Deel I De installatie van UNIT4 Multivers 8.1
UNIT4 Software B.V. Postbus 102 3360 AC Sliedrecht
Telefoon Telefax Supportlijn Supportfax e-mail Internet
0184 444444 0184 444445 088 2472472 0184 414819
[email protected] http://www.unit4.com
C-Logic NV a UNIT4 Company Rijselstraat 247 8200 Brugge
Telefoon Telefax Supportlijn Supportfax e-mail support e-mail Internet
+32 (0)50 39 13 36 +32 (0)50 39 17 38 +32 (0)3 202 42 02 +32 (0)3 232 38 23
[email protected] [email protected] http://www.unit4.be/kmo
© ©
Copyright 2010 UNIT4 Software B.V., Sliedrecht, The Netherlands Fluent is a trademark of Microsoft Corporation and the Fluent user interface is licensed from Microsoft Corporation
Alle rechten voorbehouden. De informatie in dit document kan zonder enige waarschuwing vooraf worden gewijzigd en houdt geen enkele verplichting in voor UNIT4. Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd worden, in een geautomatiseerd gegevensbestand opgeslagen worden, of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Alle wijzigingen voorbehouden. All rights reserved. No part of this book may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form, by print, microfilm, or by any other means, without written permission from the publisher. De Microsoft Office 2007 Fluent gebruikersinterface wordt beschermd door U.S.- en internationale wetten voor intellectueel eigendom en is door UNIT4 in licentie genomen van Microsoft.
Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.6.1 1.6.2 1.7 1.7.1 1.7.2 1.7.3
INSTALLATIE VAN UNIT4 MULTIVERS 8.1 ...............................................................1 Algemeen .......................................................................................................................1 Technische specificaties UNIT4 Multivers 8.1 ..............................................................1 De installatieprocedure van UNIT4 Multivers ................................................................3 Een 'schone' installatie van UNIT4 Multivers versie 8.1 en uw bestaande administraties beschikbaar maken ................................................................................4 Een upgrade vanaf eerdere versies dan versie 7.2 ......................................................9 Installatie onder Windows Vista / Windows 7® ............................................................10 Een 'schone' installatie van Windows Vista/Windows 7® ............................................10 Wijzigingen ten opzichte van eerdere Windows-versies .............................................10 Netwerk-installatie .......................................................................................................11 Server en Client-installatie onder Windows XP/2003 Vista/Windows 7® ....................11 Automatische update van de Clients vanaf de Server ................................................12 Serverinstallatie onder Citrix........................................................................................12
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.2 2.3 2.3.1
DE INSTALLATIE .......................................................................................................14 De installatiemogelijkheden .........................................................................................14 Installatietypen .............................................................................................................14 Aangepaste installatie bij het gekozen installatietype .................................................15 De installatie onder alle Windows-versies ...................................................................18 De installatie van de UNIT4 PDF-printer .....................................................................29 Licentievoorwaarden....................................................................................................30
3 3.1 3.1.1 3.2 3.2.1 3.3 3.4
UPGRADES NA EEN INSTALLATIE VANAF EEN VORIGE VERSIE .....................31 Administratie-upgrade..................................................................................................31 Verplaats documenten .................................................................................................31 Updates van administraties vanaf eerdere versies dan 7.3 ........................................32 Administratie-upgrade voor (contact)personen ...........................................................32 Het beheren van formulieren en rapporten in een netwerk-installatie ........................32 Batchgewijze database-upgrade .................................................................................34
4
EEN HERINSTALLATIE VAN DEZELFDE VERSIE ..................................................36
1
Installatie van UNIT4 Multivers 8.1
1.1
Algemeen
UNIT4 Multivers werkt volledig onder het besturingssysteem Windows XP, Vista, en Windows 7. Schermresolutie Het is gebleken dat vrijwel alle UNIT4 Multivers-gebruikers werken op een computersysteem met een schermresolutie van 1024 X 768 pixels. Ook de beeldschermgrootte is in verreweg de meeste gevallen 17 inch. De schermen zijn daarom aan deze resolutie aangepast. Windows 95/98/ME/2000 Microsoft heeft haar support op deze Windows-versies gestopt. Dat betekent dat wij ook niet ten volle kunnen garanderen dat UNIT4 Multivers onder alle omstandigheden foutloos onder de genoemde Windows-versies zal functioneren. Dit hoeft niet te betekenen dat u UNIT4 Multivers 8.1 niet onder Windows 95/98/ME/2000 zult kunnen installeren, maar het houdt in dat in die situaties waarbij problemen ontstaan die terug te voeren zijn op deze Windows-versies, UNIT4 niet aansprakelijk gesteld kan worden en geen support zal kunnen leveren. Pakketgerichte vragen over de UNIT4 software zullen uiteraard wel in behandeling worden genomen. Microsoft heeft ook de ondersteuning op MS Office 2000 beëindigd. Dit betekent dat software gerelateerde problemen met deze Microsoft producten in combinatie met de door UNIT4 aangeboden toepassingssoftware niet langer door UNIT4 in behandeling worden genomen. Pakketgerichte vragen over de UNIT4 software zullen uiteraard wel in behandeling worden genomen. Let op! In een enkel geval kan het zijn dat tijdens de installatie het installatieproces stopt omdat bestanden niet benaderd of verwijderd kunnen worden. Dan kan uw virusscanner de oorzaak zijn. Schakel in dat geval uw virusscanner en eventuele anti-spywareprogramma's tijdelijk uit en start de installatie opnieuw.
1.2
Technische specificaties UNIT4 Multivers 8.1
UNIT4 Multivers is een Multi user-pakket dat geschikt is tot 50 gelijktijdige gebruikers. Hebt u meer dan 50 gelijktijdige gebruikers, neem dan contact op met de afdeling support van UNIT4 Software B.V. Voor Serverapplicaties wordt ook Backoffice Small Business Server ondersteund. In deze versie wordt RemoteApp in Windows Server 2008® voor terminal services in Windows Server 2008 niet ondersteund.
De onderstaande specificaties gelden slechts als minimale richtlijn. Bijvoorbeeld de hoeveelheid benodigd intern geheugen is moeilijk aan te geven. Als u UNIT4 Multivers stand alone installeert en een bescheiden database van minder dan een gigabyte hebt, is de hoeveelheid benodigd vrij intern geheugen aanmerkelijk kleiner dan wanneer u een grote database in een netwerkinstallatie hebt, met veel clients en veel netwerkverkeer. Ook het besturingssysteem is van belang.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 1 van 36
Stand alone installatie Voor Windows Vista en Windows 7 gelden de systeemeisen die Microsoft voorschrijft. Voor Windows XP gelden de volgende systeemeisen: • Minimaal Pentium IV processor • Minimaal 1 Gigabyte vrij op de harde schijf • Beeldschermresolutie: minimaal 1024 x 768 pixels • Cd-romspeler Netwerk-Server • Windows Server 2003(R2)/2008, idem voor Terminal Server van Windows • Minimaal 1 Gigabyte vrij intern geheugen • Minimaal 2 Gigabyte vrij op de harde schijf, afhankelijk van de databasegrootte(s) • ODBC versie 3.52.... Als u werkt met een lagere versie zal UNIT4 Multivers de nieuwe versie van de ODBC-drivers installeren. • Cd-romspeler Terminal Server Voor de installatie van UNIT4 Multivers op een terminal server is het van belang dat de database server op een andere server moet staan dan de client die van Terminal Server wordt benaderd. 32- of 64-bits UNIT4 Multivers is een 32-bits applicatie. Microsoft heeft in elk 64-bits Windows een 32-bits subsysteem opgenomen, waarin deze 32-bits applicaties uitgevoerd kunnen worden. Dit heet “Windows on Windows 64” (WOW64). Hierin wordt een 32-bits omgeving nagebootst, waarin vertalingen naar 64-bits worden uitgevoerd. Let wel: Vanwege technische beperkingen is het voor een 32-bits applicatie niet mogelijk om 64-bits onderdelen te gebruiken, omgekeerd kan een 64bits applicatie geen gebruik maken van 32-bits onderdelen. UNIT4 Multivers draait binnen het Windows 32-subsysteem; er kan daarom geen externe communicatie plaatsvinden tussen een 64-bits applicatie en UNIT4 Multivers. Installeert u UNIT4 Multivers op een 64-bits server, houdt u dan hiermee rekening. ODBC en 64-bits Het ODBC stuurprogramma is een 32-bits driver en valt automatisch onder het 32-bitssubsysteem WOW64. Dit houdt in dat vanaf de 64-bits omgeving van Windows dit stuurprogramma niet zichtbaar is. Alle programma’s die onder het WOW64 subsysteem worden uitgevoerd zullen dit stuurprogramma wel kunnen zien. UBC en 64-bits Ook de UBC (Unit 4 Business Connector) is een 32-bits DLL en valt onder het WOW64 subsysteem. De UBC kan dus gewoon gebruik maken van het ODBC-stuurprogramma, omdat ook deze onder het WOW64-sybsysteem valt. De UBC kan echter alleen gebruikt worden als deze aangeroepen wordt door een 32-bits applicatie (onder WOW64). Een applicatie die in de “standaard” 64-bits omgeving wordt gestart, zal de UBC niet kunnen zien omdat de UBC onder het subsysteem WOW64 draait. Een uitzondering hierop is als de UBC wordt aangeroepen vanuit een script. Het programma dat het script uitvoert is dan bepalend of deze al dan niet in het WOW64-subsysteem wordt uitgevoerd. Microsoft .NET framework 2.0 wordt meegeïnstalleerd Als uw systemen nog niet beschikken over Microsoft .NET framework 2.0 wordt dit tijdens de installatie meegeïnstalleerd. Optioneel (om van alle onderdelen van UNIT4 Multivers gebruik te kunnen maken): • Microsoft Office XP, 2003, 2007, 2010
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 2 van 36
•
Internet Explorer versie 5.5 of hoger
UNIT4 Multivers en Microsoft Office XP/2003/2007 UNIT4 Multivers maakt optimaal gebruik van de mogelijkheden van Microsoft Office en de onderdelen daarvan (Outlook, Word en Excel). Als u de module 'Relatiebeheer' aangeschaft hebt, kunt u bijvoorbeeld vanuit UNIT4 Multivers direct een mailing in MS Word aanmaken voor de relaties die in een selectielijst geselecteerd zijn. Hiervoor wordt een speciale macro aangeroepen die alleen in MS Word gebruikt kan worden. Ook kunt u dan vanuit UNIT4 Multivers een nieuwe taak maken en een afspraak vastleggen in Outlook. Outlook Express wordt niet ondersteund.
1.3
De installatieprocedure van UNIT4 Multivers
U hebt voor de installatie van UNIT4 Multivers twee mogelijkheden: 1 2
U kunt UNIT4 Multivers installeren voor gebruik op één enkele (‘stand alone’) PC (Desktopinstallatie), of u kunt UNIT4 Multivers installeren voor gebruik in een netwerk, waarbij meerdere gebruikers vanaf hun eigen PC met UNIT4 Multivers kunnen werken. Ook als u slechts één gebruiker hebt kunt u UNIT4 Multivers op een Server en Client installeren. Daarbij is er verschil tussen een Server-installatie op een SQL-Server voor Windows XP/2003/Vista/2007 of een Citrixinstallatie. Op de Server wordt altijd ook een Client geïnstalleerd. In het eerste geval hoeft u alleen een zogenaamde Desktop installatie (lokale installatie) vanaf CD-rom uit te voeren. In het tweede geval moet u eerst een Server en Client-installatie uitvoeren (zie paragraaf 1.7) Daarna voert u op de PC’s in het netwerk (de werkstations), een Client- of werkstationinstallatie uit.
Als u al met een oude versie gewerkt hebt Een eventueel al aanwezige, oudere versie van UNIT4 Multivers wordt automatisch overschreven door de nieuwe versie. U hoeft de oude versie dus niet apart te verwijderen. Belangrijke gegevens (administraties en gebruikers) worden automatisch in de nieuwe versie overgenomen. Als oude bestanden een 'upgrade' moeten ondergaan, bijvoorbeeld omdat de indeling van de bestanden aangepast is, dan meldt het programma dit als u de nieuwe versie van UNIT4 Multivers opstart. U kunt de oude bestanden dan automatisch laten 'upgraden' naar het bestandsformaat van de nieuwe versie (zie ook hoofdstuk 3). Let op! Door alle controles en de grote hoeveelheid gegevens die tijdens de installatie uitgevoerd en gekopieerd moeten worden, kan de installatie met de nieuwe installatieprocedure wat langer duren dan u gewend was bij eerdere versies. Let op! Tijdens de installatie worden de standaardformulieren waar UNIT4 Multivers gebruik van maakt, overschreven. Als u standaardformulieren hebt aangepast zonder daarbij de bestandsnaam te hebben gewijzigd, gaan uw wijzigingen verloren. Wij raden u aan om van deze formulieren eerst een backup te maken. Zie ook paragraaf 3.3.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 3 van 36
1.4
Een 'schone' installatie van UNIT4 Multivers versie 8.1 en uw bestaande administraties beschikbaar maken
Let op! deze procedure is uitsluitend mogelijk als u werkte met UNIT4 Multivers versie 7.2, of hoger. Zie paragraaf 1.5 als u een administratie van een eerdere versie dan 7.2 wilt inlezen in UNIT4 Multivers 8.1. Bij een Server-installatie installeert u vanaf deze versie ook een altijd een Client op de Server (Server en Client-installatie). Veelal installeert u, als u al eerder met UNIT4 Multivers werkte, de nieuwe versie 'over de oude heen'. De installatiepaden zijn dan hetzelfde en tijdens de installatie vindt UNIT4 Multivers uw bestaande administraties automatisch, zodat u ze direct vanuit UNIT4 Multivers kunt openen. Er kunnen echter situaties zijn waarin u geen upgrade-installatie wilt uitvoeren maar het pakket geheel opnieuw wilt installeren zonder dat er op het systeem nog een oude versie beschikbaar is. Met name zal dit het geval zijn als u UNIT4 Multivers op een systeem met Windows Vista of Windows 7 wilt installeren. UNIT4 Multivers zal dan niet automatisch de bestaande administraties vinden en koppelen. U hebt in dat geval een back-up nodig van uw administratiegegevens (database) en uw gegevensbestanden (formulieren en documenten). Hiervoor kunt u de volgende procedure uitvoeren: 1. Stel eerst onder uw oude besturingssysteem in de vorige versie van UNIT4 Multivers de gebruikersadministratie van al uw administraties veilig volgens de procedure 'Veiligstellen van uw administratiegegevens' (zie hiervoor het elektronische helpbestand in UNIT4 Multivers of Deel VII van de handleiding). U hebt dan in afzonderlijke mappen per administratie een '*.bkp-bestand' en een 'logbestand'.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 4 van 36
2. Controleer eerst of u de veiliggestelde administratie daadwerkelijk kunt terugplaatsen in uw oude versie. Ga als dit zo is, verder met stap 3. U kunt nu veiligheidshalve ook nog een backup (kopie) maken van het database-bestand zelf in 'C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers\Data' (Windows XP) of in C:\Program Data\UNIT4\UNIT4 Multivers\Data' (Vista en Windows 7). In deze map staat per administratie een submap met een *.DBS-bestand. Bijvoorbeeld 'MVL00001.DBS'. Let op! Dit kunt u uitsluitend veilig doen als geen enkele gebruiker in UNIT4 Multivers aan het werk is en u het programma op de officiële manier (' | Afsluiten') hebt gesloten en ook de 'SQLBase Server' afgesloten is. Anders is het risico groot dat het databasebestand later niet meer geopend kan worden. Deze kopie kunt u voor noodgevallen achter de hand houden. 3. Als u van al uw administraties een werkende backup hebt gemaakt moet u van uw aangepaste 'rapportbestanden' (formulieren) ook nog een backup (kopie) maken. Deze rapporten vindt u in 'C:\Program Files\Unit4\UNIT4 Multivers\Etc\N'. Maak alleen een kopie van uw eigen, aangepaste formulieren. Bij UNIT4 Multivers versie 8.1 zijn een aantal rapporten en formulieren aangepast. Als u een rechtstreekse kopie maakt van alle rapportbestanden en formulieren (*.qrp) en u overschrijft deze bestanden na de installatie van versie 8.1 bent u deze aanpassingen kwijt en moet u UNIT4 Multivers opnieuw installeren (zie ook paragraaf 3.3). 4. Maak ook een backup (kopie) van uw (gekoppelde) documenten (offertes, facturen, brieven e-mails etc.) die u in UNIT4 Multivers gekoppeld hebt via 'Documentbeheer' of 'Document management' (Module 'Document management'). Bij een standaardinstallatie van uw oude versie zijn deze documenten per administratie opgeslagen in 'C:\Program Files\Unit4\UNIT4 Multivers\Data', of u hebt deze documenten in een andere map opgeslagen. 5. Als u ook uw persoonlijke instellingen en uw persoonlijke besturingsgegevens van UNIT4 Multivers wilt gebruiken, moet u zoals hierboven beschreven ook nog de besturingsgegevens veiligstellen (MVLMAIN). Kies in het scherm voor het veiligstellen van de administraties voor 'Besturingsgegevens':
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 5 van 36
6. Zet de veiliggestelde administraties en uw formulieren en documenten op een cd-rom/dvd of een aparte gegevensschijf. 7. Installeer nu UNIT4 Multivers 8.1 op het systeem waarop de oude versie niet (meer) beschikbaar is. Terugplaatsen van uw bestaande administraties Let er bij de volgende stappen op de volgorde van de procedure: o Maak eerst de lege administraties aan met de oorspronkelijke administratienummers (stap 8). o Plaats de veiliggestelde administraties terug (stap 9). o Plaats pas daarna de besturingsgegevens terug. Toelichting In de 'oude' MVLMain zijn uw oude administraties opgenomen. Maar een nieuwe installatie kent deze administraties nog niet. Als u eerst uw 'oude' MVLMain terug zou plaatsen, verwacht UNIT4 Multivers dat deze administraties aanwezig zijn en ze worden bij het inloggen getoond. Maar ze kunnen uiteraard niet geopend worden. Het gevolg is ook dat u voort deze administratienummers ook geen lege databases meer kunt aanmaken. Dus u kunt dan ook uw administratiegegevens niet meer terugplaatsen. o Herstart UNIT4 Multivers. o U moet nu nog de bestandspaden voor de documenten en de databasescripts in de administraties aanpassen (stap 11) en uw aangepaste formulieren terugplaatsen. 8. Na de installatie van versie 8.1 maakt u daar lege administraties aan voor alle administraties die u wilt gebruiken in de nieuwe versie. Geef bij het aanmaken van de lege administraties hetzelfde administratienummer (Databasenummer) als die van uw oorspronkelijke administraties:
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 6 van 36
U hoeft bij de nieuw aangemaakte administraties geen gegevens in te voeren 9. Sluit de nieuw aangemaakte administratie en plaats de veiliggestelde administratie met hetzelfde databasenummer terug ('Beheer | Terugplaatsen') 10. Plaats, als u ook de besturingsgegevens hebt veiliggesteld op dezelfde wijze MVLMAIN terug
Als u uw besturingsgegevens hebt teruggeplaatst moet UNIT4 Multivers opgestart worden door dezelfde gebruiker van Windows. U moet bij een update de systeemupgrade uitvoeren. Dit is om alle bestandspaden en instellingen (tabellen) van de installatie in het
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 7 van 36
besturingssysteem (MVLMain) op de juiste manier vast te leggen. U kunt nu de administratie(s) met uw administratiegegevens na een administratie-update (zie paragraaf 3.1) in versie 8.1 gebruiken. 11. Nu moet u in de administratie(s) de bestandspaden nog aanpassen. Zij staan in de teruggeplaatste MVLMain nog ingesteld onder de 'oude' situatie (Windows XP): o De scriptpaden voor het aanmaken van de databases ('Extra | Opties, tabblad 'Directories'); o De paden voor uw documenten ('Extra | Opties, tabblad 'Directories' en 'Documentbeheer' in 'Extra | Onderhoud Documenttypes'); o De Rapportdirectory ('Onderhoud | Algemene gegevens | Bedrijfsgegevens', tabblad 'Diversen'). 12. Zet de backup van uw eigen, aangepaste formulieren terug in 'C:\ProgramData\UNIT4\UNIT4 Multivers\Etc\N' (bij een standaardinstallatie in Windows Vista/Windows 7) en uw documenten in 'C:\ ProgramData\UNIT4\UNIT4 Multivers\Data' in de betreffende administratiemappen 'Docxxxxxx'. Voor de andere Windows-versies zijn dit bij een standaardinstallatie: 'C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers\Etc\N' of 'C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers\Data' in de betreffende administratiemappen 'Docxxxxx' Nu kan de administratie met uw administratiegegevens na een administratie-update (zie paragraaf 3.1) in versie 8.1 gebruikt worden.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 8 van 36
1.5
Een upgrade vanaf eerdere versies dan versie 7.2
Let op! Als u een 'schone' installatie uitvoert van UNIT4 Multivers 8.1 en u gebruikte versie 7.2 of hoger, hoeft u de onderstaande procedure niet uit te voeren. De administratie moet gebruikt zijn in UNIT4 Multivers 7.0 of hoger. Bij een upgrade van een oudere versie naar versie 8.1 is de overgang zelf geen probleem omdat UNIT4 Multivers uw oude administraties zal herkennen en automatisch converteren. U installeert UNIT4 Multivers dan gewoon in de directory waarin u uw oude versie geïnstalleerd had staan. Omdat u geen oude veiliggestelde administraties meer kunt terugplaatsen, raden wij u aan om direct na de installatie van UNIT4 Multivers 8.1 eerst al uw administraties op de gebruikelijke wijze in versie 8.1 veilig te stellen. Deze veiliggestelde administraties kunt u wel op de gebruikelijke wijze terugplaatsen. Pas als u veiliggestelde administraties in versie 8.1 hebt gemaakt kunt u vervolgens overgaan naar Windows Vista/Windows 7. Controle op de aanwezigheid van logbestanden Tijdens de installatie van versie 8.1 wordt gecontroleerd of er eventueel nog logbestanden van de administratie(s) op uw systeem aanwezig zijn. Is dit onverhoopt het geval, wordt de betreffende administratie automatisch (op de achtergrond) geopend en gesloten en worden eventueel resterende logbestanden automatisch verwijderd. Let op! Deze controle vindt uitsluitend plaats bij een upgrade vanaf versie 7.0 of 7.1 naar versie 8.1. Dus niet bij een herinstallatie van hetzelfde versienummer of een nieuwe ('schone') installatie. Mocht tijdens de controle en het verwijderen van de logbestanden iets misgaan waardoor logbestanden niet kunnen worden verwijderd krijgt u een foutmelding waarin de betreffende database wordt getoond.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 9 van 36
Klik in dit scherm op . Nu verschijnt de melding met de database waar de fout is opgetreden. De Setup wordt afgesloten. U kunt dan in 'C:\ Program Files\Unit4\Unit 4 Multivers\Log' controleren of er van die administratie(s) nog logbestanden bestaan en deze samen met de database (*.dbs) naar een andere map verplaatsen en de installatie opnieuw uitvoeren. Tip! Gooi de logbestanden niet weg. Wellicht is de database van de administratie corrupt en moet u deze samen met het logbestand naar UNIT4 Multivers support opsturen.
1.6
Installatie onder Windows Vista / Windows 7®
Als u werkt met UNIT4 Multivers onder het besturingssysteem Windows XP, kunt u uw systeem upgraden naar Windows Vista/Windows 7. Het is dan in principe mogelijk om uw oude versies van de programmatuur te blijven gebruiken zonder herinstallatie. Wij ondersteunen deze upgrade echter niet en raden u daarom aan om direct na de upgrade naar Windows Vista/Windows 7, een ‘schone’ installatie van versie 8.1 uit te voeren. Let op! Bij alle installaties op alle Windows versies moet direct na de installatie UNIT4 Multivers opgestart worden door dezelfde gebruiker van Windows. U moet in UNIT4 Multivers inloggen als de gebruiker 'Systeem' en de systeemupgrade uitvoeren. Dit is om alle bestandspaden en instellingen (tabellen) van de installatie in het besturingssysteem (MVLMain) op de juiste manier vast te leggen.
1.6.1
Een 'schone' installatie van Windows Vista/Windows 7®
Meestal zult u Windows Vista/Windows 7 en vervolgens de door u gebruikte programma's op een lege, geformatteerde schijf installeren. U kunt datzelfde doen met UNIT4 Multivers 8.1. Maar dan moet u vervolgens uw bestaande administratie(s) weer in UNIT4 Multivers beschikbaar maken. Gebruik hiervoor dezelfde procedure als is beschreven in paragraaf 1.4.
1.6.2
Wijzigingen ten opzichte van eerdere Windows-versies
Een van de wijzigingen van Windows Vista/Windows 7 ten opzichte van de eerdere versies (XP/2003) is dat 'normale gebruikers' geen data mogen wegschrijven in de map 'C:\Program Files' en de onderliggende submappen. UNIT4 Multivers plaatst bij een standaardinstallatie de databases, documenten en rapporten juist wel bij elkaar in de submappen van 'C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers'. Bij een installatie onder Windows Vista/Windows 7 is dit dus onmogelijk. In het beleid van Microsoft is voor data een nieuwe map aangewezen: 'C:\ ProgramData\....'. Daarom plaatst het installatieprogramma alle gegevensbestanden bij een standaardinstallatie onder Windows Vista/Windows 7 in: 'C:\ ProgramData\UNIT4\UNIT4 Multivers'. In deze hoofdmap staan de submappen voor rapporten en formulieren (..\Etc\N of F), documenten (..\Data\Docxxxx), de database (..\Data\MVLxxxxx) en logbestanden (..\Log\MVLxxxxx). Bij de eerdere versies van Windows, worden de bovengenoemde submappen bij een standaardinstallatie nog altijd in de hoofdmap van 'C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers' geplaatst. Daar worden in de submap '..\Bin' en '..\Bin\N of F ook alle programmabestanden geplaatst. Bij Windows Vista/Windows 7 staan de programmabestanden in 'C:\Program Files\UNIT4\ UNIT4 Multivers\Bin..'.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 10 van 36
Overzicht standaardpaden bij de installatie op een systeem met Windows Vista/Windows 7 : Programmabestanden
C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers\Bin\... (afhankelijk van de gekozen taal van UNIT4 Multivers)
Administratiedatabases Gekoppelde documenten (documentbeheer) Database-logbestanden Rapporten en formuliersjablonen (*.QRP)
C:\ProgramData\UNIT4\UNIT4 Multivers\Data\ MVLxxxxx C:\ProgramData\UNIT4\UNIT4 Multivers\Data\ Docxxxx C:\ProgramData \UNIT4\UNIT4 Multivers\Log C:\ProgramData \UNIT4\UNIT4 Multivers\Etc\N of F (afhankelijk van de gekozen taal van UNIT4 Multivers)
Overzicht standaardpaden bij de installatie op een systeem met andere Windows versies: Programmabestanden
C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers\Bin\N of F (afhankelijk van de gekozen taal van de applicatie)
Administratiedatabases Gekoppelde documenten (documentbeheer) Database-logbestanden Rapporten en formuliersjablonen (*.QRP)
C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers\Data\ MVLxxxxx C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers\Data\ Docxxxx C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers\Log C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers\Etc\N of F (afhankelijk van de gekozen taal van de applicatie)
Het installatieprogramma geeft de mogelijkheid om alle bestanden in een zelf gekozen map te plaatsen. U bent dus niet gebonden aan de standaardlocaties. Als u de gegevensbestanden een eigen locatie geeft, blijven de oorspronkelijke bestanden tijdens het verplaatsen op de standaardplaats staan en wordt een kopie in de toegewezen mappen geplaatst. Deze standaardpaden wijken af bij een netwerk-installatie (zie de gedeelde mappen in paragraaf 1.7.1).
1.7
Netwerk-installatie
In deze paragraaf staat een overzicht van aanbevelingen en voorwaarden voor de installatie van UNIT4 Multivers 8.1 op netwerken. Let op! Bij alle installaties op alle Windows versies moet direct na de installatie UNIT4 Multivers opgestart worden door dezelfde gebruiker van Windows. U moet in UNIT4 Multivers inloggen als de gebruiker 'Systeem' en de systeemupgrade uitvoeren. Dit is om alle bestandspaden en instellingen (tabellen) van de installatie in het besturingssysteem (MVLMain) op de juiste manier vast te leggen.
1.7.1
Server en Client-installatie onder Windows XP/2003 Vista/Windows 7®
Als u UNIT4 Multivers installeert, moet u volledige rechten hebben in de registry, en in de mappen waarin Windows staat en waarin u UNIT4 Multivers wilt installeren. Voor UNIT4 Multivers is het gebruik van het TCP/IP protocol noodzakelijk. Wacht met het opstarten van de Client(s) totdat alle databases op de Server geladen zijn. Dit kunt u controleren via 'Display/Databases' bij de SQLBase Server. Let op! UNIT4 Multivers maakt van de bestandsmappen bij de installatie van een Server en Client automatisch gedeelde mappen (netwerkshares) aan. Als de mappen nog niet bestonden worden
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 11 van 36
ze voor 'Iedereen' opengesteld en heeft iedereen volledige rechten. Als de mappen wel al bestaan en al gedeelde mappen zijn, worden de eigenschappen van die mappen gehandhaafd. Bij een netwerk-installatie worden de volgende onderdelen in gedeelde mappen op de server geplaatst met de volgende sharenames: o de administratiedatabases en scripts: \\<servername>\Unit4Scripts o de rapporten en formuliersjablonen : \\<servername>\Unit4Reports o setup.exe: \\<servername>\Setup Als u een upgrade uitvoert van UNIT4 Multivers 7.4.1 naar versie 8.1 blijven ook de oude sharenames bestaan. Die kunt u handmatig verwijderen.
1.7.2
Automatische update van de Clients vanaf de Server
Als u een netwerk-installatie hebt met een aantal clients, is op de server standaard de functie 'Auto Client Update' geïnstalleerd. Hiermee wordt bij het opstarten van UNIT4 Multivers op de clients altijd eerst gekeken naar het versienummer van Multi.exe (het centrale programma van UNIT4 Multivers) op de Server. Als dit bestand nieuwer is dan dat op de client, kan de client automatisch worden geüpdatet. U hoeft een geïnstalleerde update op de Server dan niet op elke client apart te installeren. Bij de installatie op de Server (Server en Client-installatie) kunt u opgeven dat deze functie niet moet worden geïnstalleerd (zie paragraaf 2.1.2, en stap 8 van de installatieprocedure). Client-installatie bij de 'Auto Client Update' Bij het gebruik van de optie 'Auto Client Update' kunt u bij de Server en Client-installatie op de Server het pad opgeven waar het bestand 'Setup.exe', samen met de andere installatiebestanden geplaatst wordt. Default is dit 'C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers\Setup'. Als dit gebeurd is, moeten alle clients de eerste installatie uitvoeren met behulp van het bestand 'Setup exe'. Bij de installatie op de clients hoeft verder niets ingesteld te worden en de installatie verloopt automatisch. Het netwerkpad van waaraf de installatie is uitgevoerd, wordt door de client onthouden. Elke keer bij het updaten zal de client dit pad gebruiken om de updates te installeren. Let op! Na de eerste nieuwe installatie van UNIT4 Multivers versie 8.1 en als u update vanaf een eerdere versie dan versie 7.4 met Auto Client Update, moet op de clients de setup worden gestart op de netwerkshare van de Client-server. Let op! Het kan zijn dat de Firewall de verbinding met de SQL Base blokkeert. U moet dan in de Firewall de verbinding vrijgeven. Bestandspaden op de clients handmatig aanpassen Bij de installatie van de clients worden de bestandspaden overgenomen van de instellingen op de server. In het bestand 'CCSetup.ini' (C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers\Setup) zijn de bestandspaden opgenomen. Dit zijn de bestandspaden waar bij de client de bestanden worden geplaatst. Zonodig kunt u de bestandspaden in 'CCSetup.ini' wijzigen om de installatiepaden bij de clients anders in te stellen. Let op dat de handmatig aangepaste paden bij een update op de Server overschreven worden.
1.7.3
Serverinstallatie onder Citrix
Het installeren van UNIT4 Multivers onder Citrix is mogelijk. Wel moeten hiervoor handmatig een aantal wijzigingen doorgevoerd worden in het bestand 'sql.ini'. In dit bestand staan de instellingen voor de SQLBase-Server.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 12 van 36
Bij een standaardinstallatie staat het bestand sql.ini op de Server in de directory: 'C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers\bin'. Open het bestand met een tekstverwerker (bijvoorbeeld het 'Kladblok') en breng de volgende wijzigingen aan: Standaardinstelling in sql.ini [dbntsrv.dll] comdll=sqlws32 comdll=sqlapipe [win32client.dll] comdll=sqlapipe [win32client.ws32] Serverpath=MVSERV,hostname/*
Instellingen voor Citrix in sql.ini [dbntsrv.dll] comdll=sqlws32 [win32client.dll] comdll=sqlws32 [win32client.ws32] Serverpath=MVSERV,
/*
Bij een installatie onder Citrix kunnen hinderlijke schermflikkeringen optreden. Deze flikkeringen treden op als u de internetachtergrond van UNIT4 Multivers hebt ingeschakeld. Hierdoor wordt elke drie seconden het scherm ververst. U kunt deze flikkeringen verhelpen door de internetachtergrond uit te schakelen (Menu ‘Extra | Gebruikersparameters’, map 'Overige').
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 13 van 36
2
De installatie
2.1
De installatiemogelijkheden
Tijdens de installatieprocedure kunt u voor een aantal installatietypen kiezen. Binnen de installatietypen kunt u nog voor een standaardinstallatie of een aangepaste installatie kiezen.
2.1.1
Installatietypen
U hebt de volgende opties:
Let op! Installeer bij een upgrade-installatie op een systeem waar al een eerdere versie van UNIT4 Multivers geïnstalleerd is nooit een ander installatietype. Wilt u dit doen, moet u UNIT4 Multivers op dat systeem eerst geheel deïnstalleren (ook de registry-sleutels 'Unit4' verwijderen en MVLMain verwijderen) en vervolgens de installatie opnieuw met het gewenste installatietype uitvoeren. •
Desktop Hier installeert u UNIT4 Multivers op één computer. Zowel de applicatie als de database worden op dit systeem geïnstalleerd. Deze optie kiest u bij één gebruiker die op die computer met UNIT4 Multivers werkt.
•
Client Dit is de installatie van een Client bij een netwerk-installatie op een werkstation. Tijdens de installatie wordt de verbinding met de database op de Server vastgelegd. De installatie
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 14 van 36
van de SQLBase-Server moet vooraf op de Server zijn uitgevoerd en moet beschikbaar zijn. U zult bij een Client-installatie normaal gesproken geen paden of Server opgeven. Deze staan al op de Server ingesteld en de installatie neemt de paden automatisch over. Let op! Een Client-installatie gebruikt u alleen als de 'Auto Client Update' niet is geïnstalleerd. Zie paragraaf 1.7.2 voor het werken met de 'Auto Client Update'. •
Server en Client-installatie Hier installeert u de SQLBase-Server op een netwerkServer en de database wordt op de Server geplaatst. Tegelijk wordt op deze netwerkServer een Client geïnstalleerd zodat u UNIT4 Multivers ook op deze Server kunt gebruiken. Het gaat hier om Windowssystemen. Let op! Na de installatie van het type 'Server en Client' moet u op de Server eerst de Client opstarten en moet de systeemupgrade worden uitgevoerd voordat u de andere Clients installeert.
UNIT4 Multivers maakt van de bestandsmappen bij de installatie van een Server en Client automatisch gedeelde mappen (netwerkshares) aan. Als de mappen nog niet bestonden worden ze voor 'Iedereen' opengesteld en heeft iedereen volledige rechten. Als de mappen wel al bestaan en al gedeelde mappen zijn, worden de eigenschappen van die mappen gehandhaafd. U kunt de rechten na de installatie aanpassen. Het kan zijn dat de Firewall de verbinding met de SQL Base blokkeert. U moet dan in de Firewall de verbinding vrijgeven.
2.1.2
Aangepaste installatie bij het gekozen installatietype
Als u voor een bepaald installatietype hebt gekozen kunt u tijdens de installatie nog kiezen voor een 'Standaardinstallatie' of een 'Aangepaste installatie'.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 15 van 36
Een uitleg bij de werking van dit selectiescherm vind u onder de knop
:
Bij de aangepaste installatie krijgt u de mogelijkheid om de mappen (bestandspaden) op te geven waarin de verschillende onderdelen geplaatst moeten gaan worden. Bij de standaardinstallatie hebt u deze keuzes niet en worden de standaardpaden gebruikt (zie paragraaf 1.6.3 voor het overzicht). Afhankelijk van het type installatie zijn bij de aangepaste installatie een aantal opties
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 16 van 36
niet beschikbaar. Bij een Client-installatie is dit niet van toepassing. Hier staan de bestandspaden en de SQLBase Server al op de Server ingesteld. Hieronder staan de opties die beschikbaar zijn bij een Server en Client-installatie:
De Workflow Engine Let op! Als u gebruik gaat maken van de module ‘Workflow management’, moet u een altijd een aangepaste installatie uitvoeren waarbij u de Unit 4 Workflow Engine op uw systeem installeert. Dit geldt ook als u in eerdere versies met ‘Workflow management’ werkte. Werkte u niet met de module, zal de Workflow Engine ook geïnstalleerd zijn. Schakel deze optie in dat geval tijdens de installatie uit. Hierdoor wordt uw systeem minder belast. Bestandspaden Voor elke optie zoals voor Rapporten en Documenten waarbij een locatie (bestandspad) gekozen kan worden, selecteert u de optie. Het voorgestelde bestandspad verschijnt en met opent een scherm waarin u naar een bestaande map kunt bladeren Zo loopt u alle opties af die bij het installatietype beschikbaar zijn. Zie stap 8 van de installatieprocedure (paragraaf 2.2) voor een overzicht van de opties.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 17 van 36
2.2
De installatie onder alle Windows-versies
De stappen bij het installatieproces zijn hetzelfde voor Windows 2000, XP 2003 Server en Windows Vista/Windows 7. De schermafbeeldingen zijn afkomstig van een installatie onder Windows 7. Deze procedure beschrijft de stappen die u moet volgen bij alle installatietypes van UNIT4 Multivers, zowel voor een Server als een Client of op een lokaal station. 1
Plaats de CD-ROM in de lade van uw Cd-romspeler. Het installatieprogramma wordt automatisch gestart. Als de optie ‘CD’s automatisch starten’ niet aanstaat, moet u het setup-programma ‘U4auto.exe’ handmatig starten. Het set-up programma opent de installatie-wizard die u door het installatieproces zal leiden. Eerst wordt uw hardware gecontroleerd en wordt gekeken of u voldoende rechten hebt. • Wanneer u geen rechten hebt om de registry te bewerken verschijnt hiervan een melding. • Wanneer u een processor hebt van een ‘lager’ type dan een 80486, wordt de installatie afgebroken. • Als u te weinig intern geheugen hebt om het programma te kunnen installeren en gebruiken verschijnt hiervan een melding: Bij een ‘Client-installatie' wordt de installatie afgebroken als u minder dan 16 Mb intern geheugen heeft. Bij minder dan 32 Mb krijgt u alleen een melding. Bij een ‘Server en Client-installatie’ stopt de installatie bij een intern geheugen van minder dan 32 Mb. Bij minder dan 64 Mb krijgt u alleen een melding. • Verder kunt u een melding krijgen dat u geen of een te ‘oude’ versie van Internet Explorer hebt geïnstalleerd (minimaal is Internet Explorer 5.0 vereist). U kunt desgewenst later een hogere versie van Internet Explorer installeren, of deze melding negeren. om de installatie te vervolgen. Klik in de melding op Daarna verschijnt het volgende venster:
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 18 van 36
2
Klik op om een Nederlandse installatie te starten of [Install (F)] om een Franse installatie te starten.
Nu wordt gecontroleerd of er een bestaande versie van UNIT4 Multivers op uw systeem staat. Als dat zo is, wordt deze herkend en wordt tegelijk het installatietype van de oude versie gedetecteerd (zie stap 5). Klik op 3
.
Het volgende scherm verschijnt bij een ‘schone’ installatie:
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 19 van 36
Vul in het venster uw naam en bedrijf in (niet verplicht) en de CD-key. Deze staat vermeld op uw ‘Pincode’-brief die u bij de aanschaf van het pakket van UNIT4 hebt gekregen. De CD-code is ‘hoofdlettergevoelig’. Let daarop bij het intypen van de code. Als de code verkeerd is ingetypt krijgt u hiervan een melding en wordt u gevraagd de juiste code in te voeren. Bij een onjuiste code is verdere installatie niet mogelijk. De installatieprocedure herkent aan de ingevoerde CD-key de pakketsamenstelling en de pakketversie (Standaard, Lite of Basic). 4
Klik op voorwaarden.
om door te gaan. Er verschijnt een scherm met Algemene
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 20 van 36
Lees de leveringsvoorwaarden en bepaal of u hiermee akkoord gaat. Zo ja, klik dan op . 5
Het volgende scherm verschijnt:
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 21 van 36
U kunt in het bovenstaande scherm het gewenste installatietype kiezen. Als u een update uitvoert, herkent de installatie de oude versie en het daarbij gebruikte installatietype en stelt deze in dit scherm voor. Zie paragraaf 2.1 voor informatie over de installatietypes. Let op! Installeer bij een upgrade-installatie op een systeem waar al een eerdere versie van UNIT4 Multivers geïnstalleerd is nooit een ander installatietype. Als u dat doet, krijgt u de volgende waarschuwing:
Kies het gewenste installatietype en klik op 6
In het volgende scherm kunt u eventueel een andere map kiezen voor de installatie van de programmabestanden van UNIT4 Multivers. U kunt daar met andere map voor de programmabestanden kiezen.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
een
Pagina 22 van 36
Bij de installatie maakt UNIT4 Multivers zelf de gewenste submappen aan.
Bij de installatie van een Client wordt in het volgende scherm gevraagd naar het (IP)adres van de Server.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 23 van 36
7
Kies in het scherm daarna voor een standaardinstallatie of een aangepaste installatie.
Bij een aangepaste installatie legt u de bestandspaden vast waar UNIT4 Multivers de verschillende elementen opslaat. Zie paragraaf 1.6.3 voor de standaardpaden. Klik hiervoor op 8
.
Als u gekozen hebt voor een aangepaste installatie kunt u in het volgende scherm de aanpassingen opgeven. Bij een Server en Client-installatie zijn dit de volgende mogelijkheden:
Bij 'Client Applicatie' is de optie 'Nederlands' standaard geselecteerd als u bij de installatietaal voor 'Nederlands' hebt gekozen. U kunt echter tegelijk ook de Franse versie van UNIT4 Multivers installeren. Het pad voor 'Labelprinting' is alleen van toepassing als u de module 'Labelprinting' gebruikt, of in de toekomst nog wilt gaan gebruiken. Let op! Het gaat hier om het bestandspad voor 'Labelprinting' op de server. (zie ook stap 9)
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 24 van 36
Bij de 'Servertypes' is voor een Server en Client-installatie de SQLBase Server geselecteerd. Bij een Client-installatie is geen enkele Server geselecteerd en bij een Desktop-installatie is de SQLBase Desktop geselecteerd. U zult slechts in hele bijzondere gevallen van deze keuze willen afwijken. U kunt een andere map kiezen voor de databasebestanden, de logbestanden en de modelscripts. U kunt de map waar de rapporten tijdens de installatie moeten worden neergezet selecteren. Hetzelfde geldt voor de map waarin u de in UNIT4 Multivers gekoppelde documenten opslaat. Dit is de hoofdmap waarin u tijdens het werken met UNIT4 Multivers verdere submappen kunt aanmaken.
Bij 'Opties' kunt u aangeven dat u geen gebruik wilt maken van de 'Auto Client Update' voor Clients. De ‘Auto Client Update’ is relevant bij een Server en Client-installatie en als u werkt met meerdere clients (zie paragraaf 1.7.2). En u kunt ervoor kiezen om de Unit 4 Business Connector niet mee te installeren (niet aanbevolen). De Unit 4 Workflow Engine moet geïnstalleerd worden als u de module 'Workflow management' gebruikt. 9
Klik op
.
Als u gekozen hebt voor een Server en Client-installatie en de optie 'Auto Client Update' installeren staat aan, komt u in het volgende scherm.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 25 van 36
Hier kunt u de map wijzigen waarin de client bij gebruik van de 'Auto Client Update' op de clients zal worden geïnstalleerd. U kunt met bladeren naar een bestaande map op een van de clients. Maar u kunt ook een bestandspad opgeven.
De opgegeven map hoeft op de clients niet te bestaan. Hij wordt tijdens de eerste installatie van de clients dan automatisch aangemaakt.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 26 van 36
Let op! Het gaat hier om het bestandspad voor de clients. Niet het pad van de client op de server. Dit hebt u al opgegeven/bevestigd in stap 6. Met UNIT4 Multivers wordt ook het programma 'Labelprinting' geïnstalleerd (als u hiervoor de licentie hebt of wellicht in de toekomst wilt gaan gebruiken). Ook voor dit programma kunt u de map selecteren waarin het programma op de clients geïnstalleerd moet worden. Als u in de aangepaste installatie besloten hebt om dit programma niet te installeren, kunt u hier geen map selecteren voor de labels. 10
Klik op
.
wordt de installatie gestart. Met U kunt tijdens de installatie van een upgrade een melding krijgen dat onderdelen van uw huidige versie nog in gebruik zijn. Dit kan bijvoorbeeld UNIT4 Multivers zelf zijn, SQLBase of onderdelen als de e-mailscanner, de 'waakhond', de labelprinter enzovoort.:
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 27 van 36
U moet deze onderdelen dan eerst afsluiten. U kunt bij een upgrade vanaf UNIT4 Multivers 7.1 of eerder een foutmelding krijgen dat er een fout is opgetreden bij het opruimen van logbestanden (zie paragraaf 1.5). .
11
Klik in het laatste scherm op
12
Let op! Bij alle installaties op alle Windows versies moet direct na de installatie UNIT4 Multivers opgestart worden door dezelfde gebruiker van Windows. U moet in UNIT4 Multivers inloggen als de gebruiker 'Systeem' en bij een update, de systeemupgrade uitvoeren. Dit is om alle bestandspaden en instellingen (tabellen) van de installatie in het besturingssysteem (MVLMain) op de juiste manier vast te leggen. UNIT4 Multivers maakt van de bestandsmappen bij de installatie van een Server en Client automatisch gedeelde mappen (netwerkshares) aan. Als de mappen nog niet bestonden worden ze voor 'Iedereen' opengesteld en heeft iedereen volledige rechten. Als de mappen wel al bestaan en al gedeelde mappen zijn, worden de eigenschappen van die mappen gehandhaafd. U kunt de rechten na de installatie aanpassen.
13
Alleen bij een Server-Client installatie met Auto Client Update: o Het kan zijn dat de Firewall de verbinding met SQL Base blokkeert. U moet dan in de Firewall SQL Base toestaan. o
Installeer nu op de clients UNIT4 Multivers via de netwerkshare “setup” met behulp van 'Setup.exe'. Als u versie 8.1 over versie 7.4 of 7.5 geïnstalleerd hebt en al een Auto Client Update geïnstalleerd had, hoeft u op de client pc’s alleen maar UNIT4 Multivers op te starten. Dan wordt versie 8.1 automatisch op de clients geïnstalleerd.
Na de installatie is automatisch een snelkoppeling naar UNIT4 Multivers op uw bureaublad geplaatst en kunt u het programma starten.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 28 van 36
Als u UNIT4 Multivers voor het eerst opstart, geeft het pakket de melding dat u uw licentiegegevens nog moet invullen. Bevestig deze melding en voer de serialisatie uit. Zorg dat u de licentiegegevens die u van UNIT4 hebt gekregen letterlijk overneemt. Denk daarbij aan spaties en hoofdletters. Nadat u de gegevens van de serialisatie ingevoerd hebt, kunt u direct een nieuw bedrijf gaan aanmaken. U kunt dan bijvoorbeeld eerst een demonstratieadministratie gaan aanmaken. De demonstratieadministratie is al gevuld met fictieve gegevens, waarmee u kunt gaan oefenen met UNIT4 Multivers. U maakt een demonstratieadministratie aan door bij het aanmaken van een nieuw bedrijf te kiezen voor ‘Demonstratiebedrijf’.
2.3
De installatie van de UNIT4 PDF-printer
U kunt in UNIT4 Multivers rapporten en formulieren eenvoudig als bestand opslaan in het PDFformaat (Portable Document Format). Het voordeel van het gebruik van PDF is dat de inhoud niet (of niet eenvoudig) te wijzigen is en dat de pagina op elke computer op dezelfde manier getoond wordt. Het is een internationaal veel gebruikt en geaccepteerd bestandsformaat. Postscriptprinter Voor het maken van een PDF-bestand is ook een PDF-printer nodig. Dit is geen fysieke printer zoals de printer waarop u uw documenten afdrukt, maar een set (PostScript) printerdrivers die ervoor zorgen dat het bestand kan worden aangemaakt. Hiervoor wordt de commando-taal 'PostScript' gebruikt. De printerdriver 'vertaalt' het bestand dat u geopend hebt in wiskundige formules (PostScript). Bij fysiek afdrukken op een PostScript-printer wordt het PostScript-bestand gelezen door de printer en afgedrukt. Maar bij het afdrukken naar PDF wordt een PDF-bestand gemaakt dat via een PDF-leesprogramma (bijvoorbeeld de gratis Acrobat Reader®) de pagina weer op uw beeldscherm toont. Tijdens de installatie van UNIT4 Multivers wordt daarom op uw systeem een PDF-printer geïnstalleerd (UNIT4 PDF-printer).
U kunt deze installatie tijdens een aangepaste installatie van UNIT4 Multivers ook uitschakelen.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 29 van 36
Dan wordt de printer niet meegeïnstalleerd en is de optie van het afdrukken naar PDF niet beschikbaar. Let op! Wijzig nooit de naam van deze printer in Windows. UNIT4 Multivers maakt gebruik van deze printernaam bij het afdrukken naar PDF. Als de printer(naam) niet gevonden wordt op het systeem, werkt het afdrukken naar PDF niet langer. De benodigde software wordt geleverd door de firma 'Softland'. U zult de programmatuur ook terugvinden in de map 'C:\Program Files\Softland'. U kunt het programma ook op de gebruikelijke wijze in Windows verwijderen ('Configuratiescherm | Programma's en onderdelen'). Dan heet het gezochte programma 'NovaPDF Professional Desktop 6.0 printer'. Let op! Als u deze printer verwijdert kunt u geen gebruik meer maken van de PDF-functionaliteit in UNIT4 Multivers.
2.3.1
Licentievoorwaarden
De software wordt geleverd met een exclusief gebruiksrecht voor UNIT4 Multivers. Printen naar PDF is ook mogelijk vanuit andere programma's als 'Kladblok' of 'Office-programma's'. U selecteert daar dan bij het afdrukken de PDF-printer. Maar zolang u geen volledige licentie hebt zal onder elke pagina van het PDF-bestand de volgende zin staan: "You created this PDF from an application that is not licensed to print to novaPDF printer (http://www.novapdf.com)". Uiteraard kunt u op de website van Novapdf een volledige licentie aanschaffen. Dat heeft geen gevolgen voor het werken met PDF in UNIT4 Multivers.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 30 van 36
3
Upgrades na een installatie vanaf een vorige versie
3.1
Administratie-upgrade
Na de update-installatie vanaf een vorige versie moeten de administraties aangepast aan de nieuwe functionaliteit en verschijnt een wizard die, afhankelijk van uw vorige versie, de upgrade voor u uitvoert. 1
Open op de gebruikelijke wijze de gewenste administratie in UNIT4 Multivers. Het volgende scherm verschijnt:
2 3
Klik op Afhankelijk van de gegevens van de administratie en de versie van UNIT4 Multivers waarin de administratie is aangemaakt, verschijnen een of meer vervolgvensters.
4
Klik op UNIT4 Multivers gaat nu de administraties upgraden. Vervolgens opent uw administratie automatisch.
3.1.1
Verplaats documenten
Let op!
Het verplaatsen van gekoppelde documenten is alleen van belang als u o Eerder met UNIT4 Multivers werkte; o In 'Documentbeheer' of 'Document Management' daadwerkelijk documenten aan relaties gekoppeld had.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 31 van 36
Als u met een eerdere versie van UNIT4 Multivers werkte hebt u wellicht het nieuwe bestandspad voor de documenten direct tijdens de upgrade-installatie (aangepaste installatie) opgegeven. Bij het starten van UNIT4 Multivers en het openen van een administratie verschijnt deze wizard dan automatisch om de bestanden uit uw 'oude' mappen naar de nieuwe mappen te verplaatsen. Dit gebeurt dus per administratie. In de wizard worden het oude bestandspad en het nieuwe bestandspad dan al opgegeven. Zorg dat u er bij het opgeven van het nieuwe bestandspad (als u het voorgestelde pad wilt wijzigen), rekening mee houdt dat de gekoppelde documenten per administratie gescheiden blijven. Maar u kunt dit ook achteraf doen met 'Extra | Conversie | Verplaats documenten'. U geeft dan als het programma automatisch start op dat u de documenten niet wilt wijzigen door de optie 'Ja ik wil documenten verplaatsen' te deselecteren. Klik op
om het verplaatsen te starten.
3.2
Updates van administraties vanaf eerdere versies dan 7.3
3.2.1
Administratie-upgrade voor (contact)personen
In versie 7.3 is het werken met 'Personen' (vertegenwoordigers, contactpersonen, werknemers) grondig gewijzigd (zie hiervoor de Release notes 7.3). Hiervoor moet een conversie van uw personen in uw administratie(s) worden uitgevoerd als u vanaf versie 7.2 of eerder upgradet. Tijdens de upgrade kan het zijn dat vertegenwoordigers tweemaal in de administratie voorkomen (eenmaal als vertegenwoordiger en eenmaal als werknemer). Als het hier om dezelfde persoon gaat, kunt u dit aangeven door het veld 'Samenvoegen' te selecteren. U kunt de vertegenwoordiger/werknemer in dit scherm ook een andere code geven. Dan blijven twee 'personen' bestaan: U moet, als u de code hebt gewijzigd dan in 'Onderhoud | Personen' de persoonsgegevens die bij de nieuwe code horen nog aanvullen. klikken en wordt
Als alle 'dubbele' personen op deze wijze zijn bevestigd, kunt u op de upgrade voortgezet.
Let op! Deze database-upgrade kan nadat de 'dubbele personen' zijn gevonden en verwerkt, afhankelijk van de hoeveelheid contactpersonen en grootboekmutaties in uw administratie nog geruime tijd in beslag nemen, waarbij het lijkt of er niets gebeurt. U kunt als u veel contactpersonen hebt, de upgrade het beste op een rustig moment doen.
3.3
Het beheren van formulieren en rapporten in een netwerkinstallatie
UNIT4 Multivers kent overzichten (rapporten) en formulieren. Rapporten worden gebruikt bij het afdrukken van bijvoorbeeld balansen, debiteurenoverzichten of mutatieoverzichten. Rapporten zijn van groot belang voor de financiële rapportage. Daarnaast kent UNIT4 Multivers formulieren die gebruikt worden voor het afdrukken van bijvoorbeeld facturen, magazijnbonnen of aanmaningen.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 32 van 36
Met name voor formulieren zal het vaak voorkomen dat u ze wilt aanpassen. U wilt bijvoorbeeld uw bedrijfslogo op uw facturen of aanmaningen afdrukken. Of u wilt behalve de gegevens die UNIT4 Multivers standaard voor u afdrukt, extra tekstregels of gegevens aan een formulier toevoegen. Bij het afdrukken van bijvoorbeeld een factuur, haalt UNIT4 Multivers de gegevens uit de database. Daarvoor is het formulier(sjabloon) aan de database van de administratie gekoppeld. De overzichten (rapporten) en formulieren worden standaard bij UNIT4 Multivers meegeleverd en in één centrale directory opgeslagen. Nieuwe installatie: Bij de installatie van de client op de server worden de overzichten en formulieren standaard in de volgende directory opgeslagen: C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers\etc\N (Nederlandse versie) of C:\Program Files\UNIT4\UNIT4 Multivers\etc\F (Franse versie). Onder Windows Vista/Windows 7 worden bij een standaardinstallatie de formulieren geplaatst in C:\Application Data\UNIT4\UNIT4 Multivers\Etc\N of F (afhankelijk van de gekozen taal). Dit geldt voor een standaardinstallatie, u kunt tijdens de installatie deze map wijzigen. De sharenaam voor deze map is bij de installatie aangemaakt als "Unit4Reports". Rapportdirectory wijzigen Na de installatie kunt u in 'Extra | Opties, tabblad 'Directories' de rapportdirectory wijzigen. Standaard staat hier het pad dat bij de installatie is opgegeven. Let op! o Als u hier een andere map opgeeft, moet u alleen de hoofdmap opgeven, niet de submap 'N' of 'F'. Maar u moet in de door u aangemaakte en toegewezen map wel de submap 'N' en/of 'F' aanmaken en daarin de rapporten en formulieren plaatsen. Zet de formulieren altijd in een submap 'N' (Nederlandse versie) of 'F' (Franse versie) van de hoofddirectory. Bij een update zal UNIT4 Multivers zoeken naar de opgegeven rapportdirectory en naar de submap die bij de gebruikte taal van het pakket hoort (N of F). Vindt het installatieprogramma deze submap niet, maakt zij deze zelf aan. De oude standaardrapporten worden dan niet overschreven en u zult nieuwe rapporten niet terugvinden in uw netwerkdirectory. o
Als u in 'Extra | Opties' de rapportdirectory wijzigt, moet u dat voor bestaande administraties ook doen in 'Onderhoud | Algemene gegevens | Bedrijfsgegevens', tabblad 'Diversen' (zie ook hieronder). Hier staat nog het pad dat bij de installatie is opgegeven.
o
U zult het gewijzigde pad in 'Extra | Opties' per client moeten wijzigen (het pad in 'Extra | Opties' is niet gebonden aan de administratie, maar aan de client.
o
Als u op een later tijdstip een nieuwe administratie aanmaakt, wordt in die administratie automatisch het pad genomen dat u hebt opgegeven in 'Extra | Opties'.
Rapportdirectory per administratie U kunt per administratie een aparte map opgeven voor de formulieren en rapporten ('Onderhoud | Algemene gegevens | Bedrijfsgegevens', tabblad 'Diversen'). U moet dan alle rapporten en formulieren naar deze map kopiëren. Als u in de bedrijfsgegevens een aparte map opgeeft voor de administratie, hebben wijzigingen in het algemene pad dat u bij de opties opgeeft (zie hierboven) geen effect en blijft het administratie-specifieke pad bewaard. Dit maakt het mogelijk om per administratie met een aparte set (aangepaste) formulieren te werken. Formulieren aanpassen Wanneer u besluit om formulieren te gaan aanpassen, zult u bij een netwerkinstallatie in de meeste gevallen willen dat vanaf alle werkstations dezelfde formulieren worden gebruikt.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 33 van 36
Let op! De standaardformulieren en rapporten worden tijdens een herinstallatie of bij een update altijd overschreven. Wijzigingen in formulieren die onder de oorspronkelijke naam zijn opgeslagen, gaan dan verloren. Sla gewijzigde formulieren daarom altijd onder een andere naam op!!
3.4
Batchgewijze database-upgrade
U kunt na een update van UNIT4 Multivers alle administraties in één keer upgraden op een tijd die u het beste schikt. Dit programma is uitgebreid met een aantal selectiemogelijkheden voor de te upgraden administraties.
U kunt behalve op een reeks administraties, selecteren op: o Versienummer; U zult misschien niet alle (oude) administraties mee willen nemen in de upgrade. Daarom kunt u hier 'vanaf een bepaalde versie' selecteren. o Administratiegroep(en); o Laatste logindatum. Dit is de datum waarop de administratie het laatst geopend was. Let op! Administratiegroepen zijn alleen beschikbaar in Unit 4 Accounting. In UNIT4 Multivers krijgt u alleen 'Default admin. groep' te zien en kunt u geen administratiegroepen aanmaken. Het upgradeprogramma controleert de administraties binnen de selectie op het versieverschil tussen de minimale databaseversie die in het scherm getoond wordt (de huidige versie) en de versie van de administratie. De logging van het upgradeproces wordt weggeschreven in de directory die u in 'Extra | Opties', tabblad 'Directories' hebt opgegeven:
Let op! De database-upgrade naar versie 8.1 van UNIT4 Multivers kan afhankelijk van de grootte van de database geruime tijd duren. Zeker bij een batchgewijze upgrade is het verstandig om de upgrade op een rustig moment uit te voeren.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 34 van 36
Als er databases tussen zitten met zowel medewerkers (module 'Urenregistratie') als vertegenwoordigers, kunnen deze niet meegenomen worden in de batch. Als u de optie 'Alleen de administraties tonen die hier te upgraden zijn' uitschakelt, kunt u in de kolom 'Opmerking' zien welke administraties dit zijn. Een eventueel openstaande administratie wordt door UNIT4 Multivers gesloten en na het afsluiten van de Batchgewijze databaseupgrade automatisch weer geopend.
1. Start 'Beheer | Batchgewijze database upgrade
'
2. Selecteer de administraties die u wilt updaten en klik op . De databases (administraties) uit die reeks die sinds de update nog niet zijn bijgewerkt worden zichtbaar. Om ook de andere administraties te tonen deselecteert u het veld 'Alleen de administraties met een versieverschil tonen' 3. Controleer de selectie en klik op
om de upgrade te starten.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 35 van 36
4
Een herinstallatie van dezelfde versie
Als u onverhoopt UNIT4 Multivers nogmaals wilt installeren start u de installatie met de installatieCD. Nadat het installatieprogramma de huidige configuratie onderzocht heeft wordt het volgende scherm getoond:
Kies hier voor 'Repareren'. Nu kijkt het installatieprogramma naar beschadigde of niet aanwezige bestanden en zal, als u in het volgende scherm op installeren.
klikt, deze bestanden opnieuw
Let op! Zorg bij een Multi-user installatie dat UNIT4 Multivers op alle Clients afgesloten is.
Installatiehandleiding UNIT4 Multivers 8.1
Versie 1.0
Pagina 36 van 36