Raadsinformatiebrief
Onderwerp Actuele ontwikkelingen algemene uitkering/financieel akkoord/decembercirculaire 2012
1.
Inleiding/aanleiding
In de raadsinformatiebrief van 23 oktober 2012 hebben wij u geïnformeerd over de gevolgen van de septembercirculaire voor de algemene uitkering. Nadien is het regeerakkoord 2012 van het kabinet Rutte II verschenen. Hierin zijn onder andere afspraken gemaakt over aanvullende bezuinigingen op het gemeentefonds. In de raadsinformatiebrief van 23 oktober 2012 hebben wij, op basis van de toen bekende informatie van het Centraal Plan Bureau, volstaan met een globale berekening van de mogelijke gevolgen hiervan. Op basis hiervan kwamen we toen tot een aanvullende korting van € 778.602 vanaf 2017. Sindsdien zijn er een aantal ontwikkelingen geweest waarover we u willen informeren. Met een raadsinformatiebrief hierover hebben we gewacht tot er meer duidelijkheid zou zijn over met name het financieel akkoord waarover met het kabinet is onderhandeld. Op 1 februari jl. is hierover overeenstemming bereikt. In deze raadsinformatiebrief willen we de meest actuele informatie met u delen over: -globale uitkomsten regeerakkoord en Startnota; -aangekondigde aanvullende bezuinigingen Rutte II ("Oranjeakkoord") -het financieel akkoord dat door de gemeenten met het kabinet is gesloten over het BTW-compensatiefonds, de Wet houdbare overheids Financiën (wet HOF) en de invoering van het schatkistbankieren; -de voorgenomen beperking van de huishoudelijke hulp (Wmo) -de uitkomsten van de decembercirculaire 2012. We realiseren ons dat dit een uitgebreide raadsinformatiebrief is maar vinden het belangrijk u goed te informeren.
2.
Managementsamenvatting
In het regeerakkoord van het kabinet Rutte II zijn afspraken gemaakt over aanvullende ombuigingen tot een bedrag van € 16 miljard. Een gedeelte hiervan werkt door naar de algemene uitkering. De financiële afspraken uit het regeerakkoord zijn door het kabinet vertaald in de Startnota. Op basis van de nu bekende informatie moet Oirschot rekening houden met een structurele korting die oploopt tot € 2.463.951 vanaf 2017. Tot op heden gingen we voor 2016 uit van een structurele korting van € 1.296.963. Samengevat betekent het op basis van de informatie uit deze raadsinformatiebrief (met het voorbehoud van de hierin gemelde onzekerheden) voor de begroting 2013-2017 het volgende:
20130312 Raadsinformatiebrief over de actuele ontwikkelingen algemene uitkering.doc/blz. 1
Verschil t.o.v. huidige begroting
2013 2014 -154.195 -336.266
2015 252.048
2016 571.228
2017 1.166.988
voordelig voordelig
nadelig
nadelig
nadelig
Het betekent ook dat we bij de komende begrotingsvoorbereiding rekening moeten houden met aanvullende bezuinigingen. Bij de genoemde bedragen hebben we nog geen rekening gehouden met de gevolgen van de onlangs door het kabinet aangekondigde extra ombuigingen tot een bedrag van € 4,3 miljard.
Verdere toelichting Op 1 februari 2013 hebben de gemeenten ingestemd met het financieel akkoord dat door de VNG met het kabinet is opgesteld. Uitgangspunt was om binnen de financiële kaders van het regeerakkoord te komen tot een pakketafspraak over een drietal dossiers: de wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF), schatkistbankieren en de voorgenomen afschaffing van het BTW-compensatiefonds.
Een andere ingrijpende maatregel uit het regeerakkoord is de beperking van de huishoudelijke hulp. Dit recht wordt omgezet in een maatwerkvoorziening. Voor de gemeenten betekent dit volgens de eerste ramingen dat slechts 25% van het budget behouden blijft voor uitvoering van deze maatwerkvoorziening.
De decembercirculaire 2012 geeft weinig concrete informatie over de algemene uitkering voor 2013 en volgende jaren. Over de over te hevelen taken en bedragen op het gebied van AWBZ en jeugdzorg worden in deze circulaire geen mededelingen gedaan. Op basis van de decembercirculaire 2012 ontvangt Oirschot voor 2011 een nabetaling van € 10.367 en voor 2012 van € 33.290. Dit voordeel nemen we mee in de jaarrekening 2012.
We willen benadrukken dat de berekeningen, door het ontbreken van duidelijkheid vanuit het rijk, voor een gedeelte gebaseerd zijn op eigen inschattingen en berekeningen. Het is verder ook nog maar de vraag of alle aangekondigde maatregelen, wijzigingen in de systematiek van de algemene uitkering en decentralisaties ook volgens eerdere planning doorgaan. Bij de komende meicirculaire 2013 hopen we hier meer duidelijkheid over te krijgen. Dan ook zal duidelijk worden of en in hoeverre de berekende kortingen werkelijkheid worden. Tot die tijd blijft er volop onduidelijkheid over de algemene uitkering in de komende jaren.
3.
Globale uitkomsten regeerakkoord / startnota voor algemene uitkering
In de raadsinformatiebrief van 23 oktober 2012 hebben we globaal berekend wat het effect is op de algemene uitkering als het rijk extra gaat bezuinigen. We hebben ons hierbij gebaseerd op cijfers van het Centraal Plan Bureau die uitgingen van bezuinigingen met een bandbreedte tussen de 7 en 29 miljard t/m 2017. 20130312 Raadsinformatiebrief over de actuele ontwikkelingen algemene uitkering.doc/blz. 2
Het regeerakkoord gaat uit van extra bezuinigingen tot en met 2017 van € 16 miljard op de totale rijksuitgaven. We hebben berekend dat deze bezuinigingen (landelijk gezien) voor € 1.439 miljoen doorwerken naar het gemeentefonds. Deze korting wordt als volgt gefaseerd ingevoerd (negatieve bedragen zijn nadelen/positieve bedragen zijn voordelen):
a. Samen de trap op/trap af. Accres b Uitname BTW-compensatiefonds c. Afromen onderwijshuisvesting d. Scootmobielen en maatsch.stages e. Korting apparaatskosten (opschaling) f. Vervallen vermindering politieke ambtsdragers g. Dualiseringskorting
2013 89
89
2014 188 -174
14
2015 123 -484 -256 -35 -60
2016 -268 -484 -256 -45 -120
110 -18 -620
110 -18 -1.081
2017 cumulatief -541 -409 -484 -256 -70 -180 110 -18 -1.439
Wat deze korting betekent voor de algemene uitkering voor Oirschot lichten we toe op blz. 4, 5 en 6.
Ad a. Samen de trap op/trap af De algemene uitkering hangt direct samen met de uitgaven van het rijk. Als het rijk meer uitgeeft krijgen de gemeenten ook meer en andersom (samen de trap op/af). Echter niet alle uitgaven tellen hiervoor mee, het gaat om de zogenaamde Netto Gecorrigeerde Rijksuitgaven. Een aantal maatregelen (bijv. in de zorg, sociale zekerheid en niet-belastinginkomsten) hebben geen invloed op het gemeentefonds. In dit regeerakkoord vallen wederom behoorlijk wat maatregelen in deze uitzonderingscategorieën. Dit betekent concreet dat de korting op het gemeentefonds oploopt tot structureel € 541 miljoen vanaf 2017. Totaal bedraagt de daling van het gemeentefonds in de periode 2013 t/m 2017 op dit onderdeel (cumulatief) € 409 miljoen.
Ad b. Uitname als gevolg van voorgenomen afschaffing BTW-compensatiefonds (BCF) Het kabinet was voornemens het BCF met ingang van 2015 af te schaffen. Bij punt 4 lichten we de achtergronden hierbij nader toe. Ondanks dat de afschaffing van het BCF niet doorgaat betekent het wel dat de korting gehandhaafd blijft. Voor het gemeentefonds betekent dit concreet dat met ingang van 2015 structureel € 484 miljoen (2014 nog € 174 miljoen) wordt gekort.
Ad c. Afromen onderwijshuisvesting Uit de Periodieke Onderhouds Rapporten blijkt dat gemeenten minder uitgeven op het subcluster onderwijshuisvesting dan wat ze ontvangen in het gemeentefonds. Het gevolg hiervan is dat het gemeentefonds ingaande 2015 met € 256 miljoen wordt gekort. Het geld wordt overigens wel teruggegeven aan de onderwijssector via de lumpsumfinanciering (scholen krijgen totaalbedrag voor uitvoering taken met vrijheid van besteding). Voor de gemeente (algemene uitkering) betekent het echter een nadeel. 20130312 Raadsinformatiebrief over de actuele ontwikkelingen algemene uitkering.doc/blz. 3
Ad d. Hergebruik scootmobiel/rolstoel en afschaffen wettelijke verplichte maatschappelijke stages Hulpmiddelen zoals rolstoelen en scootmobiel worden verstrekt door de gemeenten binnen de Wmo. Hiervoor geldt voortaan een plicht tot hergebruik. Hiervoor is door het rijk een korting op de algemene uitkering ingeboekt van € 15 miljoen in 2015 oplopend tot structureel € 50 miljoen vanaf 2017. Met ingang van het schooljaar 2015/2016 worden de wettelijk verplichte maatschappelijke stages afgeschaft. De korting die hiervoor door het rijk op de algemene uitkering vanaf 2015 is ingeboekt bedraagt € 20 miljoen.
Ad e. Korting door lagere apparaatskosten gemeenten Het rijk stuurt via de algemene uitkering aan op een opschaling van gemeenten die moet leiden tot besparingen door schaalvoordelen, verminderen van toezicht, vereenvoudiging van regelgeving en minder dubbeling van taken. Uitgangspunt is een daling van het aantal gemeenteambtenaren doordat gemeenten groter worden en/of meer gaan samenwerken. Hiervoor is een korting op het gemeentefonds ingeboekt die oploopt tot 180 miljoen vanaf 2017. Een kleine gemeente kan deze korting moeilijker opvangen dan een grote gemeente. Het rijk gaat uit van een verminderingvan 75 gemeenten in deze periode. Voor de totale periode komt deze benadering neer op een resterend aantal van 100-150 gemeenten in 2025.
Ad f. Vervallen vermindering politieke ambtsdragers In de raadsinformatiebrief van 23 oktober 2012 hebben we toegelicht dat het rijk vanaf 2015 op gemeenteniveau uitgaat van een vermindering van het aantal politieke ambtsdragers met 25%. Op gemeenteniveau gaat het dan concreet om verlaging van het aantal raadsleden en wethouders. Hiervoor was een korting op het gemeentefonds ingeboekt van € 110 miljoen. Het nieuwe kabinet ziet af van dit voornemen wat betekent dat de korting van € 110 miljoen komt te vervallen.
Ad g. Dualiseringskorting In plaats van vermindering van het aantal politieke ambtsdragers met 25% kiest het kabinet voor het toepassen van een dualiseringscorrectie. Hiermee wordt het aantal raadsleden teruggebracht tot het niveau van het aantal gemeenteraadsleden van vóór de dualisering van het gemeentebestuur. Dit houdt in dat het aantal raadsleden wordt teruggebracht met 1500 raadsleden. De besparing wordt gerealiseerd door een uitname uit het gemeentefonds van € 18 miljoen vanaf 2015.
Wat betekent dit nu concreet voor de raming van de algemene uitkering voor de komende jaren? In de raadsinformatiebrieven van 26 juni 2012 en van 23 oktober 2012 hebben we toegelicht dat we in de begroting 2013-2016 tot op heden rekening hebben gehouden met de volgende kortingen op de algemene uitkering:
20130312 Raadsinformatiebrief over de actuele ontwikkelingen algemene uitkering.doc/blz. 4
Verwachte kortingen verwerkt in begroting 2013-2016
2013
2014
75.000
594.408
2015
2016
2017
943.803 1.296.963 2.079.473
Omdat volgens onze berekeningen de volledige structurele korting pas wordt bereikt vanaf 2017 hebben we het bedrag van € 2.079.473 ook steeds in deze raadsinformatiebrieven vermeld. In de huidige begroting 2013-2016 hebben we tot op heden slechts rekening gehouden met een korting van € 1.296.963 (begrotingsjaar 2017 valt nog buiten de huidige begrotingsperiode).
In deze berekening hebben we inschattingen gemaakt voor de gevolgen van: •
de voorgenomen decentralisaties AWBZ en Jeugdzorg
•
de herijking van de clusters van het Gemeentefonds
•
de herdefinitie van het begrip woonruimte volgens de Basisregistratie Adressen en Gebouwen
•
korting op de algemene uitkering als gevolg van het Lente-akkoord
Bij de berekening van deze kortingen zijn we uitgegaan van de afspraak uit de bestuursafspraken 2011-2015 van het vorige kabinet. In deze afspraken was o.a. vastgelegd dat nadelige herverdeeleffecten van de decentralisaties en de andere herverdelingen voor een gemeente in het eerste jaar maximaal € 15 per inwoner is. Vervolgens groeit dit nadeel in vier jaar tijd uit naar het uiteindelijk structureel nadeel. In de raadsinformatiebrief van 22 mei 2012 over de invoering van de BAG en de algemene uitkering hebben we gemeld dat Oirschot door deze wijziging een fors nadeel kan verwachten. Dit komt doordat we met de legerplaats een fors aantal bijzondere woongebouwen hebben die met deze wijziging niet meer meetellen voor de algemene uitkering. We hebben toen concreet een structureel nadeel van € 1 miljoen genoemd. Oirschot neemt als nadeelgemeente deel in de kerngroep die bij de minister heeft aangedrongen op het zoveel mogelijk voorkomen en beperken van onbedoelde herverdeeleffecten.
De gevolgen van het regeerakkoord van het kabinet Rutte II en de uitwerking ervan in de Startnota (met een korting die landelijk oploopt tot € 1.439 miljoen, zie de tabel op blz. 3) zijn voor ons aanleiding om de eerdere berekening te actualiseren.
20130312 Raadsinformatiebrief over de actuele ontwikkelingen algemene uitkering.doc/blz. 5
1. korting algemene uitkering o.b.v. Startnota (effect korting € 1.439) 2. effecten herverdelingen/ decentralisaties vanaf 2014 tot € 60 p.inw. 3. Effect korting Wmo-uitkering Verwachte korting na herberekening
Tot op heden geraamde korting Verschil t.o.v. huidige begroting
2013
2014
2015
2016
2017
-79.195
-12.353
650.961
1.045.141
1.358.391
0 -79.195 voordelig
270.495 pm 258.142 nadelig
544.890 pm 1.195.851 nadelig
823.050 pm 1.868.191 nadelig
1.105.560 pm 2.463.951 nadelig
75.000
594.408
943.803
1.296.963
1.296.963
-154.195 -336.266 voordelig voordelig
252.048 nadelig
571.228 nadelig
1.166.988 nadelig
Nogmaals willen we benadrukken dat de berekeningen, door het ontbreken van duidelijkheid vanuit het rijk, voor een gedeelte gebaseerd zijn op eigen inschattingen. Ook is het nog maar de vraag of alle aangekondigde maatregelen, wijzigingen in de systematiek van de algemene uitkering en decentralisaties ook volgens eerdere planning doorgaan. Bij de komende meicirculaire 2013 hopen we hier meer duidelijkheid over te krijgen. Tot die tijd blijft er volop onduidelijkheid over de algemene uitkering in de komende jaren. Wat al wel duidelijk wordt is dat, als de berekeningen werkelijkheid worden, de gemeente Oirschot niet ontkomt aan aanvullende bezuinigingen. Immers ten opzichte van de huidige begroting 2016 (laatste schijf uit de huidige meerjarenraming) zal de algemene uitkering € 571.228 lager zijn dan geraamd. In 2017 bedraagt de structurele korting € 2.463.951 waardoor de (structurele) aanvullende bezuiniging € 1.166.988 (afgerond € 1.200.000) bedraagt.
4.
Aangekondigde aanvullende bezuinigingen Rutte II (Oranjeakkoord)
Bij punt 3 hebben we de (globaal berekende) gevolgen van het regeerakkoord van het kabinet Rutte II toegelicht. Onlangs is door het kabinet aangekondigd dat, vanwege de economische situatie, aanvullend nog een bedrag van € 4,3 miljard moet worden bezuinigd. Het kabinet is op dit moment bezig een meerderheid te verkrijgen in de Tweede Kamer (het zogenaamd Oranjeakkoord) om deze maatregelen door te voeren. Omdat het nog niet duidelijk is of deze bezuiniging daadwerkelijk wordt doorgevoerd hebben we hiermee in deze berekeningen nog geen rekening gehouden. Wanneer ook deze aanvullende bezuinigingen worden doorgevoerd betekent dit voor Oirschot (globaal) nog een extra korting van jaarlijks € 140.000.
5.
Financieel onderhandelingsakkoord
Door de VNG is namens de gemeenten met het kabinet onderhandeld over een drietal financiële dossiers. Uitgangspunt van het kabinet hierbij was te komen tot afspraken die passen binnen de financiële kaders van 20130312 Raadsinformatiebrief over de actuele ontwikkelingen algemene uitkering.doc/blz. 6
het regeerakkoord. Concreet betreft het de dossiers van de voorgenomen afschaffing van het BTW compensatiefonds (BCF), de wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) en het schatkistbankieren. Na lange onderhandelingen is hierover op 1 februari jl. een akkoord bereikt. Ook over de uitkomsten hiervan willen wij u in deze raadsinformatiebrief nader informeren.
4a.
Voorgenomen afschaffing BTW compensatiefonds (BCF) gaat niet door maar korting blijft
gehandhaafd Dit kabinet had in het Regeerakkoord het voornemen uitgesproken het BCF af te schaffen met ingang van 2014 en de middelen met ingang van 2015 terug te storten in Gemeentefonds. Hierbij zou een structurele korting op het Gemeentefonds worden toegepast van € 484 miljoen. Afschaffing van het BCF zou voor de gemeenten ook een fors incidenteel nadeel voor 2014 betekenen omdat de compensatie in de algemene uitkering pas met ingang van 2015 zou plaatshebben. Via de VNG hebben de gemeenten zich sterk verzet tegen de afschaffing van het BCF. In het onderhandelingsakkoord is nu afgesproken dat de minister afziet van afschaffing van het BCF onder de voorwaarde dat de geraamde structurele korting van € 484 gehandhaafd blijft. In de nieuwe berekening van de verwachte korting op de algemene uitkering hebben we deze korting meegenomen (zie tabel op blz. 3).
4b.
Wet Houdbare overheidsfinanciën (wet HOF)
In de Kadernota 2013 hebben wij u geïnformeerd over de invoering van de wet HOF. Op dit moment is de wet HOF in behandeling bij de Tweede Kamer. In het wetsvoorstel is opgenomen dat medeoverheden een gelijkwaardige inspanning leveren in het kader van het respecteren van de Europese begrotingsdoelstellingen. De wet is er op gericht om het tekort van de totale overheid (het EMU saldo) binnen - 3,0% norm te houden. Het vorige kabinet heeft dit altijd vertaald in de zin dat als het tekort van de totale overheid nul gaat bedragen het emu-tekort van de lagere overheden ook nul behoort te zijn. De gemeenten hebben altijd betoogd dat op grond van hun baten-lastensystematiek er altijd een bepaald tekort beschikbaar moet zijn om te kunnen investeren. Over de ruimte die hiervoor noodzakelijk is verschillen kabinet en mede overheden van mening. In het financieel onderhandelingsakkoord komt het kabinet de lagere overheden tegemoet met de afspraak dat het tekort van in 2017 gaat dalen naar 0,2% van het nationale inkomen. Voor de gemeente Oirschot betekent dit concreet dat in 2013 investeringen gedaan mogen worden tot maximaal € 2,9 miljoen (info septembercirculaire 2012). In de werkgroep Planning en Control van 19 maart a.s. wordt een presentatie verzorgd over de wet HOF.
4c.
Schatkistbankieren
In de Kadernota 2013 hebben wij u ook geïnformeerd over het zogenaamde schatkistbankieren. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen. 20130312 Raadsinformatiebrief over de actuele ontwikkelingen algemene uitkering.doc/blz. 7
De gemeenten hebben hiertegen bezwaar omdat zij autonoom zijn in de wijze waarop zij over hun eigen geld willen beschikken. Bovendien zien zij een lager rendement en administratieve lasten op zich af komen. Het akkoord dat nu is gesloten leidt tot twee aanvullingen in de wet: a. het wordt voor gemeenten mogelijk om overtollige middelen uit te lenen aan andere overheden en daarmee een beter rendement te halen dan bij de schatkist; b. er komt een zogenaamde doelmatigheidsdrempel van 0,75% van het begrotingstotaal met een minimum van € 250.000 per gemeente (maar wel met een maximum van € 2,5 miljoen). Als een gemeente minder overtollige middelen heeft dan deze drempels, dan is schatkistbankieren geen verplichting. Wel moeten de administraties van alle gemeenten klaar worden gemaakt om te kunnen schatkistbankieren (het zogeheten inregelen). Op basis van de nu bekende gegevens betekent het voor Oirschot schatkistbankieren.
De financiële gevolgen van het schatkistbankieren voor Oirschot zijn nu nog niet precies bekend. Feit is wel dat Oirschot minder rente zal ontvangen van het Ministerie dan we nu ontvangen van de bank. Dit betreft met name de € 10 miljoen geoormerkt geld Volkshuisvestingsfonds Laurentius.
6.
Beperking huishoudelijke hulp (Wmo)
Een andere ingrijpende maatregel uit het regeerakkoord is de beperking van de huishoudelijke hulp. De gemeenten ontvangen voor deze taken nu een integratie-uitkering uit het Gemeentefonds. Met ingang van 2014 wordt het beroep op de bestaande huishoudelijke hulp in de Wmo voor nieuwe cliënten beëindigd. Voor bestaande cliënten gaat de maatregel een jaar later in. Het recht op huishoudelijke hulp wordt omgezet in een maatwerkvoorziening. Landelijk gezien gaat het uiteindelijk om een structurele bezuiniging van € 1.140 miljoen op het Gemeentefonds vanaf 2016. De gemeenten behouden hierbij volgens de eerste ramingen slechts 25% van het budget. Voor Oirschot (uitkering 2013 € 1.317.976) gaat het om een verlaging van het budget van € 988.482. Voorlopig gaan we ervan uit dat het budget voor de uitgaven met hetzelfde bedrag wordt verlaagd en de maatregel dus budgettair neutraal is. De vraag is of dit ook in de praktijk zo zal uitpakken. Het gevaar van een open-eindregeling blijft waardoor de gemeenten ook op dit terrein nog een financieel risico lopen. Om die reden hebben we het effect van de korting op de Wmo-uitkering in de tabel op blz. 6 zonder bedrag opgenomen. In dit verband wijzen we ook op de memo van 13 februari 2013 (door de griffier aan u toegestuurd op 14 februari 2013) inzake de besteding van de Wmo-gelden. Hierin hebben we, naar aanleiding van een raadsvraag bij de begrotingsbehandeling op 30 oktober 2012 u geïnformeerd over de besteding van de Wmo-gelden in de jaren 2009 t/m 2012.
7.
Decembercirculaire 2012
Op 20 december 2012 was de decembercirculaire 2012 op internet beschikbaar. De informatiewaarde hiervan voor 2013 en volgende jaren is beperkt. Over de decentralisatie van taken naar gemeenten wordt amper iets gemeld. Voor meer duidelijkheid voor 2013 en volgende jaren wachten we daarom de nadere informatie uit de meicirculaire 2013 af. Bij de komende begrotingsvoorbereidingen gaan we voorlopig uit van 20130312 Raadsinformatiebrief over de actuele ontwikkelingen algemene uitkering.doc/blz. 8
de bijgestelde berekeningen vermeld in de tabel op blz. 6. De integratie-uitkering van de Wmo is voor 2013 € 13.043 hoger dan geraamd. Ook dit nemen we mee bij de doorrekening van de meicirculaire 2013. De decembercirculaire 2012 betekent nog wel een incidentele meevaller door bijbetalingen over 2011 (€ 10.367) en 2012 (€ 33.290). Deze nemen we mee in de jaarrekening 2012.
Bijlagen ter inzage Decembercirculaire 2012
Oirschot, d.d. 12 maart 2013
Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders, Theo van Waes,
Ruud Severijns,
Secretaris
Burgemeester
20130312 Raadsinformatiebrief over de actuele ontwikkelingen algemene uitkering.doc/blz. 9
de gemeentebesturen, ter attentie van de raden en de colleges van B&W
directie Bestuur, Democratie en Financiën afdeling Financieel en Informatiestelsel Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl
eventuele vragen per e-mail
[email protected]
Datum 20 december 2012
Onderwerp Doelstelling
decembercirculaire gemeentefonds 2012 bekendmaking van beleid en het geven van informatie
Relaties met andere circulaires
septembercirculaire 2012 (2012-0000529009); junicirculaire 2012 (2012-0000347667); decembercirculaire 2011 (2011-2000558960); septembercirculaire 2011 (2011-2000409303); meicirculaire 2011 (2011-2000038740)
Geldig tot
1 juli 2013
Kenmerk 2012-0000746361
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
Voorwoord Voor u ligt de decembercirculaire gemeentefonds 2012. In deze circulaire wordt u over de gemeentefondsuitkeringen 2010 en verder geïnformeerd.
Deze circulaire is de eerste in een nieuwe kabinetsperiode. U krijgt een eerste indruk van de gevolgen die het Regeerakkoord voor het gemeentefonds heeft. Over die gevolgen is gesproken met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, en dit gesprek zal de komende maanden worden voortgezet. De gevolgen van het Regeerakkoord zullen verder worden uitgewerkt. De uitkomsten worden in de meicirculaire 2013 en in latere circulaires opgenomen.
Om Nederland sterker uit de huidige crisis te laten komen, is een solide beleid nodig om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Het Regeerakkoord vraagt van iedereen een bijdrage, ook van gemeenten. De keuzes zijn niet eenvoudig, maar de omstandigheden bieden ook kansen om zaken anders te organiseren, zoals bijvoorbeeld door decentralisatie van taken. Voor de gemeenten bevat het Regeerakkoord behalve ombuigingen door de normeringssystematiek ook meer generieke ombuigingen.
Voor de gemeenten ziet het kabinet een belangrijke rol bij het overnemen van het Rijk van overheidstaken. Te noemen zijn de jeugdzorg, delen van de AWBZ, de inkomensondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en taken op het gebied van werk en inkomen, in het bijzonder de Participatiewet. Deze decentralisaties gaan gepaard met de overdracht van veel geld. Aan de overdrachten zijn kortingen verbonden, deels vanwege maatregelen om het beroep op de overheid te verminderen, deels ook omdat gemeentelijke uitvoering tot besparingen leidt. Vanuit hetzelfde perspectief vervalt een groot deel van de integratie-uitkering Wet maatschappelijke ondersteuning. Intensiveringen zijn er bij het armoedebeleid en bij het personeel op het Wmo-terrein.
De invoering van de wet Houdbare overheidsfinanciën wordt voortgezet. Het wetsvoorstel is ingediend bij de Tweede Kamer. Gemeenten gaan daarnaast verplicht schatkistbankieren. Een daartoe strekkend wetsvoorstel, mede gebaseerd op gesprekken met de koepels van de medeoverheden, zal binnenkort aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Het BTWcompensatiefonds wordt afgeschaft. Met de VNG en het IPO is afgesproken om de consequenties van afschaffing goed in kaart te brengen.
De circulaire bevat in beperkte mate uitgewerkte gemeentefondsmutaties, waaronder de extra middelen extramuralisering lage zorgzwaartepakketten Wmo en een éénmalige toevoeging in verband met de regionale uitvoeringsdiensten.
Over het vervolg van de herijking van het gemeentefonds valt op afzienbare termijn een besluit te verwachten, waarbij alle relevante aspecten zorgvuldig zullen worden gewogen.
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
De vraagstukken waarvoor wij ons gezamenlijk geplaatst zien zijn groot. Dat geldt, naast de hiervoor genoemde financiële, ook de bestuurlijke thema’s. Mijn inzet is om in de komende tijd samen met gemeenten te zorgen dat de soms pijnlijke maatregelen werkbaar worden. Ik zie uit naar een goede samenwerking.
Mede namens de staatssecretaris van Financiën, De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
dr. R.H.A. Plasterk
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
Inhoudsopgave
1.
Regeerakkoord .................................................................................................1
2.
Uitkeringsjaar 2010 ...........................................................................................5
2.1.
Definitieve vaststelling uitkeringsfactor ..........................................................5
2.2.
Voorschotbetalingen ....................................................................................5
2.3.
Beschikkingen algemene uitkering .................................................................5
3.
Uitkeringsjaar 2011 ...........................................................................................7
3.1.
Ontwikkeling uitkeringsbasis en voorlopige uitkeringsfactor ..............................7
3.2.
Maatstaven huishoudens ..............................................................................7
3.3.
Voorschotbetalingen ....................................................................................7
4.
Uitkeringsjaar 2012 ...........................................................................................9
4.1.
Transitiekosten Regionale Uitvoeringsdiensten ................................................9
4.2.
Algemene uitkering en uitkeringsfactor...........................................................9
4.3.
Integratie- en decentralisatie-uitkeringen .......................................................9
4.3.1.
Nationaal programma Rotterdam-Zuid ......................................................9
4.3.2.
Focusgemeenten..................................................................................10
4.3.3.
LHBT-emancipatiebeleid........................................................................10
4.3.4.
Nationale gebiedsontwikkeling (Nota Ruimte en BIRK)..............................10
4.3.5.
Green Deal..........................................................................................10
4.3.6.
Bodemsanering....................................................................................10
4.3.7.
Quick Wins Binnenhavens .....................................................................11
4.4. 5.
Voorschotbetalingen ..................................................................................11
Uitkeringsjaar 2013 .........................................................................................13
5.1.
Informatiebeveiligingsdienst .......................................................................13
5.2.
Algemene uitkering, uitkeringsfactor en bedragen per eenheid ........................13
5.3.
Integratie- en decentralisatie-uitkeringen .....................................................13
5.3.1.
Vrouwenopvang ...................................................................................13
5.3.2.
Integratie-uitkering Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)...............14
5.4. 6.
Voorschotbetalingen ..................................................................................14
Overige mededelingen .....................................................................................15
6.1.
Financieel toezicht .....................................................................................15
6.1.1.
Aanpassing Gemeentewet, Provinciewet en BBV ......................................15
6.1.2.
Financieel toezicht in relatie tot generiek toezicht.....................................15
6.1.3.
Financieel toezicht en derivaten .............................................................16
6.2.
Jaarverslag: normering topfunctionarissen....................................................17
6.3.
Wet Houdbare overheidsfinanciën ................................................................17
6.4.
Schatkistbankieren ....................................................................................17
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
Bijlagen Bijlage 1
Decentralisatie-uitkering Focusgemeenten............................................20
Bijlage 2
Decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang.............................................22
Bijlage 3
Integratie-uitkering Wmo...................................................................24
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
1.
Regeerakkoord
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de gevolgen van het Regeerakkoord voor het gemeentefonds. Rijk en medeoverheden voeren bestuurlijk overleg over de financiële gevolgen van het Regeerakkoord, zoals bijvoorbeeld recent op 12 december 2012. Van de zijde van het Rijk is daarbij de bereidheid uitgesproken de uitwerking van maatregelen waar mogelijk gezamenlijk ter hand te nemen, waarbij het financiële kader echter vast ligt. De mutaties in het gemeentefonds die los staan van het Regeerakkoord zijn opgenomen in de volgende hoofdstukken.
Het overzicht van de mutaties gemeentefonds als gevolg van het Regeerakkoord is opgenomen in tabel 1.1.
Tabel 1.1 Mutaties Regeerakkoord met gevolgen gemeentefonds Mutaties gemeentefonds (cumulatief; in miljoenen euro’s) Accres
2013
2014
2015
2016
2017
89
188
123
-268
-541
Lagere apparaatskosten (opschaling)
-60
-120
-180
2.282
2.282
2.282
-239
-239
-239
-239
65
65
65
65
-256
-256
-256
Vermindering raadsleden
110
110
110
Dualiseringskorting
-18
-18
-18
Scootmobielen
-15
-25
-50
-975
-1.140
-1.140
-20
-20
-20
997
371
13
Overboeking vanuit BCF Btw-verhoging 19 naar 21% Btw-correctie accres Onderwijshuisvesting
Wmo
-89
Maatschappelijke stages Totaal
89
-75
1) exclusief intensiveringen, mogelijk gemeentefonds (armoedebeleid vanaf 2014; personeel Wmo vanaf 2017) 2) de mutatie lagere apparaatskosten loopt na 2017 op naar - € 975 mln structureel
Accres De tabel bevat de gevolgen voor de accressen als gevolg van de maatregelen in het Regeerakkoord, zoals vastgesteld in het kader van de Startnota. De eerste jaren is sprake van een verhoging van de accressen, die ook nog iets hoger uitvalt dan in het Regeerakkoord is opgenomen. Dat laatste is het gevolg van een preciezere toepassing van de normeringssystematiek. In latere jaren vertalen de ombuigingen bij het Rijk zich door in een neerwaartse bijstelling van de accressen. De neerwaartse bijstelling is groter dan bij het sluiten van het Regeerakkoord werd ingeschat. Na de doorrekening van het Regeerakkoord door het Centraal Planbureau zijn in de Startnota lagere ramingen van de loonontwikkeling vastgesteld die, doordat zij doorwerken in de rijksbegroting, een neerwaarts effect hebben op de accressen.
Naar het zich laat aanzien zal – los van het Regeerakkoord - het accres 2012 als gevolg van onderuitputting bij het Rijk lager uitvallen dan in de septembercirculaire 2012 is gemeld. De definitieve uitkomst volgt komend voorjaar. December is geen aanpassingsmoment voor de
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
1
accressen. Dat is om het aantal bijstellingen te beperken en omdat de begrotingsuitvoering 2012 nagenoeg rond is. Wij volstaan daarom met deze vooraankondiging. Wij leggen in de meicirculaire 2013 de gevolgen vast van de dan definitieve stand van het accres 2012 voor de verdeling en de bevoorschotting.
Lagere apparaatskosten gemeenten De beoogde opschaling van gemeenten leidt tot besparingen die ontstaan door schaalvoordelen, verminderen van toezicht, vereenvoudiging van regelgeving en minder dubbeling van taken. De besparing gaat uit van een daling van het aantal gemeenteambtenaren doordat gemeenten groter worden of met elkaar gaan samenwerken. Er is uitgegaan van het rekenkundige equivalent van een vermindering met 75 gemeenten in de periode tot 2017. Voor de totale periode komt deze benadering neer op een resterend aantal van 100-150 gemeenten in 2025. Dit leidt tot een uitname uit het gemeentefonds.
Overboeking vanuit BTW-compensatiefonds Sinds 2003 kunnen gemeenten de btw-component van veel van hun uitgaven declareren bij het BTW-compensatiefonds (BCF). Het BCF betaalt in jaar t+1 de declaraties over jaar t. Het BCF betaalt in 2014 de declarabele btw-uitgaven 2013 nog uit. Vanaf 2014 kunnen er geen vorderingen meer ontstaan op het BCF, aangezien het fonds wordt afgeschaft met ingang van 2015. Bij de afschaffing van het BCF komt vanaf 2015 voor het gemeentefonds € 2.282 miljoen beschikbaar. Daarnaast is van het BCF € 150 miljoen gereserveerd voor brutering van specifieke uitkeringen op de departementale begrotingen. Bij de overheveling van de middelen uit het BCF naar het gemeentefonds en het provinciefonds zal een taakstellende structurele korting van € 350 miljoen plaatsvinden, waarvan € 310 miljoen voor het gemeentefonds, mede als gevolg van de hogere groei van het BCF de afgelopen jaren ten opzichte van de accrespercentages.
Met de VNG en het IPO is afgesproken om gezamenlijk de consequenties van de afschaffing in kaart te brengen.
Verhoging btw van 19 naar 21% De btw-verhoging per 1 oktober 2012 van 19% naar 21% doet het BCF stijgen. Deze automatische compensatie die via het BCF voor de btw-verhoging plaatsvindt, wordt – anders dan onder het vorige kabinet, zoals gemeld in hoofdstuk 1 van de septembercirculaire 2012 - door de sector zelf gefinancierd door een structurele uitname uit de fondsen van in totaal € 270 miljoen, waarvan € 239 miljoen voor het gemeentefonds. Omdat het BCF na verstrijken van een jaar uitbetaalt vindt ook de uitname vertraagd plaats, in 2014 voor het eerst met het oog op de hogere btw 2013.
De btw-verhoging heeft een opwaarts effect op de rijksuitgaven, en daarmee op het accres van het gemeentefonds en het provinciefonds. Deze compensatie voor de medeoverheden wordt geraamd op € 70 miljoen, waarvan € 65 miljoen voor het gemeentefonds. Het vorige kabinet bracht in verband hiermee een overeenkomstige accreskorting btw op het gemeentefonds en het provinciefonds aan. Met het oog op de insteek van het huidige kabinet is deze korting nu vanaf 2014 ongedaan gemaakt. Het argument voor de accreskorting is niet meer van toepassing.
2
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
Motie Van Haersma Buma afromen gemeentefonds onderwijshuisvesting Er vindt een uitname uit het gemeentefonds plaats van de middelen die in de verdeling toegerekend worden aan onderwijshuisvesting, maar daar niet aan uitgegeven worden, zoals geconstateerd in de motie Van Haersma Buma (Tweede Kamer, vergaderjaar 20112012, 33 000, nr. 12). In het overleg met de VNG is van de zijde van het Rijk nadrukkelijk aangegeven dat de uitname niet verbonden is aan een gemeentelijke taakwijziging – zoals in verband met het buitenonderhoud primair onderwijs. Het betreft een algemene korting die door het Rijk wordt aangewend voor versterking van het primair onderwijs.
Terugdraaien vermindering politieke ambtsdragers, Initiatiefwet Heijnen (PvdA) Het verminderen van het aantal politieke ambtsdragers met 25% zoals opgenomen in het Regeerakkoord Rutte I vindt voor gemeenten geen doorgang. Het kabinet kiest voor het toepassen van een dualiseringscorrectie conform het wetsvoorstel van het lid Heijnen tot wijziging van de gemeentewet in verband met het terugbrengen van het aantal gemeenteraadsleden tot op het niveau van voor de dualisering van het gemeentebestuur. Dit houdt in dat het aantal raadsleden wordt teruggebracht met 1500 raadsleden. De besparing wordt gerealiseerd door een uitname uit het gemeentefonds van € 18 miljoen.
Verplicht hergebruik scootmobiel/rolstoel etc in de Wmo Hulpmiddelen zoals rolstoelen en scootmobiel worden verstrekt door gemeenten binnen de Wmo. Hiervoor geldt voortaan een plicht tot hergebruik. Er wordt taakstellend uitgegaan van een structurele opbrengst van € 50 miljoen.
Huishoudelijke hulp inkomensafhankelijk beperken Het beroep op de bestaande huishoudelijke hulp in de WMO wordt voor nieuwe cliënten in 2014 beëindigd. Voor bestaande cliënten gaat de maatregel een jaar later in. Gemeenten behouden 25% van het budget voor een maatwerkvoorziening.
Afschaffen wettelijk verplichte maatschappelijke stages De wettelijke verplichte maatschappelijke stages worden per 2015 (voor scholen schooljaar 2015/16) afgeschaft. Daarbij zal een uitname uit de algemene uitkering van het gemeentefonds plaatsvinden (€ 20 miljoen structureel).
De decentralisaties zijn niet in de tabel opgenomen, in afwachting van verdere besluitvorming.
In een overhedenoverleg eind januari zal over het Regeerakkoord nader met de VNG en het IPO worden gesproken.
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
3
4
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
2.
Uitkeringsjaar 2010
2.1.
Definitieve vaststelling uitkeringsfactor
Wij stellen de uitkeringsfactor voor het jaar 2010 definitief vast op 1,547. De definitieve cijfers over de WOZ-waarden 2010 geven geen aanleiding tot het aanpassen van de uitkeringsfactor.
2.2.
Voorschotbetalingen
In de betaalmaand december 2012 wordt de bevoorschotting voor het uitkeringsjaar 2010 aangepast op grond van de informatie in paragraaf 2.1 van deze circulaire en de paragrafen 2.2 en 7.4 van de septembercirculaire 2012.
2.3.
Beschikkingen algemene uitkering
De beschikking waarmee de algemene uitkering voor 2010 wordt vastgesteld zal eind december 2012 naar de gemeenten worden verzonden. Gemeenten waarvoor nog niet alle basisgegevens definitief zijn vastgesteld, zullen de beschikking op een later tijdstip ontvangen.
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
5
6
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
3.
Uitkeringsjaar 2011
3.1.
Ontwikkeling uitkeringsbasis en voorlopige uitkeringsfactor
De uitkeringsfactor stellen wij voorlopig vast op 1,536. Dit is één punt hoger dan de stand van de septembercirculaire 2012 (1,535). De stijging wordt veroorzaakt door het uitdelen van de verdeelreserve 2011 (één punt). De verhoging heeft een structureel effect op de jaren na 2011.
3.2.
Maatstaven huishoudens
Sinds 2011 gebruikt het CBS voor de bepaling van de huishoudenssamenstelling een methode waarbij niet alleen gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA) worden gebruikt, maar ook belastingdienstgegevens over samenwonende paren. Recent is een verbetering in deze methode aangebracht. Door deze verbetering kan bij personen die nog maar kort samen op één adres wonen, beter geschat worden wat hun onderlinge relatie is. Het CBS heeft besloten de verbetering met terugwerkende kracht vanaf 2011 toe te passen.
De verbetering in de bepaling van de huishoudenssamenstelling heeft gevolgen voor de volumina van de maatstaf éénouderhuishoudens en andere maatstaven gerelateerd aan huishoudens. Deze maatstaven komen naast de algemene uitkering voor in de decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang, de decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd en Gezin en de integratieuitkering Wmo. Uit analyse blijkt dat de financiële effecten van de nieuwe huishoudensgegevens, ook voor het afgelopen uitkeringsjaar 2011, beperkt zijn. Wij hebben daarom besloten om met terugwerkende kracht vanaf 2011 van de nieuwe cijfers gebruik te maken. De bedragen per eenheid van de maatstaven worden niet gewijzigd.
3.3.
Voorschotbetalingen
In de betaalmaand december 2012 is de bevoorschotting voor het uitkeringsjaar 2011 aangepast op grond van de informatie uit de paragrafen 3.1 en 3.2.
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
7
8
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
4.
Uitkeringsjaar 2012
4.1.
Transitiekosten Regionale Uitvoeringsdiensten
De algemene uitkering wordt in 2012 éénmalig met € 19,2 miljoen verhoogd in verband met de transitiekosten van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s).
In het bestuurlijk overleg van 31 oktober 2012 is de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu met de VNG en het IPO tot een akkoord gekomen betreffende de compensatie voor de transitiekosten van de vorming van de RUD’s. Alle partijen gaan akkoord met een eenmalige tegemoetkoming van in totaal € 25 miljoen voor gemeenten en provincies, zodat de terugverdientijd kan worden bekort. De verdeling van dit bedrag over gemeenten en provincies is bepaald op basis van de kostenverhoudingen zoals opgenomen in het onderzoek naar de terugverdientijd dat partijen in gezamenlijkheid hebben opgesteld. Het bedrag voor gemeenten van € 19,2 miljoen wordt toegevoegd aan het cluster Fysiek milieu. De verdeling vindt plaats via de volgende maatstaven (mutatie bedragen per eenheid in basis): inwoners (€ 0,16), klantenpotentieel regionaal (- € 0,03), land (€ 0,21), binnenwater (- € 0,02), oppervlakte bebouwing totaal (€ 12,78), woonruimten (€ 0,59), omgevingsadressendichtheid (€ 0,06), bedrijfsvestigingen (€ 2,69) en vast bedrag voor iedere gemeente (€ 213,59). Het resterende bedrag van € 5,8 miljoen is bestemd voor de provincies en wordt toegevoegd aan het provinciefonds. Bij de overdracht van taken en middelen van provincies naar gemeenten zal er rekening mee worden gehouden dat provincies en gemeenten de resterende transitiekosten in gelijke mate kunnen terugverdienen.
4.2.
Algemene uitkering en uitkeringsfactor
Inclusief de aanvullende uitkering bedraagt de algemene uitkering over het jaar 2012 naar huidig inzicht € 15.580,538 miljoen (het verschil ten opzichte van de septembercirculaire 2012 is € 19,2 miljoen). De uitkeringsfactor stellen wij voorlopig vast op 1,506 (was 1,504). De stijging met twee punten ten opzichte van de septembercirculaire 2012 is het gevolg van de uitdeling van de verdeelreserves 2011 (zie paragraaf 3.1) en 2012. De uitkeringsbasis is niet geactualiseerd ten opzichte van de stand septembercirculaire 2012.
4.3.
Integratie- en decentralisatie-uitkeringen
4.3.1.
Nationaal programma Rotterdam-Zuid
De gemeente Rotterdam ontvangt in 2012 éénmalig € 30 miljoen via de decentralisatie-uitkering Nationaal Programma Rotterdam-Zuid.
Het Rijk geeft daarmee een impuls aan de fysieke aanpak in de focuswijken in Rotterdam-Zuid. De rijksbijdrage wordt ingezet voor sloop en onteigening van woningen en is aanvullend op investeringen in de openbare ruimte en leefbaarheid in de betreffende wijken van Rotterdam.
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
9
4.3.2.
Focusgemeenten
De zogenaamde focusgemeenten ontvangen in 2012 gezamenlijk een éénmalige bijdrage van in totaal € 1,776 miljoen voor het realiseren danwel doorontwikkelen van samenhangend onderwijszorg-arbeidsmarktbeleid op lokaal/regionaal niveau dat inwoners in staat stelt naar vermogen te participeren.
In het kader van het project integrale aanpak gemeenten werken het Rijk en twaalf gemeenten (focusgemeenten) samen om kwalitatieve informatie te verwerven over (bedoelde en onbedoelde) effecten van de samenloop van maatregelen in het sociale domein voor gemeenten (en personen) en om innovatieve voorbeelden van integrale aanpakken te verzamelen en te verspreiden onder alle Nederlandse gemeenten. De verdeling over de gemeenten is opgenomen in bijlage 1.
4.3.3.
LHBT-emancipatiebeleid
Via de decentralisatie-uitkering LHBT-emancipatiebeleid (LHBT: Lesbische vrouwen, Homoseksuele mannen, Biseksuelen en Transgender personen) ontvangen de gemeenten Amsterdam en Hengelo in 2012, 2013 en 2014 respectievelijk € 50.000 en € 20.000 per jaar.
Deze gemeenten willen zich inzetten voor de gezamenlijke doelstelling de ‘veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van LHBT verder te bevorderen in Nederland en waar mogelijk ook internationaal’.
4.3.4.
Nationale gebiedsontwikkeling (Nota Ruimte en BIRK)
In paragraaf 7.6 van de septembercirculaire 2012 is voor 2012 ten onrechte een bedrag van € 4,5 miljoen toegekend aan de gemeente Kampen. Dat wordt in deze circulaire rechtgezet. De gemeente Dordrecht ontvangt in 2012 € 2 miljoen ten behoeve van het project Westelijke Dordtse Oever in de Nota Ruimte. Het bedrag wordt uitgekeerd via de decentralisatie-uitkering Nationale gebiedsontwikkeling.
4.3.5.
Green Deal
De gemeente Rotterdam ontvangt in 2012 incidenteel € 60.000 in verband met de Green Deal die op 3 oktober 2011 is gesloten met deze gemeente.
4.3.6.
Bodemsanering
De gemeente Zaanstad ontvangt in 2012 incidenteel € 10 miljoen via de decentralisatie-uitkering Bodemsanering voor de herontwikkeling van het Hembrugterrein.
10
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
4.3.7.
Quick Wins Binnenhavens
De bedragen voor de gemeenten Oss, Bergen op Zoom en Tiel, zoals opgenomen in paragraaf 7.7 van de septembercirculaire 2012, zijn gewijzigd. De nieuwe bedragen zijn als volgt: € 3.828.000 voor de gemeente Oss, € 1.334.990 voor de gemeente Bergen op Zoom en € 851.250 voor de gemeente Tiel. Het bedrag voor de gemeente Venray is ongewijzigd (€ 4 miljoen). 4.4.
Voorschotbetalingen
De gegevens uit deze circulaire leiden tot aanpassing van de voorschotbetalingen op de uitkering over 2012. Het betreft bijstellingen van de bedragen per eenheid (zie paragraaf 4.1), uitkeringsfactor (zie paragraaf 4.2) en decentralisatie-uitkeringen (zie paragrafen 4.3.1 tot en met 4.3.7) die met ingang van de betaalmaand december 2012 geëffectueerd zijn.
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
11
12
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
5.
Uitkeringsjaar 2013
5.1.
Informatiebeveiligingsdienst
Vanaf 2013 wordt de algemene uitkering met structureel € 2 miljoen verlaagd in verband met een jaarlijkse overboeking aan de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG) voor het financieren van een op te zetten Informatiebeveiligingsdienst (IBD). De VNG zal het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) opdracht geven tot het opzetten van de IBD.
De IBD wordt belast met een taak die alle gemeenten nu reeds uitvoeren, maar die met ingang van 2013 collectief wordt georganiseerd. Samenwerking levert hier aantoonbaar voordeel op. De algemene ledenvergadering van de VNG heeft met de uitname uit het gemeentefonds ingestemd. Uiterlijk elke vier jaar kan de bekostigingswijze worden heroverwogen. De verdeling vindt plaats via de uitkeringsfactor.
5.2.
Algemene uitkering, uitkeringsfactor en bedragen per eenheid
Inclusief de aanvullende uitkering bedraagt de algemene uitkering over het jaar 2013 naar huidig inzicht € 15.277,454 miljoen (exclusief effect Regeerakkoord). De uitkeringsfactor stellen wij voorlopig vast op 1,470 (was 1,468). De stijging met twee punten ten opzichte van de septembercirculaire 2012 is het gevolg van de uitdeling van de verdeelreserves 2011 en 2012 (zie de paragrafen 3.1 en 4.2). Voor het uitkeringsjaar 2013 bedraagt de verdeelreserve op dit moment één punt. De uitkeringsbasis is niet geactualiseerd ten opzichte van de stand septembercirculaire 2012.
5.3.
Integratie- en decentralisatie-uitkeringen
5.3.1.
Vrouwenopvang
De gemeente Gouda ontvangt in zowel 2013 als 2014 een bedrag van € 0,229 miljoen via de decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang ten behoeve van het tienermoederopvanghuis van Siriz. In 2015 treedt naar verwachting het nieuwe stelsel voor vrouwenopvang in werking. Het is het voornemen om gelijktijdig de opvang van tienermoeders onder te brengen in het stelsel van de maatschappelijke opvang. In afwachting daarvan wordt de bijdrage aan de gemeente Gouda ten behoeve van het tienermoederopvanghuis van Siriz in de jaren 2013 en 2014 voortgezet.
De verdeling van de decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang 2013 over de gemeenten is opgenomen in bijlage 2.
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
13
5.3.2.
Integratie-uitkering Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Extramuraliseren lage ZZP’s voor gemeenten In paragraaf 5.4 van de septembercirculaire 2012 zijn nadere mededelingen aangekondigd over de maatregel uit het Begrotingsakkoord 2013 om de lichte zorgzwaartepakketten (ZZP 1 t/m 3) in de AWBZ voor nieuwe cliënten per 1 januari 2013 te extramuraliseren. Deze hervorming houdt in dat nieuwe cliënten geen lichte intramurale zorg meer geïndiceerd krijgen, maar met extramurale zorg in hun eigen omgeving geholpen worden.
Op basis van consultatie van diverse (veld)partijen, waaronder de VNG, is het kabinet tot de conclusie gekomen dat invoering van deze maatregel per 1 januari 2013 verantwoord is voor de zorgzwaartepakketten VV1 en VV2 (sector verpleging en verzorging), GGZ1 en GGZ2 (geestelijke gezondheidszorg) en VG1 en VG2 (verstandelijke gehandicaptenzorg).
Het gaat daarbij om nieuwe cliënten van 23 jaar en ouder. Het merendeel van de populatie waarop deze maatregel betrekking heeft, zijn ouderen met lichte beperkingen. Deze mensen zullen mogelijk langer een beroep doen op huishoudelijke verzorging. Ter compensatie van de extra kosten voor gemeenten wordt voor 2013 incidenteel € 15 miljoen toegevoegd aan de integratieuitkering voor huishoudelijke hulp. De effecten voor 2014 en verder worden nader in beeld gebracht, waarbij naast de Wmo ook naar andere relevante gemeentelijke domeinen wordt gekeken. De verdeling van de integratie-uitkering Wmo 2013 over de gemeenten is opgenomen in bijlage 3.
5.4.
Voorschotbetalingen
De voorschotbetalingen op de algemene uitkering over 2013 zullen gebaseerd worden op de voorlopige uitkeringsfactor volgens deze circulaire en de voorlopige bedragen per eenheid die in de septembercirculaire 2012 in bijlage 1 zijn opgenomen.
14
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
6.
Overige mededelingen
6.1.
Financieel toezicht
In onderstaande paragrafen wordt u over een aantal ontwikkelingen die verband houden met financieel toezicht nader geïnformeerd.
6.1.1.
Aanpassing Gemeentewet, Provinciewet en BBV
In juni 2012 is een wetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet en de Provinciewet aan de Tweede Kamer aangeboden in verband met het aanpassen van enkele bepalingen inzake het financieel toezicht op gemeenten en provincies. De reden van dit wetsvoorstel is tweeledig. In de eerste plaats wordt in het belang van de horizontale verantwoording en het verticale toezicht het bestaande begrip “evenwicht” in de wet nader gepreciseerd, in die zin dat het een “structureel en reëel evenwicht” dient te zijn. Daarmee wordt nadrukkelijker benoemd dat in de begroting structurele lasten gedekt dienen te worden door structurele baten. In de tweede plaats wordt een beperkte vermindering van de regel- en verantwoordingsdruk bewerkstelligd. In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) vindt een nadere uitwerking van beiden plaats. Tevens wordt het BBV aangepast naar aanleiding van de uitkomsten van de evaluatie van de financiële functie. Ten aanzien van het wetsvoorstel zijn vragen van de Tweede Kamer inmiddels beantwoord. Over de beoogde aanpassing van het BBV is advies ontvangen van de VNG en het IPO. Over de datum van inwerkingtreding van de aanpassingen wordt u nader geïnformeerd.
6.1.2.
Financieel toezicht in relatie tot generiek toezicht
In tegenstelling tot wat soms wordt gedacht, maakt het financiële toezicht geen onderdeel uit van de Wet Revitalisering Generiek Toezicht (RGT) die per 1 oktober 2012 is ingevoerd. Het interbestuurlijke toezicht (IBT) uit de wet is alleen gericht op de uitvoering van wettelijke medebewindstaken. Gezien het belangrijkste oogmerk van het financieel toezicht, namelijk voorkomen dat gemeenten hun financiële problemen krachtens artikel 12 van de Financiëleverhoudingswet op de collectiviteit afwentelen, is al door de commissie Oosting geconstateerd dat de filosofie achter het herziene interbestuurlijke toezicht uit de Wet RGT niet geschikt is voor toepassing in het financieel toezicht.
Het financiële toezicht is een toezichtvorm die niet wordt gewijzigd door de wet RGT en die wordt uitgevoerd door provincies op de gemeenten en hun gemeenschappelijke regelingen en door het ministerie van BZK op de provincies en de gemeenschappelijke regelingen waarin provincies participeren. Daarbij wordt er vooral op gelet of de begroting structureel in evenwicht is. Er is een overeenkomst met het generieke toezicht in de zin dat de financieel toezichthouders streven naar versterking van de horizontale verantwoording en meer risico-oriëntatie bij de uitvoering van het toezicht.
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
15
In het kader van het financieel toezicht wordt jaarlijks onderzoek gedaan naar één of meerdere specifieke onderwerpen die daar aanleiding toe geven (de zogenaamde variabele onderzoeken). De afgelopen jaren heeft bijvoorbeeld onderzoek plaatsgevonden naar de grondexploitatie.
6.1.3.
Financieel toezicht en derivaten
De financiële toezichthouders bij het Rijk en de provincies houden ook toezicht op de toepassing van de Wet Financiering decentrale overheden (Fido)1 en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Mede naar aanleiding van berichten over het gebruik van derivaten door (semi-) publieke instellingen, wordt u hieronder op een aantal aspecten gewezen die bij het gebruik van derivaten van belang zijn.
In de eerste plaats bepalen de Wet Fido en de Ruddo dat het niet is toegestaan derivaten te gebruiken om tegenover het nemen van risico inkomen te genereren. Evenmin is het toegestaan om derivaten te gebruiken indien een renterisico, in verband met een geldlening, zich niet voordoet. Dit laatste is het verbod op het nemen van een zogenaamde “open positie”.
Het tweede aspect dat aandacht vraagt, betreft de inhoud van een zogenoemde Credit Support Annex (CSA). Een CSA bepaalt hoe partijen die een derivaat afsluiten met tegenpartijrisico omgaan. Onderpandverplichtingen kunnen deel uitmaken van een CSA. Gemeenten doen er goed aan een adequate CSA met de tegenpartij af te spreken zodat het tegenpartijrisico effectief wordt beheerst. Daarnaast wordt uw aandacht gevraagd voor de ontbindende voorwaarden die door verstrekkers van derivaten worden gehanteerd. Deze maken het soms mogelijk dat een contract met onmiddellijke ingang kan worden beëindigd, bijvoorbeeld wanneer de rating van de verstrekker wijzigt. Het derivaat wordt in dat geval afgerekend tegen de dan geldende marktwaarde. Wanneer de rente op dat moment lager is dan de verzekerde rente, kan dit (afhankelijk van de omvang van het derivaat) grote financiële consequenties hebben. Het dringende advies is daarom eenzijdige ontbindende voorwaarden te vermijden.
Wellicht ten overvloede wordt u er op gewezen dat het gebruik van derivaten bij gemeenschappelijke regelingen onderhevig is aan dezelfde wet- en regelgeving als bij provincies en gemeenten. Het verzoek is om het voorgaande onder de aandacht te brengen van de gemeenschappelijke regelingen waaraan u deelneemt. De overige verbonden partijen waarbij u als provincie of gemeente betrokken bent vallen niet onder de wet Fido en de Ruddo. Echter, voor een beoordeling of er sprake is van prudent gebruik van derivaten kunnen de vermelde aandachtspunten als vertrekpunt gelden.
1 Hoe de voor het toezicht benodigde gegevens ingericht worden, is in artikel 8 van de Wet Fido en in de Uitvoeringsregeling financiën decentrale overheden (Ufdo) vastgesteld.
16
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
6.2.
Jaarverslag: normering topfunctionarissen
Op 13 november 2012 heeft de Eerste Kamer met algemene stemmen de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) aangenomen. Dit betekent dat per 1 januari 2013 topfunctionarissen niet meer mogen verdienen dan € 228.599. Ontslagvergoedingen worden gemaximeerd op € 75.000. Voor bestaande arbeidsverhoudingen geldt een overgangsrecht waarbij de bezoldiging in de eerste vier jaar niet wordt aangetast. Daarna wordt de bezoldiging in een periode van drie jaar naar de WNT-norm teruggebracht. De WNT-norm is gebaseerd op 130% van het ministerssalaris. In het Regeerakkoord is aangegeven dat de WNT-norm op termijn zal worden verlaagd naar het salarisniveau van een minister.
In 2014 zal er voor het eerst gerapporteerd moeten worden over de verstrekte salarissen. Gedeputeerde staten, de colleges van B&W en de dagelijks besturen van waterschappen zijn hiervoor verantwoordelijk. In het jaarverslag van de organisatie zullen de salarissen van alle topfunctionarissen moeten worden opgenomen, ongeacht of ze de norm overschrijden. De salarissen van ‘gewone’ medewerkers moeten ook openbaar gemaakt worden indien die de norm overschrijden. Als topfunctionaris gelden bijvoorbeeld de secretaris en de griffier. Politieke ambtsdragers vallen niet onder de WNT. Overtredingen van de norm worden door de accountant aan het ministerie van BZK gemeld. In de loop van 2013 ontvangt u meer informatie over de WNT. Zie ook www.topinkomens.nl. In 2013 zal voor de laatste keer in het kader van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) gerapporteerd moeten worden. De WOPT-norm wordt medio februari gepubliceerd.
6.3.
Wet Houdbare overheidsfinanciën
De invoering van de wet Houdbare overheidsfinanciën (Hof) zal worden voortgezet. Inhoudelijk heeft het wetsvoorstel geen wijziging ondergaan ten opzichte van de stand septembercirculaire 2012 (paragraaf 8.6.1). Het wetsvoorstel is in september aan de Tweede Kamer aangeboden. In november heeft een zogenaamde rondetafelgesprek plaatsgevonden, waarbij de VNG en het IPO in de gelegenheid zijn gesteld om hun mening over het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer voor het voetlicht te brengen.
6.4.
Schatkistbankieren
In het Regeerakkoord is het verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden herbevestigd. Door het verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden daalt de schuld van Nederland en worden tevens de risico’s van beleggen voor decentrale overheden tot nul gereduceerd. Op 2 november 2012 heeft de Ministerraad met het wetsvoorstel ingestemd, waarna het naar de Raad van State is gestuurd.
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
17
18
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
Bijlagen Decembercirculaire gemeentefonds 2012
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
19
Bijlage 1
Decentralisatie-uitkering Focusgemeenten
20
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
Decentralisatie-uitkering Focusgemeenten (bedragen in euro's) Gemeente Bedrag 2012 Amsterdam 148.000 Breda 148.000 Eindhoven 148.000 Emmen 148.000 Enschede 148.000 Hoogeveen 148.000 Leeuwarden 148.000 Pijnacker-Nootdorp 74.000 Raalte 148.000 Rotterdam 148.000 Tynaarlo 148.000 Zaanstad 148.000 Zoetermeer 74.000 Totaal 1.776.000
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
21
Bijlage 2
Decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang
22
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
Decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang (bedragen in euro's) Gemeente Bedrag 2013 Alkmaar Almere Amersfoort Amsterdam Apeldoorn Arnhem Breda Delft Den Helder Dordrecht Ede Eindhoven Emmen Enschede Gouda Groningen Haarlem Heerlen Helmond Hilversum Leeuwarden Leiden Maastricht Nijmegen Rotterdam 's-Gravenhage 's-Hertogenbosch Spijkenisse Tilburg Utrecht Venlo Vlaardingen Vlissingen Zaanstad Zwolle Totaal
2.006.818 1.920.488 1.838.217 8.561.116 2.444.173 5.697.212 6.330.661 1.793.581 963.174 1.902.746 1.331.017 2.767.738 2.175.464 3.179.767 2.119.653 3.914.620 2.729.457 1.353.518 1.043.331 1.210.315 4.374.555 4.241.835 2.602.986 2.432.622 6.055.321 5.424.457 3.266.643 1.311.682 5.089.612 5.347.421 2.292.959 999.204 1.765.193 1.512.965 3.333.480 105.334.000
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
23
Bijlage 3
Integratie-uitkering Wmo
24
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
Integratie-uitkering Wmo (bedragen in euro's) Gemeente Bedrag 2013 Gemeente Aa en Hunze 2.635.526 Borsele Aalburg 1.000.276 Boskoop Aalsmeer 2.092.489 Boxmeer Aalten 3.031.079 Boxtel Achtkarspelen 2.958.958 Breda Alblasserdam 1.884.832 Brielle Albrandswaard 1.362.940 Bronckhorst Alkmaar 8.916.303 Brummen Almelo 8.137.227 Brunssum Almere 10.569.843 Bunnik Alphen aan den Rijn 5.654.994 Bunschoten Alphen-Chaam 765.584 Buren Ameland 294.998 Bussum Amersfoort 10.515.727 Capelle aan den IJssel Amstelveen 7.437.910 Castricum Amsterdam 62.697.445 Coevorden Apeldoorn 15.800.676 Cranendonck Appingedam 1.940.201 Cromstrijen Arnhem 14.179.919 Cuijk Assen 6.512.810 Culemborg Asten 1.302.245 Dalfsen Baarle-Nassau 762.445 Dantumadiel Baarn 2.725.008 De Bilt Barendrecht 2.754.734 De Marne Barneveld 3.539.300 De Ronde Venen Bedum 1.064.866 De Wolden Beek 1.862.824 Delft Beemster 691.178 Delfzijl Beesel 1.394.921 Den Helder Bellingwedde 1.300.794 Deurne Bergambacht 762.895 Deventer Bergeijk 1.394.243 Diemen Bergen L 1.519.934 Dinkelland Bergen NH 2.899.200 Dirksland Bergen op Zoom 7.327.596 Doesburg Berkelland 4.623.072 Doetinchem Bernheze 2.275.974 Dongen Bernisse 967.750 Dongeradeel Best 2.188.360 Dordrecht Beuningen 1.893.066 Drechterland Beverwijk 4.144.568 Drimmelen Binnenmaas 2.367.621 Dronten Bladel 1.552.512 Druten Blaricum 601.637 Duiven Bloemendaal 1.460.686 Echt-Susteren Boarnsterhim 1.642.003 Edam-Volendam Bodegraven-Reeuwijk 2.313.271 Ede Boekel 703.517 Eemnes Borger-Odoorn 2.801.791 Eemsmond Borne 1.994.457 Eersel
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
Bedrag 2013 1.885.569 1.125.005 2.528.728 2.724.195 16.100.145 1.174.919 3.941.248 2.243.282 4.312.106 1.023.558 1.229.699 1.756.765 3.066.476 6.107.823 2.976.937 4.185.420 1.813.848 1.122.978 2.300.787 2.081.110 2.275.073 2.363.452 3.970.831 1.321.783 2.760.443 2.416.297 8.760.201 3.644.211 6.597.616 2.897.733 9.332.078 1.898.408 2.160.801 821.653 1.350.680 6.131.074 2.369.274 2.801.398 12.146.278 1.322.541 2.340.048 3.009.387 1.502.371 1.864.929 3.712.198 1.955.348 9.062.562 562.879 1.963.478 1.576.719
25
Integratie-uitkering Wmo (bedragen in euro's) Gemeente Bedrag 2013 Eijsden-Margraten 2.208.586 Eindhoven 23.032.126 Elburg 1.853.667 Emmen 13.839.246 Enkhuizen 1.746.219 Enschede 17.078.199 Epe 3.645.974 Ermelo 2.874.072 Etten-Leur 3.705.581 Ferwerderadiel 837.077 Franekeradeel 2.358.291 Gaasterlan-Sleat 1.096.574 Geertruidenberg 2.020.336 Geldermalsen 1.883.297 Geldrop-Mierlo 3.705.115 Gemert-Bakel 2.430.063 Gennep 1.970.968 Giessenlanden 928.856 Gilze en Rijen 2.205.273 Goedereede 1.046.638 Goes 4.363.719 Goirle 2.016.800 Gorinchem 3.590.698 Gouda 6.244.317 Graafstroom 595.405 Graft-De Rijp 463.234 Grave 1.159.342 Groesbeek 2.316.312 Groningen 15.586.491 Grootegast 1.142.864 Gulpen-Wittem 1.561.542 Haaksbergen 2.242.074 Haaren 1.222.253 Haarlem 14.051.197 Haarlemmerliede Spaarnw 408.046 Haarlemmermeer 8.695.581 Halderberge 3.084.826 Hardenberg 5.433.835 Harderwijk 4.070.766 Hardinxveld-Giessendam 1.576.772 Haren 1.832.097 Harenkarspel 1.128.041 Harlingen 1.857.080 Hattem 1.109.452 Heemskerk 3.871.235 Heemstede 2.497.135 Heerde 1.823.169 Heerenveen 4.924.343 Heerhugowaard 3.610.089 Heerlen 13.704.869
26
Gemeente Heeze-Leende Heiloo Hellendoorn Hellevoetsluis Helmond Hendrik-Ido-Ambacht Hengelo O Het Bildt Heumen Heusden Hillegom Hilvarenbeek Hilversum Hof van Twente Hollands Kroon Hoogeveen Hoogezand-Sappemeer Hoorn Horst aan de Maas Houten Huizen Hulst IJsselstein Kaag en Braassem Kampen Kapelle Katwijk Kerkrade Koggenland Kollumerland en Nwkruisl Korendijk Krimpen aan den IJssel Laarbeek Landerd Landgraaf Landsmeer Langedijk Lansingerland Laren Leek Leerdam Leeuwarden Leeuwarderadeel Leiden Leiderdorp Leidschendam-Voorburg Lelystad Lemsterland Leudal Leusden
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
Bedrag 2013 1.361.031 1.957.167 3.373.503 3.160.746 8.019.118 1.843.902 8.524.074 1.154.137 1.236.019 3.565.499 1.852.504 1.166.067 8.549.332 3.580.902 3.670.692 6.768.314 4.764.470 6.082.358 3.545.150 2.245.562 3.486.219 3.185.269 2.368.892 1.772.410 4.517.707 993.198 4.971.574 7.066.281 1.487.976 1.420.205 837.056 2.603.589 1.807.217 1.163.890 4.910.836 838.220 1.661.320 2.401.340 943.564 2.071.430 2.275.138 10.980.134 1.087.202 9.147.778 2.297.040 7.743.105 5.685.474 1.235.958 3.115.156 1.863.177
Integratie-uitkering Wmo (bedragen in euro's) Gemeente Bedrag 2013 Liesveld 588.862 Lingewaal 782.244 Lingewaard 3.708.699 Lisse 2.032.521 Littenseradiel 810.968 Lochem 3.389.297 Loon op Zand 2.265.847 Lopik 848.005 Loppersum 1.141.286 Losser 2.478.283 Maasdonk 798.645 Maasdriel 1.908.165 Maasgouw 2.791.027 Maassluis 3.200.372 Maastricht 14.782.236 Marum 866.697 Medemblik 3.386.991 Meerssen 1.992.935 Menameradiel 1.276.206 Menterwolde 1.309.809 Meppel 3.270.250 Middelburg 5.056.100 Middelharnis 1.884.417 Midden Drenthe 3.447.881 Midden-Delfland 1.046.816 Mill en Sint Hubert 1.049.595 Millingen aan de Rijn 591.801 Moerdijk 3.292.234 Montferland 3.807.659 Montfoort U 806.435 Mook en Middelaar 658.138 Muiden 447.580 Naarden 1.251.024 Neder-Betuwe 1.830.022 Nederlek 1.302.093 Nederweert 1.545.149 Neerijnen 827.019 Nieuwegein 4.834.564 Nieuwkoop 1.914.146 Nieuw-Lekkerland 606.673 Nijkerk 2.965.154 Nijmegen 15.492.698 Noord-Beveland 806.967 Noordenveld 3.349.339 Noordoostpolder 3.696.698 Noordwijk 2.334.490 Noordwijkerhout 1.385.952 Nuenen c.a. 1.615.444 Nunspeet 2.457.294 Nuth 1.743.813
Gemeente Oegstgeest Oirschot Oisterwijk Oldambt Oldebroek Oldenzaal Olst-Wijhe Ommen Onderbanken Oost Gelre Oosterhout Oostflakkee Ooststellingwerf Oostzaan Opmeer Opsterland Oss Oud-Beijerland Oude IJsselstreek Ouder-Amstel Ouderkerk Oudewater Overbetuwe Papendrecht Peel en Maas Pekela Pijnacker-Nootdorp Purmerend Putten Raalte Reimerswaal Renkum Renswoude Reusel-De Mierden Rheden Rhenen Ridderkerk Rijnwaarden Rijnwoude Rijssen-Holten Rijswijk Roerdalen Roermond Roosendaal Rotterdam Rozendaal Rucphen Schagen Schermer Scherpenzeel
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
Bedrag 2013 1.409.646 1.317.976 2.459.638 5.900.540 1.826.688 3.416.793 1.708.895 1.588.686 917.404 2.886.330 5.144.414 1.036.002 3.035.640 712.791 888.934 2.917.419 8.234.836 1.834.738 4.539.183 970.996 620.643 732.554 3.354.231 2.713.116 3.631.247 1.890.318 2.451.061 7.796.461 2.083.723 3.324.007 2.004.338 3.650.531 250.977 942.585 5.749.879 1.774.742 5.251.931 1.019.334 1.300.391 3.315.258 6.290.561 2.145.303 6.432.432 8.163.339 66.960.334 93.044 2.599.842 1.862.784 294.664 708.060
27
Integratie-uitkering Wmo (bedragen in euro's) Gemeente Bedrag 2013 Schiedam 8.126.394 Schiermonnikoog 142.670 Schijndel 2.073.488 Schinnen 1.307.016 Schoonhoven 1.095.402 Schouwen-Duiveland 3.610.474 's-Gravenhage 46.149.061 's-Hertogenbosch 12.796.826 Simpelveld 1.278.408 Sint-Anthonis 986.133 Sint-Michielsgestel 2.358.366 Sint-Oedenrode 1.572.403 Sittard-Geleen 11.948.265 Skarsterlan 2.702.470 Sliedrecht 2.831.278 Slochteren 1.331.453 Sluis 3.040.061 Smallingerland 6.267.473 Soest 4.136.711 Someren 1.556.858 Son en Breugel 1.335.237 Spijkenisse 6.534.254 Stadskanaal 4.955.228 Staphorst 955.456 Stede Broec 1.757.931 Steenbergen 2.295.413 Steenwijkerland 4.942.133 Stein 2.857.651 Stichtse Vecht 4.483.230 Strijen 800.254 Sudwest Fryslan 8.283.955 Ten Boer 654.692 Terneuzen 6.619.949 Terschelling 411.613 Texel 1.261.361 Teylingen 2.353.489 Tholen 2.600.491 Tiel 3.479.299 Tilburg 20.236.417 Tubbergen 1.764.368 Twenterand 3.108.984 Tynaarlo 3.146.544 Tytsjerksteradiel 3.185.766 Ubbergen 1.095.253 Uden 3.541.979 Uitgeest 745.699 Uithoorn 2.246.301 Urk 723.508 Utrecht 19.952.750 Utrechtse Heuvelrug 4.569.869
28
Gemeente Vaals Valkenburg aan de Geul Valkenswaard Veendam Veenendaal Veere Veghel Veldhoven Velsen Venlo Venray Vianen Vlaardingen Vlagtwedde Vlieland Vlissingen Vlist Voerendaal Voorschoten Voorst Vught Waalre Waalwijk Waddinxveen Wageningen Wassenaar Waterland Weert Weesp Werkendam West Maas en Waal Westerveld Westervoort Westland Weststellingwerf Westvoorne Wierden Wijchen Wijdemeren Wijk bij Duurstede Winsum Winterswijk Woensdrecht Woerden Wormerland Woudenberg Woudrichem Zaanstad Zaltbommel Zandvoort
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
Bedrag 2013 1.271.864 2.175.031 3.307.960 3.775.908 5.399.213 1.880.846 3.039.719 3.828.716 6.607.603 11.768.368 3.954.440 1.604.890 8.585.146 2.415.328 113.398 5.581.327 781.798 1.306.452 1.905.042 2.380.379 2.265.183 1.309.409 4.698.165 2.122.260 2.627.912 1.857.952 1.310.285 5.070.580 1.578.106 2.079.349 1.566.483 2.252.460 1.239.230 7.790.776 3.088.449 1.185.010 1.868.921 3.416.447 1.782.621 1.466.988 1.190.250 3.422.951 2.042.810 3.479.918 1.359.817 922.483 1.173.279 14.160.739 2.040.058 2.129.172
Integratie-uitkering Wmo (bedragen in euro's) Gemeente Bedrag 2013 Zederik 990.204 Zeevang 422.399 Zeewolde 982.028 Zeist 5.829.205 Zevenaar 3.319.568 Zijpe 876.219 Zoetermeer 9.468.561 Zoeterwoude 704.557 Zuidhorn 1.518.491 Zuidplas 2.599.839 Zundert 2.288.219 Zutphen 5.022.557 Zwartewaterland 1.629.618 Zwijndrecht 4.895.621 Zwolle 9.913.165 Totaal 1.547.507.000
DECEMBERCIRCULAIRE GEMEENTEFONDS
2012
29