De vereniging “Radioamateurs Mechelen” Onderafdeling MCL Mechelen van UBA “Vereniging voor technologische en experimentele radiocommunicatie”. De UBA is een dienstverlenende vereniging (vzw) met ruim 3000 leden, die het overgrote merendeel van de Belgische actieve radioamateurs vertegenwoordigt. Wat is de UBA? De UBA (Koninklijke Unie van de Belgische Zendamateurs) is een vereniging van mensen, met één gemeenschappelijk interessepunt: ze hebben allemaal belangstelling voor de technologie van de radiocommunicatie in al zijn aspecten. De statuten leggen duidelijk vast dat het radioamateurisme een technische hobby is en meer dan een communicatiehobby (CB, Citizen Band, behoort niet tot het statuut van Radioamateur). Het radioamateurisme is erkend door de International Telecommunications Union (de ITU is een afdeling van de Verenigde Naties die instaat voor de verdeling van het radiospectrum en die alle procedures met betrekking tot telecommunicatie vastlegt) en wordt erkend als een DIENST (net zoals de land-mobiele dienst, de maritieme dienst, enz…), dit wegens de vele bijdragen en diensten die het radioamateurisme gedurende bijna één eeuw aan de gemeenschap heeft gebracht.
Wat doet de UBA? De UBA vertegenwoordigt de radioamateurs bij alle nationale en regionale gezagsorganen (ministeries, BIPT, enz...) en verdedigt er hun belangen, in eerste instantie op een proactieve manier. Het vertegenwoordigt eveneens de Belgische radioamateurs via zijn banden met de IARU (International Amateur Radio Union) op de hoogste besluitvormingsniveaus op wereldvlak (ITU, UN). De UBA helpt en steunt zijn leden in allerhande aspecten bij het beoefenen van de hobby (informatieverstrekking, QSL-kaarten-dienst, organiseren van activiteiten, verzekeringen, gerechtelijke bijstand, enz…) en het helpt de kandidaat-radiozendamateurs bij het voorbereiden van het BIPT-examen.
Situering van de UBA op nationaal en internationaal vlak De UBA is de enige nationale vereniging van radioamateurs in België. Het is ook alleen zij die erkend is door de IARU als vertegenwoordiger van de Belgische radioamateurs. De IARU is op haar beurt de enige wereldwijde vereniging van radioamateurs die door de ITU (International Telecommunications Union) erkend wordt. De ITU erkent de radioamateurdienst en definieert op globale wijze de radioamateurbanden (en de banden voor alle andere diensten) en landenprefixen. De IARU coördineert en behartigt de belangen van alle lidverenigingen (zoals de UBA) bij de ITU.
Organisatie in UBA-secties (plaatselijke afdelingen)
1
De UBA bestaat uit meer dan 80 lokale secties. Die zijn verspreid over gans België. Elke sectie wordt geleid door een afdelingsvoorzitter. Die wordt jaarlijks onder de leden van zijn afdeling gekozen. De verschillende UBA-secties of afdelingen organiseren op regelmatige tijdstippen vergaderingen. Een aantal van hen hebben wekelijkse bijeenkomsten. De afdeling Mechelen organiseert sinds 40 jaar lessen ter voorbereiding op het BIPT-examen. Deze lessen zijn vrij en voor iedereen gratis toegankelijk, en kaderen in de volwassenen vorming. De afdeling organiseert elke maand voordrachten, sociale en promotionele activiteiten, naast bijscholende activiteiten. De Radiocontacten met Frank De Winne in het ISS het afgelopen jaar vanuit Technopolis en vanuit de scholen die daar projectmatig aan deelnamen werden door UBA gerealiseerd, met medewerking van de Mechelse afdeling. Lijst voordrachten in Mechelen van het laatste jaar: De laatste elektronica ontwikkelingen van de Nanotechnologie. Radiopropagatie, voortplantingsverschijnselen op basis van geomagnetisme en zonmechanica, met hun atmosferische effecten. Wat is astrologie, en wat is reëel wanneer men praat over niet- ioniserende straling. Wat gebeurt er wanneer we uitzenden, op het vlak van kwantummechanica. Tijd en frequentiestandaarden, gegeven door een lid van het grootste kalibratielaboratorium in België. Lofar; Radioastronomie en haar praktische toepassing voor Radioamateurs. De radiocommunicatie van Artsen Zonder grenzen, in rampgebieden. Voordracht door een Radioamateur in dienst van de UNO voor radiocommunicatie in oorlogsgebieden. (Geraakte gewond in Irak) Wat is de structuur van TCP/IP bij digitale communicatie. De essentie en het gebruik van digitale communicatie middelen met SDR (Software defined radio) voor zelfbouw. Vorig jaar deelgenomen met de club van Mechelen aan het Wetenschapsfeest in de Nekkerhallen, ingericht door Technopolis en de Belgische universiteiten. We zijn van plan in 2011 deel te nemen aan de speeldag in Mei van het Speelgoedmuseum. Enkele van deze lezingen geef ik tevens op verplaatsing in andere afdelingen in België. We stellen daarom voor een bezoek te brengen aan de afdeling Mechelen. Je kan er kennis maken met de afdelingsvoorzitter en de leden. Schriftelijk of telefonisch contact met de voorzitter kan natuurlijk ook. De maandelijkse vergadering gaat door elke 4e maandag in Bistro Komisfeu ,Ontvoeringsplein nr 2 te Mechelen . De afdeling Mechelen is een van de oudste van België. Ik ben in het bezit van een oprichtingsakte die dateert van vlak na de eerste wereldoorlog. Informatieverstrekking door de UBA Informatie wordt aan de leden verstrekt op verschillende manieren: • •
•
Het tijdschrift CQ-QSO: CQ-QSO verschijnt 6 maal per jaar. CQ-QSO is het officieel tijdschrift van de vereniging. Het tijdschrift bevat zowel technische artikels en algemene informatie (bijvoorbeeld BIPT-zaken) als wetenswaardigheden die door de verantwoordelijken van de HF-, van de VHF- en de andere commissies worden verzameld, De UBA Website op het Internet: de UBA website (www.uba.be) heeft een dubbel doel:
2
een luik te zijn naar de buitenwereld en naar zij die (nog) geen lid zijn van de UBA, o een bron te zijn van snelle informatieverstrekking naar de UBA-leden. Een deel van die informatie wordt inderdaad alleen aan UBA-leden verstrekt. Het nationaal UBA-station ON4UB: ON4UB is het Nationaal Station van de UBA, dat tot begin 2006, gedurende bijna een halve eeuw zorgde voor nieuwsverstrekking en opleiding via radio. De radio-infrastructuur van ON4UB zal in de toekomst gebruikt worden onder andere voor CW cursussen (in voorbereiding), Via het kanaal DM-CM: De DMs (district managers of provinciale voorzitters) wonen de vergaderingen van de Raad van Bestuur van de UBA bij en organiseren in hun regio vergaderingen met de Afdelingsvoorzitters (CM's) die aldus op de hoogte gebracht worden van wat er beslist is op de Raad van Bestuur. Dit is een twee-weg communicatie- en informatiekanaal waarlangs ook vragen van de leden naar de Raad van Bestuur kunnen terugvloeien. Via de lokale afdeling Mechelen. Mechelen heeft een eigen website. WWW.MCL.hamradio.be, gekoppeld aan MCL-press. Wanneer men inschrijft op deze laatste bekomt men alle recente nieuws, online via e-mails, over de lokale activiteiten, gebeurtenissen en geplande activiteiten. Het is het elektronische tijdschrift van de Mechelse afdeling. De afdeling Mechelen verzameld ongeveer 80 leden, waarvan er maandelijks 20 à 30 aanwezig zijn op de maandelijkse vergadering met bijbehorende voordracht. Iedereen is welkom op onze vergadering, ook de niet leden. o
•
•
•
• •
Het lokale adres van MCL UBA (feitelijke vereniging)is: Lokale voorzitter: Frans Verheyden on5go Groenstraat 46 2800 Mechelen Tel : 015 418745 GSM 0475 621409
[email protected] Secretariaat: Luc Baumans on7bau Frans Halsvest 64 2800 Mechelen
[email protected]
Het maatschappelijk adres van de UBA is: • •
Koninklijke Unie van de Belgische Zendamateurs (UBA) Vereniging Zonder Winstoogmerk Drukpersstraat 4 1000 Brussel Tel.: 02/217 80 80 – Fax: 02/218 31 41
3
Het radioamateurisme Wie wordt radioamateur? Radioamateurs vind je in haast alle landen en in alle middens. Zij vertegenwoordigen een kleurrijke waaier van opleidingen en beroepen. Ze hebben één zaak gemeen: hun passie voor techniek én voor radio. Zowel "Jan met de Pet", als wijlen koning Houssein van Jordanië, zijn collega's koning Juan Carlos van Spanje en koning Bhumiphol van Thailand zijn radioamateurs. Ook eerste minister Rhajiv Ghandi van India was één van hen. Carlos Menem, president van Argentinië vervoegt eveneens de rangen van de radioamateurs. Maar ook voor jou is er plaats. Ook jij kunt radioamateur worden! Dan word je opgenomen in die vriendenkring van ruim 1 miljoen gelicentieerden over de hele wereld.
Wat doen ze? Van bij de oorsprong van de radio waren de radioamateurs "vorsers". Zij hebben baanbrekend werk verricht i.v.m. radiocommunicatie. De techniek was toen echter vrij elementair maar niettemin! Een radioamateur was bovenal een fysicus én een technicus. Hij bouwde niet alleen zijn eigen toestellen, maar vervaardigde daarenboven de onderdelen die daartoe nodig waren. Driekwart eeuw later is de elektronica sterk geëvolueerd. De integratie van de elektronische componenten heeft alom zijn intrede gedaan. Het is momenteel zo goed als onmogelijk zelf nog zend- en ontvangstapparatuur te bouwen die naar prestaties kan wedijveren met de kant-en-klare commerciële exemplaren. Dat geldt gelukkig niet voor alle toestellen. De radioamateur kan doorgaans zelf zijn antennes bouwen in plaats van fraaie compromisoplossingen in de winkel te kopen. De radioamateur is hij die regelmatig zelf nog iets durft bouwen. Maar ook hij die zijn commerciële zender en/of ontvanger door en door kent, en dat toestel - bij eventueel defect - zelf kan herstellen.
Een wereldwijde erkenning De radioamateurs hebben een hobby die op wereldniveau een niet geringe erkenning geniet omwille van zijn potentieel aan daadwerkelijke dienstverlening. De ITU die een onderafdeling is van de VN en tevens het hoogste wereldorgaan dat alle aspecten van telecommunicatie coördineert en reglementeert, erkende dit aspect van de radioamateurdienst in haar resolutie nr. 640 tijdens haar wereldconferentie van 1979. In die resolutie werd verklaard dat "...dank zij hun spreiding en hun doeltreffendheid, waar zij bij eerdere gelegenheden reeds blijk van gaven, de stations van de amateur-dienst bij machte zijn hulp te bieden bij het verzorgen van de essentiële noden aan communicatie...". Inderdaad! In geval van natuurrampen kunnen de verbindingen tussen radioamateurstations en andere stations de 4
vitale communicaties verzekeren in afwachting dat de normale communicatiemiddelen worden hersteld. Het is slechts door dat dienstverleningsaspect hoog in ons vaandel te voeren dat we de toekomst van onze hobby veilig kunnen stellen.
De radioamateurdienst Het radioamateurisme blijft in eerste instantie een technische hobby. Het Internationaal Congres voor Radiotelegrafie te Washington in 1927 heeft de radioamateurs een officieel statuut verschaft, dat sindsdien nagenoeg ongewijzigd gebleven is. Ziehier hoe de Internationale Telecommunicatie Unie (ITU), een dienst van de Verenigde Naties gevestigd te Genève, thans de amateur-dienst definieert: Amateur-dienst: radiocommunicatiedienst voor zelfstudie, onderlinge communicatie en technische onderzoekingen, uitgeoefend door bevoegde personen die zich voor de radiotechniek interesseren voor strikt persoonlijke motieven en zonder financieel belang. Satelliet-amateurdienst: radiocommunicatiedienst die met dezelfde doelstellingen gebruik maakt van ruimtestations aan boord van aardsatellieten.
In België wordt de radioamateurdienst geregeld door het ministerieel besluit van 9 januari 2001. Het is tevens een hobby die op wereldniveau een niet geringe erkenning geniet omwille van zijn potentieel aan daadwerkelijke dienstverlening.
Communicatiemethodes Bij het begin van de radio bestond alleen de telegrafie (morsecommunicatie). Via morsesignalen werden boodschappen in gecodeerde vorm doorgeseind. Kort daarop zag de telefonie (communicatie met het gesproken woord) het daglicht. Naar het voorbeeld van de radio-omroep werd ook bij de radioamateurs aan telefonie gedaan. Het werd vlug duidelijk dat onder marginale omstandigheden de telegrafie (ook CW genoemd = afkorting van Continuous Wave) bij eenzelfde zendvermogen een grotere reikwijdte had dan de telefonie. Het was daarenboven zelfs betrouwbaarder! Dat was meteen de reden waarom op zeeschepen, tot voor kort, de noodcommunicatie steeds in telegrafie gebeurde. Tot aan de opkomst van de satellietcommunicatie hadden alle zeeschepen dan ook permanent een ervaren radiotelegrafist (marconist) aan boord. Tot voor kort werd daarom ook vereist (in alle landen van de wereld) dat radioamateurs die gebruik willen maken van de kortegolfbanden (HF-banden), een elementaire kennis van de morsecode zouden bewijzen. Sedert medio 2003 is de eis op internationaal niveau (ITU) weggevallen, en langzaam blijken de meeste landen ook de eis van kennen van telegrafie te laten vallen. België was een van de allereerste landen om dit te doen. Dit wil echter hoegenaamd niet zeggen dat telegrafie een "mode" is die minder zou gebruikt worden door de radioamateurs dan voorheen! In de loop der jaren zijn er echter een 5
aantal andere vormen van modulatie en van informatietransfer bijgekomen. Radioamateurs zenden nu ook beelden uit. Zij maken verbindingen via eigen satellieten. Zij maken gebruik van numerieke technieken (laten hun computers met elkaar praten via de radio), enz. Desondanks blijft de rasechte amateur fier op zijn kennis van de morsecode. Het is voor hem immers de kennis van een andere (wereld)taal.
De golflengtes De radiocommunicatie is ontstaan op de lange golven. Slechts na de tweede wereldoorlog heeft het gebruik van VHF (2-meterband) en later van UHF (70-cmband en hoger) een vlucht genomen. De uitbreiding van de frequentiespectra gebeurt (logischerwijs) meestal hogerop, hoewel de radioamateurs recent ook op zeer lage frequenties (137 kHz) spectrum hebben bij gekregen. De evolutie van de technologie maakt het mogelijk op zeer korte golflengtes (zgn. millimetergolven) te communiceren, ook via satellieten. Daar alle radiodiensten (omroep, scheepsradio, militaire communicaties, ...) gebruik maken van éénzelfde frequentiespectrum is een oordeelkundige verdeling van het spectrum een noodzaak. Dat alles wordt gecoördineerd binnen de ITU (International Telecommunications Union), het hoogste wereldorgaan terzake (lid van de Verenigde Naties). In de ITU worden de radioamateurs wereldwijd vertegenwoordigd door de IARU (International Amateur Radio Union). In elk land is de grootste nationale vereniging lid van de IARU. In België is dat de UBA (Koninklijke Unie van de Belgische zendamateurs). Die vertegenwoordigt - op wereldvlak de belangen van de radioamateurs in de schoot van de ITU.
Veelzijdigheid Het radiozendamateurisme is het unieke medium om regelmatig rechtstreeks persoonlijke contacten te leggen op internationaal vlak. Vandaag, meer dan ooit, hebben de volkeren een dringende nood aan wederzijdse waardering en begrip. Het radioamateurisme kent geen grenzen van geografische, politieke, etnische, religieuze of economische aard. Communicatie tussen radioamateurs handelt echter uitsluitend over het technische aspect van de hobby. Het uitwisselen van persoonlijke berichten is taboe. Als vormingsmiddel voor de jeugd speelt het radioamateurisme een uitzonderlijke rol. Het pedagogische aspect is evident en spreekt voor zich. Ook binnen onze samenleving waar de groep "senioren" alsmaar aangroeit, is voor deze enig mooie hobby een unieke rol weggelegd. De beleving van de hobby is zeer veelzijdig. Er zijn radioamateurs die hun leven lang toestellen ontwikkelen of bouwen en zelf bijna geen radioverbindingen maken. Voor anderen primeert het communiceren wel. Het maken van verbindingen is voor hen een "must", een onweerstaanbare drang! Daartussen zijn natuurlijk gradaties mogelijk. Sommigen vind je alleen op de klassieke kortegolfbanden. Anderen zweren alleen bij de kortst mogelijke golflengtes. Veel aspecten van het radioamateurisme zijn complementair. Zo zijn er bijvoorbeeld radioamateurs die zich honderd procent inzetten voor het installeren en het operationeel houden van datanetwerken (via radio). Anderen dan weer maken gebruik om gegevens en informatie over propagatie, over wedstrijden, enz. uit te wisselen. Nog anderen ontwikkelen software die door hun collega's kan worden gebruikt voor duizend en één toepassingen (circuit-design, antennemodelling, logboek, datacommunicatie, wedstrijden, e.d.m.).
6
De radioamateurdienst is in zowat alle landen ter wereld erkend voor zijn nuttige dienstverlening, voor zijn ernst en voor zijn belangrijke didactische en pedagogische waarde. Gezien de evidente en de permanente belangstelling van de radioamateurs voor techniek, vormen zij een niet onbeduidende wervingsreserve van competente mensen op het gebied van radio- en telecommunicatie. Die reserve aan technici, met een uitgesproken specifieke kennis, wordt zeer gegeerd door de industrie en door de administratie.
De luisteramateurs De overgrote meerderheid van de radioamateurs heeft vrijwel als enige doelstelling ooit zelf radio-uitzendingen te realiseren. Toch is er een minderheid die enkel belangstelling heeft voor het beluisteren van de radioamateuruitzendingen. Men noemt die Korte Golf Luisteraars (ook Short Wave Listeners of SWL's). Veel kandidaat-radioamateurs zijn vaak SWL in afwachting van het slagen voor het BIPT-examen. Een luisteramateur hoeft geen bijzondere vergunning van het BIPT te bezitten. De UBA verleent zijn SWL- leden een eigen roepteken. Het bestaat uit de prefix ONL gevolgd door 5 cijfers (bv. ONL09011). Het SWL-roepteken maakt het de luisteramateur mogelijk QSL-kaarten uit te wisselen via de speciale QSL-dienst van de UBA. (zie verder).
Radioamateurs en CB Je hebt het zelf al vastgesteld! Er is geen enkel verband tussen de radioamateurdienst en de CB (Citizenband). Nochtans worden, bij het grote publiek, beide hobby's vrijwel altijd met elkaar verward. Het radioamateurisme is bovenal een technische hobby. Die geniet als dienst een wereldwijde erkenning. De radioamateur wordt verondersteld genoeg technische kennis te bezitten om zelf een zender of een ontvanger te kunnen bouwen. Hij mag zijn toestellen zelf ontwerpen, bouwen en in gebruik nemen. CB is louter een communicatiehobby. Het is er enkel om te doen lokale verbindingen tot stand te brengen. De CB'er mag geen eigen apparatuur bouwen. Er is ook geen enkele technische kennis vereist om een CB-vergunning te bekomen. De CB'er moet m.a.w. geen examen afleggen. Hij mag dan ook alleen maar op de 11-meterband (27 MHz) uitzenden met een zeer beperkt vermogen en met beperkte antennes. Het dient evenwel gezegd dat een niet onbelangrijk deel van de nieuwe radioamateurs gerekruteerd wordt uit de CB-beoefenaars. Door al de beperkingen die hen worden opgelegd zijn die meestal op dat soort hobby vlug uitgekeken.
De radioamateurs en de vrije radio's Ook hier heerst er vaak verwarring. Radioamateurs hebben evenmin bindingen met de zgn. vrije radio's. Vrije radio's maken deel uit van de omroepdienst. Ze zenden voor hun luisteraars, vanuit een studio, vooral muziek uit. Zij doen dat enkel en alleen op de FMomroepband. De radioamateurs daarentegen mogen geen muziek uitzenden. Hun uitzendingen zijn in het algemeen ook nog bi-directioneel (in tegenstelling tot de omroepuitzendingen).
7
De Belgische wetgeving In het uitoefenen van zijn hobby zal de radiozendamateur geconfronteerd worden met regelgevingen op drie vlakken:
•
Het telecommunicatieaspect, gereguleerd door het BIPT
Het BIPT (Belgisch Instituut voor Post en Telecommunicatie) is het regulerend orgaan van de post- en telecommunicatiesector in België en is opgericht door de wet van 21 maart 1991. Die beheert en controleert o.a. de toepassing van de wetgeving voor radioamateurs. De wetgeving betreffende het telecommunicatieaspect wordt in regel door de specialisten van het BIPT, in samenwerking met de radioamateurs opgesteld. De regelgeving zelf bestaat in de vorm van een aantal wetten, Koninklijke Besluiten en Ministeriële Besluiten. Het is duidelijk dat elke radioamateur individueel geen gesprekspartner kan zijn voor het BIPT. Zoals in de dagdagelijkse politiek dienen de radioamateurs zich te groeperen binnen een vereniging. Die zal dan, als een soort syndicaat, bij de overheid hun belangen verdedigen. In België vertegenwoordigt de UBA (Koninklijke Unie van de Belgische zendamateurs) sedert meer dan een halve eeuw zowat de totaliteit van alle radioamateurs.
•
Het aspect van de regelgeving rond ruimtelijke ordening Bij het oprichten van antennes dienen de radioamateurs zich te houden aan de bouwvoorschriften die hen door het gewest en de gemeente worden opgelegd. In regel zal de radioamateur steeds contact opnemen met de dienst voor Ruimtelijke Ordening van de gemeente waar hij zijn antennes wenst op te stellen. Op advies van de gemeentelijke ambtenaar zal hij volgens de geldende regels een bouwaanvraag indienen voor het plaatsen van zijn antennes. Wanneer er problemen zijn tijdens de aanvraagprocedure dan kan hij steeds beroep doen op het advies van de verantwoordelijke van de UBA.
•
Het aspecten van de HF-straling en de invloed ervan op de gezondheid
8
In 2001 werd ook een regelgeving van kracht volgens welke het elektromagnetisch veld veroorzaakt door elke zendantenne aan bepaalde maximum normen is onderworpen. Het is het BIPT die deze aangelegenheid coördineert. De UBA kan ook hier de radioamateurs helpen bij het samenstellen van een dossier. Voorlopig is de samenstelling van deze dossiers opgeschort.
De radioamateur Het ministeriële besluit van 9 januari 2001 definieert de radioamateur als "een persoon die uitsluitend voor zichzelf en zonder enig geldelijk voordeel belang stelt in de techniek van radio-elektriciteit en die zijn bekwaamheid om een amateur-station aan te leggen en te doen werken overeenkomstig dit besluit heeft bewezen". Het toezicht op de naleving van de wetgeving ligt in handen van het BIPT (Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie). Het bezit en uiteraard ook het gebruik van een radiozender zonder toelating (dus zonder machtiging) is bij wet verboden en kan tot vervolging en een correctionele straf leiden!
Examens en vergunningen Elk jaar richt het BIPT examens in voor het bekomen van een radioamateurcertificaat. Met dat certificaat kan een vergunning worden aangevraagd. Meer hierover onder "examens".
Controle Het radioamateurstation, het type van uitzendingen (modulatiemode) en de aard van de uitzendingen (inhoud) moeten voldoen aan de wettelijke vereisten. Het radioamateurstation kan op elk ogenblik gecontroleerd worden door de agenten van het BIPT. Zware overtredingen kunnen leiden tot tijdelijke en zelfs tot definitieve intrekking van de vergunning.
Storingen De vergunninghouder is ertoe genoopt alles in het werk te stellen om eventuele storingen bij de buren en bij openbare of private telecommunicatiediensten te elimineren. Hij zal steeds en onvoorwaardelijk zijn maximale medewerking verlenen om de storingsproblemen zo vlug mogelijk uit de wereld te helpen. Hij moet zelfs, in geval van optredende storingen, de uitzendingen onmiddellijk staken. Samen met de persoon of de instantie bij wie de storingen zich voordoen, zal op een constructieve wijze naar een oplossing worden gezocht. Op vraag van zijn leden zal de UBA bijstand verlenen bij het oplossen van storingsproblemen. In laatste instantie kan de radioamateur ook de tussenkomst van het BIPT inroepen. Lang niet altijd is de oorzaak van de storingen gelegen bij het radioamateurstation.
In andere landen 9
De Belgische vergunning is voor kortstondig gebruik (minder dan 3 maanden) ook geldig in meer dan 26 landen van Europa alsook enkele landen buiten Europa (zoals de USA, Canada, Israël, enz). Dat geldt voor alle landen die het CEPT T/R 51-01 akkoord hebben ondertekend. Op vakantie of op zakenreis kun je zonder verdere administratieve rompslomp in die landen je hobby beoefenen. Met andere landen bestaan er dan overeenkomsten van wederkerigheid waarbij tijdelijke vergunningen van beperkte duur (vb. 1 jaar) kunnen worden verleend, op voorwaarde dat je tijdig de nodige formaliteiten vervult. De buitenlandse gelicentieerde radioamateurs kunnen eveneens op basis van dat CEPT-akkoord in België hun hobby blijven beoefenen. Zij mogen daarbij hun eigen roepteken gebruiken maar dan voorafgegaan door ON/. Het is evident dat de radioamateurs van niet CEPT-landen, waarmee geen wederkerigheids akkoord bestaat, ook een tijdelijke vergunning kunnen aanvragen. Aan hen wordt door het BIPT een ON9-roepteken toegekend.
De Belgische prefixen In België staat het BIPT in voor de toekenning van de roeptekens. De roeptekens zijn samengesteld uit een prefix en een suffix. De prefixen worden door internationale afspraken vastgelegd. De prefixgroep OO tot OT is aan België toegewezen. Binnen die groep heeft de Belgische overheid de prefixen ON1, ON3, ON4, ON5, ON6, ON7, ON8 en ON9 aan de radioamateurs toegekend. Uitzonderlijk, bij speciale gelegenheden, en op aanvraag van de individuele radioamateur worden ook de prefixen OO, OP, OR, OS en OT toegekend.
Helpen in nood Elke radioamateur kan zichzelf en zijn station ten dienste stellen van de gemeenschap, vooral in geval van catastrofes. De kennis en de kunde van de radioamateurs kan dan ingezet worden voor het ondersteunen van professionele hulpverleningdiensten bij de bestrijding van rampen en andere grootschalige incidenten. De radioamateur kan zich inspannen om alternatieven te bieden voor communicatie bij langdurige uitval van het lichtnet, telefoon, GSM netwerken of internet.
Een beetje geschiedenis Het ontstaan van het Radio Nood Net (RNN) In 1962 was het Belgische Rode Kruis op zoek naar betere communicatiemiddelen voor haar hulpdienst. De UBA stelde voor de bevoegdheid van haar leden en hun doeltreffend materiaal in dienst te stellen van humanitaire hulp. Op 3 maart 1962 ondertekenden Z.K.H. Prins Albert van België, Voorzitter van het Belgische Rode Kruis, en René Vanmuysen (ON4VY), voorzitter van de UBA, de overeenkomst tussen beide organisaties om het radionoodnet op te richten.
10
Het nationaal station van de UBA, ON4UB, werd permanent in de centrale zetel van het Rode Kruis geïnstalleerd en kon voor noodsituaties, met de roepnaam ON5XA, als centraal station worden ingezet. Een decametrisch station werd in iedere provinciale zetel van het Rode Kruis opgesteld en was in verbinding met het centraal station in de 80 meterband. Die stations werden bediend door vrijwilligers radioamateurs, leden van de UBA. Bovendien waren die stations in verbinding met hulpposten op het terrein, dank zij de mobiele stations van de UBA-radioamateurs. De mobiele verbindingen gebeurden op 80m en op VHF.
Enkele interventies
In het verleden werd reeds meerdere keren een beroep gedaan op de Belgische radioamateurs in het licht van het Rode Kruis noodnet. • • • •
In mei 1985 tijdens het Heizeldrama (de rellen in het Heizelstadion tijdens een voetbalwedstrijd). In maart 1987 bij de ramp met de veerboot de Herald of Free Enterprise voor de haven van Zeebrugge. In de winter van 1993-1994 bij de overstromingen van de Maas nabij Namen. Door de mechelse radioamateurs bij de overstromingen in Ruisbroek, en later in Mechelen zelf, bij de wateroverlast in Heffen en de afleidings-dijle.
Ook op internationaal vlak en in andere landen stellen radio amateurs hun materiaal en hun kennis in voor de hulp aan hun medemensen: •
na de terreuraanslagen van 11 september 2001 waren heel wat Amerikaanse radioamateurs in de weer om de noodcommunicaties in goede banen te leiden. Sommigen hebben het bekocht met hun leven…
11
• •
tijdens de tsunami-ramp op 26 december 2004, waren het de radioamateurs die voor de essentiële communicatie zorgden. bij de aardbeving in Italië van april 2009 zijn onze Italiaanse collega's ook betrokken bij de noodhulp.
Herziening: het RNN wordt B-EARS Maar na 40 jaar is deze conventie is aan een actualisatie toe omdat de onze maatschappij, de telecommunicatie en de wetgeving is geëvolueerd. In verband met deze materie kunnen we onder andere vermelden: •
•
•
De federalisatie van België: De Nationale Belgische Rode Kruis werd gefederaliseerd, en bestaat nu uit twee organisaties: Het Rode Kruis Vlaanderen, La Croix Rouge de Belgique - Communauté Francophone, die instaan voor de werking op hun grondgebeid. Dit zijn nu dus 2 autonome organisaties. Wetgeving rond het radioamateurisme: ook de wetgeving rond het gebruik van zendapparatuur is sterk geëvolueerd, er was een nieuwe wet in 1979, gewijzigd door diverse KB's. De praktische uitvoeringsbesluiten zijn opgenomen in de MB van 19/12/1986 en 09/01/2001.Onlangs verscheen er een nieuwe wet (Juni 2005) en zijn er nieuwe KB's en MB in voorbereiding, waarin de noodcommunicatie ook geregeld wordt. In 2006 kwam er een KB die de nood- en interventieplannen aanpast die de gemeenten en de provinciale overheden moeten opmaken.
Dit alles maakte het noodzakelijk om de de noodcommunicatie te actualiseren. Alle radioamateurs die interesse hebben voor dit soort activiteiten zijn nu georganiseerd in B-EARS, de Belgian Emergency Amateur Radio Service. Het lessenprogramma voor het behalen van de volledige zendvergunning hieronder:
12
Radio-zendamateurs Mechelen Vergaderingen Maandelijks de 4e maandag van elke maand om 20 h Bistro Komisfeu Ontvoeringsplaats 2 2800 Mechelen http://www.hamradio.be/ en http://mcl.hamradio.be/index.htm Presentaties Lezingen en activiteiten van de afdeling Mechelen • • • • • • • • • • • • • • • • •
Propagatie op korte golf en hogere banden Het standaard model (Fundamentele natuurkunde) Frequentie en tijdstandaarden Telegrafie automaten van weleer Niet lineaire dynamica met fractale systemen Awards Radiobronnen van niet menselijke oorsprong Technieken voor 10 GHz en hoger Wedstrijden VHF en Korte golf Op Beerzelberg In fort van Lier DRM Sistemen gebruikt door de openbare omroep DAB GSM modulatie technieken Bezoek aan radiotelescoop van het Max Plank instituut te Effelsberg Kursus voorbereiding zendexamen Beginnelingen en volledige vergunning SDR Software Defined Radio projecten. D-Star communicatie
Algemene informatie ON5GO
Voorzitter afdeling Mechelen
Groenstraat 46 2800 Mechelen 0475 62 14 09 015 418745
[email protected] on5go@skynet .be Harec cursus elke donderdag zelfde lokaal
http://www.uba.be/nl/uba/lid-worden cursus bestellen : http://www.uba.be/nl/uba/service-bureau D star info: http://www.dstarvlaanderen.be/ SDR: http://etgd1.el.utwente.nl:8901/ MCL press inschrijven:
[email protected] (richtlijnen volgen en bevestigen) Hoe lid worden:
13