De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
De VrijBaan Empowerment Methode
Deel 1 Introductie Een voorwoord bij de methode en een korte beschrijving van het VrijBaanproject.
Deel 2 Invoeringshandboek Aandachtspunten voor organisaties die de VrijBaan Empowerment Methode in hun organisatie willen invoeren.
Deel 3 Trainingshandboek Een handleiding bij het opzetten en samenstellen van VrijBaan empowermenttrainingen.
Deel 4 Oefeningen Beschrijvingen en instructies van empowerment-trainingsmodules en oefeningen.
Deel 5 Reader voor trainers Aanknopingspunten voor professionals die de VrijBaan Empowerment Methode gebruiken.
De VrijBaan-vragenlijst
Colofon Oefeningenindex met componenten
Aandacht voor emotie
zelfbeschikking
Actief luisteren
competentie
Advies voor jezelf
zelfbeschikking
13
Afbranden
impact
15
Alle golflengten
competentie
19
Alledaagse assertiviteit
competentie
Als deze persoon een boom was
groepsoriëntatie pos. identiteit
31
Anatomie van de ideale baan
impact
betekenis
35
Assertiviteit
zelfbeschikking
competentie
39
Ballon of boom
zelfbeschikking
41
Ballonvaart, in hetzelfde schuitje
groepsoriëntatie
43
Beeld van jezelf
zelfbeschikking
betekenis
47
Begin met een kooi met vijf apen
zelfbeschikking
groepsoriëntatie
49
Blij, boos, bang of verdrietig
betekenis
51
Brainstormen
groepsoriëntatie
53
C’est le ton qui fait la musique
impact
betekenis
55
Caesar en Cleopatra
competentie
groepsoriëntatie
59
Communicatie met blikken
groepsoriëntatie
63
Communicatiestijlen (actie – tactiek – mensen – ideeën)
betekenis
65
Communicatietheorie
competentie
75
Contact maken en invloed van lichaamshouding daarop
impact
85
Creatief praten
zelfbeschikking
Criteria
betekenis
Dag- en weekplanning
zelfbeschikking
De boot
pos. identiteit
103
De brug over
zelfbeschikking
105
De moraal van het verhaal
zelfbeschikking
De olifant en de vlinder
betekenis
De paperclip
competentie
De roze olifant
zelfbeschikking
Discussie aan de hand van stellingen
zelfbeschikking
2
betekenis
7 9
zelfbeschikking
impact
impact
23
91 97
betekenis
groepsoriëntatie
99
111 119
betekenis
121 123
impact
125
De VrijBaan Empowermentmethode - oefeningen
Doelen bepalen met stoelen
pos. identiteit
Drie redenen
betekenis
zelfbeschikking
131
Dynamisch duo
competentie
groepsoriëntatie
133
Eerste indruk en interpretatie
groepsoriëntatie
Energievreters versus energiegevers
zelfbeschikking
betekenis
141
Enveloppen
impact
groepsoriëntatie
145
Ervaringsverhaal vertellen
groepsoriëntatie
149
Even tijd voor jezelf
zelfbeschikking
151
Ga je gang
impact
Gesloten vragen
competentie
155
Grenzen
zelfbeschikking
157
Groepsfotograaf
impact
Groepsgesprek met voorwerpen
betekenis
Groepsgesprek over verwachtingen
betekenis
Het gerucht
groepsoriëntatie
167
Het negen punten probleem
zelfbeschikking
171
Het wapenschild
betekenis
175
Hier sta ik
competentie
zelfbeschikking
179
Hoe voel ik me
impact
betekenis
181
Hoe zit je erbij vandaag
groepsoriëntatie betekenis
183
Ik-boodschap
competentie
187
Ik teken mezelf
betekenis
Interpreteren en observeren
pos. identiteit
betekenis
193
Interviewen
competentie
groepsoriëntatie
195
Kwaliteiten:
127
137
groepsoriëntatie
153
groepsoriëntatie
159 161
groepsoriëntatie
165
impact
189
pos. identiteit
199
Bewustwording II: Ontwikkelingsmogelijkheden en kwaliteiten
pos. identiteit
201
Bewustwording III: Johari venster
pos. identiteit
203
Bewustwording IV: Latente kwaliteiten
pos. identiteit
205
Evaluatie
pos. identiteit
Feedback I: Hoe anderen jou zien
pos. identiteit
Feedback II: Zelfbeeld en het beeld van anderen
competentie
pos. identiteit
Feedback III: andermans kwaliteiten
competentie
pos. identiteit
Feedback IV: Onzekerheid bespreekbaar maken
pos. identiteit
215
Feedback V: De eerste indruk
groepsoriëntatie
217
Feedback VI: Latente kwaliteiten
pos. identiteit
219
Functioneringsgesprekken
groepsoriëntatie
221
Kennismaking
groepsoriëntatie
223
Non-verbaal gedrag
competentie
225
Opwarmer in trainingen
pos. identiteit
227
Bewustwording I: Eigen kwaliteiten en vervormingen
3
groepsoriëntatie betekenis
207 209 211
groepsoriëntatie
213
De VrijBaan Empowerment Methode – Oefeningen
Kwaliteiten:
pos. identiteit
Samenwerking I: Teamfeedback
Colofon
229
Samenwerking II: Kwaliteiten uitbeelden
pos. identiteit
Samenwerking III: De balans in een team onderzoeken
groepsoriëntatie
233
Samenwerking IV: Teamnormen
groepsoriëntatie
235
Leiderschapsstijlen
groepsoriëntatie
237
Levend kwartet
pos. identiteit
241
Levenslijn
zelfbeschikking
Lijfspreuken
betekenis
245
Luisteren en samenvatten in een discussie
groepsoriëntatie
247
Moeilijke Maupie
pos. identiteit
249
Non-verbale feedback geven
impact
251
Oefening Zelfwaardering
betekenis
253
Onderzoek je invloed
zelfbeschikking
255
Ongezonde leef- en werkgewoonten
betekenis
Ontspannen door middel van Wayne Cook positie
zelfbeschikking
263
Ontspanningsoefening 1
zelfbeschikking
267
Ontspanningsoefening 2
zelfbeschikking
271
Ontspanningsoefening 3
zelfbeschikking
275
Op weg naar huis
zelfbeschikking
279
Opgebroken straat
competentie
281
Ophemelen
impact
293
Persoonlijk netwerk
competentie
Positief roddelen
pos. identiteit
Probleem kans (groepsgesprek)
zelfbeschikking
pos. identiteit
Reclamespotje
competentie
impact
RET theorie en schema
zelfbeschikking
pos. identiteit
Roept u maar
zelfbeschikking
323
Rolbestendigheid
competentie
325
Rondje nieuw gedrag
zelfbeschikking
327
Rondje vertrouwelijke vragen
zelfbeschikking
329
Rouwproces (groepsgesprek)
zelfbeschikking
Schrijfopdracht
zelfbeschikking
335
Sleutelbos
betekenis
337
Sociale steunopdracht
zelfbeschikking
339
Spiraal
betekenis
341
Sprekers en zwijgers
groepsoriëntatie
343
Standaard piekerspiraal
zelfbeschikking
345
Sterkte/zwakte analyse
competentie
Subjectieve verwachtingen
groepsoriëntatie
Successen
competentie
4
groepsoriëntatie
231
pos. identiteit
243
zelfbeschikking
259
groepsoriëntatie zelfbeschikking
297 305 307
betekenis
313
betekenis
impact
311
331
pos. identiteit
347 353
pos. identiteit
355
De VrijBaan Empowermentmethode - Oefeningen
Terugvalpreventie
zelfbeschikking
359
Themagroepsgesprek
groepsoriëntatie
361
Theorie samenvatten
competentie
363
Theorie vragen stellen
competentie
365
Trainingsdoelen SMART formuleren
zelfbeschikking
369
Urgent en belangrijk
zelfbeschikking
373
Uur voor jezelf
zelfbeschikking
Vaardigheden
betekenis
377
competentie
379
Bewustwording II: vaardighedenprofiel
competentie
381
Bewustwording III: Vaardighedenmatrix
competentie
383
Bewustwording IV: Gewenste vaardigheden
competentie
385
Bewustwording V: Vaardighedenveiling
competentie
387
Bewustwording VI: Vaardigheden en kwaliteiten
competentie
389
Discussie I: Onzekerheid bespreekbaar maken
competentie
groepsoriëntatie
391
Discussie II: Competentie, vaardigheid en kwaliteit
competentie
groepsoriëntatie
393
Discussie III: Meningsvorming over een functie
competentie
groepsoriëntatie
395
Discussie IV: Kwartetten
competentie
groepsoriëntatie
397
Discussie V: Grote groepen
competentie
groepsoriëntatie
399
Evaluatie
competentie
groepsoriëntatie
401
Feedback I: Vaardigheden waarnemen
impact
Feedback II: Hoe anderen jouw vaardigheden zien
competentie
pos. identiteit
405
Feedback III: Vergelijking zelfbeeld met beeld van anderen
competentie
pos. identiteit
407
Feedback IV: Vaardigheden van anderen inschatten
competentie
pos. identiteit
409
IJsbreker I: Vaardigheden uitbeelden
competentie
groepsoriëntatie
411
IJsbreker II: Een groep verlevendigen
competentie
groepsoriëntatie
413
IJsbreker III: Organisatiecultuur
competentie
groepsoriëntatie
415
IJsbreker IV: Praktische tips
competentie
groepsoriëntatie
417
Kennismaking
competentie
groepsoriëntatie
419
Samenwerking I: Team feedback
groepsoriëntatie
Samenwerking II: Balans in een team onderzoeken
competentie
groepsoriëntatie
423
Samenwerking III: Teamnormen
competentie
groepsoriëntatie
425
Samenwerking IV: Vaardighedenprofiel team
competentie
groepsoriëntatie
427
Samenwerking V: Creatief knelpunten oplossen
competentie
groepsoriëntatie
429
Samenwerking VI: Het favoriete team
competentie
groepsoriëntatie
431
Trainingsinstrument I: Interventies
competentie
groepsoriëntatie
433
Trainingsinstrument II: vaardigheden oefenen
competentie
groepsoriëntatie
435
Bewustwording I: Betekenis van vaardigheden
403
421
Verboden te luisteren
impact
437
Video: Kijk op het gezicht, expressie en gezondheid
zelfbeschikking
439
Vooroordelen ten aanzien van medewerkers met een beperking
betekenis
441
5
De VrijBaan Empowerment Methode – Oefeningen
Waarneming en interpretatie
betekenis
Colofon
Wat breng je mee naar deze training
competentie
Weekdoelen
zelfbeschikking
449
Wie ben ik
pos. identiteit
453
Wie heeft de touwtjes in handen
impact
Zelfbeeld
betekenis
461
Zelfwaardering
competentie
463
Zet de stoel daar maar neer
groepsoriëntatie
465
6
443 pos. identiteit
zelfbeschikking
447
455
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Aandacht voor emotie Component(en): O Competentie X Zelfbeschikking
Bewustwording
O Impact X Betekenis
Ontdekkende beeldvorming
O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doel De deelnemer kent zijn eigen manier van omgaan met een specifieke emotie.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal 2 Maximum aantal 10
Beschrijving activiteiten Iedere deelnemer zoekt een eigen plek in de ruimte, gaat zitten en concentreert zich op het volgende (we nemen als voorbeeld agressie). Ga voor jezelf na op welke manier (of manieren) je met agressie omgaat. Wat zijn je favoriete kanalen en gewoonten daarvoor? Uit je je agressieve energie of onderdruk je die? Ben je direct of juist indirect? Wat is je houding ertegenover? Ben je er bang voor, vind je het iets minderwaardigs, geniet je ervan, doe je er iets nuttigs mee? Of misschien heb je er helemaal geen ervaring mee? Kun je misschien bijzondere patronen ontdekken in hoe je met agressie omgaat? Zijn er bepaalde situaties of mensen die agressie bij je oproepen? Enzovoorts. Hierna kort uitwisselen in tweetallen. In plaats van agressie kunnen ook andere emoties, zoals verdriet, blijdschap of angst verkend worden door middel van dergelijke bezinningsvragen.
7
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg Oefening Nabespreking Totaal
5 minuten 10 minuten 10 minuten __________ 25 minuten
Benodigde middelen Geen
Resultaat-/effectmeting De deelnemer heeft in tweetallen verwoord wat hij ervaren heeft. De trainer kan letten op formuleringen als: Het is me opgevallen dat … Ik heb gemerkt dat … Ik wist niet dat … Ik voelde dat …
Werkomgeving Trainingslokaal, bij voorkeur kringopstelling
Bron Lex Mulder, Oefeningenboek voor groepen
8
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Actief luisteren Component(en): X Competentie
Communicatie op metaniveau
O Zelfbeschikking O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doel De deelnemer kan in een gesprek luisteren, non-verbaal ondersteunend reageren, samenvatten en verhelderende vragen stellen.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal 2 Maximum aantal 10
Beschrijving activiteiten Er worden tweetallen gevormd. Deelnemer A heeft de rol van verteller, deelnemer B heeft de rol van luisteraar en houdt zich aan de regels voor actief luisteren zoals deze beschreven zijn in de bijlage. Na vijf minuten rolwissel. Nabespreken met aandacht voor de luisteraar: Wat gaat je goed af als actieve luisteraar? Wat is moeilijk in actief luisteren? Wat viel de verteller A op aan het actieve luisteren van B?
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 15 minuten Oefening 20 minuten Nabespreking 15 minuten __________ Totaal 50 minuten
9
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Benodigde middelen Theorie Actief luisteren (zie bijlage)
Resultaat-/effectmeting De deelnemer past gedurende de training de actieve luistervaardigheden toe.
Werkomgeving Ruimte om in tweetallen te werken
Bron Erik Pijs, Het grote vaardighedenboek
10
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Bijlage bij “Actief luisteren” Theorie Actief luisteren Actief luisteren De ontvanger is erop uit om de zender volledig te begrijpen. Dat wil zeggen dat hij er alles aan doet om de belevingswereld en de bedoelingen achter de boodschappen van de zender te begrijpen. De ontvanger luistert actief door energie in het luisteren te stoppen. Aspecten van actief luisteren: • Richt je lichaam en je gezicht naar de verteller. • Maak oogcontact met de verteller. • Knikken, hummen en ja zeggen bevestigen de verteller dat hij gehoord is. • Vat regelmatig het verhaal van de verteller samen, zodat je zeker weet dat je het verhaal goed volgt. • Stel zo nodig verhelderende vragen. Wat is het nut van vragen stellen? • Interesse tonen. • Informatie verzamelen. • De zender helpen. • De communicatie openen. • Controleren of je het begrepen hebt. • Het standpunt van de zender verduidelijken. Uiteraard is een vraag stellen niet hetzelfde als een goede vraag stellen. Een goede vraag voldoet aan de volgende voorwaarden: • De vraag is begrijpelijk en wordt zo kort mogelijk geformuleerd. • De vraag heeft het antwoord niet in zich. • De vraag past bij het gespreksthema. • De vraag bestaat niet uit twee vragen tegelijk. Door de juiste vragen te stellen, draag je dus bij aan tweerichtingsverkeer. Tweerichtingsverkeer draagt bij aan effectieve communicatie: de boodschap begrijpen zoals de zender die bedoelt. Interne ruis kan zich voordoen binnen alle stappen van het communicatieproces. Bij interne ruis komt de boodschap niet over zoals deze bedoeld is.
11
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
12
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Advies voor jezelf Component(en): O Competentie X Zelfbeschikking
Bewustwording
O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doel De deelnemer kent het hulpmiddel “advies voor jezelf ” en kan dit toepassen.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm zowel individueel als groepsgewijs Minimum aantal niet van toepassing Maximum aantal niet van toepassing
Beschrijving activiteiten Deze oefening is een oefening uit de NLP en gaat uit van een aantal vooronderstellingen. Vooronderstellingen van de NLP: 1. De kaart is niet het gebied. 2. Beperkingen liggen in je wereldmodel. 3. De werkelijkheid bestaat alleen in je eigen beleving. 4. Lichaam en geest zijn een cybernetische eenheid. 5. In communicatie bestaat er geen mislukking, alleen feedback. 6. De betekenis van je communicatie is de reactie die je oproept. 7. Mensen hebben hulpbronnen beschikbaar voor positieve verandering. 8. Als iemand anders iets kan, kan ik het leren. 9. Als ik iets kan, kan een ander het leren. 10. Het onbewuste denken is even belangrijk als het bewuste denken. 11. Ieder gedrag heeft een positieve bedoeling. 12. Ieder gedrag was ooit iemands beste keuze. Stel je voor: een lijn op de grond voor je. Deze lijn symboliseert je levenslijn. Kijk naar je levenslijn en zie jezelf zoals je nu bent met de leeftijd die je nu hebt.
13
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Kijk naar een punt een stuk verder op je levenslijn en visualiseer je oudere zelf. Een vitale 70-, 80- of 90-jarige met veel levenservaring en wijsheid. Het beeld van een gewaardeerde grootouder kan een hulpmiddel zijn. Plaats dit beeld op een plek vlak naast je stoel. Ga nu zelf in zijn/haar positie staan. Kijk vanuit je oudere zelf naar je jongere zelf en geef jezelf een duidelijk positief advies over de lastige situatie.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg Oefening Nabespreking Totaal
5 minuten 10 minuten 5 minuten __________ 20 minuten
Benodigde middelen Vooronderstellingen van de NLP
Resultaat-/effectmeting De deelnemer heeft kennisgenomen van het bestaan van dit hulpmiddel en heeft hiermee geoefend in de trainingssituatie. De deelnemer kan verwoorden wanneer en hoe hij deze oefening kan toepassen.
Ervaringen Bij het uitvoeren van op NLP geïnspireerde oefeningen is enige ervaring in het geleiden van gedachten en kennis van NLP-principes een pre. Deze oefening is ondanks het visualiseren en de verplaatsing ook uitgevoerd door blinde deelnemers en deelnemers in een rolstoel en deze hebben geen enkele belemmering ervaren in de vorm van de oefening.
Werkomgeving Standaard trainingsopstelling
Bron IEP Nijmegen, NLP voor trainers
14
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Afbranden Component(en): O Competentie O Zelfbeschikking X Impact
Comunicatie
O Betekenis O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doel De deelnemer ervaart in de trainingssituatie wat het effect is van slordig feedback geven.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm drietal(len) Minimum aantal 3 Maximum aantal 9
Beschrijving activiteiten Deze oefening past aan het begin van een sessie over het geven van feedback. De trainer legt het doel van de oefening uit. De deelnemers krijgen de opdracht elkaar beurtelings voor korte tijd verwijten te maken die verzonnen moeten zijn. Ideeën daarvoor worden gegeven in de ‘Verwijtenlijst’. De groep wordt opgedeeld in drietallen, zo mogelijk bestaande uit elkaar onbekende mensen. In deze subgroepen wordt beurtelings door de deelnemers zeer slordig feedback gegeven, dat wil zeggen dat er gescholden wordt, maar niet langer dan twee minuten per deelnemer. Nadat zij elkaar in totaal zes minuten verwijten hebben gemaakt, bespreken de deelnemers (nog in de subgroepen) allereerst wat het effect is van dit gedrag, zowel op de zender als op de ontvanger. Een tweede punt van bespreking is de vraag: “Wat in het bijzonder, in inhoud of vormgeving van de verwijten, verslechtert de relatie tussen zender en ontvanger het meest?” Men neemt voor dit napraten ongeveer twintig minuten. De resultaten worden plenair uitgewisseld. De trainer houdt bij welke zaken, zowel qua inhoud als vorm,
15
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
schelden het meest onverteerbaar maken. Deze lijst vormt in feite een beschrijving van ‘goede’ feedback. Eventueel kan een tweede ronde van gelijke duur in dezelfde subgroepen gehouden worden. Hierin geeft men elkaar over dezelfde onderwerpen feedback, maar nu op een meer opbouwende manier. Dit wordt eveneens eerst in de subgroepen en vervolgens kort in de plenaire groep nabesproken. N.B.: Gebruik altijd verzonnen grieven! Voorkom dat oefening en werkelijkheid door elkaar heen gaan lopen. Afbranden - Verwijtenlijst • De ander heeft je auto geleend en hem door en door vuil weer voor je deur gezet. Ook is de tank leeg en er zit er een nieuwe kras op het portier. • De ander heeft je voor gek gezet in een vergadering door op te merken dat jij kennelijk de stukken niet gelezen hebt, omdat je anders zeker niet zulke stomme vragen zou stellen. • De ander is hard tegen je aangelopen, omdat hij je niet zag, waardoor de koffie die je in je hand had over je kleren spatte. In plaats van je te helpen heeft de ander gezegd: “Kun je niet uitkijken!” • De ander heeft je anderhalf uur in de stromende regen laten wachten. • De ander heeft een boek van je geleend en het verfomfaaid en vol vlekken aan je teruggegeven. • De ander heeft een racistische grap gemaakt die je zeker niet zonder commentaar wilt laten passeren. • De ander heeft bij jullie beider chef ten onrechte de indruk gewekt dat een gezamenlijk karwei waarvan jij het leeuwendeel gedaan hebt, eigenlijk door hem gedaan is. • Enzovoort.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 5 minuten Oefening 30 minuten Nabespreking 10 minuten __________ Totaal 45 minuten
16
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Benodigde middelen Afbranden - Verwijtenlijst
Resultaat-/effectmeting De deelnemer verwoordt in de nabespreking wat het effect van slordig feedback geven is en gebruikt daarbij woorden als: Het is me opgevallen dat … Ik heb gemerkt dat ... Ik wist niet dat ... Ik voelde dat …
Werkomgeving Genoeg ruimte(s) zodat de subgroepen elkaar niet storen
Bron F.R. Oomkes, Training als beroep
17
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
18
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Alle golflengten Component(en): X Competentie
Vaardigheden oefenen
O Zelfbeschikking O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doelen 1. De deelnemer heeft inzicht in het belang van non-verbaal gedrag. 2. De deelnemer kan gericht feedback geven op non-verbale communicatie.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal 3 Maximum aantal 10
Beschrijving activiteiten Introductie: de trainer legt de doelen van deze oefening uit en geeft een inleiding. Als je aan iemand aandacht geeft, zijn er vier gebieden om te observeren: • Alles wat aan de ander zichtbaar is. • Alles wat aan de stem van de ander te horen is. • Het verhaal van de ander. • Jouw reacties op de ander. Om de oefening niet al te ingewikkeld te maken, zullen we het observeren van het verhaal van de ander nu niet meenemen. • Alles wat aan de ander zichtbaar is: lichaamstaal is vaak enorm expressief. Ze kan informatie verschaffen over hoe de spreker zich voelt over de gebeurtenissen uit zijn verhaal en over hoe de spreker zichzelf ten opzichte van de ander ziet. Hoe nauwkeurig je deze informatie kunt interpreteren hangt deels samen met hoe vertrouwd je bent met de normale gezichtsuitdrukking, gebaren en houding van jouw gesprekspartner. Je moet letten op gezichtsuitdrukkingen, gebaren en
19
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
lichaamshouding, en in het bijzonder op veranderingen daarin. Vooral het belang van lichaamshouding wordt onderschat. Je kunt vrij nauwkeurig te weten komen hoe de ander zich voelt als je zijn houding precies nabootst. • Alles wat aan de stem van de ander te horen is: de ademhaling wordt sterk door emoties beïnvloed. De klank van de stem varieert met de emotionele toestand van de spreker. Het is nuttig om te weten hoe de ‘normale’ stem klinkt alvorens te proberen de betekenis van klankveranderingen te interpreteren. Het gaat niet alleen om de klank van de stem. Ook zinsmelodie, toonhoogte en volume van de stem, nadruk, aarzelingen, stotteren en ritmeveranderingen zijn van belang. • Jouw reacties op je gesprekspartner: of je jouw partner gelooft en hem aardig vindt, zal van invloed zijn op jouw reacties op zijn verhaal. Als je dat beseft, zul je beter in staat zijn correct te observeren. Besef van jouw emotionele reacties is in elk geval belangrijk. Jouw gevoelens geven -als een soort interactiethermometer- vrij nauwkeurig aan wat het non-verbale gedrag van de ander bij je oproept.
De trainer demonstreert deze vorm van compleet luisteren aan de groep door een deelnemer (of de co-trainer) te vragen iets te vertellen en na afloop gerichte en concrete feedback te geven. Er zijn drie mensen nodig: A, B en C. A vertelt iets wat pas gebeurd is of nu speelt. Dat verhaal hoeft niet lang te zijn; drie tot vijf minuten is voldoende. Het verhaal hoeft niet perfect of grappig te zijn; juist liever niet. Ongeschikt zijn oude of ‘koude’ verhalen: beschrijvingen van vakanties of gebeurtenissen van jaren geleden. B zit tegenover A en let op wat er te zien is: gelaatsuitdrukkingen, gebaren en houding, en de veranderingen daarin tijdens het verhaal. C zit met zijn gezicht van A en B afgekeerd, luistert naar wat er te horen valt en probeert niet te letten op het verhaal zelf. C besteedt dus vooral aandacht aan zinsmelodie, toonhoogte, stemvolume, aarzelingen en ritmewisselingen. B mag niet verbaal reageren of vragen stellen. B mag A echter wel non-verbaal aanmoedigen door te knikken, ‘hm-hm’ te zeggen en dergelijke.
20
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Naderhand geven B en C hun indrukken en interpretaties als volgt weer: • Ze beschrijven hun waarnemingen zo objectief mogelijk. • Ze beschrijven de gevoelens die A volgens hen op verschillende momenten ervoer. • Ze beschrijven hun eigen gevoelsreacties op A’s verhaal en A’s gedrag tijdens het vertellen. Pas nadat deze drie punten door beide observatoren afgewerkt zijn, mag A reageren. De nadruk moet liggen op de vraag of de aannames van B en C juist waren of niet. Deze feedbackronde mag niet langer duren dan tien minuten. Vervolgens ruilen de deelnemers van rol. Elke subgroep van drie personen krijgt 45 minuten, zodat alle deelnemers hun vaardigheden kunnen oefenen en elke rol kunnen spelen. De groepsdiscussie houdt zich bezig met de vraag: “In hoeverre hebben de deelnemers zich de vaardigheden, waar het in deze oefening om ging, eigen gemaakt en leren waarderen?” Er kan ook gesproken worden over hoe het voelde precies en specifiek feedback te geven en te krijgen. Als dat de deelnemers moeilijk viel, kwam dat dan door een gebrek aan individuele vaardigheden of door verschillen in non-verbale expressie? Er kunnen korte fragmenten uit één van de op video opgenomen verhalen worden vertoond om opmerkingen van de deelnemers te illustreren of om de aandacht te vestigen op punten die volgens de trainers van belang zijn.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 15 minuten Oefening 45 minuten Nabespreking 30 minuten __________ Totaal 90 minuten
Benodigde middelen Opname- en afspeelapparatuur
21
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Resultaat-/effectmeting • De deelnemer verwoordt het belang van non-verbale communicatie in de nabespreking. • De deelnemer geeft groepsgenoten effectieve feedback op non-verbale signalen tijdens de training. • De deelnemer geeft schriftelijk een voorbeeld van feedback op non-verbale signalen van derden.
Werkomgeving Een trainingsruimte of een rustige hoek per subgroep van drie personen
Bron F.R. Oomkes, Training als beroep
22
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Alledaagse assertiviteit Component(en): X Competentie
Vaardigheden oefenen
X Zelfbeschikking
Assertiviteit
X Impact
Communicatie
O Betekenis O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doelen 1. De deelnemer verwerft inzicht in hoe hij zich assertief kan opstellen. 2. De deelnemer oefent in een simulatie met assertief reageren.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm tweetal(len) Minimum aantal 2 Maximum aantal 10
Beschrijving activiteiten De trainer houdt een korte inleiding over assertiviteit of laat de deelnemers het artikel ‘Assertiviteit: als de rek eruit is’ lezen. Hij demonstreert met zijn co-trainer of een deelnemer de bedoelde vaardigheden en vraagt de deelnemers om feedback op zijn gedrag. Dan worden tweetallen gevormd, die drie kwartier in aparte ruimtes werken met de ‘Oefensituaties’. Ten slotte worden de vorderingen en bevindingen van de deelnemers plenair nabesproken. Vragen voor de nabespreking: • Wat vind je nog moeilijk in het assertief opstellen en wat gaat je nu beter af? • Wat zijn essentiële verschillen tussen subassertief en assertief gedrag? Variatie: er kan ook geoefend worden in kleine groepjes. Dan moeten er wel meer werkruimtes beschikbaar zijn en moet de trainer rouleren.
23
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Instructie: kies uit onderstaande situaties er één die je geschikt en relevant vindt. Wijs een tegenspeler aan voor de situatie die je wilt oefenen. Je gaat aan de slag (vijf minuten), krijgt feedback van de observatoren (vijf minuten) en probeert opnieuw (vijf minuten). Daarna komen de anderen aan bod met de door hen gekozen situatie. Punten voor observatie: • Lukt het de hoofdrolspeler zijn wil door te zetten (of tegenstand te bieden tegen de wil van de ander) zonder aan te vallen? • Vraagt de hoofdrolspeler door als hij de ander niet begrijpt? • Stemt de hoofdrolspeler in met de waarheid in de woorden van de ander of met het recht van de ander op een eigen mening, zonder zijn eigen mening prijs te geven? • Houdt de hoofdrolspeler vol te zeggen dat hij iets wil (of niet wil)? • Oordeelt de hoofdrolspeler zo nodig over het gedrag van de tegenspeler? • Onderhandelt de hoofdrolspeler zo nodig met de tegenspeler over een voor beiden aanvaardbare oplossing? Beschrijving oefensituaties: Alle onderstaande situaties kunnen ook vanuit de rol van de tegenspeler gekozen worden. 1.
Vlek: je hebt met moeite een geschikt colbert in je maat gevonden in een herenmodezaak, maar er zit een vlek op de kraag. Er is geen ander exemplaar van dit colbert voorradig. Je denkt dat je de vlek er wel af kunt krijgen, maar je wilt korting, als tegemoetkoming in het risico dat je loopt.
2. Roddel: je schoonzusje roddelt over jou. Waarom ze dat doet weet je niet, maar ze vertelt aan haar kennissen, die ook de jouwe zijn, verhalen waarin jij negatief of belachelijk overkomt. Dat vind je verschrikkelijk en je wilt dat ze ermee stopt. 3. Badkamer: nu het stof is gedaald, kunt je je net geïnstalleerde badkamer inspecteren. Tot je schrik zie je dat een aantal tegels van een verschillende soort zijn, net iets anders gemarmerd. Je wilt dat de tegelzetter, die onder de aannemer van het hele karwei valt, die tegels eruit haalt en de goede tegels aanbrengt. De aannemer sputtert tegen. 4. Je toekomst: Je twintigjarige zoon of dochter wil zijn/haar (dure) vervolgopleiding afbreken (‘Die rotschool’ – ‘Met diploma ben je niks beter af’ – ‘Mijn vrienden verdienen allemaal hun eigen geld’). Jij vindt dat niet goed.
24
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
5. Kinderbijslag: door een verandering in de opleidingssituatie van je kinderen heb je nieuwe kinderbijslagformulieren ingevuld. Daarna begint de ellende. Je krijgt geen betalingen meer en als je belt, zeggen ze: ‘Een administratieve vergissing’ – ‘We hebben op dit moment veel zieken’ – ‘Verdwaald dossier’ – ‘Foutje van onze controledienst’ – ’U snapt wel: het is vakantietijd’ – ‘Het is al half vijf, dus er zijn geen mensen meer die u te woord kunnen staan’ – ‘De ambtenaar is net even van de kamer af’, enzovoort. Telkens als je belt, krijg je een nieuw menu van oude uitvluchten. Intussen is de uitbetaling al zes maanden te laat. Je besluit nu door te bijten. 6. Het hemd is nader dan de rok: je ouders zijn gek op hun hond en praten erover alsof het hun kind is. Je zoontje van drie is allergisch voor hondenharen. Als je bij je ouders bent, heeft hij binnen een kwartier een vuurrood gezicht en een piepende adem. Je ouders geloven eerst niet dat dit aan hun hond ligt, en later geloven ze niet dat er echt grondig gestofzuigd moet worden voor jouw bezoek. Je staat voor de keus: er niet meer heen gaan of het uitpraten. Je kiest voor het laatste. 7. Vakantiereis: deze vakantiereis viel zwaar tegen. Het hotel was omgeven door hotels in aanbouw, wat stof en lawaai opleverde; het zwembad was leeg, omdat het gerepareerd moest worden; de service was slordig en onvriendelijk en je ‘terras met zeezicht’ was een geblakerd balkonnetje met uitzicht op een cementmolen. Je wilt een schadevergoeding, maar krijgt na zes weken een soort halve afwijzing, waarin staat dat men alles nog eens nader wil onderzoeken, hoewel jij duidelijke foto’s van de situatie had bijgesloten. Je geduld is op en je gaat naar het reisbureau. 8. Help!: je zit in een treincoupé met één andere passagier. Je bent met hem in gesprek geraakt en hij vertelt dat zijn portemonnee gestolen is. Gelukkig zat zijn retourbiljet in een andere zak. Hij vraagt jou vijf gulden te leen om thuis te komen vanaf het station. Je hebt al zo vaak mensen geld gegeven, dat je besloten hebt dat niet meer te doen. De ander houdt vol. 9. Ruitenwisser: nog tijdens de garantieperiode van je nieuwe auto schiet in een zware regenbui de linkerruitenwisser los, klapt langs de voorruitstijl en maakt een kras in de lak. De garagehouder is onwillig, want er zal voor die ene kras een groot stuk van de carrosserie overgespoten moeten worden. Hij zal het wel ‘netjes bijwerken’. Je neemt daarmee geen genoegen.
25
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
10. De logé: de zoon van je naar Canada geëmigreerde zuster is met vakantie in Nederland, ‘to find his roots’. De jongeman blijkt een vreselijke logé: veeleisend, verwend, bot en chauvinistisch (‘In my country everything is bigger and better’). Omdat hij pas over twee weken terugvliegt, besluit je hem een beetje te corrigeren. 11. Wespennest: onder de dakgoot van je huis ontdek je een enorm wespennest. Je belt de gemeente om het weg te laten halen, maar de betreffende ambtenaren blijken onwillig. Ze doen het alleen als het gevaarlijke situaties oplevert, zeggen ze. Jij zet door. 12. Jehovagetuigen: iedere zondagmorgen is het raak: twee keurige maar zeer vasthoudende lieden op je stoep die je willen bekeren. Jij voelt daar niets voor, maar op alles wat je zegt, hebben ze een antwoord. Je besluit dat het afgelopen moet zijn. Het is zondagmorgen half elf en ja hoor: er wordt gebeld. 13. Vloerbedekking: binnen vier maanden blijkt je peperdure vloerbedekking op sommige plekken door te slijten. De leverancier zegt dat de garantieperiode drie maanden is en dat hij jammer genoeg niets kan doen. Toen je de aankoop deed, had hij je echter verzekerd dat deze vloerbedekking van de allerzwaarste kwaliteit was en dat deze zeker vijf jaar zwaar gebruik kon verdragen. 14. Voetbalgasten: in jouw familie komt men trouw op elkaars verjaardagen. Enkele familieleden zijn voetbalenthousiasten. Jouw feestjes worden regelmatig verknoeid door luidruchtige lieden rond de televisie, die zonder iets te proeven je heerlijke hapjes opschrokken en het gesprek voor anderen onmogelijk maken. De televisie elders neerzetten wil je ook niet. Je besluit hun te vragen de wedstrijd op video op te nemen en er later naar te kijken. 15. Eigen situaties. Deze zijn vaak het meest leerzaam.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 15 minuten Oefening 45 minuten Nabespreking 15 minuten __________ Totaal 75 minuten
26
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Benodigde middelen Oefensituaties Punten voor observatie
Resultaat-/effectmeting De deelnemer toont in een simulatie een assertieve reactie. Assertiviteit houdt in: je handhaven in situaties waarin je wensen dwars op die van anderen staan, zonder agressief te worden, toe te geven of de situatie te ontvluchten.
Werkomgeving Een ruimte om een rollenspel te doen en een voorbereidingsruimte
Bron F.R. Oomkes, Training als beroep
27
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Bijlage bij “Alledaagse assertiviteit”
Artikel: ‘Assertiviteit: als de rek eruit is’ Wat is assertiviteit? Assertiviteit houdt in: je handhaven in situaties waarin je wensen dwars op die van anderen staan, zonder agressief te worden, toe te geven of de situatie te ontvluchten. Het is opkomen voor je rechten. Assertiviteit is ook: je verweren tegen onterechte eisen of aanspraken van anderen, zonder de relatie onnodig te beschadigen. Dat komt neer op ‘nee’ durven zeggen en dat volhouden. Het zich verweren moet beslist en duidelijk gebeuren, zonder over te gaan op het aanvallen van de ander. Zeggen dat de ander een onterechte eis of aanspraak doet, bijvoorbeeld, is al een (kleine) aanval. Waarom nu deze nadruk op niet aanvallen? Daar zijn drie goede redenen voor: 1. Omdat agressie tegenagressie uitlokt. 2. Mensen die gebaat zijn bij assertiviteitstraining zijn vaak door anderen gemanipuleerd. Soms ontploft alle opgespaarde ergernis, als iemand dat weer eens probeert. 3. Een belangrijke reden om toe te geven is de wens aardig gevonden te worden. Niet aanvallen zorgt ervoor dat je kunt weigeren zonder aan veel sympathie in te boeten. Men zegt wel dat de aanval de beste verdediging is, maar dat is bij assertief gedrag niet zo. Assertief gedrag is beslist niet hetzelfde als agressief gedrag! Je verdedigt het eigen territorium, je eigen wensen en behoeften, zonder naar de ander uit te halen. Assertief gedrag Het zich verweren tegen de eisen van de ander. Een goede techniek om dit te doen is ‘kras in de plaat’ (‘broken record’). Deze techniek bestaat uit drie handelingen: 1. Doorvragen als je de ander niet begrijpt. 2. Instemmen met de waarheid die in de woorden van de ander zit of kan zitten, of met het recht van de (kritiserende) ander op zijn mening. 3. Vertellen dat je niet wilt doen wat de ander vraagt.
28
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Je zoekt dus eerst uit wat de ander nu eigenlijk van je wil, zodat dat heel duidelijk en concreet voor je is. Dan ben je het zo veel mogelijk met de ander eens, zonder dat je daarmee zegt dat je zelf ongelijk hebt. In geen geval verdedig je je eigen mening of behoefte of legt deze uit, omdat je daarmee kwetsbaar wordt. Je gaat dus ook niet argumenteren. Vervolgens zeg je, steeds met dezelfde woorden, dat je niet wilt doen wat de ander van je wil. Daarbij word je niet kwaad. Een tweede techniek is: het opvangen van woede van een ander. Beperk je tot uiterst nauwkeurig samenvatten van wat de ander zegt, vooral van de gevoelswaarde ervan, en controleer dat op juistheid. Niet sputteren, verdedigen of tegenspreken. Als je goed samenvat (niet vervormen of afzwakken), heeft dit een de-escalerend effect en zie je de woede van de ander bedaren. Nadat je de opmerkingen van de ander perfect samengevat hebt, is er ruimte om je eigen gevoelens te uiten, alweer zonder de ander aan te vallen. Een voorbeeld van de twee reacties, achtereenvolgens: A valt aan: ‘Wat je zei vond ik misselijk! Van jou verwacht ik dat je voor me opkomt. Een goede collega! Je bent een stiekeme rotzak!’ B vat samen: ‘Je bent woedend, want je voelt je door me verraden, op een achterbakse manier. Klopt dat?’ A reageert: ‘Precies!’ B uit gevoel: ‘Ik schrik. Ik kan het slecht hebben dat je tegen me schreeuwt.’ In een aantal situaties is dit sterk aan te bevelen: als de ander je meerdere is, buiten zichzelf is of in een numerieke meerderheid is. Zowel ‘kras in de plaat’ als ‘woede opvangen’ is een reactieve techniek. Je kunt ze aanvullen met de hieronder beschreven techniek. Het actief opkomen voor eigen behoeften Deze techniek is actief en completeert de twee vorige. Ze werkt het best als je alledrie de stappen neemt: 1. Je wil uiten; zeggen wat de ander concreet moet doen of laten, op de volgende manier: ‘Ik wil dat jij ...’ 2. Persoonlijk oordelen; je oordeel geven, positief en/of negatief, over wat de ander doet of gedaan heeft, op de volgende manier: ‘Ik vind het goed dat je ..., maar ik waardeer niet dat je ...’ 3. Onderhandelen met positieve of negatieve ‘valuta’ om tot een voor beide partijen bevredigende afronding te komen: ‘Als jij dit regelt, dan zal ik voor jou ... Als je het niet doet, dan zal ik ook niet voor jou ...’
29
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Een grote moeilijkheid bij het hanteren van deze technieken is dat het niet alleen maar technieken zijn. Je moet er werkelijk achter staan. Dat moet ook aan je nonverbale gedrag te merken zijn. Zo kun je alleen maar effectief je wil uiten, als je weet wat je wilt, er zeker van bent dat je dat echt wilt en er ook, in overdrachtelijke zin, voor wilt betalen.
Training van assertief gedrag Het trainen van assertief gedrag verschilt niet sterk van andere training in sociale vaardigheden. Kenmerkend is echter het volgende: • Het vaststellen van hoe de deelnemer zich saboteert of anderszins niet effectief is. • De nauwkeurige bepaling van situaties die de deelnemer bedreigend vindt, maar nog net aankan, zodat van daaruit gestart wordt met oefenen. • Het oefenen met meer effectief assertief gedrag, in een veilige sfeer. • Het trapsgewijs verzwaren van oefensituaties, tot de deelnemer ook zware situaties buiten de training aankan.
F.R. Oomkes
30
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Als deze persoon een boom was... Component(en): O Competentie O Zelfbeschikking X Impact
Communicatie
O Betekenis O Positief identiteitsgevoel X Groepsoriëntatie
Feedback
Doelen 1. De deelnemer kan op een beeldende manier feedback geven. 2. De deelnemer ervaart hoe hij intuïtieve en creatieve vaardigheden kan gebruiken bij het inschatten van anderen.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal niet van toepassing Maximum aantal niet van toepassing
Beschrijving activiteiten De trainer leidt de oefening in door iets te vertellen over het belang van creatief denken. Dan wordt de groep, indien nodig, in subgroepen gesplitst. De leden van elke subgroep gaan in een kring zitten. Eén van de leden (de rader) wordt naar buiten gestuurd. De anderen kiezen een andere persoon, het ‘onderwerp’, wiens identiteit door de rader geraden moet worden. De rader wordt naar binnen geroepen en hij moet de identiteit van het ‘onderwerp’ raden door aan de subgroep ‘voorwerpsassociatievragen’ te stellen, zoals: ‘Als deze persoon een boom was (wolkenlucht, weersoort, bloem, plant, fruit, dier, vogel, boek, muzieksoort, auto, schip, maaltijd, lichaamsdeel, waterloop, geur, kleur, winkel, huis, meubelstuk, lamp, vloerbedekking), wat voor soort boom (wolkenlucht, weersoort, bloem, enz.) zou hij dan zijn?’ De subgroep krijgt de instructie niet diep na te denken, maar direct te roepen als er een associatie bij hen opkomt. Als er veel ideeën zijn, moet de rader maar twee of drie associaties als aanwijzing te horen krijgen, voordat hij, indien nodig, een nieuwe voorwerpsassociatievraag stelt.
31
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
De associaties mogen niet verwijzen naar het uiterlijk van de te raden persoon, anders wordt de oefening te gemakkelijk voor de rader, en krijgt het ‘onderwerp’ ook geen relevante feedback. Als je bijvoorbeeld ‘rood’ zou antwoorden op de vraag ‘Welke kleur zou hij zijn?’, is dat relevant als het ‘onderwerp’ een vurig karakter heeft, maar niet als hij rood haar heeft of een rode trui aanheeft. De rader moet ook op zijn intuïtie afgaan en de naam van het ‘onderwerp’ noemen op het moment dat hij een idee krijgt over wie het is. De rader moet zeggen waarom hij denkt dat die persoon het ‘onderwerp’ is. Zelfs als het antwoord niet juist is, wordt er op deze manier feedback gegeven. Het raden moet doorgaan totdat het ‘onderwerp’ geraden is. Deze ronde van de procedure wordt afgesloten door het ‘onderwerp’ de kans te geven te vragen wat bepaalde associaties inhouden voor de feedbackgevers. Het ‘onderwerp’ wordt vervolgens de rader, verlaat de kamer en een nieuw ‘onderwerp’ wordt gekozen. Nog drie opmerkingen: 1. Voordat de oefening begint, leg je uit welk soort vragen het beste werkt. Help de rader, tijdens het wachten buiten, bij het kiezen van geschikte vragen. 2. Sommige ‘onderwerpen’ zullen meerdere malen aan de beurt moeten komen om te vermijden dat er nog maar één persoon overblijft die geraden kan worden. 3. De ‘onderwerpen’ mogen de vragen van de rader ook beantwoorden. Het is altijd interessant om te horen wat voor ideeën naar voren komen uit de associaties van de ‘onderwerpen’ zelf. De oefening wordt besloten met een korte plenaire discussie over de aard van de op deze manier verkregen feedback, de ontvankelijkheid van de deelnemers ervoor en de culturele aanvaardbaarheid van deze soort feedback.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 10 minuten Oefening 30 minuten Nabespreking 15 minuten __________ Totaal 55 minuten
Benodigde middelen Geen
32
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Resultaat-/effectmeting De deelnemer geeft creatieve feedback gedurende de oefening. De deelnemer verwoordt zijn ervaringen met het geven van feedback en gebruikt daarbij woorden als: Het is me opgevallen dat … Ik heb gemerkt dat … Ik wist niet dat … Ik voelde dat …
Ervaringen De ervaring leert dat deelnemers het erg leuk vinden op deze wijze, niet directief, positieve feedback te krijgen. Als niet iedereen aan de beurt kan komen, kan dat een gevoel geven van uitgesloten worden.
Werkomgeving Voldoende ruimte om in een kring te zitten
Bron F.R. Oomkes, Training als beroep
33
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
34
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Anatomie van de ideale baan Component(en): O Competentie O Zelfbeschikking X Impact
Bewustwording
X Betekenis
Waardetoekenning
O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doelen 1. De deelnemer is zich bewust van de verschillende aspecten van werk en organisatie. 2. De deelnemer kent zijn eigen wensen en verlangens wat betreft deze aspecten.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal 2 Maximum aantal 10
Beschrijving activiteiten De trainer legt het belang van de oefening uit. De deelnemer vult voor zichzelf het schema in voor zover dat kan. Eventueel kan hij gebruik maken van boeken die ter inzage op de tafel liggen. Na twintig minuten mogen er onderling ideeën uitgewisseld worden (in twee- of drietallen). Tijdens de nabespreking vertellen alle deelnemers de anatomie van hun ideale baan.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 5 minuten Oefening 25 minuten Nabespreking 30 minuten __________ Totaal 60 minuten
35
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Benodigde middelen Het schema van de anatomie van mijn ideale baan (zie bijlage) Boeken die betrekking hebben op het thema (ter inzage)
Resultaat-/effectmeting De deelnemer benoemt in de nabespreking over de anatomie van zijn ideale baan de verschillende aspecten van werk en organisaties. De deelnemer heeft eigen wensen en verlangens beschreven in het schema.
Ervaringen Meestal biedt deze oefening duidelijkheid en structuur voor de deelnemers. Alles wat in hun hoofd zit, kan nu op papier gezet worden en dat geeft dus ruimte voor andere zaken. Enkele ‘blaadjes’ blijven open, maar dat geeft niet. Bij de nabespreking of door te snuffelen en te praten komen de deelnemers tot nieuwe ideeën.
Werkomgeving Trainingslokaal, groepsopstelling
Bron Welke kleur heeft jouw parachute? Auteur Richard Nelson Bolles
36
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
De anatomie van mijn ideale baan
Doel of aard van de organisatie: 1. 2. 3. Het soort organisatie waar ik zou willen werken: 1. 2. Mijn favoriete 3. vaardigheden: 1. 2. 3. Gewenste salaris en verantwoordelijkheidsniveau: 1. 2. 3.
De soorten collega's die ik me zou wensen: 1. 2. 3. Mijn favoriete onderwerpen: 1. 2. 3. De soorten
Mijn primaire doelstellingen in mijn nieuwe loopbaan zijn: 1. 2. 3.
37
mensen die ik zou willen helpen: 1. 2. 3.
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
38
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Assertiviteit Component(en): X Competentie
Vaardigheden
X Zelfbeschikking
Assertiviteit
X Impact
Communicatie
O Betekenis O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doel De deelnemer kent het verschil tussen agressief, subassertief en assertief gedrag.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm zowel individueel als groepsgewijs Minimum aantal niet van toepassing Maximum aantal 10
Beschrijving activiteiten De trainer geeft een inleiding over: • Assertief gedrag: opkomen voor jezelf/rekening houden met de ander. • Niet-(sub)assertief gedrag: niet opkomen voor jezelf/rekening houden met de ander. Als beroepsbeoefenaar wordt er een bepaalde beroepshouding van je verwacht. Deze beroepshouding kun je niet los zien van jou als persoon. Als je werkt, neem je jezelf namelijk mee. Jouw zekerheden en onzekerheden hebben ook hier invloed op jouw reageren en handelen. Gedurende je leven heb je bepaalde gedragspatronen ontwikkeld in de omgang met anderen. Meestal ben je je niet bewust van die patronen. Het is goed om daar bij stil te staan en er bewust naar te kijken. Opdracht: beschrijf voor jezelf hoe je reageert in de volgende interacties. • Hoe reageer je als iemand bij jou (bijvoorbeeld in de winkel) voor zijn beurt gaat? • Hoe reageer je als je wilt gaan stappen en je vriend/vriendin heeft geen zin? • Hoe reageer je in ruzies met je broers of zussen? Kun je een voorbeeld geven? • Hoe reageer je als je laat thuis wilt komen en je ouders willen dat niet? • Hoe reageer je als een klasgenoot iets voor je heeft uitgewerkt? • Hoe reageer je als vrienden iets willen waar jij geen zin in hebt?
39
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
• Hoe reageer je als in jouw procesgroepje niet naar je geluisterd wordt? • Hoe reageer je in nieuwe situaties (bijvoorbeeld je eerste dag op school)? • Hoe reageer je als een trainer je aanspreekt op je gedrag? Kun je hier een voorbeeld van geven? • Hoe reageer je als jij een presentatie houdt voor de groep en een aantal klasgenoten zit te kletsen? Kun je een voorbeeld geven? • Hoe reageer je als een aantal klasgenoten een presentatie houdt en je buurman/vrouw begint tegen je te praten? • Hoe reageer je als een trainer je een opdracht geeft waar je geen zin in hebt? • Hoe reageer je als je een opdracht krijgt die je leuk vindt? Als je de vraag beantwoord hebt, kun je dan bij iedere vraag aangeven of je reactie agressief, assertief of subassertief is? Na het invullen wordt plenair of in subgroepen besproken of de ingevulde reactie agressief, assertief of subassertief is en wat het gevolg hiervan is op de reactie van de ander. Vervolgens vorm je de subassertieve en agressieve reacties om naar assertieve reacties. Variatie: de situaties kunnen uitgespeeld worden om verschillende reacties te ervaren.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg Oefening Nabespreking Totaal
5 minuten 5 minuten 5 minuten __________ 15 minuten
Benodigde middelen Geen
Resultaat-/effectmeting De deelnemer kan beschreven gedragingen plaatsen in de categorieën assertief, agressief of subassertief gedrag.
Werkomgeving Standaard trainingsopstelling
Bron Onbekend 40
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Ballon of boom Component(en): O Competentie X Zelfbeschikking
Bewustwording
O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doelen 1. De deelnemer kan verschillende lichaamshoudingen aannemen die lijken op een ballonhouding of een boomhouding. 2. De deelnemer ervaart verschil in de beide lichaamshoudingen.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm zowel individueel als groepsgewijs Minimum aantal niet van toepassing Maximum aantal 10
Beschrijving activiteiten De deelnemers staan in een kring of op een willekeurige plek in de ruimte. De trainer vraagt hun de ogen te sluiten. “Stel je voor dat je hoofd een ballon is en je lichaam een touwtje dat aan de ballon bungelt. Het touwtje raakt af en toe de grond of zweeft er net boven. Je krijgt nu van de trainer een duwtje. Let goed op wat er gebeurt.” “Stel je nu voor dat je een boom bent, met wortels in de grond net zo lang als jezelf bent. Je staat stevig geworteld. Je krijgt nu weer een duwtje. Let weer goed op wat er met je gebeurt.” Hoe stevig blijf jij staan? Hoe gemakkelijk ben jij van je standpunt te brengen? Let op het verschil tussen ‘boomhouding’ en ‘ballonhouding’. Deze ervaringen kunnen kort plenair nabesproken worden. De relatie tussen piekeren, het steeds in je hoofd bezig zijn en een ballon kan gelegd worden. Eén klein tikje en … je bent uit je evenwicht. Als je ontspannen ergens wilt staan/zitten, bijvoorbeeld bij een presentatie, stel je dan voor dat je een boom bent, stevig geworteld, niet zo gauw van je standpunt te brengen.
41
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Gedurende de verdere training kan tijdens oefeningen gerefereerd worden aan deze lichaamshouding als deelnemers zich in een situatie bevinden waarin de ene houding te verkiezen is boven de andere houding.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg Oefening Nabespreking Totaal
5 minuten 5 minuten 5 minuten __________ 15 minuten
Benodigde middelen Geen
Resultaat-/effectmeting De deelnemer kan beide houdingen aannemen. De deelnemer geeft verbaal aan dat hij verschil ervaart in beide houdingen.
Ervaringen Een korte oefening die kan aansluiten bij de overige lichaamshoudingoefeningen.
Werkomgeving Standaard trainingsopstelling
Bron Onbekend
42
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Ballonvaart, in hetzelfde schuitje Component(en): O Competentie O Zelfbeschikking O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel X Groepsoriëntatie
Samenwerking
Doelen 1. De deelnemer verwerft inzicht in zijn eigen mogelijkheden en beperkingen in samenwerking in een oefensituatie. 2. De deelnemer kan opkomen voor eigen belangen in een samenwerkingsoefening. 3. De deelnemer doet ervaring op met onderhandelen in een groep.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal niet van toepassing Maximum aantal niet van toepassing
Beschrijving activiteiten Oefening waarbij vele vaardigheden tegelijkertijd geoefend worden. Groep verdelen in twee of drie groepen van ongeveer vijf deelnemers. De groepen lezen de situatiebeschrijving en de lijst met uitrustingsstukken. Vervolgens gaan de groepen aan de slag met de opdracht. Situatiebeschrijving: Jules Verne beschreef een reis om de wereld per luchtballon die tachtig dagen duurde. Stel je voor dat je met jouw groep een dergelijke reis maakt, in een veel grotere ballon. Jullie zitten allemaal in de gondel onder de ballon en zweven boven de Stille Oceaan. Door de wind worden jullie in westelijke richting geblazen. In die richting moeten jullie over enige tijd boven Polynesië komen, een groep van duizenden kleine eilandjes, waarvan de meeste onbewoond zijn. Er is echter iets misgegaan met de ballon. Helemaal bovenin is een klein lek ontstaan, dat onmogelijk
43
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
gerepareerd kan worden, omdat je er niet bij kunt komen. Op de hoogtemeter hebben jullie gezien, dat de ballon heel langzaam hoogte verliest. Alle ballastzandzakken zijn al overboord gegooid. Via de radio heb je gehoord dat er in dit gebied nooit schepen komen en dat het voor een reddingsschip heel erg moeilijk, misschien bijna onmogelijk, zal zijn jullie te vinden. De gondel van de ballon kan hoogstens één dag blijven drijven, dan zinkt ze. Jullie hebben daarom besloten om zoveel mogelijk uitrusting overboord te gooien, waardoor jullie misschien nog één van de eilanden kunnen bereiken, omdat de ballon dan nog langer in de lucht blijft. Alle kleine beetjes helpen, want het gas ontsnapt erg langzaam. Het is echter moeilijk te bepalen, wat je in zee moet gooien, omdat je verschillende spullen waarschijnlijk nodig zult hebben, als het je lukt op één van die onbewoonde eilanden te komen. Hieronder volgt een lijst met uitrustingsstukken: • Koperen kompas, 10 kilo; • Blik met 10 kilo voedsel; • Vat met 10 liter water; • Radiozender, ontvanger, 10 kilo; • EHBO-pakket, 10 kilo; • Verrekijker, speciaal model, 10 kilo; • Eenpersoonsrubberboot, 10 kilo; • Vuurpijlen, 10 kilo.
Opdracht Het is de bedoeling dat je deze artikelen in volgorde van belangrijkheid plaatst. Het belangrijkste artikel is nummer 1 en gaat het laatste overboord om de ballon zwevende te houden. Daarna het op één na belangrijkste, tot het minst belangrijke, nummer 8, waarvan je vindt dat het ’t eerst overboord moet. Als iedereen dit voor zichzelf gedaan heeft, wordt er in de groep besproken welke voorwerpen het eerst overboord gezet worden. Het gaat om argumenten en invloed. Denk eraan dat jij gekozen hebt op basis van wat jij belangrijk vindt. Het is van belang tot een groepsbesluit te komen waarin iedereen zich kan vinden! Noteer achter de eigen voorkeur het uiteindelijke groepsbesluit. Nadat de groep tot een lijst is gekomen, beantwoord je de volgende vragen over besluitvorming.
44
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Individueel
• • • • • • • •
Volgorde van anderen
Koperen kompas, 10 kilo Blik met 10 kilo voedsel Vat met 10 liter water Radiozender, ontvanger, 10 kilo EHBO-pakket, 10 kilo Verrekijker, speciaal model, 10 kilo Eenpersoonsrubberboot, 10 kilo Vuurpijlen, 10 kilo
Vragenlijst besluitvorming, individueel invullen: 1. Werd er naar je geluisterd? 2. Heb je naar de anderen geluisterd? 3. Had je invloed op het genomen besluit? 4. Wie nam de leiding op zich? 5. Ben je tevreden over jezelf wat betreft je inbreng? 6. Welke vaardigheden heb jij ingezet? 7. Voel je je betrokken bij de groepsbeslissing? 8. Waren er conflicten in jullie groep? Hoe zijn ze opgelost? 9. Hoe was de sfeer in jullie groep? 10. Wat heb je van de oefening geleerd? 11. Zijn er vaardigheden waar je nu meer aandacht aan gaat besteden? Na het invullen wordt deze lijst in de groepen of plenair besproken.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 5 minuten Oefening 50 minuten Nabespreking 20 minuten __________ Totaal 75 minuten
Benodigde middelen Lijst met voorwerpen en vragenlijst besluitvorming
45
Groepsbesluit
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Resultaat-/effectmeting De deelnemer heeft de vragenlijst besluitvorming ingevuld en zijn leerervaringen verwoord waarbij hij gebruik maakt van woorden als: Het is me opgevallen dat … Ik heb gemerkt dat … Ik wist niet dat … Ik voelde dat …
Werkomgeving Standaard trainingsopstelling
Bron F.R. Oomkes, Training als beroep
46
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Beeld van jezelf Component(en): O Competentie X Zelfbeschikking
Bewustwording
O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doel De deelnemer is zich bewust van wat hem in het hier en nu bezighoudt.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm zowel individueel als groepsgewijs Minimum aantal niet van toepassing Maximum aantal 10
Beschrijving activiteiten Er wordt een stoel geplaatst, zó dat de groepsleden degene die erop gaat zitten, in het gezicht kunnen zien. Om de beurt gaat een groepslid op de stoel zitten en neemt eerst de tijd om daar gewoon een ogenblik te zitten. Daarna vult hij een aantal zinnen aan die de trainer hem aanreikt: Ik verwacht Ik geloof Ik denk Ik vrees Ik ben Ik droom Ik weet Ik wil Ik kan Ik zou Ik doe Ik moet Ik hoop
47
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Rust nemen is heel belangrijk in deze oefening. De aandacht moet sterk op het hier en nu gericht zijn, opdat het groepslid niet alleen maar stereotiepe aanvullingen geeft op de zinnen. Het gaat erom dat het groepslid de eerste aanvulling van de zin die bij hem opkomt, geeft en niet lang nadenkt.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 5 minuten Oefening 20 minuten Nabespreking 5 minuten __________ Totaal 30 minuten
Benodigde middelen Geen
Resultaat-/effectmeting De deelnemer heeft een lijst met associaties over zaken die hem in het hier en nu bezighouden. In de nabespreking heeft de deelnemer zijn gedachten verwoord. Hij gebruikt formuleringen als: Het is me opgevallen dat … Ik heb gemerkt dat … Ik wist niet dat … Ik voelde dat …
Ervaringen Deelnemers vinden het soms gemakkelijker vanuit spontane associaties te spreken over wat hen bezighoudt dan vanuit een rationele benadering. Daartoe is deze oefening een hulpmiddel. Het is praktisch als iemand de woorden die genoemd worden, noteert. Deze lijst met woorden kan dan besproken worden.
Werkomgeving Standaard trainingsopstelling
Bron Lex Mulder, Oefeningenboek voor groepenBegin met een kooi met vijf apen
48
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Begin met een kooi met vijf apen Component(en): O Competentie X Zelfbeschikking
Bewustwording
O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel X Groepsoriëntatie
Inzicht in gedrag
Doel De deelnemer kent het begrip irrationele gedachten.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm zowel individueel als groepsgewijs Minimum aantal niet van toepassing Maximum aantal 10
Beschrijving activiteiten De trainer geeft aan dat hij een verhaal wil vertellen en vraagt de deelnemers aandachtig te luisteren. Verhaal “In een kooi zitten vijf apen; in de kooi hangt een banaan aan een touw en daar staat een trap onder. Binnen afzienbare tijd zal een aap naar de trap gaan en richting banaan klimmen. Zodra hij de trap aanraakt, worden alle apen met koud water besproeid. Na een poos zal een volgende aap richting trap en banaan gaan, met hetzelfde resultaat: alle apen worden besproeid met koud water. Wanneer een aap probeert de trap te beklimmen, zullen de andere apen vrij snel proberen dit te voorkomen. Vervang één aap uit de kooi door een nieuwe. De nieuwe aap ziet de banaan en wil de trap beklimmen. Tot zijn schrik vallen alle andere apen hem aan. Na nog een poging weet hij dat hij, als hij de trap wil beklimmen, wordt aangevallen. Nu wordt weer één van de originele vijf apen vervangen door een nieuwe. Deze nieuwkomer zal ook naar de trap gaan en worden aangevallen door de overige apen. De vorige nieuwkomer zal hieraan deelnemen met evenveel enthousiasme. Een derde originele aap wordt weer vervangen door een nieuwe. Deze nieuwe gaat
49
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
ook naar de trap en wordt ook aangevallen. Twee van de vier aanvallers hebben geen idee waarom zij meedoen in het slaan van de nieuwste aap. Na het vervangen van de vierde en vijfde originele aap, zijn alle besproeide apen vervangen, toch zal geen van de apen ooit dicht bij de trap komen. Waarom niet…? Want dat is zoals het hier altijd al gebeurde.” Nabespreking • Indien de doelstelling gericht is op een start maken met RET is de nabespreking gericht op het irrationele gedrag van de apen en hoe zij aan dat gedrag komen. • IIndien het verhaal als ‘tussendoortje’ bedoeld is, kan de nabespreking volstaan met die deelnemers het woord te geven die er iets over willen zeggen. • IIndien het verhaal een start is van een gesprek over (groeps)cultuur, dan zal een vervolgoefening of een groepsgesprek op zijn plaats zijn.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 5 minuten Oefening 10 minuten Nabespreking 30 minuten __________ Totaal 45 minuten
Benodigde middelen Verhaal
Resultaat-/effectmeting De deelnemer heeft zijn gedachten verwoord. Hij gebruikt formuleringen als: Het is me opgevallen dat … Ik heb gemerkt dat … Ik wist niet dat … Ik voelde dat …
Werkomgeving Standaard trainingsopstelling
Bron Onbekend
50
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Blij, boos, bang of verdrietig Component(en): O Competentie O Zelfbeschikking O Impact X Betekenis
Ontdekkende beeldvorming
O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doel De deelnemer kan gedachten die hij krijgt bij een basisgevoel, beschrijven.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm zowel individueel als groepsgewijs Minimum aantal niet van toepassing Maximum aantal 10
Beschrijving activiteiten Schrijf eens op wanneer je je blij, boos, bang of verdrietig voelt en beschrijf daarna wat je dan denkt. Ik ben blij als …… Ik denk dan …… Ik ben boos als ….. Ik denk dan …… Ik ben bang als ….. Ik denk dan …. Ik ben verdrietig als …… Ik denk dan …… Plenair worden de verschillende gevoelens en gedachten nabesproken.
51
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg Oefening Nabespreking Totaal
5 minuten 10 minuten 5 minuten __________ 20 minuten
Benodigde middelen Geen
Resultaat-/effectmeting De deelnemer verwoordt in de nabespreking zijn ervaring en gebruikt daarbij woorden als: Het is me opgevallen dat … Ik heb gemerkt dat … Ik wist niet dat … Ik voelde dat ...
Ervaringen Deze oefening kan in combinatie met of als inleiding op werken met RET gebruikt worden.
Werkomgeving Standaard trainingsopstelling
Bron Onbekend
52
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Brainstormen Component(en): O Competentie O Zelfbeschikking O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel X Groepsoriëntatie
Communicatieproces
Doelen 1. De deelnemer kan brainstormen over onverwachte situaties. 2. Tevens kan de deelnemer door samenwerking tot overeenstemming en een oplossing komen.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal 3 Maximum aantal 5
Beschrijving activiteiten De deelnemers worden geconfronteerd met een praktisch probleem. Bijvoorbeeld: de volgende week is het niet mogelijk om gebruik te maken van het gebouw waar de training plaatsvindt. Op welke manier kan de training toch worden voortgezet? Er is een redelijk budget voorhanden, dus geld is geen probleem. Voorwaarde is dat iedereen aanwezig moet kunnen zijn en dat het rooster van de training gehandhaafd blijft. Eerst wordt er een kwartier gebrainstormd. Eén deelnemer noteert kort wat er wordt geopperd. De volgende regels gelden: • De deelnemers mogen iedere reactie geven die in hen opkomt, mits deze kort is. • Tijdens het brainstormen mag geen kritiek worden gegeven op wat wordt gezegd. • Gekke ideeën zijn vaak juist heel zinvol, omdat ze andere, meer realistische ideeën kunnen oproepen. • Het gaat tijdens het brainstormen meer om de kwantiteit dan om de kwaliteit van de ideeën.
53
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Vervolgens krijgen de deelnemers een half uur de tijd om samen tot een oplossing te komen van het probleem, een plan uit te werken en dit te presenteren.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 15 minuten Oefening 45 minuten Nabespreking 30 minuten __________ Totaal 90 minuten
Benodigde middelen Geen
Resultaat-/effectmeting De deelnemer heeft tijdens de brainstorm en samenwerking een aantoonbaar aandeel geleverd. In de nabespreking heeft de deelnemer zijn gedachten verwoord. Hij gebruikt formuleringen als: Het is me opgevallen dat … Ik heb gemerkt dat … Ik wist niet dat … Ik voelde dat …
Ervaringen De deelnemers staan er vaak van te kijken wat een fase, waarin alles mag worden geopperd (brainstormen), aan bruikbare ideeën oplevert.
Werkomgeving Standaard trainingsopstelling
Bron Paul Sonke, Epidaurus Training & Coaching
54
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
C’est le ton qui fait la musique! Component(en): O Competentie O Zelfbeschikking X Impact
Communicatie
X Betekenis
Communicatie
O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doelen 1. De deelnemer is zich bewust van de manier waarop hij over kan komen bij anderen (negatief, neutraal, positief ). 2. De deelnemer kan op een neutrale of positieve manier vertellen over zichzelf of de eigen situatie.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal 3 Maximum aantal 10
Beschrijving activiteiten Het doel van de oefening wordt uitgelegd aan de hand van de Franse uitdrukking “Cést le ton qui fait la musique”. In twee- of drietallen wordt geoefend om een aantal zinnen (zie bijlage) positief of neutraal te formuleren. Iedere groep noteert zijn ‘nieuwe’ zin. Plenair worden de bevindingen van iedere groep besproken. Het is de bedoeling om kritische vragen aan elkaar te stellen wat betreft de keuze van woorden.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 10 minuten Oefening 25 minuten Nabespreking 40 minuten __________ Totaal 75 minuten
55
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Benodigde middelen Opdracht (zie bijlage)
Resultaat-/effectmeting De deelnemer demonstreert in de training de vaardigheid om een ervaring neutraal of positief te verwoorden.
Ervaringen Door woede of krenkingen vertelt iemand al snel negatieve ervaringen over het vorige werk of de vorige baas. Je ziet vaak weerstand/boosheid ontstaan bij een deelnemer bij het veranderen van deze zienswijze, omdat hij het zo intensief beleefd heeft. Het kost de deelnemer veel energie en geduld om deze oefening tot een goed resultaat te brengen.
Werkomgeving Trainingslokaal, met de mogelijkheid om in twee- of drietallen te werken
Bron Onbekend
56
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Bijlage bij “C’est le ton qui fait la musique!” “Het is de toon die de muziek maakt” is een Franse uitdrukking, waarmee bedoeld wordt dat de manier waarop je iets vertelt heel bepalend kan zijn voor de manier waarop de boodschap ontvangen wordt. De manier waarop jij over jezelf praat, schetst voor de ander een beeld over jou, waarop hij je zal beoordelen. Praat jij op een negatieve manier over jezelf, dan is de kans groot dat de ander een negatief beeld van je krijgt. Omgekeerd is het natuurlijk zo, dat iemand ook een positiever beeld van je krijgt als je op een positieve manier over jezelf kunt praten. Dit geldt zowel voor een gesprek als voor bijvoorbeeld een sollicitatiebrief. De manier waarop je de dingen brengt, kan bepalend zijn voor het beeld dat de ander van je krijgt. Een voorbeeld: Negatief: In mijn huidige baan zit ik helemaal vast, daarom solliciteer ik bij dit bedrijf. Positief: Ik zoek nu een baan met nieuwe uitdagingen en dit bedrijf lijkt me een uitstekende plek om hiermee aan de slag te gaan. Je ziet dat de boodschap in bovenstaand voorbeeld ongeveer hetzelfde blijft: iemand wil van baan veranderen. De reden die hij of zij echter geeft, is erg verschillend. Toch zou dezelfde persoon het gezegd kunnen hebben. Het verschil zit in de manier waarop je je boodschap overbrengt: positief, neutraal of negatief. Het is belangrijk je bewust te zijn van de manier waarop je iets vertelt over jezelf of over je eigen situatie. Zeg het eens anders ... !!! Op een positieve manier je eigen verhaal vertellen lukt vaak niet in één keer. Daarom is het goed om te oefenen. Probeer onderstaande zinnen positief of neutraal te formuleren. Denk aan hulpwoorden zoals: graag, liefst, prettig e.d. • Ik ben het beu om alleen maar huisvrouw/-man te spelen.
57
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
• Ik heb die opleiding niet afgemaakt, want ik moest geld gaan verdienen. • Ik ben bij mijn sportclub gestopt, omdat ik mij aan de trainer ergerde. • Doordat ik thuis moest helpen met de opvoeding van mijn broertjes en zusjes heb ik nooit een opleiding kunnen volgen. • Ik heb er een hekel aan om met anderen samen in één ruimte te zitten.
58
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Caesar en Cleopatra Component(en): X Competentie
Vaardigheden oefenen
O Zelfbeschikking O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel X Groepsoriëntatie
Communicatieproces
Doel De deelnemer ervaart dat het eigen referentiekader een belemmerende werking kan hebben.
Voorwaarden De deelnemer kan gesloten vragen stellen. De deelnemer kan luisteren naar wat anderen vragen/vertellen.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal niet van toepassing Maximum aantal 10
Beschrijving activiteiten Het is goed om van tevoren te vragen wie “Caesar en Cleopatra” al kent. Degenen die de oefening al kennen, mogen geen vragen stellen. Twee deelnemers krijgen de volgende situatieomschrijving op papier voor zich: Cleopatra is een goudvis. Deze goudvis leeft in een vissenkom. De vissenkom staat op een grote luidspreker. De luidspreker is van Oscar, die erg veel van muziek en dieren houdt. Oscar heeft een poes, Caesar. Op een dag, als Oscar met zijn installatie aan het spelen is en hij daarbij de volu-
59
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
meknop maximaal opendraait, springt de vissenkom en breekt in stukken. Cleopatra, de goudvis, ligt nog maar net te spartelen op de grond, als Caesar eraan komt. Omdat Caesar al vanaf zijn geboorte veel zin in Cleopatra heeft, grijpt hij zijn kans en hapt direct toe. Maar helaas voor Caesar bereikt één van de glassplinters eerder zijn strot. En zo liggen ze in die kamer, allebei dood. Zij, omdat vissen niet op het droge kunnen leven. Hij, omdat poezen geen glas kunnen eten. Oscars installatie doet het gelukkig nog. De overige deelnemers krijgen het volgende gegeven: Caesar en Cleopatra liggen in de kamer. Met dit uitgangspunt moeten zij er door middel van gesloten vragen achter komen om welke situatie het gaat. Zij moeten zoveel mogelijk gegevens uit die situatie vinden, zodat zij als het ware voor zich zien wat er gebeurd is. De vragen mogen alleen met ja of nee beantwoord kunnen worden. Degenen die het verhaal voor zich hebben, mogen wel met behulp van gezichtsuitdrukking en intonatie duidelijk maken of ‘nee’ een duidelijk nee is, of dat het betekent dat het er eigenlijk niet zo toe doet. Als halverwege de oefening de situatie nog lang niet is geraden, mogen zij een hint geven. In de nabespreking wordt er aandacht gegeven aan de verschillende referentiekaders die er gespeeld hebben bij het stellen van de vragen.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg Oefening Nabespreking Totaal
5 minuten 15 minuten 5 minuten __________ 25 minuten
Benodigde middelen Situatieomschrijving van Caesar en Cleopatra
60
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Resultaat-/effectmeting De deelnemer heeft verwoord wat hij ervaren heeft. Hij gebruikt daarbij formuleringen als: Het is me opgevallen dat … Ik heb gemerkt dat … Ik wist niet dat … Ik voelde dat …
Ervaringen Deze oefening is een prettige oefening als luchtige oefening tussendoor, maar ze is ook geschikt om de groepscohesie te bevorderen.
Werkomgeving Standaard trainingsopstelling
Bron Lex Mulder, Oefeningenboek voor groepen
61
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
62
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Communicatie met blikken Component(en): O Competentie O Zelfbeschikking O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel X Groepsoriëntatie
Communicatieproces
Doel De deelnemer brengt op een alternatieve wijze communicatie tot stand.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal 2 Maximum aantal 10
Beschrijving activiteiten Twee groepsleden krijgen twee blikken en een lang stuk draad. De opdracht is als volgt: door middel van de twee blikken en de draad moet communicatie plaatsvinden. De oplossing is: maak in de bodem van de twee blikken een gaatje, doe de draad erdoorheen, maak een knoopje in de draad en trek de draad strak tussen de twee blikken in. Er is pas communicatie wanneer de lijn gespannen is en de één in het blik praat en de ander luistert. Er moet dus “spanning” zijn tussen de personen. In de nabespreking komen eerst de uitvoerders aan het woord: wat zijn de ervaringen? Daarna wordt feedback gegeven op de wijze waarop de deelnemers tot communicatie gekomen zijn. Mogelijke observatiepunten worden door de trainer bepaald afhankelijk van de doelstelling binnen het trainingsplan.
63
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg Oefening Nabespreking Totaal
5 minuten 10 minuten 5 minuten __________ 20 minuten
Benodigde middelen Twee blikken, touw, schaar
Resultaat-/effectmeting De deelnemer heeft zijn gedachten verwoord. Hij gebruikt formuleringen als: Het is me opgevallen dat … Ik heb gemerkt dat … Ik wist niet dat … Ik voelde dat …
Ervaringen Deze oefening kan gebruikt worden om het begrip leerstijlen en het begrip feedback te introduceren.
Werkomgeving Trainingslokaal waarin genoeg ruimte tussen de deelnemers gecreëerd kan worden (ongeveer 10 meter)
Bron Onbekend
64
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Communicatiestijlen
actie-tactiek-mensen-ideeën
Component(en): O Competentie O Zelfbeschikking O Impact X Betekenis
Ontdekkende beeldvorming
O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doelen 1. De deelnemer is zich bewust van zijn eigen communicatiestijl. 2. De deelnemer weet dat er verschillen in communicatiestijlen zijn.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm zowel individueel als groepsgewijs Minimum aantal niet van toepassing Maximum aantal niet van toepassing
Beschrijving activiteiten De trainer legt de oefening uit en geeft instructie over de uitvoering. In de bijlage is een aantal uitspraken weergegeven. Kruis van de twee uitspraken die samen worden aangeboden telkens die uitspraak aan, die het meest kenmerkend voor jezelf is. De uitspraken zijn niet tegengesteld. Maak de keuze snel en spontaan. Bij deze vragenlijst zijn er geen ‘goede’ of ‘verkeerde’ antwoorden. Vervolgens worden de vragenlijsten gescoord en wordt de uitkomst nabesproken.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 5 minuten Oefening 90 minuten Nabespreking 20 minuten _____________ Totaal ongeveer 2 uur
65
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Benodigde middelen Vragenlijst en Communicatiestijlen
Resultaat-/effectmeting De deelnemer heeft zijn gedachten verwoord. Hij gebruikt formuleringen als: Het is me opgevallen dat … Ik heb gemerkt dat … Ik wist niet dat … Ik dacht … De deelnemer gebruikt tijdens de nabespreking de namen van de verschillende communicatiestijlen.
Werkomgeving Standaard trainingsopstelling
Bron F.R. Oomkes, Training als beroep
66
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Bijlage bij “Communicatiestijlen”
Actie-tactiek-mensen-ideeën – Vragenlijst
Instructie Kruis van de twee uitspraken die samen worden aangeboden telkens die uitspraak aan, die het meest kenmerkend voor jezelf is. De uitspraken zijn niet tegengesteld. Maak de keuze snel en spontaan. Bij deze vragenlijst zijn er geen ‘goede’ of ‘verkeerde’ antwoorden. Uitspraken (1) o Ik houd van actie of (2) o Ik pak problemen systematisch aan. (3) (4)
o Ik geloof dat teams meer bereiken dan individuen of o Ik ben zeer gesteld op vernieuwing.
(5) (6)
o De toekomst interesseert me meer dan het verleden of o Ik houd ervan met mensen te werken.
(7) (8)
o Vergaderingen wil ik precies voorbereiden of o Ik neem afspraken zeer serieus.
(9) (10)
o Ik heb een hekel aan luieren en tijd verprutsen of o Nieuwe ideeën moeten worden uitgetest voor ze toegepast worden.
(11) (12)
o Met mensen omgaan vind ik stimulerend of o Ik ben altijd op zoek naar nieuwe mogelijkheden.
(13) (14)
o Ik wil mijn eigen doelen bepalen of o Als ik aan iets begin, maak ik het ook af.
(15) (16)
o Ik probeer de gevoelens van anderen te begrijpen of o Ik daag mensen om me heen uit om te presteren.
67
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
(17) (18)
o Ik krijg graag reacties op mijn prestaties of o Ik vind een stap-voor-stap-benadering goed werken.
(19) (20)
o Ik denk dat ik mensen goed kan inschatten of o Ik houd ervan creatief problemen op te lossen.
(21) (22)
o Ik trek voortdurend conclusies en voorzie toekomstige ontwikkelingen of o Ik ben gevoelig voor de behoeften van anderen.
(23) (24)
o Planning is de sleutel tot succes of o Ik word ongeduldig van lang wikken en wegen.
(25) (26)
o Ik word heel kalm als ik onder druk sta of o Ik hecht veel waarde aan ervaring.
(27) (28)
o Ik luister naar mensen of o Mensen zeggen dat ik snel denk.
(29) (30)
o Samenwerken is voor mij een sleutelwoord of o Ik gebruik logische methoden om alternatieve oplossingen te testen.
(31) (32)
o Ik vind het prettig verschillende projecten tegelijk aan te pakken of o Ik vraag mezelf altijd dingen af.
(33) (34)
o Ik leer door te doen of o Ik geloof dat mijn verstand mijn hart regeert.
(35) (36)
o Ik kan voorspellen hoe anderen in bepaalde situaties zullen reageren of o Ik houd niet van details, laat mij maar de grote lijn bepalen.
(37) (38)
o Aan actie moet altijd analyse voorafgaan of o Ik kan het klimaat in een groep goed aanvoelen.
(39) (40)
o Ik heb de neiging dingen te beginnen en ze dan niet af te maken of o Ik zie mijzelf als iemand die snel besluiten neemt.
(41) (42)
o Ik ben altijd op zoek naar taken die een uitdaging betekenen of o Ik vertrouw op observatie en zorgvuldig verzamelde gegevens.
68
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
(43) (44)
o Ik kan mijn gevoelens goed uiten of o Ik houd ervan nieuwe projecten te ontwerpen.
(45) (46)
o Ik ben gek op lezen of o Ik zie mijzelf als een begeleider.
(47) (48)
o Ik doe het liefst één ding tegelijk of o Ik vind het prettig iets te presteren.
(49) (50)
o Ik vind het boeiend om te leren over mensen of o Ik houd van afwisseling.
(51) (52)
o Feiten spreken voor zichzelf of o Ik gebruik mijn fantasie zoveel mogelijk.
(53) (54)
o Ik word ongedurig van lange, traag verlopende opdrachten of o Ik loop altijd na te denken; de raderen van mijn geest staan nooit stil.
(55)
o Belangrijke beslissingen moeten met de grootste omzichtigheid genomen worden of o Ik ben ervan overtuigd dat mensen elkaar nodig hebben om werk gedaan te krijgen.
(56)
(57) (58)
o Ik neem gewoonlijk mijn beslissingen zonder al te veel piekeren of o Gevoelens zorgen altijd voor problemen.
(59) (60)
o Ik vind het prettig als anderen mij aardig vinden of o Ik kan snel en zonder vergissingen problemen uitdenken.
(61) (62)
o Ik probeer mijn nieuwe ideeën op anderen uit of o Ik geloof in een wetenschappelijke aanpak.
(63) (64)
o Ik vind het prettig dingen voor elkaar te krijgen of o Goede relaties zijn van wezenlijk belang.
(65) (66)
o Ik ben impulsief of o Ik aanvaard dat ieder mens verschillend is.
69
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
(67) (68)
o Met anderen communiceren is een doel op zichzelf of o Ik houd van intellectuele stimulans.
(69) (70)
o Ik organiseer graag of o Ik hol gewoon van het ene karweitje naar het andere.
(71) (72)
o Praten en werken met mensen is een creatieve bezigheid of o Zelfverwerkelijking is voor mij een sleutelwoord.
(73) (74)
o Ik houd ervan met ideeën te spelen of o Ik verknoei niet graag mijn tijd.
(75) (76)
o Ik houd ervan dingen te doen waar ik goed in ben of o Ik leer door met andere mensen om te gaan.
(77) (78)
o Ik vind abstracte ideeën interessant of o Ik heb oog voor details.
(79) (80)
o Ik houd van mensen die kort en duidelijk kunnen zeggen wat ze willen of o Ik heb vertrouwen in mezelf.
Scoren gebeurt door op de schalen op de volgende bladzijde iedere gekozen uitspraak te omcirkelen. Vervolgens moeten de aantallen omcirkelde uitspraken per stijl bepaald worden. Het maximum haalbare aantal punten per stijl is 20; het totaal voor alle vier de stijlen samen moet 40 zijn.
70
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Totaal Stijl A
1-8-9-13-17-24-26-31-33-40-41-48-50-53-57-63-65-70-74-79
......
Stijl T
2-7-10-14-18-23-25-30-34-37-42-47-51-55-58-62-66-69-75-78
......
Stijl M
3-6-11-15-19-22-27-29-35-38-43-46-49-56-59-64-67-71-76-80
......
Stijl I
4-5-12-16-20-21-28-32-36-39-44-45-52-54-60-61-68-72-73-77
......
Breng vervolgens je puntentotalen over naar onderstaande tabel. Zo kun je zien hoe je waardeoriëntatie en stijl van communiceren gekenmerkt wordt door actie, tactiek, mensen of ideeën. Voor een verdere toelichting zie: ‘Actie-tactiek-mensen-ideeën – Communicatiestijlen’. A = Actie ... pt
T = Tactiek ... pt
M = Mensen ... pt
71
I = Ideeën ... pt
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Actie-tactiek-mensen-ideeën – Communicatiestijlen Voor deze oefening zijn vier waardeoriëntaties gebruikt, waarvan aangenomen wordt dat ze een grote invloed hebben op de manier waarop mensen communiceren. Actie: Stijl 1 is de waardeoriëntatie Actie. Wie hierop hoog scoort, houdt van bezig zijn, actie, presteren, dingen voor elkaar krijgen, verbetering in situaties brengen en problemen oplossen. Deze mensen hebben een voorkeur voor de technische sectoren in productieorganisaties. De geslaagden krijgen veel voor elkaar. Tactiek: Stijl 2 is de waardeoriëntatie Tactiek. Wie hierop hoog scoort, is gesteld op feiten, organiseren, structureren, strategieën uitstippelen en tactieken verzinnen. Deze mensen hebben een voorkeur voor beleidsvorming, politiek en hoger management. De geslaagden schoppen het ver en laten anderen veel voor elkaar krijgen. Mensen: Stijl 3 is de waardeoriëntatie Mensen. Wie hierop hoog scoort, is gericht op sociale processen, communicatie, teamwork en alles wat mensen motiveert. De geslaagden zijn uitstekende managers, aanvoerders, adviseurs en therapeuten. Ideeën: Stijl 4 is de waardeoriëntatie Ideeën. Wie hierop hoog scoort, werkt graag met begrippen en theorieën, houdt van ideeënuitwisseling, vernieuwing en creativiteit. De geslaagden zijn vooraanstaande wetenschappers, uitvinders en kunstenaars. Het is mogelijk op alle waardeoriëntaties te scoren (vraag wie op één of meer oriëntaties nul gescoord heeft), maar mensen hebben doorgaans één dominante oriëntatie, één stijl van denken, voelen en optreden waarbij ze zich het meest op hun gemak voelen. (Vraag de deelnemers zich te concentreren op hun hoogste score). Vaak is er een tweede hoog scorende oriëntatie, die de eerste ondersteunt. Zo zullen goede docenten en trainers hoog scoren op Mensen en Ideeën.
WAT
Dingen voor elkaar krijgen Presteren Doen
ACTIE WAAROM
Begrippen Theorieën Vernieuwing
IDEEËN
TACTIEK
MENSEN Communicatie Relaties Teamwork
WIE
Waarde-oriëntatie
72
Strategieën Organisatie Feiten
HOE
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Het relatieve belang van de waardeoriëntaties verandert met de situaties waarin mensen zich bevinden. De middle-manager die hoog scoort op Mensen en matig op Tactiek zal voortreffelijk voldoen, maar hij moet zijn scores verwisselen als hij wil slagen in de top van het bedrijf. Waardeoriëntaties worden beïnvloed door: (a) persoonlijkheid, (b) achtergrond, (c) ervaring en (d) huidige omstandigheden.
Actie (A)
Ze praten over: resultaten doelen prestatie productiviteit efficiëntie voortgang
verantwoording feedback ervaring uitdagingen verandering beslissingen prestaties
Ze zijn: pragmatisch snel beslist rechtstreeks ongeduldig energiek
Tactiek (T)
Ze praten over: uitproberen feiten procedures planning organiseren controleren uittesten
analyse observaties bewijs details
Ze zijn: systematisch logisch feitelijk welbespraakt niet emotioneel voorzichtig geduldig
Mensen (M)
Ze praten over: mensen behoeften motivatie teamwork communicatie gevoelens teamgeest begrip
zelfontplooiing gevoeligheid bewustzijn samenwerking aannames waarden verwachtingen relaties
Ze zijn: spontaan invoelend warm subjectief emotioneel opmerkzaam gevoelig
73
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Ideeën (I)
Ze praten over: begrippen vernieuwing creativiteit kansen mogelijkheden meesterplannen kernproblemen ‘hot items’
interne samenhang nieuwe methoden uitdaging potentieel alternatieven verklaringen inductie en deductie
74
Ze zijn: charismatisch moeilijk te volgen egocentrisch onrealistisch creatief vol ideeën uitdagend enthousiast
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Communicatietheorie Component(en): X Competentie
Communicatie op metaniveau
O Zelfbeschikking O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doel De deelnemer verwerft inzicht in de volgende basisbegrippen uit de communicatie: coderen; decoderen; interne ruis; externe ruis; metacommunicatie; inhoudsniveau en betrekkingsniveau.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm zowel individueel als groepsgewijs Minimum aantal niet van toepassing Maximum aantal niet van toepassing
Beschrijving activiteiten De aanleiding voor het bespreken van communicatietheorie tijdens de training kan miscommunicatie in de groep (verwarring over betrekkings- en inhoudsniveau, metacommunicatie die op inhoudsniveau beantwoord wordt) zijn, maar deze theorie kan ook besproken worden als inleiding op een luisteroefening of als er gebrek aan kennis over communicatie is. Afhankelijk van de beoogde doelen kan de theorie plenair behandeld worden, kan de tekst over communicatietheorie uitgedeeld worden met de vraag deze door te nemen of kan een deel van deze tekst eruit gelicht worden.
75
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 5 minuten Oefening 30 minuten Nabespreking 5 minuten __________ Totaal 40 minuten
Benodigde middelen Flap-over of (white-)bord Stiften of krijt Kopieën van theorie
Resultaat-/effectmeting De deelnemer legt in zijn eigen woorden uit wat de basisbegrippen van communicatie zijn en wat de samenhang is tussen de begrippen.
Werkomgeving Standaard trainingsopstelling
Bron Erik Pijs, Het grote vaardighedenboek
76
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Bijlage bij “Communicatietheorie”
Communicatie • • • • • • • • • • •
Boodschap Coderen Communicatie Eenrichtingsverkeer Interactie Interpersoonlijke communicatie Interpretatie Intrapersoonlijke communicatie Medium Ontvanger Tweerichtingsverkeer
• • • •
Zender Iets over jezelf zeggen (expressief ) Iets over de ander zeggen (relationeel) Iets van de ander willen (appellerend)
Inhoudsniveau = zakelijk aspect Betrekkingsniveau = expressief, relationeel en/of appellerend aspect Een interessante aanvulling op het Schulz-model is het “ouder-volwassene-kind”model van Berne: Mensen - volwassenen én kinderen - hebben drie “levensposities” in zich: • De “ouder” die bijvoorbeeld de ander troost (verzorgt) of kritiek geeft (opvoedt). • De verstandige “volwassene” die bijvoorbeeld een zakelijke discussie voert op basis van argumenten. • Het spontane en/of aangepaste “kind”. Bijvoorbeeld een mop vertellen (spontaan) of hulp vragen (afhankelijkheid).
77
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Het relationele aspect wordt volgens Berne o.a. bepaald door de wijze waarop we als zender de ontvanger benaderen: verzorgend, kritisch, verstandig, spontaan of aangepast. Een goed inzicht in communicatieniveaus en -aspecten is een basisvoorwaarde om goed te communiceren. Coderen = voorbereiden • het zakelijke aspect: hoe zeg ik het begrijpelijk? • het expressieve aspect: wat laat ik van mezelf zien? • het relationele aspect: wat vind ik van de ander? • het appellerende aspect: wat wil ik van de ander? Langer onderscheidt vier middelen om begrijpelijkheid te verbeteren: eenvoud van stijl, structuur, bondigheid en aantrekkelijkheid. Zorg voor eenvoud van stijl. Oftewel: maak het simpel in plaats van ingewikkeld: gebruik gemakkelijke en bekende woorden in plaats van moeilijke en onbekende woorden. Houd zinnen kort. En, vergeet nooit dat vrijwel iedereen door de mand valt, als hij denkt indruk te maken bij een ander met moeilijke woorden en lange ingewikkelde zinnen. Zorg voor structuur. Oftewel: breng ordening aan in je verhaal in plaats van chaos: geef eerst de rode draad aan van wat je gaat vertellen, zodat de ontvanger jouw verhaal beter kan begrijpen. Denk in opsommingen. Als je de ander iets vertelt, kun je zelfs je vingers erbij opsteken en zeggen: “Ten eerste vind ik dit, ten tweede vind ik dat.”. Je dwingt dan niet alleen jezelf tot overzichtelijkheid, maar jouw verhaal is ook voor de ontvanger begrijpelijker. Waar moet je nu op letten als je goed expressief wilt communiceren? Het is eigenlijk heel simpel: zorg dat je je bewust bent van hoe je je voelt en laat dat - als dat nodig is voor jouw communicatie met de ontvanger - aan de ontvanger merken. Bij het coderen van het relationele aspect van communicatie moeten we voorkomen dat we gaan betuttelen en kleineren (= geringschatten). De wijze waarop je een ander tegemoet treedt, wordt bepaald door twee kenmerken: • De mate waarin je de ander waardeert of geringschat. • De mate waarin je de ander vrijlaat of bevoogdt.
78
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Tien goede codeergewoonten 1. Maak er een gewoonte van om bij belangrijke boodschappen “tot tien te tellen” vóór je iets zegt. Deze voorbereidingstijd gebruik je om bij jezelf na te gaan wat je wilt overdragen aan jouw ontvanger. 2. Maak er een gewoonte van om moeilijke woorden alléén te gebruiken als er geen gemakkelijkere woorden voor bestaan. 3. Maak er een gewoonte van om bij langere uiteenzettingen eerst uit te leggen wat je gaat vertellen en begin pas daarna met jouw verhaal. De ontvanger weet dan wat er komt. 4. Maak er een gewoonte van om jezelf niet mooier voor te doen dan je bent. 5. Maak er een gewoonte van om de ander te laten zien hoe je je voelt, als dat belangrijk is voor jouw gesprek. 6. Maak er een gewoonte van om de ander met een positieve houding te benaderen. 7. Maak er een gewoonte van om de ander gelijkwaardig te benaderen, dat wil zeggen dat je de ander niet als een kind moet toespreken. 8. Maak er een gewoonte van om de ander zonder omwegen duidelijk te maken wat je van hem wilt. 9. Maak er een gewoonte van om geen dingen van mensen te vragen die ze niet kunnen uitvoeren. 10. Maak er een gewoonte van om je er bewust van te worden hoe jij jouw boodschappen codeert én hoe anderen jouw codeergedrag beoordelen. Telefonische communicatie De telefoon is een onmisbaar communicatiemiddel geworden. De telefoon is een perfect middel om snel en persoonlijk met de ander in contact te treden. Aan de andere kant kent de telefoon ook een belangrijke beperking: je kunt elkaar niet zien, waardoor de non-verbale communicatie grotendeels wegvalt. In deze paragraaf krijg je een aantal “telefoontips”. Deze tips moeten ertoe leiden dat je het middel telefoon optimaal gebruikt om jouw communicatiedoelen te halen. Een soort “telefoon-top-tien”: 1. Zorg dat je duidelijk spreekt. Als de ander je niet kan zien, moet je jouw articulatie een beetje “overdrijven”. Je weet dan zeker dat je verstaanbaar bent. 2. Leg duidelijk klemtonen, zodat de betekenis van jouw boodschap voor de ander zo duidelijk mogelijk is. 3. Houd de hoorn 4 à 5 centimeter van je mond. Dan komt de boodschap het duidelijkst bij de ander over. 4. Spreek in een rustig tempo. Dat is 150 woorden per minuut. Als je normaal gesproken snel spreekt, moet je aan de telefoon iets rustiger spreken.
79
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
5. Bereid niet-routine-gesprekken voor. Maak in trefwoorden een schema van wat je wilt zeggen. 6. Zorg dat jouw “werkstation” geordend is. Belangrijke informatie én schrijfgerei bij de hand houden dus. 7. Voorkom lawaai op de achtergrond. Dit lawaai kan voor de ontvanger nog storender zijn dan voor de zender. 8. Concentreer je op het gesprek. Niets is zo storend als tijdens het gesprek met andere zaken bezig zijn. 9. Noem regelmatig de naam van de ander en zeg vaker “u” of “jij” dan “ik”. Dat houdt de betrokkenheid van de ander bij het gesprek levend. 10. Realiseer je dat de telefoon, ondanks de directe communicatiemogelijkheden, voor sommige situaties toch nog te onpersoonlijk is. Zo kun je voor een situatie, die heftige emoties oproept, beter voor een écht persoonlijk gesprek kiezen.
Het communicatieproces tot nu toe op een rij In de eerste stap bereidt de zender zijn boodschap voor door zich af te vragen waarom, wat en hoe hij iets zou willen overdragen. Dit is de codering. In de tweede stap wordt de boodschap overgedragen. Verbaal en/of non-verbaal. Mondeling en/of schriftelijk. In de derde stap komt de boodschap bij de ontvanger aan. Deze fase noemen we de decodering. De decodering bestaat ook weer uit twee momenten: waarnemen en interpreteren. Wat verstaan we hieronder? Waarnemen is het via je zintuigen ontvangen van allerlei verbale en non-verbale signalen van zenders uit jouw omgeving. Interpreteren is het toekennen van een betekenis aan deze verbale en non-verbale signalen. De uiteindelijke bedoeling van deze fase is dat een boodschap zo overkomt en begrepen wordt door de ontvanger, als deze ook door de zender bedoeld is. Objectiviteit en subjectiviteit zijn sleutelbegrippen. Wat beïnvloedt de decodering? • factoren in de situatie • factoren bij de zender • factoren bij het medium • factoren bij de ontvanger
80
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Luisteren Niveau 1 noemen we “Niet luisteren”. De ontvanger is weliswaar aanwezig, maar neemt niet op wat de zender vertelt. Op dit niveau is ook voor de zender duidelijk dat de ontvanger niet luistert. Het is daardoor gemakkelijker te herstellen dan het volgende niveau. Je vangt misschien flarden op, maar daar blijft het bij. Niveau 2 noemen we “Oppervlakkig luisteren”. De ontvanger neemt zeer oppervlakkig op wat de zender vertelt. De ontvanger reageert verbaal en non-verbaal door bijvoorbeeld af en toe oogcontact te maken, “jaja” te zeggen en met zijn hoofd te knikken. Echter, de ontvanger is vooral met zichzelf bezig en nauwelijks met de boodschap van de zender. Het lastige is dat - in tegenstelling tot niveau 1 - de zender nauwelijks in de gaten heeft dat de ontvanger niet luistert. Niveau 3 noemen we “Inhoudelijk luisteren”. De ontvanger luistert goed naar de zakelijke aspecten uit de boodschappen van de zender, maar de achterliggende bedoelingen of beweegredenen worden niet begrepen. (Wat iets anders is dan wél begrijpen, maar er niets mee doen!) Met andere woorden: de ontvanger luistert naar de zakelijke aspecten en niet of nauwelijks naar de expressieve, relationele en appellerende aspecten. Niveau 4 noemen we “Actief luisteren”. De ontvanger is erop uit om de zender volledig te begrijpen. Dat wil zeggen dat hij er alles aan doet om de belevingswereld en de bedoelingen achter de boodschappen van de zender te begrijpen. De ontvanger luistert actief door energie in het luisteren te stoppen. Wat is het nut van vragen stellen? • Interesse tonen; • Informatie verzamelen; • De zender helpen; • De communicatie openen; • Controleren of je de boodschap begrepen hebt; • Het standpunt van de zender verduidelijken.
81
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Uiteraard is een vraag stellen niet hetzelfde als een goede vraag stellen. Een goede vraag voldoet aan de volgende voorwaarden: • De vraag is begrijpelijk en wordt zo kort mogelijk geformuleerd; • De vraag heeft het antwoord niet in zich; • De vraag past bij het gespreksthema; • De vraag bestaat niet uit twee vragen tegelijk. Door de juiste vragen te stellen draag je dus bij aan tweerichtingsverkeer. Tweerichtingsverkeer draagt bij aan effectieve communicatie: de boodschap begrijpen zoals de zender die bedoelt.
Stoornissen in het communicatieproces Interne ruis kan zich voordoen binnen alle stappen van het communicatieproces. De boodschap komt niet over zoals deze bedoeld is. 1.
De zender weet niet goed wat hij zeggen moet. De eigen communicatiebedoelingen zijn niet duidelijk. Tip 1: Bereid je voor op wat je wilt vertellen. Weet je nog niet wat je wilt zeggen? Zeg dan dat je het nog niet weet.
2. De zender weet wel wat hij bedoelt, maar durft het niet te zeggen, waardoor er een onvolledig verhaal verteld wordt. Tip 2: Realiseer je dat de ontvanger jou niet kan begrijpen als je onvolledig bent. Wil je niet alles vertellen? Zeg dan dat je niet alles wilt of kunt vertellen. 3. De zender zendt een boodschap uit die non-verbaal heel anders is dan verbaal. Tip 3: Zorg ervoor dat jouw non-verbale signalen in overeenstemming zijn met wat je zegt. Lukt dat niet ? Vertrouw er dan maar op dat de non-verbale signalen de juiste zijn.
82
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
4. De zender weet wel wat hij bedoelt, maar vindt niet de juiste woorden om zich uit te drukken. Tip 4: Zorg ervoor dat jouw boodschap aansluit bij wat je bedoelt. Kun je de juiste woorden niet vinden? Zeg dan dat je niet weet hoe je het moet zeggen. 5. Zender en/of ontvanger kiezen een tijdstip waarop, of een communicatiemiddel waarmee, de boodschap niet goed over te dragen is. Tip 5: Zorg ervoor dat je een communicatiemiddel en tijdstip kiest waarmee je jouw boodschap ook écht kunt overdragen. Lukt dat niet? Zeg dat dan tegen de ontvanger en kies een ander communicatiemiddel en/of tijdstip. 6. De zender “stemt niet af ” op de ontvanger. De boodschap is te moeilijk of onbegrijpelijk voor de ontvanger, zelfs als de ontvanger zijn uiterste best doet om de boodschap te begrijpen. Uiteraard kun je dit ook omdraaien: de ontvanger stemt niet af op de zender. Tip 6: Maak de boodschap begrijpelijk voor jouw ontvanger. Lukt dat niet? Zeg dan dat je niet weet hoe je het zó kunt vertellen, dat het voor de ander begrijpelijk is. 7. De ontvanger luistert niet actief genoeg naar verbale en non-verbale signalen, waardoor de boodschap onvolledig, oppervlakkig of helemaal niet opgenomen wordt. Tip 7: Luister actief naar jouw gesprekspartner. Lukt dat niet? Zeg dan dat het je nu niet lukt om actief te luisteren. Of zeg dat het je nu alleen lukt om oppervlakkig te luisteren. En leg eventueel uit waarom. 8. De ontvanger stelt geen vragen waardoor de achterliggende informatie en bedoelingen niet boven tafel komen of vaag blijven. Tip 8: Vraag dóór naar de bedoelingen van de ander en maak daarmee communicatie tweezijdig. Weet je niet wat je vragen moet, terwijl je toch nog niet echt duidelijk is wat de ander bedoelt? Zeg dan dat voor jou nog niet duidelijk is wat de ander bedoelt, maar dat je niet weet wat je moet vragen.
83
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
9. De ontvanger controleert niet of hij de boodschap goed begrepen heeft. Of: de zender controleert niet of de ontvanger de boodschap goed begrepen heeft. Tip 9: Controleer altijd of je de boodschap van de ander goed begrepen hebt. Twijfel jij er als zender aan of de ander jouw boodschap goed begrepen heeft? Zeg dan dat je niet weet of die ander jouw boodschap goed begrepen heeft. Bovenstaande factoren liggen binnen het communicatieproces. Er kunnen ook factoren buiten zender en ontvanger zijn, die het communicatieproces verstoren. We noemen deze factoren externe ruis: 10. Door omstandigheden in de situatie komt de boodschap niet over. Bijvoorbeeld: de telefoon gaat steeds, de verwarming is uitgevallen of er wordt geboord boven het lokaal waar je les hebt. Tip 10: Voorkom externe ruis zoals overlast door lawaai, steeds gestoord worden of benauwdheid/koude e.d. Lukt dat niet? Kies dan een ander tijdstip of een andere ruimte om te communiceren.
Je ziet dat de tips allemaal de volgende inhoud hebben: ervoor zorgen dat de boodschap goed verzonden én goed begrepen kan worden. Op het moment dat dat niet lukt, maak je de communicatie zelf bespreekbaar. We noemen dat meta-communicatie.
Metacommunicatie op inhoudsniveau Met metacommunicatie op inhoudsniveau bedoelen we het reageren op de inhoud van de boodschap. Je richt je op de inhoud van de boodschap en niet op de verzender ervan.
Metacommunicatie op betrekkingsniveau Met meta-municatie op betrekkingsniveau bedoelen we het reageren op de expressieve, relationele en/of appellerende aspecten van de boodschappen en gedragingen van de ander. Eigenlijk hebben we het dan over wat we van het gedrag (en dus de communicatie) van de ander vinden. Bijvoorbeeld: kritiek of complimenten geven.
84
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Contact maken en de invloed van lichaamshouding daarop Component(en): O Competentie O Zelfbeschikking X Impact
Bewustwording
O Betekenis O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doelen 1. De deelnemer is zich bewust van zijn eigen lichaamshouding. 2. De deelnemer is zich bewust van de invloed van zijn lichaamshouding op het contact met anderen.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm zowel individueel als groepsgewijs Minimum aantal 2 Maximum aantal 10
Beschrijving activiteiten De oefening bestaat uit een aantal onderdelen, die onafhankelijk van elkaar uitgevoerd kunnen worden afhankelijk van de doelstelling. 1. Gesprek over lichaamshoudingen die van invloed kunnen zijn op het maken van contact. Gespreksitems: Wat is van invloed op contact? Wat kun je daar zelf in veranderen? Wat belemmert je om een bepaalde houding aan te nemen? 2. Feedback geven aan elkaar over de verschijning tot nu toe. Dit vereist veiligheid in de groep en ervaring in het geven van feedback. In tweetallen of plenair geven de deelnemers elkaar feedback op hun lichaamshouding. Deze feedback wordt gegeven in objectieve, beschrijvende woorden. Indien deze houding een bepaald gevoel oproept bij de andere deelnemers, dan wordt dit in de feedback expliciet gemaakt. 3. Oefening Contact maken in tweetallen. Zie voor uitvoering de bijlage.
85
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
4. Oefening Hoge status en Lage status. Oefen in kleine simulaties de verschillende statussen en het effect daarvan op het contact. Zie voor uitvoering de bijlage.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 15 minuten Oefening 40 minuten Nabespreking 30 minuten __________ Totaal 85 minuten
Benodigde middelen Voldoende ruimte om fysieke oefeningen te doen
Resultaat-/effectmeting De deelnemer heeft verwoord wat hij ervaren heeft. De trainer kan letten op formuleringen als: Het is me opgevallen dat … Ik heb gemerkt dat … Ik wist niet dat … Ik voelde dat …
Ervaringen De deelnemers zijn enthousiast over het ervaren van hun lichaamshouding en de invloed daarvan op het maken van contact. In een veilige omgeving durven deelnemers ook te experimenteren met nabijheid en het maken van oogcontact. Voor blinden en slechtzienden kan het maken van oogcontact moeilijk zijn. In dat geval spreken we wel van oogcontact, maar gaat het erom het gezicht naar de ander te wenden (aangezichtscontact).
Werkomgeving Een ruim lokaal waarin de deelnemers zich vrij kunnen bewegen
Bron Eigen ontwerp Sonneheerdt Opleiding & Arbeid
86
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Bijlage bij “Contact maken en de invloed van de lichaamshouding daarop” Gesprek over lichaamshoudingen die van invloed kunnen zijn op het maken van contact Mogelijke vragen bij het bespreken van de verschillende lichaamshoudingen zijn: • Wat is van invloed op contact? • Wat kun je daar zelf in veranderen? • Wat belemmert je om een bepaalde houding aan te nemen?
Feedback geven aan elkaar over de verschijning tot nu toe Dit vereist veiligheid in de groep en ervaring in het geven van feedback. In tweetallen of plenair geven de deelnemers elkaar feedback op hun lichaamshouding. Deze feedback wordt gegeven in objectieve, beschrijvende woorden. Indien deze houding een bepaald gevoel oproept bij de andere deelnemers, dan wordt dit in de feedback expliciet gemaakt.
Oefening Contact maken in tweetallen 1. Tegenover elkaar staan, op ongeveer 5 meter afstand. Elkaar aankijken. Wat zie je bij de ander? De één loopt rustig naar de ander toe, tot ze dicht bij elkaar staan. Elkaar aankijken; kijk goed of er iets in het gedrag van de ander verandert. Wat ervaar je ? Daarna worden de rollen omgedraaid. Nabespreken met nadruk op de eigen ervaring van de deelnemer. 2. De één gaat op de grond zitten. De ander loopt naar hem toe en gaat vlak voor hem staan. Elkaar aankijken, wat ervaar je in deze situatie? Daarna worden de rollen omgedraaid. Nabespreken met nadruk op de eigen ervaring van de deelnemer. 3. Allebei staan. De één loopt naar de ander toe. Diegene die blijft staan, bepaalt tot hoever de ander mag komen. Wat is een veilige, vertrouwde afstand?
87
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Daarna worden de rollen omgedraaid. Nabespreken met nadruk op de eigen ervaring van de deelnemer. Nabespreking van de oefeningen (gezamenlijk). • Hoe heb je de oefening ervaren? • Hoe voelde het toen je stond? • Hoe voelde het toen je zat? • Maakt dit verschil? Welk verschil? • Heb je verschil in gedrag gemerkt? Welk verschil heb je gemerkt? • Hoe voelde het om zelf de grens aan te kunnen geven?
Oefening Hoge status en Lage status De term status is een term die gebruikt wordt door acteurs, maar status is in het dagelijkse leven voortdurend waar te nemen. Status geeft de lichaamshouding aan, maar is ook werkelijk gekoppeld aan de status die iemand in een bepaalde positie heeft, denk bijvoorbeeld aan het contact tussen verdachte en rechercheur.
Hoge status • rechtop • hoofd omhoog • oogcontact • wijde armbewegingen • handen open • benen wat uit elkaar • voeten recht onder benen • rustig spreken met voldoende volume
Lage status • hoofd neigt naar beneden • oogcontact vermijden • • • •
88
hand aan gezicht of aan kleding benen dicht bij elkaar voeten met tenen naar binnen zacht spreken met aarzeling
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Laat de deelnemers eerst individueel oefenen met de twee lichaamshoudingen. Let goed op alle aspecten van de houding en laat de deelnemers deze houding extreem aannemen om te ervaren wat deze doet met hun gevoel van zelfvertrouwen. Bepreek dit na. Laat dan de deelnemers in een lage en een hoge status elkaar ontmoeten. Doe dit als gehele groep waarbij iedereen zich door de ruimte beweegt, plenair als demonstratiemodel of in tweetallen. Oefen daarna in kleine simulaties de verschillende statussen en het effect daarvan op het contact. Als voorbeeld kunnen de volgende situaties gebruikt worden: • • • •
Werknemer vraagt een vrije dag aan zijn chef Vrienden bespreken waar ze heen zullen gaan Iemand aanspreken op voordringen in een winkel De chef te spreken vragen
De nabespreking moet zich richten op wat de deelnemers ervaren en niet op de vraag of er inhoudelijk wel of niet “goed” gereageerd wordt. De overige deelnemers, die de simulaties geobserveerd hebben, mogen weergeven wat ze geobserveerd hebben in de houding van de uitvoerende deelnemers.
89
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
90
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Creatief praten Component(en): O Competentie X Zelfbeschikking
Bewustwording
X Impact
Communicatie
O Betekenis O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doelen 1. De deelnemer verwerft inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van non-verbaal gedrag. 2. De deelnemer ervaart hoe het is om op een creatieve manier communicatieproblemen op te lossen.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal niet van toepassing Maximum aantal niet van toepassing
Beschrijving activiteiten De trainer legt de doelen van de oefening en de relevantie voor de training uit. De deelnemers moeten één of meer korte rollenspelen uitvoeren. Daarin probeert een deelnemer een dringende en belangrijke boodschap aan een ander over te brengen, alleen gebruikmakend van non-verbale communicatie en vijf woorden Nederlands (of een andere taal die de deelnemers machtig zijn). De trainer of de deelnemers kunnen thema’s aandragen voor de rollenspelen. Deze zijn bedoeld voor twee trainees die elkaars taal niet spreken. Als het doel van de oefening duidelijk is, wordt één van de deelnemers benoemd tot ‘buitenlander’ (B). B krijgt zijn rolbeschrijving en verlaat de ruimte om tien minuten op zijn rol te studeren. Eén van de deelnemers (of meerdere, als het rollenspel herhaald moet worden) krijgt de rolbeschrijving voor de Nederlandstalige (N). N krijgt eveneens tien minuten om zijn rol voor te bereiden en om vijf woorden te kiezen die B zal begrijpen.
91
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
De andere deelnemers kunnen hierin ook advies geven. Als de vijf woorden gekozen zijn, geeft de trainer ze door aan B in de andere ruimte. Als de voorbereidingstijd van tien minuten verstreken is, begint het rollenspel. De anderen kunnen als waarnemer fungeren. Ze moeten observeren: • of de vijf gekozen woorden goed, functioneel en regelmatig gebruikt worden; • of er extra woorden gebruikt worden (welke woorden?); • of het volle scala aan mogelijkheden voor non-verbale communicatie doelmatig gebruikt wordt (denk aan tekeningen, voorwerpen). Na zeven minuten wordt het rollenspel beëindigd. In de analyse achteraf wordt de ‘buitenlander’ gevraagd hoeveel hij van de boodschap begrepen heeft en hoe hij zich voelde (hulpeloos, nieuwsgierig?). Vervolgens wordt de ‘Nederlander’ naar zijn ervaringen gevraagd. Uiteindelijk geven de waarnemers hun commentaar. Vaak zoeken groepen met westerlingen naar technische en functionele woorden die de inhoud van de boodschap overbrengen, maar het emotionele of relationele aspect buiten beschouwing laten (begroeting, bemoediging, begrip). De nabespreking kan zich richten op de volgende punten: • Waarom zijn er geen woorden met emotionele of relationele betekenissen gekozen? • Voor welke woorden zou iemand in deze situatie het meest ontvankelijk zijn? • Is er gebruik gemaakt van andere non-verbale hulpmiddelen, zoals tekeningen en voorwerpen? Het rollenspel kan herhaald worden met een tweede deelnemer in de rol van ‘Nederlander’ of met een nieuw paar spelers en een nieuw rollenspel. Variaties Veel variaties zijn mogelijk, zolang de drie basisingrediënten worden vastgehouden: de context van de ontmoeting, de boodschap en de vijf gekozen woorden. Voorbeelden: • de groep wordt in drie subgroepen verdeeld: twee groepen spelers en één groep waarnemers. Het spel zelf wordt gedaan in drietallen, waarin één lid van elke subgroep plaatsneemt; • de trainer en alle deelnemers (min één) bedenken een situatie, terwijl de ‘buitenlander’ buiten wacht. Of de hele groep fungeert als ‘buitenlander’, en er staat één persoon buiten met een boodschap die niemand kent. Bij deze ter plekke
92
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
verzonnen situaties neemt de betrokkenheid toe, maar ook de kans op verwarring; • na één of twee ronden kan de ‘buitenlander’ woorden kiezen en deze aan zijn tegenspeler (sociaal werker/chef/gezinsverzorgster) leren, enzovoort; • in een multiculturele groep kan de oefening worden gedaan met woorden uit de taal van een deelnemer – bijvoorbeeld Yoruba, Uru, Tagalog. De westerling wordt ‘buitenlander’. Hij zal zich veel minder op zijn gemak voelen dan wanneer Nederlands gebruikt wordt; • het ‘gesprek’ kan ook geheel non-verbaal plaatshebben.
CREATIEF PRATEN – HET BEZOEK VAN DE WIJKVERPLEEGSTER Buitenlander Je bent moeder van een jonge baby en je woont in het buitenland. Je spreekt de taal niet, op vijf woorden na (die je nog te horen krijgt). Je zit op een stoel met je kind op schoot. Je wacht op de wijkverpleegster, die je één keer eerder ontmoet hebt. Wijkverpleegster (spreekt Nederlands) Je bent al een keer eerder bij mevrouw X, een buitenlandse dame, langs geweest. Je vond toen dat de baby er niet bepaald gezond uitzag. Dit komt vaker voor bij in Nederland wonende mensen uit deze etnische minderheid. Zonder een regelmatige dosis vitamine A en D zou het kind rachitis kunnen krijgen. Deze vitamines zijn zó te koop bij de drogist. Gebrek aan zon is een belangrijke reden waarom rachitis zo wijdverbreid is bij baby’s van immigranten. Bovendien worden de baby’s veel te dik aangekleed, zodat het kleine beetje zon dat er is hen niet bereikt. Het is jouw taak de moeder te overreden de baby vitamine A en D te geven. Je mag vijf Nederlandse woorden kiezen die mevrouw X zal begrijpen en dat zijn de enige Nederlandse woorden die ze kent. Je mag ook andere manieren verzinnen om met haar te communiceren.
CREATIEF PRATEN – ANTI-EROSIEPROJECT Landarbeiders Je werkt als landarbeider op een Nederlands project in Nigeria. Je plant jonge bomen, afkomstig uit de kwekerij van het project, op een steile helling om erosie tegen te gaan. De projectleider komt de heuvel op om je iets te vertellen, maar het is lastig te begrijpen wat hij wil, omdat je geen Engels spreekt (op de vijf woorden na die je nog te horen zult krijgen).
93
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Projectleider (spreekt Engels) Iemand heeft je verteld dat de arbeiders op jouw anti-erosieproject, hier in Nigeria, de jonge bomen planten zonder ze met hekjes te beschermen. De geiten en schapen hebben de eerste exemplaren al verorberd. De arbeiders moeten direct met planten stoppen en eerst zorgen dat de boompjes, die nog over zijn, beschermd worden. Je moet deze boodschap overbrengen met behulp van slechts vijf Engelse woorden. Gebruik elke vorm van nonverbale communicatie die je bedenken kunt.
CREATIEF PRATEN – VIEZE NEDERLANDERS Marokkaanse patiënte (spreekt een Berbertaal) De verpleegsters van het ziekenhuis hier in Nederland willen alsmaar dat je je wast, voordat zij het ontbijt brengen. Jij vindt dat overdreven, want je bent veel schoner dan de Nederlandse vrouwen op de afdeling. Je hebt je namelijk al gewassen voordat de verpleegsters komen, want je godsdienst schrijft voor dat je dat moet doen vóór je ochtendgebed. Als je protesteert, is dat tevergeefs, maar je spreekt geen Nederlands. En dan word je toch weer gewassen. Als ze op een ochtend weer komen, ga je het ze voor eens en altijd goed uitleggen: dan maar met handen en voeten. Verpleegster (Nederlands) De Marokkaanse mevrouw op jouw afdeling spreekt alleen een Berbertaal; zelfs met hulp van de Marokkaans-Arabisch sprekende tolk kun je niet met haar praten. Het is lastig haar ’s ochtends te wassen, omdat ze, in vloeiend Berbers, telkens protesteert. Je probeert vriendelijk te blijven, maar je vindt het maar vreemd dat ze zo’n bezwaar maakt tegen een lekker frisse wasbeurt.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 20 minuten Oefening 40 minuten Nabespreking 30 minuten __________ Totaal 90 minuten
Benodigde middelen Een exemplaar van het gekozen rollenspel voor elke speler. Rekwisieten, indien vereist. De inhoud van het spel moet worden aangepast aan de belangstelling en behoeften van de deelnemers.
94
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Resultaat-/effectmeting De deelnemer heeft zijn gedachten en ervaringen verwoord. Hij gebruikt formuleringen als: Het is me opgevallen dat … Ik heb gemerkt dat … Ik wist niet dat … Ik voelde dat … Daarbij benoemt hij expliciet twee ervaren mogelijkheden en twee beperkingen.
Ervaringen Deze oefening kan worden gebruikt in mono- en multiculturele groepen. Ze sluit goed aan op een discussie over non-verbaal gedrag.
Werkomgeving Ruime trainingslocatie; zo mogelijk meerdere ruimtes, indien in subgroepen gewerkt wordt
Bron Oomkes, Training als beroep
95
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
96
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Criteria Component(en): O Competentie O Zelfbeschikking O Impact X Betekenis
Waardetoekenning
O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie
Doel De deelnemer spreekt zich uit over waarden die voor hem belangrijk zijn.
Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm drietal(len) Minimum aantal 3 Maximum aantal 10
Beschrijving activiteiten In deze oefening vertellen de deelnemers elkaar verhalen waardoor de luisteraars belangrijke waarden (criteria) van de verteller kunnen destilleren. Criteria betekenen grenzen. Het zijn ook de woorden die aangeven wat jij belangrijk vindt. Criteria herken je vaak aan non-verbale signalen. Beklemtoning van woorden, veranderingen in spreektempo of toon. Belangrijke zaken worden vaak onderstreept met handgebaren. Oefening A vertelt drie interessante ervaringen die hij ooit gehad heeft of activiteiten die hij leuk vindt om te doen. Dit kunnen ook gewone alledaagse dingen zijn. A vertelt deze ervaringen één voor één. Na afloop van ieder verhaal proberen B en C een criterium uit dit verhaal te halen door de vraag te stellen: is x belangrijk voor je? A reageert en aan de reactie van A kunnen B en C merken of ze op het goede spoor zitten. De criteria worden genoteerd.
97
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen
Vragen die kunnen helpen een criterium te vinden zijn: Wat is voor jou belangrijk? Is het voor jou belangrijk om …? Waar gaat het jou om? Criteria kunnen groot of klein zijn en ze zijn afhankelijk van de omstandigheden. In bepaalde contexten zijn bepaalde criteria belangrijker dan andere criteria. B en C stellen A voor aan de hand van zijn criteria. Indien groepswaarden geformuleerd dienen te worden: Criteria noteren als waarden en normen die leven in de groep en deze aanvullen met overige belangrijke waarden en normen. Een vervolg op deze oefening kan zijn: B en C maken een afspraak om A te verrassen. Op een vastgesteld moment in de training, bijvoorbeeld aan het eind of halverwege de periode, ontvangen alle deelnemers van hun gespreksgenoten een verrassing.
Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg Oefening Nabespreking Totaal
5 minuten 15 minuten 10 minuten __________ 30 minuten
Resultaat-/effectmeting Elke deelnemer heeft een lijstje van drie criteria die op dit moment belangrijke waarden voor hem vertegenwoordigen.
Ervaringen Het is raadzaam deze oefening plenair te demonstreren, omdat deelnemers het soms ingewikkeld lijken te vinden. Door middel van deze oefening kunnen groepswaarden geformuleerd worden.
Werkomgeving Standaard trainingsopstelling
Bron IEP Nijmegen, NLP voor trainers
98