Derde zondag van de veertigdagentijd Bevestigingsdienst ds. A. W. Baan 23 maart 2014
14.30 uur
Nieuwe kerk te Zoutkamp Heenzending en zegen
Voorganger: Organist: 24
ds. K. G. Pieterman, Niekerk Sj. de Wind
2
23
DIENST VAN VOORBEREIDING De gemeente gaat staan Voorganger zingt: Nieuw liedboek 535d
Gemeente zingt: Nieuw liedboek 25:4 / 535d / 25:7
22
3
Nieuw liedboek 535d
DIENST VAN GEBED, GAVEN EN AFSLUITING Dankgebed, voorbede en een gezamenlijk Onze Vader
Nieuw liedboek 25:7
Inzameling van de gaven Toespraak (door de voorzitter van de kerkenraad) De kinderen komen weer terug in de kerk De gemeente gaat staan Slotlied nieuw liedboek lied 315
4
21
Antwoordlied Nieuw liedboek 659: 1, 2 en 4
Onze Hulp (V = Voorganger; G = Gemeente) V: G: V: G:
Onze hulp is in de Naam van de HEER die hemel en aarde gemaakt heeft die trouw houdt tot in eeuwigheid en die niet laat varen de werken van zijn handen, halleluja.
Drempelgebed V: G: V: G:
20
God, wat zijn wij zonder U? Onze geest heeft uw licht nodig onze wil uw kracht, onze ziel uw vrede. Neem Gij ons leven in uw hand reinig ons van ongerechtigheid. …………………………………………… Vernieuw ons naar het beeld van Jezus Christus opdat wij waarlijk uw kinderen mogen zijn en U mogen liefhebben en dienen met al onze krachten, amen. 5
Zingen Nieuw liedboek 906: 5 en 6
Verkondiging
6
19
Antwoordlied Psalm 118: 1 en 8
De gemeente gaat zitten DIENST VAN BEVESTIGING Presentatie Opdracht Voorganger: Wij zijn de eersten niet die in geloof de weg van de belofte trachten te gaan, want vele getuigen gingen ons al voor. Tussen hoop en vrees gingen ook zij op weg naar het land van belofte, naar een leven en samenleven in recht en gerechtigheid, in waarheid en vrede op Gods aarde onder zijn hemel. Nooit heeft het aan mensen ontbroken die al gaande de richting wezen: de aartsvaders en –moeders in Israël, Mozes en Elia, Debora en Hulda, zangers, zieneres, priesters en profeten, allen gingen zij ons voor op die weg. Schuldeloos zijn zij niet 18
7
gebleven, maar de God van hemel en aarde bleef hen roepen, -en zij gingen. Toen de tijd vervuld was, zond Israëls God zijn geliefde op de weg ook ons tegemoet. Hij heeft de zijnen liefgehad tot in de dood, zo heeft Hij de weg tot het leven gebaand en Hij roept ons om Hem daarop te volgen. Apostelen, evangelisten, herders en leraars, zij hebben getuigd dat Jezus de weg is, de waarheid ook en het leven zelf, in vreugde, eenvoud en barmhartigheid.
35
Om die weg al zoekend te vinden willen wij volgelingen van Christus zijn, volharden in het onderwijs der apostelen, in de gemeenschap der heiligen, in het delen van brood en beker en in het gezamenlijk gebed. Daarin gaan u de dienaren voor, om u te bemoedigen en terecht te wijzen, om de getuigen voor u te doen spreken en de tegensprekers de mond te stoppen, om samen met u de lofzang te zingen, om met u om ontferming te roepen en om u de heilstekenen te doen zien. Samen op weg naar het rijk van vrede, waar de gerechtigheid zal wonen en God zal zijn: alles in allen.
40
36 37 38 39
41
42
43 44
De beroepen dienaar gaat staan 45 En nu jij, Adrianus Willem Baan, gereed staat je ambtswerk te aanvaarden, herinner je altijd met dankbaarheid, dat het Christus’ eigen kudde is, die je wordt toevertrouwd. Hij heeft haar verworven door zijn bloed; het is zijn kerk. 8
46
En de landbouwers namen zijn slaven, sloegen de één, doodden een ander, en stenigden een derde. Nogmaals stuurde hij andere slaven, meer in aantal dan de eerste, en zij deden met hen hetzelfde. Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe en zei: Voor mijn zoon zullen zij ontzag hebben. Maar toen de landbouwers de zoon zagen, zeiden zij onder elkaar: Dit is de erfgenaam. Kom, laten we hem doden en zijn erfenis voor onszelf houden. Toen ze hem gegrepen hadden, wierpen zij hem buiten de wijngaard en doodden hem. Wanneer dan de heer van de wijngaard komen zal, wat zal hij met die landbouwers doen? Zij zeiden tegen Hem: Hij zal die kwaaddoeners een kwade dood doen sterven en zal de wijngaard aan andere landbouwers verhuren, die hem de vruchten op hun tijd zullen geven. Jezus zei tegen hen: Hebt u nooit gelezen in de Schriften: De steen die de bouwers verworpen hadden, die is tot een hoeksteen geworden; dit is door de Heere geschied, en het is wonderlijk in onze ogen? Daarom zeg Ik u dat het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt. En wie op deze steen valt, zal verpletterd worden; en op wie hij valt, die zal hij vermorzelen. En toen de overpriesters en Farizeeën deze gelijkenissen van Hem hoorden, begrepen zij dat Hij over hen sprak. En zij probeerden Hem te grijpen, maar zij waren bevreesd voor de menigten, omdat die Hem voor een profeet hielden. 17
Aanvaard dan je dienst met blijdschap, voed jezelf met het Woord van God, volhard in het gebed en vertrouw op de kracht van de Geest.
De gemeente gaat zitten De naar voren gekomen dienaren des Woords gaan terug naar hun plaats Woord van bezinning (door Rinse Reeling Brouwer, mentor en vriend van Ariaan Baan) Daarna geeft de bevestiger aan de bevestigde een hand en neemt de laatste de leiding van de dienst over Vredesgroet V: G: V:
De vrede van de Heer zij altijd met u. En met uw geest. Wenst elkaar de vrede.
Gebed bij de opening van het woord Kinderen naar kindernevendienst Schriftlezing: Matteüs 21: 33-46 (uit de Herziene Statenvertaling) De slechte landbouwers 33 Luister naar een andere gelijkenis. Er was iemand, een heer des huizes, die een wijngaard plantte. Hij zette er een omheining omheen, groef er een wijnpersbak in uit en bouwde een toren. En hij verhuurde hem aan landbouwers en ging naar het buitenland. 34 Toen de tijd van de vruchten naderde, stuurde hij zijn slaven naar de landbouwers om zijn vruchten te ontvangen. 16
Gelofte De te bevestigen dienaar gaat voor de knielbank staan Voorganger: Geliefde broeder Ariaan Baan, ik vraag je: Geloof je dat je in je beroeping door deze gemeente door God zelf tot deze dienst bent geroepen? Proponent: Ja, dat geloof ik. Voorganger: Aanvaard je de heilige Schrift als de bron van de prediking en als enige regel van het geloof en wil je je verzetten tegen al wat daarmee strijdig is. Proponent: Ja, dat wil ik. Voorganger: Beloof je je ambt waardig en trouw te bedienen met liefde voor de gemeente en voor alle mensen die de Heer op je weg brengt, beloof je geheim te zullen houden wat vertrouwelijk tot je kennis komen en beloof je je taak te vervullen overeenkomstig de orde van onze kerk? Proponent: Ja, dat beloof ik. Daartoe helpe mij God. Gebeden 9
Voorganger: Broeders en zusters, laten wij bidden in ons lied. Nieuw liedboek 360: 1, 2 en 4
Aanvaarding en verwelkoming Voorganger: Gemeente, dit is uw predikant. Wilt u Adrianus Willem Baan als herder en leraar in uw midden ontvangen en hem hooghouden in zijn ambt? Gemeente: Ja, dat willen wij van harte. 10
15
Zingen lofprijzing psalm 150
In de kerk aanwezige dienaren des Woords worden genodigd naar voren te komen en om de knielbank heen te gaan staan Bevestigingsgebed Voorganger: Broeders en zusters, laten wij bidden tot de al machtige God in gemeenschap met heel de Kerk in hemel en op aarde, dat Hij zijn genade geeft aan hem die Hij roept als dienaar des Woords. Zingen Nieuw liedboek 360: 5 en 6
14
11
Wij prijzen U dat Hij in zijn dood de dood overwon en dat Hij, opgevaren ten hemel, gaven gaf aan de mensen: apostelen en profeten, evangelisten, herders en leraars; oudsten en opzieners, met gaven om te dienen en leiding te geven tot opbouw van zijn lichaam, de kerk. Wij danken U dat Gij Adrianus Willem Baan geroepen hebt tot het ambt van dienaar des Woords en dat wij hem vandaag in uw naam en gehoorzaam aan uw wil mogen bevestigen in zijn dienst. En wij vragen U ootmoedig: De bevestiger legt hem beide handen op
De te bevestigen dienaar knielt Voorganger: Heer, onze God, wij zegenen U dat Gij in uw goedheid een volk hebt gekozen, u tot een eigendom, een koninklijke priesterschap, om uw grote daden te verkondigen. Wij prijzen U dat Gij uw enige Zoon, Jezus Christus, gegeven hebt tot apostel en hogepriester van ons geloof en tot herder en opziener over uw kudde. 12
Voorganger: Zend nu op uw dienaar Adrianus Willem Baan uw heilige Geest, de Geest die Gij door uw Zoon aan de apostelen geschonken hebt om in liefde om te zien naar de mensen, uw Woord te bedienen en uw gemeente te bewaren bij haar roeping. Amen. Andere aanwezige dienaren des Woords leggen de zojuist bevestigde dienaar de handen op De gemeente gaat staan
13