De weg van de psychoot
Eerste druk, 2014 © 2014 Jake Dutch Corrector: Othilde Bakels isbn: nur:
9789048433094 402
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (I) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (II) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is. De inhoud van dit boek kan autobiografische elementen bevatten en weerspiegelt de persoonlijke beleving van de feiten, de gebeurtenissen en verwachtingen van de auteur. De uitgever aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid voor schade wegens onjuistheid of onvolledigheid van de gestelde feiten, de gebeurtenissen, verwachtingen, beweringen en meningen.
Jake Dutch De weg van de psychoot
Dankbetuigingen
Othilde, lieve vriendin bedankt voor je luisterend oor, steun, en warmte in de afgelopen acht jaar. Bedankt voor de tijd die je genomen hebt om dit werk te corrigeren. Frank bedankt voor alle raad en rechtsbijstand die je me al een kleine twintig jaar geeft. Bedankt voor het actief zoeken naar een plek waar ik dit werk heb mogen aanleveren. En jij bent mijn inspiratie geweest voor de rechtenstudie waar ik nu mee bezig ben. Voor mij ben je werkelijk een raadsman.
5
Opgedragen aan
Marcus Dutch, bedankt voor je lessen. Bedankt voor je steun in welke situatie ik ook zat. Soms heb ik anders beweerd en soms voelde jouw keuzes pijnlijk en hard. Maar één ding, je hebt nooit verzaakt als vader. In dit leven hebben we het maximaal haalbare naar elkaar toegehaald. En dan is het goed om afstand van elkaar te nemen. Maar dat neemt niet weg dat ik een enorme bewondering heb voor wat je gepresteerd hebt en het pad wat jij geëffend hebt voor de Surinaamse gemeenschap hier in Nederland. Eline Dutch, ma ik kan je niet genoeg zeggen: ‘Ik houd van je. En dank je wel.’ Mijn ziekte die ik zag als een geschenk van de goden, zag jij als de complete vernietiging van mezelf. Net zoals Marcus ben je er altijd geweest. De warmte en geborgenheid die je gaf heb ik kunnen opslaan en gebruiken in tijden van duisternis, eenzaamheid, en pijn. Jij bent de spil van ons en nu helemaal met vijf nieuwe leden erbij. Het bijzondere tussen jou en mij is dat wij discussies hebben maar nooit ruzies. Er zijn ergernissen maar nooit irritaties. Je adviseert me maar zegt nooit wat ik moet doen. Dat zegt dat je vertrouwen in mij is toegenomen en dat je mijn leeftijd respecteert. En daar bedank ik je voor want dat laat me zien dat ik werkelijk op de goede weg ben. Ebony Dutch, jij bent het zusje dat ik wilde hebben sinds dat je in de buik zat. Mijn ziekte heeft een enorme impact gehad op jou. Jij hebt mij in condities gezien waar volwassenen moeite mee hebben, laat staan een pre puber. Toch heb je me altijd het gevoel gegeven dat ik je broer ben. We hebben onze ruzies gehad. Beiden hebben we een scherpe tong. Beiden hebben we temperament. Ebony dank je, dat hoewel je het soms echt zat was, nooit de deur hebt dicht gegooid. En dat je altijd mijn zusje bent geweest. Dank je voor je steun ondanks dat het voor jou soms heel eenzaam en alleen moest voelen. En bedankt voor de liefde van jou en je gezin.
6
Voorwoord
In juni 2009 was ik met de schrijver van dit indrukwekkende boek op de rechtbank, we bespraken de voortgang van zijn tbs-maatregel. Jake Dutch werd beschreven als een man die zijn mogelijkheden en capaciteiten chronisch overschatte en in dat verband werd zijn ambitie om een boek te schrijven als meelijwekkend voorbeeld genomen. Een levensgrote valkuil als het ging om zijn resocialisatie en terugkeer in de maatschappij. Jake Dutch heeft deze publieke vernedering waardig ondergaan en er inspiratie uit geput om zijn gelijk te bewijzen. Het bewijs ligt hier voor u. Lees het en oordeel zelf. Ik heb het creatieve proces van het ontstaan van dit boek van dichtbij mogen meemaken. Ik voel mij bevoorrecht en ben oprecht trots op Jake. Hij heeft dit helemaal op eigen kracht toch maar voor elkaar gekregen. Een diepe buiging! Frank Koningsveld
7
Een groet Hallo, mijn naam is Jake. Nederlander van Surinaamse afkomst. Een dertiger, en gedragen door het sterrenbeeld Weegschaal. Zoals de titel al zegt ben ik gezegend of vervloekt, het is hoe je het wilt noemen met psychoses. Hoe die zijn ontstaan? Ik zou het bij God niet weten. Door de jaren heen heb ik zoveel theorieën gehoord, zijn er zoveel therapieën op me los gelaten en heb ik zoveel medicijnen geslikt, dat ik nu alleen geloof in wat ik zelf denk over mijn ziekte. Maar alles heeft een begin en dat begin ga ik onthullen. Maar ik ga meer onthullen. Je gaat lezen over mijn plezier, over mijn pijn. Je gaat lezen over de pijn die ik anderen heb bezorgd. Je gaat lezen over mijn onschuld, maar ook over het verlies daarvan. Shit, ik ga je alles onthullen. Ik verwacht geen begrip van je. Zelfs mijn bloedeigen ouders zullen veel dingen die ze lezen niet begrijpen. Nee, daar ligt mijn verwachtingspatroon niet. Mijn bedoeling is dat ik je meeneem naar een wereld van iemand die, als hij zijn medicijnen niet slikt, echt in een andere realiteit leeft. Een realiteit die niemand, die mijn ziekte niet heeft, zich kan voorstellen. Ik wil je meenemen naar plekken waar de Telegraaf moord en brand over schreeuwt. Aan de andere kant wil ik je ook meenemen naar een wereld waarin mensen slagen, die doorgaans bestemd is voor mensen met blond haar, blauwe ogen, en een witte huidskleur. Je zult jezelf misschien nu de vraag stellen: maar als je geen begrip verwacht waarom schrijf je dit dan? Dit om je een beeld te geven van hoe het leven van een man kan lopen wanneer hij last heeft van manisch-depressiviteit en als hij psychotisch wordt de meest gestoorde dingen doet. En jij mag bepalen of je begrip, sympathie of empathie toont. Ook mag je bepalen of je aversie, woede of walging toont. Hé, voor mijn part is het een combinatie van al die factoren. Net zoals ik eerder schreef: het is jouw keus. Oké, bereid je voor, de rit gaat beginnen. We gaan de weg op van de psychoot.
9
Proloog Juli 2004 Rotterdam
De metro is rustig. Uitgestorven bijna. Net of het vervoerstuig notie heeft over wat er zo zal gebeuren. Het is maandag, nog net geen 11:30 uur en er gaat iets gebeuren, dat voel ik aan alles. Zes haltes verder stopt de metro. Ik ben in een opgefokte stemming. Ik heb maar een paar uur geslapen en de jonko die ik zonet heb geklapt heeft me niet rustiger gemaakt. Als ik uitstap hoor ik de stem van mijn moeder. ‘Je gaat wel naar die afspraak he Jake.’ Om haar verzoek kracht bij te zetten bij te zetten, belde ze een uur later mijn tante Mary, die met hetzelfde verzoek kwam. Ik heb mijn woord gegeven, daarom sta ik nu zo vroeg op dat metrostation en zie ik het gebouw waar ik moet zijn. Het gebouw waarin de mensen werken die me een aantal weken vrij slecht behandeld hebben en waarbij ik me nu afvraag of ze zich aan de afspraak gaan houden. Een glimlach verschijnt op mijn gezicht. Het gebouw is vriendelijk opgezet, kleurig geverfd, kortom de basis elementen om de psychiatrische patiënten op hun gemak te stellen. Maar achter die façade van vriendelijkheid gaat iets heel anders schuil en vandaag ben ik verre van vriendelijk. Het is lekker weer buiten. De sluierbewolking zorgt ervoor dat de zon niet doorkomt, maar dat de tempratuur goed is. Ik pak een sigaret uit mijn pakje Marlboro en loop richting het psychiatrisch centrum. Elke stap die ik zet wordt vergezeld met een dosis adrenaline. Terwijl ik door het parkje loop en een kleine honderd meter verwijderd ben van de inrichting, kom ik de eerste persoon tegen die mijn opgefoktheid moet ondergaan. Hij is een brave burger wiens enige, maar kapitale fout is, dat hij zijn herdershond los heeft lopen. Ik ben geen dierenbeul maar zeker ook geen dierenvriend en ik ben zeker geen dierenvriend als zo een klote hond me zonder reden wil aanvallen. De herder neemt een spurt. Doodstil blijf ik staan. Mijn hand gaat in mijn broekzak en ik pak een klein Zwitsers zakmes met het ontkurk gedeelte uitgeklapt. Dat mes houd ik zo in mijn handen dat het baasje het niet ziet. Alsof er niets aan de hand is, zo komt de man naar zijn hond toelopen. Dat ergert me. De brave burger is tussen de 1.85 en de 1.90 meter en in het bezit van een imposante bierbuik waar waarschijnlijk veel patat en bier inzit. ‘Hé luister eens klootzak,’ roep ik, ‘volgens mij moet die teringhond van je aangelijnd zijn.’ Verbaasd kijkt hij me aan. Zijn verbazing maakt plaats voor boosheid. Geïrriteerd, waardoor zijn stem laag klinkt en de typische Rotterdamse R nog meer rolt zegt hij: ‘Luister eens knul, ik weet niet wat jou…’ ‘Houd je bek!’ bulder ik. De herder staat niet meer zo stevig op zijn poten. De bravoure van mijn Rotterdamse vriend slinkt. Ik laat hem het mes zien en sis: 11
‘Voordat jij je hond een commando geeft is hij zijn oog kwijt. Wil je erom wedden?’ Mijn vriend kijkt me niet meer aan maar pakt zijn hond bij zijn halsband en loopt snel en achteruitkijkend het park uit. Een schokgolf van adrenaline voltrekt zich nu in mijn lichaam. Eén ding weet ik zeker, vandaag ga ik krijgen wat ik wil, anders wordt het een drama bij de Opname afdeling. Terwijl ik richting de Opname afdeling loop, kom ik voorbij een gebouw dat volgens mij een resocialisatie afdelingen is voor adolescenten. Als ik langs loop beginnen twee grietjes en een gozer, die samen op het balkon staan, dingen naar me te roepen. Die dingen zijn geen complimenten. Ik kijk of er een ingang is waar ik op die afdeling kan komen. Helaas, ik zie niets. Ondertussen blijven die koters me uitschelden en die grote bek van ze is mijn rode lap. Tot mijn vreugde zie ik een aantal hulpverleners, waarschijnlijk middenkader, in een vergaderruimte zitten, onder het balkon waar die kutkinderen staan. Ik durf mijn geld erop te zetten dat zij de behandellijnen uitzetten voor die zielige kneusjes. Ik gooi de deur open. Er zitten vier mannen van, ik schat, midden, eind, veertig en een vrouw van mijn leeftijd, ze kan ook iets jonger zijn. Geschrokken kijken de wereldverbeteraars me aan. Voor iemand wat kan zeggen ratelen de woorden uit mijn mond, als kogels die worden gesprayd uit een Uzi. ‘Luister eens idioten, die kutkoters moeten hun grote smoel tegen mij dicht houden anders breng ik ze een bezoekje en als ik klaar met ze ben is hun ergste angst niet de dingen die niet bestaan maar ik!’ En dan heb je altijd het type vrouw dat denkt: er zijn vier mannen om mij heen die me wel beschermen dus ik laat zien wat ik waard ben. Deze vrouwelijke wereldverbeteraar is dat type. Met haar meest professionele blik kijkt ze me aan en zegt: ‘Zie je niet dat we hier bezig zijn met een vergadering? Ik zou je willen…’ ‘Houd je mond!’ schreeuw ik. Ze probeert haar gezicht in een plooi te houden maar deze lading had ze niet verwacht. Haar mooie gezicht kijkt naar rechts en links maar haar collega wereldverbeteraars zitten stijf op hun stoel. ‘Luister teef, luister goed. Over en half uur loop ik hier weer langs en dan wil ik geen grote bek ontvangen van die koters. Knik als je me snapt.’ Ik zie de trots in haar ogen. Ik zie dat ze er van flipt dat iemand waar zij normaal gesproken over beslist zo met haar omgaat. En ik zie haar machteloosheid. De machteloosheid van, dat ze de enige is die dit niet wilt pikken, maar dat haar collega’s niets durven te doen en zij daardoor niets kan. Het enige wat zij kan doen is, wat ik zo vaak heb gehoord, de situatie accepteren dus ze knikt. Grijnzend vanwege de vernietiging van haar trots bijt ik haar toe: ‘Zie je nou wel pop, zo moeilijk is gehoorzamen niet.’ Ik loop de ruimte uit en ga richting de plek waar ik moet zijn. Mijn adrenaline is bijna op het kookpunt. Nog zo’n tien meter en dan ben ik waar ik wezen moet. De deur van de afdeling is binnen handbereik. Een verpleger laat net iemand naar buiten. Ik loop naar de deur toe en vraag aan hem: ‘Waar is dr. Wang?’ ‘Die is er op dit moment niet.’ Hij wil de deur dicht doen maar die kans geef ik hem niet. Ik trap de deur open. De doodschrik staat in zijn ogen als hij bijna met deur en al op de grond valt. ‘Ik vroeg aan je waar dat kankerwijf van een Wang is, het 12
antwoordt dat jij me geeft is niet het antwoordt dat ik wil horen!’ De woede in mijn stem en uitstraling is tastbaar. De verpleegkundige krabbelt overeind en vlucht naar het kantoor dat zich in de gang bevindt. Vijf minuten later komen een aantal verpleegkundigen naar de Opname afdeling lopen en ja, dat kolere wijf is erbij. De spieren onder mijn witte wollen shirt staan op knappen. Ik voel het tintelen van mijn benen die bedekt zijn door mijn blauwe broek. Ik voel mijn voeten schuifelen in mijn zwarte F.U.B.U schoenen. Alle adrenaline in nu aan het koken. Glimlachend loop ik naar dr. Wang en geef haar een hand. Ondertussen bekijk ik haar goed. Ze is tussen de 1.60 en 1.65 meter. Haar lichaamshouding is fragiel te noemen. Waarschijnlijk is ze eind veertig begin vijftig. Haar half lange zwarte haar hangt los. Ze heeft een mooi gezicht en het feit dat ze een bril op heeft maakt haar nog leuker. Het geeft haar een lieve uitstraling, zeker met haar gele huid. Ze neemt mijn hand aan. ‘Hadden wij vandaag geen exit gesprek dr. Wang?’ ‘Nou,’ antwoordt zij, ‘het is niet gelopen volgens afspraak he meneer Dutch?’ Breed grijnzend kijk ik haar aan. Als mijn lieve jade poppetje denkt dat ze met mij kan fucken dan heeft ze het mis. ‘Het maakt me niet uit hoe het afgesproken is dr. Wang maar ik wil het gesprek.’ Ze kijkt me aan en ik ruik haar lichaamsgeur. Tot mijn verbazing ruikt ze goed. Meestal stinken mensen die bang voor me zijn of tegen me liegen een uur in de wind. Een vanilleachtige aroma bereikt mij. Misschien haar parfum, misschien de geur van haar lichaam, waarschijnlijk een combinatie van beiden. De druk op haar hand verstevig ik. Als zij naar voren wil lopen, loop ik naar achteren. Als zij naar achteren loopt, loop ik naar voren. De manier waarop ik haar hand vasthoud is, dat als zij druk zet ik de druk op haar hand verstevig. Dit is nu een minuut of twee aan de gang. Zo een dertig seconden later staat heel het plein voor de Opname afdeling vol met wereldverbeteraars. Er staan er zeker een stuk of acht, negen. Hun ogen, zowel bij de mannen als vrouwen, staan bol van angst en spanning. Een paar weken geleden waren deze mensen zo heldhaftig en moet je ze nu zien. De zachte hand van dr. Wang ligt nog steeds in mijn hand. Ik kijk naar de verpleegkundigen en schreeuw tegen dr. Wang: ‘Denk je dat je met mij kan fucken Wang? Ik ben een ex Tbs gestelde, je weet waar toe ik in staat ben!’ Het afdelingshoofd, een prototype afdelingshoofd van een psychiatrische inrichting, probeert door middel van een autoritaire lichaamshouding en stemvolume de situatie te de-escaleren. ‘Houd je bek!’ snauw ik. In mijn linkerhand heb ik nog steeds het zakmes. Ik toon die aan ze. Hij deinst naar achteren. Op dat moment kookt alle adrenaline over. ‘Als jullie denken dat jullie met mij kunnen fucken dan heb je het mis bitches! Ik trap jullie allemaal door de deur en breek jullie ruggen met plezier. En als dat niet voldoende is stuur ik vrienden van mij langs om dit klote gebouw twee keer per dag met 9mm’s onder vuur te nemen.’ Een drukkende stilte valt. De wereldverbeteraars voelen zich machteloos en verslagen. Het afdelingshoofd herpakt zich het snelst en waarschijnlijk heeft hij een geniale ingeving want hij vraagt: ‘dr. Wang voelt u zich bedreigd?’ Ik weet dat ik nu mijn lieve jade poppetje los moet laten, want als zij bevestigend antwoordt, dan gijzel ik haar voor het oog van negen van 13
haar ondergeschikten. Glimlachend zeg ik tegen haar terwijl ik haar loslaat: ‘Nog een prettige dag verder dr. Wang.’ Stuk voor stuk kijk ik de wereldverbeteraars aan. Ik zie hun onvermogen om mij aan te pakken. Ik proef hun angst. Een nog grotere glimlach verschijnt op mijn gezicht. Zonder één klap uit te delen heb ik een verpletterende zege behaald. Ik gun ze geen blik meer waardig en loop van het terrein af.
14