Delfts vergeet-me-nietje
Nummer 120 Januari 2013 In dit nummer o.a.: Genieten vanuit de polder Excursieverslagen Duurzaamheid Samen ontdekken en genieten
Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid Afdeling Delft en omstreken
De IVN Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid is een vereniging van vrijwilligers en beroepskrachten die streeft naar meer natuur en een betere kwaliteit van het milieu. Verspreid over Nederland heeft het IVN zo’n 180 plaatselijke afdelingen en 11 provinciale consulentschappen. Meer dan 16.000 leden zetten zich actief in voor de natuur en het milieu door middel van allerlei voorlichtende en educatieve activiteiten voor jong en oud, zoals excursies, cursussen, tentoonstellingen en lezingen.
Lidmaatschap U kunt lid worden van IVN-Delft voor € 16,50 per jaar. Huisgenoten kunnen lid worden voor € 3,85 per jaar. U kunt ons werk ook steunen als donateur met een bijdrage van minimaal € 8,80. Het landelijk IVNlidmaatschap bedraagt € 24,-. Hiermee steun je ook de landelijke campagnes van het IVN. Alle leden en donateurs ontvangen 1 maal per jaar ons afdelingsblad het ‘Delfts Vergeet-me-nietje’. Leden krijgen bovendien het landelijk IVN-blad ‘Mens en Natuur’ en krijgen korting op de aanschafsprijs van IVNartikelen. Aanmelding als lid, huisgenootlid of donateur kan het hele jaar door bij de penningmeester/ledenadministratie worden doorgegeven. Afmelding moet voor 1 december van het lopende verenigingsjaar schriftelijk aan de penningmeester/ledenadministratie worden doorgegeven.
Bestuur Voorzitter Vacature Secretaris Vacature Penningmeester/ledenadministratie Irma van der Vaart 015-8894197
Leden Arthur Hilgersom 015-2125637, Kees Kooman 015-2617213 Hans Huisman 015-2158593 PR vacature
Giro Het gironummer van IVN-Delft en omstreken is 5565134
Website en e-mail www.ivn.nl/delft /
[email protected]
Adreswijzigingen Adreswijzigingen doorgeven aan de ledenadministratie/penningmeester. Een overzicht van de coördinatoren van werkgroepen en vertegenwoordigers vindt u achter in dit Vergeetme-nietje, aan de binnenzijde van de kaft.
2
Inhoud 13 mei 2012 excursie Tanthofkade. .......................................................................... 4 Twee jaar aandacht voor water. ................................................................................ 7 SAMEN ontdekken en genieten ................................................................................ 8 Herinneringen aan Yvonne van Beek ...................................................................... 10 Weekendje Veluwe! ................................................................................................ 12 Wist je dat….. ......................................................................................................... 16 Terugblik naar einde voorjaar : Jonge Steenuiltjes.................................................. 18 Vleermuizen opvangcentra die voldoen aan het kwaliteitsprotocol. ......................... 19 Genieten vanuit de polder. ...................................................................................... 20 Duurzaamheid ........................................................................................................ 27 De geschiedenis van ANDROMEDA. ...................................................................... 28 Op Paddenstoelenjacht! .......................................................................................... 31 Halfjaaragenda excursies januari – juni 2013 .......................................................... 34 Werkgroepen en vertegenwoordigingen.................................................................. 35
Colofon: Delfts vergeet-me-nietje Nummer 120 - Januari 2013 Redactie: Thea Rengers en Marja Verleun Vormgeving: Arthur Hilgersom Printwerk: Copyshop, Westvest 47, 2611 AZ Delft
Vergeet-me-nietje januari 2013
3
Van de redactietafel Tijdens de ledenvergadering in het voorjaar van 2012 reageerden wij enthousiast op de vraag “Wie wil er dit jaar een papieren Vergeet-me-nietje maken?” We dachten een heel jaar de tijd te hebben om kopij te verzamelen, maar zoals gewoonlijk kwam de inspiratie toch pas op het laatst. Dank zij al die leuke verhalen die binnen kwamen hebben we er iets moois van kunnen maken. Het was leuk om te doen. Veel leesplezier.
Thea en Marja
Wie neemt het ‘redactie-stokje’ van ons over?
13 mei 2012 excursie Tanthofkade. Op deze zonnige Moederdag zijn we met de gidsen Ferry Severijn, Marian Koning en Marja Verleun naar het einde van de Sadatweg gekomen om aan geïnteresseerde natuurliefhebbers te laten zien hoeveel moois er is te zien zo dicht bij stedelijk gebied. Met vijf bezoekers gaan we op pad. De Tanthofkade is een dijk die rond 1100 gereed is gekomen na ontginning van het gebied vanaf de Schie tot aan de Tanthofkade. Ferry vertelde dat de naam een verbastering is van ‘aan het hof’-kade. In het te ontginnen gebied kwamen hoven, de boerderijen. Een andere verklaring van de naam is dat Tanthofkade is afgeleid van ‘t anthoofd, dat wil zeggen: verhoging aan de kopse kant van de ontginning. De kade diende om het ontgonnen gebied tegen het zoute water van de zee te beschermen, die ten westen van de kade nog regelmatig het land 4
overspoelde. De kade werd beplant met bomen ter versteviging en als geriefhout voor gereedschap en brandhout. In de jaren 90 van de vorige eeuw is de kade verstevigd en het pad verbreed om beter toegankelijk te zijn voor recreatie. In die tijd zijn er watertjes gegraven en bospercelen aangelegd ten westen van de kade. Ten noorden van de Kruithuisweg is de kade nog in oorspronkelijke staat. We starten bij het groen aan het einde van de Sadatweg tussen de Laan der Verenigde Naties en de Tanthofkade. Daar staat de boswilg, die zich onderscheidt van andere wilgen door zijn bladeren die op appelblad lijken. De vrouwelijke katten zaten vol pluis en zaadjes en vielen al af op het groot hoefblad dat daaronder staat. Ankie Fok, die vandaag als bezoeker mee was, vertelde dat de geschilde stelen goed te eten zijn als je na 10 minuten koken het kookvocht afgiet, om kwalijke stoffen kwijt te raken, en in vers water nog 10 minuten kookt. Ook de stinkende gouwe is daar te vinden met zijn gele bloemetjes. Het sap is goudgeel is als gele inkt te gebruiken. In vroeger tijden dachten de alchemisten dat lood met het sap van deze plant in goud zou veranderen. Die zijn er dus mooi ingestonken. We vervolgen onze weg richting Tanthofkade. Er is veel opschietend Wilgenhout. Als hier niets aan wordt gedaan is hier over een paar jaar een wilgenbos. Het gras begint al hier en daar te bloeien. Ferry laat de gestreepte voet van de gestreepte witbol zien en vertelt de karakteristieken die je bij determineren van grassen gebruikt. Zoals de breedte en lengte van het blad en de grootte en vorm van het tongetje. Deze dient om te voorkomen dat de bladschede volloopt met water. Er staat ook riet, dit is ook een grassoort maar is van rietgras te onderscheiden door de haartjes op de plaats van het tongetje. Er begint al van alles voorzichtig te bloeien zoals de zilverschoon met zijn botergele bloemetjes en mooie veervormig blad met de zilveren onderkant en de voederwikke met zijn paarse vlinderbloemetjes. We horen de tjiftjaf zijn tjiftjafliedje zingen. We komen op de Tanthofkade. Aan weerszijde staan vooral wilgen, elzen, essen en esdoorn. Aan de voet worden ze versierd door het fluitenkruid wat nu op zijn mooist is. Het is goed te begrijpen waarom het ook wel Hollands kant wordt genoemd. Ook look zonder look staat bijna een meter hoog te stralen. We bekijken de verschillen, want de bloemetjes lijken in het voorbijgaan, voor de leek, wel op elkaar. Het lukt Ankie om een fluitje te snijden die nog fluiten kan ook! Vergeet-me-nietje januari 2013
5
Op een els zien we enkele elzenhaantjes zich tegoed doen aan het blad en andere aan het nageslacht werken. Aan de onderkant van de bladeren zullen ze eitjes afzetten zodat de rupsjes zich later tegoed kunnen doen aan het bladgroen. Ook is goed te zien waar de staande, vrouwelijke katjes zich tot nieuwe elzenproppen ontwikkelen. Ook de mannelijke katten hangen er nog aan. In het water rechts van ons zijn kuifeenden in de weer. Ook futen zijn dan weer wel en dan weer niet te zien, op zoek naar een visje.Een stukje verder bij het bruggetje staat een meidoorn mooi te wezen met zijn witte bloemenpracht. Aan de andere kant van het bruggetje ziet de weide blauw van de grote vossenstaart die volop in bloei staat. We bekijken de verschillende stadia van de bloeiwijze, van gladde net open vossenstaart tot blauwe of witte helmhokjes, van de uitgebloeide staarten. Al wandelend over de kade genieten we van het heerlijke weer en de al volop groen wordende natuur. We horen de koekoek in de verte. De rietzanger zit aan de overkant in het oude riet te zingen. Delen van het riet zijn niet gemaaid om deze en andere rietbroeders een nestgelegenheid te geven. We horen ook een zwartkop met zijn korte merelroep, maar voordat de verrekijker hem gevonden heeft is ie weer verdwenen is het struikgewas. Je zou het niet verwachten misschien maar ook in deze tijd zijn er paddenstoel te vinden. We vinden een grote witte bultzwam. Ook de zeldzame houtskoolzwam, gitzwart van buiten met concentrische cirkels aan de onderkant, op een oude wilgenstobbe, is te zien. Verderop zien we een zadelzwam, met zijn witte buisjes en bruinzwarte steelvoet. Er was nog veel meer te zien en genieten. Maar veel te snel was het weer tijd om terug te gaan. Kortom een heerlijke middag met enthousiaste bezoekers.
Marja Verleun 6
Twee jaar aandacht voor water. IVN blijft zich inzetten voor het verkleinen van de afstand van kinderen tot de natuur: Scharrelkids wordt een campagne. Maar er is ook ruimte voor andere accenten. Water bijvoorbeeld. En soms sluiten die twee ook prima bij elkaar aan. Wat te denken van een landelijke slootjesdag in 2014? Kinderen die op zoek gaan naar waterbeestjes. 2013 2013 wordt vooral een voorbereidingsjaar voor het thema water. In het voorjaar komt een toolkit beschikbaar voor de afdelingen met ideeën, activiteiten en producten. Afdelingen kunnen daarmee zelf aan de slag. In en rond de meivakantie organiseren we een tweede ronde met het IVN Natuurontbijt. Hopelijk doen dit keer nog meer afdelingen mee. Dat kan natuurlijk heel goed aan de waterkant! In september is de landelijke ledendag voor IVN’ers waarop we ook aandacht aan water besteden. 2014 In 2014 willen we in mei met veel afdelingen een landelijke slootjes- of teldag organiseren. De plannen zijn nog niet klaar, maar het zal zeker gaan over waterbeestjes en waterplantjes. En we willen er graag landelijk aandacht mee trekken, dus hoe meer activiteiten hoe beter. Een landelijke werkgroep is aan de slag met de voorbereiding. Heb je zin om mee te doen in de werkgroep? Dat kan, want we kunnen nog best wat handjes en ideeën gebruiken. Neem contact op met verenigingssecretaris
Rien Cardol (
[email protected] of 06-48353808.)
Vergeet-me-nietje januari 2013
7
SAMEN ontdekken en genieten In mijn e-mailprogramma heb ik ongeveer een half jaar een nieuwe map aangemaakt met de titel SAMEN. Daarom komen de mailtjes die te maken hebben met de activiteiten die IVN en Natuurwacht in 2012 SAMEN georganiseerd hebben. Afgelopen voorjaar zijn de besturen van IVN en Delftse Natuurwacht samen aan tafel geschoven. We werken beide aan de doelstelling: het publiek met de natuur in aanraking te brengen, om ‘samen de natuur te ontdekken’ en ‘samen van de natuur te genieten’. Om (in tijden van bezuinigingen) mankracht te besparen is ervoor gekozen samen publieksactiviteiten te gaan organiseren. Met name activiteiten die gekoppeld zijn aan een landelijke activiteiten. Ons gezamenlijk doel hiervan is: (vooral) ouders en kinderen, kennis te laten maken met beide organisaties, de Natuurschuur en de natuur in de directe omgeving.De eerste gezamenlijke activiteit vond plaats op zondag 3 juni: De Dag van het Park.Samen met de Papaver hebben we op die zondag extra aandacht gegeven aan Arboretum-Heemtuin. De Natuurschuur en de Papaver waren het startpunt van excursie door ArboretumHeemtuin. Binnen lag informatie over het nestkastjes-monitorings-project dat groep 10-12 van de Natuurwacht sinds 2011 in de Heemtuin uitvoert. En er was natuurlijk volop aandacht voor alles dat de beide organisaties nog meer organiseren. Helaas werkte het weer niet mee. Het was een natte, kille zomerdag en publiek kwam maar mondjesmaat binnen. Toch hebben alle er allemaal van genoten en overheerste het gevoel ‘het was een nuttige dag’. De 2e gezamenlijke activiteit vond plaats op vrijdagavond 22 juni de (landelijke) Nacht van de Nachtvlinder.De avond startte om 21.30 uur met een PowerPointpresentatie over (nacht)vlinders. In de Natuurschuur stonden enkele binoculairs op tafel waaronder men allerlei nachtvlinder-delen kon bewonderen. Buiten stond een (speciaal hiervoor aangeschafte!) lichtval (= speciale lamp + wit laken) opgesteld en was op een aantal boomstammen een stroopmengseltje met speciale vlinderlokstof gesmeerd. Hiermee werd geprobeerd zoveel mogelijk vlinders te lokken. 8
Ook dit maal werkte het weer niet echt mee. Het aantal deelnemers was niet groot, maar zeer geïnteresseerd! En… het was een mooie gelegenheid om een leuke natuurwaarneming op te doen en de eigen kennis te vergroten. Veel nachtvlinders vliegen pas uit als het donker wordt en op 22 juni was dat pas aan het eind van de avond. Niet echt een tijdstip waarop je veel publiek mag verwachten. In 2013 staat de Nacht van de Nachtvlinder gepland op 6 september. Dan is het iets eerder donker. Dat hebben we proefondervindelijk vastgesteld op 12 september 2012.Toen hebben we tijdens de IVN-soos-avond de lichtval nogmaals opgesteld bij de Natuurschuur en met een klein groepje IVN-ers en Natuurwachters, in de regen, leuke waarnemingen gedaan. Op het witte laken bij de lamp verzamelden zich: heel veel (pluim)muggen, lieveheersbeestjes én kokerjuffers, grasmotjes, divers spanners, gamma-uiltjes, een huismoeder en een zwarte uil (Xestia G-nigrum). huismoeder-vlinder De 3e gezamenlijke publieksactiviteit vond plaats op vrijdagavond 24 augustus: de Nacht van de Vleermuis. Vanaf 19.15 uur liep de zaal van de Natuurschuur vol! Het werd een mooie zomeravond. Veel publiek, veel batdetectoren en veel vleermuizen! In 2013 gaan we SAMEN door met de organisatie van dit soort activiteiten. Voor het nieuwe kalenderjaar staan nu al twee data gepland: Donderdag 7 februari : Soosavond ‘Natuurkoffer’. Als IVN-afdeling kunnen we beschikken over een natuurkoffer, om daarmee natuurbelevingsactiviteiten te verzorgen voor (demente) bejaarden. De uitdaging van vanavond is o.a.: Hoe kunnen we die natuurkoffer aanpassen zodat hij ook bruikbaar is voor andere doelgroepen: (school)kinderen, buitenschoolse opvang, minder validen, enz. Dinsdag 5 maart: Soosavond met voorjaarsthema Hopelijk ontmoeten we elkaar een keer in de Natuurschuur. Kom en geniet mee, samen ontdek je nog meer! Thea
Vergeet-me-nietje januari 2013
9
Herinneringen aan Yvonne van Beek Yvonne heeft de laatste jaren veel getobd met haar gezondheid. Toch was ze als het even kon actief als vrijwilliger en trok ze de natuur in.Yvonne heeft afgelopen zomer genoten van het reisje naar Spanje, met man, kinderen en kleinkinderen. Ze keerde ziek terug en werd opgenomen in het ziekenhuis. Toen begonnen de laatste moeilijke weken van hoop en vrees.Helaas heeft ze op de strijd tegen haar ziekte verloren en is overleden op 13 september 2012.Tijdens de crematie hebben we (Birgit en Thea) enkele herinneringen aan het vele vrijwilligerswerk van Yvonne uitgesproken. Hieronder een indruk van al die waardevolle herinneringen. Yvonne heeft zich heel veel jaren heel actief ingezet voor vrijwilligerswerk. Ze was o.a. actief voor het hospice, in cliëntenraden en begeleidde jonge asielzoekers.Haar liefde voor natuur en tuinieren zorgde ervoor dat ze zich ook als vrijwilliger aansloot bij diverse natuurorganisaties. Iedereen vanuit de natuur- en milieuorganisaties herinnert zich Yvonne als superenthousiast, warm en betrokken.Met veel plezier hielp ze mee bij het IVN, de Vogelwacht en het N&M-centrum de Papaver. Ze werkte mee aan de tentoonstellingen in de Papaver, ging vroeg op pad voor de weidevogelnestbescherming of juist ’s avonds laat om padden over te zetten.Yvonne vond het belangrijk om haar eigen natuurbeleving door te geven aan anderen. Aan volwassenen, maar vooral aan kinderen. We kunnen ons nog goed herinneren dat Yvonne tijdens een jeugdexcursie de kinderen liet kennis maken met galletjes. Ze liet de kinderen zelf met behulp van een zoekkaart ontdekken wat die gekke bobbeltjes op takken en bladeren waren. Ze vertelde dat in elk galletje een insectenbaby woont. Voor ons clubblad 'HetVergeet-me-nietje' heeft Yvonne regelmatig een 10
verslag geschreven van de excursies. Zij kon als geen ander de sfeer en belevenissen van die activiteit onder woorden brengen. Natuurbeleving kon Yvonne niet alleen buiten overbrengen, maar zeker ook op papier. Ze kon haar liefde voor de natuur heel goed verwoorden! Jarenlang verzon Yvonne leuke vragen voor de Kerstballentocht, de jaarlijkse speurtocht voor kinderen door de Delftse Hout. En hielp ze actief mee met de voorbereiding. Toen dat lichamelijk even niet meer lukte, zat ze thuis achter de computer toch haar steentje bij te dragen. Ze bemande met regelmaat, samen met andere vrijwilligers, op zondagmiddag de Papaverbalie bij de tentoonstelling. Ze voelde zich bijna schuldig als ze een keer af moest zeggen, omdat haar gezondheid het even niet toe liet. Als het wel weer lukte genoot ze daar zelf haast dubbel van en drukte ons op het hart vooral te bellen als er ingesprongen moest worden. We gaan Yvonne heel erg missen. Haar gezelligheid, betrokkenheid, doorzettingsvermogen, haar goede ideeën en vooral haar enthousiasme. Heel jammer dat ze zo weinig kans gekregen heeft om samen met haar nog erg jonge kleinkinderen de natuur te beleven, zoals ze dat deed met al die kinderen tijdens de excursies. Wellicht komt er ooit een gelegenheid dat wij Yvonne ’s kleinkinderen iets kunnen laten zien van haar manier van natuur beleven. Thea en Birgit
Yvonne leest een boekje voor tijdens een vakantieactiviteit in dePapaver
Vergeet-me-nietje januari 2013
11
Weekendje Veluwe! Wat keken we er naar uit, eind september een weekendje in een bungalowpark tijdens de Edelhertenbronst, op “onze Veluwe”. Na vrijdagmiddag flink in de file te hebben gestaan, kon ik toch nog even, een uurtje, voordat het donker werd de bossen in. Gauw op de fiets gesprongen en op ontdekkingstocht. Heerlijk die bosgeuren, heerlijk om hier weer te zijn, bedacht ik me op weg naar bekende plekjes. Het begon toch wel iets sneller donker te worden dan ik had verwacht, en het was ook niet echt rustig in het bos. Helaas op de plekjes waar ik vanaf de fietspaden wel eens wild zag kon ik nu niets ontdekken. Ondertussen was het aardig donker geworden en moest ik dit bliksembezoekje maar staken en terug naar het huisje. Maar… wat is dat, daar op die kleine wildweide? Ja hoor een flink wildzwijn, rustig doorgefietst een eind verder even geparkeerd en terug geslopen. Mooi, met de verrekijker kon ik hem nog goed bekijken, wauhhh wat een beest zeg. Plotseling knalde er een hard schot door het bos, het zwijn dook in elkaar. Oh nee, dat ik dit nu moet zien gebeuren? Gelukkig, hij was waarschijnlijk niet het doelwit en “sloop” werkelijk de dekking in. Ik wist niet dat wilde zwijnen ook konden tijgeren! De volgende ochtend, om half zes uit de veren. Mmm nog wel erg donker, zeg! Toch maar weer op de fiets, ik wilde richting Rheder en Worth-Rhederheide en dan via het Imbos over de Loenermark terug naar huis. De bedoeling van deze fietstocht was om het bronst geluid in de vroege ochtend te horen. Toen ik het park uitfietste en het donkere bos in reed vond ik het toch wel een beetje angstig, en heb dus even
12
op het eerste schemerlicht gewacht alvorens me in de donkerte te storten. Ik was al zo’n kwartiertje aan het fietsen, en hoorde alleen maar enge kraakgeluiden uit het bos komen, maar daar was het dan. Mijn eerste burl. Na een jaar wachten was dit toch weer een speciaal moment. Helaas bleef het hierbij. Een stukje verder, ben ik gestopt en het bos in gelopen. Ik kwam een flink aantal hindes met aanhang tegen, ze stonden in de dekking aan de rand van een sappig groene weide. Helaas stond de weinige wind die er was verkeerd, na enkele momenten hadden ze me al geroken en klonk er van alle kanten “geblaf”. Met een hoop gekraak vluchtte de groep voor me weg. Gelukkig staken ze het pad over, zodat ik ze allemaal kon zien, en het waren er veel meer dan ik dacht, zoveel dat ik geen tijd had ze te tellen, maar er wel goed van kon genieten. Eén hinde bleef als laatste even staan, en begreep dat ze voor mij helemaal niet hoeft te vluchten. Vlak achter haar stond een jong en met een laatste blaf als afscheid verdwenen zij ook in de bossen. Terug naar mijn fiets dan maar, en richting Imbos en Loenermark. Wat een vervelend pad is dit, met allemaal kuilen en heel veel zand. Als dit zo doorgaat hoort het wild mij al op 5 kilometer aankomen. Ik lette dus niet goed op, maar langs de weg was een lekkere modderpoel. Toen ik op minder dan 10 meter was schrok een reus van een wild zwijn wakker en stormde luid knorrend het bos in. Mijn tweede verstoring, hier was ik niet blij mee, maar niets aan te doen. Ik kwam bij de Loenermark aan, en fietste links om de “witte boerderij” heen, daar wist ik een heuvelige weg langs een rustgebied. Onder aan de weg zette ik mijn fiets neer en sloop naar boven de weg op. Wat is hier gebeurd, allemaal stapels bomen lang de kant van de weg, ze zijn hier flink aan het kappen geweest. Hoog op de heuvel, was toch een afwijkende bruine vlek. En ja door de kijker zag ik een hert midden op de weg staan te grazen in de berm. Nu kwamen die boomstammen goed uit, de wind stond goed en ik probeerde dichter bij te komen door van de ene stapel bomen naar de andere te gaan. Zo kon ik goed in de dekking blijven, tot ik dicht genoeg genaderd was om hem met de kijker goed te kunnen bekijken. Ik kon zitten en ook nog mijn armen ondersteunen voor mijn verrekijker, die boomstammen waren een uitkomst. Af en toe keek het hert onderzoekend op, maar ik bleef onopgemerkt. Het was, als ik het goed zag, een 8-ender. Nog vrij jong. Na een minuut of 15 kwam er plotseling een tweede hert bij, met een iets zwaarder gewei. Deze bleef helaas maar heel even staan, zodat ik hem niet goed kon bekijken, stak de weg over en verdween het bos in. Mijn hert bleef nog Vergeet-me-nietje januari 2013
13
even staan, maar volgde het tweede hert rustig het bos in. Ik ben nog omhoog gelopen, want je weet maar nooit. Maar nee, niets meer te zien. Ik draaide me om en ging terug naar mijn fiets, die ik hiervandaan niet meer kon zien ik was in mijn enthousiasme dus een aardig eindje weggelopen. Halverwege keek ik even achterom en… ik schrok, stond me daar ineens een gigantische vrachtwagen op de plek van de herten. Hij kwam vast voor al die boomstammen. Toen die herten er stonden was dat een veel mooier gezicht. Zo, even langs de bakker en dan naar mijn fijne gezinnetje. Morgenochtend staat het Deelerwoud op het programma. U hoort van me! Het is zes uur, wat hoor ik toch… Oepss de wekker, snel uitzetten voordat de rest van het gezin wakker wordt, iets eten en drinken en dan op weg naar het Deelerwoud. Oh ja… ik heb me wel eerst netjes aangekleed en zo hoor! Op de parkeerplaats bij Groenendaal aangekomen was het nog steeds erg donker. Heel rustig liep ik onder de verrassend rustige A50 door naar de ingang van het Deelerwoud. Nog even een ontbijtkoek gegeten voordat ik iets kon zien, en daarna op weg. Na 100 meter al een ree met jong. Ik was niet alleen, achter mij kwamen 2 fotografen het pad op en weg waren ze. Nadat ik weer alleen was ben ik rustig doorgelopen, in de verte stond een roedel, met alleen maar vrouwelijk wild. Ik had geen haast en begaf me naar de rand van het pad om ze in de dekking goed te kunnen bekijken. Helaas een kuil en enkele takken waar ik op stapte waren voldoende om ze te laten vluchten. Mmmm een goed begin. Mijn wandeling, nou ja meer schuifelend, mijn weg vervolgt. Niet al te lang daarna zag ik een schitterend hert staan, maar donker en kleiner dan een edelhert. Ik zakte rustig door de knieën om dit hert door de verrekijker te bekijken. Mijn eerste gedachte was juist: een damhert. Dit lijkt helemaal niet op een damhert zoals in de hertenparkjes. Wat een prachtig beest met een schitterend gewei, hij liet zich langdurig bewonderen. Maar ook nu weer een verstoring, het hert schrok en keek angstig naar de voor mij tegenovergestelde richting. Het kwam dus niet door mij, maar er was iets anders dat zijn aandacht trok. Toch bleef hij nog enkele minuten onrustig staan, totdat hij met grote sprongen het bos in verdween. Wat zou het hert gehoord hebben? Ik kon geen verstoring ontdekken. Vreemd, vooral omdat ik na 100 meter 2 damhert hinden zag staan. Die geen vlucht gedrag vertoonden. Van deze twee mocht ik ook lange tijd genieten. Wat is de Veluwse natuur toch mooi, één zijn met het woud en twee prachtige dieren, met alleen de bosgeluiden (meestal tenminste) om je heen. Toch vluchtten deze twee ook, met 4 poten tegelijk van de grond sprongen ze het bos in. Misschien toch een windvlaag met mijn geur die ze waarnamen? Tegelijkertijd hoorde ik geburl, twee, drie keer, ver weg maar duidelijk genoeg. Kon dit de verstoring veroorzaakt hebben? Nee toch? Ik sloeg een ander pad in en 14
knabbelde gelijk nog iets zoets naar binnen. Oohhhh nu heb ik het door, een wandelaar met hond kwam mijn richting op. Wie gaat er nu op zondagmorgen zo vroeg met zijn hond in het bos wandelen? Natuurlijk zijn goed recht, al lijkt het soms wel zo, dat je helemaal alleen in het bos bent, dat is natuurlijk niet zo. Vooruit, op zoek naar een volgende ontmoeting. Wat ruik ik… de onmiskenbare zwijnenlucht, zou ik iets zien? Waar zijn ze? Ik liep langs een redelijk open gebied, maar zag geen zwijn. De lucht kwam van een zoelplaats, vlak langs het pad. Even verderop liep ik het bos weer in en daar kwam ik dan toch een familie zwijnen tegen. Twee volwassen dieren met vijf kleintjes die lekker aan het “neuzen” waren. Wat kunnen die dieren een herrie maken. Al spittend in de bosgrond kwam moeder steeds dichter bij, ik had geen kijker meer nodig. Waar moest ik heen, ik kon geen kant op en durfde geen beweging te maken, bang dat ze van me zou schrikken. Het onvermijdelijke gebeurde natuurlijk, ze zag me en luid knorrend verdwenen ze uit het zicht. Het bleken er meer te zijn, verschillende donkere gestaltes en pyjamajasjes schoten het bos en de lage struiken in. Hierna nog een aardig eindje gelopen. Een keiler kwam me tegemoet, hij stak een stukje heide over, stopte even en keek me verbaasd aan, maar vervolgde zijn weg zonder verder acht op me te slaan en passeerde me op ongeveer 25 meter voordat hij tussen de struiken verdween. De zon begon al aardig te klimmen en het werd warm. Ik ging op weg naar de uitgang, ver weg stond een ree in het struikgewas, moeilijk te zien, maar altijd erg leuk. Van de bronst had ik iets meer verwacht, misschien kwam dit door het warme weer, nog niet echt op gang. Maar wat ben ik een gelukkig mens, ik heb dit weekend veel wild mogen aanschouwen, een prachtige beloning voor het vroege opstaan. Vanmiddag gaan we, met vrouw en kinderen, nog een heerlijke fietstocht maken langs de Terletse heide en over de Loenermark. Vanavond na het avondeten weer richting Delft.
Tot volgend jaar! Jan Willem de Graaf.
Vergeet-me-nietje januari 2013
15
Wist je dat….. Planten kunnen ‘rekenen’. Vroege bloeiers zoals sneeuwklokje en winteraconiet kunnen rekenen. Ze ‘tellen’ de hoeveelheid warmte die ze vanaf de kortste dag ontvangen bij elkaar op. Wil je weten wanneer bijvoorbeeld de winteraconiet in je tuin uitkomt, kijk dan elke dag rond 13.00 uur op de thermometer. Zet de uitslagen onder elkaar. De minnen hoeft u niet te tellen.Elke winterbloeier heeft z’n eigen warmtesom waarop hij ontluikt. Overigens is de luchttemperatuur voor winterbloeiers niet van belang. Het gaat om de wamte in de grond.Als u zulke warmtesommen van jaar tot jaar vergelijkt, weet u na drie jaar precies wanneer de eerste winteraconiet gaat bloeien (Bron: Grasduinen, febr. ’97) Planten kunnen ‘praten’. Stilstaan terwijl je opgegeten wordt. Planten kunnen niet anders - of toch? Onderzoeker Josef Stuefer aan de Radboud Universiteit Nijmegen onderzocht of en hoe planten kunnen 'praten'. Stuefer en zijn collega's toonde aan dat klaverplanten elkaar via netwerkverbindingen waarschuwen als er vijanden in de buurt zijn. Als één van de planten door rupsen wordt aangevreten, worden de andere leden van het netwerk door een intern signaal gewaarschuwd. Eenmaal gewaarschuwd versterken de intacte planten hun chemische en mechanische afweer en worden daardoor onaantrekkelijk voor de oprukkende rupsen. (Bron: Website Vroege Vogels, 2012)
Galwespen in de kou 16
Januari is niet echt de tijd om insecten tegen te komen. Hoewel er altijd wel een paar actief zijn. Zo legt het vrouwtje van de aardappelgalwesp in deze tijd haar eitjes op de knop van de eik, de kou trotserend. Maar wat beweegt insecten om met deze temperatuur te voorschijn te komen? In de winter kruipen grote, vleugelloze vrouwtjes uit onregelmatige, klompachtige gallen, die zich ondergronds aan de wortels van een eik hebben ontwikkeld. Lopend over de grond moeten ze de stam van een eikenboom zien te bereiken. De kans dat de dieren op mooie winterdagen, zelfs lopend over sneeuw, worden aangetroffen is daarom groot. Bij een eikenboom aangekomen begeven ze zich naar een tak. Tussen de nog niet uitgelopen knoppen worden dan eitjes gelegd. Op de plaatsen waar de wesp met de legboor heeft aangeprikt ontstaat aan de tak een grote gal van 2-3 cm. (Bron: Nieuwsbrief Vroege vogels) Thea
Vergeet-me-nietje januari 2013
17
Terugblik naar einde voorjaar : Jonge Steenuiltjes. Op een zaterdagavond in juni was ik op uitnodiging op een oude boerderij in Midden-Delfland. In hun boomgaard hangt een steenuilenkast die dit jaar weer bewoond werd door het ouderpaar Steenuil, dat dit voorjaar drie jongen grootbracht. Al diverse jaren is hier jaarlijks een broedsucces : soms één jong, soms twee en dit jaar zelfs drie stuks. Een hele schare vogelliefhebbers stond al te wachten tot de Uilenman arriveerde, gewapend met een zak verse turfmolm, elektrische schroevendraaier en infoboekjes. Ladder tegen de boom, een oude lap katoen in het uitvlieggat, boorde de zijkant van de nestkast los en ja hoor, daar kwam de Uilenman naar beneden met drie flinke “bolletjes poetskatoen”. Prachtige diertjes met een aureooltje door het nog aanwezige nestpluis en de fijne veertjes in het licht van de late avondzon. Het was een constant geklik van camera’s. De drie uiltjes waren echte movie-stars! Er werd geprobeerd om ze met z’n drietjes op een hek te zetten: de ultieme fotoplaat ! Doch één uiltje nam steeds een snoekduik, zodat het bijna op de grond belandde. Als je weet hoe snel ze dan door het gras kunnen rennen, waarbij je ze niet meer te pakken kan krijgen, begrijp je wel dat we dit probeersel op het hek maar lieten varen. Uiteindelijk kreeg iedereen een kans om foto’s te maken. Sommigen, met name de kinderen mochten een uiltje vasthouden. Ook ik was de gelukkige. Onvoorstelbaar ontroerend en vertederend om zo’n klein zacht en warm vogellijfje in je handen te voelen. De Uilenman maakt intussen de kast schoon, liet sommigen aan een handvol uitgehaalde “nestbodem” ( leve de poep en de ammoniak) ruiken en vond nog een dode mol in het nest. Deze werd later weer keurig teruggelegd nadat er eerst een nieuwe verse laag turfmolm in de kast werd gedaan. Uiteindelijk werden de drie uilenkindertjes weer veilig in hun huis terug gezet. De ouders zouden zo wel komen. De Uilenman bevestigde nog een balkon aan de nestkast, zodat de jongen hier nog even op kunnen zitten, alvorens ze de wijde wereld zullen gaan ontdekken. Onder de boom en langs gaas werden oude afgezaagde boomtakken met verdord blad gestopt: een mooie schuilplaats voor muizen waar uilen zo dol op zijn. Daarna was er nog koffie met sprits bij de boer en de boerin. Uilenman, heel erg bedankt !! 18
Het was een bijzondere en mooie belevenis! Ook voor de kinderen die er waren : Steenuilen zijn onvolprezen ambassadeurs die als geen ander in staat zijn de liefde voor vogels en natuur over te brengen. Als je nú zo enthousiast en betrokken bent, dan kijk je later, als je groot bent, beslist terug met dezelfde betrokkenheid ! Magdie Vis(via Birgit Slee)
Vleermuizen opvangcentra die voldoen aan het kwaliteitsprotocol. (ingekort overgenomen uit de VLEN nieuwsbrief) Op 20 maart 2009 heeft het ministerie van LNV (tegenwoordig het ministerie van EL&I genaamd) het Kwaliteitsprotocol opvang beschermde inheemse diersoorten vastgesteld. Bij het opvangen van vleermuizen moet in het vervolg aan dit kwaliteitsprotocol voldaan worden. Zo begon in 2009 het artikel uit de VLEN nieuwsbrief nummer 59. Inmiddels is het beleid van kracht. Om zieke en gewonde vleermuizen te verzorgen om ze vervolgens weer in de natuur vrij te laten is een ontheffing van de Flora- en faunawet nodig. Het is niet toegestaan beschermde wilde dieren “ te houden of onder je te hebben”. In totaal zijn er nu 13 vleermuisopvangcentra in Nederland, die officieel voldoen aan de beleidsregels, waaronder Vogel- en egelopvang Delft e.o. (naast de Natuurschuur aan het Linaeuspad). Wat te doen voor een zieke of gewonde vleermuis? Neem bij vondst van een zieke of gewonde vleermuis contact op met één van de centra, die vleermuizen opvangen. Indien het nodig is een vleermuis te vangen, lees dan eerst de vanginstructie en eventueel ook de instructie over tijdelijke huisvesting. Pak de vleermuis in ieder geval nooit met blote handen op. Carolien van der Graaf (
[email protected])
Vergeet-me-nietje januari 2013
19
Genieten vanuit de polder. Er werd bij me aangeklopt of ik weer een “Genieten vanuit de polder” wil schrijven. Het is zowat “ mijn handelsmerk” geworden. Mijn grote verlangen en al jarenlang plan om deze “poldergenietsels” te bundelen en daar een boek van te maken is nog steeds niet gebeurd, helaas. Maar in 2013 hoop ik dat het nu echt gaat lukken. Het had ook wel een oorzaak, want in de loop der jaren had ik al heel wat foto’s van Midden-Delfland gemaakt. In alle vier de seizoenen; van landschappen, prachtige Hollandse luchten, adembenemende zonsop- en -ondergangen, poldernevels, oude boerderijen en erven, en bloemen, planten en dieren. En wat gebeurde er zo’n twee jaar geleden? Iets waar iedere computergebruiker van bibbert…. Mijn harde schijf crashte.. en daarbij waren ook alle foto’s die nog op mijn computer stonden, mee verdwenen! Tot op de dag van vandaag snap ik er geen jota van. Hoe kon dit nu gebeuren? Ik had er een ontzettende baaldag van en ook nog heel wat dagen erna. Ook een expert kon niets meer terugvinden. Dus wat kon ik doen? Ik ben gewoon weer opnieuw begonnen met fotograferen, maar dat kost natuurlijk wel tijd, want je moet toch de seizoenen weer afwachten… Soms rijd ik langs een slootje… en herinner me wat een bijzondere foto’s ik van de opgewaaide sneeuwlaag in de kant had gemaakt, met prachtige ijsformaties en kristallen. Tja, zo’n gelegenheid komt natuurlijke niet zo maar terug. En tot overmaat van ramp kreeg ik in juli onverwacht bezoek van een inbreker die o.a mijn digispiegelreflex jatte met een aantal memorykaartjes, vol foto’s. Weer balen! Gelukkig had ik een deel opgeslagen bij m’n dochters. Maar toch … het lijkt of dat boek er niet mag komen. Ik raakte er bijna van in een dip. Ik wil zo graag Midden-Delfland promoten door mensen te laten zien hoeveel schoonheid er vlak bij huis te ontdekken is. Dus als het boek er gaat komen hoop ik dat het op heel wat plaatsjes in jullie boekenkast komt. Nu zo half december zitten we al weer flink in het winterse klimaat. De eerste sneeuw heeft zijn dekentje al weer uitgespreid over de polder, maar was ook zo weer verdwenen. Half Nederland ontwricht op wegen en spoorrails. Ik snap daar niet veel van. Hoe gebeurt het dan in Noorwegen, 20
Oostenrijk, Zwitser- en Finland. Daar tuft alles de hele winter gewoon door. Wij zijn hier geloof ik, echte angsthazen. Op die beruchte vrijdag was ik, ondanks de waarschuwing, toch om 10 uur de polder ingetrokken om plaatjes te maken. Ik heb er geen spijt van gehad en ben nergens aan het glibberen geweest. Vorige week voor de derde maal de ladder op om mijn dakgoot leeg te maken. Nu was het alleen nog maar blad, helaas wel in een plas water, ijskoud! Oei wat kreeg ik een zere verkleumde jatjes. Maar alle blad is nu van de bomen, ook van de grote oprijlaanbomen van mijn buurman. Dus voorlopig geen klauterpartij meer nodig. De twee voorgaande keren lagen er tussen de bladeren heel veel, vaak, rotte appels. Dit jaar had ik een ongekende hoeveelheid appels aan twee bomen. Begin oktober was er een oproep om appelbezitters de kans te geven er sap van te laten maken. Puur sap, zonder conserveringsmiddelen. Dat vond ik wel wat, dus als de wiedeweerga appels gaan plukken. Best een hele klus want met het gewicht van 3 à 4 appels in het netje aan een ongeveer 4 meter lange stok krijg je echt op den duur lamme armen en de volgende dag een partij spierpijn. Daarbij is het een hoogstamboom. Uiteindelijk had ik 110 kg appels van één boom geplukt! Onvoorstelbaar ! Aan het andere (dunnere) boompje hingen dit jaar ook heel veel handappeltjes, klein en zoeter, waarbij je, als je ze doorsnijdt, een eindje onder de schil een rood randje kan ontdekken. Zo schattig. Staand op het keukendak kon ik aardig wat takken bereiken. De hoogste appels waren onbereikbaar, die bleven lekker hangen voor de vogels. Sinds dit jaar zitten er iedere morgen hele clubs halsbandparkieten in de appelbomen. Niet bepaald mijn vrienden. Ze krijsen wat af en pikken volop in de appels. Soms ga ik wel eens naar buiten en klap in mijn handen; krijsend stuiven ze weg. Maar zo gauw ik naar binnen ben komen ze weer. Onbegonnen werk. Doordat ze erin pikken gaan de appels rotten en verder in het najaar is het soms, zeker bij harde wind, een bombardement van zachte smeuïge appels die naar beneden vallend op het paadje en de aarde uiteen klappen als appelcompote. Allemaal bruin en beurs. De merels genieten ervan, want in de aarde laat ik ze liggen. In die dagen had ik het hondje van mijn dochter te logeren. Bij iedere valpartij van een appel, zeker als ze op het pannendakje boven de voordeur terecht kwamen, vloog ze overeind en begon oorverdovend te blaffen. Niet zo geslaagd als je net een inbraak hebt gehad. In het begin zat ik ook stijf van schrik. Maar alles went. Vergeet-me-nietje januari 2013
21
Ondanks alle heerlijke dingen in Midden-Delfland waar je zo van kunt genieten, zijn er ook twee zwarte bladzijden. Als ik uit mijn zolderraampje kijk zie ik de draglines en gele zandvrachtwagens op en neer rijden over het zandlichaam wat de A4 moet worden. Er wordt volop gewerkt. Om 7 uur in de vroege morgen word ik heel vaak gewekt door het stampen van de heimachines, wat de hele dag doorgaat tot 19 uur ’s avonds. Ik heb zò te doen met de mensen die in de omgeving en in de hoge flats aan weerszijden van het A4-traject wonen in Schiedam en Vlaardingen. Horen en zien vergaat daar en dat zal maanden duren. Het lawaai weerkaatst en stijgt op tegen de flats en lijkt zo nog erger te worden. Er zijn twee “noodwegen” aangelegd waar de Oostveense- en de Woudweg het A4zandlichaam kruisen. Vanaf die punten heb je een duidelijk zicht hoe groot en breed het asfaltmonster wordt. Af en toe maak ik er wel eens een foto van. En denk met weemoed hoe het een jaar terug nog een groen grastapijt was. En dan het bericht van deze week dat de Tweede Kamer uiteindelijk toch heeft ingestemd met de aanleg van de Blankenburgtunnel. Weliswaar als tolweg, maar toch weer een afschuwelijke aantasting van dit mooie poldergebied : de achtertuin van de omringende steden. Zo wordt het zo mooi benoemd door de politiek. “We moeten er zuinig op zijn, koesteren en het is zo hard nodig, zeker voor de stedeling, dat ze kunnen genieten en recreëren”. Er worden mooie namen aan dit gebied gegeven, zoals Hof van Delfland, Regiometropool, het Kleine Groene Hart. Eind januari dit jaar werd een fakkeloptocht gehouden waarin zo’n 700 mensen meeliepen van de Krabbeplas naar de Zuidbuurt. Het was zo’n bijzondere avond , een groot gevoel van saamhorigheid. Al die mensen met fakkels die rond de Krabbeplas trokken ,waarbij het water de fakkelvlammen verdubbelde door de weerspiegeling. Het ontroerde me en ik liep met tranen in mijn ogen mee. Er zijn ook leuke bezoekertjes rondom mijn huis gesignaleerd. Op een zondagmorgen hoorde ik buiten zachte ijle geluidjes boven mijn hoofd. Tot mijn grote verrassing hipten er drie Goudhaantjes over de takken. Kleine, ronde vogeltjes van maar 9 cm groot, waardoor ze niet alleen de kleinste vogeltjes van Nederland zijn, maar ook van Europa. Hun gewicht is maar 4 tot 7 gram. Onbegrijpelijk eigenlijk. Ik vergelijk het maar met een onsje rookvlees: wat is dat nu nog. Zij passen daar qua gewicht zeker wel 15 keer in. Hun lijfjes lijken veel meer door de opbollende veertjes. Het Winterkoninkje is maar een halve centimeter groter, ook zo’n schatje, die ik bijna dagelijks zie en zeker hoor 22
met die scherpe trillertjes tussen de takken. Ze zijn super actief en voortdurend in beweging, op zoek naar spinnetjes en insecten. Die kunnen wel overvloedig in de appelboom zitten omdat de appels rotten en daardoor beestjes aantrekken. Hun fluitgeluidjes zijn dun en hoog; si-si-si. Het opvallendste aan hen zijn hun gele kruintjes die ik af en toe wel kon onderscheiden. Ik heb ze al eens eerder gezien, ook in mijn appelboom en ook aan het begin van de winter.In diezelfde week stond ik in de keuken aan de aanrecht te werken, totdat ik door de raampjes keek en beweging zag op de boomstammen van de oprijlaan van de buren. Mijn ogen moesten even wennen en toen zag ik het ondanks de camouflagekleuren duidelijk. Twee Boomkruipertjes. Of het een stel was weet ik niet, maar ze bleven steeds bij elkaar in de buurt. Zo tegen de boombast zijn ze nauwelijks te onderscheiden omdat ze bruin van kleur zijn met lichte streepjes en vlekjes. Ik zag ze eigenlijk bewegen wanneer ze aan de zijkant van de boom hipten en ik hun vaalwitte onderzijde kon zien. De boomkruipertjes beginnen steeds aan de voet van de boom en werkt zich spiraalsgewijs steeds verder naar omhoog, waarbij ze met hun dunne lange snavels die naar beneden gebogen zijn, in de spleten en kieren van de boombast naar insecten zoeken. Ze gebruiken daarbij hun staartje als steun. Ook hebben ze lange tenen met flinke nagels. Intussen had ik mijn camera gepakt en op de verste zoom heb ik heel wat keer afgedrukt. Uiteindelijk was er een enkele foto redelijk gelukt. Als ze dan behoorlijk hoog zaten, vlogen ze naar beneden om aan de voet van de volgende boom weer te starten. Ik vind dit zo vreselijk leuk, het is bijna mijn buitenbioscoop. Met grote regelmaat zie ik een Grote Zilverreiger door de polder banjeren. Bijna altijd in het gebied tussen Abtswoude en Oostveenseweg. Hij is altijd alleen en waadt bedachtzaam met zijn lange zwarte stelten door de sloot, af en toe een visje vangend. Of hij staat eenzaam aan de slootkant, tot hij zich langzaam verheft en met trage vleugelslag verder over de polder vliegt. Ik hoop dat hij de winter overleeft, want als de sloten dicht vriezen wordt het toch wel heel moeilijk voor hem. Zijn neven en nichten de Blauwe Reigers zijn talrijk in de polders. Terwijl ik nu zit te schrijven klettert de regen tegen de ruiten. Dat doet me ineens weer denken aan dit afgelopen voorjaar. In tegenstelling tot vorig jaar was het nu zeer nat en ook koud, waardoor het gras in de polder maar niet goed wilde groeien. Met als gevolg dat er door de boeren ook later gemaaid werd. Niet leuk voor hen natuurlijk, maar anderzijds had het ook weer een voordeel dat er dit jaar 60 % meer Gruttokuikens zijn opgegroeid. Jammer genoeg heb ik dit in “mijn” polder niet zo Vergeet-me-nietje januari 2013
23
kunnen constateren. Niet veel gruttogejubel gehoord. Maar het schijnt een landelijke uitslag te zijn. In ieder geval verheugenswaardig. Een vriendin van me ontdekte de afgelopen dagen een grapje van de natuur. Zij fotografeerde een bloeiende dotterbloem !! nota bene in het ijs !! langs de rand van het vlietlandje langs de Commandeurskade in Midden-Delfland. Dit is toch wel heel wonderlijk. Doordat ik zo vrijuit vanuit mijn huisje over de polder kan kijken in oostelijke richting kan ik heel vaak genieten van een prachtige zonsopkomst. Meestal in zachte tere pasteltinten in een uitwaaiering van kleuren van roze, zalm, lila tot goudgeel. Nu vaak met een zweem van nevel over de weilanden sinds de nachten kouder worden. Maar uitzicht op het oosten geeft me ook de kans om de maan daar te zien op komen. De volle maan in november kwam vroeg in de avond op aan een wolkeloze hemel . Maar als je op die afstand je zoom wilt gebruiken bij het fotograferen, moet je toch wel van hele goede huize komen om dat te doen slagen. Het was een klus!! Maar uiteindelijk lukte het me toch en dat zonder statief en zo uit het losse handje. Zelfs mijn met moeite ingehouden ademhaling gaf nog beweging op de foto. Als je met een verrekijker kijkt kun je de kraters op de maan nog beter onderscheiden. De volgende keer ga ik toch maar mooi mijn statief gebruiken, dan wordt het aanzienlijk makkelijker. Op een winteravond op weg door de polder naar huis schrok ik toen ik ineens voor me een haas op de weg zag. Waarschijnlijk schrok hij net zo van mij, want in plaats dat hij de berm en het weiland in dook, bleef hij maar voor me uitrennen. Zigzaggend in het licht van mijn koplampen. Steeds langzamer rijdend, bijna tot stilstand komend, kon ik zijn grote angstige bruine ogen goed zien. Ik slaakte een zucht van verlichting toen hij eindelijk van de weg afsprong en in het duister verdween. Er zijn weer volop ganzen in de polder. Ik heb al heel veel Grauwe ganzen gezien en Canadezen, wat minder nog de Kolganzen. Maar het seizoen is nog vroeg, dus het zullen er wel meer worden. Nog geen 3 decennia geleden was de Grauwe gans nog een zeer zeldzame broedvogel, die plaatselijk zelfs werd uitgezet om te voorkomen dat de soort uit Nederland zou verdwijnen. Inmiddels broeden er 25.000 paren. Ze broeden in het grootste deel van NW-Europa tot diep in Siberië. Nederland is de zuidwestelijke grens van het areaal van de Grauwe gans. 24
Regelmatig worden er door de grote groepen ganzen van polder en weiland gewisseld. Soms is het een horen en zien vergaat door hun luide gesnater en gegak. Maar zo luidruchtig als dagen met ganzen in de polder kunnen zijn, zo stil kunnen winterdagen òòk zijn. Van die stille winterdagen waar ik dan extra van geniet. Zeker met de gedachte dat er straks een brede verkeersweg achter mijn huisje loopt, waar door de bijna altijd westelijke wind veel gedruis over de polder verspreid zal worden. Ik geniet dan met mijn jas goed dichtgeknoopt op het bankje bij mijn huis. Wat een gewaarwording! Stilte vormt samen met ruimte en duisternis, de grondslag van onze oorspronkelijke natuur. Het is een oerwaarde die bijdraagt aan de levenskwaliteit van mens en dier. Voor veel dieren is stilte een voorwaarde voor een vruchtbaar ritme van jagen, broeden en slapen. De natuur is voor veel mensen de plaats bij uitstek om tot rust te komen. Stilte openbaart bovendien de schoonheid van de natuur : merelzang bij dageraad, de wind in het bladerdak, een kabbelende beek. Ik hoop hier verder in het Vergeet-me-nietje nog op terug te kunnen komen. Een paar dagen terug zat ik aan de eettafel met uitzicht op het slootje achter m’n huis. Er was enig leven in het water en ik dacht dat er een eend kopje onder plonzend aan het poetsen en badderen was, dus schonk ik er verder niet veel aandacht aan. Maar tien minuten later was het spektakel nog steeds bezig en toen ik veel beter ging kijken, bleek het een bruin-witte kip van de buren te zijn, die volop spartelend op het droge probeerde te komen. Gauw in de schuur een visnet aan een stok en een hark opgezocht en toen via de moestuin van de niet thuis zijnde buren naar de sloot gelopen. In eerste instantie had ik hen gebeld maar geen gehoor. Om de moestuin te beschermen tegen de pikkende en omwoelgrage kippen die er omheen lopen, zaten de hekken allemaal met oranje touwen goed vastgeknoopt. Lekker als je koude handen hebt. Het duurde wel even voor ik het losgeknoopt had, intussen vanuit mijn ooghoeken de spartelende kip in de gaten houdend. He, he, toen ik bij haar kwam was ze gelukkig nog niet kopje-onder. Het water was ijzig koud en ook de bovenlucht. Het visnetje onder haar kontje … en hoep … ik wipte haar zo uit het water de kant op. “Kakel, kakel, kakel” en weg rende ze naar haar kippenvriendinnen. Zie zo, vandaag had ik weer een goede daad gedaan. Ze schijnt het hachelijke avontuur overleefd te hebben. Een eitje voor mijn deur zou wel leuk geweest zijn. Mijn laatste dierenavontuur is een, ieder jaar in de winter steeds terugkerend, probleem. De geplukte winter-bewaar-appels zijn natuurlijk een voorraadje voor de komende weken en maanden. Ik geef een flink deel aan mijn kinderen en zes Vergeet-me-nietje januari 2013
25
kleinkinders en vrienden, maar er blijft toch wel, zeker dit jaar, een aardige hoeveelheid over. Dus bewaren in de schuur, die helaas vochtig en muistoegankelijk is, in twee grote platte wijde bakken zodat de appels maar èènlaags liggen. Bij iedere controle vind ik weer diverse aangevreten exemplaren die ik dan maar naar buiten kiep in het gras aan de overkant van de weg. Lekker voor de vogels. Ik weet niet in hoeverre muizen bacteriën en ziektekiemen overbrengen, dus neem ik het zekere voor het onzekere. De rest van de appels staan in de gang en in de keuken. Om ze goed te kunnen bewaren, blijft daar voorlopig de olie-gevulde radiator uit. Zeker op koude dagen buiten blijft de temperatuur in gang, keuken en badkamertje op het niveau van de echte koelkast. 6 à 7°! “Heerlijk” als je uit de douche komt, maar ik word een steeds meer ”geharde tante”. Vanochtend maakte ik het laatste deel van dit verhaal af achter de computer. Ineens hoorde ik snel en licht geklepper van paardenhoeven op de weg. Het geluid klonk werkelijk zo licht maar ook onnatuurlijk snel, dat ik al gelijk vermoedde dat het een paard zonder berijder was. Ik rende gauw naar de voordeur en daar stoof inderdaad een paard alleen, in galop voorbij. Met zadel en dekkleed op de rug. Na de bocht van de weg hoorde ik het overgaan in draf. Geen ruiter in velden of wegen te bekennen. Toen tien minuten later een politiewagen langs kwam en ik hem kon aanhouden was de agent blij met mijn woorden in welke richting het paard was verdwenen. Hopelijk krijgt het een goede afloop. Zo hoop en wens ik voor jullie dat 2013 een goede start en een goede afloop zal geven. Ga eens wandelen of fietsen door de polder, wedden dat je zult genieten !! Birgit Slee
26
Duurzaamheid Gisterochtend laadde ik mij bij de supermarkt mijn auto vol met boodschappen. Terwijl ik mijn karretje aan het legen was stond direct achter mij iemand met een Jeep met lopende motor te wachten. Verstikt door de uitlaatgassen, besloot ik de chauffeur er op aan te spreken. Ik tikte op het raam en vroeg hem of hij zijn motor wilde uitzetten. Hij zei: “Waarom zou ik dat doen?”. Verrast door deze wedervraag kon ik alleen maar uitbrengen: “Om brandstof te besparen...”. Een belangrijke stap die het IVN dit jaar heeft genomen is het woord ‘duurzaamheid’ in haar officiële naam. Is het vervangen van milieu-educatie door duurzaamheid meer dan een symbolische stap? Bovenstaande conversatie zonder wederzijds begrip geeft misschien wel het verschil tussen milieu en duurzaamheid aan, maar er is meer aan de hand. Het woord ‘milieu‘ heeft nog veel te maken met zichtbare en onzichtbare vervuiling, zoals we in de zeventiger en tachtiger jaren hebben ondervonden, toen we de wereld om ons heen vergiftigd zagen worden door afval, onkruid- en ongediertebestrijding en zure regen. ‘Duurzaamheid’ heeft natuurlijk te maken met dat we niet alleen voor nú een leefbare wereld met voldoende grondstoffen en een gezonde leefomgeving willen, maar ook voor ons nageslacht, vele generaties na ons. De missie zoals die ik ken van het IVN toen ik er in 2001 bij kwam was: Dat we door het organiseren van ondermeer excursies en cursussen individuele burgers wilden betrekken bij de natuur en het milieu in de directe leefomgeving. En nu luidt het: “Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu en landschap”. Er zit een enorme kloof tussen deze beide missies en dat zit niet in het verschil tussen de woorden ‘milieu’ en ‘duurzaamheid’, maar wel tussen ‘individuele burger’ en ‘samenleving’. We zijn er achter gekomen dat met de individualisering het cement uit de samenleving is gesleten. Als we als IVN ook een duurzamer samenleving willen bereiken zullen we ook oog moeten hebben voor sociale duurzaamheid. We moeten elkaar willen, kunnen en durven aanspreken op gedrag en kennis... Arthur Hilgersom Vergeet-me-nietje januari 2013
27
De geschiedenis van ANDROMEDA. Dit is een verhaal, dat zich afspeelt in een lang vervlogen verleden.De mensen dachten toen nog dat de Aarde het middelpunt van het Heelal was.Ook geloofde men dat er in dat heelal allerlei goden, koningen en koninginnen met hun kinderen woonden.De sterren leken een afbeelding te tekenen van die verschillende personen, de sterrenbeelden.Over die personen en hun kinderen waren allerlei verhalen in omloop. CASSIOPEIA is de koningin, die zo verwaant is dat ze beweert mooier te zijn dan alle zeenimfen bij elkaar.Dat laten de nimfen niet over hun kant gaan, zij worden verschrikkelijk kwaad.Als straf laten zij steeds het land overstromen door de zee tenzij, tenzij de koning en koningin hun dochterAndromeda zouden offeren aan het zeemonster Cetus.De vader van Andromeda CEPHEUS, is daarover zeer bedroefd.Hij laat verkondigen en belooft dat, diegene die zijn mooie dochter kan redden, dus het monster kan doden, met zijn dochter mag trouwen en koning wordt van zijn rijk.Er kwam niemand opdagen. De dag kwam naderbij waarop ANDROMEDA aan de rots in de branding van de zee moest worden vastgeketend om geofferd te worden aan het verschrikkelijke zeemonster CETUS.Een Griekse held PERSEUS genaamd, hoorde dit droeve verhaal, hij wilde wat doen.Omdat hij de zoon van de god Zeus was, ging hij bij wat kennissen van zijn vader te rade.Wat moest hij doen om deze mooie Andromeda tot bruid te krijgen? Hem werd verteld dat hij de kop van de weerzinwekkende Medusa te pakken moest zien te krijgen, want een blik in haar ogen deed elk levend wezen letterlijk verstenen.Maar hoe krijg je zo’n kop te pakken, van een type met bronzen klauwen,
28
reusachtige tanden, een kop met slangen in plaats van haar, met gouden vleugels en een verstenende blik in haar ogen? Hij kreeg het advies de bosnimfen te zoeken die hem de middelen konden geven om Medusa te kunnen verslaan.Maar de weg naar de nimfen was alleen bekend bij drie oude godinnen, de Graiai genaamd.Deze drie hadden samen één oog ter beschikking, dat ze ombeurten moesten gebruiken.Perseus was wel wat gewend als held, maar dit was toch wel heel apart.Die oude godinnen deden heel moeilijk en ingewikkeld, zij wilden de weg eigenlijk niet wijzen. Dit duurde Perseus wat te lang, hij had haast, en bij het doorgeven van dat ene oog van de ene godin aan de ander weet Perseus dat oog te pakken te krijgen.Het gekrijs was afschuwelijk, blind liepen ze als kippen zonder kop tegen alles op. Perseus eiste nu dat de weg naar de bosnimfen snel duidelijk moest worden uitgelegd, ander zou hij dat ene oog weggooien. Eindelijk, nu waren ze voor rede vatbaar en Perseus ging op weg.Bij de nimfen aangekomen vertelt hij zijn verhaal.Deze zijn onder de indruk van het verhaal en willen hem wel helpen, zij willen ook wel van Medusa af. Het is een eind weg, waar Medusa woont, de held krijgt een paar gevleugelde sandalen van de eerste nimf zodat hij erheen kan vliegen.Hij krijgt de helm van Hades die hem onzichtbaar maakt om langs de draken te kunnen komen die in de opening van de grot van Medusa de wacht houden.Van Athena krijgt hij een schitterend spiegelend schild, zodat hij niet rechtstreeks in de ogen van Medusa hoeft te kijken, hij zou dan immers in steen veranderen.Natuurlijk ook een groot scherp zwaard om Medusa te onthoofden en niet te vergeten een grote buidel om die slangenkop in te vervoeren. Vol goede moet gaat onze held op weg.Hij vliegt op de gevleugelde sandalen naar de grot.Daar aangekomen zet hij de helm van Hades op die hem onzichtbaar maakt voor de draken.Perseus dringt de grot binnen, en ziet de versteende helden die hem voor gingen.Hij hoort een vreselijke krijs, Medusa ziet hem WEL! Hij draait zich bliksems snel om.Nu komt het glimmende schild goed van pas om te kunnen zien wat Medusa doet. Na een heftig spiegelgevecht waarin hij lenig als een kat de geweldige bronzen klauwen kan ontwijken en zijn machtige zwaard gebruikt om haar aanvallen af te weren, lukt het hem om na een uren durende strijd de kop met het slangenhaar af te hakken.En o wonder uit het bloed dat nu vloeit staat een prachtig wit paard op, dit is PEGASUS het gevleugelde paard.Toen hij van deze verbazing was bijgekomen, Vergeet-me-nietje januari 2013
29
stopte hij met afgewende blik, de slangen kop in de buidel, besteeg Pegasus en vloog naar de kust, naar de ongelukkige Andromeda. Als Perseus aan komt vliegen ziet hij een mooie vrouw aan de rotsen in zee staan, hij is op slag verliefd.Cepeus, haar vader staat er verslagen bij, huilend van machteloosheid.Deze dag zal het vreselijke zeemonster Cetus zijn lieve dochter komen verslinden, om het land van de overstromingen te verlossen.Alle bewoners van dit land staan bedroefd en wenend aan het strand, zij zien het monster al in de verte. Perseus klimt op de rots waaraan Andromeda is vastgeketend en roept dat hij is gekomen om haar te redden, hij waarschuwt de bevolking zich om te draaien als hij de buidel te voorschijn haalt, dit om verstening te voorkomen.Nu komt het monster al dichter bij, Perseus bestijgt Pegasus en met de buidel vliegt hij richting Cetus het zeemonster.Andromeda en haar vader Cepheus kijken angstig toe. Onze held en het monster naderen elkaar langzaam, vlak voor het monster haalt hij de buidel te voorschijn, iedereen wend het hoofd af.Perseus knoopt de buidel open en werpt de kop met de verstenende ogen naar de kop van het zeemonster. Cetus kijkt op, recht in de ogen van de Medusakop en Cetus verandert ter plekke met een enorm gekraak in een geweldige rots.Iedereen huilt van opluchting en juicht van vreugde.Perseus vliegt terug naar Andromeda, maakt haar los van de rots en sluit haar in zijn armen.Hij vraagt haar ten huwelijk en zij wil wel en ze trouwden en werden koning en koningin van dat land zoals beloofd. Maar de zeenimfen verzinnen een andere straf.Iedereen die zich met dit verhaal heeft bemoeid moet voor straf voor eeuwig rond de poolster cirkelen.Dit verhaal zagen de oude Grieken als ze naar de Sterrenhemel keken.Een soort van GTST in de Griekse oudheid. Kijk op een heldere avond eens naar de hemel en kijk of je het verhaal herkent. M31, de Andromeda-nevel, staat ruim 2,2 miljoen lichtjaar bij ons vandaan.Dus, het licht is daar vertrokken toen de mens rechtop ging lopen. Wim van Schie.
30
Op Paddenstoelenjacht! 11-11-2012 Krekengebied Een rustige herfstdag, rond de tien graden, zonnig en nauwelijks wind. Een prachtige dag om op paddenstoelenjacht te gaan. Hoeveel mensen zouden er op de excursie afkomen? Gezien het weer en de populariteit van het onderwerp, minder dan verwacht. Maar het enthousiasme van de deelnemers was groot. Popelend van ongeduld stonden een stuk of tien kinderen te wachten op de start van de paddenstoelen-ontdektocht. Rob, Marja, Esmeralda en ik besloten om de groep van twintig man in tweeën te delen. De mensen konden kiezen tussen een tocht met de nadruk op beleving, of een tocht met wat meer kennisoverdracht. Met ongeveer evenveel mensen gingen we bij de eerste splitsing uiteen. Rob en Marja met hun groep rechtdoor en Esmeralda en ik, meteen rechtsaf. De mensen die met ons meegingen hadden gekozen voor beleving. Vooral de kinderen hadden er wel zin in! Vol enthousiasme volgden ze ons over losliggende boomstammen en onder laaghangende takken door, naar de boomstam die vol balkonzwammen zat. De ouders volgden aarzelend, maar waren ook al snel aangestoken door het enthousiasme van hun kroost. Eenmaal bij de consolezwammen aangekomen, ontdekten de kinderen steeds meer paddenstoelen. Paddenstoelen in de vorm van een oor, grote en kleine. Als je ze aanraakt voelt het alsof je een oorlelletje heen- en weer beweegt. Dat paddenstoelen niet allemaal een hoed op een steel hebben, wisten ze al. Aan het begin van de tocht hadden we al de gele korstzwam gezien en de geleiachtige zwarte knoopzwam. Nu ontdekte een kind allemaal bruine poepjes op een liggende boomstam. De roestbruine kogelzwam dacht ik, maar de kinderen en volwassenen mochten zelf een naam bedenken als ze dat wilden. Teruglopend naar het pad zagen we dat we over geweizwammetjes en nog veel meer oren waren gestapt. Al vrij snel hoefden we niet zo heel ver de rimboe in te duiken om paddenstoelen te zien. Als je er eenmaal oog voor hebt, zie je ze overal en zie je er steeds meer! Vergeet-me-nietje januari 2013 31
“Waarom vind je hier geen vliegenzwammen?”, vroeg een meisje. Ik vertelde dat die waarschijnlijk door heksen geplukt waren om er heksenzalf van te maken waarmee ze zich insmeerden om te kunnen vliegen*. Hiermee was ook de naam verklaard. Maar dit geloofden ze natuurlijk niet. Paddenstoelen hebben allemaal een eigen groeiplaats. Vliegenzwammen vind je vooral bij dennen en berken en die groeien vooral op zandgrond Bij het voorlopen - de dag ervoor - hadden we één inktzwam gezien, maar nu kon ik hem niet meer vinden. Bij een boomstam zaten twee meisjes gehurkt en streelden de hoed van een kleine paddenstoel. “Lekker zacht”, zeiden ze. Even verderop ontdekten we er nog één. “Hoe zou je ze noemen?” vroeg ik.“Ze lijken op het begin van een inktzwam”, zei één van de meisjes. Dat zou best wel eens zo kunnen zijn. De boomstam met witte zwammen in de vorm van een schelp, oogstte veel bewondering. Vooral toen de stam werd omgekeerd en de onderkant zichtbaar werd. Wat een plaatje(s)! Esmeralda ontdekte ook nog een paar miljoenpoten toen er een stammetje werd omgedraaid.Miljoenpoten zijn ook afvaleters, net als paddenstoelen, vertelde ik. De belerende gids kwam toch regelmatig bij mij naar boven. De gouden kleur van de gele trilzwam ontlokte bewonderende kreetjes. Verrassend waren de witte kluifjeszwammen. De kinderen telden er wel tien. Kluifjeszwammen staan op plekken waar wat meer licht komt. We verlieten het bosgedeelte en liepen via de vlonder het dijkje op, langs de waterplassen, richting het pad dat ons weer naar het startpunt zou brengen. In een eikenboompje ontdekte Esmeralda een knikkergal en ze vertelde hoe die daar gekomen was. Daarna zag een kind een eikenblad met plekjes en vroeg of dat 32
ook gallen waren. Wij dachten van wel. Na thuis de zoekkaart bestudeerd te hebben, denk ik nu dat het lensgallen zijn. Een volwassene vond een eikentak met een bruine, bloemkoolvormige gal. Dat zou wel eens de sponsgal kunnen zijn. Ook hier geldt weer, als je er eenmaal oog voor hebt dan.. In de bocht linksaf, het pad op naar de parkeerplek, staan een paar half afgezaagde bomen, de stammen volgroeid met consolezwammen. Op de liggende boomstammen werd weer een nieuwe soort ontdekt, een rodekoolkleurig, geleiachtig zwammetje. De lucht kleurde al wat roze en het werd wat killer. Het liep tegen half vier. De parkeerplek kwam in zicht. De jacht liep ten einde. Peksteel en waarschijnlijk zwavelkop konden nog aan de soortenlijst toegevoegd worden. De paddenstoelen met hoed en steel waren het lastigst om te determineren. Maar dat vonden de kinderen niet erg. Ze hadden hun buit binnen. Ze hadden wat beleefd! Marian Koning Foto’s: Marja Verleun, gemaakt met mobieltje Voorafgaand aan een paddenstoelentocht blader ik vaak het boek “ Vliegenzwam, elfenbank en andere paddenstoelen” van Mieke van Tilburg en Hans Adema nog even door. Daar komt de titel van deze tekst uit ( hoofdstuk 1) en het verhaaltje over de vliegenzwam.
Vergeet-me-nietje januari 2013
33
Halfjaaragenda excursies januari – juni 2013 Zo 13 januari 14.00-15.30 uur – Heempark Delft: Winterwandeling. Start: Ingang Heempark, naast de Papaver, Korftlaan, Delft Ook in de winter is er veel te beleven in de natuur. Zo 10 februari 14.00-15.30 uur – Wilhelminapark Delft Knoppen van bomen en struiken. Start: Tegenover het sportfondsenbad, hoek Colijnlaan-Weteringlaan, Delft De lente kondigt zich al aan! Zo 10 maart 14.00-15.30 uur – Parkje Buitenhof, Delft Vogels en stinzenplanten. Start: Zwembad Kerkpolder, Kerkpolderweg 1, Delft Vroege zangers en voorjaarsbloeiers geven klank en kleur aan het park. Zo 14 april 14.00-15.30 uur – Nootdorpse Plassen, Delft Lente. Met een speciale ontdekkingstocht voor de jeugd. Start: Restaurant het Rieten Dak, Middelweg 3, Delft Voel de lentekriebels. Zo 12 mei 14.00-15.30 uur – Groene stadswandeling, Delft Start: Agathaplein, Delft Tussen de stenen op zoek naar groen. Zo 9 juni 14.00-15.30 uur – Tanthofkade, Delft Start: Zwembad Kerkpolder, Kerkpolderweg 1, Delft Met name aandacht voor de grassen op deze eeuwenoude kade.
34
Werkgroepen en vertegenwoordigingen Excursies:
Natuur- en landschapsbeheer:
Anja de Vries, 015-2138194 Kees Kooman, 015-2617213
a. Knotploeg Huub van ’t Hart, 015-2622779
Cursussen:
b. Boomgaardwerkgroep “Buergaard” Gert-Jan Majoor, 015-2617728
Wim van Schie, 015-2145683
Infokraam: Geert en Wil Timmer, 015-2616465
Informatiebalie Papaver: Marja Verleun-Mooijman, 015-2572848
Jeugd- en Jongerenwerk: Martine Mossman, 070-3466662
Lezingen: Bea Visser, 015-2126125
Tentoonstellingen: Cora Cox, 015-2563448
Ledenbijeenkomsten: Anja de Vries, 015-2138194
c. Kleine Beestjes Paradijs Rob Jansen, 015-2571142
Platform Delftse Hout: Hans Huisman, 015-2158593
Delft Duurzaam Dreamteam: Arthur Hilgersom, 015-2125637
IVN district ZH: Arthur Hilgersom, 015-2125637
Heemparkcommissie: Hans Huisman, 015-2158593
Educatieve Paden: Anja de Vries, 015-2138194
Regionale Natuur- en milieukring: Hans Huisman, 015-2158593 Kees Kooman, 015-2617213
Vergeet-me-nietje januari 2013
35
Drukwerk
afzender: IVN Afdeling Delft en omstreken Postbus 93 2600 AB DELFT 015-2125637
[email protected] www.ivn.nl/delft
36