, omringd door enkele ringen van prikkeldraad. Dichtbij lag een vliegveld. Naast de Führerbunker waren er ook gebouwen voor andere nazi-kopstukken, de lijfwachten van de Führer en eventuele gasten. Op een aftakking van de spoorlijn bij Ketrzyn stond ook de gepantserde trein van Hitler (de Führer-Sonderzug). Er werkten hier meer dan 2.100 soldaten en burgers. Hoewel het een zwaar beveiligd complex was, werd er op 20 juli 1944 in het Pruisische hoofdkwartier een bomaanslag op Hitler gepleegd door een groep officieren onder leiding van kolonel Claus von Stauffenberg. De aanslag mislukte, doordat de bom onder een zware tafel stond. Er vielen enkele doden maar Hitler werd slechts licht gewond. Het hele complex is opgeblazen door de Duitsers zelf tijdens de terugtrekking, omdat Hitler het te waardevol achtte om door de Sovjets te laten gebruiken. Bij de ingang staat onder een camouflagenet een Ural zijspancombinatie in oorlogskleuren. Tegen betaling kan men hier een Wehrmachts-uniformjasje aantrekken en zich zo laten fotograferen met een Luger pistool of Schmeisser machinegeweer in de hand. Een Pools echtpaar met een korte broek onder het jasje poseert lachend. Het doet ridicuul aan en is tegelijk triest en getuigt van weinig smaak c.q. historische kennis. In een ruimte geeft een maquette een overzicht van het complex. Ook zijn er foto‟s van de vernietigde vergaderruimte. Buiten resten alleen de betonnen overblijfselen van de enorme dikke wanden van de bunkers. Ze zijn met mos begroeid en gaan op in het groen van het bos. Een goede schoonmaakbeurt en flink wat snoeiwerk zouden de massiviteit beter tot zijn recht laten komen. 4
Samen met de handgeschilderde verwijzingsbordjes maakt het op mij een amateuristische indruk met als enig doel geld te vangen. Het is nog 120 km en we genieten van de slingerende wegen door het glooiende landschap en de mooie meren. Het is hier een echt vakantiegebied met water en rust. Hotel Hancza in Suwalki heeft 2 sterren, Poolse wel te verstaan. Het is achterhaald door de tijd maar het is er schoon. Bij de receptie krijgen we op de man een afstandsbediening voor de tv verstrekt. We hoeven nog net niet voor ontvangst te tekenen. We hebben geluk: voor ons “appartementje” hebben ze twee kamertjes bij elkaar getrokken. Voorzichtig openen we een venster en houden daarbij het kozijn vast i.v.m. eventuele voorbijgangers. Het risico is niet denkbeeldig dat het kapotte glas omlaag kiepert. De muren zijn met tempex beplakt dus met de isolatie zit het wel snor. De anderen klagen over lekkende douchebakken en te kleine kamertjes. Maar soms is er geen keus met zo‟n grote groep gasten. Op de parkeerplaats achter het hotel verdeelt Martijn de meterslange kabelsloten om door de wielen te halen. Het is er erg open en je weet maar nooit. We komen nu in gebieden waar we worden gezien als rijken die best iets kunnen missen. Na het avondeten slenteren we door het stadje maar er is weinig te beleven. We nemen in Bar54 nog een slaapmutsje maar ook hier is het om halftien sluitingstijd.
Grutas Park (LT) De lucht is blauw en het zal 20 graden worden. De route slingert lekker en bij de grens kunnen we zo doorrijden want we blijven in de EU. Litouwen is toch anders. Het landschap golft hier iets meer met kleine heuvels. De levensstandaard lijkt hier op het eerste gezicht lager. Veel houten huizen die aan Zweden doen denken. Druskinikai is een kuuroord en de aanbevolen route voert dan ook naar het centrum. Helaas voor ons is er op het eerste gezicht niets te zien en ons hoogtepunt hier is dan ook een van de plaatselijke benzinestations met brandstof en cappuccino. Vijf kilometer verderop ligt het Grutas Park. Tussen 1989 en 1991, tijdens het herstel van de Litouwse onafhankelijkheid, werden velen monumenten uit de Sovjettijden ontmanteld en opgeslagen in de pakhuizen, achtertuinen en vooral in panden van nutsbedrijven. De beelden stonden opgesteld op de belangrijke locaties in het land, waar ze indruk moesten maken op de bevolking. Sommige beelden waren in slechte staat, na jaren van verwaarlozing. Een van de beelden van Lenin stond opgesteld in de buurt van het voormalige KGB-kantoor in Vilnius. Viliumas Malinauskas begon in 1999 met het verzamelen van de oude Sovjet beelden en in 2001 opende hij een openluchtmuseum waar een groot aantal beelden staan opgesteld van onder andere Lenin, Stalin en andere notoire politieke Sovjet leiders. De meeste beelden staan in het museum op de grond, maar tijdens de Sovjets stonden zij vaak op een hoge sokkel. Daarnaast beschikt het over een fotogalerij, een binnenmuseum en informatie centrum, een speeltuin en dierenweide. Kortom, een (eenmalig) bezoek mag niet ontbreken. We wandelen wat rond en leggen een en ander digitaal vast.
5
Trakai Zo‟n 25 km vóór Vilnius ligt Trakai, een stadje in een uiterst waterrijk gebied met veel meren. Het is vooral bekend vanwege zijn kasteel, een reconstructie. Het ligt op een eiland in een meer met een lange toegangsbrug. Groot, prachtig en helemaal opnieuw opgebouwd. Maar daardoor doet het niet oud aan, heeft geen uitstraling. We kennen het al van een eerdere reis. In de gebouwen zijn exposities van kunst- en gebruiksvoorwerpen. Een echte touristtrap (toeristenval) compleet met verplichte looprichting. Aan de oevers van het meer staan overal souvenirkraampjes en de dorpelingen verhuren hun erf als parkeerplaats. We hebben geen behoefte aan een tweede bezoek en strijken neer op een terrasje voor een warme chocomel met slagroom. Desgevraagd bevestigd de ober dat hij “hot chocolate” heeft. Zijn interpretatie is toch anders dan de onze. Hij brengt een ijscoupe met daarin een chocoladesaus, gegarneerd met hazelnoten. Het laatste stuk is prachtig en doet denken aan de Mergelland-route. De weg stijgt en daalt over kleine heuvels en slingert door het landschap. Bosgebied en agrarisch wisselen elkaar af. Met de kilometerteller op 100 is dit een traktatie.
Vilnius ‟s Avonds lopen we in 20 minuten naar het oude centrum van Vilnius. Ter oriëntatie proberen we onze twee jaar oude herinneringen weer boven te halen. We strijken neer op een terrasje en genieten van het toerist-zijn. We zijn niet de enigen want andere deelnemers zijn ons al voorgegaan, gewikkeld in een deken tegen de avondkoelte. De afgelopen dagen zijn toch vermoeiender geweest dan gedacht want we slapen als een blok tot negen uur. Na een, door veel kletsen uitgelopen ontbijt, wandelen we weer naar het oude centrum. Er is ook een toertocht uitgezet naar o.a. het vermeende middelpunt van Europa maar wij geven de voorkeur aan een dag zonder motor. Aan de Gedimino Prospekt is het KGB-museum gevestigd, het hoofdkwartier van de Russische geheime dienst tijdens de Tweede Wereldoorlog en de bezettingsjaren daarna. Vanaf deze locatie in het centrum van de stad werden gevangenen na maanden van ondervraging en foltering naar de catacomben van het complex gebracht om te worden doodgeschoten, of zij werden naar werkkampen in Siberië overgebracht waar de meesten van hen stierven aan uitputting, honger of ziekte. In de granieten gevels van het gebouw staan honderden namen gebeiteld. Iedere naam is van een gevangene die tijdens de gevangenschap of vlak daarna omkwam. Volgens de deels bewaarde archieven werden tot in 1963 hier mensen vermoord, in de jaren '70 en '80 van de vorige eeuw werden politieke gevangenen opgesloten in instellingen voor geesteszieken. Tot 1987 werden in dit gebouw mensen opgesloten. Sommige cellen zijn precies ingericht zoals ze in het verleden werden gebruikt. Gevangenen werden bij aankomst opgesloten in een cel ter grootte van een bezemkast. Er werden zoveel mogelijk mensen tegelijk opgesloten zodat zij uren lang moesten blijven staan en ze mochten niet met elkaar spreken. Ze werden later overgebracht naar een niet verwarmde cel waar hij of zij op een kale betonnen vloer moest slapen, samen met tientallen andere gevangenen. Een enkele lamp verlichtte de cel dag en nacht. Om de paar uur werden ze gewekt voor een verhoor. Een geluidsdichte cel met een dwangbuis werd gebruikt voor martelingen. In de executiekamer onder in de kelders was een riolering aangelegd om het bloed af te voeren. Hier zijn duizenden vermoord. 6
Vilnius is een prachtige stad en de moeite van het bezoeken waard. We slenteren langs enkele van de veertig kerken zoals de St. Teresa, Holy Trinity en de imposante gevels van Devine Mercy Shrine. De hoofden met gouden gezichten van de “Drie Muses” bij de ingang van het Nationaal Drama Theater doen denken aan Venetiaanse carnavalsmaskers. We zien enkele reisgroepen die door de gids worden bedolven onder informatie, ergens naar binnen en meteen weer naar buiten worden gesleurd op weg naar het volgende object. Wij vinden een rustig plekje achter de Russische orthodoxe kerk naast de brug over de rivier. Weg van de drukte op een terrasje onder de bomen genieten we van een grote pul koel Svyturys-pils en bekijken de mensen op afstand. Aan de reling van de brug hangen vele, gegraveerde hangsloten. Een gebruik bij bruidsparen die vervolgens de sleutel in het water gooien. Volgens mij bewaren sommigen toch de reservesleutel…
Minsk (BY) Een relatief korte dagafstand van 200 km maar we weten niet hoe lang de formaliteiten aan de grens met Belarus (Wit-Rusland) in beslag zullen nemen. Om tien voor tien staan we aan de grens. Aan de Litouwse kant is een korte controle op paspoort, internationaal rijbewijs en groene kaart. Dit is vermoedelijk om te voorkomen dat we later alsnog worden teruggestuurd. Aan de Belaruskant krijgen we eerst een loopbriefje waar het kenteken en het merk van de motor worden genoteerd. Op dit briefje knalt iedere ambtenaar een stempel als teken dat de betreffende formaliteit is vervuld. Bij de slagboom wordt dan gecontroleerd of er geen stempels ontbreken en wordt het loopbriefje weer ingenomen. Een simpel maar omslachtig, tijdrovend systeem omdat je steeds in de rij moet staan. Aan het eerste loket wordt het loopbriefje gestempeld, verder niets. Bij loket 2 moeten we à raison van $3 een basisverzekering ziektekosten afsluiten, ongeacht het feit dat we die al hebben. Bij loket 3 wordt een immigratieformulier ingevuld en bij loket 4 vullen we het douaneformulier in met de gegevens van de motor, in te voeren kostbaarheden, vreemde valuta etc. Tenslotte laten we bij het vijfde loket ons paspoort zien en wordt het visum gecontroleerd. Omdat iedere ambtenaar de gegevens in een apart computersysteem invoert en we de volgorde van de loketten niet kennen, staan we om half een bij de slagboom. Twee uur en drie kwartier: niet slecht! Belarus ligt voor ons open en hier wacht een rij van drie kilometer vrachtauto‟s op toegang tot Litouwen. De weg naar Minsk lijk één rechte streep, de zijwegen gaan over in zand. Het is dunbevolkt en er is weinig verkeer. We zien kleine houten huisjes met een golfplaten dak van metaal of misschien zelfs van eterniet. Na een poosje stoppen we en een zeldzame Russische motorrijder 7
op een Japanse machine volgt ons voorbeeld. Hij schudt ons de hand maar communicatie is niet mogelijk omdat zijn kennis van het Engels net zo groot is als de onze van het Russisch. Misschien wilde hij ons helpen? In de velden langs de weg zien we koeien, niet achter prikkeldraad maar met een herder er bij wat het gevoel geeft terug te gaan in de tijd. De hoofdstad Minsk is met 1,8 miljoen inwoners een grote stad. Het verkeer stroomt redelijk door maar het is even wennen aan de Russische rijstijl. Dwars over drie rijbanen van links naar rechts gebeurt zonder blikken of blozen maar ook zonder richting aan te geven. Ook nu is de Garmin hard nodig om het hotel te vinden. De KNMV-delegatie, gevormd door Tjip en Martijn, staat ons keurig op te wachten. Na het inchecken kunnen we de motor met een kaartje stallen in een omheinde parkeerplaats. Onze kamer is op de 16e verdieping en hier troont een forse dame achter haar bureautje. Zwijgend en zonder enige uitdrukking op haar gezicht neemt deze etagewacht de gegevens van ons kaartje over in een register. Zou ze stiekem onze aankomst- en vertrektijden noteren? Misschien heb ik wel teveel KGB-films gezien? Terug in de lobby zien we hoe buitenlandse reisbussen hun inhoud droppen: honden met hun eigenaren. Kleinere exemplaren in benches, grotere mogen zelf lopen. Er blijkt dit weekend een internationale show te zijn dus mensen die vinden dat honden niet in een hotel thuis horen of niet met een Samojeed of Husky in de lift willen hebben enkele moeilijke dagen. Het toppunt van decadentie is wel de aankomst van een stretched limo met viervoetige inhoud! We gaan even wisselen. Voor € 1 krijgen we 3.800 roebel en 200.000 roebel lijkt nogal veel. We wanen ons rijk maar voor een halve liter bier gaan er al 18.000 uit de portemonnee, voor een dubbele wodka 40.000. We lopen nog even de stad in en zien weer verschillende bruidsparen die in het stadspark foto‟s laten maken. Blijkbaar is ook hier vrijdag trouwdag! (We hebben dit al eerder gezien in de ex-Oostbloklanden. En we gaan er nog meer zien.) Minsk is toeristisch een heel stuk minder dan het Vilnius van gisteren en omdat het begint te miezeren houden we het voor gezien. Bij het avondeten blijkt dat er in het hotel behalve de hondententoonstelling ook nog het wereldkampioenschap taekwondo wordt gehouden. Een bonte mix van mensen en nationaliteiten bevolkt het restaurant. ‟s Avonds in de bar zien we een ander Russisch fenomeen: dames van plezier. Niet opdringerig maar als je maar vaak genoeg kijkt zoeken ze wel toenadering voor een “informatief” gesprek.
8
Smolensk (RUS) Terug op de M1 naar de grens valt me op dat er af en toe plaatsen zijn waar het vrachtverkeer moet stoppen om gewogen en eventueel nagemeten te worden. Toch zijn de rijsporen in het asfalt diep. Na een flink stuk vierbaansweg doemen tolhuisjes op. De juffrouw wil geen roebels maar een euro. Als ik duidelijk maak dat ik geen losse euro‟s heb is een dollar ook goed. (Van anderen hoor ik dat ze gewoon kan wisselen in euro‟s). In het voorbijrijden meen ik een bordje te hebben gezien voor auto‟s: € 10 of $ 13, of 100 roebel. Maar deze rekensom kan niet kloppen tenzij men buitenlanders discrimineert. Bij een volgend station sluiten we achter het groepje van Martijn aan. We krijgen wel een afrekenstrookje van $ 3 per motor maar hoeven niet te betalen. Achteraf blijkt dat ze gemakshalve alles bij Martijn heeft afgerekend. Vandaag is het 10 graden, droog met een nat wegdek en dreigende luchten. Het laatste uur miezert het een beetje en de rechterbaan van de M1 is spekglad, in en buiten de diepe sporen. Een enkele keer voel ik een ruk van het achterwiel wat wil zeggen dat het even doordraaide. Af en toe gaat er een lichte slingering door de motor. We kiezen er voor om het tempo te laten zakken naar honderd en alleen de linkerrijstrook te gebruiken. We horen later dat er iemand langs de weg is geraakt. Soms duikt er onverwacht een diep gat op of een combinatie van gaten. Het landschap golft op en neer en sporadisch zien we houten huisjes die de indruk maken onbewoond te zijn. Tientallen kilometers lang strekken de bossen zich uit, afgewisseld met agrarisch gebied. Er is slechts weinig verkeer en dan hoofdzakelijk vrachtauto‟s. De grensovergang van Belarus naar Rusland levert geen vertraging op. De grenswacht informeert alleen of we het douaneformulier voor de motor bij ons hebben. Waarschijnlijk heeft hij alleen interesse voor de motor, anderen mochten bij regenweer zo doorrijden. Meteen na de grens stoppen we bij een soort chauffeurscafé om de inwendige mens te versterken. Ze nemen geen Belarus roebels, geen dollars, geen euro‟s, geen Visa en je kunt niet pinnen. Alleen Russische roebels en die hebben wij nog niet. We overnachten in Motel Smolensk, dat er van buiten uit ziet als een verwaarloosde fabriekshal. De eerste twee verdiepingen zijn aan de binnenkant gerenoveerd en dat ziet er redelijk goed uit. Maar het personeel is vriendelijk en geïnteresseerd en dat is voor ons belangrijker.
Naar Moskou De receptioniste ligt nog met haar hoofd op bureau te slapen als wij ons naar het ontbijt begeven. Omdat de M1 gisteren nogal eentonig was besluiten we om vandaag na 100 km ergens binnendoor te rijden parallel aan de hoofdweg. We draaien af naar Safonovo. Het dorp heeft houten huizen maar ook flats die al bij aflevering vervallen lijken. Grauw, gescheurd en met verschillende kleuren kozijnen. We maken wat foto‟s en van de andere kant nadert een groep met Wim voorop. Zij zijn vanaf Smolensk binnendoor gegaan en keren nu terug naar de zekerheid van de M1. Wij rijden even door naar Dorogobuzh en dan linksaf naar de R 134. Deze weg staat op de landkaart en ook op de Garmin is hij bekend. Na een rondje om het hele dorp gaat het rechtsaf, een brede nieuw geasfalteerde weg op. Na een poosje wordt het zand, 9
dan weer verhard en we passeren een asfaltcentrale. Opnieuw wordt het zand, breed en vlak: klaar voor de machines. De weg golft over de heuvels en loopt dood in een dorpje rechts. Wij moeten echter links, naar een brede zandweg met diepe sporen. De gaten zijn wegbreed en gevuld met water. Ik maak wat foto‟s als Jos met zijn Yamaha bij een doorwading een fraaie boeggolf produceert. De weg gaat over in een bospad van nauwelijks drie meter breed. Flinke knippen als op een motorcrossterrein en de plassen worden dieper. Niet te omzeilen want het bos is ontoegankelijk voor de motoren. Verschillende keren is het te diep voor José en rijd ik haar motor er door. Jos kan zichzelf redden ook al spat het water soms boven de kuip uit. Achteraf is het jammer dat we hier niet meer foto‟s hebben gemaakt. We twijfelen waar we uit zullen komen maar het navigatiesysteem geeft aan dat we nog steeds op de R134 rijden. Omkeren is ook een optie maar tot drie keer toe komen we een auto tegen wat ons sterkt in het gevoel dat we bijna “ergens” zijn. Na anderhalf uur komen we 12 km verder weer op het asfalt. Het brengt ons naar Izdeshkovo maar de hoofdzaak is dat we van het zand af zijn. Vóór het dorp gaan de spoorbomen omlaag om een ellenlange goederentrein te laten passeren. Uit het wegdek komen over de volle breedte ijzeren kleppen omhoog van wel 50 cm om doorrijders te ontmoedigen. Het is zondag en dus (bijna) geen vrachtverkeer maar toch staan we ruim 30 km vóór Moskou al in de file. Amsterdam heeft één ringweg, Moskou drie! Drie rijstroken rijden langzaam en stokkend, de vluchtstrook gaat iets sneller en ook de berm tot aan de sloot wordt gebruikt. Hoe groter de auto des te meer rechten. Op een gegeven moment passen we ons maar aan de Russische (brutale) rijstijl aan en benutten ieder gaatje. Hotel Korston is vroeger een casino geweest en nu onze basis voor sigtseeing. Het is groot, kleurrijk en eigenlijk toch wel decadent. In het restaurant Griekse stijl “Galileo” is een galei nagebootst en op het dek kun je ook dineren. Er is een sushi restaurant, diverse souvenirshops en een “erotic club”. Op de 1e verdieping, waar we de volgende dag zullen ontbijten, kijk je vanaf het balkon omlaag op een Parijs pleintje. De gevels van de huizen rondom –met verlichte ramen- zijn uitgebouwd en in de hoge koepel is een wolkenlucht geschilderd. Het eten is prima maar ook hier wordt het bord meteen onder je neus weggehaald en zitten er geen pauzes tussen de verschillende gangen. Als we ‟s avonds in de bar van de lobby nog een wodka drinken als slaapmutsje is ook hier een tiental keurig uitziende dames wel bereid ons een massage te geven.
sightseeing in Moskou
10
Martijn is rond geweest om de interesse te peilen voor een rondrit per bus. Gedurende de drie uur durende trip zullen de belangrijkste bezienswaardigheden worden aangedaan en dan worden we afgezet in de buurt van het Rode Plein. Een mooie gelegenheid om vooraf te bepalen wat voor ons de moeite waard is. Het is 10 graden en vanuit een verwarmde bus is het toch aangenamer. De chauffeur vertelt het een en ander en John, docent Russisch, vertaalt het. De tocht voert natuurlijk langs het Kremlin, het Rode Plein met de wereldberoemde Basiliuskathedraal, het Bolsjoj-theater, typische toeristenstraten zoals de Arbatskaya, de Christus Verlosserkathedraal met uitzicht op de rivier de Moskva en het reusachtige monument voor Peter de Grote. Als we weer in het centrum worden afgezet is het jammer dat het Rode Plein is afgezet met dranghekken en tribunes het zicht op de beroemde Basiliuskathedraal blokkeren. Over enkele dagen is hier een militaire taptoe. We kopen toegangskaartjes voor het Kremlin, de oude vesting uit de 12e eeuw. De huidige vorm met zijn dikke muren stamt uit het einde van de 15e eeuw. Het 27,5 hectare grote terrein heeft talloze torens, paleizen en kathedralen. We kiezen voor de goedkoopste variant waarmee we ook in enkele kerken mogen. De Wapenzaal is gesloten en de hier verzamelde kunst- en gebruiksvoorwerpen, waardevolle manuscripten en iconen kosten de geïnteresseerde liefhebber minimaal een dag. We slenteren tussen de Maria Hemelvaartkathedraal en de kathedraal van de aartsengel Michael door en maken foto‟s van de paleizen en het “Tsaarkanon”en de “Tsaarklok”. De maag knort en aan de oever van de rivier de Neglinnaja vinden we bij winkelcentrum “Ochotnyj rjad” een zaak die een soort wraps met kebab verkoopt. We wandelen over het Manegeplein naar het graf van de onbekende soldaat aan de voet van de (Kremlin)muur van het Arsenaal. We zijn juist op tijd voor de wisseling van de wacht. Bekende beelden van soldaten die hun gelaarsde benen als robots omhoog zwiepen. Ons bezoek aan het warenhuis GOM is maar kort. Onze maandsalarissen zijn hier nauwelijks toereikend voor een klokje van Cartier en de meeste winkels hebben hun artikelen niet geprijsd. “Als je informeert naar de prijs kun je je het niet verloven” is hier het motto. Tegenover het hoofdkwartier van de KGB drinken we bij Starbucks koffie tegen een prijs die zelfs bij ons hoog te noemen is. We gaan ondergronds in de beroemde metro die dagelijks meer dan 12 miljoen mensen vervoeren. Het systeem van de lijnen is simpel, zeker als je een plattegrondje in de hand hebt. Probleem is ook hier het Cyrillisch schrift. Enorm lange roltrappen voeren ons naar de perrons die op het diepste punt meer dan 80 meter onder de grond liggen. De aanleg is gestart in de jaren dertig en de stations zijn staaltjes van cultuur waarbij ieder station anders is. Beelden, muur11
schilderingen, gebrandschilderde ramen, ornamenten en kroonluchters roepen toch een ander beeld op dan de graffiti bij ons. Ook de bovengrondse ingangen zijn vaak versierd. Echt een aanrader om hier enkele uren door te brengen. Op verschillende plaatsen proberen we de Wit-russische roebels in te leveren maar vangen bij alle banken en wisselkantoren bot. Men adviseert ons naar het station Belaruskaya te gaan van waar de trein naar Belarus vertrekt maar ook daar vinden we niets (hoewel achteraf blijkt dat er wel een klein kantoortje is dat ze wisselt). We slenteren door de lange Arbatskaya, eigenlijk een kitscherige toeristenstraat waar je wordt doodgegooid met souvenirs variërend van baboesjka‟s –holle houten poppetjes van verschillende grootte die in elkaar passen- tot aan T-shirts met de meest idiote opschriften. Het zijn vreemd genoeg Engelstalige donkere Afrikanen die proberen ons de winkels in te lokken. Tegen elven keren we terug naar het Kremlin, gewapend met een statief voor nachtfoto‟s van de prachtig verlichte gebouwen. Als ik de camera voor de dag haal floept overal het licht uit! Gelukkig niet voor lang want ze gaan de lichteffecten voor de taptoe testen. De Basilius-kathedraal kleurt dan weer rood, dan weer groen en soms lopen er fluorescerende lijnen over de koepels. Uiteraard blijf ik maar fotograferen zoals ik de kans krijg. Maar nog steeds vind ik het zo jammer dat het Rode Plein afgesloten is voor een overzichtsfoto bij nacht.
Kortom: Moskou is een prachtige stad om te bezichtigen, zeker als je van cultuur houdt.
Orel Het is slechts 6 graden als we in de regen Moskou verlaten voor de 365 km naar Orel, een provinciestadje. Gelukkig klaart het na een paar uur op. Op de vierbaans weg zijn twee auto‟s achter op elkaar gereden, op zich een prestatie met zo weinig verkeer. Eén auto staat in de middenberm, de andere nog op de middelste baan. De gevaarlijke situatie wordt beveiligd door een gevarendriehoek pal achter de auto! Ergens anders zien we een soortgelijke situatie maar dan zijn er wegwerkzaamheden. Een klein ploegje is bezig gaten te vullen zonder enige afzetting of borden. De chauffeur van een vrachtauto ziet het aan de late kant en trekt zijn combinatie naar links. Dat de inhalende José daarbij van de weg wordt gedrukt is dan jammer. Het blijft opletten zelfs op een bijna lege weg! Tegen de middag klimt de thermometer naar een aangename 25 graden. De doorgaande weg is een tweebaans asfaltlint dat tot aan de horizon over de heuvels golft. Enorme lappen bouwland en braakliggend gebied wisselen elkaar af. Het navigatiesysteem stuurt ons eerst het provinciestadje Orel rond voordat we het geel met roze hotel hebben gevonden. Het mannetje op de afgesloten parking haast zich om houten blokjes te maken voor de zijstandaard. Wilco komt wat later aan en stapt hinkend van zijn Hayabusa af. Hij heeft geprobeerd een gat te ontwijken, kwam daarbij in het volgende en kon de zaak niet meer overeind houden. Gelukkig niets ge12
broken en ‟s avonds wordt zijn enkel getapet. Het is nog vroeg en lekker zonnig. We slenteren naar zoiets als het centrum waar net de markt is afgelopen. Jos vult voor weinig geld zijn voorraad sokken aan en de vrouw lacht haar zilverkleurige tanden bloot met zo‟n klandizie. Verderop probeert een oud vrouwtje in tot op de draad versleten kleren tweedehands tijdschriften te verkopen vanuit een aftands koffertje. Hier in Orel zien we geen dikke Mercedessen maar alleen armoede en het straatbeeld is misschien nog hetzelfde als 20 jaar geleden. Maar de mensen zijn hier aanzienlijk vriendelijker. We strijken neer op een terrasje bij een soort jeugddiscotheek en genieten onder het genot van een fles bier van het straatbeeld. Een oud mannetje met een verweerd gezicht neemt nog maar eens een slok wodka uit zijn fles. We hebben in een achteraf dorpje wel wat bierdrinkers op straat gezien maar tot nu toe valt het wel mee ten opzichte van de verhalen die we hebben gehoord. Bij het avondeten zien we weer het bekende (typisch Russische?) verschijnsel. Als je je bord leeg hebt wordt het onmiddellijk weggehaald. Soms worden hoofdgerecht en dessert tegelijk opgediend terwijl je nog aan het voorgerecht bezig bent. In dit geval is het dessert ijs wat dus aan de beurt komt vóór het hoofdgerecht. Een ander fenomeen is dat we de volgende morgen voor koffiemelk moeten bijbetalen. In het hotel is ook een familiefeest en we worden uitgenodigd om mee te dansen. José laat zich dit niet ontzeggen maar bij mij schiet het ineens en spontaan in de rug. De voorraad bier en wodka is ook hier tegen tienen op omdat er simpelweg niet veel is.
Charkiv (UA) Enkele honderden meters na het vertrek bij het hotel vallen Rene en Yvonne over de tramrails die ook hier nogal ongelukkig uitsteken. Rene heeft een gat in het zijdeksel van zijn V-Max, Yvonne heeft haar schouder gekneusd. De beide motoren zullen worden gerepatrieerd en de berijders gaan de volgende dag met een taxi terug naar Moskou om vandaar meteen terug te vliegen: hun visum verloopt! Onderweg stoppen we weer bij een cafeetje en bestellen borsjt, (een soep met bieten, aardappelen enz.) het enige woord dat we kennen. Er zijn veel politiecontroles, vooral op snelheid. Ook ik wordt vandaag aangehouden maar gelukkig is er geen enkele aanleiding. Als ik afrem gaan José en Jos zoals afgesproken meteen links voorbij; dan zijn er al twee minder. Drie keer vraagt hij me iets en ik antwoord drie keer dat ik geen Russisch spreek. Hij zwaait me onverschillig weer weg. Onderweg zien we een reusachtige veehouderij met honderden meters lange stallen vol zwartbonte koeien. In de bossen hebben stormen huis gehouden maar van de bosbranden zien we (gelukkig) geen spoor. Bij de grensovergang naar de Oekraïne schijnt gelukkig de zon wat het wachten aangenamer maakt. Eerst moeten we nog Rusland uit en ook dat gaat met de nodige formulieren gepaard. Eerst moeten we ons paspoort tonen en dan moeten we wéér een douaneverklaring voor de motor invullen terwijl we dat bij de inreis in Belarus ook al hebben gedaan. José vult Russia in en nog
13
eens een keer in het Cyrillisch schrift. Dat is dus twee keer en dat mag niet. Doorhalen mag ook niet en dus opnieuw! Iemand uit de groep moet zelfs vier keer een formulier invullen! Ik denk niet dat het aan de willekeur of machtsmisbruik van de beambte ligt want die is vriendelijk en behulpzaam al heeft hij het wel moeilijk met zoveel buitenlanders met motoren en die geen Russisch praten. De tenaamstelling van het kenteken wordt bij een ander loketje vergeleken met het paspoort en dan kunnen we naar de Oekraïense kant. Gelukkig mogen we nu voorbij de rijen wachtende auto‟s. Het verhaal herhaalt zich hier nog eens en als we eindelijk het douaneterrein mogen verlaten laat de eikel bij de slagboom het afgestempelde loopbriefje express wegwaaien. José moet er zelf achter aan in het dikke motorpak met de helm op, steeds weer verder. Hijgend en buiten adem klimt ze weer op de motor. Oekraïne verwelkomt ons meteen met enkele gaten in het asfalt waar een autowiel gemakkelijk inpast. Het is een zwarte dag geweest en we zijn dan ook blij als we in Charkiv aankomen. We lopen na het eten even de donkere stad in maar zijn zo uitgekeken. Martijn arriveert laat omdat hij met Wim en Ingrid naar het Nederlandse consulaat is geweest voor een “laissez-passer”. Ingrid heeft namelijk ergens haar tas laten staan met daarin haar paspoort. We brengen de avond door met kletsen: de meesten zijn langzaam “reismoe” en gaan vroeg naar bed.
naar Kiev De langste dagetappe staat voor de boeg: 480 km naar Kiev, de hoofdstad van de Oekraïne. De M3 is hier nog een tweebaansweg maar met gemiddeld 90 km per uur schiet het goed op. Toch even oppassen bij voetgangersoversteekplaatsen en voor paard-en-wagens. Zeker als het door de dorpjes gaat. Dit is leuk rijden en we zien meer van het land dat hier agrarisch is met een hoog Lada-gehalte. Ik zie een paar Ural zijspannen. Ze worden hier gebruikt als offroad voor op het bouwland of als mobiele verkoopstand van de appelboer. Achteraf heb ik spijt dat ik niet ben omgekeerd om een foto te maken van dit laatste karakteristieke plaatje. Verder zien we –zoals overal- veel mensen die langs de weg een emmertje met fruit of potten honing proberen te slijten. Het tanken is nog steeds een genot al is de benzine met € 0,75 toch twee dubbeltjes duurder dan in Rusland. We zijn er nu aan gewend dat we vooraf moeten betalen. Schat je het aantal liters te hoog in dan is dat pech. Hoogtepunten van de dag zijn een ganzenhoedster, een vrachtauto op zijn kant in de sloot en een koe op de vluchtstrook. Riskante inhaalmanoeuvres tel ik gemakshalve niet mee. Nu het navigatiesysteem stuk is concentreer ik me op de papieren routebeschrijving volgens het bolletje-pijltje systeem. Met slechts één keer vragen komen we toch bij het hotel met uitzicht op de rivier de Dnjepr.
sightseeing in Kiev We nemen de metro naar het Onafhankelijkheidsplein, het grootste en mooiste plein in het centrum. Na de onafhankelijkheid van Oekraine werd het plein grondig onder handen genomen. Op de top van een vijftig meter hoge zuil staat de aartsengel Michaël, de beschermheilige van Kiev. Onder het plein is een enorm winkelcentrum gebouwd: Globus. Er zijn honderden winkeltjes, kledingboetieks en fastfood restaurants verdeeld over niet minder dan zeven verdiepingen. Dwars over het plein loopt de drukke Khreschatyk-straat die in het weekend autovrij is. Er worden tribunes opgebouwd en na14
vraag leert ons dat er vanavond (zaterdag) een muziek of dansfestival is. Het plein heeft ook een historische waarde. Hier begonnen de hongerstakingen tegen het communistische regime en werd het roze marmeren beeld van Lenin omvergetrokken. In 2004 vonden massale demonstraties plaats uit protest tegen malversaties tijdens de presidentsverkiezingen. Deze „Oranje Revolutie‟ kreeg voor elkaar dat er opnieuw verkiezingen werden gehouden waarbij de kandidaat van de oppositie won. We strijken neer op een terrasje in de zon voor een cappuccino met Apfelstrudel. In het winkelcentrum is fotograferen blijkbaar verboden en als ik dat toch doe wordt daar keurig op gewezen door een verdekt opgestelde bewaker. Van het Onafhankelijkheidsplein lopen we richting St. Sofia kathedraal. Het is niet druk en vóór ons loopt een man met een rugtasje. Ik hoor iets vallen 1) en zie een dun pakje op de grond liggen: iets in plastic met een elastiekje er om heen. Als ik het opraap herken ik een dollarbiljet en roep de man terug. Met een verschrikt gezicht stamelt hij iets over “my business-money” en drukt ons alle drie heftig de hand. Hij was uit Moldavië voor zaken in de stad met verschillende soorten valuta. Opeens duikt hij weer in zijn tas en dan blijkt hij ook zijn tweede pakje geld kwijt te zijn. Wij lopen langzaam zoekend een eindje met hem terug. Dan vraagt hij me of ik misschien tóch zijn tweede pakje heb. “Mister, van mij krijg je alles terug of niets, maar niet de helft!” Hij herhaalt zijn vraag en dan duikt een tweede man op die een etui met pasje laat zien aan de ongelukkige verliezer. 2) Hij stelt zich voor als een politieman en wil weten of er problemen zijn. Ik leg geërgerd de situatie uit en wijs er op dat de man beter snel kan gaan zoeken. 3) Die blijft echter zeuren waarop de politieman zijn paspoort wil inzien. Hij stelt voor dat wij ons geld laten zien om aan te tonen dat we eerlijk zijn. De politieman neemt Jos de portemonnee uit de hand, haalt het geld eruit en geeft het zelfs de Moldaviër in handen. 4) Overbluft zijn onze ogen gefixeerd op het geld dat via de handen van de politieman weer keurig in de portemonnee komt. Dan ben ik aan de beurt maar bij mij zitten er Visa-briefjes tussen en (bijna) waardeloze Belarus-roebels. José heeft volgens haar zeggen geen eigen beurs en dan richt de aandacht zich op mijn fototas. Of ik die even wil openen? De maat is vol, ik begin pissig te worden en de politieman probeert mij enigszins dreigend te kalmeren. Tot slot wil hij nog wel even de paspoorten inzien. Ik toon een kopie en als hij het paspoort van José bekijkt maakt hij de opmerking dat het immigratieformuliertje er in hoort te zitten. De Moldaviër moet ons voor de derde keer zijn excuus aanbieden en we vervolgen onze weg. Na een tiental meters heb ik het gevoel dat er iets niet klopt: wij hèbben helemaal geen immigratieformuliertje gehad en dat had de politieman moeten weten! Ik draai me maar beide vogels zijn gevlogen en ook een verder zoektocht levert niets op. Achteraf kunnen we beredeneren wat er allemaal niet klopte: 1) Zo‟n pakje hoor je niet zo duidelijk vallen. Er moet een stukje metaal of zo in hebben gezeten. 2) Ik heb zelf geen legitimatie gezien. 3) Iemand die net geld heeft verloren verspilt geen tijd maar gaat hollend zoeken. 4) En politieman (bij ons) zal je geld niet aanraken en zeker niet aan een derde in handen geven. We kijken nog eens onze portemonnees na maar missen niets, tot José de opmerking maakt dat ze heeft gezien dat Jos drie briefjes van € 50 had. Nu is er dat nog maar één. Een fraai stukje toneelspel dat is gebaseerd op blufwerk en overdondering. Op zich wel een beloning waard maar niet zóveel. Moraal: volgende keer meteen zeggen dat je naar een bureau wil of naar een geüniformeerde agent. Daar heb je op dat moment eigenlijk geen zin in maar bij een bedrieger zal het misschien werken. Hoewel, zij hebben dit spel al vaker gespeeld en kennen alle reacties al. Dom genoeg had ik een portemonnee met kleine coupures geprepareerd voor zulke gevallen of zakkenrollerij. Juist, die ligt op mijn hotelkamer! 15
Jos is gelukkig niet iemand die zijn dag door zo‟n voorval laat bederven. De koepels van de St. Sofia kathedraal glinsteren gelukkig nog steeds in de lekkere nazomerzon. Het is een echte toeristentrekker en er zijn net enkele bussen gelost. We slenteren door naar het blauwwitte St. Michaelklooster. Zoals we al in andere oud-Oostblok-landen zagen is het blijkbaar gebruikelijk te trouwen op zaterdag. Een schril contrast tussen het paartje in een Lada-oldtimer met de bruidegom achter het stuur en het paar met Mercedessen 500 SE, beveiligingsmensen met “oortje” en tv-camera‟s. Een beroemdheid of gewoon nouveau riche? Tegen de avond gaan we terug naar de Khreschatyk-straat om op een terrasje in een van de zijstraatjes wat te eten. Op het Onafhankelijkheidsplein verzamelen zich steeds meer mensen in afwachting van het Gosso-fest. Als de duisternis invalt wordt ons wachten beloond. Aan een kraan wordt een kooi opgehesen met aan de buitenkant in wit gehulde gedaanten. Stevig gezekerd voeren zij boven de hoofden van het publiek figuren uit die moeilijk te omschrijven zijn maar bij mij overkomen als een soort luchtballet. De steigers zijn gehuld in doeken waarop een projectie plaats vindt. Achter dit doek zien we de silhouetten en schaduwen van muzikanten en dansers. Later wordt een groot rad opgehesen. Hierin hangen mensen aan lijnen en door verplaatsing van hun gewicht begint het wiel te draaien. Eenmaal op de grond gaat het voor- en achterwaarts. Voor de volgende vertoning wordt er een tientallen meters hoge pop aan een mobiele kraan gehangen. Van binnen uit verlicht en de scharnierende ledematen worden via een computer bediend. De kraan rolt langzaam voorwaarts en de reusachtige man begint te wandelen. We zijn enigszins teleurgesteld omdat we een dans- en muziekfestijn hadden verwacht. Kiev is, met Moskou, een prachtige stad om enkele dagen door te brengen.
Rivne Rivne ligt op de weg naar Polen. Ik heb van Frans Voermans een Zumo geleend waarvan de batterij niet meer oplaadt. Buiten Kiev schakel ik het apparaat uit. De M3 wordt stevig onderhanden genomen en over een lengte van ruim 50 km rijden we afwisselend links of rechts van de middenbermvangrail en hebben tegenliggers. Als het dan definitief vierbaans wordt kan het gas er op. Op zo‟n brede rechtuit-weg is het dan geen toeren meer maar het strakke asfalt is dan wel een welkome afwisseling. De route is eentonig. Enorme lappen bouwland, grasland, en zonnebloemen worden afge16
wisseld met bos. Ook zien we grote oppervlakten braak liggen, iets wat wij “natuurgebied” zouden noemen. In het bosgebied worden langs de weg pakketjes (voor mij onbekende) bladeren te koop aangeboden. Bij het hotel worden de motoren geparkeerd in een soort grote schuur die wel afgesloten kan worden. Onze hotelkamer is gedateerd maar daarvoor wel erg groot. Nieuwsgierig ga ik toch eens passen nemen: 8x4 meter! De avond is miezerig en het centrum biedt weinig zodat de meesten van ons al vóór vijven in het “café” van het hotel zitten. De sfeer is (natuurlijk) prima en tegen zessen roept de serveerster dat we kunnen eten. We maken haar duidelijk dat zeven uur is afgesproken. Ze kan geen Engels en zegt alleen maar bevelend: “sit!” Als de anderen dan om zeven uur het zaaltje binnen komen kijken ze verbaasd op hun horloge. We maken ze duidelijk dat er een uur tijdsverschil is wat ze uiteraard meteen geloven. In het hotel horen we opnieuw verhalen over corrupte agenten die hun salarissen aanvullen met bekeuringen. Sommigen komen er na onderhandelen van af met € 40-50 voor 4 personen. Veel keus is er niet omdat meteen de papieren worden ingenomen.
Lublin (PL) De eerste twee uren rijden we ineengedoken door de miezerregen bij een temperatuur van 10-12 graden. Niet het ideale motorweer voor deze gladde wegen. Ik heb van Frans nu een andere Zumo geleend die 100% is en we hebben op de kaart een route binnendoor uitgestippeld. Als we de zijweg vinden proberen we de plaatsnamen te vertalen maar vinden die niet op de kaart. Ook het navigatiesysteem brengt geen uitkomst. Met de zandweg bij Smolensk nog in ons achterhoofd besluiten we in deze natte omstandigheden het risico van een fikse omweg niet te nemen. Gelukkig is het weer opgeklaard als we bij een kerkhof stoppen. De onafzienbare rijen grafstenen zijn bijna allemaal voorzien van kleurige kransen en bloemen. Gerrit stopt achter ons en hij verhaalt van een bekeuring van maar liefst € 200. Hij zou bij het keren op de weg tweemaal over de doorgetrokken streep zijn gegaan. Hij werd begeleid naar het dorp waar de bank werd aangewezen. De agenten wachtten buiten het plaatsje om het geld in ontvangst te nemen. Geen getuigen en geen kwitantie. De tegenwerping dat je geen geld hebt maakt geen indruk. Ze weten donders goed dat je onderweg moet tanken, eten en overnachten. (Later die dag kreeg Gerrit er nog een voor snelheidsoverschrijding. Hij liet zijn printjes zien van de bankopname, gaf zijn sleutels af en verklaarde geen cent meer te betalen. Na een poosje mocht hij verder!) De Poolse grens is de laatste horde. Of beter gezegd eerst de uitreis uit de Oekraïne. Er staat een rijtje vrachtauto‟s van meer dan 5 km maar daar gaan we langs op. We krijgen een stempel op het inmiddels bekende loopbriefje en paspoort en kenteken worden gecontroleerd. Het wachten voor de loketjes duurt even maar dan is het ook in een minuutje gepiept. De toegang tot Polen duurt nogal wat langer omdat dit de buitengrens van de EU is. Maar het gaat wel efficiënter dan bij de buren. 25 paspoorten worden in één keer behandeld door slechts één ambtenaar. Polen inrijdend hebben we weer het gevoel in Europa te zijn met goede wegen en zonder problemen. En als we in Lublin in het hotel in het Nederlands worden verwelkomd krijgen we een “bijnathuis”gevoel. Lublin is een mooie oude stad die de moeite waard is maar de meesten hebben het 17
nu wel gehad met gebouwen en cultuur. We lopen via de oude binnenstad naar het kasteel maar het museum, dat met zijn Russisch-Byzantijnse fresco‟s van 1418 op de lijst van werelderfgoederen staat, is gesloten. We slenteren door de oude straatjes en slaan onze slag in de uitverkoop.
Wroclaw en Potsdam (D) Als we wakker worden tikt de regen op de ramen en de wereld is grauw en grijs. De start is fris maar na Lublin de middag loopt de temperatuur weer op naar een aangename 17 graden. De route is afwisselend en snelweg, doorgaande en achterafweggetjes wisselen elkaar af. Het levenspeil is hier zichtbaar hoger. Onderweg zien we autosloperijen met grote rekken vol gesorteerde deuren, motorkappen, kofferdeksels en zelfs halve auto‟s: een kwestie van lassen en papieren regelen. Van Wroclaw zien we niet veel. We rijden dwars door de stad en het Novotel ligt op grote afstand van het centrum. De rit naar Potsdam start frisjes maar met wat lichte bewolking is het tenminste droog. Het groene landschap golft op en neer en het is genieten over de binnendoorwegen. We passeren wat militaire kazernes met oude tanks en artilleriegeschut voor de deur. Voor de grens tanken we nog snel goedkoop en ik kan eindelijk weer H7 lampjes kopen. (In Rusland hadden ze die ongetwijfeld ook maar dan had ik op zoek moet gaan naar een automaterialenzaak. Gelukkig hebben beide motoren dubbele koplampen.) Bij Sekowice steken we de grens over en slingeren naar de Schwielochsee. We rijden half om het meer heen op weg naar het Teupitzersee en Motzenersee. Het plezier in het motorrijden is weer helemaal terug! We strijken neer bij Heiner‟s Imbiss die volgens het bord “der letzte Deutsche Imbiss vor Moskau” is. Potzdam bij Berlijn is ons eindpunt waar het laatste gezamenlijke diner en ontbijt plaats vinden. ‟s Avonds worden de evenementenbegeleiders Martijn en Tjip bedankt voor hun inzet en het vele (vrijwilligers)werk en geëerd met echte Russische medailles. Een dag later zijn we thuis, een ervaring rijker.
18
Het Russische alfabet А A
Russische letter Klank in het Nederlands
А=A
К=K
Х = CH
Б=
Л=L
Ц = TS
В=W/V
М=M
Ч=
Г = G (goal)
Н=N
Ш=
Д=D
О=O
Щ = SJSJ
Е = JE
П=P
Ъ=
Ё=
Р=R
Ы=
Ж=
С=S
Ь=
З=
Т=T
Э = E (echo)
И = IE
У = OE
Ю=
Й=
Ф=F
Я = JA
19