Kirsten van den Berg
“DEAL” Een onderzoek naar de motieven van bedrijven voor het wel of niet geven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties.
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
05-06-2012 Begeleider: Willem Buffing Tweede begeleider: Marcel van der Lugt
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
2
Filmset DEAL Barcelona september 2011, OneBigAgency, 2011
2
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
3
Voorwoord Nederlandse film heeft altijd al mijn interesse gehad. Crowdfunding was daarentegen voordat ik dit onderzoeksrapport schreef een vrij onbekend en daardoor des te interessant begrip voor mezelf en de massa. Niet alleen ik, maar heel Nederland stond in het teken van crowdfunding, maar wie kon precies zeggen wat het begrip crowdfunding inhield en wat het voor de Nederlandse filmindustrie kan betekenen? Vijf maanden liep ik stage bij reclamebureau CCCP en hier ben ik in aanraking gekomen met Cinecrowd. Een crowdfundingplatform gericht op de financiering van Nederlandse film producties. Reuze interessant, omdat hier mijn affiniteit met film en studie Media Marketing & Publishing samen kwamen. Het maakte me niet uit hoe, maar ik wilde aandeel hebben in zo’n gecrowdfunde film. Dit heeft geresulteerd in de functie ‘runner’ bij de filmproductie ‘Morgen is alles beter’ van regisseur Floris van Parlevliet. En mijn naam op de aftiteling. Vier maanden later ben ik stage gaan lopen bij wederom een reclamebureau, OneBigAgency. Hier kreeg ik te maken met DEAL, een filmproductie van regisseur Eddy Terstall. Ook een mede door middel van crowdfunding gefinancierde filmproductie. Na de functie van runner ben ik in de postproductie gerold als contactpersoon van de partners van de filmproductie DEAL. Ik heb het proces van het aantrekken van investeerders, de vormgeving van de filmposters/trailers, de grading en de realisatie van de première meegemaakt en helpen realiseren. Een goede basis om me verder te verdiepen in de wereld van crowdfunding in relatie tot Nederlandse film. Dit onderzoeksrapport schreef ik omdat ik vind dat er nog veel meer met crowdfunding kan dan er tot nu toe is gerealiseerd. Crowdfunding heeft de potentie om nog meer creatieve projecten op gebied van film te financieren en zo creatief talent een kans te geven. Ik hoop u als lezer te kunnen inspireren en adviseren over het inzetten van bedrijven voor crowdfunding bij Nederlandse filmproducties. Bij het schrijven van dit onderzoeksrapport heb ik veel baat gehad bij de kritische blikken van de familie Michels- Huyskens. Heel graag wil ik dan ook bedanken: Wil Michels, Ineke Huyskens, Milan Michels en Yara Michels. Ook bedank ik Peggy Stein voor het beschikbaar stellen van informatie met betrekking tot de filmproductie DEAL. Ik bedank graag mijn collega’s van OneBigAgency met in het bijzonder Marjo Duiveman, zonder haar waren mijn modellen lang niet zo mooi geweest. Marijn Baar en Jantien Kingma hebben de afgelopen maanden regelmatig spelfouten uit mijn rapport gehaald en mij daarnaast mentaal ondersteund. En dankjewel Tessy Ruijgrok voor je kritische blik op mijn Engels taalgebruik. Als laatste wil ik graag Willem Buffing bedanken voor het geven van sturing tijdens het schrijven van dit onderzoekrapport. Met vriendelijke groeten, Kirsten van den Berg
3
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
4
Beste Kirsten,
We hebben je bijdrage van 25 euro voor de film 'Een leven lang nieuwsgierig' ontvangen. Bedankt voor je bijdrage! U heeft als reward 'u wordt persoonlijk op de hoogte gehouden van de vorderingen, u ontvangt een DVD van de documentaire en een los exemplaar van het tijdschrift Zenit of Pythagoras.' gekozen. De producent van 'Een leven lang nieuwsgierig' zal spoedig contact met u opnemen om te bespreken hoe & wanneer u de reward kan ontvangen. Heeft u nog vragen? Neem contact op met
[email protected] of kijk bij de veelgestelde vragen op de website. Tot snel! Het CineCrowd team
Een leven lang nieuwsgierig, 2012
4
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
5
5
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
6
Samenvatting A movie, a company, 2000 euro. DEAL. Het marktaandeel van de Nederlandse film beleefde in 2011 met 22% een hoogtepunt. De reden voor consumenten om steeds meer te kiezen voor een Nederlandse film is te verklaren door de verbeterde kwaliteit, stijging van het aanbod, inzet van marketing/promotie en opkomst van Nederlandse filmsterren. Daarnaast neemt de financiële steun aan Nederlandse filmproducties vanuit de Rijksoverheid aan het Nederlands Filmfonds af. Producenten proberen de financiering van hun filmproducties rond te krijgen door investeringen aan te trekken van marktpartijen, private investeerders, bijdragen van het Nederlands
Filmfonds
en
fiscale
regelingen
in
het
buitenland.
Een
kans
voor
crowdfundingplatforms gericht op Nederlandse filmproducties is de potentiële financiële steun vanuit het bedrijfsleven. Crowdfunding is een manier om het financiële gat te vullen tussen de bedragen die direct betrokkenen, familie, vrienden, kennissen kunnen bijdragen en de grote bedragen van professionele investeerders en kredietverstrekkers. Het doel is om de massa zo enthousiast te krijgen dat ze hun enthousiasme om willen zetten in een financiële bijdrage. Er zijn verschillende definities van crowdfunding. In dit onderzoeksrapport wordt gewerkt met de volgende definitie van crowdfunding: “Crowdfunding representeert de mogelijkheid om voor een bepaald project via een open oproep – met behulp van internet – een vooraf bepaalde hoeveelheid financiële middelen te vergaren van een ongedefinieerd (en groot) netwerk van mensen, in ruil voor een immateriële, dan wel materiële beloning.” (Bekkers & Wiepking, 2012) Elk crowdfundingproject bevat een tijdslimiet en streefbedrag. Afhankelijk van de hoogte van de donatie krijgt de participant (donateur) een tegenprestatie die zowel financieel, materieel als immaterieel kan zijn. In de kunst- en cultuur sector, waar Nederlandse film onder valt, wordt vooral met de laatste vorm gewerkt. Deze tegenprestaties verschillen per crowdfundingplatform en zijn gekoppeld aan bepaalde waarden en de hoogte van de donatie.
Film
voldoet
aan
de
drie
meest
kritische
eisen
voor
een
succesvol
crowdfundingproject. Het doet namelijk een beroep op een groot geïnteresseerd publiek film-gangers, er gemakkelijk aantrekkelijke perks worden aangeboden. En bovendien hebben regisseurs en productiemaatschappijen vaak al een community. Uit verschillende gesprekken met betrokkenen bij crowdfunding initiatieven blijkt dat al veel over de motieven van particuliere donateurs te weten is gekomen, maar dat er nog weinig aandacht is geweest voor de motieven van bedrijven. Vanuit deze constatering is besloten onderzoek te doen naar de vraag: “Welke motieven kunnen aangesproken worden bij bedrijven voor het wel of niet geven van een financiële bijdrage aan Nederlandse
6
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
7
filmproducties door middel van crowdfunding?” Daarbij richt het onderzoek zich specifiek op crowdfundingprojecten voor de Nederlandse filmindustrie. Om de aanwezige kennis op gebied van motivatie van particuliere donateurs weer te geven is gebruik gemaakt van een in 2011 verschenen artikel van Bekkers & Wiepking. In dit artikel worden acht mechanismen beschreven die invloed hebben op de beslissing van individuen om een donatie te doen. Namelijk: 1. besef van noodzaak, 2. verzoek om te doneren, 3. kosten en baten, 4. altruïsme, 5. reputatie, 6. psychologische baten, 7. normen en waarden en 8. effectiviteit. Aan de hand van kwalitatief onderzoek onder eenentwintig bedrijven in de vorm van gesloten vragenlijsten is geprobeerd te achterhalen welke motieven de overhand hebben bij de keuze tussen wel of niet doneren aan Nederlandse filmproducties. De vragenlijsten zijn zowel persoonlijk als per mail of telefonisch beantwoord. Uit onderzoek blijkt dat drie motieven voornamelijk van belang zijn bij het geven van een financiële bijdrage aan Nederlandse filmproducties. Ten eerste het stimuleren aan ondernemerschap, ten tweede betrokkenheid en als laatste speelt naamsbekendheid een rol. De motieven zijn zowel persoonlijk als bedrijfsmatig van aard. Daarnaast is het inzetten van cast en crew van belang voor het laten slagen van een crowdfundingproject gericht op Nederlandse filmproducties. De inzet van social media speelt een belangrijke rol bij het bereiken van de doelgroep. Het aanbieden van een concrete tegenprestatie maakt duidelijk wat de participant kan verwachten. Er lijken twee motieven voornamelijk van belang voor bedrijven die de afgelopen drie jaar geen financiële bijdrage aan Nederlandse filmproducties hebben geven. Ten eerste geven bedrijven te kennen nooit benadert te zijn en ten tweede geven bedrijven aan dat een raakvlak ontbreekt. De branche die het best aangesproken kan worden voor een financiële bijdrage is zakelijke dienstverlening, zij zijn de grootste geldschieters aan goede doelen in het algemeen en aan specifiek Nederlandse filmproducties. Het zijn de bedrijven die geen formeel geefbeleid hanteren binnen deze branche, die het meeste steun gegeven aan Nederlandse filmproducties. Advies aan crowdfundingplatforms is om de elementen die van belang zijn voor het aantrekken van bedrijven na te lopen bij het opzetten van een nieuw crowdfundingproject gericht op Nederlandse film. Deze elementen zijn onder te verdelen in: 1. een offline basis in de vorm van het aanspreken van motieven, 2. online strategie, 3. inzetten van cast en crew, 4. inzetten van social media, 5. het vaststellen van tegenprestaties ‘perks’. Het onderzoek biedt kansen om bedrijven beter te begrijpen en als projecteigenaar via een crowdfundingplatform beter in te spelen op deze groep potentiële participanten.
7
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
8
Summary A movie, a company, 2000 euro. DEAL. The market share of the Dutch film experienced a highlight of 22% in 2011. The reason for consumers to choose more and more for a Dutch film is explained by the improved quality, increase of the offer, deployment of marketing/promotion and the rise of Dutch film stars. Besides decrease the financial support to Dutch film productions form the Rijkoverheid to the Nederlands Filmfonds. Producers try to finish the defrayment by attract investment of their markets, private investors, contributions of the Nederlands Filmfonds and tax arrangements from abroad. A chance for crowdfundingplatforms aimed at Dutch film productions is the potential financial support form trade and industrie. Crowdfunding is a way to fill the financial cave between amounts that direct stakeholders, family, friends and acquaintances can contribute and the big amounts of professional investors and lenders. The goal is to get the crowds so enthusiastic, that they will turn their enthusiasm in financial support. There are different definitions of crowdfunding. In this thesis we work with the follow definition of crowdfunding: “Crowdfunding represents the opportunity for a project by an open appeal – using Internet – to amass a pre determined quantity of financial means of an .. (and big) crowd of people, in exchange for an immaterial, or material reward.” (Bekkers & Wiepking, 2012) Every crowdfundingproject has a time limit and target amount. Dependent of the height of the donation the participant gets a reward winch can be both financial, material as immaterial. In the sector of art and culture, where Dutch film is a part of, they work specially with the last part. This rewards depends on the crowdfundingplatform and are linked to certain value and high of the donation. Films satisfy the three most critical demands of a successful crowdfundingproject. It recourse to a big interested group – film lovers, it is easy to offer attractive rewards. And besides directors and production companies already have got a community. From different conversations with stakeholders concerned by crowdfunding initiatives appears that a lot of the motivations come to know of particular participants, but there is still a little attention about the motivation of companies. Out of this statement is decide to do research to the question: “Which motivations can be .. by companies for give or not of a financial support to Dutch film productions by crowdfunding?” Besides the study focuses on specific crowdfundingprojects for the Dutch film industry. To show the present knowledge in the field of motivation of particular supporters is made of an in 2011 appear article from Bekkers & Wiepking. This article shows the eight mechanisms, which have got influence on the decision-making unit of particular participants
8
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
9
to make a donation. Namely: 1. realisation of necessity, 2. Request to donate, 3. costs and benefits, 4. altruism, 5. reputation, 6. psychological benefits, 7. standards and values and 8. effectiveness. On the basis of qualitative research among twenty-one companies by closed question lists is tried to figure out which motives are the most important by the choice between whether or not donate at Dutch Film productions. The question lists are both responded by face-to-face as by e-mail or by telephone. Research shows that three motives are mainly for interest for companies to give financial support to Dutch film productions. Fist of all to stimulate entrepreneurship, secondly involvement and at the last brand awareness
plays a part. The motivations are as personal
as business. Besides is the use of cast en crew important for the success of a crowdfundingproject focused on Dutch film productions. The deployment of social media plays an important role by reaching the target group. Offering a practical reward makes it clear what the participant can expect. There seem to be two motives primarily important for companies that the past three years have no financial contribution to Dutch film productions. Firstly companies give to know that they are never approach to be and
secondly companies indicate that an interface is
missing. The industry that the best can be approached for a financial contribution is business services; they are the largest lenders to charities in general and to specific Dutch film productions. These are the companies that operate within this industry that give the most support to Dutch film productions. Advice to crowdfundingplatforms is to check the elements that are the most important for attracting companies when setting up a new crowdfundingproject aimed Dutch film. These elements can be divided into: 1. a offline basic to use motifs, 2. online strategy, 3. deployment of cast en crew, 4. deployment of social media, 5. setting performance against rewards (perks). The research offers opportunities the help companies better understand and as a project owner of a crowdfundingplatform better respond to this group of potential participants.
9
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
10
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting
6
Summary
8
1 Introductie
14
1.1 Inleiding
14
1.2 Aanleiding
16
1.3 Probleemstelling en doelstelling
16
1.4 Opbouw van het rapport
16
1.5 Deelvragen
18
2 De Nederlandse filmindustrie
20
2.1 Welke type filmproducties kent Nederland?
20
2.2 Ontwikkelingen binnen de Nederlandse filmindustrie
22
2.3 Positie van de Nederlandse film
22
2.4 De rol van de overheid en het Nederlandse Filmfonds
23
2.5 Financiering van filmproducties
23
2.6 Tax sheltering
24
2.7 Product placement
24
2.8 Samenvatting
25
3 Wat is crowdfunding?
26
3.1 Definitie van crowdfunding
26
3.2 Rol van crowdfunding in Nederland
27
3.3 Crowdfunding in de Nederlandse filmindustrie
29
3.4 Nederlande crowdfundingplatforms
29
3.5 Voorbeeld case: DEAL de film
30
3.6 Samenvatting
33
4 Wat is het geefgedrag van bedrijven aan goede doelen?
34
4.1 Sponsoring en donaties door het bedrijfsleven
34
4.2 Steun aan goede doelen vanuit het bedrijfsleven
34
10
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
11
4.3 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
36
4.4 Motieven van bedrijven bij steun aan goede doelen
36
4.5 Motieven van particulieren bij steun aan goede doelen
38
4.6 Selectiecriteria van bedrijven bij steun aan goede doelen
39
4.7 Aantal goede doelen dat door bedrijven wordt gesteund
40
4.8 Samenvatting
41
5 Fieldresearch
42
5.1 Onderzoekspopulatie
42
5.2 Methode
43
5.2.1 Onderzoeksgroep 1
43
5.2.2 Onderzoeksgroep 2
43
5.3 Analyse onderzoeksgroep 1
44
5.4 Verantwoording conceptueel model
44
5.5 Analyse onderzoeksgroep 2
45
6 Onderzoeksresultaten 6.1 Onderzoeksresultaten onderzoeksgroep 1
46 46
6.1.1 Branche A
46
6.1.2 Branche B
47
6.1.3 Branche C
47
6.2 Onderzoeksresultaten onderzoeksgroep 2
48
6.2.1 Branche A
48
6.2.2 Branche B
49
6.2.3 Branche C
49
7 Conclusie en discussie
50
7.1 Conclusie
50
7.2 Discussie
52
8 Advies aan crowdfundingplatforms 8.1 Stappenplan voor het aantrekken van bedrijven
53 53
Aftiteling
56
Literatuurlijst
58
11
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
12
Bijlagen
62
I. Onderzoekspopulatie 1
62
II. Onderzoekspopulatie 2
63
III.
Topiclijst interview Eddy Terstall
64
IV. Topiclijst interview Roel van de Weijer
65
V. Topiclijst interview X
66
VI. Vragenlijst onderzoeksgroep 1.
67
VII.
68
VIII.
Vragenlijst onderzoeksgroep 2. Conceptueel model onderzoeksgroep 1.
69
IX. Theoretisch model onderzoeksgroep 1.
70
X. Theoretisch model onderzoeksgroep 2.
71
Plan van aanpak
72
12
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
13
Afkortingen Het Fonds
Het Nederlandse Filmfonds
NNFP
Nieuw Nederlands Film Platform
MVO
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
OBA
OneBigAgency
13
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
14
1 Introductie 1.1
Inleiding
2011 en 2012 zijn succesvolle jaren voor de Nederlandse film. Het marktaandeel van de Nederlandse bioscoopfilm steeg in 2012 naar 22% ten opzichte van 1% in de jaren 90. De kosten voor het produceren van films is hoog en de Nederlandse markt is klein. Om te kunnen blijven produceren, moeten Nederlandse films vaak gesubsidieerd worden. Problematisch daarvoor is dat het Nederlands Filmfonds vanaf 2012 minder subsidie krijgt van de Rijksoverheid. Door vermindering van de bestedingsruimte worden er vanaf 2012 minder speelfilms en bioscoopdocumentaires gesteund. (NRC, 2011), (Filmkrant, 2011), (Een Vandaag, 2012) Filmproducenten zijn door deze bezuinigingen genoodzaakt om andere partijen dan fondsen te interesseren voor de financiering van Nederlandse filmproducties. Partijen die na de forse bezuinigingen van de Rijksoverheid in sterke mate ingezet worden om de Nederlandse filmindustrie overeind te houden, zijn onder andere: private financiers, distributeurs, bioscoopexploitanten, kabelexploitanten en omroeporganisaties (Rijksoverheid, 2011). De financiële afhankelijkheid van het Nederlands Filmfonds kan voor filmproducenten een belemmering vormen in hun productie van ideeën naar film. De lange duur (soms wel twee jaar) van aanvraag tot subsidie bij Het Fonds heeft als gevolg dat Nederlandse filmmakers hun ideeën vaak niet kunnen realiseren en scripts blijven liggen. Een creatieve oplossing voor de financiering van filmproducties is crowdfunding. Crowdfunding is een manier om het financiële gat te vullen tussen de bedragen die directe betrokkenen, familie, vrienden, kennissen kunnen bijdragen en de grote bedragen van professionele investeerders en kredietverstrekkers. De kracht van crowdfunding is de directe stem van de participant (investeerder) in het gesteunde project en de betrokkenheid bij het project. Deze betrokkenheid is te omschrijven als ‘return on involvement’, het gevoel van de participant om deel te zijn van een groter geheel en het tonen van goodwill. (Eenvandaag, 2012) Het principe crowdfunding gericht op creatieve projecten werkt als volgt: ideeën voor projecten worden op crowdfundingplatforms gepresenteerd. Dit wordt gedaan in de vorm van een filmpje waarin het te funden (financieel te steunen) project wordt uitgelegd en de potentiële participant wordt overgehaald om daadwerkelijk tot een donatie over te gaan. Elk project bevat een tijdslimiet en streefbedrag. Afhankelijk van de hoogte van de donatie krijgt de participant een tegenprestatie (ook wel genoemd ‘perk’) die zowel financieel, materieel als immaterieel kan zijn. Deze perks verschillen per crowdfundingplatform en zijn gekoppeld aan bepaalde waarden en de hoogte van de donatie. Bij een donatie tussen de tien en vijftig
14
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
15
euro ontvangt de participant bijvoorbeeld een dvd en bij een donatie tussen de vijftig en honderd euro ontvangt de participant kaartjes voor de première. Zo lopen de beloningen op de hand van de hoogte van de donatie op. Het eerste crowdfundingplatformvan de wereld IndieGoGo genaamd, is in 2008 opgericht in San Francisco. Doel van IndieGoGo was om een platform te creëren wat het makkelijk maakt om projecten te realiseren. Het is een open marktplaats waar inmiddels miljoenen per maand worden omgezet. In 2011 zijn wereldwijd 1 miljoen crowdfunding campagnes opgezet, waarbij voor 1,5 miljard dollar aan projecten is gefinancierd. (IndieGoGo, 2011), (Eenvandaag, 2012) Het totaal aan Nederlandse crowdfundingplatforms heeft in 2011 maar liefst 2,5 miljoen euro aan inkomsten gegenereerd en 250 projecten gerealiseerd. Het totaal aan creatieve projecten (waaronder Nederlandse film) heeft in 2011 voor 1,3 miljoen euro aan inkomsten gegenereerd. In 2011 verdubbelde tevens het aantal crowdfundingplatforms naar in totaal twintig stuks. De meest bekende voorbeelden van internationale crowdfunding platfroms zijn Symbid (ondernemers for profit), Voordekunst (interdiciplinair) en CrowdAboutNow (interdisciplinair). De bekendste crowdfundingplatforms op het gebied van Nederlandse filmproducties zijn CineCrowd, EU1, VoordeKunst en het Nieuw Nederlands Film Platform. (NuZakelijk, 2011), (Douw&Koren, 2011) Cijfers van het eerste jaar van crowdfundingplatform Voordekunst geven inzicht in de bedragen aan donaties op het betreffende crowdfundingplatform. Het totaalbedrag aan donaties dat in 2011 door Voordekunst is binnengehaald is afgerond 445.750 euro. Er zijn 2446 particuliere donaties geweest, met een gemiddelde donatie per participant van 44,23 euro. Ook hebben in dat jaar 143 bedrijven een financiële bijdrage geleverd. Dit zijn bedrijven variërend van eenmanszaken tot landelijk opererende bedrijven, fondsen of georganiseerde groepen mensen (ook wel benefietopbrengst). De gemiddelde bijdrage van deze bedrijven bedroeg afgerond 1.580 euro. Het gemiddelde streefbedrag per project ligt bij het Nederlandse crowdfundingplatform CineCrowd (film) rond de 10.000 euro. Deze cijfers laten zien dat het streefbedrag met enkel particuliere donateurs vaak niet wordt gehaald. Als elke participant gemiddeld 44 euro doneert en het streefbedrag 10.000 euro is dan zijn er 228 particuliere donateurs nodig. (Voordekunst, 2011) Er komen steeds meer Nederlandse crowdfundingplatforms. Potentiële participanten hebben nu een grotere markt van crowdfundingprojecten waar zij aan kunnen doneren. De Nederlandse markt van particuliere participanten is op dit moment niet groot genoeg om alle aangeboden projecten te financieren. Om projecten te kunnen blijven realiseren, is het van belang participanten voor je projecten te blijven winnen. Door deze ontwikkelingen is het als crowdfundingplatform zaak om je concurrentiepositie te versterken en je markt te vergroten. Bedrijven, fondsen en sponsoren zijn essentieel om crowdfundingprojecten te kunnen laten slagen. (Frankwatching, 2011)
15
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
1.2
DEAL
16
Aanleiding
Dit onderzoek richt zich op het betrekken van bedrijven bij Nederlandse filmproducties door middel van crowdfunding. In dit onderzoek staan bedrijven in de business-to-business markt centraal als participanten. Om crowdfundingplatforms inzicht te geven in de markt van potentiële participanten wordt onderzocht welke motieven bij business-to-businessbedrijven een rol spelen bij het financieel ondersteunen van Nederlandse filmproducties toepasbaar op crowdfunding.
1.3
Probleemstelling en doelstelling
Probleemstelling
Welke motieven kunnen bij bedrijven worden aangesproken voor het geven van een financiële bijdrage aan Nederlandse filmproducties door middel van crowdfunding? Doelstelling
Inzicht brengen in de motieven van bedrijven voor het wel of niet geven van een financiële bijdrage aan Nederlandse filmproducties. Aan de hand van dit inzicht worden aanbevelingen gedaan aan crowdfundingplatforms in de vorm van een communicatieadvies.
1.4
Opbouw van het rapport
Dit onderzoek bestaat uit zeven fasen namelijk: 1. Literatuurstudie. Deze bestaat uit deskresearch waarin de huidige kennis op het gebied van de Nederlandse filmindustrie, crowdfunding en het doneergedrag van bedrijven wordt onderzocht. De geraadpleegde literatuur bestaat uit binnen- en buitenlandse boeken, onderzoeksrapporten, vakbladen, en websites. 2. Fieldresearch. Het literatuuronderzoek wordt aangevuld door fieldresearch in de vorm van interviews met professionals op het gebied van crowdfunding en Nederlandse film. 3. Bepalen onderzoekspopulatie. De onderzoekpopulatie wordt bepaald door de bevindingen uit het literatuuronderzoek. Er wordt helder welke bedrijven in aanmerking komen voor het kwalitatieve onderzoek. Ook komt naar vormen welke personen een prominente rol spelen bij de beslissing voor het al dan niet steunen van een goed doel. Zij zijn het aanspreekpunt zijn binnen deze bedrijven. 4. Afnemen vragenlijsten. Het kwalitatief onderzoek wordt uitgevoerd onder twee onderzoeksgroepen in de vorm van een gesloten vragenlijst. 5. Dataverwerking en analyse. Na het verkrijgen van de benodigde data wordt deze geanalyseerd en verwerkt tot twee theoretische modellen. 6. Conclusies en aanbevelingen. Aan de hand van de onderzoeksresultaten worden conclusies getrokken en aanbevelingen geformuleerd. 7. Opstellen adviesrapport. Na de analyse volgt het verwerken van de data in een communicatieadvies gericht aan Nederlandse crowdfundingplatforms. Er is gekozen voor een praktijkgerichte aanpak waarbij twee onderzoeksgroepen worden benaderd voor kwalitatief onderzoek in de vorm
van een gesloten vragenlijst.
16
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
17
Onderzoeksgroep 1 bestaat uit bedrijven die de afgelopen drie jaar een financiële bijdragen hebben geleverd aan Nederlandse filmproducties. En onderzoeksgroep 2 bestaat uit bedrijven die dit de afgelopen drie jaar niet hebben gedaan. Met betrekking tot onderzoeksgroep 1 worden de bevindingen uit het literatuuronderzoek eerst in een conceptueel model uitgewerkt. Dit model geeft schematisch weer wat de motieven van bedrijven zijn voor het geven van financiële steun aan goede doelen in het algemeen. Aan de hand van een gesloten vragenlijst worden deze bevindingen in de praktijk getoetst. Na verwerking van de bevindingen, resulteert het conceptueel model in een theoretisch model wat de motieven van bedrijven voor het steunen van Nederlandse filmproducties schematisch zal weergeven. In huidige wetenschappelijke literatuur ontbreekt momenteel nog aan informatie over de motieven van bedrijven voor het niet geven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties. Het is dan ook niet mogelijk de bevindingen met betrekking op onderzoeksgroep 2 te toetsen aan de hand van een conceptueel model. De motieven van onderzoeksgroep 2 worden aan de hand van kwalitatief onderzoek direct in een theoretisch model weergegeven.
17
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
1.5
DEAL
18
Deelvragen
Deelvraag 1
Nederlandse filmindustrie Wat zijn de huidige ontwikkelingen binnen de Nederlandse filmindustrie? Welke genres op gebied van Nederlandse filmproducties zijn er te onderscheiden? Deelvraag 2
Crowdfunding Wat is crowdfunding en voor wie is crowdfunding interessant? Wanneer is crowdfunding succesvol te noemen? Welke rol speelt crowdfunding in de Nederlandse filmindustrie? Crowfunding binnen de Nederlandse filmindustrie besproken aan de hand van de recente case ‘DEAL’. Welke crowdfundingplatforms kent Nederland op het gebied van filmproducties? Deelvraag 3
Sponsoring en donaties in het bedrijfsleven Welke rol speelt maatschappelijk verantwoord ondernemen in het bedrijfsleven? Welke rol spelen sponsoring en donaties in het bedrijfsleven? Wat zijn de belangrijkste motieven voor bedrijven bij het steunen van een goed doel? Wat zijn de belangrijkste motieven voor particulieren bij het steunen van een goed doel? Wat zijn de belangrijkste motieven voor bedrijven bij het niet steunen van een goed doel? Hoe wordt een sponsor- en donatiebeleid ontwikkeld binnen een bedrijf? Wat zijn de selectiecriteria van bedrijven bij het selecteren van een goed doel? Deelvraag 4
Bedrijven en Nederlandse filmproducties Welke type bedrijven steunen Nederlandse filmproducties? Wat is het belangrijkste motief voor bedrijven bij het steunen van een Nederlandse filmproductie? Wat is het belangrijkste motief voor bedrijven bij het niet steunen van een Nederlandse filmproductie?
18
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
19
19
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
20
2 De Nederlandse filmindustrie Het netwerk van bioscopen en theaters in Nederland is vanwege zijn omvang en verscheidenheid uniek in de wereld. Daarnaast kent Nederland (inter)nationale en regionale toonaangevende filmfestivals. De geografische spreiding van vertoningmogelijkheden en diversiteit aan filmaanbod is daardoor groot. Producenten financieren hun producties door investeringen aan te trekken van marktpartijen, particuliere investeerders (onder anderen door middel van crowdfunding) en de bijdragen van filmfondsen. (Beleidsplan, 2012)
2.1
Welke type filmproducties kent Nederland?
“Bij het aantrekken van bedrijven voor een financiële bijdragen bij filmproducties moet rekening worden gehouden met het type film waar het bedrijf zijn naam zowel direct als indirect aan verbindt. Reden hiervoor is dat de merkwaarde en het imago van het bedrijf moeten aansluiten, of liever gezegd niet botsen met het onderwerp van de film.” aldus X, accountmanager bij Touch Incentive Markting, 2012. Om overzicht te creëren in het aanbod van Nederlandse film worden onderstaand de verschillende typen filmproducties besproken en volgt een schematische weergave van de financiering aan deze type film door Het Fonds. Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op het beleidsplan van de Rijksoverheid voor de jaren 2013 tot en met 2016. Zie tabel 1. Animatiefilm
Het belang van animatiefilm is de afgelopen jaren voor de gehele audiovisuele sector gegroeid. Het vergroot de ontwikkelingsmogelijkheden van film in technisch en artistiek opzicht. Bioscopen en theaters hebben nauwelijks belangstelling voor het vertonen van een korte animatiefilm, podium is dan ook met name het festivalcircuit. De komende jaren steunt Het Fonds gemiddeld tien ‘vrije’ korte animatiefilms per jaar (ten opzichte van twaalf de afgelopen vijf jaar). Ook wordt ingezet op één extra lange animatiefilm. (Beleidsplan, 2012) Filmisch experiment
Hieronder vallen de experimentele film, kunstfilm en de grensverleggende film. De vertoningen van deze films bestaan uit (internationale)festivals, musea, galeries en tijdelijke tentoonstellingen. De komende jaren steunt Het Fonds gemiddeld veertien van deze filmische projecten per jaar (ten opzichte van achttien de afgelopen vijf jaar). (Beleidsplan, 2012) Documentaire
Nederland heeft internationaal hoog aanzien wanneer het om documentaire maken gaat. Het is een van de weinige landen waar dit genre een plaats heeft in de bioscoop. Daarnaast kennen documentaires een brede verspreiding via televisie, online platforms, festivals en speciale voorstellingen. De komende jaren steunt Het Fonds gemiddeld negentien documentaires (de afgelopen drie jaar waren dit er gemiddeld 27). (Beleidsplan, 2012)
20
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
21
Speelfilm
De Nederlandse speelfilm kan worden opgedeeld in drie type film; mainstream film, arthousefilm en jeugd- en familiefilm. Het Fonds streeft ernaar jaarlijks 25 speelfilms te realiseren (de afgelopen drie jaar waren dit er gemiddeld 32). (Beleidsplan, 2012) Mainstream
Mainstream film, ook wel de publieksfilm genoemd. Dit type film is bedoeld voor een breed publiek, hebben een vlot verteld verhaal en hoofdrollen gaan uit naar ‘bekende’ acteurs uit de film- en televisiewereld. De mainstream film is essentieel voor een groot marktaandeel in de bioscoop en heeft een groot publieksbereik binnen publieke en commerciële omroepen. Een groot aantal mainstream films komt tot stand zonder subsidie, wat betekent dat producenten steeds meer zelf investeren in deze speelfilms. Er wordt door Het Fonds gestreefd jaarlijks vijftien van deze films te steunen. (Beleidsplan, 2012), (O. Van Leeuwen, 2009) Arthouse
Arthousefilms zijn eigenzinnig in vorm- en onderwerpkeuze en geven vaak een persoonlijke visie van de filmmaker weer. Ze hebben een kleine doelgroep van een meer intellectueel publiek. Wanneer arthousefilms meer bezoekers trekken dan verwacht krijgen ze de predicaat cross-over, dit houd in dat de film geschikt is voor een breder publiek. Hierbij worden deze films zowel in arthouse- als in mainstream bioscopen gedraaid. Het Fonds stimuleert een groot publiek in eigen land voor het voortbestaan van arthousefilms. Er wordt door Het Fonds gestreefd jaarlijks tien van deze films te steunen. (Beleidsplan, 2012), (O. Van Leeuwen, 2009) Binnen de steun van Het Fonds aan het totaal aantal speelfilms worden zeven Jeugd- en familiefilms gesteund en één lange Animatiefilm. Jeugd- en familiefilm
Gemeten naar het succes in binnen- en buitenland zijn jeugd- en familiefilm een sterk merk. Ze weten jong publiek aan zich te binden, wat essentieel is voor het toekomstige publieksbereik. De jeugd- en familiefilm is verantwoordelijk voor bijna alle Nederlandse bioscoopsuccessen van de laatste jaren. Door de hoge kwaliteit films ontstaat er een toenemende vraag naar Nederlandse jeugdfilms vanuit het buitenland. (Beleidsplan, 2012), (O. Van Leeuwen, 2009)
21
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
22
Overzicht van type filmproducties en steun vanuit Het Fonds in 2013. Type film
Aantal
Normbegroting 2013 in miljoenen euro’s
Animatie
10
0.73
Filmisch experiment
14
0.74
Documentaire
19
1.9
Speelfilm mainstream
15
17.78
Speelfilm arthouse
10
0.76
Minotoire coproducties en afweking
32
2.2
Tabel 1. Type Nederlandse filmproducties en steun van het Nederlandse Filmfonds.
2.2
Ontwikkelingen binnen de Nederlandse filmindustrie
Het marktaandeel van de Nederlandse film beleefde in 2011 een hoogtepunt met een record marktaandeel van 22% ten opzichte van 2% in de jaren 90. De film Gooische vrouwen heeft gescoord als best bezochte film van het jaar 2011 en de documentaire Stand van de sterren is op meer dan 60 filmfestivals getoond in verschillende landen. Een vijfde van de verkochte bioscoopkaartjes zijn voor een film van eigen bodem en tussen 2006 en 2009 zorgden Nederlandse films voor 41% van de totale toename van de bioscoopomzet in Nederland (Rijksoverheid, 2011). Op basis van de resultaten in 2011 zet die stijgende lijn zich door. “Er is sprake van een commercialisering in de filmmarkt, een leercurve die zich net heeft ingezet en waar nog veel valt te winnen. Als gevolg hiervan wordt voor het eerst ook geld verdient bij de exploitatie van de films in plaats van enkel de productie van films.” (Roel van de Weijer, oprichter crowdfundingplatform CineCrowd, 2012) De reden voor consumenten om steeds meer te kiezen voor een film van eigen bodem is te verklaren door de verbeterde kwaliteit, stijging van het aanbod, inzet van marketing/promotie en opkomst van Nederlandse filmsterren (zoals Carice van Houten en Teun Kuilboer). Daarnaast zijn Nederlandse filmproducties vaak publieksgericht. “De reden voor het produceren van een publieksgerichte film zit hem in het financiële aspect. Een boekverfilming of sterrencast (film met bekende Nederlanders) trekt nu eenmaal meer bezoekers en de benodigde investeerders”, zo vertelt Eddy Terstall (2012). (Rijksoverheid, 2011), (Beleidsplan, 2012), (Eenvandaag, 2012), (NRC, 2011)
2.3
Positie van de Nederlandse film
De staatsteun aan de Nederlandse film per hoofd van de bevolking is met 2,23 euro veel lager dan die in alle omringende landen. Het aandeel van de Nederlandse filmwereld in internationaal opzicht is ook klein. Hoe groter het land, des te kleiner de kans om transacties in het buitenland te moeten afhandelen of financieel rond te komen. Hoe kleiner het land, hoe
sterker
dus
de
noodzaak
van
internationale
transacties.
De
internationale
concurrentiepositie van de Nederlandse filmproducent steekt negatief af ten opzichte van
22
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
23
veel Europese collega’s. De kosten van een speelfilm zijn hoog in een land met een klein taalgebied, zoals Nederland. De afzetmogelijkheden naar het buitenland zijn vanwege de taal immers beperkt, wat ook te verklaren valt door de dominantie van de Amerikaanse filmindustrie. Subsidies blijven daarom nodig, ook bij een stijgend marktaandeel. (Volkskrant, 2011), (Filmkrant, 2011), (NRC, 2011), (Rijksoverheid, 2011)
2.4
De rol van de overheid en het Nederlandse Filmfonds
De Nederlandse overheid heeft een cultuurbeleid vanwege het belang van deelname van burgers aan diverse soorten cultuuruitingen. Een onderdeel hiervan is subsidieverlening aan Nederlandse film. Het Nederlands Filmfonds is een van de cultuurfondsen van de overheid om culturele activiteiten te stimuleren. Het Nederlands Filmfonds is in 1993 ontstaan uit een fusie van het Productiefonds van de Nederlandse film en Het Fonds voor de Nederlandse film. Namens de Rijksoverheid geven zij subsidies aan de filmsector. De hoofdactiviteit van het Nederlands Filmfonds is het verlenen van bijdragen aan de ontwikkeling en realisatie van Nederlandse filmproducties, daarnaast steunt het Nederlandse Filmfonds de distributie van films. De missie van het Nederlands Filmfonds (hierna te noemen: Het Fonds) wordt als volgt geformuleerd: Het stimuleren van de filmproductie in Nederland, met nadruk op kwaliteit en diversiteit en het bevorderen van een goed klimaat voor de Nederlandse filmcultuur. (Rijksoverheid, 2012) Het Fonds ontvangt subsidie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen op basis van de Cultuurnota. Individuele regisseurs en scenaristen kunnen alleen bij de categorie ‘experimentele film’ en ‘scenariotalent (speelfilm)’ aanvragen indienen. Wanneer een film opbrengsten uit de exploitatie verkrijgt moet de subsidie terugbetaald worden. Dit gebeurt pas nadat alle financierders uit de kosten zijn. Daarnaast wordt succes door Het Fonds gestimuleerd, producenten van druk bezochte Nederlandse films krijgen een extra subsidie van maximaal 100.000 euro. Dit bedrag is bestemd voor de volgende film. (Rijksoverheid, 2012), (O. Van Leeuwen, 2009) “Nadeel van Het Fonds is dat er zelden volledige financiële steun wordt gegeven aan een filmproductie. Na toekenning van steun van Het Fonds moet gezocht worden naar partners in de vorm van omroepen. Dit resulteert in een lang traject om de financiering rond te krijgen. Oplossing bij een snelle realisatie van een filmproductie is financiering door middel van crowdfunding”, aldus regisseur Eddy Terstall.
2.5
Financiering van filmproducties
Investeringen van filmfondsen blijven dus van essentieel belang voor de filmsector. De belangrijkste fondsen in Nederland gericht op cultuur en Nederlandse film zijn 1. Het Fonds, 2. SNS REAAL Fonds en 3. Blockbusterfonds. SNS REAAL Fonds is een ondernemend en maatschappelijk betrokken fonds waar initiatieven op gebied van Kunst en Cultuur worden
23
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
24
ondersteund. Het Blockbusterfonds is een cultureel fonds bestaande uit een samenwerking tussen de BankGiroLoterij, het VSBfonds, het Prins Bernhard cultuurfonds en de vandenEnde
foundation.
(Rijksoverheid,
2012),
(SNS
REAAL
Fonds,
2012),
(Blockbusterfonds, 2012)
In dit onderzoeksrapport ligt de focus op Het Fonds omdat dit de grootste partij is op gebied van fondsen met betrekking tot de financiering van filmproducties in Nederland. Het budget voor activiteiten van Het Fonds bedraagt in 2011 afgerond 35,1 miljoen euro. Met als gevolg dat er door deze vermindering in de bestedingruimte vanuit de Rijksoverheid voortaan nog maar 25 films en 19 documentaires kunnen rekenen op financiële steun. In 2010 waren dat er respectievelijk 32 en 22. In totaal wordt het aantal producties dat door Het Fonds wordt gesteund teruggebracht van 135 naar 100. In 2013 zal het budget van Het Fonds worden gekort naar 26,1 miljoen euro ten opzichte van 2011 (een daling van 9 miljoen euro). De vermindering van subsidie vanuit de Rijksoverheid en daardoor dalende fondsmiddelen zetten de continuïteit en marktaandeel van de Nederlandse filmsector onder druk. Een kans voor crowdfundingplatforms gericht op Nederlandse filmproducties is de potentiële financiële steun vanuit het bedrijfsleven. (Volkskrant, 2011), (Filmkrant, 2011), (NRC, 2011), (Rijksoverheid, 2011), (Eenvandaag, 2012), (O. Van Leeuwen, 2009)
2.6
Tax sheltering
Een voorbeeld waarin de financiële middelen van uit het bedrijfsleven worden gekoppeld aan filmproducties is Mollywood. Mollywood werd in 2009 in Mol (België) opgericht als zusterbedrijf van productiemaatschappij Galaxy Studios. Mollywood is gespecialiseerd in filmfinanciering en tax sheltering. Het tax shelter systeem is een fiscale regeling die de productie van audiovisuele en filmproducties aanmoedigt. Door deze financiële regeling kunnen bedrijven, door te investeren in een productie, een vrijstelling van belastbare gereserveerde winst van 150% verkrijgen. Nadeel van dit systeem is dat alleen Belgische of buitenlandse vennootschappen met vestigingen in België in aanmerking komen, particulieren en Nederlandse bedrijven komen dus niet in aanmerking. (Mollywood, 2012)
2.7
Product placement
Een extra middel om de financiering van een filmproductie rond te krijgen naast crowdfunding en fondsen werving is product placement. Product placement houdt hier in dat tegen een vergoeding het merk of het product herkenbaar wordt neergezet in de film. Marktleider in Nederland op gebeid van joint-promotion en filmsponsoring is Filmhelden. Bij de Nederlandse filmproductie Deal (zie paragraaf 3.4) heeft (marketing-, verkoop en distributieorganisatie) Respondent A geïnvesteerd in product placement. De merken Jägermeister en Licor 43 hebben een rol in het script gekregen en zijn herkenbaar in de film geplaatst. Voor het merk betekent dit het genereren van naamsbekendheid en stimulatie van verkoop, voor de filmmaker een extra investering. (Filmhelden, 2012)
24
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
2.8
DEAL
25
Samenvatting
Het marktaandeel van de Nederlandse film beleefde in 2011 met 22% een hoogtepunt en een vijfde van de verkochte bioscoopkaartjes zijn voor een film van eigen bodem. De reden voor consumenten om steeds meer te kiezen voor een Nederlandse film is te verklaren door de verbeterde kwaliteit, stijging van het aanbod, inzet van marketing/promotie en opkomst van Nederlandse filmsterren. Toch kan er, zoals in andere landen in Europa, geen Nederlandse filmsector van betekenis bestaan zonder steun van de overheid. Alleen bij hoge uitzondering is een speelfilm winstgevend en subsidies blijven ondanks het stijgende marktaandeel nodig. Daarnaast neemt de financiële steun aan Nederlandse filmproducties vanuit de Rijksoverheid aan Het Fonds af, waardoor de steun aan het aantal filmproducties afneemt. Producenten proberen de financiering van hun filmproducties rond te krijgen door investeringen aan te trekken van marktpartijen, private investeerders, bijdragen van Het Fonds en fiscale regelingen in het buitenland, zoals tax sheltering. Een nadeel van fondsen is dat er zelden volledige financiële steun wordt gegeven aan een filmproductie. Tax sheltering is alleen mogelijk in geval van buitenlandse vennootschappen. Een kans voor crowdfundingplatforms gericht op Nederlandse filmproducties is de potentiële financiële steun vanuit het bedrijfsleven.
25
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
26
3 Wat is crowdfunding? Crowdfunding is sterk verwant aan crowdsourcing Bij crowdsourcing wordt het publiek of de massa geraadpleegd om kennis of informatie te vergarenen op die manier een bijdrage te leveren aan en project. Bij
crowdsourcing wordt het publiek bijvoorbeeld ingeschakeld
wanneer een bedrijf haar producten wil verbeteren. Door een probleem aan het publiek voor te leggen, wordt er relatief goedkoop onderzoek gedaan. Bij crowdsourcing gaat het om een investering van tijd en gedachten, zonder dat daaraan financiële gevolgen verbonden zijn. Bij crowdfunding draait het juist om een financiële bijdrage. De kracht van de massa en online netwerken wordt ingezet voor het rond krijgen van de financiering voor een concreet project. Naast financiering brengt crowdfunding ook return on involvement met zich mee, waarbij de participant zich betrokken en onderdeel van het grote geheel (het project) voelt. Omdat
hij/zij
een
financiële
crowdfundingplatforms
zijn
bijdrage Symbid
heeft
geleverd. Bekende
(ondernemers),
Voordekunst
voorbeelden
van
(cultureel)
en
CrowdAboutNow (ondernemers). Al deze platforms hebben gemeen dat traditionele tussenpersonen worden uitgeschakeld. Afhankelijk van de hoogte van de donatie krijgt de participant een tegenprestatie (hierna te noemen perk) die zowel financieel, materieel, als immaterieel kan zijn. (Douw&Koren, 2012), (Het Financieel Dagblad, 2011), (de C2B Revolutie, 2012) Crowdfunding biedt de massa de kans om te geven aan een ‘goed doel’ in de vorm van een financiële bijdrage. Dat goede doel kan van alles zijn. In dit onderzoeksrapport ligt de nadruk op crowdfunding binnen de creatieve sector. Dit vanwege de positie van Nederlandse filmproducties in deze branche.
3.1
Definitie van crowdfunding
Als je wilt dat mensen een financiële bijdrage leveren aan jouw project, ben je bereid om enthousiast een verhaal te vertellen en dit verhaal te delen op een bestaand of zelf opgezet crowdfundingplatform. Het doel is mensen zo enthousiast te krijgen dat ze hun enthousiasme om willen zetten in een financiële bijdrage. Door het contact dat aangegaan wordt met de participanten wordt er meer verzameld dan alleen geld. Er wordt een netwerk opgebouwd bestaande uit de groep mensen die in het project geloven en hier deel van uit willen maken. (De Ondernemer, 2011) Crowdfunding kan het beste op de volgende wijze worden gedefinieerd: “Crowdfunding representeert de mogelijkheid om voor een bepaald project via een open oproep – met behulp van internet – een vooraf bepaalde hoeveelheid financiële middelen te vergaren van een ongedefinieerd (en groot) netwerk van mensen, in ruil voor een immateriële, dan wel materiële beloning.” (Bekkers & Wiepking, 2012)
26
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
27
Er zijn drie vormen van crowdfunding te onderscheiden: 1.
Crowdfunding op basis van donaties waarbij er geen sprake is van een vorm van rendement, vaak te zien bij instellingen zonder financieel winstoogmerk die actief zijn in met name ontwikkelingslanden.
2.
Crowdfunding op basis van een beloning in de vorm van een perk (tegenprestatie die zowel financieel, materieel, als immaterieel kan zijn) vaak te zien bij instellingen die creatieve projecten ondersteunen.
3.
Crowdfunding op basis van een beloning in de vorm van rendement, veel gehanteerd door instellingen die actief zijn bij de financiering van ondernemingen en/of particulieren.
De vormen van crowdfunding die het beste passen bij de financiering van Nederlandse filmproducties zijn: 2. crowdfunding op basis van een beloning in de vorm van een perk of in de vorm van een rendement. “Crowdfunding op basis van een beloning in de vorm van een perk is het meest geschikt voor kleine projecten (tot maximaal 100.0000 à 200.000 euro) afhankelijk van de publiciteitswaarde. Crowdfunding op basis van een beloning in de vorm van rendement is geschikt voor grotere projecten (boven de 200.000 euro)”, aldus Roel van de Weijer, 2012. (Crowdfunding.nl, 2012), (BKKC, 2012)
3.2
Rol van crowdfunding in Nederland
Crowdfunding
in
Nederland
is
in
2011
sterk
gegroeid.
De
helft
van
alle
crowdfundingplatforms is in 2011 opgericht. In totaal kent Nederland twintig van deze platforms, waarvan er twaalf gericht zijn op creatieve projecten, waaronder film. De overige tien crowdfundingplatforms zijn gericht op ondernemingen, internationale samenwerking en overige, namelijk sport en natuur. Volgens crowdfunding adviesbureau Douw&Koren is dit een verdubbeling van de inkomsten ten opzichte van 2010. In 2012 wordt weer een aanzienlijke groei verwacht op gebied van crowdfunding in Nederland. Volgens Douw&Koren zal er in 2012 10 miljoen euro door ondernemingen worden opgebracht met behulp van crowdfunding. Het overgrote deel van de financiering bevindt zich in de creatieve sector. De steun aan creatieve projecten omvat met 54% 1.350.000 euro van het geheel. Van de in totaal 250 succesvol gefinancierde crowdfundingprojecten zijn met 45% 111 projecten uit de creatieve sector gefinancierd. Zie figuur 1 en figuur 2.
27
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
28
Figuur 1. 2,5 miljoen gecrowdfund in 2011, Douw&Koren 2012.
Figuur 2. 250 projecten gefinancierd in 2011, Douw&Koren 2012. “De reden van het hoge percentage steun aan creatieve projecten is dat cultuur zich uitstekend leent voor return on involvement. Omdat er bij crowdfunding geen sprake is van return on investment heb je als crowdfundingplatform alleen een return on involvement te bieden. Oftewel, een bioscoopkaartje, boeken of andere voor het project relevante perks.” (Roel van de Weijer, 2012). “Daarnaast beseft het Nederlandse publiek dat creatieve projecten kwetsbaar zijn en het project zonder financiële steun niet wordt uitgevoerd.” (Eddy Terstall, 2012). Het gemiddelde streefbedrag bij crowdfunding van creatieve projecten is 12.000 euro per project. (Douw&Koren, 2012), (Eenvandaag, 2012) Adviesbureau Douw&Koren verwacht dat 2012 een doorslaggevend jaar zal zijn van crowdfunding voor het algemene publiek. “Tot nu toe werden er vooral kleinschalige projecten gefinancierd, maar we zien nu ook de financiering van speelfilms ter waarde van 100.000 euro”, aldus Douw&Koren. Volgens hen is er inmiddels voldoende kennis en
28
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
29
expertise op de markt. Het is nu zaak om door te groeien, daar is onder andere goede regelgeving vanuit de overheid voor nodig.
3.3
Crowdfunding in de Nederlandse filmindustrie
Een van de industrieën die het meest succesvol gebruik maakt van crowdfunding is de filmindustrie. De fundamentele reden is dat film aan de drie meest kritische eisen voor een succesvol crowdfundingproject voldoet. Allereerst kunnen filmmakers een beroep doen op een groot geïnteresseerd publiek - film-gangers. Ten tweede kunnen er gemakkelijk aantrekkelijke perks worden aangeboden op diverse niveaus, denk aan vooraf downloaden, dvd’s, een filmposter, première kaartjes of naamsvermelding op de aftiteling. Tot slot hebben regisseurs en productiemaatschappijen vaak al een community en deze is gemakkelijk via virale marketing te benaderen. “Voor mij is dit een nieuwe manier om films te maken: snel en onafhankelijk. Normaal duurt film financiering jaren”, vertelt Eddy Terstall.
3.4
Nederlande crowdfundingplatforms
De bekendste crowdfundingplatforms op gebied van Nederlandse film zijn CineCrowd, EU1, VoordeKunst en het Nieuw Nederlands Film Platform (hierna te noemen NNFP). (Pitchstar, 2011), (IndieGoGo, 2012) CineCrowd
CineCrowd is een non-profit platform waar filmmakers en filmliefhebbers elkaar treffen. In begin 2011 is het crowdfundingplatform online gegaan en na één jaar zijn er zeventien Nederlandse filmproducties met succes mede gefinancierd. Filmmakers presenteren hun filmideeën (vaak aan de hand van een filmpje) en het publiek (de crowd) kan een financiële bijdrage leveren om de realisatie van de filmproductie mogelijk te maken. Het is de passie van het film maken delen in ruil voor een tegenprestatie. Zowel startende als gearriveerde filmmakers maken van CineCrowd gebruik. Voorbeelden zijn Floris van Parleviet, Eddy Terstall en Heddy Honingmann. “CineCrowd is geschikt voor filmmakers die net beginnen of filmmakers die een script hebben dat snel gemaakt kan worden en niet te veel kost”, (Eddy terstall, 2012). (NuZakelijk, 2012), (Cinecrowd, 2012) EU1tv
Eu1tv is in februari 2012 gelanceerd als nieuw Nederlands film- en televisieplatform. Opgericht door initiatiefnemers Ruben Nicolai, Waldermar Torenstra en voormalig oprichter van Sellaband, een crowdfundingplatform gericht op muziek. De zender is in samenwerking met Ziggo en UPC in het leven geroepen en is een combinatie van funding en distributie onder één merk, EU1. Het idee is dat elke maker, van komediant tot acteur, van muziekregisseur tot tv-product, zijn idee kwijt kan via on demand televisie. (EU1 tv, 2012), (DWDD, 2012)
29
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
30
VoordeKunst
VoordeKunst is in september 2010 opgericht als crowdfundingplatform voor de kunstsector. Op het platform van verzamelen kunstenaars en kunstinstellingen zich om geholpen te worden bij de realisatie van hun projecten. Naast de bijdrage die de projecthouders ontvangen
van
één
van
de
partners
van
VoordeKunst,
hopen
zij
via
het
crowdfundingplatform hun financiering rond te krijgen. (VoordeKunst, 2012) NNFP
Het NNFP is in september 2012 gelanceerd. Het NNFP financiert, realiseert en distribueert speelfilms en televisieseries voor de nationale en de internationale markt. Het doel is om jaarlijks tenminste één speelfilm te realiseren. Het is een Commanditaire Vennootschap naar Nederlands recht. Iedereen die participeert als commanditaire vennoot in de vennootschap, heeft recht op winstdeling. 50% van de netto inkomsten worden jaarlijks uitgekeerd aan de commanditaire vennoten.
3.5
Voorbeeld case: DEAL de film
Om een helder beeld te geven van de rol van crowdfunding binnen de Nederlandse filmindustrie wordt de recente case rondom de Nederlandse filmproductie ‘DEAL’ besproken. In samenwerking met crowdfundingplatform CineCrowd heeft regisseur Eddy Terstall, bekend van ondermeer Vox Populi, Sextet en Simon een lange Nederlandse speelfilm gerealiseerd. De realisatie van deze (uiteindelijk) lange speelfilm DEAL geeft in één case weer wat er mogelijk is op het gebied van de realisatie van een Nederlandse filmproductie door middel van crowdfunding. De film
Regisseur Eddy Terstall behoort met negen films en vier gouden Kalveren tot de top filmmakers van Nederland. Zijn films staan bekend als een mix van vriendschap, relaties, seks en humor, waarbij hij zelf zijn scripts schrijft en regisseert. Eddy Terstall heeft een nieuw script bedacht genaamd DEAL. In het script staan twee settings omschreven: Amsterdam en Barcelona. De productiemaatschappij van Eddy (Column Film) vraagt crowdfundingplatform CineCrowd en reclamebureau OneBigAgency (hierna te noemen OBA)
om
hulp
omtrent
de
marketing,
communicatie
en
het
vinden
van
financieringsmogelijkheden. Productiemaatschappij Column Film heeft in de afgelopen twaalf jaar meer dan 25 speelfilms, korte- films, tv-drama’s en documentaires geproduceerd. Met als hoogtepunt ‘Gooische Vrouwen’ de film in 2011. OBA is een business development en brand communications onderneming. Creatief partner en founder Erik Wünsch in nauw betrokken geweest bij de campagne rondom DEAL genaamd ‘Eddy’s Twitflicks’ als zijnde Creatief Directeur. (OneBigAgency, 2011)
30
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
31
Synopsis
A boy. A girl. 2000 euro. DEAL. DEAL is een romantische komedie over twee bevriende studenten, Sara en Midas. Na sluitingstijd drinken ze een drankje in de bar waar Sara werkt, komen ze op het onderwerp sex en ze vraagt hem, provocerend maar gekscherend: "Wat zou jij betalen voor een nacht met mij?". Beduusd antwoord hij na veel aandringen: "2000 euro". Zij antwoordt "DEAL!". Midas neemt Sara mee naar Barcelona waar ze proberen een onmogelijke balans te vinden tussen hun vriendschap en deze bizarre DEAL. (OneBigAgency, 2012) De cast
De hoofdrollen gaan naar Teun Kuilboer en Roberta Petzoldt. Teun is bekend van de Nederlandse soap Goede Tijden Slechte Tijden. Na deze periode heeft hij geacteerd in theater, televisieseries en film. Zijn laatste filmrollen waren die in Volle Maan, Sextet, de Heineken ontvoering en Nova Zembla. Roberta is nieuw in het acteervak en net afgestudeerd als actrice aan de Rietveld Academie in Amsterdam. (OneBigAgency, 2011) De muziek
Benjamin Herman is misschien wel de bekendste saxofonist van Nederland. Daarnaast is hij componist, bandleider van New Cool Collective & de New Cool Collective Big Band. Het eerste album van Benjamin Herman Kwartet met Maarten van der Grinten verscheen in 1992. Hij werkte als gastmuzikant me aan diverse producties (onder anderen Candy Dulfer, De Gigantjes, Henk Westbroek, Trijntje Oosterhuis en Saskia Laroo). In 2006 ontving hij de VPRO/Boy Edgar prijs, de belangrijkste Nederlandse prijs op gebied van Jazz en geïmproviseerde muziek. Benjamin Herman heeft de filmmuziek van DEAL geschreven, welke ook begin juni op cd verschijnt. (Waanzinnig Woerden, 2011), (AVRO, 2012) De financiering
Afbeelding 3. Campagne Eddy’s Twitflicks, OneBigAgency, 2011. Om de financiering voor de (in eerste instantie) korte film DEAL rond te krijgen, heeft Eddy Terstall het crowdfundingplatform CineCrowd ingeschakeld. Het doel was om met behulp
31
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
32
van crowdfunding binnen 40 dagen 20.000 euro in te zamelen voor de korte film. Na twintig dagen was er nog maar 2.000 euro opgehaald, dus nog twintig dagen te gaan en een tekort van 18.000 euro. OBA werd ingeschakeld als marketing adviesbureau om een campagne te bedenken rondom het filmproject. Deze campagne moest zorgen voor buzz rondom de Nederlandse filmproductie, met als doel de financiering van de restende 18.000 euro rond te krijgen. ‘Eddy’s Twitflicks’ was geboren. In ruil voor een donatie regisseerde Eddy Terstall zelf een korte film voor je en plaatste deze online. Tien Euro was een tien seconden filmpje en 60 euro een minuut. Het opgehaalde bedrag van 120.000 euro bedraagt zes keer het streefbedrag. De campagne was zo’n succes dat er door Column Film en OBA is besloten om zo’n mooi script met dit kapitaal om te toveren tot de lange speelfilm DEAL. (OneBigAgency, 2011)
Afbeelding 4. Mediabereik Eddy’s twitflicks, OneBigAgency, 2011. De verwachtingen
“Tot nog toe vindt iedereen het mijn beste of een na beste film. Zelf vind ik het qua spel en filmisch gezien mijn beste film. Simon bijvoorbeeld ging over belangrijkere thema’s (zoals de ziekte kanker), maar toch denk ik dat dit een betere film is”. (Eddy Terstall, 2012) Eind augustus gaat de lange speelfilm DEAL in première. In samenwerking met Cineville (Nederlandse filmtheaters) en partners waaronder OneBigAgency, UPC, Respondent A en Vice wordt de lancering verzorgt op het Westergasterrein in Amsterdam. Het premièrefeest wordt mede georganiseerd door Jagerland, een evenementenorganisatie van Vice. Er zal plek zijn voor 10.000 gasten tegen een vergoeding van 15 euro per ticket. Op de première zullen cast en crew aanwezig zijn en zal er voor acts als Go Back to the Zoo worden gezorgd. Vanzelfsprekend zijn de participanten wie financiële steun hebben gegeven meer dan welkom. Voor 15 euro zal er een thuispremière pakket te koop zijn via UPC en twee weken na de première verzorgt UPC video on demand. Zij bieden de film dan ook gratis aan bij andere providers om zo naamsbekendheid te genereren bij het publiek.
32
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
3.6
DEAL
33
Samenvatting
Crowdfunding is een manier om het financiële gat te vullen tussen de bedragen die direct betrokkenen, familie, vrienden, kennissen kunnen bijdragen en de grote bedragen van professionele investeerders en kredietverstrekkers. Het doel is om de massa zo enthousiast te krijgen dat ze hun enthousiasme om willen zetten in een financiële bijdrage. Naast financiering brengt crowdfunding ook return on involvement met zich mee, waardoor de participant zich betrokken en onderdeel van het grote geheel (het project) voelt. Afhankelijk van de hoogte van de donatie krijgt de participant een ‘perk’ die zowel financieel, materieel, als immaterieel kan zijn. Crowdfunding in Nederland is in 2011 enorm gegroeid. In totaal kent Nederland twintig van deze platforms, waarvan er twaalf gericht zijn op creatieve projecten (waaronder film). Van de in totaal 250 succesvol gefinancierde crowdfundingprojecten zijn met 45% 111 projecten uit de creatieve sector gefinancierd. Volgens Douw&Koren wordt er in 2012 10 miljoen euro door ondernemingen opgebracht met behulp van crowdfunding. Daarnaast is crowdfunding een goed alternatief voor een lening van de bank. Het is een transparante manier van doneren, waardoor de filmsector in staat is om een nieuwe groep geldverstrekkers aan te spreken. Film
voldoet aan de drie meest kritische eisen voor een succesvol
crowdfundingproject. Het doet namelijk een beroep op een groot geïnteresseerd publiek film-gangers Ook kunnen er gemakkelijk aantrekkelijke perks worden aangeboden. Bovendien hebben regisseurs en productiemaatschappijen vaak al een community, deze is gemakkelijk via virale marketing te benaderen.
33
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
34
4 Wat is het geefgedrag van bedrijven aan goede doelen? Driekwart van de Nederlandse bedrijven heeft de afgelopen twaalf maanden steun gegeven aan een goed doel. Het soort steun vanuit bedrijven kan onderverdeeld worden in geld, natura, ook wel materiaal en goederen en vrijwilligerswerk (tijdens werktijd). In dit hoofdstuk wordt onderscheid gemaakt in het geven aan goede doelen in de vorm van een donatie of sponsoring. Hierbij ligt de focus op de creatieve sector waar de Nederlandse film in thuis te brengen is. De bijdragen van het Nederlandse bedrijfsleven aan cultuurdoeleinden schommelen door de tijd heen. De totale bijdragen in de vorm van donaties en sponsoring aan cultuur zijn ten opzichte van 2005 gestegen. Daarnaast is er een verruiming van de belastingregels rond de aftrekbaarheid van giften, ook wel genoemd de ‘Geefwet’. Door de bezuinigingen vanuit de Rijksoverheid kan de cultuursector en de Nederlandse film hier profijt van hebben. Na sport en recreatie is cultuur van de creatieve sector, waaronder Nederlandse filmproducties één van de meest populaire goede doelen onder bedrijven. (Geven in Nederland, 2009), (Stratus, 2011), (Faas, R.L.M., 2010)
4.1
Sponsoring en donaties door het bedrijfsleven
Investeringen door crowdfunding kunnen op verschillende manieren plaatsvinden. De twee meest voorkomende manieren zijn donaties en sponsoring. Bij donaties doneert de participant
geld
aan
een
bepaald
doel.
Deze
vorm
van
financiële
steun
aan
crowdfundingprojecten is te omschrijven als return on involvement. Het verschil tussen donaties en sponsoring is dat de participant bij een donatie een tegenprestatie ontvangt in de vorm van een perk. Bij sponsoring kan gedacht worden aan product placement. De tegenprestatie is in dat geval naamsbekendheid voor het bedrijf. Opvallend is dat de laatste jaren het bedrag aan donaties hoger is dan het bedrag aan sponsoring in het bedrijfsleven. Een mogelijke verklaring zou een veranderen perspectief op geven kunnen zijn, return on involvement. (Geven in Nederland, 2009)
4.2
Steun aan goede doelen vanuit het bedrijfsleven
Van de bedrijven met meer dan tien werknemers heeft 75% de afgelopen drie jaar steun in de vorm van geld gegeven aan een goed doel. Wanneer het gaat over favoriete doelen van bedrijven om te steunen komt cultuur, waaronder Nederlandse film met een percentage van 28% op de vijfde plaats. De kans dat bedrijven aan doelen op het terrein van cultuur geven, wordt vergroot door vier factoren. 1. De grootte van het bedrijf (hoe groter het bedrijf, hoe hoger de kans op steun), 2. een specifiek sponsor- en/of giftenbeleid, 3. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (hierna te noemen MVO) en 4. wanneer medewerkers de gelegenheid krijgen om tijdens werktijd vrijwilligerswerk te verrichten. Zie tabel 2. Deze
34
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
35
factoren worden meegenomen bij de selectie van het deel van de onderzoekspopulatie bestaande uit gevende bedrijven.
Tabel 2. Relatie tussen sponsoring en giften aan cultuur en achtergrondkenmerken van bedrijven, Bekkers & Boonstoppel, Geven in Nederland (2009: p.137) Wanneer er per branche gekeken wordt naar het algemene doneer- en sponsorgedrag van bedrijven valt op dat de zakelijke dienstverlening zowel het meeste geld doneert als sponsort. In 2007 is er door bedrijven een totaal van 1.353 miljoen euro gedoneerd en gesponsord aan goede doelen. Zakelijke dienstverlening heeft hier met een bedrag van 582 miljoen euro een aandeel van 43% in. Dit kan deels worden verklaard door de grote omvang van deze sector. Na zakelijke dienstverlening volgen de detailhandel non-food, groothandel, industrie en bouw als grootste geldschieters aan het goede doel. Bij de steun aan specifiek culturele doeleinden zijn het banken en verzekeringen die met 45% van hun totale bijdragen aan goede doelen hoog scoren. Daarop volgend detailhandel food en de autobranche. Zie tabel 3. (Geven in Nederland, 2009), (Faas, R.L.M., 2010)
Tabel 3. De percentages van de gegeven bedragen (giften en sponsoring) in 2007 per branche naar type doel, Bekkers & Boonstoppel, Geven in Nederland (2009: p.72)
35
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
4.3
DEAL
36
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Bedrijven dragen verantwoordelijkheid voor de samenleving. Het bestaansrecht van een onderneming wordt deels ontleend door de gemeenschap, dit betekent dat de gemeenschap ook indirect opdrachtgever is. Als bedrijf moet je dus rekening houden met de maatschappij en alle stakeholders (belanghebbenden) (Rijksoverheid, 2012). MVO is een belangrijker punt geworden in de bedrijfsstrategie. Bedrijven geven steeds vaker iets terug aan de samenleving. 59% van de bedrijven is op de hoogte van de term MVO, 50% doet daadwerkelijk aan MVO. Van deze bedrijven heeft 15% een specifiek MVO-beleid. De steun van bedrijven aan goede doelen door middel van sponsoring, donaties of crowdfunding is een vorm van MVO. (Geven in Nederland, 2009) Deze ontwikkeling biedt een kans voor crowdfundingplatforms met betrekking tot het aantrekken van bedrijven. De steun door bedrijven aan een goed doel in de vorm van een Nederlandse filmproductie kan zo bijdragen aan de samenleving en verstrekt zo de relatie met de maatschappij en stakeholders. (Stratus, 2011)
4.4
Motieven van bedrijven bij steun aan goede doelen
Van de bedrijven die goede doelen steunen, geven deze bedrijven aan het goede doel door middel van geld, natura en vrijwilligerswerk. Het totaalbedrag van 1.353 miljoen euro aan goede doelen omvat 32% van het totaal van 4,3 miljard euro aan bijdragen van bedrijven aan goede doelen in Nederland. Het totaalbedrag is met name tot stand gekomen door giften in de vorm van geld (81%). Over het algemeen verlangen bedrijven geen tegenprestatie voor het steunen van een goed doel. Wanneer er toch een tegenprestatie tegenover de gift wordt verlangd, komt dit het meeste voor bij grote bedrijven, bestaande uit meer dan 250 medewerkers. Het is dus waarschijnlijk niet de tegenprestatie wat bedrijven tot steun aan een goed doel overhaalt. (Faas, R.L.M., 2010) Onderzocht moet worden welke motieven dan wel gelden voor bedrijven bij het al dan niet steunen van Nederlandse filmproducties. (Geven in Nederland, 2009), (Stratus, 2011) Het 3M Fonds (fonds gericht op goede doelen en niet-commerciële organisaties) heeft onderzoek gedaan naar de motieven van bedrijven voor het geven van steun aan goede doelen in het algemeen. Uit een lijst van motieven om als bedrijf een goed doel te steunen hebben de participanten steeds de twee belangrijkste motieven gekozen. Deze vraag is gesteld aan bedrijven die de afgelopen drie jaar een goed doel hebben gesteund en aan bedrijven die dat niet hebben gedaan. Eerst worden de motieven van bedrijven voor het wel steunen van een goed doel geanalyseerd. Maatschappelijke betrokkenheid is verreweg het belangrijkste motief (84%) gevolgd door het bedrijfimago (14%) en klantenbinding (9%). Daarnaast houdt het steunen van een goed doel ook verband met het intern functioneren van het bedrijf (om werknemers bijvoorbeeld bij het bedrijf te betrekken) en de leefbaarheid in eigen omgeving (lokale doelen). Commerciële motieven (tegenprestaties die leiden tot naamsbekendheid) lijken alleen bepalend voor het steunen van commerciële doelen. Ideële motieven zijn juist alleen bepalend voor giften aan culturele doelen. 36
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
37
De motieven van bedrijven die geen goed doel hebben gesteund, worden beantwoord door de vraag: “Waarom geven bedrijven in het algemeen geld uit aan goede doelen?” Bedrijven die niet geven denken dat bedrijven die wel schenken dat doen met het oog op het betere bedrijfsimago, de grotere naamsbekendheid en het belastingvoordeel. Het argument “vanwege de goede doelen zelf” wordt door 46% van die bedrijven genoemd. Naast verschillen zijn er ook overeenkomsten. De argumenten “om gemakkelijker nieuwe mensen aan te trekken” en “omdat de concurrent het ook doet” zijn volgens beide partijen niet belangrijk. Zie figuur 4. (Faas, R.L.M, 2010) De vraag is welke motieven van toepassing zijn bij het al dan niet steunen van culturele doelen en specifiek Nederlandse filmproducties. Om fieldresearch in de vorm van kwalitatief onderzoek te verrichten moet eerst door middel van literatuuronderzoek duidelijk worden welke persoon binnen bedrijven een beslissende factor zijn bij het al dan niet steunen van een goed doel. Deze personen zijn het aanspreekpunt voor kwalitatief onderzoek. (Geven in Nederland, 2009), (Faas, R.L.M, 2010)
Figuur 4. Waarom ondersteunen bedrijven goede doelen? 5 minutenpanel goede doelen, 2011 Bij het merendeel van de bedrijven is het de voorzitter Raad van Bestuur of de algemeen directeur die een prominente rol speelt bij de beslissing om te geven aan een goed doel. Bij middelgrote tot grote bedrijven is het de communicatiemanager waardoor het initiatief wordt genomen. En bij 20% van de bedrijven zijn het de werknemers die met een suggestie komen. Het is de meerderheid van 61% zonder formeel geefbeleid. Wat zo’n geefbeleid voor bedrijven inhoud en hoe dit beleid vorm krijgt komt aan het licht bij fieldresearch. Bovengenoemde personen zijn de mogelijke aanspreekpunten bij bedrijven met betrekking op het kwalitatief onderzoek. Het onderzoek vindt plaats bij bedrijven die wel en geen financiële steun bieden aan Nederlandse filmproducties. (Geven in Nederland, 2009), (Stratus, 2011), (Faas, R.L.M., 2010)
37
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
4.5
DEAL
38
Motieven van particulieren bij steun aan goede doelen
Een prominente rol bij de beslissing om te geven aan een goed doel ligt bij bedrijven veelal bij een individu. Zowel in de vorm van voorzitter raad van Bestuur, algemeen directeur, communicatiemanager als werknemers zelf. Om dieper inzicht te krijgen in de motivatie achter het al dan niet steunen van een goed doel wordt tijdens het verrichten van kwalitatief onderzoek het model van de acht mechanismen van Bekkers & Wiepking (2011) getoetst. Dit model behandelt de geefmotieven van particulieren participanten. Deze acht mechanismen kunnen omschreven worden als: 1. besef van noodzaak, 2. verzoek om te doneren, 3. kosten en baten, 4. altruïsme, 5. reputatie, 6. psychologische baten, 7. normen en waarden en 8. effectiviteit. Er zijn vrijwel altijd meerdere motieven die het steunen aan een goed doel beïnvloeden. (Bekkers & Wiepking, 2011) 1. Besef van noodzaak
De steun aan een goed doel wordt als urgent gezien. De donateur moet het gevoel hebben dat zijn of haar donatie van belang is en het goede doel het niet ‘zelf kan oplossen’. 2. Verzoek om te doneren
Bijna de helft (46%) van de Nederlandse bedrijven steunt een goed doel omdat ze benaderd zijn voor door het doel zelf. Vaak zijn het de lokale doelen die verzoeken bij bedrijven indienen voor sponsoring/donaties. Daarbij zijn het ook deze doelen waar het meest aan wordt gegeven. 3. Kosten en baten
Bij het steunen van een goed doel gaat het vaak om ruilhandel met materiële zaken, zoals een product- of naamsvermelding. De geboden tegenprestaties kunnen invloed hebben op de hoogte van het bedrag dat gegeven wordt. Als het gaat om crowdfunding kunnen baten (perks) een rol spelen in het beslissingsproces. 4. Altruïsme
Te omschrijven als een uiting van de zorg voor het welzijn van anderen. In dit geval het ondersteunen van ondernemerschap en creativiteit. Het gevaar van altruïsme is dat participanten zich terugtrekken als anderen participanten hun steun verhogen. Grote bijdragen van overheden of bedrijven kunnen er dus voor zorgen dat individuen of kleine bedrijven geen bijdragen leveren. Hoezeer de participant ook vindt dat het project gemaakt moet worden, men doneert pas als de donatie ook daadwerkelijk zin heeft. 5. Reputatie
Sociale druk is een belangrijke reden om een goed doel te steunen. Wanneer de vragende partij uit hetzelfde milieu komt of de zelfde opvattingen heeft, wordt er eerder steun verwacht. Bij online donaties speelt vooral de reputatie van de projecthouder waaraan gesteund wordt een rol. Donateurs willen zich betrokken voelen bij hun donatie, return on involvement.
38
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
39
6. Psychologische baten
De ‘joy of giving’ is een belangrijke reden om een goed doel te steunen. Motieven zijn: het wegnemen van schuldgevoelens, het verbeteren of bevestigen van een positief zelfbeeld of het voldoen aan sociale normen. 7. Normen en waarden
Waarden bepalen de richting van steun aan een goed doel. Wanneer men bijvoorbeeld kunst en cultuur belangrijk vindt, wordt de kans op steun aan Nederlandse filmproducties verhoogd. Het motief dat hier geld is affiniteit met de discipline film. 8. Effectiviteit
Participanten hebben graag het gevoel dat hun bijdrage van invloed is op het grote geheel. Donateurs stellen het dan ook op prijs dat er concrete projecten worden gepresenteerd, waarbij ze weten waar hun geld precies heen gaat. Wat hierbij helpt is een concreet streefbedrag op een project. De acht motieven die inzicht geven in de steun van particulieren aan goede doelen worden verwerkt in het conceptueel model gericht op onderzoeksgroep 1. De motieven worden mogelijk opgenomen in het theoretisch model na het uitvoeren van fieldresearch.
4.6
Selectiecriteria van bedrijven bij steun aan goede doelen
Naast de motieven die een rol spelen bij het al dan niet steunen van een goed doel is het interessant om te weten wat de selectiecriteria van bedrijven bij de keuze voor een goed doel zijn. De selectiecriteria geven samen met de motieven de denkrichting van bedrijven weer bij het maken van de keus voor het al dan niet steunen van een goed doel. De selectiecriteria worden opgenomen in het zogenaamde geefbeleid. Er is een relatie tussen bedrijven met een geefbeleid en de grootte van het bedrijf. Het zijn vaak de grote bedrijven (met meer dan 250 werknemers) met zo’n geefbeleid. Er is ook een verband tussen bedrijven met een sponsorbeleid en hun geefgedrag. Bedrijven met een sponsorbeleid geven gemiddeld ongeveer 50% hogere bedragen, onafhankelijk van de grootte van het bedrijf. Een belangrijk selectiecriterium is (volgens de gevende bedrijven) het goede doel zelf. Met andere woorden, aankloppen/vragen loont de moeite voor goede doelen. Daarnaast zijn suggesties vanuit de directie een veel genoemd argument. Volgens de niet-gevende bedrijven is het belangrijk dat het goede doel moet passen bij het bedrijfsimago. Of klanten het doel belangrijk vinden, is voor beide partijen niet van belang. Zie figuur 5.
39
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
40
Figuur 5. Hoe selecteert men over het algemeen goede doelen? 5 minutenpanel goede doelen, 2011
4.7
Aantal goede doelen dat door bedrijven wordt gesteund
Het gemiddeld aantal goede doelen dat door bedrijven wordt gesponsord in Nederland is 2,5. Er is geen informatie beschikbaar over het aantal verschillende instanties dat binnen de gekozen doelen wordt gesteund. Ook is er geen duidelijk verband tussen de branche en het aantal activiteiten waaraan wordt deelgenomen. Wel is er een relatie met de grootte van het bedrijf. Kleine bedrijven sponsoren gemiddeld twee doelen, middelgrote bedrijven 2,6 en grote bedrijven 3,1 doelen. Kleine bedrijven geven door middel van een gift gemiddeld aan 1.3 doelen, middel grote bedrijven aan 1.5 en grote bedrijven aan twee doelen. (Faas, R.L.M., 2010) Geven aan een goed doel is in 2012 fiscaal aantrekkelijker dan in de jaren daarvoor. De regering geeft zelf minder aan goede doelen, maar wil daarbij wel particulieren en bedrijven stimuleren door middel van de ‘Geefwet’. Giften aan goede doelen zijn voor bedrijven aftrekbaar voor de vennootschapsbelasting. Vanaf 2012 is er geen minimum bedrag om giften af te kunnen trekken. Het algemene maximum aftrekbare bedrag is gestegen in voordeel voor bedrijven. Voor giften aan culturele instellingen geld tot 5.000 euro een aftrekbaarheid voor 150%, dus voor een groter bedrag dan daadwerkelijk gegeven. Deze nieuwe regelgeving met betrekking tot de aftrekbaarheid voor de vennootschapsbelasting bied crowdfundingplatforms een kans om bedrijven in de financiering aan te trekken. (Duret de kroon, 2011) Opvallend is dat een kwart van de bedrijven de klanten op de hoogte stelt van de gesteunde doelen. Tweederde van de bedrijven die steun hebben gegeven aan goede doelen laat dit alleen weten aan haar medewerkers. Geven aan goede doelen is dus vooral een interne bedrijfskwestie. Deze percentages verklaren de motivatie van het gegeven voor het goede doel zelf en niet om daar als bedrijf beter van te worden. (Geven in Nederland, 2009)
40
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
4.8
DEAL
41
Samenvatting
Driekwart van de Nederlandse bedrijven heeft de afgelopen twaalf maanden steun gegeven aan een goed doel. Van deze goede doelen behoord cultuur tot de vijf meest populaire doelen. Ook zit er een stijging in het bedrag aan donaties deze stijging kan perspectief bieden voor crowdfundingplatforms, waar om een financiële bijdragen wordt gevraagd (donatie). Gemiddeld geven bedrijven steun aan 2.5 goede doelen. De kans dat bedrijven aan doelen op het terrein van cultuur geven wordt vergroot door de grootte van het bedrijf, het hanteren van een specifiek sponsor- en/of giftenbeleid, MVO en wanneer medewerkers de gelegenheid krijgen om tijdens werktijd vrijwilligerswerk te verrichten. Door invoering van de ‘Geefwet’ in 2012 is het fiscaal aantrekkelijker geworden te geven aan goede doelen met in het bijzonder culturele instellingen (Nederlandse filmproducties). Om dieper inzicht te krijgen in de motivatie van particulieren achter het al dan niet steunen van goede doelen wordt gekeken naar het model van de acht mechanismen van Bekkers & Wiepking. De beslissende factor binnen bedrijven voor het al dan niet steunen van een goed doel is meestal de voorzitter Raad van Bestuur of de algemeen directeur. Ook zijn het de communicatiemanager
en
medewerkers
zelf
die
met
een
suggestie
komen.
Bovengenoemde personen zijn het aanspreekpunt bij bedrijven met betrekking tot het kwalitatief onderzoek. Om in aanraking te komen met de onderzoeksgroep wordt in eerste instantie gezocht naar bedrijven met meer dan tien werknemers uit de branches: zakelijke dienstverlening, detailhandel non-food, groothandel, industrie en bouw. De beslissende factor binnen bedrijven voor het al dan niet steunen van een goed doel is bij bedrijven dus vaak een individu. De motieven van dit individu zijn onder te verdelen in persoonlijke motieven en het al dan niet gehanteerde geefbeleid. Zie figuur 6.
Bedrijven
Individuen
Motieven
Persoonlijk
Geefbeleid
Figuur 6. Aard van de motivatie van bedrijven.
41
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
42
5 Fieldresearch Om de motieven van bedrijven voor het al dan niet financieel steunen van Nederlandse filmproducties helder te krijgen, zijn er verschillende onderzoeksmethoden toegepast. Er zijn zowel face-to-face interviews afgenomen ter ondersteuning van het literatuuronderzoek als kwalitatief onderzoek in de vorm van gesloten vragenlijsten. Het grootste deel van het kwalitatieve onderzoek is uitgevoerd tussen 10 april en 10 mei 2012. In dit hoofdstuk wordt de werving van de onderzoekspopulatie, de vraagstelling van de interviews, topiclijsten en de analyse van het kwalitatief onderzoek besproken.
5.1
Onderzoekspopulatie
De vraag die ten grondslag ligt is: Wat zijn de motieven van bedrijven voor het wel of niet geven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties? Om het literatuuronderzoek te versterken worden diepte interviews gehouden met specialisten op gebied van crowdfunding en de Nederlandse filmindustrie, het kwalitatief onderzoek onder deze respondenten zal plaatsvinden in de vorm van face-to-face diepte interviews. De respondenten zijn: Eddy Terstall regisseur van Nederlandse filmproducties, Roel van de Weijer oprichter van crowdfundingplatform CineCrowd en X, oprichter van een nieuwe onderneming gericht op de business to business markt binnen de Nederlandse filmindustrie. In de topiclijsten staan de te behandelen onderwerpen door middel van bullets genoteerd. Dit om er zeker van te zijn dat elk onderwerp van belang aan bod komt. Voor de topiclijsten met betrekking tot het kwalitatief onderzoek onder de specialisten zie bijlage 4, 5 en 6. Om te bepalen welke bedrijven worden geselecteerd (de onderzoekspopulatie) voor het kwalitatief onderzoek gericht op financieringsmotieven aan Nederlandse filmproducties wordt gebruik gemaakt van de bevindingen uit het literatuuronderzoek. Voor de selectie van de onderzoekspopulatie is gekeken naar de grootte van het bedrijf en het al dan niet hebben van een sponsorbeleid. Het is voor de selectie van de bedrijven niet van belang waar deze in Nederland gevestigd zijn. Vervolgens zijn deze bedrijven persoonlijk, telefonisch of per mail benadert met de vraag of ze willen participeren aan het onderzoek dat bestaat uit een gesloten vragenlijst. De keuze van het medium om de respondent te bereiken is afhankelijk van de relatie met en voorkeur van de respondent. De respondenten hebben de vragenlijst vervolgens per mail ontvangen en beantwoord. Met enkele respondenten is de vragenlijst persoonlijk afgenomen in vorm van een face-to-face interview.
42
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
5.2 Het
DEAL
43
Methode kwalitatief
onderzoek
bestaat
uit
twee
onderzoeksgroepen
waarvan
de
onderzoeksmethoden voor beide groepen apart worden behandeld. Onderzoeksgroep 1: Bestaat uit tien tot vijftien bedrijven die de afgelopen drie jaar een financiële bijdragen hebben geleverd aan Nederlandse filmproducties. Onderzoeksgroep 2: Bestaat uit tien tot vijftien bedrijven die de afgelopen drie jaar geen financiële bijdragen hebben geleverd aan Nederlandse filmproducties. 5.2.1 Onderzoeksgroep 1 Door middel van kwalitatief onderzoek in de vorm van een gesloten vragenlijst wordt de theorie uit het literatuuronderzoek getoetst aan de hand van een conceptueel model. Dit model is ontwikkeld vanuit uit de bevonden motieven uit het literatuuronderzoek van bedrijven voor het financieel steunen van Nederlandse filmproducties. Om tot een zo representatief mogelijk onderzoek te komen, worden de te behandelen onderwerpen opgesplitst in deelvragen. Na het verwerken van de informatie uit de gesloten interviews zal het conceptueel model mogelijk worden herzien tot een theoretisch model. Dit theoretische model geeft schematisch de motieven van bedrijven weer voor het financieel steunen van Nederlandse filmproducties. Voor de voorbeeld vragenlijst gericht op onderzoeksgroep 1 zie bijlage 7. Voor dit onderzoek zijn bedrijven benaderd die de afgelopen drie jaar een financiële bijdrage hebben gegeven aan één of meer Nederlandse filmproducties. De onderzoekspopulatie bestaat uit geselecteerde bedrijven uit eigen netwerk. Voor dit onderzoek zijn bedrijven geselecteerd aan de hand van de grootte van het bedrijf en het wel of niet hanteren van een formeel geefbeleid. Aan dit onderzoek werkten zes respondenten mee, ze zijn allen woonachtig en werkzaam in Nederland. Vijf respondenten zijn man en één respondent is vrouw. De leeftijd van de respondenten is onbekend. De bedrijven worden naar aanleiding van bevindingen uit het literatuuronderzoek in branches verdeeld. Branche A zijn de bedrijven die de grootste geldschieters zijn aan goede doelen in het algemeen. Branche B zijn de bedrijven die de grootste geldschieters zijn aan specifiek culturele doeleinden. Branche C omvat de overige bedrijven. De onderzoekspopulatie is onder te verdelen in vier bedrijven uit branche A, één bedrijf uit branche B en één bedrijf uit branche C. Bijlage 2. geeft in een overzicht de onderzoekspopulatie van onderzoeksgroep 1 weer. 5.2.2 Onderzoeksgroep 2 Door middel van literatuuronderzoek is er te weinig informatie gevonden over de motieven van bedrijven voor het niet geven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties. Het is dan ook niet mogelijk de bevindingen te toetsen aan de hand van een conceptueel model.
43
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
44
Het kwalitatief onderzoek zal bestaan uit een gesloten vragenlijst deels gebaseerd op de bevindingen uit het literatuuronderzoek. De onderzoeksresultaten worden direct verwerkt in een theoretisch model dat schematisch de motieven van bedrijven weergeeft voor het niet geven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties. Voor de voorbeeld vragenlijst gericht op onderzoeksgroep 2 zie bijlage 8. Voor dit onderzoek zijn bedrijven benaderd die de afgelopen drie jaar geen een financiële bijdrage hebben gegeven aan een Nederlandse filmproductie. De onderzoekspopulatie bestaat uit geselecteerde bedrijven uit eigen netwerk. Voor dit onderzoek zijn bedrijven geselecteerd aan de hand van de grootte van het bedrijf en het wel of niet hanteren van een formeel geefbeleid. Aan dit onderzoek werkten vijftien respondenten mee, ze zijn allen woonachtig en werkzaam in Nederland. Tien respondenten zijn man en vijf respondenten is vrouw. De leeftijd van de respondenten is onbekend. De bedrijven worden naar aanleiding van bevindingen uit het literatuuronderzoek in branches verdeeld. Branche A zijn de bedrijven die de grootste geldschieters zijn aan goede doelen in het algemeen. Branche B zijn de bedrijven die de grootste geldschieters zijn aan specifiek culturele doeleinden. Branche C omvat de overige bedrijven. De onderzoekspopulatie is onder te verdelen in tien bedrijven uit branche A, twee bedrijven uit branche B en drie bedrijven uit branche C. Bijlage 2. geeft in een overzicht de onderzoekspopulatie van onderzoeksgroep 1. weer.
5.3
Analyse onderzoeksgroep 1
Naar aanleiding van een analyse van de kwalitatieve onderzoeksresultaten worden de hypothesen uit het conceptueel model getoetst. De gegeven antwoorden op de gesloten vragenlijst vormen de basis voor het te toetsen conceptuele model en bevindingen uit het literatuuronderzoek. Dit model wordt vervolgens herzien en naar aanleiding van de onderzoeksresultaten gevormd tot een theoretisch model. Dit theoretische model is een schematische weergaven van de motieven van bedrijven voor het financieel steunen van Nederlandse filmproducties. In het model wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende branches waar de bedrijven in onder te verdelen zijn, het al dan niet hanteren van een formeel geefbeleid en de bijbehoren voorkomende motieven. De vragen die door middel van een gesloten vragenlijst aan onderzoeksgroep 1 zijn voorgelegd, zijn onder te verdelen in vier topics: aantal gesteunde doelen, motieven, het al dan niet hanteren van een formeel geefbeleid en crowdfunding.
5.4
Verantwoording conceptueel model
Het conceptueel model is een schematische weergaven van de bevindingen uit het literatuur onderzoek met betrekking tot onderzoeksgroep 1. De bevindingen zijn gebaseerd op de motieven van particulieren en bedrijven voor het geven van financieel steun aan goede doelen in het algemeen. Deze motieven zijn gegroepeerd in 1. MVO, 2. Het steunen van creativiteit, 3. Imago, 4. Intern en 5. Persoonlijke motieven. Aan de hand van fieldresearch
44
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
wordt
het
conceptueel
model
herzien
DEAL
naar
een
theoretisch
45
model
waarin
de
onderzoekspopulatie bestaande uit bedrijven is opgesplitst in drie branches. Branche A zijn de bedrijven die de grootste geldschieters zijn aan goede doelen in het algemeen. Branche B zijn de bedrijven die de grootste geldschieters zijn aan specifiek culturele doeleinden. Branche C bevat de overige bedrijven. Deze bevindingen zijn gebaseerd op het onderzoeksrapport “Geven in Nederland 2009”. Zie hoofdstuk 4.
5.5
Analyse onderzoeksgroep 2
Naar aanleiding van een analyse van de kwalitatieve onderzoeksresultaten bestaande uit een gesloten vragenlijst wordt een theoretisch model ontwikkeld. Dit theoretische model vormt een schematische weergaven van de motieven van bedrijven voor het niet geven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties. In het model wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende branches waar de bedrijven in onder te verdelen zijn, het al dan niet hanteren van een formeel geefbeleid en de bijbehoren voorkomende motieven. De vragen die door middel van een gesloten vragenlijst aan onderzoeksgroep 2 zijn voorgelegd, zijn onder te verdelen in vijf topics: grootte van bedrijf, aantal gesteunde doelen, motieven, het hebben van een formeel geefbeleid en crowdfunding.
45
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
46
6 Onderzoeksresultaten Uit fieldresearch komen diverse motieven naar voren die gebruikt worden om financiële steun aan een Nederlandse filmproductie al dan niet te motiveren. De onderzoeksresultaten zijn in twee categorieën onder te brengen. Onderzoeksgroep 1. bestaat uit zes bedrijven die de afgelopen drie jaar een financiële bijdragen hebben geleverd aan een Nederlandse filmproductie. Onderzoeksgroep 2 bestaat uit vijftien bedrijven die de afgelopen drie jaar geen
financiële
bijdragen
hebben
geleverd
aan
Nederlandse
filmproducties.
De
onderzoeksresultaten geven de motieven van bedrijven voor het al dan niet gegeven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties weer. Daarnaast geeft het onderzoek inzicht in het aantal gesteunde doelen, de gedachten achter een geefbeleid en advies aan crowdfundingplatforms. De onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op zes respondenten uit onderzoeksgroep 1 en vijftien respondenten uit onderzoeksgroep 2. De resultaten zijn enkel representatief voor de onderzoekspopulatie.
6.1
Onderzoeksresultaten onderzoeksgroep 1
Voordat bedrijven besluiten om een financiële bijgrage te leveren aan een Nederlandse filmproductie zullen ze overtuigd moeten worden van hun keuze. Dit overtuigen gebeurt aan de hand van motieven. De meest voorkomende motieven bij de ondervraagde bedrijven voor het geven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties zijn: 1. het stimuleren van ondernemerschap, 2. het stimuleren van creativiteit, 3. het stimuleren van cultuur, 4. maatschappelijke verantwoord ondernemen, 5. een verzoek om te doneren, 6. goodwill (return on involvement), 7. product placement, 8. Het versterken van het bedrijfimago, 9. het tonen van betrokkenheid en 10. het uitbouwen van naamsbekendheid. Wat opvalt is dat het enige motief dat niet naar voren komt uit fieldresearch, klantenbinding is. De overige motieven worden vaak anders verwoord maar komen nauw overeen. Klantenbinding behoort volgens onderzoek van het 3M fonds tot de drie belangrijkste motieven voor bedrijven om te geven aan een goed doel in het algemeen. Opvallend is dat slechts een kwart van de bedrijven klanten op de hoogte stelt van de gesteunde doelen. (Geven in Nederland, 2009). 6.1.1 Branche A Van de zes ondervraagde bedrijven zijn de bedrijven uit Branche A (de grootste geldschieters aan goede doelen in het algemeen) begaan bij het steunen van Nederlandse filmproducties. De meest voorkomende motieven zijn: het stimuleren van ondernemerschap, creativiteit en cultuur, MVO, een verzoek om te doneren, goodwill (return on involvement) en het tonen van betrokkenheid. Motieven uit eigenbelang zoals product placement, versterken van het bedrijfsimago en het uitbouwen van naamsbekendheid komen niet aan bod.
46
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
47
Opvallend is dat de bedrijven uit Branche A de grootste geldschieters aan goede doelen in het algemeen zijn, maar weinig ervaring hebben met het steunen van Nederlandse filmproducties. De motieven voor het geven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties zijn zowel emotioneel als weloverwogen. De meerderheid van deze onderzoekspopulatie heeft geen formeel geefbeleid. Wel zijn alle respondenten bekend met het begrip crowdfunding en 20% van de participerende bedrijven heeft hier ook ervaring mee. Dit betekent dat er ook op andere manieren dan door middel van crowdfunding door bedrijven wordt gesteund aan Nederlandse filmproducties. 6.1.2 Branche B Van de zes ondervraagde bedrijven zijn de motieven van bedrijven uit Branche B (de grootste geldschieters aan specifiek culturele doeleinden) met name gericht op belangen van het bedrijf zelf en niet gericht op de ontwikkeling van de filmindustrie. De meest voorkomende motieven zijn: product placement, versterken van het bedrijfsimago en het uitbouwen van naamsbekendheid. Emotionele motieven met betrekking tot return on involvement worden niet genoemd. De bedrijven uit Branche B zijn de grootste geldschieters aan specifiek culturele doeleinden en hebben de afgelopen drie jaar opvallend veel steun gegeven aan Nederlandse filmproducties. Gemiddeld zijn er door bedrijven uit Branche B vijf films per jaar gesteund. De motieven zijn dan ook weloverwogen, er is geen spraken van een formeel geefbeleid. Alle respondenten zijn bekend met het begrip crowdfunding, maar geen van hen heeft hier ervaring mee. Dit betekent dat er ook door bedrijven uit Branche B op andere manieren dan door middel van crowdfunding steun wordt gegeven aan Nederlandse filmproducties. Een voorbeeld hiervan is product placement. 6.1.3 Branche C Van de zes ondervraagde bedrijven omvat Branche C de overige bedrijven. De motieven voor het gegeven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties zijn bij Branche C zowel uit eigen belang als uit belang voor de Nederlandse filmindustrie. De meest voorkomende motieven zijn: naamsbekendheid en betrokkenheid. “We proberen onze donaties weloverwogen uit te voeren, maar het besluit om te doneren zelf is een emotionele beslissing want het staat niet in verhouding met de mogelijke opbrengsten. Inmiddels hebben we geld ter waarde van twee auto uitgegeven, het was efficiënter geweest om daadwerkelijk twee auto’s te kopen en deze te laten bestickeren”. De bedrijven uit Branche C hebben de afgelopen drie jaar steun gegeven aan Nederlandse filmproducties met een gemiddelde steun van 3,3 films per jaar. De motieven zijn weloverwogen en er is bij 100% sprake van een formeel geefbeleid, ook heeft 100% van deze onderzoeksgroep ervaring met crowdfunding. “We steunen in principe alleen film die gebaseerd zijn op scenario’s origineel ontwikkeld voor film, dus geen adaptatie van literatuur. Het publiek moet weinig moeite hebben zich met de personages te identificeren en niet enkel appelleren aan een
47
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
48
exclusief grachtengordelpubliek. Daarnaast ondersteunen we enkel projecten waarbij ons belang groot genoeg is om op de optiteling en de aftiteling te staan. We doneren niet meer dan 20% in crowdfundingprojecten. Voor ons is crowdfunding pas interessant als meer dan 60% van het budget door individuen bij elkaar is gebracht. Het is namelijk een goede vorm van marketing en het effect is weg als er maar weinig warm lopen voor het project”.
6.2
Onderzoeksresultaten onderzoeksgroep 2
De meest voorkomende motieven van de ondervraagde bedrijven voor het niet geven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties zijn: 1. een ontoereikend budget, 2. het ontbreken van toegevoegde waarde, 3. geen raakvlak, 4. geen affiniteit, 5. nooit over nagedacht, 6. andere doelen prefereren, 7. nooit benadert en 8. niet mogen doneren, omdat het bedrijf bijvoorbeeld een stichting is. 6.2.1 Branche A Van de vijftien ondervraagde bedrijven zijn de bedrijven uit Branche A de grootste geldschieters aan goede doelen in het algemeen. De meest voorkomende motieven voor het niet financieel steunen van Nederlandse filmproducties zijn: geen toereikend budget, het ontbreken van toegevoegde waarde, nooit benadert, geen affiniteit, nooit over nagedacht en het motief dat andere doelen prefereren. 30% van de bedrijven uit Branche A ziet de toegevoegde waarde van het geven van steun aan Nederlandse filmproducties niet in. Het zijn ook deze bedrijven die te kennen geven nooit te zijn benadert. Motieven als geen raakvlak en niet mogen doneren worden niet genoemd. Opvallend is dat de bedrijven uit Branche A de grootste geldschieters aan goede doelen in het algemeen zijn, maar net als bij Nederlandse filmproducties weinig ervaring hebben met het steunen van culturele doelen in het algemeen. Opvallend is dat er ook nauwelijks steun wordt gegeven aan overige culturele doelen. “Ik vind Nederlandse film producties over het algemeen door de clichématige aanpak weinig bijdragen aan het culturele veld.” De motieven voor het niet geven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties zijn zowel emotioneel als weloverwogen, dit gegeven komt overeen met de motieven van bedrijven wie wel steun geven aan Nederlandse filmproducties. Geen van deze bedrijven hanteert een formeel geefbeleid. 20% van de respondenten is niet bekend met het begrip crowdfunding, en de meerderheid van 90% van de respondenten heeft hier geen ervaring mee. Dit percentage omvat 70% van de bedrijven wie wel bekend zijn met het begrip crowdfunding. Opvallend is dat de bedrijven wie ervaring met crowdfunding hebben, de afgelopen drie jaar geen steun hebben gegeven aan culturele doeleinden. Product placement als motief om een financiële bijdragen te leveren wordt binnen Branche A aangekaart als motief om in de toekomst een donatie te doen aan een Nederlandse filmproductie. Eerder is dit motief al genoemd binnen Branche B uit onderzoeksgroep A. Er
48
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
49
is geen verband gevonden tussen de grootte van het bedrijf, het wel of niet hanteren van een formeel geefbeleid en de gevonden motieven. 6.2.2 Branche B Van de vijftien ondervraagde bedrijven zijn de bedrijven uit Branche B de grootste geldschieters aan specifiek culturele doeleinden. De meest voorkomende motieven voor het niet steunen van Nederlandse filmproducties zijn: geen toereikend budget, geen raakvlak en nooit benadert. Motieven als het ontbreken van toegevoegde waarde, geen affiniteit, nooit over nagedacht, andere doelen prefereren en niet mogen doneren worden niet genoemd. Opvallend is dat de bedrijven uit Branche B de grootste geldschieters aan specifiek culturele doelen zijn, maar uit onderzoeksresultaten blijkt dat de onderzoekspopulatie meer steun geeft aan goede doelen in het algemeen. De motieven voor het niet geven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties zijn bij 100% van de respondenten weloverwogen, dit gegeven komt overeen met de motieven van bedrijven wie wel steun geven aan Nederlandse filmproducties. 50% van de onderzoekspopulatie hanteert een formeel geefbeleid. 100% van de respondenten zegt nooit benadert te zijn door een goed doel op gebied van Nederlandse filmproductie. “Wij kijken binnen onze kennissen en werknemers kring naar mensen die zich inzetten of op een andere manier betrokken zijn bij een goed doel”. Ook 100% van de respondenten is bekend met crowdfunding , maar geen van hen heeft hier ervaring mee. Er kan worden gesteld dat er op een andere manier dan door middel van crowdfunding steun is gegeven aan culturele doelen in het algemeen. Er is geen verband gevonden tussen de grootte van het bedrijf, het wel of niet hanteren van een formeel geefbeleid en de gevonden motieven. 6.2.3 Branche C Van de vijftien ondervraagde bedrijven omvat Branche C de overige bedrijven. De meest voorkomende motieven voor het niet steunen van Nederlandse filmproducties zijn: geen raakvlak, het motief dat andere doelen prefereren en niet mogen doneren. Niet mogen doneren komt voor bij bedrijven die de voorwaarden van een stichting hanteren. Motieven als geen toereikend budget, het ontbreken van toegevoegde waarde, geen affiniteit, nooit over nagedacht en nooit benadert worden niet genoemd. De bedrijven uit Branche C geven in verhouding tot steun aan goede doelen in het algemeen veel steun aan culturele doelen, maar niet aan Nederlandse filmproducties. De motieven voor het niet geven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties zijn bij 100% van de respondenten weloverwogen, dit gegeven komt wederom overeen met de motieven van bedrijven wie wel steun geven aan Nederlandse filmproducties. 100% van deze bedrijven hanteert geen formeel geefbeleid en is bekend met het begrip crowdfunding. Slechts 33% van de bedrijven heeft hier ook ervaring mee. Er is geen verband gevonden tussen de grootte van het bedrijf, het wel of niet hanteren van een formeel geefbeleid en de gevonden motieven.
49
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
50
7 Conclusie en discussie In dit hoofdstuk worden de conclusies gepresenteerd. Daarnaast is er ruimte voor een discussie over de resultaten van het onderzoek en de motieven van bedrijven om al dan niet financiële steun te geven aan Nederlandse filmproducties.
7.1
Conclusie
Aan de hand van het theoretisch onderzoek en fieldresearch is antwoord geformuleerd op de vraag: “Welke motieven kunnen aangesproken worden bij bedrijven voor het wel of niet geven van een financiële bijdrage aan Nederlandse filmproducties door middel van crowdfunding?” Daarnaast wordt er advies gegeven aan crowdfundingplatforms in de vorm van een communicatieadvies voor het aanspreken van bedrijven om het geven van een financiële bijdragen aan Nederlandse filmproducties. Uit desk- en fieldresearch komt naar voren dat bedrijven verschillende motieven hebben die bepalen of er wel of geen financiële bijdrage wordt geleverd aan Nederlandse filmproducties. Acht mechanismen namelijk: 1. besef van noodzaak, 2. verzoek om te doneren, 3. kosten en baten, 4. altruïsme, 5. reputatie, 6. psychologische baten, 7. normen en waarden en 8. effectiviteit hebben invloed op het geefgedrag van particuliere donateurs. Deze worden door Bekkers & Wiepking (2011) vanuit verschillende wetenschappelijke invalshoeken besproken. Deze motieven zijn ook van toepassing op gebied van steun aan Nederlandse filmproducties en steun in de vorm van crowdfunding. Uit desk- en fieldresearch komt naar voren dat bedrijven verschillende motieven hebben die bepalen of er wel of geen financiële bijdrage wordt geleverd aan Nederlandse filmproducties. Het zijn veelal individuen binnen bedrijven bij wie de beslissing voor het geven van een donatie ligt. Daarnaast hanteert een minderheid van 70% van de respondenten geen formeel geefbeleid. Om de financiering van een crowdfundingproject rond te krijgen en het project te laten slagen zijn er verschillende elementen die een rol spelen. Hoewel crowdfunding vooral online wordt inzet is een offline basis van belang. Deze offline basis voor het al dan niet financieel steunen van Nederlandse filmproducties bestaan uit verschillende motieven. Deze zijn onder te verdelen in motieven om financiële steun te geven aan Nederlandse filmproducties en motieven om dit niet te doen. Motieven die aangesproken kunnen worden bij bedrijven om Nederlandse filmproducties te financieren, zijn 1. het stimuleren van ondernemerschap, 2. het stimuleren van creativiteit, 3. het stimuleren van cultuur, 4. maatschappelijke verantwoord ondernemen, 5. een verzoek om te doneren, 6. goodwill (return on involvement), 7. product placement, 8. Het versterken van het bedrijfsimago, 9. het tonen van betrokkenheid en 10. het uitbouwen van naamsbekendheid. Deze motieven zijn te plaatsen in zes categorieën: 1. maatschappelijk verantwoord ondernemen, 2. marketing, 3. cultuur en creativiteit, 4. imago, 5. interne
50
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
51
betrokkenheid en 6. persoonlijke motieven. Er kan worden gesteld dat de motieven van bedrijven voor het geven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties zowel bedrijfsmatig als persoonlijk van aard zijn.
MVO
Persoonlijk
Marketing
Intern
cultuur en creativiteit
Imago
Figuur 7. Motieven van bedrijven gecategoriseerd. Uit kwalitatief onderzoek blijkt dat drie motieven voornamelijk van belang zijn bij het geven van een financiële bijdrage aan Nederlandse filmproducties. Namelijk 1. het stimuleren aan ondernemerschap, 2. betrokkenheid en 3. naamsbekendheid. Deze motieven vallen onder de categorieën ‘cultuur en creativiteit’, ‘persoonlijke motieven’ en ‘marketing’. Motieven die wederom zowel persoonlijk als bedrijfsmatig van aard zijn. Daarnaast is het inzetten van cast en crew van belang voor het laten slagen van een crowdfundingproject voor Nederlandse filmproducties. Het gebruik van social media in de vorm van bijvoorbeeld Twitter en/of Facebook speelt een belangrijke rol bij het bereiken van de doelgroep. Naast de pullstrategie van het aanbod van projecten op crowdfundingplatforms worden er zo participanten in de vorm van bedrijven aangetrokken door middel van een pushstrategie. Het aanbieden van een concrete tegenprestatie ‘perk’ maakt duidelijk wat de participant kan verwachten. Zo’n perk wordt het meest effectief ingezet bij kleine projecten (tot 200.000 euro) gericht op Nederlandse filmproducties. Motieven van bedrijven voor het niet geven van een financiële bijdrage aan Nederlandse filmproducties kunnen worden weerlegd aan de hand van motieven van bedrijven om wel een financiële bijdrage te leveren. Er lijken twee motieven voornamelijk van belang voor bedrijven die de afgelopen drie jaar geen financiële bijdrage aan Nederlandse filmproducties hebben geven: 1. Bedrijven geven te kennen nooit benadert te zijn en 2. Het ontbreken van een raakvlak. Bedrijven die te kennen geven nooit benadert te zijn moeten door middel van een push strategie in aanraking komen met projecten op crowdfundingplatforms. Deze
51
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
52
strategie kan ingezet worden door middel van gebruik van social media. Bij bedrijven die te kennen geven geen raakvlak te hebben met Nederlandse film kan ‘product placement’ een overtuigend motief zijn, om zo naamsbekendheid te genereren. De branche die het best aangesproken kan worden voor een financiële bijdrage aan Nederlandse filmproducties is zakelijke dienstverlening, zij zijn de grootste geldschieters aan goede doelen in het algemeen en aan specifiek Nederlandse filmproducties. Het zijn de bedrijven die geen formeel geefbeleid hanteren binnen deze branche, die het meeste steun gegeven aan Nederlandse filmproducties.
7.2
Discussie
In dit hoofdstuk worden struikelblokken en minder sterke punten uit het onderzoek besproken. Ook worden aanbevelingen gedaan voor vervolg onderzoek. De meerderheid van 70% van de participanten valt onder onderzoeksgroep 2. Bestaand uit vijftien bedrijven die de afgelopen drie jaar geen financiële bijdragen hebben geleverd aan Nederlandse filmproducties. De reden van de omvang van onderzoeksgroep 2 is te herleiden uit de grote hoeveelheid bedrijven die de afgelopen drie jaar geen steun hebben gegeven aan Nederlandse filmproducties. Deze onderzoeksgroep was makkelijker te benaderen omdat de markt van niet gevende bedrijven aan Nederlandse film een veel grotere omvang had dan de markt van wel geven bedrijven. Onderzoeksgroep 1 bestaat uit zes bedrijven die de afgelopen drie jaar financiële steun hebben gegeven aan Nederlandse filmproducties. Het verschil in omvang van de onderzoekspopulatie kan leiden tot een scheef beeld binnen de onderzoeksresultaten. Het is interessant om het onderzoek nog eens uit te voeren bij een evenwichtige onderzoekpopulatie. Er is geen verband gevonden tussen de grootte van het bedrijf en het wel of niet hanteren van een formeel geefbeleid en de gevonden motieven. Door in volgend onderzoek dieper in te gaan op de variabelen: grootte van het bedrijf en het formeel geefbeleid zou er een mogelijk verband kunnen ontstaan. Er is in dit onderzoek te veel nadruk gelegd op de motieven van bedrijven voor het al dan niet geven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties. In vervolgonderzoek kan een kwantitatieve onderzoeksmethoden worden gebruikt om de motieven van bedrijven te toetsen. Ook de variabelen, grootte van het bedrijf en het formeel geefbeleid kunnen op deze wijze worden getoetst. Door middel van kwantitatief onderzoek kan waarschijnlijk ook een grotere onderzoekspopulatie worden aangesproken. Waardoor de resultaten beter generaliseerbaar zullen zijn.
52
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
53
8 Advies aan crowdfundingplatforms Advies aan crowdfundingplatforms is om de stappen uit onderstaande figuur na te lopen bij het opzetten van een nieuw crowdfundingproject gericht op Nederlandse film. De elementen die van belang zijn voor het aantrekken van bedrijven zijn onder te verdelen in: 1. een offline basis in de vorm van het aanspreken van motieven, 2. online strategie, 3. inzetten van cast en crew, 4. inzetten van social media, 5. het vaststellen van perks.
START
Offline basis
Online strategie
Cast + crew
Social media
Perks
Figuur 8. Stappen voor het aantrekken van bedrijven.
8.1
Stappenplan voor het aantrekken van bedrijven
1. Offline basis
Offline is het van belang om motieven bij bedrijven aan te spreken, die volgens het onderzoek het meest dominant zijn voor het geven van financiële steun aan Nederlandse film. Dit zijn het stimuleren van ondernemerschap, het creëren van betrokkenheid en het genereren van naamsbekendheid. Deze motieven dienen aan gesproken te worden vanaf het crowdfundingplatform in de vorm van online communicatie naar de potentiële participant. 2. Online strategie
De online strategie omvat de communicatie via het crowdfundingplatform naar potentiële participanten, waaronder bedrijven. Het project bereikt de potentieel participant vanaf het crowdfunding platform. Als crowdfundingplatform dient u het vertrouwen te winnen van de potentieel donteur. Dit vertrouwen en kans op een daadwerkelijke donatie wordt vergroot door duidelijke communicatie. Denk hierbij aan een tijdslimiet en streefbedrag.
53
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
54
3. Betrekken van cast en crew
Het inzetten van cast en crew bij een crowdfundingproject gericht op Nederlandse film stimuleert de betrokkenheid van de participant. Bedrijven steunen vanuit persoonlijk belang Nederlandse filmproducties op basis van return on involvement. Hun betrokkenheid wordt vergroot wanneer de cast en crew actief zijn in het crowdfundingproject. 4. Inzetten van social media
Social media spelen een belangrijke rol in het bereiken en motieveren van bedrijven voor crowdfunding.
Naast
de
pullstrategie
van
het
aanbod
van
projecten
op
crowdfundingplatforms worden er door inzet van social media bedrijven aangetrokken door middel van een pushstrategie. 5. Geven van perks
Het aanbieden van een concrete tegenprestatie ‘perk’ maakt concreet wat bedrijven als tegenprestatie kunnen verwachten. Het aanbod van zo’n perk wordt het meest effectief ingezet bij kleine projecten (tot 200.000 euro) gericht op Nederlandse filmproducties.
54
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
55
55
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
56
Aftiteling Kirsten van den Berg presents Scenario & Regie
Kirsten van den Berg
Producent
Kirsten van den Berg
Coproducent
OneBigAgency
Line Producer
Willem Buffing
Regie- Assistent
Wil Michels Ineke Huyskens Milan Michels Yara Michels Marijn Baar Jantien Kingma Tessy Ruijgrok
Runners
Eddy Terstall Roel van de Weijer X
Art direction
Marjo Duiveman
Script continuïteit
Willem Buffing
Productie verzekering
Hogeschool van Amsterdam
Postproductie supervisie
Willem Buffing
Postproductie supervisie
Marcel van der Lugt
Met dank aan Milan Michels, Peggy Stein, Marijn Baar, Jantien Kingma, Wil Michels, Marjo Duiveman, Eddy Terstall, Roel van de Weijer, Willem Buffing, Respondent Q Gerritsma, David Klinkert, Leo Schrader, Victor Alling, Floris Zwolsman, Tiemen Gerritsma, Henk van den Berg, Marije de Graaff, Emilie Sobels, Roderik Villevoy, Arienne de Boer, Willem van Eeghen, Jeroen Joustra, Coen van der Velde, Fenna Sevriens, Sophie Ruijgrok, Ineke Huyskens, Tessy Ruijgrok © 2012 Kirsten van den Berg
56
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
57
Afbeelding 5. Filmposter DEAL. OneBigAgency, 2012
57
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
58
Literatuurlijst Aschman, Michael. [persoonlijk interview]. 11 mei 2012. AVRO. (2012). Opium Benjamin Herman. Geraadpleegd op: 6 mei 2012, van: http://cultuurgids.avro.nl/front/detailopium.html?item=8274050 Bekkers & Wiepking. (2011). ‘A Literature Review of Empirical Studies of Philanthropy: Eight Mechanisms That Drive Charitable Giving’. Nonprofit and Voluntary Sector Quarterly, 40: 924-973 Beleidsplan. (2012). Beleidsplan 2013-2016 innovatie en perspectief. Geraadpleegd op: 8 mei 2012, van: Het Nederlandse Filmfonds. BKKC. (16 september 2011). Masterclass Crowdfunding (online video) . Geraadpleegd op 16 februari 2012, van: http://www.bkkc.nl/portfolio/archief/masterclass-Crowdfunding Blockbusterfonds. (2012). Blockbusterfonds. Geraadpleegd op: 11 mei 2012, van: http://blockbusterfonds.nl/ Campagne Eddy’s Twitflicks. (2011). OneBigAgency, 2011. CineCrowd. (z.j.). Start je eigen filmavondtuur! Geraadpleegd op: 20 januari 2012, van: http://www.CineCrowd.nl/ Crowdfunding. (z.j.). Crowdfunding. Geraadpleegd op 10 januari 2012, van: http://www.Crowdfunding.nl/ De Filmkrant. (2011). Brief Zijlstra: Cinekid, Binger, HAFF en NIAf buitenboord. Geraadpleegd op 14 maart 2012, van: http://www.filmkrant.nl/nieuws_2011/6998 De Filmkrant. (z.j.). Crowdfunding niet altijd succesvol. Geraadpleegd op: 21 januari 2012, van: http://www.filmkrant.nl/TS_juli-augustus_2010/7091 De ondernemer. (2011). Crowdfunding levert ook netwerk op. Geraadpleegd op 12 december 2011, van: http://www.deondernemer.nl/deondernemer/614453/Naast-geld-ook-een-netwerk.html
58
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
59
De percentages van de gegeven bedragen (giften en sponsoring) in 2007 per branche naar type doel. (2009). [online jpg-image]. Geraadpleegd op: 7 maart 2012, van: http://www.geveninnederland.nl Douw & Koorn. (z.j.). Crowdfunding consultancy. Geraadpleegd op 12 januari 2012, van: http://www.douwenkoren.nl/Crowdfunding-in-nederland/ Duret de Kroon. (2011). Geven aan goede doelen wordt in 2012 fiscaal aantrekkelijker. Geraadpleegd op 26 maart 2012, van: (http://www.duretdekroon.nl/nieuws/94/geven-aangoed-doel-wordt-in-2012-fiscaal-aantrekkelijker Eddy’s Twitflicks Casefilm, videoclip 12 oktober 2011. Geraadpleegd op: 1 februari 2012. Een leven lang nieuwsgierig 2012. (2012). [image] Cinecrowd, 2012. EenVandaag. (2012). Nederlandse film in zwaar weer. Geraadpleegd op: 26 maart 2012, van: http://www.eenvandaag.nl/binnenland/40018/nederlandse_film_in_zwaar_weer EenVandaag. (2012). Crowdfunding. Geraadpleegd op: 18 mei 2012, van: http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1252172 EU1tv. (z.j.). Film en televisieplatform. Geraadpleegd op: 18 februari 2012, van: http://eu1.tv/ Filmfonds. (z.j.). Nederlands Filmfonds. Geraadpleegd op 29 februari 2012, van: http://www.filmfonds.nl/over-het-nederlands-filmfonds/missie-beleid
Filmhelden. (2012). Joint-promotion en filmsponsoring. Geraadpleegd op 14 mei 2012, van: http://www.filmhelden.nl/filmsponsoring/wat-is-filmsponsoring/ Filmposter DEAL. (2012). [image]. OneBigAgency, 2012. Filmset DEAL Barcelona september 2011. (2011). [image] OneBigAgency, 2011. Financieel dagblad. (2011). Crowdfunding. Het Financieel dagblad, Katern p. 13. Frankwatching. (2012). De motivatie van donateurs bij Crowdfunding. Geraadpleegd op 14 maart 2012, van: http://www.frankwatching.com/archive/2011/12/12/de-motivatie-vandonateurs-bij-Crowdfunding/ Geven in Nederland (2011). Onderzoek geven in Nederland. Geraadpleegd op: 7 maart 2012, van: http://www.geveninnederland.nl/
59
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
60
Hoe selecteert men over het algemeen goede doelen? (2011). [rapport-image]. Stratus marktonderzoek 2011. Indiegogo. (z.j.). Worlds leading international platform. Geraadpleegd op 16 februari 2012, van: http://www.indiegogo.com/ Faas, R.L.M. (2010). 3M Fonds onderzoek. [rapport]. 3M Fonds Mediabereik Eddy’s twitflicks. (2011). [image] OneBigAgency, 2011. 2,5 miljoen gecrowdfund in 2011. (2012). [online jpg-image]. Geraadpleegd op: 15 maart 2012, van: http://www.douwenkoren.nl/Crowdfunding-in-nederland/ Mollywood. (2012). Tax Shelter. Geraadpleegd op 11 mei 2012, van: http://mollywood.be/tax-shelter/ NNFP. (z.j.). Nederlands filmplatform. Geraadpleegd op: 21 januari 2012, van: http://www.nnfp.nl/nl/ NRC. (2011). Minder belasting, meer Nederlandse film; Pleidooi voor de invoering van een fiscale regeling voor de Nederlandse film. Nu.nl. (13 februari 2012). CineCrowd financeerde 17 films in jaar. Geraadpleegd op 13 februari 2012, van: http://www.nu.nl/film/2739723/CineCrowd-financierde-17-films-in-jaar.html NuZakelijk. (2012). Crowdfunding groeit stug. Geraadpleegd op 10 jauari 2012, van: http://www.nuzakelijk.nl/ondernemen/2710822/Crowdfunding-groeit-stug.html Pitchstar. (2011). Het succes van films en Crowdfunding. Geraadpleegd op: 15 januari 2012, van: http://blog.pitchstar.nl/2011/11/11/het-succes-van-films-Crowdfunding/ 250 projecten gefinancierd in 2011. (2012). [online jpg-image]. Geraadpleegd op: 15 maart 2012, van: http://www.douwenkoren.nl/Crowdfunding-in-nederland/ Relatie tussen sponsoring en giften aan cultuur en achtergrondkenmerken van bedrijven. (2009). [online jpg-image]. Geraadpleegd op: 7 maart 2012, van: http://www.geveninnederland.nl/ Rijksoverheid. (2011). Subsidiebeleid voor film. Geraadpleegd op: 29 februari 2012, van: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/film/huidig-subsidiebeleid-voor-film
60
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
61
Rijksoverheid. 2012). Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Geraadpleegd op: 17 april 2012, van: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/maatschappelijk-verantwoordondernemen Robert van Meer, Tim Meuleman. (2011). De C2B revolutie. BBP bv. SNS REAAL Fonds. (2012). SNS REAAL. Geraadpleegd op: 11 mei 2012, van: http://www.snsreaalfonds.nl/ Terstall. Eddy. [persoonlijk interview]. 15 april 2012. Volkskrant. (2012). Filmfonds steunt voortaan minder films en documentaires. Geraadpleegd op: 29 februari 2012, van: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3376/film/article/detail/3149902/2012/02/01/Filmfonds-steuntvoortaan-minder-films-en-documentaires.dhtml Voordekunst. (z.j.). Kunstprojecten. Geraadpleegd op 16 februari 2012, van: http://voordekunst.nl/ VoordeKunst. (2011). Cijfers VoordeKunst. Geraadpleegd op 14 maart 2012, van: http://voordekunst.wordpress.com/2011/11/21/cijfers-voordekunst WaanzinnigWoerden. (2011). Eddy Terstall en Deal. Geraadpleegd op: 1 mei 2012, van: http://www.waanzinnigwoerden.nl/news/39/9841/2011/06/07 Waarom ondersteunen bedrijven goede doelen? (2011). [rapport-image]. Stratus marktonderzoek 2011. Weijer van de, Roel. [persoonlijk interview]. 16 april 2012. WWAV. (z.j.). Marketingextreme. Geraadpleegd op: 11 maart 2012, van: http://www.wwav.nl/contentpage.aspx?guid=c9cf2dba-196c-45b5-b945-5eef6b5a0c8e
61
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
62
Bijlagen I. Onderzoekspopulatie 1 Onderzoekspopulatie 1. BEDRIJF
BRANCHE
TYPE
VRAGENLIJST
1
Respondent A
Groothandel
Branche B
Per mail
2
OneBigAgency
Zakelijke dienstverlening
Branche A
Per mail
3
Respondent C
Zakelijke dienstverlening
Branche A
Persoonlijk
4
Respondent D
Zakelijke dienstverlening
Branche A
Per mail
5
Respondent E
Overig
Branche C
Per mail
6
Respondent F
Zakelijke dienstverlening
Branche A
Per mail
Branche A = grootste geldschieters aan goede doelen in het algemeen. Branche B = grootste geldschieters aan specifiek culturele doeleinden. Branche C = overige bedrijven. Tabel 5. Overzicht van financieel steunende respondenten.
62
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
63
II. Onderzoekspopulatie 2 Onderzoekspopulatie 2. BEDRIJF
BRANCHE
TYPE
VRAGENLIJST
1
Respondent G
Overige
Branche C
Persoonlijk
2
Respondent H
Overige
Branche C
Per mail
3
Respondent I
Zakelijke dienstverlening
Branche A
Per mail
4
Respondent J
Detailhandel non-food
Branche A
Per mail
5
Respondent K
Detailhandel non-food
Branche A
Per mail
6
Respondent L
Overig
Branche C
Per mail
7
Respondent M
Zakelijke dienstverlening
Branche C
Per mail
8
Respondent N
Horeca
Branche B
Per mail
9
Respondent O
Zakelijke dienstverlening
Branche A
Telefonisch
10
Respondent P
Industrie
Branche C
Per mail
11
Respondent Q
Detailhandel food
Branche B
Persoonlijk
12
Respondent R
Zakelijke dienstverlening
Branche A
Persoonlijk
13
Respondent S
Industrie
Branche A
Per mail
14
Respondent T
Detailhandel non-food
Branche A
Per mail
15
Respondent U
Zakelijke dienstverlening
Branche A
Per mail
Branche A = grootste geldschieters aan goede doelen in het algemeen. Branche B = grootste geldschieters aan specifiek culturele doeleinden. Branche C = overige bedrijven. Tabel 6. Overzicht van niet steunende respondenten.
63
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
64
III. Topiclijst interview Eddy Terstall Doel van het interview: Informatie inwinnen over de financiering van Nederlandse filmproducties vanuit oogpunt van de regisseur. Onderwerpen die ter sprake dienen te komen • Ontwikkeling van de Nederlandse filmindustrie. • Crowdfunding en Nederlandse film. • Ervaring met Nederlandse filmfonds. • Financiële middelen m.b.t. filmproductie. • Reden van beroep op crowdfundingplatform Cinecrowd? • Motieven van bedrijven voor het gegeven van financiële steun.
64
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
65
IV. Topiclijst interview Roel van de Weijer Doel van het interview: Informatie inwinnen over het fenomeen crowdfunding en inzicht verkrijgen in geef motieven van particulieren en bedrijven. Onderwerpen die ter sprake dienen te komen • Ontwikkeling van de Nederlandse filmindustrie. • Crowdfundingplatforms? • Crowdfunding naar type filmproductie. • De toekomst van crowdfunding. • Crowdfunding en Nederlandse film. • Motieven voor steun aan Nederlandse film door bedrijven/particulieren?
65
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
66
V. Topiclijst interview X Doel van het interview: Informatie inwinnen over het fenomeen crowdfunding en inzicht verkrijgen in geef motieven van particulieren en bedrijven. Onderwerpen die ter sprake dienen te komen • Ontwikkeling van de Nederlandse filmindustrie. • De toekomst van crowdfunding. • Crowdfunding en Nederlandse film. • Motieven voor steun aan Nederlandse film door bedrijven/particulieren? • Is er volgens jou onderscheid in de financiering van verschillende type filmproducties? • Product placement.
66
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
67
VI. Vragenlijst onderzoeksgroep 1. 1. Aan hoeveel goede doelen (in het algemeen) heeft uw bedrijf de afgelopen drie jaar gedoneerd? b.Aan hoeveel culturele doelen heeft uw bedrijf de afgelopen drie jaar gedoneerd? c. Aan hoeveel Nederlandse filmproducties heeft uw bedrijf de afgelopen drie jaar gedoneerd? 2. Wat zijn voor uw bedrijf de drie belangrijkste motieven voor het doneren aan Nederlandse filmproducties? b. Wat is volgens u de top drie van deze motieven, geordend van meest naar minst belangrijk? 3. Zijn volgens u de motieven van uw bedrijf voor het doneren aan Nederlandse filmproducties vooral gedreven uit emotie of weloverwogen? 4. Heeft uw bedrijf een formeel donatiebeleid? b. Zo ja, kunt u mij in het kort uitleggen hoe dit beleid tot stand is gekomen? c. Zo ja, kunt u mij in het kort uitleggen wat dit beleid inhoud? 5. Bent u bekend met het begrip crowdfunding? b. Zo ja, wat is volgens u de definitie van crowdfunding? c. Heeft uw bedrijf ervaring met het geven van donaties door middel van crowdfunding?
67
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
68
VII. Vragenlijst onderzoeksgroep 2. 1. Uit hoeveel medewerkers bestaat uw bedrijf ongeveer? b. Binnen welke branche rekent u uw bedrijf? 2. Aan hoeveel goede doelen (in het algemeen) heeft uw bedrijf de afgelopen drie jaar gedoneerd? b.Aan hoeveel culturele doelen heeft uw bedrijf de afgelopen drie jaar gedoneerd? 3. Wat zijn voor uw bedrijf de drie belangrijkste motieven voor het NIET doneren aan Nederlandse filmproducties? b. Wat is volgens u de top drie van deze motieven, geordend van meest naar minst belangrijk? 4. Zijn volgens u de motieven van uw bedrijf voor het NIET doneren aan Nederlandse filmproducties vooral gedreven uit emotie of weloverwogen? 5. Heeft uw bedrijf een formeel donatiebeleid? b. Zo ja, kunt u mij in het kort uitleggen hoe dit beleid tot stand is gekomen? c. Zo ja, kunt u mij in het kort uitleggen wat dit beleid inhoud? 6. Bent u bekend met het begrip crowdfunding? b. Zo ja, wat is volgens u de definitie van crowdfunding? c. Heeft uw bedrijf ervaring met het geven van donaties door middel van crowdfunding?
68
!"#$%&'"(
2"$+**(3%&4".)*,%"'"(
%(,"$(
%)/1*
+,"-("(.'/(.0$"/,%'%,"%,
)'*
!/,"(
2+905*3*1%+05"
!",$"44"(
8"$4(")"$
43/(,"(!%(#%(1
!"#$%&6+%)/1*
*(#"$(")"$+05/2
+,%)-3"$"(
(**#7//4
!"+"6.'/(
!",$*44"(5"%#
)//,+05/22"3%&4"
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing DEAL 69
VIII. Conceptueel model onderzoeksgroep 1.
69
!">.&/(0
!"#$%&'(%
!";8-3$+=2&
!"1&-$('2$+*&'"533*
!"9$+%&+"&+".&//&%&+(+0&+
!"#$%&'(!
!"938:
!"7+*8,-/(&
!"6/33-2$+*&'
!"1&-$('2$+*&'"+3+4533*
!"#$%&'()%&"*(&+,-.&/'&+(+0
!"#$%&'(#
!'4"+33'$&'./
$##,6!'3'$/&'./
*+",''-()''*!'-'./
!'/".8*6.,#)+
7"+/5%4(7-#%','$4
)++/0.--
1'"2+'3(+,(4'(/+$'"'$
,1+
%5-455"
%"'#4.1.4'.4
64.,5-'"'$(+$/'"$','"6%
)''$(*+",''-()''*!'-'./
*+",''-()''*!'-'./
)''$(*+",''-()''*!'-'./
*+",''-()''*!'-'./
)''$(*+",''-()''*!'-'./
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing DEAL 70
IX. Theoretisch model onderzoeksgroep 1.
70
!">.&/(0
!"#$%&'(%
!";8-3$+=2&
!"1&-$('2$+*&'"533*
!"9$+%&+"&+".&//&%&+(+0&+
!"#$%&'(!
!"938:
!"7+*8,-/(&
!"6/33-2$+*&'
!"1&-$('2$+*&'"+3+4533*
!"#$%&'()%&"*(&+,-.&/'&+(+0
!"#$%&'(#
*+",''-()''*!'-'./
)''$(*+",''-()''*!'-'./
*+",''-()''*!'-'./
)''$(*+",''-()''*!'-'./
*+",''-()''*!'-'./
)''$(*+",''-()''*!'-'./
,#)($.'1(/+$'"'$
$++.1(!'$#/'"/
#$/'"'(/+'-'$(0"'*'"'"'$
$++.1(+2'"($#)'/#%&1
)''$(#**.$.1'.1
)''$("##32-#3
)''$(1+')'2+')/'(4##"/'
!5/)'1
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing DEAL 71
X. Theoretisch model onderzoeksgroep 2.
71
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
72
Plan van aanpak Naam student: Kirsten van den Berg
Profiel: MMP
Studentnummer: 500532031
Groep: M402e
E-mailadres:
[email protected] /
[email protected] Telefoonnummer: 06-42541720 Paraaf voor akkoord student:
Datum: 4 april 2012 Eerste begeleider: Wim Buffing Tweede begeleider: Marcel van der Lugt Paraaf voor akkoord docent-begeleider en tweede docent: Datum: 4 april 2012
Gegevens opdrachtgever: Bedrijf: One Big Agency Naam begeleider vanuit het bedrijf: Peggy Stein Functie: Directrice One Big Agency en Miami ad school Paraaf voor akkoord afstudeercommissie: Datum: 4 april 2012
Inleiding 2011 en 2012 zijn succesvolle jaren voor de Nederlandse film. Het marktaandeel van de Nederlandse bioscoopfilm is in 2012 gestegen naar 22% ten opzichte van 1% in de jaren 90. Ondanks deze groei blijven de kosten voor het produceren van films hoog en de Nederlandse markt klein. Om te kunnen blijven produceren moeten Nederlandse films gesubsidieerd worden. Een probleem is dat het Nederlandse Filmfonds vanaf 2012 minder subsidie krijgt van de Rijksoverheid. Door vermindering van de bestedingsruimte worden er de komende jaren minder speelfilms en bioscoopdocumentaires gesteund. (NRC, 2011), (Filmkrant, 2011), (Een Vandaag, 2012) Filmproducenten zijn door deze bezuinigingen genoodzaakt om andere partijen dan fondsen te interesseren voor de financiering van de Nederlandse filmproducties. Partijen die na de forse bezuinigingen van de Rijksoverheid noodzakelijk zijn geworden om de Nederlandse filmindustrie overeind te houden zijn onder anderen private financiers, distributeurs,
72
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
73
bioscoopexploitanten, kabelexploitanten en omroeporganisaties. (Rijksoverheid, 2011) De financiële afhankelijkheid van het Nederlandse Filmfonds (hierna te noemen het Fonds) is voor filmproducenten een belemmering in hun productie van ideeën in de vorm van film. De lange duur (soms wel twee jaar) van aanvraag tot subsidie bij het Fonds heeft als gevolg dat Nederlandse filmmakers hun ideeën vaak niet kunnen realiseren en er scripts blijven liggen. Een creatieve oplossing voor de financiering van filmproducties is crowdfunding. Crowdfunding is een manier om het financiële gat te vullen tussen de bedragen die directe betrokkenen, familie, vrienden, kennissen kunnen bijdragen en de grote bedragen van professionele investeerders en kredietverstrekkers. De kracht van crowdfunding is de directe stem van de participant (investeerder) in het gesteunde project en de betrokkenheid bij het gefunde project. Deze betrokkenheid is te omschrijven als ‘return on involvement’, het gevoel van de participant om deel te zijn van een groter geheel en het tonen van goodwill. De vorm van deze stem kan verschillen van directe invloed op het eindresultaat tot alleen de financiering van het project. De projecten worden op crowdfundingplatforms gepresenteerd. Dit wordt gedaan in de vorm van een filmpje waarin het te funden (financieel te steunen) project wordt uitgelegd en de potentiële participant wordt overgehaald om daadwerkelijk tot een donatie over te gaan. Elk project bevat een tijdslimiet en streefbedrag. Afhankelijk van de hoogte van de donatie krijgt de participant een tegenprestatie die zowel financieel, materieel als immaterieel kan zijn. Deze tegenprestaties verschillen per crowdfundingplatform en zijn gekoppeld aan bepaalde waarden en de hoogte van de donatie. Bij een donatie tussen de 10 en 50 euro ontvangt de participant bijvoorbeeld een dvd en bij een donatie tussen de 50 en 100 euro ontvangt de participant kaartjes voor een filmfestival. Zo lopen de beloningen aan de hand van de hoogte van de donatie op. Het eerste crowdfundingplatform genaamd IndieGoGo is in 2008 opgericht in San Francisco. Hun doel was om een platform te creëren wat het makkelijk maakt om projecten te realiseren. Het is een open marktplaats voor iedereen waar miljoenen per maand worden omgezet. Wereldwijd zijn in 2011 1 miljoen crowdfunding campagnes opgezet, waarbij voor 1,5 miljard dollar aan de ondernemers is gefinancierd. Al snel volgde Nederland vanaf 2011 deze trend genaamd crowdfunding. (IndieGoGo, 2011), (Eenvandaag, 2012) Het totaal aan Nederlandse crowdfundingplatforms (alle disciplines meegerekend) heeft in 2011 met de financiering van 250 projecten voor 2,5 miljoen euro aan inkomsten gegenereerd. Het totaal aan creatieve projecten (waaronder Nederlandse film) bestaat uit 1.3 miljoen euro. In 2011 verdubbelde tevens het aantal crowdfundingplatforms naar in totaal twintig stuks. De meest bekende voorbeelden van crowdfunding platfroms zijn Symbid (ondernemers for profit), Voordekunst (interdiciplinair) en CrowdAboutNow (interdiciplinair).
73
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
74
De bekendste crowdfundingplatforms op het gebied van Nederlandse filmproducties zijn CineCrowd, EU1, VoordeKunst en het Nieuw Nederlands Film Platform. (NuZakelijk, 2011), (DouwenKoren, 2011) Cijfers van het eerste jaar van crowdfundingplatform Voordekunst geven inzicht in de bedragen aan donaties op het betreffende crowdfundingplatform. Het totaalbedrag aan donaties dat in 2011 door Voordekunst is binnengehaald is afgerond 445.750 euro. Er zijn 2446 particuliere donaties geweest, met een gemiddelde donatie per participant van 44,23 euro. Ook hebben er 143 bedrijven gedoneerd. Dit zijn bedrijven, variërend van eenmanszaken tot landelijk opererende bedrijven, fondsen of georganiseerde groepen mensen (benefietopbrengst). De gemiddelde bijdrage van deze bedrijven bedroeg afgerond 1.582
euro.
Het
gemiddelde
streefbedrag
per
project
ligt
bij
Nederlands
crowdfundingplatform CineCrowd (film) rond de 10.000 euro. De cijfers laten zien dat met enkel particuliere donateurs het streefbedrag vaak niet wordt gehaald. Als elke participant gemiddeld 44 euro doneert en het streefbedrag 10.000 euro is dan zijn er afgerond 228 particuliere donateurs nodig. (Voordekunst, 2011) Er komen steeds meer Nederlandse crowdfundingplatforms. Door deze toename groeit de concurrentie
en
daarmee
het
aanbod
van
Nederlandse
filmprojecten.
Potentiële
participanten hebben nu een grotere markt van crowdfundingprojecten waar zij aan kunnen doneren. De Nederlandse markt van particuliere participanten is op dit moment niet groot genoeg om op deze wijze alle aangeboden projecten te financieren. Om projecten te kunnen blijven realiseren is het van belang participanten voor je platform te blijven winnen. Door deze ontwikkelingen is het als crowdfundingplatform zaak om je concurrentiepositie te versterken. Bedrijven, fondsen en sponsoren zijn essentieel om crowdfunding campagnes te kunnen blijven realiseren. (Frankwatching, 2011)
Probleemstelling Welke motieven kunnen bij bedrijven worden aangesproken voor het geven van een financiële bijdrage aan Nederlandse filmproducties door middel van crowdfunding?
Doelstelling Inzicht brengen in de motieven van bedrijven voor het wel of niet geven van een financiële bijdrage aan Nederlandse filmproducties. Aan de hand van dit inzicht worden aanbevelingen gedaan aan crowdfundingplatforms in de vorm van een communicatieadvies.
74
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
75
Deelvragen Deelvraag 1
Nederlandse filmindustrie Wat zijn de huidige ontwikkelingen binnen de Nederlandse filmindustrie? Welke type Nederlandse filmproducties zijn er te onderscheiden? Deelvraag 2
Crowdfunding Wat is crowdfunding en voor wie is crowdfunding interessant? Wat is het succes van crowdfunding? Welke rol speelt crowdfunding in de Nederlandse filmindustrie? Crowfunding binnen de Nederlandse filmindustrie besproken aan de hand van de recente case ‘DEAL’. Welke crowdfundingplatforms kent Nederland op het gebied van filmproducties? Deelvraag 3
Sponsoring en donaties in het bedrijfsleven Welke rol speelt maatschappelijk verantwoord ondernemen in het bedrijfsleven? Welke rol spelen sponsoring en donaties in het bedrijfsleven? Wat zijn de belangrijkste motieven voor bedrijven bij het steunen van een goed doel? Wat zijn de belangrijkste motieven voor particulieren bij het steunen van een goed doel? Wat zijn de belangrijkste motieven voor bedrijven bij het niet steunen van een goed doel? Hoe wordt een sponsor- en donatiebeleid ontwikkeld binnen een bedrijf? Wat zijn de selectiecriteria van bedrijven bij het selecteren van een goed doel? Deelvraag 4
Bedrijven en Nederlandse filmproducties Welke type bedrijven steunen Nederlandse filmproducties? Wat is het belangrijkste motief voor bedrijven bij het steunen van een Nederlandse filmproductie? Wat is het belangrijkste motief voor bedrijven bij het niet steunen van een Nederlandse filmproductie?
75
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
76
Matrix deelvragen/methode van onderzoek Deskresearch
Fieldresearch
Internationale component
Kwantitatief
Kwalitatief
onderzoek
onderzoek
Deelvraag 1
√
√
Deelvraag 2
√
√
Deelvraag 3
√
Deelvraag 4
√
√
√
Verantwoording methode van onderzoek Verantwoording van de wijze van informatie verzamelen. Deelvraag 1 Deelvraag 1 over Crowdfunding zal ik beantwoorden door middel van deskresearch. Deze informatie is beschikbaar in diverse online en offline bronnen uit binnen- en buitenland. Geraadpleegde literatuur: Het onderzoeksrapport ‘Crowdfunding, Waarom doen we mee?’ van Koen van Vliet, 2011 en Bekkers, R. & Wiepking, P. (2011). ‘A Literature Review of Empirical Studies of Philanthropy: Eight Mechanisms That Drive Charitable Giving’. Overige geraadpleegde literatuur: Crowdfunding.nl, Crowdfunding consultancy Douw&Koorn, Dutch Cowboys 2011, Het Financieel Dagblad 2011, NuZakelijk 2012, Koenvlietadvies 2012 en VPRO Cinema tv. Deelvraag 2 Deelvraag 2 over de huidige ontwikkelingen binnen de Nederlandse filmindustrie zal ik beantwoorden door middel van desk- en fieldresearch. Deze informatie is beschikbaar in verschillende online en offline bronnen. Geraadpleegde literatuur: Filmfonds 2012, NRC 2011, Volkskrant 2012, Nu.nl 2012 en de Rijksoverheid 2012. Daarnaast vindt er kwalitatief onderzoek plaats in de vorm van een diepte interview met regisseur Eddy Terstall. Deelvraag 3 Deelvraag 3 over de rol van Crowdfunding in de Nederlandse filmindustrie zal ik beantwoorden door middel van desk- en fieldresearch. Deze informatie is beschikbaar in verschillende online en offline bronnen. Geraadpleegde literatuur: Deal archief, De Filmkrant, Cinecrowd, IndieGoGo. VoordeKunst, EU1tv, Suitcasecinema, NOS 2012, Nu.nl 2012, Pitchstar en thesis van Sasja Opdam 2011. Daarnaast vindt er kwalitatief onderzoek plaats in de vorm van een diepte interview met Roel van de Weijer (oprichter CineCrowd) en X, oprichter van een nieuw crowdfunding bedrijf gericht op de business to business markt. Deelvraag 4 Deelvraag 4 over sponsoring en donaties in het bedrijfsleven zal ik beantwoorden door
76
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
77
middel van desk- en fieldresearch. Deze informatie is beschikbaar in verschillende online en offline bronnen. Geraadpleegde literatuur: 3M Fonds onderzoeksrapport 2010, onderzoek van Stratus 2011 en Geven in Nederland 2009. Deelvraag 5 Deelvraag 5 over het type bedrijven dat bereid is financiële steun te geven aan Nederlandse filmproducties zal ik beantwoorden door middel van desk- en fieldresearch. Deze informatie is beschikbaar in verschillende online en offline bronnen. Geraadpleegde literatuur: 3M Fonds onderzoeksrapport 2010, onderzoek van Stratus 2011 en Geven in Nederland 2009. Er vindt kwalitatief onderzoek plaats in de vorm van een gesloten vragenlijst onder bedrijven om de motieven voor het al dan niet geven van financiële steun aan Nederlandse filmproducties te toetsen. Validiteit De onderzoeksmethode bestaat naast deskresearch uit fieldresearch in de vorm van diepte interviews (kwalitatief onderzoek) en gesloten vragenlijsten (kwalitatief onderzoek). De steekproef zal niet de juiste afspiegeling vormen van de populatie (bedrijven) en is dus niet representatief.
Vooraanstaande
personen
uit
de
branches
Nederlandse
film
en
Crowdfunding worden benadert voor een face-to-face diepte interview. De geïnterviewden zijn; Eddy Terstall (regisseur Nederlandse filmproducties), Roel van de Weijer (oprichter Crowdfundingplatform Cinecrowd) en X, oprichter van een nieuw crowdfunding bedrijf gericht op de business to business markt. Betrouwbaarheid Bronnen Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te vergroten wordt literatuuronderzoek gedaan. Dit door gebruik te maken van diverse online en offline bronnen uit binnen- en buitenland. Om inzicht te krijgen in het proces van Crowdfunding rondom de financiering van Nederlandse film wordt er gebruik gemaakt van het archief van de Nederlandse filmproductie Deal, een film van Eddy Terstall. Ook is het complete onderzoek van het 5M fonds ter beschikking gesteld, gericht op de betrokkenheid van bedrijven bij het steunen van culturele doelen. Het kwalitatieve onderzoek zal bestaan uit diepte interviews met professionals. Deze professionals zijn actief op gebied van Crowdfunding en Nederlandse filmproducties. Het kwalitatieve onderzoek gericht op de motieven voor het al dan niet geven van een financiële bijdragen aan Nederlandse filmproducties vindt plaats onder bedrijven die middels deskresearch worden geselecteerd.
77
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
78
Oude onderzoeken Uit de scriptiedatabank van de Universiteit Utrecht en Universiteit van Amsterdam worden de volgende scripties geraadpleegd: De kunst van het crowdfunden voor film van Sasja Opdam, 2011, Crowdfunding, Waarom doen we mee? van Koen van Vliet, 2011, Marketing van de Nederlandse film van Olivia van Leeuwen, 2009. Verantwoording onderzoekspopulatie Om het literatuuronderzoek te versterken worden diepte interviews gehouden met specialisten op gebied van crowdfunding en de Nederlandse filmindustrie, het kwalitatief onderzoek onder deze respondenten zal plaatsvinden in de vorm van face-to-face diepte interviews. De respondenten zijn: Eddy Terstall regisseur van Nederlandse filmproducties, Roel van de Weijer oprichter van crowdfundingplatform CineCrowd en X, oprichter van een nieuwe onderneming gericht op de business to business markt binnen de Nederlandse filmindustrie. Om te bepalen welke bedrijven worden geselecteerd (de onderzoekspopulatie) voor het kwalitatief onderzoek gericht op financieringsmotieven aan Nederlandse filmproducties wordt gebruik gemaakt van de bevindingen uit het literatuuronderzoek. Voor de selectie van de onderzoekspopulatie is gekeken naar de grootte van het bedrijf en het al dan niet hebben van een sponsorbeleid. Het is voor de selectie van de bedrijven niet van belang waar deze in Nederland gevestigd zijn. Vervolgens worden deze bedrijven persoonlijk, telefonisch of per mail benadert met de vraag of ze willen participeren aan het onderzoek dat bestaat uit een gesloten vragenlijst. De keuze van het medium om de respondent te bereiken is afhankelijk van de relatie met en voorkeur van de respondent. Respondenten werven Het benodigd aantal respondenten voor het kwalitatieve onderzoek ligt tussen de tien en dertig respondenten. Bij het merendeel van de bedrijven is het de voorzitter Raad van Bestuur of de algemeen directeur die een prominente rol speelt bij de beslissing om te geven
aan
een
goed
doel.
Bij
middelgrote-
tot
grote
bedrijven
is
het
de
PR/communicatiemanager die een grote rol speelt. De respondenten zullen worden geworven via deskresearch en deels uit mijn eigen netwerk. Denk bij eigen netwerk aan: OneBigAgency, CCCP en Columnfilm. Testinterview Door het afnemen van een proefinterview wordt de kwaliteit en betrouwbaarheid van de vragenlijst eventueel verhoogt. De vragenlijst kan na het testinterview eventueel worden aangepast.
78
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
79
Vorm beroepsproduct Het beroepsproduct bestaat uit een adviesrapport waarin aan de hand van de bevindingen uit
zowel
deskresearch
als
kwalitatief
onderzoek
advies
wordt
gegeven
aan
Crowdfundingplatforms. Het advies zal bestaan uit een communicatieadvies voor het aantrekken van bedrijven bij de financiering van Nederlandse filmproducties door middel van crowdfunsing.
Tijdsplanning Datum
Activiteit
26-03
Feedbackmoment Willem Buffing PVA+ deelvraag 5
01-04
Feedbackmoment Willem Buffing PVA + deelvraag 5
02-04
Uiterlijke goedkeuring plan van aanpak 1 en 2 beoordelaar
03-04
PVA naar afstudeercommissie
11-04
Deelvragen 1, 2, 3 beantwoorden d.m.v. deskresearch.
17-04
Officiële deadline PVA afstudeercommissie
17-04
Topiclijsten opstellen voor interviews Roel van de Weijer en Eddy
e
e
Terstall 18-04
Feedbackmoment Willem Buffing deelvraag 1, 2, 3 + topiclijst
16-04 - 19-04
Interview moment 1, Roel van de Weijer
16-04 - 19-04
Interview moment 2, Eddy Terstall
23-04
Interviews verwerken in deelvragen 1 en 2
25-04
Topiclijst opstellen kwalitatief onderzoek bedrijven
25-04 – 09-05
Respondenten werven kwalitatief onderzoek – interviewmomenten
10-05
Uitwerken transcripties interviews
13-05
Interviews verwerken in deelvraag 4
14-05
Feedbackmoment Willem Buffing deelvraag 4
16-05
Beantwoorden probleemstelling
22-05
TUSSENTIJDSE BEOORDELING
18-05 - 25-05
Voorwoord, samenvatting, literatuurlijst, bijlage, discussie, conclusie
26-05
Redigeren
27-05 - 03-06
Verbeteren scriptie na beoordeling
03-06
Printen scriptie
05-06
Deadline inleveren scriptie
Half juni
Verdediging
79
Onderzoeksrapport Media Marketing & Publishing
DEAL
80
Afspraken over de begeleiding Tot aan het laatste inlevermoment van het plan van aanpak, gestelde deadline op 10 april heb ik wekelijks contact met mijn eerste begeleider Willem Buffing. Het contact zal zowel per mail als face-to-face plaatsvinden. Na 17 april zal er geregeld mailcontact zijn over de voortgang van mijn werkzaamheden. Eens
per
twee
weken
wordt
de
voortgang
face-to-face
besproken
op
het
Singelgrachtgebouw.
80