Deelnemersreglement incl. Pakket van Eisen Duurzaam Repareren
Versiebeheer: Datum: Auteur: Status:
Duurzaam Repareren Certificeringsjaar 2015 Angelica Gravendijk in opdracht van het College van Deskundigen 1.0
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 1 van 127
Algemeen De eisen die in het kader van het certificaat Duurzaam Repareren worden gesteld dienen onverwijld te worden doorgevoerd, tenzij hiermee inbreuk wordt gedaan op de intrinsieke kwaliteit van de reparatie, de verkeersveiligheid of garantiebepalingen van de autofabrikant. De product aansprakelijkheid van de reparatie kan niet worden verlegd en rust bij de reparateur.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 2 van 127
1. INLEIDING In Nederland rijden ruim zeven miljoen personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen. Daarnaast kennen wij nog de zwaardere bedrijfsvoertuigen (> 3500 kg). Om het voertuigpark mobiel te houden wordt er op professionele wijze aan deze voertuigen onderhoud en reparatie uitgevoerd. Naast het produceren(bouw) van de voertuigen levert dit een extra milieubelasting op met betrekking tot banden, onderhoud/reparatie, glasherstel, schadeherstel en carrosseriebouw. Hier staat tegenover dat er een latent aanbod is van mogelijkheden die milieubesparend zijn zoals, het hergebruik van onderdelen, gebruik van groene middelen zonder milieubelastende bestandsdelen, milieuvriendelijke alternatieven zoals watergedragen lakken, afbreekbare oliën, milieuvriendelijke producten, milieuvriendelijke herstelprocessen en het verantwoord verwerken van afvalstoffen en restmaterialen. Deze initiatieven kennen echter weinig tot geen samenhang. Er kan dus niet gesproken worden van een ‘groen bedrijf’ wanneer al deze initiatieven niet samenkomen. En, als dit al het geval is, dan leidt dit niet tot een onderscheidend vermogen. Immers, ieder bedrijf kan claimen milieuvriendelijk te werken. De certificering van Duurzaam Repareren is een initiatief van de klantmarkt en brengt hier verandering in. Deze marktpartijen (Leasemaatschappijen, fleetowners, wagenparkbeheerders, verzekeraars en de ANWB-Consumentenbelangen) verbonden in het College van Deskundigen hebben in het eisenpakket verwoord wat zij wenselijk achten op dit gebied. De gecertificeerde bedrijven voldoen aan deze markteisen. Duurzaam Repareren is slechts het vehikel waar de marktpartijen samenkomen en het secretaris is de penvoerder. Verder zijn de collega’s binnen Duurzaam Repareren continue bezig met het vergroten van de vraagkant (marktpartijen) en de aanbodkant (gecertificeerde bedrijven).
2. CONTEXT Dit document heeft tot doel uiteen te zetten welke gedragsregels/eisen gelden voor de deelnemers om in aanmerking te komen voor een certificering als duurzaam bedrijf. Daarnaast wordt in het reglement uiteengezet wat de procedure van toe- en uittreding is, hoe de verrekening van kosten plaatsvindt, welke rechten ontleend kunnen worden aan een certificering en op welke wijze gecertificeerde bedrijven kenbaar gemaakt worden. Tot slot worden de procedures voor wijziging van diverse afspraken en normen toegelicht.
3. COLLEGE VAN DESKUNDIGEN Duurzaam Repareren kent een College van Deskundigen die verantwoordelijke is voor het technische beheer van de normering (Pakket van Eisen). Het College van Deskundigen (CvD) is een afdronk van alle stakeholders in de certificeringsopzet en haar deelnemers bezitten relevante inhoudelijke kennis t.a.v. de norm en / of certificering (bijvoorbeeld ISO/IEC 17021). Het CvD vergadert jaarlijks minimaal één maal en maximaal drie maal. Het Pakket van Eisen wordt jaarlijks in het eerste kwartaal opnieuw vastgesteld voor lopende jaar. Gecertificeerde bedrijven krijgen bij de nieuwe introductie van het Pakket van Eisen een overgangstermijn om aan de nieuwe eisen en voorwaarden te kunnen voldoen.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 3 van 127
Samenstelling In het CvD hebben de volgende partijen zitting:
Per klantsegment een gecertificeerd bedrijf; Vertegenwoordiging vanuit het consumentenbelang; Vertegenwoordiging vanuit de fleetowners; Vertegenwoordiging vanuit de lease; Vertegenwoordiging verzekeraars; Certificerende Instelling.
4. OPBOUW VAN HET EISENPAKKET De certificering Duurzaam Repareren wordt toegepast bij de toetsing van bedrijven met verschillende kernactiviteiten, processen, middelen en grondstoffen- en energieconsumptie. Het Pakket van Eisen houdt hiermee rekening in haar opbouw. Aan de hand van de bedrijfsactiviteiten dient voorafgaand aan het invullen te worden bepaald welke eisen en normen voor het betreffende bedrijf relevant zijn. Met deze verdeling is rekening gehouden met volledig ingerichte bedrijven, ook wel hightech bedrijven genoemd en bedrijven die één-dagsreparaties uitvoeren, ook wel lowtech bedrijven genoemd. In dit Pakket van Eisen gaan wij ervan uit dat de hightech bedrijven altijd vanuit een vaste locatie werken. Bij lowtech bedrijven wordt er in dit Pakket van Eisen een splitsing gemaakt tussen:
Lowtech bedrijven die vanaf een vaste locatie werken. Lowtech bedrijven die mobiel werken maar onderdeel uitmaken van een centrale organisatie. Lowtech bedrijven die mobiel werken en zelfstandig zijn.
In dit pakket van Eisen wordt er geen verschil gemaakt in de geldende eisen maar wel in de normen die horen bij de hightech of lowtechvormen. Deze normen worden bij elke eis in de eerste kolom weergegeven. Bij de bepaling binnen welke norm een bedrijf valt worden de volgende definities gehanteerd: Zware schade (hightech) Er is sprake van een ernstig schadevoertuig als: alle gekentekende voertuigen die ten gevolge van een beschadiging, niet langer deugdelijk van bouw en inrichting zijn. Onder een zware schade wordt in ieder geval verstaan een voertuig: waarvan de dragende carrosseriedelen is vervormd; waarvan de langsbalken van het chassis zijn vervormd; waarvan één of meer deurstijlen zijn vervormd; waarvan het dak is verwijderd of de deur- of raamstijlen zijn doorgeknipt; waarvan één of meer wielophangingen zijn vervormd; of met brand- of waterschade, of waarvan het frame is beschadigd.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 4 van 127
Cosmetische (lowtech) Cosmetische schades zijn schades waarbij de dragende constructie intact is en geen veiligheid gerelateerde onderdelen vervangen hoeven te worden. Hiermee worden onderdelen bedoeld die functionele invloed hebben op bijvoorbeeld de airbags, ABS, EPS, adaptive cruisecontrol, remkrachtverdelers.
Daarnaast is het belangrijk te bepalen welke bedrijfsactiviteiten tot de corebusiness horen. Men is bijvoorbeeld fastfitter en vervangt en verkoopt actief banden van zowel personen auto’s, busjes als vrachtwagens. In dat geval zijn naast de Administratieve eisen en de Generieke eisen, de specifieke eisen A1 en A2 relevant en dienen ingevuld te worden. Ander voorbeeld. Men is schadehersteller en repareert voertuigen < 3500kg (personenwagens en busjes), caravans en campers. Voor dit bedrijf zijn de specifieke eisen C1 en C3 relevant. Ongeacht of u de werkzaamheden vanaf een vaste locatie of een mobiele locatie verricht. De normen zijn per eis hierbij wel verschillend. Deze normen vindt u bovenaan bij elke eis. De bedrijfsvorm en bedrijfsactiviteiten die van toepassing zijn dienen te worden aangekruist op pagina 3 van de NULmerting. Zo weet de aanvrager bij aanvraag al direct welke eisen en welke normen van toepassing zijn m.b.t. de certificering.
De indeling van het Pakket van Eisen ziet er als volgt uit:
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 5 van 127
5. PROCEDURE TOT ERKENNING Deze instructie beschrijft de procedure tot erkenning als Duurzaam Bedrijf. De procedure kent twee soorten erkenningen te weten, een individuele erkenning en een groepserkenning. Beide procedures worden hieronder beschreven. Beide procedures (individuele- of groepserkenning) kennen een gelijk opstartproces. Om gecertificeerd te kunnen worden als Duurzaam bedrijf dient aan het secretariaat van Duurzaam Repareren hiertoe het verzoek te worden gedaan. De procedure start met het schriftelijke aanvraagtraject. In deze fase worden er door Duurzaam Repareren per te certificeren bedrijf een aantal documenten/bewijsstukken opgevraagd en er dient een vragenlijst (nulmeting)ingevuld te worden. De betreffende documenten/ bewijsstukken zijn in het Deelnemersreglement opgenomen. Duurzaam Repareren dient uiterlijk binnen drie maanden na ontvangst, of anders wanneer er additionele afspraken ten grondslag liggen, de aanvrager uitsluitsel te geven of de administratieve toetsing al of niet succesvol is doorlopen. Het is wel belangrijk dat de administratieve toetsing (de nulmeting) niet wordt verward met de ‘Administratieve eisen’. De eerste is de toetsingsprocedure en laatstgenoemde zijn de eisen op administratief gebied waaraan men dient te voldoen.
5.1 Toetreding van het individuele bedrijf Het individuele bedrijf is gecertificeerd wanneer men voldoet aan de administratieve toetsing, de daarop volgende fysieke toetsing en het voldoen van de financiële verplichtingen. Hierbij geldt dat de door Duurzaam Repareren opgevraagde documenten/bewijsstukken/vragenlijst dienen aan te tonen dat het bedrijf zich aan de wettelijke eisen conformeert en daarnaast dat men in staat is om de gestelde eisen in het Pakket van Eisen uit te voeren. De fysieke controle ter plaatse, door een erkend onafhankelijke Certificerende Instelling (CI), op de door het College van Deskundigen van Duurzaam Repareren gestelde eisen, volgt binnen drie maanden na administratieve toekenning. De fysieke toetsing moet uitwijzen of men zich ook daadwerkelijk in de praktijk conformeert aan de eisen gesteld in het Pakket van Eisen. 5.2 Toetreding van het Bedrijf vanuit een groepcertificering Definitie ‘groep’; om in aanmerking te komen voor een ‘groepscertificering’ dient de verzameling van ondernemingen aan de volgende definitie te voldoen: “Een groep is een verzameling van tenminste vijf (5) ondernemingen dan wel één onderneming met meerdere (totaal tenminste vijf (5)) decentrale vestigingen, met een generiek kwaliteits- en processtandaard dat bindend is en waarop centraal wordt toegezien. Het niet voldoen aan de generieke standaard dient in beginsel te leiden tot uitsluiting van de verzameling van ondernemingen”. Anders dan bij de individuele erkenning kan Duurzaam Repareren, onder voorwaarden, de centrale administratie waarbij ‘de groep’ zich heeft verenigd autoriseren de administratieve toetsing uit te voeren. In voorkomende gevallen zal Duurzaam Repareren een audit uitvoeren op deze centrale administratie.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 6 van 127
Door de centraal opgelegde kwalitietsborging is de groep gecertificeerd wanneer wordt voldaan aan de administratieve toetsing. Hierbij geldt dat de door Duurzaam Repareren opgevraagde documenten/bewijsstukken/vragenlijst dienen aan te tonen dat de bedrijven die vallen onder de groepserkenning, zich aan de wettelijke eisen conformeren. Daarnaast dat de vestigingen verenigd in de groep, in staat zijn om de gestelde eisen in het Pakket van Eisen uit te voeren. De fysieke controle ter plaatse, door een erkend onafhankelijke Certificerende Instelling (CI), op de door Duurzaam Repareren gestelde eisen, volgt steekproefsgewijs en bij 15% van de vestigingen, binnen drie maanden na administratieve toekenning. De fysieke toetsing moet uitwijzen of men zich ook daadwerkelijk in de praktijk conformeert aan de eisen gesteld in het Pakket van Eisen. Om vast te kunnen stellen of men compliant is aan het Deelnemersreglement/Pakket van Eisen, is inzage door de CI, in de administratie noodzakelijk. De definitieve erkenning kent een tijdsduur van één jaar. De groep wordt m.b.t. het behoudt van de certificatie elk jaar administratief getoetst en eens per jaar wordt 15% uit de groep fysiek getoetst met een minimum van 5 vestigingen. Wanneer de groep kleiner is dan 5 dan spreekt men over een individuele erkenning.
5.3 Resultaten fysieke controle Het PvE is opgedeeld in een administratief deel en een generiek deel waar alle gecertificeerde bedrijven zich aan moeten conformeren en aanvullende eisen (A1 – D2) per bedrijfsactiviteit. De eisen dienen als beschreven in de praktijk uitgevoerd te worden. Daar wordt periodiek fysiek op getoetst door een onafhankelijke Certificerende Instelling (CI). Bij tekortkomingen wordt er in samenspraak met de auditeur een verbeterplan gemaakt met een oplossingstermijn passend bij de tekortkoming. Waarbij geldt twee maal geel = rood. Na twee verbeterplannen en het verlopen van de gestelde termijnen wordt de certificering ingetrokken. De auditeur herkeurt het bedrijf op de afkeurpunten. De onderbouwingen kunnen administratief opgevraagd worden of al dan niet fysiek. Wanneer men de bedrijfsactiviteiten vanuit één bedrijfsvoering uitvoert, dan wordt het bedrijf op alle activiteiten getoetst en vallen alle activiteiten onder één certificering (incl. contributie) voorwaardes zijn:
Er sprake is van verregaande integratie van de genoemde activiteiten binnen dezelfde vestiging; Er sprake is van een geïntegreerd bedrijfsproces; Het bedrijf één uitstraling heeft (één ingang en receptie, personeel, leiding, etc.);
Wanneer men aan bovenstaande voldoet dan volstaat één certificering (incl. contributie). Men dient wel aan de eisen van alle bedrijfsactiviteiten te voldoen.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 7 van 127
Wanneer één of meerdere activiteiten onder een ander label en/ of franchise formule worden uitgevoerd, dan worden de activiteiten afzonderlijk behandeld. Er wordt per bedrijfsactiviteit een audit uitgevoerd en een certificaat verstrekt. Intrekken van één van de certificaten kent geen directe relatie tot eventueel andere verstrekte certificaten. Het kan immers zo zijn dat een certificaat van een groepserkenning (franchiseformule) wordt ingetrokken omdat de audit van andere deelnemers binnen deze groep hiertoe aanleiding heeft gegeven. Dit is echter niet relevant voor de andere erkenningen van de betreffende ondernemer. Wanneer tijdens de controle ondubbelzinnig malversatie of fraude wordt vastgesteld, dan wel dat de handelswijze van het te certificeren bedrijf de certificering schaadt, volgt er onmiddellijke intrekking van de erkenning. Ongeacht of het bedrijf voldoet aan het Pakket van Eisen. Constatering dat tussentijds niet meer aan de criteria wordt voldaan dan wel dat het betreffende bedrijf anderszins de certificering schaadt, leidt automatisch tot intrekken van de erkenning. Duurzaam Repareren zal de betreffende deelnemer hiervan onverwijld en voorafgaand aan publicatie, op de hoogte stellen.
6
PROCEDURE BIJ AFWIJZING AANVRAAG
6.1
Indien de aanvraag niet tot een definitieve erkenning leidt of wanneer een certificaat is ingetrokken, kan de aanvrager hiertegen schriftelijk bij het bestuur van Duurzaam Repareren bezwaar aantekenen. Het bestuur neemt de klacht in behandeling en zal de aanvrager binnen vier maanden uitsluitsel geven of zij de beslissing handhaaft c.q. de erkenning verleent. Intrekking van het certificaat leidt niet tot restitutie van gedane gelden.
6.2
Indien de erkenning eveneens door het bestuur van Duurzaam Repareren wordt afgewezen bestaat de mogelijkheid voor de aanvrager om de aanvraag voor te leggen aan de Beroepscommissie. De Beroepscommissie brengt een advies uit t.a.v. de aanvraag. Dit advies is bindend voor alle partijen.
6.3
Een afwijzing tot deelname leidt te allen tijde tot restitutie van eventueel gedane contributies. Het entreefee wordt niet gerestitueerd en dienen ter dekking van de toetsing- en behandelkosten.
6.4
De Beroepscommissie wordt in voorkomende geschillen geformeerd en bestaat uit: een onafhankelijk jurist (voorzitter), een onafhankelijke deskundige op gebied van duurzaamheid en een onafhankelijke automotive deskundige. De voorzitter wordt door het bestuur van Duurzaam Repareren benoemd. Van alle leden van de Beroepscommissie dient de objectiviteit te zijn gewaarborgd.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 8 van 127
7 PROCEDURE VAN KENBAARHEID Nadat een bedrijf is gecertificeerd wordt het o.a. maar niet uitsluitend op de website van Duurzaam Repareren geplaatst. Bij deze uiting wordt de naam, logo, het adres, telefoonnummer, website en plaatsaanduiding toegevoegd op de lijst van gecertificeerde autobedrijven. Daarnaast ontvangt het gecertificeerde bedrijf, na het overmaken van de geldende leges, een aansluitpakket met een gevelschild, een certificaat, een folderhouder met folders. Deze uitingen helpen om de certificering onder de aandacht van de klant te brengen en dienen dus zichtbaar opgehangen en/of opgesteld te worden. Het staat het bedrijf vrij om zelf (reclame)uitingen m.b.t. de certificering te verzorgen, mits gehouden aan het reglement die hiervoor staat. Dit reglement; Gebruik beeldmerk, is onderdeel van het aansluitpakket en/of bij de het secretariaat op te vragen. 8 KOSTEN VOOR DEELNAME De deelnemers verplichten zich tot het voldoen van de financiële bijdrage die aan de deelname gekoppeld is. Het bedrijf (individuele certificering) of overkoepelde organisatie (groepscertificering) worden aangeslagen voor een entreefee en voor een jaarlijkse bijdrage die in lijn ligt met de administratieve beheer- en auditkosten. De tarieven worden jaarlijks vastgesteld en op de website bekend gemaakt. Bij een groepserkenning kan er, onder voorwaarden, van het standaard tarief worden afgeweken. 9
KLACHTEN EN BEZWAAR
9.1
Het is voor alle deelnemende partijen mogelijk hun beklag te doen over de dienstverlening van Duurzaam Repareren. Klachten en bezwaren worden slechts in behandeling genomen indien dit schriftelijk en gemotiveerd plaatsvindt. De klacht wordt in eerste aanleg door de directie van Duurzaam Repareren behandeld.
9.2
Het is voor de deelnemende partijen mogelijke hun beklag te doen over de artikelen in de regeling. Klachten en bezwaren over de regeling worden slechts in behandeling genomen indien dit schriftelijk en gemotiveerd plaatsvindt. De klacht wordt in de eerste aanleg aan het College van Deskundigen voorgelegd.
9.3
Een beroep tegen een van bovenstaande uitspraken dient binnen een termijn van een maand na dagtekening per aangetekende brief voorgelegd te worden aan de Beroepscommissie (conform artikel 5.3). Het beroepsschrift bevat een uitgebreide beschrijving van het bezwaar tegen de uitspraak. Uitspraak van de Beroepscommissie is bindend.
10
BEEINDIGING
10.1
Opzegtermijn Een aangesloten gecertificeerd bedrijf kan haar deelname aan Duurzaam Repareren uitsluitend opzeggen per kalenderjaar, met de voorwaarde dat dit uiterlijk drie maanden voor prolongatie schriftelijk aan het secretariaat wordt meegedeeld. Bij uittreding is de entreefee en de contributie niet terugvorderbaar.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 9 van 127
10.2
Beëindiging door bestuur van Duurzaam Repareren. Bij herhaaldelijke (uiterlijk twee maal geel) overtreding van gedragsregels en na communicatie hieromtrent is het bestuur van Duurzaam Repareren bevoegd de erkenning in te trekken. Als richtlijn wordt hierbij gehanteerd dat uitsluiting kan volgen indien één of meerdere van de gestelde normen of artikelen opgenomen in het Deelnemersreglement wordt(en) overschreden. Daarnaast volgt er onmiddellijke intrekking wanneer tijdens controle ondubbelzinnig malversatie of fraude wordt vastgesteld, danwel dat de handelswijze van het te certificeren bedrijf de certificering schaadt. Ongeacht of het bedrijf voldoet aan het Pakket van Eisen.
10.3
Het muurschild en het certificaat die bij certificering wordt uitgegeven blijven eigendom van Duurzaam Repareren. Bij een beëindiging van de certificering dienen beide per direct, en onder uw eigen kosten, retour te worden gestuurd, per adres van het secretariaat van Duurzaam Repareren.
11
REGLEMENT GEBRUIKE BEELDMERK
11.1
Het beeldmerk bestaat uit twee delen: de naam Duurzaam Repareren en het logo (de naam met logo dienen als een geheel te worden beschouwd); de tekst Gecertificeerd Duurzaam. Het is zonder toestemming vooraf niet toegestaan het logo te gebruiken zonder de tekst.
11.2
Het Logo is gedeponeerd bij het Europees Merkenbureau onder het nummer: 1241420.
11.3
Het beeldmerk mag alleen worden gebruikt in de opmaak en typografische uitvoering zoals door Duurzaam Repareren voorgeschreven en verstrekt.
11.4. Het beeldmerk mag worden vergroot en verkleind. De verhoudingen dienen gelijk te blijven. 11.5
Het beeldmerk dient te worden gebruikt in de originele (PMS) kleuren. Grafische informatie kan worden opgevraagd bij het secretariaat van Duurzaam repareren.
11.6
Een gecertificeerd autobedrijf mag het beeldmerk en/ of logo van Duurzaam Repareren uitsluitend gebruiken bij uitingen, die betrekking hebben op de activiteiten waarvoor de certificering verstrekt is. Dit geldt voor zowel grafische (drukwerk) al multimediale (digitaal) uitingen, zoals: Briefpapier, factuurpapier; Brieven, offertes, folders, flyers, belettering en dergelijke; Documentatie en brochures; Displays en banieren; Websites en digitale toepassingen (zoals powerpoint presentaties).
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 10 van 127
11.7
Het beeldmerk/logo mag niet worden gebruikt op een wijze die zou kunnen suggereren dat Duurzaam Repareren verantwoordelijk is voor de uitkomst van een onderzoek of een stelling, of een onderzoek of stelling zou goedkeuren.
11.8
Het beeldmerk/ logo mag niet worden gebruikt indien hiermede de vertegenwoordiging van Duurzaam Repareren wordt gesuggereerd. Tenzij uitdrukkelijke toestemming van Duurzaam Repareren is verleend.
11.9
Voor een bedrijf die geen geldig certificaat van Duurzaam Repareren heeft of een andere vorm van overeenkomst kan overleggen is het gebruik van het beeldmerk/logo, op welke wijze dan ook, niet toegestaan. Tenzij voorafgaand toestemming is verleend door Duurzaam Repareren.
11.10 Afwijking van de voorwaarden in dit reglement is alleen mogelijk met uitdrukkelijk Schriftelijke toestemming van het bestuur van Duurzaam Repareren. 11.11 Het bestuur van Duurzaam Repareren kan besluiten dit reglement te wijzigen. Van iedere wijziging van dit reglement stelt het bestuur van Duurzaam Repareren de aangesloten gecertificeerde autobedrijven onverwijld in kennis. 11.12 Door Duurzaam Repareren uitgegeven promotiemateriaal mag vrijelijk gebruikt worden, voor het doel waarvoor deze verstrekt wordt. Hieronder wordt onder andere, maar niet uitsluitend verstaan: de gevelbordjes, posters, folders, certificaten en conformiteitverklaringen.
12
ALGEMEEN
12.1
Bijlagen De bijlagen en de NULmeting (vragenlijst) genoemd in dit document zijn onlosmakelijk verbonden met het Pakket van Eisen.
12.2
Wijzigingen en aanvullingen op dit document. Alle wijzigingen en aanvullingen dienen te zijn goedgekeurd door het CvD van Duurzaam Repareren. Wijzigingen en aanvullingen geschieden schriftelijk aan de bij het secretariaat bekende contactpersonen en gelden per aangegeven ingangsdatum.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 11 van 127
Administratieve eisen
In het kader van de certificering zijn de navolgende administratieve eisen van kracht. De administratieve eisen zijn relevant voor alle bedrijven ongeacht de bedrijfsactiviteiten en bedrijfsvorm.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 12 van 127
1 Uittreksel Kamer van Koophandel Het bedrijf dient ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel met de bedrijfsactiviteiten waarvoor men gecertificeerd wenst te worden. Dan wel bedrijfsactiviteiten die hieraan ontleend kunnen worden. Te overleggen bewijsstukken: Uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. In het uittreksel moet duidelijk de bedrijfsactiviteiten beschreven zijn. Bij eerste aanmelding dient de verklaring niet ouder te zijn dan zes (6) maanden. Bij wijziging van bedrijfsactiviteit, rechtsvorm of natuurlijk persoon dient dit gemeld te worden, waarbij tevens een nieuw uittreksel van K.v.K. meegestuurd moet worden.
2 Milieubeheervergunning/omgevingsvergunning of ontheffing Het bedrijf dient aan de lokale wet- en regelgeving m.b.t. het milieu te voldoen. Helaas zijn er grote verschillen in het lokale beleid op dit punt. De te overleggen bewijsstukken zijn afhankelijk van dit beleid. Te overleggen bewijsstukken: Kopie van de wet Milieubeheervergunning of een ontheffing daartoe, deze vergunning/ ontheffing dient niet ouder te zijn dan 10 jaar. Of, laatste inspectie verslag/ rapport gemeentelijke dienst. 3 Ordentelijke afvoerstromen Het bedrijf dient aan te kunnen tonen dat de afvalstromen goed zijn ingericht. Hierbij is het niet alleen van belang dat dit in lijn ligt met de milieu wetgeving, maar tevens hergebruik en recycling ondersteund (waar mogelijk gescheiden afvoer) Te overleggen bewijsstukken: Kopie overeenkomst/ recente facturen afhandeling van restmaterialen (zoals afgewerkte oliën, gebruikte auto-onderdelen en banden). Onder ISO 9001 en/of ISO 14001/140021 of in eigen beheer en in lijn met de afgegeven milieuvergunning(en). 4 Kopie legitimatiebewijs Kopie legitimatiebewijs van een tekenbevoegde. 5 Vragenlijst (nulmeting) De aan u door Duurzaam Repareren verstrekte vragenlijst. Hierbij dienen de vragen beantwoord te zijn m.b.t. de ‘generieke eisen’ en de relevante specifieke eisen A1 t/m D2. Om vast te kunnen stellen of men compliant is aan het Deelnemersreglement/ Pakket van Eisen, is inzage door de CI, in de administratie noodzakelijk. De definitieve erkenning kent een tijdsduur van telkens één jaar. Het bedrijf wordt m.b.t. het behoudt van de certificatie elk jaar administratief getoetst en eens per drie jaar fysiek getoetst.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 13 van 127
Generieke eisen
In het kader van de certificering zijn de navolgende generieke eisen van kracht. De generieke eisen zijn relevant voor alle bedrijven ongeacht de bedrijfsactiviteiten en bedrijfsvorm.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 14 van 127
Generieke eis nr. 1 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Aanbieden milieuvriendelijke opties Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Basis eis
Lowtech: Vaste locatie Norm: 100%
Hightech: Vaste locatie Norm: 100%
Het doel van deze eis is om bij de klant (professioneel/ consument) het gebruik van milieuvriendelijke alternatieven te stimuleren. Inzicht, advies en communicatie is hierin een belangrijk argument. De klant moet weten welke milieuvriendelijke alternatieven er voorhanden zijn bij de betreffende opdracht en wat het prijsverschil is. De offerte/ werkorder en het bestelsysteem dienen hierin te voorzien. De klant dient op basis van de aangeboden informatie een weloverwogen keuze te kunnen maken. Hieronder treft u wat hulpvragen aan die u houvast bieden bij het implementeren van deze eis en waarop de auditeur let bij zijn controle:
Hulpvragen bij generieke eis nr. 1 Is het voor de klant zichtbaar dat er milieuvriendelijk onderhoud en reparatie wordt aangeboden? Wordt milieubewust onderhoud en reparatie aangeboden aan de klant op een wijze dat deze een keuze heeft? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur?
NB: na certificering dient u ter ondersteuning van deze eis het muurschild zichtbaar op te hangen en de meegeleverde folders op de toonbank te plaatsen. Zodat u uw klant volledig kan informeren van uw duurzame bedrijfsvoering.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 15 van 127
Generieke eis nr. 2 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Milieubewuste bedrijfsvoering (Ladder van Lansink 2.0) Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Basis eis
Lowtech: Vaste locatie Norm: 100%
Hightech: Vaste locatie Norm: 100%
A Preventie De beste manier om met afval om te gaan is afval vermijden. Afval voorkomen wil zeggen dat we ervoor zorgen dat we geen afval genereren. Er zijn tal van mogelijkheden om afval te vermijden. De manier is; goed uitkijken en slim kopen. Het gaat er om alternatieven te vinden voor producten die afval met zich meebrengen. De Ladder van Lansink is een hulpmiddel. Wanneer deze stappen stelselmatig worden doorlopen, wordt de berg met restafval stelselmatig minder. De eerste stap is het voorkomen van afval. Wanneer dat uitgesloten is dan volgt stap 2 enzovoort. Stap 1 is preventie, waarbij naast afval productie (het voorkomen daarvan) ook het onnodig grondstoffen verbruik voorkomen dient te worden. . Voorkomen van afval en productverbruik start bij de bewustwording. Instrueer het personeel en maak hen bewust van het productverbruik en met name het onnodig verbruik (verspillen). Dit spaart het milieu maar beperkt ook de kosten. Soms is een duurzamer product duurder in aankoop, maar op de langere termijn dikwijls goedkoper omdat de volgende aankoop vaak aanzienlijk kan uitstellen terwijl men met goedkope, doch minderwaardige producten snel aan een nieuwe aankoop toe bent. En vergeet niet dat men de verpakking ook betaalt. Hier kan het gebruik van hervulbare verpakkingen een “afvalvoorkomende” een uitkomst bieden.
B Hergebruik Hergebruik vereist weinig of geen energie of grondstoffen. Hergebruiken is gewoon iets opnieuw gebruiken in plaats van het nieuw te kopen. Product hergebruik is immers goedkoper dan grondstoffen hergebruik en nieuwkoop. Denk hierbij aan hergebruik van schuurpapier, maskeerfolie, sierlijsten of het gebruik van pluisvrije doeken i.p.v. de wegwerpdoeken of papier. Maar natuurlijk ook aan het gewoon repareren van een onderdeel i.p.v. vervangen. C Sorteren en Recycleren Is preventie en hergebruik niet mogelijk dan komt de volgende stap op de ladder en dat is recyclen. Wanneer een product dan toch als restmateriaal wordt aangeduid. Probeer dat dan zo zuiver mogelijk gescheiden aan te leveren aan een gespecialiseerd bedrijf. Dan kunnen grondstoffen hergebruikt worden. Restmaterialen, dienen altijd conform de voor het betreffende bedrijf geldende Milieuwetgeving en milieuvergunningen van het betreffende bedrijf verwerkt te worden, doch op een zo milieuvriendelijke wijze. Bijvoorbeeld dat er andere producten mee gemaakt kunnen worden. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 16 van 127
D Verbranden en storten De laagste twee treden van de ladder. Verbranden en storten moet zoveel mogelijk vermeden worden, maar zal voor sommige, niet-recycleerbare afvalstoffen echter nog steeds een noodzaak zijn. Hiermee zijn we de Ladder van Lansink afgedaald. De bovenste twee treden zijn en blijven de belangrijkste en we kunnen er heel wat aan doen om niet verder de ladder naar beneden te hoeven afdalen. Belangrijk is dat er een mindsetting komt binnen de bedrijven en men bewust(er) omgaat de grondstoffen. Bedenk hierbij dat onze grondstoffen niet onuitputtelijk zijn en in kostprijs zullen toenemen. Hiermee bewust omgaan is een must om de kosten in de hand te houden. Bij certificering beoordeelt de auditeur aan de hand van de Ladder van Lansink, de filosofie binnen het bedrijf aan de hand van de genomen maatregelen, de facilitaire voorzieningen en de geboden middelen. Daarnaast worden de Milieuvergunning en de eindbestemming (overeenkomsten ophaalbedrijf) van het restmateriaal gecontroleerd . Om dit te kunnen controleren dient er een vastlegging te zijn van de genomen milieuvriendelijke processtappen en/of werkwijze t.b.v. milieubelastende processen. Een bedrijf dat ISO 14001 gecertificeerd is heeft deze zaken al op orde op basis van hetgeen ISO hierover eist. Deze bedrijven hoeven dus geen aanvullende maatregelen te nemen. Bedrijven die niet ISO gecertificeerd zijn moeten een eigen verslaglegging tonen. Duurzaam Repareren stelt geen technische eisen aan de vastlegging mits dat de auditeur kan controleren hoe het bedrijf omgaat met de treden van de ladder van Lansink.
Hulpvragen bij generieke eis nr. 2 Zijn alle medewerkers op de hoogte van het principe van de Ladder van Lansink? Zo nee: bent u van mening dat na bestuderen van dit principe de faciliteiten voldoende aanwezig zijn om het de werkwijze van de Ladder van Lansink toe te passen, zoals beschreven in het Pakket van Eisen? Is er een verslaglegging aanwezig waarmee het afvoerproces controleerbaar is voor de auditeur? Dit mag ISO zijn maar ook een systeem in eigen beheer. Denk hierbij ook aan: het beslu7it en de regeling Melden van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Heeft u maximale aandacht voor het genereren van zo min mogelijk afval. Door bv gebruik van pluisvrije doeken ipv papier, het gebruik van vervulbare verpakkingen of door zo min mogelijk noodvoorzieningen te treffen. Is de gehanteerde systematiek controleerbaar voor de auditeur? Heeft u maximale aandacht voor het scheiden van uw afval? En zijn de faciliteiten voldoende aanwezig? Biedt u uw afval zoveel mogelijk aan t.b.v. recycling? Zodat uw afval niet onnodig op de afvalberg beland. Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 17 van 127
Generieke eis nr. 3 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: nvt *wel eis 3.1 mbt eigen vervoer van toepassing
Milieuvriendelijk vervangend vervoer Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: nvt *wel eis 3.1 mbt eigen vervoer van toepassing
Basis eis
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Ook bij vervangend vervoer dient men rekening te houden met het milieu. Wanneer men recht heeft op vervangend vervoer dient men de milieuvriendelijke opties topdown aan te bieden. Te beginnen met een fiets, emissielabel A auto, emissielabel B auto. Wanneer de vloot nog voertuigen bevat met emissielabel C auto’s of hoger wordt hier met de auditeur afspraken over gemaakt hoe en wanneer deze te vervangen. De auditeur beoordeelt ook de informatieverstrekking naar de klant over de milieuvriendelijke keuzes. .
Hulpvragen bij generieke eis nr. 3 Welke middelen biedt u aan als vervangend vervoer? Heeft u, in uw vervangend vervoer vloot, nog voertuigen met hoger dan een B label? Zo ja: wanneer lopen deze contracten af?
Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Generieke eis 3.1 Deze aanvullende eis is van toepassing bij gecertificeerde bedrijven met een mobiele bedrijfsvoering (een eigen wagenpark). Het beschrijft specifiek het bezit van een duurzaam voertuig (wagenpark) en het duurzaam op de weg houden ervan. Hieronder treft u uitgeschreven en schematisch aan waar het voertuig/wagenpark aan moet voldoen. Wanneer het voertuig (wagenpark) nu nog niet voldoet, wordt er samen met de auditeur een verbeterplan gemaakt zodat gaandeweg bij vervanging aan de gestelde eisen voldaan kan worden. Hierbij wordt rekening gehouden met de doorlooptijd/afschrijving van het voertuig (wagenpark) en/of lopende contracten en/of garantievoorwaarden.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 18 van 127
Het onderhoud, reparatie, schadeherstel en reinigen (wassen) van het carrosserie, interieur, banden en autoruiten moet wel binnen het termijn (drie maanden) te worden ondergebracht bij een door Duurzaam Repareren gecertificeerd bedrijf. Het wagenpark/voertuig - Een duurzaam voertuig is: Schoon (minimale emissies van luchtverontreinigende stoffen) Zuinig (minimale uitstoot van CO2) Stil (minimale geluidsemissie) In het schema hierna ziet u waar de auditeur op controleert met betrekking een schoon, zuinig en stil voertuig. Mocht uw voertuig/wagenpark nog niet voldoen dan wordt er samen met de auditeur een verbeterplan gemaakt. Op dit verbeterplan wordt u periodiek gecontroleerd. Het op de weg houden Naast de aanschaf is het van belang dat het voertuig/wagenpark duurzaam onderhouden en gerepareerd wordt. Duurzaam beheren van het voertuigenpark voorkomt dat de milieuprestaties van de voertuigen verslechteren naarmate de auto’s ouder worden en is dus van groot belang. De impact van onderhoud en reparatie ten opzichte van de aanschaf is vele malen groter. Het ‘op de weg houden’ van het voertuig zorgt voor een vermenigvuldiging van de CO2-uitstoot. Zo veroorzaakt een gemiddelde schadereparatie maar liefst 75 kg aan CO2-uitstoot. Alleen in Nederland al zijn met schadereparaties al elk jaar 60 miljoen bomen gemoeid. Om een voertuig zijn volledige levensduur op de weg te houden, worden acht keer zoveel onderdelen geproduceerd dan er ooit gemonteerd werden tijdens de productie ervan. Onderhoud, reparaties en schadeherstel kunnen milieuvriendelijk gebeuren en hoeven niet meer te kosten. Voor het eigen voertuig/wagenpark wordt geeist dat het onderhoud, reparatie, schadeherstel en reinigen (wassen) van de carrosserie, interieur, banden en autoruiten wordt uitgevoerd door een door Duurzaam Repareren gecertificeerd bedrijf. Bij de administratieve en fysieke controle wordt om een kopie van een geldig certificaat van Duurzaam Repareren gevraagd van het uitbestede werk. Hierbij wordt er ook gecontroleerd op tijdig en juist onderhoud. Slecht onderhouden voertuigen lopen een grotere kans om meer brandstof te verbruiken en meer luchtverontreiniging te veroorzaken dan goed onderhouden (en afgestelde) voertuigen. Tijdig en juist onderhoud waarborgt immers de optimale werking van de auto (goed functionerend motormanagement, schone roet- en luchtfilters e.d.) en daarmee milieuvriendelijk gebruik. Bij tijdig en juist onderhoud worden consequent de onderhoudsvoorschriften conform de fabrieksspecificaties aangehouden. De auditeur controleert daarom of de door de fabrikant voorgeschreven onderhoudsvoorschriften tijdig en volledig worden nageleefd.
Schema eisen generieke eis 3.1 Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 19 van 127
Milieuaspect
Wetgeving
Schoon
wagenpark met een typegoedkeuring op basis van de emissieregelgeving voor zware voertuigen voldoen tenminste aan de EEV-norm Personenauto’s hebben afhankelijk van hun massa een maximale CO2-uitstoot Bestelauto’s hebben afhankelijk van hun massa een maximale CO2-uitstoot
Zuinig
Onderhoud, reparatie schadeherstel en reinigen van carrosserie, interieur, banden en autoruiten Tijdig en volledige naleving op de door de fabrikant voorgeschreven onderhoudsvoorschrif ten
Geen
Geen
Eis Duurzaam Repareren eigen wagenpark voertuig/wagenpark voldoen tenminste aan Euronorm 6, Euronorm VI of EEV+
Personenauto’s hebben een CO2-uitstoot die onder de maximale (massaafhankelijke) CO2-uitstoot ligt Bestelauto’s hebben een CO2-uitstoot die onder de maximale (massa-afhankelijke) CO2-uitstoot ligt Voertuig is uitgerust met tenminste twee of meerdere brandstofbesparende opties t.b.v. zuinig rijgedrag Brandstofverbruikindicator via bijvoorbeeld e en boordcomputer of signaleringssysteem Schakelindicator Bandenspanningsmeter Snelheidsbegrenzer en cruisecontrol Zuinige airconditioning Zuinige (automatische) versnellingsbak Zuinige/stille banden Start/stop systeem Hybride aandrijving Alleen uitgevoerd door een bedrijf met een geldig certificaat Duurzaam Repareren
Alleen uitgevoerd door een bedrijf met een geldig certificaat Duurzaam Repareren
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 20 van 127
Hulpvragen bij generieke eis nr. 3.1 Voldoet uw voertuig/wagenpark aan de voorgeschreven eisen mbt schoon, veilig, stil? Heeft uw voertuig tenminste twee op meerdere brandstofbeperkende opties? (zie lijst schema) Wordt het onderhoud, reparatie, schadeherstel en reinigen van de carrosserie, interieur, banden en autoruiten ondergebracht bij een door Duurzaam Repareren gecertificeerd bedrijf? Pleegt u onderhoud op de door de fabrikant voorgeschreven onderhoudsvoorschriften? Kunt u van uw uitbestede werk (onderhoud, reparatie, schadeherstel, reinigen) een kopie van een geldig certificaat overleggen? (bewijs dat het bedrijf is gecertificeerd) Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 21 van 127
Generieke eis nr. 4 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Gebruik van producten Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Basis eis Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Om het Nederlandse wagenpark op de weg te houden is er veel onderhoud, reparatie, glasherstel en vervanging en schadeherstel nodig. Hierbij worden sinds oudsher allerlei producten gebruikt. De milieubelasting speelde tot voor kort geen rol. Inmiddels zijn er voor veel producten alternatieven voorhanden die minder schadelijk zijn voor mens en milieu. Omdat niet in alle situaties het gebruik van deze alternatieven toepasbaar is wordt er een ambitie in deze eis gelegd. Waar mogelijk binnen uw processen wordt het minst schadelijke alternatief geprevaleerd boven de milieuvervuilende en giftige alternatieven. De auditeur zal bij een fysieke controle letten op een evenwichtige verdeling van het gebruik van uw producten. Voor een goede afweging hebben wij een aantal generieke processen in kaart gebracht met daarin een verwijzing naar het minder schadelijke alternatief. Deze processen treft u in de bijlage aan. De specificaties van producten liggen in lijn met de Europese Richtlijnen EC verordening 1272/2008 (CLP) en REACH Verordening EC 1907/2006, de SVHC (Substances of very high concern van ECHA en met de SIN lijst (verzamelingen van alle stoffen die door NGO’s worden aangegeven te moeten worden vervangen). Deze Europese Richtlijn laat stoffen toe die minder milieuvriendelijk zijn, mits de juiste persoonlijke bescherming middelen worden gebruikt zoals REACH deze voorschrijft. De voorwaarden zijn geldig gemeten vanuit het uiteindelijke mengsel en niet vanuit afzonderlijke componenten. In algemene term zijn dit producten die voldoen aan de volgende opsomming m.b.t. het schadelijke aspect voor mens en milieu:
Milieu- en gezondheidsgevaar van mengsels conform CLP en REACH
Gezondheidsgevaar van ingrediënten waardoor het mengsel als geheel ook gevaarlijk voor de gezondheid wordt geacht
Milieugevaar van ingrediënten waardoor het mengsel als geheel ook gevaarlijk voor het milieu wordt geacht
Algemene wetgeving
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 22 van 127
Toepassingsgebied: In bijlage 1 (Productenlijst) treft u de detailinformatie aan m.b.t. de eisen die gesteld worden aan middelen en van toepassing zijn op:
Algemene reinigende, polijstende, drogende en conserverende middelen; Ruitenreinigers (niet de producten voor het vullen van het reservoir); Glansmiddel/vochtwerend middel voor het motorcompartiment; Kunststof en rubberreinigers; Lakverzegelaars; Lijm en kit; Velgenreinigers; Ontvetters; Reinigers voor bekleding en leer; Insectenverwijderaars; Smeermiddelen; Kruipolie; Kit/primer.
Bovenstaande opsomming is niet uitputtend. De verwachting is dat er toenemend minder schadelijke alternatieven op de markt zullen verschijnen. Het PvE wordt hierop jaarlijks aangepast. De eisen zijn onverkort van toepassing op de lijmen en kitten, m.u.v. de verlijming en bevestiging van plaatwerk en constructieverlijmingen.
In bijlage 1 producten lijst treft u een nader gespecificeerd overzicht aan van de producten die zijn uitgesloten voor gebruik. RI&E De risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) is al sinds 1 januari 1994 verplicht voor alle werkgevers (uitgezonderd ZZP'ers). Het plan van aanpak is een verplicht onderdeel van de RI&E. Dat staat in de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). Elk bedrijf met personeel moet (laten) onderzoeken of het werk gevaar kan opleveren of schade kan veroorzaken aan de gezondheid van de werknemers. Dit onderzoek heet een RI&E en moet schriftelijk worden vastgelegd. Als de arbeidsomstandigheden in uw bedrijf veranderen, moet u de ook RI&E aanpassen. Denk hierbij aan de inrichting van een nieuwe productielijn, uitbreiding van uw dienstenpakket, een ingrijpende verbouwing of nieuwe taken voor uw medewerkers. De RI&E moet altijd actueel zijn en niet ouder dan 3 jaar. U dient minimaal 1x per jaar uw personeel te informeren over het de gevaarlijke stoffen, de persoonsbeschermingsmiddelen en het gebruik daarvan. Dit dient u schriftelijk vast te leggen. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 23 van 127
Hulpvragen bij generieke eis nr. 4 Heeft u zich vergewist dat de door u gebruikte middelen/producten voldoen aan de specificaties zoals in deze eis (incl bijlage 1) beschreven en conform de veiligheidsbladen en REACH verordening? Kunt u een verklaring overleggen van uw NON paintleverancier dat uw producten voldoen aan de gestelde eisen? (*) Heeft u een RIE (risico inventarisatie en evaluatie plan) opgesteld aan de hand van gebruikte gevaarlijke stoffen, de bijbehorende veiligheidsbladen en de REACH verordening, die actueel en niet ouder dan 3 jaar is? Kunt u schriftelijk aantonen dat u uw personeel regelmatig informeert (minimaal 1x per jaar) over het gebruik van gevaarlijke stoffen en de bijbehorende persoonlijke veiligheidsmiddelen? Zijn de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen voorhanden en wordt er op toe gezien dat ze structureel worden gebruikt? Welke non paint leverancier gebruikt u? (*) Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur?
(*) Wanneer uw non-paint leverancier door Duurzaam Repareren centraal is erkend, hoeft u geen verklaring meer aan te leveren.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 24 van 127
Generieke eis nr. 5 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: nvt
Bandenspanning Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: nvt
Basis eis Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
De bandenspanning neemt per maand 4% tot 6% af (bron TNO) Het is niet bekend hoe vaak een Nederlandse automobilist zijn bandenspanning laat controleren maar er wordt uitgegaan van een gemiddelde afwijking (onderdruk) van 10% tot 25%. Onjuiste bandenspanning kent de volgende milieu effecten:
Hogere brandstofverbruik; Hogere bandenslijtage; Grotere onveiligheid.
Met die reden is het controleren en terugbrengen naar de juiste bandenspanning opgenomen in het Pakket van Eisen. Met de volgende handelingen:
Bij ieder voertuigdoorgang (met uitzondering van glasherstel) wordt de bandenspanning gecontroleerd en indien noodzakelijk aangepast. Tolerantie van 0% op de door de fabrikant afgegeven waardes. De klant wordt geattendeerd op het feit dat de bandenspanning is gecontroleerd en indien noodzakelijk aangepast. De klant wordt geattendeerd op het feit dat een juiste bandenspanning van groot belang is; Het bedrijf biedt de klant de mogelijkheid om, buiten reparaties of andere werkzaamheden, de bandenspanning te laten controleren, al of niet tegen vergoeding.
Optionele diensten Het gecertificeerde bedrijven kan optionele diensten aanbieden. Deze diensten zijn geen afkeurcriteria maar worden wel door ons aanbevolen.
Afvullen met stikstof. Mits het op spanning houden van de banden consequent met stikstof plaatsvindt, kan het vullen met stikstof een wezenlijk bijdrage leveren; Het bedrijf biedt de mogelijkheid tot het leveren (inbouwen) van Tyre Pressure Monitor Systems; Indien het bedrijf werkzaamheden uitvoert aan banden voor voertuigen > 3.500kg denk er dan eens aan uw klant een bandenmanagementsysteem te leveren.
Hulpvragen bij generieke eis nr. 5 Zijn de faciliteiten aanwezig om de bandenspanning te controleren bij elke voertuigdoorgang (m.u.v. glas)? Is de nodige informatie (af fabriek afgegeven waardes) voorhanden? Is uw opdracht/werkbon aangepast met deze verplichte controle? Wordt de klant geïnformeerd over het feit van controle en aanpassing? Wordt de klant geïnformeerd over de noodzaak van het rijden op een juiste bandenspanning? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 25 van 127
Generieke eis nr. 6 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: nvt
Uitbestede werkzaamheden Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: nvt
Basis eis
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Het is mogelijk dat het bedrijf de reparatie, delen van de reparatie of direct aan de reparatie gekoppelde werkzaamheden door derden laat uitvoeren. Te denken valt aan spuiterijen, smart repair specialisten en galvano bedrijven. Laatstgenoemde komt vooral voor bij carrosseriebouw, caravanherstellers en herstellers van zwaar materieel. “Werkzaamheden die direct samenhangen met de reparatie en in opdracht van het gecertificeerde bedrijf worden uitgevoerd door derden zijn onderhevig aan de eisen die het PvE hieraan stelt”. Anders gezegd, het bedrijf dient zich te vergewissen dat het bedrijf dit uitvoert conform de eisen. Bij audits dient men dit aan te kunnen tonen. Het is hierbij niet relevant of de werkzaamheden binnen het eigen bedrijf of op de locatie van de uitvoerder worden verricht. Het bedrijf kan conformiteit aantonen door:
Te werken met bedrijven die eveneens door Duurzaam Repareren gecertificeerd/erkend zijn; Een verklaring van het bedrijf, dat men bekend is met de eisen en hieraan conform levert. o Bij gegronde twijfel kan de auditeur besluiten een steekproef uit te voeren bij de betreffende productleverancier(s). De kosten zijn dan voor het certificerende bedrijf.
Een standaardverklaring treft u in de bijlage aan of kan bij het secretariaat van Duurzaam Repareren worden opgevraagd.
Hulpvragen bij generieke eis nr. 6 Besteedt u werk u aan bedrijven die eveneens door Duurzaam Repareren gecertificeerd zijn? (u hoeft dan geen intentieverklaringen in te vullen) Besteedt u werk uit aan bedrijven die geen certificering van Duurzaam Repareren hebben? (U dient dan voor die werkprocessen een intentieverklaring in te laten vullen en deze te kunnen overleggen aan de auditeur) Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 26 van 127
AANVULLENDE SPECIFIEK EISEN M.B.T. BAND REPARATIE EN VERVANGING < 3500 kg
Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die (o.a.) banden repareren en vervangen. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen banden repareert of vervangt kunt u deze eisen overslaan.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 27 van 127
Banden eis nr. 1 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Europees Bandenlabel Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Bandenspecialist Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
M.i.v. 1 november 2012 zijn alle Europese verkooppunten van autobanden verplicht om informatie te geven over verkeersveiligheid, het brandstofgebruik en het omgevingsgeluid van de banden. Het verwachte netto voordeel van het verhoogde gebruik van brandstofefficiënte banden is een besparing van wel 4 miljoen ton CO2 per jaar (afhankelijk van de snelheid waarmee de markt overschakelt op brandstofefficiënte banden) en een aansturing van de markt in de richting van betere prestaties voor grip op nat wegdek. Het doel hiervan is automobilisten hier meer bewust van maken, waardoor de verkeersveiligheid toeneemt, de geluidsoverlast en energieverbruik afneemt. Op alle drie de categorieën mag geen afbreuk gedaan worden. De communicatie richting de klant dient dusdanig gericht te zijn dat alle aspecten duidelijk uitgelegd worden en dat het milieu zo veel mogelijk ontlast wordt. Hierbij moet men in de verkoop rekening houden dat banden met een G-prestatie voor rolweerstand en een F voor grip op nat wegdek in de certificering niet zijn toegestaan. Bij aanvang van de certificering dient er per direct een blokkade te komen op de inkoop van deze banden. Tijdens de fysieke toetsing worden er afspraken gemaakt over het termijn van de uitverkoop van de voorraad van banden met deze labels. Deze periode mag niet langer zijn dan 18 maanden. Verder moet de etikettering niet alleen op de banden worden vermeld maar ook op bijvoorbeeld de factuur en de technische documentatie. Voor de volledigheid hieronder nog even een toelichting waar de labeling uit bestaat: 1.Brandstofverbruik De brandstofefficiëntie wordt bepaald aan de hand van de rolweerstand van de band. Iedere band krijgt voor deze categorie een score toebedeeld, waarbij G het minst zuinig is en A het zuinigst is. Het brandstofverbruik tussen een set banden uit G en A kan 7,5% verschillen. Voor iemand die 15.000 km per jaar rijdt is de brandstofbesparing 75 liter per jaar.
.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 28 van 127
2 Veiligheid De veiligheid van de band is gebaseerd op de remprestaties van de band op een nat wegdek. Ook in deze categorie geldt dat de band een score tussen de A en G krijgt, waarbij de A de beste score is en G de laagste. Bij een noodstop kan het verschil tussen set banden uit klasse F of uit klasse A 30% bedragen. Bij een snelheid van 80 km/h levert dit een kortere remweg van 18 meter op.
3 Geluid Voor iedere band wordt het geluid dat de banden maken gemeten. De mate van geluid wordt weergegeven door middel van golven. 3 golven = boven toekomstige EU norm 2 golven = voldoet aan toekomstige EU norm 1 golf = het geluid ligt ten minste 3 dB onder toekomstige norm Het verschil tussen één en twee golven bedraagt 3dB, wat neerkomt op een halvering van het rolgeluid.
H Hulpvragen bij Banden eis nr. 1 Is de informatie omtrent de drie categorieën van de labeling richting de klant conform de richtlijn? Zodat u zich hiermee kan profileren. Zijn de medewerkers op de hoogte van de labeling en de betekenis van de labeling? Is de labeling ook vermeld op de factuur en de technische informatie? Worden er geen banden met een G-prestatie voor rolweerstand en een F prestatie voor grip op nat wegdek aangeboden? Zo ja: heeft u de inkoop hiervan stop gezet? En is uw voorraad binnen 18 maanden uit te leveren? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 29 van 127
Banden eis nr. 2
Gebruikte autobanden
Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Bandenspecialist Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
In deze eis zijn ontdoeners bedoeld onder deze categorie, verplicht om alle bandenstromen te registeren. Wij sluiten ons hierbij aan bij de regeling “Melden van bedrijfsafvalstoffen”. Hierin kunnen retailers evenveel gebruikte banden kosteloos laten inzamelen als dat zij nieuw verkopen. De inzameling vindt plaats volgens het principe éénmaal oud voor éénmaal nieuw. Aan de hand van uw administratie, zoals de inkoop- en verkoopadministratie, de registratie van het aantal ingenomen banden en de archivering van ondertekende begeleidingsbonnen, dient een ontdoener aan te kunnen tonen dat het aantal nieuw ingekochte banden in balans is met het aantal ingenomen gebruikte banden. Als ontdoener voldoet u aan uw registratieverplichting uit het Besluit als uw oud-voor-nieuwbalans in evenwicht is. De verplichting om de inname van gebruikte banden te registreren kunt u teruglezen in de Regeling Melden van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen’. Inzamelingsbedrijven van gebruikte banden zijn vanuit deze wetgeving verplicht standaard begeleidingsformulieren bij inzameling van afvalstoffen in te vullen en een exemplaar bij hun klanten achter te laten. De inzamelingsbedrijven dragen zorg voor correcte inzameling en recycling. Er vindt standaard een splitsing plaats op banden met nog voldoende profiel (2de handsmarkt) , banden voor vernieuwing en afgedankte banden. Omdat deze duurzame procedure bij de inzamelingspunten goed is geregeld en er een standaard aanlevering plaatsvindt via de regeling Melden van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen, is er geen recycling verplichting meer bij de verkooppunten.
H Hulpvragen bij Banden eis nr. 2 Worden gebruikte banden op een juiste manier (voor recycling) afgevoerd? Is er een proces van afvoer en is dit conform de regelgeving vastgelegd? Worden gebruikte banden kosteloos ingenomen volgens de principe 1xoud – 1x nieuw? Is uw administratie van ingekochte banden in balans met het aantal ingenomen gebruikte banden? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 30 van 127
Banden eis nr. 3 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Advisering Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Bandenspecialist Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Het bandenbedrijf dient over gekwalificeerd personeel te beschikken dat bekwaam is om banden te inspecteren en de klant te adviseren. In het bijzonder doelen wij op het vaststellen van verkeerde bandenspanning, scheve slijtage of afwijkingen in banden, vering of uitlijning. Deze elementen leiden immers tot hoger brandstofverbruik en slijtage van het voertuig en de banden. Het bedrijf hoeft gerelateerde werkzaamheden, bijvoorbeeld het uitlijnen van het voertuig of het vervangen van de schokbrekers, niet zelf uit te kunnen voeren, maar dient de klant wel te kunnen verwijzen.
H Hulpvragen bij Banden eis nr. 3 Zijn uw medewerkers in staat om genoemde afwijkingen vast te stellen? Kunt u de meest voorkomende oorzaken hiervan ook verhelpen? Zo niet, kan u de klant dan doorverwijzen? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 31 van 127
AANVULLENDE SPECIFIEK EISEN M.B.T. BAND REPARATIE EN VERVANGING > 3500 kg
Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die (o.a.) banden repareren en vervangen. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen banden repareert of vervangt voertuigen met een totaal gewicht groter dan 3500kg incl. maximaal laadvermogen, dan kunt u deze eisen overslaan.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 32 van 127
Banden 3500+ eis nr. 1 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Bandenmanagement Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Bandenspecialist
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Wanneer het garagebedrijf ook banden levert, dan dient men de beschikking te hebben over een samenstel van diensten die tot duurzaamheid leiden voor het bedrijf en haar klant. Herprofilering Het bedrijf dient de kennis te beschikken om banden te herprofileren. Het daadwerkelijk uitvoeren van de herprofilering kan in huis gebeuren maar mag ook worden uitbesteedt. Uiteraard zijn veiligheid en inzetbaarheid van het voertuig leidend bij de keuze. Loopvlakvernieuwing Loopvlakvernieuwde banden hebben voor vrachtwagens en bussen de voorkeur, omdat het karkas van de oorspronkelijke band kan worden hergebruikt. Zo wordt het materiaalgebruik beperkt. Deze banden doen tegenwoordig kwalitatief niet meer onder voor nieuwe banden. Karkassen die voor vernieuwing gebruikt worden, moeten door een ISO-14.001 en ECE-R109 (*) gecertificeerde bandenvernieuwer op mogelijkheden tot hergebruik worden beoordeeld. Voor de productie van een vernieuwde band is tot 75% minder energie en grondstoffen nodig zijn dan voor een nieuwe band. Daarnaast neemt het storten van oude banden af. De helft van alle gemonteerde banden in Europa is voorzien van een nieuw loopvlak. Ook leidt het gebruik van loopvlakvernieuwde banden tot een verlaging van onderhoudskosten, waardoor er een verlaging van de kilometerkostprijs ontstaat. Vervanging Het garagebedrijf dient de klant op juiste wijze te adviseren. Ten aanzien van de rolweerstand, grip en geluidsproductie. In tegenstelling tot voertuigen tot 3.500kg hoeven de banden niet gestickerd te worden (EG/1222/2009 ), maar de informatie dient wel voorhanden te zijn en in het advies aan de klant te worden meegenomen.
(*) sluit aan bij Criteria voor duurzaam inkopen van Zware motorvoertuigen en mobiele werktuigen inclusief onderhoud - Versie: 1.0 - Dit criteriadocument voor het duurzaam inkopen van zware voertuigen en mobiele werktuigen inclusief onderhoud is opgesteld in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
H Hulpvragen bij Banden 3500+ eis nr. 1 Is de certificering (ISO-14.001 en ECE-R109) aanwezig om herprofilering of loopvlakvernieuwing veilig aan de klant aan te bieden? Wordt herprofileringen loopvlakvernieuwing toegepast? Wordt de klant op juiste wijze geadviseerd bij vervanging en is hiervoor de juiste informatie voorhanden? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 33 van 127
Banden 3500+ eis nr. 2 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Gebruikte autobanden Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Bandenspecialist Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
In deze eis zijn ontdoeners bedoeld onder deze categorie, verplicht om alle bandenstromen te registeren. Wij sluiten ons hierbij aan bij de regeling “Melden van bedrijfsafvalstoffen”. Hierin kunnen retailers evenveel gebruikte banden kosteloos laten inzamelen als dat zij nieuw verkopen. De inzameling vindt plaats volgens het principe éénmaal oud voor éénmaal nieuw. Aan de hand van uw administratie, zoals de inkoop- en verkoopadministratie, de registratie van het aantal ingenomen banden en de archivering van ondertekende begeleidingsbonnen, dient een ontdoener aan te kunnen tonen dat het aantal nieuw ingekochte banden in balans is met het aantal ingenomen gebruikte banden. Als ontdoener voldoet u aan uw registratieverplichting uit het Besluit als uw oud-voor-nieuwbalans in evenwicht is. De verplichting om de inname van gebruikte banden te registreren kunt u teruglezen in de Regeling Melden van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen’. Inzamelingsbedrijven van gebruikte banden zijn vanuit deze wetgeving verplicht standaard begeleidingsformulieren bij inzameling van afvalstoffen in te vullen en een exemplaar bij hun klanten achter te laten. De inzamelingsbedrijven dragen zorg voor correcte inzameling en recycling. Er vindt standaard een splitsing plaats op banden met nog voldoende profiel (2de handsmarkt) , banden voor vernieuwing en afgedankte banden. Omdat deze duurzame procedure bij de inzamelingspunten goed is geregeld en er een standaard aanlevering plaatsvindt via de regeling Melden van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen, is er geen recycling verplichting meer bij de verkooppunten.
H Hulpvragen bij Banden eis nr. 2 Worden gebruikte banden op een juiste manier (voor recycling) afgevoerd? Is er een proces van afvoer en is dit conform de regeling vastgelegd? Worden gebruikte banden kosteloos ingenomen volgens de principe 1xoud – 1x nieuw? Is uw administratie van ingekochte banden in balans met het aantal ingenomen gebruikte banden? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 34 van 127
Banden 3500+ eis nr. 3 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Advisering Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Bandenspecialist Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Het bandenbedrijf dient over gekwalificeerd personeel te beschikken die bekwaam zijn om banden te inspecteren en de klant te adviseren. In het bijzonder doelen wij op het vaststellen van verkeerde bandenspanning, scheve slijtage of afwijkingen in banden, vering of uitlijning. Deze elementen leiden immers tot hoger verbruik en slijtage van het voertuig en de banden. Het bedrijf hoeft gerelateerde werkzaamheden, bijvoorbeeld uitlijnen of schokbrekers vervangen, niet zelf uit te kunnen voeren, maar dient de klant wel te kunnen verwijzen.
H Hulpvragen bij Banden eis nr. 3 Zijn uw medewerkers in staat om genoemde afwijkingen vast te stellen? Kunt u de meest voorkomende oorzaken hiervan ook verhelpen? Zo niet, kan u de klant dan doorverwijzen? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 35 van 127
AANVULLENDE SPECIFIEKE EISEN M.B.T. ONDERHOUD EN REPARATIE < 3500KG
Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die (o.a.) onderhoud en reparatie uitvoeren. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen onderhoud of reparaties uitvoert kunt u deze eisen overslaan.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 36 van 127
Onderhoud & reparatie eis nr. 1 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: nvt
Demontage (originele) onderdelen Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: nvt
Garagebedrijf
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: eis 2% van de totale vervanging
Norm: eis 2% van de totale vervanging
Het gebruik van een gedemonteerd/gereviseerd origineel onderdeel is een milieuvriendelijk alternatief. Product hergebruik is immers groener dan materiaal hergebruik. Duurzaam Repareren stelt een norm van de eis op een voorzichtige 2%. Dat komt omdat nog niet alle randvoorwaarden voor een professioneel en efficiënt gebruik van gedemonteerde onderdelen ingericht zijn. Te denken valt aan bestelsystemen, leveringsvoorwaarden en garantiebepalingen. Hier wordt door Duurzaam Repareren aan gewerkt. Met die ontwikkeling zal geleidelijk de norm van nu 2% ook verhoogd worden. Het besluit daarvan ligt in handen van het College van Deskundigen. Om nu een start te kunnen maken stelt Duurzaam Repareren een aantal voorwaarden. Dit staat garant voor origineel gebruikte onderdelen van hoogwaardige kwaliteit, veiligheid en milieuvriendelijkheid. Onder de onderdelen wordt verstaan:
Gebruikte onderdelen (hergebruik), zowel cosmetische als technische delen; Ruildelen (deelrevisie); Gereviseerde onderdelen.
Er gelden voorwaarden voor de uniformiteit in kwaliteit, zodat men altijd weet “wat” men geleverd krijgt. Daarnaast gelden er voorwaarden t.b.v. de leveringsvoorwaarden en garanties. De informatieverstrekking richting de klant moet hierop geënt zijn. Duurzaam Repareren erkent hierbij de norm Kwaliteit Zorg Demontage (KZD) module *** (KZD ***) uitgegeven door stichting KZD. Demontagebedrijven die aan dit niveau voldoen, geven niet alleen de zekerheid over de herkomst van een origineel gedemonteerd onderdeel, maar kunnen ook de kwaliteit van het origineel gedemonteerd onderdeel aangeven middels de zgn. classificatie. Bovendien eist deze module een verregaandere mate van procesbeheersing binnen het bedrijf. Demontage bedrijven uit de module zijn aantoonbaar geschikte toeleveranciers voor marktpartijen. Gedemonteerde onderdelen die binnen het regime van Duurzaam Repareren worden gebruikt, mogen alleen bij door de stichting KZD gecertificeerde bedrijven in module *** worden afgenomen. De betreffende demontage bedrijven worden op de website van Duurzaam Repareren bekend gemaakt. Daarnaast mag het origineel gedemonteerde onderdeel niet ouder zijn dan het voertuig waar het voor bestemd is, mits nadrukkelijk akkoord gegeven door de opdrachtgever.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 37 van 127
Onder gedemonteerde onderdelen valt tevens de opslag van gedemonteerde onderdelen die later in tijd of later in het onderhoud- en/of herstelproces weer gebruikt moeten worden. Deze gedemonteerde onderdelen dienen zo veel mogelijk bij het filiaal opgeslagen te worden. Dit om te voorkomen dat er een onnodig en milieubelastend logistiek proces opgang komt. Bij certificering beoordeelt de auditeur de norm van 2% aan de hand van de gegevens in het bestelsysteem c.q. het Milieumanagementsysteem en de gegevens die voorhanden zijn bij Duurzaam Repareren en stichting KZD m.b.t. erkende demontagebedrijven module ***.
Hulpvragen bij onderhoud en reparatie eis nr. 1 Wordt er in minimaal 2% van de voorkomende gevallen gebruik gemaakt van demontage en gereviseerde onderdelen? Zijn de demontage onderdelen afkomstig van KZD *** aangemerkte bedrijven? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van gedemonteerde (originele) onderdelen? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 38 van 127
Onderhoud & reparatie eis nr. 2 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: nvt
Controle op uitstoot Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: nvt
Garagebedrijf Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Door het gebruik, (nalatig) onderhoud of een defect kan een voertuig een onnodig hoge uitstoot van milieu- en gezondheid belastende gassen bezitten. Dit is niet alleen slecht voor het milieu maar leidt ook tot een hoger brandstofverbruik en slijtage van de motor. U dient bij elk regulier onderhoud (niet bij elke doorgang) een controle op de uitstoot te voltooien. De uitkomst moet met de klant en onderbouwt met een advies met de klant besproken worden. Het bedrijf dient over gekwalificeerd personeel en relevante apparatuur te beschikken om deze controle uit te voeren. Bedrijven die een APK erkenning hebben, beschikken hier over. Wanneer het bedrijf hiervoor niet geëquipeerd is, dan dient zij de klant te kunnen verwijzen. Benzinemotoren Met behulp van een viergastester wordt gecontroleerd of de uitstoot van de uitlaatgassen de wettelijke percentages niet overschrijdt en de fabrieksvoorschriften. Bij afwijkingen is het mogelijk dat de katalysator defect is, die de meeste schadelijke stoffen omzet. Dieselmotoren Bij dieselmotoren dient via de OBD (On-Board Diagnostics) het voertuig te worden gecontroleerd op foutmeldingen m.b.t. de uitstoot.
Hulpvragen bij onderhoud en reparatie eis nr. 2 Beschikt u over gekwalificeerd personeel om de testen uit te kunnen voeren? Beschikt u over apparatuur om de testen uit te kunnen voeren? Zo niet, wordt de klant bij vermoeden doorverwezen? (denk aan uw intentieverklaring zie generieke eis nr. 6) Is uw opdracht/werkorderbon aangepast op deze periodieke controle? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 39 van 127
AANVULLENDE SPECIFIEKE EISEN M.B.T. ONDERHOUD EN REPARATIE 3.500 KG+
Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die (o.a.) onderhoud en reparatie uitvoeren aan voertuigen met een totaalgewicht groter dan 3500 kg, incl. maximaal laadvermogen..
Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen onderhoud of reparaties uitvoert aan voertuigen met een totaal gewicht groter dan 3500kg incl. maximaal laadvermogen, dan kunt u deze eisen overslaan.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 40 van 127
Onderhoud & Reparatie 3500+ eis nr. 1 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: nvt
Demontage (originele) onderdelen
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: nvt
Garagebedrijf
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: eis 2% van de totale vervanging
Norm: eis 2% van de totale vervanging
Het gebruik van een gedemonteerd/gereviseerd origineel onderdeel is een milieuvriendelijk alternatief. Product hergebruik is immers groener dan materiaal hergebruik. Duurzaam Repareren stelt een norm van de eis op een voorzichtige 2%. Dat komt omdat nog niet alle randvoorwaarden voor een professioneel en efficiënt gebruik van gedemonteerde onderdelen ingericht zijn. Te denken valt aan bestelsystemen, leveringsvoorwaarden en garantiebepalingen. Hier wordt door Duurzaam Repareren aan gewerkt. Met die ontwikkeling zal geleidelijk de norm van nu 2% ook verhoogd worden. Het besluit daarvan ligt in handen van het College van Deskundigen. Om nu een start te kunnen maken stelt Duurzaam Repareren een aantal voorwaarden. Dit staat garant voor origineel gebruikte onderdelen van hoogwaardige kwaliteit, veiligheid en milieuvriendelijkheid. Onder de onderdelen wordt verstaan:
Gebruikte onderdelen (hergebruik), zowel cosmetische als technische delen; Ruildelen (deelrevisie); Gereviseerde onderdelen.
Er gelden voorwaarden voor de uniformiteit in kwaliteit, zodat men altijd weet “wat” men geleverd krijgt. Daarnaast gelden er voorwaarden t.b.v. de leveringsvoorwaarden en garanties. De informatieverstrekking richting de klant moet hierop geënt zijn. Duurzaam Repareren erkent hierbij de norm Kwaliteit Zorg Demontage (KZD) module *** (KZD ***) uitgegeven door stichting KZD. Demontagebedrijven die aan dit niveau voldoen, geven niet alleen de zekerheid over de herkomst van een origineel gedemonteerd onderdeel, maar kunnen ook de kwaliteit van het origineel gedemonteerd onderdeel aangeven middels de zgn. classificatie. Bovendien eist deze module een verregaandere mate van procesbeheersing binnen het bedrijf. Demontage bedrijven uit de module zijn aantoonbaar geschikte toeleveranciers voor marktpartijen. Gedemonteerde onderdelen die binnen het regime van Duurzaam Repareren worden gebruikt, mogen alleen bij door de stichting KZD gecertificeerde bedrijven in module *** worden afgenomen. De betreffende demontage bedrijven worden op de website van Duurzaam Repareren bekend gemaakt. Daarnaast mag het origineel gedemonteerde onderdeel niet ouder zijn dan het voertuig waar het voor bestemd is, mits nadrukkelijk akkoord gegeven door de opdrachtgever. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 41 van 127
Onder gedemonteerde onderdelen valt tevens de opslag van gedemonteerde onderdelen die later in tijd of later in het onderhoud- en/of herstelproces weer gebruikt moeten worden. Deze gedemonteerde onderdelen dienen zo veel mogelijk bij het filiaal opgeslagen te worden. Dit om te voorkomen dat er een onnodig en milieubelastend logistiek proces opgang komt. Bij certificering beoordeelt de auditeur de norm van 2% aan de hand van de gegevens in het bestelsysteem c.q. het Milieumanagementsysteem en de gegevens die voorhanden zijn bij de Duurzaam Repareren en stichting KZD m.b.t. erkende demontagebedrijven module ***.
Hulpvragen bij onderhoud en reparatie 3500+ eis nr. 1 Wordt er in minimaal 2% van de voorkomende gevallen gebruik gemaakt van demontage en gereviseerde onderdelen? Zijn de demontage onderdelen afkomstig van KZD *** aangemerkte bedrijven? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 42 van 127
Onderhoud & Reparatie 3500+ eis nr. 2 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: nvt
RetroFit
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: nvt
Garagebedrijf Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: nvt
Norm: 100%
In aanvulling op het hergebruik van onderdelen (eis 1) wordt voor het onderhoud en reparatie aan voertuigen boven de 3500kg speciaal aandacht besteed aan het hergebruik van functionele elementen, retro-fit genoemd. Hierbij moet aan functionele elementen worden gedacht zoals:
Laadkleppen;
Kiepers;
Koelinstallaties of delen daarvan (compressor e.d.);
Kraan- en takelinstallaties.
Het bedrijf dient retro-fit toe te passen en in ieder geval in zijn propositie mee te nemen.
Hulpvragen bij onderhoud en reparatie 3500+ eis nr. 2 Worden en Retrofit oplossingen aangeboden aan de klant? Is er een eigen opslag van elementen die geschikt zijn voor Retrofit? Zijn er externe leveranciers voor Retrofit elementen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 43 van 127
Onderhoud & Reparatie 3500+ eis nr. 3 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: nvt
Werkzaamheden aan mobiele koelinstallaties
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: nvt
Garagebedrijf
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Bij de werkzaamheden aan mobiele koelinstallaties wordt er gewerkt met gassen die slecht voor milieu en mens zijn. De zogenaamde F-gassen. Werkzaamheden moeten strikt uitgevoerd worden onder de relevante regelgeving, EG 842/2006 (Besluit gefluoreerde broeikasgassen Wms 2007). De etikettering dient op adequate wijze te zijn georganiseerd, conform EG 1494/2007. De juiste persoonlijke beschermingsmiddelen dienen beschikbaar te zijn en te worden gebruikt door de medewerkers. Een juiste koudemiddelenregistratie te bezitten. In deze registratie wordt bijgehouden de hoeveelheid gefluoreerde broeikasgassen en gereguleerde stoffen die wordt gevuld of bijgevuld in koelinstallaties en de teruggewonnen hoeveelheid gefluoreerde broeikasgassen en gereguleerde stoffen uit koelinstallaties evenals de bestemming hiervan. Diploma’s en opleidingen Als de inhoud aan HFK's of HCFK's beneden de 3 kg blijft geldt: geen plicht tot het hebben van een bedrijfscertificaat voor het installeren of onderhouden van deze containers; slechts de plicht tot het hebben van een diploma (Cat 1, 2 of 3) voor het terugwinnen van het koudemiddel bij onderhoud aan of ontmanteling van de installatie. Als de inhoud 3 kg of meer bedraagt, wordt de container als een grote mobiele koelinstallatie beschouwd en geldt voor certificering en diplomering: voor installatie- en onderhoudswerkzaamheden is een bedrijfscertificaat verplicht; personeel dat aan de installatie mag werken moet over een diploma koelinstallaties categorie I beschikken.
Hulpvragen bij onderhoud en reparatie 3500+ eis nr. 3 Zijn de werkzaamheden op juiste wijze ingericht (compliancy)? Zijn de juiste PBM beschikbaar en worden ze gebruikt? Beschikt u over de juiste certificaten en gediplomeerde medewerker(s)? Is er een goede koudemiddelen registratie? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 44 van 127
Onderhoud & Reparatie 3500+ eis nr. 4 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: nvt
Bandenmanagement
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: nvt
Garagebedrijf
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: nvt
Norm: 100%
Wanneer het garagebedrijf ook banden levert, dan dient men de beschikking te hebben over een samenstel van diensten die tot duurzaamheid leiden voor het bedrijf en haar klant. Herprofilering. Het bedrijf dient over de apparatuur en de kennis te beschikken om banden te her profileren. Wanneer mogelijk dient dit ook te worden toegepast. Uiteraard zijn veiligheid en inzetbaarheid van het voertuig leidend bij de keuze. Loopvlakvernieuwing Loopvlakvernieuwde banden hebben voor vrachtwagens en bussen de voorkeur, omdat het karkas van de oorspronkelijke band kan worden hergebruikt. Zo wordt het materiaalgebruik beperkt. Deze banden doen tegenwoordig kwalitatief niet meer onder voor nieuwe banden. Karkassen die voor vernieuwing gebruikt worden, moeten door een ISO-gecertificeerde bandenvernieuwer op mogelijkheden tot hergebruik worden beoordeeld. Voor de productie van een vernieuwde band is tot 75% minder energie en grondstoffen nodig zijn dan voor een nieuwe band. Daarnaast neemt het storten van oude banden af. De helft van alle gemonteerde banden in Europa is voorzien van een nieuw loopvlak. Ook leidt het gebruik van loopvlakvernieuwde banden tot een verlaging van onderhoudskosten, waardoor er een verlaging van de kilometerkostprijs ontstaat. Vervanging Het garagebedrijf dient de klant op juiste wijze te adviseren. Ten aanzien van de rolweerstand, grip en geluidsproductie. In tegenstelling tot voertuigen tot 3.500kg hoeven de banden niet gestickerd te worden (EG/1222/2009 ), maar de informatie dient wel voorhanden te zijn en in het advies aan e klant te worden meegenomen.
H Hulpvragen bij onderhoud & reparatie 3500+ eis nr. 4 Wordt herprofilering toegepast? Wordt loopvlak vernieuwing toegepast? Wordt de klant op juiste wijze geadviseerd bij vervanging en is hiervoor de juiste informatie voorhanden? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 45 van 127
Onderhoud & reparatie 3500+ eis nr. 5 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: nvt
Controle op uitstoot
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: nvt
Garagebedrijf Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Door het gebruik, (nalatig) onderhoud of een defect kan een voertuig een onnodig hoge uitstoot van milieu- en gezondheid belastende gassen bezitten. Dit is niet alleen slecht voor het milieu maar leidt ook tot een hoger brandstofverbruik en slijtage van de motor. U dient bij elk regulier onderhoud (niet bij elke doorgang) een controle op de uitstoot te voltooien. De uitkomst moet met de klant en onderbouwt met een advies met de klant besproken worden. Het bedrijf dient over gekwalificeerd personeel en relevante apparatuur te beschikken om deze controle uit te voeren. Bedrijven die een APK erkenning hebben, beschikken hier over. Wanneer het bedrijf hiervoor niet geëquipeerd is, dan dient zij de klant te kunnen verwijzen. Benzinemotoren Met behulp van een viergastester wordt gecontroleerd of de uitstoot van de uitlaatgassen de wettelijke percentages niet overschrijdt en de fabrieksvoorschriften. Bij afwijkingen is het mogelijk dat de katalysator defect is, die de meeste schadelijke stoffen omzet. Dieselmotoren Bij dieselmotoren dient via de OBD (On-Board Diagnostics) het voertuig te worden gecontroleerd op foutmeldingen m.b.t. de uitstoot.
Hulpvragen bij onderhoud en reparatie eis nr. 5 Beschikt u over gekwalificeerd personeel om de testen uit te kunnen voeren? Beschikt u over apparatuur om de testen uit te kunnen voeren? Zo niet, wordt de klant bij vermoeden doorverwezen? (denk aan uw intentieverklaring zie generieke eis nr. 6) Is uw opdracht/werkorderbon aangepast op deze periodieke controle? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 46 van 127
AANVULLENDE SPECIFIEKE EISEN M.B.T. SCHADEHERSTEL < 3500KG Onlosmakelijk onderdeel van het Pakket van Eisen
Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die (o.a.) schadeherstellen. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen schadeherstelt kunt u deze eisen overslaan.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 47 van 127
Schadeherstel eis nr. 1 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: nvt
Demontage onderdelen Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: nvt
Schadeherstelbedrijf
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: eis 2% van de totale vervanging
Norm: eis 2% van de totale vervanging
In Nederland rijden ruim zeven miljoen personen auto’s. Om het voertuigpark mobiel te houden wordt er op professionele wijze aan deze voertuigen onderhoud en reparatie geleverd. Naast het produceren van de auto’s levert dit een extra milieubelasting op voor het produceren van reservedelen voor onderhoud, reparatie en schadeherstel. Hier staat tegenover er een latent aanbod is van origineel gebruikte onderdelen en eventueel origineel gereviseerde onderdelen die in een belangrijk deel van de vraag kan voorzien. Zonder dat er een additionele belasting op het milieu wordt gegenereerd. Het gebruik van een gedemonteerd/gereviseerd origineel onderdeel is een milieuvriendelijk alternatief. Product hergebruik is immers groener dan materiaal hergebruik. Duurzaam Repareren stelt een norm van de eis op een voorzichtige 2%. Dat komt omdat nog niet alle randvoorwaarden voor een professioneel en efficiënt gebruik van gedemonteerde onderdelen ingericht zijn. Te denken valt aan bestelsystemen, leveringsvoorwaarden en garantiebepalingen. Hier wordt door Duurzaam Repareren aan gewerkt. Met die ontwikkeling zal geleidelijk de norm van nu 2% ook verhoogd worden. Het bestluit daarvan ligt in handen van het College van Deskundigen. Om nu een start te kunnen maken stelt Duurzaam Repareren een aantal voorwaarden. Dit staat garant voor origineel gebruikte onderdelen van hoogwaardige kwaliteit, veiligheid en milieuvriendelijkheid. Onder de onderdelen wordt verstaan:
Gebruikte onderdelen (hergebruik), zowel cosmetische als technische delen; Ruildelen (deelrevisie); Gereviseerde onderdelen.
Er gelden voorwaarden voor de uniformiteit in kwaliteit, zodat men altijd weet “wat” men geleverd krijgt. Daarnaast gelden er voorwaarden t.b.v. de leveringsvoorwaarden en garanties. De informatieverstrekking richting de klant moet hierop geënt zijn. Duurzaam Repareren erkent hierbij de norm Kwaliteit Zorg Demontage (KZD) module *** (KZD ***) uitgegeven door stichting KZD. Demontagebedrijven die aan dit niveau voldoen, geven niet alleen de zekerheid over de herkomst van een origineel gedemonteerd onderdeel, maar kunnen ook de kwaliteit van het origineel gedemonteerd onderdeel aangeven middels de zgn. classificatie.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 48 van 127
Gedemonteerde onderdelen die binnen het regime van Duurzaam Repareren worden gebruikt, mogen alleen bij door de stichting KZD gecertificeerde bedrijven in module *** worden afgenomen. De betreffende demontage bedrijven worden op de website van Duurzaam Repareren bekend gemaakt. Daarnaast mag het origineel gedemonteerde onderdeel niet ouder zijn dan het voertuig waar het voor bestemd is, mits nadrukkelijk akkoord gegeven door de opdrachtgever. Onder gedemonteerde onderdelen valt tevens de opslag van gedemonteerde onderdelen die later in tijd of later in het onderhoud- en/of herstelproces weer gebruikt moeten worden. Deze gedemonteerde onderdelen dienen zo veel mogelijk bij het filiaal opgeslagen te worden. Dit om te voorkomen dat er een onnodig en milieubelastend logistiek proces opgang komt. Bij certificering beoordeelt de auditeur de norm van 2% aan de hand van de gegevens in het bestelsysteem c.q. het Milieumanagementsysteem en de gegevens die voorhanden zijn bij de Duurzaam Repareren en stichting KZD m.b.t. erkende demontagebedrijven module ***.
Hulpvragen bij Schadeherstel eis nr. 1 Wordt er in minimaal 2% van de voorkomende gevallen gebruik gemaakt van demontage en gereviseerde onderdelen? Zijn de demontage onderdelen afkomstig van KZD *** aangemerkte bedrijven? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 49 van 127
Schadeherstel eis nr. 2 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Moderne reparatie methodes Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Schadeherstelbedrijf
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: in 70% van de reparaties
Norm: in 70% van de reparaties
Er is heel veel mogelijk om bij een reparatie van een schade om deze een stuk milieuvriendelijker uit te voeren. Dit kan gebeuren door andere werkmethodes, ook wel Smart Repair genoemd. Er worden bij deze reparatiemethodes minder producten gebruikt dan bij traditioneel herstel en / of vervanging van het beschadigde deel. Hierdoor wordt het milieu 50% tot 70% minder belast ten opzichte van de traditionele methodes. Uitdeuken Zonder Spuiten (UZS) Het zijn werkzaamheden waarbij geen spuitwerkzaamheden meer voorkomen. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd met speciale tools, verlijming van adapters met slagtrekker en deukenlifter. Push en Paint Het ook wel genaamde; voordrukken, waarbij mogelijk nog plaatwerk moet worden uitgevoerd met hamer en tas. Echter het bewerkingsoppervlak wordt hiermee wel beperkt. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd met speciale tools met daarop tips gemonteerd, verlijming van adapters met slagtrekker en / of minilifter. Kunststofreparatie Schade aan kunststofdelen kunnen worden hersteld met verschillende methodes en producten zoals, verlijmen, lassen, nieten, structuurherstellingen, vloeibaar kunststof. Deze werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd aan bijvoorbeeld: bumpers, keienvangers, motorbeplating, deurbeplating, dorpellijsten, portieren, schermen, daklijsten, tunnelbak, etc.. Interieurreparatie Herstellen van brandgaatjes, scheurtjes en andere beschadigingen aan kunststof, velours, lederen of vinyl bekledingsdelen. Zoals bijvoorbeeld na inbraak of het in- of uitbouwen van radio of autotelefoon kan het dashboard beschadigd zijn. Door het kunststof te repareren wordt vervanging onnodig. Koplampreparatie Na een aanrijding blijft de schade meestal niet beperkt tot de bumper, maar zijn vaak ook de bevestigingspunten van de koplampen afgebroken, deze zijn perfect te lassen op een dergelijke manier dat ook de crashveiligheid blijft gewaarborgd. Ook kan bij beschadiging van het kunststof koplampglas door middel van schuurtechnieken, en het opnieuw aanbrengen van een UV bestendige blanke lak, de beschadigde koplamp hergebruikt worden.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 50 van 127
Waar mogelijk en in minimaal de genoemde norm van de voorkomende gevallen dienen deze methodes als reparatiemethodiek aan de consument (zakelijk en particulier) middels een op maat gemaakte offerte te worden aangeboden. Hierbij is wel een goede uitleg noodzakelijk over de gelijkwaardige kwaliteit van de uitgevoerde reparatie.
Hulpvragen bij Schadeherstel eis nr. 2 Wordt er conform de genoemde normen in de voorkomende gevallen gebruik gemaakt van bovenstaande technieken? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van deze technieken? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van deze technieken? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 51 van 127
Schadeherstel eis nr. 3 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Spotrepair
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Schadeherstelbedrijf Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: in 70% van de reparaties
Norm: in 70% van de reparaties
SpotRepair (SR) is in de basis kleine beschadigingen (punt) te herstellen met 100% resultaat, zonder dat het hele plaatdeel gespoten of volledig gedemonteerd dient te worden. Deze methode is hierdoor milieuvriendelijk en voor de klant efficiënt en goedkoper. Waar mogelijk dient deze methode als techniek aan de consument (zakelijk en particulier) middels een op maat gemaakte offerte te worden aangeboden. Hierbij is wel een goede uitleg noodzakelijk over de gelijkwaardige kwaliteit van de uitgevoerde reparatie. De norm bij deze eis is dat deze methode (ongeacht welke bullit) in minimaal 10% controleerbaar is aangeboden: Kenmerken SpotRepair 1. Relatief kleine lakbeschadiging, zonder plamuurwerk 2. Maximale werkoppervlakte ter grootte van 6 dm² (A4) 3. Bewerkingsoppervlakte ligt op 1 of meerdere delen 4. Dicht bij de rand van een paneel of karakterlijn Wat zijn de mogelijkheden met SpotRepair? Delen die uitermate geschikt zijn voor de SpotRepair methode, zijn de staande delen. Enkele voorbeelden: 1. Staande deel kofferdeksel 2. Wielkuip randen 3. Bumpers 4. Dorpels 5. Daklijnen
ZONE A : Niet geschikt voor SpotRepair ZONE B : Beperkt geschikt voor SpotRepair Beschadiging max. 10 centimeter van een naad of karakterlijn. Zone C : Geschikt voor SpotRepair
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 52 van 127
Hulpvragen bij Schadeherstel eis nr. 3 Wordt er in minimaal de genoemde norm van de voorkomende gevallen gebruik gemaakt van bovenstaande technieken? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van deze technieken? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van deze technieken? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 53 van 127
Schadeherstel eis nr. 4 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Productgebruik voor het (over)spuiten van voertuigen of onderdelen
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Schadeherstelbedrijf
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Deze eis valt onder de Europese richtlijn (richtlijn nr. 2004/42/EG). Onder voertuig wordt in deze richtlijn (nr. 2004/42/EG) wordt verstaan : ieder motorvoertuig met of zonder carrosserie, op ten minste vier wielen en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km per uur, bestemd om aan het wegverkeer deel te nemen, alsmede aanhangwagens daarvan, met uitzondering van voertuigen die zich over rails bewegen, landbouwtractoren en landbouwmachines. Voor de toepassing van deze eis wordt onder producten voor het overspuiten van voertuigen verstaan de onderstaande categorieën (A t/m E) . Zij worden gebruikt op voertuigen voor het overspuiten van geheel of, ten dele, voor de reparatie, de bescherming of de decoratie van voertuigen buiten de fabriek. In deze eis worden er eisen gesteld aan:
De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) en aanvullende eisen. Droogtijd van de bewerking.
Toepassingsgebied A
Voorbehandeling en reiniging: producten voor het langs mechanische of chemische weg verwijderen van oude coatings en roest, ofwel het ontvetten van de te spuiten ondergrond om hechting van het aan te brengen laksysteem te verkrijgen.
A1
Reinigingsmiddelen op oplosmiddelbasis spuitpistoolreinigingsmiddelen (producten voor het schoonmaken van spuitpistolen en ander equipment) en ontvettingsmiddelen (inclusief antistatische middelen voor kunststof).
A2
Reinigingsmiddelen op waterbasis voor het reinigen van in water oplosbare vervuiling.
B
Vulmiddelen/plamuren: zware materialen die worden aangebracht om diepe oneffenheden in het oppervlak op te vullen.
C
Primers/Fillers: op blank metaal of op bestaande aflakken aan te brengen coatings ter bescherming tegen corrosie het verkrijgen van hechting en het vullen van kleine oneffenheden.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 54 van 127
C1
Surfacer/ filler en sealers: vóór de aflak aan te brengen coating ter bescherming tegen corrosie, ter bevordering van de hechting van de aflak en ter bevordering van een gelijkmatige afwerking door de opvulling van kleine oneffenheden in het oppervlak.
C2
Washprimers: etsende coatings die ten minste 0,5 % in gewicht aan fosforzuur bevatten en direct op blank metaal worden aangebracht ter bescherming tegen corrosie en ter verbetering van de hechting;
D
Aflakken: enkellaags of meerlaags aan te brengen gepigmenteerde coatings die voor glans en duurzaamheid zorgen. Hiertoe behoren alle betrokken producten, zoals topcoats, basislakken en blanke lakken:
D1
Basislak: gepigmenteerde coatings die de kleur en het gewenste optische effect bepalen, maar niet de glans en de oppervlakteweerstand van de coatings.
D2
Blanke lakken: transparante lagen die de uiteindelijke glans en weerstand van het coatingsysteem bepalen.
E
Speciale aflakken: als aflak aan te brengen coatings met bijzondere eigenschappen, bijvoorbeeld krasbestendige en gefluoreerde doorzichtige laag, reflecterende laklagen, aflakken met gestructureerd oppervlak (bijvoorbeeld gehamerd), anti-slipcoatings, waterafstotende coatings voor de onderkant van de carrosserie, coatings die beschermen tegen steenslag, aflakken voor binnenafwerking; en aërosols.
De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) in het product Het VOS gehalte van bepaalde verven en vernissen en producten (zoals beschreven onder A t/m E) voor het spuiten van voertuigen, leidt tot aanzienlijke emissie van VOS in de lucht, hetgeen bijdraagt aan vervuiling van het milieu. Daarnaast zijn de onder deze categorie genoemde stoffen slecht voor de gezondheid. Binnen de EU worden hier al scherpe eisen aan gesteld. Onder Vluchtige Organische Stoffen (VOS) wordt verstaan o.a.: Aceetaldehyde
Methylamine
Acrylonitril
Methylchloride
Acrylzuur
Methylisocyaanzuuaat
Benzeen
Perchlooretheen
Butadieen (1,3~)
Styreen
Dichloormethaan
Tolueen
Fenol
Trichloorethaan (1,1,1~)
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 55 van 127
Formaldehyde
Trichlooretheen
Methanol
Trichloorbenzeen
Styreen (Ethenybenzeen)
Vinylchloride
Maximale grenswaarde voor het VOS gehalte van producten voor het spuiten van voertuigen (in lijn met Richtlijn 2004/42/EG met uitzondering van de genoemde opmerkingen)
Productcategorie
A
Voorbehandeling en reiniging
Coatings
Richtlijn 2004/42/EG
AMBITIE niveau
VOS g/l (*)
VOS g/l (*)
Voorbehandeling
850
800
Oppervlaktereinigers
200
180
B
Plamuur/stopmiddel Alle types (**)
250
200
C
Surfacers
Surfacers/fillers en sealers
540
530
Etsende primers
Washprimers
780
750
D
Aflakken
Alle types(***) – (****)
420
400
E
Speciale lakken
Alle types (***)
840
800
Algemene opmerking: deze waardes zijn met uitzondering van Tolueen en Trichloorbenzeen. Deze stoffen of preparaten van deze stoffen mogen miv 20 juni 2006 niet meer verwerkt worden. (*) g/l gebruiksklaar product. Met uitzondering van categorie a) moet het watergehalte van het gebruiksklare product buiten beschouwing worden gelaten. (**) Voor plamuur/stopmiddel (B) geldt dat deze styreen/ethenylbenzeen arm dient te zijn. (***) Overwegend watergedragen lakken zijn toegestaan. Bij het gebruik van andere lakken dan watergedragen dient tijdens de fysieke controle een onderbouwing met bijhorende documentatie ter inzage te worden gegeven. (****)Duurzaam Repareren stimuleert vooruitlopend op de Europese Milieu Wetgeving het gebruik van loodvrije topcoats. U wordt verzocht deze in uw assortiment op te nemen. Dit is nog geen afkeurpunt maar wordt tzt wel verwacht.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 56 van 127
Droogtijd van de bewerking Bij conventioneel drogen moet alle lucht die door de cabine stroomt van 20 °C naar 60 °C gebracht worden, of nu één onderdeel, een deelreparatie of een complete auto gedroogd wordt. Het drogen van spuitwerk in het schadeherstelproces kost daardoor veel tijd en energie. In deze eis ligt een ambitie om de droogtijden tot een minimum te beperken. Dit kan met IR of UV technologie of met luchtversnellingssystemen. Gezien de marktwerking geven wij geen mening over welke methode er gebruikt moet worden maar worden er slechts maximale droogtijden gegeven voor gestookte (60 °C ) drogingen.
A
Productcategorie
Coatings
Voorbehandeling en reiniging
Voorbehandeling
nvt
Oppervlaktereinigers
nvt
B
Plamuur/stopmiddel Alle types (**)
C
Primers
Surfaces (UV) /Fillers Washprimers
Gemiddelde droogtijd
nvt < 20 minuten nvt
D
Aflakken
Alle types
< 40 minuten
E
Speciale lakken
Alle types
< 55 minuten
Hulpvragen bij Schadeherstel eis nr. 4 Kunt u een verklaring overleggen van uw paintleverancier dat uw producten voldoen aan de gestelde eisen? (*) Welke paintleverancier gebruikt u? (*) Voldoen de producten bedoelt onder deze eis aan de VOS waardes? Zijn uw producten bedoelt onder deze eis ontzien van Tolueen en Trichloorbenzeen? Is uw plamuur/stopmiddel (B) styreen/ethenylbenzeen arm? Is uw documentatie in orde bij gebruik van niet watergedragen lakken? Valt uw gemiddelde droogtijd binnen de gestelde eisen? Worden de juiste PBM in acht genomen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? (*) Wanneer uw paintleverancier door Duurzaam Repareren centraal is erkend, hoeft u geen verklaring meer aan te leveren. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 57 van 127
Schadeherstel eis nr. 5 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 90% van het aanbod
Repareren i.p.v. vervangen
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 90% van het aanbod
Schadeherstelbedrijf
Lowtech: Vaste locatie Norm: 90% van het aanbod
Hightech: Vaste locatie Norm: 70% van het aanbod
Duurzaamheid is feitelijk een initiatief waar gezocht wordt naar methodes om het milieu te ontzien, zo min mogelijk aanspraak te maken op grondstoffen, profijtelijkheid voor u na te streven en de kosten voor de klant te verlagen. Dit lijkt misschien ideologisch maar is op sommige punten heel goed bereikbaar. Een goed voorbeeld is de keuze tussen vervangen of repareren. Wanneer een onderdeel, bijvoorbeeld een bumper, beschadigd is dan zullen de reparatiekosten vanaf een bepaalde kostprijs van de bumper, dalen. Het wordt voor de klant dus goedkoper. Echter, omdat u meer arbeid levert stijgt ook voor u het profijt. Het milieu is de grote winnaar. Er hoeft immers geen nieuwe bumper geproduceerd te worden en een oude afgevoerd. Wij hebben een tabel ontwikkeld die als richtlijn kan worden gebruikt.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 58 van 127
Voorbeeldberekening bumper vervangen - reparatie Gespoten bumper
Materiaal Bewerking
Bumper Klein materiaal
Vervangen
Ongespoten bumper
Herstellen
Vervangen
€ 350,00
-
€ 350,00
-
€ 7,00
€ 17,00
€ 7,00
€ 17,00
Herstellen
Demontage in AE
5
5
5
5
Herstellen in AE
-
20
-
20
Voorbewerken in AE
5
10
-
-
Spuiten in AE
16
21
-
-
Spuitmateriaal
€ 45,00
€ 50,00
-
-
Montage in AE
5
5
5
5
€ 402,00
€ 67,00
€ 357,00
€ 17,00
31
61
10
30
€ 7,00
€ 7,00
€ 7,00
€ 7,00
€ 217,00
€ 427,00
€ 70,00
€ 210,00
€ 619,00
€ 494,00
€ 427,00
€ 227,00
Huurdag
€ 0,00
€ 35,00
€ 0,00
€ 0,00
Bestellen bumper
€ 5,00
€ 0,00
€ 5,00
€ 0,00
Kosten Materiaal in € Arbeid in AE
Tarief per AE in € Arbeidskosten in € Totale kosten in €
Bijkomende kosten
Ontvangen factuur
€ 0,00
€ 24,50
Verwerken factuur
€ 0,00
Betalen factuur
€ 0,00
€ 24,50
€ 0,00
€ 0,00
Afvoer bumper
Afvoer verpakkingsmateriaal Totale kosten in €
Verschil in €
€ 0,00
€ 10,00
€ 0,00
€ 10,00
€ 5,00
€ 0,00
€ 5,00
€ 0,00
€ 663,50
€ 529,00
€ 471,50
€ 227,00
€ 134,50
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
€ 0,00
€ 244,50
Pagina 59 van 127
Voorgaande tabel maakt duidelijk dat repareren soms prevaleert boven vervangen. In het rekenvoorbeeld is het voordeel voor de klant € 134,50. De hersteller verricht echter bijna twee maal zoveel arbeid. Om een goede en structurele afweging tot herstellen te maken dient het (Audatex) calculatiesysteem default op ‘H’ (herstellen) te staan. Bij de audits zal hierop gecontroleerd worden.
Hulpvragen bij Schadeherstel eis nr. 5 Maakt u bij relevante schades een bewuste keuze tussen repareren of vervangen? Hanteert u hierbij het model van Duurzaam Repareren? Biedt u uw klant pro actief een keuze aan? Staat het calculatie systeem default op ‘herstellen’? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 60 van 127
AANVULLENDE SPECIFIEKE EISEN M.B.T. SCHADEHERSTEL > 3500KG Onlosmakelijk onderdeel van het Pakket van Eisen
Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die (o.a.) schadeherstellen. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen schadeherstelt aan voertuigen > 3500 KG kunt u deze eisen overslaan.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 61 van 127
Schadeherstel 3500+ eis nr. 1 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: nvt
Demontage onderdelen Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: nvt
Schadeherstelbedrijf
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: eis 2% van de totale vervanging
Norm: eis 2% van de totale vervanging
In Nederland rijden ruim acht miljoen voertuigen. Om het voertuigpark mobiel te houden wordt er op professionele wijze aan deze voertuigen onderhoud en reparatie geleverd. Naast de productie van de voertuigen levert dit een extra milieubelasting op voor het produceren van reservedelen voor onderhoud, reparatie en schadeherstel. Hier staat tegenover er een latent aanbod is van origineel gebruikte onderdelen en eventueel origineel gereviseerde onderdelen die in een belangrijk deel van de vraag kan voorzien. Zonder dat er een additionele belasting op het milieu wordt gegenereerd. Het gebruik van een gedemonteerd/gereviseerd origineel onderdeel is een milieuvriendelijk alternatief. Product hergebruik is immers groener dan materiaal hergebruik. Duurzaam Repareren stelt een norm van de eis op een voorzichtige 2%. Dat komt omdat nog niet alle randvoorwaarden voor een professioneel en efficiënt gebruik van gedemonteerde onderdelen ingericht zijn. Te denken valt aan bestelsystemen, leveringsvoorwaarden en garantiebepalingen. Hier wordt door Duurzaam Repareren aan gewerkt. Met die ontwikkeling zal geleidelijk de norm van nu 2% ook verhoogd worden. Het besluit daarvan ligt in handen van het College van Deskundigen. Om nu een start te kunnen maken stelt Duurzaam Repareren een aantal voorwaarden. Dit staat garant voor origineel gebruikte onderdelen van hoogwaardige kwaliteit, veiligheid en milieuvriendelijkheid. Onder de onderdelen wordt verstaan:
Gebruikte onderdelen (hergebruik), zowel cosmetische als technische delen; Ruildelen (deelrevisie); Gereviseerde onderdelen.
Er gelden voorwaarden voor de uniformiteit in kwaliteit, zodat men altijd weet “wat” men geleverd krijgt. Daarnaast gelden er voorwaarden t.b.v. de leveringsvoorwaarden en garanties. De informatieverstrekking richting de klant moet hierop geënt zijn. Duurzaam Repareren erkent hierbij de norm Kwaliteit Zorg Demontage (KZD) module *** (KZD ***) uitgegeven door stichting KZD. Demontagebedrijven die aan dit niveau voldoen, geven niet alleen de zekerheid over de herkomst van een origineel gedemonteerd onderdeel, maar kunnen ook de kwaliteit van het origineel gedemonteerd onderdeel aangeven middels de zgn. classificatie.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 62 van 127
Gedemonteerde onderdelen die binnen het regime van Duurzaam Repareren worden gebruikt, mogen alleen bij door de stichting KZD gecertificeerde bedrijven in module *** worden afgenomen. De betreffende demontage bedrijven worden op de website van de Duurzaam Repareren bekend gemaakt. Daarnaast mag het origineel gedemonteerde onderdeel niet ouder zijn dan het voertuig waar het voor bestemd is, mits nadrukkelijk akkoord gegeven door de opdrachtgever. Onder gedemonteerde onderdelen valt tevens de opslag van gedemonteerde onderdelen die later in tijd of later in het onderhoud- en/of herstelproces weer gebruikt moeten worden. Deze gedemonteerde onderdelen dienen zo veel mogelijk bij het filiaal opgeslagen te worden. Dit om te voorkomen dat er een onnodig en milieubelastend logistiek proces opgang komt. Bij certificering beoordeelt de auditeur de norm van 2% aan de hand van de gegevens in het bestelsysteem c.q. het Milieumanagementsysteem en de gegevens die voorhanden zijn bij Duurzaam Repareren en stichting KZD m.b.t. erkende demontagebedrijven module ***.
Hulpvragen bij Schadeherstel 3500+ eis nr. 1 Wordt er in minimaal 2% van de voorkomende gevallen gebruik gemaakt van demontage en gereviseerde onderdelen? Zijn de demontage onderdelen afkomstig van KZD *** aangemerkte bedrijven? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 63 van 127
Schadeherstel eis 3500+ Moderne reparatie methodes nr. 2
Schadeherstelbedrijf
Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100% van de reparaties
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 20%
Norm: 20%
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100% van de reparaties
Er is heel veel mogelijk om bij een reparatie van een schade om deze een stuk milieuvriendelijker uit te voeren. Dit kan gebeuren door andere werkmethodes, ook wel Smart Repair genoemd. Er worden bij deze reparatiemethodes minder producten gebruikt dan bij traditioneel herstel en / of vervanging van het beschadigde deel. Hierdoor wordt het milieu 50% tot 70% minder belast ten opzichte van de traditionele methodes. De norm bij deze eis is dat deze methode (ongeacht welke bullit) in minimaal 20% controleerbaar is aangeboden: Kunststofreparatie Schade aan kunststofdelen kunnen worden hersteld met verschillende methodes en producten zoals, verlijmen, lassen, nieten, structuurherstellingen, vloeibaar kunststof. Deze werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd aan bijvoorbeeld: bumpers, keienvangers, motorbeplating, deurbeplating, dorpellijsten, portieren, schermen, daklijsten, tunnelbak, etc.. Interieurreparatie Herstellen van brandgaatjes, scheurtjes en andere beschadigingen aan kunststof, velours, lederen of vinyl bekledingsdelen. Zoals bijvoorbeeld na inbraak of het in- of uitbouwen van radio of autotelefoon kan het dashboard beschadigd zijn. Door het kunststof te repareren wordt vervanging onnodig. Koplampreparatie Na een aanrijding blijft de schade meestal niet beperkt tot de bumper, maar zijn vaak ook de bevestigingspunten van de koplampen afgebroken, deze zijn perfect te lassen op een dergelijke manier dat ook de crashveiligheid blijft gewaarborgd. Ook kan bij beschadiging van het kunststof koplampglas door middel van schuurtechnieken, en het opnieuw aanbrengen van een UV bestendige blanke lak, de beschadigde koplamp hergebruikt worden.
Hulpvragen bij Schadeherstel 3500+ eis nr. 2 Wordt er conform de norm gebruik gemaakt van bovenstaande technieken? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van deze technieken? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van deze technieken? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 64 van 127
Schadeherstel 3500+ eis nr. 3 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Productgebruik voor het (over)spuiten van voertuigen Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Schadeherstelbedrijf
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Deze eis kent twee toepassingsgebieden. U bent zelf verantwoordelijk om te bepalen aan welke eisen u zich dient te conformeren 3.1 wanneer uw activiteiten onder de Europese richtlijn (richtlijn nr. 2004/42/EG) vallen. 3.2 wanneer uw activiteiten niet onder de Europese richtlijn (richtlijn nr. 2004/42/EG) vallen. Onder voertuig wordt in deze richtlijn (nr. 2004/42/EG) wordt verstaan : ieder motorvoertuig met of zonder carrosserie, op ten minste vier wielen en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km per uur, bestemd om aan het wegverkeer deel te nemen, alsmede aanhangwagens daarvan, met uitzondering van voertuigen die zich over rails bewegen, landbouwtractoren en landbouwmachines. Wij geven e.e.a. schematisch weer:
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 65 van 127
De wetgever maakt twee uitzonderingen:
De restauratie van oldtimers;
Het aanbrengen van afbeeldingen, stripings en teksten en decoratieve spuittechniek (bijvoorbeeld huisstijlen). In tegenstelling tot de wetgever, zijn i.h.k.v. van de certificering ten aanzien van laatstgenoemde bedrijfsactiviteiten de voorwaarden, zoals vermeld in artikel 3.2 van dit hoofdstuk van toepassing
3.1 wanneer uw activiteiten onder de Europese richtlijn (richtlijn nr. 2004/42/EG) vallen. Voor de toepassing van deze eis wordt onder producten voor het overspuiten van voertuigen verstaan de onderstaande categorieën (A t/m E) . Zij worden gebruikt op voertuigen voor het overspuiten van geheel of, ten dele, voor de reparatie, de bescherming of de decoratie van voertuigen buiten de fabriek. In deze eis worden er eisen gesteld aan:
De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) en aanvullende eisen. Droogtijd van de bewerking.
Toepassingsgebied A
Voorbehandeling en reiniging: producten voor het langs mechanische of chemische weg verwijderen van oude coatings en roest, ofwel het ontvetten van de te spuiten ondergrond om hechting van het aan te brengen laksysteem te verkrijgen.
A1
Reinigingsmiddelen op oplosmiddelbasis spuitpistoolreinigingsmiddelen (producten voor het schoonmaken van spuitpistolen en ander equipment) en ontvettingsmiddelen (inclusief antistatische middelen voor kunststof).
A2
Reinigingsmiddelen op waterbasis voor het reinigen van in water oplosbare vervuiling.
B
Vulmiddelen/plamuren: zware materialen die worden aangebracht om diepe oneffenheden in het oppervlak op te vullen.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 66 van 127
C
Primers/Fillers: op blank metaal of op bestaande aflakken aan te brengen coatings ter bescherming tegen corrosie het verkrijgen van hechting en het vullen van kleine oneffenheden.
C1
Surfacer/ filler en sealers: vóór de aflak aan te brengen coating ter bescherming tegen corrosie, ter bevordering van de hechting van de aflak en ter bevordering van een gelijkmatige afwerking door de opvulling van kleine oneffenheden in het oppervlak.
C2
Washprimers: etsende coatings die ten minste 0,5 % in gewicht aan fosforzuur bevatten en direct op blank metaal worden aangebracht ter bescherming tegen corrosie en ter verbetering van de hechting;
D
Aflakken: enkellaags of meerlaags aan te brengen gepigmenteerde coatings die voor glans en duurzaamheid zorgen. Hiertoe behoren alle betrokken producten, zoals topcoats, basislakken en blanke lakken:
D1
Basislak: gepigmenteerde coatings die de kleur en het gewenste optische effect bepalen, maar niet de glans en de oppervlakteweerstand van de coatings.
D2
Blanke lakken: transparante lagen die de uiteindelijke glans en weerstand van het coatingsysteem bepalen.
E
Speciale aflakken: als aflak aan te brengen coatings met bijzondere eigenschappen, bijvoorbeeld krasbestendige en gefluoreerde doorzichtige laag, reflecterende laklagen, aflakken met gestructureerd oppervlak (bijvoorbeeld gehamerd), anti-slipcoatings, waterafstotende coatings voor de onderkant van de carrosserie, coatings die beschermen tegen steenslag, aflakken voor binnenafwerking; en aërosols.
De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) in het product Het VOS gehalte van bepaalde verven en vernissen en producten (zoals beschreven onder A t/m E) voor het spuiten van voertuigen, leidt tot aanzienlijke emissie van VOS in de lucht, hetgeen bijdraagt aan vervuiling van het milieu. Daarnaast zijn de onder deze categorie genoemde stoffen slecht voor de gezondheid. Binnen de EU worden hier al scherpe eisen aan gesteld.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 67 van 127
Onder Vluchtige Organische Stoffen (VOS) wordt o.a. verstaan:
Aceetaldehyde
Methylamine
Acrylonitril
Methylchloride
Acrylzuur
Methylisocyaanzuuaat
Benzeen
Perchlooretheen
Butadieen (1,3~)
Styreen
Dichloormethaan
Tolueen
Fenol
Trichloorethaan (1,1,1~)
Formaldehyde
Trichlooretheen
Methanol
Trichloorbenzeen
Styreen (Ethenybenzeen)
Vinylchloride
Maximale grenswaarde voor het VOS gehalte van producten voor het spuiten van voertuigen (in lijn met Richtlijn 2004/42/EG met uitzondering van de genoemde opmerkingen)
Productcategorie
A
Voorbehandeling en reiniging
Coatings
Richtlijn 2004/42/EG
AMBITIE niveau
VOS g/l (*)
VOS g/l (*)
Voorbehandeling
850
800
Oppervlaktereinigers
200
180
B
Plamuur/stopmiddel Alle types (**)
250
200
C
Surfacers
Surfacers/fillers en sealers
540
530
Etsende primers
Washprimers
780
750
D
Aflakken
Alle types (***) - (****)
420
400
E
Speciale lakken
Alle types (***) - (****)
840
800
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 68 van 127
Algemene opmerking: deze waardes zijn met uitzondering van Tolueen en Trichloorbenzeen. Deze stoffen of preparaten van deze stoffen mogen miv 20 juni 2006 niet meer verwerkt worden. (*)
g/l gebruiksklaar product. Met uitzondering van categorie a) moet het watergehalte van het gebruiksklare product buiten beschouwing worden gelaten.
(**) zijn.
Voor plamuur/stopmiddel (B) geldt dat deze styreen/ethenylbenzeen arm dient te
(***)
Duurzaam Repareren stimuleert vooruitlopend op de Europese Milieu Wetgeving het gebruik van lood- en chromaatvrije topcoats. U wordt Verzocht deze in uw assortiment op te nemen. Dit is nog geen afkeurpunt maar wordt t.z.t. wel verwacht.
(****) Bij het gebruik van verven en lakken bij deze voertuigen geven wij er i.h.k.v. de duurzaamheid de voorkeur aan dat er High Solid of Ultra High Solid producten gebruikt worden. Dit is nog geen afkeurpunt maar wordt t.z.t. wel verwacht.
Droogtijd van de bewerking Bij conventioneel drogen moet alle lucht die door de cabine stroomt van 20 °C naar 60 °C gebracht worden, of nu één onderdeel, een deelreparatie of een complete auto gedroogd wordt. Het drogen van spuitwerk in het schadeherstelproces kost daardoor veel tijd en energie. In deze eis ligt een ambitie om de droogtijden tot een minimum te beperken. Dit kan met IR of UV technologie of met luchtversnellingssystemen. Gezien de marktwerking geven wij geen mening over welke methode er gebruikt moet worden maar worden er slechts maximale droogtijden gegeven voor gestookte (60 °C ) drogingen.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 69 van 127
A
Productcategorie
Coatings
Voorbehandeling en reiniging
Voorbehandeling
nvt
Oppervlaktereinigers
nvt
B
Plamuur/stopmiddel Alle types (**)
C
Primers
Surfaces (UV) /Fillers Washprimers
Gemiddelde droogtijd
nvt < 20 minuten nvt
D
Aflakken
Alle types
< 40 minuten
E
Speciale lakken
Alle types
< 55 minuten
Hulpvragen bij Schadeherstel 3500+ eis nr. 3.1 Kunt u een verklaring overleggen van uw paintleverancier dat uw producten voldoen aan de gestelde eisen? (*) Welke paintleverancier gebruikt u? (*) Voldoen de producten bedoelt onder deze eis aan de VOS waardes? Zijn uw producten bedoelt onder deze eis ontzien van Tolueen en Trichloorbenzeen? Is uw plamuur/stopmiddel (B) styreen/ethenylbenzeen arm? Is uw documentatie in orde bij gebruik van niet watergedragen lakken? Valt uw gemiddelde droogtijd binnen de gestelde eisen? Worden de juiste PBM gebruikt? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? (*) Wanneer uw paintleverancier door Duurzaam Repareren centraal is erkend, hoeft u geen verklaring meer aan te leveren.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 70 van 127
3.2 wanneer uw activiteiten niet onder de Europese richtlijn (richtlijn nr. 2004/42/EG) vallen 3.2a Oplosmiddelen boekhouding Het bedrijf dient over een goede oplosmiddelen boekhouding te beschikken. Hiermee kan men aantonen of de betreffende activiteit een oplosmiddelenverbruik heeft dat hoger is dan de drempelwaarde (zie schema). Een oplosmiddelenboekhouding vormt een registratie van de belangrijkste ingaande en uitgaande stromen van oplosmiddelen in een bedrijf. Een bedrijf kan met behulp van de oplosmiddelenboekhouding aantonen dat men aan de eisen voor oplosmiddeleninstallaties voldoet. Maar de boekhouding biedt ook meer inzicht in de oplosmiddelstromen binnen en buiten het bedrijf, en daarmee in de besparingsmogelijkheden. Bij een volledig sluitende oplosmiddelenboekhouding zijn de ingaande en uitgaande stromen in een bedrijf aan elkaar gelijk. Hoewel het in de praktijk meestal niet mogelijk is alle stromen volledig in kaart te brengen. De oplosmiddelenboekhouding omvat een periode van 12 maanden. De boekhouding mag betrekking hebben op een andere periode van een jaar dan een kalenderjaar. De boekhouding moet jaarlijks worden opgesteld. De oplosmiddelenboekhouding moet steeds zijn voltooid binnen drie maanden na het jaar waarop zij betrekking heeft. Bij bedrijven die wettelijk verplicht zijn een milieujaarverslag op te stellen is het handig de oplosmiddelenboekhouding betrekking te laten hebben op een kalenderjaar. 3.2b Reductie/ grenswaarde Het bedrijf dient aan te kunnen tonen dat er een reductieprogramma wordt gevolgd dan wel aan de grenswaarden wordt voldaan, in geval van overschrijding van de quota (zie schema). Hierbij bestaat en i.h.k.v. de certificering een voorkeur voor het gebruik van producten met een lage emissiewaarde.
Let op: Ook bij deze categorie geldt dat er uitsluitend met lood- en chromaatvrije lakken gewerkt mag worden, vooruitlopend op de Europese wetgeving. Tevens heeft het de voorkeur dat er met High Solid of Ultra High Solid verven gewerkt wordt (nog geen afkeurpunt).
Hulpvragen bij Schadeherstel 3500+ eis nr. 3.2 Heeft u een adequate oplosmiddelenboekhouding? Volgt u een reductieprogramma/ grenswaarden indien van toepassing? Zijn de producten lood- en chromaatvrij? Gebruikt u HS of UHS producten? (nog geen afkeur) Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 71 van 127
AANVULLENDE SPECIFIEKE EISEN M.B.T. GLASHERSTEL EN -VERVANGING (VOORLOPIG GEEN SPECIFICATIES VOOR 3.500+)
Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die (o.a.) glasherstel en – vervanging uitvoeren. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen glasherstel uitvoert kunt u deze eisen overslaan.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 72 van 127
Glasherstel eis nr. 1
Reparatie versus vervangen
Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Richtlijn: 50% van het aanbod
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Richtlijn: 50% van het aanbod
Autoruitspecialist
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Richtlijn: 50% van het aanbod
Richtlijn: 50% van het aanbod
1. Sterreparatie is een ingeburgerde en geaccepteerde vorm van reparatie. De reparatie is sneller uitgevoerd, is voor de klant/ verzekeraar kosten efficiënt maar is bovenal duurzamer. Er hoeft immers geen nieuwe ruit geproduceerd te worden en oude ruit afgevoerd. Vanuit deze filosofie wordt sterreparatie geprevaleerd boven ruit vervanging, mits dat alle veiligheidsvoorschriften (locatie en vorm van de ster) in acht genomen zijn. 2. Tijdens de fysieke toetsing zal de auditeur controleren of de verdeling repareren– vervanging op 50/50 ligt. Wanneer in zijn mening de verdeling anders ligt wordt er om een onderbouwing gevraagd. Om de verdeling te kunnen toetsen wordt er een ordentelijke administratie geëist, waarbij de schade en de voorgestelde actie hierop, dient te worden afgetekend op de werkorderbon. Bij ruitschades die tot vervanging leiden dienen er foto’s te worden gemaakt waarbij de schade wordt onderbouwd met een liniaal. Deze foto’s dienen bij verzoek aan de opdrachtgever overlegd te worden en bij de werkorderbon gearchiveerd te worden. 3. De intake dient afgestemd te worden met de klant. De auditeur kan in haar controle ad random werkbonnen controleren of er niet onnodig wordt vervangen. 4. De harsen en pitfiler ten behoeve van ruit reparatie dienen te voldoen aan den volgende normeringen: BSI gecertificeerd CLP verordening Reach verordening 5. De leverancier is verplicht de gebruikers de MSDS veiligheid bladen beschikbaar te stellen. 6. Bij iedere vervanging dient gedocumenteerd te worden de batchnummers van de gebruikte materialen, zodat achteraf controle kan plaatsvinden bij claims of terugroep acties. Hulpvragen bij glasreparatie eis nr. 1 Is uw (of kan uw) werkorderbon voorzien van een tekening waarop de schadelocatie en uit te voeren werkzaamheden genoteerd kan/kunnen worden? Stemt u de werkzaamheden af met uw klant? Worden er schade die leiden tot ruit vervanging foto’s gemaakt waarbij de schade is onderbouwd met een liniaal? Worden de foto’s aan de werkorderbon gehecht en gearchiveerd ter beoordeling Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde richtlijn (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 73 van 127
Glasherstel eis nr. 2 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Siliconen verwijderaar Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Autoruitspecialist
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Bij de generieke eisen worden de specificaties weergegeven waaraan de middelen/producten die u gebruikt, dienen te voldoen. Hiervan dient u een verklaring te kunnen overleggen van uw leverancier. Specifiek voor glasherstel zijn de siliconen verwijderaars. Siliconen verwijderaars dienen vrij te zijn van de stoffen zoals bij de generieke eisen vermeld. Hiernaast dienen ze echter minimaal te voldoen aan de directive 2004/42/. Ook hiervan dient u een verklaring van uw leverancier te kunnen overleggen aan de auditeur. Het meest belangrijk bij het gebruik van welk merk urethane kit, is dat de fitter het systeem van de fabrikant dient te volgen.
Hulpvragen bij glasreparatie eis nr. 2 Voldoet de door u gebruikte siliconenverwijderaar aan de specificaties? Kunt u een verklaringen van uw leverancier(s) overleggen tijdens een fysieke controle? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 74 van 127
Glasherstel eis nr. 3 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Veiligheid Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Autoruitspecialist Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Glas is een essentieel onderdeel Glas is een essentieel onderdeel van het voertuig. Bij de constructie van het voertuig worden toenemend lichtere metalen gebruikt en ook de oppervlakte van het glas neemt toe. De stijfheid van het chassis en de stevigheid van de kooiconstructie is steeds meer afhankelijk van het glas. Afhankelijk van het model varieert dit tussen de 35% tot wel 60%. Niet alleen vanwege als onderdeel van de kooiconstructie, maar ook als tegen wig voor de airbags. Het vervangen van ruiten is daarom ook in toenemende mate bepalend voor de veiligheid van het voertuig. Ook in het kader van duurzaamheid dienen er daarom eisen gesteld te worden.
Glaskwaliteit Het is uitsluitend toegestaan om ruiten te monteren die voldoen aan de wetgeving in het algemeen en de E/ ECE/324 normering in het bijzonder. Het is niet toegestaan ruiten te monteren van inferieure of onbekende kwaliteit. De specificaties ten aanzien van de dikte en sterkte van het glas dienen origineel gelijkwaardig te zijn (fabriekspecificaties). Lijmen Moderne ruiten worden veelal gelijmd. De karakteristieken van de lijm bepalen de juistheid van de constructie. Het is van belang dat de lijmen worden aangewend zoals door de fabrikanten voorgeschreven. Tevens is het van belang dat de aanwending conform voorschriften plaatsvindt. Reparatie Harsen die gebruikt worden voor de reparatie van ruiten (sterren), dienen kwalitatief de stevigheid van de ruit te borgen. Anderzijds dient de hars in het kader van Duurzaam Repareren niet onnodig milieuvervuilend en/ of schadelijk voor de gebruiker te zijn. De gebruikte middelen dienen hierop bij voorkeur positief beproefd te zijn volgens de BS AU 251: 1994 voorschriften.
Hulpvragen bij glasreparatie eis nr. 3 Gebruik u glas dat gelijkwaardig is aan het origineel en is dit voorzien van een E-nummer? Gebruikt u raamlijmen en kitten die worden voorgeschreven door de fabrikant? Gebruikt u bij reparaties harsen die geen concessies doen aan de veiligheid? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 75 van 127
Glasherstel eis nr. 4 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Allergenen Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Autoruitspecialist Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
2-HEMA UV-initiatoren zijn bijzonder agressieve bestandsdelen. Onderzoek toont aan dat één op de vijf mensen irritaties oplopen. Dit wordt metname veroorzaakt door 2-hydroxyethyl methacrylate, beter bekend als 2-HEMA. Het heeft de grootste voorkeur om producten te gebruiken die deze stoffen niet bevatten. Indien producten gebruikt worden die dit wel bevatten dan dienen de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen te worden gebruikt. Conform voorschriften van de leverancier en REACH verordening. Activatoren De 2-HEMA UV-iniatiatoren zijn niet zeer schadelijke allergenen, die vaak voorkomen in producten gebaseerd op UV-techniek. De grote leveranciers (bijvoorbeeld SIKA, DOW en Teroson) leveren producten die niet gebaseerd zijn op UV, maar harden op basis van luchtvochtigheid en temperatuur. Deze zijn uiteraard aan te bevelen, aangezien 2-HEMA componenten ontbreken.
Hulpvragen bij glasreparatie eis nr. 4 Gebruik u kitten die vrij zijn van 2-HEMA UV-initiatoren? Zo niet, zijn de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig, bekend bij de medewerkers en worden ze structureel gebruikt? Heeft u rekening gehouden met de aanbeveling m.b.t. het gebruik van Activatoren? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 76 van 127
Glasherstel eis nr. 5 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Verpakking / emballage Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Autoruitspecialist
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Het is belangrijk dat de glasleverancier de verpakkingsmaterialen zoveel als mogelijk beperkt en dat deze voor zover mogelijk ecologisch verantwoord zijn. Het heeft de voorkeur dat de leverancier een retourname regeling heeft van emballage Vrijwel alle grote autoglas leveranciers voorzien in een retourname regeling van de emballage. Indien de leverancier geen retourregeling voor de emballage heeft, dan dient te worden aangetoond dat de verpakkingsmaterialen gescheiden worden verzameld en voor recycling worden aangeboden.
Hulpvragen bij glasreparatie eis nr. 5 Heeft uw leverancier een retour emballage regeling? Zo niet, worden de verpakkingsmaterialen gescheiden afgevoerd? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 77 van 127
Glasherstel eis nr. 6
Glas Kwaliteit
Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Autoruitspecialist Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Bij het vervangen van de ruit moet een ruit geplaatst worden gelijkwaardig aan de fabrieks-specificatie. Deze specificaties kunnen betrekking hebben op o Dikte (in verband met bijtellingregelingen en gewichtsbesparing uit milieu oogpunt) o Buiging en pasvorm, in verband met
de voorgeprogrammeerde beweging van de wisserbladen
extra windgeruis met invloed op de vermoeidheid van de bestuurder
integrale stijfheid carrosserie
handeling bij hogere snelheden door gewijzigde luchtstromen
hogere verbruikscijfers door ongunstigere aerodynamische vorm (CW-waarde)
Technische specificaties, zoals isolatiewaarde (vermindering gebruik airco) en geluidswerende eigenschappen.
Geen verboden materialen in- of op de ruit toegepast zoals loodhoudende zeefdrukken.
De zeefdruk dient volgens de normering van de fabrikant te zijn toegepast op de ruit, meestal wordt deze ingebakken (keramisch). De zeefdruk is een zeer belangrijk onderdeel van de verlijmingsketting.
De zeefdruk dient bestand te zijn tegen UV-straling.
Hulpvragen bij glasreparatie eis nr. 6 Heeft uw de fabrieksspecificaties van het voertuig in acht genomen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 78 van 127
Glasherstel eis nr. 7 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Recycling van glas Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Autoruitspecialist Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Het is een eis om glasresten ordentelijk af te voeren. Het is echter niet zo dat alle afvoer ook tot recycling leidt. Het is sterk aanbevolen (nog geen afkeurpunt) om glasresten voor recycling aan te bieden. Het geniet hiermee de voorkeur dat het glas voor hergebruik wordt benut en niet wordt gestort, verbrand of als bouwafval (puin) wordt verwerkt. Van Gansewinkel, de stichting VlakGlas Recycling en ARN hebben een regeling waarbij het opgehaalde glas wordt gerecycled. Er zijn ook enkele glasleveranciers die het glasafval mee retour nemen, om het vervolgens te recyclen. De auditeur vraagt om bewijs van uw afvoer van glas.
Hulpvragen bij glasreparatie eis nr. 7 Voert u uw glasresten ordentelijk af? Kunt u aantonen door wie uw glasresten worden opgehaald? Biedt u uw glasresten aan t.b.v. recycling? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 79 van 127
AANVULLENDE SPECIFIEKE EISEN M.B.T.
schadeherstel, reparatie, onderhoud aan caravan, camper en aanhanger
Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen (zie Pakket van Eisen) en gelden voor bedrijven die (o.a.) schade herstelt en/of reparaties uitvoeren aan caravan, trailers en/of aanhangers. Deze bijlage is onlosmakelijk verbonden met het Pakket van Eisen versie 1.6. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen werkzaamheden uitvoert aan caravan en campers kunt u deze eisen overslaan.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 80 van 127
Schadeherstel en reparatie aan caravan en campers eis nr. 1 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: nvt
Demontage onderdelen
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: nvt
Caravanspecialist
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie Norm: 2% van de Norm: eis 2% reparaties van de totale vervanging Om het voertuigpark mobiel te houden wordt er op professionele wijze aan deze voertuigen onderhoud en reparatie geleverd. Naast de productie van de voertuigen levert dit een extra milieubelasting op voor het produceren van reservedelen voor onderhoud, reparatie en schadeherstel. Hier staat tegenover er een latent aanbod is van origineel gebruikte onderdelen en eventueel origineel gereviseerde onderdelen die in een belangrijk deel van de vraag kan voorzien. Zonder dat er een additionele belasting op het milieu wordt gegenereerd. Het gebruik van een gedemonteerd/gereviseerd origineel onderdeel is een milieuvriendelijk alternatief. Producthergebruik is immers groener dan materiaal hergebruik. Duurzaam Repareren stelt een norm van de eis op een voorzichtige 2%. Dat komt omdat nog niet alle randvoorwaarden voor een professioneel en efficiënt gebruik van gedemonteerde onderdelen ingericht zijn. Te denken valt aan bestelsystemen, leveringsvoorwaarden en garantiebepalingen. Hier wordt door Duurzaam Repareren aan gewerkt. Met die ontwikkeling zal geleidelijk de norm van nu 2% ook verhoogd worden. Het besluit daarvan ligt in handen van het College van Deskundigen. Om nu een start te kunnen maken stelt Duurzaam Repareren een aantal voorwaarden. Dit staat garant voor origineel gebruikte onderdelen van hoogwaardige kwaliteit, veiligheid en milieuvriendelijkheid. Onder de onderdelen voor caravan en camperherstel wordt verstaan:
Gebruikte onderdelen (technisch), Cosmetische delen (bijvoorbeeld: panelen, kleppen, deuren, lijsten); Inventaris (bijvoorbeeld: kastjes, deurtjes, keukens); Ruildelen (deelrevisie bijvoorbeeld: assen, kogels, remsystemen, aircopompen); Gereviseerde onderdelen.
Er gelden voorwaarden voor de uniformiteit in kwaliteit, zodat men altijd weet “wat” men geleverd krijgt. Daarnaast gelden er voorwaarden t.b.v. de leveringsvoorwaarden en garanties. De informatieverstrekking richting de klant moet hierop geënt zijn. Duurzaam Repareren vindt het belangrijk dat het gedemonteerde onderdeel op een verantwoorde wijze verkregen is. Daarnaast mag het origineel gedemonteerde onderdeel niet ouder zijn dan het voertuig waar het voor bestemd is, tenzij nadrukkelijk akkoord gegeven door de opdrachtgever.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 81 van 127
Onder gedemonteerde onderdelen valt tevens de opslag van gedemonteerde onderdelen die later in tijd of later in het onderhoud- en/of herstelproces weer gebruikt moeten worden. Deze gedemonteerde onderdelen dienen zo veel mogelijk bij het filiaal opgeslagen te worden. Dit om te voorkomen dat er een onnodig en milieubelastend logistiek proces opgang komt.
Hulpvragen bij schadeherstel en reparatie aan caravan en campers nr. 1 Wordt er waar mogelijk gebruik gemaakt van demontage en gereviseerde onderdelen? Zijn de demontage onderdelen op een verantwoorde wijze verkregen? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Worden (herbruikbare) materialen zoals sierlijsten, lampunits e.d. bewaard en hergebruikt? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 82 van 127
schadeherstel en reparatie aan caravan en campers eis nr. 2 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Wandplaat reparatie
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Caravanspecialist
Lowtech: Vaste locatie Norm: 50% van het aanbod
Hightech: Vaste locatie Norm: 50% van het aanbod
Er zijn moderne reparatie technieken die het mogelijk maken op schade aan de wandplaten professioneel te herstellen. Vanuit duurzaamheidsoogpunt verdient dit de voorkeur boven wandplaat vernieuwing. Er hoeft immers geen nieuwe wandplaat te worden geproduceerd, aangevoerd en afgevoerd. Bovendien heeft wandplaatreparatie ook diverse andere voordelen zoals het voorkomen van lekkages (door de demontage van wandplaten), kortere reparatietijden en kostenbeheersing.
De deelreparaties dienen niet tot devaluatie van de constructie, de functie of de veiligheid van het voertuig leiden. Tevens dient men strikt de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken.
Hulpvragen bij schadeherstel en reparatie aan caravan en campers eis nr. 2 Wordt wandreparatie toegepast Zijn de PBM aanwezig en worden ze op juiste wijze gebruikt? Is er geschoold/ getraind personeel Is de juiste equipment aanwezig Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 83 van 127
Spuitwerkzaamheden aan caravan en campers – eis nr. 3 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Systeem richtlijnen
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Caravanspecialist
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Deze eis kent twee toepassingsgebieden. U bent zelf verantwoordelijk om te bepalen aan welke eisen u zich dient te conformeren 3.1 wanneer uw activiteiten onder de Europese richtlijn (richtlijn nr. 2004/42/EG) vallen. 3.2 wanneer uw activiteiten niet onder de Europese richtlijn (richtlijn nr. 2004/42/EG) vallen. Onder voertuig wordt in deze richtlijn (nr. 2004/42/EG) wordt verstaan : ieder motorvoertuig met of zonder carrosserie, op ten minste vier wielen en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km per uur, bestemd om aan het wegverkeer deel te nemen, alsmede aanhangwagens daarvan, met uitzondering van voertuigen die zich over rails bewegen, landbouwtractoren en landbouwmachines. Wij geven e.e.a. schematisch weer:
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 84 van 127
De wetgever maakt twee uitzonderingen:
De restauratie van oldtimers;
Het aanbrengen van afbeeldingen, stripings en teksten en decoratieve spuittechniek (bijvoorbeeld huisstijlen). In tegenstelling tot de wetgever, zijn i.h.k.v. van de certificering ten aanzien van laatstgenoemde bedrijfsactiviteiten de voorwaarden, zoals vermeld in artikel 3.2 van dit hoofdstuk van toepassing
3.1 wanneer uw activiteiten onder de Europese richtlijn (nr. 2004/42/EG) vallen. Voor de toepassing van deze eis wordt onder producten voor het overspuiten van voertuigen verstaan de onderstaande categorieën (A t/m E) . Zij worden gebruikt op voertuigen voor het overspuiten van geheel of, ten dele, voor de reparatie, de bescherming of de decoratie van voertuigen buiten de fabriek. In deze eis worden er eisen gesteld aan:
De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) en aanvullende eisen. Droogtijd van de bewerking.
Toepassingsgebied A
Voorbehandeling en reiniging: producten voor het langs mechanische of chemische weg verwijderen van oude coatings en roest, ofwel het ontvetten van de te spuiten ondergrond om hechting van het aan te brengen laksysteem te verkrijgen.
A1
Reinigingsmiddelen op oplosmiddelbasis spuitpistoolreinigingsmiddelen (producten voor het schoonmaken van spuitpistolen en ander equipment) en ontvettingsmiddelen (inclusief antistatische middelen voor kunststof).
A2
Reinigingsmiddelen op waterbasis voor het reinigen van in water oplosbare vervuiling.
B
Vulmiddelen/plamuren: zware materialen die worden aangebracht om diepe oneffenheden in het oppervlak op te vullen.
. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 85 van 127
C
Primers/Fillers: op blank metaal of op bestaande aflakken aan te brengen coatings ter bescherming tegen corrosie het verkrijgen van hechting en het vullen van kleine oneffenheden.
C1
Surfacer/ filler en sealers: vóór de aflak aan te brengen coating ter bescherming tegen corrosie, ter bevordering van de hechting van de aflak en ter bevordering van een gelijkmatige afwerking door de opvulling van kleine oneffenheden in het oppervlak.
C2
Washprimers: etsende coatings die ten minste 0,5 % in gewicht aan fosforzuur bevatten en direct op blank metaal worden aangebracht ter bescherming tegen corrosie en ter verbetering van de hechting;
D
Aflakken: enkellaags of meerlaags aan te brengen gepigmenteerde coatings die voor glans en duurzaamheid zorgen. Hiertoe behoren alle betrokken producten, zoals topcoats, basislakken en blanke lakken:
D1
Basislak: gepigmenteerde coatings die de kleur en het gewenste optische effect bepalen, maar niet de glans en de oppervlakteweerstand van de coatings.
D2
Blanke lakken: transparante lagen die de uiteindelijke glans en weerstand van het coatingsysteem bepalen.
E
Speciale aflakken: als aflak aan te brengen coatings met bijzondere eigenschappen, bijvoorbeeld krasbestendige en gefluoreerde doorzichtige laag, reflecterende laklagen, aflakken met gestructureerd oppervlak (bijvoorbeeld gehamerd), anti-slipcoatings, waterafstotende coatings voor de onderkant van de carrosserie, coatings die beschermen tegen steenslag, aflakken voor binnenafwerking; en aërosols.
De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) in het product Het VOS gehalte van bepaalde verven en vernissen en producten (zoals beschreven onder A t/m E) voor het spuiten van voertuigen, leidt tot aanzienlijke emissie van VOS in de lucht, hetgeen bijdraagt aan vervuiling van het milieu. Daarnaast zijn de onder deze categorie genoemde stoffen slecht voor de gezondheid. Binnen de EU worden hier al scherpe eisen aan gesteld.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 86 van 127
Onder Vluchtige Organische Stoffen (VOS) wordt o.a. verstaan:
Aceetaldehyde
Methylamine
Acrylonitril
Methylchloride
Acrylzuur
Methylisocyaanzuuaat
Benzeen
Perchlooretheen
Butadieen (1,3~)
Styreen
Dichloormethaan
Tolueen
Fenol
Trichloorethaan (1,1,1~)
Formaldehyde
Trichlooretheen
Methanol
Trichloorbenzeen
Styreen (Ethenybenzeen)
Vinylchloride
Maximale grenswaarde voor het VOS gehalte van producten voor het spuiten van voertuigen (in lijn met Richtlijn 2004/42/EG met uitzondering van de genoemde opmerkingen)
Productcategorie
A
Voorbehandeling en reiniging
Coatings
Richtlijn 2004/42/EG
AMBITIE niveau
VOS g/l (*)
VOS g/l (*)
Voorbehandeling
850
800
Oppervlaktereinigers
200
180
B
Plamuur/stopmiddel Alle types (**)
250
200
C
Surfacers
Surfacers/fillers en sealers
540
530
Etsende primers
Washprimers
780
750
D
Aflakken
Alle types (***) - (****)
420
400
E
Speciale lakken
Alle types (***) - (****)
840
800
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 87 van 127
Algemene opmerking: deze waardes zijn met uitzondering van Tolueen en Trichloorbenzeen. Deze stoffen of preparaten van deze stoffen mogen miv 20 juni 2006 niet meer verwerkt worden. (*)
g/l gebruiksklaar product. Met uitzondering van categorie a) moet het watergehalte van het gebruiksklare product buiten beschouwing worden gelaten.
(**) zijn.
Voor plamuur/stopmiddel (B) geldt dat deze styreen/ethenylbenzeen arm dient te
(***)
Duurzaam Repareren stimuleert vooruitlopend op de Europese Milieu Wetgeving het gebruik van lood- en chromaatvrije topcoats. U wordt Verzocht deze in uw assortiment op te nemen. Dit is nog geen afkeurpunt maar wordt t.z.t. wel verwacht.
(****) Bij het gebruik van verven en lakken bij deze voertuigen geven wij er i.h.k.v. de duurzaamheid de voorkeur aan dat er High Solid of Ultra High Solid producten gebruikt worden. Dit is nog geen afkeurpunt maar wordt t.z.t. wel verwacht.
Droogtijd van de bewerking Bij conventioneel drogen moet alle lucht die door de cabine stroomt van 20 °C naar 60 °C gebracht worden, of nu één onderdeel, een deelreparatie of een complete auto gedroogd wordt. Het drogen van spuitwerk in het schadeherstelproces kost daardoor veel tijd en energie. In deze eis ligt een ambitie om de droogtijden tot een minimum te beperken. Dit kan met IR of UV technologie of met luchtversnellingssystemen. Gezien de marktwerking geven wij geen mening over welke methode er gebruikt moet worden maar worden er slechts maximale droogtijden gegeven voor gestookte (60 °C ) drogingen.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 88 van 127
A
Productcategorie
Coatings
Voorbehandeling en reiniging
Voorbehandeling
nvt
Oppervlaktereinigers
nvt
B
Plamuur/stopmiddel Alle types (**)
C
Primers
Surfaces (UV) /Fillers Washprimers
Gemiddelde droogtijd
nvt < 20 minuten nvt
D
Aflakken
Alle types
< 40 minuten
E
Speciale lakken
Alle types
< 55 minuten
Hulpvragen schadeherstel en reparatie aan caravan en campers eis nr. 3.1 Kunt u een verklaring overleggen van uw paintleverancier dat uw producten voldoen aan de gestelde eisen? (*) Welke paintleverancier gebruikt u? (*) Voldoen de producten bedoelt onder deze eis aan de VOS waardes? Zijn uw producten bedoelt onder deze eis ontzien van Tolueen en Trichloorbenzeen? Is uw plamuur/stopmiddel (B) styreen/ethenylbenzeen arm? Is uw documentatie in orde bij gebruik van niet watergedragen lakken? Valt uw gemiddelde droogtijd binnen de gestelde eisen? Zijn de persoonsbeschermingsmaatregelen aanwezig en worden ze op juiste wijze gebruikt? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? (*) Wanner uw paintleverancier door Duurzaam Repareren centraal is erkend, hoeft u geen verklaring meer aan te leveren.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 89 van 127
3.2 wanneer uw activiteiten niet onder de Europese richtlijn (nr. 2004/42/EG) vallen.
3.2a Oplosmiddelen boekhouding Het bedrijf dient over een goede oplosmiddelen boekhouding te beschikken. Hiermee kan men aantonen of de betreffende activiteit een oplosmiddelenverbruik heeft dat hoger is dan de drempelwaarde (zie schema). Een oplosmiddelenboekhouding vormt een registratie van de belangrijkste ingaande en uitgaande stromen van oplosmiddelen in een bedrijf. Een bedrijf kan met behulp van de oplosmiddelenboekhouding aantonen dat men aan de eisen voor oplosmiddeleninstallaties voldoet. Maar de boekhouding biedt ook meer inzicht in de oplosmiddelstromen binnen en buiten het bedrijf, en daarmee in de besparingsmogelijkheden. Bij een volledig sluitende oplosmiddelenboekhouding zijn de ingaande en uitgaande stromen in een bedrijf aan elkaar gelijk. Hoewel het in de praktijk meestal niet mogelijk is alle stromen volledig in kaart te brengen. De oplosmiddelenboekhouding omvat een periode van 12 maanden. De boekhouding mag betrekking hebben op een andere periode van een jaar dan een kalenderjaar. De boekhouding moet jaarlijks worden opgesteld. De oplosmiddelenboekhouding moet steeds zijn voltooid binnen drie maanden na het jaar waarop zij betrekking heeft. Bij bedrijven die wettelijk verplicht zijn een milieujaarverslag op te stellen is het handig de oplosmiddelenboekhouding betrekking te laten hebben op een kalenderjaar.
3.2b Reductie/ grenswaarde Het bedrijf dient aan te kunnen tonen dat er een reductieprogramma wordt gevolgd dan wel aan de grenswaarden wordt voldaan, in geval van overschrijding van de quota (zie schema). Hierbij bestaat en i.h.k.v. de certificering een voorkeur voor het gebruik van producten met een lage emissiewaarde. Let op: Ook bij deze categorie geldt dat er uitsluitend met lood- en chromaatvrije lakken gewerkt mag worden, vooruitlopend op de Europese wetgeving. Tevens heeft het de voorkeur dat er met High Solid of Ultra High Solid verven gewerkt wordt (nog geen afkeurpunt).
Hulpvragen schadeherstel en reparatie aan caravan en campers - eis nr. 3.2 Heeft u een adequate oplosmiddelenboekhouding? Volgt u een reductieprogramma/ grenswaarden indien van toepassing? Zijn de producten lood- en chromaatvrij? Gebruikt u HS of UHS producten? (nog geen afkeur) Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 90 van 127
schadeherstel en reparatie aan caravan en campers eis nr. 4 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Reparatie technieken
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Caravanspecialist
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 80% van het aanbod
Norm: 20% van het aanbod
Er is heel veel mogelijk om bij een reparatie van een schade om deze een stuk milieuvriendelijker uit te voeren. Dit kan gebeuren door andere werkmethodes, ook wel Smart Repair genoemd. Er worden bij deze reparatiemethodes minder producten gebruikt dan bij traditioneel herstel en / of vervanging van het beschadigde deel. Hierdoor wordt het milieu 50% tot 70% minder belast ten opzichte van de traditionele methodes.
Kunststofreparatie Schade aan kunststofdelen kunnen worden hersteld met verschillende methodes en producten zoals, verlijmen, lassen, nieten, structuurherstellingen, vloeibaar kunststof. Deze werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd aan bijvoorbeeld: bumpers, keienvangers, motorbeplating, deurbeplating, dorpellijsten, portieren, schermen, wanden, disselbakken, afsluitkleppen (gasflessen), etc.. Interieurreparatie Herstellen van brandgaatjes, scheurtjes en andere beschadigingen aan kunststof, velours, lederen of vinyl bekledingsdelen . Door het kunststof te repareren wordt vervanging onnodig.
Hulpvragen bij schadeherstel en reparatie aan caravan en campers eis nr. 4 Wordt gebruik conform de normen gemaakt van bovenstaande technieken? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van deze technieken? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van deze technieken? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u bedoelde technieken daadwerkelijk en waar mogelijk toepast.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 91 van 127
schadeherstel en reparatie aan caravan en campers - eis nr. 5 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Gebruik van hout
Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Caravanspecialist
Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
Hout In het caravanherstel kan hout worden verwerkt. In het kader van de duurzaamheid kunnen ook bij het verwerken van deze grondstof goede stappen gezet worden. Deze duurzaamheid delen wij op in twee delen: De levensverwachting van het materiaal. Hout dat langer meegaat, resistent is, hoeft minder snel vervangen te worden; De wijze waarop het hout verkregen is (bosbeheer). De levensverwachting van houtsoorten is gerubriceerd in duurzaamheidsklassen. Deze classificering ziet er als volgt uit: Verantwoord verkregen hout PSC, PEFC, TPAS Er bestaat meerdere certificaten voor hout dat op verantwoorde wijze is verkregen. FSC is een generieke standaard bestaande uit Principes en Criteria voor verantwoord bosbeheer en een standaard voor de handelsketen. Landen kunnen aan de algemene standaard voor bosbeheer een specifieke, nationale, uitwerking geven door toevoeging van indicatoren en extra criteria. FSC accrediteert zelf certificatie-instellingen voor het beoordelen van conformiteit en het verlenen van het FSC certificaat. PEFC is een koepel organisatie voor (nationale) certificeringssystemen. Anders dan FSC beoordeelt PEFC niet rechtstreeks het bosbeheer. PEFC beoordeelt de kwaliteit van nationale certificeringssystemen Zij heeft eisen opgesteld waar certificeringssystemen aan moeten voldoen. Die eisen betreffen onder meer de nationale standaarden voor duurzaam bosbeheer en de handelsketen, het ontwikkelingsproces van de standaarden, de kwaliteit en accreditatie van de certificatie-instellingen. Erkenning door PEFC verschaft het recht aan de nationale certificatie-instellingen om certificaten uit te geven met het PEFC logo. In juni 2008 heeft de Nederlandse overheid inkoopcriteria voor duurzaam geproduceerd hout vastgesteld. De inkoopcriteria en bijbehorende beoordelingsmethode zijn vastgelegd in het Timber Procurement Assessment System (TPAS) en worden beheerd door de Timber Procurement Assessment Committee (TPAC). Aan de hand van deze set criteria voor onder andere duurzaam bosbeheer en de handelsketen toetst TPAC of bestaande (certificering)systemen voldoen aan de inkoopcriteria (zie ook het infoblad over TPAC). http://www.houtdatabase.nl/infobladen/infoblad_duurzaam_inkoopbeleid.pdf
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 92 van 127
Een certificaat voor legaal geproduceerd hout geeft de verzekering dat het betreffende hout afkomstig is uit een bos waarvan het beheer is gecertificeerd voor het naleven van de relevante wetgeving. Ook hier geldt dat elke deelnemer in de handelsketen ervoor dient te zorgen dat het betreffende hout op zijn minst administratief te volgen blijft. NB: Er zijn ook generieke eisen m.b.t. materialen. Deze zijn ook voor caravan en camper herstellers van toepassing. De eisen die wij aan hout stellen zijn sectorspecifiek.
Hulpvragen schadeherstel en reparatie aan caravan en campers- eis nr. 5 Let u bij de aanschaf van hout op de duurzaamheidsklasse? Schaft u indien leverbaar en toepasbaar duurzaam verkregen hout? Let u hierbij op de keurmerken (FSC, PEFC, TPAS en/of MTCS)? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 93 van 127
AANVULLENDE SPECIFIEK EISEN M.B.T. CARROSSERIEBOUW
Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die nieuw- en afbouw uitvoeren aan carrosserieën. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen nieuw- en afbouw uitvoert aan carrosserieën, dan kunt u deze eisen overslaan.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 94 van 127
Carrosseriebouw eis nr. 1 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: nvt
Hergebruik elementen (Retrofit) en origineel gedemonteerde onderdelen. Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: nvt
Carrosseriebouwbedrijf
Lowtech: Vaste locatie Norm: eis 2% van de totale vervanging
Hightech: Vaste locatie Norm: eis 2% van de totale vervanging
Het hergebruik van elementen, zoals bijvoorbeeld laadkleppen, kiepers, bakken en onderdelen is een milieuvriendelijk alternatief. Hergebruik van elementen en onderdelen is immers groener en economisch voordeliger dan nieuw gebruik. Binnen deze eis wordt in het beginsel uitgegaan van een norm van een voorzichtige 2%. Dat komt omdat nog niet alle randvoorwaarden voor een professioneel en efficiënt gebruik van gedemonteerde onderdelen ingericht zijn. Te denken valt aan bestelsystemen, leveringsvoorwaarden en garantiebepalingen. Hier wordt door Duurzaam Repareren aan gewerkt. Met die ontwikkeling zal geleidelijk de norm van nu 2% ook verhoogd worden. Het besluit daarvan ligt in handen van het College van Deskundigen. Onder hergebruik van materialen en onderdelen wordt verstaan:
Retrofit (gebruikte elementen overzetten op een nieuw/ ander chassis) Renovatie (gedeeltelijk herstellen en hergebruik) Ontmanteling (onderdelen demonteren en opslaan) zowel cosmetische als technische delen) Origineel gedemonteerde onderdelen Ruildelen (deelrevisie) – indien van toepassing; Gereviseerde onderdelen – indien van toepassing.
Er gelden voorwaarden voor de uniformiteit in kwaliteit, zodat men altijd weet “wat” men geleverd krijgt. Daarnaast gelden er voorwaarden t.b.v. de leveringsvoorwaarden en garanties. De informatieverstrekking richting de klant moet hierop geënt zijn. Wanneer u origineel gedemonteerde onderdelen of materiaal extern betrekt dan is het belangrijk dat het onderdeel of het materiaal te allen tijde te herleiden is naar het originele voertuig. Dit om omkatten van voertuigen te voorkomen. Onder gedemonteerde materiaal en onderdelen valt tevens de opslag die later in tijd of later in het proces weer gebruikt moeten worden. Deze gedemonteerde onderdelen dienen zo veel mogelijk bij het filiaal opgeslagen te worden. Dit om te voorkomen dat er een onnodig en milieubelastend logistiek proces opgang komt. Bij certificering beoordeelt de auditeur de norm van 2% aan de hand van de gegevens in het bestelsysteem c.q. het Milieumanagementsysteem en de gegevens en faciliteiten die voorhanden binnen het bedrijf.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 95 van 127
Hulpvragen bij carrosseriebouw eis nr. 1 Wordt er in minimaal 2% van de voorkomende gevallen gebruik gemaakt van hergebruik van materiaal en/of onderdelen? Zijn er faciliteiten aanwezig tbv opslag van gedemonteerd materiaal en onderdelen? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van hergebruik van materiaal en onderdelen? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van hergebruik van materiaal en onderdelen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 96 van 127
Carrosseriebouw eis nr. 2 Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Productgebruik voor het Carrosseriebouwbedrijf (over)spuiten van carrosserie(delen) Lowtech: Mobiel Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste Zelfstandig locatie Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100%
Deze eis kent twee toepassingsgebieden. U bent zelf verantwoordelijk om te bepalen aan welke eisen u zich dient te conformeren 2.1 wanneer uw activiteiten onder de Europese richtlijn (nr. 2004/42/EG) vallen. 2.2 wanneer uw activiteiten niet onder de Europese richtlijn (nr. 2004/42/EG) vallen. Onder voertuig wordt in deze richtlijn (nr. 2004/42/EG) wordt verstaan : ieder motorvoertuig met of zonder carrosserie, op ten minste vier wielen en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km per uur, bestemd om aan het wegverkeer deel te nemen, alsmede aanhangwagens daarvan, met uitzondering van voertuigen die zich over rails bewegen, landbouwtractoren en landbouwmachines. Wij geven e.e.a. schematisch weer:
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 97 van 127
De wetgever maakt twee uitzonderingen:
De restauratie van oldtimers;
Het aanbrengen van afbeeldingen, stripings en teksten en decoratieve spuittechniek (bijvoorbeeld huisstijlen).
In tegenstelling tot de wetgever, zijn i.h.k.v. van de certificering ten aanzien van laatstgenoemde bedrijfsactiviteiten de voorwaarden, zoals vermeld in artikel 3.2 van dit hoofdstuk van toepassing
2.1 wanneer uw activiteiten onder de Europese richtlijn (nr. 2004/42/EG) vallen. Voor de toepassing van deze eis wordt onder producten voor het overspuiten van voertuigen verstaan de onderstaande categorieën (A t/m E) . Zij worden gebruikt op voertuigen voor het overspuiten van geheel of, ten dele, voor de reparatie, de bescherming of de decoratie van voertuigen buiten de fabriek. In deze eis worden er eisen gesteld aan:
De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) en aanvullende eisen. Droogtijd van de bewerking.
Toepassingsgebied A
Voorbehandeling en reiniging: producten voor het langs mechanische of chemische weg verwijderen van oude coatings en roest, ofwel het ontvetten van de te spuiten ondergrond om hechting van het aan te brengen laksysteem te verkrijgen.
A1
Reinigingsmiddelen op oplosmiddelbasis spuitpistoolreinigingsmiddelen (producten voor het schoonmaken van spuitpistolen en ander equipment) en ontvettingsmiddelen (inclusief antistatische middelen voor kunststof).
A2
Reinigingsmiddelen op waterbasis voor het reinigen van in water oplosbare vervuiling.
B
Vulmiddelen/plamuren: zware materialen die worden aangebracht om diepe oneffenheden in het oppervlak op te vullen.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 98 van 127
C
Primers/Fillers: op blank metaal of op bestaande aflakken aan te brengen coatings ter bescherming tegen corrosie het verkrijgen van hechting en het vullen van kleine oneffenheden.
C1
Surfacer/ filler en sealers: vóór de aflak aan te brengen coating ter bescherming tegen corrosie, ter bevordering van de hechting van de aflak en ter bevordering van een gelijkmatige afwerking door de opvulling van kleine oneffenheden in het oppervlak.
C2
Washprimers: etsende coatings die ten minste 0,5 % in gewicht aan fosforzuur bevatten en direct op blank metaal worden aangebracht ter bescherming tegen corrosie en ter verbetering van de hechting;
D
Aflakken: enkellaags of meerlaags aan te brengen gepigmenteerde coatings die voor glans en duurzaamheid zorgen. Hiertoe behoren alle betrokken producten, zoals topcoats, basislakken en blanke lakken:
D1
Basislak: gepigmenteerde coatings die de kleur en het gewenste optische effect bepalen, maar niet de glans en de oppervlakteweerstand van de coatings.
D2
Blanke lakken: transparante lagen die de uiteindelijke glans en weerstand van het coatingsysteem bepalen.
E
Speciale aflakken: als aflak aan te brengen coatings met bijzondere eigenschappen, bijvoorbeeld krasbestendige en gefluoreerde doorzichtige laag, reflecterende laklagen, aflakken met gestructureerd oppervlak (bijvoorbeeld gehamerd), anti-slipcoatings, waterafstotende coatings voor de onderkant van de carrosserie, coatings die beschermen tegen steenslag, aflakken voor binnenafwerking; en aërosols.
De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) in het product Het VOS gehalte van bepaalde verven en vernissen en producten (zoals beschreven onder A t/m E) voor het spuiten van voertuigen, leidt tot aanzienlijke emissie van VOS in de lucht, hetgeen bijdraagt aan vervuiling van het milieu. Daarnaast zijn de onder deze categorie genoemde stoffen slecht voor de gezondheid. Binnen de EU worden hier al scherpe eisen aan gesteld.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 99 van 127
Onder Vluchtige Organische Stoffen (VOS) wordt o.a. verstaan:
Aceetaldehyde
Methylamine
Acrylonitril
Methylchloride
Acrylzuur
Methylisocyaanzuuaat
Benzeen
Perchlooretheen
Butadieen (1,3~)
Styreen
Dichloormethaan
Tolueen
Fenol
Trichloorethaan (1,1,1~)
Formaldehyde
Trichlooretheen
Methanol
Trichloorbenzeen
Styreen (Ethenybenzeen)
Vinylchloride
Maximale grenswaarde voor het VOS gehalte van producten voor het spuiten van voertuigen (in lijn met Richtlijn 2004/42/EG met uitzondering van de genoemde opmerkingen)
Productcategorie
A
Voorbehandeling en reiniging
Coatings
Richtlijn 2004/42/EG
AMBITIE niveau
VOS g/l (*)
VOS g/l (*)
Voorbehandeling
850
800
Oppervlaktereinigers
200
180
B
Plamuur/stopmiddel Alle types (**)
250
200
C
Surfacers
Surfacers/fillers en sealers
540
530
Etsende primers
Washprimers
780
750
D
Aflakken
Alle types (***) - (****)
420
400
E
Speciale lakken
Alle types (***) - (****)
840
800
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 100 van 127
Algemene opmerking: deze waardes zijn met uitzondering van Tolueen en Trichloorbenzeen. Deze stoffen of preparaten van deze stoffen mogen miv 20 juni 2006 niet meer verwerkt worden. (*)
g/l gebruiksklaar product. Met uitzondering van categorie a) moet het watergehalte van het gebruiksklare product buiten beschouwing worden gelaten.
(**) zijn.
Voor plamuur/stopmiddel (B) geldt dat deze styreen/ethenylbenzeen arm dient te
(***)
Duurzaam Repareren stimuleert vooruitlopend op de Europese Milieu Wetgeving het gebruik van lood- en chromaatvrije topcoats. U wordt verzocht deze in uw assortiment op te nemen. Dit is nog geen afkeurpunt maar wordt t.z.t. wel verwacht.
(****) Bij het gebruik van verven en lakken bij deze voertuigen geven wij er i.h.k.v. de duurzaamheid de voorkeur aan dat er High Solid of Ultra High Solid producten gebruikt worden. Dit is nog geen afkeurpunt maar wordt t.z.t. wel verwacht.
Droogtijd van de bewerking Bij conventioneel drogen moet alle lucht die door de cabine stroomt van 20 °C naar 60 °C gebracht worden, of nu één onderdeel, een deelreparatie of een complete auto gedroogd wordt. Het drogen van spuitwerk in het schadeherstelproces kost daardoor veel tijd en energie. In deze eis ligt een ambitie om de droogtijden tot een minimum te beperken. Dit kan met IR of UV technologie of met luchtversnellingssystemen. Gezien de marktwerking geven wij geen mening over welke methode er gebruikt moet worden maar worden er slechts maximale droogtijden gegeven voor gestookte (60 °C ) drogingen.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 101 van 127
A
Productcategorie
Coatings
Voorbehandeling en reiniging
Voorbehandeling
nvt
Oppervlaktereinigers
nvt
B
Plamuur/stopmiddel Alle types (**)
C
Primers
Surfaces (UV) /Fillers Washprimers
Gemiddelde droogtijd
nvt < 20 minuten nvt
D
Aflakken
Alle types
< 40 minuten
E
Speciale lakken
Alle types
< 55 minuten
Hulpvragen bij Carrosseriebouw eis nr. 2.1 Kunt u een verklaring overleggen van uw paintleverancier dat uw producten voldoen aan de gestelde eisen? (*) Welke paintleverancier gebruikt u? (*) Voldoen de producten bedoelt onder deze eis aan de VOS waardes? Zijn uw producten bedoelt onder deze eis ontzien van Tolueen en Trichloorbenzeen? Is uw plamuur/stopmiddel (B) styreen/ethenylbenzeen arm? Is uw documentatie in orde bij gebruik van niet watergedragen lakken? Valt uw gemiddelde droogtijd binnen de gestelde eisen? Worden de juiste PBM gebruikt? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? (*) Wanneer uw paintleverancier door Duurzaam Repareren is erkend, hoeft u geen verklaring meer aan te leveren.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 102 van 127
2.2 wanneer uw activiteiten niet onder de Europese richtlijn (nr. 2004/42/EG) vallen. 2.2a Oplosmiddelen boekhouding Het bedrijf dient over een goede oplosmiddelen boekhouding te beschikken. Hiermee kan men aantonen of de betreffende activiteit een oplosmiddelenverbruik heeft dat hoger is dan de drempelwaarde (zie schema). Een oplosmiddelenboekhouding vormt een registratie van de belangrijkste ingaande en uitgaande stromen van oplosmiddelen in een bedrijf. Een bedrijf kan met behulp van de oplosmiddelenboekhouding aantonen dat men aan de eisen voor oplosmiddeleninstallaties voldoet. Maar de boekhouding biedt ook meer inzicht in de oplosmiddelstromen binnen en buiten het bedrijf, en daarmee in de besparingsmogelijkheden. Bij een volledig sluitende oplosmiddelenboekhouding zijn de ingaande en uitgaande stromen in een bedrijf aan elkaar gelijk. Hoewel het in de praktijk meestal niet mogelijk is alle stromen volledig in kaart te brengen. De oplosmiddelenboekhouding omvat een periode van 12 maanden. De boekhouding mag betrekking hebben op een andere periode van een jaar dan een kalenderjaar. De boekhouding moet jaarlijks worden opgesteld. De oplosmiddelenboekhouding moet steeds zijn voltooid binnen drie maanden na het jaar waarop zij betrekking heeft. Bij bedrijven die wettelijk verplicht zijn een milieujaarverslag op te stellen is het handig de oplosmiddelenboekhouding betrekking te laten hebben op een kalenderjaar. 2.2b Reductie/ grenswaarde Het bedrijf dient aan te kunnen tonen dat er een reductieprogramma wordt gevolgd dan wel aan de grenswaarden wordt voldaan, in geval van overschrijding van de quota (zie schema). Hierbij bestaat en i.h.k.v. de certificering een voorkeur voor het gebruik van producten met een lage emissiewaarde.
Let op: Ook bij deze categorie geldt dat er uitsluitend met lood- en chromaatvrije lakken gewerkt mag worden, vooruitlopend op de Europese wetgeving. Tevens heeft het de voorkeur dat er met High Solid of Ultra High Solid verven gewerkt wordt (nog geen afkeurpunt). Hulpvragen bij Carrosseriebouw eis nr. 2.2 Heeft u een adequate oplosmiddelenboekhouding? Volgt u een reductieprogramma/ grenswaarden indien van toepassing? Zijn de producten lood- en chromaatvrij? Gebruikt u HS of UHS producten? (nog geen afkeur) Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 103 van 127
Carrosseriebouw eis nr. 3a Lowtech: Mobiel centraal onderdeel Norm: 100%
Gebruik van materiaal Lowtech: Mobiel Zelfstandig Norm: 100%
Carrosseriebouwbedrijf Lowtech: Vaste locatie
Hightech: Vaste locatie
Norm: 100%
Norm: 100%
3a. Hout In de carrosseriebouw wordt regelmatig hout verwerkt. In het kader van de duurzaamheid kunnen ook bij het verwerken van deze grondstof goede stappen gezet worden. Deze duurzaamheid delen wij op in twee delen: De wijze waarop het hout verkregen is (bosbeheer). De levensverwachting van het materiaal. Hout dat langer meegaat, resistent is, hoeft minder snel vervangen te worden; Hardhout De wijze waarop het hout verkregen is (bosbeheer). Hardhout is in algemene zin afkomstig van ‘loofbomen’. In de carrosseriebouw wordt hardhout het meest verwerkt in de vloeren. Hierbij worden er hoge eisen aan het hout gesteld t.a.v. hardheid, duurzaamheid (levensduur) en gewicht. De meest gebruikte soorten zijn Apitong, Bankirai en Louro Gamela. Eigenlijk zijn al deze houtsoorten te verkrijgen met een FSC-keurmerk. Dit geeft een grote kans dat u daadwerkelijk duurzaam hout verwerkt. Het is mogelijk om aanvullend uw leverancier te vragen of hij een CoC-certificaat (Chain of Custody) kan overleggen. Aangezien dit internationaal nog maar sporadisch is ingevoerd, stellen wij dit niet als strikte eis. Naast de traditionele houtsoorten, zou u ook kunnen kiezen voor Accoya hout. Accoya wordt gemaakt van hout uit duurzaam beheerde bossen, maar doet qua duurzaamheid, dimensiestabiliteit en schoonheid niets onder voor het allerbeste tropische hardhout. Bij de productie van Accoya hout wordt snelgroeiend naaldhout uit duurzaam beheerde bossen gebruikt. Door middel van een gifvrij proces wordt het hout gemodificeerd tot een nieuw, duurzaam, dimensiestabiel product dat ook nog eens uitermate milieuvriendelijk is. Eis:
Gebruik, waar mogelijk, hardhout met het FSC-keurmerk.
Aanbeveling: Vraag om het CoC-certificaat Probeer waar mogelijk Accoya hout toe te passen
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 104 van 127
Overige houtsoorten De levensverwachting van het materiaal. Hout dat langer meegaat, resistent is, hoeft minder snel vervangen te worden; De levensverwachting van houtsoorten is gerubriceerd in duurzaamheidsklassen. Deze classificering ziet er als volgt uit:
Duurzaamheidsklasse Houtsoort(en) 1 2 3 4 5
pokhout taxus, kastanje notenhout appel, vuren essen, esdoorn, linden, populieren, wilgen
Bij uw materiaalkeuze dient u t.a.v. hout rekening te houden met de duurzaamheidsklassen. In de carrosseriebouw wordt qua volume veelal gewerkt met plaatmateriaal. Plaatmateriaal wordt veelal vervaardigd uit (een samenstelling van) minder duurzame houtsoorten. Hierbij dient daarom aangesloten worden op de bestande certificeringen voor verantwoord bosbeheer (FSC) Verantwoord verkregen hout FSC, PEFC, TPAS Er bestaat meerdere certificaten voor hout dat op verantwoorde wijze is verkregen. FSC is een generieke standaard bestaande uit Principes en Criteria voor verantwoord bosbeheer en een standaard voor de handelsketen. Landen kunnen aan de algemene standaard voor bosbeheer een specifieke, nationale, uitwerking geven door toevoeging van indicatoren en extra criteria. FSC accrediteert zelf certificatie-instellingen voor het beoordelen van conformiteit en het verlenen van het FSC certificaat. PEFC is een koepel organisatie voor (nationale) certificeringssystemen. Anders dan FSC beoordeelt PEFC niet rechtstreeks het bosbeheer. PEFC beoordeelt de kwaliteit van nationale certificeringssystemen Zij heeft eisen opgesteld waar certificeringssystemen aan moeten voldoen. Die eisen betreffen onder meer de nationale standaarden voor duurzaam bosbeheer en de handelsketen, het ontwikkelingsproces van de standaarden, de kwaliteit en accreditatie van de certificatie-instellingen. Erkenning door PEFC verschaft het recht aan de nationale certificatie-instellingen om certificaten uit te geven met het PEFC logo.
In juni 2008 heeft de Nederlandse overheid inkoopcriteria voor duurzaam geproduceerd hout vastgesteld. De inkoopcriteria en bijbehorende beoordelingsmethode zijn vastgelegd in het Timber Procurement Assessment System (TPAS) en worden beheerd door de Timber Procurement Assessment Committee (TPAC). Aan de hand van deze set criteria voor onder andere duurzaam bosbeheer en de handelsketen toetst TPAC of bestaande (certificering)systemen voldoen aan de inkoopcriteria (zie ook het infoblad over TPAC). http://www.houtdatabase.nl/infobladen/infoblad_duurzaam_inkoopbeleid.pdf Een certificaat voor legaal geproduceerd hout geeft de verzekering dat het betreffende hout afkomstig is uit een bos waarvan het beheer is gecertificeerd voor het naleven van de relevante wetgeving. Ook hier geldt dat elke deelnemer in de handelsketen ervoor Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 105 van 127
dient te zorgen dat het betreffende hout op zijn minst administratief te volgen blijft. Bij legaal geproduceerd hout maakt men wel onderscheid tussen hout van legale herkomst (Eng.: legal origin) en hout dat afkomstig is van een bos waarvan het beheer aan alle relevante wetten voldoet (eng. legal compliance Nationale organisaties die de naam van PEFC dragen zijn onder andere PEFC Oostenrijk, PEFC Canada, PEFC Finland, PEFC Frankrijk, PEFC Duitsland, PEFC Zweden, PEFC Verenigd Koninkrijk en PEFC Nederland. PEFC Nederland werd in mei 2008 opgericht op initiatief van vier organisaties: Federatie Particulier Grondbezit, Stichting De Marke Venray, Algemene Vereniging Inlands Hout en Biomassa Stroomlijn. De oprichting werd ondersteund door de Federatie Particulier Grondbezit en de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier- en Kartonfabrieken. Toepasbaarheid De hiervoor vermelde keurmerken zijn grotendeels toepasbaar bij het houtgebruik bij de carrosseriebouwers. Het merendeel van het plaatmateriaal dat doorgaans gebruikt wordt is eveneens verkrijgbaar in een gecertificeerde versie: Naam
Houtsoorten
Lijming
EU klasse
Beschikbaar
Triplex
Naaldhout; vuren, grenen, Oregon Pine, Douglas Loofhout: Okoumé, berken, beuken, meranti, populieren, mahonie, beuken. Combinaties van loof-en naaldhout komen nog beperkt voor.
PVAc (2c),
D-s2, do
UF, MUF, PF,
(>400kg/m3
FSC, PEFC/ MTCS
Naaldhout; vuren, grenen, Oregon Pine, douglas Loofhout: Okoumé, berken, beuken, meranti, populieren, mahonie, beuken. Combinaties van loof-en naaldhout komen nog beperkt voor.
PVAc (2c),
D-s2, do
UF, MUF, PF,
(>400kg/m3
Decoratief triplex
Gelamineerd fineerhout (LVL Naam Spaanplaat
Houtsoorten diverse naaldhoutsoorten
RF, RPF
FSC, PEFC/ MTCS
RF, RPF
normaal PF
D-s2
PEFC/ MTCS
Lijming MUF, MUPF,
EU klasse D-s2, do
PUR (zoals
(>600kg/m3
Beschikbaar FSC, PEFC/ MTCS
PMDIisocyanaatlijm), PF en Tanine
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 106 van 127
OSB
Europa: Grenen, vuren en douglas
FSC, PEFC/ MTCS
PF, PUR (middenlagen OSB/4) en MUPF (buitenlagen OSB/4)
Zachtboard
Vezelplaten
UF, PF, PUR
E (³200kg/m3
FSC, PEFC/ MTCS
Hardboard
Vezelplaten
UF, PF, PUR
D-s2
FSC, PEFC/ MTCS
MDF
Loof- en Naaldhout
UF, PF, PUR
D-s2, do
FSC, PEFC/ MTCS
(>600kg/m3 HDF
Vezelplaten
FSC, PEFC/ MTCS
* MTSC is legaal hout
Hulpvragen bij Materialen eis nr. 3a Hout: Let u bij de aanschaf van hout op de duurzaamheidsklasse? Schaft u indien leverbaar en toepasbaar duurzaam verkregen hout aan? Let u hierbij op de keurmerken (FSC, PEFC, TPAS en/of MTCS) Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 107 van 127
3b. overige materialen Metalen In de carrosseriebouw worden diverse metalen onderdelen verwerkt. De materiaalkeuze wordt met name bepaald door functionele eigenschappen die moeten aansluiten op de beoogde toepassing. Staal is in algemene zin bijzonder sterk, maar anderzijds ook zwaar en corrosie gevoelig. Aluminium is licht, maar veel minder sterk dan staal. Het is niet mogelijk om vanuit het duurzaamheidsoogpunt een voorkeur te geven voor materialen die duurzamer of minder milieubelastend zijn, omdat materialen wel toepasbaar moeten zijn. Bovendien is het ook technisch niet mogelijk het ene materiaal boven de ander te prevaleren. Toch valt ook winst t.a.v. de duurzaamheid te behalen, zonder een keuze te maken, maar door aan de verschillende materialen en verwerkingen voorwaarden te stellen. Aluminium Er wordt verondersteld dat een hoge concentratie aluminium de ziekte van Alzheimer kan bevorderen. Dit kan echter niet in verband gebracht worden met het aluminiumgebruik in de carrosseriebouw. Het grootste probleem bij aluminium zit echter niet in de toxische impact maar in het produceren van aluminium uit bauxiet. Om één ton aluminium te produceren wordt maar liefst drie ton aan bauxiet gewonnen. De energie die nodig is om aluminium te produceren is echter het grootste probleem. Om één kilo aluminium te produceren is 155 MJ noodzakelijk. Dat is bijna twee maal zoveel energie als noodzakelijk voor staalproductie. Aluminium is minder toxisch en milieu- en omgeving belastend. De winning en de productie zijn echter zwaar (CO2) belastend. Bij hergebruik van aluminium is slechts 8% van de energie noodzakelijk van de oorspronkelijke productie energie. Eis: Aluminium wordt gescheiden verzameld en voor recycling aangeboden. Galvaniseren Bij galvaniseren wordt er, elektrolytisch of thermisch, een deklaag aangebracht op metalen onderdelen. Feitelijk is gegalvaniseerd materiaal duurzaam. De deklaag wordt immers aangebracht om de levensduur van het onderdeel te verlengen. Toch valt hierbij wel enkele kanttekeningen te plaatsen. Het galvanisatieproces is weinig duurzaam. Hierbij worden sterk vervuilende middelen als zwavelzuur, cyanidische en alkalische oplossingen. Eis: Moderne galvanobedrijven hebben het gebruik van cyanide, zeswaardig chroom en hoge concentraten ontvettingsmiddel sterk gereduceerd. Eis: Vergewis u er van dat uw leverancier duurzaam galvaniseert door middel van het kunnen overleggen van een verklaring van uw galvaniseerbedrijf.
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 108 van 127
Roestvast staal (RVS) Roestvast staal, ook wel RVS of inox genoemd is een legering van ijzer, chroom, nikkel en koolstof. Hoewel de naam anders doet vermoeden, roest RVS wel degelijk. Het laagje dat door oxidatie wordt gevormd beschermt het metaal echter voor verdere roestvorming. Deze natuurlijke eigenschap kan echter verdwijnen na lassen, buigen of verspannen van het materiaal. Om dit te voorkomen wordt RVS behandeld met een beits. De meeste gebruikte beitsen zijn echter zwaar verontreinigend en bestaan uit salpeterzuur (HNO3) en waterstoffluoride (HF). Eis: Er zijn beitsen (pasta en sproei) in de markt beschikbaar die geen waterstoffluoride bevatten, zonder dat de werking hiervan minder is. Vergewist u er van dat uw beits geen waterstoffluoride bevat. Naast de milieuaspecten is dit ook beter voor uw medewerkers
.
Hulpvragen bij materialen eis nr. 3b Metaal: Scheidt u aluminium en wordt dit voor recycling aangeboden? Heeft u zich er van vergewist dat uw galvaniseerbedrijf duurzaam werkt? Kunt u hiervan een verklaring van uw galvaniseerbedrijf overleggen tijdens een fysieke of administratieve controle? Gebruikt u beitsen die vrij zijn van waterstoffluoride? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 109 van 127
3c. Kunststoffen Het gebruik van kunststoffen wordt breed toegepast. Hiervoor zijn wettelijk al veel regels gesteld t.a.v. de productie en het gebruik van milieubelastende en toxische stoffen. Zo is het gebruik van het neurotoxische zware metaal cadmium (kleurstof) en PCB’s (weekmaker) verboden. Wanneer u onderdelen en materialen gebruikt die uit niet westerse landen komen dient u zich ervan te vergewissen dat deze milieubelastende en toxische stoffen niet gebruikt zijn. In de carrosseriebouw wordt voornamelijk gewerkt met polycarbonaat (PC), polystyreen (PS) en PVC. Al deze stoffen komen in aanmerking voor recycling. Eis: Kunststoffen dienen gescheiden te worden afgevoerd en voor recycling te worden aangeboden. PPC en PVA Polypropeencopolymeer (PPC) en polyvinylacetaat (PVA) zijn goede alternatieve kunststoffen die minder milieubelastend zijn. Indien deze materialen toepasbaar zijn, genieten zij de voorkeur. (H)CFK’s (H) CFK’s worden gebruikt als koelmiddel maar ook als drijfgas en schuimmiddel voor kunststoffen. Het gebruik van CFK’s is wettelijke verboden HCFK’s echter (nog) niet. Toch zijn HCFK’s zwaar vervuilend en dienen als drijfgas en als schuimmiddel (bijvoorbeeld PUR) te worden voorkomen. Isolatiematerialen In de carrosseriebouw wordt over het algemeen gewerkt met geextrudeerd schuim/ polystyreen (XPS), Voordeel van polystyreenplaten (XPS of EPS is de hoge isolatiewaarde. Cfk's zijn bij de productie niet nodig (wel pentaan) en ook is maar weinig grondstof nodig om XPS te maken. Het grootste deel van XPS bestaat uit lucht. Toch gaat nog altijd 0,1 procent van alle aardolie in Nederland op aan de productie van XPS. Het materiaal bestaat voor 0,1 procent uit het giftige styreen maar de concentratie blijft ver onder de maximaal toegestane waarden. Als brandvertrager wordt hexabromocyclododecane (HBCD) gebruikt (1 procent). Maar bij de verbranding van kurk, wol of zelfs hout komen meer schadelijke stoffen vrij. Polyurethaanschuim (PUR) heeft ook een hoge isolatiewaarde, maar veroudert meestal sneller waardoor deze waarde zakt. Onoverkomelijk probleem is echter het gebruik van de zogenaamde chloorfluorkoolwaterstoffen (cfk's) bij de productie. Deze de ozonlaag aan en dienen dus vermeden te worden. De isloatiewaardes van XPS/EPS en PUR zijn ongeveer gelijk. Vanuit duurzaamheidsperspectief gaat de voorkeur uit naar XPS/EPS. PUR veroudert sneller en bij de productie zijn CFK’s gemoeid. De keuze van de carrosseriebouwer is meestal geënt op technische eisen. Waar mogelijk dient XPS/ EPS te worden ingezet. Eis: Gebruik waar technisch mogelijk XPS/EPS (polystyreen) t.b.v. isolatie; Eis: Vermijdt waar mogelijk het gebruik van polyurethaanschuim (PUR) Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 110 van 127
Biohars Ondersteund door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid werkt NPSP aan de ontwikkeling van volledig biologische composieten. Deze worden gemaakt van natuurlijke vezels en biologische harsen van restproducten uit de suikerindustrie, natuurlijke oliën of melkzuur. De grootste uitdaging ligt in het industrieel verwerkbaar maken van deze harsen. Uit onderzoek blijkt dat kostprijzen van biologische harsen en vezels nu al kunnen concurreren met conventionele grondstoffen en dat de milieubelasting zo’n 80% lager kan zijn. In de industrie nog redelijk innovatief is het gebruik van natuurvezels i.p.v. glasvezels t.b.v uw composieten (glasversterkte polyester). Eis: Het gebruik van HCFK’s is niet toegestaan. Bij de aanschaf van bijvoorbeeld PUR dient u zich te vergewissen dat er een ander schuimmiddel wordt toegepast (bijvoorbeeld pentaan).
Hulpvragen bij materialen eis nr. 3c Kunststoffen: Worden kunststoffen gescheiden en voor recycling aangeboden? Prevaleert u producten vervaardigd uit PPC en PVA? Gebruikt u waar mogelijk XPS/EPS polystyreen tbv isolatie? Vermijdt waar mogelijk polyrethaanschuim (PUR) Zijn de producten die u gebruikt vrij van CFK’s en HCFK’s.? Kunt u hiervan een verklaring (in Nederlands of Engels) van uw leverancier overleggen bij een fysieke of administratieve controle? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)?
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 111 van 127
BIJLAGEN
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 112 van 127
Bijlage 1 Productenlijst
Substance Name Imidazolidine-2-thione; 2-imidazoline-2-thiol
EC Number 202-506-9
CAS Number 96-45-7
Dossier submitted by Sweden
Submission date Scope 5-8-2013 CMR
Cadmium sulphide Trixylyl phosphate
215-147-8 246-677-8
1306-23-6 25155-23-1
Sweden Austria
CMR, 5-8-2013 Other 5-8-2013 CMR
Disodium 4-amino-3-[[4'-[(2,4-diaminophenyl)azo][1,1'biphenyl]-4-yl]azo] -5-hydroxy-6-(phenylazo)naphthalene-2,7disulphonate (C.I. Direct Black 38) Dihexyl phthalate
217-710-3 201-559-5
1937-37-7 84-75-3
Netherlands Germany
5-8-2013 CMR 5-8-2013 CMR
Lead di(acetate)
206-104-4
301-04-2
Netherlands
5-8-2013 CMR
Disodium 3,3'-[[1,1'-biphenyl]-4,4'-diylbis(azo)]bis(4aminonaphthalene-1-sulphonate) (C.I. Direct Red 28) Ammonium pentadecafluorooctanoate (APFO) Dipentyl phthalate (DPP)
209-358-4 223-320-4 205-017-9
573-58-0 3825-26-1 131-18-0
Netherlands Germany Poland
5-8-2013 CMR 4-2-2013 CMR, PBT 4-2-2013 CMR
2-(2H-benzotriazol-2-yl)-4-(tert-butyl)-6-(sec-butyl)phenol (UV350) 2-(2H-benzotriazol-2-yl)-4,6-ditertpentylphenol (UV-328)
253-037-1 247-384-8
36437-37-3 25973-55-1
Germany Germany
4-2-2013 PBT 4-2-2013 PBT
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 113 van 127
CAS Number 3864-99-1
Dossier submitted by Germany
4-Nonylphenol, branched and linear, ethoxylated
[substances with a linear and/or branched alkyl chain with a carbon number of 9 covalently bound in position 4 to phenol, ethoxylated covering UVCB- and well-defined substances, polymers and homologues, which include any of the individual isomers and/or combinations thereof] -
-
Germany
Cadmium 2-benzotriazol-2-yl-4,6-di-tert-butylphenol (UV-320) Pentadecafluorooctanoic acid (PFOA)
231-152-8 223-346-6 206-397-9
7440-43-9 3846-71-7 335-67-1
Sweden Germany Germany
Cadmium oxide Diethyl sulphate Dimethyl sulphate 6-methoxy-m-toluidine (p-cresidine) Trilead dioxide phosphonate Lead monoxide (lead oxide) Trilead bis(carbonate)dihydroxide 4,4'-methylenedi-o-toluidine N-methylacetamide Lead dinitrate Lead oxide sulfate
215-146-2 200-589-6 201-058-1 204-419-1 235-252-2 215-267-0 215-290-6 212-658-8 201-182-6 233-245-9 234-853-7
1306-19-0 64-67-5 77-78-1 120-71-8 12141-20-7 1317-36-8 1319-46-6 838-88-0 79-16-3 10099-74-8 12036-76-9
Sweden ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA
Substance Name 2,4-di-tert-butyl-6-(5-chlorobenzotriazol-2-yl)phenol (UV-327)
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
EC Number 223-383-8
Pagina 114 van 127
Submission date Scope 4-2-2013 PBT
4-2-2013 ED CMR, 4-2-2013 Other 4-2-2013 PBT 4-2-2013 CMR, PBT CMR, 4-2-2013 Other 30-8-2012 CMR 30-8-2012 CMR 30-8-2012 CMR 30-8-2012 CMR 30-8-2012 CMR 30-8-2012 CMR 30-8-2012 CMR 30-8-2012 CMR 30-8-2012 CMR 30-8-2012 CMR
Substance Name Tetraethyllead Acetic acid, lead salt, basic 1-bromopropane (n-propyl bromide) Dioxobis(stearato)trilead Lead bis(tetrafluoroborate) Methyloxirane (Propylene oxide) 4,4'-oxydianiline and its salts Biphenyl-4-ylamine Dinoseb (6-sec-butyl-2,4-dinitrophenol) Pentalead tetraoxide sulphate Lead cyanamidate Lead titanium trioxide
EC Number 201-075-4 257-175-3 203-445-0 235-702-8 237-486-0 200-879-2 202-977-0 202-177-1 201-861-7 235-067-7 244-073-9 235-038-9
CAS Number 78-00-2 51404-69-4 106-94-5 12578-12-0 13814-96-5 75-56-9 101-80-4 92-67-1 88-85-7 12065-90-6 20837-86-9 12060-00-3
Dossier submitted by ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA
Silicic acid (H<sub>2Si<sub>2O<sub>5), barium salt (1:1), lead-doped
[with lead (Pb) content above the applicable generic concentration limit for ’toxicity for reproduction’ Repr. 1A (CLP) or category 1 (DSD); the substance is a member of the group entry of lead compounds, with index number 082-001-00-6 in Regulation (EC) No 1272/2008] 4-Aminoazobenzene Silicic acid, lead salt Sulfurous acid, lead salt, dibasic
272-271-5 200-453-6 234-363-3 263-467-1
68784-75-8 60-09-3 11120-22-2 62229-08-7
ECHA ECHA ECHA ECHA
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 115 van 127
Submission date 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012
30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012
Scope CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR
CMR CMR CMR CMR
o-aminoazotoluene
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
202-591-2
97-56-3
Pagina 116 van 127
ECHA
30-8-2012 CMR
Substance Name Furan Pyrochlore, antimony lead yellow Tetralead trioxide sulphate 3-ethyl-2-methyl-2-(3-methylbutyl)-1,3-oxazolidine Fatty acids, C16-18, lead salts Orange lead (lead tetroxide) Lead titanium zirconium oxide o-Toluidine 4-methyl-m-phenylenediamine (toluene-2,4-diamine) [Phthalato(2-)]dioxotrilead N,N-dimethylformamide Dibutyltin dichloride (DBTC) Diisopentylphthalate
EC Number 203-727-3 232-382-1 235-380-9 421-150-7 292-966-7 215-235-6 235-727-4 202-429-0 202-453-1 273-688-5 200-679-5 211-670-0 210-088-4
CAS Number 110-00-9 8012-00-8 12202-17-4 143860-04-2 91031-62-8 1314-41-6 12626-81-2 95-53-4 95-80-7 69011-06-9 68-12-2 683-18-1 605-50-5
Dossier submitted by ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA Sweden Sweden Austria
Bis(pentabromophenyl) ether (decabromodiphenyl ether; DecaBDE) Henicosafluoroundecanoic acid Pentacosafluorotridecanoic acid N-pentyl-isopentylphthalate Methoxyacetic acid Diazene-1,2-dicarboxamide (C,C'-azodi(formamide))
214-604-9 218-165-4 276-745-2 210-894-6 204-650-8
1163-19-5 2058-94-8 72629-94-8 776297-69-9 625-45-6 123-77-3
United Kingdom Germany Germany Germany Sweden Austria
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 117 van 127
Submission date 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 30-8-2012 27-8-2012 27-8-2012 6-8-2012 6-8-2012 6-8-2012 6-8-2012 6-8-2012 6-8-2012 6-8-2012
Scope CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR PBT PBT PBT CMR CMR EQC
Submission date Scope 6-8-2012 PBT
Substance Name Heptacosafluorotetradecanoic acid
EC Number 206-803-4
Cyclohexane-1,2-dicarboxylic anhydride [1], cis-cyclohexane1,2-dicarboxylic anhydride [2], trans-cyclohexane-1,2dicarboxylic anhydride [3]
[The individual cis- [2] and trans[3] isomer substances and all possible combinations of the cisand trans-isomers [1] are covered by this entry] Tricosafluorododecanoic acid
201-604-9, 236- 85-42-7, 13149086-3, 238-009-9 00-3, 14166-21-3 206-203-2 307-55-1
Netherlands Germany
6-8-2012 EQC 6-8-2012 PBT
Hexahydromethylphthalic anhydride [1], Hexahydro-4methylphthalic anhydride [2], Hexahydro-1-methylphthalic anhydride [3], Hexahydro-3-methylphthalic anhydride [4]
[The individual isomers [2], [3] and [4] (including their cisand trans- stereo isomeric forms) and all possible combinations of the isomers [1] are covered by this entry]
25550-51-0, 247-094-1, 243- 19438-60-9, 072-0, 256-356-4, 48122-14-1, 260-566-1 57110-29-9
Netherlands
6-8-2012 EQC
Germany
6-8-2012 CMR
Germany
6-8-2012 EQC
1,2-Benzenedicarboxylic acid, dipentylester, branched and linear 284-032-2
CAS Number 376-06-7
Dossier submitted by Germany
84777-06-0
4-Nonylphenol, branched and linear: substances with a linear and/or branched alkyl chain with a carbon number of 9 covalently bound in position 4 to phenol, covering also UVCBand well-defined substances which include any of the individual isomers or a combination thereof
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 118 van 127
Substance Name 1,2-Diethoxyethane
EC Number 211-076-1
CAS Number 629-14-1
Phenol, 4-nonyl-, branched and linear covering all individual isomers with an alkyl chain of carbon number 9 and UVCB substances which include linear and branched alkyl chains with a carbon number of 9
Dossier submitted by Slovakia
Germany
Submission date Scope 6-8-2012 CMR
6-8-2012 EQC
[4-[4,4'-bis(dimethylamino) benzhydrylidene]cyclohexa-2,5-dien1-ylidene]dimethylammonium chloride (C.I. Basic Violet 3) <em>[with ≥ 0.1% of Michler's ketone (EC No. 202-027-5) or Michler's base (EC No. 202-959-2)] 208-953-6
548-62-9
ECHA
24-2-2012 CMR
4,4'-bis(dimethylamino)-4''-(methylamino)trityl alcohol <em>[with ≥ 0.1% of Michler's ketone (EC No. 202-027-5) or Michler's base (EC No. 202-959-2)]
209-218-2
561-41-1
ECHA
24-2-2012 CMR
α,α-Bis[4-(dimethylamino)phenyl]-4 (phenylamino)naphthalene-1-methanol (C.I. Solvent Blue 4) <em>[with ≥ 0.1% of Michler's ketone (EC No. 202-027-5) or Michler's base (EC No. 202-959-2)] 4,4'-bis(dimethylamino)benzophenone (Michler’s ketone)
229-851-8 202-027-5
6786-83-0 90-94-8
ECHA ECHA
24-2-2012 CMR 24-2-2012 CMR
N,N,N',N'-tetramethyl-4,4'-methylenedianiline (Michler’s base)
202-959-2
101-61-1
ECHA
24-2-2012 CMR
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 119 van 127
Substance Name
EC Number
CAS Number
Dossier submitted by
[4-[[4-anilino-1-naphthyl][4(dimethylamino)phenyl]methylene]cyclohexa-2,5-dien-1ylidene] dimethylammonium chloride (C.I. Basic Blue 26) <em>[with ≥ 0.1% of Michler's ketone (EC No. 202-027-5) or Michler's base (EC No. 202-959-2)] Formamide
219-943-6 200-842-0
2580-56-5 75-12-7
ECHA Germany
24-2-2012 CMR 30-1-2012 CMR
Lead(II) bis(methanesulfonate)
401-750-5
17570-76-2
Netherlands
30-1-2012 CMR
1,3,5-tris[(2S and 2R)-2,3-epoxypropyl]-1,3,5-triazine-2,4,6(1H,3H,5H)-trione (β-TGIC) Diboron trioxide 1,2-bis(2-methoxyethoxy)ethane (TEGDME; triglyme) 1,2-dimethoxyethane; ethylene glycol dimethyl ether (EGDME)
423-400-0 215-125-8 203-977-3 203-794-9
59653-74-6 1303-86-2 112-49-2 110-71-4
Netherlands Germany Belgium Belgium
30-1-2012 30-1-2012 30-1-2012 30-1-2012
CMR CMR CMR CMR
1,3,5-Tris(oxiran-2-ylmethyl)-1,3,5-triazinane-2,4,6-trione (TGIC) 1,2-Dichloroethane (EDC) Potassium hydroxyoctaoxodizincatedichromate Pentazinc chromate octahydroxide 4-(1,1,3,3-tetramethylbutyl)phenol, (4-tert-Octylphenol) Calcium arsenate N,N-dimethylacetamide (DMAC) Bis(2-methoxyethyl) ether (Diglyme)
219-514-3 203-458-1 234-329-8 256-418-0 205-426-2 231-904-5 204-826-4 203-924-4
2451-62-9 107-06-2 11103-86-9 49663-84-5 140-66-9 7778-44-1 127-19-5 111-96-6
Netherlands Slovakia France France Germany Norway ECHA Austria
30-1-2012 1-8-2011 1-8-2011 1-8-2011 1-8-2011 1-8-2011 1-8-2011 1-8-2011
CMR CMR CMR CMR EQC CMR CMR CMR
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 120 van 127
Submission date
Scope
Aluminosilicate Refractory Ceramic Fibres
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
-
-
Pagina 121 van 127
Germany
1-8-2011 CMR
Substance Name Lead styphnate 2,2'-dichloro-4,4'-methylenedianiline (MOCA) Bis(2-methoxyethyl) phthalate
EC Number 239-290-0 202-918-9 204-212-6
CAS Number 15245-44-0 101-14-4 117-82-8
Dossier submitted by ECHA ECHA Germany
Formaldehyde, oligomeric reaction products with aniline (technical MDA) Lead diazide; Lead azide Lead dipicrate Trilead diarsenate Phenolphthalein Dichromium tris(chromate) Zirconia Aluminosilicate Refractory Ceramic Fibres 2-Methoxyaniline; o-Anisidine Arsenic acid
500-036-1 236-542-1 229-335-2 222-979-5 201-004-7 246-356-2 201-963-1 231-901-9
25214-70-4 13424-46-9 6477-64-1 3687-31-8 77-09-8 24613-89-6 90-04-0 7778-39-4
Germany ECHA ECHA Norway ECHA France Germany Germany Norway
1-8-2011 1-8-2011 1-8-2011 1-8-2011 1-8-2011 1-8-2011 1-8-2011 1-8-2011 1-8-2011
CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR
1,2-Benzenedicarboxylic acid, di-C6-8-branched alkyl esters, C7rich (DIHP) 1,2,3-trichloropropane N-methyl-2-pyrrolidone; 1-methyl-2-pyrrolidone Hydrazine Cobalt dichloride Strontium chromate 2-Ethoxyethyl acetate
276-158-1 202-486-1 212-828-1 206-114-9 231-589-4 232-142-6 203-839-2
71888-89-6 96-18-4 872-50-4 302-01-2 7646-79-9 2-6-7789 111-15-9
ECHA ECHA ECHA ECHA ECHA France Belgium
21-2-2011 21-2-2011 21-2-2011 21-2-2011 21-2-2011 24-1-2011 24-1-2011
CMR CMR CMR CMR CMR CMR CMR
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 122 van 127
Submission date 1-8-2011 1-8-2011 1-8-2011
Scope CMR CMR CMR
CAS Number
Dossier submitted by
1,2-Benzenedicarboxylic acid, di-C7-11-branched and linear alkyl esters 271-084-6
68515-42-4
Denmark
24-1-2011 CMR
Acids generated from chromium trioxide and their oligomers. Names of the acids and their oligomers: Chromic acid, Dichromic 231-801-5, 236acid, Oligomers of chromic acid and dichromic acid. 881-5
7738-94-5, 1353068-2 Germany
27-8-2010 CMR
Cobalt dinitrate
233-402-1
10141-05-6
Netherlands
2-8-2010 CMR
Cobalt carbonate
208-169-4
513-79-1
Netherlands
2-8-2010 CMR
Cobalt (di)acetate Chromium trioxide
200-755-8 215-607-8
71-48-7 1333-82-0
Netherlands Germany
2-8-2010 CMR 2-8-2010 CMR
Cobalt sulphate 1,2,4 Trichlorobenzene 2-Ethoxyethanol; Ethylene glycol monoethyl ether (EGEE) 1,3,5 Trichlorobenzene 2-Methoxyethanol; Ethylene glycol monomethyl ether (EGME) 1,2,3 Trichlorobenzene
233-334-2 204-428-0 203-804-1 203-608-6 203-713-7 201-757-1
10124-43-3 120-82-1 110-80-5 108-70-3 109-86-4 87-61-6
Netherlands Germany Austria Germany Austria Germany
2-8-2010 2-8-2010 2-8-2010 2-8-2010 2-8-2010 2-8-2010
Boric acid Ammonium dichromate
233-139-2, 234343-4 232-143-1
10043-35-3, 11113-50-1 Germany 5-9-7789 France
Substance Name
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
EC Number
Pagina 123 van 127
Submission date
Scope
CMR EQC CMR EQC CMR EQC
10-2-2010 CMR 10-2-2010 CMR
EC Number
CAS Number
Dossier submitted by
Disodium tetraborate anhydrous Sodium chromate Trichloroethylene Tetraboron disodium heptaoxide hydrate Potassium chromate Potassium dichromate Coal tar pitch, high temperature Diisobutyl phthalate Tris(2-chloroethyl)phosphate (TCEP) Aluminosilicate Refractory Ceramic Fibres 2,4-Dinitrotoluene Anthracene oil Lead chromate molybdate sulfate red (C.I. Pigment Red 104) Anthracene oil, anthracene paste, distn. Lights Anthracene oil, anthracene-low Lead sulfochromate yellow (C.I. Pigment Yellow 34) Anthracene oil, anthracene paste
215-540-4 231-889-5 201-167-4 235-541-3 232-140-5 231-906-6 266-028-2 201-553-2 204-118-5 204-450-0 292-602-7 235-759-9 295-278-5 292-604-8 215-693-7 292-603-2
1303-96-4, 133043-4, 12179-04-3 3-11-7775 79-01-6 12267-73-1 7789-00-6 7778-50-9 65996-93-2 84-69-5 115-96-8 121-14-2 90640-80-5 12656-85-8 91995-17-4 90640-82-7 1344-37-2 90640-81-6
Denmark France France Denmark France France ECHA Germany Austria Germany Spain Germany France Germany Germany France Germany
Acrylamide Anthracene oil, anthracene paste, anthracene fraction Zirconia Aluminosilicate Refractory Ceramic Fibres
201-173-7 295-275-9 -
79-06-1 91995-15-2 -
Netherlands Germany Germany
Substance Name
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 124 van 127
Submission date 10-2-2010 10-2-2010 10-2-2010 10-2-2010 10-2-2010 10-2-2010 31-8-2009 10-8-2009 3-8-2009 3-8-2009 3-8-2009 3-8-2009 3-8-2009 3-8-2009 3-8-2009 3-8-2009 3-8-2009
Scope CMR CMR CMR CMR CMR CMR PBT CMR CMR CMR CMR PBT CMR PBT PBT CMR PBT
3-8-2009 CMR 3-8-2009 PBT 3-8-2009 CMR
Substance Name Lead chromate
EC Number 231-846-0
CAS Number 7758-97-6
Dossier submitted by France
5-tert-butyl-2,4,6-trinitro-m-xylene (Musk xylene) Hexabromocyclododecane (HBCDD) Bis(tributyltin) oxide (TBTO) Bis(2-ethylhexyl) phthalate (DEHP) 4,4'- Diaminodiphenylmethane (MDA) Lead hydrogen arsenate Triethyl arsenate Anthracene Benzylbutylphthalate Dibutyl phthalate (DBP)
201-329-4 247-148-4 200-268-0 204-211-0 202-974-4 232-064-2 427-700-2 204-371-1 201-622-7 201-557-4
81-15-2 25637-99-4 56-35-9 117-81-7 101-77-9 7784-40-9 15606-95-8 120-12-7 85-68-7 84-74-2
Netherlands Sweden Norway Sweden Germany Norway Norway Germany Austria Austria
30-6-2008 30-6-2008 30-6-2008 27-6-2008 27-6-2008 27-6-2008 27-6-2008 27-6-2008 26-6-2008 26-6-2008
vPvB PBT CMR CMR CMR CMR
Alkanes, C10-13,chloro [Short Chain Chlorinated paraffins] (SCCP) Cobalt dichloride Diarsenic trioxide Diarsenic pentaoxide
287-476-5 231-589-4 215-481-4 215-116-9
85535-84-8 7646-79-9 1327-53-3 1303-28-2
United Kingdom France France France
26-6-2008 26-6-2008 26-6-2008 26-6-2008
PBT CMR CMR CMR
Sodium dichromate Cyclododecane
234-190-3 206-033-9
7789-12-0 and 10588-01-9 294-62-2
France France
26-6-2008 CMR 26-6-2008 PBT
Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0
Pagina 125 van 127
Submission date Scope 3-8-2009 CMR
PBT CMR CMR
Bijlage 2 Glasreparatie en vervangingsproces Dit schema is bedoeld ter verduidelijking waar u in het proces de milieuvriendelijke alternatieven o.a. kunt toepassen.
Uitgegeven door de Stichting Duurzaam Repareren versie 1.7
Pagina 126 van 127
Bijlage 3 Schadeherstelproces Dit schema is bedoeld ter verduidelijking waar u in het proces de milieuvriendelijke alternatieven o.a. kunt toepassen.
Uitgegeven door Duurzaam Repareren versie 1.7
Pagina 127 van 127