De Voorhof De Looch DK Vianen U. T Voorwoord

“Same n

groot worden”

Schoolgids 2015-2016

Schoolgids De Voorhof 2015 - 2016

De Voorhof De Looch 3-5 4133 DK Vianen U. T 0347-373527 [email protected] www.voorhofvianen.nl

Voorwoord In deze schoolgids willen wij u inzicht geven in onze school De Voorhof. Dit doen we door het beschrijven van onze missie en visie, onze identiteit, het lesprogramma en de leerlingenzorg. Daarnaast geven we ook praktische informatie zoals de schooltijden, sportactiviteiten en schoolfotograaf. De beschrijving in deze schoolgids laat zien dat we als schoolgemeenschap willen leven en werken vanuit een Christelijke levensvisie. Dat we een school willen zijn waar het kind centraal staat. Een school waar kinderen de nodige kennis op doen en waar ze creatieve en sociale vaardigheden kunnen ontwikkelen. Een school waarin we er aan werken om goed met elkaar om te gaan, zodat elk kind zich veilig voelt en zichzelf kan zijn. Een school waar niet alleen kinderen, maar ook ouder(s)/verzorger(s) welkom zijn. Een school waar we met en van elkaar willen leren. Een school waaraan u en uw kind later met plezier terug denken. Kortom: een school die het motto: “Samen groot worden” waar maakt! Sander Jue Directeur

2

3



Inhoudsopgave Inhoudsopgave................................................................................4 1. Missie en visie.........................................................................7 De missie van de school ...................................... 7 De visie van de school ........................................ 7 2. Onze school staat voor .......................................................9 Zorgzaamheid .................................................... 9 Kwaliteit ........................................................... 9 Sfeer ................................................................ 9 Toekomstgericht.................................................. 9 Ouderhulp ......................................................... 9 Schoolteam ......................................................10 3. Identiteit van de school ................................................. 11 Godsdienstige vorming .......................................11 Viering van christelijke feestdagen .......................11 4. Geledingen ............................................................................ 12 Medezeggenschapsraad (M.R.) .............................12 Ouderraad (O.R.) ...............................................12 Interne contactpersonen ....................................12 5. Schoolorganisatie .............................................................. 13 De Directie .......................................................13 Het Managementteam ........................................13 Schoolplan .......................................................13 6. Lesprogramma...................................................................... 14 Klokuren De Voorhof...........................................14 Vakken en aanvullende activiteiten (op alfabetische volgorde) ..................................15 7. Leerlingenzorg...................................................................... 21 De zorg voor het jonge kind.................................22 Hoogbegaafdheid...............................................22 Plusklasbegeleider..............................................23 De Plusklas.......................................................23 Beleid ten aanzien van veiligheid.........................23 Beleid ten aanzien van pesten.............................24 Werkgroep “Plotselinge dood”..............................24

4

Het zorgteam....................................................24 De adviseur van de onderwijsbegeleidingsdienst .....25 Passend onderwijs..............................................26 Onderwijs voor zieke leerlingen............................26 Meldcode huiselijk geweld...................................26 Sporttalenten....................................................26

Kennismakingsgesprek .......................................35 Startgesprek .....................................................35 Klassenouders....................................................35 Onderwijs begeleidingsdienst ..............................36 Jeugdarts .........................................................36 Hoofdluis .........................................................36

8. Versnellen en doublures ................................................. 27 Doubleren ........................................................27 Kleuterverlenging...............................................27 Versnellen in de kleuterbouw...............................27 Versnellen in de midden-, bovenbouw....................27

12. Externe contacten............................................................... 36 Sociaal team Vianen ..........................................37 Centrum Jeugd en Gezin......................................37 Verwijsindex .....................................................38 B.S.O. (Buitenschoolse opvang) ...........................39 Voortgezet onderwijs .........................................39 Opleiding leraren basisonderwijs ..........................39 Overleg directies scholen Vianen...........................39

9. Schoolresultaten.................................................................. 28 Rapport inspectie van het onderwijs .....................28 Resultaten tussentoetsen....................................28 Cito entreetoets.................................................29 Resultaat Cito eindtoets......................................29 Voortgezet Onderwijs .........................................30 Uitstroom groep 8 in juli 2015.............................31 10. Praktische informatie........................................................ 32 Schooltijden .....................................................32 Naar huis onder schooltijd ..................................32 Wenochtenden ..................................................32 Tussenschoolse opvang ......................................32 Schoolmelk ......................................................32 Op de fiets naar school .......................................32 Klassendienst ...................................................32 Verzuim............................................................32 Schoolfotograaf ................................................33 Ouderbijdrage 2015-2016....................................33 Een nieuw schoolgebouw.....................................33 11. Informatiestroom ............................................................... 34 Informatiekalender ............................................34 Brieven ............................................................34 Informatieavonden ............................................34 Kijk- en spreekavonden ......................................35 Huisbezoeken ...................................................35 Rapporten ........................................................35

Buitenschoolse opvang.......................................47 Vrijwillige ouderbijdrage......................................47 Verzekeringen/Aansprakelijkheid ..........................47 Partners in opleiding..........................................48 Sponsoring........................................................48 Klachtenregeling ...............................................48 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling...49 Contactadressen ................................................50

13. Informatie en Communicatie Technologie (ICT) .. 40 14. Festiviteiten.......................................................................... 41 Schoolreis ........................................................41 Schoolkamp ......................................................41 Sint Nicolaas ....................................................41 Verjaardagen ....................................................41 Open podium ....................................................41 Talentendag......................................................41 Schoolproject....................................................41 15. Sportactiviteiten................................................................. 42 Schoolsportdagen ..............................................42 Toernooien .......................................................42 Avondvierdaagse ...............................................42 16. Oudertevredenheidspeiling ........................................... 43 17. Informatie voor alle scholen van de Stichting Fluenta........................................................... 45 Stichting Fluenta ..............................................45 Geloof in de toekomst.........................................45 Passend Onderwijs..............................................45 Medezeggenschapsraad ......................................47 De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad.......47

5



1. Missie en visie De missie van de school

De Voorhof is een Protestants Christelijke school. Dat betekent dat de waarden die in het Christendom zijn terug te vinden, de uitgangspunten zijn voor onze omgang met elkaar. Wij denken hierbij aan naastenliefde, opkomen voor de zwakkeren in de samenleving, vergevingsgezindheid, eerlijkheid, respect voor elkaar en sociaal gedrag. De bijbelverhalen zijn voor ons een inspiratiebron om met de leerlingen in gesprek te gaan over de betekenis die zij vandaag de dag voor ons kunnen hebben. Wij verwachten van alle leerlingen en leerkrachten respect en actieve deelname bij activiteiten op dit gebied. Wij hebben respect voor andere geloofsrichtingen en andersdenkenden. Wij werken met de Christelijke kalender. De Christelijke feesten en andere in de Nederlandse cultuur verweven feesten worden op onze school gevierd.

Uitgangspunten hierbij zijn: • Wij stimuleren de leerlingen initiatieven te nemen op het gebied van hun eigen leren. • De leerkrachten hebben kennis van de verschillende leerlijnen en werken met streefdoelen en minimumdoelen. De methode is daarbij het bronnenboek waaruit de leerstof geselecteerd wordt. Deze selectie is aangepast aan de leerbehoefte van de groep en de individuele leerling (convergente differentiatie; de groep als uitgangspunt). • De interactie tussen de leerlingen onderling en tussen de leerlingen en de leerkracht is een voorwaarde voor goed onderwijs. Daarbij gebruiken we de principes van basiscommunicatie. • Een effectieve klassenorganisatie bereiken we met behulp van het GIP-model. • De leerkracht motiveert de leerlingen voor de leertaak door het aanbieden van betekenisvolle activiteiten die aansluiten bij de leef- en belevingswereld van de leerlingen. • Wij maken de leerlingen bewust van hetgeen ze gaan leren door dit aan het begin van de les expliciet te benoemen, de oefenstof daarop aan te laten sluiten en samen met hen te evalueren of ze het lesdoel hebben gehaald. • De leerkracht differentieert in de wijze van instructie geven. Te denken valt aan het tempo en het gebruik van verschillende materialen en instructiekanalen (auditief, visueel) om zo aan te sluiten bij de verschillende leerstijlen van de leerlingen.

De Voorhof is een school met een pedagogisch klimaat waarin veiligheid essentieel is en het welbevinden van leerlingen en leerkrachten (medewerkers) centraal staat. Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van het zelfvertrouwen en een eerlijk zelfbeeld. Er is evenwicht tussen sturing en het dragen van eigen verantwoordelijkheid. In ons onderwijs willen wij de leerlingen uitdagen zich te ontwikkelen tot weldenkende wereldburgers die op positieve wijze deel willen en kunnen nemen aan onze maatschappij.

Bij het aanleren van leerstrategieën wordt het Activerende Directe Instructie Model gebruikt. Tijdens de instructie kijken we niet alleen naar het goede antwoord, maar vooral ook naar de weg die tot het goede antwoord leidt. Door met de leerlingen te reflecteren op de leertaak krijgen ze een beter zicht op hun eigen leerproces. Ook de leerkracht krijgt belangrijke informatie: is de les begrepen en hoe kijken de leerlingen tegen het leerproces aan?

Het team van De Voorhof heeft een missie en visie voor de school geformuleerd. Na een analyse van verworvenheden, sterke kanten en ontwikkelpunten werd er gekozen voor het motto: “Samen groot worden”.

De visie van de school In onze visie wordt beschreven wat wij als school belangrijk vinden en wat voor ons de uitgangspunten zijn om te komen tot goed onderwijs voor uw kind. Deze visie is voor ons een streven; dit betekent dat niet alles wat in de tekst staat beschreven ook altijd al werkelijkheid is. Echter alles wat we ondernemen moet wel passen in deze door ons geformuleerde visie.

6

7



2. Onze school staat voor Zorgzaamheid De Voorhof is een zorgzame school. De leerkrachten streven ernaar ieder kind te begeleiden naar de voor het kind bereikbare prestaties en succeservaringen. Kinderen die moeite met de leerstof hebben, worden extra geholpen, kinderen die meer begaafd zijn, krijgen aangepast leermateriaal.

Kwaliteit De kwaliteit van het onderwijs staat op De Voorhof hoog in het vaandel. Het feit dat er gewerkt kan en mag worden met kinderen geeft het team niet alleen heel veel voldoening, het is ook een grote opdracht en enorme verantwoordelijkheid. Om die reden streeft de school voortdurend naar verbetering van haar onderwijs. Zij wil niet alleen het goede voor de kinderen doen, maar ook het goede zo goed mogelijk ten uitvoer brengen.

Sfeer Hierdoor krijgt de leerkracht zicht op hoe een leerling zich ontwikkelt, zodat hij in een vroeg stadium de leerling de juiste hulp geeft. De opgedane kennis moet in verschillende situaties toegepast kunnen worden. Dit bereiken wij door gevarieerde oefeningen en situaties aan te bieden. Bij dit alles hebben we hoge verwachtingen van de leerlingen en onszelf. De Voorhof hecht veel waarde aan de betrokkenheid van de ouder(s) / verzorger(s). We dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de kinderen. Daarbij vinden wij het belangrijk zo eerlijk en open mogelijk met elkaar te communiceren.

8

Kortom: De Voorhof wil een school zijn, waar iedereen uniek is, waar niemand volmaakt is en waar we “Samen groot worden”.

Wij vinden een goede sfeer erg belangrijk, zodat uw kind met plezier naar school gaat. Elk kind leert het best in een veilige omgeving, waar het zich vertrouwd voelt. Het schoolteam probeert een ordelijk schoolklimaat te creëren. Regels en routines zijn daarbij belangrijk. De regels zijn positief gesteld zodat iedereen weet wat er van hem of haar verwacht wordt. Deze regels zijn in de hele school zichtbaar opgehangen. Daarnaast worden ze regelmatig met de kinderen besproken. Deze leefregels gelden voor iedereen in de school (kinderen, personeelsleden en ouders) en in alle situaties: • Wij zorgen dat iedereen zich veilig voelt. • Wij zorgen ervoor dat iedereen veilig is. • Wij zorgen ervoor dat leerkrachten goed les kunnen geven. • Wij zorgen ervoor dat iedereen op school goed kan werken. • Wij praten met respect over elkaar en andere mensen. • Wij praten met respect over en met God. • Wij zorgen goed voor de spullen van onszelf, de ander en de school.

• Wij zorgen goed voor de omgeving en het milieu van de school. Soms vragen deze regels om een specifieke uitwerking voor een specifieke situatie of een specifieke groep kinderen. Deze uitwerking hebben we beschreven in onze routines (werkafspraken). De routines voor plein, toilet en de gemeenschappelijke ruimtes zijn opgesteld voor alle leerlingen. Daarnaast zijn er ook routines op groepsniveau afgesproken. De routines zijn gericht op leerlinggedrag (welk gedrag willen wij van de kinderen zien).

Toekomstgericht Het team ziet het onderwijs vanaf groep 1 tot en met groep 8 als één doorgaande lijn. De methoden en werkwijzen die we gebruiken sluiten op elkaar aan. Accentverschillen zijn er wel: in de onderbouw werken we vooral met projecten, waarbij de betrokkenheid van de kleuter erg belangrijk is. Vanaf groep 3 ligt het accent steeds meer op de leerstof. In het verlengde hiervan zien we een goede aansluiting van onze basisschool op het voortgezet onderwijs. In alle groepen worden computers op verantwoorde wijze ingezet. Vanzelfsprekend komen ook de creatieve vakken in elke groep voldoende aan bod.

Ouderhulp De Voorhof is een gemeenschap van veel mensen: kinderen, ouders, verzorgers en leerkrachten. Iedereen heeft zijn eigen verwachtingen, zijn eigen verantwoordelijkheden. De betrokkenheid van ouders bij de school wordt gewaardeerd en gestimuleerd. We verwachten van ouders zonodig ondersteuning bij het onderwijs aan hun kind, bijvoorbeeld bij huiswerk en buitenschoolse activiteiten. Ouders kunnen ook deel uitmaken van officiële organen als de medezeggenschapsraad of de ouderraad. Met vragen en zorgen kunnen ouders altijd op school terecht.

9



3. Identiteit van de school Schoolteam De Voorhof wil een school zijn voor leerkrachten die met elkaar, niemand uitgezonderd, de missie “Samen groot worden” uitwerken, gebruik makend van elkaars kernkwaliteiten. Vanuit onze Christelijke identiteit gaan we in openheid en respect met elkaar om. We communiceren rechtstreeks met elkaar. We kunnen elkaar aanspreken op grond van het gegeven dat we professionele leerkrachten zijn en dat we elke dag nog groeien. De Voorhof wil voor de leerkrachten een school zijn waar zij hun capaciteiten en interesses kunnen ontplooien. De school stimuleert haar medewerkers zich voortdurend te ontwikkelen.

We willen als schoolgemeenschap leven en werken vanuit een Christelijke levensvisie. Verschillende activiteiten vloeien daaruit voort.

Godsdienstige vorming De dagen worden geopend en afgesloten met een bijbels lied en/of een gebed. Wekelijks worden er enkele bijbelverhalen verteld. Ook wordt er aandacht besteed aan andere wereldgodsdiensten. Deze treden we met respect en interesse tegemoet. Ieder jaar organiseren wij een kerk- schooldienst in één van de Protestant Christelijke kerken in Vianen. Aan de hand van een thema wordt de dienst op school voorbereid in nauw overleg met één van de predikanten. Op deze manier zijn de leerlingen direct betrokken bij de uitvoering van de dienst. Een aantal malen per jaar zamelen we geld in voor een specifiek project. In de nieuwsbrief leest u hier meer over. Op maandag is er gelegenheid geld mee te nemen voor de zending. De opbrengst en de besteding van het geld wordt vermeld in de nieuwsbrief.

10

Viering van christelijke feestdagen Kerstviering

Voorafgaand aan de kerstvakantie wordt de kerstviering gehouden. De kerstviering wordt met alle leerlingen van de school gevierd in de kerk ‘De Hoeksteen’. Door plaatsgebrek kunnen ouders hierbij helaas niet aanwezig zijn. Advent, de voorbereiding op het kerstfeest, vieren wij op de drie maandagen voor de kerstviering. Wij vieren dat zoveel mogelijk met de hele school.

Paasviering Op de dag voorafgaand aan het paasweekend vieren we het Paasfeest in de eigen groep aan de hand van de verhalen uit de Bijbel. We genieten daarbij van een paasontbijt.

11



4. Geledingen

5. Schoolorganisatie De Directie De directeur is Sander Jue. Hij heeft de dagelijkse leiding van de school en is belast met de interne organisatie. Hij wordt ondersteund door de adjunct-directeur, Ellie Kortlever. Samen vormen zij de directie.

Het Managementteam

Medezeggenschapsraad (M.R.) De MR behartigt de belangen van ouders, kinderen en personeelsleden en houdt zich voornamelijk bezig met beleidszaken binnen de school. De MR heeft op grond van de wet Medezeggenschap Onderwijs zowel een adviserende als een instemmende taak. Deze raad bestaat uit zes leden: drie ouders en drie teamleden. De voorzitter van de MR is Marco Verhoef. Gedurende het schooljaar vergadert de MR circa 1 maal per maand. De MR is bereikbaar per e-mail: [email protected]. Op de website van de school (www.voorhofvianen.nl) is meer informatie over en van de MR te vinden.

Ouderraad (O.R.) De ouderraad heeft een adviserende rol en verleent diensten ten behoeve van de relatie tussen kinderen en ouders enerzijds en De Voorhof anderzijds. Deze raad bestaat uit negen leden. Daarnaast hebben twee leerkrachten als afgevaardigde namens het team zitting in de OR. De raad kent in ieder geval de functies van voorzitter en penningmeester en heeft voorts leden die onder andere de schoolreisjes, het sinterklaasfeest, het

12

kerstfeest, het paasontbijt, de avondvierdaagse en de catering tijdens het afscheid van groep 8 verzorgen. Daarnaast leveren zij een bijdrage aan de sportactiviteiten. Dit in overleg met de directeur van De Voorhof. Tijdens het schooljaar vindt er 5x een OR- vergadering plaats. De voorzitter van de OR is Alex Bikker. De OR is bereikbaar per e-mail: [email protected]. Op de website van de school (www.voorhofvianen.nl) is meer informatie over en van de OR te vinden.

Interne contactpersonen Kinderen hebben ook wel eens het gevoel dat ze ergens over willen praten, maar ze weten niet met wie. Hebben leerlingen behoefte aan een gesprek met iemand binnen de school, dan kunnen zij terecht bij hun groepsleerkracht, maar als er dingen zijn waarover het kind liever niet met de eigen juf of meester spreekt, kan het terecht bij de interne contactpersonen: juf Ly Groeneveld en juf Margreeth Dorrestijn. Ly Groeneveld T 0347-375901 E-mail: [email protected] Margreeth Dorrestijn

Op basis van de grootte van de school en de hedendaagse organisatie-inzichten is gekozen voor het werken met een managementteam. Een drietal bouwcoördinatoren is onderdeel van het managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur zijn zij belast met een aantal zaken van de dagelijkse leiding. Zij leiden bijvoorbeeld de bouwvergaderingen, bewaken de afspraken etc. Omdat de leerlingenzorg één van de speerpunten van onze school is, maakt de intern begeleider ook deel uit van het managementteam. Desgewenst is ook de interne coördinator opleidingen of de begeleider van de plusklas aanwezig tijdens de managementteamvergaderingen.

Het managementteam bestaat uit: • Sander Jue Directeur • Ellie Kortlever Adjunct-Directeur • Eefje Brouwer Intern Begeleider • Jos de Haan Bouwcoördinator onderbouw • Carla van Hardeveld Bouwcoördinator middenbouw • Erica van Zaanen Bouwcoördinator bovenbouw

Schoolplan Op De Voorhof is het schoolplan 2015-2019 aanwezig. Hierin vindt u een uitgebreide uiteenzetting over de vakken, doelstellingen, organisatie en activiteiten. U kunt, wanneer u geïnteresseerd bent, op aanvraag bij de directie een exemplaar in ontvangst nemen. Ook op de website van de school vindt u het schoolplan.

13



6. Lesprogramma Vakken en aanvullende activiteiten (op alfabetische volgorde)

Klokuren De Voorhof Vakken

Gr. 1

Gr. 2

Gr. 3

Gr. 4

Gr. 5

Gr. 6

Gr. 7

Gr. 8

Aardrijkskunde

Muziek, Dans & Drama

0:50

1:00

Arbeid met expressiematerialen

1:40

2:00

Godsdienst

1:20

1:40

1:45

1:40

1:40

1:40

1:40

1:40

Lichamelijke oefening

2:30

2:30

2:00

2:00

2:00

2:00

2:00

2:00

In de groepen 1 t/m 4 valt het vak aardrijkskunde onder “wereldoriëntatie”. De groepen 5 t/m 8 maken gebruik van de methode “Wijzer door de wereld”. In groep 5 staan vooral het kaartlezen en de directe omgeving centraal. In groep 6 wordt Nederland als geheel verkend door middel van diverse thema’s en topografie. In groep 7 wordt Europa van allerlei kanten bekeken en bestudeerd. Na Nederland en Europa wordt in groep 8 de wereld aan de hand van verschillende thema’s verder behandeld. We lezen met de kinderen verhalen, praten over diverse onderwerpen en maken opdrachten naar aanleiding van teksten of filmfragmenten. Daarnaast volgen wij de actualiteiten door te kijken naar verschillende educatieve tv programma’s: groep 1 en 2: Koekeloere groep 3 en 4: Huisje, Boompje, Beestje groep 5 en 6: Nieuws uit de natuur groep 7 en 8: School-TV-weekjournaal

Buitenspel

4:00

5:00

0:15

Sociaal Emotionele Ontwikkeling

0:25

0:30

0:30

0:30

0:30

0:30

0:30

0:30

Actief burgerschap en sociale integratie

0:30

0:30

Op onze school besteden we aandacht aan actief burgerschap en sociale integratie. We doen dit onder andere door gebruik te maken van de methode “Leefstijl”. De school is bij uitstek de plek waar elke leerling kennismaakt met de verschillende achtergronden van leeftijdsgenoten. Actief burgerschap is het kúnnen en wíllen deelnemen aan de samenleving. Burgerschap gaat over diversiteit, acceptatie en tolerantie. Het vraagt om reflectie op eigen handelen, een respectvolle houding en een bijdrage aan de zorg voor je omgeving.

Nederlandse Taal Taal (incl. Spelling)

4:20

6:45

3:00

4:45

4:45

5:00

5:00

5:05

Lezen

7:30

5:05

3:50

3:30

3:20

3:20

Schrijven

1:30

1:20

0:50

0:35

0:15

0:15

0:30

0:50

0:50

0:50

5:00

5:20

5:20

5:35

Aardrijkskunde

0:40

0:45

0:45

0:45

Geschiedenis

0:40

0:45

0:45

0:45

0:30

0:30

0:30

0:30

0:30

0:45

0:35

0:30

0:30

0:20

0:20

0:20

0:20

1:30

1:30

1:30

1:30

1:30

1:30

0:30

0:30

0:30

0:30

0:30

0:30

Documentatie centrum

Rekenen en Wiskunde

3:30

3:50

4:00

5:00

Kennisgebieden

Natuur & Techniek Wereldoriëntatie

0:25

0:30

Verkeer Expressievakken Tekenen & Handvaardigheid

Engelse Taal Pauze

1:00

1:15

1:15

1:15

1:15

1:15

1:15

1:15

Totaal aantal uren

20:00

25:00

25:00

25:00

25:00

25:00

25:00

25:00

In het schooljaar 2015-2016 gaan de kinderen van groep 1 in totaal 906 uur naar school. De kinderen van de groepen 2 t/m 8 gaan 976 uur naar school. Dit leidt er dus toe dat onze leerlingen het wettelijk verplichte aantal van 7520 uren onderwijs volgen.

14

Burgerschap vraagt de bereidheid en het vermogen om mee te denken, mee te beslissen en mee te doen. Dit kan op verschillende niveaus: in de klas, op school, in de buurt of voor mensen in een ander land. De Onderwijsraad maakt bij burgerschap dan ook onderscheid tussen schoolburgerschap, maatschappelijk burgerschap en staatsburgerschap.

Schoolburgerschap gaat er van uit dat de school een minisamenleving is. Als school stimuleren we de leerlingen om een goed burger van de school te zijn, bijvoorbeeld door zorg te dragen voor het lokaal. Tijdens de lessen leren de kinderen samenwerken, naar elkaar luisteren en hun mening te geven. Deze aspecten van sociale competentie zijn nodig om je als ‘goed burger’ te kunnen gedragen. Maatschappelijk burgerschap is zowel dichtbij huis en school als verder weg van toepassing. Een voorbeeld van maatschappelijk burgerschap dichtbij huis is huiswerk brengen naar een zieke klasgenoot. Een voorbeeld van maatschappelijk burgerschap ver weg is de adoptie van een kind in een ontwikkelingsland. Bij staatsburgerlijke vorming leren kinderen wat democratie inhoudt. Ze leren over politiek en de organisatie van onze samenleving.

Documentatiecentrum Het documentatiecentrum is opgezet om de leerlingen op zelfstandige wijze leerstofonderdelen te laten verwerken. De leerlingen werken zelfstandig aan een bepaald onderwerp of thema. Het documentatiecentrum is uitgerust met een zoeksysteem. Daarnaast maken we gebruik van het kennisnet om binnen het documentatiecentrum een extra dimensie toe te voegen. In groep 5 maken de leerlingen in groepjes en onder begeleiding een eigen werkstuk. Iedereen in het groepje heeft hetzelfde onderwerp, maar werkt dat ‘zelfstandig’ uit. In de groepen 6 t/m 8 hebben de kinderen elke week één uur documentatiecentrum. Enkele ouders komen dan op school om te helpen. De groepen 6 t/m 8 maken werkstukken naar aanleiding van een zelfgekozen onderwerp. Zij kiezen op school een onderwerp en lezen daarover een aantal boeken. Dat kunnen boeken van school zijn, maar ook boeken van de bibliotheek. De leerlingen mogen ook van internet hun informatie halen. Er wordt verwacht dat de kinderen het werkstuk op de computer maken.

15


Engelse Taal In groep 7 en 8 krijgen de leerlingen Engelse les. Daarvoor gebruiken we de methode “Hello World”. Er wordt aandacht besteed aan spreek- en schrijfvaardigheid. De kinderen leren eenvoudige dialogen te voeren; vertellen wie je bent, de weg vragen e.d. We maken daarbij gebruik van verschillende werkvormen.

Geschiedenis In de groepen 1 t/m 4 valt het vak geschiedenis onder “wereldoriëntatie”. Voor de groepen 5 t/m 8 maken we gebruik van de methode “Bij de Tijd”. Met geschiedenis willen we de kinderen onder andere leren dat ze zich kunnen inleven in situaties van het heden en verleden en dat de kinderen historische gebeurtenissen in de geschiedkundige context kunnen plaatsen. We lezen met de kinderen de verhalen van vroeger, praten samen over de geschiedenis en maken opdrachten naar aanleiding van de gelezen teksten. Met elkaar denken we na over de invloed van gebeurtenissen uit het verleden op de wereld van vandaag.

Godsdienst In de groepen 1 t/m 8 wordt de dag doorgaans begonnen in de kring. Er wordt met de kinderen gebeden en er worden diverse bijbelse liederen aangeleerd en gezongen. Daarbij gebruiken we de methode ‘Trefwoord’. Twee à drie keer per week wordt een bijbelverhaal verteld. De verwerking kan bestaan uit een creatieve opdracht of een gesprek naar aanleiding van het verhaal. In alle groepen is er aandacht voor de Christelijke feestdagen. We eindigen de dag met gebed en/of een lied.

Handvaardigheid & Tekenen In de groepen 1 en 2 wordt de nadruk gelegd op het kennismaken met materialen en hulpmiddelen. In de groepen 3 t/m 8 gebruiken we de methode ‘Moet je doen – handvaardigheid’ als inspiratiebron. Er wordt rekening gehouden met de onderwerpen die op dat moment in de belangstelling staan. Elk jaar komen verschillende technieken aan bod. De technieken worden aangeleerd en verder creatief uitgewerkt.

16


In het recente verleden is een start gemaakt om de wereldoriënterende vakken op creatieve wijze te verwerken. Hierdoor zullen beide vakgebieden elkaar versterken. In het schooljaar 2015-2016 zal dit verder uitgebouwd worden.

Lezen In de groepen 1 en 2 wordt dagelijks voorgelezen. Hierbij worden ook regelmatig prentenboeken gebruikt. Deze boeken kunnen de kinderen na het voorlezen nog eens bekijken. Hierdoor wordt de interesse voor boeken en het lezen gestimuleerd. Daarnaast worden er in de kleutergroepen ook spelenderwijs letters aangeboden. In groep 3 komen de diverse onderdelen van taal en lezen niet afzonderlijk aan de orde, maar vormen één geheel. Er wordt gestart met het aanvankelijk leesproces. De leerlingen leren alle letters (klanken) en zogenaamde ‘globaalwoorden’. We gebruiken hier de methode “Veilig Leren Lezen” voor. Gebruikte materialen zijn: reuzenleesboeken, leesboekjes, werkschriften, letterdozen, woordkaartdoosjes, de speelleesset en de computer. Dit aanvankelijk leesproces wordt gevolgd door het voortgezet lezen; automatisering van het lezen, leestempo en leesbegrip staan dan centraal. Vanaf groep 4 worden meerdere methoden gebruikt voor het leesonderwijs. De methode voor voortgezet technisch lezen “Goed Gelezen” is in de groepen 4 t/m 6 ingevoerd. Het oefenen van technisch lezen blijft belangrijk (leestechniek en leestempo). In de hoogste groepen van de basisschool leren de leerlingen leesstrategieën ontwikkelen, waardoor teksten nog sneller en beter verwerkt kunnen worden. Ook worden in de groepen 4 t/m 8 boeken- en spreekbeurten gehouden en wordt er voorgelezen. Tot en met groep 8 blijft aandacht geschonken worden aan het technisch lezen zodat de vaardigheid van vlot en goed lezen onderhouden en zelfs uitgebreid wordt. Tijdens het leescircuit lezen de leerlingen diverse soorten teksten en is er ruimte om kinderen extra te ondersteunen. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan begrijpend en studerend lezen. Aan de hand van actuele teksten vanuit de methode “Nieuwsbegrip” leren de kinderen verschillende leesstrategieën (bijvoorbeeld het voorspellen en samenvatten van teksten).

Lichamelijke oefening & zwemmen Tijdens de gymlessen voor de kleuters wordt er zoveel mogelijk tegemoet gekomen aan de bewegingsdrang van de kleuters. Gymschoenen zijn verplicht. Ze worden op school bewaard. De leerlingen van groep 3 t/m 8 krijgen twee keer per week les in sportcentrum “Helsdingen”. De lessen worden gegeven door een vakleerkracht of een leerkracht die bevoegd is deze lessen te geven. Naast het aanleren van de basisvormen van bewegen is het plezier krijgen in verschillende sporten ook een belangrijk doel van dit schoolvak. Sportkleding en goede schoenen (in verband met de vloer: zonder zwarte zolen) zijn verplicht. Omdat we met de kinderen naar de gymzaal lopen is het erg handig als dit verpakt zit in een grote, stevige tas of rugtas. Bewegen is van essentieel belang voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Basisschoolleerlingen bewegen graag en veel en binnen de lessen bewegingsonderwijs bieden wij allerlei mogelijkheden aan om dit goed te doen. De basisschoolleeftijd is bij uitstek geschikt voor “het motorische leren” in al zijn facetten. Kinderen leren snel en gemakkelijk, kunnen goed aanwijzingen verwerken en zijn nog geconcentreerd met het leren bewegen bezig. Deze positieve bewegingsinstelling en deze “natuurlijke” behoefte aan sport en bewegen is heel belangrijk in ons verdere leven. In onze steeds bewegingsarmer wordende samenleving is regelmatig bewegen noodzakelijk en een plezierige compensatie voor alle vormen van stress. Een ander belangrijk aspect van het bewegingsonderwijs op school is het “sociale leren” binnen de groep. Sporten lukt niet zonder samenwerken en is ook geen normvrije en waardevrije aangelegenheid. De leerlingen moeten verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor anderen leren accepteren (bijvoorbeeld op het gebied van gevaar en veiligheid), de beginselen van fair en sportief spel leren hanteren en de (on)mogelijkheden van zichzelf en van medeleerlingen leren respecteren. Het onderwijs in bewegen vindt op een systematische en planmatige wijze plaats en indien nodig aangepast aan de individuele mogelijkheden. Tijdens de lessen werken we klassikaal bij het aanleren van een geheel nieuwe bewegingsvorm, maar meestal zijn we in groepjes of “hoeken” bezig. Op deze manier wordt ook het zelfstandig leren werken optimaal gestimuleerd.

Wij gaan uit van een 10-tal leerlijnen die bij elkaar aangeven wat de leerlingen in de lessen bewegingsonderwijs van 4-12 jaar leren. Deze leerlijnen zijn: balanceren, klimmen / klauteren, zwaaien, over de kop gaan, springen, hardlopen, bewegen op muziek, mikken, tikspelen en doel- en trefspelen. Een leerlijn die meer accent krijgt in de bovenbouw is bijvoorbeeld ‘doelspelen’. Het is voor onderbouwleerlingen, gezien hun motorische ontwikkeling, nog te moeilijk om in complexe balsituaties samen te spelen. In de groepen 1 en 2 wordt er daarom met 2-tallen overgegooid en komen in de groepen 3 en 4 allerlei “lummelspelletjes” aan bod. Globaal gezien komen pas in de groepen 7 en 8 de doelspelen als handbal, voetbal, korfbal en basketbal aan de orde. We gebruiken hierbij de methode ‘Basislessen Bewegingsonderwijs’. De groepen 4 hebben één gymles en een half jaar lang een uur schoolzwemmen. Het zwemonderwijs vindt onder schooltijd plaats in het overdekte zwembad “Helsdingen” en wordt gegeven door zweminstructeurs. De zwemlessen zijn gratis; alleen voor het diplomazwemmen wordt een vergoeding gevraagd.

Muziek Onze muziekmethode “Vier muziek met!” is een complete muziekmethode voor de groepen 1 t/m 8 van het basisonderwijs. Zingen laat kinderen plezier beleven aan muziek en bevordert hun muzikale ontwikkeling. Zingen is expressie en een manier van zelfontplooiing met het instrument dat er eigenlijk altijd is: de stem. De methode zet het lied in het centrum van de muziekles, met daaromheen de verwerkingsopdrachten. Hierbij wordt voortdurend rekening gehouden met de mogelijkheden van het kind en het bereik van de kinderstem. Het niveau groeit in de jaren met het niveau van de kinderen mee.

Natuur en techniek In de groepen 1 t/m 4 valt het vak natuur & techniek onder “wereldoriëntatie”. Voor de groepen 5 t/m 8 maken we gebruik van de methode “Natuniek”. Het is een lesmethode waarmee kinderen leren door te doen. Door het doen van proefjes ervaren ze hoe iets werkt en vervolgens wordt daar de theoretische kennis aan verbonden.

17


Rekenen In de groepen 1 en 2 gebruiken we de methode “Rekenrijk”. Met behulp van deze methode bieden we diverse rekenvaardigheden aan (de cijfersymbolen, het kunnen tellen van een aantal en het aanleren van rekenbegrippen zoals meer en minder, eerste, tweede, erbij en eraf etc.). Deze vaardigheden zijn belangrijk voor het aanvankelijk rekenen. Middels de activiteitenlijn van Rekenrijk bieden we iedere dag een betekenisvolle rekenen wiskundeactiviteit aan waarin de leerlingen handelend rekenen wiskundeactiviteiten uitvoeren. De activiteiten welke we aanbieden zijn uiteenlopend: naast kringactiviteiten zijn er activiteiten die in de speelzaal of op het schoolplein plaatsvinden, maar ook aan tafel en in de bouwhoek wordt er gerekend, geredeneerd en gemeten. In de groepen 3 tot en met 8 wordt gewerkt met de nieuwste versie van de methode “Wereld in Getallen”. Er is aandacht voor het verwerven van inzicht én voor het oefenen van vaardigheden. De kinderen leren hoofdrekenen, cijferen en schattend rekenen. Tevens oefenen zij met de onderdelen meten, tijd en geld. In de hoogste groepen wordt geoefend in het rekenen met breuken, procenten en verhoudingen. Wereld in getallen is opgebouwd volgens de ‘dakpanconstructie’. Eerst geven we instructie voor oriëntatie en begripsvorming. Dan oefenen de kinderen zelfstandig. Uiteindelijk gaan de leerlingen het onderwerp automatiseren. We besteden veel tijd en aandacht aan oefenen en herhalen. Dit zorgt voor een goed fundament. In het tweede gedeelte van elke rekenles werken alle kinderen zelfstandig aan de weektaak. In de opgaven komt alleen behandelde stof aan bod. Zo leren de kinderen om zelf problemen op te lossen en hun werk te plannen. Bij de weektaak horen ook oefeningen op de computer. De methode biedt de verwerking van de leerstof op drie niveaus aan: het basis- of twee sterrenniveau voor de gemiddelde leerling, het plus- of drie sterrenniveau voor de kinderen die meer aankunnen en het minimum of één sterniveau voor de kinderen die extra instructie en herhaling nodig hebben.

18


Na elke klassikale instructie geven we rekenzwakke kinderen verlengde instructie in het bijwerkboek. Zij krijgen één oplossingsstrategie aangeboden. Voor rekensterke kinderen is er het pluswerkboek. Daarin werken ze als ze klaar zijn met het plusniveau in de weektaak. De opgaven zijn verdiepingen en lopen niet vooruit op de komende lesstof. Op deze manier zorgen we voor elke leerling voor werk op het eigen niveau en komen we tegemoet aan de verschillen tussen leerlingen.

Schrijven In de groepen 1 en 2 ligt het accent op de ontwikkeling van de grove en fijne motoriek. De onderdelen van het voorbereidend schrijven zijn geïntegreerd in de projecten. De betreffende oefeningen zijn gericht op lichaamsbesef, ruimtelijke oriëntatie, coördinatie en evenwicht. Tijdens het voorbereidend schrijven wordt gewerkt aan het aanleren van de juiste potloodgreep, het zich bewust worden van de voorkeurshand, als ook het oefenen van grote schrijfbewegingen en patronen. In groep 3 wordt het schrijfonderwijs gekoppeld aan de structuurwoorden van de methode “Veilig Leren Lezen”. Aanvankelijk worden de letters lichthellend los van elkaar geschreven om uiteindelijk medio groep 3 de woorden aan elkaar te gaan schrijven in zinnen. In de groepen 3 t/m 8 wordt gewerkt met de methode “Pennenstreken”. In groep 4 worden de hoofdletters aangeleerd en worden de schrijfletters kleiner. In groep 5 verdwijnen de steunlijnen op papier en blijft alleen de basislijn over. In de groepen 6 t/m 8 komt het voortgezet schrijven aan de orde. Behalve het aan elkaar schrijven gaat het ook om beeldend en creatief schrijven, blokschrift, sierschrift en tekstverzorging. Met tempotraining en schriftevaluatie wordt een vlot en leesbaar eigen handschrift bevorderd.

Sociaal emotionele ontwikkeling Voor de sociaal emotionele ontwikkeling gebruiken wij de methode ‘Leefstijl’. Dit is een methode waardoor kinderen zich bewust worden van waarden en normen. Niet theoretisch of door ze op te leggen, maar in de praktijk.

Door samen met klasgenoten activiteiten en opdrachten te doen die het besef van ‘goed omgaan met elkaar’ versterken. Ook voor het optimaal functioneren van kinderen en het ontwikkelen van hun talenten zijn competenties als zelfvertrouwen, doordachte beslissingen nemen, luisteren, je gevoelens uiten en rekening houden met anderen onmisbaar. Ieder jaar komen de volgende thema’s aan de orde: De groep dat zijn wij (over sfeer in de groep), Praten en luisteren (over communicatie), Ken je dat gevoel? (over gevoelens), Ik vertrouw op mij (over zelfvertrouwen), Iedereen is anders, allemaal gelijk (over diversiteit) en Lekker gezond (over gezondheidsvaardigheden). Om ouders te betrekken bij de “Leefstijl” lessen wordt in de Nieuwsbrief aandacht besteed aan het thema dat in de groepen wordt behandeld.

Taal In de groepen 1 en 2 zijn de kinderen spelenderwijs met taal bezig. Met behulp van de methode “Schatkist” bieden we diverse taalvaardigheden aan zoals rijmen, het verdelen van woorden in klankgroepen, en het aanleren van enkele letters. In groep 3 werken we met de taal- leesmethode “Veilig Leren Lezen”. Taalbeleving en leren lezen staan centraal. Dictees en het maken van zinnen worden door de methode aangeboden. Het doel hierbij is: komen tot het begrijpen van de geschreven taal. Aan het einde van groep 3 worden de woordpakketten aangeboden en regelmatig dictees afgenomen. We werken in de groepen 4 t/m 8 met de taalmethode ‘Taal in Beeld’ en ‘Spelling in Beeld’.

Verkeer Bij verkeer wordt in de groepen 3 en 4 gebruikt gemaakt van het verkeerseducatiepakket “Rondje Verkeer”. In de groepen 5 en 6 wordt er gewerkt met het blad “Op voeten en fietsen”, in de groepen 7 met “De Jeugdverkeerskrant”. Allen uitgegeven door Veilig Verkeer Nederland. Tevens wordt er in groep 7 een theoretisch verkeersexamen gedaan, waarbij de kinderen een diploma kunnen behalen.

Zelfstandig werken en het GIP-model Het GIP-model biedt een klassenorganisatiestructuur die het mogelijk maakt dat leerkrachten kinderen individueel kunnen helpen doordat de andere kinderen op dat moment zelfstandig werken. We doen dit omdat ieder kind dat wij in de klas hebben verschillend is en op een andere manier of in een ander tempo leert. Niets nieuws natuurlijk, maar hoe komen we nu als leerkrachten ieder kind tegemoet in zijn eigen onderwijsbehoefte? Of, anders gezegd, hoe nemen we ieder kind bij de hand en begeleiden we hem op zijn weg? Een vraag die zich aandient is of ieder kind wel het beste leert door bij de hand genomen te worden. In de praktijk blijkt dat veel kinderen het heerlijk vinden zelfstandig de leerstof te verwerven en kennis te vergaren. Deze honger om de wereld op eigen wijze te verkennen, heeft u al bij uw kind mogen zien toen het nog kruipend door de kamer ging en alles aan een onderzoek onderwierp. En aan die behoefte is niet veel veranderd, maar de manier waarop dat leren gebeurt natuurlijk wel. Ook de mate waarin een kind verantwoordelijkheid kan dragen voor zijn eigen leerproces verschilt natuurlijk van kind tot kind, maar wanneer we hier systematisch aandacht aan besteden in de klas, zien we dat kinderen daarin veel kunnen ontwikkelen. Hoe we dat doen? Dat doen we door ‘uitgestelde aandacht’ te oefenen met de kinderen; wat doe je als je een vraag hebt? Veel kinderen zijn geneigd hun vinger op te steken en hulpeloos om zich heen te gaan kijken tot het moment dat zij de blik van de leerkracht kunnen vangen zodat die hun vraag kan beantwoorden en zij weer verder kunnen met hun werk. Toch zijn tal van andere oplossingsmogelijkheden voor handen; een leerling zou een groepsgenoot om hulp kunnen vragen, hij zou de instructie zelf nog eens door kunnen lezen, terugkijken naar de stof die voorafging of de moeilijkheid overslaan en verder gaan met wat hij wel snapt tot het moment dat hij wel hulp kan krijgen. In de praktijk blijkt die vinger eerder een vorm van aangeleerde hulpeloosheid dan dat het kind echt niet verder kan.

19



7. Leerlingenzorg Op De Voorhof werken we met een jaarklassensysteem. De leerkracht is een jaar lang als eerst verantwoordelijke betrokken bij de groep. Hij/zij is aanspreekpunt voor ouders en collegae, aangezien hij/zij van alle facetten van de ontwikkeling van de leerlingen het best op de hoogte is. Behalve het betrokken zijn bij de eigen groep voelen we ons als gehele team verantwoordelijk voor alle leerlingen van alle groepen. Regelmatig vindt er overleg over de leerlingen plaats.

Een groot voordeel is, genoemd door de kinderen zelf, dat zij op deze manier altijd door kunnen werken en leren en niet hoeven te wachten totdat ze ‘eindelijk aan de beurt zijn’. Bijkomend voordeel is natuurlijk dat de leerkracht op dat moment zijn handen vrij heeft om die kinderen te helpen die nog niet zo zelfstandig zijn, moeite hebben met de lesstof of juist wat extra’s aan kunnen. Ook de gemiddelde leerling heeft hier baat bij. Want ook deze leerling kan en wil de lesstof zelfstandig verwerven en ook deze leerling zal uiteindelijk als zelfstandig en weldenkend mens de maatschappij in moeten gaan en dat moet je oefenen, zelf oefenen. Het is toch veel waardevoller dat een kind zijn best doet omdat hij de rekensom wil snappen dan dat hij dat doet omdat hij een stickertje kan verdienen?! Een ander voordeel is ook dat deze manier van werken het mogelijk maakt dat kinderen samen overleggen, helpen en overtuigen en medeverantwoordelijk zijn voor elkaars welbevinden en leren. Kortom ook de sociale vaardigheden van leerlingen komen volop aan bod.

20

Medeverantwoordelijkheid dragen voor het eigen leerproces vraagt ook om te kunnen plannen. Dat oefenen we al vanaf groep 1. Bij groep 1 en 2 werken we daarom met zogenaamde planborden. We breiden dat plannen in de loop der jaren uit met dagen weektaken.

Excursies en gastlessen Regelmatig zijn er gastlessen, zoals: • gastles in het kader van een project • gastles bureau HALT • gastles muziekschool Vianen • project over roken, alcohol en drugs Ook worden excursies met een educatief doel georganiseerd, zoals: • bibliotheekbezoek • bezoek aan de Schaapskooi in Hei en Boeicop • boswandeltocht • bezoek aan en van de kunstuitleen • excursies in het kader van kunst en cultuureducatie

Om eventuele problemen met de leerstof te signaleren, worden er regelmatig toetsen afgenomen. Voor de kinderen van de groepen 1 en 2 vult de leerkracht twee keer per jaar de Pravoo observatielijst in. Vanaf groep 3 worden de toetsen afgenomen, die bij de verschillende methodes horen. Daarnaast worden landelijke toetsen afgenomen, zoals de Cito toetsen Rekenen en Taal in groep 1 en 2, de rekentoets, spellingtoets en leestoets in de groepen 3 t/m 8. Bij deze toetsen kunnen de resultaten worden vergeleken met het landelijk gemiddelde. De resultaten worden samen met andere relevante gegevens opgenomen in het leerlingvolgsysteem, zodat een doorgaande lijn duidelijk zichtbaar wordt. Vorderingen en belangrijke gegevens van de leerlingen worden zorgvuldig doorgegeven bij de overgang naar de volgende groep. Hoewel de leerstof grotendeels klassikaal wordt aangeboden, is er ook veel “zorg op maat”. Leerlingen die wat meer tijd en oefening nodig hebben om zich de leerstof eigen te maken krijgen extra begeleiding. Leerlingen die naast de leerstof meer uitdaging nodig hebben, krijgen leerstof die o.a. een beroep doet op hun eigen oplossingsvaardigheden. De sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen van groep 2 t/m 8 wordt bijgehouden middels de signaleringslijst van ‘Seol’. Tijdens de spreekavonden vormen deze gegevens de leidraad van het gesprek tussen leerkracht en ouders.

We geven deze zorg vorm in zogenaamde arrangementen middels het Onderwijscontinuüm van de CED-Groep®. Dit is een reeks op elkaar aansluitende en elkaar aanvullende onderwijsarrangementen die voor iedere leerling passend onderwijs garanderen. Dat wil zeggen dat álle kinderen de kans krijgen om hun talenten optimaal te ontwikkelen. Het Onderwijscontinuüm geeft ons richting voor het opzetten van een basisarrangement voor de meeste leerlingen, met daar bovenop (zeer) intensieve arrangementen voor leerlingen die meer zorg nodig hebben en een verdiept arrangement voor getalenteerde leerlingen. Als tweede kijken we naar individuele leerlingen voor wie het onderwijscontinuüm verder passend gemaakt moet worden. Binnen een doorgaande lijn past ook groei naar zelfstandigheid en verantwoordelijkheid voor eigen werk. Een positief zelfbeeld, sociale vaardigheden en een eerlijk inzicht in de eigen mogelijkheden zijn mede voorwaarden voor een gelukkige en geslaagde schoolloopbaan. Leerlingen die hier moeite mee houden, worden extra begeleid. Al deze “zorg op maat” kost veel inspanning en tijd. In eerste instantie zal de leerkracht zorgen voor de nodige ondersteuning. Wanneer een leerling in aanmerking komt voor extra begeleiding door een remedial teacher, dan krijgen de ouder(s)/verzorger(s) daarvan mondeling of schriftelijk bericht. Hoewel ons doel is zoveel mogelijk de extra zorg en begeleiding in de klas vorm te geven, zal het duidelijk zijn dat al deze extra’s niet alleen door de groepsleerkracht verzorgd kunnen worden. Er zijn dan ook in de loop van de jaren steeds meer mensen bij betrokken geraakt. Hierover leest u elders in deze gids meer.

21



De zorg voor het jonge kind

Hoogbegaafdheid

Jonge kinderen leren al doende tijdens hun spel. We komen daaraan tegemoet door de inrichting van leerrijke hoeken en te zorgen voor veel spelmateriaal waarvan kleuters kunnen leren. Het onderwijs in de kleutergroepen wordt thematisch aangeboden met behulp van de methode “Schatkist”. De thema’s sluiten goed aan bij de belevingswereld van het jonge kind. Spelenderwijs wordt aandacht besteed aan letters en klanken, aan hoeveelheden en cijfersymbolen.

Zoals de leerlingen met een leerachterstand de nodige begeleiding bij ons op school ontvangen, krijgen ook de leerlingen met een didactische voorsprong aandacht en begeleiding. Deze (hoog)begaafde leerlingen hebben namelijk dezelfde behoeften als alle leerlingen. Voor hen is leren ook: beheersen wat je nog niet kunt, grenzen verleggen en fouten maken. Ook zij moeten een wezenlijke inspanning kunnen leveren, niet altijd meteen succesvol zijn en studievaardigheden ontwikkelen. Hierin is een belangrijke taak voor de school, als stimulerende omgeving, weggelegd. Ons beleid hierin is gebaseerd op de definitie van Heller. De definitie die Heller hanteert, is dat (hoog)begaafden hun talent niet noodzakelijkerwijs uiten in de vorm van uitzonderlijke prestaties, maar dat zij op grond van hun aanleg en een stimulerende omgeving, makkelijker dan gemiddeld begaafde mensen, tot die uitzonderlijke prestaties kunnen komen. Om te weten wie deze leerlingen zijn maken we gebruik van het signaleringsinstrument SiDi-3 van Alja de Bruinde Boer en Jan Kuipers. Dit protocol is gericht op het signaleren en diagnosticeren van (hoog)begaafde kinderen in het primair onderwijs.

De kleuters worden in hun ontwikkeling gevolgd door middel van dagelijkse observaties die worden bijgehouden in de groepsregistratiemap. De dagindeling wordt voor de kleuters zichtbaar gemaakt door middel van pictogrammen van de activiteiten. De kleuters weten zo wat er gaat gebeuren en wat er van hen wordt verwacht, dit biedt de kleuter structuur, De kleuters leren hun werk zelf te plannen met behulp van het planbord. De timer geeft de kleuters zicht op de tijd die wordt besteed aan het zelfstandig werken. Tijdens het zelfstandig werken kan de leerkracht aandacht besteden aan individuele leerlingen of subgroepjes. De kleuters worden gevolgd via het leerlingvolgsysteem van Cito in januari en juni, deze toetsen worden afgenomen door de groepsleerkracht. Ook wordt de risicoscreening dyslexie afgenomen. Naar aanleiding van de toetsresultaten bekijkt de leerkracht samen met de IB-er of er extra hulp nodig is voor een kleuter. Wanneer extra hulp nodig is, wordt dit vastgelegd in een individueel of groepshandelingsplan. Zorgen op het gebied van taal, rekenen of sociaalemotionele problemen worden opgevangen in de kleine kring. Deze kring met 3 à 4 kleuters wordt georganiseerd tijdens het zelfstandig werken. Op deze wijze kan de groepsleerkracht optimaal aandacht besteden aan de kleuters en hen stimuleren waar dit nodig is. De kleine kring biedt de kleuters veiligheid, vertrouwen en kansen op extra individuele aandacht. Als er zorg nodig is voor een kleuter wordt dit besproken met de ouders.

22

Bij gesignaleerde leerlingen kunnen wij zowel binnen als buiten de groep zorgen voor een passend aanbod. Wanneer er door middel van het compacten van de standaard lesstof tijd is gecreëerd in het lesplan van de leerling, wordt deze tijd gebruikt voor verrijkingswerk. Verrijking is een middel om vaardigheden aan te leren die niet geleerd worden door de (hoog)begaafde leerling tijdens het reguliere aanbod van lesstof. Hierbij kunt u denken aan onder andere het leren om te leren, leren omgaan met frustratie, leren plannen, zelfstandig leren werken, geheugen leren gebruiken. We bieden in eerste instantie verdiepingsopdrachten aan, alvorens we starten met verbredingsopdrachten. Daarnaast zijn contacten met ontwikkelingsgelijken belangrijk, omdat deze de mogelijkheid bieden om sociale vaardigheden op het eigen niveau te ontwikkelen. De plusklas is een van de mogelijkheden om aan deze behoeften te voldoen.

Plusklasbegeleider De plusklasbegeleider is een groepsleerkracht die naast lesgevende taken en groepsverantwoordelijkheid, een specifieke taak binnen de school vervult. De plusklasbegeleider is onder andere verantwoordelijk voor het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van het zorgbeleid, met name op het terrein van hoogbegaafdheid. De specialist hoogbegaafdheid geeft leerkrachten en ouders ondersteuning bij het signaleren en diagnosticeren van leerlingen die mogelijk kunnen presteren op hoogbegaafd niveau. Naar aanleiding van het diagnostisch onderzoek wordt een handelingsplan opgesteld gebaseerd op de onderwijsbehoeften van de hoogbegaafde leerling. Tevens geeft de plusklasbegeleider steun aan de leerkracht bij de uitvoering. Tot slot is de specialist hoogbegaafdheid verantwoordelijk voor het lesgeven en begeleiden van onze plusgroepen.

De Plusklas Het is fijn voor een kind om het eigen hoge tempo te kunnen aanhouden, zonder dat het voor anderen te snel gaat. Het is goed om in ontwikkelingsgelijken herkenning te vinden en voor het zelfbeeld te ervaren: “Ik ben niet alleen, er zijn er meer zoals ik”. Naast het belang van het

opdoen van contacten met ontwikkelingsgelijken is het belangrijk dat het onderwijsaanbod in de plusklas in het teken staat van het aanleren van vaardigheden die de (hoog)begaafde leerling niet opdoet tijdens het reguliere aanbod van de lesstof en/of niet bij het verrijkingswerk in de klas. We werken zowel met een plusgroep voor de middenbouw als de bovenbouw. Deze groepen leerlingen komen eens per week bijeen onder begeleiding van de plusgroepbegeleider. Voor criteria om in aanmerking te komen om deel te nemen aan de plusklas en de verdere organisatie hiervan, verwijzen wij u naar het beleidsplan ‘(Hoog)Begaafden’.

Beleid ten aanzien van veiligheid Wij hebben een aantal maatregelen genomen om de veiligheid van kinderen en personeel zo goed mogelijk te waarborgen en te vergroten. Wij onderscheiden maatregelen op het gebied van de sociale veiligheid en op het gebied van de fysieke/arbotechnische veiligheid. Onze aanpak met betrekking tot de sociale veiligheid is vooral gericht op het voorkomen van onveilige situaties.

23


We denken daarbij aan het werken met onze 8 leefregels en de routines die hieruit voortvloeien (zie ook Hoofdstuk 2 ‘Onze school staat voor’) en het gebruik van een methode voor de sociaal emotionele ontwikkeling: Leefstijl (zie ook Hoofdstuk 6 ‘Sociaal emotionele ontwikkeling’). Ons beleid ten aanzien van pesten is vastgelegd in het schoolreglement, deze schoolgids en in de beleidsnotitie ‘Schoolveiligheid’. De directie, MR en OR hebben gezamenlijk een intentie uitgesproken over hoe we binnen en buiten de school om willen gaan met de sociale media. Met betrekking tot de fysieke/arbotechnische veiligheid hebben we in het schooljaar 2014-2015 een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) opgesteld. Het plan van aanpak dat hieruit is voortgekomen, is besproken met de medezeggenschapsraad en wordt op dit moment uitgevoerd. Op deze wijze wordt planmatig gewerkt aan de verbetering van de veiligheid van kinderen en personeel. Ook op onze school kan er onverhoopt wel eens iets niet gaan zoals wij dat graag zouden willen ten aanzien van de veiligheid. Voor die gevallen hebben we ‘Het ontruimingsplan’ en ‘Het Protocol Vermissing en Verdwijning’. Om van deze incidenten te kunnen leren, houden wij een ongevallenregistratie bij. ‘Het ontruimingsplan’ wordt twee keer per jaar met alle kinderen in de praktijk geoefend.

Beleid ten aanzien van pesten Onze aanpak is preventief. Hierbij gebruiken we een methode voor de sociaal emotionele ontwikkeling: “Leefstijl”. Alle Leefstijllessen zijn eigenlijk impliciet een weerbaarheidtraining tegen pesten. In de diverse thema’s wordt gewerkt aan een goede groepssfeer, worden afspraken gemaakt over de omgang met elkaar, is er aandacht voor communicatie, emotionele intelligentie en zelfvertrouwen. Allemaal ingrediënten om pestgedrag tegen te gaan. In het thema ‘iedereen is anders, allemaal gelijk’ wordt expliciet aandacht besteed aan pestgedrag. Kinderen worden zich bewust van het feit dat ze allemaal verschillend zijn en leren die verschillen te waarderen. We benadrukken daarnaast dat ieder kind gelijkwaardig is. Ook omgaan met conflicten, voor jezelf opkomen en weerstand bieden aan groepsdruk komt aan de orde.

24


Werkgroep “Plotselinge dood”

Daarnaast begeleidt de remedial teacher leerlingen individueel of in kleine groepjes. Dit gebeurt met name in de groepen 3 t/m 5. Om leerachterstanden te voorkomen worden kinderen uit de groepen 2 en 3 soms preventief begeleid. Kinderen die van een andere school binnenkomen worden, indien nodig, getoetst.

Een onverwacht sterfgeval doet zich (gelukkig!) maar zelden voor binnen een school. Maar als het zich voordoet, is het een gebeurtenis die de hele schoolgemeenschap raakt. Er moet door de school tactvol, snel en weloverwogen gehandeld worden om te voorkomen dat er door onzorgvuldigheid problemen ontstaan. De Voorhof heeft een werkgroep “de plotselinge dood”. Er is een draaiboek opgesteld om directie en leerkrachten een zeker houvast te bieden in de mogelijk verwarde situatie die zich voordoet wanneer een leerling, een leerkracht of een ouder plotseling overlijdt.

De adviseur van de onderwijsbegeleidingsdienst

Het zorgteam

De Intern Begeleider Door de ontwikkelingen binnen het onderwijs blijven steeds meer leerlingen met speciale onderwijsbehoeften binnen de basisschool. Daarom wordt er meer inzicht in de specifieke problematiek vereist van leerkrachten en remedial teachers om de leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden. Zij volgen daartoe bijscholingscursussen en themadagen, individueel of als team. Om al deze facetten van zorg en begeleiding goed te stroomlijnen is er binnen de school een intern begeleider aangesteld. Bovendien neemt De Voorhof samen met andere scholen uit de regio deel aan een samenwerkingsverband van basisscholen in de regio. De intern begeleiders van deze scholen hebben regelmatig besprekingen over de extra zorg aan leerlingen en ontwikkelingen op het gebied van de leerlingenzorg. Om u als ouders regelmatig op de hoogte te houden van de ontwikkeling van de kinderen zijn er informatie-, kijk-, en spreekavonden. Is er alsnog behoefte aan overleg, dan is de groepsleerkracht het eerste aanspreekpunt. Daarnaast zijn de intern begeleider en de remedial teachers op de hoogte van de leerlingen die extra begeleiding krijgen. De extra zorg wordt vastgelegd en in het (afgesloten) leerlingendossier bewaard. Alle verslagen van overleg met de externe instanties en begeleiders zijn hierin terug te vinden. De directeur heeft de eindverantwoording.

De Remedial Teacher Leerlingen die moeite hebben met de leerstof krijgen extra ondersteuning van de leerkracht. De leerkracht creëert hiervoor ruimte in het dagprogramma/groepsplan (zie Zelfstandig werken en het GIP-model blz. 19). Indien de achterstand te groot is geworden of de hulpvraag heel specifiek dan kan ondersteuning gevraagd worden bij een remedial teacher. Deze neemt (zo nodig) extra toetsen af, stelt een handelingsplan op voor individuele begeleiding, stelt hiervoor lesstof samen en geeft de groepsleerkracht advies over inpassing in het lesprogramma.

Alle kinderen, ook de kinderen met ontwikkelings- en leerproblemen, worden in principe binnen onze school opgevangen. Het is de opdracht van elke basisschool ieder kind hulp en begeleiding te geven, opdat elk kind zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen. Ook De Voorhof heeft, zoals u hiervoor hebt kunnen lezen, maatregelen getroffen om juist kinderen die extra zorg behoeven te helpen. Ondanks de inzet van extra zorg kan het voorkomen dat bepaalde kinderen zich onvoldoende ontwikkelen. De problemen blijven of nemen zelfs toe! De school kan advies geven voor externe hulp. Bijvoorbeeld: fysiotherapie, logopedie, schoolmaatschappelijk werk, nader onderzoek door bijv. UMC jeugdpsychiatrie, Bureau Jeugdzorg, herhalingsonderzoek door de schoolarts. Regelmatig wordt de school door de adviseur van de Onderwijs Begeleidingsdienst bezocht om de remedial teachers en de intern begeleider te adviseren, materialen uit te lenen of vragen te beantwoorden. Bij problemen met de leerstof (handelingsverlegenheid van de school) kan in overleg met de adviseur van de Onderwijs Begeleidingsdienst worden bepaald of onderzoek nodig is. Dit onderzoek kan worden uitgevoerd door de Onderwijs Begeleidingsdienst. De onderzoeker heeft tot taak de hulpvraag te beoordelen, onderzoeks- en/of handelingsvoorstellen te doen en de uitvoering hiervan te sturen. De uitvoerende deskundige neemt contact op met ouders en school en gaat op basis van de onderzoeks- en/ of handelingsvoorstellen aan het werk. De begeleiding wordt gegeven aan de hand van een handelingsplan. Dit plan wordt geëvalueerd, eventueel bijgesteld, voortgezet en/of afgesloten na een bepaalde looptijd. Vanzelfsprekend worden ouders, intern begeleider en de groepsleerkracht(en) erbij betrokken.

25



8. Versnellen en doublures Passend onderwijs

Sporttalenten

Doubleren

Versnellen in de kleuterbouw

Met ingang van 1 augustus 2014 is de Wet op Passend Onderwijs in werking getreden. In hoofdstuk 17 vindt u informatie hierover.

Voor getalenteerde sporters is het soms noodzakelijk dat er aanpassingen gedaan worden in het lesrooster of dat er rekening met hun trainingschema gehouden wordt als het bijvoorbeeld gaat over de dag waarop er huiswerk wordt meegegeven. Deze aanpassingen ondersteunen de mogelijkheden om de droom van deze kinderen, namelijk topsporter worden, te verwezenlijken. Wanneer blijkt dat een leerling op hoog niveau zijn/ haar sport beoefent, zijn wij gaarne bereid om met de ouders en eventueel de sportclub mee te kijken welke ondersteuning wij kunnen bieden. Met ingang van het schooljaar 20142015 hebben wij een bijzondere samenwerking met FC Utrecht. FC Utrecht heeft een eigen jeugdopleiding. Doel van deze jeugdopleiding is om jeugdvoetballers op te leiden tot professionals in het betaalde voetbal, of liever: tot spelers van FC Utrecht. Jonge spelers van FC Utrecht kunnen bij ons onderwijs volgen. Goede begeleiding, extra ondersteuning en individuele afspraken stellen jonge getalenteerde voetballers in staat om onderwijs en topsport verantwoord te combineren.

Als een kind problemen heeft op een bepaald gebied kan met het bieden van extra hulp het probleem mogelijk worden opgelost. Als blijkt dat het kind moeite heeft met de basisstof of het tempo van de groep te hoog ligt, zal de leerkracht in overleg met de intern begeleider trachten de leerstof zo goed mogelijk af te stemmen op de behoeften van het kind. Het kan voorkomen dat een kind, ook na extra begeleiding, niet toe is aan een volgend leerjaar. Na overleg met de ouders kunnen de leerkracht en de intern begeleider besluiten het kind niet naar een volgende groep te laten gaan. Daarbij zal door de school de meerwaarde van doubleren worden aangegeven. Deze leerlingen werken vaak met een aangepast programma; het is de bedoeling dat de leerkracht zoveel mogelijk probeert aan te sluiten op vaardigheden die het kind al beheerst. Het besluit om een kind kleuterverlenging te geven of te laten doubleren zal door een juiste communicatie tussen de leerkracht en de ouders doorgaans een gezamenlijke beslissing zijn. Kunnen ouders en leerkracht er niet uitkomen dan ligt de uiteindelijke beslissing bij de schoolleiding. Ons beleid m.b.t. doubleren (en versnellen) is vastgelegd in een protocol.

Wanneer een kleuter erg goed presteert, kan de vraag opkomen of het gewenst is dat deze leerling vervroegd naar groep 2 of 3 gaat. Bij veel kinderen die verder zijn dan hun leeftijdsgenoten is sprake van een ontwikkelingsvoorsprong die later weer ingelopen wordt door de andere kinderen. Dit is dan ook de reden waarom we een eventuele versnelling altijd zorgvuldig overwegen.

Onderwijs voor zieke leerlingen Ook leerlingen met een chronische of levensbedreigende ziekte moeten onderwijs kunnen volgen. Daarnaast is het belangrijk dat zij de band met hun medeleerlingen en leraren behouden. Consulenten Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen (OZL) ondersteunen ouders, leerlingen en de school hierbij. Een consulent helpt bijvoorbeeld bij het organiseren van lessen aan huis als een zieke leerling geen les kan krijgen van zijn eigen leraar. Ouders en school kunnen de consulent gratis inschakelen. De consulenten werken bij de onderwijsadviesbureaus en bij de educatieve voorzieningen van de Universitaire Medische Centra. Samen vormen de consulenten het landelijk netwerk Ziek zijn en Onderwijs (Ziezon). In alle gevallen blijft de school waar de zieke leerling staat ingeschreven verantwoordelijk voor het onderwijsaanbod.

Meldcode huiselijk geweld Vanaf 1 juli 2013 zijn beroepskrachten, die met ouders en kinderen werken, verplicht om de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te gebruiken bij signalen van geweld. De school beschikt over iemand die u kunt consulteren over kindermishandeling. Deze functioneert als aanspreekpunt en bewaakt de interne procedure. Deze taak is gekoppeld aan de taak van de intern begeleider, op onze school is dit Eefje Brouwer. Meer informatie is te vinden op www.meldcode.nl.

26

Kleuterverlenging

Versnellen in de midden-, bovenbouw Ook in de midden- of bovenbouw kan het voorkomen dat een leerling een leerjaar voorloopt in zijn/haar ontwikkeling zodat het zinvol lijkt te gaan versnellen. Er is dan sprake van een didactische voorsprong. Versnelling is een ingrijpende onderwijsaanpassing voor (meer)begaafde leerlingen. Wanneer bij een kind sprake is van een grote didactische voorsprong en maatregelen als compacten en verrijken onvoldoende zijn om ‘onderwijs op maat’ te bieden, is versnellen het overwegen waard. Na een versnelling kan het alsnog nodig zijn de stof voor de betreffende leerling te compacten dan wel te verrijken. Ons beleid met betrekking tot doubleren en versnellen is vastgelegd in een protocol.

Omwille van het welzijn van het kind is het belangrijk dat er een stevige basis is als het kind van groep 2 naar groep 3 gaat. Helaas krijgt niet elke kleuter genoeg tijd om die stevige basis te leggen. Ervaring heeft geleerd dat kinderen die te vroeg (zwak fundament) aan het leerproces beginnen in de daaropvolgende schooljaren vaak moeilijkheden gaan ondervinden. Daarom kan kleuterverlenging een zinvol middel zijn om een kind een goede basis te bieden en daardoor op een goed onderwijsspoor te zetten. Indien dit voor uw kind geldt, is er geregeld overleg. Daarbij zal door de school worden aangegeven wat de meerwaarde is van kleuterverlenging. Voor het volgen van de totale ontwikkeling observeert de leerkracht dagelijks de kinderen om na te gaan hoe ze spelen, werken en leren. Daarnaast gebruiken we een aantal toetsen.

27



9. Schoolresultaten Cito entreetoets

Bij het bepalen van deze normen wordt ook gekeken naar de leerling-populatie van de school. Het resultaat van de school wordt vergeleken met de resultaten van de scholen die een vergelijkbare leerling-populatie hebben. In onderstaand overzicht vind u de gemiddelde scores van onze school en de grenzen die door de inspectie zijn vastgesteld. Onze gemiddelde score van 2015 (534,7) wordt vergeleken met schoolgroep 7 en daaruit blijkt dat we binnen de grenzen van de inspectie voor onze schoolgroep hebben gescoord. Kijkend naar het ongecorrigeerde gemiddelde van alle scholen (534,8) zien we zelfs dat onze score hier vrijwel aan gelijk is.

Aan het einde van de groepen 5, 6 en 7 wordt de Cito entreetoets afgenomen. Hierin zijn verschillende toetsen op het gebied van rekenen, taal en wereldoriëntatie gebundeld. Nadat de Cito-groep het werk van de leerlingen heeft nagekeken, ontvangen we een leerling-profiel. Aan de hand van de analyse van deze toets vindt afstemming van de leerstof plaats op groepsniveau of individueel niveau. De uitslag wordt gecommuniceerd met de ouders.

Resultaat Cito eindtoets In groep 8 wordt de Cito eindtoets afgenomen. Ook voor deze eindtoets heeft de inspectie voor het onderwijs normen aangegeven.

Cito tussentoetsen 2014-2015 middenafname Toets

Rapport inspectie van het onderwijs Op 1 april 2014 bezocht de Inspectie van het Onderwijs onze school in het kader van een landelijk stelselonderzoek. De bevindingen van het stelselonderzoek worden tevens gebruikt om te bezien of het reeds aan de school toegekende basisarrangement kan worden gehandhaafd. In het rapport van bevindingen schetst de inspecteur een positief beeld van onze school en heeft wederom het basisarrangement aan ons toegekend. Om dit mooie beeld vast te houden en de aandachtspunten te verbeteren houden we u, via de nieuwsbrief, op de hoogte van de ontwikkelingen.

Resultaten tussentoetsen Om een objectief beeld van de leerprestaties op de verschillende vakgebieden zoals taal, rekenen-wiskunde en lezen te krijgen, worden in de loop van de schoolloopbaan van de leerlingen Cito toetsen afgenomen.

28

Met behulp van de uitslagen van deze toetsen worden analyses gemaakt en vindt afstemming plaats van de leerstof op groepsniveau of op individueel niveau. Voor de resultaten van deze Cito-toetsen zijn door de inspectie van het onderwijs voor enkele vakgebieden en groepen normen aangegeven. Hierbij vergelijkt de inspectie de gemiddelde vaardigheidsscore van de groep met de landelijke norm. Als de resultaten op meer dan de helft van de toetsen voldoende zijn, is het oordeel van de inspectie op de tussenresultaten positief. Het oordeel voor De Voorhof is, zoals u kunt zien in het schema, positief. Naast deze score op de Cito-toets, beschikken we over meerdere toetsgegevens, want we volgen leerlingen door hun hele schoolloopbaan. Hierbij gebruiken we natuurlijk de gegevens van Cito, maar ook de methodegebonden toetsen en observaties door de leerkracht. Al deze data gebruiken wij bij het analyseren van ons onderwijs en het plannen van onze verdere schoolontwikkeling.

Schoolscore

Ondergrens inspectie

eindafname Schoolscore

Ondergrens inspectie

Technisch lezen groep 3

22,0

21,0

34,0

33,0


62,1

48,0

68,0

56,0


68,4

66,0

75,2

71,0

Begrijpend lezen groep 5

29,4

25,0

n.v.t.


32,1

32,0

n.v.t.


40,4

45,0

n.v.t.


52,5

55,0

n.v.t.

Rekenen/Wiskunde groep 4

49,4

50,0

65,8

61,0


72,8

71,0

83,0

78,0


84,9

84,0

92,3

89,0


101,0

98,0

103,6

102,0


110,3

110,0

n.v.t.

Cito eindtoets groep 8 Schooljaar

Schoolscore

Grenzen inspectie

2010-2011

534,3

533,8-536,6

2011-2012

533,9

534,6-538,6

2012-2013

536,9

534,6-538,6

2013-2014

533,5

534,2-538,2

2014-2015

534,7

534,2-538,2

29



Uitstroom groep 8 in juli 2015 Totale uitstroom 2014-2015 (68 leerlingen) verdeeld over: VMBO Basis 7 VMBO Kader 13 VMBO TL 21 HAVO 13 VWO 9 VWO+ 5 Oosterlicht College Vianen

Oosterlicht College Nieuwegein

VMBO

31

VMBO

7

HAVO

4

HAVO

1

VWO

1

Totaal

9

VWO Totaal

Voortgezet Onderwijs Vanuit De Voorhof hebben we het meest contact met de scholen voor voortgezet onderwijs in Vianen, Nieuwegein en Utrecht. Met deze scholen hebben we regelmatig en goed contact over o.a. de leerlingen. Wij informeren de scholen over de van onze school afkomstige leerlingen en blijven op de hoogte van de prestaties van onze oudleerlingen. De voorbereiding op het voortgezet onderwijs vindt plaats in groep 8. In het najaar is er voor de ouders een algemene informatiebijeenkomst. Begin maart ontvangen de ouders een advies. Het percentage leerlingen dat naar de diverse vormen van voortgezet onderwijs gaat, wisselt van jaar tot jaar en is afhankelijk van de samenstelling van groep 8.

30

De schoolkeuze voortgezet onderwijs is afhankelijk van drie elementen: de capaciteiten van een kind, de kwaliteiten van de basisschool en de thuissituatie. Vooral het tweede punt heeft onze zorg. Dat wil niet zeggen dat we er naar streven om elk kind naar het HAVO/VWO te helpen. Of deze schoolsoort haalbaar is, hangt niet alleen af van de kwaliteit van de basisschool, maar ook van de aard en de aanleg van het kind. Wel stellen we ons ten doel het maximale uit elk kind te halen en er zodoende voor te zorgen dat het kind in de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs terechtkomt en op die school goed mee kan komen.

35

Cals College Nieuwegein

Cals College IJsselstein

VMBO

VMBO

HAVO

4

HAVO

VWO

10

VWO

Totaal

14

Totaal

Anna van Rijn College Nieuwegein Locatie Albatros

1

1

De Passie Utrecht

HAVO

2

HAVO

VWO

2

VWO

Totaal

4

Totaal

Anna van Rijn College Nieuwegein Locatie Acaciastraat

1

1

Isendoorn College Warnsveld

VMBO

1

HAVO

1

Totaal

1

Totaal

1

Berg en Bosch School Houten

Internationale school München

VMBO

1

VWO

1

Totaal

1

Totaal

1

31



10. Praktische informatie Schooltijden

Op de fiets naar school

Groep 1 t/m 8 : 08.30 – 14.00 uur. Woensdag hebben de jongste kinderen van groep 1 de hele dag vrij. De kinderen die voor de kerstvakantie starten op school, gaan na de kerstvakantie op woensdag ook naar school. In alle groepen mogen de ouders hun kinderen 10 minuten vóór aanvang van de les zelf in het lokaal brengen.

In principe mogen kinderen alleen op de fiets naar school komen indien zij wonen in “Amaliastein” of buiten de wijk “Monnikenhof”. De stalling bevindt zich in de patio van de school. De school aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade aan of diefstal van de fiets.

Naar huis onder schooltijd Onder schooltijd worden geen kinderen naar huis gestuurd om bijvoorbeeld gym- of schoolspullen op te halen. Als uw kind toch naar huis moet (bijvoorbeeld door ziekte) wordt te allen tijde eerst contact met thuis opgenomen. Als er niemand thuis is, wordt contact opgenomen met het “noodadres” (indien bij ons bekend). Bij geen gehoor blijft uw kind op school.

Wenochtenden Wanneer een kind 3 jaar en 10 maanden oud is, mag het vier ochtenden De Voorhof bezoeken om te wennen aan de basisschool. Ouders ontvangen vroegtijdig een uitnodiging, waarin de dagen vermeld staan waarop hun kind welkom is. Wil een kind op De Voorhof geplaatst worden dan moet het in ieder geval overdag zindelijk zijn.

Tussenschoolse opvang Onder leiding van de eigen leerkracht eten en drinken alle kinderen de lunch op die zij van huis hebben meegebracht De kinderen gaan voor of na die tijd buitenspelen op een van de schoolpleinen rond de school. Tijdens het buitenspelen lopen de leerkrachten pleinwacht.

Schoolmelk Op school is het mogelijk melk, chocolademelk of drinkyoghurt te drinken. Meer informatie hierover kunt u vinden op www.campinaopschool.nl.

32

Klassendienst De klassendienst (bedoeld om een bijdrage te leveren aan de zorg voor het lokaal) vindt in de groepen 3 t/m 8 plaats via een roulatiesysteem. De klassendienst kan uitlopen tot maximaal 30 minuten na schooltijd.

Verzuim Elke gemeente is verplicht om uitvoering te geven aan handhaving en toezicht op de naleving van de Leerplichtwet. De leerplichtambtenaar is hierbij afhankelijk van wat de scholen melden. De scholen zijn dan ook verplicht om ongeoorloofd verzuim van de leerlingen te melden bij de gemeente. De leerplichtambtenaar biedt hulp aan leerlingen, ouders en scholen bij het zoeken naar oplossingen bij zorgwekkend schoolverzuim. Het uitgangspunt is preventie, maar de leerplichtambtenaar heeft ook de mogelijkheid een proces-verbaal op te maken. Bij een ziekteverzuim van meer dan vijf dagen achtereen of bij een ziekteverzuim van meer dan vijf incidentele dagen in de afgelopen maand neemt de leerkracht contact op met de ouders. Indien de reden van het ziekteverzuim onduidelijk blijft of als blijkt dat er complexere problematiek speelt, wordt de leerling besproken met de intern begeleider. Indien vanuit dit overleg behoefte is aan een nader onderzoek/gesprek met de jeugdarts, wordt de leerling door de intern begeleider gemeld bij de jeugdarts. Ouders worden van deze actie op de hoogte gesteld. Wanneer er sprake is van gecombineerd verzuim (geoorloofd en ongeoorloofd verzuim) brengt de school ook de leerplichtambtenaar op de hoogte. In eerste instantie zal de jeugdarts de leerling oproepen. De jeugdarts koppelt terug naar school.

Wanneer een leerling niet op de uitnodiging verschijnt of de leerling/ouders weigeren met de jeugdarts in contact te treden wordt dit teruggekoppeld naar school. Wij zullen dan als school de leerplichtambtenaar inschakelen. Het belang van vroegtijdig reageren op (ziekte)verzuim zowel door school als door hulpverleners kan van groot belang zijn voor het tijdig signaleren van onderliggende problematiek en op termijn voorkomen van schooluitval. Hierbij is samenwerking tussen scholen, ouders, afdeling jeugdgezondheidszorg en afdeling leerplicht van de gemeente van groot belang. Wij houden als school, zoals de leerplichtwet voorschrijft, de afwezigheid van leerlingen nauwkeurig bij. Jaarlijks wordt door de school een opgave over de omvang van het verzuim van de leerlingen aan het ministerie van onderwijs en wetenschappen gedaan.

Schoolfotograaf

Eén keer per jaar komt een schoolfotograaf op onze school. Deze maakt een portret van uw kind, een groepsfoto en eventueel een gezinsfoto. De portretfoto wordt ook gebruikt voor het leerlingrapport.

Ouderbijdrage 2015-2016 De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage die we aan u vragen. Van deze bijdrage bekostigen we allerlei extra activiteiten. Er is een basisbedrag voor een gezin met 1 kind en een gereduceerd bedrag voor elk volgend kind. Gezinnen met meer dan 3 kinderen op de basisschool worden gerekend tot de gezinnen met 3 kinderen. Voor elk volgend kind hoeft dus niet betaald te worden. We hebben gemeend dit jaar de ouderbijdrage gelijk te moeten houden aan vorig schooljaar. Gezinnen met 1 kind t30,00 Gezinnen met 2 kinderen t50,00 Gezinnen met 3 of meer kinderen t65,00

De ouderbijdrage en het schoolreisgeld/schoolkampgeld kunnen in één keer overgemaakt worden op IBAN NL 15 RABO 0379853531 t.n.v. ‘St. Fluenta ouderbijdrage’. Graag de voor- en achternaam van uw kind(eren), vermelden op de betalingsopdracht. De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage die we aan u vragen voor het bekostigen van allerlei extra activiteiten door het schooljaar heen. Wanneer een ouder deze bijdrage niet wil overmaken, kan de directie besluiten het kind/de kinderen van deze ouder/ verzorger niet deel te laten nemen aan deze activiteiten. Ouders die door omstandigheden niet in staat zijn de ouderbijdrage te betalen, verzoeken wij contact hierover op te nemen met de directie.

Een nieuw schoolgebouw Onze school is gevestigd midden in het park van de wijk Monnikenhof. Deze unieke locatie voor een schoolgebouw zorgt ervoor dat de kinderen volop buiten kunnen spelen en geen last hebben van verkeer bij het verlaten van de school. Het gebouw waarin wij, samen met Rooms Katholieke basisschool De Wegwijzer, Stichting Kinderopvang Vianen en het Peuterhuis, gehuisvest zijn is toe aan vervangende nieuwbouw. Samen met onze medegebruikers en de gemeente werken wij plannen uit om een Brede School te gaan bouwen. Het nieuwe gebouw zal naast het huidige gebouw gebouwd worden. In de vormgeving en de inrichting van het terrein om de school heen willen we het park laten terugkeren. We hebben dan ook gekozen voor de werknaam ‘De Parkschool’. In De Parkschool willen we met de verschillende samenwerkingspartners komen tot een (onderwijs)aanbod voor kinderen van 0 jaar t/m groep 8 van ‘s morgens tot eind van de middag. Middels de nieuwsbrief houden wij de ouders op de hoogte van de plannen voor De Parkschool.

De bedragen zijn exclusief t15,00 per leerling schoolreisje (groep 1/2), t25,00 per leerling schoolreisje (groep 3 t/m 7), t75,00 per leerling schoolkamp (groep 8).

33



11. Informatiestroom Ook de spreekavonden van groep 8 staan in het teken van het VO. Ouders van leerlingen in groep 7 zijn ook welkom bij het informative-uur over het VO.

Kijk- en spreekavonden Gedurende het schooljaar zijn er verschillende momenten waarop de ouders worden uitgenodigd om op school te komen. Aan het begin van het schooljaar vinden de zogenaamde kennismakings/over- drachtsgesprekken plaats. Tijdens deze gesprekken draagt u als het ware uw kind over aan de nieuwe leerkracht. Dit gesprek vindt plaats aan de hand van een vragenlijst. Deze vragenlijst wordt tijdig met de kinderen mee gegeven. Een aantal keren per schooljaar is er tijdens het kijkuur gelegenheid om samen met de kinderen het creatieve werk dat in die periode is gemaakt te bekijken. De kijkuren vormen de afsluiting van een thema. Tijdens de spreekavonden wordt er over de vorderingen en ontwikkelingen van de kinderen gesproken. De 2e en 4e spreekavond vindt plaats naar aanleiding van het rapport van uw kind.

Informatiekalender Aan het begin van een nieuw schooljaar ontvangen alle ouders een informatiekalender. Daarop staan voor het gehele jaar de geplande activiteiten vermeld, zoals kijk-, spreek- en informatieavonden, de open podia, viering van christelijke feestdagen, sportactiviteiten, schoolreisjes enz. De schoolgids en de jaarkalender zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Eens in de twee weken verschijnt een nieuwsbrief. Daarin vermelden we alle actuele schoolinformatie, die voor u van belang kan zijn. Voor ons is het van belang te weten op welk mailadres u de schoolpost wilt ontvangen. Stuurt u daarom een mailtje naar infovoorhof@fluenta. nl en schrijf daarin uw naam, de naam van uw kind(eren) en de groep waar hij/zij zit. Op die manier bent u zo goed mogelijk op de hoogte van de informatie vanuit school.

Brieven

Informatieavonden

Wanneer wij brieven versturen, dan doen wij dit bij voorkeur per mail. Wanneer de inhoud van de brief het toe laat plaatsen we brieven ook op onze website onder ‘Brief gemist’.

34

Aan het begin van ieder schooljaar wordt er door de groepsleerkrachten een informatie-uur verzorgd waarin de leerstof en de groep centraal staan. In groep 8 wordt informatie gegeven betreffende het Voortgezet Onderwijs (VO).

Huisbezoeken Huisbezoeken vinden plaats wanneer ouders en/of leerkracht(en) dit wenselijk achten.

Rapporten Tweemaal per jaar ontvangen de kinderen van groep 2 t/m 8 een rapport. De kinderen van groep 1 ontvangen, indien ze vóór 1 januari 4 jaar zijn geworden, in juni een rapport. Dit rapport is niet alleen een overzicht van de leerprestaties en ontwikkeling van uw kind, het geeft tevens een beeld van zijn/haar houding in de groep t.o.v. groepsgenoten, leerkrachten, lesstof en dergelijke. De rapporten worden op school bewaard.

Kennismakingsgesprek Ouder(s)/verzorger(s) die kennis willen maken met De Voorhof ontvangen een informatiepakket. Hierna kunnen ze een afspraak maken voor een kennismakingsgesprek. De directeur of de adjunct-directeur geeft dan informatie over de gang van zaken op school, beantwoordt eventuele vragen van ouder(s)/verzorger(s) en verzorgt een rondleiding door het schoolgebouw. Ouder(s)/ verzorger(s) die al kinderen op De Voorhof hebben, kunnen volstaan met het invullen van een formulier ‘verzoek tot inschrijving’, deze zijn verkrijgbaar bij de directie. Na binnenkomst van uw verzoek tot inschrijving ontvangt u een schriftelijke bevestiging van uw aanmelding.

Startgesprek Met de ouder(s)/verzorger(s) van kinderen die starten op De Voorhof wordt na ongeveer een week een gesprek gevoerd door de leerkracht van het betreffende kind. Bij kleuters die starten kan dit gesprek ook al plaatsvinden in de periode waarin het kind komt wennen.

Klassenouders Iedere groep heeft één of meerdere klassenouder(s) die de leerkracht ondersteunt met het organiseren van allerlei activiteiten. Deze klassenouder zoekt ook vaak het contact met de andere ouders van de groep als er hulpouders gezocht worden.

35



12. Externe contacten Om het hoofdluisprobleem onder controle te houden, is op De Voorhof in samenwerking met de ouderraad gekozen voor een systematische aanpak: iedere leerling krijgt een luizenzak in bruikleen van de school. Mocht de luizenzak aan vervanging toe zijn dan kunt u tegen een vergoeding van t2,00 een nieuwe luizenzak aanschaffen op school. Daarvoor kunt u terecht bij juf Carla. Daarnaast is er een ouderwerkgroep. De werkgroep heeft als taak om op een aantal vaste tijdstippen (elke eerste week na een vakantie) alle leerlingen op school te controleren op hoofdluis. Dit kan alleen als

Onderwijs begeleidingsdienst De school is aangesloten bij CED-Groep®. Naast de zorg voor de individuele leerlingbegeleiding ondersteunt de dienst de school om de gewenste veranderingen binnen de school te realiseren. Alle afspraken met de dienst worden jaarlijks vastgelegd in een begeleidingsplan.

Jeugdarts Elk kind maakt een grote lichamelijke en geestelijke ontwikkeling door. Tijdens dit groeiproces wil de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD graag samen met de leerkrachten de gezondheid, de groei en de ontwikkeling begeleiden. In groep 2 van de basisschool wordt u samen met uw kind uitgenodigd door de jeugdarts (schoolarts) en in groep 7 wordt de leerling uitgenodigd door de jeugdverpleegkundige.

36

Tijdens het onderzoek bekijken zij de groei van uw kind, bespreken met u de psychosociale aspecten van de ontwikkeling en testen het gezichtsvermogen en het gehoor. Ook als uw kind niet in groep 2 of groep 7 zit, kunt u contact opnemen met de GGD. Bijvoorbeeld als u vragen heeft over inentingen, de gezondheid of de ontwikkeling van uw kind. U kunt de jeugdarts en de jeugdverpleegkundige bereiken op: GGD Midden-Nederland, De Dreef 5, Postbus 51, 3700 AB Zeist, tel. 030-6086086.

Hoofdluis Hoofdluis is een regelmatig terugkerend probleem. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen, kunnen de luizen gemakkelijk van de ene persoon naar de andere overgebracht worden. De school is zo’n plaats. Wij zijn van mening dat zowel school als ouders een stuk verantwoordelijkheid dragen met betrekking tot de bestrijding van hoofdluis.

er zich voldoende vrijwilligers aanmelden om in de ouderwerkgroep plaats te nemen. Op de activiteitenkalender staan de controles vermeld. Tevens kan de werkgroep extra ingeschakeld worden in periodes dat het hoofdluisprobleem weer actueler is. Wanneer er hoofdluis bij een kind geconstateerd wordt, zal dit niet aan het kind zelf meegedeeld worden, maar zal de leerkracht contact met de ouders van het kind opnemen. De ouders die in de werkgroep zitten, krijgen ondersteuning vanuit en werken volgens instructie van de GGD. U kunt ook kijken op de internetsite www.ggdmn.nl of bellen naar de GGD Midden-Nederland, tel. 030-6086086. Wij verwachten van u dat als u thuis luizen ontdekt bij uw zoon of dochter dit de volgende schooldag aan de groepsleerkracht van uw kind kenbaar maakt. Op deze manier kunnen wij andere ouders er op attent maken om extra te controleren. Op deze manier proberen wij de hoofdluis zoveel mogelijk buiten school te houden.

Sociaal team Vianen In steeds meer gemeenten in Nederland wordt gewerkt met een Sociaal Team. In dit team worden meervoudige hulpvragen op het gebied van jeugd en zorg behandeld. Ook Rivas, dat bij ons voorheen het schoolmaatschappelijk werk verzorgde, maakt deel uit van dit Sociaal Team. Het Sociaal Team is een team van professionals dat onder andere bestaat uit medewerkers van:

• Stichting MEE • Rivas maatschappelijk werk • Rivas thuiszorg • Jeugdhulp • Stichting Welzijn Vianen • Gemeente Vianen Als u vragen heeft over (school)maatschappelijk werk, Jeugdhulpverlening, onderzoek of begeleiding voor uw kind, dan kunt u contact opnemen met de gemeente Vianen. Onze intern begeleider kan ook in overleg met ouders een aanvraag indienen. Indien u zelf contact opneemt met het sociaal team, vinden wij het als school prettig wanneer u ons daarvan op de hoogte stelt. U kunt het sociaal team telefonisch bereiken op: 0347369911 elke werkdag van 09.00 tot 12.30 en van 13.30 tot 17.00 uur of via E-mail: [email protected]

Centrum Jeugd en Gezin Iedereen heeft wel eens vragen over opvoeden en opgroeien, wil daar meer over weten of is op zoek naar advies. Dan is het prettig om met iemand te kunnen overleggen. U kunt daarvoor terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Vianen. Bij het CJG kan iedereen, (aanstaande) ouders, verzorgers, jongeren en professionals, terecht met vragen over opvoeden en opgroeien. Er wordt gezorgd voor passend advies en eventueel de juiste ondersteuning. Dat kan omdat in het CJG verschillende organisaties samenwerken. Dit zijn onder andere de Jeugdgezondheidszorg van Rivas Zorggroep, de GGD Midden Nederland en het Maatschappelijk werk van Rivas Zorggroep. U hoeft dus niet meer te zoeken bij welke instantie u moet zijn. Het CJG is er voor iedereen, u heeft geen verwijzing nodig en de hulp is gratis. Op de website www.cjgvianen.nl vindt u veel informatie over het CJG, over opvoeden en opgroeien, cursussen/ activiteiten en worden veelgestelde vragen beantwoord.

37



De praktijk is helaas anders. Veel organisaties werken, onwetend van elkaars activiteiten, langs elkaar heen en wisselen informatie onvoldoende uit. De VIR wil dit voorkomen door de betrokken hulpverleners zo vroeg mogelijk met elkaar in contact te brengen, zodat ze kunnen samenwerken. Onze school zal, indien er problemen worden waargenomen bij onze leerlingen, dit melden in de VIR. Wanneer er vanuit De Voorhof een melding in de VIR gedaan wordt, zal dit met de ouder/ verzorger besproken worden. We hoeven geen toestemming aan de ouders/verzorgers te vragen om onze zorgen te melden in de VIR.

B.S.O. (Buitenschoolse opvang)

Ook kunt u er diverse folders downloaden en vanaf de website uw vragen aan het CJG mailen. Op werkdagen is het CJG telefonisch bereikbaar op nummer 0900-8440 (lokaal tarief) voor informatie, vragen of het maken van een afspraak. Ook kunt u een mail met uw vraag sturen aan [email protected] of opvoedvragen@ ggdmn.nl.

Verwijsindex Het Primair Onderwijs in de regio’s Utrecht West, Lekstroom en Utrecht Zuidoost werkt met de bij de jeugd betrokken organisaties in en buiten de regio’s aan de verbetering van de zorgstructuur voor de jeugd. Doel hierbij is snel hulp verlenen aan jongeren en ouders die problemen hebben met opvoeden en opgroeien. Belangrijk binnen deze zorgstructuur is een helder (samenwerkings)proces en een goede geautomatiseerde ondersteuning.

38

Hiervoor is de verwijsindex risicojongeren (VIR) ontwikkeld. De VIR is een digitaal systeem dat risicosignalen van hulpverleners over jongeren (tot 23 jaar) bij elkaar brengt. Door de meldingen in de verwijsindex weten hulpverleners sneller of een kind ook bekend is bij een collega, zodat zij kunnen overleggen over de beste aanpak. De verwijsindex is een risicosignaleringsinstrument, dat wil zeggen dat er aanwijzingen moeten zijn dat er echt iets aan de hand is, voordat tot melding in de verwijsindex kan worden overgegaan. De regeling van de verwijsindex is opgenomen in de Wet op de jeugdzorg. In de praktijk komt het regelmatig voor dat meerdere hulpverleners uit verschillende gemeenten zich bezighouden met dezelfde jongere. Het ligt dus voor de hand dat deze hulpverleners informatie met elkaar delen.

Een aantal leerlingen van De Voorhof bezoekt één of meerdere dagen per week de buitenschoolse opvang van ‘Stichting Kinderopvang Vianen’ of van ‘BSO Wijs!’. De kinderen die naar de BSO gaan worden na schooltijd door één van de leidsters opgehaald. Stichting Kinderopvang Vianen heeft groepen die gevestigd zijn op de Looch 11 in het scholencomplex in de Monnikenhof. Stichting Kinderopvang Vianen is bereikbaar op nummer 0347366660 of via www.kinderopvangvianen.nl. BSO Wijs! heeft geen vaste verblijfplaats, maar is buiten, in de natuur te vinden. Meer informatie over BSO Wijs! kunt u vinden op www.bsowijs.nl. Vragen over plaatsing kunt u stellen via [email protected] of informeer bij Sandra Hofhuis (0628043648). U kunt uw kind rechtstreeks aanmelden bij de organisatie van uw keuze.

Opleiding leraren basisonderwijs Indien mogelijk biedt De Voorhof enkele studenten die in opleiding zijn de gelegenheid praktijkervaring op te doen. Dit onder begeleiding van onze contactpersoon ‘opleiden in de school’ en de groepsleerkracht.

Overleg directies scholen Vianen De directies van de Protestant Christelijke scholen in Vianen (De Ark/De Brug/De Rank /De Voorhof) hebben regelmatig lokaal directieoverleg. Drie keer per jaar is er overleg tussen de directies van alle Viaanse scholen. Door intensief samen te werken willen we alle kinderen van de scholen laten profiteren van de kwaliteiten van iedere school. Sander Jue, de directeur van De Voorhof, is tevens directeur van De Ark.

Voortgezet onderwijs Er is vanuit onze school regelmatig contact met de diverse scholen voor VO in de regio (voor verdere informatie zie blz 30). Met het Oosterlicht College werken wij samen aan de ontwikkeling van een doorgaande lijn voor onze hoogbegaafde en meergetalenteerde leerlingen.

39



13. Informatie en Communicatie Technologie (ICT) De computer is niet meer weg te denken uit de onderwijspraktijk van alledag op De Voorhof. Bij verschillende lessen van groep 1 t/m groep 8 wordt deze ingezet ter ondersteuning en verrijking. Leerlingen kunnen met de juiste software individueel nog eens oefenen wat ze nog niet helemaal onder de knie hebben (denk daarbij onder andere aan de tafels van vermenigvuldiging, het spellen van woorden, het oefenen van topografie) of hun leren verrijken en uitbreiden. Daarnaast wordt de computer, in combinatie met het digibord, ook steeds meer ingezet om juist dat te laten zien, wat de leerkracht onmogelijk op een andere manier kan laten zien (denk daarbij aan lesboeken op groot formaat, animaties en schematische modellen). De digiborden, die op De Voorhof in alle groepen aanwezig zijn, bieden leerkrachten, maar ook leerlingen vele mogelijkheden. In de bovenbouw willen we de leerlingen laten oefenen om onderwerpen te presenteren met behulp van de computer en het digitale schoolbord. Spreek- en boekenbeurten worden gehouden aan de hand van een PowerPoint presentatie. In alle toepassingen zoals hierboven genoemd, is de computer ingezet als middel om vaardigheden te oefenen, teksten te verwerken en onderwerpen te presenteren. Om dat allemaal te kunnen, zullen we de kinderen ook moeten leren hoe dat moet. Van muisvaardigheden tot ‘waar sla ik iets op en hoe vind ik dat dan weer terug?’, en ‘hoe integreer ik bewegende beelden in mijn presentatie en waar vind ik die?’. Op die momenten is de computer of de computervaardigheid tot doel verheven. Naarmate de leerlingen verder komen in hun computervaardigheden, zullen ze steeds meer de wereld van het internet gaan verkennen. Natuurlijk biedt het internet ongekende mogelijkheden voor de kinderen, maar helaas biedt het even zovele gevaren.

40

14. Festiviteiten Sint Nicolaas

Het liefst zouden we onze leerlingen tegen deze gevaren beschermen door al het gevaar bij hen weg te houden. We hebben er daarom voor gekozen dat wanneer kinderen inloggen, ze altijd via een educatief verantwoorde en veilige zoekmachine het internet ‘betreden’ (http://8-12. info). Sites die ze vervolgens willen bezoeken worden gescreend op geweld, discriminatie en porno. Deze site is opgezet om kinderen binnen een veilige omgeving op internet te laten zoeken en werken. Daarnaast hebben we de nodige filters geïnstalleerd. In de groepen 6 en 8 wordt het lespakket ‘Diploma Veilig Internet’ ingezet om de kinderen bewuster te maken van hun handelen op internet en hen vaardigheden aan te leren om verantwoord met internet en social media om te gaan. Helaas kunnen we niet al het gevaar bij de leerlingen weghouden. Daarom is het ook van groot belang dat we met de kinderen praten over die gevaren en hoe ze daar mee om kunnen gaan als ze er mee geconfronteerd worden. Uiteindelijk willen we dat onze kinderen weldenkende wereldburgers worden die deel kunnen en willen nemen aan de steeds complexer wordende maatschappij. De laatste tijd wordt de invloed van social media steeds merkbaarder op een steeds jongere leeftijd. Zeker in de bovenbouw hebben veel kinderen een mobieltje. Met de kinderen besteden we aandacht aan onze omgangsvormen en -normen in bijvoorbeeld Whats app-groepen. We hebben hiertoe ook onze 8-leefregels vertaald naar positief social media gedrag.

Elk jaar komt Sint Nicolaas een bezoek brengen aan De Voorhof. De school zorgt voor de cadeaus voor de groepen 1 t/m 4. De groepen 5 t/m 8 trekken lootjes en maken een surprise met een gedicht.

Verjaardagen De kinderen mogen natuurlijk hun verjaardag vieren in hun groep. Wij waarderen het als uw kind een “gezonde traktatie” uitdeelt. In de pauze mogen ze langs de leerkrachten gaan. De verjaardagen van de leerkrachten worden ook gevierd. De leerkracht van uw kind maakt zelf bekend wanneer dit gevierd wordt.

Open podium Een aantal keren per jaar hebben we een open podium. De kinderen zingen, vertellen en spelen rond een thema. De ouder(s)/verzorger(s) van de groep die het open podium verzorgt, worden uitgenodigd om te komen kijken.

Talentendag Schoolreis De groepen 1 t/m 7 gaan ieder jaar een dagje, onder leiding van de eigen leerkracht, met de bus op pad. Voor dit schooljaar zijn de bestemmingen: Groep 1 en 2 : Wamelland Groep 3 : Wonderbomenwereld Schovenhorst Groep 4 en 5 : Plaswijckpark in Rotterdam Groep 6 en 7 : Maritiem Museum in Rotterdam

Schoolkamp Aan het einde van het schooljaar gaat groep 8 op schoolkamp. De kinderen verblijven dan drie dagen achtereen o.l.v. een aantal leerkrachten in een prachtig onderkomen in het bos. Er is een afwisselend programma (educatief én ontspannend).

Ieder jaar wordt er in februari een talentendag georganiseerd. Uit iedere groep wordt een vertegenwoordiging gekozen. De jury kijkt naar creativiteit, originaliteit en performance. Ook hier worden de ouder(s)/ verzorger(s) van leerlingen die meedoen uitgenodigd te komen kijken.

Schoolproject Ieder jaar wordt gedurende een aantal weken door de hele school gewerkt aan het schoolproject. Het onderwerp dat gekozen wordt, is ieder jaar anders en kan uiteenlopen van ‘landen’ tot ‘kleuren’ en van ‘theater’ tot ‘tijd’. Tijdens het project wordt over het onderwerp gelezen, geschreven, geknutseld, zijn er gastlessen of excursies. Het schoolproject wordt afgesloten met een kijkuur zodat alle ouders, opa’s, oma’s, broers en zussen kunnen komen kijken en mee kunnen genieten.

41


15. Sportactiviteiten

16. Oudertevredenheidspeiling

Schoolsportdagen

Toernooien

Door de vakleerkrachten gymnastiek wordt voor de groepen 3 t/m 8 één keer per jaar een extra sportactiviteit georganiseerd. De groepen 3 t/m 5 hebben een spelletjesochtend, waarop zij in circuitvorm allerlei bal-, snelheids- en behendigheidsspelletjes kunnen doen. Deze sportdag vindt plaatst in sportcentrum “Helsdingen”. De groepen 6 en 7 zijn een hele dag bezig met sporten zwemactiviteiten. Deze sportdag wordt in samenwerking met het zwembadpersoneel georganiseerd in sportcentrum “Helsdingen”. De Olympische Dag is een sportieve dag voor alle groepen 8 uit Vianen. Tijdens deze dag “strijden” de leerlingen uit groep 8 om gouden, zilveren en bronzen medailles op allerlei Olympische sportonderdelen.

Door meerdere sportverenigingen worden toernooien georganiseerd. De leerlingen van verschillende scholen ontmoeten elkaar op de sportvelden, meestal in de avonduren: zwemmen / waterpolo in maart, voetbal in april en korfbal in mei.

Avondvierdaagse In Vianen wordt jaarlijks een avondvierdaagse georganiseerd. Als er voldoende begeleiding door ouders is, kunnen de kinderen van groep 2 t/m 8 in schoolverband meelopen. Informatie over de avondvierdaagse wordt in het voorjaar verspreid door de ouderraad.

In januari 2015 hebben we onder de ouders, de kinderen vanaf groep 5 en de leerkrachten een tevredenheidpeiling afgenomen. Het is fijn te merken dat de ontwikkelingen die we de afgelopen jaren hebben doorgevoerd tot een grotere tevredenheid hebben geleid. De tevredenheidpeiling geeft ook een heel aantal aanknopingspunten waarmee we de komende jaren door kunnen gaan met onze schoolontwikkeling. We hebben hier uitvoerig over gesproken met het team. Daarnaast hebben we met een groep kinderen doorgepraat over de uitslag om meer inzicht te krijgen in hun beeld van de school en hun wensen voor de toekomst. Tijdens een speciaal daarvoor georganiseerde ouderavond hebben we de ouders gevraagd mee te denken over de toekomstige ontwikkelingen. Het uitgangspunt daarbij was de oudertevredenheidpeiling.

42

De komende jaren zullen we vol enthousiasme en gedrevenheid verder werken zodat de school nog beter aansluit bij de wensen en verwachtingen van kinderen, ouders en leerkrachten. Wat we precies gaan doen, beschrijven we in het schoolplan 2015-2019. We houden de ouders, onder andere via de nieuwsbrief, op de hoogte van de ontwikkelingen.



17. Informatie voor alle scholen van de Stichting Fluenta Op deze en volgende bladzijden staat informatie die voor alle scholen van de stichting gelijk is. U leest hieronder meer over: • Stichting Fluenta • geloof in de toekomst • Passend Onderwijs • Medezeggenschapsraad • Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) • Buitenschoolse opvang • Vrijwillige ouderbijdrage • Verzekeringen/Aansprakelijkheid • Partners in opleiding en ontwikkeling • Sponsoring • Klachtenregeling • Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling • Contactadressen

Stichting Fluenta Stichting Fluenta heeft 15 protestants-christelijke basisscholen in de gemeenten Houten, Nieuwegein, Vianen en IJsselstein en daarnaast ook een school voor speciaal basisonderwijs gelegen in Vianen. Totaal 16 scholen verdeeld over 23 locaties. Het stichtingskantoor biedt scholen ondersteuning op het gebied van onderwijskundig beleid, personeelsbeleid, financiën, huisvesting en opleiden in de school. Meer informatie over de stichting kunt u vinden op de website www.fluenta.nl

Geloof in de toekomst Stichting Fluenta hanteert het motto ‘Geloof in de toekomst’. Wij geloven in kinderen, zij zijn onze toekomst. Daarnaast geloven wij in protestants-christelijk onderwijs. Wij handelen daarbij vanuit drie kernwaarden: verbinden, verwonderen en verantwoorden.

Passend Onderwijs

onderwijs kunnen meer kinderen, eventueel met extra ondersteuning, in het reguliere onderwijs blijven. Met de komst van passend onderwijs is de zogenaamde rugzakbekostiging komen te vervallen. Voor welke leerlingen is er passend onderwijs? Passend onderwijs is er voor alle leerlingen in het basisen voortgezet onderwijs, speciaal (voortgezet) onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. In de praktijk gaat het vooral om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijke beperking of een chronische ziekte, maar ook voor leerlingen met een gedrags- of leerstoornis is passend onderwijs natuurlijk erg belangrijk. Soms is het bij de start op school al duidelijk dat er extra ondersteuning nodig is, soms blijkt dat pas later. Het onderwijs aan blinde en slechtziende leerlingen (cluster 1) en aan kinderen met gehoorproblemen of een taalontwikkelingsstoornis (cluster 2) blijft in een landelijk systeem georganiseerd worden. Voor alle andere leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, wordt het onderwijs georganiseerd in regionale samenwerkingsverbanden. Profi Pendi, het regionale samenwerkingsverband (SWV), waar onze school bij hoort Bij het samenwerkingsverband Profi Pendi horen alle vestigingen van basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) in de gemeenten Houten, IJsselstein, Lopik, Nieuwegein en Vianen en de Berg en Boschschool voor speciaal onderwijs (SO) cluster 4 met een vestiging in Houten. Ook behoren tot het samenwerkingsverband scholen voor speciaal onderwijs (SO) van cluster 3 en 4 waarvan de vestigingen gelegen zijn buiten het gebied van Profi Pendi. Deze scholen hebben ervoor gekozen aan het samenwerkingsverband Profi Pendi deel te nemen, omdat er kinderen naartoe gaan die in onze regio wonen.

Wat is passend onderwijs? Passend onderwijs is de naam voor de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wordt georganiseerd. Door passend

44

45


Doelstelling Profi Pendi heeft als doel een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen, binnen en tussen de deelnemende scholen, te realiseren en wel zo dat alle leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en dat leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Zorgplicht en het dekkend netwerk van voorzieningen De schoolbesturen in het gebied van SWV Profi Pendi hebben zorgplicht. Hoewel het uitgangspunt is dat kinderen thuisnabij onderwijs volgen, zal dat niet altijd mogelijk zijn, want niet alle gespecialiseerde vormen van ondersteuning kunnen worden geboden binnen de scholen die gevestigd zijn in de regio. Doordat naast de scholen voor SBO en SO binnen Profi Pendi ook SO-scholen buiten deze regio deelnemen aan het samenwerkingsverband, kan worden voldaan aan de wettelijke plicht om voor leerlingen, die in verband met hun ondersteuningsbehoeften niet worden toegelaten tot een school in het gebied van het SWV, een andere school te vinden die bereid is de leerling toe te laten. Voor leerlingen die naast specifieke onderwijsbehoeften ook vormen van jeugdzorg nodig hebben, zijn met de gemeenten in de regio afspraken gemaakt. Basisondersteuning op de scholen van Profi Pendi Basisondersteuning omvat de ondersteuningsvoorzieningen die alle basisscholen in het gebied moeten kunnen bieden. Voor de basisondersteuning zijn binnen Profi Pendi ‘standaarden’ ontwikkeld. Basisscholen hebben tot augustus 2016 de gelegenheid om volledig aan deze standaarden te voldoen. In het Schoolondersteuningsprofiel beschrijven de basisscholen welke extra ondersteuning zij hun leerlingen kunnen bieden. De kern ervan vormt de basisondersteuning.

46


Extra ondersteuning in het Samenwerkingsverband (SWV) Naast de ondersteuning die de basisscholen kunnen bieden, beschikt het SWV over diverse mogelijkheden voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Daartoe behoren de vier scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) en de mogelijkheid om leerlingen te plaatsen op verschillende soorten scholen voor speciaal onderwijs (SO). De route naar extra ondersteuning – Multidisciplinair overleg (MDO) Extra ondersteuning kan geboden worden op basis van een Multidisciplinair Overleg (MDO). In dit overleg, dat op school plaats vindt zijn de ouder(s), eventueel de leerkracht, de Intern begeleider en de collegiale consultant vanuit Profi Pendi vertegenwoordigd, eventueel aangevuld met externe deskundige(n), zoals bijvoorbeeld een orthopedagoog, een schoolmaatschappelijke werkende of een andere specialist op het gebied van opvoeding en gezin. De route voor leerlingen met een leerling gebonden financiering(LGF) tot nu toe Voor die leerlingen met een LGF(rugzak) cluster 3 en 4 van voor 1 augustus 2014 verandert er het een en ander in de begeleidingsmogelijkheden. Binnen Profi Pendi is afgesproken dat deze leerlingen recht houden op ondersteuning. De vorm waarin wordt in onderling overleg tijdens een MDO vastgesteld. Ouders worden op deze manier betrokken en zijn niet langer budgethouder van het traject. De ambulante begeleiding is betrokken bij het MDO en zal ook in de ondersteuning een plaats kunnen krijgen. De school zal de ondersteuning bieden vanuit de eigen formatie en dit binnen een MDO evalueren. Naar SBO of SO – toelaatbaarheidsverklaring Om onderwijs te mogen volgen op een school voor SBO of SO, moet het SWV de leerling toelaatbaar verklaren. Daaraan vooraf gaat altijd een MDO, waarin de deelnemers met elkaar vinden dat plaatsing op een SBO of SO de beste ondersteuning biedt.

Medezeggenschap binnen passend onderwijs Ouders en personeel van de scholen in het SWV hebben op twee niveaus medezeggenschap. • Advies over het schoolondersteuningsprofiel door de MR van de school. • Instemming met het ondersteuningsplan door de Ondersteuningsplanraad (OPR) van het SWV. Zie voor de actuele samenstelling van de OPR: profipendi.nl/opr.html. SWV Profi Pendi heeft een ondersteuningsplan ‘in ontwikkeling’ gemaakt voor de periode 2014-2016. De OPR heeft met dit ondersteuningsplan ingestemd, onder het voorbehoud dat alle aanvullingen en wijzigingen aan de OPR worden voorgelegd en dat er voor de periode 20162020 een volwaardig ondersteuningsplan wordt gemaakt.

Vrijwillige ouderbijdrage

Medezeggenschapsraad

Verzekeringen/Aansprakelijkheid

Aan iedere school is een Medezeggenschapsraad (MR)verbonden. De MR heeft op grond van de wet Medezeggenschap Onderwijs zowel een adviserende als een instemmende taak. De werkzaamheden liggen vooral op het gebied van het schoolbeleid. In deze raad zijn zowel ouders als leerkrachten vertegenwoordigd.

De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Stichting Fluenta heeft ook een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR), samengesteld vanuit een ouder- en een personele afvaardiging per gemeente waar Fluenta haar scholen heeft. De GMR heeft op grond van de wet Medezeggenschap Onderwijs zowel een adviserende als een instemmende taak. De werkzaamheden liggen op het gebied van het beleid van de stichting. Te denken valt aan personeelsbeleid, formatiebeleid e.d. (zie ook www.fluenta.nl)

Buitenschoolse opvang Alle scholen van Stichting Fluenta hebben afspraken gemaakt met commerciële kinderopvangorganisaties die buitenschoolse opvang aanbieden. In een aantal gevallen vindt die opvang niet in het eigen schoolgebouw plaats, omdat de capaciteit daarvoor ontbreekt, maar wordt er door de opvangorganisatie gezorgd voor vervoer of begeleiding naar een andere locatie.

De ouderraad regelt het innen van de vrijwillige ouderbijdrage. Deze jaarlijkse vrijwillige ouderbijdrage is bestemd voor extra activiteiten en/of zaken die niet of onvoldoende door het Ministerie van Onderwijs worden vergoed. Te denken valt bijvoorbeeld aan het sinterklaasfeest, kerst- en paasviering, sport en speldagen, enz. In deze ouderbijdrage zijn niet begrepen de kosten van een schoolreis of schoolkamp. Deze worden apart bij u in rekening gebracht. Jaarlijks vindt er naar de Medezeggenschapsraad van de school en alle ouders een verantwoording plaats over het financieel gevoerde beleid. De hoogte van de ouderbijdrage vindt u elders in deze gids.

Stichting Fluenta heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering bij Raetsheren van Orden. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt. Materiële schades als een kapotte bril, fiets, etc. vallen niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school werken, of actief zijn (personeel, vrijwilligers), dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Er zijn twee aspecten die vaak aanleiding geven tot misverstand. Ten eerste is de school c.q. het schoolbestuur niet zonder meer aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en/of buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is onterecht.

47


De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van verwijtbaar handelen. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus tekort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld een bal komt tegen een bril tijdens de gymnastiekles. Dergelijke schades vallen niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en worden dan ook niet door de schoolverzekering vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor schade ontstaan door onrechtmatig gedrag van leerlingen. Ouders zijn primair zelf verantwoordelijk voor het doen en laten van hun kind. Wanneer een leerling tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, zijn daar dus in de eerste plaats de ouders verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.

Partners in opleiding

De scholen van Stichting Fluenta hebben ook een taak in het opleiden van nieuwe leraren. Voor een groot deel vindt die opleiding plaats in de praktijk, in de klas van de kinderen. Onze scholen zijn gecertificeerd om in het Partnerschap in Opleiding en Ontwikkeling (POO) samen te werken met de Marnix Academie, lerarenopleiding basisonderwijs (Pabo), in Utrecht. In het partnerschap nemen innovatie en onderzoek een belangrijke plaats in. Zo nemen docenten en studenten van de Marnix Academie en leraren uit de beroepspraktijk deel aan leerwerkgemeenschappen. Ze doen onderzoek om zo tot nieuwe inzichten te komen. Deze kennis komt ten goede van de ontwikkeling van de basisschool.

48


Naast school- en opleidingsontwikkeling draait het in het partnerschap om samenwerking. Enkele voorbeelden: leraren van basisscholen en docenten van de Pabo verzorgen samen workshops ten behoeve van studenten, leraren van de partnerscholen geven gastcolleges op de opleiding, basisschoolleraren zijn betrokken bij toetsing van het praktijkleren van studenten en Pabodocenten nemen als vakspecialist deel aan leerwerkgemeenschappen in de basisschool.

Sponsoring Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft met verschillende organisaties in het bedrijfsleven een convenant afgesloten. Er staat in waar scholen op moeten letten, waar sponsors aan gebonden zijn, wat valkuilen zijn en hoe scholen inspraak van ouders, teams en leerlingen moeten organiseren. Enkele regels uit het convenant zijn: • sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van leerlingen; • bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid; • de samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige invloed hebben op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen; • de kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving van de regels.

Klachtenregeling Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden of worden fouten gemaakt. Dat is op onze school niet anders. U bent welkom om dergelijke zaken in eerste instantie met de leerkracht van uw kind te bespreken. De leerkracht neemt uw klacht serieus en streeft naar de best mogelijke oplossing. Komt u met de leerkracht niet tot een bevredigend resultaat, dan is een gesprek met de directie een goede volgende stap. Vrijwel altijd zal hiermee een oplossing worden bereikt.

Elke ouder of kind kan een beroep doen op de interne contactpersoon als er problemen zijn van welke aard dan ook, waar u of uw kind niet met iedereen over durft of wilt praten. Het gesprek wordt vertrouwelijk behandeld en er worden geen vervolgstappen gezet zonder uw toestemming. Zeker wanneer in uw ogen sprake is van machtsmisbruik, is het verstandig om hierover met de interne contactpersoon te praten. Wij spreken van machtsmisbruik wanneer het gaat over zaken als (seksuele) intimidatie, pesten, mishandeling, discriminatie, onheuse bejegening, fysiek geweld, inbreuk op de privacy en dergelijke. Ook kan het gaan over de didactische, pedagogische en/of organisatorische aanpak van uw kind of de groep waar uw kind in zit. Wanneer er klachten zijn over seksuele intimidatie geldt een melden aangifteplicht voor alle betrokkenen in de school.

De volgorde van deze stappen kunt u overigens geheel zelf bepalen.

De interne contactpersoon behandelt niet zelf de klachten, maar bekijkt samen met u wie er moet worden ingeschakeld om tot de best mogelijke oplossing te komen. Als het nodig mocht zijn, wordt een klacht doorverwezen naar het bestuur, de externe vertrouwenspersoon en/of naar de Landelijke Klachtencommissie.

In de meldcode staat duidelijk beschreven wat er van de school verwacht wordt bij vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld. Het biedt houvast in het proces van signaleren en handelen doordat het duidelijk beschrijft wat er in iedere fase van het proces gedaan moet worden. Die duidelijkheid vermindert de onzekerheid en vergroot te bereidheid tot handelen.

Ook is het mogelijk dat u zich rechtstreeks wendt tot één van de externe vertrouwenspersonen. Deze zijn onafhankelijk en door het college van bestuur van Fluenta in overleg met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad aangesteld. Tenslotte is het mogelijk dat u rechtstreeks een klacht indient bij de Landelijke Klachtencommissie.

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De wet Verplichte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is per 1 juli 2013 in werking getreden. Vanaf deze datum zijn beroepskrachten verplicht deze meldcode te gebruiken bij signalen van geweld.

Stichting Fluenta hanteert de Klachtenregeling van Verus voor Christelijk Onderwijs te Woerden. Contactgegevens vindt u op de laatste bladzijde van deze gids. Samengevat volgen hieronder de mogelijke stappen bij klachten: • overleg met de leerkracht van uw kind; • overleg met de directie; • overleg met de interne contactpersoon; • overleg met het college bestuur; • inschakeling van de externe vertrouwenspersoon; • indienen van een klacht bij de Landelijke Klachtencommissie.

49


Contactadressen Stichting Fluenta Weverstede 33 3431 JS Nieuwegein Telefoon: 030-6008811 E-mail: [email protected] Website: www.fluenta.nl Voorzitter college van bestuur: Matthijs Wesseloo

Stichting Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs (GCBO) Postbus 82324 2508 EH Den Haag Telefoon: 070-386 16 97 Fax: 070-302 08 36 E-mail: [email protected] Website: www.gcbo.nl

Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad GMR Stichting Fluenta Weverstede 33 3431 JS Nieuwegein E-mail: [email protected]

Geschillencommissie Passend Onderwijs Onderwijsgeschillen Geschillencommissie passend onderwijs Postbus 85191 3508 AD Utrecht e-mail: [email protected]

Klachtenregeling Fluenta Fluenta hanteert het model Klachtenregeling van Verus voor Christelijk Onderwijs. www.verus.nl De regeling is ook te vinden op de website van Fluenta www.fluenta.nl of op de website van de school.

Meldpunt vertrouwensinspecteurs Telefoon: 0900-1113111 (lokaal tarief)

Landelijke klachtencommissie website: www.klachtencommissie.org E-mail: [email protected] Externe vertrouwenspersonen van Fluenta tevens klachtencommissie seksuele intimidatie De heer Frank Brouwer ([email protected]) CED-groep Dwerggras 30 Postbus 8639 3009 AP Rotterdam T 010-4071599 [email protected]

50

Inspectie van het onderwijs Postbus 2730 3500 GS Utrecht Telefoon postbus 51: 0800-8051 (gratis) E-mail: [email protected] Website: www.onderwijsinspectie.nl Schoolverzekering Raetsheren van Orden Via Verus voor Christelijk onderwijs Postbus 381 3440 AJ Woerden Telefoon: 0348 74 44 44 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Voor meer informatie: http://www.rijksoverheid.nl/ onderwerpen/huiselijk-geweld/hulp-bieden

www.fonteinhouten.nl

www.koninginjulianaschool.net

www.mozaiekhouten.nl

www.margrietschool.net

www.mozaiekwaalseweg.nl

www.arkvianen.nl

www.wereldwijshouten.nl

www.brugvianen.nl

www.pcbsdezonnewijzer.nl

www.rankvianen.nl

www.mauritsschool-nieuwegein.nl

www.voorhofvianen.nl

www.was-nieuwegein.nl

www.debrugijsselstein.nl

www.trompetvogel.nl

cbsdepijler-ijsselstein.fluenta.nl

www.koninginbeatrixschool.net

51

www.voorhofvianen.nl

De Voorhof De Looch DK Vianen U. T Voorwoord

Recommend Documents