DEEL 2 READER RELATIEVORMING GEMEENTEVERGADERING 29 JANUARI 2004
INLEIDING DS. E.J. HEMPENIUS (N.A.V. VRAGEN VERENIGINGSAVOND 16+ JEUGD)
MENSEN HEBBEN MENSEN NODIG (Gedicht)
ZIJ GELOOFT, HIJ NIET (Interview met Anna)
Reader relatievorming
Deel II: de gemeentevergadering
pagina 23 van 44
Lezing ds. E.J. Hempenius gemeentevergadering 29 januari 2004 De 16+ vereniging sprak op een verenigingsavond over relatievorming. Het resultaat van de bespreking werd samengevat in een aantal stellingen cq vragen. Ds. Hempenius reageerde hierop in de gemeentevergadering. Stellingen cq vragen • Hoe bereid je je voor op een goed huwelijk? • Eén in geloof – verschillende kerk, wat nu? • Kun je samenwonen niet zien als proeftijd? • Kun je altijd zeggen dat God man en vrouw heeft samengebracht? Hoe bereid je je voor op een goed huwelijk? “Hoe bereid je je nu voor op een goed huwelijk?” Is daar een recept voor? We zijn allemaal verschillend. Dus iedere situatie is weer anders, dus er is geen algemeen recept van doe dat maar en het zal allemaal wel goed komen. Dus ik heb nagedacht over de volgende vraag. Als je nou verkering krijgt en echt weet “we gaan met elkaar verder”, wat is dan belangrijk? Dat geldt ook voor als je al getrouwd bent. Kijk dan eens terug op de afgelopen jaren. En kijk vervolgens vooruit: hoe willen wij verder. Wat voor mij heel belangrijk is, en eigenlijk voor ons allemaal, is het onderwijs van Jezus. Wat zegt hij? "Heb God lief, met hart, heel je zie, heel je verstand en al je krachten". Het liefdegebod. En we kennen het allemaal wel, maar mijn ervaring is dat we er veel te weinig mee doen. Dus we weten het wel, maar ga er nu eens over na denken. Wat betekent het nu precies voor mijn relatie met God, maar ook voor mijn relatie met de naaste. Om één ervaring te noemen, als we het hebben over je naaste liefhebben als jezelf, dan is mijn ervaring dat we denken aan de buren, de mensen ver weg, de verre naasten. Maar dat we zelden dit toepassen op degene die naast je zit. Namelijk je vriend, je vriendin, je man, je vrouw of je kind. Maar dat is wel de naaste die het allerdichtste bij je staat. Ik wil nu laten zien dat het liefdegebod heel mooi is opgebouwd. Het helpt ons echt verder. Dan begin ik bij de kern. Want het gaat van binnen naar buiten, van hart naar de ziel, naar het verstand, naar de kracht. En we gaan beginnen bij het hart. Wat is nou ontzettend belangrijk voor een goed huwelijk? Dat is dat je samen kunt geloven, geloven in God. Dat je samen de Heilige Geest hebt ontvangen. Die Geest geeft ons geloof. En als je de Heilige Geest hebt ontvangen, dan ben je eigenlijk al een eenheid. Dat betekent niet dat dan alles meteen goed is Daar blijf je aan werken. In je hart zitten ook die heel diepe gevoelens van liefde, maar ook van angst. Dat je bang kunt zijn. Wat heel erg door kan werken in een relatie nu en in de toekomst. Daar tegenover staat dat je je gewoon veilig weet bij elkaar. Dat je niet bang hoeft te zijn voor de ander. En hoe leer je dat dan nu? Hoe leer je daar aan te werken? Dan zeg ik altijd tegen jongeren bij mij op catechisatie: "doe het nu maar gewoon, samen leren bidden, samen leren lezen, praat erover, wie God is, wie Jezus is. En leer vergeven." Dat laatste, het leren vergeven wordt wel vergeten. Ook daarvoor geldt, we weten het allemaal wel, ik geloof in vergeving van zonden. Ik heb eens gewoon gevraagd aan 18-jarigen: "heb je wel eens iemand vergeven?" Het was een club van 18 jongeren, en er waren er maar 3 die zich wisten te herinneren dat ze wel eens iemand hadden vergeven. Maar vergeven is zo belangrijk. Juist ook als er dingen mis gaan in je huwelijk. Zand erover, we praten er niet meer over, het is wel goed, maar dat is niet vergeven. Dat komt pas op het moment dat je zegt: “ik vergeef het je”. En er dan ook niet meer op terugkomen. Dat is het eerste. Reader relatievorming
Deel II: de gemeentevergadering
pagina 24 van 44
Het hart is de kern. Dat betekent niet dat je meteen aan het begin van je relatie heel je hart open kunt leggen. Dat komt vaak later wel. Nu is het voldoende om te weten dat het echt de kern is. En dan kom ik bij het tweede. Als Jezus het heeft over de ziel, dan kan het zijn dat je denkt: “dat is hetgene dat naar de hemel gaat”, als je overlijdt. De bijbel gebruikt hier het woord psyche voor. Dat kennen wij van de psychologie en dat heeft te maken met zoals jij bent, zoals ik ben, met je karakter en levensgeschiedenis. Ken je elkaar? Ken je het karakter van elkaar? Eén van de oefeningen die ik doe op huwelijkscatechese is: “Schrijf nu eens van jezelf en de ander op wat je minder sterke en wat je sterke punten zijn. En kijk eens of je elkaar echt kent”. Daar hoort de levensgeschiedenis bij. Je levensgeschiedenis: “waar ben je op school geweest, hoe was het in je familie, heb je dingen meegemaakt”? Het kan heel belangrijk zijn, om dat te weten van elkaar en om daarin ook van elkaar te leren. Om even één voorbeeld te geven, een jongere die heeft meegemaakt dat zijn vader of moeder is overleden, bij een ernstige ziekte, die staat echt anders in het leven dan een jongere die dat niet heeft meegemaakt. En je reageert dan anders. Dan kan het wel eens gebeuren dat als je getrouwd bent, dat het dan botst. Waar de één bang is dat er dingen gebeuren, zegt de ander: “Waar maak je je nou druk om”. “Ja maar, ik heb meegemaakt dat mijn moeder is overleden”. Dat hoort dus bij je levensgeschiedenis en dat vormt in feite je ziel. Wordt daarover doorgepraat? Ook ouders naar kinderen toe? En leer je elkaar ook daarin kennen? Nou, dat is het tweede. Dan kom je bij het derde, gewoon heel praktisch, je verstand. En dan gaat het over dingen: “Hoe denk je over geld, over toekomst, over kinderen; waarom denk je zo; taken die je wilt gaan verdelen?” En dat je ook verstandig omgaat in de relatie met je tijd. En het laatste, dat is dan het vierde, kracht. Dat kun je dan vergelijken met gewoon dingen doen en ondernemen. Want ook daarin leer je vaak de ander kennen. En dat samen dingen doen houd meer in dan samen voor de TV hangen. Ik heb ooit zo’n een stel gehad en ik vroeg: “Wat doen jullie nu samen”? Zij antwoorden: “Oh, TV kijken”. Ik kan je op een briefje geven dat als het niet verder komt, dat ze 10 jaar later uit elkaar gaan. Want ze hebben niks samen gedaan. Ze kennen elkaar niet. Ze kennen elkaar eigenlijk alleen maar van samen naar de TV kijken. Dan kijk je niet eens meer naar elkaar. Je kijkt alleen maar naar het scherm. Dat is iets waar we best aandacht voor mogen hebben, van hoe doen we dat ook in het gezin? Het komt ook onder ons voor dat gezinnen gewoon gaan eten voor de TV. Ze zien elkaar niet meer, maar alleen nog maar dat scherm. En dat is, als je het hebt over een goede voorbereiding, een doodsteek voor een huwelijk. Samen dingen doen, gewoon dingen die je samen leuk vindt, maakt het gelijk ook (dat is ook het leuke van het gedicht) dat je jezelf blijft en elkaar de ruimte geeft. Ruimte voor je eigen dingen. Dingen die gewoon van jezelf zijn. Dat wil het liefdegebod ons leren en tegelijk is het telkens een wisselwerking tussen het verstand en kracht. Je denkt na over dingen. Het vormt je, je ziel, en tegelijk groei je in je geloof. Neem daar de tijd voor. Dat is voor ieder ook weer verschillend. De één heeft daar een jaar voor nodig en het gaat prima, terwijl de ander daar drie jaar voor nodig heeft. Er is dus geen recept, maar denk daar wel over na en doe dat nooit alleen. Mijn ervaring is dat steeds meer jongeren het gewoon alleen doen. Dat ze het gewoon maar met z’n tweetjes uitzoeken en daar dan ook in vastlopen. Verkering en een goede voorbereiding is zo ontzettend kostbaar. Daarom is het heel belangrijk om gewoon met elkaar te praten. En dat begint natuurlijk in het gezin. Niet altijd even goed mogelijk, maar benut als jongere en als ouders wel de momenten. Ook met vrienden die al wel getrouwd zijn, of wellicht vrienden die nog niet getrouwd zijn, of nog verkering hebben. En wat ik zelf heel belangrijk vind is gewoon de kerk. Op de catechisatie en daarin met meegroeien met de jaren. “Ik Geloof” deel 3 (7e gebod) is wat dat
Reader relatievorming
Deel II: de gemeentevergadering
pagina 25 van 44
betreft te vroeg, want dan zij de meeste jongeren er nog niet aan toe. Laat het onderwerp terug komen. Als je 16 bent, 17, 18 en op belijdeniscatechisatie. En als een stel wil gaan trouwen, praat er dan over door. Gewoon 4 keer. Dat is niet alleen voor jezelf heel leuk om te doen, maar ook voor het stel dat wil gaan trouwen heel leerzaam. “Eén in geloof, maar in verschillende kerken. Wat nu?” Ga er voor het gemak even vanuit dat degene waar ik het nu over heb Christelijk Gerefomeerd, Nederlands Gereformeerd of Gereformeerde Bonder is. Dan zeg je ook: “we geloven hetzelfde”. Er zijn natuurlijk wel verschillen, maar het belangrijkste hebben we samen. Mijn ervaring is, en dat maak je overal mee, dat jongeren naar je toekomen en vragen wat de verschillen zijn tussen hun kerken. Dat is de eerste vraag: “kunt u ons dat uitleggen”? Daar zit wat achter. Als je de verschillen maar helder hebt, dan kun je gaan plussen en minnen en dat kun je de beste, de ware kerk, uitzoeken. Maar het werkt niet zo. En daarom is het nodig, dat geldt overigens voor alle gesprekken over kerkelijke verdeeldheid, dat we ons bewust zijn dat Jezus het Hoofd is van heel de kerk. Van deze gemeente, van de gemeente in Barneveld, maar ook van de kerken waarmee we in gesprek zijn. Begin tijdens je verkering bij de gezamenlijke vraag: “hoe geloven wij en volgen wij Jezus Christus”. Denk niet dat je dat wel kunt oplossen wanneer je getrouwd bent. Dat leidt vaak tot verwijdering. Dit wil ik niet generaliseren, maar het is wel mijn ervaring dat dit vaak gebeurt. Bij dat uitgangspunt wil ik beginnen "Jezus is het Hoofd". En dat je je bewust ben dat welke keuze je ook maakt, dat de keuze voor een kerk altijd een keuze is voor Christus. Hoe dan ook. Dat geldt ook voor het kerklid zijn gewoon:`Keuze voor Christus`, je wilt hem volgen. Ik vind het ook belangrijk dat wij ons het volgende bewust zijn. Ik kan in een gesprek best wel verschillen aanwijzen tussen Gereformeerd, Gereformeerd Vrijgemaakt, Nederlands Gereformeerd, Christelijk Gereformeerd, etc., maar mijn ervaring is dat als de keus werkelijk gemaakt moet worden, het daar niet om gaat. Dan blijken gevoelens sterk te zijn. En laat ik dat maar gewoon helder benoemen. Die gevoelens hebben te maken met de kerk, waarin je meer dan 18 jaar bent opgegroeid. Daar zijn je vrienden, familie, je contacten, je voelt je daar thuis, je bent het zo gewend. En dat geldt ook voor die ander. En dat gevoel los je niet op door te benoemen wat er positief is van de één en wat je ten nadele van het andere kunt zeggen. En de ander doet het precies omgekeerd. Dat werkt niet. Wat heel belangrijk is om, dan weer terug te keren naar het begin en dat je die eenheid, ook in je ziel, samen leert kennen. En ook hier geldt: “los het niet alleen op”. En ik denk wel eens: “als we ons zelf serieus nemen (ook met samensprekingen) en er is een verkering, dat je het maar ook gewoon aan de Here overlaat" . En dan zijn we nog steeds een beetje geneigd van: “toch fijn als ze vrijgemaakt blijven”. Maar als je samensprekingen serieus neemt, neem dan ook serieus dat je daarin wat ruimte kunt geven. Eén geloof, verschillende kerken. Dat is het laatst wat ik daarover wil zeggen. Als je één in het geloof bent, zit het in je hart. En onthoudt, je hebt gewoon een levensgeschiedenis in je kerkgemeenschap, daar voel je je gewoon thuis. En probeer dat maar een los te laten. Dat is heel moeilijk. Verstand, daar gaat het gesprek vaak over (wat zijn de voors en tegens), maar als het daar bij blijf, lost dat niks op. En uiteindelijk, zal er toch een keuze zijn, maar doe dan wel die keuze in gebed. In gebed, en luister dan maar gewoon naar mensen die je daarbij kunnen helpen. Je hoort dus niet van mij dat je vrijgemaakt moet worden. Als je de samensprekingen serieus neemt, geef je elkaar ook daarin de ruimte. Kun je samenwonen niet zien als proeftijd? Kun je samenwonen niet zien als proeftijd? Hier stond een opmerking bij: “Als je getrouwd bent, leef je samen in een huis, en dan komt de ware aard van de ander tevoorschijn”. En dan zit daar de gedachte achter dat je getrouwd bent en niet meer uit elkaar kunt. Want: “Gij zult niet echtbreken”. Dat heeft God gezegd. Daar tegenover zou de oplossing kunnen zijn dat je, als de ware aard na het samenwonen
Reader relatievorming
Deel II: de gemeentevergadering
pagina 26 van 44
naar boven komt, je nog uit elkaar kunt. Want je bent nog niet getrouwd. Maar dat werkt niet. En waarom niet? Dan kom ik bij een paar dingen die ik mee wil geven. Die oplossing is gebaseerd op zonde. Want als op zo’n manier aankijkt tegen een relatie (na het huwelijk kwam pas de ware aard naar boven), dan heb je vooraf al geen vertrouwen in de ander. Terwijl dat juist de kern is van “Houden van”, dat je onvoorwaardelijk de ander kunt vertrouwen. Maar als je al in je verkeringstijd (en ook nog in je samenwoningstijd) er al vanuit gaat dat de ware aard pas later naar boven komt, kun je je nooit helemaal geven. Dus de oplossing om te gaan samenwonen, want als je getrouwd bent lukt het niet meer om uit elkaar te gaan, gaat terug op zonde. Daarmee wil ik niet zeggen dat de ander het daarmee verkeerd bedoeld, want je wilt het wel goed doen. Maar er zit altijd het “Ja, maar wat komt er nog meer boven tafel”. En dan is mijn vraag ook altijd: “Heb je de verkering wel goed benut”. De enige keer dat ik het heb meegemaakt was inderdaad de verkering niet goed benut. Vanuit verliefdheid gingen ze samenwonen. Maar verliefdheid is iets héél anders als liefde. Verliefdheid kan een ander mij niet geven. Liefde wel. Maar als verliefdheid de basis is om samen te gaan wonen, dan heb je een hele wankele basis. Daarbij komt dat als je Gods woord echt serieus neemt, dan weet je dat je pas één bent (seksuele gemeenschap hebt) als je getrouwd bent. Probeer dat maar eens te doen als je twee jaar lang samen in één huis woont. Dus samenwonen leidt ook tot zonde. Dat je eigenlijk dingen doet waarvan God zegt dat Hij die dingen heeft voorbehouden aan het huwelijk. Er komt nog iets bij. Je wilt blijkbaar zekerheid zoeken. Zekerheid dat het goed is met het oog op de toekomst. Maar wij veranderen zelf ook. Er kunnen allerlei dingen gebeuren in je leven. Na 5 of 10 jaar kijk je terug en dan merk je dat je veranderd bent. Soms verandert één van de twee ineens. Bijvoorbeeld door ziekte of door andere ingrijpende gebeurtenissen. Hoe sta je dan tegenover elkaar? Samenwonen is eigenlijk het zoeken naar een garantie, zekerheid voor de toekomst. Maar die zekerheid kun je alleen vinden bij God, dat je op Hem vertrouwd. Dus ik kan die stelling niet echt onderschrijven. In Amerika hebben ze er onderzoek naar gedaan en daar hebben je vastgesteld dat huwelijken die zijn gebaseerd op samenwonen, minder gelukkig zijn dan huwelijken die zijn gebaseerd op beloften. Want dat is het verschil, een huwelijk dat gebaseerd is op samenwonen zoekt het in zekerheid, en een huwelijk zonder samenwonen is gebaseerd op belofte. Kun je altijd zeggen dat God mensen samenbrengt in een huwelijk? In de preken is gezegd: “Jezus zegt, wat God samengevoegd heeft scheidde de mens niet”. Kun je nu altijd zeggen dat God mensen samenbrengt in een huwelijk. In de preek heb ik daarop gezegd “Nee, want er zijn ook huwelijken tegen de wil van God”. En daarom is het wel van belang dat je altijd begint bij de vraag wie God is en wat Hij heeft gezegd. Want welke weg wijst Hij? Hij wijst dat je één bent in geloof, hoop en liefde. Het is zelfs zo sterk, dat in Nehemia 13 Nehemia zelfs zover gaat dat hij tegen alle Joodse mannen zegt dat ze hun vrouwen van buitenlandse afkomst weg moeten sturen. Dat zal voor ons ondenkbaar zijn, maar die eenheid in geloof en het samen willen dienen van God, is zo belangrijk dat hij die maatregel wel neemt. En als iemand dan toch bewust kiest voor een relatie met een ongelovige, dan is dat in strijd met het liefdegebod van God. In je hart is dan altijd die verdeeldheid. De verdeeldheid dat je God wilt dienen en dat je de ander wilt liefhebben, terwijl de ander niet meegaat in het dienen van God. Dat wil God niet en dus kun je daarvan ook nooit zeggen dat God je heeft samengebracht en dat het naar Gods wil is. Nee, als je er bewust voor kiest om tegen de wil van God in te gaan, dan zondig je.
Reader relatievorming
Deel II: de gemeentevergadering
pagina 27 van 44
Gedicht: Mensen hebben mensen nodig Aan de railing
Aan de railing
Aan de railing
een stukje wereldgebeuren:
een stukje wereldgebeuren:
een stukje wereldgebeuren:
twee mensen
alleen die twee
geluk
die niet
de rest valt weg
liefde
In elkaar opgaan
Alle aandacht
eenheid
– is te hopen –
voor elkaar
ontmoeting
maar
één plus één
omarming
op elkaar ingaan
is één
warmte
ik ben ik
van hart en ziel
en nog zoveel meer
en jij bent jij
en het schip
vanaf den beginne
en dat
vaart
in de schepping
moet zo blijven
– als was het
gelegd en
willen zij
hun huwelijksbootje –
mensen mogen het waarmaken
nog lang en gelukkig
verder
mensen hebben
leven
naar hun bestemming
mensen nodig
ook als de wind
mens – zijn is
– tegenwind –
medemens – zijn
opsteekt en
de ander mag er
de golven
van mij zijn
hoog gaan
ik mag er
zodat het erop
van de ander zijn.
aan komt elkaar vast te houden.
Van de Ander En God zag. Dat het goed was.
Reader relatievorming
Deel II: de gemeentevergadering
pagina 28 van 44
'Zij gelooft, hij niet.'
(Interview gemeentevergadering 29 januari 2004 relatievorming)
Intro
Vanavond hebben we het over relatievorming tussen man en vrouw. We hebben het dan ook over relatievorming tussen iemand die wel in God gelooft en iemand die niet gelooft. Dergelijke relaties groeien ook uit tot een huwelijk. Een gemengd huwelijk waarin man en vrouw verschillen in hun geloof. Wat betekent dit verschil in geloof nu in de praktijk van alle dag? Hoe gaat het aan tafel, in bed? Hoe gaat het op zondag, hoe voed je de kinderen op? Allemaal vragen die op komen borrelen en die we vanavond voor willen leggen aan iemand die daar zelf ervaring mee heeft. U zult een interview horen met een vrouw. Ze is lid van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) en woont elders in Nederland. Haar man gelooft niet in God en is geen lid van de kerk. Beiden zijn van middelbare leeftijd. Ze hebben twee kinderen van basisschoolleeftijd. Hun echte namen doen er niet toe, voor het gemak noemen we ze Anna en Jaap.
Interview
Anna, je kreeg verkering met Jaap. Stond Jaap ook positief tegenover God? En waarom ging hij niet geloven? Jaap heeft nooit in God geloofd. Hij gelooft wel in een hogere macht, maar niet in een persoonlijke God. Hij zegt dat hij niet kan geloven. Hij is daar consequent in. Dit is het leven, dat leef je zo goed mogelijk, en na je dood is het over en uit. Wat betekent God voor jou? Ik kan niet anders dan God danken dat hij me tot hiertoe heeft geholpen. Ik zie God als mijn schepper, Jezus als mijn verlosser en de Geest als mijn hulp om te geloven en als mijn trooster. Ik weet dat ik het niet waard ben. Ik heb gepuberd, geëxperimenteerd, maar ik heb in mijn leven gemerkt dat God me op de één of andere manier vasthoudt, terwijl ik soms op het randje van de afgrond balanceerde. Ik denk dat we Gods liefde voor ons tegenstribbelende en struikelende mensen nooit groot genoeg kunnen inschatten. Ik ben blij dat ik geloven mag. Hou was de houding en de rol van vrienden, ouders, dominee, ouderling, kerkenraad? Vreemd genoeg hebben mijn vrienden me nooit echt gewaarschuwd. Mijn ouders, broers en zussen wel. De dominee, en wijkouderling ook. We hebben altijd open gestaan en veel gepraat. De dominee heeft in een vroeg stadium in Jaap geïnvesteerd. Ze hebben veel samen gepraat, Maar Jaap ging niet geloven. Kort voor we gingen trouwen kwam er druk op de ketel. Ik deed iets wat de kerk niet goed mag vinden. Onze ouderling zei vlak voor ons trouwen, opmerkelijk: Nu proberen we jullie van een huwelijk af te houden, maar als jullie getrouwd zijn en het mocht niet goed gaan,dan doen we ons best om jullie huwelijk in stand te houden. Uiteindelijk zijn we toch getrouwd, maar niet in de kerk. Wat zijn je overwegingen geweest om met Jaap verder te gaan ondanks het feit dat hij niet geloofde? Moeilijke vraag. Ik wist dat ik iets deed wat niet goed is. Je kunt het antwoord zelf eigenlijk ook bedenken. Ik hield van deze man. Jullie hebben kinderen. Wat betekent dit verschil in geloof nu in de praktijk van alle dag? Hoe gaat het aan tafel, in bed? Hoe gaat het op zondag? Hoe voed je de kinderen op? In welke moeilijke situaties komen jullie terecht? Ik, Anna zorg voor het grootste deel van de opvoeding. Ik praat met mijn kinderen over God. Ik bid hardop aan tafel, en lees voor uit de kinderbijbel. Op zondag gaan mijn kinderen en ik naar de kerk. Jaap gaat soms mee. Hij gelooft niet, maar hij vindt het niet vervelend om in de kerk te zijn. Er worden Reader relatievorming
Deel II: de gemeentevergadering
pagina 29 van 44
daar best goede dingen gezegd, vindt hij. Volgens mij moet hij ook iets merken van de liefde in de onderlinge omgang, en eigenlijk deelt hij daar ook best een beetje in mee. Er zijn veel mensen in de kerk die Jaap best mogen. Jaap vindt het goed dat ik onze kinderen christelijk opvoed. Zijn eigen vader heeft wel geloofd. Die leeft al lang niet meer. Jaap heeft wel eens gezegd: Als ik niet kan geloven, dan slaat het gewoon een generatie over. Zijn vader geloofde, hij niet, zijn kinderen wel. Als dat zo mag zijn, dan ben ik de Here verschrikkelijk dankbaar. Want in de wet klinkt het anders, dan gaat het fout tot in de volgende geslachten. Daar ben ik wel eens bang voor. Dat door mijn hardnekkigheid, mijn kinderen gaan twijfelen, afdwalen. Dat heeft een enorm effect als zij weer kinderen krijgen enz. Door mijn scheve schaats. Dan voel ik me schuldig. Dat kan me verdrietig maken. De kinderen dagen Jaap soms uit. Waarom geloof je niet papa, dat is toch niet zo moeilijk. Op zich gaat Jaap daar best wijs mee om. De kinderen weten eigenlijk niet beter. Papa gelooft niet in de Here. Wij wel. Ze zijn nog jong. Ik hoop dat de harmonie blijft als ze over een paar jaar pubers zijn. Jaap gaat best ver met mij mee. Ik hou niet van ‘family-planning’. Op het gevaar af ouderwets te zijn, laat ik het aan God over of we kinderen krijgen. Ik wil geloven dat Hij ons geeft wat goed voor ons is. Jaap heeft dat geaccepteerd. Ten slotte, als je partner niet gelooft, heb je doorgaans ook een schoonfamilie die niet gelooft. Dat is best moeilijk. Vorig jaar kwamen een zwager en schoonzus logeren met Pasen. Dan heb je allemaal volwassen ongelovige mensen in je huis. Met Kerst gingen wij bij een zwager en schoonzus logeren. Dan vier je Kerst bij ongelovige mensen en worden je kinderen verwend met cadeautjes onder de kerstboom… Daar genieten zij wel van, maar ik niet. Is Jaap nog bezig met God of liever gezegd is God nog met hem bezig? Daar bid ik voor. En ik weet dat anderen ook voor Jaap bidden. Dat vind ik fijn. Ja ik geloof dat God wel met Jaap bezig is. Hij hoort thuis zoveel over God praten. Hij kent en gaat om met zoveel gelovige mensen. Hoe kijk je naar de Toekomst (met hoofdletters). Ik hoop dat de Here Jezus snel terug komt. Daar ben ik soms heel hard in. Mijn eigen man, de vader van mijn kinderen gaat dan verloren. Dat is niet Gods schuld. Daar heeft hij zelf voor gekozen. Soms maakt me dat heel verdrietig. Maar dan denk ik: er zijn zovéél mensen die verloren gaan. Daar kan ik ook verdrietig om worden. En als je het omdraait: waarom word ik behouden? Dan ben ik verbaasd en dankbaar. Ik ben geen beter mens als Jaap. Ik denk dat het moeilijker is een kind te zien afdwalen, dan een partner. Hoe hard het misschien ook klinkt. Maar in zijn algemeenheid neem ik de opdracht een leesbare brief van Christus te zijn heel serieus. Voor mijn man, voor onze kinderen, maar ook voor onze andere naasten. En ik houd me vast aan de gedachte: zolang er leven is, is er hoop. Ik heb ooit eens iemand gesproken die in dezelfde situatie zat als jij. Zij bleef kinderloos. Ze zag dat als een straf van God. Wat zijn jouw gedachten op dit punt? Ik geloof niet dat God zo straft. Misschien wil God haar juist helpen. Ik kan er tot op zekere hoogte mee leven dat mijn man niet gelooft, maar ik zou het niet kunnen verteren dat door mijn misstap mijn kinderen niet geloven. Daar word je voor behoed als God je geen kinderen geeft. Heb je ook adviezen aan jongeren die in dezelfde situatie zitten. Kort door de bocht: niet doen want de Here God wil het niet. Niet wachten tot je over je oren verliefd bent, maar vroeg open kaart spelen en biddend een besluit nemen. Ga ik met hem of haar door of niet. En laat het niet over aan alleen ouders en ouderlingen, maar help elkaar als jongeren onderling. Zorg voor elkaar. Bid voor elkaar. Zeg het gewoon: het is gevaarlijk wat je doet. Het leven is geen sprookje, het gaat om een eeuwigheid! Ja, als God het wil kun je blijven geloven naast een ongelovige partner. Maar je ziet zo vaak dat het
Reader relatievorming
Deel II: de gemeentevergadering
pagina 30 van 44
misgaat. Dat beiden ongelovig worden. En als het goed gaat, kies je gewoon een hele moeilijke weg. Toen wij gingen trouwen hadden mijn ouders ons goed genoeg gewaarschuwd. Mijn vader zei later: “Ik zag heus wel dat Jaap een hele lieve man voor je is, maar ik had je het verdriet willen besparen.” Dat ga ik steeds beter begrijpen. Ik kan jaloers zijn op gelovige stellen. Ik ben nooit onverdeeld gelukkig. Niet toen we verkering hadden, niet toen we gingen trouwen, niet toen we kinderen kregen, en nog niet. Hoewel je als getrouwde mensen heel intiem samen leeft, leef je toch in verschillende werelden. Je blijft altijd voelen dat er iets niet goed zit. Terwijl je weet dat God het huwelijk als iets prachtigs heeft gegeven, het mag een afspiegeling zijn van Zijn liefde voor ons. Ik heb dus een algemeen gevoel van onvolmaaktheid, maar ik heb ook vaak momenten van verdriet. Met kerst liepen we door de stad. Ik naast mijn schoonzus en onze kinderen voor ons op de schouders van Jaap en zijn broer. Ik kijk omhoog en zie de ruggetjes van mijn kinderen, die heel spontaan en openhartig van God houden, op de schouders van twee ongelovige mannen, hun vader van wie ik zielsveel houd en hun oom. Van zo’n beeld kan ik huilen.
Reader relatievorming
Deel II: de gemeentevergadering
pagina 31 van 44