ITI ERAl RE
o
DER AFD LING BOUWKUND
itineraire der afdeli ng bouwkunde "van Angen ot tot Zweers"
•.......••........ waarin alles is en wordt
1964 DELFTSCHE UITGEVERS MAATSCHAPPIJ N. V. - DELFT
- -- - - - - - - - - - - - .
Een lustrum is voor studenten de gelegenheid allerlei niet voor de hand liggende zaken eens grondig aan te pakken. Deze gelegenheid doet zich nu ook voor bij het veertiende lustrum van het D. B. S. G. STYLOS. Mag ik daarom Uw aandacht vragen voor het volgende: de statistieken van het C. B. S. wijzen uit dat op rekreatie beluste lieden zelden de direkte omgeving van hun woonplaats kiezen voor ontspanningsdoeleinden. Hetzelfde kan gezegd worden van musea en tentoonstellingen in de eigen woonplaats. Hoe vaak heeft Ubijvoorbeeldhet museum DE PRINSENHOF bezocht? Hoe vaak hebt U zich laten rondleiden door onze oude en nieuwe Jan? Kent U ons Heilige Geest Kerkhof? Ik durf voorspellen dat dit bezoek minimaal is. En mag ik U dan bovendien nog vragen of U kennis hebt genomen van de vele " schone hoekjes" die onze afdeling voor U beschikbaar heeft? Ook hier weer zal Uw antwoord beschamend klinken; Uw kennis van Uw naaste bouwkundige omgeving is te gering. De bedoeling van bedrukt papieren reisboekjes is het uitbreiden van I S consumentens kennis betreffende de te bezichtigen objecten. Dit drukseltje onttrekt zich niet aan deze dure plicht. Met de ontwerpers van dit reisplan wil ik U dan ook uitnodigen op excursie te gaan langs een aantal sterk verschillende en vaak contrasterende objecten die toch samen één gebouw vormen. De relatie tussen de onderdelen kunnen wij U moeilijk duidelijk maken; deze zullen empirisch door U aangetoond moeten worden. Wel hopen wij dat door deze itineraire een rijke schat van bouwkundigheden aan U zal worden geopenbaard. Mag ik U in deze hoop dan verder alleen toevertrouwen aan de reisleiding•••••.• ?
F. M. de Jong Commissaris D. B. S. G. Stylos Voorzitter Lustrumcommissie.
Foto's FAS. 3
Prof. Ir, L. H. J. Angenot
1" '40 0 0 000
Geboren:
7 jan. 1901 in Den Haag
Opleiding: 1920 Aanvang studie voor civiel ingenieur aan de T.H. 1926 Diploma civiel ingenieur . 1927 Candidaats-examen Nederlands Recht in Leiden. 1930 Dienst van Gemeentewerken Rotterdam , opdracht: vorming sectie voor stedebouwkundig onderzoek. 1936 Afdelingschef, leiding onderzoek van stadsontwikkeling, volkshuisvesting en bouwpolitie. 1953 Volgt Prof. ir. Th.K. van Lohuijzen op als hoofdingenieur - stedebouwkundige bij de afdeling Stadsontwikkeling van de Dienst der Publieke Werken in Amsterdam. Heeft de leiding van het stedebouwkundig onderzoek van de gemeente Amsterdam. Sedert 1962 tevens adjunct-hoofd van de afdeling. Docent: '45-'63 Privaat-docent in de planologie aan de Economische Hogeschool te Rotterdam. 1963 Buitengewoon hoogleraar in het Stedebouwkundig onderzoek aan de afdeling Bouwkunde van de T. H. te Delft. Praktijk:
Daarnaast is Prof. Angenot adviseur van diverse gemeenten. Hij is lid - vaak bestuurslid - van een aantal commissies op het terrein van de stedebouw, de planologie en de demografie. Publicistisch werk. Boeken en brochures: De toekomstige loop der bevolking in Nederland en in het havengebied van Rotterdam, 1934. De industrialisatie van Rotterdam, 1934. De industriële ontwikkeling van Rotterdam 10 jaren geleden en thans, 1939. Planologische problemen bij de herbouw van het centrum van een grote stad, 1946. 4
-
----=--=--~-
._~~--------------~------------
Verhandelingen over het vraagstuk van de dichtheid van bebouwing, 1954. Het we zen van de moderne stedebouwkunde, 1959 . De uitbreidende en uitdijende stad (oratie Delft) , 1963 . Verder verzorgde hij een achttal rapporten voor congr es s en op het gebied van de rui mtelijke ordening en de volkshui svesting. Hij publiceerde tot op heden een vijftigtal wetenschappelijke artikelen in de vak per s .
Vrij naar van Alphen Mijn spelen is leren, mijn leren is spelen En waarom zou mi j dan het leren vervelen Het lezen en schrijven verschaft mij vermaak Ook mijn vrije tijd besteed ik aan boeken Ik wil voorts in muziek mijn tijdverdrijf zoeken ft Is wijsheid, ft is kennis naar welken ik haak.
5
Prof. ir. J. F. Berghoef
rTTT' Prof. ir. J. F. Berghoef aanvaardde 15 oktober 1947 het hoogleraarsambt in de afdeling der bouwkunde om onderwij s te geven in de architectuur met een rede, getiteld:"Over de architectonische vorm en zijn betekenis". Johannes Fake Berghoefwerd 14 februari 1903 te Aalsmeer geboren. Hij volgde de H. B. S. te Amsterdam tot 1921, waarna hij studeerde aan de Technische Hogeschool te Delft. Hij legde in 1925 het candidaatsexamen voor bouwkundigingenieur af met gunstig gevolg. Hij brak zijn studie af met de bedoeling praktische ervaring op te doen, maar werd zodanig door opdrachten en andere werkzaamheden in beslag genomen dat er geen gelegenheid over bleef zijn studies aan de Technische Hogeschool te voltooien. Eerst in 1946 werd hem het diploma voor bouwkundig ingenieur uitgereikt. Van 1935-1938washij assistent bij de architectuur aan de Technische Hogeschool. Bij afwezigheid van Prof. Granpré Molière was hij in 1938 belast met de leiding van het architectonisch ontwerpen in het derde studiejaar. Sedert 1936 is hij werkzaam als docent aan de cursus voor V. H. B. O. te Amsterdam. Van zijn werkzaamheden kunnen worden genoemd: het Veilinggebouw voor de Coöp. Veilingvereniging Bloemenlust en het kerkgebouw voor de Christelijk-Gereformeerde Gemeente te Aalsmeer, de uitbreiding van de drukkerij J. van Broekhoven te Utrecht, een honderdtal particuliere woonhuizen en woningcomplexen te Aalsmeer "Slootdorp" Amsterdam en Rhenen, een vijftigtal bedrijfsgebouwen enz. In samenwerking met Ir. J. J. H. Vegter maakte hij in jaren 1937-1941 prijsvraagprojecten voor het Amsterdamse raadhuis, die met de hoogste onderscheidingen werden beloond. Hij maakte studiereizen naar Frankrijk, Skandinavië, Duitsland en Italië. Hij was lid van de Schoonheidskommissie te Heemstede, Haarlem en Delft. Sedert 1941 is hij supervisor van een wijk in het verwoeste Rotterdam en sedert 1944 van Booch en Lommer te Amsterdam voor de urgentie woningbouw. Van 1937-1939 was hij redactielid van het Bouwkundig Weekblad. DIJCKSTEEN, Aalsmeer. Johannes Fake Berghoef kwam op de kleuterschool altijd te laat. Deed, lijkt mij, wat lang over de lagere school, maar kort over 6
-
~-~ ~----------
de H. B. S. (3- de 5jarige aan het Roelofhartplein). Op z ijn eindexamen had hi j een 10 voo r zijn opstel. Frans Coe nen , die gecommiteerde was , was zeer teleurgesteld dat hij geen journalist werd. Stelt U voor , dan had hij nu aan de goede kant gestaan . Het leven is wel humoristisch! !! Hij was na vier jaar candidaat en werd weggestuurd omdat hij nog niet rijp genoeg was om in genieur te zijn . Op zijn 22ste jaar vestigde hij zich dus maar in Aalsmeer en werkte daar en elders tot hij in 1946 Zijn ingenieurs diploma kreeg na een examen van tien minuten. Zijn portefeuille we r d voldoende bevonden. In 1947 werd hij tot hoogleraar benoemd. Hij houdt van zeilen en tuinieren , ook van veel en mooie boeken. Zijn Citroën is een goede auto voor hem, hij leidt een eigen leven , ligt stevig op de weg en de Franse onvolkomenheden blijken beter te nemen dan van welk land ook . Aan het einde nog het begin: hij werd geboren in 1903 .
Zaalkerk (Johanneskapel) met Wijkcentrum en kosterwoning, 1958 Den Haag. 1957 Eensgezinshuizen in Breda Verschillende woningen in Aalsmeer o. a . Stommeerweg en Am sterdam o. a. van Diepenbrockstraat. Lagere s cho ol te Ter Heyde 1951 A. N. W. B. Hoofdkantoor , Den Haag (+J. W. C. Boer) . 1958 Ned. Hervormde Wijk- en Jeugdcentrale " Nabij", Alphen aan de Rijn. 1961 Raadhuizen : Wieringermee r Hengelo Amsterdam (+ Vegter) Rijswijk (wordt gebouwd) 1957 Prijsvraag Hoofdgebouw Nederlandse Bank 1954 Uitbreiding Hoofdkantoor Nederlandse Heide Mij. 1933 Polderhuis voor polder Walcheren Ketelhuizen te Aalsmeer Landhuizen aan de Westeinder Postmuseum Den Haag Kerkjes - Boerderijen Woningbouw Wieringermeer Amsterdam o. a. woningbouwcomplex " Slote r hof"
7
AA
8
BB
-==----
---------~~~
Woonhuis te Amsterdam 9
Prof. J . B. Bakema
Prof. J. B. Bakema aanvaardde 15 janua r i 1964 he t buitengewoon hoogleraarsambt in de afdeling der Bouwkunde met een rede,ge titeld:"Naar een samenlevings architectuur" . Jacob Berend Bakema werd 8 maart 1914 te Gr on in gen geboren . Hij doorliep aldaar de M. T. S. en de Academ ie voor Bouwkunst te Amsterdam. In 1941 behaalde hij het einddiplo ma van laatstgenoemd instituut met lof. Bij een in 1942 ondernomen poging het bezet gebied te ontvluchten werd hij door de bezetter gevangen genomen. Hij slaagde er echter in na enige tijd uit deze gevangenschap te ont snappen. Na de bevrijding was de heer Bakema werkzaam a l s architect bij de Dienst van Volkshuisvesting te Rotterdam, waar hij deel uitmaakte van de architectengroep " Opbouw" waa r hij mede het onderzoek naar nieuwe woon vormen te Rotterdam coördineerde. In 1947 associeerde hij zich met de maatschap Br ink man, Van den Broek en Bakerna. Als de belangrijkste werken van de heer Bakema kunnen worden genoe md het winkelcentrum Lijnbaan, he t Mont e s sori Lyceum, het Sociaal Centrum , Cinema het Venster (alle t e Rotte r da m), het gebouw van de Wereldomroep te Hilversum en gebouwen van de Technische Hogeschool Delft. Hij is ga st -doc ent gew eest aan enige Amerikaanse universiteiten. De heer Bakema is officier in de orde van Oranje-Nassau, erelid van de Oostenrijkse architectenvereniging en officier in de Kroonorde van België. Prof. J. B. Bakema Die goedgelijkende jeugdfoto zit me dwars. Ik heb hem (mijn man) immers niet gekend als jongetje van e en jaar of vier of welke andere leeftijd ook onder de twintig jaar. Goed. Laten we aannemen dat ik Iets herken in de uitdrukking van de ogen op dit plaatje. Accoord. Dat ventje, zo men mij vertelde , dromerig, graag zwervend door weilanden, als de dood voor ruwe vechtpartijen, tim merend aan een hok voor zijn duiven, later in -zijn eentje kamperend, bouw de op achttienjarige leeftijd een eigen bootje. Toen hij twintig wa s bekogelde ik hem met stukjes klei vanuit de derde ve r di eping van het gebouw waar M. T . S. en Kunstnijverheidsschoolleerlingen ijverig elkaars aandacht trachtten te trekken. Ik ge loof dat ik
10
x
--~-
-- - - - - - - -
---------~.
hem toen geweldig "stoer" vond. Hij was op een sportschool waar onder meer werd gebokst wat aanleiding was tot allerlei wilde ve r hal en over ve r s choven wenkbr auwen, kapotte neuzen etc. Verder zong hij met een paar anderen in een schoolband en wist alles van jazz en de laatste songs. Er zou een feest zijn met het traditionele toneelstuk. De rollen werden verdeeld: de twintigjarige jonge man kreeg (weliswaar onder protest) de rol van professor en ik wer d zijn, 0 foei toch, overspelige vrouw . De kaarten waren geschud maar dat wisten we nog niet! Het zelfgebouwde bootje dobberde in zon, storm en regen op de Paterswoldse-plas. De aandacht voor feestjes vernauwde, de natuur werd herondekt tijdens gezamenlijke zwerftochten: " de grote ruimte waarin alles is en wor dt".
Amsterdam, kamerleven, zolders, lange gesprekken na afloop van de lessen H. B. 0. , mobilisatie, trouwen, samen op een zolder tegenover de Academie. Concerten, toneel, lange fietstochten en weer lange gesprekken. Stimulerende contacten o. a. met Mart Stam, Eschauzier en van Tijen. Oorlog, wonen in Rotterda m, Bergpolderflat, baby. Poging om Engeland te bereiken mislukte, kamp in Compiegne. Op een klein dagboekblaadje stond haast onleesbaar gekriebeld: "ik zie de donkere lucht met de heldere sterren door een gat in deze veel te kleine benauwde ruimte volgepakt met mensen en weet dat het leven goed is". Terug in Rotterdam. Colleges bij Molière in Delft aanleiding tot briefwisseling en noodzaak tot bezinning op levensbeschouwelijke problemen. De boekenkasten worden te klein. Na zo'n college bij Granpré kwam hij eens thuis met een ongelukkig gezicht. Hij was, omdat de ruimte zo mooi wa s op de markt, in Delft naar de kapper gegaan. Hij had daar rustig wat zitten filosoferen over het gehoorde met het uitzicht op de markt. Ik weet niet of het in de groentij d was en de kapper met een routinegebaar al zijn klanten voor het gemak kaal knipte, maar ik weet wel dat ik me niet eerder bewust was geweest van de vor m van mijn echtgenoots schedel. Daar is de huidige doorschemering niets bij. Maar hij behield ondanks deze erva-
11
ring het ve rtrouwen in de men s zelfs als deze zic h ontpopte als kapper . Hoewel , hij kan de weg naar de ka pperss chaar niet al te best vinden. Dat komt misschien wel omdat hij niet graag in een spiegel kijkt. Wel kijken naar T. V. in het bijzonder het nieuws e. d. Boeiend medium van onze tijd. Ik me r k vanuit het verled en naar het heden te zijn overgestapt. Eigenlijk haast luguber om zo over je man t e vertellen. Een soort interviewstijl zou nu mogelijk beter zi jn. Wat te ze ggen op de steriotiepe vraag: "heeft Uw man hobby' s " ? Ik zou dan antwoorden: "neen, gelukkig niet want ze lf zie ik er iets van een vlucht in. Mijn man zou zeggen dat men zijn werk zijn hobby kan noemen als het zo beslist noodzakelijk is mee te hobby-en". "Noemt U een paar karaktereigenschappen van Uw man". Dan denk ik: probeer nu vooral objectief te zijn (kan dat wel na der tig jaar ?). Extrovert, duidelijk . Fantast met zin voo r realite it waardoor de zaak meestal wel op zijn pootjes terecht komt. Zoekt voor alles verband tussen de dingen en geeft daardoor ver trouwen in directe omgeving. Benijdenswaardige optimist. Ziet het leven als een grote compositie, als een groot werk, waa r in alle factoren van le ven als liefde, geluk, ongeluk, wijzelf, de kin deren, natuur , muziek (hij houdt vooral veel van Bach en Vivaldi maar ook van felle jazz), boe ken , kleur en en ons we r ke n een eigen plaats hebben en als zodanig ook gewaardeerd en geaccepteerd moeten worden. Staat " Open" voor mensen en ideëen waaruit weer volgt het .elezier in het bouwen voor een open samenlevin g. Het boekje ging even open , het gaat nu weer dicht.
Uitgebreide dokume ntatie van werken van het architektenbureau van den Broek en Bake ma : catalogus van de tentoonstelling:"Bouwen voor een open samenleving". J. J oedicke :" Ar chitektur und Stadt eba u, Das Werk von van den Broek und Bakema " .
12
- - -
------~
------------------~
Bureau v , d, Broek en Bakema
't Venster
Rotterdam
1947
Ter Meulen, Wassen, van Vorst,
Rotterdam
1948
De Lijnbaan
Rotterdam
1948
Woonhuis, Prof. ir. J. H. van der Broek
Rotterdam
1948
H. H. de Klerk en Zonen
Rotterdam
1949
Galeries Modernes
Rotterdam
1949
Radio Nederland Wereldomroep
Hilversum
1949
T. H. Lab. voor Warmte en Stof techniek
Delft
1950
Montessori-Lyceum
Rotterdam
1951
E 55, Energiehal
Rotterdam
1953
Woningbouw "Klein Driene"
Hengelo
1955
Dokterswoning
Middelharnis
1956
Woongebouw Hansaviertel
Berlijn
1956
Streekplan, (project)
Nd. Kennemerland
1956
Rathaus, (in aanbouw)
Marl
1957
Kerk
Nagele
1958
T.H. Aula, (in aanbouw)
Delft
1958
Winkelcentrum, (met Staal, Zantstra en Groosman)
Amstelveen
1959
Postcheque- en Girodienst, (in aanbouw)
Arnhem
1960
Prijsvraag, (project)
Wulfen
1961
Prijsvraag cultuur- en zakencentrum, (project)
Frankfort am Main
1961
Ideenwettbewerb Universität, (project)
Bochum
1962
Stedebouwkundige prij svraag
Tel Aviv
1963
Buikslotermeer, (met A. van Eijck, project)
Amsterdam
1963
"HET DORP", (project)
1963
13
t..-
Wereldomroep te Hilversum 14
~---
- - - - -- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Prof. ir. J. H. van den Broek
Ir . J . H. van den Broek aanvaardde 28 januari 1948 het buitengewone hoogleraarsambt met een rede getiteld: "Creatieve krachten in de architectonische conceptie". Johannes Hendrik van den Broek werd 4 oktober 1898 te Rotterdam geboren. Hij volgde de Rijkskweekschool voor onderwijzers t e Nijmegen en behaalde in 1917 de akte L. O. en de akte wiskunde L. O. Na in 1918 staatsexamen te hebben afgelegd behaalde hij in juni 1924 het diploma voor bouwkundig ir., terwijl hij gedurende deze tijd twee jaar gemobiliseerd was, leraar was aan de burgeravondschool te Vlaardingen en werkzaam was bij de Coöp. Kunstmestfabriek te Vlaardingen. Van 1924- 1927 we r kt e hij op het bouwbureau van architect Oriëndag en in mei 1927 vestigde hij zich als architect te Rotterdam. Op 1 augustus 1937 associeerde hij zich met ir. J. A. Brinkman. Van af 1928 was hij leraar aan de avond-M. T. S. te Rotterdam, sedert 1944 ook docent aan de cursussen voor H. B. O. Hij won prijzen voor de volgende prijsvragen: Concertgebouw (stu di epr ij svr a a g B. en V.). Goedkope arbeidswoningbouw te Amsterdam - (studieprij svraag A en A). Constructieve woningbouw te Rotterdam. Ve r de r publiceerde hij tezamen met van Tijen en Maaskant: "Woon mo gelijkheden in het Nieuwe Rotterdam" en schreef artikelen in het "bouwkundig weekblad" , de "8 en opbouw", en in "bouw". Prof. ir. J. H. van den Broek PARALLEL trekken ? "De paden af. .. .. de lanen uit .. .. . " Wanneer men naast de T. H. een zeer drukke werkkring heeft (en dan nog lezingen , vergaderingen, commissies, excursies enfin U we et het wel) kan aan deze toestand enige uitkomst worde n geboden door het zoveel mogelijk benutten van korte, geforceerde vakantie s en dan nog liefst zo ver mogelijk van huis. Buiten de vaste dagindeling van eten , drinken en slapen volgt op luieren en lezen in de zon, in de late namiddag het "wandelen". En dit nu wordt altijd onder leiding van J . H. een urenlang dwalen, eindigend in een of ander avontuur .
x
15
Snel van de hoofdweg naar zijwegen en van dez e naar de meest onbegaanbare paadjes (stenen , r otsjes, voetan gels en klemmen gewoon eng) , I n dosis nieuwsgierigheid ("waa r loopt dit op uit" ?) -- veronderstellingen ("dit gaat wel ongev ee r naar het hotel te ru g"). Resultaat: "ve r" dwalingen in de schemer en het s ne l vallend donker langs berghellingen glad- of vol bla r en terugglijdendof over een hoge muur klauterend (na een vrouwelijke verzuchting: "hi e r kom ik nooit ove r ") om uiteindelijk op ee n hoopgevend we ggetje - of tenminste bij een eenzame boerderij met blaffende honden (eigen erf)- uit te ko men.
Het meest onschuldige is dan nog om tot he t pikdonker toe lang s metershoge puntige hekken alsmaar naar een opening te zoeke n -(vergeet het maar , die is er beslist niet) om na sluit in gstijd uit het grote park van het paleis te Versailles te ge r ak en. Ehre wem Ehre gebiihrt ••• Tot nog toe altijd veilig, schoon soms wat gehavend thuis geko men. Dit neemt niet weg: men kan wel eens snakken naar ee n doodgewoon rustig "ommetje".
16
~
... ~- --- -
----~
- - - - - --
Prof. ir. H. Brouwer
---Ir. H. Brouwer aanvaardde op 9 mei 1962 in het openbaar het ambt van gewoon hoogleraar in het architectonisch ontwerpen in de afdeling der bouwkunde met een rede getiteld: "De architektonische funktie". Prof. ir. Hendrik Brouwer werd op 5 augustus 1920 te Groningen geboren. Hij volgde de H. B. S. te Den Haag en behaalde aldaar het einddiploma H. B. S. -b. Vervolgens studeerde hij aan de Technische Hogeschool te Delft, waar hij in 1949 het diploma van bouwkundig ingenieur verwierf. Van 1946 tot 1949 was hij in de funktie van student-assistent werkzaam bij de afdeling bouwkunde van de T. H. te Delft, van 1949 tot 1950 als ingenieursassistent met een halve dagtaak. Van 1948 tot 1954 was hij als medewerkend architekt verbonden aan het bureau van ir. J. J. H. Vegter b. i. te Leeuwarden. In 1954 vestigde hij zich zelfstandig als architekt. Van 1953 tot 1958 was hij tevens docent aan de cursus V. B. O. te Arnhem. Van zijn hand verschenen een aantal publikaties. Prof. ir. H. Brouwer Hendrik Brouwer, geboren 5 augustus 1920te Groningen, verliet na 8 jaar zijn geboortestad om met ouders en broer in Den Haag te gaan wonen. Van zijn lagere schooltijd is, geloven wij, weinig te vermelden. Pas op de H. B. S. kon zijn tekenaanleg zich ontplooien; hij trof daar n.l. een allerprettigste tekenleraar, die veel met hem ophad. Hij mocht er met olieverf schilderen. Nog hangt er op zijn oude school een groot schilderij, vechtende kanibalen voorstellende. Hij won een prijs bij een schoolkinderententoonstelling in Pulchri. Zijn plan indertijd was schilder te worden, zijn tekenleraar raadde hem echter Delft te proberen. Toen in de 5de klas bij het afscheid zijn wiskundeleraar hoorde van de Delftse plannen, was hij ervan overtuigd dat zijn niet al te begaafde leerling de wiskunderijstebreiberg niet zou kunnen doorkomen. Hij bleek geen rekening gehouden te hebben met het feit dat een fries zich, als hij zich iets in het hoofd gezet heeft, door niets laat afschrikken. Enfin we weten het resultaat. Wat verdere hobby' s betreft; zodra de financiën het toelieten, wierp hij zich op de kunst van fotograferen, hetgeen hem nog altijd veel plezier verschaft. Als er een film volgemaakt moet worden worden er nog enige kinderportretten geschoten. Aange17
zien dat nog al eens voorkwam, zi jn we nu in het bezit van ee n niet onaardige collectie. Voorts houdt hij van alles wat snel gaat: hardlopen (ec hter alleen in de bergen, hard fietsen (in de tijd dat ik mi jn man l eer de kennen, hardrijden (op de schaats, later ook in de auto). Kokerellen is zijn jongste hobby , waarbij wij hopen dat hi j ook hi e r bij niet talenten zal laten sluimeren. Recente werken van Prof. ir. H. Brouwer zijn: Nillmij-gebouw,
I
s-Gravenhage
okto ber 1961 juli 1961
AKU monumenten, Arnhem
de ce mbe r 1960
Watertoren, Leur To renflat Velperplein, Arnhem , Wate r tor en, Zaltbommel
me i 1959 in aanbo uw
Onder handen: Raadhuis, Breda Kantoorgebouw Waterleiding Mij. Gelderland, Velp Provinciehuis, Arnhem (samen met Vegter en Deurvor st).
Nillmij te I s -Gravenhage
18
Prof. i r , P. Donk
Ir. P. Donk aanvaardde 8 oktober 1958 het ambt van gewoon hoogleraar in de afdeling der Bouwkunde om onderwijs te geven in interieur, monumentale en toegepaste kunsten , met een rede getiteld: "De vrije mens en de gebonden kunsten". Piet Donk werd 6 november 1904 te Leiden geboren . Hij doorliep te I s-Gravenhage het Nederlands Lyceum, afd. H. B. S. -b , waar hij in 1925 eindexamen deed. Hij studeerde vervolgens bouwkunde aan de T. H. te Delft, waar hij in 1938 het diploma bouwkundig ingenieur verwierf. Sedert 1930 oefende hij reeds een eigen praktijk uit. Van 1938 tot 1940 was hij als medewerker voor woning- en fabrieksbouw verbonden aan het architectenbureau Ir . H. van Rood te Wassenaar. Van 1941 tot 1944 werkte hij als medewerker op het "ASRO", het Rijksbureau voor Wederopbouw te Rotterdam. Hierop volgde een periode van 6 jaar, waarin hij als kunstschilder werkzaam was. Sedert 1950 beweegt hij zich op het gebied van interieur, de monumentale kunsten en het in richten van tentoonstellingen.
"Jij bent niets veranderd", klinkt uit de mond van elke reunist bij het weerzien van Piet Donk. Inderdaad, hoe zijn uiterlijke omstandigheden ook mogen veranderen, hij blijft zichzelf. Niet gemakkelijk wordt zijn evenwicht verstoord. Reeds als heel jong kind wist hij zijn eigen situatie te overzien, waardoor hij zich tweemaal het leven kon redden. Als 6-jarige kwam hij onopgemerkt van het kinderbad in het die19
pe gedeelte, hij opende zijn ogen en liep naar het dichstbijzijnde trapje zonder paniek of gegil. Spelend op een ij sschots dreef hij af naar zee, ook tóen geen geroep, doch springend van schots naar schots bereikte hij het havenhoofd. In zijn jeugd maakte hij een zeer ernstige ziekte door, die hem bewustzijn, geheugen en haar deden verliezen. Gelukkig kwam het eerste geheel, het tweede voor het grootste deel weer terug. Daarna werd hij een kale, maar uiterst tevreden levenskunstenaar. Het water is wel het meest geliefde element in zijn leven - roeien, zeilen, zwemmen en ook schaatsen op Z. Hollandse en Friese meren - heerlijker bestaat er niet. Ook te voet het polderland te doorkruisen, over sloten en hekken , heeft nog zijn charme, en vooral in oorlogstijd in Rotterdam wonend wist hij zo de oorlogsellende te vergeten. Op een van die tochten konden wij met moeite hem beletten een bruggetje over te gaan, waar een stier stond te brullen. Glimlachend bekeek hij het dier, hoe kon het zó boos zijn, daarbij nog zulke onaesthetische geluiden uitend. Hij geloofde niet in dit misbaar. Hysterische opwinding bij mens en dier bekijkt hij als iets vreemds. Zo kan ook de wedstrijdsport hem niet boeien. Toen hij eens terwille van zijn jonge zonen naar een Motorcross moest kijken, zagen wij hem al gauw zittend tegen een struik, met zijn rug naar het schouwspel in stof en zand zijn "Groene" lezen. Op reis beleeft hij het onbekende land door er te wandelen. Daar dit in Amerika in de nabijheid der bezochte steden moeilijk ging, betekende dit een grote teleurstelling in het voor hem zo boeiende land. Maar in Griekenland kon hij zijn hart ophalen. Alleen wandelend door het berglandschap ontmoette hij een enkele herder, en alhoewel zij elkanders taal niet spraken begrepen zij elkaar opperbest. Tabak en geitenkaas waren de wederkerige bewijzen van dit verstaan. Op deze wijze voelt hij zich overal thuis. Als kleuter begreep hij gauw wat spijbelen was; de bewaarschool moest hem enkele dagen missen, daar juist nieuwe buizen in de straat werden gelegd: de putjes, de goten en de afvoerpijpen waren heerlijke dingen om in te spelen, vooral met houtjes of hand het volgen van dit onder de oppervlakte liggend materiaal. Waarschijnlijk was dit boeiender dan het samen moeten spelen in de kleuterschool. Volkomen onbegrijpelijk voor hem was het, dat ouderen zijn verzuim ontdekten, zijn ontdekkingsvreugde niet konden delen en er ook nog iets laakbaars in zagen. Ook later bleef het spijbelen een vreugdevol gebeuren zonder schuldgevoelens. In Delft werd hij eerst recht de levensgenieter en vrijbuiter. Muziek, toneeldecoreren, schilderen, almanak versieren, nachten lang lezen, open staan voor het nieuwe, geen principes, geen schotjes, geen gebaande wegen, dit was Delft voor hem. De mens in de Russische litteratuur van de vorige eeuw boeide
20
".
---
-- --
- - - -- - - - -
----------------_.~
hem, en boeit hem nog steeds. Als het griepje komt ligt er een Tsjechow of Tourgenjew naast zijn bed. Maar tegenwoordig is er ook plaats voor Punch of Heer Bommel. De professorale verstrooidheid moet hem wel zijn aangeboren. Het aantal vergeten voorwerpen is niet te tellen, maar slechts zelden is iets blijvend weg. Het weervinden aanvaardt hij hoffelijk als een geschenk der Goden.
In de oor-logsjaren woonde hij in Rotterdam; in het hartje van de stad liet hij zijn fiets zonder slot een nacht buiten staan, zelfs die stond er de volgende morgen nog. Wat dat toen betekende zullen wel alleen de ouderen begrijpen. Zo ging het in die dagen met een jas op een weiland enz. Inderdaad zou men over een beschermende hand kunnen spreken . Toen hij eens voor een tentamen opmoest, vergat hij door gezelligheid tijd en uur. Geschrokken sprong hij op zijn fiets om geheel ontdaan bij de Professor aan te komen. Deze had ook Donk' s voorganger wat te lang gehouden. Het verhitte gezicht verklaarde de Hoogegeleerde als uiting van uiterste gespannenheid veroorzaakt door het lange wachten. Hij hielp de arme candidaat waar hij kon, zodat hetin een blijspel eindigde . Alhoewel nu Prof. in Interieur en vroeger vele producten op het gebied van decoratie en monumentale kunst gemaakt hebbend, zou hij zelf het liefst leven in een grote lege ruimte, met kale wanden, stenen vloeren en ongeverfd hout. Het behoeft zelfs qua vorm niet "mooi" te zijn. Alleen de eindeloze pot thee is onontbeerlijk. Verder twijfelt hij aan het nut van het gesproken woord in voordracht of college. Het samen zoeken naar oplossingen lijkt hem het juiste onderwijs. Zelden boos zijnd wordt Donk razend op diegenen, die de mensheid willen opvoeden, beleren of bekeren. Dit voelt hij als een inbreuk op het hoogste goed "de vrijheid" en ook aan een tekort aan vertrouwen in de grote eigen krachten in ieder mens aanwezig. De Griekse herder late men met rust. Voor hem geldt het zinnetje van Charivarius: Wie de mensheid redden wil, blijve thuis en hou zich stil.
21
-
Prof. C. van Eesteren
Professor van Eesteren aanvaardde op 28 april 194 8 het bui t en gewoon hoogleraarsambt in de afdeling der bouwkunde om onde r wij s te geven in de stedebouwkunde met een rede getiteld :"De conceptie van onze hedendaagse nederzettingen en cultuurla ndschappen, hun verschijningsvormen en uitdrukking" . Professor van Eesteren werd 4 juli 1897 te Alblasserdam gebo ren. . Hij volgde Mulo-onderwijs te Dordrecht, nam privaatlessen algemene vorming en tekenen, verwierf het diploma van de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, volgde de cursus voor V. H. B. O.te Amsterdam en behaalde in 1921 de "Prix de Rome", de Gouden Ereperuüng in de Schone Bouwkunst aan de Rijksacademie te Amsterdam . Praktijkervaring kreeg hij op de bureaux en bouwwerken van ve rschil lende architekten o. a. van W. Kromhout Czn, Te Alblasserdam was hij betrokken bij woningonderzoek en voorbereiding van twee uitbreidingsplannen. Hij studeerde aan de "Hautes Etudes Urbaines" van de Sorbonne en aan de Ec ol e des Beaux Arts te Parijs. Zijn inzending op de tentoonstelling " de Stijl" te Parijs in 1923 is te vermelden en zijn antwoorden op prij svragen in binnen en buitenland werden meermalen bekroond. Gedurende enige jaren was hij gevestigd als particulier architekt en stedebouwkundige te Den Haag en docent voor stedebouw aan de "Staatliche Bauhochschule" te Wei mar en aan de cu r sus voor V. H. B. O. te Amsterdam. Hij maakte verschillende studi ereizen naar het buitenland. Zijn publikaties zijn verspreid over verschillende tijdschriften. In 1929 werd hij hoofdarchitect stedebouwkundige bij de dienst der publieke we r ken va n de geme en te Amsterdam. Sinds 1930 is hij voorzitter van "Les congres Internationaux d' arc hite ctu r e Moderne" tot aan de opheffing daarvan in 1959. Sinds 1946 voorzitter van de "Bond van Nederlandse Stedebo uwkundigen" en sinds 1932 lid van de stedebouwkundige raad van het Nederlands Instituut Volkshuisvesting en Stedebouw. Sedert 1937 Honorary Corresponding Member of " T he Royal Institute of British Architects" te London, In samenwerking met van Doesburg als schilder: 1922
ontwerp woonhuis Leonce Rosenberg ontwerp voor de hal van een universiteitsgebouw
22
.--
..------. -
--
- --- - - -
-
-
-
----
-
ontwerp voor een woonhuis te Alblasserdam Als zelfstandig architect 1923
ontwerp voor een huis aan de rivier
1924
Rokinplan
1925
eerste prijs in de prijsvraag herbouw "Unter den Linden" (Berlijn)
1929
Hoofd van de stadsontwikkeling te Amsterdam
1936
uitbreidingsplan vastgesteld voor Amsterdam
ontwerp voor een winkelgalerij met café-restaurant
:6: I
de
!'i fT)
I
riVier
Lel ÇIe:l.lve
C.VQn E_~
Ql'"chi\:.ekl:.
23
Prof. ir. S. J. van Embden
Ir. S. J. van Embden aanvaardde 11 maart 1964 het ambt van buitengewoon hoogleraar aan de afdeling der bouwkunde met een rede getiteld: "Vorm". Samuel Josua van Embden werd 13 oktober 1904 te Amsterdam geboren. Hij behaalde het diploma H. B. S. aldaar in 1922. Hij studeerde bouwkunde aan de Technische Hogeschool Delft, waar hij in 1929 afstudeerde. Hij was vervolgens werkzaam als particulier architect/stedebouwkundige. Van 1936 tot 1942 was hij adjunct-directeur van het Instituut Stad en Landschap van ZuidHolland, van 1945 tot 1948 adjunct-directeur van de Dienst Wederopbouw te Rotterdam. Tot de voornaamste werken van ir. van Embden kunnen wor den genoemd woningcomplexen, ten dele met bejaardentehuizen , in een aantal gemeenten , het Centraal Laboratorium van de P. T . T . te Leidschendam, enige gebouwen van de Technische Hogeschool Eindhoven alsmede fabrieksgebouwen en raadhuizen. Voor t s vervulde ir. van Embden een aantal adviseurschappen op s t e debouwkundig gebied van gemeentelijke en rijksdiensten . Prof. ir. S. J . van Embden buiten T. H. verband. U hebt mij gevraagd hierover iets te schrijven. Nu, U zult begrijpen, dat er buiten T. H. verband nog een heleboel ander ve r band is. Behalve het gewone stedebouw en architectuur ve r ban d, nog allerlei speciaal verband, dat ik nu niet specificeren zal. Het T. H. verband is er , zoals U weet, het laatste bijgekomen en moest natuurlijk ergens afgenomen worden . Het enige , dat daarvoor nog in aanmerking kwam , was het huisverband. Het rolletje huisverband is nu wel bizonder dun geworden , maar dat hindert niet, want het is prima kwalitiet hechtpleister , met grote kleefkracht en elasticiteit - als U begrijpt wat ik bedoel. De vraag of deze kwaliteit in verband staat met de dunte van het rolletje moet voor mijn aandeel zeker met "ja" beantwoord worden: sinds mijn man van tijd tot tijd maar even thuis verschijnt tussen zijn diverse soorten verband door , stel ik er een eer in hem altijd stralend vrolijk tegemoet te komen, zonder een zweempje ergernis of een schaduwtje depressie . Nu ik dat voor dit speciale geval aangeleerd heb, kan ik het ook in andere gevallen te pas brengen. U zult terecht beginnen te mopperen, dat U nog niet veel over 24
x
-~
-
-- -
-
- -
_.
-
--
---
---
Prof. van Embden gehoord hebt, binnen of buiten welk verband dan ook. Inderdaad, maar ik ben zijn vrouw, en als ik gelukkig ben, dan is dat niet alleen omdat ik geleerd heb om in alle om-
standigheden vrolijk te zijn, maar vooral omdat ik geen woord over mijn man kan zeggen, zonder in de meest schaamteloze opschepperij te vervallen. Ik zal dat dus zorgvuldig nalaten. U moet mij vergeven; les gens heureux n'ont pas d'histoire.
o ja, nu herinner
ik me toch , dat er wel eens zoveel moeil ijkheden geweest zijn in wer kver ban d,.al had ik dat dan ook niet gemer kt, dat er iets van t e ver tell en valt, dat op een anecdote lijkt. Dat was bi j de opening van de natuurkunde-hallen in Eindhoven . drie of vier jaar geleden. Ie man d, die nauw betrokken was bij de tot standkoming van deze hallen, vroeg mij toen, of ik ook erg had meegezucht onder de moe ilijkheden. Mijn antwoord: "moeilijkheden ? ik weet nergens van , als ik aan mijn man vraag, hoe het gaat, zegt hij altijd: uitstekend" , was een succes-rou en moest nog herhaalde malen naverteld worden . Het komt natuurlijk wel eens voor, dat mijn man op mijn vraag: "hoe was het"? antwoord: "goed". Dan moet ik al mijn geestkracht te hulp roepen om niet in paniek te raken, want dan weet ik , dat er iets vervelenders aan de hand is, dan de gewone moeilijkheden, waarvan het zo heerlijk is ze te kunnen overwinnen. Het gewone antwoord is niet alleen "uitstekend", maar het wordt ook gegeven stralend van energie en enthousiasme. Het is hoog tijd, dat ik op houd.
25
Won ingbouw: Katwijk Rijnmond
1958
De Delfgauwse Weye
1954
Gorinchem (Ha arwijk)
1960
Woongebouw met bej aardenvleu ge l s
1961
Tilburg (plan Oerle)
195 6
Het domeinkantoor te Emmeloord
1960
Dr. Neher Lab. P. T. T. te Leidschendam
1955
Arbeiderskantine te Rotterdam
1954
Badhuis te Emmen
1952
T. H. Eindhoven met Smith en Choisy
nu
T. H. Enschede met Smith en Choisy
nu
3 woningen te Almelo
1948
Herbouwplannen Rotterdam-Arnhem-Den Haag (met van Traa en Dudok)
1947
Stedebouw: Tilburg Delft N. O. Polder Zwolle (sanering) Dordrecht (sanering)
26
-
db Technische Hogeschool te E"moven 27
Prof. ir. J. H. Froger
Ir. J. H. Froger aanvaardde 1 oktober 1947 het hoogleraarsambt in de afdeling der Bouwkunde om onderwijs te geven in de stedebouwkunde met een rede getiteld: "Het domein van de Stedebouw" . Prof. ir. Jules Henri Froger werd 5 juni 1903 geboren te utrecht . Hij verwierf het diploma van bouwkundig ingenieur aan de Technische Hogeschool te Delft in mei 1931. Hij trad in dienst bij ir. A. Siebers en was tegelijkertijd gemeente-architect te Vught. Op het bureau Siebers werkte hij aan de uitbreidingsplannen van Nijmegen, Beek, Ubbergen en Vught. In januari associeerde hi j zich met ir. Siebers en bewerkte het uitbreidingsplan van Grave. In hetzelfde jaar werd hij benoemd tot adviseur van de waarnemend inspecteur voor de volkshuisvesting in Den Bosch, teneinde Ged. Staten van N. B. te adviseren over een twintigtal uitbreidingen in die provincie. In december 1936 werd hij belast me t de oprichting en de leiding van de Limburgse Streekplannendienst te Maastricht. Als zodanig werd hij belast met de voorbereiding van drie streekplannen, welke samen de gehele provincie betroffen en met de supervisie over de stedebouwkundige aktiviteit in alle gemeenten. Zodoende kwam hij in aanraking met vraagstukken op velerlei gebied zoals volkshuisvesting, industrievestiging, verkeerspro[ecten, ontginning , natuurbescherming enz. In 1937 nam hij het initiatief tot oprichting van de stichting "Binnenkolo nisatie" in Limburg met het oog op de peelontginning en andere kultuurtechnischewerken. In september 1940 trad hij op uitnodiging van de direktie der N. S. te utrecht op als chef van de op te richten afdeling stedebouw. In februari 1941 ontving hij de uitnodiging van de secr. gen. van Binnenlandse Zaken om op te treden als directeur van de op te richten Rijksdienst voor het nationale plan, voor welke funktie hij meende te moeten bedanken o. a. met het oog op de voorwaarden die van Duitse zijde werden gesteld. Hij maakte studiereizen in België, Frankrijk, Duitsland en Italië. Recente werken van Prof. ir. J. H. Froger zijn: woningbouw: Delft Voorburg Wassenaar Lagere scholen 28
--
-
- - --
---~--
---
-
---
--
~
---
Kerk + Parochiehuis te Kraggenbrug N. O. Polder
1950
Kerk te Delft
1958
Middelbare school te Rij swijk
1962
Bejaardentehuis te Delft
1964
Voorbereiding Hogere Agrarische School te I s-Hertogenbosch Stedebouw: Weert (eerste bebouwde komplan) Delft (samen met van Embden) Almelo en vele andere gemeenten in: Brabant Limburg en Noord en Zuid Holland o. a. Dordrecht.
Kerk te Delft
29
Prof. ir. G. J. van der Grinten
Gijs J oost van der Grinten we r d op 10 augustus 1927 te Venlo geboren. Hij volgde Middelbaar onderwijs aan het Rijnlan dslyceum te Wassenaar en aan de H. B. S. t e Venlo, waar hij in 1944 het einddiploma B behaalde. Hij liet zich inschrijven bij de tijdelijke Academie te Eindhoven en vervolgens bij de Tech nische Hogeschool de Delft. In 1953 ve rwie rf hij het diploma van bouwkundig ingenieur . In 1953 richtte hij een eigen architect enbu r eau op. Van 1954 tot 1959 vervulde hij bovendien bij de N. V. Nederlandse Spoo r we gen een gedeeltelijke dagtaak. Inm iddels ontving hi j in 1958 bij de afdeling der Bouwkunde van de Technische Ho geschool t e Delft een onde r wij s opdracht voor de materiaalstudie, in 1959 voor de materiaalstudie en de industriële vormgeving. De ze laatste vervulde hi j tot 1962. In 1954 ontving hij de Gouden medaille met s tipendium van de Prix de Rome-wedstrijd Schone Bouwkunst. Van zijn hand verscheem een aantal publikaties . Ir . G. J . van der Grinten aanvaardde op 26 juni 1963 in het open baar het a mbt van buitengewoon hoo gleraar in de t echni s c he en industriële vormgeving, in de afdeling der Bouwkunde, met een rede, getiteld:"Funktie + X = Gestalte".
Reeds als kleuter bezat mijn man - links op de foto - een zeer resolute - zo niet wellustige aard, als hi j iets wil de bemachtigen . Nu als architect, bezit hij die nog en vecht hij dagelijks - zi j het op een andere manier - voor zijn plannen. Aan de geamus eerde familie te beoordelen bezit hij nog vele andere ei gensc happen , waar zijn gezin in hoge mate van geniet. 30
--
-
-
--
-
--
-
- ---
-
-
Prof. ir. G. J. van der Grinten Met Tauber, Krüger en Verster de meervoudige opdracht voor de kanselarij der Nederlandse Ambassade. Met Maaskant, Falkenburg en Gooyer de meervoudige opdracht voor een raadhuis te Laren. Met van der Gaast: Station te Schiedam Beverwijk Den Helder Winnaar "Prix de Rome" 1954 (met H. van Leeuwen) H. T. S. Venlo R. K. Kerk, Venlo R. K. Kerk van Paters Augustijnen, Nijmegen Kleuterschool , Venlo Lomschool, Nijmegen.
Kerk te Venlo
31
Prof. dr. A. M. W. J. Hammacher
Prof. dr. A. M. W. J. Hammacher aanvaardde 29 oktober 1952 het ambt van buitengewoon hoogleraar in de afdeli ng der bouwkunde om onderwij s te geven in de kunstgeschiedenis met een rede ge titeld: "De wondende en helende kr ac ht in de beeldende kunst" . Abraham Marie Wilhelmus Jacobus Hammache r we rd 11 dece m ber 1897 te Middelburg geboren. Tot 1914 heeft hij ve el getekend en geschilderd op Walcheren volgens aanwijz ingen van da a r vertoevende kunstenaars. In die jaren groeide zij n belan gstelling voor kunstgeschiedenis en muziek . Hij volgde de H. B. s. te Mid delburg. Om een familietraditie te volgen deed hij eerste en tweede gedeelte notarieel staatsexamen. Hij aanvaardde een werkkring te Den Haa g om zijn vrije tijd en vakanties aan studie van beeldende kunsten en literatuur te kun nen besteden. Hij publiceerde in "de Gids", "Forum" , Elsevier en N. R. C. Hij ondernam studiereizen naar Frankrijk en Italië. Hij was werkzaam als esthetisch adviseur bij het hoofdbestuur der P. T. T. De toenmalige minister van O. K. en W. dr . G. van der Leeuw benoemde hem in 1945 tot administrateur van de af deli ng beeldende kunsten en architektuur van zijn departeme nt , welke funk tie hij tot 1947 vervulde. In dat jaar werd hij belast met de di rectie van het museum " Kr öll e r -Müll er". In 1943 verwierf hij de Wijnandts Francke npri js , to egekend door de Mij . der Nederlandse Letterkunde, voor zij n boek "Amster damse impressionisten en hun Kring" , en in 1948 de P. C. Hooft prijs ingesteld door het ministerie van O. K. en W. , voor " Eduard Karsen en zijn vader Kaspar ". De Rijksuniversiteit te utrecht verleende hem in 1958 het ere doctoraat in de Letteren en Wijsbegeerte. Van zijn hand verschenen in de loop de r ja r en ee n vijftigtal boeken en een grote hoeveelheid artikelen in tijdschriften, kranten en catalogi. Een bibliografie van de geschriften van Prof. Ham ma che r bevindt zich op de bibliotheek van Decoratieve Kunst.
32
--
~
-
-
-
.-----
------
-
-
- ----
-
Prof. G. H. Holt
G. H. M. Holt aanvaardde 10 maart 1948 het buitengewoon hoogleraarschap in de afdeling der bouwkunde om onderwijs te geven in de architectuur met een rede getiteld:"De volkshuisvesting en de architect". Gerardus Hendricus Holt werd 16 juni 1904 te Haarlem geboren. Hij studeerde architectuur aan de toenmalige school voor bouwkunst, versierende kunsten en kunstambachten te Haarlem. Daarna was hij werkzaam op verschillende architectenbureaux, te beginnen bij de architect Boterenbrood, waar hij werkte aan woningcomplexen in Amsterdam zuid en west, Huize Lydia en diverse uitbreidingsplannen. Daarna was hij chef de bureau en leider van de tekenkamer bij architect Baanders, vervolgens werkte hij op het bureau Postma aan grote utiliteitsgebouwen en op het bureau Staal onder andere aan het .pr oj ect voor de beurs te Rotterdam. In 1930 vestigde hij zich zelfstandig. Bij prijsvragen behaalde hij successen onder meer voor de prijsvraag voor goede en goedkope arbeiderswoningen te Amsterdam. Ook werkte hij samen met architect Komter . Hij maakte studiereizen naar Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Engeland. Op onderwijsgebied is hij sinds 1943 docent in de architectonische ontwerpen aan de cursus voor voortgezet en hoger bouwkunstonderricht te Amsterdam. Met Prof. ir. J. F. Berghoef en een tweetal andere architecten vormde hij de studiegroep betreffende de opleiding van architekten, later opleidingsraad van B. N. A.
33
Kultureel c ent r um Apeldoo rn ontw erp woningbouw
wed eropbouwplan Hengelo 1946 met Duintjer, Komt e r en van Woerden Rotterdam Kle in pol der oost v . m . Overschie 1950 Maastricht Oranjepl ei n to renflat Vel s en noord 1949
woningwetwoningen in Bosch en Lo mmer Amste rdam woningbouw in B. M. B. systeem Ie prijs prijsvraag Kinderkolonie , met van Woerden 1930 woningen "na zo r gcent ru m Zonnestraal Hilversu m 1953 met Bijvoet openluchtzwembad " st oop" Bloemendaal 1935 erebegraafplaats Zeeweg Bloemendaal 1947 Parochiekerk van de H. Pastoor van Ars 1960 St. Josephkerk Amsterdam Bosch en Lom mer 1948 met Tholens bijbehorend bejaarden-tehuis
woonhuizen
scholen
Aerdenhout z warte we g
1950 met Bijvoet
Hilversum Noot
1952 met Bijvoet
Eigen huis Overveen
1959
1. o. school Assen
1958
1. t. s.
Mendel-Kollege Haarlem Noord schouwburgen
Nijmegen met Bijvoet Tilburg
34
met Bij voet
1956
35
Woonhuis te Aerdenhout 36
--
~-
-
-
- --
~
-
.
Prof. ir. H. J. :Kist
Professor Ir. H. J. Kist werd 12 december 1897 te 's-Gravenhage geboren. Hij verwierf in 1914 het einddiploma H. B. S. aan het Nederlands Lyceum te I s- Gravenhage en studeerde vervolgens aan de T. H. te Delft, waar hij in 1922 het diploma voor civiel ingenieur behaalde. Van 1922 tot 1924 was hij in dienst bij Siemens en Halske A. G. voor het maken van ontwerpen en begrotingen voor waterbouwkundige- en betonwerken in Duitsland en te I s-Gravenhage. Van 1924 tot 1932 verbleef hij te New-York, waar hij gewapend beton-, staal- en houtkonstrukties voor industriebouw ontwierp. In 1932 trad hij in dienst als ingenieur bij de direktie Bruggen van de Rijkswaterstaat. Bij de Rijkswaterstaat leidde hij het ontwerpen van gewapend beton bruggen en viadukten voor de aanleg van de nieuwe Rijkswegen. In 1947 werd hij lektor in de afdeling der Bouwkunde aan de T. H. te Delft om onderwijs te geven in de toegepaste mechanica. In 1952 aanvaardde hij het ambt van hoogleraar in de afdeling der Bouwkunde om onderwijs te geven in de toegepaste mechanica met een rede getiteld: "Het menselijk denkvermogen voor toegepaste mechanica voor bouwkonstrukties" .
"van een nacht sa menspreken met een wijze heeft men meer uoordelen dan van 10, 2 jaar studeren" . chinees spreekwoord Prof. ir. H. J. Kist Professor Kist has always enjoyed sports since his rowing days for Lage. He en joys long walks and bicycling often going all the way to Delft if weather permits. He enjoys his 4 granddaughters and one grandson, 3 of the granddaughters live right near. They have lots of fun with opa playing "verstoppertje" in the dunes. He spends long hours at home on his research work.
37
Viaduct Rijksweg 2 over de Geuzesloot ettelijke Boogbruggen over het Twentekanaal Rijksweg 12 Gouda Bij Maassluis Rijksweg 20 over het Bonervlies Spoorwegviaduct Rijksweg 12 bij Woerden twee bruggen over de Hollandse IJssel Rijksweg 26 en over de Eem Rijksweg 1.
38
Brug over de Hollandse IJssel
Brug over de Eem 39
Prof. ir. A. van Kranendonk
..
Prof. ir. A. van Kranendonk we r d 17 februar i 1917 te Brielle ge boren. Na in 1937 te Amsterdam het diploma M. T . S. bouwkunde te hebben behaald, zette hij na enige tijd prakti jk als bouwkundig opz icht er - t eke naar te Nijme gen en Am ste r dam , z ijn st udi e voort aan de T . H. te Delft. In 194 5 ve rw ierf hij het diploma b. i. In dat zelfde jaar vestigde hij z ich als a r ch itect te Den Haa g, als kom pagnon in het bureau Thunnissen en van Kranendonk. Van 1945 tot 1952 was hij assistent voo r het gr oot ontwerp van de afdeling bou wkunde der T . H. Ook gaf hij les aan he t V. B. O. en het H. B . O. te Tilburg. Hij wa s enige ja ren lid va n de schoo nheidskommis s ie te Den Haag en supervisor van Leidschendam en Voorschoten . Hij won de eerste prijs bij de pr ij sv r agen " Cobouw 1941, r a a dhuisprijsvraag te Schiedam 1952 en raadhuisprijsv raag te Amersfoort 1955. Publikaties van zijn hand verschenen in Bouw, Bouwkundig Weekblad en Katholiek Bouwblad. Van dit laatste bl a d wa s hij gedur ende 7 jaar redakteur. Op 4 december 1957 aanva ardde hij het ambt van gewoon hoogleraar in de afdeling der bouwkunde om onder wijs te gev en in het ontwerpen , met een r ede getiteld: "over de relatie tussen de architect , he t gebouw al s kun stwerk en het publiek".
L . O. - U. L . O. t e 's-Gravenhage , Ambachtsgaarde " Don Bos co" ke rk t e Alkm a ar , 1962 , Koel ma la an Kerk van O. L. Vrouwe van Altijddurende Bijstan d, I s- Gr avenha ge 1962 - 1963 , Goudssmidsgaarde Seminarie te Noordwijkerhout, 1963, Langelaan Bejaardentehuis, I s- Gravenhage, (in aanbouw) van Loeve s t eijnlaan . Verpleegstershuis voor de Psychiatrische Inrich ting " Coudewater ", Rosmalen (in aanbouw) Gebouw voor de Dienst van Sociale Zaken , Amer sfoort (in aanbouw) Lyceum te Beverwijk, (in aanbouw) Lyceum te Voorburg, (in aanbouw) L . T . S. te Ossendrecht,(in aanbouw) 86 Bej aardenwoningen te Alkmaar, (in aan bouw) Raadhuis Amersfoort, (in voorbereiding). 40
Prof. ir. A. van Kranendonk Geboren te Brielle als buurjongen van Maarten Harpertz. Tromp. Als deze nog geleefd had, zou hij zeker Maartens vriendje geworden zijn, want als kleuter en schooljongen muntte hij uit als vechtjas en rustte niet voor al zijn tegenstanders verslagen waren. Opgroeiend tot jongeman was hij een enthousiast voetballer en bokser. Hij was een bron van troost voor alle lieve meisjes. Tegenwoordig wisselt hij zijn geringe vrije tijd af met schaken, paardrijden en een wandeling naar It Voorhout voor het kopje koffie bij Royal. Zijn architekten-praktijk begon met een opdracht voor een ontwerp voor een villa , waarvoor hij het ereloon ontving van vijf opgepoetste guldens en een oude overjas. Wisselt noeste arbeid af met overgave aan de poëzie. Vooral de engelse litteratuur ligt hem na aan het hart. Nimmer wordt er een vergeefs beroep op hem gedaan; desgevraagd heeft hij als "ball a st " deelgenomen aan een ballonvaart over het IJsselmeer. Onder de doopnaam Heer van Knarredijk is hij op requisitoir van Godfried Bomans vervolgens in de orde van ballonvaarders opgenomen.
het i s met enige gêne maar j a ik had wat migraine dat ik luisterde naar Bakema he t le eë wel propagandada m aar ja hij moet ook lvêne
gede clam eerd bij de opening van de afdeling voor de cur sus 1963-1964
41
1
1 I,
~F
• • •
• •
• •
•
42
•
•
•
..
-I'
Kerk te Alkmaar 43
Prof. dr . C. S. Kruijt
~ U! Prof. dr. C. S. Kruijt aanvaardde op 17 mei 1961 in het openbaar het ambt van gewoon hoo gleraar in het stedeb ouwkundi g onderzoek en de soc iol og ie in de afdeling de r Bouwkunde en der Algemene Wetenschappen me t een rede getiteld:"de verstedelijking van Nederland". Cornelus Simon Kruijt werd op 3 me i 1920 t e Koo g aan de Zaan geboren. Na in 1936 het diploma MULO-B t e he bben behaald, be zocht hi j de Rijkskweekschool voor onde rwij ze rs en onderwijzeressen te Arnhe m. In 1939 slaagde hi j voor de lager -onderwijs akte. Achtereenvolgens behaalde hij de hoofdakt e in 1941 , de akte Duits 1. o. in 1943 en , via het staatsexa men , het diplo ma H. B. S. b in 1946 . In 1946 maakte hi j een aanvang met de studie in de so c ia le geogr a fi e aan de geme ent elijke Universiteit te Amsterdam , welke studie hij in 1951 cum laude afsloot met het behalen van het doctoraal examen. Op 29 januari 1960 prom oveerde hij aan de Rijksunive r s ite it te utrecht op een proefschrift, getiteld: " Zelfmoord, statisch-so ciol ogische verkenningen"; deze promotie ge schiedde eveneens cum laude. Zijn promotor wa s Prof. dr . J . P. Kru ijt. In de periode van 1939 tot 1946 was hi j onderwijzer te Zaanda m . Daarna was hi j werkzaam bij het Sociografi sc h Bureau van de gemeente Zaandam eerst als wet enschap pelijk medewerker , la te r als plaatsvervangend direc teu r . In s ep tember 1951 verbond hi j zich aan de rijksdienst voor he t national e plan , waar hij tof 1953 wetenschappelijk medewerke r was en van 1954 tot 1960 hoofdplanoloog , hoofd van de a fde lin g onderzo ek . Hij treedt thans nog op als adviseur van de ze di enst . Van 1 sep tember 1957 tot 30 april 1960 ve r vul de hij een on derwijs -opdracht in de afdeling der Bouwkunde , in het stedebouwkundi g on derzoek en de sociologie. Op internationaal t e rrein wa s hij werkzaam in het kader van de Benelux-com missie voo r de Rui mt elijke ordening. Hij is voorzitter van het bestu ur van de stic ht in g Interuniversitair Instituut voor Sociaal Wetenschapp elijk onder zoek en adviseur van de rijksdienst voor het Nationale Plan. Van zijn hand verscheen o. a. : De grote stad als planologisch probleem" Spectrum 1958. 44
Prof. dr. C. S. Kruijt Typerend voor mijn man zijn een levendige belangstelling voor maatschappelijke en psychologische vraagstukken alsmede een -soms bijna eindeloos- geduld om tot de achtergronden daarvan door te dringen. Dit komt natuurlijk zowel binnen als buiten T. H. verband tot uiting; ik kan mij tenminste niet voorstellen dat hij zich in Delft anders zou gedragen dan thuis.
Als er 's-avonds vrienden op bezoek komen zit hij al gauw enthousiast en druk gesticulerend te debatteren, hierbij trachtend het onderwerp van gesprek van alle kanten te benaderen en er steeds verder in door te dringen. Daarbij geniet hij zichtbaar als hij veel tegenspel krijgt. Er is eens van hem gezegd: "Kruijt schrikt als hij merkt dat een ander het met hem eens is" . Een ander gedrag, toch gebaseerd op dezelfde eigenschappen, is zijn uren achtereen geïnteresseerd zitten werken, schrijvend of verdiept in boeken, artikelen, rapporten, statistieken of kaarten . Graag hoort hij dan de speciaal hiervoor op de band opgenomen muziek van Mozart op de achtergrond en is dankbaar als ik hem zo nu en dan een kop koffie breng (waarbij ik dan vaak een be leefd "dank U wel " te horen krijg). U vraagt zich wellicht af of het niet vervelend is om naast zo'n dikwijls geestelijk afwezige man te leven? Ik kan u geruststellen: dat valt wel mee , want meestal maakt hij mij deelgenoot van wat hij in zijn papieren wereld aan interessants is tegengekomen. Met bijzondere belangstelling beluister ik zijn relaas als dit nu 45
eens niet -zoals gewoonli jk - over sociologie of planologie gaat , maar betrekking heeft op zijn hobby - gebied: Zuid-Frankrijk. Ik hoor dan hoe hij in het land rond Bordeau van het ene ch áteau naar het andere reist, genietend van de on eindige genuanceerdheid in smaak, geur en kleur de r wijnen. Het dwal en door de zon overgoten wijngaarden van St. Emilion en Pomerol doet he m de grauwe kilte van de Hollandse wint e r totaal ve rgeten. Verzadigd van de wijn en de cul ina ir e specialiteiten van de streek be gint hij vervolgens de tocht str oo mopwaarts langs de Dordogne, waar het prachtige landschap, het gulle klimaat en het heldere water de zinnen strelen. Na al deze genietingen nade rt ten slotte het hoofddoel van de reis: een bezoek aan de vele grotten en bezienswaardigheden uit de praehistorie in het dal van de vézè re. Hier herleeft het verleden van onze vr oegst e voo roud ers , die men een goede smaak bij het kiezen van hun woongebied niet kan ontzeggen. . . Het aanhoren van dergelijke reisverhalen is daarom zo prettig, omdat ik me begin in te leven in de volgende vakantie , die , op deze grondige, want haast wetenschappelijke wijze voorbe reid, een goede tijd beloofd te worden.
46
Prof. dr. E. H. ter Kuile
Dr. E. H. ter Kuile aanvaardde 29 oktober 147 het buitengewoon hoogleraarsambt in de afdeling der bouwkunde om onderwijs te geven in de geschiedenis der architectuur met een rede getiteld:"Het venster in de geschiedenis van de monumentale Westerse architectuur" . Engelbert Hendrik ter Kuile werd 9 juli 1900 te ambt Almelo geboren. Hij doorliep het gymnasium en bezocht in 1920 - 1921 de toenmalige school voor bouwkunde, versierende kunsten en kunstambacht te Haarlem. Daarna studeerde hij kunstgeschiedeni s aan de Rijksuniversiteit te Leiden en legde in 1927 het docto r aal exa men in de faculteit der letteren en wijsbegeerte cum laude af. Van 1927 - 1929 werkte hij als volontair aan het Rijksmuseum te Amsterdam. Hij promoveerde inmiddels aan de Rijksunive r s it e it te Leiden op een proefschrift getiteld:"De houten to r enbekr oningen in de Noordelijke Nederlanden" . Vervolgens wer d hij benoemd tot wetenschappelijk assistent aan' s Rijksmuseum in Twente met de persoonlijke titel van conservator. In 1930 volgde zijn benoeming tot commies bij het Rijksbureau voor Monumentenzorg, waar hij later tot conservator werd bevorderd. Hij we r kt e mee aan de "voor lopige lijst" van monumenten in Noord Brabant. Van zijn hand zagen Geillustreerde Beschrijvingen van Twente en van Leiden en Westelijk Rijnland het licht, zomede het eerste deel van Kunstreisboek van Nederland. Voorts schreef hij enkele kleinere werkjes:"De torens in Nederland" , " de Dom van Utrecht" en "de drie oude kerken van Zutfen". Verschillende artikelen verschenen in het Oudheidkundig Jaarboek, Elsevier' s Maandschrift , Oud Holland en de Gids.
47
Litteratuurlijst Prof. E. H. t er Kuile
Boeken 1.
De bouwkunst van Hellas tot heden. (K. II. 10)
2.
De Dom van Utrecht. (Ned. T 2. utr . 14)
3.
De drie oude kerken van Zutfen. (Ned. T2 . Zut. 2)
4.
De houten torenbekroning in de noordelijke Nederlanden; Leiden 1929. (Ned. A. 38)
5.
Kastelen en adellijke huizen.
6.
De Nederlandsche monumenten va n gesc hiedenis in de provincie Overijsel; Twente. (Ne d. T. 39)
7.
De provincie Gelderland; tweede stuk: Het Kwartier van Zutfen.
8.
De provincie Zuid-Holland; Leiden en we st elijk Rijnland. (Ned. T . 42)
9.
Rede ter herdenking van Prof. L . O. Wencke lbac h, uitgesproken in de aula van de Technische Hogeschool op 24 no vember 1962 .
en kunst
10. De Renaissance in de architectuur en de skulptuu r van Gel derland en Overijsel. (Ned . Tl. Gel. 4) 11. Salomon de Brayen het huis Warmond. (Ned. P . Bra . 1) 12. De torens van Nederland. (Ned . A. 60) 13. De werkzaamheid van Lieven de Key in Haarle m . (Ned. T2. Haa 16) 14. Het venster in de geschiedenis van de monumentale westerse architectuur . (Inaug, rede Delft) 15 . Art and architecture in Belgium door Kuile, E. H. ter; en Gerson, H. (BEL. N. 8) 16. Duizend jaar bouwen in Nederland door Kuile , E . H. ter; Andreae Fockema, S. J .; (Ned. A. 69-70) 17. Geschiedkundige aantekeningen op de Havezathen van Tw en te. (Ned. Tl. Tw e. 1) 48
18. Kuile, E. H. ter; In Guida Italiana.
Tij dschriftartikelen 1.
Officieren O. N. O. door Westerhout, G.; Quak, J. D. ; Kuile, E. H. ter (Bouw 1961 dl. 1. p. 636)
2.
Wegerif, A. H. ; Kuile, E. H. ter De bouwkunst van Hellas tot heden. Boekbespreking. (Bouw 1961 dl. Il. p. 845)
3.
Een kritische beschouwing over de prestatielonen in het bouwbedrijf (Bouw 1961 dl. Il. p. 1660-1662)
4.
Leraren hoofdzakelijk belast met de behandeling van de bouwkundige vakken. (P. B. N. A. boek dl. I 1960 p. 55)
t
Als kind al ging zijn belangstelling uit naar de restauratie van monumenten (zie foto). In het begin van de jaren' 30 bij Monumentenzorg aangesteld als volontair, daarna gedurende vele jaren secretaris van Jan Kalf, is hij deze eerste liefde tot de dag van vandaag trouw gebleven. Van zijn hand verschenen drie delen in de serie de Geillustreerde Beschrijving der Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst, een vierde is ter perse. Hij is lid en ondervoorzitter van de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg. Hobby' s: skiën, zwemmen (bij voorkeur voor dag en dauw in zee) .,:bouwt nog steeds kastelen en kathedralen van nat zand, tuinieren, Maigret.
49
Prof. dr . ir. J. P. Mazure
Professor Mazure werd 24 december 1899 t e Rotterdam gebo ren . Hij doorliep de tweede H. B. S. t e Rotterda m en studee r de van 1917-1923 aan de T . H. te Delft , waar hij 30 juni 1923 het examen van c iviel ingenieur met lof a fl eg de. 16 Dec e mbe r 1937 promoveerde hij met lof tot doctor in de T echn ische Wet enschap op een proefschrift over " De be r ekening van getijde en stor mvloeden op de benedenrivieren" , waarbij Prof. dr. J . M. Burgers zijn promotor was. In 1923 trad hij als ingenieur in dienst bij de Zuide r zeewe r ken . In 1937 volgde zi jn bevordering tot hoofdinge nie ur . In 1944 werd hi j gedetacheerd bij de Stichting Ratiobouw, waar hij als direkt eur optrad. Dr . ir. J. P . Mazu r e aanvaardde in 1950 het hoo gler aars a mbt in de afdeling Weg- en Waterbouwkunde , om onderwijs te geven in de toegepaste mechanica met een rede getiteld: " De ka rakteris tieke ingenieursfunktie bij vraagstukken van sterkte en stijfheid". In 1956 ging hij over tot de afdeling der bouwkunde . In tal van kommissies had en heeft hi j z ittin g; o. a. kommissie -inzake het zoutgehalte der boezem- en polderwater en in N. H. -inzake gewapend beton in woningen ; als voo r zitt er -inzake gewapend baksteen vloeren -studiekommissie Bouwverordeningen; als voo r z itter -T. N. O. kommissies -verschillende normalisatie kommissies ; als lid of als voorzit ter - wet ensc happelijk adviseur van de "Ve r eniging van systeembouwers" -lid van de voorlopige Raad van Volk s huisve sting -lid van de Kamer deskundige in waterstaatszaken en bouwvraagstukken -voorzitter van het Humanistisch Verbond in dit ve r ban d lezingen voor de radio -publiceerde in "Universiteit en Hogeschool " en " De Ingenieur ";
50
Pr of. dr . ir. J. P. Mazu re
Het bouwen zat er al vroeg in. Dat heeft hij gemeen met vele mensen , doch niet ieder bouwde op 2 jarige leeftijd "vier taste len in een hoetje" . Over de bouwconstructies vermeldt de his torie niets. Ook het natte deel van de civielopleiding had al vroeg zijn aandacht. Als 3 jarig jongetje voerde hij met zi jn moeder een ge sprek ove r sloten, wa t er, regen enz. "Hoe komt het wa te r in de lucht" ?, vroeg hij toen. En vragen is het begin van alle wij she id . Toen echter was hij nog maar een wijsneus. Op de lagere en meer nog op de Middelbare school bleek, dat zijn aanleg en belangstelling op vele terreinen lag. De geografische ligging van Delft ten opzichte van zijn toenmalige woon plaats gaf de doorslag bij de vraag "welke studie" ? Door deze keuze zijn andere interessen niet ve r flauwd. Gedurende 40 jaren was hij een enthousiast korfballer, zowel op het groene veld als achter de groene tafel. Nu nog dient hij de korfbalsport als s cheidsrechter en als adviseur. Opvele en lange wandelingen gaan kijker, flora - en vogelboekje mee . Vakanties zijn pas geslaagd als de weegschaal duidelijk aangeeft hoever, hoeveel en hoevaak hij wandelde.. .. . en dit dan in een zodanig tempo, dat wie met hem meeloopt, moeite heeft om hem bij te houden. . Doch men kan hem vaak zien, geduldig drentelend met een klein hummeltje dat aan opa ' s hand de wereld verkent. Behalve bovengenoemde "groene tafel" zijn er nog vele andere Waaraan hij, hetzij ambtshalve , hetzij uit plichtsgevoel of be langstelling een plaats heeft. Doch hoe druk hij het ook heeft met Coll ege of examens voorbereiden, bijzondere problemen, Eerste Kamerbesognes of lezingen voorbereiden voor het Humanistisch Verbond, Vader is altijd bereid om de middelbare scholier bij
51
huiswerkproblemen een steuntje te geven. Een verwoed lezer van veelsoortige lectuur en daardoor thuis meestel met de neus in een boek, tijdschrift of krant. Doch waa r hij ook in verdiept is , in een roman, geschiedkundig of fil osofisch werk, als er een kleine dreumes aan zijn knie komt s taan met een boekje, vragend:"Opa ? Voor lezen"? is hij daartoe al tijd bereid. Dat hij niet gebukt gaat onder de vele werkzaamheden getuige zijn voorliefde voor ernstige toneelstukken, o mdat hi j " Het leven al vrolijk genoeg vindt".
52
Prof. dr. S. O. van Poelje
Dr. S. O. van Poelje aanvaardde op 1 november 1961 in het openbaar het ambt van buitengewoon hoogleraar in het bouwrecht en het stedebouwrecht, in de afdelingen der Algemene Wetenschappen en der Bouwkunde, met een rede getiteld: "De kringloop van het recht". Silvio Otto van Poeljewerdop 6 februari 1912 te Rome geboren.
Hij behaalde in 1930 te I s-Gravenhage het einddiploma Gymnasium-a en studeerde vervolgens aan de Rijksuniversiteit te Leiden , waar hi j in 1934 met gunstig gevolg het doctoraal examen in de rechtswetenschap aflegde. Zijn promotie tot doctor in de rechtsgeleerdheid vond aan de Rijksuniversiteit te Leiden plaats in 1937 op het proefschrift, getiteld: "De administratieve rechtspraak in Engeland". Zijn promotor was Prof. mr . R. Kranenburg. Van 1938 tot 1942 was hij secretaris van de gemeentelijke technische dienst te Rotterdam, waarna hij tot 1946 in dienst was van de provinciale griffie van de provincie Zuid-Holland. In dat jaar verwisselde hij deze functie voor die van referendaris bij het ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting te 's-Gravenhage. In 1950 ging hij over naar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Hij trad daar op aanvankelijk als administrateur en sedert 1960 als directeur. Van 1957 tot 1960 vervulde Dr. van Poelje een onderwijs opdracht aan de Technische Hogeschool te Delft in de afdeling der Algemene Wetenschappen voor het staatsrecht en administratief recht; vervolgens tot 1961 een onderwijs opdracht voor het bouwrecht en het stedebouwrecht. Hij is ridder in de orde van Oranje Nassau. Van zijn hand verschenen verscheidene publikaties. Hoewel het Delftse professoraat eigenlijk de 2e "baan" is van mijn man, weet ik dat de stedebouw hem zeer ter harte gaat. Overal waar je met hem komt moet er oud- en nieuw stedeschoon bekeken worden. Hij is er bij de jeugd hier in huis berucht om. Als er zomer" gezeild wordt rust hij niet voor in elk haventje het pitoreske en het krottenelement nauwkeurig onder de loupe genomen is. Zelfs de Amsterdamse walletjes worden uitsluitend uit stedebouwkundig oogpunt bekeken en ze komen er eerlijk gezegd niet zo goed af. 53
Verder heeft hij met zijn vele werkzaamheden een zeer druk leven, zodat U misschien kunt begrijpen, dat hij niet voor alle activiteiten van Stylos die belangstelling kan tonen, die hij wel zou willen tonen .
C. H. F. Polak en F. de Visschere: Het begrip "algemeen belang" in de verschillende onderdelen van het administratieve recht. (1950) Vast medewerker aan: "Nederlands Bestuursrecht". In "Handelingen der Ned. Juristenvereniging". (1959) Hoe behoort, anders dan door annexatie, het bestuur van een stedelijke concentratie, die de grenzen van één gemeente te buiten gaat; wettelijk te worden geregeld? S. F. L. van Wijnbergen - commentaar geschreven op: "De Wederopbouwwet". (1951) Congres van de Vereniging Nederlandse Gemeenten. (1955) Een Prae advies: "Inleiding over Stedebouwkundige vernieuwing". Voorts een reeks geschriften gewijd aan de werkzaamheid van de Nederlandse Gemeente. Een inleiding op een voorlichtingsbijeenkomst inzake industriewater in het Koninklijk Instituut voor de Tropen - Amsterdam, (6 april 1960) geheten:"De Gemeenten en de Waterverontreiniging". Dr. van Poelje wordt beschouwd als de enige die alles weet over "Ruimtelijke Ordening" (raadgever van de minister).
54
Prof. ir. N. Luning Prak
Ir. N. Luning Prak aanvaardde op 6 november 1963 het ambt van gewoon hoogleraar in de afdeling der Bouwkunde om onderwijs te geven in de elementaire vormstudie met een rede getiteld: "Over Vorm". Prof. Luning Prak werd 8 augustus 1926 te Eindhoven geboren. Het diploma van bouwkundig ingenieur behaalde hij in 1951 aan de Technische Hogeschool te Delft. Direkt na zijn afstuderen kreeg hij een Fulbright Scholarship dat hem in staat stelde aan Columbia University gedurende een jaar te studeren. Spoedig na terugkeer in Nederland werd Ir. Luning Prak benoemd tot wetenschappelijk ambtenaar 1e klas bij de sub-afdeling der Decoratieve Kunst. In 1955 vestigde hij zich als zelfstandig architekt te Vlissingen. Hij is sedert 1958 reeds belast geweest met het geven van onderwijs in de algemene vormgeving; in 1960 volgde zijn benoeming tot buitengewoon lector. Prof. ir. N. Luning Prak Of mijn man al van jongsaf aangetrokken heeft gevoeld tot de architectuur weet ik niet. Maar de enige keer dat hij in zijn kleu-
55
terjaren werd vermist, vond men hem na lang zoeken op een bouwwerk waar hij al uren de werklieden had gadegeslagen. Zo is het gebleven; zijn voorliefde gaat nog altijd uit naar het lopen over het werk boven de tekenkamer. Hij is zeer verstrooid en dat is wel prettig wanneer je tot hoogleraar benoemd wordt. Minder prettig is het wanneer je met deze eervolle benoeming in de hand thuiskomt en een deel van je kroost proest van het lachen "de verstrooide professor, net als op de televisie" . Gelukkig weet een wijzere ziel "dat is een meneer zoals bij ons op school, maar voor grote jongens". Bovenal heeft mijn man haast. Haast waardoor hij jaren geleden de bijnaam van "de straaljager" in de buurt kreeg, . en kleine jongens hem achterna riepen "Zatopek" en "ze hebben rem al". Haast, omdat er zoveel boeiende, waardevolle en stimulerende dingen te beleven zijn, dat hij eigenlijk graag twee levens in het bestek van één zou willen samenpersen. Verbouwing van "De Schelde" (medisch gedeelte) (1962) Huis in Vlissingen (1962) Huis in Waalre
56
(1963)
Woonhuis te Waalre
57
Prof . Ir, C. Wegener Sleeswij k
Ir. C. Wegener Sleeswijk aanvaardde 2 dece mbe r 1953 het ambt van hoogleraar in de afdeling der Bouwkunde om onderwijs te geven in ontwerpen en architectonische vormgeving met een rede getitel d:" Bes chouwingen over architectonische vo rmleer". Professor Wegener Sleeswijk werd 28 mei 1909 te Lemmer, gemeente Lemsterland geboren. Hij doorliep de H. B. S. te I s - Gravenhagevan1922-1927en studeerde van 1927-1932 aan de Technische Hogeschool te Delft, waar hij 17 december 1932 met gunstig gevolg het examen voor bouwkundig ingenieur aflegde. Hij vestigde zich als particulier architekt te Amsterda m, van 1934 tot 1940 was hij werkzaam bij Ir, J. de Bie, Leuveli ng Tjeenk, om zich in 1940 weder als particulier architekt te Amsterdam te vestigen. " De nieuwe Doelen" te Gorinchem (met Henke en Wichers) met Wichers: Havenpakhuis Amsterdam, Cr uquius we g
1962
Telefooncentrale, Amstelveen
1961
Raadhuis, Bussum
1962
N. H. Kerk, Ban t Kantoorgebouw Caltex , Den Haag Prijsvragen: Nederlandse Bank "De Nederlanden" van 1845 Raadhuis, Amersfoort Restauratie : Prinsengracht
1955
Paleis op de Dam, Amsterdam Oude Kerk, Amsterdam Nieuwe Kerk, Amsterdam Kantine van de Kon. Marine, Den Helder
1955
Trade Fair Restaurant, Utrecht
1953
N. H. Sionskerk, Heerlerheide
1954
N. H. Kerk, Nuth
1954
58
Bernhardhal, Utrecht Woningbouw, Amsterdam Overige woningen: Bungalow o. a. Zandvoort zomerhuisjes.
stadhuis te Bussum 59
Prof. ir. B. H. H. Zweers
Prof. ir. B. H. H. Zweers aanvaardde 15 me i 1946 het hoogle raarsambt in de afdeling der bouwkunde en in de afdeli ng der waterbouwkunde om onderwijs te geven in de a r chitectuur , met een rede , getiteld:"Rationalisatie van de won ingbouw" . Bernardus Hermanus Hendricus Zweers wer d 22 maart 1900 te Amsterdam geboren. Hij volgde het onderwi js aan de H. B. S. en aan de Technische Hogeschool te Delft, waar hij in 1926 het diploma van civiel - ingenieur verwierf. In 1926 trad hij op als ingenieur bi j de afdeling buit endienst van de Gemeente-tram te Amsterdam. Van 1928 tot 1935 was hij adjunct ingenieur, later ingenieu r bij de afdeling Have nwer ken, waa r aan 9 januari 1933 de afdeling utiliteitsbouw werd toege voe gd van de dienst der Publieke Werken te Amsterda m . Van 1935 tot 1938 was hij verbonden aan de Nederlandse Mij . voor Havenwerken te Amsterdam. In 1936 we r d hij aangesteld tot algemeen vertegenwoordiger voor Perzië van de Neder landse Mij. voor Havenwerken. Sinds 1938 was hij hoofd van de afdeling utiliteitsbouw bij de dienst der Publieke Werken te Amsterdam, t evens belas t met de behandeling van het vraagstuk der IJ- oev erverbi ndin g. In Mei 1944 kreeg hij toestemming van Am st e r da m om naast de door hem, bij deze gemeente beklede funk tie, het Direc t eur s chap te aanvaarden van de stichting tot rationalisatie van he t bouwen "Ratiobouw " . In 1946 le gde hij dit di recteurscha p neer en werd aangesteld tot algemeen adviseu r van deze sticht ing. Prof. B. H. H. Zweers Het leven van mijn man thuis buiten de T . H. is ze er veel zijdig. De meeste tijd besteedt hij al cijferende en denkende aan zijn bureau . Doch het "gebeuren" in de natuur ontgaat hem geenszins . Hij treedt op als beschermer der kleine vogels door de r oofvogel s als eksters en Vlaamse gaaien onder schot te ne men, di e hem echter maar al te goed met zijn buks kennen. Zijn daadwerkelijke geestelijke ontspanning vo r men o. a . de puzzles en kryptogrammen, die evenwel te snel door he m worden opgelost. Teneinde lichamelijk te kunnen rusten en slapen , ve r s lindt hij Engelse detective romans . Is hij echter uitgerust en ontspan60
nen , dan geniet hij bovenmatig van werkelijk goede lectuur- en i s hij vrolijk, dan komt er muziek bij. Dit zijn slechts grepener is nog veel meer , wat he m boeit en bezighoudt.
1946 - 1950
Algemeen adviseur van de Stichting Ratiobouw;
1950 - heden Lid Commissie Overleg Stichting Ratiobouw; 1946 - 1952
Adviseur van de systeembouwcombinatie van aannemers N. V. Corabo te Den Haag;
1947 - 1961
Voorzitter van de Groepscommissie F voor de normalisatie (Technische en Physische Grondslagen voor bouwvoorschriften) en voorzitter van de Commissie F1 (Technische Grondslagen voor bouwvoorschriften);
1948 - heden
Commissaris en technisch adviseur van de N. V. Schokbeton (Zeist- Zwijndrecht);
1947 - 1959
Adviseur van Curatoren voor Bouwzaken T. H. Delft.
1959 - 1962
Adviseur van het Bureau Samenstellen Bouwprogramma's N. V. te Delft;
1948 - 1951
Oprichter en Voorzitter van de Sectie utiliteitsbouw van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs;
1954 - 1957
Voorzitter van de Sectie Utiliteitsbouw van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs; 61
1955 - 1959
Lid van de Commissie van Overleg tussen Hoogleraren en Studenten;
1954 - 1962
Lid van de Commissie Terminologie van het Bouwen (H. C. N. N.);
1957 - heden Namens T. H. zitting in de Stuurgroep van he t "Centrum voor Houtresearch" (C. H. R. ); 1961 - heden Voorzitter, aangewezen door de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid, van het Centraal Bestuur van de "Stichting Kwaliteitscontrolebureau Hout" (S. K. H. ). 1947 - 1961
62
lid commissie uitvoering Delftsch Hogeschoolfonds.