Deel I: Ecocheques - begrippen en principes
DEEL I: ECOCHEQUES - BEGRIPPEN EN PRINCIPES
1. ALGEMENE CONTEXT Op 22 december 2008 zijn de sociale partners tot een uitzonderlijk akkoord gekomen over de koopkracht voor de jaren 2009 en 2010. Dit akkoord legt om de twee jaar een maximale marge voor de mate waarin de koopkracht mag verhogen. In tegenstelling tot de vorige akkoorden waarin de beschikbare loonmarge werd uitgedrukt in een percentage van de brutoloonsom drukt het interprofessioneel akkoord (IPA) 2009-2010 de onderhandelingsmarge echter uit in forfaitaire nettobedragen. De sociale partners hebben voor de periode 2009-2010 immers voorzien in een onderhandelingsenveloppe van maximum 375 EUR netto (per werknemer), waarvan 125 EUR netto al in 2009 kon worden toegekend. Eens op kruissnelheid (vanaf 2010) bedraagt de onderhandelingsenveloppe maximum 250 EUR netto per werknemer binnen eenzelfde onderneming. Daarnaast worden ook nog de loonindexeringen en baremaverhogingen toegepast. Deze bedragen van 125 EUR en 250 EUR netto kunnen op verschillende manieren worden toegekend. Het IPA stelt verschillende mogelijkheden voor om deze verhoging van de nettokoopkracht van de werknemers concreet te maken. Een daarvan is het nieuwe sociale (en fiscale) voordeel van de ecocheque. Voor de ecocheques werd dan wel een algemeen wettelijk en reglementair kader gecreëerd, het is op het niveau van de activiteitensectoren dat de eigenlijke maatregel moet worden ingevoerd en de bijzonderheden van dit soort voordeel moeten worden begrepen.
2. ECOCHEQUES: PRINCIPES 2.1. Rechts- en reglementsbronnen Ingevolge het IPA van 22 december 2008 hebben de sociale partners in akkoord met de Regering op het niveau van de Nationale Arbeidsraad een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten die het algemene kader bepaalt
15
voor de toekenning van de ecocheques en de lijst vastlegt van producten en diensten die met ecocheques kunnen worden gekocht. Dit is de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 (CAO nr. 98)1 gesloten op 20 februari 2009. Gelijktijdig heeft de regering een koninklijk besluit2 genomen ter uitvoering van het IPA dat de voorwaarden vastlegt waarbinnen de ecocheques kunnen worden beschouwd als een sociaal voordeel waarop geen socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn. Zowel de CAO nr. 98 als het koninklijk besluit waarvan hierboven sprake zijn in werking getreden op 1 maart 2009. Een ontwerp van wet3 houdende fiscale en diverse bepalingen bepaalt tot slot het fiscale statuut dat is voorbehouden voor de cocheques. Dit ontwerp werd aangenomen in de Kamer en, op het ogenblik dat deze analyse werd afgewerkt, besproken in de Senaat. De bepalingen aangaande de fiscale behandeling van de ecocheques zouden van toepassing moeten zijn vanaf het aanslagjaar 2010.
2.2. Algemene definitie Krachtens artikel 2 van de CAO nr. 98 vormen de ecocheques een voordeel waarmee ecologische producten en diensten kunnen worden aangekocht. Concreet gaat het om aankoopbonnen die inwisselbaar zijn voor specifieke ecologische producten en diensten. De producten en diensten die kunnen worden aangekocht met ecocheques zijn opgesomd in de lijst die is bijgevoegd aan de CAO nr. 98. De sociale partners zullen deze lijst zal elk jaar evalueren (er kunnen dus producten en diensten worden toegevoegd of geschrapt). Verder zullen de sociale partners om de twee jaar een discussie ten gronde voeren over een eventuele aanpassing van de lijst aan nieuwe ecologische inzichten en beleidsontwikkelingen inzake ecologische innovatie.
1
2
3
16
Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 betreffende de ecocheques (KB 28 juni 2009, BS 13 juli 2009), sinds 1 maart 2009 van kracht voor onbepaalde tijd. Koninklijk besluit van 14 april 2009 (BS 20 mei 2009) tot invoeging van een artikel 19quater in het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 juni 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders Ontwerp van wet houdende fiscale en diverse bepalingen, DOC 52 2170/008. Artikel 6 van dit wetsontwerp wijzigt artikel 38/1 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, gewijzigd door de wetten van 30 maart 1994 en 6 april 1995, door het koninklijk besluit van 20 december 1996, en door de wetten van 6 juli 1997 en 27 december 2004 betreffende de sociale of culturele vrijstellingen. Het lot van de ecocheques wordt behandeld in artikel 6 § 4 van het wetsontwerp.
Deel I: Ecocheques - begrippen en principes
Concreet, wat kan worden aangekocht met ecocheques? De producten en dienst hernomen in de lijst van de bijlage bij de CAO nr. 98 zijn onderverdeeld in 5 thematische categorieën: •
Energiebesparing concreet: installatie van warmtepomp, condensatieketel, stookketel op hout; huishoudtoestellen van klasse A, A+, A++ (koelkast, diepvriezer, wasmachine, vaatwasmachine, droogkast); producten die specifiek zijn bestemd voor isolatie van woningen; spaarlampen, TL-lampen en LED-verlichting; installatie van zonnepanelen; elektrische apparaten die uitsluitend werken op zonne-energie of op handmatig geproduceerde energie;
•
Waterbesparing concreet: spaardouchekop; recuperatietank voor regenwater; hulpstuk voor waterbesparing op kranen; spoelbak voor toiletten met spaarknop;
•
Bevordering duurzame mobiliteit concreet: plaatsing van roetfilters in personendieselwagens; plaatsing lpg-installatie in personenwagens; vervoersbewijzen voor openbaar vervoer; aankoop en onderhoud van fietsen, met inbegrip van elektrische fietsen, fietsonderdelen en fietstoebehoren; cursussen ecodriving;
•
Afvalbeheer concreet: oplaadbare, draagbare NiMH-batterijen en oplaadtoestellen voor dergelijke batterijen; compostvat; kunststofproducten die volledig bestaan uit composteerbaar materiaal; wasbare luiers; papier dat voor 100% gerecycleerd is en dat ongebleekt of TCF-gebleekt is;
•
Bevordering van ecodesign concreet: Alle producten die het Europese Ecolabel hebben (www.eco-label.com): papieren zakdoekjes, kopieerpapier en grafisch papier, verf en vernis voor binnenshuis, harde vloeren, bodemverbeteraars, machineafwasmiddelen, allesreinigers, detergent voor textiel, kledij, interieurtextiel, televisies,…;
•
Bevordering van aandacht voor de natuur concreet: alle producten en diensten met het ecolabel; duurzaam geëxploiteerd hout, houtproducten gemaakt uit duurzaam geëxploiteerd hout, papier dat geproduceerd is met gerecycleerde vezels of met verse vezels afkomstig van duurzaam geëxploiteerd hout; bomen en buitenplanten, bloembollen en zaden voor buiten, niet-gemotoriseerde tuingereedschappen, potgrond en teelaarde, meststoffen met biogarantie.
2.3. Informatieplicht Krachtens artikel 5 van de CAO nr. 98 is de werkgever verplicht om de werknemers die ecocheques krijgen in te lichten over de lijst van
17
producten en diensten die met ecocheques kunnen worden aangekocht. Hij moet dit doen wanneer de werknemers voor de eerste keer ecocheques krijgen. De werkgever zorgt er dus voor dat hij, op het ogenblik dat hij voor de eerste keer ecocheques toekent, aan zijn werknemers een kopie bezorgt van de lijst hernomen in de bijlage bij de CAO nr. 98. Hieronder vindt u een kopie van deze lijst.
2.4. Toekenningsmodaliteiten gedefinieerd door de CAO nr. 98 Opmerking vooraf De CAO nr. 98 bepaalt het algemene kader voor de toekenningsvoorwaarden en –modaliteiten voor de ecocheques. Elke activiteitensector die heeft gekozen voor een verhoging van de koopkracht via de ecocheques heeft echter een specifiek systeem voor de toekenning uitgewerkt dat eventueel voorziet in voorwaarden en modaliteiten die verschillen van die beschreven in de CAO nr. 98 (zowel wat betreft de eventuele proratabedragen die moeten worden berekend als wat betreft de gelijkgestelde periodes). De CAO nr. 98 bepaalt de wijze waarop het aantal aan elke werknemer toe te kennen ecocheques moet worden berekend.1 De algemene regel van de CAO nr. 98 is die van de pro rata temporis: Er moet rekening gehouden worden met de periodes van het kalenderjaar waarin de werknemer aan de werkgever gebonden is geweest door een arbeidsovereenkomst. Wanneer een werknemer bijvoorbeeld op 1 juli van het kalenderjaar in dienst is getreden bij de werkgever of hem heeft verlaten, dan zal hij recht hebben op de helft van de ecocheques die worden toegekend aan een werknemer van de personeelscategorie waartoe hij bij die werkgever behoorde gedurende het volledige jaar. We merken op dat deze regel ook van toepassing is wanneer de betreffende werknemer verandert van personeelscategorie.2 Verder bepaalt de CAO nr. 98 de periodes die in aanmerking moeten worden genomen om de ecocheques te berekenen.3 De CAO verduidelijkt immers dat bij de berekening van het aantal ecocheques in geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst tijdens het kalenderjaar minstens rekening moet worden gehouden met de dagen waarvoor de werknemers loon of vakantiegeld hebben gekregen.
1 2 3
18
CAO nr. 98, artikel 6 § 1 CAO nr. 98, artikel 6 § 2 CAO nr. 98, artikel 6 § 3
Deel I: Ecocheques - begrippen en principes
Concreet betekent dit dat naast de effectief gewerkte dagen ook rekening moet worden gehouden met: • de feestdagen; • de dagen klein verlet (uitgezonderd de dagen gedekt door een uitkering van het ziekenfonds of een werkloosheidsuitkering, zoals de door het ziekenfonds vergoede 7 dagen vaderschapsverlof); • de dagen/uren educatief verlof; • de dagen anciënniteitsverlof, betaalde dagen buitenwettelijk verlof; • de dagen inhaalrust wegens betaalde arbeidsduurvermindering; • de dagen inhaalrust wegens betaalde overuren; • de dagen van opleiding; • de dagen waarvoor de werknemer een vakantiegeld heeft gekregen; • ... De CAO nr. 98 stelt de volgende dagen overigens gelijk met dagen waarvoor de werknemer een loon heeft ontvangen: • de dagen moederschapsverlof; • de dagen arbeidsongeschiktheid gedekt door een gewaarborgd loon, ongeacht of de ongeschiktheid het gevolg is van ziekte, ongeval van gemeen recht, beroepsziekte of arbeidsongeval. Moeten daarantegen krachtens de CAO nr. 98 niet in aanmerking worden genomen voor de berekening van de ecocheques: • de periodes van tijdelijke werkloosheid; • verlof om dwingende redenen; • de periodes van verlof zonder wedde; • de periodes van tijdskrediet of thematisch verlof onder de vorm van een volledige schorsing; • de onbezoldigde carenzdagen; • …
2.5. Sociale en fiscale behandeling 2.5.1. De ecocheques, een sociaal voordeel? De ecocheques zouden in principe moeten worden beschouwd als loon en dientengevolge worden onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen. Het koninklijk besluit van 14 april 20091 heeft evenwel bepaald dat de ecocheques een sociaal voordeel kunnen vormen dat is vrijgesteld van sociale bijdragen, mits bepaalde voorwaarden worden gerespecteerd. Algemeen gezien lijkt het systeem dat wordt toegepast op de ecocheques op het systeem dat reeds geldt voor de maaltijdcheques.
1
BS 20 mei 2009
19
Om sociaal te worden vrijgesteld moet de toekenning van de ecocheques gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoen:1 • de ecocheques moeten worden toegekend op basis van een collectieve arbeidsovereenkomst die hetzij op sectoraal niveau, hetzij op het niveau van de onderneming wordt gesloten. Bij gebrek aan een sectorale collectieve overeenkomst en in de ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging of indien de personeelscategorie waarvoor de ecocheques zijn bestemd gewoonlijk niet wordt beoogd door een dergelijke overeenkomst, mag de toekenning van ecocheques worden geregeld door een individuele overeenkomst. Er is dus een – collectieve of individuele – schriftelijke overeenkomst vereist; •
de (collectieve of individuele) overeenkomst moet uitdrukkelijk de maximale nominale waarde van de ecocheques vermelden en de frequentie waarmee die in de loop van het kalenderjaar worden toegekend. Het bedrag van de ecocheque mag in ieder geval niet meer bedragen dan 10 EUR; Opmerking: als in de toekenning van ecocheques voorzien wordt door een individuele overeenkomt dan mag het bedrag van de ecocheque dat is vermeld in die overeenkomst niet hoger zijn dan het bedrag waarin wordt voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst die eventueel in dezelfde onderneming is gesloten (bv. voor andere personeelscategorieën).
•
de ecocheque moet worden afgeleverd op naam van de werknemer. Deze voorwaarde wordt geacht vervuld te zijn wanneer enerzijds de toekenning en anderzijds de gegevens over het aantal ecocheques en het bedrag van de ecocheques zijn vermeld op de individuele rekening van de werknemer;
•
elke ecocheque moet vermelden dat zijn geldigheid beperkt is tot 24 maanden vanaf de datum dat hij aan de werknemer wordt overhandigd en dat hij enkel kan worden gebruikt voor de aankoop van ecologische producten en diensten die zijn vermeld in de bijgevoegde lijst bij de CAO nr. 98;
•
de ecocheques mogen noch gedeeltelijk, noch volledig worden omgeruild in geld. Dit betekent dat het aankoopbedrag gelijk aan of hoger dan de totale waarde van de ecocheques die ter betaling worden overhandigd, moet zijn;
•
het totale bedrag van de ecocheques die in de loop van een kalenderjaar worden toegekend mag niet hoger zijn dan 125 EUR per werknemer in 2009 en 250 EUR per werknemer voor de volgende jaren. Vanaf 2011 kan het bedrag van 250 EUR evenwel op basis van
1
20
Artikel 19quarter, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders
Deel I: Ecocheques - begrippen en principes
een unaniem advies van de Nationale Arbeidsraad worden aangepast door een koninklijk besluit. Elke ecocheque die zou worden toegekend zonder dat een van de hierboven genoemde voorwaarden is gerespecteerd, zal worden beschouwd als loon waarop socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn (voor het volledig toegekende bedrag). We herhalen tevens dat de ecocheques niet mogen worden toegekend ter vervanging of omzetting van een bestaand loon (ongeacht de vorm: een gedeelte van het brutoloon, een premie of elk ander voordeel, in natura of niet, of een toeslag), waarop al dan niet socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn.1 Gebeurt dat wel dan zullen de ecocheques worden behandeld als een loon waarop sociale bijdragen verschuldigd zijn.
2.5.2. De ecocheques, een fiscaal voordeel? Het ontwerp van wet houdende fiscale en diverse bepalingen2 bepaalt de voorwaarden waaronder de ecocheques kunnen worden beschouwd als een vrijgesteld fiscaal voordeel in hoofde van de werknemer. De belastingadministratie heeft zich aangepast aan de voorwaarden die worden gesteld door de administratie van de sociale zekerheid. Om een vrijgesteld fiscaal voordeel te vormen moeten de ecocheques dus beantwoorden aan dezelfde voorwaarden als die hierboven opgesomd in de ‘sociale behandeling van de ecocheques’. Ook al kunnen de ecocheques fiscaal worden vrijgesteld in hoofde van de werknemer, dat betekent niet dat ze een aftrekbaar voordeel in hoofde van de werkgever vormen. De werkgever die ecocheques aan zijn werknemers toekent, zal op de toegekende bedragen met andere woorden vennootschapsbelasting moeten betalen.
2.5.3. Opmerking: zoals de maaltijdcheques? Zoals u kan zien lijkt de sociale en fiscale behandeling van de ecocheques zeer sterk op die van de maaltijdcheques. We merken evenwel op dat de maaltijdcheques sinds 1 maart 2009 mogen worden beschouwd als beroepslasten die aftrekbaar zijn in hoofde van de werkgever, ten belope van 1 EUR per toegekende maaltijdcheque (mits de voorwaarden die de sociale en fiscale administraties stellen worden nageleefd).
1
2
Artikel 19quarter, § 1 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders Zie nota 3
21