DEEL 2: De economische ontwikkelingen in de 19de eeuw en zijn gevolgen Probeer het je even voor te stellen: een wereld zonder steden en fabrieken, zonder spoorwegen, zonder machines en zonder elektriciteit. Denk dus alle auto’s en vlriegtuigen weg, wis alle staal en plastic. Een moeilijke denkoefening? Wat rest, is de wereld zoals die bestond tot aan het eind evan de 18de eeuw. Het was een stillere, tragere en legere wereld. Bedenk vervolgens dat het eenvoudiger is weg te denken wat er is, dan je iets voor te stellen wat er (voorlopig) nog niet is. Misschien kun je zo een idee vormen van de grote verwondering en het ongeloof van de mensen uit de 19de eeuw bij de vele technologische vernieuwingen die die eeuw bracht. Die vernieuwingen volgden elkaar in snel tempo op en elke vernieuwing werd weer voorgesteld als de voorbode van nog grotere vernieuwingen. Ooit, voorspelde de Franse auteur Jules Verne in zijn roman Paris au XXième siècle uit 1863, zouden er hogesnelheidstreinen rijden, zouden er rekenmachines bestaan en een wereldwijd, snel communicatienetwerk.
2014 - 2015
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 48
9. De Industriële Revolutie De 19de-eeuwse technologische vernieuwingen kwamen in golven, die ‘revoluties’ werden genoemd. Ze brachten even grondige veranderingen teweeg als de politieke revoluties in de 19de eeuw (zie 1ste semester). Het fenomeen van de industriële revoluties omvatte meer dan alleen technologische vernieuwingen De vollere, luidruchtigere en snellere technische wereld die ontstond, dwong de mensen mee te versnellen, op het ritme van de machines. Velen moesten zich bovendien bewegen in de richting van de machines - letterlijk: arbeidsmigratie is onlosmakelijk verbonden met de industriële revolutie. DIe veranderingen hadden verregaande gevolgen, zowel positieve als negatieve. 1. De Eerste Industriële Revolutie (± 1750-1840) 1700 1760 1800 1820
2014 - 2015
INDEX BEVOLKINGSCIJFER 100 114 155 208
INDEX GRAANPRODUCTIE 100 115 143 189
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 49
Thuisnijverheid
2014 - 2015
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 50
2014 - 2015
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 51
Rond 1712 maakte Thomas Newcomen deze stoompomp om water uit een kolenmijn te pompen. James Watt verbeterde de stoommachine van Newcomen in 1769 (patent). Hij vond dat de machine van Newcomen te veel stoom verbruikte en maakte de machine efficiënter door de stoom in een aparte kamer te produceren, waardoor die op de juiste temperatuur in de cilinder gepompt kon worden.
2014 - 2015
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 52
2014 - 2015
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 53
Boven: Robert Fulton, North River Steam Boat, 1807 Onder: George Stephenson, The Rocket, 1825/1829
2014 - 2015
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 54
2. De Tweede Industriële Revolutie (1870-1914)
De Tweede Industriële Revolutie creëert de consumptiemaatschappij Een kleine quiz: 1. Wanneer werd de eerste kleurenfoto genomen? a. 1891 b. 1920 c. 1946 2. Wanneer werd de eerste elektrische straatverlichting opgehangen? a. 1836 b. 1860 c. 1884 3. Wanneer werd de telefoon uitgevonden? a. 1876 b. 1898 c. 1916 4. Wanneer werd de eerste auto in België gebouwd? a. 1862 b. 1877 c. 1919
Wet van de remmende voorsprong (Jan Romein)
2014 - 2015
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 55
Lied van de Schotse landverhuizers Naar het Westen, Naar het Westen, Naar het land van de Vrijheid, Waar de machtige Missouri naar de zee stroomt, Waar een man een man is, ook al moet hij hard zwoegen, Waar zelfs de armsten de vruchten van het land mogen plukken Uit: A. Carnegy, My Life, blz. 45.
2014 - 2015
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 56
2014 - 2015
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 57
GEVOLGEN VAN DE TWEEDE INDUSTRIËLE REVOLUTIE 1. Gestandaardiseerde massaproductie
2. Consumptiemaatschappij
2014 - 2015
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 58
3. Ontspanningsleven
2014 - 2015
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 59
Een vergelijking tussen de Eerste en Tweede Industriële Revolutie WANNEER
1STE IR
2DE IR
WAAR BELANGRIJKSTE UITVINDING BELANGRIJKSTE SECTOREN TRANSPORTMIDDELEN EVOLUTIE
3. De Derde Industriële Revolutie (Vanaf jaren 1960 - …)
2014 - 2015
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 60
4. België tijdens de Industriële Revolutie Economische groeipolen in België: Verviers-Luik
Bergen-Charleroi
Gent
VIER WEVERKENS (Volkslied)
Het vrouwke dat sprak:”Ja, dat zal ik wel Vier weverkens zag men ter botermarkt doen, Ja zo wel als een vrouwke vol eren, gaan, Want ik wete wel wat er weverkens zijn: En de boter die was er zo diere. Zij hadden geen duit haast meer in hunne En de weverkens zijn er geen heren!” tas, Refrein En ze kochten een pond sa vieren. Refrein Schietspoele, sjerrebekke, spoelza! djikke djakke, kerrekoltjes, klitsklets! En ze kochten een pond sa vieren!
Wat zouden de weverkens heren zijn, Zij en hebben er huize noch erven! En kruipt er een muiske in hunne schapraai, Van honger zo moet het er sterven.
En als zij dat boterke hadden gekocht, Refrein Zij hadden er vier platelen. Zij spraken dat vrouwke zo vriendelijk aan: En als dan dat muiske gestorven zal zijn, “Sa, vrouwke en wilt het ons delen! “ Waar zullen ze het begraven? Al onder de weverkens hunne getouw, Refrein En het grafke zal rooskens dragen. Refrein 2014 - 2015
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 61
GEVOLG: ARM VLAANDEREN
RIJK WALLONIË
OPLOSSINGEN
2014 - 2015
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 62
Halverwege de 18de eeuw begon in Engeland een van de belangrijkste vernieuwingen in de wereldgeschiedenis. Een samenloop van omstandigheden maakte Engeland tot het eerste land ter wereld waar de industriële sector de belangrijkste bron van welvaart werd. We noemen dat de Industriële Revolutie (IR). De Industriële Revolutie kan verklaard worden door verschillende factoren. Naast de vernieuwingen in de landbouw, de groei van de bevolking en de veranderende transportinfrastructuur, springen de grote technische vernieuwingen die plaatsvonden in de textiel- en de metaalsector het meest in het oog. Op korte tijd werden verschillende nieuwe machines ontwikkeld die ervoor zorgden dat de productiviteit sterk steeg. Men kon voortaan veel meer produceren met een beperkte inzet aan mankracht. Een van de allerbelangrijkste vernieuwingen was het gebruik van de stoommachine. Voortaan kon men gebruik maken van fossiele brandstoffen als energiebron, en was men dus veel minder afhankelijk van menselijke of dierlijke spierkracht. Het gebruik van steenkool als brandstof voor machines gaf de Engelse industrie een groot voordeel tegenover de handmatig aangedreven nijverheid op andere plaatsen in de wereld. Pas diep in de 19de eeuw volgden ook andere Europese landen. België was in de jaren 1830 het eerste land na Engeland dat een industriële samenleving werd. Nadien volgden ook Frankrijk, Duitsland, de VS en Japan. In de loop van de 20ste eeuw volgden nog grote delen van de wereld. We gebruiken de term transitie om aan te geven dat niet alle veranderingen gelijktijdig plaatsvonden. De demografische transitie is de overgang naar een samenleving met een hoog geboort en sterftecijfer naar een samenleivng met een laag geboorte- en sterftecijfer. Ook op energievlak begon er vanaf de 19de eeuw een transitie. Steenkool, en later aardolie en aardgas, hadden enorme gevolgen voor de industriële samenleving. De verwachting dat er in de loop van de 21ste eeuw een einde komt aan de goedkope beschikbaarheid van fossiele brandstoffen doet vermoeden dat die energietransitie nog niet ten einde is. Hoewel we doorgaans spreken over ‘de’ Industriële Revolutie, onderscheiden we vaak ook drie verschillende industriële revoluties, die op drie verschillende momenten plaatsvonden. Bij elk van de drie industriële revoluties waren er grote vernieuwingen in de manier waarop producten geproduceerd werden. Wat echter ‘revolutionair’ en ‘nieuw’ was in het 18de eeuwse Engeland, was dat een eeuw later in de VS al lang niet meer. Telkens opnieuw zorgden wetenschap en techniek voor nieuwe economische mogelijkheden. De Industriële Revolutie zorgde voor een reeks veranderingen die hun gelijke in de geschiedenis niet kennen. Het aantal mensen op aarde steeg van minder dan 1 miljard mensen rond 1800 tot ruim 7 miljard vandaag. Ook de impact die al die mensen op de aarde hebben was nooit groter: we ontginnen vandaag meer grondstoffen dan ooit uit de aarde, we gebruiken haar vruchten en vervuilen haar met allerlei afvalstoffen. Daarom zijn er sinds enige tijd wetnschappers die spreken over een nieuw tijdvak: het antropoceen, het tijdvak van de mens. Ze bedoelen daarmee dat de mensheid voor het industriële tijdvak steeds afhankelijk bleef van wat de aarde haar te bieden had, en dat ze er sinds de IR vaak wel in slaagt om eigen wetten aan de aarde op te leggen. Aan het begin van de 21ste eeuw is het absoluut nog niet duidelijk in welke richting de globale industriële economie zal evolueren. De eindigheid van verschillende belangrijke grondstoffen, vooral dan fossiele brandstoffen, doet velen twijfelen over de mogelijkheden om de industriële wereld verder uit te bouwen. Optimisten hopen daarbij opnieuw op wetenschappers en uitvinders om nieuwe uitvindingen te doen. Pessimisten wijzen op de onmogelijkheid om voortdurend te blijven groeien. Zowat iedereen is het er echter over eens dat we het anders zullen moeten aanpakken vandaag.
2014 - 2015
Cursus geschiedenis 5TSO
Pagina 63