Registratierechten 1.
A. B.
INLEIDING .................................................................................................................................. 2 OMSCHRIJVING ........................................................................................................................... 2 DRIE SOORTEN REGISTRATIERECHTEN ............................................................................................... 2 § 1 Het algemeen vast recht (€25) ........................................................................................... 2 § 2 Specifieke vaste rechten..................................................................................................... 2 § 3 Evenredige rechten............................................................................................................ 2
2.
DE VERPLICHTING TOT REGISTRATIE .......................................................................................... 2 A. ALGEMEEN ................................................................................................................................ 2 § 1 Overzicht ........................................................................................................................... 2 § 2 Registratie is in principe facultatief.................................................................................... 3 § 3 Vereiste van een geschrift.................................................................................................. 3 B. VERPLICHTING TOT REGISTRATIE ..................................................................................................... 3 § 1 Uiteraard te registreren rechtshandelingen........................................................................ 3 § 2 Rechtshandelingen die moeten geregistreerd wegens het bestaan van een bepaald scriptum ..................................................................................................................................... 3
3.
EISBAARHEIDSREGELS VAN EVENREDIGE EN SPECIFIEKE VASTE REGISTRATIERECHTEN............. 3 A. ALGEMEEN ................................................................................................................................ 3
4.
DE EVENREDIGE REGISTRATIRECHTEN ....................................................................................... 4 A. OVERDRACHTEN ONDER BEZWARENDE TITEL VAN IN BELGIË GELEGEN ONROERENDE GOEDEREN (ART. 44 W. REG.)............................................................................................................................................... 4 § 1 Tarief................................................................................................................................. 4 § 2 Toepassingsgebied ............................................................................................................ 4 § 3 Belastbare grondslag......................................................................................................... 5 § 4 Verminderingen en afwijkingen ......................................................................................... 5 B. OPENBARE VERKOPINGEN VAN LICHAMELIJKE ROERENDE GOEDEREN (ART. 77 W. REG.)............................. 5 C. HUUROVEREENKOMSTEN VAN IN BELGIË GELEGEN ONROERENDE GOEDEREN (ART. 83 W. REG.) .................. 6 § 1 Tarief en belastbaar feit..................................................................................................... 6 § 2 Belastbare grondslag......................................................................................................... 6 D. HYPOTHEEKVESTIGING, INPANDGEVING VAN HANDELSZAAK EN VESTIGING VAN LANDBOUWVOORRECHT (ART. 87 E.V. W. REG.) ............................................................................................................................... 6 E. VERDELING EN AFSTANDEN VAN ONVERDEELDE DELEN (ART. 109 W. REG.) ............................................. 6 § 1 Tarief en belastbaar feit..................................................................................................... 6 § 2 Belastbare grondslag......................................................................................................... 6 F. BURGERLIJKE EN HANDELSVENNOOTSCHAPPEN................................................................................... 6 § 1 Inbreng en kapitaalverhoging ............................................................................................ 6 (1) (2)
Algemeen .................................................................................................................................................. 6 Gemengde inbreng..................................................................................................................................... 7
(1) (2) (3)
Toepassingsgebied ..................................................................................................................................... 7 Tarief ......................................................................................................................................................... 7 Belastbare grondslag.................................................................................................................................. 8
§ 2 Uitdeling van maatschappelijke vermogen......................................................................... 7 G. SCHENKINGEN ............................................................................................................................ 7 § 1 Inleiding ............................................................................................................................ 7 § 2 Algemene bepalingen ........................................................................................................ 7
H. 5.
§ 3 Bijzondere bepalingen voor schenkingen van ondernemingen............................................ 8 VONNISSEN EN ARRESTEN (ART. 142 EN 146 W. REG.)....................................................................... 8 TERUGGAVE ............................................................................................................................... 9
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
1
1.
Inleiding
A.
Omschrijving
•
•
B.
Registratie = formaliteit die bestaat in het afschrijven, ontleden of vermelden van een akte of van een geschrift, door de ontvanger der registratie in een hiertoe bestemd register of op elke informatiedrager bepaald door de Koning (art. 1 W. Reg.) o Gevolg: registratierecht verschuldigd o Probleem: definitie te formeel RL: meer principiële benadering voor evenredige registratierechten (belangrijkste) o Registratierechten: treffen (via instrumentaire akte) een economische waardeverplaatsing die het gevolg is van een rechtshandeling onder de levenden (<-> successierechten) o Indirecte en zakelijke belasting (treft draagkracht niet, wel juridische omloop) o Opm: principe geldt niet voor vaste rechten -> daar soms geen rechtshandeling vereist
Drie soorten registratierechten
§ 1 Het algemeen vast recht (€25) •
Vergoeding voor door registratie bewezen diensten, op registratie van o.m. geschriften die geen rechtshandeling vaststellen (algemeen: als er geen nieuwe rechtshandeling wordt vastgesteld)
§ 2 Specifieke vaste rechten •
Uitzondering vastgelegd naamsverwandering.
voor
specifieke
rechtshandelingen,
bv.
§ 3 Evenredige rechten •
Treffen economische waardeverplaatsing ingevolge een rechshandeling, o.a. op hypotheekvestiging, overdracht van onroerende goederen,… o Uitz: veroordelingsrecht = formaliteitsrecht
2. De verplichting tot registratie A.
Algemeen
§ 1 Overzicht •
Twee principes: o In principe: registratie = facultatief o Slechts toepasselijk als er een geschrift is (geschrift =/= voorwerp registratierecht)
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
2
§ 2 Registratie is in principe facultatief • • •
Registratierecht slechts verschuldigd bij registratie -> dus kijken of registratie verplicht is Meestal: facultatief, maart. 19-31 W. Reg.: verplicht o Als aangeboden -> registratie verplicht Twee stappen: o Registratierecht voorzien in wet? o Moeten partijen naar ontvanger van Registratie en Domeinen?
§ 3 Vereiste van een geschrift •
B.
Registratierecht maar van toepassing als er een geschrift bestaat (art. 1 W. Reg.) o Ook al betreft het de waardeverplaatsing en niet de rechtshandeling zelf o Drie uitz: § Overeenkomsten tot overdracht of aanwijzing van eigendom of vruchtgebruik voor onroerende goederen § Openbare verkopen van lichamelijke roerende goederen § Inbrengen in vennootschappen o =wezenlijke voorwaarde voor eisbaarheid o gevolg uitzondering: mutatierechten vs. Akterechten § mutatierechten = registratierechten verschuldigd door het loutere bestaan van de rechtshandeling • zelfs al is er geen geschrift • wel geschrift: fiscus moet er geen rekening mee houden -> mag kijken naar ware aard rechtshandeling § akterechten -> alleen verschuldigd als er een geschrift is dat (verplicht of vrijwillig) ter registratie wordt aangeboden • fiscus mag (tenzij er veinzing is) enkel naar geschrift kijken § alles is akterecht, tenzij wet anders bepaalt
Verplichting tot registratie
§ 1 Uiteraard te registreren rechtshandelingen •
De mutatierechten
§ 2 Rechtshandelingen die moeten geregistreerd wegens het bestaan van een bepaald scriptum • •
Openbare akten (administratieve akten, notariële akten, deurwaardersexploten, vonnissen) Onderhandse akten (overdracht eigendom/vestiging vruchtgebruik op onroerende goederen, alles wat met huur te maken heeft, inbrengen in vennootschappen)
3. Eisbaarheidsregels van evenredige en specifieke vaste registratierechten A. •
Algemeen Principieel: algemeen vast recht, tenzij bewijs specifiek vast recht of evenredig recht (art. 11, lid 2 W. Reg).
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
3
•
Vier eisbaarheidsregels (=systematisering moeilijke regels wetboek) o Uitdrukkelijke tarifering § Als geen uitdrukkelijke tarifering -> algemeen vast recht (steunt op art. 170 Gw.) o Volmaaktheid § Rechtshandeling moet volmaakt zijn • Alle geldigheidsvoorwaarden moeten vervuld zijn (maar is nauwelijks nog relevant) • Onderscheid: o Onbestaande rechtshandelingen (bv. niet aanvaarde schenking) -> algemeen vast recht o Nietige rechtshandeling -> evenredig/specifieke vast recht (fiscus oordeelt niet over geldigheid of nietigheid rechtshandelingen) § Volmaakt instrument (niet voor uiteraard te registreren rechtshandelingen • Ondertekend door alle partijen o Rechtshandeling moet actueel zijn § Opschortende voorwaarde • Enkele vast algemeen recht tot vervulling voorwaarde -> dan evenredig recht • Tarief => kijken naar datum van het contract (gemeen recht: werkt hier terug) • Belastbare grondslag: datum van vervulling voorwaarde (<-> gemeen recht) § Ontbindende voorwaarde • =actueel o Non bis in idem: rechtshandeling mag nog niet eerder getroffen zijn door evenredig of specifiek vast recht § Één rechtshandeling, verschillende scripta -> één keer registratierecht verschuldigd § Één scriptum, verschillende rechtshandelingen • Wederzijds afhankelijke bepalingen: één recht, op de hoofdbepaling (=bepaling die aanleiding geeft tot hoogste recht) • Wederzijds onafhankelijke bepalingen: recht verschuldigd voor iedere bepaling
4. De evenredige registratirechten A. Overdrachten onder bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen (art. 44 W. Reg.) § 1 Tarief • •
Mutatierecht = 12,5% Onroerende goederen in Vlaamse Gewest -> 10%
§ 2 Toepassingsgebied •
Onroerende goederen o Niet: roerende goederen die dienen tot dienst en exploitatie van onroerende goederen (art. 21(2), 2° W. Reg.)
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
4
o Niet: nieuwe gebouwen (vallen onder BTW) (art. 159, 8° W. Reg.) o Wel: inbrengen in vennootschap (vroeger niet) o Maar cf. art. 115bis W. Reg. -> enkel inbreng onroerende goederen die (minstens gedeeltelijk) bestemd zijn voor bewoning
§ 3 Belastbare grondslag • •
•
Overeengekomen prijs of waarde (inc. lasten) o Minimum = verkoopwaarde Vlaamse gunstmaatregel o Vermindering van €15000 bij aankoop onroerend goed als hoofdverblijfplaats dien (art. 46bis W. Reg.) = abattement o Verhoging met bij-abattement afhankelijk van toegepaste tarief § Gewoon tarief -> €10 000 § Klein beschrijf (5%) -> €20 000 § Verlaagd tarief (1,50%) -> €66.667,67 • Voor verkopen met regeringspremie, als hypotheek wordt ingeschreven in het hypotheekkantoor binnen 2 of 5 jaar (woon- of bouwgrond) Brusselse gunstmaatregel o Vermindering met €60.000 als hoofdverblijfplaats o €75.000 als in kader stadsvernieuwing
§ 4 Verminderingen en afwijkingen • •
Art. 51 e.v. W. Reg. Vlaams Gewest: meeneembaarheid van voorheen betaalde registratierechten o Verrekening § Verkoop oude hoofdverblijfplaats voor aankoop nieuwe hoofdverblijfplaats § Tussen registratierechten vorige woning – registratierechten nieuwe woning § Vereiste • Nieuwe aankoop vaste datum binnen twee jaar • Hoofdverblijf in periode van 18 maanden voor verkoop/verdeling (art. 61(4), lid 1, 3° W. Reg.). § Beperkt tot €12.500 (art. 61(3) W. Reg.). o Teruggave § Gelijkaardig, maar verkoop oude hoofdverblijfplaats na aankoop nieuwe hoofdverblijfplaats
B. Openbare verkopingen van lichamelijke roerende goederen (art. 77 W. Reg.) • • • •
Tarief: 5% Naar aanleiding van toewijzing verschuldigd Belastbare grondslag: toewijzingsprijs+lasten Uitzonderingen, o.a. openbare verkoop op verzoek BTW-belastingsplichtige
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
5
C. Huurovereenkomsten van goederen (art. 83 W. Reg.)
in
België
gelegen
onroerende
§ 1 Tarief en belastbaar feit • •
Tarief: 0,20% Belastbaar feit o Huurovereenkomsten o Erfpacht/opstal o Niet: § Onroerende leasing (-> BTW) § Verhuring onroerend goed bestemd voor huisvesting (art. 161, 12° W. Reg.).
§ 2 Belastbare grondslag • •
Contract voor bepaalde duur: (jaarlijkse huurprijs + lasten) x aantal jaren Contract voor onbepaalde duur: (jaarlijkse huurprijs + lasten) x 10 (eventueel meer als er een minimumhuur bedongen is)
D. Hypotheekvestiging, inpandgeving van handelszaak vestiging van landbouwvoorrecht (art. 87 e.v. W. Reg.) • •
en
Tarief : 0,5% of 1% Belastbare grondslag: integrale bedrag van de gewaarborgde sommen – interesten van drie jaar
E. Verdeling en afstanden van onverdeelde delen (art. 109 W. Reg.) § 1 Tarief en belastbaar feit •
1% op o gehele/gedeeltelijke verdeling van onroerende goederen o afstand onder bezwarende titel van delen in zulke goederen o omzettingen van vruchtgebruik (zelfs als er geen onverdeeldheid is)
§ 2 Belastbare grondslag • • •
F.
Indien de onverdeeldheid ophoudt onder alle mede-eigenaars: totale waarde van de goederen Indien dat niet geval is: waarde van de afgestane delen Overeengekomen waarde, minimum = verkoopwaarde
Burgerlijke en handelsvennootschappen
§ 1 Inbreng en kapitaalverhoging (1) •
Algemeen Tarief: 0% (art. 115 W. Reg.). o Voor inbreng roerende goederen/kapitaalverhogingen
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
6
• (2) • •
•
o Voor onroerende goederen § Die niet to bewoning worden aangewend § Die ingebracht worden door rechtspersonen (art. 115bis W. Reg.) Door nultarief nog weinig belang Gemengde inbreng =tegenover inbreng in natura staan niet alleen maatschappelijke rechten (bv. ook overname schulden) dan onderscheid o deel waartegenover maatschappelijke rechten staan -> geen heffing, 0% op waarde maatschappelijke rechte, minimum nettoverkoopwaarde o deel waartegenover geen maatschappelijke rechten staan = koop, ruil,… -> gewone regels toepassen Uitzondering: niet van toepassing bij inbreng universaliteit/bedrijfstak door andere vennootschap -> geen recht op overgenomen passief (art. 120, lid 2 W. Reg.) (en ook niet op ingebrachte goederen, want 0%)
§ 2 Uitdeling van maatschappelijke vermogen •
Verkrijging goederen uit vennootschap door vennoten -> mutatierecht o Uitz: inbreng in andere vennootschap o Uitz: personenvennootschappen § Uitz: coöperatieve vennootschappen
G. Schenkingen § 1 Inleiding • •
Gewestbelasting, maar bouwt voort op vroegere federale regerling Welk gewest? (BWHI) -> lokalisatiecriterium o Door rijksinwoners § Op plaats waar schenker zijn fiscale woonplaats heeft § Meerdere woonplaatsen gedurende laatste vijf jaar -> plaats waar woonplaats het langst was o Door rijksinwoners § Onroerende goederen: plaats waar goed gelegen is § Roerende goederen: geen lokalisatiecriterium
§ 2 Algemene bepalingen (1) • •
(2) •
Toepassingsgebied gelijklopend voor drie gewesten evenredig recht op bruto-aandeel van elke begiftigde (art. 131 W. Reg.) o voor schenkingen onder de levenden van roerende of onroerende goederen (die in België gelegen zijn) –> maar het moet gaan om tegenwoordige goederen o Maar: slechts verplichting tot registratie voor schenking onroerende goederen/roerende goederen Tarief Vroeger federaal (art 131 W. Reg.) -> = successierechten (progressief 3% -> 80%)
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
7
•
(3) •
•
o Gunstregelingen o Rekeninghoudend met bruto-aandeel begiftigden Vlaams gewest § Schenkingen van onroerende goederen: federale regeling (art. 131 W. Reg.), dus progressief. § Schenkingen van roerende goederen, op bruto-aandeel • 3% voor schenkingen tussen echtgenoten/afstammelingen in rechte lijn (+wettelijk/feitelijke samenwonenden) (art. 132(1) W. Reg.) • 7% voor schendekingen aan andere personen (art. 131, §2 W. Reg.) § =gunstige regel • gevolg: handgiften minder interessant als successieplanning • immers, notariële akte heeft voordelen • maar ook oneigenlijk gebruik o schenkingen roerende goederen onder opschortende voorwaarde vooroverlijden schenker (geen legaat) § -> enkel algemeen vast recht vast recht verschuldigd bij opmaken § bij vooroverlijden -> 3% of 7% § gevolg: ontwijken successierechten o opl in decreet 2004 § deze schenkingen worden als legaten beschouwd -> successierechten Belastbare grondslag Driemaal hetzelfde o Bruto-verkoopwaarde goederen (art. 131 en 133 W. Reg.) § zonder aftrek lasten ten voordele van schenker/derde § wel aftrek last die bestaat uit som/rente/pensioen t.v.v. derde (die aanneemt) • in hoofd van derde = schenking • afgetrokken van het aandeel van hoofdbegiftigde § bepaalde uitzonderingen Progressievoorbehoud (art. 137 W. Reg.) o Cumulatie tussen schenkingen tussen dezelfde partijen gedurende drie jaar voor nieuwe schenking o Beperkt tot schenkingen van onroerende goederen (want vlak tarief voor roerende)
§ 3 Bijzondere bepalingen voor schenkingen van ondernemingen • • •
Wet 1998: onder voorwaarden tarief 3% voor overdracht ondernemingen/bedrijfstakken (ook ambten e.D.)/ aandelen van die vennootschap Vlaams Gewest: soepelere voorwaarden + 2% Waals Gewest: soepelere voorwaarden en soms 0%
H. Vonnissen en arresten (art. 142 en 146 W. Reg.) • •
3% op veroordelingen, vereffeningen, rangregelingen als waarde > €12 500 vonnissen die een niet-registreerde overeenkomst tot eigendomsoverdracht of vestiging vruchtgebruik bewijzen -> titelrecht
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
8
5. Teruggave •
Normaal geen teruggave regelmatig geheven rechten (art. 208 W. Reg.) o Paar uitz (art. 209 e.v. W. Reg.)
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
9