Dekking van kerndoelen, eindtermen en competenties door de Experience "Geld en je leven" Ruud van Uffelen
Oktober 2009
Het verzoek Op verzoek van het bezoekerscentrum van de DNB heeft de SLO eind oktober 2009 een analyse uitgevoerd op de Experience Geld en je leven!' Deze Experience is voor leerlingen in de leeftijd van 12 t/m 16 jaar te beleven in het bezoekerscentrum van DNB te Amsterdam. De Experience daagt leerlingen van de basisschool en het voortgezet onderwijs (doelgroep 12 tot 16 jaar) uit na te denken over wat zij met hun geld doen en wat geld eigenlijk met hen doet. 1 2 De Experience is geanalyseerd op bijdrage aan de kerndoelen , eindtermen en competenties van respectievelijk het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs SLO kijkt naar en geeft aan waar de tentoonstelling/Experience 'Geld en je leven!' aansluit bij de kerndoelen, eindtermen voor: 1. Basisonderwijs (groep 7 en 8). 2. Het voortgezet onderwijs: a. vmbo (onder- en bovenbouw) b. havo/vwo (onderbouw en tweede fase) 3. Middelbaar beroepsonderwijs.
Het doel Met de uitkomsten van de analyse kan het bezoekerscentrum van DNB docenten beter informeren over de bijdrage die de Experience kan bieden bij het behalen van respectievelijk kerndoelen, eindtermen of competenties. Op deze manier biedt het docenten iets meer houvast hoe het past in het curriculum. Het bezoekerscentrum wil de informatie zowel via haar website (http://www.dnb.nl/onderwijs/vmbo/geld-en-je-leven/ ), als via hardcopy verspreiden.
De conclusie De Experience 'Geld en je leven' draagt substantieel bij aan het behalen van een aantal formeel gestelde doelen van het onderwijs. In zowel het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs zijn kerndoelen, eindtermen en competenties geformuleerd waaraan de Experience een bijdrage levert. Dit 'leermiddel' biedt de leerlingen en hun docenten daarom een uitstekende opstap naar kennis/inzicht, vaardigheden en/of bewustwordingsprocessen financiële educatie.
De verantwoording In de tabellen op de volgende pagina's staat aangegeven welke bijdrage de Experience 'Geld en je leven!' levert aan de kerndoelen Basisonderwijs, onderbouw Voortgezet onderwijs, de eindtermen voor het vmbo en havo/vwo en de (burgerschaps)competenties in het mbo. Daarbij is onderscheid gemaakt in:
1
Kerndoelen zoals deze zijn vastgesteld door het ministerie van OCW en zijn vastgelegd in onder anderen
'Herziene kerndoelen Primair Onderwijs' 2
Voor de eindtermen vmbo is gebruik gemaakt van de geglobaliseerde eindtermen vmbo welke zijn
vastgesteld door het ministerie van OCW en terug te vinden zijn op de website van het Examenblad.nl
⏐3
i.
Indirecte bijdrage aan financiële educatie. De Experience biedt werkvormen aan die bijdragen aan het behalen van de kerndoelen. De bijdrage aan het behalen van de leerdoelen financiële educatie is relatief klein. d. Directe bijdrage aan financiële educatie/ De Experience draagt direct bij aan het behalen van de kerndoelen en de leerdoelen financiële educatie. De veronderstelde directe bijdrage is tevens vet gedrukt. Analyse is door de SLO uitgevoerd in week 42 t/m week 44 en heeft de hier onderstaande resultaten opgeleverd.
⏐4
Bijdrage aan de kerndoelen Basisonderwijs
Voor de analyse is gebruik gemaakt van de huidige kerndoelen basisonderwijs welke zijn vastgelegd zijn in 'Herziene kerndoelen Basisonderwijs'. Dit document is te downloaden via http://www.slo.nl/primair/kerndoelen. Kerndoelen basisonderwijs Mondeling taalonderwijs 2 De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren 3 De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. Schriftelijk taalonderwijs 4 De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen. Getallen en bewerkingen 26 De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen. Meten en meetkunde 33 De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur. Mens en samenleving 35 De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument 36 De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en hun rol als burger. 37 De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. 39 De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Natuur en techniek 42 De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, electriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. 44 De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. 45 De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. Tijd 51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen, zoals aanwezig in ons cultureel erfgoed, en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. Kunstzinnige oriëntatie 55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. 56 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
⏐5
i
i
i
d
d
i i i i i i i
d
i i
Bijdrage aan de kerndoelen onderbouw voortgezet onderwijs
Voor de analyse is gebruik gemaakt van de huidige kerndoelen onderbouw vo welke terug te vinden zijn op http://ko.slo.nl/kerndoelen/ (vernieuwde kerndoelen onderbouw).
Kerndoelen onderbouw voortgezet onderwijs (onderbouw vmbo/havo/vwo) Nederlands 1 De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken. 4 De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten. 5 De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen 6 De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep. Wiskunde 22 De leerling leert de structuur en de samenhang te doorzien van positieve en negatieve getallen, decimale getallen, breuken, procenten en verhoudingen en leert ermee te werken in zinvolle en praktische situaties. 23 De leerling leert exact en schattend rekenen en redeneren op basis van inzicht in nauwkeurigheid, orde van grootte, en marges die in een gegeven situatie passend zijn. 24 De leerling leert meten, leert structuur en samenhang doorzien van het metriek stelsel en leert rekenen met maten voor grootheden die gangbaar zijn in relevante toepassingen. 25 De leerling leert informele notaties, schematische voorstellingen, tabellen, grafieken en formules te gebruiken om greep te krijgen op verbanden tussen grootheden en variabelen. 27
i i i i d
d
d
d
De leerling leert gegevens systematisch te beschrijven, ordenen en visualiseren en leert gegevens, representaties en conclusies kritisch te beoordelen. Mens en natuur 30 De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden. 31 De leerling leert onder andere door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met omgeving en milieu. 35 De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelf en anderen in verschillende leefsituaties (wonen, leren, werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden. Mens en maatschappij
i
36
i
38
⏐6
De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen.
i
i
i
i
39 42
43
45 46
⏐7
De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren. De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen.
i
De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld. De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland.
i
d
d
d
Bijdrage van de Experience op de vmbo bovenbouw en tweede fase havo/vwo 0p basis van eerder SLO-onderzoek 3 (het zogenaamde witte vlekken onderzoek of onderzoek naar kerndoelen en/of eindtermen per vak of beroepsgericht programma welke een bijdrage leveren aan financiële educatie) mag geconcludeerd worden dat alleen het avo-vak Economie van zowel het vmbo (bovenbouw) als de tweede fase havo/vwo een (indirecte) bijdrage levert aan financiële educatie. Op basis van deze analyse kunnen we concluderen dat de Experience 'Geld en je leven!' een bijdrage levert aan de volgende eindtermen:
Vmbo Economie (avo-vak voor vmbo) K1. Oriëntatie op leren en werken K3. Leervaardigheden in het vak economie
K4a Consumptie
K4b Consumptie en consumentenorganisaties
K5a Arbeid en productie
K6 Overheid en bestuur
K7 Internationale ontwikkelingen
3
De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van economie in de maatschappij. De kandidaat beheerst strategische vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling van het eigen leervermogen en het vermogen met economische vaktaal te communiceren en onderzoek te doen. De kandidaat heeft inzicht in de theorie van het consumentengedrag (zoals keuzes, behoeften, inkomen en dergelijke) en de geldtheorie (zoals de functies van geld, lenen en sparen en dergelijke) en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus. De kandidaat heeft inzicht in het bankwezen (zoals verkrijgen van vreemd geld, spaarvormen en leningsvormen), motieven en kenmerken van verzekeringen en kan hierbij informatie van consumentenorganisaties gebruiken. De kandidaat heeft inzicht in het producentengedrag (zoals kosten, opbrengsten, winst, toegevoegde waarde, arbeid, arbeidsverdeling, arbeidsproductiviteit, werkgelegenheid, werkloosheid en dergelijke) en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus. De kandidaat heeft inzicht in de theorie van de openbare financiën (zoals overheidsbemoeienis, belastingen, sociale zekerheid en dergelijke) en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.
i
De kandidaat heeft inzicht in de theorie van de Internationale Economische Betrekkingen (zoals Nederland als open economie, de Europese Unie, ontwikkelingsproblematiek en dergelijke) en kan dit inzicht toepassen in een gegeven casus.
i
d
d
d
d
d
Onderzoek naar vergroting van financieel inzicht via het onderwijs
Een analyse van de kerndoelen en eindtermen in het onderwijs voor leerlingen van 8 tot 18 jaar. SLO, Ruud van Uffelen, 2008.
⏐8
K8 Natuur en milieu
De kandidaat heeft inzicht in de samenhang tussen consumptie, productie en het milieu, en kan aan de hand van voorbeelden op het gebied van milieuschade de rol van overheid, maatschappelijke organisaties en individuele personen beschrijven.
d
Tevens levert de Experience een directe bijdrage 4 op één of meerdere specifieke eindtermen voor de beroepsgerichte programma's van de bovenbouw vmbo, zoals bijvoorbeeld het krijgen van inzicht in het maken van kosten cq. kostencalculatie, kostprijsberekening, verzekeringen en op basaal niveau tijdens de werkuitvoering berekeningen in de respectievelijke branches (Kerndeel 2, professionele vaardigheden: de kandidaat kan tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau berekeningen maken). Hieronder worden drie voorbeelden uit de respectievelijke (vmbo)sectoren Techniek, Landbouw en Zorg&Welzijn gegeven. Voorbeeld sector Techniek Beroepsgericht programma
Exameneenheid
Eindterm(en)
Transport en Logistiek
K2 Professionele vaardigheden
De kandidaat kan tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau berekeningen maken. De kandidaat kan m.b.t. de inkoopbeheerstechnieken: • verzekerings-, schadeafhandelings- en klachtenafhandelingsprocedures uitvoeren • eenvoudige inkoopprijzen berekenen en vergelijken
K16 Voorraadbeheer
Voorbeeld sector Landbouw Beroepsgericht programma
Exameneenheid
Eindterm(en)
Landbouw breed
K14 Werken in een winkel
De kandidaat kan: • een kassa bedienen; De kandidaat kan een globale kostprijsberekening maken
Voorbeeld sector Zorg&Welzijn Beroepsgericht programma
Exameneenheid
Eindterm(en)
Verzorging
K2 Professionele vaardigheden
De kandidaat kan tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau berekeningen maken. De kandidaat kan economisch bewust omgaan met materialen en middelen.
4
De Experience draagt hier direct aan bij. De eindtermen zijn daarom NIET vet gedrukt)
⏐9
De grootste bijdrage levert de Experience echter aan de diverse beroepsgerichte programma's binnen de sector Economie, te weten: Beroepsgericht programma
Exameneenheid
Eindterm(en)
Administratie
K2 Professionele vaardigheden
HAV 5
K2 Professionele vaardigheden
Consumptief bakken
K2 professionele vaardigheden
De kandidaat kan tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau berekeningen maken. De kandidaat kan tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau berekeningen maken. De kandidaat kan tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau berekeningen maken. De kandidaat kan consumentengedrag herkennen, zijn handelen daarop afstemmen en daarbij sociale en commerciële vaardigheden toepassen. De kandidaat kan klantgericht handelen en daarbij sociale en commerciële vaardigheden toepassen. De kandidaat kan tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau berekeningen maken. De kandidaat kan tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau berekeningen maken. De kandidaat kan consumentengedrag herkennen, zijn handelen daarop afstemmen en daarbij sociale en commerciële vaardigheden toepassen. De kandidaat kan klantgericht handelen en daarbij sociale en commerciële vaardigheden toepassen. De kandidaat kan tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau berekeningen maken. De kandidaat kan consumentengedrag herkennen, zijn handelen daarop afstemmen en daarbij sociale en commerciële vaardigheden toepassen. De kandidaat kan klantgericht handelen en daarbij sociale en commerciële vaardigheden toepassen.
K7 Klantgericht handelen/sociale en commerciële vaardigheden
COG 6
K2 professionele vaardigheden
Consumptief breed
K2 Professionele vaardigheden K7 Klantgericht handelen/sociale en commerciële vaardigheden
Consumptief Horeca
K2 Professionele vaardigheden K7 Klantgericht handelen/sociale en commerciële vaardigheden
5
Administratie, handel en administratie, handel en verkoop, mode en commercie (met als codering voor het
gezamenlijke CE: HAV). 6
Consumptief-breed, consumptief-horeca, consumptief-bakken (met als codering voor het gezamenlijke
CE: COG)
⏐ 10
Handel en Verkoop
K2 Professionele vaardigheden K7 Bedrijfseconomisch rekenen
Mode en commercie
K2 Professionele vaardigheden
De kandidaat kan tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau berekeningen maken. De kandidaat kan met behulp van geautomatiseerde systemen prijscalculaties van artikelen uitvoeren en heeft kennis van de diverse aspecten van de prijsvorming. De kandidaat heeft kennis van de achterliggende berekeningswijze. De kandidaat kan tijdens de werkvoorbereiding en de werkuitvoering op basaal niveau berekeningen maken.
Tenslotte draagt de Experience 'Geld en je leven!' bij aan het behalen van eindtermen zoals deze zijn geformuleerd voor de zogenaamde intersectorale en intrasectorale (vmbo)programma's, te weten: Beroepsgericht programma
Exameneenheid
Eindterm(en)
Intersectoraal
IS2 Algemene professionele vaardigheden IS3 Intersectorale methodische vaardigheden
De kandidaat kan gegeven verbale en cijfermatige informatie verwerken
IS4 Technologie en dienstverlening*
IS6 Dienstverlening en commercie*
⏐ 11
De kandidaat kan in zijn werk rekening houden met de volgende dilemma’s en dat toelichten: prijs versus kwaliteit De kandidaat kan in zijn werk rekening houden met de volgende dilemma’s en dat toelichten: • welzijn versus welvaart • milieu versus winst • tijd versus kwaliteit • prijs versus kwaliteit De kandidaat kan: • werken binnen een gegeven financiële taakstelling en een overzicht maken van gebruiks- en onderhoudskosten en de kosten van verwijdering Beheer: De kandidaat kan: • werken met eenvoudige geautomatiseerde administratieve toepassingen voor het invoeren, muteren en verwerken van informatie en gegevens • het overzicht houden op inkomsten en uitgaven De kandidaat kan werken binnen een gegeven financiële taakstelling, begrotingen opstellen
ICT route
ICT route in de GL
Sport, dienstverlening en veiligheid
ICT2 Algemene professionele vaardigheden ICT4 ICT en dienstverlening ICT2 Algemene professionele vaardigheden ICT4 ICT en dienstverlening K3 Grondhouding en kernvaardigheden SDV
De kandidaat kan gegeven verbale en cijfermatige informatie verwerken De kandidaat kan commerciële activiteiten verzorgen De kandidaat kan gegeven verbale en cijfermatige informatie verwerken De kandidaat kan commerciële activiteiten verzorgen De kandidaat kan in een (gesimuleerde) praktijksituatie: • werken onder budgettaire en tijdsdruk
Havo/vwo tweede fase Examenprogramma economie vwo
Domein Domein A: Vaardigheden
subdomein Subdomein A3: Economische perspectieven en belangen
Subdomein A6: Strategische vaardigheden
Domein K: Inkomensvorming en inflatie
⏐ 12
Eindterm(en) 3. De kandidaat kan economische perspectieven en daaruit voortvloeiende belangen onderkennen van werknemers, werkgevers, consumenten, burgers, overheid, bankwezen en belangenverenigingen. 6. De kandidaat kan in relatief eenvoudige gevallen: redeneren binnen expliciete vooronderstellingen en daarbij gebruik maken van een kostenbatenanalyse; 16. De kandidaat kan de beloning voor de productiefactoren benoemen en is in staat om het verband tussen inkomen, prijzen en koopkracht te analyseren, mede gelet op het proces van loonvorming in Nederland. Tevens kan de kandidaat oorzaken en gevolgen van inflatie verklaren en deze in verband brengen met het renteniveau.
Examenprogramma
Domein Domein L: Inkomensverdeling
subdomein
management en organisatie vwo
Domein E: Financieel beleid
Subdomein E1: Financieel beleid in nietcommerciële organisaties
maatschappijwetenschappen vwo
Domein C: Massamedia
Subdomein C4: Massamedia en commercie
economie havo
Domein A: Vaardigheden
Subdomein A3: Economische perspectieven en belangen
Domein M: Economische kringloop
⏐ 13
Eindterm(en) 17.De kandidaat kan met betrekking tot de personele inkomensverdeling en de categoriale inkomensverdeling de ontwikkeling en de gevolgen daarvan voor de nationale economie analyseren. In deze analyse kan de kandidaat het ontstaan van personele inkomensverschillen verklaren en de gevolgen van deze verschillen voor de arbeidsmarkt en de rol van de overheid in deze beschrijven. 12. De kandidaat kan op basis van algemene modellen een overzicht van inkomsten en uitgaven herleiden tot een staat van baten en lasten (en vice versa). 11. De kandidaat kan de invloed analyseren van economische overwegingen, belangen en ontwikkelingen op de organisatie en de werking van de media en op het media-aanbod. 3. De kandidaat kan economische perspectieven en daaruit voortvloeiende belangen onderkennen van werknemers, werkgevers, consumenten, burgers, overheid, bankwezen en belangenverenigingen. 18. De kandidaat kan de samenhang tussen de macro-economische grootheden beschrijven en zowel de omvang als ontwikkeling van de
Examenprogramma
Domein
subdomein
management en organisatie havo
Domein E: Financieel beleid
Subdomein E1: Financieel beleid in nietcommerciële organisaties
Subdomein E2: Financieel beleid in commerciële organisaties
⏐ 14
Eindterm(en) productiecapaciteit en de nationale bestedingen verklaren. Tevens kan de kandidaat de beïnvloeding van bovenstaande zaken opsplitsen in conjunctuur- en structuurbeleid. 12. De kandidaat kan op basis van algemene modellen een overzicht van inkomsten en uitgaven herleiden tot een staat van baten en lasten (en vice versa). 13. De kandidaat kan: • op basis van algemene modellen de verkoopprijs berekenen; • de uitgaven en ontvangsten herleiden tot kosten en opbrengsten, een liquiditeitsbegroting en de voorcalculatorische en de nacalculatorische resultatenrekening opstellen en de samenhang verklaren; • berekeningen uitvoeren die gericht zijn op de herleiding of vaststelling van data van een algemeen model voor de interne verslaggeving.
Bijdrage van de Experience op de burgerschapscompetenties in het mbo
Voor de oudste leerlingen/studenten in het beroepsonderwijs is er gekeken in hoeverre de Experience 'Geld en je leven!' een bijdrage levert aan de burgerschapscompetenties in het mbo. Dat is het geval bij de volgende competenties: Kerntaak Kerntaak 3: Participeert in het politieke domein, in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding Kerntaak 4: Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie
Kerntaak 5: Functioneert als kritisch consument
Kerntaak 6: Deelnemen in allerlei sociale verbanden en respectvol gebruiken van de openbare ruimte Kerntaak 7: Zorgt voor de eigen gezondheid (vitaal burgerschap)
⏐ 15
competentie Vormt een eigen mening. Onderneemt acties naar aanleiding van gemaakte keuzen. Gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren van het werk. Maakt gebruik van werknemersrechten. Stelt zich collegiaal op. .Oriënteert zich op de consumentenmarkt en houdt rekening met eigen wensen en mogelijkheden. Onderneemt acties om producten en diensten aan te schaffen. Voert activiteiten uit voor de leefbaarheid van zijn sociale omgeving. Zoekt informatie over een gezonde leefwijze. Beslist op basis van informatie en handelt ernaar. Onderneemt activiteiten om de gezondheid te bevorderen.
Bronnen
Voor het primair onderwijs is gebruik gemaakt van de kerndoelen zoals deze gepubliceerd zijn in de 'Herziene Kerndoelen Basisonderwijs' welke is te downloaden via http://www.slo.nl/primair/kerndoelen. Voor de kerndoelen onderbouw voortgezet onderwijs zoals deze voor de domeinen 'Nederlands', 'Engels', 'Rekenen en wiskunde', 'Mens en Natuur', 'Mens en maatschappij en 'Kunst en Cultuur' zijn vastgelegd en zijn te downloaden zijn via http://ko.slo.nl/kerndoelen Voor de eindtermen vmbo, havo en vwo is gebruik gemaakt van de beschrijvingen zoals deze terug te vinden zijn op http://www.examenblad.nl. Voor de competenties MBO is gebruik gemaakt van het brondocument 'Leren, loopbaan en burgerschap', SLO /Cinop. November 2006.
⏐ 16
⏐ 17