Desen Potestadt. ADEL oudt ADELEN Knipsel uit notitieboekje van Adriaan Westphalen, Kon. Bib. Brussel, Hs 19219, blz 137.
Van Adelen Een verzameling genealogiën uit verschillende papieren, archieven en websites.
http://www.thijspostma.nl –
[email protected]
Uit Rietstap Armorial Général. Wikipedia: Adelbrik Adelen (Sexbierum) was een figuur uit een sage betreffende de geschiedenis van Friesland. Voor zijn waarachtige historiciteit bestaan geen contemporaine bronnen, en er zijn ook geen archeologische bewijzen. De sage omvat de volgende onderdelen: Hij zou zijn gekozen omstreeks 830 als de derde potestaat van Friesland, tijdens het Lotharings opperbestuur, en versloeg de Noormannen. Bij Kollum behaalde hij een overwinning op een Zweedse hertog. Een late bron geeft aan dat hij een broer of een neef zou geweest zijn van de Utrechtse bisschop Frederik, uit hetzelfde Friese dorp. Het familiewapen van Adelen is een halve Friese adelaar links, en rechts op een blauw veld een sleutel omhoog met linkboven en rechtsonder een 5-puntige ster. [zie afbeelding boven] -Bron: Noord-Hollands Archief, Kleine Houtweg, Haarlem. Familiearchief Semeijns de Vries van Doesburg, toegangsnr: 142, inventnr: 13, los schrift in dikke map. STAMLIJST Van den oorsprong, voortgang ende geschiedenissen des ouden en edelen geslachts van
A D E L E N. In den Jaare na de Geboorte onzes Heeren ende Heilands Jesu Chrsti 730 woonde in Friesland inde dorpe Sexbierum, gelegen by Franeker, een zeer Edel Ridder, met name ADELRICUS, dewelke de Archegus ofte eerste Fundateur ende beginner van het Geslachte ADELEN is 1). Dezelve hadde Getrouwt Cronwella, een dochter van Adgilli de IIde van dien name, Koning van Friesland. Om deze oorken dan, zo zal ik alhier eerst in ‟t korte verhalen de Regeringe der Koningen van Friesland, gelyk zulks beschreven wort van den zeer Edelen ende oude Chronykschryvers onzes Lands van Friesland Occo Taykema Scharlensis, in het eerste boek zynes Chroniques; wiens Schriften van de andere nakomende Historischryvers het merendeel in dezen wort gevolgt. Ende is dan de eerste Koning van Friesland geweest 1. Richoldus Uffo, dewelke begon te regeeren Ao. Christi 392, ofte 393 ende was een stoutmoedig ende voctorieus Prince. Hy stierf Ao. 435, ende zyn zone 2. Odibaldus, wierde de 2de Koning van Friesland. Hy was een zeer lieftallig en aangenaam Prince by zyn Ondersaten. Stierf Ao. 470. Ende zyn oudste zone 3. Richoldus de IIde, is de derde Koning van Friesland geworden. Hy was ook zeer lieftallig en aangenaam by zyn Ondersaten. Stierf Ao. 533, ende zyn zoon
4. Beroaldus, is de vierde Koning van Friesland geworden2. Hy wierde Ao. 593, of zoo zommige schryven 589 omtrent den dorpe Englum by Leeuwarden van Clotarius de II den Franschen Koning verslagen, ende zyn zone 5. Adgillus, is de vyfde Koning van Friesland geworden. Hij was van zeer stillen en vreedzamen aard. Stierf Ao. 672, ende zyn zone 6. Radbodus, is de zesde Koning van Friesland geworden. Deze was zeer tyrannig, vel en wreed, verre verscheiden van de natuire zynes Vaders, ook was hy zeer afgodisch ende obstinaat3). Want als de Bisschop Wulfranus hem zo verre al hadde gebragt, dat hy het Cristen Gelove woude aannemen, ende hem laten doopen, en alrede in de Fonte stonde om gedoopt te zullen worden; zo heeft hy den Bisschop gevraagt, waar dat alle zyne Voorouders gevaren waren. Waar op den Bisschop hem heeft geantwoord, dat die zonder Kennisse, ende Gelove in den Waarachtigen Godt waren gesturven, die waren in der Hellen. Zo heeft den Koning hem wederom geantwoord: Het is my dan loffelyker ende beter met de menigte myner Voorouderen in der Hellen, dan met u kleine hoop Christenen in den Paradyse te zyn; ende zyn voet uit de vonte trekkende, heeft den Bisschop belacht. Hy stierf Ao. 703, of Ao. 718. Secundum Sigebertum, apud Wurperum Thaboritam lib: 2, cap 10. Welke rekeninge Ubb. Emm. Volgt, ende zyn zone 7. Adgillus de IIde, is de zevende Koning van Friesland geworden. Hy liet hem terstont dopen, ende nam het Christelyk Gelove aan, ende was een zachtmoedig man, verre van zyns Vaders natuir verscheiden. Hy stierf Ao. 787, ende liet na4) 3 zonen met 1 dochter, of5) (zo zommigen schryven) twee dochters, als te weten, Pondeboldus, Johannes (dewelke van zyn heiligheit Priester, of Paap Jan toenaamt wierde, ende heeft in Africa gesticht Paap Jans Land; Namaals der Abissynen Ryke genaamt), Radbodus, Cronvella, ende Sandacilla. Deeze Sandacilla was getrouwt aan Wigbertus, Hertoge van Engeren6), een zone van den grooten Widikindus. Ende zyn oudste zone 8. Pondeboldus, is de agtste Koning van Friesland geworden. Hy Regeerde heel wel en Christelyk; ende wierde zo het gemeene schryven is op den Ronceal7) van de Saracenen, ofte van de Moren8) verslagen Ao. 749, en zyn broeder 9. Radbodus de IIde, is de negende en laatste Koning van Friesland geworden. Hy was zyn broeder zeer ongelyk9). Ende wierde om zyne Tyrannie tegens de Christenen van Carolo Magno in twee Veldslagen overwonnen, ende uit zyn Rycke gejaagt, waar door hy vlugte na zyn Moeije de Koninginne in Denemarken. Ende heeft alzo het Friesche Koninkryk een einde genomen 10), als het gestaan hadde 383 jaaren. ADELBRICUS, een zeer Edel Ridder, dewelke geleeft heeft omtrent den Jaare Christi 730. Deeze hadde in den dorp Sexbierum by Franequer een schoon Slot of Huis gebouwt, het welke hy na hem zelven heeft genaamt met de name van ADELBURGH; ende hadde aldaar, als ook in den dorpe Westerbierum11) veele Landen; door de mildigheid des Konings verkregen, welke hy alle by zyn leeven, aan zyn kinderen die hy veele hadde, parte en deelde: alwaaromme hy ook wilde, dat zy haar daar na voortaan niet van Adelburg, maar van Adelen12), wegens deeze deilinge zouden noemen ende schryven, het welk geschied is. Invoegen dat zy daar na alzoo ook zyn geheten, ende genaamt geworden, tot op dezen dach. Hy is getrouwt geweest met Cronowella, eene dogter van Adgilli de IIde, zevende Koning van Friesland. Hy heeft by haar verwekt 3 kinderen. 1. Adel van Adelen13), is niet minder door zyne Geleerdheid ende Oorlosche kloeke Daden als door zyn Vaderlyke ende aangeboorne Edelheit vermaart ende hooglyken geagt geworden 14). Hy heeft zyne kinderen t‟huis gelaten, ende is met Priester, ofte Paap Jan, vergeselschapt met veele Edelen, getrokken na Indiën, ende is daar na altyd, in vreemde Landen met Paap Jan gebleven, ende onder zyne principale Heeren geacht geworden15). Hy heeft in ‟t Land van Paap Jan, het welk nu ter tyd der Abissiden Ryke genoemt wordt, groote woeste Plaatsen en Landen bezeten, ende heeft een zekeren Haven in ‟t Land voorsz: na zyn eigen name genoemt, het welke nog op heden den dag met die name van Adel word geheten. Hy heeft verscheide Boeken geschreven ende nagelaten, gelyk Cappidus Stauriensis getuigt; onder andere, een Boek van de Monsters van ‟t Land Indiën. Item van de Religie der zelve. Item van de Manieren der Indiaanen. 2. Fredericus van Adelen16), is door bestier van zyn Moeder Cronovella, dewelke een zeer Godvrugtige Vrouwe was, in zyn jonkheit ter Studie gebragt ende bestelt, eerst by eenige Religieusen, en daarna by Rixfridum Bisschop van Utrecht, dewelke een Fries van geboorte was, op dat hy aldaar in de Godvruchtigheid ende Christelyke Religie zoude werden onderwezen. Ende heeft in korten tyd, zo in geleertheid en wetenschappen der goede konsten, als ook in goede zeden ende deugden grotelyks toegenomen, alzo dat hy daarna de Bisschoppelyke Stoel heeft bezeten. Want als de Bisschop Rixfridus op den 5 Oçtober Ao. 836 overleed, zo hebben de 17)
Priesteren ende Prelaten met eenparige stemmen, byzonder ook door direçtie en ernstig dryven des Keizers Ludovici Pii in ‟t zelve jaar van 836 hem wederom tot Bisschop verkoren 18), dewelke onwillens en tegens zyn dank (alzo hy zich zelven onweerdig tot dit hooge ampt hielde) het zelve heeft moeten aannemen19); als hy nu Bisschop ware, heeft hy zulken Name in Wysheid en Godvrugtigheid bekomen, dat hy alle Bisschoppen van die tyd verre overtrof20). Hy heeft de gemeente in Friesland van de Pestlentiale Kettery Arrii gezuivert, en de Inwoonderen van het Eiland Walcheren gestraft ende bekeert van haar gruwelyke bloedschande en onnatuurlyke wellusten daar zy in leefden, alzo dat de Ouders met Kinders, de Broeders met de Zusters aldaar trouwden21). Hy heeft den Keizer Ludovicus zelve niet ontzien ende gespaart, (volgende hier in ‟t Exempel des Heil Ambrosii22); want als hy van den zelvige wierde vermaant, dat hy de Inwoonderen van ‟t Eiland Walcheren wegens haar gruwelyke bloedschande wilde straffen en verbeteren, zoo heeft hy met verzuchten geantwoord: “Heer Keizer, het staat my aan UE Mog. Als aan het hoofd te beginnen, want gy ook u Nigte Judith, des Hertogen Welphes van Beyeren Dochter, tot een Wyve genomen hebt, het welk u niet en is geoorlooft, daarom ik u Majesteit vermane, dat het huwelyk als onbehoorlyk afstaat, en haar verlaat”.23). Ende als den Bisschop met zyne ernstige vermaningen weinig vorderde, om dat den Keizer zyn vrouw lief hadde, zo heeft hy hem gedreigt met den Christelyken ban, zo hy zijn vrouw niet verliet. De Keizer24) is door de vreze des bans zeer beroert geworden, en heeft in bedenkinge genomen, om de Keizerinne te verlaten; het welke zy vernemende, onstak in een doodlyken haat op den Bisschop, zo dat zy hem door twee boze Dienaars, die zy daar toe bekogt hadden, tot Utrecht in S. Salvatorkerk voor den Altaar staande heeft laten vermoorden25), op den 18 July Ao. Christi 838. Aldus heeft dien goeden Bisschop ende Herder, (zyne Schapen twee jaaren getrouwelyk geleidet en geweidet hebbende) Gode zyne Ziele opgeoffert, ende is als een Martelaar Godzaliglyk gesturven; zynde geweest in zynen tyd26), de eere en roem der Friesche Natie. Hy is om zyne Godvrugtigheid en billykheid in het Pausdom gecanonifieert, en in het geval der Heiligen gestelt, hebbende een plaatze in den Almenach bekomen. De Historien27) getuigen ook dat deezen Bisschop is geweest een man van Prophetischen Geest, als dewelke voorzegt hadde, dat om de Zonden des Volks, de Normannen wederom in ‟t Land zouden vallen, ende Wyk te Duerstede gehelyk verwoesten28), gelyk als kort na zyn dood geschied is. Ende hy wierde begraven in de S. Salvators Monster, by zyn mede Bisschoppen. 3. Alfricus van Adelen29), is mede door bestier van zyn Moeder Cronovella, in zyn jonkheid ter Studie gebracht ende bestelt, met zyn Broeder Fredericus, eerst by eenige Religieusen, en daar na by Rixfridum Bisschop van Utrecht, dewelke een Fries van geboorte was, op dat hy aldaar in de Godvrugtigheid ende Christelyke Religie zoude werden onderwezen. Ende heeft in korten tyd, zo in geleertheid ende wetenschappen der goede konsten, als ook in goede zeden ende deugden grotelyks toegenomen, alzo dat hy daarna de Bisschoppelyke Stoel heeft bezeten. En is door bestelling van S. Odultus hem wederom gesuccedeert, ende in zyn plaatze Bisschop van Utrecht geworden. Hy was een man van herten ootmoedig, minnelyk van woorden, neerstig in werken, vierig in liefde, getrouw in ‟t geene hem ware bevolen, voorzienig en wys in Rade, manierlyk en gematight in alle dingen, arm van geeste, en volstandig tot den einde toe. Onder30) dezes Bisschops Regeringe, zyn de Normannen in ‟t Land en het Bisdom gevallen, na de prophetie des H. Bisschops Frederici, ende hebben het zelve zeer verwoest. Ende na dat Africus het Bisdom zeven jaaren loffelyk bedient hadde, zo is hy Ao. 845 gesturven, ende wierde begraven in S. Salvators Monster tot Utrecht, by zyn andere mede Bisschoppen. Ao. 839 heeft geleeft31) Adelbricus van Adelen, zynde een neve, ofte broeders zone van deeze voornoemde twee Bisschoppen, ende waare 32) Potestaat van Friesland. Op deeze tyd by zyn Regeringe is het geschiet, dat Gustavus Lappon met acht hondert Gotten, zeer stoute uitgelezene mannen uit Swden is gekomen, en in Friesland gevallen, menende hier of daar een hoeks Land inteneemen, en de Inwoonders daar uit te stoten 33). Maar de Potestaat Adelbricus, heeft hem omtrent den dorpe Collum ontmoetende, met zyne Friezen alzo bejegent, dat weinige ontquamen die het in Sweden konden boodschappen wat reize zy in Friesland gehad hadden. Dezen Adelbricus voorsz: was in de neergaande linie de derde perzoon ende graad van den Geslachte, zynde een zoons zoon van den eersten Adelbricus, van den welken het Geslachte zyn begin heeft genomen, gelyk verhaalt is. Nu is het gebeurd door de gruwelyke, verderffelyke en langduirige façtien der Schieringers en Vetkopers34), welke haar begin namen omtrent den jaare Christi 1260, en hebben geduirt tot den jaare 1498. Als ook door de navolgende zware oorlogen ende troubelen onzes Land van Friesland35), onder de zeventien jaars Regeringe der Hertogen van Saxen, Erfgouverneuren van
Friesland36), en de negen jarige dominatie des Hertogs Carel van Gelre, dat zegge ik de sloten en huizen der Edelen in Friesland, het merendeel geplondert, verbrand, en ten eenemaal verdistrueert zyn, waar door veele Genealogien, oude Brieven en Monumenten der Geslachten zyn verloren en te niete gedaan. Gelyk noch ook Anno 1580 in de eerste beroerten in ‟t begin des oorlogs der Heeren Staten van de Provincien, tegens de Koning van Hispanien is geschied; dat de Ingesetenen van de Griettenye van Barradeel, vrezende de ongebondenheid en moetwille van ons eigen Soldaten, onder den Capitain Jan Bunga, leggende in Guarnisoen tot Harlingen, haar beste Goederen ‟t merendeel hadden gebracht op het huis van Liaukama tot Sexbierum, wezende een sterke burcht, uit het water opgebouwt; alwaar ook een Juffrouw Bauk van Adelen alle hare Goederen, te weten Cleinoedien, Goud en Zilver, mitsgaders Brieven en Monumenten van haaren huize van Adelen hadde laten brengen, op dat het zelve aldaar beter verzekert en bewaart mogte wezen. Maar is het, leider ! geschied, dat de voorsz: Soldaten van Harlingen uitlopende ende stropende, het huis voornoemt met gewelt hebben aangetast ende ingenomen, geheel uitgeplondert en in brand gestoken, alzo dat het merendeel van het zelve is afgebrand. Ende zyn alle Goederen die op het huis geburgen waren, hier door verscheurt, verbrand, en verloren gegaan. Invoegen dat door deze ende andere oorzaken weinig ofte geen klarigheid in verhaal, ende beschryvinge des Genealogie van den Geslachte is overgebleven. Hierom zo is het, dat wy alleen Stuks wyze, doch in ordere en vervolg des tyds wanneer zy geleeft hebben, voortaan zullen verhalen allen de Perzonen uit deezen Geslachte gesproten, (voor zo veel wy tot nog toe hebben konnen vinden) dewelke verhaalt worden in de Historien en Chronicquen onzes Lands en de Genealogien der andere Geslachten, en in andere Aantekeningen. Als ook die nu laast by Menschen gedenken geleeft hebben, tot op heden deezen dach. Ao. 1101 heeft geleeft Frederik van Adelen, dewelke hadde getrouwt N.N. by wien hy heeft nagelaten Juffrouw Clara van Adelen, die getrouwt is geweest aan Goffe van Roorda37). Deze Goffe van Roorda is Ao. 1101 voorsz: met Homme Homminga, Sixtus van Camminga, ende Tjallingius Valerius Ockinga, na het Heilige Land in den Oorlog tegens de Saracenen getrokken. Ao. 131538), (of gelyk de Holl: Chron: en Vorp: Thab: schryven) 1316, was in Friesland een groote diere tyd en hongersnood, alzo dat zommige Menschen van honger vergingen en stierven39). Byzonderlyk, zo heeft tot Sexbierum gewoont, een Vrouw, met name Tjal, dewelke eertyds zeer ryk en hoogmoedig waare geweest, ende tot armoede vervallen wezende, niet willende haar gebrek openbaren, is in haaren huize besloten met haare twee kinderen, dood gevonden. Dit ziende die van den Adel aldaar wonende, hebben haar daar in verschrikt, ende het zelve zeer ter harten genomen40), inzonderheid die van Adelen. Liauckama ende Elixma, dewelke alle weken huiszoekinge by den armen hebben gedaan. Zy schreven ook tot dien einde aan de Edelen van Grasinga, ende Gerbranda tot Almenum; aan die van Hermana tot Minnertsga; ende aan de Kloosters tot Lidlum en Ludinga Kerk, om hulpe en bystand voor den Armen in dezen bedroefde tyd. Ende ziet ! een wonderlyk ding41). In deze tyd grasseerde de peste ook zeer in deze hoek Lands42), zoo dat het vier van dien zeer heet ware, invoegen dat daar niemand van ontquame, die daar mede ontsteken wierde43). Nogtans zo kregen het alle de geene die binnen den huize van Adelen en Liauckema waren, ende niemand is daar van gesturven: Alzo bewaart Godt de Heere de zyne midden in ‟t vier, (gelyk voortyden Sadrach, Mesach, en Abed-nego in den vierigen Oven) overmits zy zyn woord gedachtig zynde, ende Armen niet hadden vergeten. Ao. 1338 heeft geleeft den jongen44) Seerp van Adelen, zynde een dapper, ervaren en wyt vermaarden Krygsman, dewelke doe ter tyd t‟huis quam, hebbende agtien geheele Jaaren uitgeweest. Hy hadde eerst Hierusalem en Catharina Berg verzocht, en in ‟t wederkeren bleef hy omtrent vyf Jaaren tot Rhodos by den Heere Meister woonen, dien hy in menigen tocht tegens den Groten Turk te water diende, daar in hy grooten prys en loff behaalde. Doch wierde hy ten laatsten , overmits hy al te moedig ware van den Turk bezet ende gevangen. En alzo hy wonder wel bespraakt was, en van een gevangen Turk, de spraake redelyk wel geleert hadde, zo heeft hy zelver zyn woord endee reden zeer geschikt voor den Oppersten Turk gedaan, dewelke hem terstond gegraciet, en het leeven geschonken heeft, doch met conditie, dat hy hem daar voor vyff Jaaren getrouwelyk zoude dienen; het welke Seerp van Adelen belooft en aangenomen heeft te doen, doch met voorwaarde, dat men hem niet tegen de Christenen zoude gebruiken. Als nu die
vyf Jaaren om waren, is hy noch anderhalf jaar vrywillig by den Grooten Turk gebleven, in welken tyd hy tweemaal aan den Koning van Persien, en eenmaal aan den Soudaan van Aegypten als Ambassadeur is gezonden, die hem zeer groote eere in de Grote Stad 45) Alcair aandede, ende schonk hem een groten Carbunkel in goud gebracht, die des Nachts als een keerse lichte, die hy altyd op zyn borste droeg. Ook hadde hem den Koning van Persien gegeven twee Sapphyren, ende eenen schoonen Smaragdus, ende wanneer den Turk hem zeer geerne geheel en al behouden hadde, heeft hy hem om zulks dikwils met grote beloften aangezocht; doch ziende dat hy hem niet konde bewegen, zoo heeft hy hem met groote geschenken wederom in ‟t Eiland Rhodos laten voeren, daar hy van den Grootmeester, ende alle zyne Orders Heeren met een onuitsprekelyke blydschap ontvangen wierde, alwaar hy nog twee Jaaren bleef; na welken tyd hy rykelyk beschonken zynde, wederom na Venetien, ende van daar na Romen getogen is, want de Heere Meister van Rhodos hem brieven aan den Paus van Romen mede gegeven hadde, van wien hy ook heerlyk ontvangen wierde; ende bleef hy by zyn Heligheit anderhalf jaar woonen. Daar na begaf hy hem nog drie jaaren in dienste van den Keizer Lodewyk, dewelke hem, om zyne groote ervarenheid in hoge agtinge hielde. Ende is van daar ten laatsten voort t‟huis gekoomen, alwaar hy, nog van zyn eigen Moeder, nog van iemand bekend werde. Ende zoude zyn Moeder ook geenzins hem voor heren zoone hebben aangenomen, indien hy haar geen zekeren gouden ring getoont hadde, dien zy hem in ‟t uitreisen gegeven hadde, niettegenstaande hy haar genoeg andere lykteikenen zeide. Als dan deezen voornoemde Seerp van Adelen wonder vertelde van zyn voorgaande reizen ende tochten, zoo zyn Alif Aylva, ende Tiek Hettinga daar door beweegt geworden, om die voorsz: Landen ook te bezoeken. Zy hebben derhalven goede brieven van recommandatie aan den soudaan van Aegypten, aan den Heer Meester van Rhodos en den Groten Turk van Seerp van Adelen mede genomen, die haar ook een van zyne Dienaars, die de Aegyptische en Turksche Sprake kundig ware mede gave. Ende als zy den Soudaan quamen, hebben zy hem Adelers brieven behandigt, dewelke hem zeer lief en aangenaam waren, vermits hy in zo een groote achtinge by den Grooten Turk hadde, ende ware by haar lieder Seerp van Adelen geheten. Deeze recommandatie deden zy voortaan aan den Grooten Turk, dien zy Adelers brieven ook overleverden, dewelke hem wonderlyk aangenaam waren. Van gelyken brachten zy ook ten laatsten den Heere Meister van Rhodos Adelers brieven, daar zy ook zeer wel onttvangen en getraçteert woerden. Ende wederom in Friesland komende, wisten zy weder te vertellen van het geene haare in de reize ervaren ende geschiet ware. Ao. 1341 hebben geleeft46) Tading ende Seerp van Adelen, ten tyde als Godefridus Andla Abt van Lidlum was, welken Abt (alzo de Cloosters met de Façtien der Scieringers en Vetkopers mede behept waren) hem gestelt, ende geoorlogt heeft tegens de Monniken van Ludinga Kerk ende Oude-Kloosters, mitsgaders de Edelen Tading en Seerp van Adelen, met de voorsz: Kloosters waren geconfedereert. Doch is het verschil door tusschenspreken van vredelievende Perzonen ten laatsten bygelegt. Ao. 1420 heeft geleeft47) Jelmer van Adelen, dewelke is geweest Grietman van Barradeel, hy is mede met Sicco Tjaardema, en veel meer andere Edelen, wezende van de Façtie der Scierigers, getrokken na Groeningen, om met haare Vianden, de Vetkopers, Occo ten Broek, over Eems; ende en Groeningers, zynde Bontgenoten van de Vetkopers in Oostergo, een zoen ende verdacht te maken, gelyk ook is geschiet. Ao. 142348) op den 3 July wierde op ‟t Zuid-Oost van ‟t Huis van Adelen, op ‟t Hiem een put gegraven, daar zy nog een Fondament van een oud vervallen Kelder gevonden hebben, alwaar in lag het Wapen van Adelen in een roden Steen uitgehouwen, boven het welke met groote Letters stonde ADELBURCH; met ook een buidel, daar in twee stukken gout, en zommigen stukken zilver geld, dat Douwe Reinalda geslagen hadde, als men schreef 992, en begon al te vergaan, te weten ‟t zilver en den buidel, want als men dat opnam viel als stof daar heen, dog den ring en het goud waren nog even goed, of het niet lange in den aarde gelegenhadde. De ring was sterk en plat daar op gesneden stonde: FREDERICUS ADELENSIS, Episcopus Trajeçtensis 837. Ende den eenen gouden penning hadde Adgillus de 2de, Koning van Friesland gemunt, endestonde op de eene zyde: ADGILLUS 2, Frisiorum Rex; en op de andere zyde: Moneta aurea Civitatis Trariensis 733. Den anderen penning hadde Gondeboldus 1, Koning van Friesland, Adgilli de 2 de zone
geslagen. Ende stonde op de eene zyde: Gondeboldus primus Frisiorum Rex; ende op de andere zyde: Moneta aurea civitatis Doccumensis 739. Ao. 1450 heeft geleeft Juffrouw Tiets van Adelen, die getrouwt is geweest aan Douwe van Aesgana. Ao. 1480 heeft geleeft Juffrouw Catharina van Adelen, die getrouwt is geweest aan Romke Jelmara, genaamt Donia, wonende op Donia Stata tot Hallum, dewelke nagelaten heeft twee dochters, met namen Hulk Jelmara en Doed Jelmara. Dus verre hebben wy nu verhaalt alle de Perzonen uit deezen Geslachte geboren (zo veele wy hebben konnen vinden) na vervolg des tyds op welken zy hebben geleeft, zonder dat wy de onafgebrokene neergaande Linie des Genealogien hebben konnen naspeuren en vinden. Nu zullen wy voort volkomentlyk, si non omnio in Collaterali gradu, saltem in descendente, de Genealogie vervolgen: ende beschryven alle de geene die uit dezen huize zyn gesproten, tot den laatsten Claas van Adelen toe, in welken het Geslachte is geëindigt en uitgesturven. Ende door wiens beleid ende loffelyke instellinge het zelve wederom is vernieuwt ende herboren, door aanneminge van den Jongen Claas van Adelen, gesproten uit den huize van Cronenburg, (zie de 6de Generatie van Cronenburg). In den welken wy dan ook de Genealogie van het herboren en vernieuwde Adelen zullen vervolgen; alzo dat wy alleen aantekenen haare geboorte en sterfdach, zonder meerder omstandigheden en beschryvinge der Geschiedenissen. Ao. 1440 heeft geleeft Wibrant van Adelen, hadde getrouwt N.N. by wien hy heeft verwekt drie kinderen 1. Claas van Adelen, heeft eerstmaal getrouwt Juffrouw Iets N. Andermaal heeft hy getrouwt Juffrouw Bauk van Rientzema, dewelke stierf Ao. 1502. Hy stierf Ao. 1501, en wierde begraven in de Kerk tot Sexbierum by zyne Voorouderen. Hy heeft in „t 1 ste 2, en in „t 2de Bed 3 kinderen nagelaten. 2. Foek van Adelen. 3. Bauk van Adelen. In „1ste Bedde: 1. Romke van Adelen, heeft getrouwt N.N. by wien hy heeft nagelaten één dochter: Rieme van Adelen, (dewelke nog leefde Ao. 1500) ende waare zy getrouwt aan Rienik van Poppema, een zoone van Wybe van Poppema ende Juffrouw N. van Gerbranda. 2. Taats van Adelen. In „t 2de Bedde: 3. Wibrant van Adelen, is ongetrouwt gesturven Ao. 1541. 4. Iets van Adelen, was een geprofeside Nonne in ‟t Clooster tot Munkebajum by Franeker. Zy stierf Ao. 1543 den 24 Aug op Bartholomei dach. 5. Seerp van Adelen, heeft eerstemaal getrouwt Juffrouw Taats van Amama, van Garyp by Leeuwarden, dewelke stierf den 6 april Ao. 1534. Andermaal heeft hy getrouwt Juffrouw Rixt van Hania van Buerebuisum by Dockum, dewelke stierf op den April Ao. 1540 zonder kinderen na te laten. Hy heeft zynen huize Adelen tot Sexbierum het welk een langen tyd vervallen en woest hadde gestaan, wederom vernieuwt en opgebouwt, ende ware een man van naturen goedaardig en vroom, maar te veel genegen tot den drank, waar door het is toegekomen dat hy zyne Goederen grotelyks heeft verwaarloost en vermindert, zo dat na zyn versterven zyne kinderen veele Landen en Goederen hebben moeten verkopen tot betalinge der schulden. Hy stierf op den 10 May Ao. 1552, en wierde begraven in de Kerk tot Sexbierum by zyne Voorouderen. Hy heeft in „t 1ste Bedde 2 kinderen nagelaten. 1. Claas van Adelen, is de laatste geweest in de mannelyke Linie of Graad van den Geslachte van Adelen. Hy heeft op zynen huize van Adelen tot Sexbierum gewoont in alle eenzaamheid en ruste, met de Werelt en Wereltsche Zaken hem weinig bemoeiende. Nogtans eergierig en grootmoedig zynde, dat hy niet heeft gewilt, noch konnen lyden, dat het zelve oude Geslachte in, ende met hen zoude uitsterven, ende ten eenemaal een einde neemen. Om ‟t welke voor te komen, zo heeft hy zyn zusters Bauk van Adelens zoone voor zyn eigen Kind ende Erfgenaam aangenoomen en geadopteert, hem latende na zyn eigen naame noemen Claas van Adelen, (zie de 6de Generatie van Cronenburg). Hy stierf op zynen huize van Adelen tot Sexbierum op den 4
April 1567, ende wierde begraven in de Kerk tot Sexbierum by zyn Voorouders, op welkers begrafenis-plaatze leit een blauwen Graf-steen treflyk uitgehouwen, waar op dat ter eeren ende gedachtenisse van zynen Vader Seerp van Adelen voornoemt, ende op den zelvigen staat dit korte ende oude Epitaphium: Serapius genitor, proles NICOLAUS ADELEN. Hic recubant: stirpis Regia nobilitas. 2. Bauk van Adelen, is geboren op den 10 Oçtober 1519. Ende is Ao. 1547 op den 13 November getrouwt aan Jacob van Cronenburg, gesproten uit den huize der Ed. Heeren van Cronenburg in Holland, (zie de 5de Generatie van Cronenburg). Zy was de laatste van haar Geslacht, woonde tot Pietersbierum op het huis Cronenburg van haar man gebouwt, ende alzo genaamt; zy was een zeer Godvrezende, deugdzame en zachtmoedige Matrona, nederig en edel van gemoet. Haar Conterfeitsel gemaakt door den vermaarden Marten Heeskerk alrede omtrent hondret Jaar oud zynde is nog te zien op het huis Adelen, waar op men vindet dit Epigramma tot haarer Eere: Ultima praelustri, sum Boukie, stemmata Adelen, Nota. Cronenburghi consociata thoro, Filius exoritur Nicolaus, ceu redivrus, Phaenix, qui stirpem restituet veterem. Ende zy stierf zeer Christelyk tot Pietersbierum op haaren huize Croenenburg op den 26 April 1603, od zynde 73 Jaren, ende legt begraven tot Harlingen in den Dom van Alenum by Haaren man. Noten (die in het boek per bladzijde met abc zijn aangegeven): 1a. Occo Scharl: lib: 1. P. Winsem: Chron: Fris: lib: 2. 2b. Chron: Holl: dec: 2, cap 26. M. Hamck de Fris: lib 1. P. Wins: lib: 2. 3c. Occo Scharl: lib: 1. Vorp Thab: lib 2, cap: 1c. Ubb: Emm: dec: 2, lib 4. M. Hamck de Fris: lib 1. P. Winsem: Chron: Fris: lib: 2. 4a. Occo Scharl: lib: 1. 5b. P. Winsemius Chron: Fris: lib: 2 6*. Angrivarii olim fedes habuerunt ad Albim. Ubi vetus Marchia est, oppidum Angermundum gentis nomen retinet. Postea in Bruçterorum loce omigrarunt. Engern in Westphalia ad Annisi caput, & Visurgis Lippiacq; ripam Chron: Carion: lib: 4. De palen der Angrivaten kan men qualyk beschryven, gemerkt van die naam niets over is, als het dorp Engern, alwaar het Graff van den Koning Widikindus nog in ‟t Choor te zien is. Atlas Major, in describ: Westphalia 7+. Dat is, Montes Pyrenzi genaamt, die Spanien van Gallien scheiden. 8c. Occo Scharl: lib: 1. 9d. Occo Scharl: lib 1: M. Hamck de Fris: lib 1. P. Wins: Chron: Fris: lib 2. 10e. P. Wins: ibid. 11*. Dit Dorp is naderhand door hoge Vloeden wch gespoelt. 12+. De eerste oorsprong des naams Adelen. 13a. Occo Scharl: lib: 1. Suffr: Petri de ferib: Fris: dec: 5. 14b. M. Hamck ibid: 15c. Occo Scharl: lib: 1 16d. Chron: Holl: dev: 2, cap 79. Vorp: Thab: lib 2, cap 28. P. Wins: Chron: Fris: lib: 3. 17e. Occo Scharl: lib 2. Chron: Holl: dev: 3, cap 79. Vorp: Thab: 20, cap 20. M. van Heuvel Hantvh: Chron: lib: 8. 18f. de naastvoorsz: Auçteur ibid: 19g. Ubb: Emm: dec: 1 lib: 5. P. Wins: Chron: Fris: lib 3. 20h. Chron: Holl: div: 3, cap 81 Vorp: Thab: lib 2, cap 32. Ubb: Emm: dec: 1, lib: 5. P. Wins: Chron: Fris: lib 3. 21i. Chron: Holl: div: 3, cap 80. Vorp: Thab: lib: 2, cap 31. J. Wins: ibid: 22k. Ubb: Emm: dec: 1, lib: 5. Cum a Ludovico moneretur, ut Walachios fuos, qui Mattiaei veteros funt, ab incastis conjugiis prohiberet. Chron: Holl: div: 3, cap: 80. P. Wins: Chron: Fris: lib 3. 23l. Chron: Holl: dev: 3, cap:83. Ubb: Emm: dec: 1, lib: 5. 24m. Chron: Holl: div: 3, cap: 83. Nec ponit precibus minisque Augusta de inceps permoveri, ut a capto abstineret. Ubb: Emm: dec: 1, lib 5. 25n. Chron: Holl: ibid:. P. Wins: Chron: Fris: & alii. 26o. Decus fuit eo faeculo Frisiorum . Ubb: Emm: dec: 1, lib 5. 27p. Vide Vorp: Thab: lib: 2, cap 33. P. Wins: Chron: Fris: lib: 3. 28q. Chron: Holl: div: 3, cap: 89, 90. 29r. Alias Adelbricus Chron: Holl: div: 2, cap 85. 30s. Chron: Holl: div: 3, cap 85.
31a. Occo Scharl: lib: 2. P. Wins: Chron: Fris: lib 4. 32*. De Potestas Frisia is van Caroli Magni Ao. 802, ingesteld, na de maniere der Romeinen, ende was zo veel als een Roomsche Consul. Vid: Bullam Caroli Magni datum Ao. Christi 802. P. Wins: Chron: Fris: lib: 3. 33b. Occo Scharl: lib: 2. P. Wins: Chron: Fris: lib:4. 34c. Andr: Corn: by Occo Scharl: lib: 6 ende 10. 35d. Hertog Albrecht van Saxen wierde Erfgouverneur van Friesland Anno 1498. Ubb: Emm: dec: 4, lib: 37 en zyn zoon Georg droeg de Landen wederom over aan den Prince Carel van Spanjen, Ao. 1515. Ubb: Emm: dec 5, lib:48. 36e. Zyne Knechten quamen in ‟t Land Anno 1514, en verliet het zelve Anno 1523. Vorp: Thab: lib: 5. Ubb: Emm: dec: 5, lib:47. P. Wins: Chron: Fris: lib:14, 15. 37a. Job: Vliet: ex Occo Scharl: lib: 2. P. Wins: lib: 4. 38b. Chron: Holl: fo:368. Job: Vliet: by Occo Scharl: lib: 3. Vorp: Thab: lib: 3, cap: 39. P. Wins: Chron: Fris: lib:7. 39c. Martinur de Ylst, Job: Vliet: ibid. 40d. Mart: Ylst, Job: Vliet: ex Occo Scharl: lib: 3. 41e. Chron: Holl: fol: 368. Mart: Ylst: Vliet: by Occo Scharl: lib: 3. Vorp: Thab: lib:3, cap 39. P. Winsemius Chron: Fris: lib: 7. 42f. Het derdendeel der Menschen zyn in Friesland gesturven, Ubb: Emm: dec: 2, lib 13. P. Wins: ibid: 43g. Mart: Ylst: Job: Vlieterp: by Occo Scharl:lib: 3. 44h. Dit wort al te maal van Seerp van Adelen verhaalt by Martinus van Ylst wiens Schriften nu niet voor handen zyn. 45i. Cairum ofte Alcair, eertyds Memphis geheten, heeft wel 14 à 15 mylen in ‟t ronde. In ‟t twede boek des Werelds Steden wert verhaalt, dat ze 5 maal grooter is als Parys, Mayor in descript: Aegupti. Aegypti quam Tureo obtinet, caputest Caireum, Vulgo Alcair, urbs magnitudine, emporium eeleberrimlim. Philip: Cluverius Introduçt: Geograph: lib 6, cap: 7. 46a. Job: Vliet by Occo Scharl: lib: 3. P. Wins: Chron: Fris: lib: 7. 47b. Andr: Corn: by Occo Scharl: lib: 4. Vorp: Thab: Ubb: Emm: dec: lib:13. P. Wins: Chron: Fris: lib: 18. 48c. Andr: Corn: by Occo Scharl: ex Martino de Ylst, in fuis Tragmenti. --
Wapen van Frederik van Adelen, 8ste Bisschop van Utrecht. Knipsel uit notitieboekje van Adriaan Westphalen, Kon. Bib. Brussel, Hs 19219, blz 137b. Bron: Westfries Archief Hoorn, Geslachtsregister van Teet Luitjes van Adelen: Zie ook Steevast 1998, blz 45-50, over het Teet Luitjes Fonds.
LUITJE MATHIJSZ VAN ADELEN X NN _____I______________________________________________________________________________ Nanne Luitjes Teet Luitjes Thijs Luitjes van Adelen 1) X Dirk Hoek testamentaire X .. __I__________ __I__________ 1. Luitje Dirksz Hoek Luitje Mathijsz van Adelen . Burgm 1539 12x. Secr 1522-25, Schep 1537 . X .. X . Wiltschut . __I__________ _________________________________________________I_____________ . Meijnou Luitjes Hoek Siewert Luitjesz Hille Luitjes Reimerig Luitjes . X Claes Pieters X .. X .. X Fredrik A.Westphalen . Hoogkarspel. X Jan Pauw . __I____________ __I____________ __I____________ __I______________ . Pieter Claesz-erfg. 1. Jantje Siewertsdr 1. Cornelis J.Brouwer-erfg. Adriaen F.Westph-erfg. . X Jan .. X .. X Catrina R.vWijdenes 2. Gerrit Dirksz Hoek __I____________ __I____________ I Schep 1537 Trijn Jans 1. Jannetje C.Brouwer X .. X Cornelis .. X Olof .. __I_______________ __I______________ __I____________ I 1. Meijnou G.Hoek Cornelis Cornelisz 1. Grietje Olofs X Gerbrand Gerritsz 2. Luitje Siewertsz-erfg, zie T-1 2. Reinst Olofs __I_______________ X Soutje S.Schippers 2. Trijn C.Brouwer Gerrit Gerbrandsz-erfg. 3. Jan Sieuwertsz X Cornelis .. 2. Aafje G.Hoek -- X .. __I____________ I 3. Jan G.Hoek 4. Thijs Siewertsz 1. Marijtje Cornelis 4. Teet G.Hoek I (onbekend) 2. Joost Cornelisz 5. Geert/Gerrit G.Hoek 5. Reinsje Siewerts, zie T-2 3. Reinst Cornelis ?Pieter Dirksz-erfg. ?? X Fredrik J.Lakenman 4. Diewertje Cornelis ______________________ I 2. Luitje Jansz Pauw I X .. Zesde gen;_______________I __________________________I___________________ __I______________ 1. Lijsbet Jans 1. Ebel L.Pauw 2. Hille L.Pauw 3. Diewtje L.Pauw 1. Reimerig Westphalen X Thijs .. X Cornelis Swaeg X Steven .. X Reinier Riccen __I____________ __I______________ __I_________ __I_______________ 1. Dirk Thijsz 1. Cornelis Cornelisz Swaeg Luitje Stevens 1. Susanna/Suster 2. Jan Thijsz X .. 4. Meijnou L.Pauw X .. de Groot 2. Dirk Jansz Pont __I______________ X Albert .. __I_____________ X .. Lijsbeth C.Swaeg __I__________ Adriaan de Groot __I____________ X .. de Jong 1. Suster Alberts arts te Enkh 1652 1. Trein Dirks __I_______________ 2. Trijn Alberts 2. Reilet Rijxs/Riccen 2. Neel Dirks Cornelis de Jong 3. Griet Alberts 2. Fredrik A.Westphalen 3. Trein Jans X Beekje .. 4. Pieter Albertsz Pelgrim/ridder 1620 X Jan .. __I________________ 5. Simon Albertsz X 1623 Catarina M.d __I____________ 1. Anna de Jong 6. Sijbrig Alberts Groot uit Schagen 1. Jacob Jansz X .. Rieker 5. Jan Luitjes Pauw __I______________ 2. Trein Jans __I________________________________ Adriaen F.Westphalen 3. Maria Jans Sijbrigh Rieker Geertje Rieket X Marg.C.Coetenburg X Pieter Jansz Toorn X Dirk v Sildt __I______________ __I_________________ 1. Fredrik Adriaens Lijsabet Toorn 2. Adriana Theresia 2. Ebel de Jong 3. Fredrik Arnulphus X Jan Reijndersz Kock X Cat.d Cotereau __I________________ 4. Catrina Westp. Sijbrigh Jans Kock 5. Catharina Maria 1) Was zijn vader X Fredrik de Jong misschien Gerrit __I__________________________________________ Dirksz Hoek, 1. Hendrina de Jong. 2. Pietertje de Jong. 3. Jan de Jong, +. Burgm in 1459 en 61? 3. Cornelis de Jong X Beekje .. __I______________________________________________ 1. Antje de Jong 2. Otto de Jong zie T-3 zie T-4 2. Jan Cornelisz Swaeg 3. Sijbrig Cornelis Swaeg 4. Lijsbeth Cornelis Swaeg
T-1. 2. Luitje Siewertsz van Adelen X Soutje Siewerts Schipper _______I____________________________________________________________________________________ 1. Maria Luitjes 2. Pietermoer Luitjes 3. Siewert L.Lakenman 4. Siewert L.Schipper X .. X Arend Claesz de Graaf X .. X .. __I__________ __I__________ __I__________ __I___________ 1. Griet Meijners 1. Maritje A.dGraaf 1. Eefje S.Lakenman 1. Erik S.Schipper 2. Maria Meijners 2. Urm A.dGraaf 2. Reinst S.Lakenman 2. Luitje S.Schipper 3. Soutje A.dGraaf X Nanning .. 4. Luitje Arendsz de Graaf __I____________ X .. 1. Grietje Nannings __I___________ X .. Arent Luitjes Brouwer __I____________ X .. 1. Kresje .. __I______________ 2. Eefje .. 1. Pietertje Arents Brouwer 3. Aatje .. 2. Trijntje Arents brouwer 4. Reinsje .. X .. Semeyns 2. Aafje Nannings __I________________ X Arent .. 1. Pieter Semeyns __I______________ X Minoutje van Romonde Reinsje Arentsdr 2. Arent Brouwer Semeyns X Gerrit Ligt X Maria van Stralen __I________________ __I_________________ 1. Aafje G.Ligt Catharina Semeyns X Gebriel Carelsz X .. X Jan van Romonde __I_____________ __I_________ __I__________________ 1. Diewertje Gabriels 3. Jantje Gabriels 1. Eva Claasina 2. Reintje Gabriels 2. Arent Diderik, + 2. Jannetje G.Ligt 3. Elia Mijna X Roelof Schuijt 4. Maria Catharina __I___________________________ 5. Johanna P.vRomonde 1. Jannetje Schuijt. 2. Klaas Schuit. 3. Catharina Semeyns 3. Arent G.Ligt X Harman van Binnevelt X Eltje Jans X Roelof Schuijt __I________________ __I_____________ 1. Johannes 1. Aaltje Arents Ligt 2. Dirk 2. Martje Arents Ligt 3. Johanna 3. Luitje Siewertsz Lakenman 4. Catharina v Binnevelt X .. 3. Marijtje Arents Brouwer __I____________ X Pieter Verbruggen Grietje L.Lakenman __I________________ X David van Bassen 1. Johanna M.Verbruggen __I______________ X Gerard van Romonde Susanna v Bassen __I_________________ X Johannes de Gorter Aafje v Romonde __I_______________ 2. Petronella Verbruggen 1. David de Gorter X Thade Buyskes X Cornelis Brucerius __I___________________ __I_______________ 1. Petronella Buyskes 1. Susanna Hermina 2. Pieter Buyskes 2. Johannes, + 3. Johanna Buyskes 3. Hermina Petronella 4. Eva Buyskes 4. Margareta Johanna 5. Arnoldus Buyskes 5. Catharina, + 6. Maria Buyskes 2. Theodorus de Gorter 3. Jan Verbruggen X Fredrika Monsieur X Eva van Schaak __I________________ __I__________________ Susanna Ageta de Gorter 1. Catharina Verbruggen 3. Margareta de Gorter 2. Pieter Verbruggen X Jan Binkes 3. Maria Verbruggen __I____________________ 1. Susanna Angeneta. 2. Simon, +. 3. Alida. 4. Johanna de Gorter X Louis Elzevier Isaak Johannes Elzevier 5. Hermanus Boerhave dG. X Susan Descous 1. Maria. 2. Janie Louise Antonette. 3. Jan.
T-2. 5. Reinsje Siewerts van Adelen X Fred (erik Jansz) Lakeman __I__________ 1. Siewert F.Lakenman, +1648 X Geertje Hendriks __I__________ 1. Fredrik Siewertsz Lakenman, +1665 X Aafje Kant, +1683 __I___________ 1. Siewert F.Lakenman X Catharina Halfhoorn __I__________ 1. Fredrik S.Lakenman 2. Diewertje S.Lakenman 2. Komaatje F.Lakenman 3. Frans F.Lakenman 2. Reinst Siewerts Lakenman, +1681 X Dirk van Bergen, +1673 __I_______________________________________________________________________________ 1. Geertruida v Bergen, 2. Anna v Bergen 3. Cornelis v Bergen X Petrus Hovius, +1730 X François Gallis uit Hoorn X M. Vos __I_________ __I_________ __I_________ Jacobus Hovius 1. Dirk Gallis Reijnsje v Bergen 3. Hendrik Siewertsz Lakenman X Johanna Backer 4. Jan Siewertsz Lakenman __I____________ X Seijberig Grootebroek, X Ida Huijgh 1. François Gallis __I___________ __I__________ X Margaretha Hinlopen 1. Elisabet Lakenman 2. Siewert Lakenman __I______________ X Pieter Huijgh X Ageta Buyskes Dirk Gallis __I___________ geen kinderen 2. Cornelis Gallis Jan Hendriksz Huijgh 3. Pieter Gallis 2. Cornelis F. Lakenman, +1656 4. Pieter Gallis X Trijn Teunis 5. Sara Gallis __I_________ X Cornelis Cromhout Fredrik Cornelis Lakenman __I________________ X Wolmet van Loosen 1. Antony Cromhout geen kinderen 2. Dirk Cromhout 3. Johanna Cromhout 6. Pieter Gallis 7. Dirk Gallis 2. François Gallis
T-3. 1. Antje de Jong X frans Grootenhoff ______I_____________ 1. Beekje Grootenhoff 2. Theunis Grootenhoff X Angenetje Jansdr __I_______________ 1. Frans Grootenhoff 2. Geertruij Grootenhoff 3. Antje Grootenhoff
T-4. 2. Otto de Jong X Saartje Greeven __I______________ 1. Claasje de Jong X Nanning C.Eendebak __I________________ Cornelis Eendebak X Willempie Koops uit Medemblik __I__________________ 1. Nanning C.Eendebak, 1795-1845. X 1820 Henriette AE.Wûst __I___________________ 1. Catharina Eendebak 2. Cornelis Eendebak 3. Henriette EE.Eendebak 4. Adam AF.Eendebak 2. Elisabeth Eendebak, *1797 3. Otto Eendebak, 1799-1800. 2. Beekje de Jong X Hendrik Trouweij 3. Dirkje de Jong X Abraham van der Gronden ________________________________________________________________I____________________________ 1. Wouter Roelof vd Gronden. 2. Otto Dijkhuijsen. 3. Abraham. 4. Petronella vd Gronden. 5. Abraham, *18-1-1776.
-Staatkundig Nederland: een woordenboek tot de biographische kaart ..., Volume 2, door Jacobus Scheltema
WYTHAMA, (JELLÉ SYBES VAN) Burgemeester te Leeuwarden. Was te Sybrandabuuren gezeten en in 1579 in gemelde Waardigheid en tevens Gedeputeerde Staat zijnde, werd hij met BAERTE IDSAERDA naar Utrecht gezonden, om namens Friesland de Ratificatie der nadere Unie over te brengen, welke hij ook geteekend heeft. Hij was in 1580 een der afgevaardigden namens het lid der Steden, die het innemen en slechten der Blokhuizen te Leeuwarden en te Harlingen op de beste wijze bezorgden. In het geslachtregister van KRONENBURG bij FERWERDA wordt hij beschreven als een Man “die in alles bleek een ijverig Patriot te zijn, van groote deugden, verstand en courage, dewelke in de zeer gevaarlijke troebelen en beginselen der veranderingen in den staat der Regering des Lands, niet heeft gevreesd, zijn goed en bloed in het uiterste gevaar en zwarigheid te stellen voor het gemeene beste”. Hij was gehuwd aan ANNA VAN CRONENBURG, weduw van JAN CROEN VAN KEULEN, en dochter van JAN CRONENBURG en BAUK ADELEN, wier zoon de naam van beide geslachten voerde. Zie Winsemius. -http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/DVN/lemmata/data/Cronenburg CRONENBURG, Anna van (geb. Pietersburem, bij Harlingen, 1552 – gest. na 1590), vermeend portretschilderes. Dochter van Jacob van Cronenburg (gest. 1572), medicus, en Bauk van Adelen (gest. 1603). Anna van Cronenburg trouwde (1) met Jan Craen; (2) met Jelle Sybes van Wythama, in 1579 burgemeester van Leeuwarden. Anna van Cronenburg werd geboren als oudste van de vijf in leven gebleven kinderen – zeven stierven jong – in Huize Cronenburg bij Harlingen. Haar vader, Jacob van Cronenburg, was een uit Schagen afkomstige medicus die zijn geluk had gezocht in Friesland. Nadat zijn eerste vrouw kinderloos was overleden, trouwde hij in 1547 met Bauk van Adelen en liet een nieuw huis timmeren in Pietersburem. Van de eerste echtgenoot van Anna van Cronenburg is alleen bekend dat hij uit Keulen afkomstig was. Haar tweede echtgenoot was gedeputeerde van de Staten van Friesland en in 1579 burgemeester van Leeuwarden. De zeldzame portretten van de hand van Anna van Cronenburg, aldus Wurzbach, zijn bijzonder interessant en origineel vanwege de kostuums. In 1857 bevond zich een portret van een dame met kind in het bezit van baron Haringma te Leeuwarden, gesigneerd „Ghedaen Ao. 1590 door Anna Croneburgh‟. In Madrid bevinden zich vier door haar geschilderde damesportretten, aldus Wurzbach. Sinds het artikel van G. Marlier (1934) zijn kunsthistorici het er echter over eens dat deze portretten niet door Anna, maar door een neef van haar vader, Adriaan van Cronenburg (voor 1545-ca. 1604), zijn geschilderd. Deze signeerde met vier letters A (AAAA) plus een afkortingsteken boven de laatste A. Dit moet gelezen worden als: A drie A = Adriaan. De middelste twee A‟s zijn ten onrechte voor een N (Anna) gelezen. -Naslagwerken Van der Aa; Kramm; Wurzbach. Literatuur Abraham Ferwerda, „Stamlyst van den oorsprong, voortgang ende geschiedenissen des geslagts der edel ‟Heeren van Cronenburg‟, in: Idem, Nederlandsch geslacht- stam- en wapenboek, 2 (Amsterdam 1785). G. Marlier, „Un portraitiste frison du XVIe siècle. Anna ou Adriaen van Cronenburch‟, OudHolland 51 (1934) 1-10. P. Bakker, Gezicht op Leeuwarden. Schilders in Friesland en de markt voor schilderijen in de Gouden Eeuw (Amsterdam 2008) 191 [alleen over Adriaan]. -Tresoar.nl: ANDELEN, voorm. stins, prov. Friesland, kw. Westergoo, griet. Barradeel, onder Sexbierum, van welk d. het 5 min. N. gelegen was. Zij zoude, naar men wil, in 840 gesticht zijn, maar is thans alleen kenbaar aan de wier (hoogte), waarop zij gestaan heeft. Het Adellijk geslacht Andelen stamde af van Adgillus II, koning van Friesland, die, bij zijn overlijden, in 759, twee zonen en
twee dochters naliet; eene dezer dochters, Conovella, huwde aan Adelbrigus, edelman te Sexbierum, en uit dit huwelijk kwam de stamvader der Adelens voort. Een andere zoon van Adelbricus en Conovella, Frederik van Adelen geheeten, was de achtste Bisschop van Utrecht en is door de Roomsche Kerk heilig verklaard. Een neef van dezen Frederik, Adelbricus van Adelen, wordt door Winsemius als de derde Potestaat van Friesland opgegeven. Het geslacht van Adelen is eerst tusschen 1718 en 1728, in den persoon van Claas van Adelen, uitgestorven. Zie de belangrijke geslachtlijst in Ferwerda, wapenboek. D. III. --
--
Uit de Haan Hettema, Stamboek van den vroegeren en lateren adel, 1846.
Bron: Algemeen Nederlandsch Familieblad, 1883, nr.54?, blz 3: Graftombes en Grafschriften in Nederland (vervolg van nr.53). Tot Sexbierum in de Grietenije van Baradeel. Nr. 37. 1553 Sepulture van Heer Fetza van Adelen, en Claas zijn zoon. (TP: Volgens Simon Wierstra heeft er geen Fetza van Adelen bestaan, en wordt er Seerp van Adelen bedoeld met zijn zoon Claas. Fetza lijkt een toevoeging te zijn geweest voor de woonlocatie. De zerk is verdwenen, maar er is nog een tekening van in de verzameling van het Fries Genootschap (Tresoar, toegang 344, inv.nr. 1048). -Simonwierstra.nl:
Genealogie van het adellijk geslacht van Adélen met index Voor de bronnen en afkortingen zie pagina 6 van de site. Eveneens voor het nodige voorbehoud bij sommige personen en filiaties. I Seerp Fetzes van Adélen. Seerp was gehuwd met N.N.. Uit dit huwelijk: 1 Seerp van Adélen, volgt onder II.
II Seerp van Adélen, overleden 9 jun 1553, zoon van Seerp Fetzes van Adélen (I) en N.N.. Seerp was gehuwd met 1) Taets Tjercksdr van Amama, overleden 1534. Uit dit huwelijk:
1 Bauck van Adélen, geboren 10 okt 1529, volgt onder III-a. 2 Tading van Adélen, volgt onder III-b. 3 Claes van Adélen, overleden 4 apr 1567. Hij nam aan tot zoon Claes,een zoon van zijn zuster Bauck,om de naam Adélen in stand te houden. T311-107 d.d.1566:testamenten van Claes van Adelen met beschikkingen ten gunste van de zoon en de dochters van zijn zuster Bauck. T344-1048:tekening van de grafzerk van Seerp en Claes van Adelen (Sexbierum,19e eeuw).
Seerp was gehuwd met 2) Rixt van Hania, overleden 1540, dochter van Sypt van Hania en Ydt van Rinia. III-a Bauck van Adélen, geboren 10 okt 1529, overleden 26 apr 1603, dochter van Seerp van Adélen (II) en Taets Tjercksdr van Amama. T326-1210:scheiding van Meylama te Pietersbierum met als belanghebbende Bauck van Adelen,weduwe van Cronenburgh (1587).
Bauck is getrouwd 13 nov 1547 met Jacob Gerrits van Cronenburgh, overleden 1572. Hij was weduwnaar van Anna van Wythama. Uit het huwelijk van Bauck en Jacob: 1 Claes van Adélen van Cronenburgh, volgt onder IV-a.
III-b Tading van Adélen, overleden 14 feb 1624 (?), begraven Berlikum ,grafschrift, zoon van Seerp van Adélen (II) en Taets Tjercksdr van Amama. HvF d.d.11-2-1584:Ansck Hiddema,vrouw van Yge Heeres Galema te Witmarsum, contra Tading van Adélen. HvF d.d.17-2-1596:Andries van Hiddema procedeert tegen Tading van Adélen (N.T.14-02). MEN 47/50: in de jaren 1599/1614 worden hierin Tading en zijn vrouw herhaaldelijk vermeld bij koop/verkoop en als schuldeisers. HvF 16706-35,158,188,198,423 d.d.21-10-1602, 11-5-1603, 5-7-1603, 8-7-1603 en 6-7-1604: Dr.Hector Rheen en Meyle Jensma voor zijn vrouw contra Tading van Adélen. T327-1394:koopbrief van een sate te Menaldum door Tading van Adelen en echtgenote, verkocht en geniaard door Ruurd van Juckema (1613). Hij wordt te Berlikum vermeld in 1617 in de steen van de kosterij. Volgens GJB 1994-33 zou hij al overleden zijn 1619/1620, maar op de grafsteen in de kerk wordt vermeld 14-2-1624 en in MEN 52-388 d.d.21-2-1621 wordt Tading genoemd bij de zoenlieden. Zie ook Grafschriften IV-32.
Tading is getrouwd 1583 met Ath van Roorda, overleden Berlikum ,september 1615*, begraven aldaar 9 sep 1615, dochter van Ruurd van Roorda en Doutzen Hansdr van Sassinga. Zij woonde met haar tweede man op Hemmemastate te Berlikum. Ath is eerder getrouwd 9 sep 1567 met Rienck van Hemmema, ook Regnerus, geboren ± 1547, overleden v 1583, begraven Hitsum, zoon van Hette van Hemmema en Barbara Sickesdr van Gratinga. Uit het huwelijk van Tading en Ath: 1 Anna van Adélen, gedoopt Sneek 5 nov 1595, begraven Berlikum ,grafsteen. Zij is jong overleden.
2 Rienck van Adélen, volgt onder IV-b. 3 Barber van Adélen.
Zij is jong overleden.
4 Ruurt van Adélen, overleden na 1615. MEN 50-332/333 d.d.30-11-1615: inventarisatie in tegenwoordigheid van Ruurt van Adélen.
5 Ulb van Adélen. Zij is jong overleden.
IV-a Claes van Adélen van Cronenburgh, overleden Sexbierum nov 1629, zoon van Jacob Gerrits van Cronenburgh en Bauck van Adélen (III-a). Hij woonde met zijn vrouw te Sexbierum,voor zijn overlijden zie het lidmatenboek aldaar. T326-1248:Verkoop van terpland te Sexbierum door Claes van Adelen en Maryke Jelles,echtelieden aldaar (1601).
Claes was gehuwd met Maria Jellesdr Wythama, overleden n 1628, dochter van Jelle Wythama. Zij doet geloofsbelijdenis te Sexbierum op 3-3-1628. Uit dit huwelijk: 1 Meyn van Adélen van Cronenburgh, geboren 1589, overleden 6 feb 1662. Meyn is getrouwd 1617 met Sixtus van Amama, geboren 1593, overleden 1629, zoon van Johannes van Amama. 2 Jacob van Adélen van Cronenburgh, geboren 1592, overleden 1643. 3 Seerp van Adélen van Cronenburgh, geboren v 1599. Hij is jong overleden.
4 Seerp van Adélen van Cronenburgh, geboren 1599, volgt onder V-a. 5 Sybolt van Adélen van Cronenburgh, geboren 1601, overleden 1644. Hij maakte een genealogie van Friese adellijke geslachten.
6 Rimbolt van Adélen van Cronenburgh, volgt onder V-b. 7 Bauck van Adélen van Cronenburgh.
IV-b Rienck van Adélen, begraven Berlikum ,grafsteen, zoon van Tading van Adélen (III-b) en Ath van Roorda. Hij was kapitein in het leger. Op de zerk van Rienck en Ael de kwartieren van zijn en haar overgrootouders (zie Grafschriften IV-32).
Rienck is getrouwd Heeg 26 dec 1637 met Aelcke van Harinxma, geboren Weel 26 jun 1613, overleden n 1654, begraven Berlikum, dochter van Douwe van Harinxma en Machteld van Dunnewoldt. Uit dit huwelijk: 1 Ath van Adélen, gedoopt Heeg 12 mei 1639. Ath is getrouwd Heeg 26 feb 1660 met Rennert van Solckema, zoon van Tjerck Ulckes van Solckema, ,ook Tarquinius en Aaltje Claer van Solckema. Als luitenant genoemd bij HvF d.d.3-10-1671 en als eiser contra Eise van Lycklama te Idskenhuizen inzake de erfenis van zijn overgrootvader Tjerck Annes Solckema.
2 Douwe van Adélen, gedoopt Heeg 23 feb 1640.
3 Douwe van Adélen, gedoopt Heeg 26 nov 1643. 4 Machteld van Adélen, gedoopt Heeg 10 aug 1645.
V-a Seerp van Adélen van Cronenburgh, geboren 1599, overleden v 1662, zoon van Claes van Adélen van Cronenburgh (IV-a) en Maria Jellesdr Wythama. Seerp is getrouwd 1640/1641 ,25-12-1640 att.Sexbierum, met Armgard van Inthiema, overleden Hemelum 1670. Bij huwelijk in 1662 kwam zij uit Franeker. Armgard is later in ondertrouw gegaan Franeker 28 jun 1662 ,gerecht en getrouwd 1662 ,19-7-1662 att.van Franeker met George van Galama, geboren Kampen 8 okt 1629, zoon van Tiete van Galama en Bernadina Jurjensdr van Ingen. Uit het huwelijk van Seerp en Armgard: 1 Claes van Adélen van Cronenburgh, geboren v 1649, volgt onder VI. 2 Frederick van Adélen van Cronenburgh, geboren v 1649. 3 Bauck van Adélen van Cronenburgh, geboren v 1649. 4 Maria van Adélen van Cronenburgh, gedoopt Franeker 22 apr 1649. Maria is getrouwd Sexbierum 4 mei 1684 met Abraham van der Fuyck, geboren Harlingen 3 nov 1654 Hij was zilversmid te Harlingen (meester op 14-5-1683).
5 Willem van Adélen van Cronenburgh, gedoopt Franeker 17 nov 1650. 6 Anna Margrita van Adélen van Cronenburgh, gedoopt Franeker 11 nov 1655.
V-b Rimbolt van Adélen van Cronenburgh, overleden v 1672, zoon van Claes van Adélen van Cronenburgh (IV-a) en Maria Jellesdr Wythama. Hij doet op 5-2-1660 geloofsbelijdenis te Sexbierum.
Rimbolt is getrouwd okt 1665 ,1-10-1665 3e pr.Sexbierum met Lysbeth Jansdr Noordenbosch, overleden n 1672. Zij hertrouwde in 1672. Uit dit huwelijk: 1 Maria van Adélen van Cronenburgh, gedoopt Sexbierum 19 apr 1668.
VI Claes van Adélen van Cronenburgh, geboren v 1649, overleden Sexbierum juni 1719, zoon van Seerp van Adélen van Cronenburgh (V-a) en Armgard van Inthiema. Claes is getrouwd Sexbierum 4 jan 1680 met Catharina van Epema, dochter van Tjalling van Epema en Armgaert Willemsdr van Inthiema. Zij komt op 7-5-1680 met attestatie uit Koudum naar Sexbierum. Uit dit huwelijk: 1 Armgard van Adélen van Cronenburgh, gedoopt Sexbierum 17 okt 1680. Zij is jong overleden.
INDEX
Adélen Anna van, III-b-1. Ath van, IV-b-1. Barber van, III-b-3. Bauck van, II-1, III-a, IV-a. Claes van, II-3. Douwe van, IV-b-2, IV-b-3. Machteld van, IV-b-4. Rienck van, III-b-2, IV-b. Ruurt van, III-b-4. Seerp Fetzes van, I, II. Seerp van, I-1, II, III-a, III-b. Tading van, II-2, III-b, IV-b. Ulb van, III-b-5. Amama Johannes van, IV-a-1. Sixtus van, IV-a-1. Taets Tjercksdr van, II, III-a, III-b. Cronenburgh Anna Margrita van Adélen van, V-a-6. Armgard van Adélen van, VI-1. Bauck van Adélen van, IV-a-7, V-a-3. Claes van Adélen van, III-a-1, IV-a, V-a, V-a-1, V-b, VI. Frederick van Adélen van, V-a-2. Jacob Gerrits van, III-a, IV-a. Jacob van Adélen van, IV-a-2. Maria van Adélen van, V-a-4, V-b-1. Meyn van Adélen van, IV-a-1. Rimbolt van Adélen van, IV-a-6, V-b. Seerp van Adélen van, IV-a-3, IV-a-4, V-a, VI. Sybolt van Adélen van, IV-a-5. Willem van Adélen van, V-a-5. Dunnewoldt Machteld van, IV-b. Epema Catharina van, VI. Tjalling van, VI. Fuyck Abraham van der, V-a-4. Galama George van, V-a. Tiete van, V-a. Gratinga Barbara Sickesdr van, III-b. Harinxma Aelcke van, IV-b. Douwe van, IV-b. Hemmema Hette van, III-b. Rienck van, III-b. Ingen Bernadina Jurjensdr van, V-a. Inthiema
Armgaert Willemsdr van, VI. Armgard van, V-a, VI. Sophia van, V-a. Noordenbosch Lysbeth Jansdr, V-b. Roorda Ath van, III-b, IV-b. Ruurd van, III-b. Sassinga Doutzen Hansdr van, III-b. Solckema Aaltje Claer van, IV-b-1. Rennert van, IV-b-1. Tjerck Ulckes van, IV-b-1. Wythama Jelle, IV-a. Maria Jellesdr, IV-a, V-a, V-b. -De roos van Dekema door Jacob van Lennep gaat over Seerp Adelen. -Bron: Noord-Hollands Archief, Kleine Houtweg, Haarlem. Familiearchief Semeijns de Vries van Doesburg, toegangsnr: 142, inventnr: 38, boek 76, blz. 36/37. Vervolg van genealogie boek (geen betrouwbare studie) Luijtje Mattheijs van Adelen, Enkhuizen. Kinderen: 1. Nanne Luijtjes, huwde met Dirk Hoek en zij kregen 2 kinderen: 1. Luijtje Dirks Hoek, burgemeester te Enkhuizen 1539-41-43, gehuwd en kreeg een zoon: 1. Meijnouw Luijtjes Hoek, gehuwd met Sieuwert ? en zij kregen 2 kinderen: 1. Jan Sieuwerts, gehuwd en heeft een dochter: 1. Trijn Jans, die met een Cornelis gehuwd was en een zoon hadden: 1. Cornelis Cornelisz. 2. Luijtje Sieuwerts, kerkmeester 1580-86, aalm. voogd 1591-95, gehuwd en kreeg 4 kinderen: 1. Mary Luijtjes, gehuwd en had twee dochters: 1. Mareijtje Meijnerts. 2. Mary Arents. 2. Pietermoer Luijtjes, gehuwd met Graaf (?), gehuwd en had 4 kinderen: 1. Mary. 2. Urm 3. Soutje. 4. Luijtje. 3. Sieuwert Lucasz Lakeman, commissaris Echtenstaat te E., +1639, gehuwd en had 3 kinderen: 1. Eefje. 2. Reijnst. 3. Luijtje. 4. Sieuwert Lucasz Schipper, gehuwd en had 2 kinderen: 1. Erik. 2. Luijtje. 2. Gerrit Dirks Hoek, schepen tot Enkhuizen 1513, gehuwd en had 5 kinderen: 1. Meijnouw Gerrits. 2. Aaltje. 3. Jan. 4. Tiet. 5. Gerrit. 2. Teet Luijtjes, testamentaire. 3. Theijs Luijtjes van Adelen, gehuwd en had 1 zoon: 1. Luijtje Mattheijs van Adelen, schepen te E. 1537, secretaris 1522-25, gehuwd met Wiltschut en zy hadden 3 kinderen: 1. Sieuwert Luijtjes van Adelen ( +.-8-1532 zie test. SVD-76-35), gehuwd en had 3 kinderen: 1. Jan Sieuwerts, gehuwd en had 3 kinderen: 1. Leijsabet Jans, gehuwd met Dirk Jansz. Pont, en hadden 2 zoons: 1. Dirk Thijsz. 2. Jan Thijsz. 2. Dirk Jans Pont, gehuwd en had 2 dochters: 1. Trijn. 2. Neel.
--
3. Treijn Jans, gehuwd met Jan en hadden 3 kinderen: 1. Jacob. 2. Trijn. 3. Marijtje. 2. Reijnst Sieuwerts, gehuwd met Frederik Jansz Lakeman en hadden 3 zoons: 1. Sieuwert. 2. Jan. 3. Cornelis. 3. Theijs. 2. Hille Luijtgens, gehuwd 1 met Jan Groot Albertsz (burgm te E.), en 2 met Jan Pauw, 2 kinderen: 1. Cornelis Jansz Brouwer (volgens Brandt Hist. P.132 broer Dirk Jansz Brouwer), voogd van ziekenhuis 1599, gehuwd en had 2 kinderen: 1. Jannetje Cornelis Brouwer, gehuwd en had 2 zoons: 1. Gerrit Olferts. 2. Reijnst Olfers. 2. Trijntje Cornelis Brouwer, gehuwd en had 5 kinderen: 1. Marijtje. 2. Joost. 3. Aagt. 4. Reijnst. 5. Dieuwgen. 2. Luijtje Jans Pauw, gehuwd en had 5 kinderen: 1. Ebel Luijtjes Pauw, gehuwd met Cornelis Zwaag, gasthuisvoogd 1611-21, hadden 1 zoon: 1. Cornelis Cornelisz Swaeg, Aalmoeseniers voogd en besorger het ambagt 1622, gehuwd en had 1 dochter: 1. Leijsabeth Swaeg, gehuwd met ? de Jong en hadden 2 dochters: 1. Anna de Jong. 2. Ebel de Jong. 2. Hille Pauw, gehuwd en 2 kinderen: 1. Jan. 2. Sijberig. 3. Dieuwertje Luijtjes Pauw, gehuwd en 1 dochter: 1. Dieuw Luijtjes, gehuwd en 1 zoon: 1. Luijtje Steevens. 4. Meinouw Luijtjes Pauw, gehuwd met Albert en hadden 7 kinderen: 1. Suster. 2. Trijn. 3. Grietmoer (Greet). 4. Meijnouw (Meinert). 5. Pieter. 6. Simon (Tijmont Simon). 7. Sijberig. 5. Jan. 3. Reimerig Luijtjes van Adelen, gehuwd 1 met Frederik Westfaelen, 2 met Dirk Pouwelsz (volgens Brandt Hist.p. 140 werden zij op 29 december 1570 uit E. verbannen omdat zij hun kind niet in E. maar in Emden hadden laten dopen), kregen 1 zoon: 1. Adriaan Westfaelen, voogd Armenweeshuis 1552, gehuwd met Catrijn Rems (die in 1597 nog in leven was), en kregen 2 kinderen: 1. Reimerig Westfaelen, gehuwd met Reijnier en hadden 2 kinderen: 1. Suster. 2. Reijlet of Reijmerig. 2. Frederik Westfaelen, gehuwd en had 1 zoon: 1. Adriaan Westfaelen, gehuwd en had 2 kinderen: 1. Frederik Westfaelen. 2. Catharina Westfaelen.
Uit: Beschryvinge der stad Dordrecht, door M. Balen, 1677, blz.1289: Frederijck Westvaling, geboren tot Enckhuysen Anno 1527. Den 11 October en J.U.L. sterff aldaer 1561. en by sijn Vader begraven: hy Troude Remerigia van Adelen, Lucas dochter, (uyt Friesland oorspronckelijck, &c.) ex Rijcla Albout, &c. breder by de Deelinge der vaste Goederen, voor Scepenen aldaer 1567. Den 20 April gedaen, &c. had veel gereyst, in Historien ervaren, &c. lieten na drie Kinderen. I. Adriaen Westphalen. II. Eduarda Westvaling, is in ‟t Vermaerde Klooster der rijcke Clarissen, tot Enckhuysen, 1571. Overleden; alwaer haer Ouders, &c. fraye Fundatien deden: by Brieven, &c. III. Aelbrechta Westvaling, Troude Joncker Otto Herama, Gerolts zone, Oud-Adel in Friesland, Winsemii Cron. Fol 482. 630. &c. lieten na Kinderen, &c. --