> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag
Deelnemers van het Bestuurlijk Overleg Huisvesting EUarbeidsmigranten
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Nederland www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk
Datum
1 juli 2014
Betreft
Informatiebrief deelnemers huisvesting EU-arbeidsmigranten
Contactpersoon Prescillia van Noort T 06-11499645
[email protected] Kenmerk 2014-0000345852
Geachte deelnemers van het Bestuurlijk Overleg Huisvesting EUarbeidsmigranten,
Uw kenmerk
In het overleg dat wij op 2 december 2013 voerden, spraken we elkaar over de voortgang van de huisvesting van tijdelijke EU- arbeidsmigranten. U heeft in dat overleg een aantal concrete vragen gesteld en verzoeken ingediend. Om de beantwoording ervan niet tot het volgende overleg in november te laten wachten, informeer ik u in deze brief tussentijds over de volgende zaken: 1. Informeren betrokken partijen over regelgeving en vereenvoudiging van regels 2. Verkennen mogelijkheden aanpassen meetmoment arbeidsmigranten voor uitkering uit het gemeentefonds 3. Geringe investeringsbereidheid bij logies 4. Garantiestelling aantal bedden door werkgevers 5. Vereenvoudiging inkomenstoets voor huisvesting arbeidsmigranten 6. Mogelijkheid opnemen NEN-certificering bij het aanbestedingsbeleid van de overheid 7. Duidelijkheid over 20% inhouding op loon 8. Bekeuren en innen van boetes Poolse kentekens 1. Informeren betrokken partijen over regelgeving en vereenvoudiging van regels Dhr. De Beer (regio West-Brabant) vraagt aan BZK om ook in de komende periode partijen die bij de huisvesting van arbeidsmigranten betrokken zijn goed te informeren over trajecten rond regelgeving en vereenvoudiging van regels. Via het gemeentennetwerk, dat inmiddels 2 keer heeft plaatsgevonden, blijven de betrokken partijen goed geïnformeerd over lopende wetgevingstrajecten. Ook informeren de BZK medewerkers de regio’s doorlopend over voortgang op dit dossier. Bovendien ondersteunt het expertisecentrum via kennisdeling en informatie op de website www.flexwonenarbeidsmigranten.nl partijen op lokaal niveau.
Pagina 1 van 8
2. Verkennen mogelijkheden aanpassen meetmoment arbeidsmigranten voor uitkering uit het gemeentefonds Een vast meetmoment voor het bepalen van het aantal ingezetenen in een gemeente om de hoogte van het gemeentefonds vast te stellen is 1 januari. Volgens de heer De Beer komt de aanwezigheid van arbeidsmigranten in bijvoorbeeld de gemeenten van West- Brabant (waar het piekmoment met hoge aantallen arbeidsmigranten later in het jaar ligt) niet in deze meting tot uiting. Toegezegd is dit nader uit te zoeken en na te gaan of het meetmoment aangepast kan worden zodat arbeidsmigranten meegeteld worden. Het aantal arbeidsmigranten is geen afzonderlijke verdeelmaatstaf binnen het Gemeentefonds. Arbeidsmigranten tellen alleen mee in de verdeelmaatstaven van het Gemeentefonds als ze zijn ingeschreven in de GBA. Bij de verdeling van het Gemeentefonds wordt gebruik gemaakt van gegevens van het CBS. Het aanpassen van de peildatum raakt het proces van vaststelling van de gegevens door het CBS en is daarmee niet aan de beheerders van het Gemeentefonds. Daarnaast maakt het Gemeentefonds gebruik van circa 50 verdeelmaatstaven. Een uitzondering op één onderdeel/thema brengt het risico op willekeur met zich mee en draagt niet bij een ordelijke en transparante wijze van vaststelling van de uitkeringen uit het Gemeentefonds. BZK zal dan ook de peildatum hier niet op aanpassen.
Datum 1 juli 2014 Kenmerk 2014-0000345852
3. Geringe investeringsbereidheid bij logies Dhr. Weverling (wethouder van Westland) benadrukt dat het onderscheid tussen wonen en logies een cruciale rol speelt bij de realisatie van huisvestingsprojecten. Bij de functie wonen zijn partijen vrijgesteld van BTW, bij logies niet. Dat maakt dat er bij veel initiatiefnemers een geringe investeringsbereidheid bestaat als het om logies gaat. Conform afspraak heeft de gemeente Westland een casus aangeleverd bij BZK. Op 12 juni is met juridische experts uitgebreid over diverse cases van gemeenten gesproken in het ambtelijke gemeentenetwerk. Daar is door experts geconcludeerd dat het onlogisch is om in de exploitatie voor huisvesting geen rekening te houden met BTW-heffingen Er zijn namelijk al veel logiesprojecten gerealiseerd waar dit onderdeel van was. BTW lijkt volgens experts geen probleem te zijn bij realisatie van huisvestingsprojecten. De gemeente is met het bestemmingsplan kaderstellend. In goed overleg tussen gemeente en initiatiefnemer moet vervolgens zorgvuldig bekeken worden welke intenties de initiatiefnemer heeft met het project, want ook de praktijk laat zien dat er verschil ontstaat tussen de functie volgens bestemmingsplan en het feitelijk gebruik. Verder heeft BZK toegezegd dat er in het najaar een “beslisboom” gemaakt wordt voor gemeenten zodat beter inzichtelijk wordt wanneer zij welke keuze (wonen of logies) kunnen maken en wat de consequenties daarvan zijn. 4. Garantiestelling aantal bedden door werkgevers Dhr. Croll (NBBU) geeft aan dat er een verschil is in de mate waarin werkgevers in staat zijn aan te geven hoeveel bedden er nu precies nodig zijn. Voor kleinere werkgevers is dit lastiger dan voor grotere. Het punt van garantiestelling aantal bedden door werkgevers komt terug in het volgende bestuurlijk verleg. Gemeenten en ook huisvesters willen graag zicht hebben op de te verwachten aantallen arbeidsmigranten die via de werkgever te werk gesteld worden in Pagina 2 van 8 pagina’s (inclusief voorblad)
desbetreffende gemeente. Op die manier kunnen gemeenten voorsorteren in hun beleidsvisies en bestemmingsplannen waar en hoeveel de benodigde huisvesting eventueel gerealiseerd kan worden. Garanties over de precieze aantallen te verwachten migranten zijn niet te geven, mede omdat dit afhankelijk is van de economische behoefte en lokale arbeidsmarktomstandigheden. Wel kunnen werkgeversorganisaties en brancheverenigingen via regionale arbeidsmarktverkenningen inzichtelijk maken welke trends er waarneembaar zijn (op de wat langere termijn.) Ik heb met in ieder geval de ABU, NBBU, VIA en LTO afgesproken dat zij deze cijfers ook in zetten voor dit dossier en deze meer bespreekbaar maken met gemeenten. Uiteindelijk zijn deze analyses en aantallen input voor het gesprek op lokaal niveau. Op basis van deze informatie kunnen gemeenten rekening houden met verschillende doelgroepen die een flexibele huisvestingsvraag hebben. Huisvestingsprojecten hebben hierdoor een meer kansrijk verdienmodel.
Datum 1 juli 2014 Kenmerk 2014-0000345852
5. Vereenvoudiging inkomenstoets voor huisvesting arbeidsmigranten Zoals ik aan de Tweede Kamer1 heb gemeld, ben ik bereid de inkomenstoets voor arbeidsmigranten door corporaties in de tijdelijke staatssteunregeling voor woningcorporaties2 te vereenvoudigen. Dit naar aanleiding van de klachten die ik onder meer van Aedes en een aantal Haagse corporaties kreeg over de administratieve eisen rond de inkomenstoets. In eerder ambtelijk overleg dat deze partijen voerden, verzochten zij als alternatief het werken met een periodieke, achteraf door de werkgevers te verstrekken verantwoording te bezien. Naar aanleiding hiervan nodigde ik deze partijen uit om in overleg met de werkgeversorganisaties een voorstel te doen voor de vormgeving van een dergelijk alternatief. Daarbij gaf ik als uitdrukkelijke randvoorwaarde mee dat een alternatieve verantwoordingswijze wel voldoende zekerheid moet verschaffen over de toewijzing van de betreffende sociale huurwoningen. Dit in verband met de eventuele rechtsgevolgen voor corporaties bij het niet nakomen van de toewijzingseisen uit de tijdelijke regeling. De partijen hebben inmiddels hun ideeën voor een in hun ogen werkbaar alternatief aan het ministerie voorgelegd. Om corporaties gedurende het jaar mogelijkheden tot sturing bij de toewijzing te kunnen bieden, kiezen zij voor een verantwoording op kwartaalbasis via de werkgeverslijn. Hoewel hiermee de verantwoording niet (primair) langs de lijn van de corporaties zelf loopt, acht ik de beoogde werkwijze in beginsel werkbaar bij de woningtoewijzing aan arbeidsmigranten in het kader van de tijdelijke regeling. Over de uitvoerbaarheid (ook in verband met de accountantscontrole en handhaving) en juridische houdbaarheid (met name gelet op eventuele privacyaspecten) van de door partijen beoogde wijze van de bewijsvoering over de inkomenssituatie van betrokkenen wordt nog overlegd met de genoemde partijen. Ik ben van plan de vereenvoudigde werkwijze, mits ook door partijen haalbaar en werkbaar geacht, mee te nemen bij de herziening van het wettelijk kader voor woningcorporaties, de Herzieningswet en de novelle daarop. Op basis van deze wet en de daarbij uit te vaardigen Algemene Maatregel van Bestuur en aanvullende ministeriële regeling zal ook de inzet van staatssteun zoals geregeld in de tijdelijke regeling nader worden vastgelegd. Het streven is gericht op invoering van de wet per 1 januari 2015. 1 2
Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 29 407, nr. 188 Staatscourant, nr. 17515, 11 november 2010 Pagina 3 van 8 pagina’s (inclusief voorblad)
6. Mogelijkheid opnemen NEN-certificering bij het aanbestedingsbeleid van de overheid Dhr. Peeters (VIA) vroeg mij naar de mogelijkheid om de NEN-certificering als voorwaarde op te nemen bij het aanbestedingsbeleid van de overheid. Het betreft hier certificering op basis van de NEN-norm 4400, die als doel heeft het risico te beperken dat de onderneming geen tijdige, juiste en volledige afdracht van verschuldigde loonheffingen en omzetbelasting verzorgt en de onderneming gebruikmaakt van werknemers die niet gerechtigd zijn tot het verrichten van arbeid, van wie de identiteit niet is vastgesteld dan wel die een valse identiteit hebben aangenomen. Alle eisen van de NEN-norm 4400 (44001 voor Nederlandse bedrijven en 4400-2 voor buitenlandse bedrijven) komen voort uit nationale wetgeving. De gecertificeerde onderneming laat zich dus controleren op het naleven van wettelijke vereisten. Het certificaat ziet niet toe op het naleven van cao-bepalingen. De NEN-norm is nu niet opgenomen in de geldende Aanbestedingswet uit 2012. De norm zal bovendien vanwege de kabinetsvoornemens tot verminderde regeldruk niet worden toegevoegd aan deze wetgeving. Ik ben van mening dat er ook andere prikkels zijn om te zorgen dat gemeenten in zee gaan met bonafide partijen. Ten eerste verwijs ik naar de mogelijkheid personeel in te huren dat SNA gecertificeerd is. Ondernemingen met een SNA certificering zijn gecontroleerd op de NEN 4400. Gemeenten die personeel inhuren bij een SNA gecertificeerde uitzendonderneming zijn als inlener gevrijwaard van de ketenaansprakelijkheid. Ook hebben zij in dat geval sinds 1 juli 2012 volledige fiscale vrijwaring van de inlenersaansprakelijkheid en vrijwaring van de inlenersaansprakelijkheid voor de Wet minimumloon WML (sinds 2010). Het ministerie van SZW wil het huidige systeem van zelfregulering door middel van SNA verder versterken. Gemeenten kunnen ten tweede gebruik maken van het VNG model met algemene inkoopvoorwaarden voor leveringen en diensten, met richtlijnen voor integer gedrag voor gemeenten bij het inlenen van personeel. Ten derde is een uitbreiding van de ketenaansprakelijkheid in het vooruitzicht gesteld. Deze uitbreiding geldt na invoering ook voor gemeenten, wanneer zij als opdrachtgever optreden. Met de invoering van de algemene ketenaansprakelijkheid voor loon wil het kabinet opdrachtgevers en aannemers aanpakken die weten of zouden moeten weten dat op basis van de overeengekomen prijs voor de opdracht of aanneemsom, de werknemers/uitzendkrachten niet het juiste loon kunnen ontvangen. De huidige ketenaansprakelijkheid is beperkt tot het wettelijke minimumloon. Het kabinet wil bereiken dat opdrachtgevers aansprakelijk kunnen worden gesteld voor betaling van het CAOloon (of het overeengekomen loon als er geen CAO is). Ook bij aanneming van werk kan de hoofdaannemer of bij opdrachtovereenkomst de opdrachtgever worden aangesproken op de loonbetaling aan betrokken werknemers. De werknemer of uitzendkracht krijgt de mogelijkheid om andere partijen (schakels) in de keten aan te spreken op betaling van het loon. Hiermee worden partijen in de keten hoofdelijk aansprakelijk voor betaling van het cao-loon.
Datum 1 juli 2014 Kenmerk 2014-0000345852
7. Duidelijkheid over 20% inhouding op loon Enkele bestuurders gaven aan dat meer duidelijkheid gewenst is over de 20% inhouding op loon voor huisvesting. Werkgevers hebben de mogelijkheid om 20% van het wettelijk minimum loon van hun werknemers in te houden voor Pagina 4 van 8 pagina’s (inclusief voorblad)
de huisvesting die zij verstrekken voor hun werknemers. Deze richtlijn van de Inspectie SZW is gebaseerd op Nibud scenario’s. De werkgever mag niet meer dan 20% inhouden op het loon, maar mag wel meer huur vragen zonder dat dit verrekend wordt via het loon. Dat laatste zorgt in de praktijk nog wel eens voor discussie: de 20% inhouding vergemakkelijkt de verhuur, maar is onvoldoende dekkend voor het rendabel verhuren van kamers/bedden etc. Daarnaast geeft het achteraf verrekenen van de extra huur bovenop de 20% inhouding administratieve druk voor de werkgever doordat hij met iedere werknemer aparte afspraken moet maken. De 20% richtlijn is onderdeel van de Wet op het Minimumloon (Wml). Zoals minister Asscher van SZW in zijn voortgangsrapportage aanpak schijnconstructies van 26 november jl.3 aan de Kamer heeft laten weten, gaat het kabinet de handhaafbaarheid van de Wml verbeteren door onderdelen van het handhavingsbeleid een wettelijke basis te geven en door helder te maken wat er wel en niet onder valt. Hiervoor past minister Asscher bepalingen in de wet aan, waardoor wettelijke normen duidelijker worden. Dit bevordert de naleefbaarheid en de handhaafbaarheid, waarmee onderbetaling wordt voorkomen. Gekeken wordt daarbij naar onkostenvergoedingen, ketenaansprakelijkheid bij de beloning en verrekeningen (zoals bijvoorbeeld de 20% inhouding voor huisvesting). De rechtbank in Den Haag oordeelde dat er geen wettelijke basis is voor het handhavingsbeleid Wml. Het ministerie van SZW gaat tegen dit oordeel in hoger beroep. De zaak dient 3 juli, de uitspraak hiervan wordt eind augustus verwacht.
Datum 1 juli 2014 Kenmerk 2014-0000345852
8. Bekeuren en innen van boetes Poolse kentekens Dhr. Rolleman (Greenport Aalsmeer) vroeg aandacht voor het bekeuren van Poolse auto´s en het innen van de boetes. Zijn specifieke vraag is welke rol de Rijksoverheid hierbij kan spelen. Met betrekking tot parkeren zijn er twee soorten boetes, namelijk de naheffingsaanslag parkeerbelasting en boetes voor foutparkeren. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de naheffingsaanslag; deze wordt op basis van Gemeentelijke Parkeerverordeningen en Uitvoeringsbesluit door stadswachten opgelegd wanneer er geen of onvoldoende parkeergeld betaald is. De inning vindt plaats door de afdeling Gemeentebelastingen. Het ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J) is verantwoordelijk voor boetes die worden opgelegd als iemand zijn voertuig fout geparkeerd heeft. Deze worden op basis van de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften (Wahv, ook wel Wet Mulder) door stadswachten en politie opgelegd. De inning vindt plaats door het CJIB te Leeuwarden. In de regelgeving is vastgelegd dat EU-lidstaten elkaars boetes en confiscatiebeslissingen wederzijds erkennen. Het knelpunt met betrekking tot het innen van boetes is dat wanneer de overtreder niet staande gehouden kan worden, deze vaak niet te traceren is door gebrek aan informatie over de kentekenhouders. De Rijksoverheid heeft aandacht voor dit knelpunt. Mogelijke oplossingsrichtingen die momenteel worden verkend zijn: 3
Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 17 050, nr. 447 Pagina 5 van 8 pagina’s (inclusief voorblad)
o
o
Gegevensuitwisseling vergemakkelijken Er zijn verschillende ontwikkelingen op het vlak van informatieuitwisseling met andere landen die mede betrekking kunnen hebben op buitenlands gekentekende voertuigen. Zo zal de uitwisseling van gegevens uit de nationale kentekenregisters tussen EU-lidstaten voor de afhandeling van verkeersovertredingen eenvoudiger worden met de implementatie van de Europese Richtlijn grensoverschrijdende handhaving (2011/82/EU). Boetes voor verkeersovertredingen op buitenlandse kentekens kunnen dan gemakkelijker worden geïnd. De Minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor de implementatie van deze richtlijn.
Datum 1 juli 2014 Kenmerk 2014-0000345852
Inschrijving GBA Iemand die de intentie heeft langer dan vier maanden in Nederland te verblijven is verplicht zich in te schrijven bij de gemeentelijke basisadministratie (GBA). Deze inschrijving houdt eveneens in dat, wanneer deze persoon in bezit is van een voertuig, het kenteken geregistreerd wordt en de eigenaar een Nederlands kenteken krijgt. Dit betekent ook dat onder andere seizoensarbeiders, die korter dan vier maanden in Nederland verblijven, niet verplicht zijn een Nederlands kenteken te plaatsen.
Naast de bovengenoemde rol die de Rijksoverheid speelt, zijn er diverse organisaties zoals de Dienst Wegverkeer (RDW), de gemeentelijke parkeerdienst, politie, Belastingdienst en verzekeringsmaatschappijen die met elkaar gegevens uitwisselen, om eigenaren van voertuigen te kunnen traceren. Ook zijn er particuliere bureaus die in opdracht van gemeenten kentekengegevens opvragen in het buitenland, aan het lokale equivalent van de RDW. Zij doen dat in het kader van de aan hen opgedragen invordering van belastingaanslagen. Tot slot Graag attendeer ik u ook op de volgende onderwerpen: Cijfers over aantallen geregistreerde arbeidsmigranten In 2012 heeft het CBS, in opdracht van het ministerie van BZK en het Expertisecentrum Flexwonen, de regionale spreiding van arbeidsmigranten uit Midden-, Oost- en Zuid-Europa in 2010 in kaart gebracht. Hieruit kan men zien hoeveel GBA en/of UWV geregistreerde arbeidsmigranten er per gemeente wonen en/of werken. Samen met de toolkits ‘Inschatting aantal EU-arbeidsmigranten’ en de ‘Handreiking opgave tijdelijke huisvesting EU arbeidsmigranten’ gaf de analyse handvatten voor inschatting van de huisvestingsopgave voor EUarbeidsmigranten. Er is vanuit de gemeenten positief gereageerd op de analyse en het gaf bruikbare informatie voor bestuurlijke afspraken in de negen regio’s van de Nationale Verklaring. Op verzoek van gemeenten heeft het ministerie van BZK een update van dit onderzoek laten maken met gegevens over 2012. Dit keer niet alleen voor de negen regio’s, maar voor alle gemeenten in heel Nederland. Ook de doelgroep is uitgebreid met personen van jonger dan 15 jaar en ouder dan 65 jaar. Tussen 2010 en 2012 zien we een stijging van het aantal geregistreerde EUmigranten in Nederland. Verklaringen voor de stijging kunnen zijn dat de doelgroep in deze analyse is uitgebreid, maar ook dat de registratiegraad onder migranten kan zijn verbeterd. Daarnaast past de stijging in aantallen in een trend
Pagina 6 van 8 pagina’s (inclusief voorblad)
die sinds de openstelling van de grenzen in ingezet en rond de jaren van de analyse op het toppunt waren. De analyse is gepubliceerd op de www.cbs.nl en www.flexwonenarbeidsmigranten.nl. Op de laatste website vindt u ook de eerder genoemde toolkits, die ook met deze update bruikbaar blijven. Handreiking ‘Handelingsperspectieven gemeenten om ongewenste gevolgen van vrij verkeer aan te pakken’ Bij mijn brief aan de Tweede Kamer van 27 februari 2014 is de handreiking ‘Handelingsperspectieven gemeenten om ongewenste gevolgen van vrij verkeer aan te pakken’4 verschenen. Deze is aan de leden van de Tweede Kamer, aan de wethouders van de gemeenten van de Nationale Verklaring en overige belanghebbenden gestuurd. U kunt de handreiking online vinden op www.rijksoverheid.nl en www.flexwonenarbeidsmigranten.nl. Update 2014 handreiking ‘Aanpak woonoverlast en verloedering’ De handreiking ‘Aanpak woonoverlast en verloedering’ biedt gemeenten en hun partners een praktische leidraad bij de aanpak van woonoverlast. De handreiking behandelt het wat en hoe van – met name bestuursrechtelijke – middelen om overlast mee te voorkomen en aan te pakken. Daarnaast staan in het tweede deel van de handreiking praktijkvoorbeelden, wetsteksten en checklisten. Deze praktische handreiking is onverminderd bruikbaar en actueel, maar sinds het verschijnen van de tweede druk zijn er enkele wijzigingen geweest in wet- en regelgeving. Deze wijzigingen bieden gemeenten en hun partners extra mogelijkheden om zich gezamenlijk in te zetten voor een schone, hele en veilige woonomgeving. In deze nieuwe brochure staan die wijzigingen en aanvullende mogelijkheden, plus een aantal praktijkvoorbeelden uit de jurisprudentie. U vindt de aanvulling op de handreiking online op www.flexwonenarbeidsmigranten.nl. Uitvoeringscongres huisvesting arbeidsmigranten Het Ministerie van BZK werkt samen met de partijen van de Nationale Verklaring aan een uitvoeringscongres. Dit congres voor bestuurders vindt plaats op 16 oktober in Den Haag. U ontvangt hier een uitnodiging voor. Ik hoop u daar te ontmoeten. Eerstvolgend Bestuurlijk Overleg Op 26 november van 10.30 tot 12.00 uur vindt het eerstvolgende Bestuurlijk Overleg Huisvesting EU-arbeidsmigranten plaats. U ontvangt hier een uitnodiging voor.
Datum 1 juli 2014 Kenmerk 2014-0000345852
Ik ga ervan uit u met deze informatie voor nu voldoende geïnformeerd te hebben. Hoogachtend, De minister voor Wonen en Rijksdienst, namens deze,
Inge Vossenaar Directeur Woon- en Leefomgeving
4
Bijlage bij brief aan de Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 29 407, nr. 188 Pagina 7 van 8 pagina’s (inclusief voorblad)
Datum 1 juli 2014 Kenmerk 2014-0000345852
Pagina 8 van 8 pagina’s (inclusief voorblad)