Directie Regionale Zaken
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
datum
21 december 2006
DRZ. 2007/256
30 januari 2007
onderwerp
doorkiesnummer
bijlagen
Reactie rapport en feitelijke vragen Meerstad
Geachte Voorzitter, Bij brief d.d. 21 december 2006 heeft de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mij verzocht om een algemene reactie te geven op het onderzoeksrapport over de grondverwerving in het project Meerstad, dat ik op 2 november jl. heb aangeboden aan uw Kamer (Kamerstukken II 2006-2007, 30099, nr. 4), en om nader aan te geven welke maatregelen ik ga nemen naar aanleiding van het rapport en op welke wijze uw Kamer hierbij betrokken wordt. Daarnaast heeft de commissie mij verzocht onderstaande vragen te beantwoorden.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Directie Regionale Zaken Vestiging Noord Cascadeplein 6 Postadres: Postbus 30032 9700 RM Groningen Telefoon: 050 - 5992300 Fax: 050 - 5992399
Aanleiding en hoofdconclusies van het onderzoek De marktpartijen betrokken bij het project Meerstad, verenigd in de Grondbank Meerstad Groningen CV, hebben enige tijd geleden opdracht gegeven aan prof. ir. Hans de Jonge (hoogleraar TU Delft en directievoorzitter van de Brink Groep) en mr. dr. Cees Schaap (directeur van het onafhankelijk forensisch onderzoeksbureau SBV-Forenics en voormalig hoogleraar) om te onderzoeken of de verwerving van grond voor dit project rechtmatig heeft plaatsgevonden. Deze opdracht is gegeven nadat in 2005 bij de marktpartijen vragen waren gerezen ten aanzien van de gang van zaken rondom enkele grondtransacties. Hoofdconclusie van het onderzoek is dat er geen aanwijzingen zijn waaruit blijkt dat er ongeoorloofd is gehandeld door één of meer van de vier marktpartijen. Volgens de onderzoekers is de GEMM (Grondexploitatiemaatschappij Meerstad) niet benadeeld, zijn geen van de partijen binnen het GEMM benadeeld en zijn evenmin de individuele aan de grondbank gelieerde personen bevoordeeld. Volgens de onderzoekers komt grondverwerving via tussenpersonen vaker voor en is dit bij de huidige praktijk van grondverwerving in ons land ook nauwelijks te voorkomen. Vervolg De publieke partijen in Meerstad waren geen partij in het proces van de grondverwerving van de grondbank en daarmee ook niet verantwoordelijk voor de gang van zaken. Door het Bureau beheer landbouwgronden zijn ook geen gronden verworven via makelaars of tussenpersonen.
Datum
Kenmerk
30 januari 2007
DRZ. 2007/256
Paraaf:
Vervolgblad
2
Ook omdat er geen aanwijzingen zijn waaruit blijkt dat er ongeoorloofd is gehandeld en geen van de partijen binnen het GEMM is benadeeld, zie ik geen aanleiding tot het nemen van maatregelen. Wel zijn de publieke partijen van mening dat de aanbevelingen van de onderzoekers ter verbetering van het toezicht op en de transparantie bij grondtransacties opgevolgd moeten worden. Dit komt volgens de publieke partijen de professionalisering van de samenwerking tussen publieke en private partijen ten goede, bijvoorbeeld bij gebiedsontwikkeling. De restverwervingen worden nu onder de regie van Bureau Meerstad verricht. Controle hierop vindt door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) plaats. De desbetreffende makelaar wordt door Bureau Meerstad bij restverwervingen niet ingeschakeld. Zoals eerder afgesproken, zal ik uw Kamer in het kader van de begrotingsbehandeling informeren over de voortgang van de realisatie van Meerstad. Vragen 1. Heeft de desbetreffende makelaar op dezelfde wijze gehandeld met de aan- en verkoop van de door het Rijksoverheid ingebrachte gronden? De desbetreffende makelaar is ingeschakeld door marktpartijen. De makelaar heeft geen rol gespeeld bij de aan- en verkoop van de grond door de rijksoverheid. De aanen verkoop van de gronden van de rijksoverheid heeft op de gebruikelijke wijze door het Bureau beheer landbouwgronden plaatsgevonden. 2. Kan het zijn dat er sprake is geweest van «bevoordeling» door de makelaar? In het onderzoek is geconstateerd dat de verwerving van 400 hectare, van de in totaal 1200 hectare aangekochte grond, niet rechtstreeks van boer naar de gezamenlijke grondbank heeft plaatsgevonden, maar veelal via makelaars of tussenpersonen. Door deze transacties is een brutoresultaat verkregen van circa 8,3 miljoen euro exclusief en 11,7 miljoen euro inclusief nabetalingen. Er is echter niet geconstateerd dat deze bevoordeling ongeoorloofd is. 3. Heeft het door de makelaar behaalde voordeel uit de verkoop van gronden ook gevolgen voor de hoogte van de grondprijs voor toekomstige kopers van percelen grond binnen het project? Zo ja, welke? Het voordeel van de makelaar heeft geen gevolgen voor de hoogte van de grondprijs voor toekomstige kopers van percelen grond binnen het project. De grondprijzen worden namelijk marktconform bepaald. 4. Is er een nadeel ontstaan door de methode van aankoop zoals die is gehanteerd? Zo ja, hoe groot is dat nadeel en heeft dat consequenties voor de toekomstige kopers? De methode van aankoop heeft ertoe geleid dat:
Datum
Kenmerk
30 januari 2007
DRZ. 2007/256
Paraaf:
Vervolgblad
3
a) Binnen een relatief kort tijdsbestek er een grote prestatie is geleverd door in een hoog tempo de benodigde gronden te verwerven. b) Het door de participanten van de Grondbank vooraf geformuleerde en gestelde doel is behaald, zowel ten aanzien van het totaal aantal hectares als de (strategische) ligging daarvan. c) De gronden zijn verworven binnen de (ter beschikking) gestelde budgetten, zowel ten aanzien van het totaal als ten aanzien van de zogenaamde gebiedsgemiddelde prijs/m2 . d) Een goede uitgangspositie is gecreëerd voor succesvolle ontwikkeling van het gebied Meerstad. 5. Wie hebben of heeft nadeel ondervonden van de aangetroffen werkwijze, nu er door een makelaar voordeel is behaald uit het fungeren als tussenpersoon bij de verwerving van gronden? Er zijn geen partijen die nadeel hebben ondervonden van de aangetroffen werkwijze. Zie ook de antwoorden ad 3 en 4. 6. Is er in dit kader sprake van laakbaar handelen (i.c. strijdig met bestaande niet van tevoren vastgelegde afspraken) of is er sprake van strafbaar handelen? Zo ja, is er een vervolgtraject uitgezet? Volgens de onderzoekers zijn er geen aanwijzingen waaruit blijkt dat er ongeoorloofd is gehandeld door één of meer van de marktpartijen. Ook hebben de marktpartijen advocatenkantoor Russell gevraagd te kijken naar de juridische consequenties van deze zaak. Dit kantoor heeft aangegeven geen gronden te zien voor een onderlinge juridische procedure. 7. Zijn de gronden tegen een marktconforme prijs aangekocht? Ja, de gronden zijn tegen een marktconforme prijs aangekocht door partijen die deelnemen in de GEMM. 8. Waarom is de Dienst Landelijk Gebied (DLG) niet ingeschakeld als koper van de gronden? De insteek van de private partijen is geweest om in een vroeg stadium zoveel mogelijk gronden zelf te verwerven. Het Bureau beheer landbouwgronden heeft zelf ook grond in het plangebied verworven, maar is door de marktpartijen niet ingeschakeld bij de aankoop. 9. Welke rol speelt de genoemde makelaar nog in de Gezamenlijke Exploitatie Maatschappij Meerstad (GEMM)? Is uitgesloten dat hij nog betrokken is? De genoemde makelaar speelt bij aan- en verkopen geen enkele rol in de GEMM.
Datum
Kenmerk
30 januari 2007
DRZ. 2007/256
Paraaf:
Vervolgblad
4
Het beheer van de aangekochte grond binnen de GEMM wordt tot 1 juni 2007 contractueel uitgevoerd door Saltus BV, waarvan de betrokken makelaar medeaandeelhouder is. Na deze datum zal het beheer van gronden elders worden ondergebracht (naar verwachting zal DLG het beheer van alle gronden overnemen). 10. Waarom zijn de afspraken die met de makelaar gemaakt zijn niet sluitend vastgelegd in de verschillende overeenkomsten? De aankopen hebben plaatsgevonden voor de ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst (SOK) op 28 september 2005. De makelaar was ingeschakeld door marktpartijen. Of en zo ja welke overeenkomsten tussen deze partijen zijn afgesloten is niet bekend. De publieke partijen in Meerstad waren hierbij geen partij. 11. Is er nu voldoende grond gekocht voor de natuurcompensatie Meerstad? In de bestuurlijke afspraken over Meerstad is afgesproken om een volwaardige ecologisch goed functionerende robuuste verbinding aan te leggen tussen Midden Groningen, Meerstad en het Zuidlaardermeergebied. Een deel van deze robuuste verbinding zal worden gerealiseerd binnen het plangebied, een deel daarbuiten. Staatsbosbeheer had oorspronkelijk 56 hectare natuur binnen het plangebied. Deze oppervlakte dient nu buiten het plangebied te worden gecompenseerd. Op dit moment verricht de provincie Groningen de verkenning, de verdere planvorming voor de mogelijke route en de uitwerking daarvan. Het Bureau beheer landbouwgronden heeft buiten het plangebied nog geen gronden verworven die ter compensatie kunnen dienen, maar in overleg met de provincie worden de mogelijkheden van verwerving onderzocht. Met de gedeputeerde van de provincie Groningen en DLG/Bureau beheer landbouwgronden is afgesproken om dit jaar ook te starten met grondverwerving om geen kansen voorbij te laten gaan. 12. Welke maatregelen zijn er getroffen om dergelijke handelingen binnen het project Meerstad voor de toekomst te voorkomen? Voor het PPS-project Meerstad geldt dat het aankoopbeleid van de GEMM is vastgesteld door de Vergadering van Aandeelhouders (AVA), waarbij ook de rol van tussenpersonen duidelijk is aangegeven. De restverwervingen worden onder regie van Bureau Meerstad verricht. Controle hierop vindt plaats door de AVA. De desbetreffende makelaar wordt door Bureau Meerstad bij restverwervingen niet ingeschakeld. 13. Wat wordt er thans ondernomen om in toekomstige soortgelijke projecten een handelswijze als in het rapport beschreven te voorkomen? De onderzoekers doen in hun eindverslag aanbevelingen ter verbetering van toezicht en meer transparantie bij grondtransacties. Om dubbele petten te voorkomen, moeten de posities en belangen van makelaars en tussenpersonen bij een transactie vooraf helder zijn.
Datum
Kenmerk
30 januari 2007
DRZ. 2007/256
Paraaf:
Vervolgblad
5
De publieke partijen hebben in een reactie op het onderzoeksrapport de hoofdlijnen van het rapport onderschreven. De publieke partijen waren geen partij in het proces van de grondverwerving van de grondbank en dragen daarmee ook een verantwoordelijkheid voor de gang van zaken. Desondanks zijn zij wel van mening dat de aanbevelingen die worden gedaan ter verbetering van het toezicht op en de transparantie bij grondtransacties opgepakt moeten worden. Voor de professionalisering van de samenwerking tussen publiek en privaat, bijvoorbeeld bij gebiedsontwikkeling, vinden de publieke partijen het van belang dat hier iets aan gedaan wordt. Voor zover DLG/Bureau beheer landbouwgronden betrokken is bij vergelijkbare projecten zal deze dienst erop toezien dat de grondverwerving zo transparant mogelijk zal plaatsvinden. 14. Wordt nog nader onderzoek overwogen? Nee (zie algemeen). DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,
dr. C.P. Veerman