222
Hoofdstuk 13
‘Kijk naar de wereld om je heen. Hij lijkt misschien een onwrikbare, onverbiddelijke plaats. Maar dat is het niet. Met een kleine duw – op de juiste plaats – kan een kanteling plaatsvinden.’ Malcolm Gladwell, The Tipping Point: how little things can make a big difference, Abacus
de verspreidin g van het T ransitie - c on c ept
HET TRANSITIE-HANDBOEK: DE HANDEN
De verspreiding van het aanstekelijke Transitie-concept
Parallel aan de uitbouw van het Transitie-proces in Totnes en Kinsale werd het idee ook elders snel opgepakt. Binnen een tijdsbestek van enkele weken na de Lancering namen andere plaatsen contact op om te vragen wat we aan het doen waren en al gauw nam dit aanstekelijke vormen aan. Belangrijkste gebeurtenissen waren onder meer: • ‘One Planet Agriculture’, de conferentie van de Soil Association in januari 2007 in Cardiff, richtte zich op piekolie en herlokalisering en bleek hun drukst bezochte conferentie ooit te zijn. • Een lezing in Lampeter in West-Wales, georganiseerd door de West Wales Soil Association, die het idee opperde om Transition Town Lampeter te starten, werd bijgewoond door meer dan vierhonderd mensen. Sindsdien staat de Associatie bekend als katalysator voor de start van Transitie-processen in een heleboel dorpen en stadjes rond Lampeter, met Lampeter zelf als het ondersteunende centrum. • Heel veel media-aandacht, van onder meer ITN News, The Guardian, een heel programma op BBC Wales en ook een heel goede reportage op BBC Radio Schotland. • De Officiële Lancering van Transition Town Lewes, die plaatsvond in het Stadhuis, werd bijgewoond door zo’n 450 mensen en deed naast het Lanceren van het proces in Lewes ook soortgelijke projecten starten in omringende gemeenschappen. • Een bijeenkomst met Prins Charles in zijn Food
and Farming Summer School te Highgrove waarbij hij een Totnes-Pond overhandigd kreeg. Sinds de lancering van Transition Town Totnes is het Transitie-model opgepakt door gemeenschappen in heel Groot Britannië en in toenemende mate ook daarbuiten. De vraag nam dusdanig toe dat we een organisatie opzetten, The Transition Network genaamd, om hen zo effectief mogelijk te kunnen ondersteunen (zie Bijlage 5). Het Transitie-model is eenvoudig en iedere gemeenschap die ermee aan de slag gaat, draagt waardevolle ervaringen aan over wat wel en niet werkt en hoe het model aangepast dient te worden aan verschillende schalen, omstandigheden en culturen. Hierna volgt een momentopname van zeven Transitie-initiatieven van verschillende grootte, in de volgorde waarin zij ontstonden, om je een idee te geven van hoe dit idee op verschillende plaatsen is opgevat. Vergeet niet dat op het moment van dit schrijven de meest vergevorderde van deze zeven niet veel langer dan achttien maanden bestaat. Transition Penwith Penwith is geen dorp of stad maar een schiereiland, het meest westelijk gelegen district van het Britse vasteland. Het telt 63.000 inwoners, maar gezien het landoppervlak van Penwith betekent dit een gemiddelde bevolkingsdichtheid van slechts 2,07 mensen per hectare. De meeste mensen wonen in
enkele stadjes, maar er zijn ook vele verspreid liggende gehuchten. Transition Penwith (TP) ontstond toen Jennifer Gray een kleine, informele denktank-bijeenkomst bijwoonde met mijzelf en een aantal anderen om na te denken over diverse aspecten van het Transitie-proces. Dit ging vooraf aan de Lancering van TTT en Jennifer had het idee dat wat in Totnes leek te ontstaan ook zou kunnen werken in Penwith. Toen bekend raakte dat Richard Heinberg binnenkort in het land zou zijn, ontstond het plan dat Transition Penwith van start zou gaan met wat Jennifer een ‘Big Bang’ noemde, in plaats van eerst met de bewustwordingsfase. In de aanloop naar Heinbergs lezing werd een heleboel tijd en energie geïnvesteerd in publiciteit en in het uitnodigen van vele mensen uit alle lagen van de bevolking en een hele reeks organisaties. Uiteindelijk kwamen meer dan vierhonderd mensen opdagen, inclusief het eigen Parlementslid en de burgemeesters van Penzance, St Just, Hayle and St Ives. Het evenement zorgde voor een grote golf van belangstelling. Jennifer vertelt hoe het door de stad gonsde en hoe nog tot enkele weken nadien iedereen op straat napraatte over de avond, over Transition Penwith en over de implicaties van de lezing. TP’s eerste programma was tamelijk nauwgezet volgens het model van TTT opgezet en nam qua opmaak en uiterlijk ook de huisstijl over. Het bood
223 onder meer lezingen door David Fleming en mijzelf, en ook filmvertoningen zoals The End of Suburbia en The Power of Community, allemaal begeleid op de manier zoals uiteengezet op pagina 174. Er werden spontaan werkgroepen opgericht en een groot aantal samenwerkingsverbanden werd gevormd met een breed scala aan groepen. Deze samenwerkingsverbanden hadden als belangrijk voordeel dat het wiel niet opnieuw uitgevonden hoefde te worden en tevens dat ze integraal deel uitmaakten van de strategische netwerken in de regio. Transition Penwith heeft sindsdien vele activiteiten opgezet met die partner-organisaties. Een aantal van de praktische projecten die door de TP-werkgroepen zijn geïnitieerd, zijn: • Een onderzoek naar energiegebruik en behoeften voor de hele regio; • Transition Energy Tours – rondreizen langs lokale, duurzame energie-installaties; • ‘Chutney Rules’ – workshops aan huis, met dingen als het maken van een wormenbak, het installeren van een zonnepaneel, het aanleggen van een permacultuur-moestuin, enzovoort; • Workshops op het gebied van een breed scala aan vaardigheden zoals het bouwen van een composttoilet; • Een twintig weken durende vaardigheidscursus rond duurzame energievoorziening; • Een Transition Roadshow opgezet door de Educatie-groep om rond te reizen langs gemeentehuizen en scholen in de meer afgelegen gebieden van Penwith. Transition Penwith heeft samen met Transition Falmouth gefungeerd als aanjager voor de vele in opbouw zijnde Transitie-initiatieven in Cornwall. Ze worden ondersteund door de regionale Districtsraad, die deelneemt als partner-organisatie en middelen verschaft zoals vergaderplekken en audio-visuele apparatuur. www.transitionpenwith.com
‘Wat de Transitie-beweging zo aantrekkelijk maakt is dat haar boodschap eenvoudig is en absoluut positief. Zij is plaatsgebonden in die zin dat zij op de noden van individuele gemeenschappen gericht is. Zij kijkt eerder naar wat gedaan kan worden dan naar de mogelijkheid dat het misschien te laat zou kunnen zijn om de planeet te redden van uit de hand lopende klimaatverandering of van een mondiale oliecrisis met falende systemen als gevolg. (...) Het is ook een teken des tijds en een antwoord voor iedereen die Een ongemakkelijke waarheid gezien heeft en zich afvroeg: “Wat kan ik doen?” De Transitie-beweging is ingegaan op de collectieve vraag naar actie en fungeert als een lijm die het gescheurde weefsel van onze gemeenschappen herstelt.’ Cliona O’ Conaill (2007), ‘Carbon Descent: the Transition movement is a local solution to a global crisis’, Resurgence Nr. 244, september / oktober 2007
de verspreidin g van het T ransitie - c on c ept
HET TRANSITIE-HANDBOEK: DE HANDEN
Transition Falmouth Tijdens de Permacultuursamenkomst in Dorset in 2006 woonde Lorely Lloyd een lezing van mij bij over piekolie en het Transitie-concept, en had haar ‘piekolie-moment’. Ze ging naar huis in Falmouth, waar ze tevens gemeenteraadslid was, en dacht drie weken na totdat ze tijdens een bijeenkomst over milieubescherming in de stad begon mensen aan te spreken om een stuurgroep te vormen van wat Transition Falmouth zou worden. In oktober ging ik naar Falmouth en gaf in de vergaderzaal van de Gemeenteraad een lezing voor de startersgroep. De deelnemers varieerden van een 13-jarige jongen tot de gemeentesecretaris en de eerstverantwoordelijke ambtenaar voor de binnenstad, en de lezing gaf hen een overzicht van het wat, waarom en hoe van de Transitie-aanpak. Na de lezing werden er elke veertien dagen bijeenkomsten georganiseerd, met lezingen, films of discussies. Er was ook een Powerdown-Kerstfeest en gaandeweg ontstonden er enkele werkgroepen. Een van de voornaamste activiteiten van Transition Falmouth (TF) was het vormen van samenwerkingsverbanden. Ze vormden strategische partnerschappen met Friends of the Earth, het Town Centre Forum, de Gemeenteraad, Falmouth Green Centre en vele andere groepen. Een van de belangrijkste
kan het zich meer concentreren op concrete projecten. Er bestaan ook plannen om in samenwerking met het Gemeentebestuur, de moestuinvereniging (Allotment Association) en Falmouth Green Centre, een duurzaamheidscentrum op te richten waarin plaats is voor educatie, omscholing en activiteiten rond gemeenschapsontwikkeling. Ze doen ook aan fondsenwerving voor ‘eetbare’ voetpaden in de wijde omgeving. Terugblikkend op het eerste jaar van Transition Falmouth, zegt Lorely: ‘Als gemeente die drijft op toerisme en havenbedrijvigheid met een groot aandeel ouderen en studenten in zijn bevolking, vinden we het een hele opgave om de meerderheid van de mensen betrokken te krijgen, maar Transitie is een uitstekende kapstok voor allerhande soorten groepen en individuen om hun hoop op een betere toekomst aan op te hangen. We vormen geleidelijk aan een gemêleerd en toegewijd team dat projecten en samenwerkingsverbanden opzet ten behoeve van iedereen die met ons wil meewerken aan onze veerkrachtige gemeenschap. Samenwerken met andere lokale Transitie-initiatieven blijkt perfect te gaan.’
resultaten van hun samenwerkingsgerichtheid is de ontwikkeling van een integrale verkeersaanpak voor het stadscentrum, inclusief het afsluiten van de hoofdstraat voor gemotoriseerd verkeer. De Transitie-werkwijze waarin piekolie en klimaatverandering tezamen worden aangepakt en waarbij telkens wordt gezocht naar gemeenschappelijke belangen, wist voorheen gescheiden groepen samen te brengen om belangrijke lokale activiteiten te ondernemen. Sommige van de concrete projecten die uit TF zijn voortgekomen, zijn: • ‘Darnit’ – een kunstnijverheidsgroep die mensen samenbrengt om te leren breien, weven en dergelijke; • De aanzet van een campagne om Falmouth plastictas-vrij te maken; • Een voedselgroep die als eerste evenement een Zaadjes-zaterdag organiseerde – een plantenzaad-ruildag; • Ondersteuning voor Falmouth School als toekomstige ‘Eco-School’. Omdat hun plaatselijke creativiteitscentrum de film A Crude Awakening vertoont en Falmouth University College meer lezingen begint te organiseren rond Transitie-gerelateerde onderwerpen, hoeft TF zich minder bezig te houden met het organiseren van programma’s en evenementen, en
Transition Town Lewes
© gally stiles
224
De Zadige zaterdag van Transitie Falmouth.
Lewes in Sussex was een van de eerste Transitie-initiatieven die op dreef kwamen. Ze hebben hun aanpak sterk geënt op die van Totnes, en hebben ook andere nieuwe initiatieven in de regio weten te inspireren. Transition Town Lewes (TTL) begon toen Adrienne Campbell via een vriend over de Totnes-lancering hoorde. Daardoor geïnspireerd zette ze samen met anderen een stuurgroep op en TTL was geboren. Het eerste evenementenprogramma dat ze organiseerden heette ‘Energy Transition Comes to Lewes’, en het bevatte onder andere lezingen door Jeremy Leggett en Caroline Lucas, evenals filmvoorstellingen van The End of Suburbia en The Power of Community. Dit leidde tot de Officiële Lancering (waarmee Lewes het derde Initiatief werd dat dit deed) op 24
225 april 2007. Meer dan vierhonderd mensen waren er. De gemeenteraad beëindigde zijn reguliere vergadering extra vroeg om er bij te kunnen zijn. En het stond vol met kraampjes van andere lokale groepen. Na een openingswoord door de burgemeester kreeg ik het woord, gevolgd door Dr. Chris Johnstone. Het was een bruisend evenement met veel enthousiasme over de toekomst. Nadien is Transition Town Lewes erg druk bezig geweest. Ze hebben Open-Space-dagen gehouden (zie pag.188) over voedsel, huisvesting, energie en hun Minder-Energie-Plan, evenals een vol programma met lezingen, filmvertoningen en andere evenementen, met SlowFood-banketten en een goed gevuld programma voor de Grote Herscholing. Nog steeds niet tevreden met het voorgaande, heeft TTL nog een aantal interessante projecten aangezwengeld. Onder andere: • Werk in lokale scholen; • ‘Heat your greens’, een lokale zonnepanelenkopersclub; • ‘Verbouw je eigen groenten’, een serie praktische workshops; • De Lewes Community Bag – een stoffen boodschappentas, bedrukt met ‘Hou van Lewes, koop lokaal’ op de ene kant en de logo’s van twintig lokale winkels op de andere, uitgegeven in een beperkte oplage van duizend exemplaren.
de verspreidin g van het T ransitie - c on c ept
HET TRANSITIE-HANDBOEK: DE HANDEN
226
Er staan nog meer dingen op stapel. Daaronder zijn het Lewes-Pond (inmiddels gelanceerd – vert), een autoclub, iets wat de ‘Book Crossing of TT Books’ heet – wat gaat over het achterlaten van boeken in openbare ruimten om te lezen en dan door te geven – het in kaart brengen van bestaande boomgaarden en het creëren van een bostuin, evenals het opzetten van OVESCo (een door de gemeenschap beheerde energiemaatschappij voor de Ouse Valley Ecoregio).
© adrienne campbell
Hoewel het niet het eerste Transitie-initiatief was, was TTL in een aantal zaken wel de eerste. Een daarvan is dat het de eerste is die werkelijk Stap 1 van de Twaalf Transitiestappen heeft uitgevoerd: ‘Vorm een Stuurgroep en bouw haar opheffing in vanaf het begin’ (pag.167). Na een toegewijde groep te hebben gevormd van mensen die het project door de eerste paar stappen heen hadden geleid, werd besloten om de groep op te heffen en het project over te dragen aan vertegenwoordigers van
Transition Town Lewes houdt een workshop over piekolie en klimaatverandering in een lokale school.
de Werkgroepen. Dit was geenszins een eenvoudig proces; van de mensen die er vanaf het begin bij waren, vroeg het veel om los te laten en erop te vertrouwen dat het zou werken. Terugblikkend vindt men het hoe dan ook een nuttig proces geweest. Adrienne beschrijft het als volgt: ‘Uit de Lancering waren twaalf mensen voortgekomen die bereid waren om werkgroepen te vormen en als kerngroep begonnen we onze opheffing te bespreken. Gelukkig meldden er zich een paar professionele veranderingsdeskundigen die de groepsvertegenwoordigers uitnodigden om nieuwe doelen en uitgangspunten te formuleren. Indien die worden toegepast met verantwoordelijkheidsgevoel en openheid, geven deze de werkgroepen de kracht om zelfstandig te werken. Onze opheffing was voor mij een pijnlijk proces, een soort paradigmaverschuiving, die veel vertrouwen vereiste. Sommige leden van de oorspronkelijke kerngroep hebben TTL verlaten, en sommige groepen hebben het moeilijk, maar ik heb het gevoel dat de overdracht noodzakelijk was om Transition Town Lewes echt van de grond te laten komen. Er heeft altijd een spanningsverschil bestaan tussen mensen die meer zijn gemotiveerd door piekolie of door klimaatverandering. Er is ook vaak een dynamiek tussen de actiegerichte types – voor verandering nú – en de op Minder-Energie/permacultuur gerichte personen. We hebben een voortdurende discussie over hoe uiteenlopend onze houdingen kunnen zijn en zelfs of we wel echt toe moeten naar een ‘leven met minder olie’. En als dat niet zo is, wat is dan de transitie die we inzetten? Tegen de achtergrond van de voortgaande mondiale groei en afbraak, plus het ontbreken van een taal om de onvermijdelijke paradigmaverschuiving te beschrijven, wordt dit hele gemeenschapsombouw-vraagstuk rijk, beangstigend, inspirerend en surrealistisch tegelijkertijd.’ www.transitiontowns.org/Lewes
Transition Ottery St Mary Dit initiatief begon met Sara Drew die een lezing bijwoonde van Peter Russell in januari 2007, die deel uitmaakte van het programma van Transition Town Totnes. ‘Ik voelde de energie tijdens het evenement, en dacht ‘wauw!’ Hier had ik eindelijk een aanpak die positief in plaats van negatief was en die je niet in een poel van wanhoop onderdompelde!’ Ze ging naar huis en schreef een brief aan de plaatselijke krant, die als volgt ging: ‘Ik woon in Ottery St Mary en heb veel tijd besteed aan nadenken over de toestand van de planeet en de ophanden zijnde grondstoffencrisissen – die van olie in het bijzonder. Om een voorbeeld te noemen, we verbruiken zes vaten olie voor ieder vat dat we er nieuw bij winnen! Tel dat op bij de CO2-uitstoot, smeltende ijskappen en onbeheersbare klimaatverandering en het is niet moeilijk om je te realiseren dat we met zijn allen op de rand van de afgrond balanceren. Het systeem is volstrekt onduurzaam. Maar onlangs woonde ik een lezing bij in Totnes waar de gemeenschap bijeenkomt om concrete manieren te ontwikkelen om aan al deze zaken iets te doen in hun eigen achtertuin. Hun project heet Transition Town Totnes en gaat over het ontwikkelen van bij uitstek lokale manieren om energieverbruik te verminderen, een hechtere gemeenschap te bouwen en hun eigen leven in handen te nemen om succesvol het hoofd te kunnen bieden aan een wereld na het olietijdperk – een Post-fossiele-brandstof-gemeenschap. Hun ideeën betreffen onder meer het werken met moestuingroepen, carpoolen en energiezuinig leven. Groepen zoals deze komen nu overal ter wereld bij elkaar. Ik ben er zeker van dat we een Post-Olie-Ottery kunnen creëren dat de kwaliteit van onze levens zal verbeteren en dat ons zal helpen de komende jaren door te komen – samen. Als je geïnteresseerd bent om samen te komen om dit mogelijk te maken, neem dan contact met mij op (adresgegevens).’
227 Een aantal mensen reageerde en de kerngroep van Transition Ottery werd gevormd. Zij telt twaalf leden en doet het in principe kalm aan, de tijd nemend om diep te wortelen en verbindingen te leggen in de gemeenschap. Ze hebben een reeks bijeenkomsten georganiseerd, meer dan honderd mensen getrokken met een vertoning van An Inconvenient Truth, een Groene Familie-dag georganiseerd (een evenement met lokaal voedsel, zonne-energie, en onder meer een computer waar men zijn koolstofvoetafdruk kon berekenen). Ze richten een groot deel van hun programma op gezinnen met jonge kinderen en werken met het plaatselijke Later Life Forum, om ook oudere leden van de gemeenschap erbij te betrekken. Vertoningen van The End of Suburbia en The Power of Community staan gepland, en ze willen Lanceren in de zomer van 2008. Ze kenschetsen hun ontwikkeling als langzaam maar gestaag en ze hebben sterke netwerken gecreëerd met reeds bestaande groepen, zoals plaatselijke composteringsgroepen en volkstuiniers. www.transitiontowns.org/Ottery-St-Mary Transition Bristol De geboorte van Transition Bristol (TB) kwam voort uit een permacultuurcursus die plaatsvond in Bristol in 2006. Tijdens discussies gedurende de cursus onderzochten deelnemers bij welk soort projecten ze graag betrokken zouden zijn en het idee ontstond om een Minder-Energie-Plan voor de hele stad te maken. Hoewel het idee nogal overweldigend leek (Bristol telt ruim 400.000 inwoners), werd het toch opgepakt. Enige tijd later bracht een PermacultuurDagschool een grote groep mensen bijeen voor een dag vol workshops en trainingen in praktische vaardigheden, waarna zich een groep vormde (oorspronkelijk onder de naam ‘Transition City Bristol’). Niemand had enig idee hoe het concept zou kunnen werken op zo’n grote schaal, maar alle deelne-
de verspreidin g van het T ransitie - c on c ept
HET TRANSITIE-HANDBOEK: DE HANDEN
228
mers vonden het belangrijk om het te proberen. De eerste stappen betroffen het vormen van een Stuurgroep en starten met de bewustwordingsfase. De eerste opmerkelijke lezing werd gegeven door Dr Chris Johnstone en haalde het plaatselijke BBCavondnieuws. In mei 2007 gaf ik een lezing aan het Trinity Centre in Bristol, waarin op het eind mensen vanuit de diverse delen van de stad zich groepeerden volgens hun eigen ‘dorpskernen’ en discussieerden over de manier waarop zij dit proces op lokaal niveau graag zouden willen zien verdergaan. Bristol bestaat, zoals alle steden, feitelijk uit een verzameling ‘dorpen’ (wijken met elk een eigen identiteit) en dit lijkt een ideaal schaalniveau voor dit soort werk.
© tulane blyth
Transition Bristol functioneert dientengevolge op twee niveaus. Op het ene wordt het Transitie-proces doorlopen om toe te werken naar een Minder-Energie-Plan voor de hele stad en op het andere niveau wordt gewerkt aan netwerken, inspireren, trainen en ondersteunen van de ‘dorpsniveau’-initiatieven in de stad. Om de dorpen te ondersteunen organiseert TB maandelijkse bijeenkomsten om uit te kunnen wisselen wat wel en niet werkt. Daarnaast loopt er een programma met evenementen en lezingen, een website en promoten ze een ‘virtuele boomgaard’-initiatief, waar fruitbomen in de hele stad
Informatiebord op de ‘Big Event’ van Transition Bristol.
tegen kostprijs beschikbaar zullen worden gesteld. Werken op een schaal van 400.000 mensen is duidelijk anders dan werken op het niveau van een dorp of kleine stad. Volgens Peter Lipman, een van de oorspronkelijke initiatiefnemers, waren de Twaalf Stappen van de Transitie heel bruikbaar tijdens het ontwikkelen van hun strategie: ‘Ze hielpen ons om onszelf wat af te remmen en om te gaan met de druk om alles meteen en tegelijk te doen op de beide niveaus waarop we werken. Die druk is onvermijdelijk, gezien de omvang van de uitdagingen en het gevoel van grote urgentie – maar als we die niet weerstaan, zou dat ertoe kunnen leiden dat we het proces niet voor een zo breed mogelijk publiek kunnen openstellen en dat we onszelf een burn-out bezorgen. De Twaalf Stappen hebben ook geholpen bij ons werk met de lokale Transitie-districten om ze erop te wijzen dat het belangrijk is niet te snel te willen gaan, en hoe cruciaal het is om je draagvlak te verbreden en er niet vanuit te gaan dat het bewustwordingsproces al voltooid is.’ Nog iets wat erg nuttig is geweest zijn de Toelatingscriteria om een Transitie-initiatief te worden. (zie Bijlage 5, pag.254), die Transition Bristol heeft gebruikt voor de ‘dorps’-initiatieven, benadrukkend dat ze aan deze criteria moeten voldoen indien ze hun kansen op succes willen vergroten. TB is van plan te Lanceren in het voorjaar 2008, en heeft steeds meer overleg met enkele van de andere initiatieven van flinke steden zoals Nottingham, om hun ervaringen met elkaar te delen. In november 2007 hield Transition Bristol ‘The BIG Event’, het grootste Transitie-evenement tot het moment dat ik dit schrijf. De voornaamste sprekers waren Richard Heinberg, Jeremy Leggett, David Strahan, Dr Chris Johnstone en ikzelf, maar er was ook een compleet programma van workshops en lezingen over een hele reeks andere onderwerpen. Bijna vierhonderd mensen namen deel en de
dag was een dynamische, positieve en inspirerende introductie van het hele concept van Transitie en tegelijkertijd voor mensen ook een praktische ingang om hun eigen lokale Transitie-intiatieven te starten of te ondersteunen. www.transitionbristol.org Transition Town Brixton Mogelijk de grootste klus die door een Transitieinitiatief is opgepakt, is Transition Town Brixton in Londen. Transition Town Brixton startte als de Lambeth Climate Action Group, die opgericht werd na vertoningen van An Inconvenient Truth in de Ritzy Bioscoop in 2006. Begin 2007 liep een van de leden, Duncan Law, tegen het Transitie-model aan en werd gegrepen door de idee om ergens actie vóór te voeren in plaats van tegen. Hij was ook getroffen door de mate waarin het toevoegen van piekolie aan het klimaatveranderingsdebat de argumenten van beide zijden van het verhaal versterkten en verdiepten. Duncan stelde voor om de groep om te vormen tot een Transitie-initiatief, wat unaniem werd aanvaard. De groep startte vervolgens haar bewustwordingsfase en heeft tot dusver vijf filmvertoningen gehouden en heeft bijna twintig verschillende sprekers in huis gehaald. Transition Brixton heeft verder ‘groene’ wandelingen georganiseerd, bezoeken aan interessante projecten en paneldiscussies. Dit heeft het imago van het initiatief aanzienlijk versterkt en heeft landelijke media-aandacht opgeleverd. De groep heeft ook sterke banden met het bestuur van de deelgemeente gevormd. Werkgroepen beginnen vorm te krijgen, maar de groep is nog steeds bezig om de infrastructuur op te zetten die het functioneren van werkgroepen zo effectief mogelijk kan ondersteunen. Op de vraag hoe nuttig de Twaalf Stappen zijn geweest, vertelde Duncan me: ‘Ze zijn uitermate handig geweest,
229 maar helaas kwamen ze een beetje te laat onder onze aandacht! We hadden al een stuurgroep gevormd voor de Lambeth Climate Action Group, die niet was opgezet met de intentie om een TT te worden of om zichzelf na verloop van tijd op te heffen. We denken nog steeds na over hoe we die eerste Stap zouden kunnen uitvoeren en we werken op het moment zeker niet met alle Stappen. In velerlei opzichten zitten we nog steeds in de fasen van het leggen van de fundamenten en de bewustmaking.’ Ze waren oorspronkelijk van plan om op het einde van de zomer van 2007 een Lancering te doen, maar merkten dat ze nog steeds niet de kritieke massa hadden bereikt die een explosie zou garanderen, dus werd hij uitgesteld tot voorjaar 2008. Omdat ze nog steeds in de Bewustmakingsfase zitten, zijn er nog weinig zichtbare manifestaties
230
van het project, hoewel er plannen zijn voor een Groene Kaart van Brixton en een stedelijk tuinierproject op het terrein van een bestaand volkstuincomplex. Het Hyde-Farm-Klimaat-Actie-Netwerk is opgericht op een plaatselijk landgoed, verbouwt groenten in voortuinen en heeft workshops gegeven over energiezuinig leven, films vertoond en fruitplukbijeenkomsten georganiseerd.
‘Als we niet leven waar we werken, en wanneer we werken, dan zijn we onze levens aan het verspillen, en ons werk ook.’ Wendell Berry (1977), The Unsettling of America: Culture and Agriculture, Sierra Club Books
de verspreidin g van het T ransitie - c on c ept
HET TRANSITIE-HANDBOEK: DE HANDEN
Ik vroeg Duncan wat hij zag als het voornaamste verschil tussen het toepassen van het Transitie-model in Brixton en ergens anders. Hij vertelde me: ‘Een van de dingen die zo anders zijn aan het proberen om dit model in Brixton te implementeren in tegenstelling tot een klein stadje of een dorp, is dat Brixton een post-industrieel fenomeen is – het is niet gebaseerd op een aloud duurzaam model. Er is geen pre-olie-infrastructuur waarvan we wat kunnen leren. Piekolie zal een plaats als Brixton totaal op zijn kop zetten. Niemand kijkt op een nuchtere manier naar de afhankelijkheid van steden – hoe ze van voedsel te voorzien en wat er zal gebeuren als de werkloosheid stijgt en de huizenprijzen op catastrofale wijze kelderen, als de subsidiepotten geen geld meer hebben en de lokale overheid klem zit. Het gemeentebestuur is nog steeds aan het bezuinigen. Wij zeggen tegen hen: investeer nu in deze nieuwe vorm van infrastructuur. We zoeken ook uit hoe relaties te leggen buiten de stad die de stad zullen kunnen ondersteunen; relaties met boeren en het oprichten van lokale voorzieningen zoals biologische voedsel-inkooppunten.’ De Transitie-aanpak toepassen op stedelijke gebieden is een van de uitdagende noviteiten van dit werk en informatie-uitwisseling tussen de verschillende projecten is belangrijk; Brixton, Bristol, Nottingham, Brighton en andere stedelijke projecten putten dan ook een hoop inspiratie en bemoediging uit elkaars inspanningen. www.transitiontownbrixton.org
Transition Forest of Dean Forest of Dean in Gloucestershire heeft duidelijk te maken met een heel ander soort uitdagingen dan de stad Bristol. Het bestrijkt ongeveer 200 vierkante kilometer en huisvest ongeveer 75.000 mensen. Het Forest wordt begrensd door de rivier de Wye (en Wales) in het westen en de rivier de Servern in het oosten. De noordelijke grens van het district ligt ten noordwesten van de stad Gloucester in de Vale of Leadon. Transition Forest of Dean ontstond dankzij Sue en Andrew Clarke, die beiden als milieudeskundigen werkten en gefrustreerd raakten door het gebrek aan lokale actie rond klimaatverandering. Ze namen contact op met hun gemeenteraad om te vragen wat zij deden aan klimaatverandering, waarop
zij als antwoord kregen dat dat niet veel was omdat zij uit de gemeenschap geen signalen kregen dat het een belangrijk onderwerp werd gevonden. Rond die tijd begon Sue op een meer lokaal niveau te werken en in maart 2007 viel haar oog op de website van het Transition Network. Toen ze zag dat de oprichtingsbijeenkomst van het Transition Network binnenkort gehouden zou worden in Ruskin Mill nabij Nailsworth, meldde zij zich aan en ging er naar toe. Geïnspireerd en geënthousiasmeerd door het evenement nam ze thuis het initiatief om Transition Forest of Dean op te richten. Ze wilde een stuurgroep oprichten die niet voornamelijk zou bestaan uit mensen met een ‘groene’ achtergrond, maar die de bredere gemeenschap zou weerspiegelen. Ze beschrijft de samenstelling van de groep als volgt: ‘We hebben twee mensen met een achtergrond van wetenschap/milieu/bestuurskundig adviseur, drie met een permacultuur achtergrond, een lid van Friends of the Earth, een lid van de Groenen, een vanuit de ‘groene’ bedrijfssector (een plaatselijke hout-coöperatie), een vanuit een woningcorporatie, en nog een belangrijke vertegenwoodiger van “Foresters”, die zich bezighouden met het bewaren van onze plaatselijke tradities en rechten (erg belangrijk voor de gemeenschap hier). We tellen ook nog twee mensen die feitelijk gewoon bezorgde individuen zijn die de rest van ons met beide benen op de grond houden en die genoeg gemotiveerd zijn om de verandering te willen inzetten.’ Gezien het uitgestrekte karakter van Forest of Dean en het feit dat rijden van de ene kant naar de andere ongeveer veertig minuten kost, realiseerde de groep zich al snel dat ze naar de gemeenschap toe moesten gaan in plaats van te verwachten dat deze wel naar hen toe zou komen. Ze ontwikkelden daarom een ‘reizend circus’-aanpak waarmee ze langs de voornaamste stadjes trokken met het vertonen van films met discussie na, waarbij ze tijdens sommige
231 van hun bijeenkomsten vooral ingingen op piekolie en tijdens andere op de mogelijke gevolgen van klimaatverandering specifiek voor Forest of Dean. Hun vertrekpunt is dat de meeste mensen zichzelf in de eerste plaats zien als ‘Foresters’, en pas in de tweede plaats als inwoners van hun eigen stadjes, ook al zijn er enkele plaatsen met een regionale verzorgingsfunctie. Ze hebben daarom het idee dat de beste aanpak is om op het niveau van de hele regio te werken. In het begin waren ze bang dat men zou denken dat Transition Forest of Dean alles voor iedereen zou opknappen. Maar nu hun bekendheid toeneemt, melden mensen zich uit eigen beweging en meer en meer mensen bieden hulp en tijd aan. Tot op dit moment heeft hun publiek voornamelijk bestaan uit 40-plussers, en dus zetten ze hun activiteiten en publiciteit zodanig op dat ze een bredere aantrekkingskracht hebben. Ze werden recentelijk ook uitgenodigd om zich voor te stellen voor middelbare schoolkinderen. Andere evenementen die ze hebben georganiseerd, betreffen onder meer een maandelijkse sociale netwerkbijeenkomst, een driemaandelijks lokaal voedselfeest en kramen bij plaatselijke evenementen. Wat de Twaalf Stappen (pag.167) betreft, situeren ze zichzelf nog steeds bij de eerste drie, ook al is er de recente aanschaf van een aantal Electrisave-meters, die worden uitgeleend aan ieder die zijn energieverbruik in de gaten wil houden, een zichtbare actie die directe voordelen zal opleveren zodra mensen zich bewust worden van hun energieconsumptiegewoonten en van hoe ze hun consumptiepatroon kunnen verminderen. www.transitionforest.org.uk
‘De uren waarin onze geest helemaal in beslag wordt genomen door schoonheid zijn de enige uren dat we werkelijk leven.’ Richard Jefferies