Toegepaste kunst / Design
Opdracht 1
Toegepaste kunst / Design Beantwoord de volgende vragen en stop deze in je mapje van je verslag:
1. Aan welke bekende merken denk je bij de volgende artikelen: auto’s, mobiele telefoons, kleding, computers, cosmetica (dit zijn bijv. make-up, geurtjes enz.). Noem eerst het artikel en zet daarachter 5 merken!
2. Welke merkartikelen bezit je zelf? noem 5 merkartikelen die jezelf hebt. En 5 van de persoon met wie je samen werkt.
3. Wat is, denken jullie, de reden dat merkartikelen vaak zoveel duurder zijn.
En waarom willen mensen, jullie misschien ook, er vaak graag meer voor betalen?
4. Bij welke artikelen letten jullie vooral op het merk, als je ze aanschaft en waarom?
5. Stel dat je een nieuwe GSM zou gaan kopen, waar let je dan op? Zet de volgende punten op volgorde (begin bij de belangrijkste): prijs, kleur, mogelijkheden, vorm, merk, formaat, bedieningsgemak.
6. Stel deze vraag ook aan 10 andere mensen (Medeleerlingen, docenten, familie, vreemden, maakt niet uit aan wie, maar zet er wel een naam bij). Probeer met dit eenvoudige marktonderzoekje te bepalen, waar het meest op gelet wordt bij aanschaf van een GSM. Probeer dit in tabel weer te geven, dit kun je op de computer in excel of word maken. Laat de mensen voor de 7 punten van vraag 5 een cijfer van 1 t/m 7 geven. heel belangrijk is 7, minst belangrijk is 1.
7. Vind je het belangrijk dat je vrienden of vriendinnen met sommige dingen dezelfde
smaak hebben als jij. Welke dingen bijv. en waarom vind je dat. Ieder geeft zijn eigen antwoord
8. Hoe zou jij in het algemeen jouw smaak kunnen beschrijven:
Gebruik hiervoor de volgende woorden; klassiek, modern, stoer, rustig, opvallend, onopvallend, beweging, vernieuwend, gedurfd, behoudend, voorzichtig, kleurrijk, grijs, bonte kleuren, duur, kwaliteit, voordelig.
9. Ga op zoek naar een kledingzaak en probeer door een interview alles over trends op dit moment voor jonge mensen zoals jullie te weten te komen.
Voorbereiding vraag 9:
ga eerst een aantal belangrijke begrippen op papier zetten, zoals modekleur, rok of broeklengte enz. en stel dan minimaal 10 vragen samen over die begrippen. Laat deze vragen door je docent beoordelen. Vergeet bij het interview niet de naam van de zaak en de persoon die jou te woord heeft gestaan op te schrijven.
Toegepaste kunst / Design Opdracht 2. In de Designwereld zijn er diverse beroepsmogelijkheden. Enkele bekende zijn: modeontwerper, industrieel vormgever, meubelontwerper, grafisch vormgever, siersmid, edelsmid, tuinarchitect enz.
1
Ga op zoek naar mogelijk opleidingen voor 3 v/d bovenstaande beroepen. Kijk op internet en gebruik dan bovenstaande woorden als zoekopdracht. Noem 3 van de bovenstaande uitgekozen beroepen, noem toelatingseisen, duur van de opleiding en in welke plaats het is.
2 Ken je iemand, die zo’n beroep heeft. Vertel wie het is en wat hij of zij precies doet.
3 Er zijn veel bekende namen in de vormgevingswereld.
Ga op zoek op internet naar meer info over de 2 v/d onderstaande ontwerpers of anderen die jezelf kent. Calvin Klein, Mendini, Aldo Rossi, voor het merk Alessi ontwierpen Phillipe Starck en Micheal Graves veel producten. Probeer te weten te komen, wat ze zoal hebben ontworpen, waar ze vandaan komen, eventueel bekende objecten en waar je het kunt kopen en welke opleidingen ze hebben gedaan
4 Haal van elke ontwerper die je bij 3 beschreven hebt 2 voorbeelden van ontwerpen van internet. Geef je eigen mening bij elk ontwerp, wat jij er van vind!
5 Zoek 5 totaal verschillende artikelen (dit mag van alles zijn) en geef per artikel je mening. Beoordeel hiervoor de vorm, kleur, materiaalgebruik, details, formaat.
6 Kies een van de volgende objecten en maak op A4 of op
de computer een eigen ontwerp: flesje parfum, auto, sportschoen, kledingstuk. Geef het ook een eigen naam! Afwerken eventueel met kleur. Niets bestaands natekenen!!! Ieder moet een eigen object maken!
7 Maak hiervoor ook een logo. Een logo maak je zodat je in
een oogopslag kan zien over welk merk of bedrijf het gaat. Een logo is dus een herkenning voor een merk, zie bijv. het logo van Nike hieronder. Het woord logo komt bij de Grieken uit de klassieke oudheid vandaan. Het woord logo betekent naam, symbool of handelsmerk, het is ontworpen voor een gemakkelijke herkenning.
8 Maak voor het ontwerp uit vraag 6 een zelfbedachte
advertentie. Verder moet er instaan een afbeelding, de prijs, waar het te koop is, een korte, krachtige zin, waarom het artikel gekocht zou moeten worden en de zelfbedachte merknaam van het artikel. Ieder maakt voorzich zelf een advertentie.
Toegepaste kunst / Design Elke dag krijgt vrijwel iedereen folders in huis, zien we op straat om ons heen reclames in de vorm van Posters en Billboards (mega grote posters). Een Grafisch Vormgever is verantwoordelijk voor die reclame die je door de brievenbus krijgt maar ook de posters, flyers, verpakkingen enz. We kijken op internet naar veel mooie sites en we zien op tv heel veel reclamespots waar je mee om de oren word gegooit. Ook hier is de Grafisch Vormgever aan het werk geweest. Kijk eens op de Site www.adidas.com en www.nike.com en geniet eens van de perfectie van deze mooie pagina’s. Grafisch vormgeving is ook een vorm van toegepaste kunst.
1
Opdracht 3 a Webdesign Omschrijf eens wat er gebeurt als je op deze pagina’s gaat “surfen”. Neem er rustig de tijd voor.
2 Zoek zelf eens naar een pagina, welke jij bijzonder vindt door zijn vormgeving. Noem het www-adres en noem de sterke punten van die Site.
3 Waar moet een goede Site vooral aan voldoen volgens jou. Opdracht 3 b Reclame
4 Zoek naar een voorbeeld van een volgens jou goede
advertentie en een slechte. haal dit uit een magazine of van internet. Knip die netjes uit en plak ze beiden op een A4. Leg uit waarom je de een goed en de ander slecht vindt. Let vooral op leesbaarheid, lettergebruik, indeling, duidelijkheid,gebruik van illustratie, te druk, rustig enz.
Wat zijn flyers? ‘To fly’ betekent vliegen. Een Flyer is een foldertje dat even snel voorbijkomt. Je pakt het, bekijkt het even snel, stopt het in je zak of hup, in de prullenbak. Een flyer is niet groot. Toch is aan de vormgeving vaak veel zorg besteed, letters, foto’s, Compositie (waar alles staat, totaal beeld) kleur. Deze flyers vind je in winkels (of ze worden aangegeven als je door een winkelstraat loopt), bij de bioscoop, kapper, museum, bibliotheek, vvv kantoor enz.Zoek er twee die je niet mooi vind en twee die je wel mooi vind en leg uit waarom.
5 Nu ga je zelf een flyer maken, hiervoor moet je een A4 vel
door de midden delen. Bedenk goed waarvoor je een flyer wil maken. Je moet iets gaan promoten (overbrengen naar anderen zodat ze het willen of willen doen). Je kunt bijv. mensen zoeken die ook op jouw sport willen, een feest wat jezelf of de school organiseert enz. enz. verzin zelf iets leuks. Kleed je flyer aan met kleur, plaatjes en natuurlijk een mooi lettertype en pakkende tekst. Zie voorbeelden bij je docent.
Toegepaste kunst / Design Alles wat je in huis hebt staan noemen we interieur. Thuis heeft je vader of moeder veel invloed gehad op het interieur in de woonkamer, maar jij zelf op je eigenkamer. Niet alleen de grote meubels tellen mee maar ook alle kleine details, zoals vazen, lampen, gordijnen, pennenbakken enz.
Opdracht 4. 1
Hoe zou jij de inrichting van jullie woonkamer thuis willen noemen: antiek, ouderwets, saai, modern, vlot, gezellig, donker, licht, somber, kleurig, druk, rustig. Je moet meerdere begrippen gebruiken. Probeer er een foto van te maken en plak die op je werkstuk
2 Hoe zou jij in de toekomst jouw kamer in willen richten. Noem
ook materialen, die je veel toe zou passen. Bijv. wat voor vloer, wat voor materiaal voor de wanden, gordijnen, lamellen, luxaflex, welke stijl meubels enz. enz.
3 Wat vind je typische kenmerken van moderne meubels? Denk aan de vorm, kleur en materiaalgebruik. Voeg er een aantal foto’s aan toe en plak die netjes in een vak.
4 Noem die kenmerken ook voor klassieke meubels. Ook hier weer enige voorbeelden opplakken
Toegepaste kunst / Design En nu jij! Laat maar eens zien wat voor talent jij in huis heb. Opdracht 5 Lamp Ontwerp en maak een lamp die het doet. Het mag een staande lamp zijn. Hij moet dus kunnen branden!
1
Het thema voor de lamp is LICHT. Dus op een of andere manier moet het met licht te maken hebben. Of het nou licht in de betekenis van niet zwaar of licht geven is maakt niet uit. Begin eerst eens met te zoeken naar allerlei dingen die met dat woordje licht te maken kunnen hebben. Bijv. belichten, verlichten, oplichten, lichtstraal, licht in je hoofd, pijn verlichten enz. Opschrijven!
2 Maak eerst op papier A4 een aantal schetsen , om het idee uit te werken .
3 Ga op zoek naar liefst waardeloze materialen en ga de lamp uitvoeren.
4 Lever een verslag van de werkzaamheden in samen met de lamp.
Extra info! Voor technische hulp mag je anderen vragen te helpen. Ook de vakdocent! Vooral met elektriciteit mag je geen risico nemen!! Denk aan de warmteontwikkeling van de lamp. Geen brandbare spullen bij de lamp. Je mag met je groepje aan een lamp werken. Begin tijdig, anders kom je in de problemen met je tijd. Zorg dat de lamp stevig genoeg is. De beste 3 komen in aanmerking voor een prijsje. Aan het slot van dit project worden alle lampen in de hal van de school tentoongesteld. Vergeet vooral niet je naam en klas op de lamp te vermelden.