De taaltoets wordt verwerkt in het centraal examen Nederlands. Je docent Nederlands zal je in de lessen voorbereiden op de taaltoets

Beste leerling, Je bent begonnen aan de derde klas van de theoretische leerweg van het VMBO. Dat betekent dat je volgend jaar examen gaat doen. Dat lijkt misschien nog ver weg, maar alle cijfers die je haalt in klas 3 tellen (zoals je natuurlijk weet) ook mee voor het schoolexamen. Hoe zwaar alle cijfers meetellen en hoe alles met het examen is geregeld hebben we voor je opschreven in dit boekje. Het is al met al een best document geworden. Je hoeft dit niet allemaal te weten, het is een naslagwerk. Je kunt gewoon opzoeken wat je wilt weten. Je moet het PTA dus 2 jaar bewaren. Dit programma van toetsing en afsluiting (PTA) heeft drie delen. Als eerste vind je het examenreglement. Hier vind je alle regels voor het centraal examen, maar ook voor het schoolexamen. Wat moet je doen als je ziek bent geweest bijvoorbeeld. Het examenreglement geldt voor het hele Greijdanus. We hebben ook regels die alleen voor Enschede gelden. Die staan achter het examenreglement. Het examenreglement is geldig voor 1 jaar. Er verandert niet vaak iets in het reglement. Als het examenreglement volgend jaar veranderd krijg je een nieuw examenreglement. Het tweede deel is het reglement van de commissie van beroep. Als je het niet eens bent met een beslissing of een cijfer van een docent en de directeur, ga je naar de commissie van beroep. Hoe dat precies werkt lees je in het reglement. Het derde deel is de informatie per vak, het vakdeel. Hierin staat per vak precies beschreven wat je dit jaar en volgend jaar gaat doen. Je kunt zien hoeveel toetsen en so’s je krijgt, maar ook hoe zwaar ze mee tellen en of je mag herkansen. In de laatste balk onderaan de pagina staat hoe je het cijfer voor je schoolexamen kunt uitrekenen. Soms tellen de cijfers van klas 3 en 4 even zwaar, maar voor sommige vakken tellen de cijfers in klas 4 dubbel mee. In het PTA worden twee soorten examens genoemd, het schoolexamen (SE) en het Centraal examen (CE). Het SE wordt bepaald door alle cijfers die je in klas 3 en 4 haalt. Het CE examen is het schriftelijk examen dat je aan het einde van het vierde jaar maakt. Het eindcijfer is het gemiddelde van het schoolexamen en het centraal examen. Dit cijfer wordt afgerond naar een heel getal. Als het cijfer geen heel getal is, dan wordt het, indien het cijfer achter de komma een 4 is naar beneden afgerond en indien het cijfer achter de komma een 5 is, naar boven afgerond.

Slaag-zak-regeling 1 Om te slagen moet je voor alle vakken van het centraal examen een 5,5 gemiddeld halen. Dit geldt voor alle vakken waarin je examen doet, ook als je eventueel extra vakken hebt. Vanaf het examenjaar 2016 telt de rekentoets ook mee bij de uitslagbepaling. Daarnaast moet je: a.

voor ten hoogste één van je examenvakken het eindcijfer 5 halen en voor de overige examenvakken een 6 of hoger, of

b.

voor ten hoogste één van je examenvakken het eindcijfer 4 halen en voor je overige examenvakken een 6, waarvan ten minste één 7 of hoger, of

c.

voor twee van je examenvakken het eindcijfer 5 halen en voor je overige examenvakken een 6 of hoger waarvan tenminste één 7 of hoger.

d.

voor het vak Nederlands minimaal het eindcijfer 5 halen.

Taal en rekentoets 2 Dit jaar wordt voor je examen ook je rekenniveau en het niveau van de Nederlandse taal getoetst. In de media wordt dit ook wel de rekentoets en taaltoets genoemd. De taaltoets wordt verwerkt in het centraal examen Nederlands. Je docent Nederlands zal je in de lessen voorbereiden op de taaltoets. Voor de rekentoets wordt je voorbereid door je docent wiskunde. De toets vindt plaats in het vierde leerjaar. Als je de eerste keer een onvoldoende haalt, kun je de rekentoets herkansen. Al met al is het een best verhaal geworden. Als je iets niet snapt kun je bij je mentor om uitleg vragen of je kunt bij mij terecht. Heel veel succes gewenst de komende twee jaren! J.R.Pol Examensecretaris

1 2

Zie eindexamenbesluit artikel 49, lid 1 (www.examenblad.nl) Referentieniveaus rekenen en taal (www.rijksoverheid.nl)

Examenreglement vmbo, havo, vwo

school voor gereformeerd voortgezet onderwijs met vestigingen in Enschede, Hardenberg, Meppel en Zwolle Postbus 393, 8000 AJ Zwolle Tel. 038 – 4 698 698

Inhoudsopgave

A.

Pag.

Algemeen ................................................................................. 3

1.

Examenreglement .................................................................... 3

2.

Begripsomschrijvingen .............................................................. 3

3.

Algemene bepalingen ............................................................... 4

B.

Het schoolexamen (SE) ................................................................ 5

C

Centraal Examen (CE) .................................................................. 6

D.

De vaststelling van de uitslag ......................................................... 7

E.

Herkansing/cijferverbetering ......................................................... 7

F.

Diploma en cijferlijst ................................................................... 8

G.

Absentie .................................................................................. 9

H.

Ziekte tijdens een examenzitting ................................................. 10

I.

Onregelmatigheden en sancties .................................................... 11

J.

Overige bepalingen ................................................................... 12

Examenreglement 2014-2015

2

A.

Algemeen

1.

Examenreglement

1.1.

Het examenreglement omvat procedurele en organisatorische regelingen ter uitvoering van het schoolexamen en het centraal examen.

1.2.

Het examenreglement wordt vastgesteld door het bevoegd gezag.

1.3.

Het examenreglement treedt in werking op de eerste schooldag van enig cursusjaar.

1.4

Het examenreglement heeft een geldigheidsduur van één jaar, welke telkens stilzwijgend verlengd kan worden met wederom een periode van één jaar.

2.

Begripsomschrijvingen In dit besluit wordt onder de volgende begrippen verstaan: 2.1

Bevoegd gezag

2.2

Directeur

2.3

Adjunct-directeur

2.4

Kandidaat

2.5

Examinator

2.6

Examenstof

2.7

Schoolexamen

2.8

Examencommissie


het College van Bestuur van de stichting voor Gereformeerd Voortgezet onderwijs voor Oost Nederland te Zwolle gemandateerde schoolleiding als bedoeld in de WVO voor een onderdeel van het Greijdanus zijnde de vestiging functionaris die verantwoordelijk is voor de onderwijskundige, personele en organisatorische aansturing van een team een ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen wordt toegelaten degene die belast is met het afnemen van het examen de aan de kandidaat te stellen eisen elke schriftelijke of mondeling toets, werkstuk handelingsdeel of praktische opdracht waarvan de beoordeling meetelt bij de bepaling van het eindcijfer voor schoolexamen commissie bestaande uit de verantwoordelijke (adjunct) directeur en de examinatoren

3

3.

Algemene bepalingen

3.1.

Het examen, zoals voorgeschreven door het Eindexamenbesluit, zal voor de afdelingen VMBO, HAVO en VWO van bovengenoemde school plaats vinden met inachtneming van de volgende bepalingen.

3.2.

De adjunct-directeur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af, bestaande uit een schoolexamen (SE) en een centraal examen (CE). Een aantal vakken sluit af met een SE.

3.3.

De adjunct-directeur wijst per team/sector/vestiging één van de leden van het managementteam of docententeam aan als secretaris van het eindexamen.

3.4.

Vóór 1 oktober van elk cursusjaar ontvangen de kandidaten het examenreglement en het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Het PTA wordt ruim vóór de verschillende toetsingsmomenten aan de kandidaten meegedeeld. In het PTA zijn de volgende zaken opgenomen: a. Opzet Schoolexamen b. De beoordeling c. Handelen bij absentie d. Uitsluiting e. Bepaling van het eindcijfer en de uitslag f. De herkansingsmogelijkheden g. De vrijstellingsregeling h. Een aantal slotbepalingen i. De omschrijving van de leerstof per vak voor de betreffende cursusjaren, de wijze waarop het eindcijfer wordt berekend en ten aanzien van de handelingsdelen de toelating tot het CE.

3.5.

Het schoolexamen wordt voor een groot deel afgenomen in het examenjaar, maar ook in de vóórexamenklassen kunnen cijfers gehaald worden die meetellen voor het SE. Het schoolexamen moet vóór de aanvang van het CE zijn afgerond.

3.6.

Uiterlijk zes weken na aanvang van het examenjaar moeten de kandidaten een goed leesbare fotokopie van hun paspoort of ID kaart bij de schooladministratie inleveren.


4

B.

Het schoolexamen (SE)

1.

Het aantal vakken waarin een kandidaat SE aflegt is afhankelijk van de afdeling (leerweg of profielkeuze) en de vakken die daarnaast in het vrije deel worden gekozen.

2.

De examinator deelt de kandidaat zo spoedig mogelijk de beoordeling mee van elk onderdeel van het SE. Bij toetsing heeft hij maximaal 10 werkdagen de tijd de correctie af te ronden. Voor VMBO geldt een termijn van 15 werkdagen voor praktische opdrachten en handelingsdelen. Voor HV geldt een termijn van 30 dagen voor het corrigeren van een praktische opdracht.

3.

De examinator drukt zijn oordeel over kennis, inzicht en vaardigheid van de kandidaat in de voorgeschreven vakken uit in een cijfer voor het betreffende onderdeel van het SE. Daarbij gebruikt hij een schaal van cijfers lopende van 1 tot 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. In het PTA voor de verschillende afdelingen staat vermeld hoe de cijfers per vak tot stand komen. Daarnaast sluiten sommige vakken (LO/CKV) af met een beoordeling “voldoende”(V) of “goed”(G). Deze aftekening moet hebben plaats gevonden vóórdat het schoolexamen wordt afgesloten.

4.

Het gemaakte werk wordt door de kandidaat ondergebracht in het examendossier (zie PTA). Dit dossier is in het bezit van de kandidaat en wordt niet op school bewaard.

5.

Indien een kandidaat gerechtvaardigde bezwaren meent te hebben tegen enig onderdeel van een SE of tegen een toegekend cijfer, kan hij binnen één week na afname van het betreffende onderzoek - dan wel binnen één week na bekendmaking van het cijfer –reclameren bij de betrokken docent en adjunct directeur.

6.

Indien een kandidaat de afhandeling van een reclame als niet redelijk ervaart, heeft hij nog een termijn van vier dagen om zijn zaak schriftelijk voor te leggen aan een commissie van beroep. Het Reglement van de Commissie van Beroep eindexamen Voortgezet Onderwijs maakt integraal onderdeel uit van het examenreglement.

7.

De cijfers die de kandidaat heeft behaald in de verschillende toetsperioden worden schriftelijk meegedeeld. Uiterlijk één week vóór de aanvang van het CE ontvangt iedere kandidaat een overzicht van de eindcijfers van het SE.


5

C

Centraal Examen (CE)

1.

De kandidaten maken het schriftelijk werk onder toezicht van de adjunct directeur en de examinatoren. Ten aanzien van het aantal toezichthouders gelden de volgende regels: -

01 t/m 50 kandidaten: 51 t/m 75 kandidaten: 76 t/m 100 kandidaten: 101 t/m 150 kandidaten: 151 t/m 200 kandidaten:

altijd 2 toezichthouders altijd 3 toezichthouders altijd 4 toezichthouders altijd 5 toezichthouders altijd 6 toezichthouders

Bij toetsing voor schoolexamen kan volstaan worden met 1 toezichthouder. 2.

De kandidaten dienen minstens 10 minuten voor de aanvang van de zitting aanwezig te zijn in het examenlokaal.

3.

Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk 30 minuten na aanvang van de zitting worden toegelaten. De eindtijd van de zitting wijzigt voor deze kandidaat niet.

4.

Het examenwerk wordt met pen of balpen gemaakt. Voor tekeningen e.d. mag wel een potlood worden gebruikt. Er wordt alleen geschreven op door de school verstrekt papier, zowel klad als net.

5.

Voor sommige vakken stelt de school woordenboeken en tabellenboekjes beschikbaar tijdens het examen. Rekenmachines - voor zover het gebruik is toegestaan - worden door de kandidaat zelf meegenomen. Het apparaat moet door de docent van het betrokken vak zijn goedgekeurd.

6.

De kandidaten vermelden op alle papieren hun naam en hun examennummer.

7.

Het is toegestaan na één uur de examenzaal te verlaten. Vertrek is toegestaan tot 15 minuten vóór de sluiting van de zitting.


6

D.

De vaststelling van de uitslag Algemeen: Bij dit onderdeel kan verwezen worden naar de ‘Regeling Eindexamens’.

1.

Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Voor het Havo- en vwo-examen vormt het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken godsdienst, algemene natuurwetenschappen, maatschappijleer en het profielwerkstuk samen het combinatiecijfer.

2.

De examinator draagt verantwoordelijkheid voor de vaststelling van het eindcijfer voor zijn vak. Is het gemiddelde cijfer niet een geheel getal, dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 49 of minder zijn, naar beneden afgerond en indien deze 50 of meer zijn, naar boven afgerond.

3.

De adjunct directeur en de secretaris van het eindexamen overtuigen zich ervan dat de cijfers voor het centraal examen en de eindcijfers juist zijn berekend en ingevuld en stellen op een vergadering met alle examinatoren de definitieve uitslag vast.

4.

De adjunct directeur en de secretaris van het eindexamen stellen uit alle cijfers van de vakken waarin de kandidaat examen heeft afgelegd een lijst op, zodanig dat de op deze lijst vermelde vakken een eindexamen vmbo, havo, of vwo vormen.

5.

Kandidaten kunnen, voorzover de school daartoe de mogelijkheid biedt, in meer vakken examen doen dan minimaal vereist is.

6.

Een kandidaat is geslaagd indien hij/zij voldoet aan de criteria genoemd in de uitslagregeling. De actuele regeling is opgenomen in het PTA van elke afdeling.

7.

Zodra de uitslag is vastgesteld, wordt het resultaat eerst mondeling en vervolgens schriftelijk aan de kandidaat meegedeeld (zie F.1.).

E.

Herkansing/cijferverbetering

1.

De kandidaat heeft het recht in het tweede tijdvak van het centraal examen in één vak deel te nemen aan herkansing of cijferverbetering . Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing of cijferverbetering en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen.

2.

De kandidaat doet een verzoek tot herkansing/cijferverbetering aan de adjunct directeur vóór een door de adjunct-directeur te bepalen dag en tijdstip. Door het aanvragen van een herkansing wordt de uitslag een voorlopige.

3.

Bij een herkansing/cijferverbetering blijft het bij het SE behaalde eindcijfer van kracht.

4.

Na afloop van de herkansing of cijferverbetering wordt de uitslag definitief vastgesteld en aan de kandidaat schriftelijk meegedeeld.


7

F.

Diploma en cijferlijst

1.

De adjunct-directeur reikt aan elke kandidaat die eindexamen afgelegd heeft een lijst uit waarop zijn vermeld: - de cijfers voor het schoolexamen - de cijfers voor het centraal examen - de eindcijfers voor de examenvakken - de uitslag van het examen.

2.

De adjunct-directeur reikt aan elke voor het examen geslaagde kandidaat een diploma uit. Duplicaten van diploma’s en cijferlijsten worden verstrekt.

3.

Indien een kandidaat examen heeft afgelegd in meer dan het voorgeschreven aantal vakken, worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken, vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft.

4.

De betreffende adjunct-directeur van havo of vwo reikt aan de definitief voor het eindexamen (havo of vwo) afgewezen kandidaat die de school verlaat een cijferlijst uit.

5.

De betreffende adjunct-directeur vmbo reikt aan de definitief voor het eindexamen (vmbo) afgewezen kandidaat die de school verlaat en die voor één of meer vakken van dat eindexamen een eindcijfer 6 of meer heeft behaald, een certificaat uit, waarop zijn vermeld: het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het thema van het sectorwerkstuk, voorzover beoordeeld met “goed” of “voldoende’.


8

G.

Absentie

1.

Als een kandidaat door ziekte of buitengewone omstandigheden dan wel overmacht niet in staat is aan een onderdeel van het schoolexamen of een examenzitting deel te nemen, moet dat vóór de aanvang van het schoolexamen/de examenzitting aan de adjunct-directeur worden gemeld. Betreft het een mondeling onderzoek, dan dient de kandidaat ook de betrokken docent te laten informeren.

2.

Zodra een kandidaat die door ziekte of anderszins een onderdeel van het schoolexamen heeft verzuimd weer op school komt, dient hij een verklaring - bij minderjarigheid getekend door ouders/verzorgers - in te leveren bij de adjunctdirecteur. In deze verklaring moet zijn vermeld de reden van het verzuim, de bijzondere omstandigheden of - bij ziekte - de aard van de ziekteverschijnselen en zo mogelijk de naam en het adres van de geraadpleegde arts.

3.

Een kandidaat die in gebreke blijft bovengenoemde verklaring in te leveren, wordt geacht onwettig afwezig te zijn geweest.

4.

Onwettig verzuim bij een onderdeel van het schoolexamen en/of de lessen kan leiden tot uitsluiting van verdere deelname aan het schoolexamen. Dit ter beoordeling van de adjunct-directeur en de examinatoren van de betrokken kandidaat, na de kandidaat gehoord te hebben. Van een besluit tot ontzegging van verdere deelname aan het schoolexamen stelt de adjunct-directeur, in overleg met de vestigingsdirecteur, de inspecteur in kennis.

5.

Slechts in zeer bijzondere omstandigheden - ter beoordeling van de adjunctdirecteur – kan uitstel van een onderdeel van het schoolexamen worden verleend. Indien het schoolexamen voor een vak niet is afgerond vóór de aanvang van het centraal examen kan in dat vak geen centraal examen worden gedaan en volgt een verwijzing voor dat vak naar het tweede tijdvak. Voor het profielwerkstuk van HAVO of VWO en het sectorwerkstuk van VMBO geldt dat dit naar behoren moet zijn afgerond voor de definitieve uitslag wordt vastgesteld.

6.

Indien een kandidaat om een geldige reden - ter beoordeling van de adjunctdirecteur – is verhinderd bij één of meer toetsen van het centraal examen in het eerste tijdvak aanwezig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen te voltooien.

7.

Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatscommissie zijn eindexamen te voltooien.


9

H.

Ziekte tijdens een examenzitting

1.

Voor het schoolexamen en het centraal examen geldt dat deelname aan een zitting betekent, dat het eenmaal gemaakte werk zijn geldigheid behoudt.

2.

Indien een kandidaat tijdens een schoolexamen of examenzitting onwel wordt, kan hij onder begeleiding van een surveillant het examenlokaal verlaten. In overleg met de kandidaat en de betrokken docenten beoordeelt de adjunct directeur of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten.

3.

Indien de kandidaat na enige tijd het werk hervat, mag de gemiste tijd aan het einde van de zitting worden ingehaald. Indien de kandidaat het werk niet kan hervatten beslist de inspecteur of, en zo ja wanneer, de kandidaat het werk geheel of gedeeltelijk mag overmaken.


10

I.

Onregelmatigheden en sancties

1.

Indien een kandidaat zich aan enig deel van het schoolexamen onttrekt of zich schuldig maakt aan fraude, kan de vestigingsdirecteur, in overleg met de betrokken adjunct-directeur en examinator, maatregelen nemen. Onder fraude wordt mede verstaan: gelegenheid geven tot of helpen bij onregelmatig handelen.

2.

De maatregelen die al dan niet in combinatie genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 (één) voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen. b. het ontzeggen van - verdere - deelname aan één of meer zittingen van het schoolexamen of centraal examen. c. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of centraal examen. d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in de door de vestigingsdirecteur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen betrekking heeft op één of meer onderdelen van het centraal examen, legt de kandidaat dat examen af in het volgende tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie.

3.

Voordat de vestigingsdirecteur een maatregel neemt zoals hierboven genoemd, hoort hij de kandidaat. Deze kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De vestigingsdirecteur deelt zijn beslissing mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de ouders/verzorgers van de kandidaat - indien deze minderjarig is - en aan de inspectie.

4.

Lid 3 is niet van toepassing voor de regel in lid 2a ten tijde van het schoolexamen.

5.

De kandidaat kan tegen een beslissing van de vestigingsdirecteur in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school ingestelde commissie van beroep.

6.

Het reglement van deze commissie maakt integraal onderdeel uit van het examenreglement.


11

J.

Overige bepalingen

1.

De adjunct-directeur kan een leerling in het voorlaatste jaar toelaten tot het centraal examen in een of meer vakken, niet zijnde alle vakken van het eindexamen. (Zie Eindexamenbesluit art 37) Van deze bepaling kan binnen het Greijdanus gebruik worden gemaakt vanaf 1 augustus 2013.

2.

De adjunct-directeur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van de kandidaat. In dat geval bepaalt de adjunct directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd, met dien verstande dat aan de bepalingen in art. 55 lid 2 t/m 5 van het Eindexamenbesluit wordt voldaan.

3.

De adjunct-directeur kan, de inspectie gehoord, toestaan dat een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is, en een kandidaat die lange tijd ten gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken gedurende het laatste leerjaar te volgen, het centraal examen en in voorkomend geval het schoolexamen, voor een deel van de vakken in het ene schooljaar en voor het andere deel in het daarop volgende schooljaar aflegt. In dat geval wordt het eindexamen in een vak in het eerste of in het tweede van deze schooljaren afgesloten. Ook hier geldt dat aan de bepalingen van het eindexamenbesluit in art. 59, lid 2 t/m 5 moet worden voldaan.

4.

Het werk van het centraal examen van de kandidaten wordt ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de adjunct directeur of de examinator, ter inzage voor belanghebbenden. Het werk mag niet gekopieerd worden of buiten het schoolgebouw gebracht. Na afloop van genoemde termijn wordt het examenwerk van de kandidaten vernietigd.

5.

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het College van Bestuur.

Aldus vastgesteld door het bevoegd gezag van het Greijdanus: drs. M.J. de Jong

voorzitter College van Bestuur

…………………………………….

Zwolle, september 2013


12

Examenreglement

Aanvulling Het examenreglement wordt jaarlijks centraal vastgesteld. In deze aanvulling staan de regels en afspraken die specifiek gelden voor de vestiging Enschede.

Inhoud 1.

Aanvullende regels ten aanzien van het schoolexamen.

2.

Aanvullende regels ten aanzien van herkansingen.

Het schoolexamen (SE) 1. De kandidaat die meer dan 1 vak in zijn vrije deel wil kiezen dient als eindcijfer voor dat vak in zijn vorige schooljaar ten minste een gemiddelde van een 7,0 te hebben behaald. Daarnaast dient hij de keuze voor een tweede extra vak met de mentor te bespreken. De mentor neemt, eventueel na consultatie van de mentor en directeur beslissing over het al dan niet kiezen van een tweede extra vak. 2. Kandidaten die hun vakkenpakket willen wijzigen kunnen dat alleen in de eerste periode van het schooljaar doen. Voor klas TL3 is dat periode 1, voor klas TL4 is dat periode 5. 3. De kandidaat die na periode 1/periode 5 nog een wijziging in zijn vakkenpakket wil aanbrengen laat zijn ouders/verzorgers een gemotiveerd verzoek indienen bij de directeur. Deze neemt een beslissing, eventueel na overleg met de vakdocent. 4. Het gemaakte werk wordt door de examinator ondergebracht in het schoolexamendossier. Dit dossier is in het bezit van de examinator en wordt door hem op school bewaard. De docent bewaart het examendossier ten minste totdat het cijfer voor het schoolexamen is vastgesteld en aan de kandidaat gecommuniceerd. 5. De schriftelijk getoetste delen van het schoolexamen worden uniform en volgens de opmaak van het centraal examen aangeboden. Dat wil zeggen op A4-papier in het lettertype Arial met puntgrootte 12. 5.1.

Voor kandidaten waarbij de lettergrootte bij puntgrootte 12 niet voldoende is, bijvoorbeeld door een combinatie van dyslexie en een visuele handicap kunnen de schriftelijk getoetste delen van het schoolexamen vergroot worden aangeboden. Dit kan op papier of digitaal. De directeur beoordeelt, eventueel na consultatie van een expert, of de kandidaat hiervoor in aanmerking komt.

6. Voor kandidaten wordt een evenredige belasting van werkzaamheden gerealiseerd door leerlingen met een maximum van 2 toetsen per dag te belasten, tenzij sprake is van overmacht in verband met het rooster of toetsweken. 6.1.

Als er meer dan 2 toetsen op een dag worden gegeven wanneer sprake is van overmacht in verband met het rooster zoals bedoeld in lid 6 dan geldt een maximum van 7 toetsen in 5 dagen.

6.2.

De regel bedoeld in lid 6.1 geldt niet wanneer er een toetsweek is.

7. De examinator van examenvakken waarvoor een cijfer wordt gegeven zorgt ervoor dat er ten minste twee schoolexamendelen per periode worden getoetst en becijferd. 8. De toetsen en so’s die de kandidaat in het schoolexamen gaat maken zijn vastgelegd in het vakdeel van het PTA. Hierin is het onderwerp, toetsvorm, toetsduur en of de toets herkanst mag worden vastgelegd. De examinator mag niet afwijken van het schoolexamenprogramma. 8.1

In elke periode is per vak een zogenaamde ‘vrij regel’ opgenomen. Elke examinator kan ervoor kiezen een extra toets, so of praktische opdracht te beoordelen met een cijfer.

Herkansing van het schoolexamen 1. De kandidaat mag klas 3-TL vijf maal een onderdeel (toets, praktische opdracht of handelingsdeel) van het schoolexamen herkansen. De kandidaat mag in klas 4-TL vier maal een onderdeel van het schoolexamen (toets, praktische opdracht of handelingsdeel) herkansen. 2. De kandidaat kan geen herkansingen van het derde jaar meenemen naar het vierde jaar. 3. Het doen van een herkansing is aan voorwaarden gebonden. Als de kandidaat voor een bepaald vak aan de herkansing deel wil nemen maakt hij met de desbetreffende examinator een afspraak. 4. De examinator kan, in alle redelijkheid, aanvullende eisen stellen voor deelname aan de herkansingen. 5. De kandidaat kan ervoor kiezen om in een willekeurige periode geen herkansing te doen. Het recht op herkansingen vervalt daardoor niet, de kandidaat kan een volgende periode een extra herkansing doen. 6. De kandidaat mag een onderdeel van het schoolexamen meerdere keren herkansen, mits de kandidaat nog niet het maximaal aantal herkansingen heeft gebruikt zoals bedoeld in lid 1. 7. De kandidaat kan bij elke herkansingsmogelijkheid onderdelen van het schoolexamen uit willekeurig welke periode herkansen.

8. De kandidaat mag maximaal 2 herkansingen per dag maken. Indien de kandidaat meer dan herkansingen wil maken dient hij met de directeur danwel daartoe aangewezen docent een afspraak te maken om ook de overige herkansingen te maken. 9. De onderdelen van het schoolexamen die voor een herkansing of cijferverbetering in aanmerking komen wordt bepaald door de vakdocent. De vakdocent geeft dit aan in het vakdeel van het PTA.

Reglement van de Commissie van Beroep

school voor gereformeerd voortgezet onderwijs met vestigingen in Enschede, Hardenberg, Meppel en Zwolle Postbus 393, 8000 AJ Zwolle Tel. 038 – 4 698 698

Inhoudsopgave

Pag.

Artikel 1

Algemene bepalingen...........................................................3

Artikel 2

Instelling..........................................................................3

Artikel 3

Bevoegdheid .....................................................................3

Artikel 4

Samenstelling Commissie ......................................................4

Artikel 5

Wraking en verschoning ........................................................4

Artikel 6

Beroepsschrift ...................................................................4

Artikel 7

Zitting.............................................................................5

Artikel 8

Onderzoek ........................................................................5

Artikel 9

Besluitvorming...................................................................5

Artikel 10

Uitspraak .........................................................................5

Artikel 11

Wijziging en aanvulling reglement ...........................................6

Reglement CvB 2009-2010

2

Artikel 1

Algemene bepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder: 1.1

bevoegd gezag:

het College van Bestuur van de stichting voor Gereformeerd Voortgezet onderwijs voor oost Nederland te Zwolle

1.2

vestigingsdirecteur:

gemandateerde schoolleiding als bedoeld in de WVO voor een onderdeel van het Greijdanus zijnde de vestiging

1.3

adjunct directeur:

functionaris die verantwoordelijk is voor de onderwijskundige, personele en organisatorische aansturing van een team

1.4

school:

1.5

Commissie:

het Greijdanus met vestigingen te Hardenberg, Enschede, Meppel en Zwolle de Commissie van Beroep van het Greijdanus

1.6

voorzitter:

de voorzitter van de Commissie van Beroep

1.7

leerling:

de leerling die in beroep is gegaan

1.8

reglement:

het reglement van de Commissie van Beroep

1.9

ouders:

ouders/verzorgers van leerlingen van de school, niet tevens lid van het personeel of het bevoegd gezag

Artikel 2

Instelling

Er is een Commissie van Beroep, ingesteld door het bevoegd gezag van de school.

Artikel 3

Bevoegdheid

3.1.

De commissie is bevoegd kennis te nemen van een ingesteld schriftelijk beroep door een leerling tegen een beslissing van een vestigingsdirecteur of een adjunct directeur.

3.2.

Indien de Commissie van beroep zich ambtshalve onbevoegd verklaart, stelt zij de leerling hiervan onmiddellijk op de hoogte.


3

Artikel 4

Samenstelling Commissie

4.1.

De Commissie bestaat uit 3 leden en 3 plaatsvervangende leden; aan te wijzen door het bevoegd gezag.

4.2.1

Deze leden zijn: - de voorzitter College van Bestuur als het bevoegd gezag. Zijn plaatsvervanger is de vestigingsdirecteur. - een docent die verbonden is aan een andere sector van het Greijdanus dan die waarvan de leerling deel uit maakt en aan een andere vestiging dan die waarvan de leerling deel uit maakt, aan te wijzen door de voorzitter College van Bestuur en de adjunct directeur van dit sectordeel. - een niet-lesgevende medewerker van het Greijdanus, aan te wijzen door de voorzitter College van Bestuur en de docent.

4.2.2

4.2.3 4.3

Het adres van de Commissie van Beroep is: Greijdanus, Postbus 393, 8000 AJ Zwolle

4.4.

Niet tot lid of plaatsvervangend lid van de Commissie kunnen worden aangewezen de personeelsleden die werkzaam in, c.q. betrokken zijn op het sectordeel van de vestiting waarvan de leerling deel uit maakt.

4.5.

De Commissie wijst uit haar midden een voorzitter, secretaris en algemeen adjunct aan.

4.6.

De leden van de Commissie treden een maand na uitspraak te hebben gedaan, af.

Artikel 5

Wraking en verschoning

5.1. De leden van de Commissie kunnen worden gewraakt: 5.1.1 Indien ze aan de leerling dan wel aan degene(n) tegen wiens beslissing het beroep zich richt in bloed- of aanverwantschap staan tot en met de vierde graad; 5.1.2 In andere gevallen, waarin daarvoor ernstige redenen bestaan. 5.2.

In gevallen als bedoeld in het voorgaande lid kunnen de leden van de Commissie zich verschonen.

5.3.

Over wraking of verschoning wordt zo spoedig mogelijk door de overige leden van de Commissie beslist.

5.4.

Bij wraking of verschoning treedt het plaatsvervangende lid op of wordt een ander personeelslid verzocht zitting te nemen in de commissie.

Artikel 6

Beroepsschrift

Het beroep wordt binnen 3 dagen nadat de beslissing waartegen het beroepschrift zich richt schriftelijk bij de Commissie ingediend. Reglement CvB 2009-2010

4

Artikel 7

Zitting

7.1.

De zitting van de Commissie vindt zo spoedig mogelijk plaats, maar in ieder geval binnen 7 dagen na ontvangst van het beroepschrift.

7.2.

De voorzitter bepaalt de plaats, de dag en het uur van de zitting.

7.3.

De zitting is openbaar, tenzij de Commissie, al dan niet op verzoek, anders beslist.

Artikel 8

Onderzoek

8.1.

De Commissie kan al dan niet op verzoek getuigen of deskundigen horen.

8.2.

Alvorens tot een uitspraak te komen, hoort de Commissie in ieder geval: − de adjunct directeur van de afdeling waarvan de leerling deel uit maakt of een door hem aan te wijzen plaatsvervanger ; − het personeelslid (personeelsleden) tegen wie het beroep zich richt of die in de beslissing betrokken is (zijn); − de (ouders van de) leerling (leerlingen) tegen wie het beroep zich richt of die in de beslissing betrokken is (zijn); − de (ouders van de) leerling die in beroep is gegaan.

8.3.

De leerling kan zich gedurende het onderzoek van de Commissie door een door hem aan te wijzen meerderjarige persoon laten bijstaan.

8.4.

De Commissie betrekt in haar onderzoek in ieder geval de aan de leerling gedane schriftelijke mededeling van de beslissing waartegen het beroepschrift zich richt.

Artikel 9

Besluitvorming

Besluiten worden door de voltallige Commissie genomen met gewone meerderheid van stemmen.

Artikel 10

Uitspraak

10.1.

De Commissie kan het bij haar ingestelde beroep - niet-ontvankelijk verklaren - ongegrond verklaren - gegrond verklaren.

10.2.

De Commissie deelt haar beslissing onverwijld mee aan de leerling , de inspectie en aan degene(n) tegen wiens beslissing het beroep zich richt, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk.

10.3.

De schriftelijke bekendmaking van de uitspraak vindt in ieder geval plaats binnen 14 dagen na ontvangst van het beroepschrift. De Commissie kan met redenen omkleed besluiten, deze termijn met ten hoogste 14 dagen te verlengen.


5

10.4.

In een schriftelijke uitspraak motiveert de Commissie haar beslissing en stelt zo nodig vast of en op welke wijze de leerling eventueel in de gelegenheid zal worden gesteld eventueel opgetreden nadelige gevolgen alsnog te herstellen.

10.5.

De uitspraak van de Commissie is voor alle betrokkenen bindend.

Artikel 11

Wijziging en aanvulling reglement

Het reglement kan, met inachtneming van de bepalingen van binnen het Greijdanus gehanteerde besluiten, door het bevoegd gezag worden gewijzigd en aangevuld, gehoord de Commissie.


6

PTA

VMBO TL 3&4 (2013-2015)

GD

Godsdienst Periode

1 2 3 4

No.

Leerstof

Kerndoel(en)

Toetsvorm (T/S/P)

Praktische opdracht ‘Social Media’

Social Media

P

Toets Islam

Islam

Praktische opdracht ‘Islam’

T

Tijdsduur

60

P

Herkansing mogelijk?

Weging

n

3x

j

2x

n

1x

Toets Hindoeïsme en Boeddhisme

Hindoeïsme & Boeddhisme

T

60

j

2X

Toets Kerken in Nederland

Kerken in Nederland

T

60

j

1x

praktische opdracht ‘Kerken in Nederland’

n

1x

5

Toets Ethiek

Ethiek

P T

60

j

2x

6

Toets Occultisme Praktische opdracht ‘Occultisme’

Occultisme

T P

60

j n

2x 1x

7

Praktische opdracht ‘Wie ben ik?’

Wie ben ik?

P

n

2x

Eindcijfer schoolexamen (SE) Je eindcijfer voor het schoolexamen wordt als volgt berekend:

P1 + P2+ P3 + P4 + P5 + P6 + P7 7

Opmerkingen Cijfer voor verslag telt 2x Werkboek telt 1x

Levensboek schrijven

PTA

VMBO TL 3 (2014-2016)

NE

Nederlands Periode

1

2

3

4

Toetsvorm (T/S/P)

Tijdsduur


Weging

Talent hdst. 1 Talent hdst. 2

T T

1u 1u

j n

2 2

Informatieve spreekbeurt

P

15 m

n

1

3

Talent hdst. 3

T

1u

j

2

4

Talent hdst. 4

T

1u

n

2

5

Spell en Gramm hdst. 2 en 3

T

1u

n

2

No.

1 2

6 7 8

Leerstof

Kerndoel (en)


P

15 m

n

1

Talent hdst. 5 Spell en Gramm hdst. 4 en 5 Luistervaardigheid CITO

T T T

1u 1u 2u

n j n

2 2 2


P

15 m

n

1

9

Talent hdst. 6

T

1u

n

10

Schrijfvaardigheid – examenopdrachten (samenvatting, artikel en brief i.c.m. par. 1.5)

T

1u

n

1

11

Tekstverklaring - examenopdrachten

T

1u

n

1

Opmerkingen

Zonder par. 1.5 Zonder par. 2.2 en 2.3 Spreekbeurten lopen van P1 t/m P4, cijfer in P4 Zonder par. Spell en Gramm Spreekbeurten lopen van periode 1 t/m 4 Cijfer periode 4

Spreekbeurten lopen van periode 1 t/m 4 Cijfer periode 4

5 6

7

12


P

15 m

n

1

13 14

Talent module 1 par. 1.1 Talent module 1 par. 1.2 t/m 1.4

T T

1u 1u

n j

1 2

15 16

T T

1u 1u

n j

1 2

P

15 m

n

2

18

Talent module 2 par. 2.1 Talent module 2 par. 2.2 t/m 2.4 Informatieve spreekbeurt n.a.v. maatschappelijk onderwerp Luistervaardigheid CITO

T

1u

n

2

19

Spell en Gramm module 1 en 2

T

1u

n

1

20

Schrijfvaardigheid – examenopdrachten (samenvatting, artikel en brief i.c.m. par. 1.5)

T

1u

n

1

21

Tekstverklaring - examenopdrachten

T

1u

n

1

22

Mondeling

P

20 m

n

2

17

Spreekbeurten lopen van periode 1 t/m 4, cijfer in periode 4

Theorie par. 2.6 module 2 Theorie par. 1.2, 1.3, 2.2, 2.3

Termen fictie en fictiedossier

Handelingsdelen Periode 1 2 3 3 3 4 5 5 6 7

Titel Fictiedossier Fictiedossier Fictiedossier Schrijfvaardigheid – zakelijke brief Gedichten rondom een thema Fictiedossier Fictiedossier Schrijfvaardigheid – zakelijke brief (theorie par. 1.5 en 2.5) Fictiedossier Fictiedossier

Kerndoel(en)

Opmerkingen Inleveren uiterlijk 24 oktober 2014 via N@tschool Inleveren uiterlijk 9 januari 2015 via N@tschool Inleveren uiterlijk 6 maart 2015 via N@tschool Thema Liefdesgedichten is uitgesloten Inleveren uiterlijk 18 mei 2015 via N@tschool Inleveren uiterlijk 24 oktober 2015 via N@tschool Inleveren uiterlijk 9 januari 2016 via N@tschool Inleveren uiterlijk 6 maart 2016 via N@tschool


1xP1 + 1xP2 + 1xP3 + 1xP4 + 2xP5 + 2xP6 + 2xP7 10

PTA

VMBO TL 3&4 (2014-2016)

DU

Duitse taal Periode

1 2 3 4

5 6

No.

Leerstof

Kapitel 1 Kapitel 2 Toets kapitel 2 Kapitel 3 Kapitel 4 Toets Kapitel 4 Kapitel 5 Kapitel 6 Toets Kapitel 6 Kijk/Luistertoets Kapitel 7 Kapitel 8 Toets Kapitel 8 Luister Toets C-niveau Leestekst Neue Kontakte (Abschluss) Extra leesstof (examen vr.) Kapitel 1 Schreibkartei oef 13 41AB Kapitel 2 Leestekst Neue Kontakte (Abschluss) Extra Leesstof (examen vr.) Kijk/Luistertoets Toets Kapitel 2

Kerndoel(en)

Toetsvorm (T/S/P)

Tijdsduur


Weging

S S T S S T S S T T S S T T T S S T H S T S T T T

15 min 15 min 45 min 15 min 15 min 45 min 15 min 15 min 45 min 30 min 15 min 15 min 45 min 30 min 60 min 15 min 60 min 45 min 30 min 15 min 60 min 15 min 60 min 30 min 45 min

n n j n n j n n j n n n j n n n n j j n n n n n n

1 1 2 1 1 2 1 1 2 1 1 1 2 2 2 1 2 2 V/O 1 2 1 2 1 2

Opmerkingen

7

Schreibkartei oef 11 79AB Kapitel 3 Leestekst Kapitel 4 Schreibkartei oef 12 155AB Luistertoets D-niveau Spreektentamen+Sprechkart. Leesexamen Duitse Brief schrijven

H T T T H T T T T

30 min 45 min 60 min 45 min 30 min 30 min 10 min 120min 60 min

j j n j j n n n n

V/O 2 2 2 V/O 2 2 2 2


P1 + P2+ P3 + P4 + 2P5 + 2P6 + 2P7 10

PTA

VMBO TL 3&4 (2014-2016)

EN

Engels Periode

1

2

3 4

No.

Toetsvorm (T/S/P)

Leerstof

Kerndoel(en)

SO 3kgt-1 PW 3kgt-1 SO-3kgt-2 Schrijfvaardigheid PW 3kgt-2 Toets tekstbegrip PW 3kgt-3 SO PW 3kgt-4 SO gespreksvaardigheid Luister-/kijktoets Get Real kgt-3 PW 3kgt-5 PW 3kgt-6 SO PW 3kgt-7 SO Lees-/kijkdossier Schrijfvaardigheid Toets tekstbegrip

MVT/K2 /K3 MVT/ K2/K3/K5/K7 MVT/ K2/K3 MVT /V/2 MVT/ K2/K3/K5/K7 MVT/ V1 MVT/ K2/K3/K5/K7 MVT/ K2 MVT/ K2/K3/K5/K7

S T S T T T T S T

MVT/ K6

P

MVT/ K5 MVT/K1 / V4/ V5 MVT/ K2/K3/K5/K7 MVT/ K2/K3/K5/K7 MVT/ K2 MVT/ K2/K5/K7 MVT/ K2 MVT/ K4/K5 MVT /V/2 MVT/ V1

S P T T S T S P T T

Tijdsduur


30 60 30 60 60 60 60 30 60 -

nee ja nee ja ja ja ja nee ja nee

1X 2x 1x 1x 2x 1x 2x 1X 2x

60 60 60 30 60 30 60 60

ja nee ja ja nee ja nee nee ja ja

1x 1x 2x 2x 1X 2x 1X 1x 1x 1x

Weging

1x

Opmerkingen

5 6

7

PW 4kgt-1 PW 4kgt-2 Schrijfvaardigheid Toets tekstbegrip SO PW 4kgt-3 PW 4kgt-4 SO Luister-/kijktoets Get Real kgt-4 Schrijfvaardigheid PW 4kgt-5 PW 4kgt-6 gespreksvaardigheid SO Lees-/kijkdossier

MVT/ K2/K3/K5/K7 MVT/ K2/K3/K5/K7 MVT /V/2 MVT/ V1 MVT/ K2 MVT/ K2 MVT/ K5 MVT/K1 / V4/ V5 MVT /V/2 MVT/ K2/K3/K5/K7 MVT/ K2/K3/K5/K7 MVT /K6 MVT/ K2 MVT/ K4/K5

T T T T S T T S S P T T T P S P

60 60 60 60 30 60 60 30 60 60 60 60 30 -

ja ja ja ja nee ja ja nee ja nee ja ja ja nee nee nee

2x 2x 1x 1x 1X 2x 2x 1X 1x 1x 1x 2x 2x 1x 1X 1x


P1 + P2+ P3 + P4 + P5 + P6 + P7 7

PTA

VMBO TL 3&4 (2014-2016)

GST

Geschiedenis en staatsinrichting Periode

1 2

3

4

5

No.

Toetsvorm (T/S/P)

Tijdsduur


Weging

S S S P

30 min 30 min 20 min 150 min

Nee Nee Nee Nee

2x 2x 1x 2x

T

60 min

Ja

4x

S S P

20 min 20 min 150 min

Nee Nee Nee

2x 2x 2x

T

60 min

Ja

4x

S S P


Nee Nee Nee

1x 1x 2x

GS/K/1-3, 9.15 GS/V/2.19, 6.23, 8.25

T

60 min

Ja

4x

GS/K/ 1-3, 8.13 GS/V/5.22, 6.23, 8.25

T

60 min

Ja

4x

S S P


Nee Nee Nee

1x 1x 2x

T

60 min

Ja

4x

S

20 min

Nee

1x

Leerstof

Kerndoel(en)

SO M1 H1 § 1-3 SO M1 H1 § 5-7 SO Begrippen M1 deel 1 Opdracht Nederland & Indonesië M1: H1 § 1-3, H2 § 5-7, H3 § 9-11 SO Begrippen M1 deel 2 SO Begrippen M2 deel 1 Opdracht Nederland als industriële samenleving M2: H1 § 1-3, H2 § 5-7, H3 § 9-11, verrijking: § 13, 14 SO Begrippen M2 deel 2 SO Begrippen M5 deel 1 Opdracht De Koude Oorlog M5: H1 § 1-3, H2 § 5-7, H3 § 9-11, Verrijking: § 13, 14 Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit M4: H1 § 1-3, H2 § 5-7, H3 § 9-11, Verrijking: 13, 14 SO Begrippen M5 deel 2 SO Begrippen M4 Opdracht Staatsinrichting Nederland M6: H1 § 1-3, H2 § 5-7, H3 § 9-11, Verrijking: § 13, 14 SO Begrippen M6 deel 1

GS/K/1-3, 4.5 GS/K/1-3, 4.5 GS/K/1-3 GS/K/1-3, 4.5 GS/V/1.18, 8.25 GS/K/1-3 GS/K/1-3 GS/K/1-3, 6.9 GS/V/3.20, 8.25 GS/K/1-3 GS/K/1-3

GS/K/1-3 GS/K/1-3 GS/K/1-3, 5.7 GS/V/5.22, 8.25 GS/K/1-3

Opmerkingen

SO Begrippen M6 deel 2 Opdracht De tijd van de Wereldoorlogen (1900-1950) M7 H 1-3

6

7

SO M7 H1 SO M7 H2 SO M7 H3 Opdracht Staatsinrichting M6; De tijd van Wereldoorlogen (1900-1950) M7; De tijd van televisie en computer (1950-NU) M7 SO M7 H4 SO M7 H5 SO M7 H6

GS/K/1-3 GS/K/1-3, 10.17 GS/V/2.18, 8.25, 9.26 GS/K/1-3, 10.17 GS/V/5.22, 8.25 GS/K/1-3, 10.17 GS/K/1-3, 10.17 GS/K/1-3, 10.17 GS/V/2.19, 3.20, 8.25,

S P

20 min 150 min

Nee Nee

1x 2x

T

60 min

Ja

4x

S

30 min

Nee

2x

S S P


Nee Nee Nee

2x 2x 2x

T

120 min

Ja

4x

S

30 min

Nee

2x

S

30 min

Nee

2x

S

30 min

Nee

2x

9.26

GS/K/1-3, 10.17 GS/K/1-3, 10.17 GS/V/2.19, 8.25 GS/K/1-3, 10.17 GS/V/2.19, 3.20, 8.25


P1 + P2 + P3 + P4 + P5 + P6 + P7 7

PTA

VMBO TL 3&4 (2014-2016)

AK

Aardrijkskunde Periode

No.

Leerstof

SO Hs. 1 § 1-3

1

SO Hs. 2 § 1-5 SO Hs. 3 § 1-6 Toets Module 1

2

SO Hs. 4 § 1-3 SO Hs. 5 § 1-5 SO Hs. 6 § 1-6

3

Toets Module 2 SO Hs. 7 § 1-3 SO Hs. 8 § 1-5

4

SO Hs. 9 § 1-6 Toets Module 3

Kerndoel(en)

AK/K/1-3, AK/V/4 AK/K/1-3, AK/V/4, 8 AK/K/1-3, AK/V/4, 8 AK/K/1-3, AK/V/4, 8 AK/K/1-3 AK/V/2, 8 AK/K/1-3 AK/V/2, 8 AK/K/1-3 AK/V/2 AK/K/1-3 AK/V/2, 8 AK/K/1-3, AK/V/6, 8 AK/K/1-3, AK/V/6, 8 AK/K/1-3, AK/V/6, 8 AK/K/1-3, AK/V/6, 8

7 7 7 7

9 9 9 9

Toetsvorm (T/S/P)

Tijdsduur


Weging

S

30 min

Ja

1x

S

30 min

Ja

1x

S

30 min

Ja

1x

T

60 min

Ja

3x

S

30 min

Nee

1x

S

30 min

Nee

1x

S

30 min

Nee

1x

T

60 min

Ja

3x

S

30 min

Nee

1x

S

30 min

Nee

1x

S

30 min

Nee

1x

T

60 min

Ja

3x

Opmerkingen

SO Hs. 1 § 1-3

5

SO Hs. 2 § 1-5 SO Hs. 3 § 1-6 Toets Module 4 SO Hs. 4 § 1-3

6

SO Hs. 5 § 1-5 SO Hs. 6 § 1-6 Toets Module 5 SO Hs. 7 § 1-3

7

SO Hs. 8 § 1-5 SO Hs. 9 § 1-6 Toets Module 6

AK/K/1-3, AK/V/3, 8 AK/K/1-3, AK/V/3, 8 AK/K/1-3, AK/V/3, 8 AK/K/1-3, AK/V/3, 8 AK/K/1-3, AK/V/5, 8 AK/K/1-3, AK/V/5, 8 AK/K/1-3, AK/V/5, 8 AK/K/1-3, AK/V/5, 8 AK/K/1-3, AK/V/1, 8 AK/K/1-3, AK/V/1, 8 AK/K/1-3, AK/V/1, 8 AK/K/1-3, AK/V/1, 8

6 6 6 6 8 8 8 8 4 4 4 4

S

30 min

Nee

1x

S

30 min

Nee

1x

S

30 min

Nee

1x

T

60 min

Ja

3x

S

30 min

Nee

1x

S

30 min

Nee

1x

S

30 min

Nee

1x

T

60 min

Ja

3x

S

30 min

Nee

1x

S

30 min

Nee

1x

S

30 min

Nee

1x

T

60 min

Ja

3x


P1 + P2+ P3 + P4 + P5 + P6 + P7 10

PTA

VMBO TL 3&4 (2014-2016)

WI

Wiskunde Periode

1

No.

Leerstof

Kerndoel(en)

M.W. 3a H1: verbanden en grafieken

WI/K/2-3, 4.6, 5.7 WI/V/1-2 WI/K/2-3, 6.9 WI/V/1-2 WI/K/2-3, 7.10 WI/V/1-2 WI/K/2-3, 7.10 WI/V/4 WI/K/2-3, 4.6, 5.7 WI/V/1-2 WI/K/2-3, 5.7 WI/V/1-2 WI/K/2-3, 5.7 WI/V/1-2 WI/K/2-3, 4.6, 5.7 WI/V/1-2 WI/K/2-3, 5.7, 6.9 WI/K/2-3, 5.7, 6.9 WI/K/2-3, 8.11 WI/V/1-2, 4 WI/K/2-3, 7.10 WI/V/1-2 WI/K/2-3, 5.7, 6.9 WI/V/1-2 WI/K/2-3, 4.6, 5.7 WI/V/1-2

M.W. 3a H2: plaatsbepalen M.W. 3a H3: statistiek P.O. of computerpracticum statistiek M.W. 3a H4: rekenen met formules

2

M.W. 3a H5: kijken en redeneren

3

M.W. 3a H6 : rekenen met procenten M.W. 3b H7: Vergelijkingen oplossen M.W. 3b H8: hellingen en tangens M.W. 3b H9: schattend rekenen GWA M.W. 3b H10: graaf en tabel

4

M.W. 3b H11: oppervlakte en inhoud M.W. 3b H12: grafieken

Toetsvorm (T/S/P)

Tijdsduur


Weging

T

60 min

J

2

T

60 min

J

2

T

60 min

J

2

N

2

P T

60 min

J

2

T

60 min

J

2

T

60 min

J

2

T

60 min

J

2

T T

60 min 60 min

J J

2 2

N

2

P T

60 min

J

2

T

60 min

J

2

T

60 min

J

2

Opmerkingen

5 6

M.W. 4 H5: goniometrie M.W. 4 H2: meten en redeneren M.W. 4 H5: goniometrie M.W. 4 H1: grafieken en vergelijkingen M.W. 4 H6: informatieverwerking Praktische opdracht

7

M.W. 4 H4: machtsverbanden M.W. 4 H7: exponentiële verbanden M.W. 4 H3: rekenen

Handelingsdelen Periode Titel 2

M.W. 3a: Oriëntatie op Leren en Werken

4

Computerpracticum VU-Grafiek

WI/K/2-3, 5.7, 6.9 WI/V/1-2 WI/K/2-3, 5.7, 6.9 WI/V/1-2 WI/K/2-3, 4.6, 5.7, 7.10 WI/V/1-2 WI/K/1-3, 4-7 WI/V/1-2, 4

T

60 min

J

2

T

60 min

J

4

Beide hoofdstukken in één toets

T

60 min

J

4

Beide hoofdstukken in één toets

N

2

Onderwerp per vestiging te kiezen Beide hoofdstukken in één toets

P

WI/K/2-3, 4.6, 5.7 WI/V/1-2

T

60 min

J

4

WI/K/2-3, 5.7, 6.9 WI/V/1-2

T

60 min

J

2

Kerndoel(en)

WI/K/1-2, 7.10 WI/V/3-4 WI/K/2-3, 7.10 WI/V/4

Opmerkingen


P1 + P2+ P3 + P4 + 2P5 + 2P6 + 2P7 10

PTA

VMBO TL 3&4 (2014-2016)

Natuur- en Scheikunde 1 Periode

No. 1.

1

2. 3. 4.

2

5. 6. 7.

3

8. 9. 10.

4


Weging

P

N

1

P

N

1

T

J

3

P

N

1

P

N

1

NASK1/K/5,NASK1/K/2

T

J

3

NASK1/K/7,NASK1/V3,NAS K1/K/2

P

N

1

NASK1/K/7,NASK1/K/2

T

J

2


P

N

1

NASK1/K/9,NASK1/K/2

T

J

3 2

Leerstof

Kerndoel(en)

Practicum stofeigenschappen Practicum Dichtheid Toets H 1 Stoffen en materialen Practicum Schakelingen Practicum Wet van Ohm Toets H2 Elektriciteit Practicum Spiegels/Lenzen Toets H3 Licht en Beeld Practicum Remweg Toets H4 Kracht en Beweging

NASK1/K/4,NASK1/V3,NAS K1/K/2 NASK1/K/4,NASK1/V3,NAS K1/K/2 NASK1/K/4,NASK1/K/2 NASK1/K/5,NASK1/V3,NAS K1/K/2 NASK1/K/5,NASK1/V3,NAS K1/K/2

Toetsvorm (T/S/P)

Tijdsduur

11.

Presentatie Energie


P

N

12.

Toets H5 Verbranden en Verwarmen

NASK1/K/6,NASK1/K/2

T

J

2

Opmerkingen

13.

5

Toets H 6 Geluid DO-IT 15. Electra Toets H 7 16. Elektriciteit 14.

17.

6

7

Practicum luidspreker

DO-IT kracht en beweging

Toets H8 Kracht en beweging Toets H9 19. Straling Toets H 10 20. Het Weer 21. Toets H 11 18.

22.

DO-IT H 12

23.

Toets H 12


P

N

1

NASK1/K/8,NASK1/K/2

T

J

3


P

N

1

NASK1/K/5,NASK1/K/2

T

J

3

P

N

1

P

J

2

NASK1/K/11,NASK1/K/2

T

J

2

NASK1/K/12,NASK1/K/2

T

J

2

NASK1/V/1,NASK1/K/2 NASK1/V/2,NASK1/V3 NASK1/K/2 NASK1/V/2,NASK1/K/2

T

J

3

P

N

1

T

J

3

NASK1/K/9,NASK1/V3NASK 1/K/2 NASK1/K/9,NASK1/V3,NAS K1/K/2

Handelingsdelen Periode Titel 1-4

Practicumdossier klas 3

5-7

Practicumdosier klas 4

7

Oriëntatie op leren en Werken

Kerndoel(en) NASK1/K/2 NASK1/V3 NASK1/K/2 NASK1/V3 NASK1/K/1

Opmerkingen


P1 + P2+ P3 + P4 + 2P5 + 2P6 + 2P7 10

PTA

VMBO TL 3&4 (2014-2016)

NS2

Natuur- en Scheikunde 2 Periode

1 2

No. 1 2 3 4 5 6

3

7 8 9 10

4

11 12 13 14

5

15 16 17

Leerstof

Kerndoel(en)

Toetsvor m (T/S/P)

Tijdsduur


Weging

Toets H1: Stoffen Practicum H1 DO-IT 1 Toets H2: Goed en veilig schoon Practicum H2 DO-IT 2 Toets H3: Reacties Practicum H3 DO-it 3 Toets H4: Verbranding Toets H5: Productieprocessen DO-IT H4 DO-It H5 Toets H6: Reactievergelijking Toets H7: Zouten Practicum 6 Practicum 7

NASK2/K/4 NASK2/K/4 NASK2/K/4

T P P

60 -

J N N

3 1 1

NASK2/K/7,NASK2/K/8

T

60

J

3

NASK2/K/8 NASK2/K/8 NASK2/K/10,NASK2/K/11 NASK2/K/10 NASK2/K/10 NASK2/K/5

P P T P P T

60 60

N N J N N J

1 1 3 1 1 3

NASK2/V/1

T

60

J

3

NASK2/K/5 NASK2/V/1

P P

-

N N

1 1

NASK2/K/11

T

60

J

3

NASK2/K/11 NASK2/K/11 NASK2/K/11

T P P

60 -

J N N

3 1 1

Opmerkingen

18

6

19 20 21 22

7

23 24

Toets H8, Zuren en basen Toets H9, Reactiesnelheid en massa Practicum 8 Practicum 9 Toets H10, Zouten 2 Toets H11 Chemische industrie Practicumtoets

Handelingsdelen

Periode Titel 1-4 Practicumdossier 5-7 Practicumdossier Orientatie op studie en 6 beroep

NASK2/K/7

T

-

J

3

NASK2/K/4

T

60

J

3

NASK2/K/4 NASK2/K/4 NASK2/K/11 NASK2/K/9 NASK2/V/1 NASK2/V/4

P P T

60

N N J

1 1 3

T

60

J

2

P

120

N

2

Kerndoel(en)

Opmerkingen

NASK2/K/1


P1 + P2+ P3 + P4 + 2P5 + 2P6 + 2P7 10

PTA

VMBO TL 3&4 (2014-2016)

BI

Biologie Periode

1

No.

Leerstof

Kerndoel(en)

17.

SH1: Vier rijken TH1: Vier rijken Poster dierenrijk SH2: Planten en dieren TH2: Planten en dieren SH3: Bewegen TH3: Bewegen SH4: Waarnemen en reageren TH4: Waarnemen en reageren SH5: Bescherming TH5: Bescherming SH6: Mens & Milieu TH6: Mens & Milieu TH7: Ademen en eten TH8: Bloed TH9: Voortplanting

18.

Practicum Tekening bloem

19.

TH10: Erfelijkheid TH11: Evolutie TH12: Gedrag TH13: Afweer Practicum Antibiotica maken

BI/K/4, BI/K/5 BI/K/4, BI/K/5 BI/K/6, BI/V/3 BI/K/6 BI/K/4, BI/K/6 BI/K/8 BI/K/6, BI/K/8 BI/K/11 BI/K/11 BI/K/11, BI/K/12 BI/K/11, BI/K/12 BI/K/7 BI/K/7 BI/K/4, BI/K/6, BI/K/9 BI/K/9 BI/K/6, BI/K/11, BI/K/12 BI/K/6, BI/K/12, BI/V/3, BI/V/4 BI/K/13 BI/K/13 BI/V/2 BI/V/1, BI/K/10 BI/V/1, BI/V/3

1. 2. 3. 4.

2

5. 6. 7.

3

8. 9. 10.

4

11. 12. 13.

5 6

15. 16.

20.

7

21. 22. 23.

Toetsvorm (T/S/P)

Tijdsduur


Weging

S T P S T S T S T S T S T T T T

15 60 × 15 60 15 60 15 60 15 60 15 60 60 60 60

nee ja nee nee ja nee ja nee ja nee ja nee ja ja ja ja

1 3 2 1 3 1 3 1 3 1 3 1 2 3 3 3

P

×

nee

1

T T T T P

60 60 60 60 ×

ja ja ja ja nee

3 3 3 3 2

Opmerkingen

Handelingsdelen Periode Titel 1–4

Practicumdossier / portfolio Beroep in Beeld

5–7

Practicumdossier / portfolio Beroep in Beeld

Kerndoel(en) BI/K/2, BI/K/3, BI/K/4, BI/K/5, BI/K/6, BI/K/7, BI/K/8, BI/K/10, BI/K/11, BI/K/12, BI/K/13, BI/V/1, BI/V/2, BI/V/3, BI/V/4 BI/K/1 BI/K/2, BI/K/3, BI/K/4, BI/K/5, BI/K/6, BI/K/7, BI/K/8, BI/K/10, BI/K/11, BI/K/12, BI/K/13, BI/V/1, BI/V/2, BI/V/3, BI/V/4 BI/K/1

Opmerkingen Practicumdossier combinatie biologie, nask1 en nask2. Practicumdossier combinatie biologie, nask1 en nask2.


P1 + P2+ P3 + P4 + P5 + P6 + P7 7

PTA

VMBO TL 3&4 (2014-2016)

EC

Economie Periode

1 2 3 4 5 6

No.

Leerstof

Kerndoel(en)

Hst. 1 - Geld en welvaart

Vaardigheden en consumeren EC/K/3 en EC/K/4

Hst. 2 - De bank en jouw geld Hst. 3 - Weet jij wat je koopt? Consumeren EC/K/4 Hst. 4 – Zekerheid voor alles Arbeid en productie Hst. 5 – Werk voor jou EC/K/5A Hst. 6 – Goede tijden, Arbeid en slechte tijden bedrijfsleven EC/K/5B Overheid en bestuur Hst. 7 – Is de overheid EC/K/6 en nodig? Internationale ontwikkelingen Hst. 8 – Over de grens? EC/K/7 Hst. 1 – Waar blijft je geld? Hst. 2 – Kom je ermee uit? Hst. 3 – Kies je voor zeker? Hst. 4 – Hoe wordt er gewerkt? Hst. 5 – Aan de slag! Hst. 6 – Kan de overheid dat regelen?

Vaardigheden en consumeren EC/K/3 en EC/K/4 Arbeid en productie EC/K/5A Arbeid en bedrijfsleven EC/K/5B en Overheid en bestuur EC/K/6

Toetsvorm (T/S/P)

Tijdsduur


Weging

T

60

J

1

T

60

J

1

T

60

J

1

T

60

J

1

T

60

J

1

T

60

J

1

T

60

J

1

T

60

J

1

T

60

J

1

T T

60 60

J J

1 1

T

60

J

1

T

60

J

1

T

60

J

1

Opmerkingen In klas 3 wordt gewerkt met Pincode 3 VMBO-GT

In klas 4 wordt gewerkt met Pincode 4 VMBO-GT

Hst. 7 – De overheid en ons inkomen

7

Hst. 8 – Hoe groot is jouw wereld?

Overheid en bestuur EC/K/6 en Internationale ontwikkelingen EC/K/7 en Natuur en milieu EC/K/8

T

60

J

1

T

60

N

1


P1 + P2+ P3 + P4 + 2P5 + 2P6 + 2P7 10

PTA

VMBO TL 4 (2014-2016)

MA

Maatschappijleer 1 Periode

5

6

7

Tijdsduur


1 1 1 1

n n n j

1 1 1

p

nvt

n

2

Massamedia Krantenopdracht Multiculti

T H T

1 nvt 1

n n j

1 1 2

9

Multiculti-opdracht

P

nvt

n

1

10 11

Relaties en dilemma’s Werk

P T

nvt 1

n n

1 2

No.

Leerstof

1 2 3 4

Criminaliteit Politiek 1 t/m 5 Politiek 6 t/m 9 Toepassen Politiek 1 t/m 9

5

Maatschappijleerwerkstuk

6 7 8

Handelingsdelen

Periode Titel 6 Krantenopdracht

Kerndoel(en)

Toetsvorm (T/S/P)

T T T T

Kerndoel(en)

Weging

Opmerkingen N.a.v. opdracht docent


1xP5 + 1xP6 + 1xP7 3

2

Opmerkingen

Na herfstvakantie starten Maatschappijleerwerkstuk Inleveren uiterlijk 12 december 2014 via N@tschool

Inleveren uiterlijk 6 maart 2015 via N@tschool I.c.m. Jongeren

PTA

VMBO TL 3&4 (2014-2016)

KV1

Culturele en kunstzinnige vorming Handelingsdelen Periode Titel 1

CKV activiteit 1

2

CKV activiteit 2

3

CKV activiteit 3

4

CKV activiteit 4

Kerndoel(en) KV1/K1; KV1/K2; KV1/K4 KV1/K1; KV1/K2; KV1/K4 KV1/K1; KV1/K2; KV1/K4 KV1/K1; KV1/K2; KV1/K4

KV1/K3; KV1/K3; KV1/K3; KV1/K3;

Opmerkingen Beoordeling O/V/G Beoordeling O/V/G Beoordeling O/V/G Beoordeling O/V/G


Alle onderdelen van het schoolexamen dienen tenminste met de beoordeling “voldoende” te worden afgesloten

PTA

VMBO TL 3&4 (2014-2016)

LO

Lichamelijke opvoeding Periode

No.

Leerstof

Kerndoe l(en)

Toetsvorm (T/S/P)

Tijdsduur


Weging

SPEL – softbal

P

-

-

1

P

-

-

1

P

-

-

1

P

-

-

1

P

-

-

1

P

-

-

1

P

-

-

1

P

-

-

1

SPEL – basketbal

1 TURNEN – Minitramp +kast ARABIER ATLETIEK – Shuttle run test SPEL – Badminton

2

ATLETIEK – Hoogspringen (fosbury flop) ZELFVERDEDIGING – Kickboksen aanwezigheid TURNEN – acrobatische

Opmerkingen

-

met elkaar een partij kunnen spelen basisregels kennen als loper: dreigen en honken stelen als veldspeler: samen lopers uit kunnen maken - Eerlijke teams maken binnen de klas - Spel op gang kunnen houden met elkaar - als aanvaller: aanval op kunnen bouwen/ schotpogingen doen - als verdediger: verschillende manieren van verdediging weten (zone / man-to-man) / bal onderscheppen + overnemen van aanval Ieder op zijn / haar niveau verder komen. Van wendsprong naar arabier. Hoe is het gesteld met je conditie? wat betekent het resultaat van de SRT voor jou? - aanvallen door te spelen met verschillende technieken (lob / drop/ smash) - met de afgesproken regels een partijtje kunnen spelen (fair play) - enkel spel (1 tegen 1) of een dubbelspel spelen (2 tegen 2) - met de juiste techniek een zo groot mogelijke hoogte halen - meten en regelen van hoogtes - Aanwezigheid tijdens de kickbokslessen en actief mee doen Met een groepje verschillende technieken van

Periode

No.

Leerstof

Kerndoe l(en)

Toetsvorm (T/S/P)

Tijdsduur


Weging

gymnastiek SPEL – volleybal TURNENtipsalto SPEL – handbal

P

-

-

1

P

-

-

1

P

-

-

1

P

-

-

1

P

-

-

1

P

-

-

2

P

-

-

1

P

-

-

1

BEWEGEN OP MUZIEK

3 TURNEN – Handstand overslag Trefbal ontwerp opdracht SPEL – voetbal

4 ATLETIEK – speerwerpen

Opmerkingen

acrogym kunnen uitvoeren en aan elkaar kunnen plakken tot een presentatie. - Onderhandse en bovenhandse techniek - Spelen met pass- setup – aanval - minitramp + kast + dikke mat tipsalto - ieder op zijn eigen niveau oefenen - een aanval kunnen opzetten (bal snel rondspelen/ dreigen / schieten) - verdediging neer kunnen zetten (cirkel- of man-to-man) - fair play (spelen volgens de afgesproken regels / respecteren van elkaar en elkaars niveau) - op het ritme van de muziek bepaalde bewegingen kunnen maken - een (deel v.e.) dans ontwerpen en uitvoeren - passende muziek en passende bewegingen kiezen (wat hoort wel /niet bij je christen zijn) - op verschillende situaties de handstand overslag oefenen en uitvoeren - elkaar vangen en helpen - Ontwerp met een groep leerlingen een nieuwe vorm van trefbal en introduceer deze activiteit aan de klas - Hoe is het met je balvaardigheid? - Kunnen samenspelen (met mindere en betere beweger) - Spel op gang kunnen houden - Technisch: speellijnen openen / afsluiten Met de juiste techniek de speer zo ver mogelijk werpen

Periode

No.

Leerstof

ATLETIEK – Lopen (SPRINT + DUURLOOP)

Sportdag Inzet, samenwerking, deelname

ATLETIEK – Springen (hink stap sprong) TURNEN – springen

5

Kerndoe l(en)

Toetsvorm (T/S/P)

Tijdsduur


Weging

-

P

-

-

H

-

-

P

-

-

P P

-

-

1

1

1 2

-

-

P

-

-

1

P

-

-

1

P

-

-

1

SPRINT: 80m in een zo kort mogelijke tijd afleggen DUURLOOP: binnen 12 min een zo groot mogelijke afstand afleggen starter / tijdwaarnemer kunnen zijn 1 van de 2 onderdelen wordt beoordeeld (zelf kiezen) Deelname tijdens de sportdag Op welke manier zet je je in tijdens de lessen en draag je bij aan de lessen. Onderlinge samenwerking met andere leerlingen.

met behulp van de juiste techniek zo ver mogelijk springen -

SPEL – zaalhockey

ATLETIEK – werpen (kogel)

-

-

ZELFVERDEDIGING – Judo

6

Opmerkingen

met een groep(je) een sprongenserie maken en uitvoeren

verschillende technieken van werpen beheersen - verschillende manieren van uit balans brengen weten - valbreken + vallen van tegenstander veilig begeleiden - fair play (respecteren van elkaar en elkaars niveau) - met elkaar een spel op gang kunnen houden - aanvallend: vrijlopen / overspelen / op juiste moment proberen te scoren - goede techniek beheersen van het hockey (platte kant spelen/ push) met de juiste techniek de kogel zo ver mogelijk stoten

Periode

No.

Leerstof

Kerndoe l(en)

Toetsvorm (T/S/P)

Tijdsduur


Weging

KLASSENPRESENTATIE

-

P

-

-

3

P

-

-

1

Les geven aan klasgenoten

7 Handelingsdelen Periode Titel 4 sportdag

Opmerkingen

Kerndoel(en)

bij een aantal onderdelen deelnemen aan de presentatie  denk aan JONGLEREN / ACRO / BOM / TURNEN etc. - hele gebeuren als klas organiseren: muziek programma-indeling – kleding - In tweetallen een les voorbereiden en activiteiten aan de klasgenoten geven. - Beoordeling word voor 1/3e bepaald door klas en voor 2/3e door docent.

Opmerkingen Aanwezigheids- en deelnameverplichting.


P1 + P2+ P3 + P4 + 2P5 + 2P6 + 2P7 10

De taaltoets wordt verwerkt in het centraal examen Nederlands. Je docent Nederlands zal je in de lessen voorbereiden op de taaltoets

Recommend Documents