Vijfde zondag in de veertigdagentijd 22 maart 2015 in de Oosterkerk Ds. Jan Willem Nieboer Gelezen: Jeremia 31: 31-34 en Johannes 12: 20-33 Gezongen: Psalm 43: 1, 2 en 3, Lied 970: 1, 3 en 5, Lied 316: 1 en 4, Lied 650, en Lied 978: 1, 2 en 4. GOD WILDE NIET DAT JEZUS DOODGING Het zijn van die kleine bijzinnetjes, waar ik mee in de knoop raak. Vooral de evangelist Johannes is er gek op. Zijn evangelie wemelt ervan. Van die zinnetjes waarin de verteller even in het hoofd van Jezus kruipt. “Zijn leerlingen begrepen er geen snars van, maar Jezus zei dit omdat hij wist…..” Of “Jezus deed dat omdat vervuld moest worden…” Vanmorgen zat er ook zo’n zinnetje tussen. Jezus zegt eerst iets onbegrijpelijks: “Wanneer ik van de aarde opgeheven wordt, zal ik iedereen naar mij toe halen.” En dan komt ie: “Daarmee bedoelde Jezus de manier waarop hij zou sterven.” Ineens, zo eventjes tussen neus en lippen krijgt de verteller alwetende proporties in een piepklein bijzinnetje: Dat is zo iets raars. Alsof Jezus het evangelie al helemaal gelezen heeft en precies weet hoe het afloopt. Hij weet blijkbaar al dat hij aan een kruis zal sterven en hier geeft hij stiekem een cryptische hint. “Ik wordt opgeheven van de aarde” Voor wie dat niet in de gaten heeft, geeft Johannes er nog even wat uitleg bij: (Terzijde) “Hij bedoelde de manier waarop hij zou sterven.” Waarom doet Johannes dat? Wil Johannes ons vertellen dat niets toevallig was? Dat Jezus helderziend was en feilloos de toekomst voorspelde? Zodat je aan het eind van het evangelie, als alles wat Jezus voorspelde ook echt gebeurd is, als lezer denkt: “Dat is knap, die Jezus wist alles al. Die moet dus wel van achter de schermen komen, bij God vandaan”. Dat gevoel bekruipt me wel een beetje. Zulke zinnetjes hebben een rare uitwerking. Jezus wordt ermee als het ware losgemaakt van andere mensen. Hij wist meer, begreep meer, zag dingen die anderen niet konden zien. Hij wordt er eenzamer van en je gaat tegen hem opkijken. Hij wordt er minder menselijk van. En er gebeurt nog iets. Het hele verhaal van Jezus zijn lijden en sterven wordt een soort vooropgezet plan. Alsof Jezus uitvoert wat door God bedacht is. Kijk, daar raak in de knoop.
Daar haak ik af. Dat geloof ik niet. Als iemand plotseling sterft, dan blijf je verbijsterd achter. Maar achteraf verandert je blik. Dan denk je ineens: “Verhip, toen zei hij dat, of toen deed hij dit. Dat gesprek dat we maanden geleden hadden over elkaar ruimte geven en loslaten. Dat is niet toevallig. Hij heeft iets voorvoeld.” Op die manier geef je betekenis aan zijn dood. Maar dat blijft altijd iets teers, iets voorzichtigs. Het komt vanuit je gevoel en als je er woorden aan geeft kun je het ook te hard maken. Dan maak je het kapot. Ik denk dat je deze zinnetjes van Johannes moet lezen als iemand die verbijsterd was door de dood van Jezus. Die zich achteraf misschien zelfs wel schaamde: “Hadden we dit nou echt niet zien aankomen, waren we zo blind?” En achteraf, terugkijkend ineens denkt: “Hé, wacht eens even, toen zei hij dit, toen deed hij dat...” Ineens komt alles in een ander licht te staan en vallen dingen als een puzzel in elkaar. In die flow, heeft Johannes geschreven en dit soort zinnetjes er tussen gezet. Maar pas op: maak ze niet te hard, want dan maak je het kapot. Johannes schreef dit boek waar wij nu uit lezen voor mensen die net zo verbijsterd waren als hij, door de dood van Jezus. De Messias komt van God. En wie van God komt is sterk, krijgt gelijk, oordeelt de hufters en snijdt de rotte plekken weg. Zo is het toch? Maar deze Messias was alles wat zij niet verwachten: Hij was zwak, kreeg ongelijk, werd veroordeeld als een hufter en weggesneden alsof hijzelf de rotte plek was. Deze anti-messias schoffelde iedere verwachting die ze hadden onderuit. Het was ongerijmd. Om deze onthutste lezers bij de hand te nemen en te helpen de dood van Jezus betekenis te geven, strooide Johannes zulke zinnetjes door zijn verhaal. Hij schreef het 50, 60 jaar na de dood van Jezus. Toen verbijstering langzaam plaats maakte voor betekenis. Maar wij zijn heel andere lezers. Wij zijn al zo lang vertrouwd met het verhaal van Jezus dood en opstanding, dat we die verbijstering niet echt meer meevoelen. Dat Jezus onze verwachtingen omkeerde is zo ingesleten, dat we denken dat het gesneden koek is. Of kaas.
Kijk, dit is een mooi voorbeeld hoe een verbijsterend verhaal zo kan inslijten tot het alle betekenis verliest. In Oostenrijk in een hippe kaashandel hing dit achter de toonbank. Er waren allemaal foto’s waarin iets echt Oostenrijks, verbonden was met kaas. Zo ook de katholieke identiteit. Het rode wondje van Jezus, past bij het rode merkje van de kaas. De bedoeling van de foto is dat ik denk: “Ha, lekker: Kaas” De mevrouw achter de toonbank begreep niet waarom ik er een foto van maakte. Maar ik dacht: “Die kan ik nog wel eens gebruiken voor een preek”. Nu kun je verontwaardigd denken: “Die rare katholieke Oostenrijkers”. Maar ik heb geleerd dat verontwaardiging een gevaarlijke emotie is. Verontwaardiging is vooral een lekker gevoel voor je geweten. Je voelt je zelf stiekem beter, ten koste van een ander. Deze foto laat iets zien, wat voor ons allemaal geldt. We zijn gewend geraakt aan het verhaal van Jezus zijn lijden. Het is een onderdeel van onze identiteit. We kunnen de verbijstering niet meer meevoelen. Daardoor dringt het niet echt tot ons door. Kijk de joden in de tijd van Jezus en de eerste christenen waren zo geschokt dat ze de eerste eeuwen nooit het symbool van het kruis gebruikten. Wij zetten het met groene lampjes boven op onze toren. Wat is het verschil tussen ons en hen? Dat zij nog uit ervaring wisten wat voor verschrikkelijke dood er aan gekoppeld was? Ook. Maar ik denk vooral dat ze de verwarring dieper doorleefden dan wij. Het was geen ingesleten verhaal. Geen geloofswaarheid die je maar aan moest nemen. Wij kunnen domweg twee verschillende dingen naast elkaar beweren, die je nooit allebei kunt volhouden.
Dan zeggen we: Jezus was de mens zoals God die bedoeld heeft en hij heeft geleden en is gestorven. En daarnaast kunnen we verontwaardigd met ons geloof in de knoop raken als onszelf leed overkomt. “Waar is God”, zeggen we dan, “waarom heeft Hij dit niet voorkomen?” We vergeten dat die laatste vraag precies de vraag is waar Jezus mee geworsteld heeft. Dat je sinds Jezus niet meer kunt geloven in een God die de ellende bij je vandaan houdt. Die verbijstering dat het kwaad de goede mensen treft, daar gaat het hier over. Waar is God als de rotzakken op rozen zitten en de zachtmoedigen bezwijken? Waarom zou je gelovig blijven, als het juist degenen die het goed doen ten onder gaan? “Nou, Jezus is toch opgestaan”, hoor ik sommigen nu denken. Ja, maar dat is pas aan het eind. Pas nadat hij helemaal kapot gemaakt was en begraven. Drie dagen daarna. Daar zit het hem nou juist. Het was geen vooropgezet goddelijk plan met na het drama een onverwacht happy end. Jezus zag het als zijn missie dat mensen zich zouden bekeren; dat hij verandering teweeg zou brengen door zijn manier van leven en geloven. Maar Hij voelde in een later fase van zijn leven op zijn klompen aan dat hij de kliek die aan de touwtjes trok niet bekeerde, maar tegen zich keerde. Langzaam maar zeker drong het besef door dat Hij dit wel eens niet zou kunnen overleven. Toen stond hij voor de keuze: gooi ik het bijltje er bij neer, of blijf ik staan waar ik voor stond. Toen stelde Hij zich de vraag: ‘wat is Gods wil, wat is mijn wil?’ Nádat bij mensen het besluit gevallen was om Jezus te vermoorden. God wilde niet dat Jezus dood ging, het waren de mensen die Hem niet verdroegen. Als Jezus bidt: “Niet mijn wil geschiedde, maar uw wil”, denkt Jezus niet dat God hem graag dood wil hebben. Dan worstelt hij met de vraag: “wat doe ik? Ga ik er nu vandoor en redt ik zo mijn eigen leven, maar verlies ik mijn geloofwaardigheid ? Of: blijf ik bij mijn overtuiging, zelfs als het mij de kop kost. Kome wat komt. Op dit punt aangekomen in mijn leven, wat vraagt God nú van mij?” Hij kiest voor het laatste. In het bovenmenselijk vertouwen dat God dit niet over zijn kant kan laten gaan. Ik geloof niet dat Jezus wist dat hij zou opstaan. Dan neem je zijn angst en wanhoop niet serieus. In het stuk dat we net lazen staat dat Jezus zegt: “Nu ben ik doodsbang” In het Grieks staat er letterlijk een woord dat verbijsterd betekent. Jezus is onthutst dat het zover is gekomen dat Hij voor deze keuze komt te staan. Verbijsterd over de harde koppen van mensen Onthutst over de zwakheid van God.
Maar Hij blijft daar niet in hangen; terwijl Hij alle reden had om nu verontwaardigd te worden en voor zichzelf te kiezen. Ach, verontwaardiging is een goedkope emotie. Jezus is veel groter dan dat. Hij kiest ervoor om erop te vertrouwen dat door de hardheid van mensen en de zwakheid van God heen een andere weg mogelijk is. Waar Hij nu het bestaan nog niet van kan bevroeden. Dat is geloof. Overgave. Hij koos ervoor er op vertrouwen dat God alles wat hem aangedaan werd, niet onbeantwoord zou kunnen laten. Hij weigerde te geloven dat het met zijn dood gezegd zou zijn. Het was in zijn ogen onbestaanbaar dat God het laatste woord aan de hufters zou laten. Met al dat vertrouwen daagde hij God uit.1 Zoveel vertrouwen, daar kan zelfs God niet omheen. En God antwoordde Anders dan een mens ooit kon bevroeden. Dwars tegen al onze wetmatigheden in. Met Pasen.
1
Zie ook: Deze geboren vreemdeling, Huub Oosterhuis, 2004 de Prom, p 155-161 Lijden en dood
gebed Vader in de Hemel Wij weten dat wij kunnen kiezen Tussen goed en kwaad. Als wij het goed kiezen kunnen wij tot grote hoogte stijgen. Kiezen wij het kwade dan kan een mens veranderen in een monster. Maar daartussen in God Daar is zoveel grijs. Voor het slagen van het kwaad is niets anders nodig dan dat goede mensen niets doen. Wij weten dat wij soms het kwaad voor lief nemen als het in ons eigen belang is. God wij zien iedere dag opnieuw op onze schermpjes en in de krant hoe ver het kan komen. Hoe veel er geleden wordt als wij het kwaad voor lief nemen. Hoe mensen leven in schrijnende armoede omdat het delen ons niet in het bloed zit. Hoe vluchtelingen in ons land zo weinig welkom zijn. Hoe snel wij menen dat iemand in ieder geval een deel van zijn eigen ellende zelf veroorzaakt. Wij kruipen zo makkelijk weg in verontwaardiging. En we zien beter waar onze verantwoordelijkheid ophoudt, dan waar zij begint. Wij bidden U Geef ons de moed om te veranderen wat wij kunnen veranderen De kracht om leven met wat wij niet kunnen veranderen En de wijsheid om het verschil tussen beide te zien. Vergeef ons, waar het onder onze handen scheef groeide Dat wijzelf vergevingsgezinde mensen zijn. Ontferm U ver ons En over heel deze wereld.
Het leven is zo mooi God De kieviten in het land, de dikke knoppen aan de takken, Al die voorzichtige tekenen van nieuw leven. Het zingen van de vogels, de dag die steeds wat eerder begint, de nacht die zich gewonnen geeft. Op weg naar Pasen hangt de lente in de lucht. Wij zijn zo blij met de mensen om ons heen, Die om ons denken, van ons houden En er gewoon zijn als we vrolijk zijn én als we verdriet hebben. Wij zijn blij met uw kerk., waar al zoveel eeuwen mensen luisteren naar uw wijze woorden, nadenken, stil worden, zingen en bidden. Waar wij U kunnen bedanken voor al het moois En voor U onze zorg kunnen uitspreken. Wij bidden U voor deze grote wereld Waarin zoveel gebeurt waar wij zo weinig over te zeggen hebben. Help ons om dwars tegen alle vijandsbeelden in Te leven vanuit Uw liefde: In het klein in onze eigen kring. Want alleen op de vrede tussen twee of drie kan uw grote vrede groeien. Wij bidden U voor die mensen om ons heen die het moeilijk hebben. Voor wie leven in een lichaam dat beperkt wordt door ziekte, of handicap. Voor wie gescheiden zijn van bed en tafel, omdat de zorg te groot wordt om thuis te kunnen zijn. Voor wie gescheiden werden door de dood, plotseling, of langzaam sluipend. Voor wie gescheiden werden door het leven, langzaam maar zeker voelden dat de verwijdering niet meer te overbruggen is. Voor wie kampen met misbruik in hun familie. Voor wie achtervolgd worden door het verleden. Al die zorgen, waar wij van weten en waar wij niet van weten, brengen wij voor U In het vertrouwen dat U kunt helen waar wij soms niet meer bij kunnen. Wees erbij God, met Uw kracht die mensen boven zichzelf uit kan tillen en help ons om er voor elkaar te zijn. Amen.