De werkloosheid in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland volgens drie benaderingen
Directie Statistieken, Begroting en Studies
[email protected]
Inhoudstafel: 1
WERKLOOSHEIDSSTATISTIEKEN EN -DEFINITIES
1
1.1 Inleiding
1
1.2 Problematiek van internationale vergelijkbaarheid
1
1.3 De vergoede volledige werkloosheid (administratieve gegevens)
3
1.4 De werkloosheid in strikte zin (geharmoniseerde statistiek)
6
1.5 De werkloosheid in ruime zin (geharmoniseerde statistiek)
7
2
8
RESULTATEN PER BENADERING
2.1 De vergoede volledige werkloosheid (administratieve gegevens)
8
2.1.1 Evolutie van de vergoede volledige werkloosheid .......................................................................................... 8 2.1.2 Structuur van de vergoede volledige werkloosheid .................................................................................... 10 2.1.3 Werkloosheidsratio’s ............................................................................................................................................ 11 2.2 De werkloosheid in strikte zin (geharmoniseerde statistiek) 13 2.3 De werkloosheid in ruime zin (geharmoniseerde statistiek)
14
2.4 Vergelijking van de geharmoniseerde werkloosheidstatistieken in strikte en in ruime zin
16
3
DE TEWERKSTELLING EN INACTIVITEIT
18
4
CONCLUSIE
22
5
STATISTISCHE BIJLAGE
23
5.1 De vergoede volledige werkloosheid (administratieve gegevens)
23
5.1.1 De vergoede volledige werkloosheid in absolute maandcijfers .............................................................. 23 5.1.2 Evolutie van de vergoede volledige werkloosheid ....................................................................................... 32 5.1.2.1 Tabellen 32 5.1.2.2 Grafieken 35 5.1.3 Structuur van de vergoede volledige werkloosheid .................................................................................... 36 5.1.4 Werkloosheidsratio’s ............................................................................................................................................ 37 5.2 De verdeling van de bevolking op arbeidsleeftijd (15-74 jaar) in 2015: geharmoniseerde statistieken 39 5.3 Contextgegevens
44
5.3.1 Evolutie van de bevolking.................................................................................................................................... 44 5.3.2 Structuur van de tewerkstelling........................................................................................................................ 46
1 Werkloosheidsstatistieken en -definities 1.1 Inleiding In het verleden publiceerde de RVA reeds een aantal studies waarin de werkloosheid in België en zijn buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland volgens drie verschillende benaderingen werd vergeleken.1 De huidige publicatie beoogt een actualisering van de resultaten van die vergelijking met inbegrip van eventuele herzieningen die door de diverse betrokken instanties werden aangebracht voor de voorgaande periode. Wij vangen echter aan met een beknopte herhaling van de problematiek met betrekking tot de internationale vergelijking van werkloosheidsstatistieken en een beschrijving van de gebruikte methodologieën.
1.2 Problematiek van internationale vergelijkbaarheid België kent net als de andere landen meerdere werkloosheidstatistieken. In de eerste plaats bestaan er administratieve statistieken, die worden opgesteld door de bevoegde administraties. Als federaal organisme bevoegd voor de werkloosheidsuitkering publiceert de RVA statistieken over de vergoede werkloosheid. Deze statistieken zijn gebaseerd op uitgevoerde betalingen in de loop van de maand. De Gemeenschaps- of gewestelijke organismen die bevoegd zijn voor het begeleiden van werkzoekenden, VDAB, Forem, Actiris en ADG, publiceren statistieken over al dan niet uitkeringstrekkende werkzoekenden, die bij hen zijn ingeschreven op het einde van de maand. Anderzijds publiceert Eurostat, de statistische dienst van de Europese Commissie, een geharmoniseerde werkloosheidstatistiek om internationale vergelijkingen uit te voeren. Deze statistiek is gebaseerd op een gemeenschappelijke enquête die op trimestriële basis wordt afgenomen bij een steekproefpopulatie in elke lidstaat van de Europese Unie. Daarnaast publiceert Eurostat ook een geharmoniseerde maandelijkse werkloosheidstatistiek. Om deze harmonisering te bekomen, worden de enquêteresultaten geïnterpoleerd, o.a. door er de evolutie bij te betrekken die blijkt uit de administratieve gegevens over het aantal werkzoekenden.
1
In omgekeerd chronologische volgorde: • Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin. Werkloosheid in ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 - juli 2015 • Update: evolutie van de vergoede werkzoekende volledig werklozen in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland Periode 2007-2014 - juli 2015 • Vergelijking van de evolutie van de vergoede, werkzoekende volledig werklozen in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland - september 2013 • De geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin - september 2013
1
Wanneer men werkloosheidstatistieken internationaal probeert te vergelijken, stoot men op een aantal moeilijkheden. De administratieve statistieken worden beïnvloed door de van toepassing zijnde reglementering. Binnen één land kan dit reeds zorgen voor statistische breuken bij reglementaire wijzigingen. Bij vergelijking tussen verschillende landen worden we geconfronteerd met sterk afwijkende reglementeringen of zelfs stelsels. Dit is de reden waarom internationale vergelijkingen gebaseerd zijn op de gegevens van enquêtes die via een steekproef in elk land worden afgenomen. Hierdoor vertrekt de internationale vergelijking van een gemeenschappelijke basis, waardoor de statistiek minder gebaseerd is op reglementering (al wordt ze er wel door beïnvloed : cf. deel 1.4), maar ook deze kent zijn limieten. Zo is er altijd een zekere foutenmarge, veroorzaakt door de steekproefomvang, en bieden de bij Eurostat gepubliceerde enquêteresultaten geen informatie om de vergoede werkloosheid te vergelijken. Bovendien is deze statistiek gebaseerd op de (t.o.v. administratieve statistieken) vrij strikte IAO-definitie van de werkloosheid. Daarom heeft Eurostat dan ook een aantal aanvullende indicatoren voor de werkloosheid ontworpen om in het kader van internationale vergelijking een ruimere definitie af te bakenen van de werkloosheid dan de standaard IAO-definitie. Rekening houdend met de competenties van de RVA pogen wij voor België en zijn buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland een algemene vergelijking te maken van [1] de vergoede volledige werkloosheid volgens administratieve gegevens over het aantal betalingen, die worden gepubliceerd door de daarvoor bevoegde instanties in elk van deze landen, [2] de geharmoniseerde werkloosheid in strikte zin volgens de IAO definitie en [3] de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin op basis van de bijkomende Eurostatindicatoren.
2
1.3 De vergoede volledige werkloosheid (administratieve gegevens) In elk land wordt de notie ‘werkloosheid’ volgens andere criteria afgebakend. Voor het bekomen van vergelijkbare cijfers voor België, Duitsland, Frankrijk en Nederland werd daarom gekozen voor het tellen van de vergoede volledige werkloosheid bij werkzoekenden in een vrij brede zin, waardoor we de internationale verschillen in onze definitie konden integreren. Onder ‘brede zin’ begrijpen wij in deze context dat we ons niet alleen baseren op de uitkeringsvormen die uitgaan van een verzekeringsbeginsel, maar ook de diverse uitkeringen in beschouwing nemen die kaderen in een solidariteitsprincipe (sociale bijstand).2 Wij tellen de werklozen die • Op basis van hun werkloosheid volgens de nationale regelgeving in hun land recht hebben op een uitkering ongeacht in welk vergoedingsregime; • Worden beschouwd als volledig werkloos (geen enkele vorm van arbeid gedurende hun werkloosheidsperiode) volgens de modaliteiten van het desbetreffende vergoedingsregime; • Werkzoekend zijn volgens de modaliteiten van het desbetreffende vergoedingsregime; en • Beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt volgens de modaliteiten van het desbetreffende vergoedingsregime. Voor elk van de vier landen werden de instanties gezocht die bevoegd zijn voor de toepassing van de gevonden uitkeringsstelsels en/of voor de publicatie van betrouwbare statistieken over het aantal uitkeringsgerechtigden. Telkens werd hun meest systematisch te verschijnen statistiek geselecteerd als bron. De gevraagde cijfers kunnen worden verzameld met een vertraging van ca. 4 tot 5 maanden. De resultaten van deze moeilijke oefening dienen met de nodige voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd.
2
Het gaat met andere woorden om een bredere doelgroep dan gedefinieerd wordt in de verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels Art. 61-65, aangezien die laatstgenoemde definitie kadert in het recht op sociale zekerheid, niet op sociale bijstand of bestaansminimum.
3
Tabel 1 Overzicht van de geselecteerde administratieve statistieken België
Duitsland
Frankrijk
Nederland
Gegevensreeks UVW-WZ Volledig leefloon op beroepsleeftijd Volledige fin. hulp (equivalent van het leefloon) op beroepsleeftijd Arbeitslosengeld SGB III - arbeitslos Arbeitslosengeld II SGB II - arbeitslos - Aufstocker - arbeitslos RAC (allocations d’Assurance Chômage) sans AFR (allocations de formation reclassement) Solidarité: allocation de solidarité spécifique (ASS) + allocation temporaire d'attente (ATA) + allocation équivalent retraite (AER) + allocation transitoire de solidarité (ATS) - remplacement Revenu de solidarité active (socle seul) Werkloosheidwet-uitkering WWB-uitkeringen (Wet Werk en Bijstand) + WIJ-uitkeringen (Wet Investeren in Jongeren) samengevloeid
Categorie Werkloosheidsverzekering Sociale bijstand
Bron RVA POD Maatschappelijke Integratie
Sociale bijstand
POD Maatschappelijke Integratie
Werkloosheidsverzekering Sociale bijstand Sociale bijstand
Monatsberichte BFA (DEU.) Monatsberichte BFA (DEU.) Monatsberichte BFA (DEU.)
Werkloosheidsverzekering
Pôle emploi: Séries Statistiques
Sociale bijstand
Pôle emploi: Séries Statistiques
Sociale bijstand Werkloosheidsverzekering
CAF: L'e-ssentiel + RSA Conjoncture Centraal Bureau voor de Statistiek
Sociale bijstand
Centraal Bureau voor de Statistiek
Voor België worden via de gegevensbank van de RVA de werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW-WZ) geteld na voltijdse arbeid, met inschakelingsuitkering (de voormalige wacht-of overbruggingsuitkering), de niet-vrijgestelde UVW-WZ na vrijwillig deeltijdse arbeid en de werkzoekende voltijds werklozen met bedrijfstoeslag (het voormalige brugpensioen). Voor uitkeringsgerechtigden van het (equivalent van het) leefloon worden enkel die uitkeringsgerechtigden geteld die op beroepsleeftijd zijn en een volledig (equivalent van het) leefloon ontvangen. Via de POD Maatschappelijke integratie worden ons hiertoe statistieken bezorgd, die gedetailleerder zijn dan degene die op hun website beschikbaar zijn.3 Duitsland voorziet werkloosheidsuitkeringen via de stelsels van Arbeitslosengeld en Arbeitslosengeld II. Deze uitkeringen worden ook toegekend aan wie minder dan 15 uur per week werkt. Slechts de volledig werklozen (arbeitslosen) worden door ons geteld. De zogenaamde Aufstocker worden slechts één maal geteld.4 De uitkeringsgerechtigden van Sozialgeld worden niet in beschouwing genomen, aangezien zij niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt (ruim 90% minderjarigen). Als bron worden de Monatsberichte van de Bundesagentur für Arbeit gehanteerd. Aangezien de cijfers over de volledige werkloosheid binnen het stelsel van Arbeitslosengeld II slechts met vijf maanden vertraging worden gepubliceerd, worden deze twee maanden vooruitgeprojecteerd (o.b.v. de evolutie in de corresponderende maanden van het voorgaande jaar). De gemiddelde foutenmarge per maand bedraagt hiervoor ca. 1,9%.5
3
NB: Voor het leefloon geldt een termijn van 3 maanden voor het bekomen van minder dan 1% vertragingen, voor het equivalent van het leefloon 6 maanden. 4 De Aufstocker zijn werklozen die tegelijk zowel Arbeitslosengeld als Arbeitslosengeld II ontvangen. Om een dubbele telling van deze groep te vermijden, wordt het aantal arbeitslose Aufstocker één maal afgetrokken van de som van de arbeitslosen die via deze stelsels een uitkering ontvangen. 5 Gebaseerd op de vergelijking van de resultaten van de projectie voor de periode van januari 2008 t.e.m. december 2014 met de reële waarden voor dezelfde periode. Voor het berekenen van de foutenmarge voor de projectie van de RSA (cf. infra) wordt dezelfde methodologie gebruikt.
4
Binnen de Franse werkloosheidsverzekering bestaan twee stelsels: de assurance de chômage en de solidarité. Binnen de assurance wordt het aantal uitkeringsgerechtigden van de allocations d'aide au retour à l'emploi (ARE) zonder allocations de formation reclassement (AFR) geteld. Deze laatste vorm van uitkeringen impliceert immers dat de werklozen zijn vrijgesteld van het zoeken naar werk gedurende de opleiding in kwestie. De solidarité omvat vier verschillende uitkeringsstelsels: allocation de solidarité spécifique (ASS), allocation temporaire d'attente (ATA), allocation équivalent retraite (AER) en allocation transitoire de solidarité (ATS). Behalve de ATA kunnen deze allen ook worden uitgekeerd als een aanvullende uitkering bij een andere bron van inkomsten (complément). Het gaat in dat geval om niet-volledig werklozen of om werklozen die binnen een ander uitkeringsstelsel reeds geteld worden. Precieze cijfers over deze categorie zijn niet beschikbaar, maar hun aandeel wordt door DARES op 4% geschat.6 Er wordt dan ook slechts 96% van deze uitkeringsgerechtigden door ons geteld. De interactieve online statistieken van Pôle Emploi dienen als bron voor al deze genoemde categorieën. Wie in Frankrijk als werkloze geen beroep kan doen op de werkloosheidsverzekering, kan via de caisse des allocations familiales (CAF) een minimuminkomen verkrijgen, de revenu de solidarité active (RSA). Wij tellen slechts de werklozen die een volledige RSA krijgen (socle seul). Hun aantal wordt op trimestriële basis gepubliceerd door CAF in de RSA Conjoncture (vroeger werden dezelfde statistieken gepubliceerd in het kader van hun online tijdschrift l-e-ssentiel). Om tot maandcijfers te komen worden de ontbrekende aantallen geïnterpoleerd via pro ratadistributie. Voor de twee maanden na de laatst gepubliceerde waarde, wordt een projectie uitgevoerd via dezelfde methodologie als gehanteerd voor het Duitse Arbeitslosengeld II. De gemiddelde foutenmarge per maand bedraagt hiervoor ca. 0,6%. Volledig werklozen in Nederland kunnen o.b.v. arbeidsprestaties toegelaten worden tot de WW-uitkering (WerkloosheidWet). Vroeger was deze ook toegankelijk voor wie minder dan 12 uur per week werkte, maar dat is niet meer toegestaan binnen de huidige reglementering. Wie onvoldoende arbeidsprestaties kan voorleggen, dient beroep te doen op een uitkering binnen de Algemene Bijstand. Tot 1 januari 2012 werd binnen dit stelsel nog de WIJ-uitkering voor jongeren (Wet Investeren in Jongeren) afgebakend, die nu integraal deel uitmaakt van de Algemene Bijstand. Het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert echter breukloze reeksen7 van de uitkeringstrekkers in deze categorie: binnen de statistieken van de WW-uitkering zijn alleen de volledig werklozen opgenomen en binnen Algemene Bijstand worden ook de uitkeringsgerechtigden van de WIJ gerekend. Om de lectuur van deze statistiek te vereenvoudigen, plaatsen wij elk uitkeringsstelsel dat voornamelijk steunt op een verzekeringsprincipe onder de noemer ‘werkloosheidsverzekering’. Stelsels die eerder steunen op solidariteit klasseren wij als ‘sociale bijstand’.
6
Cf. DARES. « Les Allocataires du Régime d’Assurance Chômage en 2009. » DARES Analyses. N° 30. April 2011. Web.
7 De waarden voor de recentste maanden van deze reeksen betreffen vaak projecties door het CBS. De omvang van deze vertraging varieert.
5
1.4 De werkloosheid in strikte zin (geharmoniseerde statistiek) De werkloosheidsdefinitie van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), waarop de Enquête naar de Arbeidskrachten is gebaseerd, bevat 3 verschillende aspecten: 1. een werkloze is niet tewerkgesteld; 2. een werkloze is direct beschikbaar voor de arbeidsmarkt; 3. een werkloze gaat actief op zoek naar een tewerkstelling. Voor de IAO is de werkloze dus per definitie een werkzoekende volledig werkloze. De specifieke criteria waarmee de toestand van werkloosheid wordt bepaald, zijn eveneens vastgelegd: 1. wie gedurende de referentieweek minder dan een uur arbeid in loondienst of andere arbeid verricht, is niet tewerkgesteld; 2. wie bereid is te werken binnen de 2 weken volgend op de referentieweek, is direct beschikbaar voor de arbeidsmarkt; 3. wie gedurende de laatste 4 weken, inclusief de referentieweek, werk heeft gezocht of werk heeft gevonden waarbinnen hij/zij zal worden tewerkgesteld binnen een periode van 3 maanden, gaat actief op zoek naar een tewerkstelling. Iemand die werkt, ook al is dat maar één uur per week, is volgens de IAO-definitie niet werkloos. Daarin verschilt deze definitie van een groot aantal administratieve statistieken die op nationaal niveau worden gecreëerd. Die statistieken tellen heel wat mensen die in meer of mindere mate beperkte activiteiten uitoefenen (bv. uitzendkrachten), maar geregistreerd staan als werkzoekend en/of een werkloosheidsvergoeding krijgen. Verder sluit de strikte IAO-definitie heel wat werkzoekenden uit die niet onmiddellijk beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt of minder tot niet intensief op zoek gaan naar werk. Ondanks het feit dat de EAK wordt georganiseerd om bij internationale vergelijking van de arbeidsmarkt het effect van verschillen in regelgeving per land te neutraliseren, kan ervan worden uitgegaan dat de nationale regelgeving toch een zekere invloed uitoefent op de enquêteresultaten. Zowel het zoekgedrag en de beschikbaarheid van de respondenten als de inschatting van de eigen situatie wordt immers in meerdere of mindere mate mee bepaald door de verplichtingen (zoals bv. op het vlak van de inschrijving als werkzoekende), toekenningsvoorwaarden en vergoedbaarheidsduur van diverse nationale uitkeringsstelsels, alsook van de aard van de controle hierop.
6
1.5 De werkloosheid in ruime zin (geharmoniseerde statistiek) De EAK betracht op basis van de IAO-definities de bevolking in te delen in drie verschillende posities ten opzichte van de arbeidsmarkt: tewerkstelling, werkloosheid en inactiviteit. Tewerkgestelden en werklozen worden daarbij samen beschouwd als de actieve bevolking. Het onderscheid tussen tewerkstelling en werkloosheid wordt bepaald door het eerste van de genoemde criteria van de IAO-definitie, het onderscheid tussen werkloosheid en inactiviteit door de laatste twee.
Tabel 2 Schematische voorstelling van de bevolkingsindeling volgens de EAK Actieve bevolking
Tewerkstelling
Inactieve bevolking
Werkloosheid
Inactiviteit
Direct beschikbaar en actief werkzoekend
Niet direct beschikbaar en/of actief werkzoekend
Tewerkgesteld (1 uur of meer in de referentieweek)
Niet-tewerkgesteld
De drie aanvullende indicatoren van Eurostat brengen de populaties in kaart die behoren tot de tewerkgestelde of inactieve bevolking, maar zich in de marge rond de werkloosheid bevinden. Het betreft: • Binnen de tewerkgestelde bevolking de respondenten die deeltijds zijn tewerkgesteld, maar meer willen werken (de ondertewerkstelling). • Binnen de inactieve bevolking (de potentiële arbeidskrachten): a. de respondenten die actief naar werk zoeken, maar niet direct beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt omwille van studies, tijdelijke ziekte of familiale of persoonlijke redenen; b. de respondenten die direct beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, maar niet actief naar werk zoeken omdat ze “ontmoedigd” zijn of omwille van studies of familiale of persoonlijke redenen. Door deze marges in beschouwing te nemen, bekomen we een definitie van werkloosheid in ruime zin, die toelaat de vergelijkingen op basis van de werkloosheid in strikte zin te nuanceren.
Tabel 3 Schematische voorstelling van de werkloosheid in ruime zin Werkloosheid in strikte zin
Tewerkstelling
Voltijdse tewerkstelling
Vrijwillig deeltijdse tewerkstelling
Ondertewerkstelling
Inactiviteit
Potentiële arbeidskrachten
Niet-potentiële arbeidskrachten
Werkloosheid in ruime zin
7
2 Resultaten per benadering 2.1 De vergoede volledige werkloosheid (administratieve gegevens) 2.1.1 Evolutie van de vergoede volledige werkloosheid Met de in deel 1 beschreven methode kunnen maandelijkse gegevensreeksen verkregen worden over de vergoede volledige werkloosheid van werkzoekenden vergoed via een stelsel van werkloosheidsverzekering, via een stelsel van sociale bijstand of van de totale vergoede volledige werkloosheid. Met deze maandcijfers kunnen gemiddelden worden berekend per trimester en per jaar.
Tabel 4 Vergoede volledige werkloosheid: werkloosheidsverzekering, sociale bijstand en totaal (absolute cijfers) Werkloosheidsverzekering
Sociale bijstand
Totale vergoede volledige werkloosheid
België
Duitsland
Frankrijk
Nederland
België
Duitsland
Frankrijk
Nederland
België
Duitsland
Frankrijk
Nederland
2007
448 982
797 002
1 728 396
214 883
54 670
2 368 122
1 484 172
339 645
503 652
3 165 124
3 212 568
554 528
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
423 358 454 964 460 709 445 412 441 406 457 785 458 642
726 514 967 302 880 021 727 690 747 555 802 514 774 718
1 688 715 1 991 928 2 042 901 2 043 559 2 135 737 2 208 820 2 250 704
173 745 224 553 266 778 259 837 303 187 393 649 438 045
56 643 62 744 65 629 64 767 65 169 67 281 69 579
2 097 167 2 031 083 1 982 917 1 923 833 1 836 333 1 819 583 1 799 583
1 422 344 1 472 325 1 545 523 1 581 374 1 639 261 1 774 887 1 869 619
310 953 318 104 348 044 364 504 371 694 400 978 427 671
480 000 517 708 526 338 510 178 506 575 525 066 528 221
2 823 681 2 998 385 2 862 938 2 651 523 2 583 888 2 622 098 2 574 301
3 111 059 3 464 253 3 588 423 3 624 932 3 774 997 3 983 707 4 120 322
484 698 542 658 614 822 624 341 674 881 794 628 865 716
2015
417 432
720 778
2 415 702
429 992
79 675
1 772 417
1 899 415
442 944
497 107
2 493 195
4 315 117
872 936
Tabel 5 Evolutie van de vergoede volledige werkloosheid: werkloosheidsverzekering, sociale bijstand en totaal; basis = 2007 Werkloosheidsverzekering
Sociale bijstand
Totale vergoede volledige werkloosheid
België
Duitsland
Frankrijk
Nederland
België
Duitsland
Frankrijk
Nederland
België
Duitsland
Frankrijk
Nederland
2007
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
94 101 103 99 98 102 102
91 121 110 91 94 101 97
98 115 118 118 124 128 130
81 105 124 121 141 183 204
104 115 120 118 119 123 127
89 86 84 81 78 77 76
96 99 104 107 110 120 126
92 94 102 107 109 118 126
95 103 105 101 101 104 105
89 95 90 84 82 83 81
97 108 112 113 118 124 128
87 98 111 113 122 143 156
2015
93
90
140
200
146
75
128
130
99
79
134
157
Hierbij valt op dat de vergoede werkloosheid gestoeld op een verzekeringsbeginsel voor België en Duitsland vrij duidelijk is gedaald (respectievelijk 7% en 10% t.o.v. 2007). De voornaamste evolutie voor de beide landen doet zich voor bij de sociale bijstand, waarvoor België een evolutie laat noteren van + 46% t.o.v. 2007; Duitsland daarentegen een daling van 25%. De evolutie van de sociale bijstand in België is als dusdanig beschouwd te vergelijken met die in Frankrijk (+ 28%) en Nederland (+ 30%).
8
Grafiek 1 Evolutie van de vergoede volledige werkloosheid; basis = 2007 170 160
157
150 140 134
130 120 110 100 100
99
90 80
79
70 2007
2008
2009
2010 België
2011 Duitsland
Frankrijk
2012
2013
2014
2015
Nederland
Met grafiek 1 stellen wij het effect van deze evoluties op de totale vergoede werkloosheid voor de vier landen grafisch voor.
9
2.1.2 Structuur van de vergoede volledige werkloosheid Het grootste verschil tussen de vier landen onderling manifesteert zich in de manier waarop de vergoede volledige werkloosheid bij werkzoekenden gestructureerd is. Tabel 6 brengt in kaart op welke wijze de werkloosheidsverzekering en de sociale bijstand zich in elk land ten opzichte van elkaar verhouden.
Tabel 6 Onderlinge verhouding van de werkloosheidsverzekering en sociale bijstand
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
België Verzekering Bijstand 89% 11% 88% 12% 88% 12% 88% 12% 87% 13% 87% 13% 87% 13% 87% 13% 84% 16%
Duitsland Verzekering Bijstand 25% 75% 26% 74% 32% 68% 31% 69% 27% 73% 29% 71% 31% 69% 30% 70% 29% 71%
Frankrijk Verzekering Bijstand 54% 46% 54% 46% 57% 43% 57% 43% 56% 44% 57% 43% 55% 45% 55% 45% 56% 44%
Nederland Verzekering Bijstand 39% 61% 36% 64% 41% 59% 43% 57% 42% 58% 45% 55% 50% 50% 51% 49% 49% 51%
Aangezien België het enige van de vier landen is met een werkloosheidsverzekeringsstelsel dat in principe onbeperkt is in de tijd, kent ons land ook een relatief groter aandeel vergoede volledig werkloze werkzoekenden in een dergelijk stelsel. Voor 2015 gaat het om 84% t.o.v. 16% in sociale bijstand.8 In Frankrijk en Nederland is de verhouding tussen beide uitkeringsbeginsels daarentegen eerder gelijk. Duitsland is het enige van de vier landen met een veel groter aandeel uitkeringsgerechtigden in sociale bijstand dan in een verzekeringsstelsel (71% t.o.v. 29% in 2015).
Grafiek 2 Structuur van de vergoede volledige werkloosheid in 2015
16%
29% 44% 56%
51%
49%
71% 84%
Duitsland
België Verzekering
8
Frankrijk
Nederland
Bijstand
De stijging van het aandeel van de sociale bijstand met 3 procentpunt t.o.v. 2014 laat zich verklaren door de beperking van het recht op inschakelingsuitkeringen, waarvan de eerste gevolgen plaatsvonden vanaf 2015, cf. deel 2 van het RVA-jaarverslag en/of de RVA-brochure ‘Trimestriële indicatoren van de arbeidsmarkt’.
10
2.1.3 Werkloosheidsratio’s De evolutie van de werkloosheid in absolute cijfers wordt uiteraard beïnvloed door de evolutie van de bevolking. Daarom is het nuttig om de werkloosheid voor de vier landen te vergelijken a.d.h.v. werkloosheidsratio’s. Voor het berekenen van werkloosheidsratio’s op basis van de vergoede volledige werkloosheid hebben we nood aan de bevolkingsaantallen in elk van deze landen. Hiervoor doen we beroep op Eurostat (statistiek lfsq_pganws). We kunnen deze werkloosheidsratio’s berekenen ten opzichte van de actieve bevolking en/of ten opzichte van de totale bevolking op beroepsleeftijd (15-64 jaar).
Tabel 7 Werkloosheidsratio’s o.b.v. de vergoede volledige werkloosheid Actieve bevolking 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Evol. 2007-2015 Evol. 2014-2015
België Duitsland 10,6 7,6 10,0 6,8 10,8 7,2 10,8 7,0 10,5 6,4 10,4 6,2 10,6 6,3 10,6 6,1 10,0 5,9 - 0,6 - 1,7 - 6,1% - 22,3% - 0,6 - 0,2 - 6,0% - 3,6%
Frankrijk 11,6 11,2 12,3 12,7 12,8 13,3 13,9 14,0 14,7 + 3,1 + 26,5% + 0,6 + 4,6%
Nederland 6,3 5,5 6,1 7,0 7,2 7,6 8,9 9,7 9,8 + 3,4 + 54,1% + 0,0 + 0,4%
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Evol. 2007-2015 Evol. 2014-2015
Totale bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) België Duitsland Frankrijk Nederland 7,2 5,8 8,1 5,0 6,8 5,2 7,8 4,4 7,3 5,6 8,7 4,9 7,3 5,5 9,0 5,6 7,1 5,1 9,1 5,7 7,0 4,9 9,5 6,1 7,2 5,0 10,0 7,2 7,3 4,9 10,1 7,9 6,8 4,7 10,6 8,0 - 0,4 - 1,1 + 2,4 + 2,9 - 5,0% - 19,3% + 30,0% + 57,9% - 0,4 - 0,2 + 0,5 + 0,1 - 6,1% - 3,6% + 4,9% + 1,1%
Grafiek 3 Werkloosheidsratio t.o.v. de actieve bevolking 16,0
14,7
14,0 12,0 10,0 8,0 6,0
11,6 10,0
10,6
9,8
7,6
5,9 6,3
4,0 2,0 0,0 2007
2008
2009
2010 België
2011 Duitsland
Frankrijk
2012
2013
2014
2015
Nederland
Grafiek 4 Werkloosheidsratio t.o.v. de totale bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) 12,0 10,6 10,0 8,1
8,0
7,2 5,8
6,8
8,0 6,0
4,7 4,0
5,0
2,0 0,0 2007
2008
2009
2010 België
2011 Duitsland
Frankrijk
2012
2013
2014
2015
Nederland
11
Deze benadering bevestigt het relatief stabiele karakter van de vergoede volledige werkloosheid in België (t.o.v. de actieve bevolking - 0,6 procentpunt sinds 2007), waar Duitsland een duidelijke daling ( 1,7 procentpunt) en Frankrijk en Nederland uitgesproken stijgingen laten noteren (respectievelijk + 3,1 en + 3,4 procentpunt). Wat betreft de bevolkingsevoluties (tabel 8), valt het daarenboven op dat de bevolking op arbeidsleeftijd in Duitsland licht is gedaald sinds 2007 (- 2%). Waar dit mathematisch gezien een relatieve verhoging van de werkloosheidsratio’s bewerkstelligt, impliceert dit in het geval van een stabiele of groeiende economie echter een hogere kans op tewerkstelling en dus een dalende werkloosheid. Opvallend is dat zowel België als Frankrijk een stijgend bevolkingsaantal laten noteren (respectievelijk + 4% en + 3% sinds 2007) terwijl de meerderheid van de Europese landen een daling registreert.
Tabel 8 Evolutie van de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
België 100 101 102 102 103 103 104 104 104
Bron: Eurostat - lfsq_pganws
12
Duitsland 100 100 99 97 96 97 97 97 98
Frankrijk 100 100 101 101 101 101 101 103 103
Nederland 100 100 100 100 100 100 100 100 100
2.2 De werkloosheid in strikte zin (geharmoniseerde statistiek) Tabel 9 De werkloosheid in strikte zin in 2015
België Duitsland Frankrijk Nederland EU-28
Absolute cijfers
Werkloosheidsgraad
421 800 1 949 600 3 047 000 609 000 22 872 300
8,5 4,6 10,4 6,9 9,4
Verschil tot Europees gemiddelde in procentpunt - 0,9 - 4,8 + 1,0 - 2,5
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsa_ugan - lfsa_urgan), 15-74-jarigen
De werkwijze van de geharmoniseerde statistieken laat toe de gegevens over een land te vergelijken met een algemeen Europees gemiddelde. Wanneer we de vier landen in die zin vergelijken, blijkt er een grote variatie tussen de verschillende graden te bestaan: Frankrijk heeft een werkloosheidsgraad die hoger ligt dan het Europese gemiddelde (1,0 procentpunt hoger), terwijl de Duitse graad dan weer meer dan de helft lager ligt dan dit gemiddelde. De strikte definitie van de IAO leidt echter tot een verschuiving naar de inactiviteit van respondenten die wel tot op zekere hoogte verbonden zijn met de arbeidsmarkt en tot een verschuiving naar de activiteit van respondenten die een groter aantal uren zouden willen en kunnen werken. Sinds november 2011 stelt Eurostat dan ook drie aanvullende indicatoren ter beschikking om de grootorde van die verschuivingen beter te kunnen beschouwen. Dit brengt ons weer bij de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin.
13
2.3 De werkloosheid in ruime zin (geharmoniseerde statistiek) Hiernavolgend schetsen wij per land de werkloosheid in ruime zin, telkens vergezeld door de ratio van deze populatie ten opzichte van de totale bevolking op arbeidsleeftijd (15-74 jaar)9. Aangezien het gaat om vrij recente indicatoren, die nog worden gekenmerkt door reeksbreuken, beperken we ons tot het jaar 2015. Tabel 10 geeft alvast een dergelijk overzicht voor de Europese Unie.
Tabel 10 De werkloosheid in ruime zin in 2015: EU-28
Absolute cijfers Ratio
Werkloosheid in strikte zin 22 872 300 6,0
Ondertewerkstelling 10 005 000 2,6
Potentiële arbeidskrachten 11 439 000 3,0
Werkloosheid in ruime zin 44 316 300 11,7
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen
De Belgische ratio van de werkloosheid in ruime zin bedraagt 8,8%. In totaal gaat het om 729 800 personen, waarvan er 421 800 (d.i. 58%) voldoen aan de criteria van de werkloosheid in strikte zin.
Tabel 11 De werkloosheid in ruime zin in 2015: België
Absolute cijfers Ratio
Werkloosheid in strikte zin 421 800 5,1
Ondertewerkstelling 168 000 2,0
Potentiële arbeidskrachten 140 000 1,7
Werkloosheid in ruime zin 729 800 8,8
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen
De Duitse ratio van de werkloosheid in ruime zin bedraagt 7,3%. Het aandeel van de werkloosheid in strikte zin, namelijk 1 949 600 van de 4 511 600 personen (d.i. 43%), ligt er lager dan in België.
Tabel 12 De werkloosheid in ruime zin in 2015: Duitsland
Absolute cijfers Ratio
Werkloosheid in strikte zin 1 949 600 3,2
Ondertewerkstelling 1 553 000 2,5
Potentiële arbeidskrachten 1 009 000 1,6
Werkloosheid in ruime zin 4 511 600 7,3
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen
9
De vrij ruime opvatting van de bevolking op arbeidsleeftijd is bij dit overzicht noodzakelijk, omwille van het beperkte aantal leeftijdsklassen dat voorlopig beschikbaar is voor de bijkomende indicatoren (m.n. 15-24 jaar, 15-74 jaar, 2554 jaar, 25-74 jaar en 55-74 jaar).
14
Voor Frankrijk benadert het aandeel van de werkloosheid in strikte zin t.o.v. die in ruime zin de verhouding in België, namelijk 3 047 000 van de 5 824 000 (d.i. 52%). De ratio van werkloosheid in ruime zin bedraagt er 12,4%.
Tabel 13 De werkloosheid in ruime zin in 2015: Frankrijk Werkloosheid in strikte zin 3 047 000 6,5
Absolute cijfers Ratio
Ondertewerkstelling 1 699 000 3,6
Potentiële arbeidskrachten 1 078 000 2,3
Werkloosheid in ruime zin 5 824 000 12,4
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen
Voor Nederland ten slotte bedraagt de ratio van werkloosheid in ruime zin 13,2%. Nederland telt het kleinste aandeel werklozen in strikte zin: 613 800 van de 1 676 800 personen (d.i. 37%).
Tabel 14 De werkloosheid in ruime zin in 2015: Nederland Werkloosheid in strikte zin 613 800 4,8
Absolute cijfers Ratio
Ondertewerkstelling 563 000 4,4
Potentiële arbeidskrachten 500 000 3,9
Werkloosheid in ruime zin 1 676 800 13,2
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen
Grafiek 5 Ratio’s van de werkloosheid in ruime zin in 2015 15,0 Tot. 12,4 12,0 9,0 6,0
2,3
Tot. 13,2 Tot. 11,7 3,9 3,0
Tot. 8,8 1,7
Tot. 7,3
2,0
1,6
3,6 4,4
2,6
2,5 3,0
6,5
5,1 3,2
4,8
6,0
0,0 België
Duitsland Werkloosheid in strikte zin
Frankrijk Ondertewerkstelling
Nederland
EU-28
Potentiële arbeidskrachten
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen
15
2.4 Vergelijking van de geharmoniseerde werkloosheidstatistieken in strikte en in ruime zin Tabel 15 klasseert zowel voor de werkloosheid in strikte als in ruime zin de vier landen in oplopende volgorde van de ratio ten opzichte van de bevolking op arbeidsleeftijd (15-74 jaar) en toont de mate waarin de ratio van de andere landen verschilt van de laagste waarde.
Tabel 15 Variatie van de werkloosheidsratio in strikte zin en in ruime zin Werkloosheid in strikte zin Verschil Verschil Land Ratio in %-punt in % Duitsland 3,2 Nederland 4,8 + 1,7 + 53% België 5,1 + 1,9 + 60% Frankrijk 6,5 + 3,3 + 104% EU-28 6,0 + 2,9 + 91%
Werkloosheid in ruime zin Verschil Verschil Land Ratio in %-punt in % Duitsland 7,3 België 8,8 + 1,4 + 20% Frankrijk 12,4 + 5,0 + 69% Nederland 13,2 + 5,9 + 80% EU-28 11,7 + 4,4 + 60%
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen
Hierbij valt op te merken dat de onderlinge verschillen tussen de vier landen kleiner worden, wanneer we de werkloosheid in ruime (gemiddeld 56% verschil met de laagste ratio) in plaats van de werkloosheid in strikte zin beschouwen (gemiddeld 72% verschil). Verder dienen we ook op te merken dat België ten opzichte van zijn buurlanden de op één na laagste ratio laat noteren van de werkloosheid in ruime zin, terwijl Nederland voorgaat bij de werkloosheid in strikte zin.
16
Tabel 16 De evolutie 2012-2015 van de werkloosheid in strikte en in ruime zin Werkloosheid in strikte zin Absolute cijfers Ratio t.o.v. de totale bevolking (15-74 jaar) 2012 2015 Evolutie in % 2012 2015 Evolutie in procentpunt 369 000 421 800 + 14% 4,5 5,1 + 0,6 2 224 400 1 949 600 - 12% 3,6 3,2 - 0,5 2 674 000 3 047 000 + 14% 5,9 6,5 + 0,6 515 800 613 800 + 19% 4,1 4,8 + 0,7
België Duitsland Frankrijk Nederland EU-28
België Duitsland Frankrijk Nederland
25 091 600 22 872 300 - 9% 6,7 6,0 - 0,6 Werkloosheid in ruime zin Absolute cijfers Ratio t.o.v. de totale bevolking (15-74 jaar) 2012 2015 Evolutie in % 2012 2015 Evolutie in procentpunt 687 000 729 800 + 6% 8,4 8,8 + 0,4 5 016 400 4 511 600 - 10% 8,2 7,3 - 0,8 4 536 800 5 824 000 + 28% 10,0 12,4 + 2,3 1 089 800 1 676 800 + 54% 8,7 13,2 + 4,5
EU-28
45 768 600 44 316 300
- 3%
12,1
11,7
- 0,4
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen
Een vergelijking van de evolutie die de vier landen doormaakten sinds 2012, toont aan dat in elk van de buurlanden de evolutie van de ratio van de werkloosheid in ruime zin meer uitgesproken is dan die in strikte zin. Dit geldt echter niet voor België: ons land laat een stijging met 0,6 procentpunt noteren voor de ratio in strikte zin, maar slechts met 0,4 procentpunt in ruime zin. Dit betekent dat waar in België de werkloosheid in strikte zin is gestegen, de ondertewerkstelling en de potentiële arbeidskrachten verminderd zijn in omvang. In Frankrijk en Nederland is de omvang van deze groepen daarentegen toegenomen, terwijl Duitsland er (net als voor de werkloosheid in strikte zin) een daling laat noteren.
Grafiek 6 De evolutie 2012-2015 van de werkloosheid in strikte en in ruime zin in procentpunt + 5,0
+ 4,5
+ 4,0 + 3,0
+ 2,3
+ 2,0 + 1,0
+ 0,6
+ 0,7
+ 0,6
+ 0,4
+ 0,0 - 0,5
- 1,0
- 0,6
- 0,8
- 0,4
- 2,0 België
Duitsland
Frankrijk Strikte zin
Nederland
EU-28
Ruime zin
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen
17
3 De tewerkstelling en inactiviteit Als de werkloosheid in ruime zin in dergelijke mate wordt beïnvloed door de groepen die strikt genomen worden geteld binnen de tewerkstelling en de inactiviteit, kan men ervan uitgaan dat voor de interpretatie van werkloosheidscijfers, ongeacht de gekozen benadering, de structuur van de tewerkstelling en de inactiviteit per land belangrijke factoren zijn. Tabel 17 en grafiek 7 schetsen een beeld van de arbeidsmarktstructuur per vergeleken land. Hierbij valt op dat Duitsland en Nederland een groter aandeel deeltijdse tewerkstelling tellen. Voor Nederland (dat een relatief lage werkloosheidsgraad in strikte zin kent, maar een hoger resultaat op het vlak van vergoede werkloosheid en werkloosheid in ruime zin) gaat het zelfs om een kleine meerderheid van de tewerkgestelde bevolking. Beide landen hebben bovendien het kleinste gemiddeld aantal gepresteerde uren per week bij deeltijds werkenden. Frankrijk daarentegen is het land met het kleinste aandeel deeltijds werk binnen de totale tewerkstelling (18,4%) en het op één na hoogste gemiddeld aantal gepresteerde uren per week bij deeltijds werkenden (22,0 uur per week).
Tabel 17 Aandeel en omvang van de deeltijdse tewerkstelling Relatief aandeel van deeltijds werk t.o.v. de totale tewerkstelling (15-64 jaar) in % België Duitsland Frankrijk Nederland 21,9 25,4 17,2 46,3 22,4 25,1 16,9 46,8 23,2 25,3 17,3 47,7 23,7 25,6 17,6 48,3 24,7 25,9 17,6 48,3 24,7 25,9 17,7 49,0 24,3 26,7 18,1 49,8 23,7 26,5 18,6 49,6 24,3 26,8 18,4 50,0
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Gemiddeld aantal gepresteerde uren per week bij deeltijds werkenden (15-64 jaar) België Duitsland Frankrijk Nederland 22,8 18,1 22,9 20,4 22,9 18,1 22,6 20,6 23,1 18,1 22,3 20,7 23,3 18,3 22,4 20,8 23,0 18,2 22,4 21,1 23,2 18,3 22,4 21,0 23,2 18,7 22,2 21,0 23,4 18,9 22,0 21,2 23,4 19,1 22,0 21,1
Bron: Eurostat - lfsq_eppga - lfsq_ewhais
Grafiek 7 Verdeling van de tewerkstelling in 2015 volgens tewerkstellingsbreuk
24,3%
19,6%
18,4%
26,8%
50,0% 75,7%
50,0%
73,2% 81,7%
80,4%
EU-28
België Voltijds
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsq_eppga), 15-64-jarigen
18
Duitsland
Frankrijk Deeltijds
Nederland
Tabel 18 Tewerkstelling (in duizendtallen) en tewerkstellingsgraad in voltijds equivalenten (40-urenweek) in 2015 Gemiddeld aantal gepresteerde werkuren per week
Tewerkstelling
België Duitsland Frankrijk Nederland EU-28
4 499,3 39 176,1 26 078,8 8 115,5 215 590,9
36,9 35,1 35,7 31,5 36,4
Tewerkstelling in VTE (40urenweek)
Bevolking op arbeidsleeftijd
4 150,6 34 377,0 23 275,3 6 391,0 196 187,7
7 280,8 52 964,0 40 876,3 10 950,4 328 742,8
Gewone tewerkstellingsgraad
Tewerkstellingsgraad in VTE
61,8 74,0 63,8 74,1 65,6
57,0 64,9 56,9 58,4 59,7
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsa_egan - lfsa_pganws - lfsa_ewhais), 15-64-jarigen; eigen berekeningen
Grafiek 8 Gewone tewerkstellingsgraad en tewerkstellinsgraad in voltijds equivelenten (40-urenweek) in 2015 80,0 70,0 60,0
74,1
74,0 61,8
64,9 57,0
65,6
63,8 56,9
58,4
59,7
50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0 België
Duitsland Gewone tewerkstellingsgraad
Frankrijk
Nederland
EU-28
Tewerkstellingsgraad in voltijds equivalenten
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsa_egan - lfsa_pganws - lfsa_ewhais), 15-64-jarigen; eigen berekeningen
Bovendien kunnen er ook bij voltijds werkenden verschillen optreden met betrekking tot het aantal werkelijk gepresteerde uren. Wanneer we op basis van het gemiddeld aantal gepresteerde werkuren per week voor het totale aantal werkenden de tewerkstellingsgraad berekenen in voltijds equivalenten (met de 40urenweek als uitgangspunt), merken we dan ook dat de onderlinge verschillen veel kleiner zijn dan bij de gewone tewerkstellingsgraad. De tewerkstellingsgraad van België blijft niettemin relatief laag ten opzichte van het Europese gemiddelde en dat van zijn buurlanden. Er zijn echter belangrijke verschillen per gewest.
19
Ook de structuur van de inactiviteit varieert per land. Grafiek 9 geeft een overzicht van de inactiviteit naargelang de voornaamste reden die de respondenten opgeven voor hun inactiviteit. Grafiek 10 geeft een overzicht van de inactiviteitsgraad naargelang de voornaamste reden t.o.v. de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar). Uit die grafieken blijkt dat de vier landen op dit vlak belangrijke verschillen vertonen. Ten opzichte van zijn buurlanden en het Europese gemiddelde, noteren we voor België een grotere inactiviteit wegen studies of opleiding, die deel kan uitmaken van de potentiële arbeidskrachten. Voor Nederland valt vooral het grote aandeel van inactiviteit wegens ziekte of handicap op: 35,0%, d.i. meer dan dubbel zoveel als het Europese gemiddelde van 15,4%.
Grafiek 9 Verdeling van de inactiviteit in 2015 volgens opgegeven voornaamste reden 16,4%
14,3%
16,2% 25,7%
28,1%
28,6%
21,3%
22,4%
3,6% 4,2%
5,2%
1,6%
35,1%
38,7%
15,4%
17,1%
EU-28
Studies of opleiding
27,7%
5,4%
13,6% 39,2% 39,1%
België
Pensioen
14,2%
10,2% 21,7%
Duitsland
Ziekte of handicap
35,0%
Frankrijk
Denkt geen werk te zullen vinden
Nederland
Andere
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsa_igar), 15-64-jarigen
Grafiek 10 Inactiviteitsgraad in 2015 volgens opgegeven voornaamste reden t.o.v. de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) 35,0% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0%
Tot. 32,4% Tot. 27,5%
Tot. 28,8% 8,3%
7,7%
1,4%
1,4% 4,2%
5,5%
9,6%
Tot. 22,3% 6,4% 0,4% 3,2%
12,5%
1,0% 3,9%
Tot. 20,4%
11,2%
7,1%
4,5%
4,6%
3,7%
EU-28
België
Duitsland
0,0% Studies of opleiding
Ziekte of handicap
6,4%
5,6% 2,1%
Frankrijk Denkt geen werk te zullen vinden
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsa_igar - lfsa_igan - lfsa_pganws), 15-64-jarigen; eigen berekeningen
20
4,4% 1,1%
8,8%
5,0%
Pensioen
6,2%
Nederland Andere
Tabel 19 Verdeling van de potentiële arbeidskrachten en de niet-potentiële arbeidskrachten in 2015 Potentiële arbeidskrachten
Nietpotentiële arbeidskrachten
Potentiële arbeidskrachten
Totale inactiviteit
Ratio t.o.v. de bevolking op arbeidsleeftijd (15-74 jaar) 1,7% 38,7% 40,3% 1,6% 30,1% 31,7% 2,3% 35,2% 37,5% 3,9% 25,8% 29,8% 3,0% 32,9% 35,9%
In duizendtallen België Duitsland Frankrijk Nederland EU-28
140,0 1 009,0 1 078,0 500,0 11 439,0
3 215,3 18 527,5 16 564,9 3 277,8 124 598,8
Niet-potentiële Totale arbeidsinactiviteit krachten
3 355,3 19 536,5 17 642,9 3 777,8 136 037,8
Bron: Eurostat - EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws - lfsa_eppga), 15-74-jarigen
Grafiek 11 Ratio van de niet-potentiële arbeidskrachten t.o.v. de bevolking op arbeidsleeftijd (15-74 jaar) in 2015 45,0% 40,0%
38,7% 35,2%
32,9%
35,0% 30,1% 30,0%
25,8%
25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% België
Duitsland
Frankrijk
Nederland
EU-28
Bron: Eurostat - EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws - lfsa_eppga), 15-74-jarigen
Wanneer we de totale inactiviteit (15-74 jaar) in beschouwing nemen, kent België ten opzichte van zijn buurlanden en de ruimere Europese Unie echter een relatief hoog aandeel inactiviteit (40,3%) en een relatief laag aandeel potentiële arbeidskrachten (1,7%).
21
4 Conclusie Grafiek 12 Vergelijking van de werkloosheidsratio en –graad voor 2015 volgens elk van de drie benaderingen 14,0% 12,0%
10,6%
10,0% 8,0%
13,2%
12,4%
8,8%
6,0%
8,0%
7,3%
6,8% 5,1%
6,5% 4,8%
4,7%
4,0%
3,2%
2,0% 0,0% België
Duitsland
Vergoede werkloosheid
Frankrijk
Werkloosheid in strikte zin
Nederland
Werkloosheid in ruime zin
We kunnen vaststellen dat het aantal werklozen in ruime zin t.o.v. de totale bevolking per land verhoudingsgewijs minder verschilt, dan wanneer we de werkloosheid in strikte zin vergelijken. Dit betekent dat de verschillen in de werkloosheid per land zich voor een groot deel laten verklaren door de groepen die in de marge van de werkloosheid leven, m.n. zij die zijn ‘ondertewerkgesteld’ (deeltijds werkend maar op zoek naar een ruimere tewerkstelling) en de ‘potentiële arbeidskrachten’ (werkzoekenden die tijdelijk niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt of tijdelijk hun zoektocht naar werk dienden te onderbreken). De grootte van de vergoede werkloosheid bevindt zich zoals verwacht in elk land tussen beide andere benaderingen in.
Grafiek 13 Evolutie in procentpunt van de werkloosheidsratio en –graad volgens elk van de drie benaderingen in de periode 2008-2015 + 10,0 + 7,9
+ 8,0 + 6,0
+ 4,2
+ 4,0
+ 2,8
+ 2,0 + 0,0
+ 2,7
+ 3,6
+ 2,1
+ 2,9
+ 0,9
+ 0,0 - 0,5
- 2,0
- 1,7
- 4,0
- 3,6
- 6,0 België
Duitsland
Vergoede werkloosheid
Werkloosheid IAO
Frankrijk
Nederland
Werkloosheid in ruime zin
Een belangrijke vaststelling is echter dat de vergoede werkloosheid veel stabieler blijkt te evolueren dan de werkloosheid in ruime zin. Zo biedt ze een interessante bijkomende indicator om de algemene tendensen van de werkloosheid te analyseren.
22
5 Statistische bijlage 5.1 De vergoede volledige werkloosheid (administratieve gegevens) 5.1.1 De vergoede volledige werkloosheid in absolute maandcijfers Tabel 20 Werkloosheidsverzekering 2007
2008
2009
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
België 487 282 462 618 448 514 453 412 435 247 448 581 453 982 447 569 462 314 431 735 430 610 425 920 442 161 436 292 435 333 408 875 413 727 419 630 408 913 440 833 428 177 416 156 425 855 404 338 447 733 441 398 457 280 432 406 450 978 464 674 448 663 490 345 465 726 458 679 469 307 432 373
Duitsland 1 081 059 1 067 276 962 977 836 251 760 941 714 768 740 425 741 755 680 561 634 602 646 065 697 347 873 009 867 550 797 831 720 276 668 738 639 812 684 392 695 910 667 383 643 810 678 185 781 271 1 002 332 1 061 415 1 068 591 1 025 818 966 623 931 807 979 099 984 856 914 573 866 203 878 672 927 633
Frankrijk 1 895 114 1 847 383 1 774 407 1 704 003 1 663 125 1 612 653 1 658 191 1 745 287 1 697 640 1 692 665 1 708 438 1 741 845 1 754 532 1 702 840 1 655 775 1 593 175 1 588 711 1 549 909 1 607 817 1 728 009 1 676 053 1 729 154 1 816 149 1 862 453 1 960 262 1 955 265 1 939 582 1 909 395 1 929 299 1 871 844 1 925 357 2 041 690 2 020 631 2 082 813 2 122 490 2 144 505
Nederland 250 840 247 590 237 830 226 380 217 230 211 420 207 620 204 310 197 490 193 580 192 330 191 970 196 070 191 940 185 620 179 410 173 920 169 190 166 840 165 170 161 450 160 830 163 670 170 830 182 690 190 940 197 770 205 090 210 720 220 210 229 730 237 070 241 620 250 370 258 570 269 860
23
Tabel 20 Vervolg 2010
2011
2012
2013
24
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
België 498 368 468 820 461 091 456 649 461 599 452 485 457 157 481 791 450 814 463 792 450 112 425 832 482 201 453 311 442 701 440 953 439 051 427 740 452 239 452 274 443 281 453 401 435 357 422 429 474 497 445 738 436 073 445 266 422 641 433 331 443 122 435 136 456 584 436 337 436 146 431 997 463 416 457 298 462 468 444 017 451 191 457 155 445 683 459 945 476 045 452 266 470 037 453 895
Duitsland 1 140 379 1 166 928 1 093 486 928 929 841 652 784 515 824 900 817 325 750 139 718 330 716 684 776 988 954 013 929 404 832 136 733 389 677 944 647 011 694 531 694 975 642 524 622 601 622 531 681 215 851 039 883 247 809 294 740 559 682 823 674 862 727 639 741 144 699 654 678 102 706 505 775 790 947 986 974 354 908 571 831 474 761 720 735 913 771 540 778 618 730 522 696 393 719 694 773 385
Frankrijk 2 184 485 2 128 680 2 043 040 1 972 085 1 969 783 1 903 624 1 955 896 2 074 445 2 014 351 2 069 480 2 086 999 2 111 941 2 153 540 2 093 149 2 009 540 1 955 801 1 914 322 1 895 351 1 966 583 2 081 515 2 027 060 2 121 426 2 133 715 2 170 704 2 223 724 2 188 312 2 098 488 2 044 134 2 012 203 1 965 168 2 034 495 2 156 166 2 151 847 2 202 483 2 247 624 2 304 196 2 334 270 2 289 474 2 229 085 2 138 959 2 114 862 2 080 862 2 092 055 2 220 060 2 186 789 2 222 806 2 281 958 2 314 660
Nederland 283 220 289 610 281 770 274 700 267 650 261 380 260 500 260 730 254 200 250 450 253 380 263 740 276 240 273 820 265 890 258 400 253 520 250 710 252 850 255 260 251 170 252 500 257 780 269 900 291 590 298 870 295 570 292 100 290 870 290 580 297 970 304 010 304 340 309 850 322 320 340 170 369 280 376 690 379 700 379 520 377 770 381 560 394 580 399 320 400 370 408 200 419 070 437 730
Tabel 20 Vervolg 2014
2015
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
België 489 074 473 515 487 035 446 390 446 108 464 370 439 616 474 234 464 098 436 731 457 144 425 390 456 347 442 521 435 966 408 989 426 576 410 084 392 880 434 532 402 950 409 181 411 326 377 830
Duitsland 935 821 945 931 868 249 780 987 734 322 716 765 740 572 762 819 717 172 675 233 685 345 733 399 890 711 892 376 815 035 724 281 681 892 651 445 690 730 707 896 655 949 625 844 635 116 678 064
Frankrijk 2 339 783 2 291 423 2 227 259 2 131 185 2 131 281 2 082 346 2 114 144 2 258 944 2 212 902 2 337 196 2 422 858 2 459 121 2 514 712 2 425 698 2 393 714 2 305 685 2 322 304 2 235 367 2 313 741 2 462 200 2 391 800 2 497 500 2 540 700 2 585 000
Nederland 460 490 460 070 453 830 443 300 435 550 430 580 436 960 430 400 419 890 419 430 425 210 440 830 457 610 455 140 443 150 426 860 416 340 410 180 420 330 419 570 416 470 420 970 427 400 445 880
25
Tabel 21 Sociale bijstand10 2007
2008
2009
10
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
België 54 767 54 846 55 148 55 047 54 555 54 329 54 125 54 032 54 420 54 688 55 025 55 060 55 877 56 193 56 432 56 339 56 100 55 980 55 682 56 073 56 773 57 455 58 048 58 762 60 099 61 118 62 170 62 439 62 281 62 526 62 378 62 787 63 430 63 976 64 611 65 117
Duitsland 2 483 841 2 486 909 2 508 813 2 494 925 2 447 249 2 415 785 2 403 936 2 326 000 2 256 000 2 215 000 2 190 000 2 189 000 2 248 000 2 249 000 2 221 000 2 182 000 2 146 000 2 090 000 2 091 000 2 086 000 2 010 000 1 952 000 1 927 000 1 964 000 2 061 000 2 076 000 2 092 000 2 106 000 2 052 000 2 037 000 2 044 000 2 052 000 1 989 000 1 948 000 1 942 000 1 974 000
Frankrijk 1 527 668 1 526 347 1 526 098 1 509 169 1 494 267 1 478 098 1 470 617 1 465 859 1 452 857 1 451 912 1 453 281 1 453 896 1 448 880 1 445 507 1 442 138 1 431 051 1 423 124 1 413 492 1 409 752 1 409 516 1 400 018 1 406 162 1 414 932 1 423 558 1 432 014 1 442 116 1 452 491 1 449 566 1 451 628 1 454 402 1 469 528 1 486 985 1 496 356 1 503 217 1 511 542 1 518 059
Nederland 355 530 354 260 350 920 348 650 345 910 342 080 337 790 335 390 332 040 329 370 323 580 320 220 318 760 318 350 317 090 315 850 314 350 312 230 310 210 307 930 305 350 304 340 302 780 304 200 305 680 308 760 310 760 313 300 316 120 317 820 319 610 321 050 322 350 325 300 326 110 330 390
NB: Voor het leefloon geldt een termijn van 3 maanden voor het bekomen van minder dan 1% vertragingen, voor de financiële hulp 6 maanden.
26
Tabel 21 Vervolg 2010
2011
2012
2013
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
België 65 949 66 444 66 837 66 452 65 981 65 349 64 492 64 833 65 255 65 354 65 405 65 200 65 891 65 897 65 960 65 371 65 176 64 246 63 416 63 767 64 311 64 424 64 393 64 346 65 061 65 788 65 654 65 495 65 113 64 580 64 352 64 422 65 106 65 316 65 506 65 638 66 793 67 293 67 597 67 404 67 193 66 820 66 299 66 690 67 442 67 599 67 866 68 374
Duitsland 2 073 000 2 081 000 2 089 000 2 066 000 2 025 000 1 989 000 1 989 000 1 980 000 1 903 000 1 861 000 1 845 000 1 894 000 2 019 000 2 030 000 2 033 000 1 997 000 1 961 000 1 930 000 1 929 000 1 926 000 1 843 000 1 801 000 1 793 000 1 824 000 1 916 000 1 926 000 1 916 000 1 909 000 1 859 000 1 837 000 1 835 000 1 837 000 1 766 000 1 738 000 1 731 000 1 766 000 1 850 000 1 862 000 1 858 000 1 853 000 1 834 000 1 812 000 1 820 000 1 833 000 1 784 000 1 766 000 1 767 000 1 796 000
Frankrijk 1 524 438 1 532 661 1 541 062 1 543 454 1 547 545 1 550 157 1 547 861 1 549 007 1 541 219 1 547 664 1 556 407 1 564 796 1 573 765 1 582 329 1 590 328 1 586 899 1 584 547 1 582 541 1 578 990 1 578 063 1 569 344 1 576 289 1 583 811 1 589 578 1 598 667 1 608 138 1 615 999 1 618 489 1 621 829 1 628 000 1 637 148 1 647 276 1 649 841 1 665 747 1 682 280 1 697 711 1 712 436 1 727 060 1 742 909 1 754 919 1 768 742 1 781 795 1 786 591 1 793 654 1 792 246 1 799 374 1 813 406 1 825 509
Nederland 336 140 340 950 344 370 347 010 348 440 348 950 349 130 350 090 350 130 351 880 352 760 356 680 360 550 363 340 365 320 366 150 365 970 365 360 364 570 363 840 362 880 364 300 364 400 367 370 366 940 368 470 368 850 369 340 370 390 370 810 370 910 371 440 371 780 373 650 377 120 380 630 386 550 391 060 395 340 399 050 401 420 402 190 403 370 402 400 402 930 405 510 408 890 413 030
27
Tabel 21 Vervolg 2014
2015
28
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
België 69 480 69 922 69 931 69 612 69 197 69 035 68 655 68 971 69 794 69 760 70 148 70 442 75 899 77 295 78 251 78 287 78 525 78 678 78 900 80 156 81 499 82 232 83 121 83 257
Duitsland 1 869 000 1 866 000 1 858 000 1 835 000 1 815 000 1 801 000 1 797 000 1 810 000 1 756 000 1 727 000 1 720 000 1 741 000 1 820 000 1 811 000 1 808 000 1 800 000 1 779 000 1 764 000 1 778 000 1 796 000 1 746 000 1 724 000 1 711 000 1 732 000
Frankrijk 1 834 250 1 843 371 1 852 883 1 860 412 1 870 074 1 878 206 1 880 140 1 885 444 1 878 789 1 880 558 1 884 541 1 886 754 1 891 763 1 896 904 1 902 004 1 904 405 1 908 838 1 912 091 1 913 522 1 916 461 1 907 860 1 906 136 1 867 220 1 865 776
Nederland 418 160 422 040 425 360 428 290 429 680 429 880 430 360 428 210 426 840 428 370 431 130 433 730 436 170 438 960 441 900 443 500 443 840 442 410 441 550 444 000 442 000 444 000 447 000 450 000
Tabel 22 Totaal: werkloosheidsverzekering + sociale bijstand 2007
2008
2009
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
België 542 049 517 464 503 662 508 459 489 802 502 910 508 107 501 601 516 734 486 423 485 635 480 980 498 038 492 485 491 765 465 214 469 827 475 610 464 595 496 906 484 950 473 611 483 903 463 100 507 832 502 516 519 450 494 845 513 259 527 200 511 041 553 132 529 156 522 655 533 918 497 490
Duitsland 3 564 900 3 554 185 3 471 790 3 331 176 3 208 190 3 130 553 3 144 361 3 067 755 2 936 561 2 849 602 2 836 065 2 886 347 3 121 009 3 116 550 3 018 831 2 902 276 2 814 738 2 729 812 2 775 392 2 781 910 2 677 383 2 595 810 2 605 185 2 745 271 3 063 332 3 137 415 3 160 591 3 131 818 3 018 623 2 968 807 3 023 099 3 036 856 2 903 573 2 814 203 2 820 672 2 901 633
Frankrijk 3 422 782 3 373 730 3 300 505 3 213 172 3 157 392 3 090 751 3 128 808 3 211 146 3 150 497 3 144 577 3 161 719 3 195 741 3 203 412 3 148 347 3 097 913 3 024 226 3 011 835 2 963 401 3 017 569 3 137 525 3 076 071 3 135 316 3 231 081 3 286 011 3 392 276 3 397 381 3 392 073 3 358 961 3 380 927 3 326 246 3 394 885 3 528 675 3 516 987 3 586 030 3 634 032 3 662 564
Nederland 606 370 601 850 588 750 575 030 563 140 553 500 545 410 539 700 529 530 522 950 515 910 512 190 514 830 510 290 502 710 495 260 488 270 481 420 477 050 473 100 466 800 465 170 466 450 475 030 488 370 499 700 508 530 518 390 526 840 538 030 549 340 558 120 563 970 575 670 584 680 600 250
29
Tabel 22 Vervolg 2010
2011
2012
2013
30
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
België 564 317 535 264 527 928 523 101 527 580 517 834 521 649 546 624 516 069 529 146 515 517 491 032 548 092 519 208 508 661 506 324 504 227 491 986 515 655 516 041 507 592 517 825 499 750 486 775 539 558 511 526 501 727 510 761 487 754 497 911 507 474 499 558 521 690 501 653 501 652 497 635 530 209 524 591 530 065 511 421 518 384 523 975 511 982 526 635 543 487 519 865 537 903 522 269
Duitsland 3 213 379 3 247 928 3 182 486 2 994 929 2 866 652 2 773 515 2 813 900 2 797 325 2 653 139 2 579 330 2 561 684 2 670 988 2 973 013 2 959 404 2 865 136 2 730 389 2 638 944 2 577 011 2 623 531 2 620 975 2 485 524 2 423 601 2 415 531 2 505 215 2 767 039 2 809 247 2 725 294 2 649 559 2 541 823 2 511 862 2 562 639 2 578 144 2 465 654 2 416 102 2 437 505 2 541 790 2 797 986 2 836 354 2 766 571 2 684 474 2 595 720 2 547 913 2 591 540 2 611 618 2 514 522 2 462 393 2 486 694 2 569 385
Frankrijk 3 708 923 3 661 341 3 584 102 3 515 539 3 517 328 3 453 781 3 503 757 3 623 452 3 555 570 3 617 144 3 643 406 3 676 737 3 727 305 3 675 478 3 599 868 3 542 700 3 498 869 3 477 892 3 545 573 3 659 578 3 596 404 3 697 715 3 717 526 3 760 282 3 822 391 3 796 450 3 714 487 3 662 623 3 634 032 3 593 168 3 671 643 3 803 442 3 801 688 3 868 230 3 929 904 4 001 907 4 046 706 4 016 534 3 971 994 3 893 878 3 883 604 3 862 657 3 878 646 4 013 714 3 979 035 4 022 180 4 095 364 4 140 169
Nederland 619 360 630 560 626 140 621 710 616 090 610 330 609 630 610 820 604 330 602 330 606 140 620 420 636 790 637 160 631 210 624 550 619 490 616 070 617 420 619 100 614 050 616 800 622 180 637 270 658 530 667 340 664 420 661 440 661 260 661 390 668 880 675 450 676 120 683 500 699 440 720 800 755 830 767 750 775 040 778 570 779 190 783 750 797 950 801 720 803 300 813 710 827 960 850 760
Tabel 22 Vervolg 2014
2015
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
België 558 554 543 437 556 966 516 002 515 305 533 405 508 271 543 205 533 892 506 491 527 292 495 832 532 246 519 816 514 217 487 276 505 101 488 762 471 780 514 688 484 449 491 413 494 447 461 087
Duitsland 2 804 821 2 811 931 2 726 249 2 615 987 2 549 322 2 517 765 2 537 572 2 572 819 2 473 172 2 402 233 2 405 345 2 474 399 2 710 711 2 703 376 2 623 035 2 524 281 2 460 892 2 415 445 2 468 730 2 503 896 2 401 949 2 349 844 2 346 116 2 410 064
Frankrijk 4 174 033 4 134 794 4 080 142 3 991 597 4 001 355 3 960 552 3 994 284 4 144 388 4 091 691 4 217 754 4 307 399 4 345 875 4 406 475 4 322 602 4 295 718 4 210 090 4 231 142 4 147 458 4 227 263 4 378 661 4 299 660 4 403 636 4 407 920 4 450 776
Nederland 878 650 882 110 879 190 871 590 865 230 860 460 867 320 858 610 846 730 847 800 856 340 874 560 893 780 894 100 885 050 870 360 860 180 852 590 861 880 863 570 858 470 864 970 874 400 895 880
31
5.1.2 Evolutie van de vergoede volledige werkloosheid 5.1.2.1 Tabellen Tabel 23 Werkloosheidsverzekering 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
32
T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar
België 466 138 445 747 454 622 429 422 448 982 437 929 414 077 425 974 415 450 423 358 448 804 449 353 468 245 453 453 454 964 476 093 456 911 463 254 446 579 460 709 459 404 435 915 449 265 437 062 445 412 452 103 433 746 444 947 434 827 441 406 461 061 450 788 460 558 458 733 457 785 483 208 452 289 459 316 439 755 458 642 444 945 415 216 410 121 399 446 417 432
Duitsland 1 037 104 770 653 720 914 659 338 797 002 846 130 676 275 682 562 701 089 726 514 1 044 113 974 749 959 509 890 836 967 302 1 133 598 851 699 797 455 737 334 880 021 905 184 686 115 677 343 642 116 727 690 847 860 699 415 722 812 720 132 747 555 943 637 776 369 760 227 729 824 802 514 916 667 744 025 740 188 697 992 774 718 866 041 685 873 684 858 646 341 720 778
Frankrijk 1 838 968 1 659 927 1 700 373 1 714 316 1 728 396 1 704 382 1 577 265 1 670 626 1 802 585 1 688 715 1 951 703 1 903 513 1 995 893 2 116 603 1 991 928 2 118 735 1 948 497 2 014 897 2 089 473 2 042 901 2 085 410 1 921 825 2 025 053 2 141 948 2 043 559 2 170 175 2 007 168 2 114 169 2 251 434 2 135 737 2 284 276 2 111 561 2 166 301 2 273 141 2 208 820 2 286 155 2 114 937 2 195 330 2 406 392 2 250 704 2 444 708 2 287 785 2 389 247 2 541 067 2 415 702
Nederland 245 420 218 343 203 140 192 627 214 883 191 210 174 173 164 487 165 110 173 745 190 467 212 007 236 140 259 600 224 553 284 867 267 910 258 477 255 857 266 778 271 983 254 210 253 093 260 060 259 837 295 343 291 183 302 107 324 113 303 187 375 223 379 617 398 090 421 667 393 649 458 130 436 477 429 083 428 490 438 045 451 967 417 793 418 790 431 417 429 992
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar
België 100 100 100 100 100 94 93 94 97 94 96 101 103 106 101 102 103 102 104 103 99 98 99 102 99 97 97 98 101 98 99 101 101 107 102 104 101 101 102 102 100 100 96 89 90
Duitsland 100 100 100 100 100 82 88 95 106 91 101 126 133 135 121 109 111 111 112 110 87 89 94 97 91 82 91 100 109 94 91 101 105 111 101 88 97 103 106 97 100 97 104 81 69
Frankrijk 100 100 100 100 100 93 95 98 105 98 106 115 117 123 115 115 117 118 122 118 113 116 119 125 118 118 121 124 131 124 124 127 127 133 128 124 127 129 140 130 100 102 139 147 131
Nederland 100 100 100 100 100 78 80 81 86 81 78 97 116 135 105 116 123 127 133 124 111 116 125 135 121 120 133 149 168 141 153 174 196 219 183 187 200 211 222 204 100 111 217 201 175
Tabel 24 Sociale bijstand 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar
België 54 920 54 644 54 192 54 924 54 670 56 167 56 140 56 176 58 088 56 643 61 129 62 415 62 865 64 568 62 744 66 410 65 927 64 860 65 320 65 629 65 916 64 931 63 831 64 388 64 767 65 501 65 063 64 627 65 487 65 169 67 228 67 139 66 810 67 946 67 281 69 778 69 281 69 140 70 117 69 579 77 148 78 497 80 185 82 870 79 675
Duitsland 2 493 188 2 452 653 2 328 645 2 198 000 2 368 122 2 239 333 2 139 333 2 062 333 1 947 667 2 097 167 2 076 333 2 065 000 2 028 333 1 954 667 2 031 083 2 081 000 2 026 667 1 957 333 1 866 667 1 982 917 2 027 333 1 962 667 1 899 333 1 806 000 1 923 833 1 919 333 1 868 333 1 812 667 1 745 000 1 836 333 1 856 667 1 833 000 1 812 333 1 776 333 1 819 583 1 864 333 1 817 000 1 787 667 1 729 333 1 799 583 1 813 000 1 781 000 1 773 333 1 722 333 1 772 417
Frankrijk 1 526 704 1 493 844 1 463 111 1 453 030 1 484 172 1 445 508 1 422 556 1 406 429 1 414 884 1 422 344 1 442 207 1 451 866 1 484 290 1 510 940 1 472 325 1 532 720 1 547 052 1 546 029 1 556 289 1 545 523 1 582 141 1 584 662 1 575 465 1 583 226 1 581 374 1 607 602 1 622 773 1 644 755 1 681 913 1 639 261 1 727 469 1 768 485 1 790 830 1 812 763 1 774 887 1 843 502 1 869 564 1 881 458 1 883 951 1 869 619 1 896 890 1 908 445 1 912 615 1 879 711 1 899 415
Nederland 353 570 345 547 335 073 324 390 339 645 318 067 314 143 307 830 303 773 310 953 308 400 315 747 321 003 327 267 318 104 340 487 348 133 349 783 353 773 348 044 363 070 365 827 363 763 365 357 364 504 368 087 370 180 371 377 377 133 371 694 390 983 400 887 402 900 409 143 400 978 421 853 429 283 428 470 431 077 427 671 439 010 443 250 442 517 447 000 442 944
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar
België 100 100 100 100 100 102 103 104 106 104 111 114 116 118 115 121 121 120 119 120 120 119 118 117 118 119 119 119 119 119 122 123 123 124 123 127 127 128 128 127 100 103 146 152 145
Duitsland 100 100 100 100 100 90 87 89 89 89 83 84 87 89 86 83 83 84 85 84 81 80 82 82 81 77 76 78 79 78 74 75 78 81 77 75 74 77 79 76 100 99 81 73 71
Frankrijk 100 100 100 100 100 95 95 96 97 96 94 97 101 104 99 100 104 106 107 104 104 106 108 109 107 105 109 112 116 110 113 118 122 125 120 121 125 129 130 126 100 105 132 127 124
Nederland 100 100 100 100 100 90 91 92 94 92 87 91 96 101 94 96 101 104 109 102 103 106 109 113 107 104 107 111 116 109 111 116 120 126 118 119 124 128 133 126 100 107 136 132 125
33
Tabel 25 Totaal: werkloosheidsverzekering + sociale bijstand 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
34
T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar
België 521 058 500 390 508 814 484 346 503 652 494 096 470 217 482 150 473 538 480 000 509 933 511 768 531 110 518 021 517 708 542 503 522 838 528 114 511 898 526 338 525 320 500 846 513 096 501 450 510 178 517 604 498 809 509 574 500 313 506 575 528 288 517 927 527 368 526 679 525 066 552 986 521 571 528 456 509 872 528 221 522 093 493 713 490 306 482 316 497 107
Duitsland 3 530 292 3 223 306 3 049 559 2 857 338 3 165 124 3 085 463 2 815 609 2 744 895 2 648 755 2 823 681 3 120 446 3 039 749 2 987 843 2 845 503 2 998 385 3 214 598 2 878 365 2 754 788 2 604 001 2 862 938 2 932 518 2 648 781 2 576 677 2 448 116 2 651 523 2 767 193 2 567 748 2 535 479 2 465 132 2 583 888 2 800 304 2 609 369 2 572 560 2 506 157 2 622 098 2 781 000 2 561 025 2 527 854 2 427 326 2 574 301 2 679 041 2 466 873 2 458 192 2 368 675 2 493 195
Frankrijk 3 365 672 3 153 771 3 163 484 3 167 346 3 212 568 3 149 891 2 999 821 3 077 055 3 217 469 3 111 059 3 393 910 3 355 378 3 480 182 3 627 542 3 464 253 3 651 455 3 495 550 3 560 926 3 645 762 3 588 423 3 667 550 3 506 487 3 600 518 3 725 174 3 624 932 3 777 776 3 629 941 3 758 925 3 933 347 3 774 997 4 011 745 3 880 046 3 957 132 4 085 904 3 983 707 4 129 657 3 984 501 4 076 788 4 290 343 4 120 322 4 341 598 4 196 230 4 301 862 4 420 777 4 315 117
Nederland 598 990 563 890 538 213 517 017 554 528 509 277 488 317 472 317 468 883 484 698 498 867 527 753 557 143 586 867 542 658 625 353 616 043 608 260 609 630 614 822 635 053 620 037 616 857 625 417 624 341 663 430 661 363 673 483 701 247 674 881 766 207 780 503 800 990 830 810 794 628 879 983 865 760 857 553 859 567 865 716 890 977 861 043 861 307 878 417 872 936
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar
België 100 100 100 100 100 95 94 95 98 95 98 102 104 107 103 104 104 104 106 105 101 100 101 104 101 99 100 100 103 101 101 104 104 109 104 106 104 104 105 105 100 101 101 96 95
Duitsland 100 100 100 100 100 87 87 90 93 89 88 94 98 100 95 91 89 90 91 90 83 82 84 86 84 78 80 83 86 82 79 81 84 88 83 79 79 83 85 81 100 98 86 75 71
Frankrijk 100 100 100 100 100 94 95 97 102 97 101 106 110 115 108 108 111 113 115 112 109 111 114 118 113 112 115 119 124 118 119 123 125 129 124 123 126 129 135 128 100 103 136 138 128
Nederland 100 100 100 100 100 85 87 88 91 87 83 94 104 114 98 104 109 113 118 111 106 110 115 121 113 111 117 125 136 122 128 138 149 161 143 147 154 159 166 156 100 109 167 158 146
5.1.2.2 Grafieken Grafiek 14 Werkloosheidsverzekering; basis = overeenkomstige trimester van 2007 250 224
230 210 190 170
148
150 130 110
100
98
90
93
70 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 2007
2008
2009
2010 België
2011 Duitsland
2012 Frankrijk
2013
2014
2015
Nederland
Grafiek 15 Sociale bijstand; basis = overeenkomstige trimester van 2007 160 150
151 138
140
129
130 120 110 100 100 90
78
80 70
T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 2007
2008
2009
2010 België
2011 Duitsland
2012 Frankrijk
2013
2014
2015
Nederland
Grafiek 16 Totaal: werkloosheidsverzekering + sociale bijstand; basis = overeenkomstige trimester van 2007 190 170 170 150
140
130 110
100
100
90
83
70 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 2007
2008
2009
2010 België
2011 Duitsland
2012 Frankrijk
2013
2014
2015
Nederland
35
5.1.3 Structuur van de vergoede volledige werkloosheid Tabel 26 Onderlinge verhouding van de werkloosheidsverzekering en de sociale bijstand per trimester 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
36
T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar
België Verzekering Bijstand 89% 11% 89% 11% 89% 11% 89% 11% 89% 11% 89% 11% 88% 12% 88% 12% 88% 12% 88% 12% 88% 12% 88% 12% 88% 12% 88% 12% 88% 12% 88% 12% 87% 13% 88% 12% 87% 13% 88% 12% 87% 13% 87% 13% 88% 12% 87% 13% 87% 13% 87% 13% 87% 13% 87% 13% 87% 13% 87% 13% 87% 13% 87% 13% 87% 13% 87% 13% 87% 13% 87% 13% 87% 13% 87% 13% 86% 14% 87% 13% 85% 15% 84% 16% 84% 16% 83% 17% 84% 16%
Duitsland Verzekering Bijstand 29% 71% 24% 76% 24% 76% 23% 77% 25% 75% 27% 73% 24% 76% 25% 75% 26% 74% 26% 74% 33% 67% 32% 68% 32% 68% 31% 69% 32% 68% 35% 65% 30% 70% 29% 71% 28% 72% 31% 69% 31% 69% 26% 74% 26% 74% 26% 74% 27% 73% 31% 69% 27% 73% 29% 71% 29% 71% 29% 71% 34% 66% 30% 70% 30% 70% 29% 71% 31% 69% 33% 67% 29% 71% 29% 71% 29% 71% 30% 70% 32% 68% 28% 72% 28% 72% 27% 73% 29% 71%
Frankrijk Verzekering Bijstand 55% 45% 53% 47% 54% 46% 54% 46% 54% 46% 54% 46% 53% 47% 54% 46% 56% 44% 54% 46% 58% 42% 57% 43% 57% 43% 58% 42% 57% 43% 58% 42% 56% 44% 57% 43% 57% 43% 57% 43% 57% 43% 55% 45% 56% 44% 57% 43% 56% 44% 57% 43% 55% 45% 56% 44% 57% 43% 57% 43% 57% 43% 54% 46% 55% 45% 56% 44% 55% 45% 55% 45% 53% 47% 54% 46% 56% 44% 55% 45% 56% 44% 55% 45% 56% 44% 57% 43% 56% 44%
Nederland Verzekering Bijstand 41% 59% 39% 61% 38% 62% 37% 63% 39% 61% 38% 62% 36% 64% 35% 65% 35% 65% 36% 64% 38% 62% 40% 60% 42% 58% 44% 56% 41% 59% 46% 54% 43% 57% 42% 58% 42% 58% 43% 57% 43% 57% 41% 59% 41% 59% 42% 58% 42% 58% 45% 55% 44% 56% 45% 55% 46% 54% 45% 55% 49% 51% 49% 51% 50% 50% 51% 49% 50% 50% 52% 48% 50% 50% 50% 50% 50% 50% 51% 49% 51% 49% 49% 51% 49% 51% 49% 51% 49% 51%
5.1.4 Werkloosheidsratio’s Tabel 27 T.o.v. de actieve bevolking (15-64 jaar) 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar
België 11,0 10,6 10,8 10,1 10,6 10,3 10,0 10,0 9,9 10,0 10,6 10,8 11,0 10,7 10,8 11,1 10,8 10,8 10,4 10,8 11,0 10,3 10,5 10,2 10,5 10,7 10,3 10,4 10,1 10,4 10,8 10,5 10,6 10,6 10,6 11,2 10,5 10,6 10,2 10,6 10,5 10,0 9,9 9,6 10,0
Duitsland 8,6 7,8 7,3 6,8 7,6 7,5 6,8 6,5 6,3 6,8 7,5 7,3 7,2 6,8 7,2 7,9 7,1 6,7 6,3 7,0 7,2 6,5 6,2 5,9 6,4 6,7 6,2 6,1 5,9 6,2 6,8 6,3 6,1 6,0 6,3 6,7 6,1 6,0 5,8 6,1 6,4 5,9 5,8 5,6 5,9
Frankrijk 12,2 11,4 11,4 11,4 11,6 11,4 10,8 11,0 11,5 11,2 12,1 11,9 12,4 12,9 12,3 12,9 12,4 12,6 12,9 12,7 13,0 12,4 12,7 13,1 12,8 13,3 12,8 13,2 13,7 13,3 14,1 13,6 13,8 14,3 13,9 14,1 13,6 13,9 14,5 14,0 14,8 14,3 14,6 15,0 14,7
Nederland 6,9 6,4 6,1 5,9 6,3 5,8 5,5 5,3 5,3 5,5 5,6 5,9 6,3 6,6 6,1 7,1 7,0 6,9 7,0 7,0 7,3 7,1 7,1 7,1 7,2 7,5 7,5 7,6 7,9 7,6 8,6 8,7 8,9 9,3 8,9 9,9 9,8 9,6 9,6 9,7 10,0 9,6 9,6 9,8 9,8
37
Tabel 28 T.o.v. de bevolking op beroepsleeftijd (15-64 jaar) 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
38
T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar
België 7,5 7,1 7,3 6,9 7,2 7,0 6,7 6,8 6,7 6,8 7,2 7,2 7,5 7,2 7,3 7,6 7,3 7,4 7,1 7,3 7,3 6,9 7,1 6,9 7,1 7,2 6,9 7,0 6,9 7,0 7,3 7,1 7,3 7,3 7,2 7,6 7,2 7,3 7,0 7,3 7,2 6,8 6,7 6,6 6,8
Duitsland 6,6 5,9 5,6 5,3 5,8 5,7 5,2 5,1 4,9 5,2 5,8 5,7 5,6 5,3 5,6 6,1 5,5 5,3 5,0 5,5 5,6 5,1 4,9 4,7 5,1 5,3 4,9 4,8 4,7 4,9 5,3 5,0 4,9 4,8 5,0 5,3 4,9 4,8 4,6 4,9 5,1 4,7 4,6 4,5 4,7
Frankrijk 8,5 8,0 8,0 8,0 8,1 7,9 7,6 7,7 8,1 7,8 8,5 8,4 8,7 9,1 8,7 9,1 8,7 8,9 9,1 9,0 9,2 8,8 9,0 9,3 9,1 9,5 9,1 9,4 9,9 9,5 10,1 9,7 9,9 10,3 10,0 10,1 9,7 10,0 10,5 10,1 10,6 10,3 10,5 10,8 10,6
Nederland 5,5 5,1 4,9 4,7 5,0 4,6 4,5 4,3 4,3 4,4 4,5 4,8 5,1 5,4 4,9 5,7 5,6 5,5 5,5 5,6 5,8 5,6 5,6 5,7 5,7 6,0 6,0 6,1 6,4 6,1 7,0 7,1 7,3 7,5 7,2 8,0 7,9 7,8 7,8 7,9 8,1 7,9 7,9 8,0 8,0
5.2 De verdeling van de bevolking op arbeidsleeftijd (15-74 jaar) in 2015: geharmoniseerde statistieken De onderstaande aantallen worden weergegeven in duizendtallen, de ratio’s zijn berekend op basis van de totale bevolking op arbeidsleeftijd (15-74 jaar).
Tabel 29 België Totale bevolking (15-74 jaar) 8 317,0 100% Actieve bevolking 4 961,7 59,7% Tewerkstelling 4 539,9 54,6%
Inactieve bevolking 3 355,3 40,3% Werkloosheid in strikte zin 421,8 5,1%
Tewerkgesteld (1 uur of meer in de referentieweek) 4 539,9 54,6% Voltijdse tewerkstelling 3 436,7 41,3% Voltijdse tewerkstelling 3 436,7 41,3%
Inactiviteit 3 355,3 40,3% Niet-tewerkgesteld 3 777,1 45,4%
Deeltijdse tewerkstelling
Werkloosheid in strikte zin
Inactiviteit
1 103,2 13,3%
421,8 5,1%
3 355,3 40,3%
Vrijwillig deeltijdse tewerkstelling 935,2 11,3%
Ondertewerkstelling Direct beschikbaar en actief werkzoekend 168,0 2,0%
52,5%
421,8 5,1% Werkloosheid in ruime zin 729,8 8,8%
Potentiële arbeidskrachten
Niet-potentiële arbeidskrachten
140,0 1,7%
3 215,3 38,7%
38,7%
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws - lfsa_eppga), 15-74-jarigen
39
Tabel 30 Duitsland Totale bevolking (15-74 jaar) 61 544,4 100% Actieve bevolking 42 007,9 68,3%
Inactieve bevolking 19 536,5 31,7%
Tewerkstelling 40 058,3 65,1%
Werkloosheid in strikte zin 1 949,6 3,2%
Tewerkgesteld (1 uur of meer in de referentieweek) 40 058,3 65,1% Voltijdse tewerkstelling 29 332,7 47,7% Voltijdse tewerkstelling 29 332,7 47,7%
Niet-tewerkgesteld 21 486,1 34,9%
Deeltijdse tewerkstelling
Werkloosheid in strikte zin
Inactiviteit
10 725,6 17,4%
1 949,6 3,2%
19 536,5 31,7%
Vrijwillig deeltijdse Ondertewerkstelling tewerkstelling 9 172,6 1 553,0 14,9% 2,5%
Direct beschikbaar en actief werkzoekend
62,6% Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws - lfsa_eppga), 15-74-jarigen
40
Inactiviteit 19 536,5 31,7%
1 949,6 3,2% Werkloosheid in ruime zin 4 511,6 7,3%
Potentiële arbeidskrachten 1 009,0 1,6%
Niet-potentiële arbeidskrachten 18 527,5 30,1%
30,1%
Tabel 31 Frankrijk Totale bevolking (15-74 jaar) 47 045,8 100% Actieve bevolking 29 402,9 62,5% Tewerkstelling 26 355,9 56,0%
Inactieve bevolking 17 642,9 37,5% Werkloosheid in strikte zin 3 047,0 6,5%
Tewerkgesteld (1 uur of meer in de referentieweek) 26 355,9 56,0% Voltijdse tewerkstelling 21 519,6 45,7% Voltijdse tewerkstelling 21 519,6 45,7%
Inactiviteit 17 642,9 37,5% Niet-tewerkgesteld 20 689,9 44,0%
Deeltijdse tewerkstelling
Werkloosheid in strikte zin
Inactiviteit
4 836,3 10,3%
3 047,0 6,5%
17 642,9 37,5%
Vrijwillig deeltijdse tewerkstelling 3 137,3 6,7%
Ondertewerkstelling Direct beschikbaar en actief werkzoekend 1 699,0 3,6%
52,4%
3 047,0 6,5% Werkloosheid in ruime zin 5 824,0 12,4%
Potentiële arbeidskrachten
Niet-potentiële arbeidskrachten
1 078,0 2,3%
16 564,9 35,2%
35,2%
Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws - lfsa_eppga), 15-74-jarigen
41
Tabel 32 Nederland Totale bevolking (15-74 jaar) 12 685,2 100% Actieve bevolking 8 907,4 70,2% Tewerkstelling 8 293,6 65,4%
Inactieve bevolking 3 777,8 29,8% Werkloosheid in strikte zin 613,8 4,8%
Tewerkgesteld (1 uur of meer in de referentieweek) 8 293,6 65,4% Voltijdse tewerkstelling 4 148,9 32,7% Voltijdse tewerkstelling 4 148,9 32,7%
Niet-tewerkgesteld 4 391,6 34,6%
Deeltijdse tewerkstelling
Werkloosheid in strikte zin
Inactiviteit
4 144,7 32,7%
613,8 4,8%
3 777,8 29,8%
Vrijwillig deeltijdse tewerkstelling 3 581,7 28,3%
Ondertewerkstelling Direct beschikbaar en actief werkzoekend 563,0 4,4%
61,0% Bron: Eurostat ‐ EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws - lfsa_eppga), 15-74-jarigen
42
Inactiviteit 3 777,8 29,8%
613,8 4,8% Werkloosheid in ruime zin 1 676,8 13,2%
Potentiële arbeidskrachten
Niet-potentiële arbeidskrachten
500,0 3,9%
3 277,8 25,8%
25,8%
Tabel 33 EU-28 Totale bevolking (15-74 jaar) 379 010,2 100% Actieve bevolking 242 972,4 64,1% Tewerkstelling 220 100,1 58,1%
Inactieve bevolking 136 037,8 35,9% Werkloosheid in strikte zin 22 872,3 6,0%
Tewerkgesteld (1 uur of meer in de referentieweek) 220 100,1 58,1% Voltijdse tewerkstelling 176 960,5 46,7% Voltijdse tewerkstelling 176 960,5 46,7%
Inactiviteit 136 037,8 35,9% Niet-tewerkgesteld 158 910,1 41,9%
Deeltijdse tewerkstelling
Werkloosheid in strikte zin
Inactiviteit
43 139,6 11,4%
22 872,3 6,0%
136 037,8 35,9%
Vrijwillig deeltijdse tewerkstelling 33 134,6 8,8%
Ondertewerkstelling Direct beschikbaar en actief werkzoekend 10 005,0 2,6%
55,4%
22 872,3 6,0% Werkloosheid in ruime zin 44 316,3 11,7%
Potentiële arbeidskrachten
Niet-potentiële arbeidskrachten
11 439,0 3,0%
124 598,8 32,9%
32,9%
Bron: Eurostat - EAK (lfsi_sup_a - lfsa_pganws - lfsa_eppga), 15-74-jarigen
43
5.3 Contextgegevens 5.3.1 Evolutie van de bevolking Tabel 34 Actieve bevolking (15-64 jaar) 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar
België 4 723 100 4 702 700 4 727 600 4 779 800 4 733 300 4 786 500 4 712 300 4 838 000 4 780 400 4 779 300 4 796 800 4 751 000 4 809 000 4 844 300 4 800 275 4 890 500 4 834 100 4 912 000 4 941 800 4 894 600 4 796 700 4 864 100 4 866 900 4 896 100 4 855 950 4 850 800 4 864 200 4 915 600 4 941 100 4 892 925 4 902 400 4 948 100 4 991 000 4 947 000 4 947 125 4 935 900 4 948 800 4 981 000 5 001 700 4 966 850 4 994 600 4 928 700 4 969 700 5 000 900 4 973 475
Duitsland 41 197 300 41 385 200 41 895 900 41 880 100 41 589 625 41 403 000 41 360 300 41 987 300 41 959 300 41 677 475 41 527 100 41 551 000 41 604 400 42 114 600 41 699 275 40 753 600 40 674 100 40 899 000 41 026 700 40 838 350 40 801 200 41 055 100 41 378 400 41 509 200 41 185 975 41 000 900 41 168 600 41 651 900 41 582 300 41 350 925 41 405 100 41 708 000 41 867 800 41 871 900 41 713 200 41 713 400 41 793 300 42 155 900 42 182 400 41 961 250 42 017 900 41 898 100 42 160 500 42 566 200 42 160 675
Bron: Eurostat - lfsq_pganws
44
Frankrijk 27 551 900 27 635 700 27 860 600 27 784 800 27 708 250 27 746 100 27 846 700 27 973 900 28 021 000 27 896 925 28 030 200 28 179 900 28 147 700 28 170 400 28 132 050 28 199 200 28 216 700 28 294 300 28 232 800 28 235 750 28 148 200 28 217 700 28 287 800 28 339 500 28 248 300 28 321 500 28 432 300 28 499 200 28 642 900 28 473 975 28 500 400 28 594 100 28 661 600 28 604 700 28 590 200 29 336 000 29 347 600 29 398 200 29 530 700 29 403 125 29 339 700 29 386 800 29 513 400 29 477 200 29 429 275
Nederland 8 693 800 8 747 800 8 767 900 8 756 100 8 741 400 8 776 200 8 827 300 8 843 600 8 895 500 8 835 650 8 931 900 8 891 100 8 888 300 8 887 900 8 899 800 8 748 200 8 763 500 8 767 700 8 760 600 8 760 000 8 693 500 8 679 500 8 728 900 8 800 800 8 725 675 8 810 000 8 843 000 8 886 100 8 904 500 8 860 900 8 907 700 8 925 600 8 951 300 8 944 000 8 932 150 8 888 700 8 879 500 8 893 200 8 921 600 8 895 750 8 922 200 8 939 900 8 943 400 8 924 600 8 932 525
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar
België 100 100 100 100 100 101 100 102 100 101 102 101 102 101 101 104 103 104 103 103 102 103 103 102 103 103 103 104 103 103 104 105 106 103 105 105 105 105 105 105 106 105 105 105 105
Duitsland 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 101 100 99 101 100 99 98 98 98 98 99 99 99 99 99 100 99 99 99 99 101 101 100 100 100 101 101 101 101 101 102 101 101 102 101
Frankrijk 100 100 100 100 100 101 101 100 101 101 102 102 101 101 102 102 102 102 102 102 102 102 102 102 102 103 103 102 103 103 103 103 103 103 103 106 106 106 106 106 106 106 106 106 106
Nederland 100 100 100 100 100 101 101 101 102 101 103 102 101 102 102 101 100 100 100 100 100 99 100 101 100 101 101 101 102 101 102 102 102 102 102 102 102 101 102 102 103 102 102 102 102
Tabel 35 Bevolking op beroepsleeftijd (15-64 jaar) 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar
België 6 986 200 7 002 500 7 004 800 7 037 800 7 007 825 7 052 800 7 062 900 7 079 700 7 097 700 7 073 275 7 109 300 7 118 500 7 128 100 7 146 100 7 125 500 7 158 600 7 166 900 7 178 800 7 203 100 7 176 850 7 211 700 7 215 100 7 218 200 7 233 500 7 219 625 7 233 400 7 239 600 7 238 700 7 256 100 7 241 950 7 258 100 7 255 300 7 252 700 7 262 200 7 257 075 7 263 100 7 264 900 7 260 900 7 273 200 7 265 525 7 275 000 7 275 400 7 273 800 7 298 900 7 280 775
Duitsland 53 894 200 54 254 500 54 350 700 54 416 200 54 228 900 53 885 500 53 845 200 54 256 600 54 276 600 54 065 975 53 840 000 53 688 900 53 542 600 53 978 500 53 762 500 52 429 700 52 326 600 52 382 700 52 459 400 52 399 600 52 146 400 52 274 300 52 440 900 52 394 400 52 314 000 52 308 800 52 448 200 52 640 900 52 549 900 52 486 950 52 439 400 52 658 400 52 599 800 52 608 900 52 576 625 52 643 700 52 742 000 52 730 600 52 801 000 52 729 325 52 861 300 52 907 500 52 883 600 53 203 900 52 964 075
Frankrijk 39 479 700 39 530 200 39 586 800 39 660 700 39 564 350 39 671 200 39 726 800 39 738 400 39 790 800 39 731 800 39 814 800 39 828 900 39 851 400 39 902 200 39 849 325 39 919 100 39 961 700 39 985 600 40 024 200 39 972 650 40 025 600 40 022 300 39 996 800 39 994 100 40 009 700 39 968 500 39 930 200 39 903 400 39 884 300 39 921 600 39 866 300 39 849 600 39 821 400 39 811 800 39 837 275 40 960 400 40 944 500 40 928 400 40 893 200 40 931 625 40 899 100 40 875 400 40 882 000 40 848 800 40 876 325
Nederland 10 978 900 10 983 500 10 988 000 10 992 600 10 985 750 10 969 700 10 970 000 10 970 200 10 970 500 10 970 100 10 970 400 10 969 900 10 969 500 10 969 000 10 969 700 11 014 300 11 016 300 11 018 400 11 020 400 11 017 350 11 014 600 11 000 800 10 987 000 10 973 200 10 993 900 10 973 600 10 985 600 10 998 500 11 011 400 10 992 275 11 016 700 11 014 600 11 012 400 11 010 200 11 013 475 11 001 900 10 987 600 10 973 200 10 958 800 10 980 375 10 951 300 10 950 700 10 950 100 10 949 500 10 950 400
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar
België 100 100 100 100 100 101 101 101 101 101 102 102 102 102 102 102 102 102 102 102 103 103 103 103 103 104 103 103 103 103 104 104 104 103 104 104 104 104 103 104 104 104 104 104 104
Duitsland 100 100 100 100 100 100 99 100 100 100 100 99 99 99 99 97 96 96 96 97 97 96 96 96 96 97 97 97 97 97 97 97 97 97 97 98 97 97 97 97 98 98 97 98 98
Frankrijk 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 100 101 104 104 103 103 103 104 103 103 103 103
Nederland 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
Bron: Eurostat - lfsq_pganws
45
5.3.2 Structuur van de tewerkstelling Tabel 36 Aandeel en omvang van de deeltijdse tewerkstelling per trimester Relatief aandeel van deeltijds werk t.o.v. de totale tewerkstelling (15-64 jaar) in % België Duitsland Frankrijk T1 21,9 25,8 17,5 T2 22,5 25,6 17,3 T3 21,5 25,1 16,8 T4 21,7 24,9 17,2 Jaar 21,9 25,4 17,2 2008 T1 22,5 25,4 17,3 T2 22,4 25,4 16,9 T3 22,1 24,9 16,4 T4 22,6 24,8 16,8 Jaar 22,4 25,1 16,9 2009 T1 22,7 25,1 17,0 T2 23,0 25,5 17,2 T3 22,8 25,4 17,0 T4 24,2 25,3 17,8 Jaar 23,2 25,3 17,3 2010 T1 23,8 25,7 17,8 T2 24,1 25,9 17,7 T3 22,7 25,5 17,3 T4 24,2 25,3 17,6 Jaar 23,7 25,6 17,6 2011 T1 25,4 26,1 17,7 T2 25,1 26,0 17,8 T3 23,6 25,8 17,2 T4 24,8 25,6 17,8 Jaar 24,7 25,9 17,6 2012 T1 26,4 26,0 17,9 T2 24,5 26,0 17,9 T3 23,6 25,7 17,3 T4 24,4 25,7 17,6 Jaar 24,7 25,9 17,7 2013 T1 25,3 26,6 18,0 T2 23,6 26,9 18,0 T3 24,2 26,6 18,0 T4 24,1 26,5 18,3 Jaar 24,3 26,7 18,1 2014 T1 23,8 26,7 18,9 T2 23,3 26,7 18,8 T3 23,6 26,5 18,1 T4 24,0 26,2 18,5 Jaar 23,7 26,5 18,6 2015 T1 24,9 26,8 18,5 T2 24,8 27,1 18,6 T3 23,6 26,7 18,0 T4 23,9 26,5 18,3 Jaar 24,3 26,8 18,4 Bron: Eurostat - lfsq_eppga - lfsq_ewhais 2007
46
Nederland 46,0 46,3 46,3 46,6 46,3 47,1 46,7 46,5 47,0 46,8 47,4 47,6 47,7 47,9 47,7 47,8 48,5 48,4 48,3 48,3 48,3 48,3 48,1 48,6 48,3 48,7 48,9 48,9 49,4 49,0 49,9 50,0 49,5 49,9 49,8 49,6 49,6 49,1 49,9 49,6 50,1 50,2 49,8 49,8 50,0
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar T1 T2 T3 T4 Jaar
Gemiddeld aantal gepresteerde uren per week bij deeltijds werkenden (15-64 jaar) België Duitsland Frankrijk Nederland 22,7 17,9 22,8 19,8 22,7 17,9 22,1 19,9 22,8 18,3 23,8 21,3 23,0 18,4 22,8 20,5 22,8 18,1 22,9 20,4 22,8 17,8 22,5 20,0 22,8 18,0 22,3 20,3 23,4 18,4 23,2 21,4 22,6 18,1 22,4 20,7 22,9 18,1 22,6 20,6 23,2 18,0 22,5 20,3 22,7 17,8 21,7 20,3 23,4 18,3 22,9 21,4 23,0 18,2 22,1 20,8 23,1 18,1 22,3 20,7 23,7 18,3 22,8 20,5 23,0 18,2 22,0 20,2 23,5 18,4 22,7 21,6 22,9 18,4 22,0 20,9 23,3 18,3 22,4 20,8 23,5 18,2 22,7 21,0 22,6 17,9 22,3 20,6 22,9 18,3 22,7 21,6 22,9 18,3 21,9 21,1 23,0 18,2 22,4 21,1 23,8 18,3 22,5 20,8 22,8 18,0 21,7 20,6 23,1 18,6 22,9 21,6 23,2 18,3 22,3 21,0 23,2 18,3 22,4 21,0 23,3 18,6 22,4 20,5 22,8 18,5 21,8 20,7 23,5 18,9 22,8 21,6 23,0 18,6 21,9 21,1 23,2 18,7 22,2 21,0 23,4 18,9 22,2 20,7 23,3 18,6 21,5 20,9 23,3 19,2 22,4 21,8 23,4 19,0 21,8 21,2 23,4 18,9 22,0 21,2 23,4 19,0 22,0 20,8 23,3 18,8 21,4 20,5 23,4 19,3 22,4 21,7 23,4 19,2 22,1 21,3 23,4 19,1 22,0 21,1