Nieuwsbrief van de Vereniging van Jonge Apothekers | 21e jaargang 2014 nr. 3
DeJongeApotheker Zorgverbetering voor HIV-patiënten | Open brief aan nieuwe voorzitter KNMP | JA-ZEKER | Medicatiebegeleiding bij patiënten met HIV | Verslag VJA/VAZA avondsymposium HIV
Human Immunodeficiency Virus
Wij zoeken ambitieuze apothekers Pharmbition is door apothekers opgezet voor apothekers die zich vakinhoudelijk willen verdiepen en zich tegelijkertijd op het gebied van toekomstige uitdagingen binnen de farmacie verder willen ontwikkelen.! !
Op basis van detachering biedt Pharmbition apothekers een afwisselende werkomgeving. Door onze goede contacten binnen de openbare farmacie kunnen we zorgdragen voor verschillende werkplekken, scholing en aandacht voor je persoonlijke ontwikkeling.! Door de toenemende vraag vanuit onze Stuur je motivatiebrief en opdrachtgevers naar ambitieuze apothekers die CV naar: zich full-time in willen zetten voor dit traject, zijn we
[email protected] Maliesingel 29, 3581 BJ te per direct op zoek naar geregistreerde Utrecht apothekers. ! !
Samen met ons team gaan we de positie van de openbaar apotheker versterken.
Bij vragen staan we je uiteraard graag verder te woord: 030-2270197
VOORWOORD voorzitter
Hoelang denk jij dat het nog duurt tot ebola een chronische ziekte is en je in de apotheek de medicatiebegeleiding van deze patiënten verzorgt? Op het moment van schrijven behoort de ebola-uitbraak in Afrika tot het nieuws van de dag. Er is geen vaccin of geneesmiddel voor, het is zeer besmettelijk en de kans op overlijden na infectie is groot. In deze editie van de JA staat niet ebola centraal maar gaat het wel om een vergelijkbare virale aandoening: HIV. De ontwikkelingen rondom HIV hebben elkaar de afgelopen jaren in rap tempo
Redactioneel
HIV is een boeiend onderwerp voor apothekers. De ontwikkelingen volgen
opgevolgd. In de jaren 80 was AIDS nog een mysterieuze dodelijk ziekte. De daarop volgende jaren werden beheerst door enorm grote angst en onzekerheid. Men vreesde een epidemie op grote schaal. In ‘86 kwam het geneesmiddel AZT op de markt en halverwege de jaren 90 kwam de grote doorbraak door de ontwikkeling van de proteaseremmers. Tegenwoordig is de gemiddelde levensverwachting van een HIV-patiënt, door de behandeling met proteaseremmers, vergelijkbaar met die van niet HIV-patiënten. In een tijdsbestek van 30 jaar heeft HIV zich door de ontwikkeling van geneesmiddelen van een dodelijke ziekte ontwikkeld tot een chronische aandoening. In de apotheek maakt de begeleiding van chronische patiënten een belangrijk deel uit van onze dagelijkse werkzaamheden. Anno 2014 betreft het voornamelijk patiënten die lijden aan astma/COPD, hart- en vaatziekten en patiënten met diabetes. Dat wij nu diabetes als een van de grootste chronische aandoeningen kennen hadden we 100 jaar geleden nooit kunnen denken. Nog geen 100 jaar geleden werd de eerste patiënt succesvol behandeld met insuline uit honden en kalveren. Deze patiënt kon na behandeling nog 13 jaar leven. Dat
elkaar in snel tempo op. Mede hierdoor een onderwerp wat steeds opnieuw onze aandacht vraagt om bij te blijven met de literatuur. Er zijn enorme stappen gemaakt met nieuwe middelen waardoor behandelaars ook een betere therapie op maat kunnen geven, afhankelijk van effect of bijwerkingen. Bij polyfarmacie, waar deze patiënten bijna altijd mee te maken hebben, kunnen de vele relevante interacties reden zijn om met de voorschrijvers in overleg te gaan. Inmiddels wordt HIV als chronische ziekte gezien dus dat zorgt ervoor dat bijvoorbeeld door therapieontrouw ook resistentie op
was toen revolutionair. Nu is overleven niet meer de grootste prioriteit voor diabetes patiënten. De nadruk ligt op het optimaliseren van de therapie, het verminderen van bijwerkingen en het begeleiden van de patiënt aangepast op zijn persoonlijke situatie en wensen. De ontwikkelingen in de farmacie maken dat het werkveld van de openbare apotheker steeds breder wordt. Mensen worden ouder. Aandoeningen waarvan we dat nooit dachten worden chronisch ziektes. Zware langdurige behandelingen worden vervangen door orale therapie waarbij de openbaar apotheker de medicatiebegeleiding verzorgt. Daarom is het belangrijk dat wij als openbaar apothekers investeren in de medicatiebegeleiding van chronische patiënten. Wij staan letterlijk en figuurlijk dichtbij de patiënt en werken nauw samen met de huisarts en thuiszorg. Dat maakt ons bij uitstek geschikt om patiënten te begeleiden bij hun geneesmiddelgebruik. Waar nu de focus ligt op astma/COPD, hart- en vaatziekten en diabetes zou dat over een aantal jaar weleens flink uitgebreid kunnen zijn met bijvoorbeeld HIV, en wie weet, wellicht ebola? < Elaine ten Berge Voorzitter VJA
de loer ligt. Denk ook eens na over de mogelijkheid om deze patiënten een keer uit te nodigen voor een gesprek. Enig idee hoeveel HIV-patiënten je hebt < in jou apotheek? Ken je populatie. David, Marianne en Thomas Redactie Jonge Apotheker
De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3 - 3
EVEN voorstellen Reco's Drenthe/Overijssel Judith Altena & Susanne van der Linde
Beste collega’s, Vanaf juli 2014 hebben wij, Judith en Susanne, het RECO-schap van Miriam en Lilian overgenomen. In onze mooie, uitgestrekte regio Drenthe/ Overijssel (en sinds kort ook Gelderland) hebben zij de afgelopen jaren veel leuke activiteiten georganiseerd. Wat betreft nascholingen zijn we zelfs een van de actiefste regio’s geworden. Wij gaan ons uiterste best doen om dit zo te houden! Tijd om ons even kort voor te stellen. Beide hebben we in Groningen gewoond en gestudeerd. Susanne woont sinds de jaarwisseling weer dichtbij haar roots in Meppel. In 2013 heeft ze de registratie-opleiding afgerond bij apotheek Gezondheidshuis 4 - De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3
in Zwolle, waar ze nu nog steeds met veel plezier werkt. Het is een gezondheidscentrum waar verschillende disciplines goed samenwerken. Naast het werk gaat ze graag paardrijden, buiten sporten, op vakantie, een hapje of borrel doen in de stad of bij vrienden, of lekker in de tuin werken. Judith woont sinds kort in Ommen. Ze is direct na haar studie begonnen met werken bij Service Apotheek de Wetering, waar ze vorig jaar haar registratie-opleiding heeft voltooid. Apotheek de Wetering vormt een maatschap van vier apotheken in Kampen en IJsselmuiden (Apothekers Combinatie IJsselmond) en heeft daarnaast een eigen baxterbedrijf. Naast het werk gaat ze graag hardlopen, schaatsen, op vakantie en houdt ze ervan om leuke dingen te doen met vrienden en familie.
Liever ontmoeten we jullie natuurlijk op een van de activiteiten in onze regio. We zijn van plan om nuttige (liefst geaccrediteerde) nascholingen te combineren met gezellige etentjes en/of borrels. Meestal zal dit in de buurt van Deventer zijn, zodat de reisafstand voor iedereen te overzien is. We houden jullie op de hoogte via de mail. We vinden het belangrijk en gezellig om in contact te blijven met andere jonge apothekers! Jullie ideeën en/of suggesties zijn altijd van harte welkom. Hopelijk tot ziens! Judith Altena Susanne van der Linde
<
HIV
Klaar voor de start Medicatiebegeleiding bij patiënten met HIV Door Willemien Dorama, verpleegkundig consulent Afdeling Infectieziekten LUMC, Leiden
Therapietrouw Spreek je over HIV-behandeling dan spreek je al gauw ook over therapietrouw. Volgens een inmiddels oud onderzoek is de HIV-behandeling alleen succesvol als meer dan 95% van de medicatie ingenomen wordt volgens voorschrift.1 Het ligt voor de hand te denken dat het percentage voor de huidige generatie HIV-medicijnen lager ligt. Dat het lang niet altijd zo simpel is zie ik in de dagelijkse praktijk van mijn werk als HIV-verpleegkundige. De medicatiebegeleiding bij HIV heeft daarom als voornaamste doel het bevorderen van therapietrouw en het monitoren van bijwerkingen. Hierbij hebben HIV-verpleegkundigen in Nederland een belangrijke rol. In de begeleiding die ik aan patiënten geef kunnen grofweg drie fasen onderscheiden worden, de voorbereiding, de start en de evaluatie van de behandeling. Het verschilt van patiënt tot patiënt hoe intensief de begeleiding in elke fase is. Aan de hand van een fictieve patiënt, Jan, zal ik beschrijven welke aandachtpunten elke fase zou kunnen hebben. Voorbereiding De voorbereiding op de behandeling begint al bij de eerste kennismaking met een nieuwe patiënt. In de verpleegkundige anamnese vraag ik naar zaken als medicijngebruik, drugsgebruik, zwangerschapswens, leefstijl en omstandigheden en werk. Deze infor-
1 Paterson DL, Swindells S, Mohr J, et al. Adherence to protease inhibitor therapy and outcomes in patients with HIV infection. Ann Intern Med. 2000;133(1):21-30.
matie is relevant voor de behandeling, bijvoorbeeld met betrekking tot starten met medicatie, de interacties en de medicatiekeuze. Jan is een homoseksuele man afkomstig uit Polen. Hij studeert en werkt hier. Met een aantal Poolse medestudenten woont hij in één appartement. Zij weten niet dat hij HIV heeft en hij wil ook niet dat ze het te weten komen. Hij is bang voor hun reacties, bang om uitgesloten te worden en bang dat zij het doorvertellen aan bekenden. Jan gebruikt soms St. Janskruid en vrijwel dagelijks antacida. Net als vrij veel van mijn patiënten gebruikt hij ook drugs, XTC en cocaïne, met name in de weekenden.
'Jan zegt op te zien tegen het beginnen met medicijnen. Hij is bang dat het niet lukt om dagelijks pillen te slikken en bang voor de eventuele bijwerkingen.'
Jan zegt op te zien tegen het beginnen met medicijnen. Hij is bang dat het niet lukt om dagelijks pillen te slikken en bang voor de eventuele bijwerkingen. Verder denkt hij dat het dagelijks innemen van medicijnen een steeds terugkerende confrontatie met HIV zal zijn, iets waaraan hij liefst niet elke dag herinnerd wil worden. Ik bespreek met Jan dus zijn aarzelingen en bedenkingen en geef veel informatie over de mogelijke behandelingen en bijwerkingen. Na een paar maanden is Jan er
klaar. Wel maakt hij zich zorgen dat hij af en toe de medicijnen zal gaan vergeten. We spreken af dat hij twee weken gaat ‘proefslikken’. Met vitaminetabletten gaat hij oefenen om dagelijks en op tijd pillen in te nemen. Na twee weken komt hij terug. Met behulp van het alarm op zijn mobiele telefoon is het gelukt om elke dag de vitaminepillen te nemen. Ander punt van aandacht is zijn thuissituatie. Alle huisgenoten delen één woonkamer waar ze vaak met elkaar zijn en ook samen eten. Omdat Jan niet wil dat zij te weten komen dat hij HIV heeft wil hij zijn pillen buiten het zicht van huisgenoten innemen. Hij heeft gemerkt dat het innemen van de medicatie rond 23 uur voor hem het prettigst is, omdat niemand het dan ziet. Wat betreft de keuze van de medicatie zijn er een paar belangrijke punten. Hij werkt naast zijn studie als nachtportier. Een van de vaak gebruikte medicijnen voor HIV, Atripla® dat efavirenz bevat, heeft duizeligheidsklachten en slaapstoornissen als veel voorkomende bijwerking. Om die reden wordt geadviseerd deze medicatie voor het slapen gaan in te nemen. Mensen die ook 's nachts werken kunnen veel last hebben van deze bijwerking en moeite om hun werk goed uit te oefenen. Ander punt is het drugsgebruik. Hij gebruikt geregeld XTC en cocaïne. Er zijn interacties tussen de HIV-medicatie en deze drugs. Jan slikt verder dagelijks antacida en af en toe St. Janskruid. Het gebruik van St. Janskruid naast HIVmedicatie is niet mogelijk omdat het > De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3 - 5
de spiegels van HIV-medicatie ernstig kan verlagen met suboptimale spiegels als gevolg. Ook het gebruik van een protonpompremmer bij bijvoorbeeld Eviplera®, dat rilpivirine bevat, zorgt voor verlaging van de rilpivirinespiegel en kan daarom niet gecombineerd worden. Het gelijktijdig gebruik van dolutegravir, binnenkort op de Nederlandse markt, en antacida met aluminium en magnesium geeft een verlaging van de dolutegravirspiegel door complexvorming.2 Start Als patiënten gaan starten instrueer ik hen hoe de medicijnen moeten worden ingenomen, wat te doen bij overgeven, diarree of vergeten in te nemen en hoeveel marge er is rond innametijd. Overigens is de marge afhankelijk van het aantal innamemomenten per dag maar maximaal 2 uur.3 De meest voorkomende bijwerkingen neem ik door en leg uit hoe te handelen als ze denken last te hebben van een bijwerking. Ik vertel ze over mogelijke interacties met andere medicijnen, kruidenmiddelen en drugs en dat ze contact op moeten nemen als ze een nieuw middel gaan slikken en twijfelen of dat samen kan met de HIV-medicatie. Ik laat de pillen zien en geef folders mee over de specifieke medicijnen. Verder geef ik iedereen een medicijnkaart mee met daarop de pillen bij naam, de innametijd en onze contactgegevens met daarbij het dringend advies altijd te bellen als er vragen of problemen zijn. Jan heeft besloten te willen starten met een eenvoudig regime van één combinatiepil per dag. Hij weet dat deze pil onder andere duizeligheid en slaapstoornissen als bijwerking kan hebben en dat dat lastig kan zijn in combinatie met zijn nachtwerk.
2 http://www.HIV-druginteractions.org/ 3 Informatieblad Adviezen m.b.t. inname HIV medicatie, UMC St Radboud Apotheek/KlinischeFarmacie Auteur: David Burger Beheerder: David Burger Opsteldatum: 4-10-2008 Datum laatste wijziging: 25-06-2012 6 - De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3
Vanwege de eenvoud wil hij het toch proberen. Omdat hij nu een paar weken niet hoeft te werken kan hij ervaren hoe het gaat met eventuele bijwerkingen. We bespreken verder het gebruik van drugs in combinatie met zijn HIV-medicatie. Door deze medicatie kan de hoeveelheid XTC en cocaïne in het bloed toenemen met als mogelijk gevolg een overdosering. Omdat hij ze toch wil blijven gebruiken adviseer ik hem een lagere dosering dan voorheen te nemen. Met het gebruik van St. Janskruid moet Jan stoppen. Ik leg hem uit waarom en bespreek met hem de mogelijke alternatieven. De antacida kan hij naast déze HIV-medicatie blijven gebruiken. Bij het overhandigen van het recept vraagt Jan of hij de medicatie bij elke apotheek kan halen. In de apotheek waar hij vaker komt werkt de vriendin van een van zijn huisgenoten. Vragen over apotheken en privacy krijg ik vaak. Patiënten zijn er niet altijd gerust op dat hun privacy gerespecteerd wordt. Om die reden kiezen zij soms voor een andere apotheek. Voor de medicatiebewaking is dat niet optimaal en dat leg ik patiënten altijd uit. Evaluatie Direct na het starten is er regelmatig contact met patiënten per telefoon en op de polikliniek. Het is niet alleen belangrijk om het effect van de medicatie te evalueren maar vooral ook om te horen hoe het gaat met de medicijnen. Op de langere termijn, als alles stabiel is rond de behandeling zijn de contacten veel minder frequent. De meeste patiënten komen 2-3 keer per jaar voor controle. Naast bloedonderzoek ter controle van de werking en bijwerkingen van de medicijnen komt in het gesprek weer het medicijngebruik aan de orde. Bij twijfel aan het volgens voorschrift innemen laat ik patiënten de pillen die ze slikken aanwijzen en vertellen hoeveel, hoe en wanneer ze het slikken. Dat is inzichtelijk en er komen soms hele verrassende dingen uit die het nodig kunnen maken om nog eens de medicatie instructie te herhalen. Bij veranderingen in leefomstan-
digheden, gezondheid, werk, financiën enzovoort kan het verder zo zijn dat de ooit gekozen medicatie helemaal niet meer optimaal is en dat gekeken moet worden naar alternatieven. Jan doet het ondertussen goed op zijn cART. Hij is de eerste dagen duizelig geweest maar dat is na een week overgegaan. Hij slaapt goed en voelt zich heel goed. Hij is zijn medicatie nog nooit vergeten maar het alarm gebruikt hij nog wel. Voor het slapen gaan innemen bevalt goed. Hij is na 3 weken weer `s nachts aan het werk gegaan. De 1e nacht werken was even lastig omdat hij een uur na inname van de pillen, juist toen zijn dienst begon, een beetje raar in zijn hoofd werd. Omdat dat na een uur weer over was neemt hij zijn pil nu twee uur eerder als hij moet werken. De klachten zijn dan al over als de dienst begint. Ik heb hierboven geprobeerd mijn rol als HIV-verpleegkundige bij de medicatiebegeleiding te illustreren. Uiteraard is de zorg rondom de medicatie een multidisciplinaire zaak van zowel de HIV-behandelaar, de HIV-verpleegkundige en de apotheker. Dat betekent dat er ook overlap kan zijn met het werk en de rol van die verschillende disciplines. Zolang zij elkaar niet tegenspreken is dat volgens mij geen probleem. Helaas is er af en toe verwarring rond het medicijngebruik en dat moet natuurlijk voorkomen worden. De samenwerking kan dus beter en daarom zou er vaker contact moeten zijn tussen de disciplines. Mijn ervaring is dat de meeste apotheken goed bereikbaar zijn en altijd open staan voor overleg. Ik denk dat ook HIV-verpleegkundigen meestal goed en laagdrempelig bereikbaar zijn voor overleg. Voor het welslagen van de behandeling zou ik er daarom voor willen pleiten dat de betrokken partijen, artsen, verpleegkundigen en apothekers meer met elkaar meedenken, elkaar bellen en overleggen; in het belang van de patiënt met HIV. <
HIV
Zorgverbetering voor hiv-patiënten Van generalist naar specialist met geïntegreerde zorg ‘Zorgverlening op maat voor de individuele patiënt’ is een veelgehoorde oproep aan de zorgsector. Dit sluit aan bij de toenemende en complexer wordende zorgvraag. Tegelijkertijd neemt ook de werkdruk in de zorg toe. Hoe om te gaan met dit dilemma? Door centralisatie en specialisatie van farmaceutische zorg kan er meer mogelijkheid gecreëerd worden om individuele zorg aan te bieden. Dit idee wordt ondersteund door resultaten van mijn onderzoek, waarvoor ik me in het kader van de masteropleiding farmacie 7 maanden lang gericht heb op onderzoek naar de HIV-populatie. Op dit moment ben ik bezig met de afronding van het onderzoek. Het uiteindelijke rapport brengt de apotheekgerelateerde zorgbehoeften van de HIV-populatie in kaart. De verkregen resultaten leiden tot aanbevelingen waardoor de HIV-zorg in de eerste lijn verbeterd kan worden. Onderzoek Vanwege het feit dat mensen met HIV steeds ouder worden door de beschikbaarheid van effectieve anti-retrovirale therapie, is de vraag opgekomen of deze patiëntengroep specifieke geïndividualiseerde zorg nodig heeft in de eerstelijnszorg. Hoewel de `hiv-behandeling als gespecialiseerde zorg wordt aangeboden in aangewezen behandelcentra, is de medicatieverstrekking
verspreid over openbare apotheken. Doordat het aantal patiënten op apotheekniveau vaak laag is, heeft HIVzorg niet voor elke apotheker prioriteit. Dit terwijl de patiëntpopulatie relatief kwetsbaar is, door een verhoogde kans op co-morbiditeiten en interacties. Daarnaast is therapietrouw vanwege het risico op resistentie-ontwikkeling uitermate belangrijk. Het is daarom de vraag of deze patiënten andere zorg nodig hebben om een juist geneesmiddelgebruik te bevorderen. Het onderzoek heeft als doel verbetermogelijkheden binnen de HIV-populatie in de openbare apotheek te identificeren, waarbij gekeken is naar 2 aandachtsgebieden: (1) Apotheekgerichte service • Privacy • Informatievoorziening • Verstrekking/distributie • Beschikbaarheid medicatie (2) Inhoudelijke verbeteringen van de medicamenteuze behandeling • Kennisvergroting over combination Antiretroviral Therapy (cART) • Co-morbiditeiten • Bijwerkingen • Interacties • Therapietrouw
Naast de beschikbaarheid over geanonimiseerde verstrekkinggegevens van de HIV-populatie, had ik de mogelijkheid om medicatiereviews uit te voeren bij HIV-patiënten in pilotapotheken in Amsterdam. Tevens hebben alle HIV-patiënten in deze pilotapotheken een enquête ontvangen waarmee hun servicebehoeften getoetst werden. Door interviews met diverse professionals die dagelijks te maken hebben met HIV-zorg in Amsterdam, Utrecht en Nijmegen, is ook gekeken naar hun visie op een andere rol van de apotheker bij de behandeling van HIV-patiënten. < Bastiaan Sallevelt
Tijdens het KNMP congres wordt deze toekomstvisie gepresenteerd in de ontbijtsessie, aanvang 8.30 uur. Kijk snel op de website voor alle andere interessante lezingen en workshops." www.knmp.nl/over-de-knmp/ knmp-najaarscongres-2014/ knmp-najaarscongres-2014breinbrekers
Mediq Apotheken Nederland heeft mij een platform geboden om dit onderzoek uit te voeren. De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3 - 7
3D Human Anatomy Atlas
MedCalc
Argosy Publishing
Mathias Tschopp & Pascal Pfiffner
Ulf Glendor
• € 22,78 / € 21,99
• Gratis
• € 2,69
• Android / iOS
• Android / iOS
• Android / iOS
Dental Trauma
tandarts Dennis Webhofer
chirurg Marlies Schijven
huisarts Bart Timmers
“De apps die u volgens uw collega’s niet mag missen.”
Smartphones, tablets, apps spelen een steeds belangrijkere rol binnen de zorg. Toch maakt een grote groep zorgprofessionals nog geen gebruik van de mogelijkheden. En dit terwijl de potentie eindeloos is en de onomkeerbaarheid van mobile health vastgesteld lijkt. Speciaal om u op weg te helpen in het aanbod van apps in verschillende vakgebieden in de zorg, stelden wij een handige gids op zakformaat samen. Daarbij dankbaar gebruikmakend van de kennis en ervaring van de ‘Mobile Doctors’ voorlopers op het gebied van mHealth.
In deze Arts en Apps Gids: • De beste van de Health App Award 2014. • Hoe kiest u een app? 10 tips van Erich Taubert, uroloog en app-ontwikkelaar. • Broodnodige info over de Veiligheid & privacy binnen apps. • Top 3 apps voor de huisarts, chirurg, verloskundige, tandarts, fysiotherapeut, diëtist en spoedeisende-hulpverlener.
Aanbevolen door
Arts en Apps Gids ontvangen?
Ga naar www.vvaamobiel.nl/artsenappsgids en ontvang kostenloos deze gids.
APO PRO STOP- statine-therapie optimalisatie en patientenzorg project Je bent Apotheker In Opleiding tot Specialist en je intervenieert in iets… zet een STOP-project op. Dit project is gedaan in het kader van de opleiding tot openbaar apotheker specialist is een van de onderdelen het zogenaamde registratieproject. ‘Project’ is eigenlijk niet het goede woord voor dit onderdeel van de specialisatie. Het is namelijk niet de bedoeling dat je na deze fase weer met de gehele apotheek terugvalt in de oude gewoontes en werkwijzen. Een structurele wijziging is dus het devies. En om dat te kunnen bewerkstelligen, zijn je team en je artsen onmisbaar. Zonder hun motivatie en inzet kun je de beste bedoelingen hebben, maar komt er niets van de grond. Ikzelf heb een van de indicatoren genomen om deze projectmatig EN structureel aan te pakken. Ons (verkorte) doel was het aantal gebruikers van 10 of 20 mg pravastatine en simvastatine met een indicatie voor statines volgens
de richtlijn cardiovasculair risicomanagement, te reduceren met 30% in 4 maanden tijd. Ook wilden we bij minstens 80% van de eerste uitgiften pravastatine of simvastatine starten met minstens 40 mg. Het projectmatige onderdeel zat in de grote doelstelling: gesprekken met huisartsen, POH’ers instrueren, incorporatie in het FTO, en natuurlijk instructie aan het apotheekteam zelf. En als alle chronische gebruikers eenmaal de optimale dosering statines hebben, is het relatief weinig extra moeite om bij een eerste uitgifte standaard 40mg af te leveren; zie hier de structurele component. Tijdens de 6 maanden dat dit onderdeel heeft geduurd, heb ik veel extra kennis en ervaring opgedaan op het gebied van samenwerken, projectmatig een probleem aanpakken, communiceren met groepsgenoten en andere zorgverleners en evaluatie en rapportage van dit project. Lastig vond ik het om de artsen en POH’ers op tijd in actie te krijgen. Dagelijkse druktes, spoedgevallen tussendoor en vakanties zijn wat dat betreft niet de fijnste omstan-
digheden voor een project en hebben bijgedragen aan vertraging. Daarentegen verliep het samenwerken goed en hebben we het projectverslag tot een goed einde gebracht. < Renske Hebing Tips om het Tips om het registratieregistratieproject project succesvol te succesvol te maken maken: > Overleg met je ApOP welk onderwerp het beste bij jou, de apotheek en de populatie past. > Maak je onderwerp niet te breed en specificeer je doelstelling. > Zorg voor goede afspraken met je groep, je begeleider en de andere zorgverleners die je nodig hebt voor je project. > Kies een onderwerp waar je 6 maanden met veel energie en motivatie aan kunt werken.
De overdraagbaren
De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3 - 9
Apo Auto Een rubriek waarin automobielen met karakter voorbij komen. Mocht je een karakteristieke auto hebben of iemand kennen die er een heeft, stuur dan de redactie een bericht.
Ben Maijstré | Chevrolet Aveo
1. Wat was je eerste auto? Mijn eerste auto was een Ford Ka, deze deelde ik met mijn moeder. Mijn hoofd kwam net niet tegen het dak als ik goed ging zitten. Best een leuk autootje, al had ik vaak het idee dat ik in een opgevoerde kart zat. 2. Welke auto zou je rijden als je hem gratis mocht uitzoeken? Een auto is voor mij een gebruiksvoorwerp, waaraan ik niet te veel waarde hecht. Hij moet me brengen van A naar B. Ik heb dan ook liever geen auto van de duurdere merken, maar een auto met handige accessoires die het rijplezier vergroten. 10 - De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3
3. Wat was jouw leukste ervaring in de auto? Dat was de eerste keer dat ik zelf naar Zuid-Spanje reed. Ik had net twee maanden m’n rijbewijs. Ik reed in een oude Opel Kadet volgeladen met zooi de Autoroute du Soleil op, de radio speelde de trilogie van Acda en de Munnik. Op de heenweg had de auto een topsnelheid van 115 km/uur, op de terugweg 135 km/uur (bergaf). 4. Wat vind je de lelijkste auto die er rondrijdt? Ik kan het niet anders dan eens zijn met de vorige persoon die dit heeft in gevuld, de Fiat Multipla is gewoon
de lelijkste auto die ze ooit hebben toegelaten op de weg. 5. Laat één vraag vervallen en bedenk een nieuwe vraag. Vraag 4, aangezien dit geen discussiepunt kan zijn. De nieuwe vraag luidt: wat is je grootste verkeersblunder?
<
Deze keer een bijdrage van Leon Doorduijn
DJAIDA
De Jonge Apotheker in de Apotheek
In de rubriek DJAIDA vertelt een jonge apotheker over zijn of haar ervaringen in de openbare apotheek. Wie ben je? Ik ben Leon Doorduijn, 26 jaar, afgestudeerd en woonachtig in Utrecht. Ik speel waterpolo en in de zomermaanden doe ik aan wielrennen en hardlopen. Hoe lang werk je nu en waarom in de openbare farmacie? Ik ben inmiddels vijf maanden werkzaam als tweede apotheker in Mediq apotheek Wester te Amsterdam. Ik heb gekozen voor de openbare farmacie omdat ik heb gemerkt dat ik de veranderingen en huidige problemen waarmee de openbare farmacie te maken heeft gekregen, interessant vind. Er zijn de laatste jaren erg veel ingrijpende veranderingen geweest, waardoor het noodzakelijk is geworden om de werkwijze en visie binnen de openbare farmacie te gaan herstructureren. Hoe kwam je terecht op je huidige werkplek? Tijdens mijn stages ben ik al in contact gekomen met mijn huidige werkplekken, het hoofdkantoor en de Wester Apotheek in Amsterdam. Tijdens mijn onderzoeksproject en de hoofdstage openbare farmacie kwam ik in contact met het bedrijf Mediq. Op het hoofdkantoor heb ik mij bezig gehouden met het programma Geïntegreerde Farmaceutische Zorg en dit heb ik kunnen continuëren in mijn hoofdstage. Daarbij kon ik meteen de vertaalslag maken van de ideeën die worden gevormd op
een hoofdkantoor, naar de uitvoerbaarheid op de werkvloer. In die periode heb ik gemerkt dat hier mijn interesse lag, en ik heb toen al vrij snel aangegeven dat ik hiermee verder wilde gaan. Het feit dat ik als tweede apotheker de kans heb om ook werkzaam en betrokken te blijven bij de projecten en programma's die worden gelanceerd vanuit de afdeling Zorg, maakt voor mij dat deze functie erg speciaal is.
Ik denk dat de universiteit in veel opzichten nog ver weg staat van de dagelijkse gang van zaken in veel apotheken.'
Zijn er voor jou grote verschillen met de universiteit? Ik denk dat de universiteit in veel opzichten nog ver weg staat van de dagelijkse gang van zaken in veel apotheken. Dit betekent echter niet dat de manier van werken en de manier van opleiden geen goed beeld geeft van wat een apotheker in de huidige maatschappij zou moeten zijn. Het geeft wel aan dat er misschien op de universiteit nog te weinig wordt geaccentueerd dat je als jonge farmaceut goed moet
bedenken hoe je al je opgedane kennis wilt gaan toepassen in de praktijk. Ik merk om mij heen dat veel mensen toch nog in stigma's vervallen als het gaat om hun kijk op de openbare farmacie. Wat brengt de toekomst jou? Ik heb er voor gekozen om te gaan registreren. Dit registratietraject gaat beginnen in september en is voor de komende twee jaar een doel op zich. Over de periode daarna heb ik nog geen goed beeld. Misschien bevalt het zo goed dat ik wil gaan beheren. Ik merk dat ik het belangrijk vind om werk in de apotheek te combineren met werk op overzichtsniveau. Het sturen van en meedenken in zorgprojecten trekt me, maar het lijkt me ook leuk om me eens met iets geheel nieuws bezig te houden tegen die tijd. <
De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3 - 11
HIV
Farmacokinetiek Stribild
®
Onderzocht door Mieke de Hoon en Pauline Bollen, AIOS en ziekenhuisfarmacie, ZiekenhuisApotheek Midden-Brabant en Radboud UMC.
Voor onze opleiding tot ziekenhuisapotheker voeren wij een registratieonderzoek uit naar de nieuwe HIVmiddelen Elvitegravir en Dolutegravir. Integraseremmer Stribild is een nieuw middel in de strijd tegen HIV. Het is een van de weinige single-dose single-tablet regimes die momenteel beschikbaar zijn. Een eenmaaldaagse inname van een tablet Stribild bevat met elvitegravir, cobicistat, emtricitabine en tenofovir een complete cART (combined AntiRetroviral Therapy). Elvitegravir is een nieuwe integraseremmer en cobicistat is een booster (CYP3A4-remmer) zonder antiretrovirale werking. Emtricitabine en tenofovir zijn NRTI’s, reverse transcriptase remmers nucloeside-analoga.
positief geladen ionen. Uit onderzoek is gebleken dat gelijktijdige inname van elvitegravir met antacida een verlaging geeft van de Cmax en de AUC. Dit effect wordt niet gezien bij gelijktijdige inname met omeprazol, wat het aannemelijk maakt dat de verminderde biologische beschikbaarheid niet door een stijging van de pH maar door binding aan cationen wordt veroorzaakt. Daarnaast is bij andere HIV-middelen, zoals lopinavir, ritonavir en atripla (efavirenz, tenofovir en emtricitabine) aangetoond dat het vermalen van een dergelijk middel invloed kan hebben op de bio-equivalentie.
'De biologische beschikbaarheid van elvitegravir wordt sterk
Kinetiek Stribild is een grote tablet en kan slikproblemen veroorzaken. Daarnaast kunnen HIV-patiënten als gevolg van opportunistische infecties op de intensive care terecht komen en medicatie en voeding via de sonde toegediend krijgen, hierbij ontstaan een aantal vragen. De biologische beschikbaarheid van elvitegravir wordt sterk verhoogd door inname in combinatie met voedsel. Zo stijgt de AUC 34% na inname met voedsel (373kcal) ten opzichte van inname op de nuchtere maag, na inname van een calorierijke maaltijd (800kcal) kan de AUC zelfs met 87% stijgen. Daarnaast is er ook een mogelijke interactie tussen elvitegravir en cationen, op basis van de structuurformule kan binding verwacht worden aan 12 - De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3
verhoogd door inname in combinatie met voedsel.'
Onderzoek Daarom ga ik in het kader van mijn registratieonderzoek kijken of bioequivalentie aangetoond kan worden na de inname van een hele tablet in vergelijking met de inname van een vermalen tablet. De inname van de hele tablet en de vermalen tablet zal voorafgegaan worden door een ontbijt van ongeveer 360kcal. Daarnaast zullen de deelnemers ook een vermalen tablet in combinatie met sondevoeding krijgen, dit om aan te tonen dat er geen binding plaatsvindt aan sondevoeding waardoor de biologische beschikbaar-
heid van elvitegravir wordt verminderd. Dit zal gedaan worden als cross-over bio-equivalentie studie in gezonde vrijwilligers.
Nieuwe integraseremmers In januari 2014 is een derde integraseremmer, namelijk dolutegravir, geregistreerd voor de behandeling van HIV. Het voordeel van dolutegravir is dat het geen booster nodig heeft en eenmaal daags gedoseerd kan worden. Daarnaast is dolutegravir een effectief middel gebleken met een lage kans op het ontwikkelen van resistentie en is het bijwerkingenprofiel mild. Ook veroorzaakt dolutegravir zelf weinig interacties, in tegenstelling tot vele andere anti-retrovirale middelen. cART met daarin dolutegravir is in combinatie met verschillende HIVremmers onderzocht. De middelen in deze combinatie vertonen allen een relatief mild bijwerkingenprofiel. Doordat dit regime geen booster bevat geeft het minder aanleiding tot interacties. Uit eerdere studies is gebleken dat atazanavir ongeboost even effectief is als geboost atazanavir en ingezet kan worden bij patiënten waarbij het virus reeds onderdrukt is (HIV-RNA<50k/ml).
Column Ralph de Backer
Open brief aan nieuwe voorzitter KNMP
Chronische aandoening HIV is de afgelopen jaren veranderd van een levensbedreigende ziekte in een meer chronische aandoening. De patiënt is dus levenslang aangewezen op het gebruik van cART. Het kan voorkomen dat er van behandelingsregime geswitcht moet worden, vanwege het optreden van bijwerkingen.
'Zo kan tenofovir nierfunctiestoornissen en osteoporose veroorzaken en kan efavirenz neuropsychiatrische bijwerkingen geven.' Zo kan tenofovir nierfunctiestoornissen en osteoporose veroorzaken en kan efavirenz neuropsychiatrische bijwerkingen geven. Ook kan switchen nodig zijn vanwege interacties met co-medicatie. In mijn registratieonderzoek ga ik de farmacokinetiek van de middelen in deze combinatie onderzoeken bij een kleine groep HIV-patiënten. Daarnaast wordt gekeken naar de effectiviteit van deze combinatie op de korte termijn. Op deze manier kan aangetoond worden dat dit regime veilig gebruikt kan worden als alternatief regime voor de behandeling van HIV bij uitgebreid voorbehandelde patiënten met een HIV-RNA < 50 k/ml die naar een ander regime willen switchen vanwege bijwerkingen. <
Geachte heer of mevrouw de voorzitter, Op dit moment is uw naam bij het grootste deel van de vereniging die u afvaardigt nog onbekend. Laat ik vooropstellen dat ik zeer nieuwsgierig ben naar de persoon die bereid is deze last te torsen. Nogal onverwacht staat u nu voor de taak om de vereniging en het vak verder te loodsen, ik benijd u niet eerlijk gezegd. Niet alleen omdat het vak inhoudelijk zwaar is, dat weet u ook wel (ik ga ervanuit dat u een apotheker bent). Nee, er is natuurlijk ook altijd een groepje critici die zich – met name, maar niet uitsluitend – ophouden op de diverse internetfora om uw beleid neer te sabelen. Dat ze daarbij separatistische neigingen vertonen, zal u ook niet ontgaan. Eigenlijk is dat één van de redenen om u in zo’n vroeg stadium al te schrijven; de versplintering van de beroepsgroep. Weet u, we missen bij de KNMP wel eens de ogenschijnlijk wil om bepaalde partijen het mes op de keel te zetten. Daar zijn we sowieso niet zo goed in, maar diverse subgroeperingen – de één wat officiëler dan de ander – maken juist dat de eendracht nog verder te zoeken is. En eendracht maakt macht, zo wisten ze al in het oude Rome. Ziet u daar een taak voor uzelf weggelegd? Het aantal te slijpen messen is volgens mij lastig te overzien. Veel is er te doen over het Begeleidingsgesprek Nieuw Geneesmiddel (BNG) en aanverwante pogingen tot transparantie. Als het
allemaal inzichtelijk en transparant gebeurd, moeten we dan niet de receptregelvergoeding en de prijs van het geneesmiddel ontkoppelen op de facturatie aan de zorgverzekeraars? En zou het niet netjes zijn dat BNG’s, receptregelvergoedingen en prestaties (zoals bij opname, ontslag en polikliniekbezoek) vrij worden gesteld van het eigen risico? Eigenlijk is het wel bijzonder te noemen dat dit nog niet het geval is. Immers een bezoekje aan de huisarts, hoe lang, kort of nuttig ook legt geen claim op het eigen risico. Natuurlijk mikken we met al die prestaties en gesprekken op een consulttarief voor de apotheek. Een gesprek binnen de apotheek gaat dan maximaal 10 minuten duren en dat voor een kostprijs die vergelijkbaar is met dat van een huisartsenconsult. Bijzondere verrichtingen – zoals periodieke medicatiebeoordelingen – uitgezonderd. Tot slot wil ik vermelden dat deze brief enkel een persoonlijke verwachting is en niet alles hoeft perse op uw bordje en tijdens uw termijn(en) worden gerealiseerd. Maar ik denk dat iedere apotheker zal onderschrijven dat er proactief iets moet gebeuren en dat sommige partijen eens het vuur aan de schenen moet worden gelegd. Heeft u een tevreden achterban en veranderen de separatisten weer in roependen in de woestijn. Voorop staat dat we als apothekers de krachten moeten bundelen en ook eens transparant gaan toewerken naar hetgeen we volgens diverse visiedocumenten willen bereiken. Proactief – maar niet als olifanten in een porseleinkast – onderhandelen met betrokken partijen, zonder dat dit in achterkamertjes gebeurd en de achterban na maanden van radiostilte ineens hoort wat er bedisseld is. Enige inmenging her en der zou ook wel prettig zijn; tenslotte moeten wij er ook dagelijks mee werken. Ik wens u heel veel sterkte met uw taak als voorzitter en kijk uit naar de vruchten die aan uw beleid zullen ontspringen. < De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3 - 13
14 - De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3
APO ANDERS
‘Wat is er anders aan mijn werk in vergelijking met andere apothekers?’ vraag ik mezelf af tijdens het schrijven van dit stukje. Eigenlijk niet zoveel, of misschien toch wel? Ik ben er nog niet over uit. Feit is wel dat ik een unieke bereidende apotheek werk, namelijk De NatuurApotheek gevestigd in Pijnacker. Na mijn keuzestage ben ik inmiddels alweer twee jaar hier werkzaam. Tijdens die stage ben ik betrokken geweest bij het opstellen van een aantal bijsluiters, in het bijzonder het product Chemo-support. Zoals de naam al doet vermoeden, is dit een product dat naast chemotherapie kan worden gebruikt. Wat me fascineerde aan dit product waren de positieve reacties van patiënten, maar daarnaast ook de mogelijke interacties. Want hoe veilig is dat product nu eigenlijk? Het denken vanuit de reguliere, farmaceutische kant en de kant van de patiënt, samen met de Chinese zienswijze trok mij sterk. Het was erg fijn toen ik gevraagd werd te blijven na mijn stageperiode. Mijn werkzaamheden variëren van receptcontrole tot begeleiden van artsen en/of therapeuten in het voorschrijven, van het uitdenken van bereidingen tot (telefonisch) patiëntencontact en van acquisitie tot Qualified Person (QP). En dat alles onder toeziend oog van zowel
de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) als de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), aangezien plantaardige bestanddelen onder beide regelgevingen kunnen vallen. Dit spanningsveld doet regelmatig interessante discussies opwaaien.
'Het (be)studeren van de werking van kruiden is ontzettend boeiend en vooral dankbaar als je een patiënt geholpen hebt.'
In de apotheek hebben we meer dan 2.000 grondstoffen op voorraad, van zowel Westerse, als Chinese, natuurlijke (bv. thyreoidum), orthomoleculaire en chemische oorsprong (bv. hydrocortison). Voorschriften komen binnen per e-mail, fax, post of telefoon en vervolgens worden ze op maat gemaakt op de productieafdeling. De producten
worden per post ter hand gesteld. Daarnaast hebben we veel telefonisch overleg met voorschrijvers en patiënten uit het hele land en zelfs uit Europa. Ik vind het vooral uitdagend om verbanden te leggen tussen de reguliere farmacie en de kruidengeneeskunde en daarin een goed advies te kunnen geven. Het (be)studeren van de werking van kruiden is ontzettend boeiend en vooral dankbaar als je een patiënt geholpen hebt. Het holistische denken en op maat maken van recepten geeft mij veel voldoening. Daarnaast dienen voorschriften ook in een geschikt farmaceutisch-technisch jasje te worden gestoken, want we hebben het hier wel over farmacie anno 2014 en niet over kruidentuintjes zoals genoemd in de geschiedenisboeken. Dat betekent dat de kwaliteit van de grondstoffen moet worden gecontroleerd en gestandaardiseerd waar mogelijk. Daarnaast moet op een juiste manier worden bereid in een toedieningsvorm die voor de patiënt zo makkelijk mogelijk te gebruiken is. Want ook wij hebben te maken met therapietrouw en patiëntveiligheid, alleen dan met andere grondstoffen. Dus of het nu anders is of niet, kom vooral een keer langs om te kijken, want uniek is het zeker! < Nathalie Beijersbergen De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3 - 15
JA-zeker
Handige tips en weetjes voor de jonge openbare apotheker Aan de informatie in deze rubriek kunnen geen rechten ontleend worden.
Casus: Tramadol Een huisarts schrijft tramadol 50mg eenmaal daags één voor bij een patient met Norvir (ritonavir), Kivexa (abacavir/lamivudine) en Prezista (darunavir). Dit is een herhaling van een recept wat een half jaar geleden is voorgeschreven. Het interactiesignaal geeft “Let op toxiciteit en effectiviteit tramadol”. Huisarts doet IA-signaal af als ‘eerder gehad’!
Tramadol is een substraat voor CYP2D6 en ritonavir is een sterke remmer van hetzelfde enzym. Tramadol werd als pijnstiller gebruikt vóórdat ritonavir in het HIV-regime kwam. De internist was hiervan op de hoogte en monitorde de bloedspiegel. Toch is voor de zekerheid diclofenac voorgesteld omdat dit goed alternatief was voor het type pijn wat deze patient nu ervaarde.
Casus: Sildenafil Een dienstapotheek belt maandag naar de bronapotheek omdat ze een herhaalrecept sildenafil 100mg niet wilden afleveren, de patient is erg boos weggegaan. De 47-jarige man gebruikt Kivexa, Kaletra en Viread. Het interactiesignaal geeft “Gebruik sildenafil maximum 25mg per 48 uur”. De dienstapotheker vraagt zich af óf en hoe het interactiesignaal eerder is afgehandeld?
De man geeft aan dat hij zo nodig een halve tablet, dus 50 mg inneemt. De interactie is eerder met de man besproken, deze geeft aan dat deze zo is ingesteld in samenspraak met de internist. Bovendien is de man groot en flink gebouwd.
Heb je zelf een leuke casus? Deel deze met je jonge collega-apothekers en stuur een e-mail naar een van de redactieleden!
[email protected] 16 - De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3
Als je jezelf als apotheker ervan gewist hebt dat de patiënt de risico’s goed begrijpt, kun je bij sommige interactiesignalen ervoor kiezen om toch tot afleveren over te gaan. Leg de afhandeling wel altijd goed vast zodat duidelijk is dat je een zorgvuldige overweging hebt gemaakt. Andersom heb je de autonomie om niet tot aflevering over te gaan wanneer je er niet achter staat, hoe groot de druk van anderen ook kan zijn. Via www.hiv-druginteractions. org is een website met up-to-date interactietabellen voor alle HIVmedicatie.
HIV Verslag VJA/VAZA avondsymposium HIV Op woensdagavond 2 juli vond het jaarlijkse VJA/VAZA symposium plaats in Oudaen in Utrecht. Het symposium had dit jaar als onderwerp het Human Immunodeficiency Virus. Het avondprogramma bestond uit vier uiteenlopende presentaties gegeven door verschillende specialismen. De moderator van de avond was Rob ter Heine, ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog in het Meander Medisch Centrum in Amersfoort. Introducerend nam hij ons mee door de geschiedenis van de HIV behandeling. Waarschijnlijk is het HIV virus rond 1900 overgesprongen van mensaap naar de mens. Sinds de eerste case reports in 1981 ‘Karposi Sarcoom’ en ‘Pneumocystis Pneumonia’ bij homoseksuele mannen zijn er in de afgelopen 20 jaar veel ontwikkelingen rondom de behandeling van HIV. Het ziektebeeld dat eerder nog de naam ‘Gay Cancer’ of ‘Gay Related Immunodeficiency Disease (GRID)’ kreeg, veranderd in ‘Acquired Immuno Deficiency Syndrome’ (AIDS) en ‘Human Immunodeficiency Virus’ (HIV). AIDS en HIV wordt als veroorzaker van AIDS gevonden. In 1987 komt het eerste middel tegen HIV, Azidothymidine (AZT), op de markt. In 1996 wordt de HAART Highly Active AntiRetoviral Therapy geïntroduceerd. Dit jaar wordt dan ook gezien als “doorbraakjaar” in de geschiedenis van HIV. Resistentie blijkt de hoofdoorzaak van het falen van therapie en hierdoor krijgt “personalized medicine”
een belangrijke rol bij de behandeling van HIV. Er zijn op dit moment 5 klassen middelen beschikbaar die kunnen worden ingezet bij de behandeling van HIV. Door combinatietherapie en “personalized medicine” met nieuwe middelen is een inmiddels bijna normale levensverwachting te bewerkstelligen. De infectie helemaal genezen is helaas op dit moment nog niet mogelijk. Maren Blonk, momenteel werkzaam als ziekenhuisapotheker en onderzoeker in de apotheek van het Radboud Universitair Medisch Centrum in Nijmegen, gaf in vogelvlucht weer hoe belangrijk medicatiebewaking bij dit soort middelen is. Zij benadrukt dat de kennis van de farmacologie van HIV-medicatie belangrijk is. De huidige HIV-combinatietherapie is potent, maar bij suboptimale therapie is de kans op resistentie en/of ernstige bijwerkingen groot. Ook is er bij deze middelen een grote kans op interacties, doordat de meeste HIV-middelen substraat zijn van- en/of het CYP450-systeem beïnvloeden. HIV patiënten worden steeds ouder en de behandeling wordt door co-morbiditeit en co-medicatie steeds complexer. De belangrijkste boodschap is dan ook; wees altijd alert op geneesmiddelinteracties bij gebruik van HIV-medicatie.
Willemien Dorama, werkzaam als verpleegkundig HIV-consulente in het Leids Universitair Medisch centrum liet ons zien welke problemen bij gebruik en verstrekking optreden en wat de aandachtspunten rondom de zwangerschap van een HIV-positieve moeder zijn. Ze is het aanspreekpunt voor apothekers indien er vragen zijn over de patiënten. Ze zal later in het blad een verhelderend beeld geven vanuit de ogen van de HCV/HIV patiënt. De avond werd afgesloten door Joop Arends, werkzaam als internist-infectioloog in het UMC Utrecht met een presentatie over co-infecties bij HIV en de nieuwe ontwikkelingen. Inmiddels is HIV met de huidige combinatietherapie goed te behandelen. Tijdens deze presentatie werd een zijstap gemaakt naar de behandeling van Hepatis C, want inmiddels is HIV goed te behandelen en zal er de komende tijd in de behandeling van Hepatitis C een grote doorbraak plaatsvinden…. Na afloop kon er nog een beetje nagepraat worden onder het genot van een borrel in het café. Al met al was een zeer interessante en geslaagde avond! < M. Florack Poli apotheker, LUMC De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3 - 17
Kwaliteitsvisitaties opleidingsapotheken openbare farmacie De Specialisten Registratie Commissie Openbare Farmacie (SRC-OF) houdt toezicht op de opleiding en op het specialistenregister. De SRC-OF opereert daarin onafhankelijk van de KNMP. Het grootste deel van de vervolgopleiding tot openbaar apotheker vindt plaats in de praktijk. Een goede opleidingsplek is van essentieel belang voor het slagen van de opleiding. Dit is dan ook de reden waarom de commissie halverwege dit jaar start met visitaties van opleidingsapotheken. Opleiding tot openbaar apotheker specialist Doel van de opleiding is basisapothekers op te leiden tot specialisten die hetgeen zij in hun masteropleiding geleerd hebben in de praktijk weten toe te passen in de eerstelijns zorg. In de vervolgopleiding wordt kennis opgedaan en worden vaardigheden geleerd die toegespitst zijn op de individuele patiëntenzorg. De openbaar apotheker specialist kent de voorkeuren van de patiënt, weet daarmee rekening te houden en op basis daarvan zo nodig gemotiveerd af te wijken van richtlijnen. In de vervolgopleiding wordt de toepassing van deze vaardigheden geleerd en getoetst doordat apothekers in opleiding zogenaamde EPA’s (kenmerkende professionele activiteiten) moeten uitvoeren, waarbij de opleider hen vervolgens van feedback voorziet. 18 - De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3
EPA’s kunnen onder meer begeleiding van patiënten bij eerste uitgifte, maar ook functionerings- gesprekken houden met medewerkers of het voorbereiden van een FTO zijn. In de opleiding is aandacht voor de competenties van de openbaar apotheker specialist (canMEDS: communicatie, professionaliteit, maatschappelijk handelen, samenwerking, organisatie, kennis en wetenschap). Na het doorlopen van de opleiding is de apotheker gekwalificeerd met een erkend diploma tot openbaar apotheker specialist. Het spreekt voor zich dat een goed samenspel tussen opleider en apotheker in opleiding belangrijk is. De opleidingsplek is van essentieel belang voor het slagen van de opleiding. Niet iedere openbare apotheek is geschikt als opleidingsapotheek. De SRC-OF erkent opleidingsapotheken aan de hand van de opleidingseisen. Zo mag een apotheker in opleiding niet als gevestigd apotheker werkzaam zijn. Achterliggende gedachte is dat het volgen van een opleiding tot openbaar apotheker specialist en de verantwoordelijkheid, die het gevestigd apothekerschap met zich meebrengt, niet te combineren zijn. Goede begeleiding door de opleider is eveneens onontbeerlijk. Het is dan ook niet voor niets dat de opleider zelf de zogenaamde ApOP opleiding moet hebben gevolgd. De SRC-OF beoordeelt of er sprake is van voldoende begeleiding op de werkplek en hanteert daarbij het criterium
uit het ‘Besluit Opleidingseisen’. De opleider en de apotheker in opleiding dienen dus tenminste 24 uur per week in dezelfde apotheek werkzaam te zijn. Visitaties Of er daadwerkelijk sprake is van een goed opleidingsklimaat blijkt pas als de opleiding van start gaat en de opleider en apotheker in opleiding samen aan de slag zijn. De SRC-OF gaat de kwaliteit van de opleidingsapotheken toetsen aan de hand van visitaties en roept een speciale visitatiecommissie in het leven. Visitatoren zijn geselecteerd aan de hand van competenties als ‘ Gespreksvaardigheden’. De commissie begint met ongeveer 25 aangekondigde visitaties per jaar. Aan de hand van een aantal objectieve criteria zullen opleidingsapotheken geselecteerd worden. De visitaties streven ernaar het opleidingsklimaat te onderzoeken aan de hand van een toetsingskader. Ook affiniteit met KNMP-beleid aangaande opleiding is van belang. Tijdens de visitatie worden onder meer opleider, apotheker in opleiding, apotheekteam en artsen met wie samen gewerkt wordt geïnterviewd. Er wordt een verslag opgesteld aan de hand waarvan eventueel aanbevelingen gedaan kunnen worden door de commissie. < Saskia Coppes Voor meer informatie:
[email protected] Secretaris SRC-OF
Regiocoördinatoren Groningen/Friesland Sylvia Oosting-Eleveld Arnout Janse
[email protected]
Flevoland Zie Amsterdam of Utrecht Haarlem Myrte Sondervan
[email protected]
Amsterdam Matthijs van der Kraats Loek Rappange Lotte Westerink
[email protected]
Groningen
Friesland
Delft/Leiden/Den Haag Sophia Li Lisette Tichleaar
[email protected]
Drenthe
Haarlem
Drenthe/Overijssel Judith Altena Suzanne van der Linde
[email protected]
Overijssel Flevoland Amsterdam
Zeeland/Rotterdam Alexandra Babajeff Myrre Buikema
[email protected] Delft/Leiden /Den Haag
Utrecht
Gelderland
Gelderland Zie Utrecht of Overijssel
Rotterdam
Noord-Brabant Zeeland
Limburg
Limburg Boris Tyndall
[email protected]
Utrecht Iris Beerthuis Heleen Eijsbroek
[email protected]
Noord-Brabant Anke Loeffen Manon Snels
[email protected]
De Jonge Apotheker | 21e jaargang 2014 nr. 3 - 19
Agenda Regioactiviteiten Brabant: 16 okt 2014
Voorstellen nieuwe RECO
Groningen/Friesland 21 okt 2014
Nascholing palliatieve pijnbestrijding
Utrecht 7 nov 2014
Borrel met discussie
Voor een actuele agenda verwijzen wij jullie naar de VJA-website: www.vja.nu
Colofon Redactie
Bestuur VJA
Thomas Aarts tel. 06-14833701 e-mail
[email protected]
Elaine ten Berge | Voorzitter tel. 06-30933142 e-mail
[email protected]
David Groen tel. 06-51997985 e-mail
[email protected]
Madelinde Boot | Secretaris tel. 06-52386652 e-mail
[email protected]
Marianne van Genugten tel. 06-23328139 e-mail
[email protected]
Evert Liem | Penningmeester tel. 06-24947694 e-mail
[email protected]
Redactieadres:
Paul van Bakel | Lid algemene zaken tel. 06-19476257 e-mail
[email protected]
Kring-apotheek Sibilo Pastoor van Muijenweg 17, 1852 EG Heiloo
Vormgeving en opmaak Zwartlicht | www.zwartlicht.nl
Deadline kopij 8 september 2014
Algemeen adres VJA
Mariska van Grinsven | Lid Politieke en Maatschappelijke zaken tel. 06-34416333 e-mail
[email protected] Floor van Leersum | Lid Communicatie tel. 06-14373902 e-mail
[email protected] Renske Hebing | Lid Specialisme tel. 06-10112393 e-mail
[email protected]
Postbus 9272501 CX Den Haag e-mail
[email protected] internet www.vja.nu
Klankbordgroep VJA
Adreswijziging doorgeven
Romy de Groot
[email protected]
De VJA maakt gebruik van de ledenadministratie van de KNMP. Adreswijzigingen kunnen worden doorgegeven via de ledenadministratie van de KNMP. Indien je geen KNMP lid bent, kun je door in te loggen op www.vja.nu jouw adreswijziging doorgeven.
Lid worden? Neem contact op met de secretaris voor een aanmeldingsformulier of ga naar onze website www.vja.nu en vul daar het formulier in.
Kirsten Lubbers
[email protected]
Francien Paalhaar
[email protected] Jan Baltink
[email protected]