deel 2 ghana verhalen 6 DE PRESBYTERIAN ROCKANJE SCHOOL IN KUMASI De school is 23 jaar geleden opgericht in samenwerking met de familie Engels uit Rockanje. Het is een heel succesvolle school. Ze scoren hoog en ze hebben zelfs een computerlokaal! Wij van de CdF mavo wilden contact met een school in Ghana en we wilden eventueel ook helpen met sponsorgelden. Daarover hebben we bij het bezoek van de school afspraken gemaakt. We gaan 15 leerlingen aan elkaar koppelen met een emailadres. We starten volgens afspraak op 8 november, dan kunnen de leerlingen van leerjaar 2 ook verslag doen van de voortgang van de mini ondernemingen die ze gaan oprichten om geld in te zamelen voor Ghana! Het lijkt erop dat de school niet gesponsord hoeft te worden met enorme bedragen, dus onze gedachten gaan er nu naar uit om een soort Ghana fonds te starten zodat we kunnen waarborgen dat het een duurzame relatie wordt tussen onze school, Ghana en de presbyterian Rockanje school. Terug in Nederland zullen we bekijken wat mogelijk is!
7 IS DEZE GOUDMIJN ILLEGAAL? We brengen een bezoek aan een goudmijn in de buurt van Kumasi. We nemen een lokale gids mee, anders mogen we er niet In, het kan gevaarlijk zijn; de mijnwerkers hebben wapens en dat is niet voor niets! Bij de mijn aangekomen blijken de mijnwerkers twee manieren van winning te hebben: putten graven totdat ze bij het harde gesteente met het goud komen, of het goud uit de klei proberen te halen door het met water te spoelen.
Het is hard en eentonig werk, we zien veel mijnwerkers stoned, maar de verdienste zijn meestal goed. Een korrel goud van 2 gram levert zo 30 euro op! Ook hier is het grootste drama niet de armoede, maar de grote oneerlijkheid. Deze goudwerkers hebben deze goudvoorraden op hun eigen dorpsgrond ontdekt en zijn zelf aan het werk gegaan. Helaas is de plek al verhuurd aan een Amerikaans bedrijf. Een politicus uit de hoofdstad Accra zal er heel rijk door geworden zijn! De mijnwerkers verwachten elk moment dat het leger hen met geweld van hun grond verdrijven, daarom hebben ze wapens. De Amerikanen komen dan met hun grote machines, dynamiet en geschoolde mijnwerkers uit Noord Ghana en het Amerikaanse bedrijf hoeft maar 10% belasting te betalen! Wie doet hier nu iets illegaals?!
8 EEN UITGAANSAVOND IN KUMASI Op straat zijn de Ghanezen zeer ingetogen. Geen heimelijke blikken, geen grove opmerkingen, geen geflirt. Niet naar elkaar, of naar de dames of heren in ons reisgezelschap. Op een zaterdagavond gaat het er wel wat anders aan toe. Met de taxi gingen we naar één van de buitenwijken van Kumasi. Voor een soort fastfood restaurant was een groot terras. Voor het terras speelde een muziekband Ghanese popmuziek. Wij gingen aan een tafel zitten en waren omringd door etende en drinkende mensen. De Hollandse leraren waren één van de eersten die gingen dansen. Langzamerhand kwamen er meer mensen op de dansvloer. Het leek er op dat mensen niet op een speciale manier reageerden op ons, ondanks dat wij de enige Europeanen waren. Na een aarzelend begin werd er steeds enthousiaster gedanst. Er werd veel van danspartner gewisseld. Mannen dansten met mannen, wisselden naar vrouwen en wij werden er ook bij betrokken. Nu was er in het geheel geen sprake meer van terughoudendheid. Door de Ghanezen werd er volop geschuurd en gesandwicht. Er werd alleen niet gezoend, dat is te intiem! Dit alles in een volkomen relaxte sfeer, geen geruzie op de dansvloer. De plek was niet afgesloten met een hek, dus we stonden direct aan de weg te dansen, waar de mensen ook geen dubieuze bedoelingen lieten zien; we werden nooit aangesproken voor geld of voor wat dan ook. Er werd alleen met heel veel plezier en passie gedanst! De volgende dag zouden we de Ghanezen weer zien zoals altijd, vriendelijk en ingetogen!
9 DE SLAVENHANDEL, DAAR PRAAT JE NIET OVER IN GHANA Vroeger was het hebben van slaven in Ghana heel normaal, als je je schuld niet kon betalen, ging een kind van je naar het huishouden van de schuldeiser om voor hem te werken. Ook de oorlogen tussen de verschillende stammen leverden veel slaven op. Wat de slaven deden en hoe hun leefomstandigheden waren kon heel erg verschillen. Er was in Ghana al heel lang een langeafstand handel van mensen die tot slaaf gemaakt werden. De oudste handel is die naar de Arabische wereld. In de zestiende eeuw kwam daar de slavenhandel met de Europeanen bij. In Europa kwam er steeds meer vraag naar tropische producten ( koffie, rietsuiker, katoen) uit Amerika. Indianen stierven massaal aan de ziektes die de Europeanen meenemen, daarom bedacht men om mensen uit Afrika te halen voor dit werk. Omdat er al een hele bedrijfstak was die zich met mensenhandel bezig hield konden de slavenhandelaren in Afrika snel aan de vraag van de Europese handelaren voldoen. Er was één verschil, deze mensen gingen niet naar het noorden richting de Sahara, maar naar het zuiden richting zee, naar Amerika! De handelaren pakten het slim aan. Op slavenmarkten in het noorden van Ghana werden de slaven verkocht. De administratie ging via brandmerken: zo wist je precies welke slaven van welke handelaar waren. De tocht naar het zuiden, zo'n 700 km, duurde weken. De slaven werden in groepjes van 3 aan elkaar gebonden op zo'n manier dat niemand de zelfde taal sprak. Er werd ʻs nachts gereisd. Door deze maatregelen was het veel moeilijker om te ontsnappen. Net voor de kust was er weer een markt. De handelaren die deze mensen direct aan de Europeanen verkochten deden hier handel met elkaar. De slaven werden opnieuw gebrandmerkt met het stempel van de handelaar, ze moesten baden in de rivier en zichzelf oppoetsen om er zo gezond mogelijk uit te zien, om een hogeren prijs op te opleveren! De mensen die ziek waren werden gedood. Veel slaven werden vervoerd naar het fort van Elmina, een fort van de Nederlanders aan de kust van Ghana. De mensen die al weken alleen gewend waren om door donkere bossen te lopen kwamen nu in het volle licht. Ze werden het fort ingedreven waar uiteindelijk alleen het dreunen van de zee te horen was en werden opgesloten in kelders om te wachten op het volgende schip. Ook hier kregen de mensen natuurlijk geen rust. Als er onrust was werden mannen gemarteld. Vrouwen konden misbruikt worden als pleziertje door de Nederlanders. De commandeur van het fort koos zo af en toe een vrouw uit. Na de "liefdesnacht" werd de vrouw een maand in afzondering gehouden. Menstrueerde ze, dan kon ze weer naar haar lotgenoten in de donkere kerkers, was ze zwanger dan werd ze goed verzorgd, want een half Nederlands kind mocht natuurlijk niet tot slaaf gemaakt worden! De gevangenschap in het fort eindigde wanneer er een schip kwam, maar natuurlijk was de ellende nog niet over. De mensen werden met kleine scheepjes naar het grote schip vervoerd. De paniek van de mensen die nog nooit de zee gezien en de golven gevoeld hadden, was soms zo groot, dat de scheepjes omsloegen. En als ze dan veilig op het schip aan kwamen was dit weer het begin van een volgende risicovolle tocht: naar Amerika naar de volgende slavenmarkt, waar deze mensen weer een nieuw brandmerk kregen van hun nieuwe eigenaar, een plantagehouder, voor wie de Afrikanen
op het land moesten werken, om de exportproducten voor Europa te produceren. Dat er in Ghana over deze geschiedenis niet veel wordt gesproken, dat er een soort taboe op rust, is na dit verhaal misschien wel duidelijk geworden. De Ghanezen zelf hadden ook hun aandeel in deze mensonterende handel. Zij leverden de slaven aan de Europeanen en werden er zelf niet armer van!
10 EEN BEZOEK AAN EEN DORP IN HET MOERAS Er is in west Ghana een dorp, Nzulezu genaamd, dat is gebouwd op palen in een moeras. De mensen leven er van de visvangst. Wij betalen omgerekend 100 euro voor deze excursie. Hiervan krijgt het dorp 30 euro, een enorm bedrag! Aan de rand van het moeras liggen wat kano's waarmee we door het moeras naar het dorp varen. Er liggen daar ook nog wat onbeheerde kano's van dorpskinderen, die zo naar school zijn gegaan. De tocht door het moeras is prachtig. We varen onder palmbomen, zien fuiken om vissen te vangen. Zo doorvarend komen we op een meer waar we het dorp op palen zien liggen. Het dorp ziet er paradijselijk uit. Steigers als straten, spelende kinderen. We werden ontvangen door het dorpshoofd. We konden de man wat vragen stellen, over het dorpsleven. Toen we min of meer klaar waren met het gesprek kwam er een plastic teil op tafel, of we maar wat geld wilden geven. Onze gids is daar heel strikt in: we hebben de tour betaald, het dorp krijgt daar een deel van en dat moet voldoende zijn. Er ontstond een hele discussie tussen het dorpshoofd en onze gids over wat ze met het geld doen. Dit omdat we nergens verbeteringen zagen. Uiteindelijk gaven sommigen van ons nog wat en we liepen terug naar de kano's. Vooral kleine jongetjes gedroegen zich baldadig naar ons toe en ze vroegen om geld. Dit kan er gebeuren wanneer een dorpje met een bijzondere ligging wordt ontdekt door het toerisme. De mensen die door de visvangst op zich al een goed inkomen hebben, raken verwend door het 'easy money' van de toeristen. Het halve dorp lag voor hun huizen te luieren. Het was wel 12 uur, dus wie weet was het hun 'siësta', maar deze negatieve sfeer zie je haast nergens in Ghana.
11 SODOM EN GOMORRA, DE GHANESE MANIER VAN RECYCLEN In Accra, de hoofdstad van Ghana is een enorme vuilnisbelt voor elektronica met de naam sodom en gomorra. Er wonen 45.000 mensen op deze plek. De bewoners willen geen bemoeienis van de politiek en de politiek laat ze met rust. Als de politici de situatie wil verbeteren, kost het hun stemmen! Het schroot wat hier wordt verwerkt komt vooral uit Ghana, maar ook voor een gedeelte uit Nederland. Uit Europa mag er geen schroot worden geëxporteerd, maar wel tweedehands apparaten. Die worden door Ghanese opkopers opgekocht in onze recyclingcentra en in containers verscheept naar Accra. Hier blijkt dan zo'n 20% van de apparatuur het niet te doen, die apparaten gaan dan direct naar deze vuilnisbelt. Als de apparaten wel werken worden ze verkocht en belanden ze na een paar jaar alsnog op deze vuilnisbelt. We mogen alleen op bezoek komen als we de grote baas omgerekend 100 euro geven. Op de belt zelf blijkt dat veel werkers helemaal niet blij zijn met onze komst. Ze zijn bang dat ze hun werk zullen verliezen door te veel aan publiciteit. De werkers maken regelmatig flinke ruzie met onze gids. Dat is ook niet raar, want zij zullen niets zien van het geld dat wij aan de grote baas moesten betalen. De vuilnisbelt is heel goed georganiseerd. Op elke plek zie je weer een andere specialisatie, je ziet eerst plekken waar de apparaten staan, dan plekken waar de verschillende onderdelen naar toe worden gebracht om verder ontleed te worden. Overal zie je weegschalen staan, blijkbaar om de waarde te bepalen voor de onderlinge handel op de belt. Als je het optimistisch wil bekijken dan kan je zeggen dat dit Sodom en Gomorra een efficiënt werkend recycling centrum is. We zagen bijvoorbeeld dat aluminium onderdelen werden opgekocht om er aluminium pannen van te maken. Heel winstgevend is het koper. Alle draden worden uit de apparaten gehaald en dan worden ze verbrand. Het koper wordt opgekocht door agenten van Ericsson, een Zweedse telefoonfabrikant Het aller grootste nadeel is natuurlijk dat de manier waarop hier gewerkt wordt bijzonder
slecht is voor het milieu en voor de gezondheid van de werkers. De jongens die we de elektrische bedrading zagen verbranden zullen niet oud worden. Dit Sodom en Gomarra laat zien hoe moeilijk het soms kan zijn om iets te veranderen!